Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1986-1987
19637
Nr. 6
Vluchtelingenbeleid
BRIEF V A N DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-Gravenhage, 31 maart 1987 Ter voorbereiding van de uitgebreide commissievergadering op 30 maart a.s. inzake de Nota Vluchtelingenbeleid is de regering nog een antwoord schuldig op de nadere vragen welke op 11 maart jl. door de vaste Commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Justitie zijn gesteld naar aanleiding van recente ontwikkelingen op het gebied van de groei van het aantal individuele asielzoekers. In het bijgaande wordt een beschrijving gegeven van de problematiek en wordt een pakket op korte termijn te realiseren maatregelen voorgesteld, waarbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met de 17 gestelde vragen, voorzover deze Justitie regarderen. Zoveel mogelijk tegelijkertijd zal een gemengd (centraal en decentraal) sober opvangsysteem voor asielzoekers worden bevorderd, waarover de Minister van WVC u separaat zal informeren. Intussen wordt met voortvarendheid gewerkt aan een herziening van de Vreemdelingenwet. Een wetsvoorstel daartoe zal voor 1 juni a.s. aan de Minister van WVC u separaat zal informeren. De Staatssecretaris van Justitie, Korte-van Hemel
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19 637, nr. 6
1
1. Inleiding Aantal asielverzoeken Ons land wordt de laatste jaren geconfronteerd met een toenemend aantal vreemdelingen dat in ons land asiel vraagt. 1982: 1214 1983:2015 1984:2603 1 985: 5644 (waaronder 2722 Tamils) 1986: 5865
In de laatste drie maanden is een explosieve stijging opgetreden. Was het gemiddelde aantal per maand in 1985 en 1986: 400 a 500 asielverzoeken, in de maanden december 1986, januari en februari 1987 zijn de volgende aantallen asielverzoeken geregistreerd: december 1986: 1130 januari 1987: 1111 februari 1987: 1307
Indien deze tendens zich voortzet, leidt dit in vergelijking met 1986 tot meer dan een verdubbeling van de instroom in 1987 (totaal ± 13 000). Een overzicht van het aantal asielzoekers per maand (sinds 1 januari 1984) is als bijlage 1 bij deze notitie gevoegd. 1 De toename van het aantal asielverzoeken is niet alleen een verschijnsel dat in Nederland voorkomt. Ook andere Westeuropese landen kampen met hetzelfde probleem. Dat moge blijken uit de volgende cijfers: 1983
1984
1985
1986
BRD Denemarken Zwitserland Zweden Frankrijk België Italië Vk Nederland West-Europa
18 350 432 7 886 2 250 15472 2 900 3 050 3 350 2015
34 325 4000 7 435 11 316 16067 3 650 4 550 3 300 2 603
73850 8 700 9 600 12 000 28 900 5 300 5400 5 000 5 644
99 966 10000 12 000 15 000 26219 7 650 ? 4899 5 865
Totaal
55615
103 756
Oostenrijk Canada Noorwegen
6 700 15 000 300
165 620 ca. 200000
8 639 24 000 2 700
2. De huidige asielprocedure
1
Ter inzage gelegd op de bibliotheek
De laatste jaren is de Nederlandse asielprocedure met steeds meer rechtsbeschermende waarborgen voor de asielzoekers omkleed. De voornaamste kenmerken van deze procedure zijn: 1. elk asielverzoek wordt in behandeling genomen; 2. de centrale overheid speelt in de gehele procedure een belangrijke rol; 3. elke asielzoeker wordt uitgebreid geïnterviewd omtrent zijn asielmotieven - veelal - door een ambtenaar van het Ministerie van Justitie; 4. het is elke asielzoeker die zich op Nederlands grondgebied bevindt in het algemeen toegestaan de schriftelijke gemotiveerde beslissing op het verzoek in eerste aanleg hier te lande af te wachten; 5. elke asielzoeker wiens verzoek in eerste aanleg is afgewezen en die op grond daarvan wordt aangezegd Nederland te verlaten, kan een kort geding aanspannen bij de President van de arrondissementsrechtbank teneinde verwijdering te voorkomen. Het zal hun in het algemeen worden toegestaan de uitspraak van de President in Nederland af te wachten; 6 tijdens de procedure kan de asielzoeker zich (eventueel kosteloos) voorzien van de benodigde rechtsbijstand.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19 637, nr. 6
2
Veruit de meeste asielverzoeken worden door individuele asielzoekers ingediend na binnenkomst in Nederland. De dan geldende procedure is als volgt: a. Verzoek indienen bij hoofd van de plaatselijke politie. Een vreemdeling dient zich zo spoedig mogelijk na binnenkomst bij de autoriteiten te melden en het beoogde doel van zijn verblijf kenbaar te maken. Ingevolge de Vreemdelingenwet dient hij zich te melden bij het hoofd van de plaatsplijke politie. b. Eerste contact en gehoor met de plaatselijke politie. Door het hoofd van de plaatselijke politie wordt zo spoedig mogelijk een eerste gehoor gehouden met de asielzoeker, waarbij in het kort onder meer de personalia, de asielmotieven en de reisroute worden opgenomen. Voorzover een goede communicatie dit vergt dient een betrouwbare en zo mogelijk beëdigde tolk te worden ingeschakeld. Het is de vreemdeling toegestaan zich te doen bijstaan door één raadsman en een hulpverlener (bij voorbeeld een medewerker van een particuliere plaatselijke of landelijke hulpverleningsorganisatie). De vreemdeling wordt voorts in staat gesteld een verzoek in te dienen tot toelating als vluchteling en verlening van een vergunning tot verblijf. De vreemdeling wordt een (wekelijkse) meldingsplicht opgelegd. De bij dit eerste gehoor verzamelde gegevens worden vervolgens meegedeeld aan de afdeling Asielzaken van het Ministerie van Justitie. Het hoofd van plaatselijke politie heeft verder nog een aantal administratieve taken in deze. c. Contact met afdeling Asielzaken van het Ministerie van Justitie/afspraak voor uitgebreid interview. Vervolgens wordt op de afdeling Asielzaken beslist over de wijze waarop een hierop volgend uitgebreid interview met de asielzoeker zal plaatsvinden, in het merendeel der gevallen door een van de speciaal hiervoor beschikbare contactambtenaren van de afdeling Asielzaken. De Minister van Justitie kan bepalen dat in bepaalde gevallen het uitgebreide interview door de vreemdelingendienst moet plaatsvinden. d. Beslissing op het asielverzoek. Indien het verslag van het uitgebreide interview beschikbaar is (met alle overige door het hoofd van plaatselijke politie opgezonden gegevens) wordt op het Ministerie van Justitie een beslissing op het verzoek voorbereid. Ingevolge artikel 15 vierde lid van de Vreemdelingenwet dient een beslissing op het verzoek om toelating als vluchteling te worden genomen door de Minister van Justitie in overeenstemming met de Minister van Buitenlandse Zaken. Wat betreft de asielprocedure bij asielverzoeken aan de grens kan het volgende worden opgemerkt. Het asielverzoek van een vreemdeling die zich aan de grens bevindt en aan wie geen toegang tot Nederland is verleend wordt in behandeling genomen. Het verzoek dient te worden gedaan ten overstaan van een met grensbewaking belaste ambtenaar. Ook in deze gevallen wordt een kort gehoor gehouden met de vreemdeling en wordt zo spoedig mogelijk contact opgenomen met de afdeling Asielzaken van het Ministerie van Justitie. De asielzoeker wordt zo spoedig mogelijk uitgebreid geïnterviewd door een ambtenaar van het Ministerie van Justitie en er wordt zo spoedig mogelijk door de Minister van Justitie een beslissing genomen over de vraag of het betrokkene wordt toegestaan gedurende de verdere procedure binnen Nederland te verblijven. Ten aanzien van asielzoekers aan wie de toegang tot Nederland wordt geweigerd wordt van geval tot geval bezien waar de vreemdelingen dienen te verblijven. Op de luchthaven Schiphol is een verblijfsruimte
Tweede Kamer, vergaderjaar 198S-1 987, 19 637, nr. 6
3
ingericht waar asielzoekers kunnen verblijven gedurende de asielprocedure zolang hun geen toegang tot Nederland is verleend. Voor het overige geldt in het algemeen de procedure als hierboven reeds geschetst. De plaatselijke politie is belast met het uitreiken van de beschikking en het verrichten van eventuele verdere handelingen zoals het verschaffen van verblijfsdocumenten, dan wel als verwijdering wordt bevolen, met de tenuitvoerlegging hiervan. Indien het verslag van het uitgebreide interview beschikbaar is (met status is verleend, dient hij het land te verlaten. In beginsel wordt hem de gelegenheid geboden zelfstandig te gaan naar een land waar zijn toelating gewaarborgd is. Indien betrokkene geen gevolg geeft aan de hem gegeven termijn voor vertrek, wordt tot gedwongen verwijdering overgegaan. 3. Problematiek bij aanmelding en opvang De meeste asielzoekers melden zich aan in de grote steden. Door de sterke toename van het aantal is in deze, maar ook in de kleinere steden een onhoudbare stituatie ontstaan. Nieuw binnengekomen asielzoekers kunnen niet meer op een verantwoorde wijze worden gehuisvest. Er is sprake van overbewoning van pensions en bouwvallige accommodaties. Dit brengt uiteraard problemen met zich mee voor wat betreft de brandveiligheid en volksgezondheid. Onderbrenging van asielzoekers in noodvoorzieningen zoals jeugd- en vakantiecentra, bieden nauwelijks meer soulaas. Gemeentebesturen kloppen herhaaldelijk bij de rijksoverheid aan om de rijksoverheid deelgenootte maken van de in hun steden ontstane problemen en verzoeken om oplossingen. Ook Vluchtelingenwerk en de UNHCR hebben aangedrongen op maatregelen teneinde te voorkomen dat bonafide asielzoekers in de knel komen. De plaatselijke vreemdelingendiensten in de grote steden komen thans niet verder dan registratie van de aanmeldingen. De administratieve afhandeling is volledig in de knel gekomen. De plaatselijke vreemdelingendiensten in de grote steden komen thans niet verder dan registratie van de aanmeldingen. De administratieve afhandeling is volledig in de knel gekomen. Ook de directie Vreemdelingenzaken van het Ministerie van Justitie kan de stroom asielverzoeken niet meer verwerken. 6000 asielzoekers moeten nog door een contactambtenaar van het ministerie worden gehoord omtrent hun asielmotieven, terwijl nog 13 000 zaken op een (eerste aanleg c.q. herzieningsjbeslissing wachten (stand per 1 maart 1987). De personeelsuitbreiding die op deze directie in 1986 (ten behoeve van de behandeling van Tamil-asielverzoeken) en per 1 januari 1987 (totaal 33 medewerkers) is gerealiseerd, is niet voldoende om de behandeling van de in 1987 voorspelde 12 000 asielverzoeken volgens de thans geldende procedure te behandelen. De behandelingscapaciteit van deze directie is thans 5000 a 6000 asielverzoeken per jaar. Ook het Ministerie van Buitenlandse Zaken kampt, ondanks de onlangs gerealiseerde personeelsuitbreiding (18 medewerkers), met verwerkingsproblemen, gezien de grote toestroom. Zorgelijk is dat de laatste tijd veel asielverzoeken door vreemdelingen worden ingediend die als misbruik van de asielprocedure kunnen worden aangemerkt dat wil zeggen er wordt duidelijk ten onrechte een aanspraak op de vluchtelingenstatus gemaakt c.q. er wordt gefraudeerd met reisen/of identiteitsdocumenten teneinde controle op voorafgaand verblijf in andere landen te bemoeilijken en terugzending naar het land van herkomst te voorkomen. Gezien de grote toename van het aantal van deze verzoeken, die ook volgens de hierboven geschetste zorgvuldige procedure worden behandeld, dreigt het gevaar dat bonafide asielzoekers in de knel komen door de lange behandelingsduur van hun verzoeken.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19 637, nr. 6
4
In dit verband kan er nog op worden gewezen dat van het - jaarlijks stijgende - bedrag voor hulp aan vluchtelingen lastens OS en BuiZa fondsen, in 1986 ten bedrage van 63 miljoen gulden het overgrote deel wordt besteed aan opvang en overige hulp aan vluchtelingen in de regio. Er wordt enerzijds voorts op aangedrongen dat UNHCR tracht via donorcoördinatie deze regionale opvang een hogere prioriteit te geven. 4. Analyse van de probelemen 4.1.
Inleiding
Het zal duidelijk zijn dat de hiervoor geschetste problematiek vraagt om maatregelen om de toestroom van malafide asielzoekers naar ons land in te dammen. Andere Westerse landen (zie bijlage 2) hebben reeds maatregelen genomen (Canada, Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland en België) en/of treffen voorbereidingen tot maatregelen (Zwitserland). De indruk lijkt niet ongerechtvaardigd dat de maatregelen, getroffen in andere landen, de toestroom van asielzoekers tot Nederland beïnvloeden. Een nadere analyse van de statistieken omtrent aantal asielzoekers, de asielmotieven en de reisroute is noodzakelijk, teneinde te kunnen beoordelen welke maatregelen het meest effectief zijn om de toestroom van malafide asielzoekers tot ons land in te dammen. 4.2. Analyse van cijfers, asielmotieven en reisroute Het volgende overzicht van de belangrijkste nationaliteiten geeft aan uit welke landen de meeste vreemdelingen asiel in Nederland vragen.
Afganistan Bangladesh Etiopië Ghana India Iran Libanon Pakistan Polen Sri Lanka Suriname Syrië Turkije Zaïre
1986
jan.'87
febr.'87
452 214 352 142 389 549 177 216 151 132 807 141 1380 181
3 114 70 49 125 68 23 59 17 84 92 12 236 73
3 111 36 140 229 59 10 78 22 46 86 1 210 175
Bij bestudering van de asielmotieven blijkt dat nogal wat asielzoekers zich naar het westen en in het bijzonder naar ons land begeven omdat men hier betere maatschappelijke en economische bestaansmogelijkheden aanwezig acht. Hun komst naar Nederland wordt dikwijls vereenvoudigd door het bestaan van een groot aantal doorgaans spontane organisaties en moeilijk te traceren reisagenten die de reis naar het westen op commerciële basis organiseren. Het bovenstaande geldt met name ten aanzien van bepaalde categorieën asielzoekers uit Azië (in 1986: 819; in jan./febr. 1987: 716) en Afrika (in 1986: 323; in jan./febr. 1987: 437). Het aantal asielzoekers is voor 1986: 5865 en voor de maanden januari en februari 1987: 2418. Van de zich in januari en februari 1987 aangemelde asielzoekers van deze categorieën beschikten er 11 5 over een paspoort. De meesten hebben hun reis- en/of identiteitsdocumenten vernietigd of verborgen. Gezien het feit dat er maar enkelen over een paspoort
Tweede Kamer, vergaderjaar 1 986-1987, 19 637, nr. 6
5
beschikken, is moeilijk na te gaan welke reisroute is gevolgd. Alleen het verhaal van de betrokken asielzoeker zelf is beschikbaar en het waarheidsgehalte daarvan kan in de meeste gevallen niet worden geverifieerd. In de zaken waarin men niet meer over een paspoort zegt te beschikken wordt als hoofdreden door de asielzoeker opgegeven: 1. Ik ben op een vals paspoort gereisd en de reisagent heeft dit meegenomen of, 2. Ik ben het in Nederland verloren of het is mij ontstolen. Er is een vermoeden dat met name nogal wat van de Indiërs en Pakistani afkomstig zijn uit de Bondsrepubliek en aldaar ook asiel hebben gevraagd. Bij de Bengalen valt het op dat het merendeel van hen, die zonder paspoort zijn, verklaren via Schiphol te zijn binnengekomen. Men geeft als aankomstdag op die dag waarop een vliegtuig van de Bengaalse nationale luchtvaartmaatschappij op deze luchthaven landt. Men moet derhalve in het bezit zijn geweest van een geldig reisdocument. De Zaïrezen, die over een paspoort beschikken komen vermoedelijk doorgaans via België, naar Nederland. Ook degenen zonder paspoort komen vermoedelijk via België naar ons land. Velen zonder paspoort zeggen als verstekelingen met Zaïrese schepen naar België te reizen. Zij zeggen niet in België te willen blijven omdat dit land zulke goede banden met Zaïre heeft. Van de Ghanezen komt ongeveer de helft, die een paspoort hebben aan op de luchthaven Schiphol, zonder een visum, en vragen dan om asiel. Andere Ghanezen met een paspoort reizen via Parijs of Brussel naar Nederland. De grote toeloop van asielzoekers uit deze landen wordt mede bevorderd omdat men denkt dat men zonder paspoort niet kan worden verwijderd, na afwijzing van het asielverzoek. Tot nu toe wordt men na afwijzing in de gelegenheid gesteld om op eigen gelegenheid ons land te verlaten. Men vertrekt vervolgens naar een ander West-europees land of duikt de illegaliteit in. Intussen heeft men wel vele maanden genoten van de voorzieningen die aan een asielzoeker binnen de huidige procedure ter beschikking staan. Het is ook bekend dat in nogal wat gevallen gefraudeerd wordt bij asielaanvragen van de hiervoor genoemde vreemdelingen. Er zijn incidenten waarbij blijkt dat men in verschillende steden en landen asiel vraagt. 5. Te nemen maatregelen De capaciteit van de directie Vreemdelingenzaken van het Ministerie van Justitie en de Directie Algemene Zaken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is na de jongste uitbreidingen berekend op 5000 a 6000 asielverzoeken per jaar. De aantallen over de laatste maanden wijzen op een instroom in 1 987 van tegen de 1 5 000. Het eind is niet in zicht. Door de huidige, ongekend grote toestroom van het aantal oneigenlijke asielverzoeken komt de behandeling van bonafide asielverzoeken onder druk te staan. Dat moet worden tegengegaan. Oneigenlijke asielzoekers (thans wellicht meer dan 50% van het totaal aantal asielzoekers) moeten zo spoedig Nederland verlaten. Derhalve is een pakket onmiddellijk werkende maatregelen noodzakelijk om de behandeling van asielverzoeken te versnellen. Ik stel de volgende maatregelen voor: 1. slechts één lidstaat neemt een asielverzoek in behandeling; Vluchtelingen wordt met voorrang doorgewerkt aan het vinden van structurele oplossingen voor bepaalde vluchtelingenstromen. Dit komt er op neer dat onder leiding van de HC per stroom een aan de karakteristieken van die stroom aangepast maatregelenpakket wordt afgesproken, gericht op inspanningen van de eerste opvang landen irreguliere stromen tegen
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19 637, nr. 6
6
te gaan en op inspanningen van het Westen passende materiële ondersteuning voor opvang in de regio aan te geven alsmede hervestiging te bevorderen. De regering zal in de EEG samenwerking op dit terrein trachten te bewerkstelligen. 1.2 In Europees kader (Benelux, Akkoord van Schengen, EEG en de Raad van Europa) wordt met kracht doorgewerkt aan flankerende maatregelen. De belangrijkste daarvan zijn: 1. slechts één lidstaat neemt een asielverzoek in behandeling; 2. voor duidelijk ongegronde verzoeken en verzoeken waarbij misbruik van de asielprocedure wordt gemaakt, wordt een kortere procedure in het leven geroepen; 3. de beslissing (ook een afwijzende) door één lidstaat geldt voor alle lidstaten. Hiertoe zal de interpretatie en toepassing van het vluchtelingenrecht in de lidstaten worden geharmoniseerd; 4. door middel van een geharmoniseerd (transit)visum- en buitengrensbewakingsbeleid en door boetes tegen en verhaalsrecht op luchtvaartmaatschappijen kan een beperking van de toestroom worden bereikt. 2.1 Vreemdelingen die aan de grensdoorlaatpost (Schiphol of landsgrens) asiel vragen en die op basis van de gekozen reisroute een gerede mogelijkheid hadden tot het vragen van asiel in een ander Westers land of in dat ander Westers land hebben verbleven, worden niet toegelaten tot de asielprocedure. 2.2 Op luchtvaartmaatschappijen zal druk worden uitgeoefend om in de landen van eerste ontvangst betere controlemaatregelen te treffen bij het instappen van passagiers die ons land als (transit)bestemming hebben. Met de KLM zijn in dit verband al goede afspraken gemaakt. Deze zijn echter voor uitbreiding en verbetering vatbaar. Indien luchtvaartmaatschappijen niet tot voldoende medewerking bereid zijn, zal op Schiphol in sommige vliegtuigen van die maatschappijen worden gecontroleerd op reisdocumenten (zogenaamde gate-checks, die zeer effectief zijn, maar uiteraard voor de bonafide reiziger vertragend werken; dit is een ultimum remedium). 3.1 Op duidelijke ongegronde asielverzoeken (economische redenen blijkend uit zeer zwakke asielmotieven, verblijf in een land waar asiel had kunnen worden gevraagd, etc.) en verzoeken waarbij sprake is van misbruik van de asielprocedure (frauduleus handelen, criminele antecedenten, geknoei met reis- en/of identiteitsdocumenten) zal direct (in principe: dezelfde dag) na een kort gehoor door de vreemdelingendienst c.q. een contactambtenaar worden beslist, waarna verwijderd wordt. De vreemdelingendiensten krijgen de mogelijkheid door het vragen van een bijzondere aanwijzing aan de Minister van Justitie direct tot verwijdering van een asielzoeker over te gaan. Indien uit aanbevelingen van de UNHCR blijkt dat terugzending van asielzoekers uit een bepaald land gevaar oplevert voor de betrokkene, zal daarmee bij de individuele beoordeling rekening worden gehouden. 3.2 De vreemdelingendiensten krijgen de mogelijkheid om illegaal binnengekomen asielzoekers die reeds in een ander Westeuropees land verbleven en op basis van de bestaande internationale overeenkomsten naar dat Westeuropees land kunnen worden teruggezonden, op aanwijzing van de Minister van Justitie onmiddellijk naar dat land te verwijderen. Deze asielzoekers worden niet toegelaten tot de asielprocedure. 4. De uitvoering van de maatregelen hiervoor onder 2.1 t/m 3.2 genoemd, geschiedt onder uitdrukkelijk toezicht en verantwoordelijkheid van het Ministerie van Justitie. Het ministerie van Justitie zal daartoe ambtenaren op Schiphol en in de grote steden posteren (zie punt 5 c). 5. Om bovengenoemde maatregelen (behandeling van de asielverzoeken en verwijdering van afgewezen asielzoekers) te effectueren zijn de volgende tijdelijke - tot maximaal de datum van inwerkingtreding van de
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19 637, nr. 6
7
herziene Vreemdelingenwet - personele en materiële voorzieningen getroffen: 1. De vreemdelingendiensten in de grote steden (Amsterdam, Den Haag en Rotterdam) worden tijdelijk versterkt met 50 man Koninklijke Marechaussee of politiepersoneel uit de bestaande sterkte; b. De vreemdelingendiensten in de gemeenten alwaar WVC - opvangcentra worden ingericht worden met elk 10 man extra personeel uit de bestaande capaciteit van de vreemdelingendiensten (op detacheringsbasis) versterkt; c. Het Ministerie van Justitie wordt tijdelijk met 50 man extra versterkt, te weten 40 man bij de directie Vreemdelingenzaken en 10 ter ondersteuning van enkele presidenten van rechtbanken (kosten f 3 500000, - exogeen te financieren). d. Voor het verwijderen van vreemdelingen, wier asielverzoek is afgewezen, wordt f 2 0 0 0 0 0 0 , - exogeen ter beschikking gesteld., De bovenstaande maatregelen zullen met ingang van 15 april 1987 van kracht worden door middel van een wijziging van de Vreemdelingencirculaire 1982, onder B7 en de Grensbewakingscirculaire 1984, onder B7. De hoofden van plaatselijke politie en de ambtenaren belast met de grensbewaking zullen door mij tijdig per telex worden geïnformeerd.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19 637, nr. 6
8
BIJLAGE 2
Maatregelen in het buitenland ter indamming stroom malafide asielzoekers België Bij koninklijk besluit van 9 maart 1987 is de Belgische asielprocedure in dier voege gewijzigd dat aan asielzoekers die niet in het bezit zijn van de vereiste documenten voor grensoverschrijding de toegang tot België kan worden geweigerd indien ze langer dan drie maanden in een derde land hebben verbleven. Deze procedure wordt vooralsnog alleen toegepast op het vliegveld. Asielzoekers worden in het vliegtuig gehoord; indien op grond van genoemde reden de toegang kan worden geweigerd, is de vliegtuigmaatschappij verplicht de asielzoekers mee terug te nemen. Bondsrepubliek
Duitsland
Bij besluitvan 26 augustus 1986 heeft de regering van de Bondsrepubliek Duitsland een aantal maatregelen genomen ter bestrijding van misbruik van de asielprocedure: - invoering van een transit-visumplicht voor reizigers komende uit landen waar veel malafide asielzoekers vandaan komen (Libanon, Syrië, Ghana, Pakistan en Bangladesh); - invoering van de mogelijkheid om aan vliegtuigmaatschappijen en andere vervoerders boetes op te leggen indien ze vreemdelingen vervoeren die niet in het bezit zijn van de vereiste papieren voor grensoverschrijding; - personeelsuitbreiding; - invoering van de mogelijkheid om asielzoekers die reeds drie maanden of langer in een derde land hebben verbleven aan de grens terug te sturen. Denemarken De maatregelen die in Denemarken zijn genomen ter bestrijding van de stroom asielzoekers zijn neergelegd in een wijziging van de Vreemdelingenwet d.d. 7 oktober 1986. Deze wijziging is vermoedelijk begin dit jaar van kracht geworden, en behelst onder meer de volgende punten: - invoering van de mogelijkheid om een asielzoeker die niet in het bezit is van de vereiste documenten voor grensoverschrijding de toegang tot Denemarken te weigeren, indien hij rechtstreeks afkomstig is uit een land waar hij voldoende bescherming genoot tegen terugzending naar zijn land van herkomst; - invoering van de mogelijkheid van het opleggen van een sanctie aan luchtvaartmaatschappijen en andere vervoerders die passagiers meenemen naar Denemarken, terwijl deze niet in het bezit zijn van de vereiste reisdocumenten en visa. Zwitserland In Zwitserland zijn vorig jaar de Asielwet en de Asielverordening gewijzigd. De wijzigingen zullen in de loop van 1 987 van kracht worden. De belangrijkste wijzigingen zijn de volgende: - de Bondsraad kan bij een buitengewone grote stroom asielzoekers de toegang tot Zwitserland beperken; - asielzoekers kunnen hun verzoek slechts indienen op bepaalde, door de Bondsraad aangewezen, grensovergangen; - een asielzoeker kan de toegang worden geweigerd indien het verzoek van elke grond is ontbloot; - de gronden waarop een asielverzoek kennelijk ongegrond kan worden verklaard zijn uitgebreid.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19 637, nr. 6
9
Canada In Canada zijn in februari 1987 de volgende maatregelen genomen ter bestrijding van de stroom malafide asielzoekers genomen: - afschaffing van het vanaf 1977 gevoerde beleid, inhoudende dat vreemdelingen afkomstig uit bepaalde landen automatisch in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning. Voortaan moeten alle asielzoekers ongeacht het land van herkomst, de normale asielprocedure doorlopen; - een asielzoeker, afkomstig uit de Verenigde Staten moet in de Verenigde Staten blijven totdat de Canadese Immigratiedienst hem kan horen; - een vreemdeling, afkomstig uit een visumplichtig land dient in het bezit te zijn van een transitvisum, indien hij via Canada wil doorreizen naar een ander land.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19 637, nr. 6
10