Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1987-1988
19827
Afslanking rijksoverheid 1988-1990
Nr. 41
VERSLAG V A N EEN M O N D E L I N G OVERLEG Vastgesteld 25 september 1987 De vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken1 heeft op 8 september 1987 mondeling overleg gevoerd met de Minister van Binnenlandse Zaken over de Afslanking Rijksoverheid 1988-1990 voor wat beteft het Ministerie van Binnenlandse Zaken (kamerstuk 19 827, nummers 17 en 27). De minister was vergezeld van enkele ambtenaren. De commissie heeft de eer van dit overleg als volgt verslag te doen. Vragen en opmerkingen uit de commissie
1 Samenstelling: Leden: Stoffelen (PvdA), Van der Sanden (CDA), Rienks (PvdA), Hermans (VVD), Hennekam (CDA), voorzitter, Lauxtermanr (VVD), Mateman (CDA), Niessen (PvdA), Van der Burg (CDA), Krajenbrink (COA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Hummel (PvdA), Wiebenga (VVD), ondervoorzitter. Van der Heijden (CDA), Franssen (VVD), Kohnstamm (D66), De Cloe (PvdA), Van den Berg (SGP), Wolffensperger (D66), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Koetje (CDA), Van Rijn Vellekoop (PvdA), Hageman (PvdA). Griffier: Nieuwenhuizen. Plv leden: Van Es (PSP), Frissen (CDA), Alders (PvdA), Te Veldhuis (VVD), Hermes (CDA), Dijkstal (VVD), Van Amelsvoort (CDA), Lilipaly (PvdA), De Kwaadsteniet (CDA), Borgman (CDA). De Visser (PvdA), Schaefer (PvdA), Korthals (VVD), TegelaarBoonacker (CDA), Lankhorst (PPR), Nypels (D66), Castricum (PvdA), Leerling (RPF), Engwirda (D66), De Hoop Scheffer (CDA), Schutte (GPV), Van Otterloo (PvdA), Buurmeijer (PvdA).
De heer Lauxtermann (V.V.D.) merkte op dat de notitie van de Minister van Binnenlandse Zaken een goed en helder stuk is maar dat hij niettemin nog vragen wilde stellen, zowel in kwantitatief als kwalitatief opzicht. In de notitie van de minister wordt in bijlage NB in procenten weergegeven hoe de afslanking voor de verschillende dienstonderdelen zal gaan verlopen. Het totaalcijfer ligt vijf procent hoger dan het streefcijfer van negen voor de gehele rijksdienst. Is die constatering juist of is er een verschil dat door de verwerking van part-time functies wordt veroorzaakt? Wat zal de formatiesterkte van het personeel van het ministerie op 1 januari 1988 zijn en wat de werkelijke sterkte? Er is sprake van een proportionele verdeling over het personeel van het ministerie en van het Rijkscomputercentrum. Wat is daar de reden van? In de notitie wordt onder het hoofdstuk «Taakstelling en kwaliteit» meegedeeld dat de doelstelling van de operatie is: «Verbeteren van het functioneren van het departement door vermindering van regelgeving en toezichthouder! op een meer zakelijk, flexibel en pragmatisch dienstverlenend optreden» en moet leiden tot kwaliteitsverhoging. De V.V.D.-fractie onderschrijft deze doelstelling. In de notitie is de doelstelling te lezen als een voornemen en de vraag is of de minister al in concreto kan aangeven hoe hij denkt een en ander te realiseren? In bijlage IIB is een financiële opbrengst geraamd. Als die wordt gedeeld door het aantal arbeidsplaatsen is de uitkomst f 65 800 per jaar. Klopt die rekensom? Als rekening wordt gehouden met eventuele deeltijdbanen lijkt vooral sprake te zijn van afslanking in de lagere regionen Zijn de 483 arbeidsplaatsen die worden genoemd gelijk aan het aantal arbeidsjaren? Hoe ziet de verdeling eruit over de verschillende salarisschalen van betrokken ambtenaren?
Tweede Kamer, vergaderjaar ,987-1988, 19 827, nr. 41
Een tweede vraag in dat verband is welk deel van het gemiddelde bedrag van f 65 800 betrekking heeft op werkelijke loonkosten en met welke salarisstijging tot 1990 voor ambtenaren in die tabel rekening is gehouden? Welk deel van de besparing is een gevolg van een eventuele bezuiniging op huisvestings- en apparaatskosten? Wordt voor het invullen van de operatie ook gebruik gemaakt van het niet-vervullen van openstaande vacatures? Zo ja, welk percentage is dat naar schatting? In samenhang daarmee vroeg deze woordvoerder wat in de afgelopen vier jaar het gemiddelde vacaturebestand is geweest. Het lid had vervolgens een tweetal opmerkingen over afzonderlijke dienstonderdelen. In de notitie wordt gesteld dat er bij de algemene leiding sprake zal zijn van afbouw van boven-formatieve adviestaken. Wat is daarvan het verwachte effect op de kwaliteit? In juli 1983 is kamerbreed een motie aanvaard waarin wordt aangegeven dat vooral niet bezuinigd moet worden op de civiele verdediging, maar dat integendeel versterking zal moeten plaatsvinden en rekening moet worden gehouden met een reële jaarlijkse groei. Het voornemen in de afslankingsnotitie staat daar tegenover. Kan de minister een duidelijke adstruering geven van de mededeling dat er geen onoverkomelijke consequenties zijn verbonden aan de taakstelling van de civiele verdediging? De heer Kohnstamm (D66) concludeerde dat de kwaliteitsverbetering en de daarachter schuilgaande beleidskeuzen niet uit de stukken zijn te achterhalen. De percentages van afslanking in relatie tot het beleid zijn onvoldoende duidelijk. De bedoeling van de gehele operatie is dat er alom een verbetering van de rijksdienst zal plaatsvinden, in het bijzonder met gebruikmaking van contractmanagement en van de zogenaamde grote operaties, zoals decentralisatie. Die operatie zal begeleid moeten worden. Dit leidt tot de vraag hoe die doelstelling te vertalen is in hetgeen bij het directoraatgeneraal Management en personeelsbeleid gebeurt. Met name de managementdiensten worden boven gemiddeld aangeslagen, terwijl juist zij die hele operatie zouden moeten begeleiden. Een tweede opmerking betreft de coördinerende rol van het ministerie op een aantal beleidsterreinen. Afdelingen zoals bij voorbeeld minderhedenbeleid, interbestuurlijke betrekkingen en informatievoorziening, de voormalige directie formatiezaken, die een belangrijk steunpunt moeten zijn bij de coördinerende taak, worden in het algemeen hoger aangeslagen dan andere. Moet daaruit worden afgeleid dat het beleid met betrekking tot de coördinerende rol van het ministerie zijn beste tijd heeft gehad? Hoe verhoudt zich dat tot de positieve reactie van de minister ten aanzien van de reorganisatie rijksdienst? Het was dit lid opgevallen dat bij de stafafdeling Constitutionele zaken en wetgevingsaangelegenheden slechts een klein percentage wordt gekort. Het is een betrekkelijk kleine afdeling maar de wetgevende functie zou voor een deel worden vervuld op directieniveau. Als nu deze stafafdeling zo relatief gering wordt gekort, betekent dat dan dat op het terrein van de decentrale aanpak van de wetgevende functie op directieniveau een beleidswijziging heeft plaatsgevonden? Dit lid miste het aspect van de gemeentelijke herindeling in de notitie. Sinds het regeerakkoord is sprake van een knelpuntenbenadering die, zo nam hij aan, een minder arbeidsintensieve benadering vergt. De voorgeschiedenis van de beheersproblematiek bij de politie is bekend. Uit het formatiedossier blijkt dat bij een inventarisatie van de problemen van de rijksdiensten in het algemeen de beheersfuncties op Binnenlandse Zaken en Justitie ten aanzien van de politie als uiterst problematisch wordt ervaren. In hoeverre kan een zodanige combinatie
Tweede Kamer, veraaderjaar 1987-1988, 19 827, nr. 41
2
van werkzaamheden van beide departementen worden bereikt dat een aanzienlijke besparing in formatieplaatsen en verbeteringen kunnen plaatsvinden? Uit de stukken is niet duidelijk geworden in hoeverre de aangegeven reductie van formatieplaatsen in de praktijk ook realiseerbaar is. In hoeverre zijn bestaande vacatures bij de operatie betrokken? In de notitie is sprake van afgeslankte plaatsen die nu nog daadwerkelijk bezet zijn. Kan het zo zijn dat de post materieel, waaronder de uitzendkrachten vallen, ten gevolge hiervan exponentieel gaat groeien? Hoe kan de Kamer aan de stukken de zekerheid ontlenen dat de planning ook wordt gerealiseerd? Het lid vond de becijfering van de financiële opbrengst uiterst kwestieus. Er zal 30,3 min. worden bespaard op een afslanking van 393 plaatsen plus 63,5 min. voor het flankerend beleid. Gemiddeld genomen is dus uitgegaan van hetgeen in de plannen van 30 december is aangegeven, namelijk een besparing van f 6 5 000 per arbeidsplaats. Uit de stukken blijkt dat op bepaalde onderdelen dat gemiddelde zeker niet zal kunnen worden gehaald en de trap wordt misschien niet helemaal van boven schoon geveegd. De minister heeft dat in zijn aanbiedingsbrief ook nadrukkelijk naar voren gebracht. Dat betekent dat de kans heel groot is dat afgezien van de kwaliteitsverbetering, ook de financiële opbrengst niet gehaald wordt. Dat klemt temeer omdat ter dekking van het flankerend beleid in het totaaloverzicht een bedrag is opgenomen, waarvan de opbrengst heel onzeker is. De verdeling over hogere, middelbare en lagere ambtenaren zou hij graag in percentages zien afgezet tegen de huidige opbouw van het ambtenarenbestand van Binnenlanse Zaken, om te kunnen beoordelen of er sprake zou kunnen zijn van een gemiddelde opbrengst van f 6 5 000 en of de trap inderdaad van bovenaf wordt schoongeveegd. De heer Frissen (C.D.A.) zei in het algemeen met instemming kennis genomen te hebben van de rapportage van de minister. Naar zijn oordeel bestaat er voldoende samenhang in de afslankingsvoorstellen per beleidssector. De financiële taakstelling van 31,8 min. wordt gehaald en de continuïteit gewaarborgd. Denkt de minister dat dit bedrag binnen de daarvoor gestelde termijn kan worden gehaald? De heroverweging in het kader van de operatie «Biza verzet de bakens» heeft in feite de prioriteiten bepaald ten aanzien van taken en functies binnen de afslankingsoperaties. Is deze operatie op alle onderdelen leidraad geweest voor de afslankingsoperatie? De verhoging van de kwaliteit van het management was naar het oordeel van dit lid niet voldoende naar voren gekomen. Hoe denkt de minister dit op termijn te realiseren? Welke reële mogelijkheden liggen bij het ministerie om vorm en inhoud te geven aan het contractmanagement? Van belang is dat de geautomatiseerde administraties, die nu door de directies, personeelszaken en financieel-economische zaken worden gevoerd daarvoor geschikt worden gemaakt. Hoe gaat de minister deze zaak in de eerstkomende maanden aanpakken nu hij ervoor kiest FEZ te gaan versterken? Het lid zou graag van de minister nadere informatie ontvangen met betrekking tot de specifieke noodzaak de financiële afdelingen te gaan versterken. Aanleiding tot de reorganisatie bij FEZ was de aanbeveling daartoe van de centrale en interne accoutantsdienst, de Algemene Rekenkamer en het Ministerie van Financiën. Op basis van de uitgebrachte rapporten heeft de Minister van Financiën toestemming gegeven vijf extra mensen in te zetten. De C.D.A.-fractie kan zich voorstellen dat in het kader van de heroverweging van het produkten- en dienstenpakket, meer dan in het verleden een beroep wordt gedaan op externe accoutants. Hoe kijkt de minister daar tegen aan?
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 19 827, nr. 41
3
Hoe werkt de zelfbeheersconstructie voor het directoraat-generaal Openbaar bestuur? Waar liggen de fricties met betrekking tot zelfbeheer en contractmanagement? Kan de minister mondeling hetzij schriftelijk aangeven welk tijdpad wordt doorlopen na de gefaseerde invoering van zelfbeheer bij de verschillende directoraten-generaal en de directies? Een van de belangrijkste oorzaken van de problematiek bij de FEZ-afdeling was de taakvervulling. Wat heeft de minister daaruit geleerd in relatie met de zelfbeheersconstructies op andere afdelingen? Een ander belangrijk probleem betrof een te lage waardering van functieniveaus. Welke conclusies zijn uit deze problematiek te trekken? Met de bijzondere commissie is overeengekomen dat in 1987 en 1988 geen gedwongen ontslagen zullen vallen. Is formeel overleg over 1989 en volgende jaren reeds aan de orde? Wat zijn de resultaten tot nu toe? In de voorstellen is blijkbaar geen rekening gehouden met de Binnenlandse veiligheidsdienst. Het gaat bij deze dienst om een additionele taakstelling van 6 min. Wanneer wordt over de invulling van die taakstelling op het ministerie een beslissing genomen? De taakstelling voor de hoofdafdeling Documentatie en bibliotheek bedraagt 21%. De acceptatie van de effecten hiervan zouden nader worden getoetst aan de hand van een klantenonderzoek. Is dat ondezoek reeds gestart? Welke maatregelen worden genomen indien de taakstelling moet worden bijgesteld? De dienst Ziektekostenverzekering overheidspersoneel te Emmen wordt afgeslankt met 13,7%. Het voornemen bestaat een onderzoek te starten naar de toekomst van deze dienst in relatie tot de regelgeving op het gebied van de ziektekostenverzekering. Op basis van dat onderzoek zou gekozen kunnen worden voor zelfbestuur of verzelfstandiging. Wat zijn daarvan de consequenties voor de dienst? Het flankerend beleid is van groot belang. De toelichting in bijlage I bij de geraamde kosten is niet helemaal duidelijk. Welke kosten zijn het gevolg van de verminderde instroom? Hoe komst de minister aan het bedrag van 4,5 min.? Er is onvoldoende inzicht dat de nadruk van de operatie ligt op afslanking bij hogere functies in casu de intermediaire functies. Kan de minister daar een toelichting op geven? Hoe kijkt de minister tegen de nieuwe ontwikkeling van automatiseringsprocessen aan? Het antwoord van de Minister van Binnenlandse Zaken De minister schetste het totale kader waarbinnen de afslanking bij zijn ministerie zich voltrekt. Nadat het kabinet in december 1986 de taakstelling heeft vastgesteld is gekozen voor een sterke decentrale aanpak van de afslanking. Allereerst is aan alle departementsonderdelen gevraagd voorstellen te ontwikkelen voor een afslanking van 15 tot 25%. Die voorstellen hebben geleid tot een afslankingsplan waarin een totale afslanking van 483 arbeidsplaatsten mogelijk wordt geacht en daarmee een financiële taakstelling van 32 min. Daarbij stond een aantal uitgangspunten centraal: zo min mogelijk gedwongen ontslagen, goed overleg met het personeel, verbetering van de kwaliteit en efficiency en handhaving van het beleid. Een belangrijk uitgangspunt is te komen tot een afslanking waarbij tevens de kwaliteit wordt verbeterd. Daarom is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de ideeën die op dat punt reeds bestonden. Bij Binnenlandse Zaken waren al een aantal acties in gang gezet, zoals de herinrichting van het personeelsbeleid en de decentralisatie van het minderhedenbeleid, die, hoewel ze daar niet primair op waren gericht, een basis voor de afslanking konden vormen. De kwaliteitsverbeterende operatie «Biza verzet de bakens» wordt geïntegreerd bij de afslanking en er zal worden aangehaakt bij de invoering van zelfbeheer en contractmanagement.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 19 827, nr. 41
4
Sinds 1985 beschikt het ministerie over een specifiek stimuleringsprogramma voor automatisering van de informatievoorziening. De kantoorautomatisering is ver gevorderd en bij het verbeteren van de financieeleconomische functie en de ondersteuning van de beleidsprocessen speelt automatisering een belangrijke rol. Aan de bijzondere commissie is de toezegging gedaan dat in 1987 en 1988 geen gedwongen ontslagen zullen vallen. Voor 1989 en 1990 geldt nog een inspanningsverplichting. Over de concrete invulling zullen te zijner tijd nadere afspraken moeten worden gemaakt. De adviezen van de dienstcommissie hebben meegewogen bij de uiteindelijke keuze van de afslankingsvoorstellen. Er is enkele malen overleg gepleegd, het afslankingsplan is voor kennisgeving aangenomen en het sociaal plan gefiatteerd. Het invullen van de taakstelling voor 1989 en 1990 zal decentraal en in goed overleg met het personeel plaatsvinden. De gewenste kwaliteitsverbetering zal in een aantal sectoren niet worden bereikt door afslanking. Om tot een versterking van de financiële positie te komen is de financiële sector van de stafdiensten ontzien. Een en ander is toegelicht in de stukken ter voorbereiding van het feitenonderzoek. Omdat Binnenlandse Zaken bij uitstek een wetgevingsdepartement is, blijven de stafafdeling Constitutionele zaken en wetgevingsaangelegenheden en de directoraten-generaal op sterkte. Kwaliteitsverbetering zal hier met name worden gevonden in een betere aansluiting van wetgeving en beleidsproces. Tussen de directoraten-generaal is licht gedifferentieerd: openbaar bestuur en management" en personeelsbeleid slanken met 16 tot 18% af, openbare orde en veiligheid daarentegen met ruim 2 1 % . De politie als zodanig heeft slechts een zeer bescheiden afslankingstaakstelling en efficiencykorting van 1 % in 1987 en 1 /3% per jaar over 1988, 1989 en 1990 opgelegd gekregen. Een duidelijk voorbeeld dat de top wordt aangepakt en het veld om reden van beleidsprioriteiten wordt ontzien. Verder zullen ook de buitendiensten, met name in de zwakkere regio's worden ontzien, dat betekent bij voorbeeld dat de Centrale Archief Selectiedienst en de dienst Zietekostenvoorziening minder dan evenredig zullen worden betrokken bij de afslanking met respectievelijk 15 en 13,5%. Op het terrein van de kwaliteitsverbetering is de organisatiestructuur reeds aangepakt door de operatie «Biza verzet de bakens». De hoofstructuur van het departement is kortgeleden gewijzigd door het instellen van twee nieuwe directoraten-generaal waar nu structuuraanpassing plaatsvindt ten einde de effectiviteit van het het beleid te vergroten. De organisatieaanpassing moet ertoe leiden dat krachten kunnen worden gebundeld en een grotere samenhang binnen het departement ontstaat. Door zelfbeheer kunnen efficiency en kwaliteit worden verbeterd. Bij de Rijksbedrijfsgezondheids- en veiligheidsdienst is op dit moment een proeftuin zelfbeheer. Bij het directoraat-generaal Openbaar bestuur en de directie Brandweer zal per 1 januari 1988 een beperkte vorm van zelfbeheer worden ingevoerd. Als de resultaten van deze ontwikkelingen bevredigend zijn zal in het begin van de jaren negentig zelfbeheer over een veel bredere linie worden uitgevoerd. Voor de beheersing van bestuursprocessen, financiële processen in het bijzonder, is een versterking van de financieel-economische functie essentieel. Daar wordt zodanig aan gewerkt dat op betrekkelijk redelijke termijn resultaten zijn te verwachten. In 1988 zal worden gestart met een management development programma, daar zit een sleutel voor kwaliteitsverbetering in de toekomst. Het beloningsbeleid moet zodanig worden vormgegeven dat mensen die goede prestaties verrichten beter kunnen worden beloond dan op
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 19 827, nr. 41
5
grond van de huidige mogelijkheden. Dat geldt niet alleen voor Binnenlandse Zaken, maar voor de gehele rijksdienst. Ook het uitwisselen van ambtenaren met lagere overheden en de Raad van State draagt bij aan de kwaliteitsverbetering. Automatisering van de informatievoorziening en de kantoorautomatisering zullen een belangrijke bijdrage leveren aan verbetering van de kwaliteit en de efficiency. De begrotingssterkte per 1 januari 1987 bedraagt 3279,5; per 1 januari 1988 3137,5; per 1 januari 1989 3003,5 en per 1 januari 1990 2868,5. De werkelijke bezetting per 31 december 1986 was 3185, en per 30 juni 1987 3090. Dat levert een gemiddeld bedrag van f 65 800 per arbeidsplaats op. Dat ligt iets hoger dan de gemiddelde som voor de totale rijksdienst en is alleen opgebouwd uit primair loon en sociale lasten. De correctie voor 7,5% loonstijging is daarin inbegrepen. Besparing op huisvestings- en apparaatskosten worden aangewend voor de financiering van het flankerend beleid en zijn dus niet in het totaalbedrag van de financiële taakstelling opgenomen. De minister zal zorgdragen voor een evenwichtige wijze van afslanking op alle niveaus ook al is dat soms niet volstrekt proportioneel te doen. Een goede beheersing van kwaliteitsaspecten bij afslanking vraagt om een vrij sterke managementsstaf die de processen kan beheersen. Ook andere prioriteiten kunnen dwingen dat bepaalde staffuncties in hoge mate in stand worden gehouden. In cijfers: ten opzichte van de thans aanwezige functies bij de aangeslagen onderdelen wordt er bij het hoge personeel circa 12,5% afgeslankt, bij het middelbaar personeel 17% en bij het lagere personeel 16,5%. De vraag hoe zich dit verhoudt tot het totaal van circa 3000 ambtenaren bij Binnenlandse Zaken zei de minister schriftelijk te zullen beantwoorden. Bij de afslanking zal gebruik worden gemaakt van bestaande vacatures, omdat het helpt gedwongen ontslagen te voorkomen. De vacatureruimte op drie verschillende peildata: op 30 juni 1986: 282,5 plaatsen; op 31 december 1986: 175 en op 30 juni 1987: 214 plaatsen. Reeds gedurende meerdere jaren voert het ministerie een stringent beleid voor wat betreft het inhuren van externe krachten. Op 30 juni van dit jaar bedroeg hun aantal, exclusief de computercentra, 29 waarvan 21 uitzendkrachten. De afslanking van de algemene leiding zal met name worden gerealiseerd door de opheffing van het beleidsbureau ABP, onder meer als gevolg van de afronding van het wetsvoorstel nieuwe structuur ABP. De afslanking bij de staf Civiele Verdediging vindt met name plaats door reeds gerealiseerde vacatures, vermindering van detailbemoeienis en efficiency verbetering. Het zal geen consequenties hebben voor de taakuitoefening. Op de vraag naar zijn coördinerende rol op het gebied van management en personeel en bij het minderhedenbeleid antwoordde de minister dat juist op dit beleidsterrein minder en beter hand in hand gaan. Het uitgangspunt is af te stappen van detailbemoeienis en over te gaan tot coördinatie op hoofdlijnen. Dit zal leiden tot minder regelgeving en dat zal vermindering van het aantal arbeidsplaatsen tot gevolg hebben. De afslanking van het directoraat-generaal Management en personeelsbeleid hangt samen met de privatisering van het Rijksopleidingsinstituut, die nu in studie is. Zowel bij de stafafdeling Constitutionele zaken en wetgeving als bij de directoraten-generaal is de taaklast niet constant en ook niet altijd gelijk verdeeld, maar waar mogelijk blijft het personeel op sterkte om de wetgevende taak naar behoren te kunnen uitvoeren. In het regeerakkoord is overeengekomen niet tot integratie van het beheer over de politie bij Justitie en Binnenlandse Zaken over te gaan. Wel worden op een aantal vitale punten stappen ondernomen zoals bij voorbeeld het project integratie samenwerking rijks- en gemeentepolitie.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 19 827, nr. 41
6
De besparing op personeelsgevoelige apparaatskosten die niet primair bestaan uit huisvestingskosten, zal een gevolg zijn van de omvangrijke vermindering van het personeel. Bij de afdeling Documentatie en bibliotheek is een klantenonderzoek gehouden. De resultaten zullen binnenkort beschikbaar zijn en op basis daarvan zullen voorstellen worden voorbereid voor invulling van de afslanking. Over die voorstellen zal overleg met het personeel worden gevoerd. Het onderzoek met betrekking tot DZVO betreft vereenvoudiging van de regelgeving, niet de afschaffing ervan. De versterking van FEZ met tweemaal vijf plaatsen wordt gevonden door reallocatie binnen het departement. Zij zijn inbegrepen in de 483 af te slanken arbeidsplaatsen. Discussie in t w e e d e termijn De heer Lauxtermann vroeg de minister om nominale cijfers naar aanleiding van diens opmerking dat bij de politie de top zal worden aangepakt. De heer Frissen zou graag vernemen in hoeverre het ITW te Winschoten moet inleveren ten opzichte van de andere gedecentraliseerde onderdelen. De heer Hummel (P.v.d.A.) verzocht de minister de commissie schriftelijk te informeren over de wijze waarop de afslankingsvoorstellen tot stand zijn gekomen, gespecificeerd naar de salarissschaal van de BBRA. Kan de minister voorts de commissie op korte termijn informeren over de gevolgen van de afslanking ter zake van de spreiding, bij voorbeeld voor de regio Den Haag? De heer Kohnstamm vroeg of de concretisering van de afslankingsplannen voor 1988 in de begrotingstoelichting wordt opgenomen, dan wel afzonderlijk aan de Kamer zal worden toegezonden. Hij concludeerde dat bij de algemene leiding vrijwel alleen is afgeslankt door opheffing van het beleidsbureau ABP. De heer Hennekam (C.D.A.) stelde nog de vraag of bij de vaststelling van de afslanking is uitgegaan van de begrotingssterkte of van de werkelijke sterkte. De Minister zegde toe nadere informatie over de opbouw van de taakstelling en de verdeling over de salarisschalen aan de commissie te zullen toesturen. Het ITW wordt bij de afslanking doelbewust ontzien. Bij het in gang zetten van de afslankingsoperatie is afgesproken dat regionale aspecten goed in het oog worden gehouden. Onevenwichtightden zullen zo vroeg mogelijk worden gesignaleerd. Cijfermatige gegevens zal de commissie nog ontvangen. Niet alleen door opheffing van het beleidsbureau ABP wordt afgeslankt bij de algemene leiding, door opheffing van het bureau Wetenschappelijk onderzoek en integratie bij een bureau Secretaris-generaal wordt één plaats afgeslankt, bij BBA drie plaatsen en één plaats bij de overige diensten, totaal circa 18%.
De berekening van het aantal plaatsen dat moet worden afgeslankt gebeurt op basis van de begrotingssterkte. De voorzitter der commissie, Hennekam De griffier voor dit verslag, Roovers
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 19 827, nr. 41
7