Twee Avonturen van Tarzan Naar de ” Tarzan„ filmen ------------Productie Sol Lesser-----------verdeeld door R. K. 0. Radio Filmen B.N.V.
CHOCOLADE
«CO|OP» S. G. C. MICHEROUX
Tarzan en de Jageres TARZAN, Jane en Boy maken zich klaar om naar Touranga te vertrekken. Touranga is de Hoofdstad van Koning Farrod's Rijk dat naast het gebied van Tarzan is gelegen. Het is de verjaardag van de Koning en Tarzan en de zijnen wensen hem enige geschenken aan te bieden om deze goede en rechtvaardige Koning hun sympathie te betuigen. Tarzan heeft een grote drinkbeker in massief goud gesmeed. Jane heeft een prachtig tapijt geweven en Boy heeft zelf een hengelroede gemaakt die zo sterk is als staal en zo buigzaam als riet. Ze laden hun geschenken en de nodige mondvoorraad op een vlot en vertrekken. Cheeta, hun onafscheidbare apin is eveneens van de partij. Met een lange staak stoten Tarzan en Boy hun vlot vooruit en weldra bereiken ze een flinke snelheid. Tarzan die ziet dat Jane dromend voor zich uit zit te staren vraagt haar waaraan ze denkt: ― Ik dacht zo aan de gelukkige jaren die we samen in de jungle hebben doorgebracht, antwoordt Jane. Boy komt ook in het gesprek tussen en vraagt: ― Hebt ge U nooit alleen gevoeld, Tarzan, voor de komst van Jane? En Tarzan antwoordt schertsend:
― Nooit, Boy! Ik tel zoveel vrienden onder de dieren van de wildernis en het was er ook heel wat rustiger voor de komst van Jane. Jane is daardoor erg geprikkeld en stormt op Tarzan af, de hulp van Boy inroepend. ― Boy is niet groot genoeg voor Tarzan, zegt deze lachend en met zijn voet duwt hij hem in het water. Maar Cheeta heeft zich van een lange stok meester gemaakt en met een goed geplaatste stoot zendt ze Tarzan eveneens in het nat. Jane schatert het uit: ― Tarzan is niet te groot voor Cheeta. Na dit onverwacht bad hijsen Tarzan en Boy zich lachend weerom op het vlot. Nauwelijks hebben ze hun weg voortgezet of ze horen het geronk van een vliegtuig dat ze weldra de rivier zien overvliegen. ― Ik vraag me af waar het heenvliegt, zegt Jane; En Tarzan die niet erg op de komst van vreemden in zijn gebied gesteld is, antwoordt: ― Ik hoop dat het maar ver wegvliegt.
Het vliegtuig brengt Tanya Rawlins, een jageres en Marley, een grootwildjager naar Touranga. Ze hebben het inzicht wilde dieren te vangen om die dan aan cirkussen en dierentuinen te verkopen. Wanneer ze uit het vliegtuig stijgen worden ze opgewacht door Weir en Smithers die reeds vroeger aangekomen waren om de expeditie voor te bereiden. Zij hebben reeds de tenten opgeslagen en inlandse dragers en drijvers aangeworven. Weir heeft hun echter weinig goed nieuws mede te delen. Inderdaad, Koning Farrod die over het grondgebied heerst, geeft slechts toelating om twee dieren van ieder soort te vangen, terwijl ze dachten er zoveel te kunnen vangen als ze wilden. Marley en Tanya die verkopen hebben afgesloten voor een heel wat groter aantal dieren, zijn niet heel tevreden en besluiten de Koning te gaan opzoeken om te trachten hem op zijn beslissing te doen terugkeren. Wanneer ze op het plein van Touranga aankomen, zien ze er de Koning op een grote weegschaal zitten. Volgens een oude gewoonte komen de rijke onderdanen de Koning op zijn verjaardag zoveel goud aanbieden als hij zelf weegt. Dat goud word dan aan de armen en behoeftigen uitgedeeld. Na de plechtigheid nodigt Koning Farrod, de jagers aan zijn tafel. Ook Tarzan en de zijnen, die ondertussen te Touranga zijn aangekomen en hun geschenken hebben aangeboden worden verzocht aan de tafel van de Koning plaats te nemen.
Tanya en Marley stellen aan de Koning voor een som in de schatkist te storten voor al de dieren die ze gedurende hun expeditie zouden kunnen vangen. Maar de Koning wijst hun aanbod van de hand zeggende: ― Ik stel uw edelmoedigheid zeer op prijs, maar indien ik U mijn toelating geef dan moet ik ook aan de andere expedities dit voorrecht verlenen en weldra zou de jungle zonder dieren zijn. Ik geef U de toelating om van ieder soort twee dieren te vangen, een mannetje en een wijfje. Mijn mannen zullen U helpen en er op letten dat ge de mooiste exemplaren hebt. Wanneer de feestelijkheden geëindigd zijn, nemen Tarzan, Jane, Boy en Cheeta van de koning afscheid en keren op hun vlot naar hun woning in de wildernis terug. De jagers zijn met het antwoord van de Koning niet tevreden en Weir gaat met de prins Ozira, een neef van de Koning een gesprek aan. Ozira staat gekend als een valse en eerzuchtige kerel. Ozira heeft zijn eigen mannen en die zullen de jagers helpen om zoveel dieren te nemen als ze wensen. Voor ieder dier zullen ze hem een commissieloon betalen. De volgende morgen, zetten de jagers zich op weg. Koning Farrod heeft zijn mannen ter hunner beschikking gesteld en heeft er aan gehouden om zelf de jagers te vergezellen. Zijn zoon Suli en Ozira maken insgelijks deel uit van het geleide. De drijvers ontplooien zich in een halve cirkel en jagen alle soorten wild voor zich uit. De dieren worden spoedig in de netten van de jagers gevangen.
Op zeker ogenblik geeft Ozira een signaal. Het is daarop dat Monak, de verkleefde handlanger van Ozira wachtte om zijn slag te slaan. Met enkelen van zijn mannen roept hij plots: Leeuw, leeuw! De inboorlingen worden door angst aangegrepen en lopen in wanorde weg, terwijl ze vuurschoten lossen om het roofdier schrik aan te jagen. Monak maakt van de algemene verwarring gebruik om op de Koning te mikken. Hij schiet en Koning Farrod zinkt dodelijk getroffen neer. Zijn zoon Suli werpt zich op hem: — Vader! Vader! roept hij, maar de dood heeft haar werk al verricht. Suli richt zich op en zegt: — Er waren geen leeuwen! Daar zijn de moordenaars! en hij toont twee mannen die in de verte een heuvel beklimmen. Het zijn Monak en een andere inboorling die na hun misdaad uitgevoerd te hebben haastig wegvluchten. Razend van woede zet de jonge Suli de achtervolging in. Maar de schurken zijn verdwenen. Ze hebben zich op de loer gelegd dicht bij een over de rivier hellende rots, en wanneer Suli verschijnt duwt Monak hem in de afgrond. In zijn val gelukt Suli er in een tak van een boom vast te grijpen en zo slaagt hij er in de vaste grond te bereiken. De schok verdooft hem.
Kort daarop, komen Ozira en de jagers eveneens op de rots. In het water, dat wemelt van krokodillen, bemerken ze een schoen die Suli in zijn val verloren heeft. Ze zijn er van overtuigd dat de jonge prins in het water gevallen is en door de krokodillen verslonden werd. Ondertussen, heeft Boy zich ook op jacht begeven. Gedurende de feestelijkheden te Touranga, heeft hij met Smithers kennis gemaakt en deze heeft hem een mekanische zaklamp getoond, en hij is dol op dat ding. Wat zou hij allemaal niet doen om het te hebben! Op de terugreis heef hij twee jonge leeuwtjes gezien en hij is er van overtuigd dat indien hij ze kan vangen, Smithers ze wel voor de zaklamp zal willen ruilen. Hij gelukt er in de leeuwenjongen te vangen en Smithers die in het kamp gebleven was stemt er in toe om te ruilen. Teruggekomen in de woning van Tarzan, verbergt Boy zijn nieuw bezit in zijn slaapstede. Cheeta, nieuwsgierig zoals altijd, heeft hem door het venster afgespied. Nauwelijks heeft Boy zijn rug gekeerd of Cheeta komt de lamp wegnemen en verdwijnt er mee in de bomen. Wanneer de duisternis gevallen is, wordt de blik van Jane door een licht aangetrokken dat tussen de bomen dwaalt: het is Cheeta die zich met haar nieuw speeltuig aan het vermaken is. Op het geroep van Tarzan, komt ze binnen en geeft hem de lamp af. Boy moet nu wel zijn weinig eerlijke handeling bekennen. Tarzan beslist de lamp onmiddelijk aan Smithers terug te geven en de twee leeuwenjongen te gaan verlossen. Wanneer hij in het kamp aankomt, ziet hij een aantal kooien van verschillende grootte maar er zijn er veel meer dan nodig om enkel twee dieren van ieder soort op te sluiten.
Zo verneemt hij dat de jagers met Ozira een akkoord gesloten hebben om zoveel dieren te vangen als ze maar kunnen. Een woordenwisseling ontstaat tussen Tarzan en Weir. Deze laatste eindigt de twist als volgt: ― Neem uw leeuwenjongen mee naar de overkant van de rivier en blijf dan daar! ― Dat doe ik, zegt Tarzan. Ik langs mijn kant en de jagers langs de hunne. Daarop vertrekt hij en brengt de leeuwtjes terug bij hun moeder. Plots horen de jagers een helderklinkend geroep. Het is de kreet van Tarzan die op die manier de dieren van de wildernis tot zich roept. Door deze kreet aangetrokken, begeven de jagers zich naar de boord van de rivier. Daar zien ze iets ongewoons gebeuren: gevolg gevend aan de roep van Tarzan, steekt het ene dier na het andere de rivier over: olifanten, nijlpaarden, antilopen, neushoorns, gazellen, apen, vogels, allen verlaten het jachtgebied en trekken in het domein van Tarzan. Daar er zich geen enkel dier meer langs hun kant van de rivier bevindt, besluiten de jagers ondanks het verbod van Tarzan, in zijn gebied binnen te dringen om daar hun jacht voor te zetten. Bij zonsopgang breken ze hun kamp op en met pak en zak steken ze de rivier over op de vlotten die de inboorlingen haastig hebben samengetimmerd. Op de andere oever slaan ze dan hun kamp op.
― Indien Tarzan zich nog met onze zaken wil bemoeien, zullen we ons eens met hem bezig houden, zegt Weir. Zonder nog langer te dralen, zetten ze zich aan het werk en beginnen putten en kuilen te graven, valstrikken en netten te spannen en kooien te maken. Daar al de dieren naar deze kant van de waterloop zijn uitgeweken wordt hun werk sterk vergemakkelijkt en de kooien vullen zich in snel tempo. Tarzan, Jane en Boy die niets vermoeden slijten verder een heerlijk en rustig leven. Tevreden en zonder zorgen doen ze hun dagelijks werk of vermaken zich in het helder water. Boy speelt of maakt ruzie met Cheeta. Nu heeft deze het vliegtuig dat Boy vervaardigd had gebroken en hij zendt haar weg om bamboestokken te zoeken om het te herstellen. Op haar wandeling door de jungle komt Cheeta aan het kamp der jagers en ziet dat ze apen hebben gevangen. Ze sluipt tussen de kooien die ze spoedig allemaal opent en weet zo haar broeders te bevrijden. Maar Weir heeft haar bemerkt. Hij gelukt er in haar te vangen en Cheeta wordt op haar beurt opgesloten. Maar gedurende de nacht, schommelt Cheeta, die meer dan een streek in haar mars heeft, haar kooi heen en weer en kan ze tenslotte omverwerpen. Door de schok springt het spietje los dat de deur gesloten hield. Cheeta trekt het gans weg, opent de deur en vlucht in de bomen. Zonder de talmen, snelt ze naar Tarzan en laat hem verstaan dat de jagers de rivier hebben overgestoken en zich thans in zijn gebied bevinden. Dat kan Tarzan niet toelaten en vergezeld van Boy en Cheeta begeeft hij zich naar het kamp.
Geruisloos, naderen ze de wachten en spoedig hebben ze de ene na de andere in de onmogelijkheid gesteld het alarm te geven. Cheeta heeft er een buiten gevecht gesteld door hem van uit een boom een kokosnoot op het hoofd te werpen. Tarzan en zijn twee helpers dringen in de volledigste stilte het slapende kamp binnen en nemen al de wapens weg: geweren, karabijnen, revolvers, en ammunitie. Ze gaan hun buit in een grot die achter een waterval verscholen ligt verbergen. Wanneer ze bij het terugkeren weerom door het kamp trekken, werpt Tarzan een patroontas gevuld met patronen in het kampvuur. De tas neemt vuur en de warmte doet de patronen ontploffen. Door deze ontploffingen die de schijn geven geweerschoten te zijn, schrikken de jagers en de inboorlingen wakker en denkende dat het kamp aangevallen wordt, willen ze naar hun wapens grijpen. Ziende dat deze verdwenen zijn, worden de inboorlingen door paniek gegrepen en Weir en Marley hebben alle moeite om de orde te herstellen. Zonder wapens kunnen ze niet langer in de jungle blijven en Weir zendt twee inboorlingen naar Touranga om Ozira te vragen hun geweren te brengen. Nauwelijks hebben ze het kamp verlaten of één van hen wordt door een leeuw aangevallen en verslonden. De andere kan aan het gevaar van de wildernis ontsnappen en komt met zijn boodschap bij Ozira. Ondertussen doen Tarzan en Boy de ronde van de valstrikken die door de jagers gespannen werden en verlossen al de dieren die er in gevangen zitten.
Plots horen ze een woedend gegrom en een schreeuw van een vrouw. Het is Tanya die het kamp verlaten heeft en op het punt staat door een luipaard aangevallen te worden. Tarzan komt nog juist op tijd om te verhinderen dat ze door het roofdier verscheurd wordt, en hij geleidt haar naar het kamp terug. Tanya dringt bij Tarzan aan om hun wapens terug te krijgen. Zonder wapens kunnen ze niets uitrichten en worden ze steeds door de wilde dieren bedreigd. Tarzan wil daar echter niet van horen maar hij belooft haar de jagers heelhuids naar Touranga te leiden, zohaast hij alle gevangen dieren zal verlost hebben. Cheeta dwaalt rond in de wildernis; ze komt in de grot waar Tarzan de wapens heeft weggeborgen en neemt er een revolver op. Ze begeeft zich naar het kamp en legt aan Tanya uit dat ze het wapen wil ruilen tegen een poederdoos die ze al eens had weggekaapt, maar die haar weerom afgenomen werd. Tanya wenst echter meer dan één revolver en Cheeta moet haar de plaats tonen waar ze het wapen gevonden heeft. Cheeta geleidt de jagers naar de grot en zo komen ze weerom in het bezit van hun wapens. Doch Tanya geeft Cheeta de beloofde poederdoos niet en zo krijgt deze niets voor haar moeite. Ondertussen zetten Tarzan en Boy hun tocht voort en verlossen de dieren die in de valstrikken gevangen zitten Op zeker ogenblik ziet Tarzan een grote slang, een python, die dreigend naar een prooi sluipt die zich in een kuil bevindt. De prooi is niemand anders dan de jonge prins Suli die, ronddwalend in de jungle, in een door de jagers gegraven valkuil is terechtgekomen. Tarzan kan hem uit zijn hachelijke toestand
helpen. Hij zal Suli onder zijn bescherming nemen en hem naar Touranga terugbrengen. Daar zal hij aan het volk de waarheid zeggen en de valsheid van Ozira bekend maken. Tarzan en Suli, op hun weg naar Touranga, ontmoeten Monak en enkele inboorlingen. Deze openen het vuur, nochtans zonder hen te treffen. Tarzan en Suli weten te ontkomen en verbergen zich in een boom. Met zijn jachtmes snijdt Tarzan een tak af en maakt er een scherpe lans van. De inboorlingen hebben zich verspreid om de vluchtelingen terug op te sporen en zo zet Tarzan ze, de een na de andere, buiten gevecht. Inmiddels is de inboorling die de jagers naar Touranga gezonden hadden om hulp te vragen, ter bestemming aangekomen. Aan het hoofd van zijn mannen trekt Ozira door de wildernis om de jagers de gevraagde wapens te bezorgen. Tarzan en Suli die hun weg naar Touranga voortzetten zien ze in de verte opdagen. Ze zijn te talrijk om alleen aan te vallen en eens te meer zal Tarzan de hulp van zijn grote vrinden, de olifanten, inroepen. En zijn gekende kreet galmt door de jungle. Bij het horen van de oproep van hun meester zet de kudde zich in beweging, alles wegruimend en verpletterend wat op hun doortocht voorkomt. Ozira en de inboorlingen vluchten ontzet weg, maar ze worden door de zware dikhuiden ingehaald en ongenadig vertrappeld. De olifanten zetten onweerstaanbaar hun opmarsch voort en komen aan het kamp. Ze werpen de tenten, kooien en mannen omver en vermorzelen alles. Marley wordt een der eersten vertrappeld. Weir komt onder het vluchten in een valkuil terecht en wordt door een leeuw die er gevangen zat verscheurd. Enkel Tanya en Smithers slagen er in de open ruimte in het bos te
bereiken waar ze vlug in hun vliegtuig stijgen. Cheeta die steeds op loer ligt om de poederdoos te bemachtigen heeft hen gevolgd door van tot boom te springen. Door een open luikje wipt ze in het vliegtuig en grijpt de tas van Tanya. Maar het vliegtuig stijgt op met Cheeta aan boord. Tanya voor wie het wrede avontuur in de jungle een heilzame les is geweest geeft aan Smithers bevel om boven de woning van Tarzan te cirkelen. Daar laat ze Cheeta vrij: ze bindt haar een valscherm aan en doet haar uit het vliegtuig springen. De dood van Ozira en zijn trawanten heeft voor Suli weerom de weg naar Touranga geopend. Hij zal er in goedheid en rechtvaardigheid over zijn volk heersen, naar het voorbeeld van zijn betreurde vader, Koning Farrod.
CHOCOLADE «CO|OP» S.G.C.MICHEROUX