Aanbevelingen voor gemeenten, GGD’en en thuiszorgorganisaties
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Tussen wil en wet ligt… De weg naar integrale jeugdgezondheidszorg
TASK FORCE
jgz
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Eindrapportage Task Force Jeugdgezondheidszorg November 2005
Inhoud De knip is eruit!
2
1.
Integrale jeugdgezondheidszorg: wat een verandering!
3
2.
Regisseren en geregisseerd worden: hoe doet u dat?
9
3.
Succesvol samenwerken in de integrale JGZ
4.
Van beleid naar uitvoering: belemmeringen op macro- en microniveau 23
16
5.
Samenvatting en aanbevelingen
29
Bijlage: Voorbeeld competentieprofiel voor een projectleider
31
Taskforce JGZ
32
Integraal “We werken momenteel aan integrale jeugdgezondheidszorg. Maar wat verstaan we onder integraal? Als ik de startnotities en beleidsstukken lees die overal gemaakt zijn, kom ik allerlei definities tegen. Voor de één is een integrale JGZ het samensmelten in één organisatie, voor de ander is het het ineenvoegen van het primaire proces, de knip eruit, een goede overdracht naar een volgende instantie. Of afstemming tussen het maatwerk en de uniforme taken. Voor weer een ander betekent integraal dat de gemeenten de regie krijgen. Mijn ervaring is dat het hanteren van verschillende definities een goede samenwerking belemmert en daarmee veel tijd kost. Anders gezegd: om succesvol samen te werken, is het nodig dat je eerst helderheid hebt over wat integrale jeugdgezondheidszorg inhoudt. Waar werken we naar toe? Wat integreren we eigenlijk? Het samen eens worden hierover is natuurlijk een begin. Maar zoals we in Nederland zeggen: een goed begin…”
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Lineke Jonkers (uit: nieuwsbrief Task Force, mei 2003)
TASK FORCE
jgz
1
De knip is eruit!
Durf
Vanaf 1 januari 2003 wordt in Nederland gewerkt aan de integrale
“Durven gemeenten de regie over de JGZ op zich te nemen?
jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar. De ‘knip’ qua leeftijd is eruit
Soms vraag ik me dat wel eens af. Er zijn gemeenten, vooral de
gehaald. Doel: zoveel mogelijk kinderen bereiken en elk kind de
kleinere, die niet altijd goed weten hoe ze om moeten gaan met
zorg geven die het nodig heeft. Gemeenten hebben de regie
die regierol. Je ziet dan dat andere partijen, de thuiszorg of GGD,
gekregen over de integrale jeugdgezondheidszorg (JGZ). Zij hebben
de leiding overnemen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. De
immers goed zicht op de lokale situatie en kunnen vanuit die
gemeenten hebben de regie gekregen en daarbij het budget om
voorsprong de integrale jeugdgezondheidszorg zo goed mogelijk
de JGZ uit te voeren. Dat betekent dat gemeenten de regierol zelf
regisseren. Maar is dat ook zo? Wat betekent dat voor de andere
op moeten pakken. Hoe? Regie begint met weten wat je moet
partijen die zich bezig houden met de jeugdgezondheidszorg: de
doen en weten wat je wilt doen. Een eigen visie bepalen, is
GGD’en en thuiszorgorganisaties? En wat betekent het handelen
belangrijk. Vervolgens kun je afspraken maken met de thuiszorg
van de GGD en thuiszorg voor gemeenten?
en GGD. Veel thuiszorgorganisaties hebben moeite met de
Op 1 juni 2003 is de Task Force Jeugdgezondheidszorg – kortweg
regierol van de gemeente. Ze hebben immers geen historische
Task Force JFZ - ingesteld om voor een periode van twee jaar de
band met gemeenten. Des te belangrijker is het om te zorgen
invoering van de integrale jeugdgezondheidszorg te begeleiden.
voor goede samenwerkingsrelaties, maar daarbij wel met een
Niet als scheidsrechter, maar als ‘oliemannetje’ dat praktische
scherp oog voor ieders positie. Het is ook belangrijk dat je als
oplossingen aandraagt om de uitvoering van het basistakenpakket
gemeente zegt dat je uiteindelijk de lead hebt. In mijn ogen
gesmeerd te kunnen laten verlopen.
heeft regie daarom ook met durf te maken.”
Met dit boekje rondt de Task Force Jeugdgezondheidszorg haar
Sandra Korthuis (nieuwsbrief Task Force JGZ, april 2004)
opdracht af. Deze rapportage is gemaakt voor gemeenten, GGD’en en thuiszorgorganisaties die bezig zijn met de invoering. U vindt hierin aanbevelingen voor de implementatie in de lokale praktijk, gebaseerd op datgene wat de Task Force afgelopen twee jaar is tegengekomen. Hoe verloopt zo’n proces, wat kunt u verwachten, waar liggen hobbels en waar dreigen valkuilen? De ervaringen kunnen desgewenst ook voor andere beleidsterreinen worden gebruikt.
Het soepel laten verlopen van de processen, dat was de opdracht. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Nu, twee jaar later, concludeert de Task Force Jeugdgezondheidszorg dat er van soepelheid nog zelden sprake is. In deze eindrapportage worden daarom, naast de procesmatige aanbevelingen, enkele inhoudelijke aanbevelingen gegeven.
2
TASK FORCE
jgz
1. Integrale jeugdgezondheidszorg: wat een verandering! Lineke Jonkers Veranderen is een kunst Haal de knip uit de jeugdgezondheidszorg. Het klinkt eenvoudig,
Effectieve verandering vraagt om een gevoel van urgentie, een
maar in de praktijk betekent deze opdracht een ingrijpende
heldere visie en doelstellingen, verandervermogen van de betrok-
verandering voor alle partijen. GGD en thuiszorgorganisaties
ken organisaties en een duidelijk actieplan. Als één van deze
moeten hun aanbod voortaan geïntegreerd leveren. En gemeenten
elementen ontbreekt, is de kans dat de integratie slaagt, kleiner.
krijgen er ineens een regietaak bij. In dit hoofdstuk staan aanbevelingen om de implementatie effectief op te pakken.
• Het gevoel van urgentie wordt in het geval van de JGZ sterk bepaald door externe factoren, zoals de wet- en regelgeving en
Gezamenlijk optrekken = gezamenlijk stilstaan
veranderende financieringsstromen. Succesvolle verandering is
De implementatie van de integrale jeugdgezondheidszorg betekent
echter het beste gebaat bij zowel externe als interne druk. Als de
in de praktijk een nieuwe manier van kijken naar het eigen werk,
noodzaak van een integrale jeugdgezondheidszorg op de
een nieuwe manier van werken en een nieuwe manier van kijken
werkvloer sterker gevoeld wordt, is de bereidheid om mee te
naar klanten (‘de gemeente is ook klant’). Niet altijd zijn de
doen groter. Als er geen gevoel van urgentie is, verdwijnen de
betrokken partijen zich van deze nieuwe verhoudingen bewust,
plannen in de la.
merkte de Task Force JGZ afgelopen periode. Dit heeft tot gevolg dat de voorbereiding op de integratie vaak onvoldoende zorgvuldig is
• Een heldere visie bepaalt de richting van het veranderings-
verlopen. Het blijkt in de voorbereiding van groot belang om eerst
proces. Het ontbreken van een visie, en vooral een door alle
gezamenlijk met elkaar stil te staan bij twee vragen:
partijen gedeelde visie, heeft op veel plaatsen de implementatie van een integrale JGZ belemmerd. Men is vaak aan de slag
1 Wat wordt er nu eigenlijk van ons verwacht?
gegaan onder de noemer ‘er moet niet gepraat worden maar er
2 Wat betekent dat voor ieders positie, taken en
moet iets gebeuren’. De Task Force heeft echter ervaren dat er zonder visie stuurloos wordt rondgedobberd. Terwijl visie-
verantwoordelijkheden?
ontwikkeling niet veel tijd hoeft te kosten. Het besluit om de jeugdgezondheidszorg voortaan integraal aan te bieden, is op z’n zachts gezegd even wennen. Het werk op routine uitvoeren (‘zo doen we dat allang en dat gaat goed’) gaat niet meer. GGD en thuiszorg moeten de handen ineen slaan en gezamenlijk ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
optrekken richting gemeenten. Ook wennen, vooral voor de thuiszorg: de resultaten van het werk moeten voortaan input geven voor lokale maatregelen en interventies. En gemeenten gaan vragen stellen, inhoudelijke vragen die soms de grenzen van de professionele of organisatorische autonomie lijken te overschrijden.
TASK FORCE
jgz
3
• Het verandervermogen van de betrokken organisaties maakt het
basistakenpakket keurig wordt uitgevoerd.
mogelijk daadwerkelijk geïntegreerd te gaan werken, gezamen-
Anderen hebben het juist over de samenhang met het lokale
lijk problemen te bespreken en bijvoorbeeld epidemiologisch
jeugdbeleid. Het niet uitspreken van die verschillende definities is
onderzoek uit te voeren. De systemen van een organisatie
een belemmerende factor voor de integratie. Daarbij kan onder-
moeten daarvoor toegerust zijn. En het personeel moet bereid en
scheid worden gemaakt tussen de visie op integrale jeugd-
in staat zijn de veranderingen in het dagelijks handelen te
gezondheidszorg als aanbod, op het beleid, op de vereiste kwaliteit
integreren.
van het aanbod, op de regie door de gemeenten en op de samenwerking of fusie tussen partijen.
• Tot slot is een actieplan nodig om de intenties en plannen in daden om te zetten. In dit actieplan staan mijlpalen, rollen,
Voor integrale JGZ is eerst een missie nodig
taken, bevoegdheden en een tijdpad.
Om die integratie tot een succes te maken, is het nodig om eerst de missie, de toegevoegde waarde, van de JGZ vast te stellen. Wat
Je kunt pas verbouwen als je gereedschap hebt
maakt de JGZ uniek, waarin onderscheidt de JGZ zich van alle
Als je beleid maakt – als rijksoverheid of als gemeente – is het van
andere voorzieningen en activiteiten in de volksgezondheid? Het
belang dat al het gereedschap in de kist zit voordat men aan de slag
platform JGZ formuleert het zo: ‘Het uitgangspunt voor de missie
moet. Het instrumentarium dat het veld meekrijgt van de landelijke
van de JGZ is dat ieder kind recht heeft op een zo gezond mogelijke
overheid lijkt groot, maar gedurende het proces blijkt dat er ook
ontwikkeling en op bescherming en hulp als die gezonde ontwikke-
een aantal zaken ontbreekt. Zo is er geen sprake van eenduidige
ling wordt bedreigd (conform de rechten van het kind). De integrale
interpretatie van de regelgeving ten aanzien van de financiering, er
jeugdgezondheidszorg voorziet in een professioneel, gecoördineerd
is geen helder implementatieplan en geen centrale regie op de
en preventief aanbod voor een zo gezond mogelijke ontwikkeling
invoering van de verandering. Het veld moet zelf aan de slag, zelf
van alle jeugdigen van –9 maanden naar 19 jaar’.
het wiel uitvinden en eigen instrumenten ontwikkelen: van een productbegroting en convenanten tot samenwerkingsafspraken.
Elementen voor de visie en missie:
Voor het belangrijkste instrument dat de integratie tot een succes
• Het belang van de jeugdige staat centraal.
kan maken, het elektronisch dossier, bestaat geen landelijk plan en
• Maatschappelijke verantwoordelijkheid (van ouders en opvoe-
zijn onvoldoende middelen beschikbaar.
ders tot instanties en voorzieningen) voor bescherming en bewaking van de ontwikkeling van de jeugd.
Integrale jeugdgezondheidszorg is voor meerdere uitleg vatbaar
• Een samenhangend, afgestemd en gecoördineerd aanbod.
Op een conferentie van de Task force JGZ zei een deelnemer: “Wat
• Professionele (ook op wetenschappelijke kennis gebaseerde) ondersteuning van de jeugdige en zijn omgeving, gericht op het
definitie integraal’. Er blijken verschillende definities in omloop van
versterken van de eigen kracht van de jeugdige en zijn omgeving.
wat integrale JGZ is. Ook blijkt dat die verschillende definities niet
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
een onzin om van integrale JGZ te spreken, de JGZ is toch per
altijd uitgesproken worden. Sommigen spreken alleen van integraal
Missie en visie moet je lokaal vertalen
als de hele JGZ in één organisatie wordt uitgevoerd of als het
Hoe kom je nu van zo’n visie en missie voor de JGZ tot een hanteer-
4
TASK FORCE
jgz
baar aanbod voor de lokale en regionale situatie? Dit is minder
Raamwerk uit West-Brabant
makkelijk dan het misschien klinkt. Het gaat meestal direct om de
Visie op de jeugdgezondheidszorg in West-Brabant
beschikbare middelen. Er zijn lokale politici die beweren dat het
Motto: In het belang van het kind en de samenleving.
budget in eerste instantie altijd richtinggevend is voor wat er 1. Visie op het beleid
uitgevoerd moet worden.
De jeugdgezondheidszorg draagt bij aan het realiseren van In het tweede hoofdstuk van dit boekje over regie kunt u lezen hoe
integrale gezondheid, welzijn en sociaal beleid van de ge-
regisseur en geregisseerde elkaar kunnen helpen om ieders rol op
meente. Centraal daarbij staat het kind in de context van het
een juiste manier te spelen in het lokale beleid.
gezin, de school en de wijk.
Ieder invoeringstraject voor de integrale JGZ op lokaal en regionaal
Het algemene integrale beleid is erop gericht dat iedere inwoner
niveau zal moeten beginnen met een discussie over de visie. Dit is
zonder beperkende factoren onbelemmerd moet kunnen
nodig om het lokaal te kunnen vertalen. De volgende vragen zijn
participeren in de samenleving. Dit betekent dat elk kind zo
daarbij richtinggevend:
onbelemmerd mogelijk moet kunnen opgroeien en zich lichamelijk, psychisch en sociaal moet kunnen ontwikkelen.
• Wat moet de JGZ opleveren?
De JGZ moet hier een bijdrage aan leveren:
• Welke problemen leven er bij de doelgroep, welke problemen
• De gemeente kan geen garanties bieden voor gezondheid
moet de JGZ voorkomen of oplossen? • Bij welke lokaal beleid sluit de JGZ aan: lokaal jeugdbeleid of lokaal gezondheidsbeleid?
maar is wel verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van het preventieve aanbod voor de 0-19 jarigen, namelijk zorgen dat tijdig gesignaleerd wordt welke belemmerende en bevorderende factoren belangrijk zijn voor het ‘gezond’ kunnen opgroeien van de jeugd en zorgen dat er de
Gemeente / Stad
noodzakelijke preventieve activiteiten plaatsvinden. Wijk
• De gemeente is niet verantwoordelijk voor de organisatie van
Buurt
de curatieve zorg en opvang maar kan en moet wel bevordeGezin / Kind
ren dat deze voorzieningen er zijn en dat de inwoners gebruik maken van de voorzieningen.
Onderwijs Arbeid
• Gemeenten bepalen op grond van deels eigen beleid en deels gezamenlijk beleid en op grond van wettelijke bepalingen wat
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
het aanbod is dat nodig is voor de realisering van het beleid.
TASK FORCE
jgz
• Daarvoor voeren zij onderhandelingen met de uitvoerende organisaties en maken heldere afspraken over prestaties, kosten en verantwoording.
5
• De uitvoerende organisaties geven daarbij duidelijk aan wat zij bieden, met welke inzet en welk resultaat voor welke prijs, zonodig in vergelijking met organisaties in andere regio´s.
bestaand aanbod. • Inbedding in en aansluiting op lokale netwerken en lokaal beleid, lokale herkenning en erkenning is van groot belang, laagdrempelig.
2. Visie op het aanbod • Het JGZ-aanbod moet voldoen aan de wettelijke vastgestelde eisen en voorwaarden (basistakenpakket d.w.z. uniform en maatwerk jeugdgezondheidszorg). • De jeugdgezondheidszorg moet leiden tot een sluitende
• Uitvoering moet gedaan worden door professionals met de juiste opleiding en juiste competenties. • Uitvoering moet gedaan worden met de daarvoor beschikbare middelen, conform de afspraken die gemaakt zijn met het Rijk en met de gemeenten onderling. De basis voor goede
aanpak voor de jeugd, er moet sprake zijn van een door-
afspraken over financiering zijn heldere
gaande lijn.
productbeschrijvingen en een transparante begroting.
• Door monitoring en epidemiologisch onderzoek moeten trends zichtbaar gemaakt worden. Over de frequentie en
• Uitvoering moet gedaan worden met de juiste/geschikte rapportagesystemen.
doelgroepen van onderzoek worden meerjarenafspraken gemaakt. • Er wordt een actieve adviesrol van de uitvoerende organisaties verwacht. • Maatwerk wordt ook vastgesteld op grond van signalen en trends.
4. Visie op samenwerking tussen gemeenten Wat moet elke gemeente zelf? • Lokaal beleid (gezondheidsbeleid en jeugdbeleid, eigen prioriteiten). Wat lokaal kan, lokaal doen; wat regionaal moet, regionaal doen.
• Na signalering en beleidsadvisering wordt effectieve actie verwacht. • Het in elkaar vlechten van de individuele benadering
Wat willen/kunnen de gemeenten samen? • Uitwisselen over de uitvoering van het uniforme pakket.
(kenmerk OKZ) en de collectieve en epidemiologische
• Uitwisselen hoe het maatwerkdeel ingevuld kan worden.
benadering (kenmerk GGD) is een kenmerk van integrale JGZ.
• Benoemen van kaderstellende thema’s. • Een visie ontwikkelen en gemeenschappelijkheid vaststellen.
3. Visie op de kwaliteit van het aanbod
• Een aanspreekpunt creëren voor de uitvoerende organisaties.
• Bij voorkeur HKZ-gecertificeerd.
• Efficiënter werken, in ambtelijk vooroverleg en/of ander
• Efficiency. • Standaardisatie en uniformering.
overleg, praktische zaken verdelen. • Gezamenlijk beoordelen van de aangeleverde informatie.
• Variatie in het maatwerkaanbod. Deze visie vormt het uitgangspunt voor het vormgeven van de
• Epidemiologische gegevens en registratie, elektronisch
integrale JGZ in West-Brabant. Deze visie is niet statisch, maar
cliëntendossier als meest gewenst. • Behouden van goede ervaringen/kwaliteit en continuïteit van
6
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
• Samenhang met cure en care.
wordt eens in de twee à drie jaar geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.
TASK FORCE
jgz
Integratie is nog lang niet klaar
Horizontale integratie blijkt in de regio’s goed te realiseren als er uitgegaan wordt van de vijf functies van gemeenten op het terrein
Verticale integratie
van opvoedingsondersteuning en psychosociale problematiek:
Verticale integratie wil zeggen: ‘de continuïteit in de preventieve
• Informatie en advies
zorg voor de jeugdige van 0 (misschien zelfs al vanaf –9 maanden)
• Signalering
tot 19 jaar op het gebied van lichamelijke, geestelijke en sociale
• Beoordeling en toeleiding
gezondheid’. Dat betekent dat uitvoeringsorganisaties de opdracht
• Licht pedagogische hulp
krijgen om de uitvoering te doen op grond van één visie, helder
• Coördinatie van zorg
beleid over risicokinderen, één registratiesysteem, gezamenlijke scholing etc.
Aanbevelingen voor gemeenten
De Task Force ontkomt niet aan het idee dat er op dit terrein nog te
• Zorg voor een helder implementatieplan waarin de rollen,
weinig is gerealiseerd. In veel regio´s zijn wel inhoudelijke
taken en bevoegdheden duidelijk zijn weergegeven.
projectgroepen gestart en wordt het basistakenpakket voor het
• Instrumenteer de implementatie adequaat.
grootste deel uitgevoerd. Maar de werkelijke longitudinale
• Zorg voor draagvlak voor de urgentie van de verandering.
bewaking van de gezondheidssituatie van de jeugdigen, zowel op
• Organiseer de succesfactoren voor verandering: goede
uniforme wijze als met behulp van maatwerk, is nog niet goed
bestuurlijke argumenten, een goed projectplan, een compe-
ingevoerd. Het proces is nog in volle gang. Verder heeft er nog geen
tente projectleider.
evaluatie plaatsgevonden over wat de klanten van het aanbod vinden, of de preventieve zorg beter is geworden en of er doelmati-
• Organiseer in het begin een visiediscussie en gezamenlijke visieontwikkeling.
ger wordt gewerkt.
Horizontale integratie Onder horizontale integratie wordt verstaan: ‘afstemming met alle lokale en regionale voorzieningen die bij de ontwikkeling van de jeugdige een rol spelen’. Denk aan medische en psychosociale zorg, onderwijs, vrijetijdsbesteding, sport, welzijn en werk. Het gaat om afstemming die erop gericht is om tijdig signalen op te kunnen vangen van jeugdigen die risico’s lopen, zodat zij optimale steun of hulp krijgen. Horizontale integratie is zelden gerealiseerd. Er is onvoldoende regie van gemeenten op dit punt. Hier en daar zijn wel ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
enkele goede voorbeelden van lokale initiatieven, zoals opvoedwinkels en de ouder- en kindcentra in Amsterdam, Rotterdam en Almere.
TASK FORCE
jgz
7
Afstemming
Hans van Scheyen, directeur Icare: “Ik wil sneller.”
“Er is momenteel veel aandacht voor de jeugd. Overgewicht bij
“Het beste moment? De visiebijeenkomst met portefeuille-
kinderen, kindermishandeling, lastige jongeren… Het risico is
houders op het stadhuis van Zwolle. Aan het eind van deze
dat iedere betrokken partij prioriteiten gaat stellen, zonder dat
bijeenkomst was ineens duidelijk dat iedereen bereid was om
die worden afgestemd met de andere partijen. Dat kan weer tot
samen te werken. Dat vond ik een mijlpaal. Wat ik echt lastig
gevolg hebben dat iets dubbel wordt gedaan of dat er juist iets
heb gevonden en nog steeds lastig vind, is het cultuurverschil
tussen wal en schip valt. Dat is niet efficiënt. Ik denk dat zowel
tussen onze organisatie en de gemeente. Soms wil je snelheid
de gemeente als de provincie op beleidsniveau moeten
maken maar dan loop je tegen de verschillende vormen van
overleggen, samen met uitvoerende instanties, om te kijken: wat
besluitvorming aan waardoor er vertraging optreedt. Wat ik zou
doen we, wat moeten we doen en hoe? Neem de JGZ. Mensen
doen als ik wethouder was van een gemeente? Ik zou meer
die in de JGZ werken, zien heel veel kinderen. Zij moeten weten
formaliseren. Bij het portefeuillehoudersoverleg merk ik dat het
waar ze hun signalen beleidsmatig neer kunnen leggen.
allemaal omzichtig wordt benaderd. Maak duidelijke keuzes,
Andersom is het voor beleidsmakers handig om hen bepaalde
denk ik dan, dan heb je meer rendement.”
aandachtspunten vanuit het beleid mee te geven. Als je dit goed organiseert, heeft iedereen daar voordeel van, óók de jeugd. En daar gaat het uiteindelijk om.”
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Sandra Korthuis (nieuwsbrief Task Force JGZ, april 2005)
8
TASK FORCE
jgz
2. Regisseren en geregisseerd worden: hoe doet u dat? rende visie. De gemeente is als regisseur de grondlegger van die
Sandra Korthuis
visie. Bij de totstandkoming van die visie kan de gemeente goed Dit hoofdstuk biedt tips voor het hanteren van zowel de rol van
gebruikmaken van de inbreng van betrokken partijen. Een interac-
regisseur als van geregisseerde. Deze handreiking is in principe
tieve beleidsvorming – mits zorgvuldig gedaan – kan bijdragen aan
toepasbaar op elk inhoudelijk vraagstuk. Het uitgangspunt bij het
een succesvol regietraject. Let wel, bij zo’n interactieve beleids-
voeren van regie is immers: voortdurend bouwen aan vertrouwen.
vorming is het van belang dat de betrokken partijen zich bewust zijn van het feit dat zij wel input kunnen leveren, maar uiteindelijk
Regisseren betekent leiding nemen
niet beslissen. Dat doet de gemeenteraad.
Regisseren is kort en goed het sturend handelen omtrent een afgebakend onderwerp of beleidsterrein. Daar hoort ook bij: het
Regisseren is meer dan organiseren
stimuleren van samenwerking met een gerichte doelstelling.
Bij het invullen van de regierol is het verstandig om de verschil-
Gemeenten krijgen steeds vaker de rol van regisseur. Recente
lende functies goed te onderscheiden:
voorbeelden zijn de integrale jeugdgezondheidszorg en de Wet
1. De interventiefunctie: het organiseren van de keten van
maatschappelijke ondersteuning. Soms trekken gemeenten de regierol naar zich toe zonder dat daar een wettelijke opdracht aan verbonden is, zoals bij buurtbeheer en veiligheidsbeleid. De regierol houdt voor gemeenten in dat zij beleidsvorming en beleidsuitvoering tot stand laten komen. Zij brengen partijen bij
betrokken organisaties en een goed (nieuw) aanbod creëren. 2. De controlefunctie: toezien op de uitvoering en het organiseren van de verantwoording. 3. De financieringsfunctie: het effectief en efficiënt inzetten van de beschikbare middelen.
elkaar en hebben daar een leidende, stimulerende rol in, uiteraard met respect voor de positie en rol van de verschillende betrokken partijen. De Task Force JGZ merkte afgelopen twee jaar dat de interactie tussen regisseur en geregisseerde niet altijd voorspoedig verloopt. Een regisseur krijgt op het toneel soms te maken met onwillige, veeleisende en eigenwijze acteurs. Aan de andere kant zien acteurs dat hun regisseur steken laat vallen door wispelturig gedrag. Beide situaties kwam de Task Force in de praktijk tegen.
Door die drie functies te onderscheiden en daar ook duidelijk over te zijn, wordt bijgedragen aan transparantie in het proces en kunnen misverstanden worden voorkomen.
Zowel gemeenten als thuiszorgorganisaties en GGD’en hebben soms moeite om met de regierol om te gaan.
Overigens kan het nog
Regie begint met visie
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
ingewikkelder worden als
De inhoud dient bij de regisseur voorop te staan. Op basis van de inhoud worden de beleidsdoelen bepaald, inclusief een bijbeho-
TASK FORCE
jgz
de gemeente binnen hetzelfde traject ook een opdrachtgevende rol heeft.
9
Een goed regisseur kent het krachtenveld
partij – die het doel niet ziet of de rol en (wettelijke) positie van de
De regierol kan door de gemeente alleen succesvol worden vervuld
gemeente niet erkent – over de streep te trekken. Dat kan met name
als de volgende zaken helder zijn:
optreden als er geen historische relatie is tussen deze partij en de gemeente.
1. De inhoud: waarover gaat het? 2. De taak: wat moet er gedaan worden?
Tip
3. Visie: welke visie wordt als uitgangspunt genomen?
Voor de betrokken partijen kan het om grote belangen gaan. Als
4. Doelstellingen en resultaat: wat moet er bereikt worden?
het proces door een partij op voorhand als bedreigend wordt
5. Partijen: wie zijn van belang?
gezien, vraagt dit extra aandacht van de gemeente. Het kan
6. Proces: is er voldoende duidelijkheid hierover?
voorkomen dat een partij er uiteindelijk toch voor kiest om mee te doen, niet van harte, maar omdat ze geen andere keuze denkt
Als de gemeente start met de regie, moeten deze zes vragen eerst
te hebben. Dit negatieve uitgangspunt vraagt in het proces extra
worden beantwoord. Tegelijk is het van belang om een omgevings-
alertheid van de gemeente, niet om toe te geven maar om tijdig
analyse te maken van alle betrokken partijen en hun belangen.
te kunnen onderkennen dat er verstoringen in het proces
Daarmee krijgt de gemeente zicht op het krachtenveld. Op basis
optreden.
hiervan kunnen partijen worden aangezocht en wordt ieders plek en verantwoordelijkheid afgebakend.
De regisseur is als een springveer In het hele proces van regisseren moet de gemeente faciliteren en
Tip
randvoorwaarden scheppen. Als door de gemeente de ideale
Houd rekening met autonome posities, belangen en strategieën
omstandigheden zijn gecreëerd, zullen betrokken partijen ook
van betrokken partijen. Dit betekent niet dat in het proces aan
zelfstandig willen investeren in het proces. Dat investeren kan in
alle verlangens tegemoet moet worden gekomen. Dat is een
financiële middelen, maar ook in menskracht of in een combinatie
utopie, zeker als er sprake is van tegengestelde belangen.
van beiden.
Onderkenning van de autonome posities en belangen kan echter wel bijdragen aan de acceptatie van zaken die voor die partij
Het regieproces heeft een eigen dynamiek: onverwachte ontwikke-
niet direct van belang zijn.
lingen en wentelingen kunnen zich voordoen en nieuwe inzichten kunnen naar voren komen. Ruimte voor flexibiliteit inbouwen is noodzakelijk. De regisseur
Alvorens tot samenwerking te kunnen komen, zullen partijen
moet actief inspelen op de ontwikkelingen in het proces. Dit
gemobiliseerd moeten worden en worden samengebracht. In deze
betekent dat er tijdens het proces verschillende houdingen
fase van het proces is overtuigingskracht nodig. Zonder steun van
aangenomen moeten worden: soms wel en soms niet op de
de verschillende partijen voor het doel en de koers is het namelijk
voorgrond tredend, soms door anderen boodschappen te laten
niet haalbaar een proces met goed gevolg te beëindigen.
uitzenden, soms motiverend, dan weer dempend.
Overtuigingskracht is ook handig om een voor het proces essentiële
10
TASK FORCE
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Zonder overtuigingskracht komt een gemeente er niet
jgz
Tip
oog en aandacht voor is. Dezelfde taal spreken is belangrijk.
Er kunnen in het proces spanningen optreden. Dat is inherent
Investeren in het kennen van elkaars cultuur, gebruiken en
aan de totstandkoming van samenwerkingsverbanden. De
gewoonten is daarnaast een goede zaak.
belangen kunnen immers tegengesteld zijn. Onderken dat er spanningen zijn en probeer die bespreekbaar te maken.
Een regisseur is een regelaar Het vervullen van de regietaak is niet eenvoudig. Er wordt veel van
Voor wat, hoort wat
de gemeente gevraagd. Om de regietaak goed te kunnen vervullen,
Regisseren is ook strategisch handelen. Een strategie is een plan
moet aan een aantal randvoorwaarden in organisatorische zin zijn
dat beleid en acties integreert tot een samenhangend geheel met
voldaan. Allereerst dient er voldoende bestuurlijke dekking te zijn.
het oog op het behalen van de vastgestelde doelen. Per fase in het
De tweede belangrijke voorwaarde is dat er vanuit de gemeente
totale proces kunnen deelstrategieën noodzakelijk zijn om het doel
voldoende kwalitatieve en kwantitatieve capaciteit beschikbaar is.
te verwezenlijken. Maak onderscheid tussen deze deelstrategieën.
Regisseren is, net als bij de film, een taak die om voortdurende
Het is trouwens geenszins een schande om gebruik te maken van
aandacht vraagt. Het proces en de daarin actieve partijen dienen
het ‘voor wat, hoort wat’-principe. Dat is immers een kenmerk van
continu in de gaten te worden gehouden. Dat klinkt alsof regisseren
wederkerige samenwerking. In de processen waar het hier om gaat,
bestaat uit regelen. Dat is het ook: alleen door voortdurend de
zijn het juist wederkerige processen.
actieve betrokkenheid van de gemeente als regisseur te laten zien, met een op alle fronten pro-actieve houding, kan de regie daadwer-
Professionals en regisseur doen het samen
kelijk in handen worden gehouden. Let wel: de gemeente moet
In de rol van regisseur krijgt de gemeente te maken met professio-
vanuit haar regisseursrol ook het goede voorbeeld geven. Het is
nals. Mensen die veel verstand van hun vak hebben en daarbij ook
zaak dat de gemeente het eigen huis op orde heeft voordat in een
grote betrokkenheid tonen. Het is verstandig om gebruik te maken
regieproces aan partijen inzet en offers wordt gevraagd. Heeft de
van de kennis en kunde van professionals zonder op de stoel van de
gemeente de zaken zelf niet goed geregeld, dan werkt dat
professionals te gaan zitten. Tegelijkertijd is er ook een valkuil. De
demotiverend voor andere partijen en kan dat een argument zijn om
gemeente kan te horen krijgen: ‘Wij zijn de professional en wij
af te haken of minder actief mee te doen.
weten wat goed is’. Hiermee kan een regieproces onder druk Voldoende ambtelijke capaciteit is nodig
aan te geven wat er inhoudelijk belangrijk wordt gevonden en welke
Het is redelijk dat de gemeente vanuit haar regierol kwalitatieve en
taken met welk resultaat uitgevoerd moeten worden. Het is
kwantitatieve voorwaarden stelt aan de door de partijen te leveren
vervolgens aan de professional om aan te geven of dat mogelijk is
producten. De gemeente vraagt de partners in het proces het eigen
en welke middelen daarvoor nodig zijn.
huis op orde te hebben. Daartegenover staat dat vervolgens ook
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
komen. Daarom is het van belang om aan professionals duidelijk
van de gemeente verwacht mag worden de eigen huishouding goed
Feit is dat tussen gemeentelijke organisaties en professionele
georganiseerd te hebben. Dat betekent dat er voldoende adequate
uitvoeringsorganisaties grote cultuurverschillen kunnen bestaan.
ambtelijke capaciteit beschikbaar is om het regieproces te
Deze cultuurverschillen zijn in de praktijk te overbruggen, mits er
ondersteunen. Tevens moeten ook de bevoegdheidsverdelingen
TASK FORCE
jgz
11
binnen de gemeente geregeld zijn. Wordt niet aan deze randvoor-
Tip
waarde voldaan bij de start van een proces, dan zet de gemeente
De Task Force heeft meerdere keren gemerkt dat gemeenten hun
zich daarmee op voorhand op achterstand.
regierol, inclusief de beantwoording van de inhoudelijke, taaken visievragen, overdragen aan de GGD. Daarmee krijgt de GGD
De gemeente kan een regierol delegeren
een dubbele positie: die van regisseur en die van geregisseerde.
Moet een gemeente de regie altijd zelf doen? Overdracht van de
Zo wordt een positie gecreëerd waarvan andere betrokken
regietaak aan een derde (niet betrokken) partij zou kunnen, maar is
partijen terecht kunnen zeggen dat de GGD een dubbele pet
meestal niet gewenst. Het is eigenlijk alleen een optie bij regionale
heeft. Er ontstaat dan onnodige druk op het proces. Dit kan
samenwerking tussen meerdere gemeenten. Indien ervoor gekozen
voorkomen worden als de gemeente de verantwoordelijkheid op
wordt, dienen in ieder geval de volgende zaken helder te zijn
zich neemt.
geformuleerd en bestuurlijk te worden afgedekt: • De inhoud: waarover gaat het?
Ambtenaren zijn dienaren van B&W
• De taak: wat moet er gedaan worden?
Tot nu toe is steeds gesproken over ‘de gemeente’. Binnen de
• Visie: welke visie wordt als uitgangspunt genomen?
gemeente zijn natuurlijk verschillende spelers actief met verschil-
• Doelstellingen en resultaat: wat moet er bereikt worden?
lende posities en taken. Een proces van gemeentelijke regie kan
• Partijen: wie zijn van belang?
alleen slagen als binnen de gemeente bij de verschillende actoren
• Proces: is er voldoende duidelijkheid hierover?
helderheid bestaat over de te behalen doelen en de daaraan ten
Is die helderheid er niet en ontbreekt de bestuurlijke afdekking,
grondslag liggende visie. Het college van B&W heeft de bestuurlijke
dan is het begin van een regieproces niet goed afgerond en is het
lead, al dan niet op basis van door de gemeenteraad vastgestelde
niet verstandig de regietaak aan een derde partij over te dragen.
kaders. Ambtenaren zijn dienaren van het bestuur. In het regieproces hebben ambtenaren verschillende rollen en posities te vervullen.
Overdracht van de regietaak kan alleen aan de orde zijn als er
Ook hier geldt dat het van belang is per activiteit de rol en positie
sprake is van overdracht van de regietaak aan een andere gemeente
bewust te bekijken. Dat is mede een garantie voor succes. Het is
of aan een hoger liggend bestuursorgaan in de regio of provincie. In
daarnaast belangrijk dat de bestuurder definieert wat de ruimte van
een dergelijke situatie dienen de bevoegdheden van de uitvoerend
het ambtelijk apparaat is om te kunnen handelen. Het is niet
regisseur goed te zijn vastgelegd. Dit geldt ook voor de momenten
efficiënt als voor iedere kleine tussenstap terugkoppeling moet
waarop terugkoppeling en aanvullende besluitvorming plaats
plaatsvinden naar de bestuurlijke tafel. Nog een tip: waak ervoor
dienen te vinden. Overdracht van de regierol naar één van de andere
dat de angstcultuur toeslaat. Als angst het handelen gaat domine-
betrokken (te regisseren) partijen gaat fout. Indien daarvoor wordt
ren, is het proces ten dode opgeschreven. Daarom is het essentieel
gekozen, zal dat tot gevolg hebben dat de verhoudingen tussen
dat er helderheid is over taken en bevoegdheden. Consequentie in
partijen worden vertroebeld en dat er geen sprake meer kan zijn
het handelen, zowel van bestuurder als van ambtenaar, is essen-
van een zuiver proces.
tieel. Ook hier geldt dat een vertrouwensrelatie de basis is.
12
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Overdracht van de regierol naar een betrokken partij gaat fout
TASK FORCE
jgz
Geld en inhoud zijn in evenwicht
ineens met de gemeentelijke regie worden geconfronteerd. Dan
In het hele proces gaat het om het vinden van evenwicht. Evenwicht
blijkt de gemeente een onbekende grootheid te zijn en onbekend-
tussen inhoud en financiën, evenwicht in de belangen van de
heid levert onzekerheid op. Het is zaak deze onbekendheid zo snel
verschillende partijen, evenwicht in inbreng etc. Met name het
mogelijk te elimineren. Kennen en gekend worden is het adagium.
evenwicht tussen de inhoud en de financiën is niet altijd eenvoudig
Naast het kennen van de regisseur is het van belang te weten wat
te vinden. Of de inhoud domineert, waardoor het risico bestaat dat
de doelstelling van de regisseur is. Weet wat de regisseur wil, maar
er een financieel niet gezonde situatie ontstaat. Of de financiën
ken ook de interne verhoudingen en de procedures van de ge-
domineren en op basis van de (beperkt) beschikbare middelen
meente. De vraag: ‘wie gaat waarover en wanneer’ is in dit verband
worden inhoudelijke beslissingen genomen. In een evenwichtig
dus essentieel.
proces is het aan te bevelen om eerst te bepalen wat inhoudelijk minimaal noodzakelijk is en wat daarenboven wenselijk is. Door daar vervolgens de beschikbare budgetten naast te leggen, kan worden toegewerkt naar een evenwichtige besluitvorming.
Kansen voor geregisseerden • Door de intensievere samenwerking wordt meer reële aandacht voor het betreffende beleidsdoel gerealiseerd. • Het doorbreken van schotten. • Het vinden van nieuwe partners die ook voor andere
Aanbevelingen voor gemeenten • Wees duidelijk over de rol die bij de verschillende handelin-
onderwerpen en processen van belang kunnen zijn. • Het combineren van dossiers.
gen wordt vervuld: de rol van regisseur (geef aan vanuit welke functie) of de rol van opdrachtgever. • Maak gebruik van de kennis en kunde van professionals,
Een geregisseerde gaat niet tot het gaatje De rol van geregisseerde betekent niet dat er lijdzaam moet worden
spreek professionals aan op hun kwaliteiten, maar ga niet op
afgewacht totdat er iets gebeurt. Integendeel, pro-actief handelen
hun stoel zitten.
kan juist heel positief werken. Op deze wijze wordt betrokkenheid
• Draag de regietaak nooit over aan een andere geregiseerde partij.
getoond en is er een natuurlijke gelegenheid gecreëerd om de eigen visie in te brengen. Verder is het zaak dat de goede verhou-
• Zorg voor kwalitatief en kwantitatief voldoende menskracht en middelen in eigen huis.
dingen niet onnodig op het spel worden gezet, ook als een partij niet direct een positief belang heeft. In de toekomst zullen
• Zorg dat het eigen huis op orde is.
gemeente en de betrokken partij weer met elkaar te maken hebben. Het is jammer als in een nieuw proces eerst de scherven uit het
Ook voor de geregisseerde partij geldt een aantal spelregels. Deze
verleden opgeruimd moeten
spelregels zijn nodig om het proces goed en open te laten verlopen.
worden. Dat is ook een reden om
Voor de geregisseerde is het allereerst van belang de regisseur te
in het gehele proces helder te zijn
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Een slimme geregisseerde kent en erkent de regisseur
kennen en diens rol te accepteren. Dat laatste is geen vanzelfspre-
over wat wel en wat niet door de
kendheid. Indien er binnen een beleidsterrein forse veranderingen
gemeente verwacht mag worden
in verantwoordelijkheden hebben plaatsgehad, zijn er partijen die
van de geregisseerde.
TASK FORCE
jgz
13
Angst is een slechte raadgever
Valkuilen
Voor de geregisseerde is de uitkomst van het proces niet altijd
• De inhoud wordt op de verkeerde momenten ter discussie
vooraf helder. Er kan bovendien sprake zijn van een bedreigende situatie. Het is verstandig om toch niet uit angst te handelen. Financieringsstromen kunnen op het spel staan, maar dat kan ook
gesteld. • Het JGZ-dossier en de onderlinge relaties worden gedomineerd door het geld.
een maatschappelijke realiteit zijn. Juist dan is het zaak om dit alles
• De vraag: ‘wie krijgt wat?’ beheerst het proces.
vroegtijdig te onderkennen en daar pro-actief op te reageren.
• Partijen gaan op elkaars stoel zitten. • Er zijn dubbele agenda’s.
Goede omgangsvormen zijn essentieel
• Inhoudelijke strategische discussies worden niet gevoerd.
Zoals gezegd: regisseren is bouwen aan vertrouwen. Dat bouwen
• Angst als raadgever is nooit productief.
aan vertrouwen mag van alle betrokken partijen gevraagd worden. Daarvoor zijn goede omgangsvormen essentieel. Dit lijkt logisch,
Gezondheidsnota
maar al te vaak gebeurt het dat er misverstanden tussen partijen
Sinds 2002 maakt iedere gemeente een gezondheidsnota. Op
ontstaan omdat er zaken worden vergeten, informatie niet wordt
zich is het een goede zaak dat gemeenten de regie hebben
gedeeld of afspraken niet worden nagekomen. Daarom is het goed
gekregen: de gezondheid van alle burgers moet iedere ge-
om een aantal omgangsvormen of spelregels met elkaar af te
meente ter harte gaan. Maar maken gemeenten zich druk om de
spreken:
jongste burgers?
• Afspraak = afspraak.
Als Task Force hebben wij regelmatig gesprekken met gemeen-
• Wees duidelijk over de doelstellingen.
ten. Wat mij opvalt, is dat de regietaak van de gemeenten weinig
• Wees duidelijk in de bedoelingen en wensen.
oplevert voor de jeugdgezondheidszorg. Regie betekent
• Spreek heldere verantwoordingskaders af, die voor zoveel mogelijk
aansturen, maar de meeste gemeenten beperken zich tot
betrokken partijen gelijk zijn en zo mogelijk meerjarig zijn. • De gemeente gaat niet op de stoel van de uitvoerder zitten en de uitvoerder biedt inzicht in de geleverde producten/prestaties en
financiële aansturing. Inhoudelijk wordt er nauwelijks aangestuurd. De ontwikkeling van kinderen is een taak die wordt overgelaten aan de professionals.
kosten. • Ga niet invullen voor een ander.
Ik denk dat dit een bedreiging is voor de jeugdgezondheidszorg
• Durf u kwetsbaar op te stellen.
en eigenlijk voor de totale jeugdzorg. Ouders zijn niet verplicht
• Ken uw eigen rol/positie en cultuur alsmede die van de andere
om met hun baby naar het consultatiebureau te gaan. Dat
partners.
betekent dat een gemeente ervoor moet zorgen dat ouders meedoen. Daar is inhoudelijke betrokkenheid voor nodig. En dat
• Ken elkaars mogelijkheden en onmogelijkheden.
wil ik teruglezen in gezondheidsnota’s. Wie durft?
• Zoek het betere bij de ander. • Als er iets is: maak het bespreekbaar.
14
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
• Ken elkaar en elkaars interne procedures.
Ad van Helvoort (nieuwsbrief Task Force JGZ, december 2004)
TASK FORCE
jgz
3. Succesvol samenwerken in de integrale JGZ Voor succesvolle samenwerking is een projectmatige aanpak nodig
Lineke Jonkers
Een projectmatige aanpak levert meer rendement op dan ad hoc Het vormgeven van de integrale jeugdgezondheidszorg is een
handelen. Door doelen en gewenste uitkomsten te stellen, rollen en
boeiend, intensief en ook ingewikkeld proces. In veel regio´s loopt
taken te bepalen en mijlpalen te formuleren (inclusief tijdpad)
de samenwerking redelijk tot goed. Maar er zijn gebieden waar de
worden inspanningen beloond en gewenste resultaten neergezet.
samenwerking nog niet goed op gang is gekomen of nog niet veel
Cruciale besluitvorming moet nadrukkelijk gepland worden, ‘go/no
effect heeft opgeleverd.
go’-beslissingen hebben voorbereidingstijd nodig en besluiten moeten duidelijk gemarkeerd worden. Projectmatig werken is niet
Experimenteren is niet nieuw
hetzelfde als tijdelijk ergens aan werken. Het is een planmatige
Het proces van samenwerking in de jeugdgezondheidszorg is op
gestructureerde manier van werken die erop gericht is resultaten te
veel plaatsen al jaren geleden ingezet in de vorm van overdracht
bereiken op afgesproken momenten. Het is een manier van werken
van dossiers, besprekingen over signalen en ‘zorggevallen’ en
die goed bruikbaar is om een structureel programma uit te voeren.
samenwerken in netwerken. Gemeenten, thuiszorgorganisaties en GGD’en zitten al ruim drie jaar aan tafel. Eerst vanwege de Tijdelijke
Succesfactoren voor samenwerking
regeling vroegsignalering, sinds 2003 vanwege de implementatie
• Een gezamenlijk (helder, eenduidig en gezamenlijk gedeeld)
van de integrale JGZ. Het tempo van samenwerking is versneld toen de integrale jeugdgezondheidszorg om de hoek kwam kijken. Samenwerking was een must geworden, alleen al om de financiële
doel. • Elkaar kunnen vinden en het met elkaar kunnen vinden: managers en medewerkers op de werkvloer en bestuurders.
middelen binnen te kunnen halen. Met relatief weinig centrale
• Duidelijkheid over financiële randvoorwaarden.
regie, veel onhelderheid over de interpretatie van de regelgeving en
• Planmatige en systematische aanpak, evaluatie en bijstelling
minimale faciliteiten, is het proces gestart. Het ministerie geeft vier experimenteerregio´s de gelegenheid om met de samenwerking te experimenteren.
als noodzakelijk onderdeel. • Een werksfeer waarin zaken open besproken worden en gezamenlijk naar oplossingen van problemen gezocht wordt.
Resultaten uit deze gebieden zijn bedoeld voor de overige regio´s om van te leren. In de praktijk hebben die andere regio´s niet op de uitkomsten van deze pilots gewacht, maar zijn ze meteen aan de slag gegaan om de regelgeving te implementeren.
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Op het gebied van horizontale integratie – afstemming met alle lokale en regionale voorzieningen – zijn initiatieven genomen, maar feit is dat de regie nog geen vaste plek gekregen heeft.
TASK FORCE
jgz
15
Tips voor het organiseren van implementatieprojecten
• Maak een projectbegroting waarin de extra inzet van de medewerkers serieus wordt meegeteld. Samenwerking vergt
• Besteed aandacht aan een zorgvuldige fasering van het
extra tijd. Actief bezig zijn in werkgroepen en werken aan
project. Benoem per fase de resultaten die behaald moeten
integratie kan er niet zomaar even bij worden gedaan. Het
worden en de partijen die verantwoordelijk zijn.
‘going concern’ is minstens zo belangrijk.
• Er is een gedeelde visie nodig op de integrale JGZ: wat wordt er geïntegreerd, welke keuzen worden gemaakt, hoe ver wil
• Voer de integratie in met ondersteuning van een onafhankelijke competente projectleider (zie bijlage).
men gaan? Staat iedereen achter de keuzen en verstaat iedereen hetzelfde onder de visie?
• Voorwaarden voor succesvol samenwerken zijn: - Eén kostprijs systematiek (een offertesystematiek die voor
• Er is een gedeelde visie nodig op de besturingsfilosofie van
alle partijen geldt).
de organisatie en met name de aansturing van het primaire
- Elkaars cultuur leren kennen (dat betekent ook de thuiszorg
proces.
de tijd geven om te wennen aan de politiek bestuurlijke
- Wat wordt er gemeentelijk/subregionaal/regionaal of op
context).
wijkniveau uitgevoerd?
- Eén visie op de toekomst.
- Welke functies moeten centraal en welke decentraal worden
- Samen één beleidsplan maken.
uitgevoerd?
- Wat betreft de financieringsovergang: eerst schotten zetten
- In hoeverre worden de principes van integraal management
en dan via semi-permanente wandjes de schotten weghalen.
gehanteerd en systematisch doorgevoerd?
- Aandacht voor de positie van de wethouders en de ambtena-
- De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden moeten
ren. Deze moeten een duidelijke plek hebben die recht doet
op alle niveaus helder zijn en niet voor meerdere interpreta-
aan hun rol (de gemeenten hebben immers de regie).
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
ties vatbaar.
16
TASK FORCE
jgz
Als de financiën domineren, komt de inhoud in de knel
De Task Force heeft gemerkt dat de proceskant van de
In veel gevallen blijkt het een belemmering in de samenwerking dat
implementatie van grote importantie is voor het succes. Vorm volgt
er niet een eenduidige, door de partijen gedragen financierings-
inhoud moet in principe het adagium zijn, hoewel ook als de inhoud
systematiek/methode voor kostprijsberekening is ontwikkeld.
voorop staat regelmatig getoetst moet worden of een bepaalde
Sommige regio’s – meestal de draagkrachtige - hebben geïnves-
structuur, een bepaald model, haalbaar en betaalbaar is. De Task
teerd in de ontwikkeling van zo’n systematiek. In de meeste regio’s
Force heeft zelf een duidelijke voorkeur voor één uitvoerings-
heeft dit echter tijd gekost omdat men wachtte op modellen vanuit
organisatie. De weg daar naar toe is er een van geleidelijkheid en
de koepelorganisaties. Ook belemmerend zijn de interpretatie-
blijkt niet te forceren.
verschillen over de financiële regelgeving. Tot slot speelt een rol dat meerdere gemeenten en regio´s niet uitkomen met het beschikbare
Omgangsvormen zijn medebepalend voor het succes van de
geld. De Task Force merkte dat in sommige regio´s de discussie over
implementatie
het geld zodanig domineert dat de integratie in de knel komt.
Onder omgangsvormen verstaan we al die zaken die te maken
Overigens ligt soms ook het gevaar van het omgekeerde op de loer:
hebben met vertrouwen, respect en gelijkwaardigheid/partnership.
als de inhoud domineert, komen de financiën in de knel.
Als de condities hiervoor niet aanwezig zijn, vergt het een geweldige inspanning om de samenwerking te laten groeien. Vaak is er
Als de vorm domineert, komt de inhoud in de knel
sprake van (ver)oordeling van de mening en het standpunt van de
De overgrote meerderheid van de gemeenten en regio´s heeft
ander. Ook is er wantrouwen over de goede bedoelingen. Beelden
pragmatisch gekozen voor de organisatievorm van de JGZ: eerst de
die organisaties van elkaar hebben, spelen daarbij een rol.
inhoud, dan volgt het organisatiemodel vanzelf. In de praktijk
Bijvoorbeeld de gemeentelijke stroperigheid, de politieke waan van
betekent dit dat de huidige uitvoerders ook in de nabije toekomst
de dag, arrogantie van de thuiszorg, gebrek aan transparantie bij de
de uitvoerende organisaties zullen blijven. In een beperkt aantal
GGD.
regio´s is al wel vroegtijdig de keuze gemaakt voor een andere
Beelden en wantrouwen veroorzaken spanning en conflicten. Om
optie, namelijk voor één uitvoeringsorganisatie voor de JGZ. Dat
daar uit te komen, is het van belang steeds te analyseren wat er aan
betekent een fusie tussen de uitvoerende organisaties ofwel een
de hand is, procesmatig te werk te gaan, uitermate veel aandacht te
integratie in de GGD van de ouder- en kindzorg. Deze keuze wordt
besteden aan communicatie en last but not least simpelweg te
vaak niet op inhoudelijke gronden gemaakt, maar op grond van
accepteren dat het tijd kost om draagvlak te krijgen voor integrale
motieven van bedrijfsmatige aard of uit oogpunt van sentimenten
jeugdgezondheidszorg.
en eerdere ervaringen. Een dergelijke keuze op voorhand, en veelal zonder alle partijen erbij te betrekken, heeft in een aantal regio´s tot conflicten geleid en negatief uitgewerkt voor de samenwerking. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Slechts in drie regio’s is deze keuze ook daadwerkelijk gerealiseerd: in Nijmegen, Gooi en Vechtstreek en Amstelland en Meerlanden. Elders kiezen de partijen eieren voor hun geld en is een ander samenwerkingmodel gerealiseerd.
TASK FORCE
jgz
17
Samengaan of samendoen vraagt om zorgvuldige afweging
5. Definitieve keuze voor samendoen of samengaan
De keuze voor een definitieve organisatievorm is in veel regio´s nog
Deze keuze zal bepaald moeten worden door de resultaten van een
niet gemaakt. Wat er ook gekozen wordt, het is raadzaam de
evaluatie aan het eind van het project. Een evaluatie op grond van
volgende vijf stappen zorgvuldig te doorlopen:
de van tevoren gestelde doelen. In welke vorm heeft de integrale jeugdgezondheidszorg de meeste kans van slagen in deze regio?
1. Strategiebepaling door de afzonderlijke organisaties
Naarmate een van de organisaties meer opteert voor zelfstandig-
Zorg eerst voor helderheid of de samenwerking past binnen de
heid, voor eigen identiteit, voor eigen cultuur en ook over de
doelen en uitgezette koers. Dit betekent een strategische
middelen beschikt om zelf risico´s af te dekken, zal samendoen de
oriëntatie door zowel de gemeenten en de thuiszorg als de GGD.
voorkeur hebben boven samengaan. Samen gaan is eerder aan de
2. Oriëntatie op de gezamenlijkheid
orde als een steviger positie op de markt nodig is, als
Wat is de gezamenlijke visie op de integrale jeugd-
bedrijfsrisico´s te groot worden, als integratie van bedrijfs-
gezondheidszorg? Wat is het gezamenlijke idee over de samen-
processen nodig is, als afzonderlijke investering in kwaliteit teveel
werking? Een haalbaarheidsonderzoek ligt voor de hand: een
kost en als schaalvoordelen behaald kunnen worden.
toets op wat er mogelijk is, plus de voor- en nadelen en de randvoorwaarden voor de samenwerking. Is er sprake van een
Factoren die samenwerken beïnvloeden
‘fit’ en zo ja welke? Kan die in een intentieverklaring omgezet
1. Samenwerking is mensenwerk, mensen bepalen hoe ze met
worden? 3. Ontwerpen en uitwerken van de plannen
elkaar om willen gaan in het streven naar samenwerking. 2. Het samenwerkingsproces is primair een sociaal-psychologisch
Wat is de doelstelling van de samenwerking? Formuleer de
proces. Overeenkomsten en contracten zijn hoogstens formele
plannen in heldere en meetbare doelen. Zet een globale
sluitstukken van de samenwerking. Dus is het nodig om:
samenwerkingsvorm op met een globale begroting. Gedurende de
a.
Elkaar te leren kennen
planontwikkeling worden ideeën uitgewisseld, wordt er onderhan-
b.
Elkaar en elkaars belangen te begrijpen
deld over belangen en wordt draagvlak gecreëerd. Het plan krijgt
c.
Vertrouwen te winnen
vorm in een projectstructuur. Veel regio’s hebben een project voor
d.
Elkaar te respecteren
één of twee jaar opgezet en kiezen te vroeg voor het opheffen van
e.
Gemeenschappelijke doelen helder te krijgen.
een projectvorm. Terwijl die vorm het vaak mogelijk maakt om naast het gewone werk toch iets nieuws te ontwikkelen. 4. Projectmatig invoeren van de gekozen samenwerkingsvorm
3. Win/win-situaties creëren. Het is belangrijk om elkaar te leren kennen en te proberen bij te dragen aan de belangen van de ander. Steun de gemeenten in de zoektocht naar de beste manier om regie te voeren. Respecteer het belang van de GGD die het
kiezen. De medewerkers van het primaire proces (de professio-
aandeel van de JGZ in de bedrijfsvoering niet kan missen.
nals die het echte werk doen) zijn degenen die nieuwe werkwij-
Waardeer op een positieve manier het standpunt van de
zen en taakverdelingen aan de lijve ondervinden. Van hen
thuiszorgorganisaties dat zij een rol willen spelen in de openbare
worden veranderingen gevraagd.
gezondheidszorg en garanties willen voor behoud van de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg.
18
TASK FORCE
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Voor een succesvolle invoering is het van belang de lijn te
jgz
4. Vertrouwen ontwikkelen. Terwijl elke organisatie vanzelfspre-
De kans op succesvolle integratie is het grootst als de JGZ
kend een eigen belang heeft, is het toch zaak om het vertrouwen
uitgevoerd wordt vanuit één organisatie
te verdienen. Dit wordt niet zomaar gegeven. Een open relatie
De Task Force heeft op verschillende momenten in deze
zonder verborgen agenda’s heeft de meeste kans op succes.
eindrapportage aangegeven welke voorkeur bestaat voor een
Interactie en openheid over doelen en motieven helpen.
organisatievorm. Hieronder volgen de verschillende keuzes die
5. Gelijkwaardigheid in de samenwerking. Doelen, belangen en
gemaakt kunnen worden.
motieven van de ander zijn evenveel waard. Dit is vaak moeilijk te accepteren. Het betekent niet dat iedereen het met elkaar
Model 1: de GGD als uitvoerder
eens moet zijn, maar dat iedereen tijd en gelegenheid moet
Voordelen:
krijgen om de doelen en belangen en motieven uit te leggen.
• Eenduidigheid naar gemeenten en klanten en andere financiers.
Informatie en beeldvorming dienen vooraf te gaan aan oordeel-
• Gemeenten meer grip op integrale JGZ.
vorming en vervolgens definitieve besluitvorming.
• Bestuurlijke verankering eenvoudig.
6. Informatie voor en door de juiste mensen op het juiste moment moment. Vooral in het begin van een samenwerkingstraject gaat de
• Relatie met totale openbare gezondheidszorg en lokaal jeugd- en gezondheidsbeleid vanzelfsprekend.
aandacht sterk uit naar het bestuurlijke niveau. Medewerkers, de
• Integratie eenvoudiger.
ondernemingsraad en de cliëntenraad worden vaak te laat
• Epidemiologie en GVO direct bij de hand.
geïnformeerd en betrokken. Zowel de medewerkers als de
• Gezamenlijk personeelsbeleid mogelijk.
bestuurders moeten tijdig, helder en regelmatig geïnformeerd
• Aansturing van en samenhang in de uitvoering efficiënt en effectief.
worden.
• Implementatie van producten die integrale JGZ betreffen, stuiten
7. Een door alle partijen geaccepteerde trekker van de samenwer-
minder op weerstand.
king king. In samenwerking moet voortdurend geïnvesteerd worden,
Nadelen:
verwachtingen gemanaged, afspraken bewaakt, doelen gehaald
• Frictiekosten en fusiekosten.
en vertrouwen getoetst. Dat kan niet iedereen. Te vaak wordt
• Verandering rechtspositie.
iemand vanzelfsprekend vanuit een formele positie of vanuit een
• Afbreukrisico bestaande infrastructuur en kwaliteit.
van de organisaties benoemd als trekker. Terwijl een zorgvuldige
• Afbreuk van huidig lokaal circuit van de thuiszorg.
afweging van welke competenties nodig zijn voor zo’n functie
Kritische succesfactoren:
gepast is. Een verkeerde keus kan zowel de samenwerking als de
• Vermijden van de knipdiscussie.
persoon zelf schade toebrengen.
• De gevolgen voor de medewerkers betrekken in de overwegin-
8. Een gedeelde strategie voor de samenwerking. Er is een gedeelde visie nodig op de inhoud van de zorg en dienstverle○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
ning en de maatschappelijke functie op lokaal niveau.
TASK FORCE
jgz
gen en besluitvorming. • De interne communicatie gelijk laten verlopen in de betreffende organisaties. • Aandacht voor cultuurverschillen. • Tijd inruimen voor de fusieactiviteiten naast het gewone werk van de medewerkers.
19
Model 2: de thuiszorg als uitvoerder
Model 3: thuiszorg en GGD blijven uitvoerder, integraal aanbod
Voordelen:
wordt gezamenlijk aangeboden
• Van oudsher herkenbare organisatie, dus laagdrempelig.
Voordelen:
• Eenduidigheid en grote herkenbaarheid en vertrouwdheid naar
• Maximaal benutten van huidige kracht en expertise van beide
klant. • Minder omslachtige besluitvorming. • Bevordert integratie.
organisaties. • Groei en ontwikkeling integrale JGZ via de geleidelijke weg mogelijk.
• Kwaliteit goed gewaarborgd.
• Nauwelijks reorganisatieproblemen.
• Dezelfde voordelen als bij de GGD als het gaat om
• Beide organisaties herkenbaar voor publiek/klanten.
personeelsbeleid, mogelijkheid voor aansturing en de kans op
• De inhoud staat centraal.
implementatie van nieuwe producten.
• Ruimte en tijd om het meest gewenste toekomstscenario te
Nadelen:
ontwikkelen.
• Fusiekosten en frictiekosten.
Nadelen:
• Grotere (onbekendheid met) afstand tot gemeenten.
• Veel samenwerkingsafspraken tussen gemeenten en GGD en
• Verandering rechtspositie (frictiekosten). • GGD verliest kerntaak en soms tot circa 60 procent van de Wcpv-inkomsten.
thuiszorg. Dit kost tijd en energie en dus ook geld. • Integratie wordt in principe niet bevorderd door gescheiden organisaties tenzij…
• Relatie met OGZ en lokaal jeugdbeleid minder vanzelfsprekend.
• Verschillende begrotings/beleidscycli.
• Epidemiologie en preventiedeskundigheid niet direct bij de
• Relatie met OGZ en lokaal beleid moet goed geregeld worden.
hand.
• Tweemaal investeren in integratieactiviteiten. Kritieke succesfactoren:
Model 1 is in meer of minder gevorderde fase gerealiseerd in drie
• Sturing aan het samenwerkingsproces.
regio’s: Nijmegen, Gooi en Vechtstreek en Amstelland en Meer-
• Heldere afspraken over taken, bevoegdheden en verantwoorde-
landen. Voor model 2 is tot nu toe nergens gekozen. De Task Force
lijkheden.
heeft een sterke voorkeur voor de uitvoering van de JGZ vanuit één
• Helderheid over financiën.
organisatie vanwege:
• Eenvoudig werkbaar model kiezen zonder knip in de leeftijden.
• de resultaten uit de experimenteerregio’s Nijmegen en Almere
• Evaluatie van het samenwerkingsmodel inbouwen met scherpe
• de ervaringen van twintig hoofden JGZ en ouder- en kindzorg in
criteria. • Vertrouwen( gedragsregels tijdens het proces).
overleg met de NSPOH.
• Frictie en integratiekosten. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
een leergang, georganiseerd door de Erasmus Universiteit in
Indien de tijd nog niet rijp is voor organisatorische integratie, de voorwaarden niet aanwezig zijn en de belangen teveel uiteen lopen, zal gekozen worden voor de ‘second best’ organisatievorm.
20
TASK FORCE
jgz
Vertrouwen
Arco Hofland, oud-wethouder gemeente Dalfsen (inmiddels
“Iedere gemeente heeft de opdracht gekregen om de JGZ
burgemeester Zwartewaterland): “Ik mis een trekker.”
integraal te maken. Logisch, zo kun je JGZ en jeugdbeleid dichter bij elkaar brengen. Goede communicatie is hierbij dé factor.
“Een cruciaal moment was voor mij het bezoek aan de consulta-
Zeker als je bedenkt dat de ene partij iets ‘verliest’ en de andere
tiebureaus. Ik heb gesproken met medewerkers en zag met
partij iets ‘wint’. Wat mij opvalt? Dat het succes voor een groot
eigen ogen hoe er wordt gewerkt en wat de problemen zijn. Op
deel zit in de betrokkenheid van de bestuurders. In regio’s waar
dat moment besefte ik wat een verantwoordelijkheid je als
het niet vlot loopt, zie je vaak dat de professionals elkaar wel
gemeente heb. Wat ik lastig vind aan dit hele traject? Dat er
vinden. Maar op bestuurlijk niveau loopt men niet hard. Er is
regionaal niet één bestuurlijk iemand verantwoordelijk is, ik mis
echter nog een succesfactor. Ik heb in het verleden heel wat
soms iemand die de mensen meetrekt. Daardoor blijft een
fusies begeleid. Dan zie je dat, als de persoonlijke verhoudingen
overleg soms vaag.”
goed zijn, het samenwerkingsproces ook goed verloopt. Omgedraaid in termen van de JGZ: als er in het verleden ervaringen zijn opgedaan die het vertrouwen hebben geschaad, vergt het extra veel inzet om de fusie goed te laten verlopen. Maar het kan wel, is mijn ervaring. Met goede communicatie!”
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
Ad van Helvoort (nieuwsbrief Task Force JGZ, december 2003)
TASK FORCE
jgz
21
4. Van beleid naar uitvoering: belemmeringen op macro- en microniveau Robert Schaafsma
Vier experimenten De daadwerkelijke implementatie van de integrale JGZ vond - los
In dit hoofdstuk vindt u aanbevelingen voor het organiseren en
van de TRV- en RSU-gelden - nagenoeg plaats zonder aanvul-
structureren van de integrale JGZ. De tips zijn gebaseerd op de
lende middelen. Wel zijn voorafgaand aan de start van de
vragen die afgelopen twee jaar aan de Task Force zijn gesteld.
integrale JGZ vier experimenten gefinancierd. Het doel van de experimenten was om de diverse mogelijkheden rond samen-
Zonder implementatie geen integratie
werking te verkennen. De overdracht van de resultaten werd
In processen waarbij decentralisatie en overdracht van middelen
volledig aan de experimenteerregio’s zelf overgelaten. Van een
centraal staan, is de afronding van het bestuurlijke proces vaak de
systematische onderlinge afstemming en coördinatie was weinig
belangrijkste mijlpaal. De implementatie van die besluitvorming in
te merken. Het gevolg hiervan was dat, toen de resultaten van
de praktijk is echter net zo belangrijk. De manier waarop landelijk
de experimenten JGZ bekend waren, ze alweer achterhaald
en lokaal hierin wordt geïnvesteerd (inhoudelijk en financieel),
waren waardoor er weinig van kon worden geleerd.
varieert. Een uniforme productbegroting Bij de totstandkoming van de integrale JGZ wordt veel aan veld-
is een voorwaarde voor implementatie
partijen overgelaten. Er is vooral gekeken naar het voltooien van de
Kort na de start van het implementatieproces in 2003 bleek er
inhoudelijke en financiële processen en beperkt naar de daadwer-
behoefte te bestaan aan een modelsystematiek voor een
kelijke praktische uitvoering. Vooral in situaties waar de overdracht
productbegroting JGZ waarmee de gemeenten op uniforme wijze de
van verantwoordelijkheden naar gemeenten in het geding is, is dit
begrotingen van GGD’en en thuiszorginstellingen zouden kunnen
zichtbaar. Het Jeugdgezondheidszorg Overleg (JGO) volgt op
vergelijken. Zowel Z-org (voorheen de LVT) als GGD Nederland
landelijk niveau de voortgang van de landelijke implementatie van
pakten de handschoen op en ontwikkelden ieder voor zich een
het basistakenpakket en stuurt zonodig het proces bij.1 Met deze
productbegroting. Pas in oktober 2003 namen beide organisaties
keuze wordt de verantwoordelijkheid voor het oplossen van
het besluit de productbegrotingen op elkaar af te stemmen. Een
knelpunten in de praktijk bij partijen in het veld gelaten, zelfs als de
gezamenlijke werkgroep van GGD Nederland en Z-org werkt
knelpunten bovenregionaal of zelfs landelijk zijn. Heeft deze
sindsdien toe naar één gezamenlijk model voor JGZ 0-19 jaar.
structuur voldoende bestuurlijke daadkracht om knelpunten Een eerste opzet voor een uniforme productbegroting JGZ 0-19 jaar
Het is aan de gemeenten om te tonen dat zij voldoende slagkracht
is inmiddels beschikbaar. Deze zit in de validatiefase. Dit betekent
hebben om tot implementatie over te gaan en niet te wachten tot
dat de productbegroting wordt getoetst bij JGZ-instellingen en
alles op landelijk niveau geregeld is. Het proces zal gaandeweg
gemeenten en dat het rekenmodel verder wordt uitgewerkt.
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
effectief op te lossen?
immers vorm krijgen. Dat kan de regio zelf.
22
TASK FORCE
jgz
Een elektronisch cliëntendossier is in het belang van alle kinderen
Aanbeveling
De jeugdgezondheidszorg heeft meer dan 5,4 miljoen dossiers van
Procesondersteunende experimenten moeten een duidelijke
kinderen. Deze dossiers bestaan grotendeels uit papier. Dit kost tijd
plaats in het traject hebben en goed geëvalueerd worden. Bij
en geld en maakt de jeugdgezondheidszorg minder efficiënt. Door
voorkeur moeten de ondersteunende projecten afgerond zijn
informatisering kan dit probleem worden opgelost en de signalering
voordat tot invoering wordt overgegaan. Als dit niet mogelijk
van risicokinderen worden verbeterd. Het ministerie van VWS heeft
blijkt, is een strakke regie, ook op lokaal niveau, onontbeerlijk.
eind 2004 met Z-org, GGD Nederland en de VNG de afspraak gemaakt om de jeugdgezondheidszorg te informatiseren. De eerste
De financieringssystematiek moet worden aangepast
stap is in juni 2005 gezet: het vaststellen van de standaarden in de
Wijziging van het systeem van financiering en de verdeling van de
basisgegevensset voor de jeugdgezondheidszorg. Deze basisset
middelen stond centraal in de totstandkoming van de integrale JGZ.
bestaat uit een verzameling van gegevens rondom een kind die
Voorafgaand aan de besluitvorming is een gedetailleerde bereke-
minimaal nodig is om de gezondheid van het kind goed te kunnen
ning gemaakt van de consequenties van de nieuwe financierings-
bewaken. Door standaardisering kunnen de gegevens gemakkelijk
systematiek. Vanaf het begin hebben veel gemeenten al aangege-
tussen jeugdgezondheidszorginstellingen uitgewisseld worden,
ven dat ze te weinig of te veel middelen voor de uitvoering van het
evenals met andere zorgverleners zoals huisartsen en verloskundi-
uniforme deel ontvangen. Het grote aantal vragen dat in de
gen. De gegevensset is door het zorgveld en onder regie van NICTIZ
afgelopen twee jaar aan het ministerie VWS en aan de Task Force
gerealiseerd. De set zal eerst worden getest door ‘koplopers’ in de
over de verdeling van de middelen is gesteld, geeft aan dat
JGZ (Amsterdam, Rotterdam, Vlaardingen en Den Haag) die al enige
getwijfeld kan worden aan de gekozen verdelingsmechanismen. Het
tijd geleden begonnen zijn met de invoering van het elektronisch
lijkt erop dat de berekeningen die de basis vormen voor de
cliëntendossier. De verwachting is dat aan het eind van het
verdeling onvoldoende aansluiten bij de praktijk. Dit heeft niet
programma in 2007 een groot deel van de JGZ ‘geïnformatiseerd’ is.
zozeer te maken met het feit dat er op macroniveau te weinig
Het ministerie van VWS heeft onlangs (september 2005) 25 miljoen
middelen beschikbaar worden gesteld, maar is terug te leiden naar:
extra beschikbaar gesteld. Dit betekent dat de positieve effecten
a
De verdeelsystematiek van het Gemeentefonds (deze kent geen categorie 0-4 jarigen).
van de informatisering binnen afzienbare tijd volledig benut kunnen worden.
b
Tips
c
De JGZ voor 0-4 jarigen: deze is beduidend duurder dan de JGZ voor 4-19 jarigen.
• Spreek met elkaar over wat er in het elektronisch cliënten-
De peildatum van het aantal 0-19 jarigen: deze is gebaseerd op het voorgaande jaar (t-1).2
dossier komt en werk mee aan het ‘vullen’ van het dossier. • Wacht niet tot het dossier volledig is, maar maak tussendoor ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
al afspraken over het gebruik ervan. • Zorg dat het niet bij signaleren blijft, maar maak afspraken over wie wanneer actie onderneemt (en welke actie).
TASK FORCE
jgz
Een oplossing hiervoor is nog niet gevonden. De consequentie kan zijn dat de betrokken gemeenten zelf prioriteiten stellen om de uitgaven in evenwicht te brengen met de inkomsten. Het hoeft geen betoog dat dit consequenties heeft voor de omvang van het pakket (inhoud volgt geld).
23
Het JGO is terughoudend om vooruitlopend op de evaluatie
Het uniforme deel van het basistakenpakket omvat ongeveer
daadwerkelijk aan deze gesignaleerde problemen tegemoet te
negentig procent van het totale overgehevelde budget van de RSU.
komen. Dit is te verklaren, maar het doet naar de mening van de
Voor tien procent van het budget kan de gemeente derhalve invloed
Task Force geen recht aan de problemen die het lokale niveau
uitoefenen. De stelling dat gemeenten maar beperkt zeggenschap
ondervindt. Financiële knelpunten mogen voor de uitvoerende
over de inhoud van het JGZ-pakket hebben, lijkt vanuit dit oogpunt
organisaties geen aanleiding zijn om het basistakenpakket niet
terecht. De financiële consequenties van de integrale JGZ zijn voor
volledig uit te voeren. Met het oog op de evaluatie van de integratie
veel gemeenten leading (inhoud volgt geld). Hiermee wordt de
in 2006 is het van belang dat er inzicht is in de echte kosten van de
financiële armslag van gemeenten toch bepalend voor de wijze van
uitvoering (geld volgt inhoud). Alleen dan zal er aanleiding zijn om
uitvoering van het basistakenpakket. Dit leidt ertoe dat er verschil-
de verdelingssystematiek aan te passen.
len in de kwaliteit van de uitvoering ontstaan. De gemeente en uitvoerders moeten zich realiseren dat de HKZ-certificering per 1 januari 2006 verplicht is.
Tip Registreer en formuleer de belemmeringen in de regelgeving en de financieringssystematiek in de eigen regio.
Naast het maatwerkdeel kunnen gemeenten aan thuiszorg en/of
Communiceer die bevindingen.
GGD’en een opdracht geven om ook andere diensten op het gebied van de JGZ aan te bieden. Deze activiteiten zijn ‘vrij beleid’ en
Gemeenten hebben zeggenschap over beleid en inhoud
kunnen per gemeente verschillen. Ze vallen immers niet onder het
Het basistakenpakket bestaat uit een uniform deel en een maat-
maatwerkdeel maar onder een ‘pluspakket’. Voor die activiteiten
werkdeel. Het hele basistakenpakket moet uitgevoerd worden,
stellen gemeenten een extra (niet-RSU) budget ter beschikking.
hierover bestaat geen enkele twijfel. Het pakket omvat zes productgroepen, 29 producten en 54 omschreven activiteiten. Het uniforme deel is nauwkeurig beschreven en kent geen beleidsvrijheid voor de gemeenten, terwijl met behulp van de uitkomsten van de activiteiten uit het basispakket de gemeenten wel degelijk beleid kunnen en moeten formuleren. De gemeenten hebben wel vrijheid als het gaat om de maatwerkproducten. Maar ook hier geldt dat zij verplicht zijn het gehele maatwerkdeel (elf producten) uit te voeren. Voor alle jeugdigen en alle groepen jeugdigen waarvan op basis van het uniforme deel is vastgesteld dat zij ‘zorg op maat’ nodig hebben, moet een aanbod zijn. Een gemeente die geen budget ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
voor de uitvoering van het maatwerkdeel ter beschikking stelt, is in overtreding met de wet. Tijdens de regionale conferenties van de Task Force kwam naar voren dat gemeenten deze uitleg onvoldoende beseffen en om budgettaire redenen hier vanaf wijken.
24
TASK FORCE
jgz
De gemeente moet de regie niet aan de GGD geven
Aanbeveling
De aanname bij de regiefunctie integrale JGZ 0-19 jaar is dat
Leg vast dat de GGD wel als adviseur van de gemeente kan
gemeenten deze taak oppakken. Dit kan natuurlijk alleen als
optreden, maar dat de regiefunctie niet overgedragen mag wordt
gemeenten voldoende capaciteit hebben om deze regietaak naar
aan de GGD. De regie moet altijd onder de directe verantwoorde-
behoren uit te voeren. Mogelijk blijkt uit de landelijke evaluatie dat
lijkheid van het gemeentelijk bestuur vallen. Bepaal ook of de
er een groei van de ambtelijke capaciteit bij gemeenten is te
ambtelijke capaciteit voor de integrale JGZ wel voldoende is
signaleren voor de JGZ. Maar met uitzondering van de grote
meegegroeid met de uitbreiding van het takenpakket.
gemeenten heeft de Task Force de indruk dat het nog maar sporadisch voorkomt dat er voldoende (kwantitatief en kwalitatief )
Als de regels afnemen, neemt de bureaucratie toe
geschoold personeel aanwezig is. Als gevolg hiervan komt het voor
Een veel gehoorde opmerking tijdens de regionale werkconferenties van
dat de gemeente de regietaak aan de GGD uitbesteedt en zich
de Task Force was dat, nu de financiële middelen zijn overgeheveld, er
alleen richt op de kosten van die uitvoering. De consequentie van
onevenredig veel tijd zit in de bureaucratie. Het management is veel tijd
deze keuze mag niet onderschat worden. Niet alleen is het naar de
kwijt aan het voldoen aan de vele vragen rond de omvang en de kosten
mening van de Task Force nagenoeg onmogelijk om de gemeente-
van het takenpakket. Uiteraard moet transparantie worden geboden en
lijke regie neer te leggen bij een regionale GGD, ook de samenwer-
moet ervan uitgegaan worden dat de toegenomen bureaucratie tijdelijk
king met de thuiszorgorganisaties kan hier ernstig onder lijden,
is. Na het proces van gewenning zal dit tot normale proporties moeten
zeker in regio’s waar overwogen wordt om de gehele JGZ bij de GGD
zijn teruggebracht. Het is zaak hier wel alert op te blijven. Als de
onder te brengen. De GGD is in die gevallen zowel adviseur van de
gewijzigde financieringssystematiek tot meer bureaucratie gaat leiden,
gemeente als regisseur, uitvoerder en concurrent van de thuiszorg-
dan zal dit ten koste gaan van de uitvoering van de JGZ. Dat zou een
organisatie. Deze dubbele pettenproblematiek komt op veel
onbedoeld neveneffect zijn van de overheveling. De overheveling moet
plaatsen voor en werkt zelden in het voordeel van de integrale JGZ.
immers ook leiden tot efficiencywinst.
Organisatorische tussenvormen mogen niet
1
Gemeenten hebben de regie over de organisatorische aansturing:
als opvolger van de Stuurgroep JGZ die belast was met de bewaking van de uitvoering van
wie doet wat binnen de integrale JGZ? Maar ook op dit punt is de
het Convenant JGZ. Hiermee is het JGO het gespreksgremium voor de belangrijkste
gemeente wel gebonden. De organisatorische onderbrenging is
bestuurlijke beslissingen. De Task Force heeft steeds periodiek zijn bevindingen aan het
immers wettelijk bepaald. Feitelijk heeft de gemeente de volgende
JGO gerapporteerd.
In het JGO participeren VWS, VNG, Z-org en GGD Nederland. Het JGO kan gezien worden
keuzes: laten zoals het is (0-4 jarigen bij de thuiszorg en 4-19 jarigen bij de GGD), alles bij de thuiszorgorganisatie onderbrengen
2
of alles bij de GGD. Tussenvormen (een nieuwe organisatie
groot negatief effect, door de t-1 financieringssystematiek (het negatieve naijleffect) in
oprichten die beide taken uitvoert) zijn niet toegestaan.
combinatie met grote aantallen jonge kinderen in de Vinexwijken.
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
De gemeenten met Vinexlocaties hebben bovendien te maken met een onevenredig
TASK FORCE
jgz
25
Communicatie
Tip
“Voor de thuiszorg en gemeenten is goed communiceren een
• Maak helder wat u van elkaar verwacht. Bepaal als gemeente
heikel punt. Het lijkt soms wel of ze een andere taal spreken.
eerst wat uw beleidsdoelen zijn voor de JGZ of liever breder
Voor een deel kan ik dat begrijpen. De thuiszorg is een
voor het gemeentelijk jeugdbeleid (lokaal gezondheidsbeleid).
productgerichte organisatie: ‘dit is het pakket dat wij leveren’.
• Geef de uitvoerders (GGD en thuiszorg) de ruimte om aan te
Gemeenten zijn meer gericht op het beleid en het proces: ‘waar
geven hoe zij met hun activiteiten (inclusief het basistaken-
gaan we naartoe?’ In verschillende trajecten die we begeleiden,
pakket) een bijdrage aan dit beleid kunnen leveren en welke
valt het mij op dat het moeite kost om op hetzelfde niveau te
kosten hieraan verbonden zijn. Maak hierover afspraken en
komen. Er gaat veel tijd zitten in de communicatie.
monitor die.
Het is algemeen bekend dat goede communicatie een voorwaarde is voor goede samenwerking. Concreet betekent dit dat
Aanbeveling
(a) de boodschap helder verzonden moet worden en (b) de
Voor het aflopen van de RSU-regeling moet een adequate
boodschap moet aankomen. Het klinkt als een open deur, maar
verdelingssystematiek worden gecreëerd. Als er goed inzicht in
in de praktijk gebeurt dit niet altijd. Dan zegt bijvoorbeeld de
de uitvoering en de financiële consequenties op lokaal niveau
thuiszorg: ‘dit bieden wij’. De gemeente antwoordt: ‘maar wij
ontstaat (de lokale en regionale productbegrotingen worden
hebben andere ideeën’. Einde gesprek. Eigenlijk zou de
opgesteld), moet het mogelijk zijn de landelijke partijen te
thuiszorg moeten doorvragen: ‘wat voor ideeën hebben jullie en
overtuigen van de noodzaak tot aanpassing van de verdelings-
hoe zouden we die kunnen vormgeven?’ En de gemeente zou
systematiek.
zich kunnen inspannen om haar wensen helder te formuleren en te checken of die ook echt aankomen.”
Robert Schaafsma (Nieuwsbrief Task F orce JGZ, juli 2004) Vragen die de Task Force ontving (juni 2003 - mei 2005) 14 12 10
Inhoudelijk
8 6
Financieel
4
al ta
ta
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
8e
kw ar
al
al
ar kw 7e
6e
kw ar
ta
ta a
l
al 5e
kw
ar
ta
al ta
kw ar 4e
rta
3e
ta ar
kw a
kw 1e
2e
26
kw ar
al
al
2 0
TASK FORCE
jgz
5. Samenvatting en aanbevelingen Sinds 1 januari 2003 wordt in Nederland gewerkt aan de integrale
krijgen. Van horizontale integratie is nauwelijks sprake. Er is
jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar. De ‘knip’ qua leeftijd is eruit
onvoldoende regie van gemeenten op dit punt. Hier en daar zijn wel
gehaald. Doel: zoveel mogelijk kinderen bereiken en daarbij elk
enkele goede voorbeelden van lokale initiatieven, zoals opvoed-
kind de zorg geven die het nodig heeft. Gemeenten hebben de regie
winkels en de ouder- en kindcentra in Amsterdam, Rotterdam en
gekregen over de integrale jeugdgezondheidszorg (JGZ). De Task
Almere.
Force Jeugdgezondheidszorg – kortweg Task Force JGZ – is ingesteld om voor een periode van twee jaar de invoering van de integrale
De Task Force JGZ concludeert dat de kans op succesvolle integratie
jeugdgezondheidszorg te begeleiden.
het grootst is als de JGZ wordt uitgevoerd door één organisatie. Dat kan de GGD zijn of de thuiszorg. In drie regio’s is medio 2005 sprake
De Task Force JGZ stelt vast dat de integratie nog niet voldoende
van uitvoering door één organisatie (GGD): Nijmegen, Gooi en
gerealiseerd is. Dit geldt zowel voor de verticale als de horizontale
Vechtstreek en Amstelland en Meerlanden.
integratie. Verticale integratie wil zeggen: de continuïteit in de preventieve zorg voor de jeugdige van 0 tot 19 jaar op het gebied
Concrete aanbevelingen
van lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheid. Dat betekent
• Neem de tijd om een heldere (gedeelde) visie en missie te
dat uitvoeringsorganisaties de opdracht krijgen om de uitvoering te doen op grond van één visie, helder beleid over risicokinderen, één registratiesysteem, gezamenlijke scholing etc. Deze verticale
ontwikkelen en een gezamenlijk doel. Organiseer een visiediscussie en gezamenlijke visieontwikkeling (gemeenten). • Wees duidelijk over de rol die bij de verschillende handelingen
integratie is nog te weinig gerealiseerd. In veel regio´s zijn wel
wordt vervuld: de rol van regisseur (geef aan vanuit welke
inhoudelijke projectgroepen gestart en wordt het basistakenpakket
functie) of de rol van opdrachtgever.
voor het grootste deel uitgevoerd. Maar de werkelijke longitudinale bewaking van de gezondheidssituatie van de jeugdigen, zowel op uniforme wijze als met behulp van maatwerk, is nog niet goed ingevoerd. Het proces is nog in volle gang. Verder heeft er nog geen evaluatie plaatsgevonden over wat de klanten van het aanbod vinden, of de preventieve zorg beter is geworden en of er doelmati-
• Maak gebruik van de kennis en kunde van professionals, spreek professionals aan op hun kwaliteiten, maar ga niet op hun stoel zitten. • Draag de regietaak nooit over aan een andere partij (gemeenten). • Zorg voor kwalitatief en kwantitatief voldoende menskracht en middelen in eigen huis.
ger wordt gewerkt.
• Zorg voor een helder implementatieplan waarin de rollen, taken Ook horizontale integratie is zelden gerealiseerd. Hieronder wordt ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
verstaan: afstemming met alle lokale en regionale voorzieningen
en bevoegdheden duidelijk zijn weergegeven. • Spreek heldere verantwoordingskaders af, die voor zoveel
die bij de ontwikkeling van de jeugdige een rol spelen. Deze
mogelijk betrokken partijen gelijk zijn en zo mogelijk meerjarig
afstemming is erop gericht tijdig signalen op te kunnen vangen van
zijn.
jeugdigen die risico’s lopen, zodat zij optimale steun of hulp
TASK FORCE
jgz
• Instrumenteer de implementatie adequaat.
27
• Wees duidelijk over de financiële randvoorwaarden. Maak een
Twee sprekers tijdens de werkconferentie van de Task Force JGZ
projectbegroting waarin de extra inzet van medewerkers is meegeteld.
Waar bent u het meest tevreden over?
• Zorg voor draagvlak voor de urgentie van de verandering.
Lia Franken, wethouder Anna Paulowna: “Ik ben het meest
• Organiseer de succesfactoren voor verandering: goede bestuur-
tevreden over het feit dat de vertrouwensband met de thuiszorg
lijke argumenten, een goed projectplan, een competente
is hersteld.”
projectleider.
Ineke van der Zande, directeur GGD Amstelland-de Meerlanden:
• Besteed aandacht aan een zorgvuldige facering van het project. Benoem per fase de resultaten die behaald moeten worden en
“Ik ben tevreden dat het ons iedere keer weer lukt om de inhoud voorop te laten staan.”
de partijen die verantwoordelijk zijn. • Geef inzicht in de geleverde producten/prestaties en kosten (GGD/thuiszorg). • Ken uw eigen rol/positie en cultuur alsmede die van de andere partners.
Wat is lastig? Lia Franken: “Het was heel confronterend om te ontdekken dat we als regio onvoldoende sturing hebben gegeven aan de processen.”
• Ken elkaar en elkaars interne procedures.
Ineke van der Zande: “Het meest lastige was om zicht te krijgen
• Leer elkaar kennen, ontwikkel vertrouwen.
op de financiën. De financieringssystemen verschilden van elkaar. De thuiszorg hoeft op detailniveau deze informatie niet te hebben. Ik vond het een gouden greep dat wij een bureau hebben gevraagd de kosten op detailniveau uit te zoeken, voor beide partijen. Wij konden vervolgens allebei teruggrijpen op die cijfers.”
Handig, zo’n werkconferentie? Lia Franken: “Wat mij vandaag opvalt, is dat iedereen ontzettend betrokken is bij het product. Je leert heel veel in dit soort bijeenkomsten. Die betrokkenheid zie je trouwens niet alleen vandaag maar tijdens het hele proces.” Ineke van der Zande: “Iedereen zit vandaag op het puntje van zijn stoel. We hebben het over grote belangen, de gezondheid van kinderen. Ik ben vandaag opnieuw tot het besef gekomen ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
hoe belangrijk het is dat wethouders de regie op zich nemen.”
28
TASK FORCE
jgz
Bijlage
integrale Jeugdgezondheidszorg als aan het belang van de
Voorbeeld competentieprofiel voor een projectleider
betrokken organisaties. • De partijen achter een gezamenlijk belang krijgt.
Profiel Projectleider Integrale Jeugdgezondheidszorg
• Ontwikkelingen aanstuurt op een procesmatig niveau en de inbreng van de deelnemende partijen zodanig inspireert en beïnvloedt dat er resultaatgericht gewerkt wordt.
Functie-eisen • Academisch werk- en denkniveau. • Ervaring met het werkveld van de jeugdgezondheidszorg en
Toelichting
kennis van de actuele ontwikkelingen in de jeugd-
Dit profiel is gebaseerd op meerdere profielen. Per regio kunnen
gezondheidszorg.
andere accenten gelegd worden, afhankelijk van de specifieke
• Ervaring met het leiden van (meerdere) complexe, organisatieoverstijgende projecten.
opdracht die de projectleider krijgt. De opdracht wordt meestal (de meest gewenste situatie) gegeven door een stuurgroep integrale
• Ervaring in een politiek/bestuurlijke context.
JGZ, samengesteld uit bestuurders van de gemeenten en directies van de instellingen.
Competenties
De lokale/regionale context en de fase waarin de integratie zich
De projectleider:
daar bevindt, bepaalt de invulling van het project. Is de besluitvor-
• Is een taakgericht manager.
ming al rond bij de gemeenten? Moeten de plannen nog gemaakt
• Bevordert synergie.
worden, moet een bestaand plan uitgevoerd worden of is het
• Heeft oog voor groepsprocessen in een veranderingstraject.
project al gaande maar moet het weer vlot getrokken worden? Al deze omstandigheden bepalen mede wat de opdracht is voor een
Dat wil zeggen dat de projectleider:
projectleider.
• Op basis van de projectdoelstelling opdrachten formuleert en taken verdeelt. • In overleg taken en verantwoordelijkheden delegeert, expliciete instructies geeft over taken, doelen en planningen en afspraken maakt. • Zich op de hoogte stelt van resultaten, nagaat of anderen de opgedragen taken hebben uitgevoerd en mensen aanspreekt op het niet nakomen van afspraken en daarover heldere feedback geeft. ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
• Adequaat terugkoppelt naar de opdrachtgever/de stuurgroep. • Conflicten oplost zonder te forceren tussen diverse partijen met verschillende belangen (gemeenten, thuiszorg, GGD). • Een oplossing zoekt die zowel voldoet aan het belang van de
TASK FORCE
jgz
29
Task Force JGZ Opdracht De Task Force Jeugdgezondheidszorg is op 1 juni 2003 ingesteld door de convenantpartijen in de jeugdgezondheidszorg: het ministerie van VWS, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg en GGD Nederland. Opdracht: de weg effenen voor een soepele invoering van het basispakket Integrale Jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar. Op 1 juni 2004 is deze opdracht met een jaar verlengd. Op 1 juni 2005 beëindigde de Task Force haar werkzaamheden.
Mr. Sandra Korthuis, op voordracht van de VNG Sandra Korthuis werkt als zelfstandig adviseur voor lokale overheden en (non)-profitorganisaties. Van 1998 tot 2002 was zij wethouder Financiën en Volksgezondheid in Rotterdam. Eerder zat ze in de gemeenteraad van Rotterdam en werkte ze bij de rijksoverheid en twee kleinere gemeenten.
Mr. Robert Schaafsma, op voordracht van het ministerie van VWS Robert Schaafsma is directeur van het Stimuleringsfonds Openbare Gezondheidszorg. Daarvoor werkte hij bij het ministerie van VWS, onder meer op het terrein van collectieve preventie en ziektebestrijding. Ook heeft hij als secretaris van ZonMw meegewerkt aan de uitvoering van het eerste preventieprogramma.
Drs. Lineke Jonkers-Kuiper, op voordracht van GGD Nederland Lineke Jonkers is organisatie-adviseur en begeleidt samenwerkings- en veranderingsprocessen van organisaties in de zorg. Ze werkte bijna tien jaar als directeur bij de GGD Zuid-Holland Noord. Daarvoor werkte ze bij
Drs. Ad van Helvoort, op voordracht van de LVT
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
het NIZW en in de thuiszorg als GVO-consulent, onder meer op het terrein van de JGZ.
Ad van Helvoort was tot 2001 directeur van Thuiszorg Eindhoven. Eerder werkte hij als directeur van de Provinciale Noord-Brabantse Kruisvereniging en als zelfstandig adviseur. Na een vervroegde uittreding vervult hij verschillende bestuursfuncties op het gebied van sport en gezondheidszorg.
30
TASK FORCE
jgz
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
TASK FORCE
jgz
colofon © Task Force JGZ, november 2005 Eindredactie: Tekstburo Gort, Diemen Vormgeving en druk: Drukkerij Kerkhove, Beilen
31
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
32
TASK FORCE
jgz
○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
GGD Nederland
VNG
Z-org
Platform JGZ
Ministerie van VWS
Postbus 85300
Postbus 30435
Postbus 100
Helsinkilaan 4
Postbus 20350
3508 AH Utrecht
2500 GK Den Haag
3980 CC Bunnik
3446 AH Woerden
2500 EJ Den Haag
(030) 252 30 04
(070) 373 83 93
(030) 659 62 11
(0348) 43 55 10
(070) 340 79 11