Trends in gezondheidsklachten en gezondheidsgedrag van jongeren Resultaten van de studie Jongeren en gezondheid Prof. Dr. B. Deforche en Dr. A. Hublet
Health Behaviour in School-Aged Children: WHO Collaborative Cross-national Study
Methodologie en uitgebreide data: www.jongeren-en-gezondheid.ugent.be www.hbsc.org (internationaal)
International survey of adolescent health and health behaviour in social and developmental context
1983/84
1 2 3 4 5
England Finland Norway Austria Denmark*
1985/86
1 Finland 2 Norway 3 Austria 4 Belgium (French) 5 Hungary 6 Israel 7 Scotland 8 Spain 9 Sweden 10 Switzerland 11 Wales 12 Denmark* 13 Netherlands*
1989/90
1 Finland 2 Norway 3 Austria 4 Belgium= 5 Hungary 6 Scotland 7 Spain 8 Sweden 9 Switzerland 10 Wales 11 Denmark* 12 Netherlands* 13 Canada 14 Latvia* 15 N Ireland* 16 Poland
1993/94
1 Finland 2 Norway 3 Austria 4 Belgium (French) 5 Hungary 6 Israel 7 Scotland 8 Spain 9 Sweden 10 Switzerland 11 Wales 12 Denmark 13 Netherlands 14 Canada 15 Latvia 16 N Ireland 17 Poland 18 Belgium (Flemish) 19 Czech Republic 20 Estonia 21 France 22 Germany 23 Greenland 24 Lithuania 25 Russia 26 Slovak Republic
1997/98
1 Finland 2 Norway 3 Austria 4 Belgium (French) 5 Hungary 6 Israel 7 Scotland 8 Spain 9 Sweden 10 Switzerland 11 Wales 12 Denmark 13 Canada 14 Latvia 15 N Ireland 16 Poland 17 Belgium (Flemish) 18 Czech Republic 19 Estonia 20 France 21 Germany 22 Greenland 23 Lithuania 24 Russia 25 Slovak Republic 26 England 27 Greece 28 Portugal 29 Rep. of Ireland 30 USA
2001/02
1 Finland 2 Norway 3 Austria 4 Belgium (French) 5 Hungary 6 Israel 7 Scotland 8 Spain 9 Sweden 10 Switzerland 11 Wales 12 Denmark 13 Canada 14 Latvia 15 Poland 16 Belgium (Flemish) 17 Czech Republic 18 Estonia 19 France 20 Germany 21 Greenland 22 Lithuania 23 Russia 24 Slovak Republic 25 England 26 Greece 27 Portugal 28 Rep. of Ireland 29 USA 30 Macedonia, tfyr 31 Netherlands 32 Italy 33 Croatia 34 Malta 35 Slovenia 36 Ukraine
2005/06 1 Finland 2 Norway 3 Austria 4 Belgium (French) 5 Hungary 6 Israel 7 Scotland 8 Spain 9 Sweden 10 Switzerland 11 Wales 12 Denmark 13 Canada 14 Latvia 15 Poland 16 Belgium (Flemish) 17 Czech Republic 18 Estonia 19 France 20 Germany 21 Greenland 22 Lithuania 23 Russia 24 Slovak Republic 25 England 26 Greece 27 Portugal 28 Rep. of Ireland 29 USA 30 Macedonia, tfyr 31 Netherlands 32 Italy 33 Croatia 34 Malta 35 Slovenia 36 Ukraine 37 Bulgaria 38 Iceland 39 Luxembourg 40 Romania 41 Turkey
2009/10 1 Finland 2 Norway 3 Austria 4 Belgium (French) 5 Hungary 6 Israel 7 Scotland 8 Spain 9 Sweden 10 Switzerland 11 Wales 12 Denmark 13 Canada 14 Latvia 15 Poland 16 Belgium (Flemish) 17 Czech Republic 18 Estonia 19 France 20 Germany 21 Greenland 22 Lithuania 23 Russia 24 Slovak Republic 25 England 26 Greece 27 Portugal 28 Rep. of Ireland 29 USA 30 Macedonia, tfyr 31 Netherlands 32 Italy 33 Croatia 34 Malta 35 Slovenia 36 Ukraine 37 Bulgaria 38 Iceland 39 Luxembourg 40 Romania 41 Turkey 42 Albania 43 Armenia
Overzicht • Gezondheid en Gezondheidsklachten bij jongeren: trends • Gezondheidsgedrag: Voeding en middelengebruik
Subjectieve gezondheid bij jongeren naar leeftijd 2010 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
2 9
2 15
3 18
4 21
46 51
42
32
11-12 13-14 JONGENS
zeer goed
53
4
4
4
20
20
28
51 52
26
24
15-16
17-18
goed
3 11
54
35
22
11-12 13-14 MEISJES
redelijk
54
55
15
13
15-16
17-18
niet goed
Subjectieve gezondheid bij jongeren naar opleiding 2010 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
2 14
54
30 ASO JONGENS
zeer goed
4
4
3
21
23
22
55
57
51
24
18
19
TSO
BSO
ASO MEISJES
goed
redelijk
5
6
31
34
54
52
11
8
TSO
BSO
niet goed
Voedingsgewoonten
Fruit: 1 of meer keer per dag fruit eten Meisjes naar leeftijd
Jongens naar leeftijd 45 40 35 30
34
45 40 35 30
34
29 29
29
25
23
25
17 met leeftijd Consumptie daalt 15 16
45 40 35 30
HBSC 2010
24
24
23
19 20 14 14 14 dan 14 15 ASO hogere consumptie 10 TSO en BSO 5 0
HBSC studie – Universiteit Gent
ASO
TSO
BSO
34
42
37
32 33 27 28
34
26
15 Daling in 2010 t.o.v. 2006 10 5 HBSC studie – Universiteit Gent 0 11-12 13-14 15-16 17-18
Meisjes naar opleiding 45 40 35 30
30
25
HBSC 2002 HBSC 2006
Jongens naar opleiding
41
39
25 Consumptie fluctueert met 20 leeftijd
23
20 19 15 10 Daling in 2010 t.o.v. 2006 5 HBSC studie – Universiteit Gent 0 11-12 13-14 15-16 17-18
43
45 37
35 31
25
30
33
23
20 19 20 15 ASO hogere consumptie dan 10 TSO en BSO 5 0
HBSC studie – Universiteit Gent
ASO
TSO
BSO
Groenten: 1 of meer keer per dag groenten eten Meisjes naar leeftijd
Jongens naar leeftijd 70
70
60 50
48
53 51
60 47
52 51
46
51 49
47 49
40
42
20Algemene
positieve trend, 10daling bij 17-18 jarigen
20
HBSC studie – Universiteit Gent
0 HBSC 2002
13-14
15-16
17-18
HBSC 2010 80
70
50
53
70
58 57 46
50
40
42
39 41
60 61 59
11-12
13-14
15-16
17-18
Meisjes naar opleiding 65
71 69 60 56 59
59 51
45
40 30
Daling in TSO en BSO 20
Vooral in BSO daling
20
10 HBSC studie – Universiteit Gent
TSO
62
positieve trend
50 33
ASO
59
HBSC studie – Universiteit Gent
60
30
0
10Algemene
HBSC 2006
Jongens naar opleiding 60
57
66
65
40 30
11-12
58
57
62
50
30
0
66
BSO
10 0
HBSC studie – Universiteit Gent
ASO
TSO
BSO
Frisdrank: 1 of meer keer per dag frisdrank drinken Meisjes naar leeftijd
Jongens naar leeftijd 59
60 50
50 40
37 36
60
57 52
46
52 44
50
44
37
30
29
30
40
Daling in 2010 t.o.v. 2006 20
20
10
10
0
HBSC studie – Universiteit Gent
11-12
13-14
15-16
17-18
Jongens naar opleiding 63 58
60 50
48
66 58
55
10 0
28
HBSC studie – Universiteit Gent
11-12
13-14
HBSC 2002
15-16
17-18
Meisjes naar opleiding
60
30
in 2010 t.o.v. 2006
32 34
33
Daling in 2010 t.o.v. 2006
47 45 46 37 39
40
33
Daling 20
32
50
40 30
32
3736
23
HBSC 2006
48
44
0
28
32
36
20
31
28 28 23
Daling in ASO en TSO
10 HBSC studie – Universiteit Gent
ASO
TSO
BSO
0
HBSC studie – Universiteit Gent
ASO
TSO
BSO
Kan de school een verschil maken in voedingsgewoonten? a
Nul-model σ
2 µ0
(SE)
p
Individueel b model σ
2 µ0
(SE)
p
Individueel en c school model σ
2 µ0
(SE)
p
Weinig variatie in aanbod en regels
Lagere school Fruit
0.043 (0.024) 0.066
n.a.
n.a.
Frisdrank
0.065 (0.029) 0.027
n.a.
n.a.
Snoep
0.050 (0.027) 0.065
n.a.
n.a.
0.152 (0.071) 0.032 Chips JA, voor frisdrank, snoep en chips Secondaire schools
n.a.
n.a.
Fruit
0.106 (0.024) <0.001
0.025 (0.012) 0.044
n.a.
Frisdrank
0.316 (0.050) <0.001
0.132 (0.026) <0.001
0.056 (0.015) <0.001
Snoep Chips
0.068 (0.017) <0.001
0.053 (0.015) <0.001
0.044 (0.014) 0.001
0.323 (0.064) <0.001
0.156 (0.041) <0.001
0.075 (0.030) 0.012
n.a. = not applicable; a model including only a constant; b model including a constant and individual level characteristics (gender, SES and grade-education); c model b + school level characteristics (availability, school food rules and AGG SES).
Welke schoolfactoren spelen een rol bij welke voedingsmiddelen? Frisdranken Niet beschikbaar op school Beschikbaar op school
1 (ref cat)
Snoep 1
(ref cat)
Chips 1 (ref cat)
1.398 (1.111-1.759)***
0.987 (0.818-1.192)
1.236 (0.873-1.751)
1 (ref cat)
1 (ref cat)
1 (ref cat)
regels
0.824 (0.696-0.974)**
0.938 (0.795-1.106)
0.745 (0.574-0.967)**
geaggregeerde school SES
0.507 (0.375-0.686)***
0.726 (0.530-0.995)**
0.523 (0.321-0.851)***
Geen regels
**=p<0.01; ***=p<0.001
Conclusie: voedingsbeleid op school Lagere school: geen grote variatie in beleid à Invloed van de ouders is belangrijker à Niet veel verschil in school kenmerken
Secondaire school: belangrijke variatie in beleid voor snoep, frisdranken en chips à beschikbaarheid, regels en sociale achtergrond van de ouders Vereecken et al (2005) European Journal of Clinical Nutrition
Voeding en TV Ø Doel § Studie van het verband tussen TV kijken en voedingsgewoonten in Europese landen
Ø Variabelen: § Uren TV kijken op een weekdag § Uren TV kijken op een weekenddag à gemiddeld aantal uren TV kijken
OR (99%CI) van TV kijken op dagelijkse fruit consumptie
OR (99%CI) van TV kijken op dagelijkse frisdrank consumptie
Conclusie TV kijken # TV, # frisdranken à Tijdens het kijken à Als een gevolg van reclame à Beide indicatoren van een ongezonde leefstijl
# TV, $ fruit, behalve in CEEC à Misleidende boodschappen à Fruit wordt vervangen door geadverteerde producten à Beide indicatoren van een ongezonde leefstijl
Geen verband tussen TV en fruit in CEEC à Verschillen in adverteren
à andere variabelen (vb. Voedingsgewoonten in gezin, ouderschapsstijlen…) beïnvloeden de rol van TV Vereecken et al (2006). Journal of Public Health Nutrition
Middelengebruik
Ooit gerookt naar leeftijd en geslacht 80 70 60 50 40 30 20 10 0
68 58 54 49
57 49 46 41
33 25 19 14
24 18
6
7
1990
1994
jongens 11-12 jongens 15-16
68 63 59 54 36 30 13 7 1996
67 66
66 64
54 53
54 53
32 28 15 6 1998
meisjes 11-12 meisjes 15-16
65 58
58
46 42
48 43 40
20
18 15
7 4
7 3
2006
2010
32 24 12 6 2002
jongens 13-14 jongens 17-18
meisjes 13-14 meisjes 17-18
Ooit gerookt naar geslacht en onderwijsvorm 80 70 60 50 40
68 57 51 48 45 40
70 56 53 48
72 69 65 61 56 52
75 68 64 61 55 52
72 68 66 65 52 51
67 63 60 54 48 42
64 58 56 52 38 33
30 1990
1994 1996 1998 jongens ASO meisjes TSO
2002 meisjes ASO jongens BSO
2006
2010
jongens TSO meisjes BSO
Dagelijks roken naar leeftijd en geslacht 40 35
35 32
30 25
26
25 21
20 15 10 5 0
17 13
1 0 1990
31 29
26
30 27
25
23 20
19
17
19 18
4 3
1 0 1994
jongens 11-12 jongens 15-16
19
19
11 10
12 9
15
12
10 8
3
31 30
6 5
6 5
5 4
1 0 1996
1 0 1998
1 0 2000
meisjes 11-12 meisjes 15-16
5
3 0 2002
3 2 0 2006
jongens 13-14 jongens 17-18
3 2
1 0 2010
meisjes 13-14 meisjes 17-18
Dagelijks roken naar geslacht en onderwijsvorm 50 45 40 35
34
30
40
37
34
32
27 23 19 16
25 20 15 10 5
21 18 10 6
20 18 15 12
43 41
44 41
40 36
31 29
32
29 27
22 16
16 13
14 13
31 27
30 20 17
18 14
10 9
6 3
0 1990
1994
1996
jongens ASO meisjes TSO
1998
2000
2002
meisjes ASO jongens BSO
2006
2010
jongens TSO meisjes BSO
Toelating van ouders om thuis te roken, 2006
meisjes
17-18
12
15-16
6 3
5
82 90
13-14 11
jongens
98
17-18
16
15-16
7 4
6
79 89
13-14 11 0%
98 20%
ja, altijd
40%
60%
ja, soms
80%
100%
nee, nooit
Roken bij jongeren met astma • HBSC-data: Vlaanderen, Canada, Denemarken, Finland, Frankrijk en Nederland (9735 15jarigen) • 17.9% van de niet-astmatici roken dagelijks – 20.5% van de astmatische jongeren roken dagelijks à OR = 1.26 (p = .003) gecontroleerd voor geslacht, leeftijd en SES ouders (multi-level analyses) Uit: Smoking in young people with asthma. Hublet A, De Bacquer D, Boyce W, Godeau E, Schmid H, Vereecken C, De Baets F, Maes L. Journal of Public Health doi: 10.1093/pubmed/fdm047
†
Risk factors of daily smoking in the three asthma groups Symptom free Wheezing adolescents (1301) adolescents (7207) OR for daily OR for daily smoking smoking Socio-demographics Gender boy Age (1 year difference) SES low Medium School variables Academic Achievement below average Do not like school Risk behaviour Drunken more than 4 Times Cannabis used more than 6 times last 12 months Doing less than 2 days physical activity a week Psychosocial variables Difficult communication with parents Low life satisfaction Spend evenings with friends 5 to 7 times a week Smoking environment Smoking parents: one‡ Both Smoking peers: more than half‡ †
Asthmatic adolescents (1262) OR for daily smoking
.60*** 1.43*
.89 1.47
.97 1.70
1.64*** 1.22
1.62* 1.55
1.39 .79
1.48**
1.87*
1.63
1.43***
1.14
1.80**
4.20***
3.80***
2.71***
11.22***
9.94***
14.08***
1.64***
1.55*
1.57*
1.10
.65*
.80
1.80*** 3.30***
2.42*** 2.26***
2.20** 3.15***
1.84***
2.33**
2.61**
2.60*** 6.23***
2.74** 7.64***
3.02** 4.29***
Ooit minimaal 10 keer dronken naar leeftijd en geslacht 30 25 20
25
18
18
20
24
20
19
15 10 5 0
6 3 2 1 0 1994
5 4
2
1 0 1996
jongens 11-12 jongens 15-16
7 6
7 6
1 0 1998
2 1 0 2000
10 8 3
2
0 2002
meisjes 11-12 meisjes 15-16
8 3 2 1 0 2006
jongens 13-14 jongens 17-18
6 5
2 1 0 2010 meisjes 13-14 meisjes 17-18
ooit min 10 maal dronken naar onderwijsvorm en geslacht 30 27
25 20 15 10 5 0
23 19
16
23
18
17
10
10
24
21 18
17 11
3 2
6 4 3 2
6 5 3
6 5 4
1994
1996
1998
2000
jongens ASO meisjes TSO
23
27
13 9 8 3 2002
meisjes ASO jongens BSO
15 11
10
8
7 5
4
2006
2 2010
jongens TSO meisjes BSO
Ooit cannabis gerookt naar leeftijd en geslacht 50 45
43
40
37
35 30 25
28 23
20 15 10 5
31
15 14
18
46
45
42 36
34
31
28
26 22 16
46
22 16
12
23
25 22
15
15
8
0 1994
1996
jongens 15-16
1998
2000
2002
meisjes 15-16
2004
2006
jongens 17-18
2010
meisjes 17-18
Ooit cannabis gerookt naar geslacht en onderwijsvorm 50
45
45
43
40
35
35 30 25 20 15 10
38
35
33
31 27 26
28 22 20 13 11 9
23 20 16 15
30 28 26
22
43 35 33
44
41 30 29 28
24 19
42
39
26 24 17
5 0 1994
1996
1998
jongens ASO meisjes TSO
2000
2002
meisjes ASO jongens BSO
2006
jongens TSO meisjes BSO
2010
Evolutie cannabisgebruik laatste maand naar leeftijd en geslacht 30 26
25
10 5
26
25
24
21
20 15
25
16
8 6 4
14 10 9 7
10
16 15
17 14
12 11
8 6
11 10 5
0 1994
1996
1998
2000
jongens 15-16 jongens 17-18
2002
2006
meisjes 15-16 meisjes 17-18
2010
Evolutie in het gebruik van cannabis gedurende de laatste maand naar geslacht en onderwijsvorm 30 25
25
22
20 15 10 5
25
19
19
18
15 13 10 6 4
14 11 9 8 7
11
19 13 12 10
26 24
26
25
22
20
19 17 16 12
13 12 11
12 11 9
7
6
0 1994
1996
1998
jongens ASO meisjes TSO
2000
2002
meisjes ASO jongens BSO
2006
2010
jongens TSO meisjes BSO
Studie Jongeren en Gezondheid is meer dan een prevalentie studie
Sociale ongelijkheid en gezondheid – HBSC gegevens Sociale ongelijkheid in gezondheid
Algemene gezondheid in België en het grootste deel van Europa stijgt. MAAR ondanks algemene vooruitgang in de volksgezondheid, neemt de sociale ongelijkheid in gezondheid toe. Sociale gradiënt
Gezondheid neemt gradueel toe met het stijgen op de sociale ladder.
NIET louter kloof tussen de hoogste en de laagste sociale klasse.
Sociale ongelijkheid en gezondheid bij volwassenen Life expectancy according to educational level for men (age 25) 56
55,03
54
[email protected] 52,52
52
51,33
50
49,29
48 46
47,56
44 42
No degree
Degree Degree lower Degree higher Degree higher elementary secondary secondary education school school school
Source : Van Oyen et al., 2010 (Health Interview Survey Belgium)
Sociaal kapitaal als beschermende factoren - Sociale relaties: een vorm van sociaal kapitaal ? - Sociaal kapitaal in de HBSC studie - Gezonheidseffecten bij leerlingen - Bruikbaar op school ?
Sociale relaties: een vorm van sociaal kapitaal ?
Social Capital
Sociale relaties: een vorm van sociaal kapitaal ?
Putnam (1993)
Trust Coleman (1988)
Cognitive component Reciprocity
Social Capital Structural component Bourdieu (1986)
Networks
Sociaal kapitaal in de HBSC studie
----Putnam (1993) Trust Coleman (1988)
Cognitive component
Social Capital
- Mensen zeggen goeiedag en
Structural component Bourdieu (1986)
Buurt sociaal kapitaal: praten regelmatig op straat - Het is veilig voor jonge kinderen om overdag buiten te spelen - Je kunt er de mensen vertrouwen
Sociaal kapitaal in de HBSC studie Netwerk sociaal kapitaal: Ben je betrokken in een van deze organisaties of clubs ?
Putnam (1993)
- Sportclubs - Vrijwilligerswerk
Coleman (1988)
Cognitive component
Social Capital
- Culturele organisatie - Religieuze groep - Jeugdbeweging
Structural component Bourdieu (1986)
- Politieke organisatie
Networks
Sociaal kapitaal in de HBSC studie: SCHOOL SOCIAAL KAPITAAL Putnam (1993)
Coleman (1988)
Cognitive component Reciprocity
Social Capital Structural component Bourdieu (1986)
Sociaal kapitaal in de HBSC studie: SCHOOL SOCIAAL KAPITAAL
HORIZONTAAL school sociaal kapitaal “De meeste leerlingen van mijn klas zijn vriendelijk en behulpzaam.” “Mijn klasgenoten aanvaarden me zoals ik ben.”
Sociaal kapitaal in de HBSC studie: SCHOOL SOCIAAL KAPITAAL
VERTICAAL school sociaal kapitaal “Indien nodig krijg ik extra hulp van de leerkracht.” “De leerkrachten zijn geïnteresserd in wie ik ben.”
Gezonheidseffecten bij leerlingen
Studieopzet: rookgedrag bij 7926 leerlingen in 167 secundaire scholen (12 – 18j): - Geen verschil tussen meisjes en jongens - Oudere adolescenten roken meer - Leerlingen met een hoge mate van horizontaal sociaal kapitaal roken meer - Leerlingen met een hoge mate van verticaal sociaal kapitaal roken minder
Gezonheidseffecten bij leerlingen
CONCLUSIE: (i) Schaduwzijde van sociaal kapitaal (ii) Noodzaak om verschillende componenten van sociaal te onderscheiden want hun effect op gezondheid is immers verschillend (iii) Schoolbeleid kan rekening houden met het gegeven dat verticale relaties tussen leerkrachten en leerlingen beschermend kunnen werken voor rookgedrag