Toolkit_Cover
23-05-2005
11:27
Pagina 1
Toolkit duurzame woningbouw voor ontwikkelaars, gemeenten en ontwerpers
april 2005
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 1
Toolkit duurzame woningbouw voor ontwikkelaars, gemeenten en ontwerpers
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 2
Toolkit
Inhoudsopgave 1
Introductie
2
Beter presteren in een geïntegreerd ontwikkelingsproces met realistische ambities
10
3
Handleiding voor gebruik
12
3.1
Handleiding voor gebruik
12
3.2
Wanneer de Toolkit gebruiken
13
3.3
Stappen in het ontwikkelproces
15
4
Auteur: Ing P. Hameetman Vormgeving: Colloquium, Rotterdam
5
8
Ambities bespreekbaar
16
4.1
Instrument Kwaliteitsprofiel
16
4.2
Kwaliteitsprofiel als communicatiemiddel (naar gemeente, intern en naar klant)
19
4.3
Maatschappelijk verantwoord ondernemen en kwaliteitsambities
20
4.4
Kwaliteitswensen als selectiecriteria voor een integraal ontwerp
21
4.5
Het instrumentarium in het planproces
23
4.6
Overzicht ambitieniveaus
24
Kwaliteitsaspecten
26
5.1
LOCATIEKWALITEITEN
26
5.1.1
Toegankelijkheid
26
5.1.2
Stedelijke ecologie
27
Postbus 101, 5280 AC Boxtel
- Wat wordt bedoeld met stedelijke ecologie
27
www.aeneas.nl
- De aanpak van het proces
27
- Soorten groen
28
- Waarom voor meer kwaliteit met stedelijke ecologie kiezen
29
- De vijf ambitieniveaus van Stedelijke Ecologie
30
ISBN: 90-75365-72-1 publicatienummer SenterNovem: 2DEN-05.05 © 2005 Æneas, uitgeverij van vakinformatie,
Deze uitgave is tot stand gekomen door een initiatief
5.1.3
Veiligheid
32
van het Ministerie van Economische Zaken,
5.1.4
Energie-infrastructuur
32
SenterNovem en BAM Vastgoed bv.
- De optimale energie-infrastructuur
32
Mede-initiatiefnemer is de Projectgroep Duurzame
- Duurzame energieopties
32
Energie Projectontwikkeling Woningbouw. Inhoudelijk is deze uitgave ontstaan door de samen-
5.2
WONINGKWALITEITEN
35
werking van groot aantal partijen zoals achter in dit
5.2.1
Toegankelijkheid
35
boek onder colofon is vermeld.
5.2.2
Bruikbaarheid
35
5.2.3
Veiligheid
37
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave
5.2.4
Gezondheid
37
mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een
5.2.5
Comfort
39
geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar
5.2.6
Uitstraling
41
gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elek-
5.2.7
Klantgericht ontwikkelen
42
- Drie ambitieniveaus
42
tronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande
5.2.8
schriftelijke toestemming van de uitgever.
5.2.9
Onderhoud en woningexploitatie
44
5.2.10
Exploitatie van energiesystemen
44
5.2.11
Energetische kwaliteit
45
hun taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te
- TRIAS Energetica en integraal ontwerpen
45
verzorgen. Niettemin kunnen zij geen enkele
- CO2 versus EPC
46
aansprakelijkheid aanvaarden, van welke aard ook,
- Wat is een energieconcept
47
gebaseerd op de informatie uit deze uitgave.
- Deskundigheid
48
Redactie en uitgever zijn zich volledig bewust van
Technische staat (n.v.t. in de Toolkit voor nieuwbouw)
5
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 6
Toolkit
5.2.12
5.2.13
6
6
Energieconcepten
81
Overzicht 12 energieconcepten
81
- Door computersimulaties met TRNSYS inzicht in de prestaties
48
- De (SenterNovem) referentiewoningen
50
Milieukwaliteit van materialen
53
- Ontwerp en materialisatie
53
woningtype
woningaantal
CO2-reductie
- Gezondheid
54
concept 1
twee onder een kap
klein
26% en 39%
niet geavanceerd
83
- Milieukwaliteit materialen/producten/woningen
55
concept 2
twee onder een kap
10 à 40 woningen
48% en 50%
High Tech
89
- Methoden
56
concept 3
eengezinswoning
klein
29%, 31%, 32%, en 41%
niet geavanceerd
- Waarom het rekeninstrument gebruiken
57
concept 4
eengezinswoning
> 40 woningen
35%, 41%, en 50%
High Tech
105
- Milieukwaliteit materialen in het kwaliteitsprofiel7
58
concept 5
eengezinswoning
< 40 woningen
37% en 50%
High Tech
113
- Wat een goede aanpak van het proces kan zijn
60
concept 6
eengezinswoning
10 à 40 woningen
56%
Low Tech
121
- Drie ambitieniveaus
63
concept 7
gallerijappartement
groot
23% en 38%
niet geavanceerd
129
- Ontwikkelaars van de instrumenten
63
concept 8
gallerijappartement
groot
38% en 39%
High Tech
135
Milieukwaliteit van de waterhuishouding
64
concept 9
urban villa
niet relevant
23%
niet geavanceerd
143
concept 10
urban villa
> 40 woningen
35% en 43%
High Tech
149
7
techniek
97
Themabladen
66
concept 11
vrijstaande woning
niet relevant
26% en 33%
niet geavanceerd
157
6.1
BRONNEN VOOR WARMTE- EN KOUDEOPSLAG
66
concept 12
vrijstaande woning
10 à 40 woningen
42%
High Tech
163
6.1.1
Proces en momenten van besluitvorming
66
6.1.2
Werking bronnen
66
6.1.3
Risicobeheersing bij toepassing van bronnen
66
Materiaalconcepten
6.1.4
Risicobeheersing Warmte-/Koude Opslag systemen
68
M.1. Efficiënt met aandacht voor milieu (ambitie +)
173
6.1.5
Verantwoordelijkheden voor onderdelen
69
M.2. Natuurlijk en hernieuwbaar (HSB) (ambitie ++)
177
6.1.6
Gas en elektriciteit
69
M.3. Veel aandacht voor milieu en veel aandacht voor het maken van een gezond gebouw (ambitie ++)
181
6.2
OUTSOURCING VAN ENERGIESYSTEMEN
70
Gezondheidsconcept
6.2.1
Wat is outsourcing?
70
G.1. Allergeenarm (materialen + energieconcept)
185
6.2.2
Waarom outsourcing van een collectief systeem?
70
6.2.3
Welke onderdelen van een (woonhuis-) installatie outsourcen en welke niet?
70
9
Aanbieders in de markt
188
6.2.4
Welke outsourcing mogelijkheden zijn er?
71
6.2.5
Welke componenten bepalen de hoogte van de BAK en jaarlasten van de bewoner?
71
10
Afkortingen en begrippen
190
6.2.6
Het proces om te komen tot outsourcing
74
6.2.7
Termen in gebruik bij de exploitatie van energiesystemen (o.a. het NMDA principe)
74
11
Toelichting op de kolommen in de tabellen
192
6.3
BEWONERSVOORLICHTING, INSTRUCTIE EN HANDLEIDINGEN
77
Tabellen energieconcepten
195
6.3.1
Bewonervoorlichting
77
6.3.2
Taken en verantwoordelijkheden
77
6.3.3
Het tijdstip van de voorlichting
78
6.3.4
Bewonersinstructie
79
6.3.5
Gebruikershandleiding
80
8
Woningconcepten Duurzaam Materiaalgebruik
171
7
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 8
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Introductie
1
Introductie
In het kader van de afspraken die zijn gemaakt in het
te worden met een verliesgevend project. Er is daarom
vak met deze Toolkit nog boeiender te maken.
Kyoto Protocol 1997, moet Nederland de uitstoot van
door een aantal partijen gezocht naar eenduidig
Zij vertrouwen erop dat er nog een aantal versies in een
haar broeikasgassen in de periode 2008-2012 ten
gedefinieerde, haalbare doelstellingen met een
steeds verder verbeterde vorm zullen verschijnen.
opzichte van 1990 met 6% reduceren. Om aan deze
eenduidig toetsingskader. Nieuwe versies zullen steeds te vinden zijn op internet,
verplichting te voldoen hebben gemeenten, provincies
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 1
Introductie
Toolkit
en het Rijk in 2002 het klimaatconvenant ondertekend.
Genoeg redenen voor BAM Vastgoed om samen met het
in ieder geval via
Doelstelling hiervan is dat gemeenten en provincies hun
ministerie van Economische Zaken en SenterNovem het
http://www.senternovem.nl/duurzameenergie
klimaatbeleid intensiveren. Per 1 augustus 2004 is door
initiatief te nemen om deze Toolkit Duurzame
Opmerkingen en aanvullingen vanuit gebruikers zijn
250 van de 483 gemeenten met het Rijk een BANS-
Woningbouw te ontwikkelen. Mede-initiatiefnemer is de
uiteraard welkom omdat we hiermee deze Toolkit verder
akkoord gesloten, waarbij gemeenten afspraken hebben
Projectgroep Duurzame Energie Projectontwikkeling
kunnen verbeteren.
gemaakt over hun lokale klimaatdoelstellingen.
Woningbouw. In eerste instantie is de Toolkit bedoeld
Reacties zijn welkom op ‘
[email protected]’
HOOFDSTUK 4
om daarin 24 realistische energieconcepten, met een De onderzoeksinstituten TNO en ECN zijn op het gebied
CO2-reductie oplopend tot 56%, op te nemen. Doch
van energie in de gebouwde omgeving de strategische
door de samenwerking met de Haas & Partners,
samenwerking Building Future aangegaan, om
Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV, de
gezamenlijk een impuls te geven aan de lange termijn.
inbreng vanuit het Ministerie van VROM, BAM Infra
Zij hebben de ambitie er aan bij te dragen om de CO2 -
Multiconsult en BAM Techniek plus een groep andere
emissie in de gebouwde omgeving in 2030 minimaal te
adviseurs, is een veel breder instrument ontstaan.
HOOFDSTUK 5
halveren en zijn van mening dat in het midden van deze eeuw energieneutraliteit in de gebouwde omgeving kan
De doelgroep voor deze Toolkit is de projectontwikke-
zijn bereikt.
laar in de woningnieuwbouw. Het instrument moet
HOOFDSTUK 6
behulpzaam zijn om diverse programmatische doelVanuit de optiek van bewoners dient duurzame woning-
stellingen in het ontwerp van zijn project te integreren.
bouw vooral een hoge kwaliteit te hebben. Het gaat
Daarnaast moet er informatie aanwezig zijn om sturing
daarbij om woningen die lang hun kwaliteit behouden
te kunnen geven aan de praktische uitwerking van de
of die in een prettige groene of boeiend stedelijke
gewenste doelstellingen en om risico’s te kunnen
woonomgeving staan. Woningen die qua ruimte passen
beheersen.
bij de woonwens en het woonbudget van de bewoner, die bruikbaar, comfortabel en veilig zijn.
Voor derden zoals gemeenten, architecten en adviseurs
HOOFDSTUK 7
kan de Toolkit een hulpmiddel zijn om inzicht te krijgen Ontwikkelaars van woningen werken voor een markt.
in welke prestaties van de ontwikkelaar reëel kunnen
Zij zijn gewend met complexe programma’s en doel-
worden verlangd en wat de eventuele meerkosten zijn.
HOOFDSTUK 8
stellingen om te gaan. De hogere kwaliteitseisen uit de markt en de maatschappelijke ontwikkelingen betref-
Het opstellen van dit document heeft ongeveer één jaar
fende comfort, gezond en duurzaam, met een gewenste
gevergd. Zowel BAM Vastgoed, de Haas & Partners en
minimale energie- en milieubelasting, worden voor
Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV alsook
projectontwikkelaars in de woningbouw een steeds
Projectgroep Duurzame Energie Projectontwikkeling
complexere opgave.
Woningbouw hebben de indruk dat dit slechts een begin
HOOFDSTUK 9
is. Er is al een behoorlijke lijst van zaken die nadere Bij complexe projecten komt het voor dat er verschillen
bestudering behoeven of die ook in deze Toolkit thuis
ontstaan tussen eindresultaat en het oorspronkelijke
horen. Er is besloten de huidige versie te laten verschij-
programma. Het is niet de bedoeling dat de koper van
nen en vooral er mee te gaan werken. In de praktijk zal
een woning niet de kwaliteit krijgt die hem of haar is
blijken waaraan nadere behoefte is.
beloofd. Tevens is het onbevredigend dat een bouwer of
8
ontwikkelaar zijn nek uitsteekt om zich voor maatschap-
Projectontwikkeling in de woningbouw is een zeer
pelijke belangen in te spannen om vervolgens ‘beloond’
boeiend vak. Bij de initiatiefnemers leeft de wens om dat
9
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 10
In het kort zijn de stappen in het proces als volgt:
Realistisch Ambities zijn realistisch:
Welke kwaliteiten worden nagestreefd en
–
HOOFDSTUK 2
op welk kwaliteitsniveau. Welke milieu-
HOOFDSTUK 7 BeterHOOFDSTUK 6 geïntegreerd HOOFDSTUK 5 HOOFDSTUK HOOFDSTUK 3 presteren in een ontwikkelingsproces met4 realistische ambities
Beter presteren
aspecten, bruikbaarheid-, beleving- en
Zich aanpassende maatschappelijke eisen en de output
dat de ontwikkelaar vanaf het begin tot het eind van zijn
van onderzoek bij kennisinstituten en bedrijven, dwingt
project, volledig grip houdt op en leiding geeft aan de
ontwikkelaars zich te verdiepen in ontwikkelingen op
gewenste prestatie op het gebied van duurzame
hoe is het proces gestructureerd, wat
het gebied van duurzame woningbouw. Naast de
projectontwikkeling in de woningbouw.
wordt wanneer van wie verwacht, wat is
beschikbaarheid van nieuwe technieken is de materie
Wie zijn de partijen in het ontwerpproces,
wanneer partijen in staat zijn om de ambities binnen aanvaardbare risico’s te realiseren
–
wanneer een maatschappelijke behoefte in de markt haalbaar kan worden gemaakt
de motivatie van de deelnemers, wie is
Niet elke ontwikkelaar is vanuit zijn aard even ambitieus.
ook steeds complexer geworden. Falen bij de toepassing
Integraal ontwerpen en het geïntegreerde
voldoende kundig en communicatief om
Ze zijn in te delen in drie groepen:
van nieuwe concepten wordt echter maatschappelijk en
ontwikkelingsproces
goed te kunnen participeren
–
bedrijfseconomisch niet getolereerd.
Bij de bouw van de Airbus A380 is het mogelijk gebleken om
Activiteiten
Op basis van heldere taken voor de
Behoudende projectontwikkelaars (late majority): die goed in staat zijn om te voldoen aan de geldende
via computersimulaties te ontwerpen, het programma te
actoren en duidelijk na te streven resul-
Van grote projectontwikkelingbedrijven wordt verwacht
optimaliseren en te komen tot een haalbare projectdefinitie.
taten wordt het ontwerpproces vorm
dat zij beschikken over mensen die voorop lopen in de
Vervolgens worden talloze delen van het vliegtuig op
gegeven; deze Toolkit kan bijdragen aan
adopters): die streven naar hogere ambitieniveaus,
kennisontwikkeling en dat er een structuur is om
verschillende plaatsen in Europa verder uitontwikkeld en op
het definiëren van de resultaten en
maar wel met bewezen technieken, zoals
beschikbare kennis voor medewerkers toegankelijk te
tijd binnen het geplande budget in Toulouse aangeleverd.
activiteiten
maken. Deze Toolkit past in zo’n structuur. Ten eerste is
HOOFDSTUK 8
–
kostenaspecten worden nagestreefd Actoren
wanneer ze binnen de randvoorwaarden van een project uitvoerbaar zijn
HOOFDSTUK 2
Doelen
HOOFDSTUK 7 BeterHOOFDSTUK 6 geïntegreerd HOOFDSTUK 5 HOOFDSTUK HOOFDSTUK 3 presteren in een ontwikkelingsproces met4 realistische ambities
Beter presteren in een geïntegreerd ontwikkelingsproces met realistische ambities
normen. –
Vooruitstrevende projectontwikkelaars (early
warmtepompen;
Externe
Regelgeving, maatschappelijke context
invloeden
en locatie zijn van invloed op de te reali-
die streven naar een optimalisatie van hun bouw-
–
Vooruitstrevende, innovatieve projectontwikkelaars:
hierin veel kennis ten behoeve van duurzame woning-
Een dergelijke manier van werken zal nodig zijn bij
bouw samengebracht. Tevens is de Toolkit zo ingericht
projecten waarbij de optelsom van wensen en eisen op
seren kwaliteiten en de aan de klanten
opgave door o.a. met integrale ontwerpen in te
dat de aangeboden informatie op verschillende
het gebied van kwaliteit en duurzaamheid hoog is.
aan te bieden producten.
spelen op bewoners- en maatschappelijke wensen
manieren toegankelijk is.
Bij de start van een project definieert de ontwikkelaar
(innovators).
allereerst zijn visie op basis van de locatie en zijn inschat-
De in deze Toolkit beschreven materie is geen gemakke-
Doel van deze Toolkit is dat elke ontwikkelaar zowel een
ting van de potentie in de markt. Bij projecten waar
lijke kost. Op het gebied van materiaalclassificatie, bouw-
De Toolkit kan de ontwikkelaar helpen zich te realiseren
relatief simpel en goed alsook een project met een
extra kwaliteit verlangd wordt op aspecten als
fysica, installatietechniek en het maken van geavan-
welk ambitieniveau hij of zij wenst te realiseren. Per
kwalitatief hoog ambitieniveau kan organiseren. Er is
energiezuinigheid, gezondheid, comfort of het creëren
ceerde financiële beschouwingen is in Nederland veel
ambitieniveau kan een andere aanpak van het project-
een aanduiding van de benodigde externe deskundig-
van interessante stedelijke ecologie, moet voor de
kennis beschikbaar. Veel van die kennis is onderlegger
ontwikkelingsproces gelden. Kern van de opzet van deze
heid die moet worden ingeschakeld. Van complexe
definitieve keuze van de architect en adviseurs eerst het
geweest bij het maken van deze Toolkit. Voor het maken
Toolkit is dan ook niet om een zo hoog mogelijke
projecten moet vroeg in het ontwikkelingstraject helder
ontwerpproces helder gedefinieerd worden. De gewen-
van de energieconcepten zijn honderden computersimu-
ambitie na te streven. Veel belangrijker is dat duidelijk
zijn welke doelen worden nagestreefd en wat dit vereist
ste kwaliteiten moeten onderling een samenhang
laties gemaakt. Wanneer de ontwikkelaar een eenvoudig
wordt dat hoe hoger het ambitieniveau is, hoe belang-
van het proces.
hebben en zo gekozen worden dat zij passen binnen een
concept of een aantal bekende kwaliteiten in zijn project
rijker het is het ontwerpproces goed te structureren.
budget. Risico’s moeten zo veel mogelijk worden
wil toepassen volstaat het inschakelen van een goede
Kwaliteit is de kapstok waaromheen deze Toolkit is
vermeden. Het gevraagde uitvoeringsniveau moet
architect of goede installatieadviseur om het gewenste
georganiseerd. Met de aanwezige Kwaliteitsprofielen
aansluiten bij de expertise van de uitvoerende partijen.
doel te realiseren. Derhalve gaat het niet alleen om het
kan voor een project het op hoofdlijnen gewenste
definiëren van de gewenste doelen, doch is het ook van
kwaliteitsniveau worden gedefinieerd. Vervolgens kan
belang na te gaan of alle deelnemers in het proces van
steeds verder de diepte worden ingegaan. De ontwikke-
ontwerp tot en met de realisatie de voor die ambities
laar wordt uitgenodigd, voordat hij de keuze van zijn
gewenste kwaliteit kunnen leveren en waarborgen.
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 1
2
HOOFDSTUK 1
Toolkit
lijk aspecten te bepalen wat het gewenste ambitieniveau
Voor de complexere concepten is het absoluut noodza-
is. Voor een aantal aspecten zijn kant en klare concepten
kelijk de hierboven beschreven stappen te doorlopen.
aanwezig die inzicht bieden in de mogelijkheden.
Per concept in de Toolkit staat beschreven welke
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
architect en adviseurs gemaakt heeft, van zo veel moge-
deskundigheid nodig is. Doel is dat de ontwikkelaar zelf
10
Beter presteren begint met het helder definiëren van de
de touwtjes in handen neemt en houdt en het proces
gewenste doelstellingen. De Toolkit wil eraan bijdragen
bewust stuurt.
11
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 12
Toolkit
De Toolkit is op veel manieren te gebruiken
Centraal in de Toolkit staan:
Daartoe worden heel praktische aanwijzingen gegeven.
Deze paragraaf geeft de gebruiker van de Toolkit een
Voor de liefhebber is er de mogelijkheid om dieper in de
beeld van de gebruiksmogelijkheden. Duurzame
materie te duiken. Wel moet dan een milieuclassificatie-
kwaliteit wordt in samenhang gekozen. Nooit is bij de
systeem voor materialen worden aangeschaft, doch dat
ontwikkeling van een woning één aspect doorslag-
is zeer aan te bevelen. Drie materiaalconcepten zijn als
gevend. Daarom bestaat de mogelijkheid dit instrument
voorbeeld uitgewerkt in de concepten M.1, M.2 en M3.
Handleiding voor6 gebruik en wanneer5 de Toolkit gebruiken HOOFDSTUK HOOFDSTUK HOOFDSTUK 4
samenhangende pakketten aan uitvoeringsvarianten, waarvan de afzonderlijke componenten op elkaar aansluiten en elkaar versterken. Pakketten waarvan de componenten bijdragen aan vooraf gestelde ambities die in de plannen gehaald moeten worden. Die ambities kunnen op verschillende kwaliteitsaspecten betrekking hebben, zoals op comfort, gezondheid, veiligheid of duurzaamheid.
waarmee voor een bouwopgave en uitgaande van een gekozen kwaliteitsprofiel (ambities), uit een reeks van energieconcepten de best passende concepten worden geselecteerd.
ENERGIECONCEPT SELECTIETOOL
HOOFDSTUK 7
samenhangende pakketten aan bouwkundige- en installatietechnische uitvoeringsvarianten, waarvan de afzonderlijke componenten op elkaar aansluiten en elkaar versterken en die er gezamenlijk toe leiden dat vooraf gestelde ambities t.a.v. CO2-reductie en daaraan gerelateerde comfort- en gezondheidsambities ook gehaald worden.
Om voor een specifieke locatie en specifieke wensen
De eerste vier hoofdstukken beschrijven een aantal alge-
t.a.v. de kwaliteitsaspecten het juiste concept te kunnen
meen geldende zaken ter inleiding voor de uitwerkingen
kiezen, wordt in de Toolkit instrumentarium aangeboden.
per onderwerp. Er worden items beschreven die meer
Instrumentarium dat helder over die keuzen commu-
themagericht zijn en items die een specifieke oplossing
niceren mogelijk maakt. De nu bijgeleverde concepten
of toepassing beschrijven.
dienen als uitgewerkte voorbeelden die in veel situaties
Doel is dat per thema of toepassing begrip ontstaat voor
direct toepasbaar zijn.
de zin van de zaak en wordt begrepen hoe de ontwikkelaar met de aangereikte kennis aan de gang kan gaan.
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
Per concept worden aangegeven: –
een omschrijving (projectgrootte, woningtype, enz.)
Het is zinnig dat de ontwikkelaar zich realiseert dat eisen
–
de opvallende kenmerken
of wensen van een gemeente al heel vroeg in het
–
waarom specifiek voor deze toepassing kan worden
ontwikkelproces moeten worden besproken. Hierna
gekozen
wordt aangegeven in welk stadium van het ontwikkel-
–
wat een goede aanpak van het proces kan zijn
proces zaken afgesproken moeten zijn en vervolgens
–
indien relevant een mogelijke beschrijving van
niet meer veranderd zouden mogen worden.
kosten c.q. opbrengsten
Het ‘Kwaliteitsprofiel’ en ‘de Selectie tool’ vormen
indien relevant een opsomming van kenmerken of
gezamenlijk een computertool die te downloaden is via
prestaties
www.senternovem.nl/duurzameenergie.
–
een aanduiding van de in te schakelen adviseurs
–
een aanduiding van bronnen voor nadere informatie
één concept uit gelicht en apart gebruikt. Het is dan
Een gemeente eist een bepaalde EPL of CO2reductie
nodig de algemene paragrafen te raadplegen voor de
Het komt voor dat in een gemeentelijke doelstelling is
toelichting op uitgangspunten. Hierna in het kort een
vastgelegd dat voor een woongebied een EPL van 7
beeld van het mogelijke gebruik.
moet worden behaald. Na overleg kan worden afgesproken dat voor de te bouwen woningen een CO2-reductie
ENERGIECONCEPTEN
–
Toolkit wordt ook gebruikt als kaartenbak en wordt er
HOOFDSTUK HOOFDSTUK HOOFDSTUK 4 Handleiding voor6 gebruik en wanneer5 de Toolkit gebruiken
CONCEPTEN
HOOFDSTUK 3
breed over veel kwaliteitsaspecten te gebruiken. De
Het maken van een programma van eisen
van bijvoorbeeld 25% als gelijkwaardig wordt
Met het systeem van de kwaliteitsprofielen kan de
beschouwd. Vervolgens wordt een inventarisatie van de
ontwikkelaar in de breedte bepalen welke kwaliteit hij in
marktsegmenten en woningtypes in het gebied
zijn plan wil verwerken. Dit is een digitaal instrument dat
gemaakt. In principe hoeft niet elke woning die CO2-
te downloaden is op www.senternovem.nl/duurzame-
reductie van 25% te halen. Als voor de locatie het gemid-
energie. Bepaalde keuzen zijn in de Toolkit uitgewerkt tot
delde op 25% uitkomt is de doelstelling gehaald.
kant en klare concepten. In die concepten wordt duidelijk welke organisatie nodig is om ze te organiseren.
De ontwikkelaar kiest voor de diverse woningtypes een paar energieconcepten, analyseert of ze zijn te combine-
Verbeter de stedenbouwkundige kwaliteit
ren en bekijkt wat deze meer kosten. Door een goede
Ter verbetering van de stedenbouwkundige kwaliteit
mix te kiezen van concepten, waarbij per woningtype de
kan een van de ambitieniveaus in het hoofdstuk over
meerkosten per % CO2-reductie interessant zijn, kan tot
stedelijke ecologie worden gekozen. Groenkwaliteit is
een optimale keuze worden gekomen.
vanuit de optiek van de ontwikkelaar ingedeeld in soorten. Er worden niveaus beschreven die de ontwikkelaar de keuze biedt om de gewenste sfeer en ecologische
Een duurzaam woningbouwplan binnen een bepaald budget
kwaliteit te kiezen.
De hierna gegeven aanpak is een voorbeeld.
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 3
waarmee in een vroeg stadium van de planontwikkeling de ambities t.a.v. verschillende kwaliteitsaspecten worden gekozen.
HOOFDSTUK 2
zijn er een aantal manieren om tot een keuze te komen.
3.1 Handleiding voor gebruik KWALITEITSPROFIEL
12
bestuderen. Conform de voorkeur van de ontwikkelaar
Een ontwikkelaar en een gemeente maken voor een
Het maken van een gezonde woning
locatie een budget voor duurzaam bouwen vrij van
Het concept G.1., de allergeenarme woning, besteed
€ 5.000. De markt is goed en delen van de locatie
extra aandacht aan het aspect gezondheid en kan wor-
hebben in potentie een hoge stedenbouwkundige
den gecombineerd met een energieconcept. Het verdient
kwaliteit. Allereerst wordt nagegaan of er extra midde-
aanbeveling separaat de paragraaf over gezondheid te
len kunnen worden gegenereerd. Door het maximaal
bestuderen. Ook de algemene paragraaf over materialen
benutten van de mogelijkheden van stedelijke ecologie
biedt informatie over gezondheid.
leveren een aantal kavels een hogere grondopbrengst
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 2
3.2 Wanneer de Toolkit gebruiken
HOOFDSTUK 1
Handleiding voor gebruik en wanneer de Toolkit gebruiken
op. In het gebied is een mooi appartementengebouw te
Het kiezen van duurzame materialen
maken met veel glas op het zuiden. Oververhitting
Als de opgave is om op basis van duurzaam materiaalge-
dreigt. Na marktonderzoek blijkt dat de klanten € 4.000
bruik een woning te ontwikkelen, verdient het aanbeve-
extra willen betalen voor een appartement met een
ling om de paragraaf milieukwaliteit van materialen te
hoog comfort, waaronder koeling in de zomer. Door de
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 1
3
13
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 14
een woning worden gerealiseerd die beter aansluit
het beschikbare budget worden verhoogd tot € 7.000
op de wensen van de klant. Op dit aspect zijn vier ambitieniveaus gedefinieerd
HOOFDSTUK 2
met de beperkte kosten voor de stedelijke ecologie. In
Gebruik Toolkit
Stappen in het ontwikkelproces
Duurzaam materiaalgebruik en gezondheid
het appartementengebouw komt een warmtepomp,
In hoofdstuk 5 zijn een aantal manieren aangegeven
Analyse locatie, marktsituatie
waarop wellicht meerdere woningen kunnen worden
om tot een keuze voor een duurzaam materiaalge-
+ externe invloeden
aangesloten. Met behulp van de energieconcepten
bruik te komen. Gezondheid wordt apart besproken.
wordt net zo lang gepuzzeld tot er een goede CO2-
Er kan op drie niveaus worden gescoord
1
Initiatief, Visie op de locatie, Marketingplan, Formuleren aanpak
Bewonersvoorlichting en begeleiding
Formuleer programma
worden maatregelen op het gebied van gezondheid en
Voor bewonersvoorlichting en klantbegeleiding is in
(aantal, type, prijsklasse)
Kosten/baten, Marketing, Planning
duurzaam materiaalgebruik betaald.
hoofdstuk 6 een apart themablad gemaakt. Formuleren ambities met
Eerste specificatie locatie/opstal,
reductie wordt bereikt. Met het resterende budget
HOOFDSTUK 3
5
3.3 Stappen in het ontwikkelproces
6
HOOFDSTUK 2
gemiddeld per woning. Dit bedrag wordt verminderd
HOOFDSTUK 1
plussen aan de inkomstenkant kan voor de totale locatie
2
Projectconcept, Massastudie,
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 1
Toolkit
Aandacht hiervoor mag in een plan met een hoge duurzaamheid niet ontbreken
‘De organisatorische aanpak’ in de afzonderlijke energie-
Met dit schema zijn begrippen als prettig wonen, goed
concepten geeft aan hoe een concept met warmtepom-
bouwen, kwaliteit en verantwoordelijkheid nemen te
pen moet worden georganiseerd. Het is zinnig ook de
onderbouwen. De ontwikkelaar kan zijn intenties zowel
Selecteer (energie-)
algemene paragrafen over energie, outsourcing en de
naar gemeentes als naar bewoners met behulp van de
concepten per woningtype
paragraaf over bewonersvoorlichting te bestuderen. Het
Toolkit onderbouwen.
een bepaalde extra kwaliteit moeten hebben. Met de
Handleiding voor6 gebruik en wanneer5 de Toolkit gebruiken HOOFDSTUK HOOFDSTUK HOOFDSTUK 4
Handleiding voor6 gebruik en wanneer5 de Toolkit gebruiken HOOFDSTUK HOOFDSTUK HOOFDSTUK 4
Kwaliteitsprofiel
HOOFDSTUK 7
Het organiseren van een plan met warmtepompen
Maken programma van eisen
belangrijkste is het proces. Het goed definiëren van de Mobiliseer gewenste experts,
bieders van installaties en het verantwoordelijk maken
Een duurzame woning gemaakt met natuurlijke middelen
van een ieder voor de juiste taak zijn sleutelfactoren om
Dit woningconcept ontstaat uit de combinatie van
het project te laten slagen.
energieconcept 6 met materiaalconcept M.3. Hoofddoel
Maak een plan met een hoge duurzaamheidscore
realiseren met zo veel mogelijk natuurlijke middelen.
Optimaliseer kwaliteit, b.v.
Voorts zijn gezondheid en comfort een doel. In het
clustering woningtypen
Aan het eind van hoofdstuk 4 is een overzicht van de
materiaalconcept M.3 zijn de materiaalkeuzen
geformuleerde ambitieniveaus weergegeven. Een plan
afgestemd op energieconcept 6 bij behoud van een
met een hoge duurzaamheidscore zou op zes thema’s
hoge materiaalscore.
doelstellingen, het kiezen van de juiste adviseurs en aan-
3
formuleer doelen
Grondpositie definitief, Samenwerkingsovereenkomsten, Selectie + maken contracten adviseurs
van het energieconcept 6 is een hoge CO2-reductie te liseer PvE, Actualiseer kosten/baten/ planning
5
exploitatievarianten
troleren of de gekozen concepten in het VO de gewenste prestatie opleveren
Algemene Kwaliteit Met het Kwaliteitsprofiel uit hoofdstuk 4 wordt
Start VO ontwerpwerk, Besluit over wel of niet outsourcen, Middels computersimulatie con-
Toolkit zijn deze scores te bepalen. 1
Specificatie locatie/opstal definitief, Optima-
HOOFDSTUK 7
Vergelijlk
4
Voer controleberekeningen uit Besluit over aanpassing PvE
breed gekozen voor kwaliteit. Er wordt met plussen
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 8
gescoord 2
Energetische kwaliteit Met behulp van de energieconcepten wordt een
Geef opdrachten tot uitwerking
bepaalde CO2-reductie gerealiseerd. Op dit aspect
en uitvoering
6
Start DO ontwerpwerk, Controle op verlangde prestaties
zijn vijf ambitieniveaus gedefinieerd Stedelijke ecologie Met behulp van de analyse uit hoofdstuk 5 kan een
4
Maak handleiding
7
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
3
Start besteksfase, Start verkoop,
bepaalde kwaliteit groen worden gerealiseerd. Op
Controle op verlangde prestaties,
dit aspect zijn vijf ambitieniveaus gedefinieerd
Maken handleidingen bewoners
Klantgericht ontwikkelen Met behulp van de voorbeelden uit hoofdstuk 5 kan Controleer uitvoering
8
Uitvoering, Oplevering. Bewonersinstructie. Tevredenheidsonderzoek
14
15
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 16
Toolkit
Ambities bespreekbaar HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 2 HOOFDSTUK 4
soort gemiddelde kwaliteitsscore. Het is zaak om bij het
kiezen dat ze elkaar ondersteunen en bijdragen aan meer-
benoemen van kwaliteiten zo concreet mogelijk te zijn.
lende kwaliteitsaspecten worden aangegeven. Het is
Het kwaliteitsprofiel is opgebouwd uit die aspecten
dere kwaliteitsaspecten. In appartementsgebouwen kan
Enerzijds om daarmee verschillende wensen van con-
een hulpmiddel om bewust en afgewogen keuzen te
waarmee in principe alle kwaliteitsaspecten te vatten
bij voorbeeld de vraag naar extra geluidsisolatie (com-
sumenten te kunnen honoreren, maar anderzijds ook
maken. Door deze keuzen in een vroeg stadium inzichte-
zijn. Daarbij is gekozen voor een pragmatische aanpak.
fort) en het toepassen van duurzame energie met lage
om maatschappelijk belangrijke kwaliteitsaspecten,
lijk te maken, zal dit richting geven aan het proces en de
Niet volledig willen zijn, niet alles juridisch waterdicht
temperatuurverwarming worden gecombineerd. In die
waar de consument ook extra voor moet betalen, aan te
daarbij betrokken partijen. Dit zal de efficiëntie van het
geformuleerd, maar wel de grote vissen en streven naar
situatie is vloerverwarming gemonteerd in een
kunnen bieden en om daar eenduidige afspraken over te
proces ten goede komen. Met het kwaliteitsprofiel en de
concrete en toetsbare kwaliteitsaspecten. In het
zwevende dekvloer. Een installatietechnische maatregel
kunnen maken. Om het begrip ‘kwaliteit’ operationeel
daarin genoemde ambities, kan een projectontwikkelaar
kwaliteitsprofiel zijn naast heel praktische zaken ook
die inspeelt op beide kwaliteitsaspecten en bovendien
te maken is er daarom voor gekozen om het begrip te
zich onderscheiden van andere aanbieders van woningen.
zaken opgenomen die indirect voor de consument van
materiaal uitspaart omdat de betonvloer lichter uitge-
ontrafelen en om van grof naar fijn in te zoomen. Op het
Ook kan met het kwaliteitsprofiel een koper zijn wensen
belang zijn. Bijvoorbeeld de maatschappelijk belangrijke
voerd kan worden. Het in een vroegtijdig stadium vast-
hoogste abstractieniveau is kwaliteit teruggebracht tot
t.a.v. extra kwaliteiten bespreekbaar maken. Het is daar-
zaken als energetische kwaliteit en milieukwaliteit van
stellen van de kwaliteitswensen biedt de mogelijkheid
13 hoofdaspecten. De keuze tot deze 13 is tot stand
mee een communicatiemiddel waarmee je als project-
toegepaste materialen. Het instrument biedt de
om te komen tot efficiënte integrale oplossingen die
gekomen in overleg met een aantal projectontwikke-
ontwikkelaar kunt aangeven welke kwaliteitsaspecten
mogelijkheid om ook voor deze aspecten bewust keuzen
meer kwaliteit bieden, zodat kosten worden bespaard
laars die het kwaliteitsprofiel in hun projecten gaan
te maken.
en maatregelen beter inpasbaar zijn in het ontwikkel- en
gebruiken. De 13 hoofdaspecten geven een indicatie van
realisatieproces.
wat er onder kwaliteit verstaan wordt, maar elk hoofd-
de planontwikkeling de ambitie ten aanzien van verschil-
op welke kwaliteitsniveaus in plannen gerealiseerd kunnen worden. Het instrument is daarbij inzetbaar voor
aspect is ook weer een containerbegrip dat vraagt om
de communicatie over kwaliteiten:
Bouwregelgeving stelt het minimum kwaliteitsniveau
1. met gemeenten (profileren en afspraken maken)
dat in de praktijk meestal gelijk stond aan het maximale.
Van grof naar fijn
nader preciseren. Zo is een structuur ontstaan, startend
2. binnen de eigen organisatie (met de mensen die het
De laatste jaren is er ruimte ontstaan voor differentiatie
Kwaliteit is een containerbegrip waarin vele aspecten
met de 13 hoofdaspecten, waarna vervolgens is in te
in aangeboden kwaliteiten en het inspelen op individuele
worden gebundeld, zoals toegankelijkheid, veiligheid,
zoomen tot subaspecten, soms tot subsubaspecten, om
woonwensen. Dit vereist wel dat afzonderlijke kwaliteiten
gezondheid en energiezuinigheid. Dit maakt het onmo-
vervolgens uit te komen bij concrete indicatoren,
ook concreet en bespreekbaar gemaakt worden. Door
gelijk om daar een overall beoordeling van te geven, een
maatregelen of meetbare prestaties.
moeten realiseren)
HOOFDSTUK 5
Door bouw- en installatietechnische oplossingen zo te
3. met externe adviseurs (om afspraken te maken over taken en na te streven doelen) 4. met de koper (marktvraag)
Ambities bespreekbaar HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 2
4.1 Instrument ‘kwaliteitsprofiel’
HOOFDSTUK 4
Met het kwaliteitsprofiel kan in een vroeg stadium van
HOOFDSTUK 1
Ambities bespreekbaar
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 1
4
dit integraal te beschouwen is het ook mogelijk om een integraal plan op te stellen.
HOOFDSTUK 7
Toegankelijkheid
B C
HOOFDSTUK 6
lokatie A
niveau B
+
++
Stedelijke ecologie
0
1-2
3-4
Veiligheid
B
+
++
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 6
KWALITEITSPROFIEL
B
+
++
B
Bruikbaarheid
B
+
++
C
Veiligheid
B
+
++
D
Gezondheid
B
+
++
E
Comfort
B
+
++
F
Uitstraling
B
+
++
G
Klantgericht ontwikkelen
B
+
++
H
Technische staat (bestaande bouw)
B
+
++
I
Exploitatie
B
+
++
J
Energetische kwaliteit
0
1-2
3-4
K
Milieukwaliteit materialen
B
+
++
L
Kwaliteit waterhuishouding
B
+
++
HOOFDSTUK 8
Toegankelijkheid
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
Woning A
Voorbeeld van een ingevuld kwaliteitsprofiel
16
17
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 18
Op dat niveau kan op onderdelen nog naar boven of naar
het aspect comfort. Op het niveau van de 13 hoofd-
beneden bijgesteld worden. Als het meest gedetail-
aspecten kan een ambitie worden gekozen, waarna
leerde niveau is ingevuld, is een aanzet gemaakt voor
wordt ingezoomd op subaspecten of subsubaspecten.
het programma van eisen van een woningbouwplan.
HOOFDSTUK 1
Hierna is het voorbeeld gegeven voor het inzoomen op
WONING E
Comfort Thermisch comfort (woonkwaliteit)
Ambities bespreekbaar HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 2
Ambities bespreekbaar HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Toolkit
Ventilatie niveau
KWALITEITSPROFIEL niveau B
+
++
B
Stedelijke ecologie
0
1-2
3-4
C
Veiligheid
B
+
++
Hang- en sluitwerk
+
++
Raamsysteem
+
++
A
Toegankelijkheid
B
+
++
B
Bruikbaarheid
B
+
++
Thermisch comfort (woonkwaliteit)
C
Veiligheid
B
+
++
Ventilatie
D
Gezondheid
B
+
++
E
Comfort
B
+
++
F
Uitstraling
B
+
++
G
Klantgericht ontwikkelen
B
+
++
H
Technische staat (bestaande bouw)
B
+
++
I
Exploitatie
B
+
++
J
Energetische kwaliteit
0
1-2
3-4
K
Milieukwaliteit materialen
B
+
++
L
Kwaliteit waterhuishouding
B
+
++
Comfort
niveau
Bouwbesluit
+
Bij gebalanceerde ventilatie, pas warmteterugwinning toe
+
Bij mechanisch inblazen, voorkom tocht door inblaassnelheid < 0,1 m/s in de leefzone
HOOFDSTUK 7
E
Comfort
HOOFDSTUK 8
niveau
4.2 Kwaliteitsprofiel als communicatiemiddel
E
Ontwikkelaar - Gemeente
Voorheen leek het of de maximale kwaliteit in de
Gemeenten en ontwikkelaars kunnen een kwaliteits-
woningbouw gedicteerd werd door het Bouwbesluit.
profiel hanteren in hun overleg over te realiseren
Het minimale kwaliteitsniveau leek daarmee tevens
ambities en kwaliteiten. Ontwikkelaars kunnen met het
het maximaal haalbare.
kwaliteitsprofiel aantonen welke ambitie zij hebben,
+
++
Licht en uitzicht (woonkwaliteit)
+
++
Dit is echter niet het geval. Ook in normbladen, waar-
kunnen zich daarmee onderscheiden van andere
Thermisch comfort
+
++
naar vanuit het Bouwbesluit wordt verwezen, zijn vaak
ontwikkelaars en kunnen de kwaliteitsbegrippen
meerdere niveaus te onderscheiden. Er valt dus te
concreet maken. Dat laatste is van belang wanneer er
kiezen. Deze lijn is in het kwaliteitsprofiel doorgetrokken.
onderhandeld wordt over kwaliteit en de prijs die een ontwikkelaar daarvoor vraagt.
Comfort Thermisch comfort (woonkwaliteit) niveau
HOOFDSTUK 9
Bewust kiezen uit meerdere kwaliteitsniveaus
Akoestische comfort binnengevel (woonkwaliteit)
WONING
HOOFDSTUK 6
++
Voorbeeld van een ingevuld kwaliteitsprofiel
WONING
< 0,2 m/s (NEN 1087)
HOOFDSTUK 5
Ventilatiesysteem
HOOFDSTUK 4
E
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 5
++
WONING
Woning
HOOFDSTUK 6
++
+
HOOFDSTUK 8
Toegankelijkheid
+
Ventilatiesysteem
In principe kan gekozen worden voor een basisniveau
Andersom kunnen ook gemeenten de initiatiefnemer
(minimaal Bouwbesluit), een plus-niveau en een ‘dubbel’
zijn om met het kwaliteitsprofiel te werken. Zij kunnen
plus-niveau. In achterliggende sub-aspecten zijn die
daarmee aangeven welke kwaliteiten zij op welk niveau
Ventilatie
+
++
niveaus tot concrete maatregelen of prestaties
graag gerealiseerd willen zien.
Verwarmen / koelen
+
++
uitgewerkt.
Thermische isolatie
+
++
Ontwikkelaars intern
Warm water
+
++
Het kwaliteitsprofiel is ontwikkeld in samenspraak met
HOOFDSTUK 9
lokatie A
Ventilatieroosters
10 projectontwikkelaars. Dat wil nog niet zeggen dat de
18
19
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 20
4.4 Kwaliteitswensen als selectiecriteria voor een integraal ontwerp
kelingen als deze betrokken zijn. Wanneer echter een
Het kwaliteitsprofiel is niet alleen een instrument om te
Door de toenemende mate van energiezuinigheid,
ruimtelijke consequenties, een selectie-instrument
nieuwe ontwikkeling is uitgewerkt tot een hanteerbare
communiceren en bewust te kiezen ten aanzien van
wettelijk gestimuleerd door het aanscherpen van EPC-
wordt om uit alle denkbare energieconcepten de best
module is er bij de grote projectontwikkelingbedrijven
kwaliteitsaspecten die de woonconsument belangrijk
eisen, is het niet meer verantwoord om installatiecom-
passende, energiezuinige concepten te selecteren.
vaak een structuur beschikbaar om kennis voor mede-
vindt, maar biedt ook de mogelijkheid om maatschap-
ponenten onafhankelijk van elkaar te kiezen. Kon in het
De installatieconcepten worden geselecteerd op de
werkers toegankelijk te maken. Dit kwaliteitsprofiel kan
pelijk belangrijk geachte thema’s aan de orde te stellen,
verleden gekozen worden op apparatenniveau, waarbij
kwaliteitsaspecten gezondheid, comfort, exploitatie,
tezamen met de concepten uit deze Toolkit als commu-
zoals energiezuinigheid, inzet van duurzame energie,
de energetische kwaliteiten van de afzonderlijke appa-
energetische kwaliteit en milieueffecten van materialen.
nicatiemiddel binnen de grotere projectontwikkelings-
rekening houden met de milieueffecten van materiaal-
raten voldoende moesten zijn om aan de wettelijke eisen
Energieconcepten zijn passende combinaties van bouw-
bedrijven worden gehanteerd.
gebruik en beperken van het gebruik van huishoud-
te voldoen, met de huidige EPC eis van 1,0 en de aan-
kundige maatregelen, een ventilatiesysteem en een
Het maakt de afzonderlijke aspecten zichtbaar en bij een
water. Op diverse locaties is het de gemeente die op deze
scherping in 2006-2007 tot 0,8, zal het nodig zijn om de
installatie voor verwarmen, koelen en tapwaterverwar-
gekozen score voor basis, plus, of dubbelplus wordt de
kwaliteitsaspecten aanvullende wensen formuleert. Als
installatie als onderdeel van een concept te beschouwen.
ming. Uit figuur 6 blijkt dat er een keuze gemaakt dient
discussie eenduidiger gevoerd.
maatschappelijk geëngageerde ondernemer kan de
Het gevaar bestaat anders dat mogelijk wel aan de EPC-eis
te worden uit een groot aantal onderdelen waarvan de
ontwikkelaar laten zien hoe ambities op die gebieden
wordt voldaan, maar absoluut niet meer aan wensen ten
prestaties elkaar bovendien onderling beïnvloeden. Het
Ontwikkelaars met externe adviseurs (om afspraken
efficiënt en realistisch te verwezenlijken zijn en hoe hij
aanzien van comfort en gezondheid.
maken van de juiste keuzes voor een integraal
te maken over taken en na te streven doelen)
zich voorstelt deze in te passen in het project dat hij wil
De ontwikkelaar legt zijn keuzen in het kwaliteitsprofiel
realiseren.
gewenst. Ten behoeve van de Toolkit zijn alle denkbare
HOOFDSTUK 7
tiële klanten een gesprek te voeren over de gewenste
HOOFDSTUK 8
Ambities bespreekbaar HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 2 HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 5
een vroegtijdig stadium van het besluitvormingsproces
0
HOOFDSTUK 6
Conceptniveau
spelen investeringskosten een rol en is inzicht hierin in
500 ep 0,8
voor gekozen middels een klankbordgroep met poten-
leiden tot slechts een beperkte CO2-reductie. Daarnaast
Systeemniveau
1000
ep++ '00
In sommige projecten wordt er door de ontwikkelaar
leiden tot een goed binnencomfort en soms ook te
1500
ep+ '98
HOOFDSTUK 6
Ontwikkelaars – Kopers / Klantgericht ontwikkelen
goede prestatie op EP-punten hoeft (meestal) niet te
ep '95
profiel een handzaam middel.
keuze van energiebesparende voorzieningen met een
2000
bb '92
gemaakte keuzen te kunnen toelichten is het kwaliteits-
Componentniveau / apparatuurniveau
2500
'81 - '91
Om aan deze externen goed de samenhang in de
jectontwikkelaar in de praktijk niet eenvoudig. Een
3000
'77 - '86
HOOFDSTUK 5
gens gecommuniceerd met ontwerpers en adviseurs.
bouwkundig- en installatieconcept blijkt voor een pro3500
tot '77
vast in een programma van eisen. Dit PvE wordt vervol-
Kwaliteitsprofiel is zo opgezet dat een gekozen kwaliteitsprofiel voor een woningbouwplan, met de bijbehorende
Energieverbruik (m3 gas / jaar)
HOOFDSTUK 4
Ambities bespreekbaar HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 2
het de koplopers binnen een organisatie die bij ontwik-
Het elektronisch beschikbare instrument
goede combinaties (energieconcepten) geïnventariseerd. Een en ander heeft geleid tot een 170-tal concept- met woningtypencombinaties die zijn doorgerekend.
woonkwaliteit. Ontwikkelaars en kopers op de woning-
Een concept wordt daarbij gezien als een ‘logische’ com-
markt kunnen het kwaliteitsprofiel hanteren, om in hun
binatie van die maatregelen (bouwkundig en installatie-
Met het dynamisch rekenmodel TRNSYS zijn voor al deze
communicatie over woonkwaliteit deze kwaliteit
technisch) die leidt tot de gestelde prestatie-eisen,
concepten bouwfysische simulaties uitgevoerd en is het te
bespreekbaar en toetsbaar te maken. Een door een
waarbij de maatregelen onderling op elkaar aansluiten
verwachten thermisch comfort bepaald. Vervolgens zijn de
koper ingevuld kwaliteitsprofiel is te zien als een pro-
en zo mogelijk elkaar versterken.
EPC en CO2-reductie berekend. Tevens zijn de investeringen
gramma van eisen. Ontwikkelaars kunnen het kwaliteits-
begroot. Door eerst met het kwaliteitsprofiel de ambities
profiel hanteren als een soort label om aan te geven op
t.a.v. de verschillende kwaliteitsaspecten te benoemen
welke onderdelen de woning extra goed scoort. De
en deze vervolgens te gebruiken als selectiecriteria voor
uitwerking tot concrete maatregelen of prestaties
energieconcepten, ontstaan in een vroeg stadium van
maakt dat afgesproken kwaliteiten ook achteraf toets-
het planproces de eerste contouren van het integrale
baar zijn.
plan, inclusief inzicht in allerlei consequenties van
HOOFDSTUK 7
ook op deze manier tegen kwaliteit aankijken. Veelal zijn
HOOFDSTUK 1
4.3 Maatschappelijk verantwoord ondernemen en kwaliteitsambities
organisaties die deze ontwikkelaars vertegenwoordigen,
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 1
Toolkit
gemaakte keuzen met doorverwijzingen naar kennis-
20
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
bronnen en adviseurs die voor de uitwerking nodig zijn.
21
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 22
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
Toolkit
KWALITEITSPROFIEL Toegankelijkheid
B C
niveau B
+
++
Stedelijke ecologie
0
1-2
3-4
Veiligheid
B
+
++
HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 2 Ambities bespreekbaar
Ambities bespreekbaar HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 2
lokatie A
B
Bruikbaarheid
B
+
++
C
Veiligheid
B
+
++
D
Gezondheid
B
+
++
E
Comfort
B
+
++
F
Uitstraling
B
+
++
G
Klantgericht ontwikkelen
B
+
++
H
Technische staat (bestaande bouw)
B
+
++
4.5 Het Instrumentarium in het planproces
–
I
Exploitatie
B
+
++
J
Energetische kwaliteit
0
1-2
3-4
en bewuste besluitvorming over de ambities ten aanzien
of randvoorwaarden voor mogelijke energieconcep-
K
Milieukwaliteit materialen
B
+
++
van de verschillende kwaliteitsaspecten en het daarbij
ten, concepten betreffende klantgericht ontwikkelen
L
Kwaliteit waterhuishouding
B
+
++
passende energieconcept.
Bouwkundig
Ventilatie
Installaties, verwarming, koeling, tapwater
locatieontwikkeling te komen tot een gestructureerde
HOOFDSTUK 6
–
Het analyseren van deze gegevens op consequenties
of concepten ten aanzien van stedelijke ecologie. –
Met behulp van het kwaliteitsprofiel of met de
volgende concepten en consequenties bespreekbaar te
gekozen concepten de ambities vastleggen voor de
maken, worden de ambities richtinggevend voor het
verschillende kwaliteitsaspecten van de afzonderlijke
planproces, waarbij alle partijen ook vanaf het begin
woningcategorieën. Dit doet de projectontwikkelaar
– Natuurlijk
– Gasgestookte c.v.-ketels
weten wat beoogd wordt. Dit moet het planproces
intern, dan wel samen met de gemeente en/of
- Rc -gevel, dak, vloer
– Gebalanceerd
– Hoogtemperatuur
structureren en efficiënter maken en de haalbaarheid
toekomstige kopers. De kwaliteitsprofielen vormen
- Uraam, Ugas
– Vraaggestuurd
– Thermische isolatie
– Luchtdoorlatendheid - qv:10-waarde – Orientatie
HOOFDSTUK 7
Het verzamelen van informatie van de locatie, lokaal beleid, marktgegevens
Het Instrumentarium is een hulpmiddel om bij
Door in een vroeg stadium de ambities en de daaruit
– Zontoetreding
– Ventilatoren – Zomernachtventilatie – Te openen ramen
- radiatoren – Laagtemperatuur
de eerste aanzet voor een PvE.
van de beoogde ambities vergroten. –
energievoorziening, de randvoorwaarden voor het
– Warmtepompsysteem - bron, energiepalen
De kwaliteitsprofielen vormen samen met de locatiekenmerken en de al op of nabij de locatie aanwezige
- vloerverwarming
selecteren van de ‘passende’ energieconcepten. –
Van de ‘passende’ concepten worden de consequen-
– Gietbouw
– Warmtelevering
ties in beeld gebracht, zowel energetisch, financieel
– Houtskeletbouw
– Boiler/Geiser
alsook t.a.v. de exploitatievorm, het beheer en de
– Zonwering
– Koeling – Zonneboiler
HOOFDSTUK 8
Globaal zijn de stappen in het planproces:
– Bemetering – Leidinglengten – Buffervat
HOOFDSTUK 4
++
HOOFDSTUK 5
+
HOOFDSTUK 6
B
HOOFDSTUK 7
Toegankelijkheid
realisatie. –
Op basis van deze gegevens kan de ontwikkelaar,
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 4
Woning A
soms in overleg met derden, tot besluitvorming komen en kunnen lastige keuzen worden ingepast in het projectontwikkelingsproces.
22
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
Figuur 6. Aspecten die een rol spelen bij de overgang van de keuze van componenten naar concepten
23
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 24
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
Toolkit
Zonder in te gaan op de details wordt hieronder een inzicht te geven in de mogelijkheden van deze Toolkit ten aanzien
Materiaalclassificatie:
van de te realiseren ambitieniveaus.
Voor de milieubewuste keuze van bouwmaterialen zijn diverse materiaalclassificatie systemen beschikbaar. In het
HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 2 Ambities bespreekbaar
Ambities bespreekbaar HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 2
4.6 Overzicht ambitieniveaus
Kwaliteitsprofiel worden keuzemogelijkheden aangeboden waaraan een score is toegekend. Deze score is in eerste Kwaliteitsprofiel:
instantie bepaald op basis van EcoQuantum.
De programmatische zaken in het kwaliteitsprofiel kennen een basisniveau (minimaal Bouwbesluit), een plus-niveau en
Vervolgens zijn in de Toolkit een aantal Materiaalconcepten opgenomen. De scores van deze concepten zijn bepaald
een ‘dubbel’ plus-niveau.
met EcoQuantum, GreenCalc Plus en GPR Gebouw. Om deze concepten af te stemmen op het keuze-instrument in het Kwaliteitsprofiel is een tabel gemaakt waarmee de milieukwaliteit min of meer vergelijkbaar is gemaakt.
Energetische kwaliteit: Deze tabel geeft tevens de verschillende ambitieniveaus weer.
Ten aanzien van energetische kwaliteit worden vijf niveaus onderkend (zie hieronder).
Score
GreenCalc Plus
GPR
ca. 0,70
2
+
BB.2006+
35 - 45%
ca. 0,65
B
0
154
100
6,0
3
++
Geavanceerd
45 - 55%
ca. 0,60
+
-15 en -25
135
125
7,0
4
++
Zeer geavanceerd
< 0,50
++
< -25
125
180
8,0
Stedelijke ecologie:
De kolommen geven achtereenvolgens weer:
Op het gebied van de stedelijke ecologie worden vijf ambitieniveaus onderscheiden.
–
Het ambitieniveau
–
De puntenscore in het kwaliteitsprofiel
2
Groen (m ) Basiskwaliteit
0
1
2
3
4
–
De score volgens de VO-tool of Eco-Quantum (IVAM)
B
+
+
++
++
–
De score volgens GreenCalc Plus (milieuclassificatie van NIBE)
markt
markt
markt
net voldoende
net voldoende
–
De score volgens de GRP Gebouw (WE)
65
55
55
55
55
35
45
45
60
60
geheel
gedeeltelijk
gedeeltelijk
gedeeltelijk
gedeeltelijk
parkachtig Extra
Belevingswaarde
redelijk
parkachtig
parkachtig
parkachtig
parkachtig
kunstzinnig
wadi / bos
wadi / bos
wadi / bos
ontwerp groen
watergang
watergang
watergang
interessant
hoog
hoog
hoog
groot
deel ext. biotop
Biodiversiteit
EcoQuantum berekent milieueffecten (aflopend), de andere instrumenten berekenen milieukwaliteit (oplopend)
HOOFDSTUK 7
> 55%
HOOFDSTUK 4
Score
Eco-Quantum
< 1,00
25 - 35%
HOOFDSTUK 5
Score
0 - 25%
BB.2006
HOOFDSTUK 6
Score Kw. Pr. (onzichtbaar)
Referentie BB.2003
+
Verharding (m2)
HOOFDSTUK 7
Kwaliteitsprofiel
B
1
Kavelgrootte
HOOFDSTUK 8
niveau
EPC indicatie
0
Ambitieniveau
HOOFDSTUK 6
CO2-reductie
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 4
Ambitieniveau
Klantgericht ontwikkelen: Op het gebied van het klantgericht ontwikkelen worden vier ambitieniveaus beschreven.
24
B (basis)
er wordt alleen het standaard meerwerk aangeboden
+
binnen een gegeven casco is er een royaal aanbod van indelingsvarianten
++
het casco is op diverse manieren uitbreidbaar + beperkt indelingsvarianten
++ Extra
de klant kan een woning naar keuze geheel zelf samenstrellen
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
Ambitieniveau
25
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 26
Toolkit
Kwaliteitsaspecten
5.1 LOCATIEKWALITEITEN
5.1.2 Stedelijke ecologie
5.1.1 Toegankelijkheid
Wat wordt bedoeld met stedelijke ecologie
vergroten, alsook door de stedelijke natuurkwaliteit te
Stedelijke ecologie is de ‘natuur’ in de stad. In de Neder-
verbeteren door ecologische verbindingszones met de
Voor de waardering van de toegankelijkheid van
landse situatie gaat het dan om ‘gemaakte’ natuur.
stadsrand in plannen op te nemen.
voorzieningen in de woonomgeving wordt gekeken naar
Groen dat door zijn ontwerp en omvang de habitat kan
de parkeernorm, de afstand tussen parkeren van de auto
vormen voor bepaalde vogels, kleine zoogdieren, insec-
De aanpak van het proces
en de fiets tot de voordeur en de afstand naar openbaar
ten en leven in het oppervlaktewater. Afhankelijk van het
Hierna worden soorten groen beschreven. Die beschrij-
vervoerhalten en winkelvoorzieningen. Ook de bereik-
resultaat dat wordt beoogd, kan dit groen meer ‘natuur’
ving is al werkende in de praktijk van het projectontwik-
baarheid van groenvoorzieningen en speelgelegenheid
of juist meer ‘cultuur’ weerspiegelen. Om stedelijke ecolo-
kelingswerk ontstaan en is derhalve niet gebaseerd op
voor kinderen wegen mee.
gie te ontwikkelen werkt de ontwikkelaar samen met de
gestructureerde wetenschap.
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
5
groenontwikkeling binnen woningnieuwbouw. Dit door
HOOFDSTUK 2 Kwaliteitsaspecten Locatie HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
Kwaliteitsaspecten Locatie HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
zowel het aantal soorten groen in een nieuwbouwplan te
HOOFDSTUK 5
Parkeren
Parkeernorm 1,7 auto's / woning
landschap, ecologische infrastructuur en verkaveling.
stedenbouwer bepaalt de plaats en de grootte van het
+
Fietsenberging overdekt, afstand tot voordeur < 50 m
Bij stedelijke ecologie beperken wij ons tot de aspecten
openbare groen. Vervolgens gaat de afdeling groen van
Parkeren op eigen terrein of gereserveerde plaats, afstand tot voordeur <10 m
water(kwaliteit), landschap, ecologische infrastructuur
de gemeente op basis van haar eigen ambitie, of soms
Parkeernorm > 2 auto's / woning
en verkaveling. Daarbij gaat het om milieu, ruimtelijke
eenvoudigweg op basis van het beschikbare budget
kwaliteit, natuurwaarden en biodiversiteit. Voor de pro-
voor toekomstig onderhoud, dit groen uitwerken.
Gehandicapte plaats afmetingen gebruiks- en uitstapruimte; b x d > 3,5 * 5,0 m, afstand tot voordeur < 50 m
HOOFDSTUK 6
++ + ++
In deze Toolkit wordt er van uitgegaan dat stedelijk
zijn dan een kavel op een willekeurig opgespoten
groen op grond van een integrale afweging wordt ont-
terrein. Vast staat dat de klanten van de projectontwik-
worpen. Door te werken met verschillende soorten groen
Afstand tot halte openbaarvervoer < 400 m
kelaar, de kopers van woningen, natuur en diversiteit in
en de plaats van dit groen zorgvuldig te kiezen, kunnen
Afstand tot halte openbaarvervoer < 200 m
de woonomgeving weten te waarderen. Net als bij de
er verschillende sferen en verschillende ambitieniveaus
andere thema’s, zijn bij stedelijke ecologie ambitie-
ontstaan. Omdat voor een locatie de grondexploitatie
niveaus te onderscheiden. De functies van stadsnatuur,
vaak een hard gegeven is, is de grondgebruikanalyse veelal
samengevat als de 3 B's: Biodiversiteit, Beleving en
het startpunt van de studie naar de mogelijkheden voor
45 m2 groen / woning, in de nabijheid van de woning
Benutting worden in deze Toolkit vanuit de optiek van
stedelijke ecologie. Daarbij wordt beschouwd welke land-
60 m2 groen in de nabijheid van de woning, zo ingericht dat biodiversiteit wordt bevorderd
de projectontwikkelaar beschreven. Daarbij wordt
schappelijke waarden in het terrein of grenzend aan het
aangegeven welke disciplines nodig zijn om nieuwe
terrein al aanwezig zijn, zoals watergangen, bomen, hout-
Stedelijke Ecologie te kunnen maken.
wallen en niveauverschillen met natte en droge plekken.
+
Afstand tot winkelvoorzieningen voor dagelijke behoeften < 400 m
++
Afstand tot winkelvoorzieningen voor dagelijke behoeften < 200 m
+ ++
jectontwikkelaar geldt dat kavels die grenzen aan een mooie oude watergang of een groengebied meer waard
Fietsenberging overdekt, afstand tot voordeur of entree hal < 10 m, liefst zichtbaar vanuit hal
HOOFDSTUK 7
de kavels en dus de tuinen van de woningen zijn. De
+
++
Groen
stelt op basis van een exploitatiemodel vast hoe groot
voedsel, bouw- en inrichtingsmaterialen, verkeer, afval,
Parkeren op eigen terrein of gereserveerde plaats, afstand tot voordeur < 50 m
++
Voorzieningen
kelaar stelt op basis van zijn marktvisie, of de gemeente
zame Stedenbouw vallen aspecten als: energie, water,
+
++
Openbaarvervoer
op de groenkwaliteit in de woonomgeving. De ontwik-
aandachtsgebied Duurzame Stedenbouw. Onder Duur-
HOOFDSTUK 6
A Toegankelijkheid
In de gangbare praktijk hebben diverse partijen invloed
worden gezien als een onderdeel van het veel ruimere
HOOFDSTUK 7
Lokatie
civiel technicus en de bioloog. Stedelijke ecologie kan
HOOFDSTUK 5
stedenbouwer, de architect, de landschapsarchitect, de
De te maken analyse kent een aantal stappen:
eerder vertoond. In Vinexwijken gelden singels uit de
–
klassieke stedenbouw als voorbeeld van mooi groen in
–
kan er verharding worden ingewisseld voor groen
een nieuwbouwwijk. Probleem is vervolgens wel dat door
–
kan markttechnisch het kaveloppervlak van de
HOOFDSTUK 9
het bundelen van het groen in deze singels, de wijken achter de singel nog maar zeer weinig groen krijgen. Een
zijn er waardevolle elementen op de locatie aanwezig
woonkavels nog iets omlaag ten gunste van het groen –
dilemma, wanneer je èn hoogwaardig groen in je plan
voor welke marktsegmenten is het commercieel interessant om groen te maken of te handhaven met
wilt opnemen èn tegelijk zoveel mogelijk mensen wilt
26
HOOFDSTUK 8
kwalitatief hoogwaardig groen is in de stedenbouw
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
Het realiseren van een meerwaarde door toepassing van
een hoge belevingswaarde
laten profiteren van het groen. In de praktijk is in diverse
–
welke groenkwaliteiten zijn gewenst
projecten ervaring opgedaan met een aantal niveaus van
–
welke nieuw te maken of te handhaven biotopen
27
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 28
–
kunnen kwalitatief een hoog niveau met een relatief
of heel goed passen bij de architectuur van de gebou-
grote soortenrijkdom krijgen
wen. Dit groen, of beter gezegd, dit stedelijke land-
kan een biotoop binnen het plangebied aansluiten
schap wordt ontworpen door de landschapsarchitect.
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
Toolkit
Kwaliteitsaspecten Locatie HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
–
Gebruiksgroen;
Het is in de ontwerpfase noodzakelijk dat overleg wordt
Delen van het hierboven beschreven groen kunnen
gevoerd met de toekomstige beheerder. Wil de beheerder
bedoeld zijn om in te spelen of om te gebruiken voor
de door ontwikkelaar en stedenbouwers gewenste
recreatie. Vaak worden elementen toegevoegd als
kwaliteit gaan onderhouden en mag een bewonersgroep
speelwerktuigen en zand plus water.
Kwaliteitsaspecten Locatie HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
op een externe biotoop
een rol spelen in het onderhoud en beheer? Het is van belang dat de ontwikkelaar, de stedenbouwkundige, de
–
Biologisch waardevol groen;
landschapsarchitect, de civiel technicus en de bioloog in
Dit type groen verkrijgt zijn waarde vanuit de ecolo-
een conceptuele fase gelijk opwerken. Zo geeft de
gie, waarbij de soortenrijkdom in een gebied een
ontwikkelaar aan waar hij welke waarden wenst en geeft de bioloog aan waar welke biotopen vanuit de ecologie
Parkachtig groen / Groene laan
bepalende factor is. Die soortenrijkdom wordt deels ontworpen, maar deels ontstaat zij ook op plaatsen
mogelijk zijn. Het kan zijn dat het verbreden van een
met overgangen van nat naar droog en plaatsen die
oever van vier naar acht meter een verviervoudiging van
weinig betreden worden. Natuurlijke oevers zijn dan
het aantal soorten planten en dieren in die oever oplevert.
ook uiterst geschikt voor dit soort groen. Dit type
Ondiep water kan een woonplek worden voor amfi-
groen wordt door de bioloog ontworpen.
Biodiversiteit in de stadsrand
Natuurdoeltypen van het ministerie van LNV beschreven.
gewenste kwaliteiten. Dat is een heel subtiel proces.
Natuurdoeltypen, er worden er 92 beschreven, zijn de
Vandaar dat er voor gekozen is de stedelijke ecologie
verschillende typen ecosystemen die in Nederland gereali-
onder te verdelen in vijf ambitieniveaus om ontwikkelaar
seerd worden. Per natuurdoeltype zijn de inheemse plant- en
en gemeente te verleiden zich op dat subtiele terrein in
diersoorten beschreven, de leefomstandigheden en het
te spannen voor een hoog kwaliteitsniveau.
beheer dat nodig is om het natuurdoeltype te bereiken.
Soorten groen
Waarom voor meer kwaliteit met Stedelijke Ecologie kiezen
Kunstzinnig groen
HOOFDSTUK 8
–
HOOFDSTUK 9
–
heel aardige resultaten kunnen worden bereikt. Resultaten
welke eisen stellen dieren en planten aan de zone,
Parkachtig groen;
die door bewoners worden gewaardeerd en de waarde van
maken ze er gebruik van, wanneer is een verbindingszone
Hiermee wordt bedoeld het groen van bomenlanen,
een locatie verhogen. Mits goed georganiseerd hoeft de
zinvol, hoe is het elders aangepakt? Er zijn in Nederland
gazons, lage heesters, bloemperken, singels met
toepassing van Stedelijke Ecologie niet te leiden tot een
projectgroepen samengesteld die de aanwezige kennis en
harde oevers, singels met zachte oevers die regel-
verslechtering van het projectresultaat van de ontwikke-
nieuwe ervaringen bijeen brengen. Deze Toolkit wil vooral
matig worden gemaaid. Dit type groen wordt door
laar. In de concurrentie met andere projecten kan er zelfs
praktisch zijn. Omdat met eenvoudige middelen boeiende
de stedenbouwkundige ontworpen.
sprake zijn van een voordeel. Wanneer gekeken wordt naar
resultaten kunnen worden bereikt die door bewoners wor-
het nut van Stedelijke Ecologie, blijken er wel vele vragen te
den gewaardeerd is het zinnig met Stedelijke Ecologie
Kunstzinnig groen;
zijn. Bijvoorbeeld op het gebied van verbindingszones.
meer te doen en ervan te leren voor volgende projecten.
Dit is groen waarbij de artistieke beeldkwaliteit voorop
Betreffende veel plaatsen in de stedelijke omgeving wordt
Heel praktisch is ook dat een dergelijke werkwijze geld
staat. Hierbij wordt gebruik gemaakt van diverse materi-
over ecologische verbindingszones gedacht, gesproken en
oplevert. Een kavel aan een brede watergang of gren-
alen zoals beton, baksteen, natuursteen, hout, roestvrij
geschreven. Er worden structuren ontworpen en er zijn al
zend aan een strook bos is in de regel 5 à 10% meer
staal, gravel etc. Er worden verhogingen of verlagingen
een flink aantal verbindingszones ingericht. Ondanks, of
waard dan een standaard gelegen kavel. Met deze
in het terrein toegepast. Groen kan worden gekozen
juist dankzij, al deze aandacht en activiteiten zijn er veel
meeropbrengst zijn de betrekkelijk geringe meerkosten
vragen over het functioneren van verbindingszones:
aan groen ruimschoots te dekken.
vanwege de sfeer of kleur en kan in aanvulling zijn op
28
Het Stedelijke groen is deel van een externe biotoop
De ervaring leert dat met eenvoudige middelen al snel
groen op een praktische wijze ingedeeld in soorten:
Een beetje spannender mag ook
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 7
Om de gewenste ambities te kunnen organiseren is het
HOOFDSTUK 5
daarom keuzen gemaakt worden over maat en schaal en
HOOFDSTUK 6
De in ons land voorkomende natuur staat in het Handboek
HOOFDSTUK 7
gaan echter in één ruimte niet samen. Er moeten
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 5
bieën, dieper water voor vissen. Vissen en amfibieën
29
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 30
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
Toolkit
De vijf ambitieniveaus van Stedelijke Ecologie De klanten van de projectontwikkelaar, de kopers van woningen, waarderen natuur in de woonomgeving. Omdat
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 2
mensen verschillend zijn, is de waardering van de een niet gelijk aan de waardering van de ander. Om toch enige objectivering in te voeren wordt de stadsnatuur ingedeeld op basis van de items Biodiversiteit, Beleving en Benutting. Het formuleren van de verschillende ambitieniveaus gebeurt door de maatregelen zowel kwantitatief als kwalitatief te beschrijven.
Kwaliteitsaspecten Locatie HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
Kavelgrootte:
Per marktsegment op basis van marktonderzoek
Kavelgrootte:
Niet te groot, per marktsegment op basis van marktonderzoek net voldoende
Verhardingen:
65 m2 per woning
Verhardingen:
55 m2 per woning
Groen:
35 m2 per woning
Groen:
60 m2 per woning
Kwaliteit groen:
Kwaliteit groen:
Standaard parkachtig gebruiksgroen binnen nieuwbouw
Kwaliteitsaspecten Locatie HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
Ambitieniveau 4
Ambitieniveau 0
Gedeeltelijk standaard parkachtig gebruiksgroen plus direct nabij de woning een watergang, stookbos of ander landschap (min. 10 à 12 m breed), zodanig ingericht dat een boeiende biodiversiteit wordt bevorderd. Deze biotoop is zoveel mogelijk gelijk aan en sluit aan bij een waardevolle biotoop direct buiten het woongebied. Er is sprake van een effi-
Ambitieniveau 1 Kavelgrootte:
Per marktsegment op basis van marktonderzoek
ciënte groene dooradering in het woongebied met de groenkwaliteit van daarbuiten die als
Verhardingen:
55 m2 per woning
het ware het woon-gebied wordt binnengehaald.
Groen:
45 m2 per woning Gedeeltelijk standaard parkachtig gebruiksgroen plus direct nabij de woning door een land-
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 5
Kwaliteit groen:
schapsarchitect ontworpen groen met een kunstzinnig gezien interessante belevingswaarde Een indeling naar ambitieniveaus: 4
B
+
+
++
++
markt
markt
markt
net voldoende
net voldoende
Verhardingen:
55 m2 per woning
Groen:
45 m2 per woning
Verharding (m2)
65
55
55
55
55
Gedeeltelijk standaard parkachtig gebruiksgroen plus direct nabij de woning een water-
Groen (m2)
35
45
45
60
60
gang, wadi of stookbos (min. 8 m breed), zodanig met planten ingericht dat een hoge
Basiskwaliteit
geheel
gedeeltelijk
gedeeltelijk
gedeeltelijk
gedeeltelijk
parkachtig
parkachtig
parkachtig
parkachtig
parkachtig
belevingswaarde ontstaat HOOFDSTUK 7
3
Kavelgrootte
Kwaliteit groen:
Extra
Ambitieniveau 3 Kavelgrootte:
HOOFDSTUK 8
2
Verhardingen:
55 m2 per woning
Groen:
60 m2 per woning
Kwaliteit groen:
Belevingswaarde
Niet te groot, per marktsegment op basis van marktonderzoek net voldoende
kunstzinnig
wadi / bos
wadi / bos
wadi / bos
ontwerp groen
watergang
watergang
watergang
interessant
hoog
redelijk
Biodiversiteit
Gedeeltelijk standaard parkachtig gebruiksgroen plus direct nabij de woning een watergang
Bronnen voor meer informatie
of stook bos (min. 10 à 12 m breed), zodanig ingericht dat een boeiende biodiversiteit
http://www.minlnv.nl
wordt bevorderd en een hoge belevingswaarde ontstaat. Er is sprake van een efficiënte
http://www.rivm.nl/milieuennatuurcompendium/nl/
hoog
hoog
groot
deel ext. biotop
HOOFDSTUK 6
Per marktsegment op basis van marktonderzoek
1
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 6
Kavelgrootte:
0
HOOFDSTUK 8
Ambitieniveau
Ambitieniveau 2
groene dooradering van het woongebied, waarbij zoveel mogelijk mensen profiteren van
30
Literatuur –
Handboek Natuurdoeltypen, Min. LNV
–
Natuurcompendium, stedelijk gebied, RIVM
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
het groen
31
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 32
De bodem is in grote delen van Nederland geschikt voor
Op nieuwbouwlocaties zijn afhankelijk van locatie-
Voor aardwarmte wordt warmte op grote diepte aan de
warmte-koudeopslag. Toch zijn er een aantal locaties
In de woonomgeving kan extra aandacht besteed worden
omstandigheden en de bouwopgave een groot aantal
bodem ontrokken. Temperaturen zijn mogelijk tussen
waar onvoldoende water aan de bodem onttrokken kan
aan de overzichtelijkheid en verlichting van routes,
energieopties mogelijk. Een aantal zijn gebouwgebon-
de 60 °C en 90 °C. De warmte wordt gedistribueerd via
worden om in de vraag van het project te voorzien.
speelplekken en parkeerplaatsen, zodat sociale controle
den, een aantal zijn locatiegebonden en daarnaast zijn
een warmtenet. De kosten voor een bron zijn alleen
Daarnaast kunnen er een aantal procedurele beperkin-
mogelijk is. Op woonblokniveau en woningniveau vormen
er duurzame bronnen van buiten de locatie.
terug te verdienen wanneer > 2000 woningen op het net
gen gelden ten aanzien van de locatie. Hierbij valt te
de maatregelen behorende bij het ‘politiekeurmerk veilig
worden aangesloten. Niet op elke locatie is de bodem
denken aan verontreinigingen in de bodem, de water-
wonen’ de norm voor extra inbraakveiligheid.
geschikt voor het ontrekken van aardwarmte.
kwaliteit in de bodem en provinciale beperkingen ten
Traditioneel wordt op een locatie de infrastructuur aan-
Biogas
–
Biomassa
Warmte en koudeopslag in aquifers, aangesloten op
belang om voordat de keuze voor warmte-koudeopslag
–
Aardwarmte
een warmtepomp
gemaakt wordt, een inventarisatie te maken van
–
Warmte en koude opslag (WKO) in combinatie
Warmtepompsystemen zijn bijzonder interessant
eventueel aanwezige beperkingen en randvoorwaarden
met Warmtepompen
vanwege hun bijzonder hoge rendement voor warmte-
voor het betreffende project.
opwekking vergeleken met bijvoorbeeld CV-ketels,
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 5
gelegd voor gas, elektra en water. Diverse energieconcepten gaan echter niet meer uit van een gasnet, maar van
Biogas
namelijk zo’n 400% tegen 95% voor een HR107 ketel. Dit
een warmtenet. Wanneer woningen worden uitgevoerd
Biogas is methaangas dat vrijkomt uit het zuiverings-
hoge rendement wordt bereikt doordat met een
met een individuele elektrisch aangedreven warmtepomp
proces van rioolwater en vergisting van GFT-afval. Het
warmtepomp energie kan worden onttrokken aan
is een gasnet ook niet meer nodig. Het is zaak om bij de
biogas kan aangewend worden om bijvoorbeeld een
bijvoorbeeld oppervlakte- of bodemwater. Het
ontwikkeling van een locatie in een vroeg stadium de
gasmotor voor een collectieve warmtepomp of WKK
afgekoelde water wordt vervolgens teruggevoerd.
keuze voor de energie-infrastructuur aan de orde te stel-
installatie aan te drijven. In principe kan het inzamelen
Wanneer dit in de bodem gebeurt, biedt dit verwarm-
len. Door keuzen in de stedenbouwkundige opzet, kan
en vergisten als een locale activiteit gezien worden,
ingssysteem tevens de mogelijkheid om gedurende het
de rentabiliteit van een infrastructuur nog beïnvloed
maar in de meeste gevallen worden dergelijke installatie
stookseizoen koude op te slaan waarmee in de zomer-
worden. Hoge dichtheden, de mate van stapelen en
gepland voor een groot verzorgingsgebied. Voor een
periode gekoeld kan worden. Deze zomerwarmte kan
schakelen, het aantal watergangen die gekruist moeten
nieuwbouwlocatie betekent de beschikbaarheid van
ook worden opgeslagen, en dit heeft dan tevens
worden, allemaal variaties waarmee de investeringen in
biogas en het aanwenden daarvan voor de energievoor-
positieve effecten op het verwarmingsrendement.
de infrastructuur beïnvloed kunnen worden en de haal-
ziening, een CO2 neutrale energiebron.
Een warmtepomp met energieopslag in de bodem is
baarheid van systemen vergroot of verkleind worden. – door hoge dichtheid, zijn veel woningaansluitingen
HOOFDSTUK 7
– – –
Kwaliteitsaspecten Locatie HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
De optimale energie-infrastructuur
behoeve van drinkwaterbescherming. Het is daarom van
–
HOOFDSTUK 5
5.1.4 Energie-infrastructuur
Locatiegebonden duurzame energieopties
HOOFDSTUK 1
Aardwarmte
HOOFDSTUK 2
Duurzame Energieopties
HOOFDSTUK 6
Kwaliteitsaspecten Locatie HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
5.1.3 Veiligheid
daarmee verreweg het meest energiezuinige systeem Biomassa
voor gebouwverwarming en -koeling.
per lengteleiding mogelijk
Biomassa, afkomstig van droog afval en snoeihout,
Sinds de succesvolle introductie van energieopslag in de
in gestapelde bouw is een collectief net relatief
wordt verbrand ten behoeve van elektriciteitsopwekking
bodem in 1987 zijn in Nederland zo’n 250 projecten
eenvoudig te realiseren
en warmtelevering. Dit vergt een collectief net voor de
gerealiseerd, en de verwachting is dat dit aantal in de
bij lange blokken kan relatief veel leidinglengte in de
afgifte van warmte. Net als bij biogas, is een dergelijke
toekomst verder toe zal nemen.
kruipruimte aangelegd worden
installatie alleen mogelijk voor een groot verzorgings-
energiebesparing en individuele duurzame energie-
gebied waarvan nieuwbouw een onderdeel kan zijn.
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 1
Toolkit
opties, verminderen het rendement van een HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 8
collectief systeem –
bij projecten > 40 woningen is een collectieve bron op een aquifer te overwegen bij projecten > 250 woningen is warmtelevering vanuit een externe
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
restwarmtebron te overwegen
Boren van een bron
32
33
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 34
Warmtelevering kan op verschillende schaalniveaus
Voor bouwlocaties < dan 40 woningen is het slaan van
plaatsvinden. Dit afhankelijk van de bron en of het veel
een diepe bron niet rendabel. In die situaties is koude en
of weinig woningen betreft. Kenmerkend is dat de bron/
warmteopslag in de bodem nog een optie. Daartoe wordt in de bodem tot op 20 à 50 meter diepte een
5.2 WONINGKWALITEITEN 5.2.1 Toegankelijkheid
5.2.2 Bruikbaarheid
opwekking buiten de woning plaatsvindt en dat dus
De toegankelijkheid van een woning heeft betrekking
Het Bouwbesluit staat garant voor een minimale bruik-
sprake is van een collectief systeem. Bronnen die dienst
op de toegankelijkheid voor mindervalide en rolstoelge-
baarheid. Alle woonfuncties zijn in voldoende mate aan-
verticale bodemwarmtewisselaar aangebracht. Deze
kunnen doen voor warmtelevering zijn:
bruikers, op privacy (verblijfsruimten toegankelijk vanuit
wezig. Meer gebruikskwaliteit ontstaat wanneer binnen
werkwijze vergt een gedegen analyse vooraf en een
–
Warmtekrachtkoppeling (WKK), waarbij de warmte
verkeersruimten), op de maximale wachttijd voor een
de constructie meerdere woonprogramma’s mogelijk
nauwe samenwerking met het grondboorbedrijf. Diepte
een nevenproduct is van de opwekking van elek-
lift en op de toegankelijkheid voor grote voorwerpen.
zijn en dat per woonfunctie een overmaat aan ruimte
en aantal bodemwisselaars zijn afhankelijk van vele
triciteit. In het algemeen geldt, hoe groter de instal-
De toegankelijkheid komt tot uitdrukking in afmetingen
aanwezig is. Ook een hogere verdiepingshoogte wordt
factoren als de capaciteit van de warmtepomp, de
latie, hoe hoger het rendement.
en in de aanwezigheid en uitvoering van voorzieningen.
als extra kwaliteit gewaardeerd.
Restwarmte van de industrie/productieprocessen.
Hoe toegankelijker de woning, des te levensduurbesten-
bodemgesteldheid, en de beschikbare ruimte.
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 1
op een warmtepomp
–
Belangrijke factoren voor de haalbaarheid zijn de
diger de woning is en voor des te meer doelgroepen de
Naast overmaat kan ook het organiseren van functies
Bij een gesloten bodemwisselaar zal de temperatuur van
garanties voor continuïteit en het traject tussen bron
woning geschikt is.
t.o.v. elkaar tot extra kwaliteit leiden, evenals door de
de bodem in de loop van de tijd iets dalen. Dat scheelt
en gebruiker. Wanneer de aanvoer een laag tempera-
verplaatsbaarheid van wanden en aansluitpunten van
iets in het rendement van de warmtepomp. Het verdient
tuurniveau heeft, kan het temperatuurniveau met
elektra, data, water en warmte.
aanbeveling nadat de systeemconfiguratie van de
behulp van een warmtepomp verhoogd worden.
–
HOOFDSTUK 2
Warmtelevering / Benutten restwarmte
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
Warmte en koude opslag in de bodem, aangesloten
Overmaat dient wel functioneel te zijn.
bodemwisselaars ontworpen is, deze te laten contro-
Het uitputtend behandelen van warmtenetten valt
Wanneer overmaat gewenst is om bijvoorbeeld
leren door een bureau dat gespecialiseerd is in risico-
buiten de doelstelling van deze Toolkit, daar hierin zo
woonfuncties onderling uit te kunnen wisselen, mag
beheersing van warmte- en koudeopslag.
veel mogelijk de concepten worden beschreven die de
dat niet leiden tot onnodig extra oppervlakte op
ontwikkelaar van woningen zelf kan beïnvloeden.
plaatsen waar dat niet functioneel is. De ene platte-
HOOFDSTUK 5
Kwaliteitsaspecten Locatie HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Toolkit
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 6
grond is efficiënter op te rekken dan de ander.
HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 8
Wandverwarming
HOOFDSTUK 7
Plafondverwarming
Buffer
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
Vloerverwarming Bodem Verticale Collector
34
Elektrische Warmtepomp
CV-Ketel
Buffer
Vloer-, wand- en pafondverwarming
35
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 36
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
Toolkit
5.2.3 Veiligheid
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 2
Onderscheid wordt gemaakt in inbraakveiligheid (Politiekeurmerk), sociale veiligheid (mogelijkheid tot sociale controle) en gebruiksveiligheid (voorkomen van ongelukken). Extra gebruiksveiligheid wordt gecreëerd door de trap uit te voeren als rechte steektrap, het aanW M
Werkfunctie
brengen van rookmelders en het aanbrengen van Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
voorzieningen om eenvoudig een aansluiting op een ‘zorgsysteem’ (domotica) mogelijk te maken.
C Veiligheid
Zitten
Buiten
Inbraakveiligheid
+
Voldoen aan politiekeurmerk veilig wonen
Sociale veiligheid
+
Vanuit de lift, direct zicht op de hal
Gebruiksveiligheid
+
Rookmelder geinstalleerd
+
Drempels < 15 mm
KK
HOOFDSTUK 5
zitten
++
Geen drempels
++
Trap uitvoeren als rechte steektrap
HOOFDSTUK 5
Woningkwaliteit
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 6
5.2.4 Gezondheid De belangrijkste gezondheidsaspecten in een woning zijn de luchtkwaliteit, de individuele beïnvloedbaarheid van het binnenklimaat en de reinigbaarheid van de woning en installaties.
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 7
Een gezond binnenmilieu wordt gerealiseerd door een ventilatiesysteem dat functioneert zonder tocht en geluidsoverlast. Bovendien kan in elk vertrek een raam en bovenlicht open. Het ventilatiesysteem is zo gedimensioneerd dat in de gehele periode tussen twee
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 8
onderhoudsbeurten toch het vereiste debiet gehaald kan worden. Vanwege de aanwezigheid van inblaaskanalen dient bij de oplevering een onderhoudsplan, met daarin opgenomen het reinigen van de kanalen en ventielen, meegeleverd te worden. De reinigbaarheid wordt vergroot door de woning te HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
voorzien van harde vloerafwerking, door het achterwege laten van plinten en door het toilet uit te voeren als hangend toilet. Door een centraal stofzuigsysteem
Centraal stofzuigsysteem
op te nemen, wordt het fijne stof, dat bij een normale stofzuiger weer in het vertrek terechtkomt, rechtstreeks naar buiten geblazen.
36
37
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 38
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
Toolkit
D Gezondheid Luchtkwaliteit binnen (woonkwaliteit)
5.2.5 Comfort
++
+
Onderscheid wordt gemaakt in akoestisch comfort en ther-
heid, beide te beïnvloeden door een te kiezen ventilatie-
bij voorkeur traploosregelbaar;
misch comfort. Twee aspecten die ook onder gezondheid
systeem. Extra isolatie van dichte en open geveldelen plus
Verblijfsruimte zo ventileren dat de ventilatiehoeveelheden worden gehaald zonder
genoemd hadden kunnen worden. Geluidhinder en het niet
het beperken van glashoogten, voorkomt koudestraling.
geluidsoverlast (kwaliteitscijfer 2 NEN 1070)
behaaglijk voelen veroorzaken negatieve gezondheidseffec-
Een woning is ’s zomers zeer behaaglijk te noemen wan-
Voorzieningen voor ventilatie dimensioneren op 130% van de in het Bouwbesluit gestelde
ten. Akoestisch comfort heeft betrekking op het voorkomen
neer een temperatuuroverschrijding boven de 25 graden,
eisen, zo ingeregeld dat elk vertrek voldoende wordt geventileerd
van geluidhinder. Geluid van installaties, burengeluid en
niet meer dan 50 uur optreedt. Dit is te bereiken door
geluid van binnen de eigen woning. Installatiegeluid dient
massa in de woning, waardoor een koele woning lang koel
eis en zo ingeregeld dat elk vertrek naar verhouding wordt geventileerd en de badkamer
bij de bron aangepakt te worden door geluidarme instal-
kan blijven, door effectieve ventilatie, die een overdag opge-
met een ventilatievoud van 6
laties te kiezen, door een geluiddempende montage en
warmde woning ’s nachts met koele lucht weer af kan koe-
Bij toepassen van toevoerroosters, zelfregulerende roosters toepassen boven 1,80 m + vloer
door de situering van de installatie. Voor het tegengaan van
len, door het weren van zoninstraling en als dat alles niet
burengeluid zijn massa en het scheiden van constructies
mogelijk of onvoldoende is, door te koelen. Voor dat laatste
oplossingen, terwijl extra geluid van binnen de woning
kan gebruik gemaakt worden van een warmtepomp.
Voorzieningen voor ventilatie dimensioneren op 200% van de in het Bouwbesluit gestelde
++
Bij toepassen van toevoerroosters, vraaggestuurde roosters toepassen boven 1,80 m + vloer
++
Bij geluidbelaste gevels (>55dB(A)), gebalanceerde ventilatie toepassen, met aanzuiging vanaf de andere gevel
Keuken
HOOFDSTUK 5
Voorzieningen: wassen en drogen
+ ++
geïsoleerd kan worden door een ‘stille kamer’ te creëren. Daarin kan gemusiceerd worden zonder dat anderen daar
Het tapdebiet aan warm water wordt uitgedrukt in het aan-
Voorziening aanbrengen voor electrisch koken (3 fasen en extra groep)
last van hebben, of de kamer kan dienen als slaapkamer
tal liters dat per minuut geleverd kan worden van 60°C.
Goed te ventileren (min. 25 m3/h) aparte afgesloten was-, droog- en strijkruimte,
voor iemand die in nachtdiensten werkt. Extra akoestische
Hoe meer liters, hoe hoger het comfort en des te meer tap-
voorzien van een spoelbak.
kwaliteit wordt uitgedrukt in prestatieeisen/kwaliteitscijfers.
punten tegelijk warmwater kunnen leveren. 8 liter/min
LTV vloer- of wandverwarming (weinig convectie)
Thermisch comfort heeft betrekking op het voorkomen van
twee badruimten in een woning aanwezig zijn of in de
tocht en koudestraling, het voorkomen van oververhitting in
toekomst voorzien, dan is 12 liter/min (CW 6) wenselijk.
Straling / convectie Afgiftesysteem verwarming
(CW 4) is een goed comfort voor één tappunt. Indien er
+
Persoonlijke beïnvloeding
HOOFDSTUK 6
Ventilatievoorzieningen
Verwarmen en ventilatie
++
Vraaggestuurde (mechanische) ventilatie programmeerbaar op basis van aanwezigheid (CO2)
++
Bij mechanische ventilatie op elke verdieping een standenregelaar (hotelschakeling)
+ ++
E Comfort Akoestisch comfort binnen gevel (woonkwaliteit)
Thermostatische radiatorkraan per vertrek Installaties, algemeen Individuele regelbaarheid van warmte, koude en ventilatie
+
HOOFDSTUK 7
Installatievoorzieningen zoals sanitair, radiatoren en mechanische ventilatie, trillingsvrij of verend ophangen door dempende rubbers of ringen en dergelijke. Kwaliteitscijfer 2 volgens NEN 1070
Toetreding vocht, stoffen en radon uit kruipruimte Kruipruimte
HOOFDSTUK 6
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
+
Tocht is een combinatie van luchttemperatuur en luchtsnel-
licht te bedienen met bedieningshendel tussen 900 mm - 1500 mm hoog,
HOOFDSTUK 2
+
de zomer en op voldoende tapdebiet van warm water.
Per verblijfsruimte: tenminste een beweegbare ramen en/of bovenlichten, eenvoudig en
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
+
B
Luchtdichtheid begane grond vloer en kruipluik met afdichting en luikring
+
Kruipruimte voorzien van ventilatieopeningen in 2 gevels, of geen kruipruimte aanbrengen
Ventilatoren eigen installatie
Ventilatoren niet in verblijfsruimten, niet in een ruimte grenzend aan verblijfsruimte en niet bevestigd aan lichte scheidingswand
Sanitair van buiten de woning
Emissies uit materialen
+ +
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 2
Ventilatievoorzieningen
HOOFDSTUK 5
Luchtverversing ruimten/ afvoer verontreinigingen
Voor meergezinswoningen massa verdiepingsvloer >> 550 kg/m2 en massa leidingschacht > 100 kg/m2
+
Tegelwerk toilet en badkamer tot aan plafond
+
Hangend toilet
+
Gladde en reinigbare wand- en vloerafwerking zonder richels
++
HOOFDSTUK 9
Verwarming/ ventilatie
Badkamer aan de gevel situeren met eenvoudig te drogen douchecabine
+
Onderzijde radiatoren hoger dan 100 mm (reinigbaarheid)
+
Ventilatieroosters eenvoudig reinigbaar zonder ze te kunnen ontregelen
+
Luchttoevoerkanalen reinigbaar (gladde, stalen, ontvette buis met ruime bochten en schoon aangebracht)
+
38
+
Voor eengezinswoningen Ilu;k ≥ 0 dB
+
Ilu;k ≥ 6 dB
++
Centraal stofzuigsysteem met afvoer naar buiten
Geluidsisolatie tussen woningen: NEN 1070 kwaliteitscijfer 2, plattegrond afstemmen op geluidsbelasting: spiegelen van plattegrond; toilet en badkamer niet laten grenzen aan slaapvertrekken van buurwoning
Geluidwering tussen verblijfsruimten
++
Geluidsisolatie "stille" kamer met Ilu;k = +10 dB en Ico = +5 dB bijvoorbeeld als musiceerruimte, als slaapvertrek voor nachtdiensten of als werkruimte
Beperking galm gemeenschappelijke
++
verkeersruimten Liften
Geluidsoverlast in gemeenschappelijke verkeersruimten beperken: leuningen, hekwerken, balustraden met rubber ringen vastzetten aan wanden en/of vloeren
+
Lift zonder afzonderlijke machinekamer, verblijfsruimte > 5 m. van de lift en schacht > 600 kg/m2
Voor systemen met luchttoevoerkanalen, onderhoudscontract met reinigingsinstructie (ook voor filters) meeleveren
Stofzuiger
+
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
Sanitair
Geluidwering tussen woningen
HOOFDSTUK 8
Reinigbaarheid
+
Lift met afzonderlijke machinekamer, verblijfsruimte > 5 m. van de lift en schacht > 500 kg/m2, staalframe met betonverzwaring onder liftmachine
39
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 40
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
Toolkit
vervolg schema pagina 35: E - Comfort
+
Lift met afzonderlijke machinekamer, verblijfsruimte < 5 m. van de lift en schacht > 600 kg/m2
+
NEN 1070 k=2
++
NEN 1070 k=1
+
G_A ≥ 28 dB(A)
5.2.6 Uitstraling
Geluidwering buitengeluid algemeen
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
aspecten behorende bij het kwaliteitsaspect uitstraling. Het is bij uitstek het werkterrein van de architect. Ingrediënten zijn: gevelindeling (mate van verbijzondering), gevelgeleding (erkers, luifels dakoverstekken e.d.,
Daglicht Entree
++
Daglicht in verkeersruimten > 5% van vloeroppervlak
materiaalkeuze, detaillering en dakvormen. Het is de
Gemeenschappelijke verkeersruimte
++
In gemeenschappelijke verkeersruimte daglicht toepassen
esthetische combinatie van deze ingrediënten die bepaalt
Verblijfsruimten
+
Breng extra daglichtvoorzieningen aan in verblijfsruimten (0,15 x Avloer)
+
Verlichting in alle gemeenschappelijke verkeersruimte is heldere, niet verblindende,
Verlichting Verkeersruimten
HOOFDSTUK 2
Woonkamer/slaapkamer/keuken
Identiteit, status, uitstraling en ruimtelijkheid zijn de deel-
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
Algemeen
of er sprake is van uitstraling of niet. Ruimtelijkheid wordt bereikt door minimale geleding in de plattegrond, door het voorkomen van hokkerigheid en door uitzicht en zichtlijnen. De beoordeling in ambitieniveaus is subjectief
gelijkmatige verlichting over de gehele oppervlakte van de ruimte en heeft verlichtingssterkte ≥ 20 lux op 1000 mm van de vloer, tussen twee lichtpunten is RA-waarde ≥ 60
+
De verlichting dient te voldoen aan de eisen voor gemeenschappelijke ruimten
Ventilatieroosters
+
Bij natuurlijke toevoer, pas zelfregelende of vraaggestuurde roosters toe
Ventilatiesysteem
+
Bij gebalanceerde ventilatie, pas warmteterugwinning toe
+
Bij mechanisch inblazen, voorkom tocht door luchtsnelheid <0,1 m/s in leefzone
Liften Thermisch comfort (woonkwaliteit)
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 5
++
Ventilatieluchttoevoer voorverwarmd (WTW)
Raamsysteem
+
Pas HR++ glas toe met maximale hoogte van 2,5 meter
Kierdichting/ luchtdoorlatendheid
+
qv10-waarde tussen 1,0 en 0,625
++
qv10-waarde < 0,625
++
Dubbele kaderdichting
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 5
Ventilatie
Verwarmen/koelen Bij geringe gebouwmassa (HSB) toepassen van een snel reagerend verwarmingssysteem,
+
Aantal uren temperatuur overschrijding > 25 *C (GTO) < 200 uur (door zonwering,
F Uitstraling Identiteit/status/uitstraling
+
massa, of koelen)
++
HOOFDSTUK 8
+ ++
Weersafhankelijke regeling
HOOFDSTUK 9
Gevel, dak en vloer
stekken, dakkapellen e.d.) Entree
LTV
Thermische isolatie Pas HR++ glas toe
+
Pas gevels toe met een Rc-waarde van minimaal 3,5
+
Pas daken en bg vloeren toe met een Rc-waarde van minimaal 4
+
> 8 liter/min van 60 C (CW 6)
++
40
+
Doorkijkmogelijkheid bij voordeur
+
Daglicht in verkeersruimten > 5 % van vloeroppervlak
+
Aandacht voor minimale geleding plattegrond
+
Verhouding lengte/breedte van een vertrek maximaal 2:1
+
Indien niet-doorzichtige borstwering: <700 mm hoog, m.u.v. keukens
+
Bij opengaande ramen doorvalbeveiliging op 1200 mm hoog (m.u.v. ramen op BG)
+
Indien balkon voor woonkamer: doorzichtige balkonafscheiding
Ruimtelijkheid
+
Algemeen
Uitzicht
Warm water Tapdebiet
Aandacht voor gevelindeling (mate van verbijzondering), gevelgeleding (erkers, luifels, e.d.), materiaal/detaillering (goot, metselwerk, e.d.), dakvorm en -variate (dakover-
Aantal uren temperatuur overschrijding > 25 *C (GTO) < 50 uur (door zonwering, massa, of koelen)
Verwarmingsinstallatie
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 7
bv. Radiatoren, luchtverwarming, of droge zwevende vloer bij vloerverwarming
HOOFDSTUK 8
+
> 10 liter/min van 60 C (CW 5) (bij twee badkamers, 12 liter/min.)
Entree en verkeersruimten
++
HOOFDSTUK 9
Bouwsysteem
Vrije breedte verkeersgebieden > 1200 mm
41
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:22
Pagina 42
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
Toolkit
5.2.7 Klantgericht ontwikkelen
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 2
Een van de belangrijkste bijdragen aan duurzame projectontwikkeling is de klant precies de woning te verkopen die bij hem of haar past. In het verleden is het vaak genoeg voorgekomen dat in een pas opgeleverde woning door de nieuwe eigenaar direct weer werd begonnen
Ambitieniveau 1 geeft de koper reëel de mogelijkheid in
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
grondstoffen, productie van materialen en het nodeloos
HOOFDSTUK 5
met slopen en verbouwen. Dat is verspilling van energie, ontstaan van afval. Het denken in ambitieniveaus is bij klantgericht ontwikkelen vrij eenvoudig te definiëren. Basis is wat breed in de markt standaard gebruikelijk is: De klant koop een woning uit een brochure. Standaard is een aantal meerwerkopties te bestellen en wordt de koper de mogelijkheid geboden te kiezen uit een pakket tegels, sanitair en een keuken. Meestal bestaat ook de
zijn woning qua indeling en afwerking keuzen te maken:
begane grond optie uitbreiding woonkamer
1e verdieping uitbreiding woonkamer
1e verdieping optie uitbreiding slaapkamer
2e verdieping optie dakterras
HOOFDSTUK 5
mogelijkheid deze zaken te laten vervallen.
1e verdieping optie dakterras
Hiernaast een aantal voorbeelden van verschillende woonplattegronden binnen een gegeven casco. Uiteraard
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 6
hoort bij elke woonplattegrond een andere slaapverdieping. Binnen dit ambitieniveau vallen ook alle oplossingen die een opgeleverde woning de flexibiliteit geeft om later eenvoudig de indeling te wijzigen. Deze vorm van keuzevrijheid speelt zich af binnen één marktsegment.
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 7
De woning heeft een vaste prijs. De klant kiest de gewenste woningindeling. De woning moet qua maat en prijs precies passen bij de vraag van de klant. Ambitieniveau 2 geeft de koper reëel de mogelijkheid zijn
Deze vorm van keuzevrijheid speelt zich af over een veel
woning uit te breiden, te kiezen voor de gewenste kapvorm
breder marktsegment. Een woning met een basisprijs van € 220.000 kan door de gemaakte keuzen in een
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 8
en beperkt qua indeling en afwerking keuzen te maken.
42
Op de volgende pagina een aantal voorbeelden. Bij een
milieuwinst. Binnen een gegeven stedenbouwkundig
gegeven woonplattegrond zijn op de begane grond en
plan kan veel preciezer op de marktvraag worden
slaapverdieping uitbreidingen mogelijk. Op deze uitbrei-
afgestemd. Mensen krijgen een woning die beter bij hun
ding is een dakterras mogelijk. Er kan gekozen worden voor
woonwensen en gezinssamenstelling past. De wooncon-
een woning met een dwarskap of een langskap. Op de
sument kan daardoor langer in die woning blijven wonen,
zolderverdiepingen zijn verschillende indelingen mogelijk.
terwijl aan die woning na de oplevering ook minder
Zo kan een eenvoudige eengezinswoning met drie slaap-
getimmerd behoefd te worden. Allemaal voordelen die
kamers worden uitgebreid tot een woning met een extra
verspilling van energie, grondstoffen, productie van
diepe woonlaag, vijf slaapkamers en twee badkamers.
materialen en afval helpen voorkomen.
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
prijssegment van ca € 260.000 komen. Daar zit de
2e verdieping optie tweede badkamer, extra slaapkamer
43
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 44
De energetische kwaliteit van een woning komt in het
Voor de aanpak van CO2-reductie is de Trias Energetica
gewenste kavel. In de markt zit er echter tussen de
kader van deze Toolkit tot uitdrukking in de hoeveelheid
ontwikkeld. Een strategie waarbij eerst de energie-
mogelijkheden van ambitieniveau 2 en ambitieniveau 3
energie die jaarlijks nodig is om de woning te verwarmen,
behoefte van de woning zoveel mogelijk wordt beperkt,
een groot gat. Gemeenten vragen voor vrije kavels vaak
te koelen, te ventileren en van warmwater te voorzien.
vervolgens wordt in de energiebehoefte zo veel mogelijk
een hogere prijs per m2 dan voor projectmatig in te
Bovendien is dit afhankelijk van de energievorm die
voorzien door duurzame energie en tenslotte wordt in
vullen kavels. Ook zijn de ontwerp- en bouwkosten vaak
daarvoor wordt ingezet fossiele energie of duurzame
de resterende energiebehoefte voorzien door het effi-
aanzienlijk hoger. Het zou vanuit optiek van het milieu
energie.
ciënt inzetten van fossiele brandstof. De Trias suggereert
wenselijk zijn een aanpak te bedenken die dit gat weet
een opeenvolging van de drie stappen. Uiteindelijk gaat
te dichten. Dit zou moeten worden beloond met een
Met het beperken van de behoefte aan energie en het
het echter om een integraal ontwerp, waarbij de combi-
predikaat en wel dat die woning op basis van de classifi-
gebruik van duurzame energie wordt de uitstoot van
natie van bouwkundige, duurzame en fossiele technie-
catie in deze Toolkit voldoet aan Ambitieniveau 3
CO2 gereduceerd en daarmee bijgedragen aan de Kyoto
ken geoptimaliseerd wordt. De Trias dient daarbij als start-
doelstellingen (Klimaatbeleid). Daarnaast worden de
punt, waarna vervolgens in een cyclisch proces, na elke
energiekosten voor de woning minder afhankelijk van
bijstelling, de stappen herhaald worden, om te komen tot
stijgende brandstofkosten op de internationale markt.
een integraal geoptimaliseerd product (concept).
Het geheel van klantgericht ontwikkelen is als volgt samen te vatten:
Net als bij de andere kwaliteitsaspecten, zijn meerdere ambitieniveaus t.a.v. de energetische kwaliteit
HOOFDSTUK 5
Ambitieniveau er wordt alleen het standaard meerwerk aangeboden
denkbaar. Het meest extreem is de ‘Autarische’ woning die geheel onafhankelijk is van externe energiebronnen.
+
binnen een gegeven casco is er een royaal aanbod van indelingsvarianten
++
het casco is op diverse manieren uitbreidbaar + beperkt indelingsvarianten
gebruikt per saldo geen energie maar de woning is wel
de klant kan een woning naar keuze geheel zelf samenstrellen
aangesloten op het net om bij overproductie van
++ Extra
HOOFDSTUK 2
TRIAS Energetica en integraal ontwerpen
architectonische smaak en passend op de door hem
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
woning geheel te laten ontwerpen naar zijn budget,
B (basis)
HOOFDSTUK 1
5.2.11 Energetische kwaliteit
Ambitieniveau 3 geeft de koper de mogelijkheid zijn
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 1
Toolkit
Iets minder vergaand is de ‘Nulenergie woning’. Deze
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 6
duurzame energie aan te net te leveren, om vervolgens bij piekverbruik ook van het net af te nemen.
5.2.9 Onderhoud en woningexploitatie
5.2.10 Exploitatie van energiesysteem
Het is niet gebruikelijk, maar bij de oplevering van een
Tot de exploitatiekosten van energiesystemen behoort:
gekozen om 5 kwaliteitsniveaus te onderscheiden. Van
nieuwe woning zou een onderhoudsplanning meege-
–
Aansluitkosten op het net
0, dat overeen komt de eis volgens Bouwbesluit 2003,
leverd kunnen worden waarin staat hoe de woning met
–
Investering- afschrijvingskosten
tot niveau 4, met een CO2-reductie van > 55%.
installaties in stand te houden. In zo’n planning staan
–
Onderhoud
werkzaamheden, materialen die werden gebruikt en de
–
Vastrecht
frequentie van vervanging van onderdelen. Deze onder-
–
Energie
In het Business Plan van de Projectgroep Duurzame
Ambitieniveau
HOOFDSTUK 7 EPC indicatie
Energiesystemen hebben een kortere levensduur dan het
0
B
Referentie BB.2003
0 - 25%
< 1,00
milieubelasting, uit te drukken in de termen zoals
bouwkundig casco van de woning. Gedurende de levens-
1
+
BB.2006
25 - 35%
ca. 0,70
genoemd onder ‘milieueffecten’ van materialen.
duur van een woning dient dan ook rekening gehouden
2
+
BB.2006+
35 - 45%
ca. 0,65
Afhankelijk van de gebruikte materialen en detaillering,
te worden met afschrijvingstermijnen die afhankelijk van
3
++
Geavanceerd
45 - 55%
ca. 0,60
variëren de onderhoudskosten en de milieueffecten van
de component tussen de 15 en 30 jaar ligt.
4
++
Zeer geavanceerd
het onderhoud. HOOFDSTUK 9
CO2-reductie
(onderdeel van de exploitatiekosten) en uit te drukken in
> 55%
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 8
houdswerkzaamheden zijn uit te drukken in geld
< 0,50
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 7
Energie Projectontwikkeling Woningbouw is er voor
Collectieve systemen kunnen aan derden in exploitatie gegeven worden. Voor deze ‘Outsourcing’ zie betreffende themablad.
44
45
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 46
Stap 1: Verminder het energiegebruik door bouwkundige maatregelen zo veel mogelijk
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
Toolkit
Uit de volgende grafische weergave blijkt dat CO2reductie en EPC indicatie niet altijd gelijk op gaan
De bouwkundige maatregelen staan op 1 omdat het maatregelen betreffen die de gehele levensduur van de woning
In de hiernavolgende uit te werken concepten is de eerste stap steeds: vloer
Rc = 4,0 m2 K/W
dak
Rc = 4,0 m2 K/W
dichte gevel
Rc = 2,9 m2 K/W
deur
Udeur = 2,0 W/m2 K
raam
Uglas = 1,2 W/m K
raam (kozijnen)
Warmtelevering (kolen/olie mix)
50%
2
Uraam = 1,7 W/m2 K
Zontoetredingsfactor
ZTA = 0,60
Luchtdichtheid woning
qv.10:kar/m2 = 0,625 dm3/s.m2
HR Systemen (gas)
30%
%CO2-reductie
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
Isolatie
HOOFDSTUK 2
% CO2-reductie t.o.v. referentie tegen EPC Rijtjeswoning - individuele installaties; gas, elektra of kolen/olie mix als primaire grondstof
warmte/koelbehoefte, direct doorwerkt in de dimensionering van de installatie.
WP/WPboiler systemen (elektra)
10% -10%
0,40
0,50
0,60
0,70
0,80
0,90
1,00
1,10
1,20
Lineair (warmtelevering (kolen/oliemix)) Lineair (HR systemen (gas))
-30%
Stap 2: Pas duurzame energietechnieken toe
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
meegaan (in tegenstelling tot de installatie) en nauwelijks meer zijn aan te passen en omdat het terugdringen van de
Lineair (WP/WP boiler systemen (elektra)
-50%
Met duurzame energie worden de niet-eindige energiebronnen bedoeld. Veelal vragen deze om bouwkundige rand-
EPC [-]
voorwaarden in het ontwerp die toepassing nu of in de toekomst mogelijk maken, zoals oriëntatie van dakvlakken, gevels en vertrekken, of het in de grond aanbrengen van wisselaars.
-
zonneboiler (tapwater)
-
zonnegascombi (ruimte + tapwater verwarming)
-
warmtepomp
-
warmtepompboiler
-
PV Photovoltaïsche cellen (elektriciteit uit zonlicht)
Warmtelevering (kolen/olie mix) HR Systemen (gas)
30%
Duurzame energietechnieken kunnen vaak niet in de gehele warmte/koude behoefte voorzien, of zijn inefficiënt wanneer ook de pieken in de vraag daarmee voorzien moeten worden. Daarnaast zullen er situaties zijn dat duurzame
HOOFDSTUK 7
% CO2-reductie t.o.v. referentie tegen EPC Rijtjeswoning - collectieve installaties; gas, elektra of kolen/olie mix als primaire grondstof
50%
Stap 3: Pas efficiënte technieken toe om in de resterende warmte/koude behoefte te voorzien
energietechnieken technisch of financieel niet haalbaar zijn. In die gevallen worden technieken toegepast op basis van fossiele brandstof. Deze dienen dan wel efficiënt te zijn.
HOOFDSTUK 5
serres als buffer, maar ook als voorverwarmer van ventilatielucht
WP/WPboiler systemen (elektra)
10% -10%
HOOFDSTUK 6
passief toepassen van zonne-energie
-
0,40
0,50
0,60
0,70
0,80
0,90
1,00
1,10
1,20
Lineair (warmtelevering (kolen/oliemix)) Lineair (HR systemen (gas))
-30%
HOOFDSTUK 7
-
%CO2-reductie
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 5
Duurzame energietechnieken waaruit gekozen kan worden zijn bijvoorbeeld:
Lineair (WP/WP boiler systemen (elektra)
-50% EPC [-]
HOOFDSTUK 9
In het Bouwbesluit wordt de energetische kwaliteit
Verschillende installatieconcepten met een zelfde EPC
uitgedrukt in de EPC (energie prestatie coëfficiënt).
waarde kunnen uiteenlopende hoeveelheden CO2
Individuele gemeenten willen nog wel eens een verlaag-
emissies veroorzaken. Omdat EPC en EPL instrumenten
de EPC waarde verlangen, al of niet in combinatie met
zijn om klimaatbeleid vorm te geven en het dus gaat om
een eis t.a.v. de EPL (energieprestatie op locatie). Bij de
CO2-reductie, wordt in de Tookit de CO2-reductie
hoge ambitieniveaus gaat echter de CO2-reductie niet
gehanteerd als aanduiding van het ambitieniveau.
meer gelijk op met de EPC reductie.
46
HOOFDSTUK 8
CO2 versus EPC
Wat is een energieconcept Met een concept wordt een samenhangend pakket aan
Met energieconcept wordt een integraal concept
maatregelen bedoeld waarmee, binnen gestelde rand-
bedoeld, waarin zowel bouwkundige, bouwfysische als
voorwaarden, optimaal aan gestelde ambities c.q.
installatietechnische maatregelen in samenhang zijn
wensen wordt voldaan. De maatregelen worden zo
gekozen.
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
Elk blokje staat voor een energieconcept. Bij eenzelfde EPC zijn heel verschillende CO2-reducties mogelijk
gekozen dat ze op elkaar aansluiten en elkaar versterken in het realiseren van de ambities.
47
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 48
Door dynamisch te rekenen is de benodigde capaciteit
Voor concepten waarin een hoog percentage CO2 -
teem van installatiecomponenten bedoeld, dat voorziet
gespecialiseerde installatieadviseur de engineering van
exact te bepalen, is overdimensioneren niet meer nodig
reductie wordt nagestreefd is het daarom nodig om met
in verwarmen/koelen, ventileren, verwarmen van tap-
installaties laten doen. Aan de organisatie van het
en kan hierdoor met kleinere opwekkingsinstallaties
TRNSYS de effecten van de volgende stappen inzichtelijk
water en het regelen van deze onderdelen. Ook hier is
proces worden in dat geval hoge eisen gesteld.
worden volstaan. Bij collectieve installaties, door het
te maken:
optreden van gelijktijdigheid in de warmtevraag voor
–
weer sprake van een samenhangend pakket van op
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
elkaar aansluitende en ondersteunende oplossingen.
Bouwfysische kennis is nodig wanneer hoge eisen wor-
ruimteverwarming en warmtapwaterverwarming,
den gesteld aan het comfort en/of de installatie of het
wordt dit effect nog eens versterkt. Dit scheelt aanzien-
De relatie tussen het kwaliteitsprofiel met bijbehorende
bouwkundige concept aanleiding geeft voor risico’s
lijk in de investeringskosten.
ambitieniveaus en de energieconcepten is dat het
t.a.v. het comfort. Voorbeelden, waarbij extra aandacht
kwaliteitsprofiel de basis levert voor het PvE en dat het
vanuit de bouwfysica nodig is, zijn: maximaal gebruik-
energieconcept de uitwerking daarvan is in de vorm van
maken van passieve zonne-energie, luchtverwarming en
een woning met een bouwkundige uitwerking plus een
lichte bouwconstructies zoals staalbouw of HSB.
installatieontwerp.
HOOFDSTUK 1
randvoorwaarden laten maken en vervolgens door een
HOOFDSTUK 2
Met installatieconcept wordt het samenhangende sys-
eerste goed uitzoeken wat in een energieconcept precies de vraag aan energie over de tijd genomen is (hoeveelheid, vermogen, temperatuurniveau)
–
vervolgens de maatregelen optimaliseren om die vraag verder terug te dringen
–
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Toolkit
vervolgens wordt het type en de dimensionering van de installatie precies afgestemd op die vraag
–
de laatste stap is de bewoners te informeren over hoe ruimteverwarming, zonwering, ventilatie en
Het is mogelijk een groot aantal energie- en installatie-
warmwatervoorziening in hun huis werkt, hoe dit
Een kwaliteitsprofiel invullen betekent keuzen maken op
concepten op te stellen. In deze Toolkit zijn een aantal
het meest comfortabel en energie-efficiënt presteert
de kwaliteitsaspecten gezondheid, comfort, exploitatie,
varianten uitgewerkt die toepasbaar zijn in de main-
en welke handelingen af te raden zijn.
energetische kwaliteit en milieueffecten van materialen.
stream woningbouw.
voort. Dit vormt de randvoorwaarde voor het selecteren
Door computersimulaties met TRNSYS inzicht in de
van de passende installatieconcepten. Kwaliteitsprofiel
prestaties
en bouwkundige randvoorwaarden dienen als een soort
TRNSYS is een dynamisch computersimulatieprogramma
‘zeef’ waarmee uit alle beschikbare installatieconcepten
dat uurlijks (dus voor elk uur over een heel jaar) alle
het op een project passende installatieconcept wordt
relevante energie- en comfortaspecten van een woning
geselecteerd.
doorrekent. Daarmee wordt een goed inzicht verkregen
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 5
Uit deze keuzen vloeit een bouwkundige uitwerking
woning en in de effecten van elke aanvulling of wijziging
De combinatie van ambitie en gekozen techniek bepaalt
in een woningontwerp, waardoor het ontwerp geopti-
of en welke extra deskundigheid ingeschakeld dient te
maliseerd kan worden.
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 6
in de energetische- en bouwfysische prestatie van de Deskundigheid
worden. Op ambitieniveau 0 is de gangbare kennis volhoge ambitieniveaus qua CO2 -reductie is het op effi-
Op niveau 3 en 4 moet het denken beginnen bij de
ciënte wijze beperken van het gebruik van fossiele
bouwfysica en moet het energieconcept gestuurd wor-
brandstoffen. Als de verliezen beperkt worden door
den door te beginnen met een door een bouwfysicus
bijvoorbeeld goede thermische isolatie, warmteterug-
gemaakte opstelling van uitgangspunten en randvoor-
winning uit ventilatielucht of doordat bij wand- en
waarden. Tevens kunnen slechts gespecialiseerde
vloerverwarming het al bij een lagere luchttemperatuur
deskundigen de engineering van installaties doen. Ook
behaaglijk is, vermindert dit het aantal uren dat ruimte-
de voorlichting aan de klanten dient meer gestruc-
verwarming nodig is.
HOOFDSTUK 7
Doel van het realiseren van de energieconcepten met de
gebied van engineering van installaties.
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 7
doende. Op niveau 1 en 2 is extra kennis nodig op het
tureerd plaats te vinden. energie op relatief korte momenten en in relatief kleine
geval zinnig zich voor alle hierna beschreven
hoeveelheden (lage verwarmingscapaciteit) in de
energieconcepten te laten bijstaan door een collega of
woning moet worden geleverd.
een extern deskundige met meer ervaring. De early
Dit zijn gunstige randvoorwaarden voor lage temperatuur
adapters (snelle toepassers) zijn ontwikkelaars die door
verwarming (LTV) en warmtepompen.
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
Het gevolg is dat de voor ruimteverwarming benodigde Voor ontwikkelaars met weinig ervaring is het in ieder
een bouwfysicus een opstelling van uitgangspunten en
48
49
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 50
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
Toolkit
TRNSYS biedt ook de mogelijkheid om van het voorgaande afwijkende concepten, zoals concept 6 door te
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 2
rekenen. De invoer van TRNSYS is daarvoor aangevuld met meetresultaten uit al gerealiseerde projecten. Uitzonderlijk in concept 6 zijn: –
zeer goede isolatie van vloer, gevels en dak
–
voor verwarming, warmtapwater en voorverwarmen van ventilatielucht wordt veel warmte van de zon gebruikt;
–
ventilatie gebeurt zoveel mogelijk op natuurlijke wijze en incidenteel mechanisch
–
in de winter wordt via grondbuizen voorverwarmde ventilatielucht ingeblazen, in de zomer kan deze
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
zonnewarmte wordt opgeslagen in een 200 l. buffervat en in een grondbuffer onder de begane grondvloer
grondbuffer dienen om overdag met in te blazen lucht te koelen. –
door de toepassing van de goede isolatie, de lage temperatuur wandverwarming + beperkt vloerverwarming is het in de woonvertrekken thermisch behaaglijk bij een luchttemperatuur van ca.18 °C; daardoor zijn de warmteverliezen lager.
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 5
Met TRNSYS is berekend dat met dit concept 56% CO2 -reductie wordt gerealiseerd.
Het is van belang welke adviseurs worden gekozen. Bij concepten waarbij het relatief belangrijk is hoe deze eerder in de bouwpraktijk hebben gepresteerd, kan de ontwikkelaar zich het best laten ondersteunen door een architect of adviseur die een dergelijke aanpak eerder hebben gerealiseerd. Eengezinswoning
Eengezins
HOOFDSTUK 7
2 onder 1 kap
125
420
550
prijs / m2
Prijs VON
Grondkosten
Grondkosten
Bouwprijs
2
265.000,00
25%
65.000,00
200.000,00
1900,-/m2
315.000,00
30%
95.000,00
220.000,00
2.200,-/m2
380.000,00
28%
105.000,00
275.000,00
2.300,-/m2
412.000,00
30%
122.000,00
290.000,00
2
1850,-/m
Galerij verkoop
90
2.050,-/m
185.000,00
20%
37.500,00
147.500,00
Galerij verhuur
85
1.800,-/m2
153.000,00
11.500,-
11.500,00
141.500,00
85
1.900,-/m2
161.500,00
15.000,-
15.000,00
146.500,00
100
2.300,-/m2
230.000,00
22%
50.000,00
180.000,00
125
2.350,-/m2
294.000,00
25%
74.000,00
220.000,00
Urban villa
HOOFDSTUK 8
110
m3
HOOFDSTUK 6
GBO m2
HOOFDSTUK 7
Type
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 6
De (SenterNovem) referentiewoningen
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
Genoemde prijzen zijn als uitgangspunt gehanteerd voor de te ontwikkelen concepten.
Twee onder een kap
50
51
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 52
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
Toolkit
5.2.12 Milieukwaliteit van materialen
concepten geboden. Voorbeelden met verschillende
Materialen kies je niet alleen vanwege hun milieukwali-
ambities en verschillende ambitieniveaus. Er is een con-
teit. Milieukwaliteit is wel één van de kwaliteitsaspecten
cept op ‘+’ niveau gekozen om te laten zien hoe door
die de ontwikkelaar bewust kan meenemen in het
bewust te kiezen tussen gangbare materiaalvarianten, al
afwegingsproces gericht op ontwerp en materialisatie
een redelijk milieurendement gehaald wordt. In een con-
van een woning.
cept op ‘++’ wordt getoond dat er meer mogelijk is en
HOOFDSTUK 2
gebeurt, wordt de ontwikkelaar enkele kant en klare
Ambities
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
Zoals in deze Toolkit ook voor andere kwaliteitsaspecten Ontwerp en materialisatie
concept dat door materiaalkeuze en bouwkundig- en
–
uitstraling en identiteit
installatietechnisch ontwerp extra kwaliteit levert op het
–
exploitatie:
onderhoudsgevoeligheid
gezondheidscriterium ‘allergeenarm’.
–
energetisch:
isolatiewaarde, warmte accumulerend
–
gezondheid:
Galerijwoning
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 6
–
vermogen (massa)
Uitstraling
bronnen als emissies van schadelijke
Voor de beschrijving van het aspect ‘uitstraling’ zie
stoffen, straling en andere fysische,
hoofdstuk 5.2.6. Keuzen die te maken hebben met uit-
chemische en biologische aspecten,
straling hebben vaak ook een doorwerking op de
maar ook de afvoer van verontreinig-
milieukwaliteit van de woning. Geleding en het kiezen
de lucht middels luchtverversing,
voor meerdere materialen met hun aansluitingen en het
alsmede ook de geluidwering en
kiezen voor op- of uitbouwsels, dragen bij aan meer
vochthuishouding.
herkenbaarheid. Dit leidt tot extra buitenoppervlak
milieukwaliteit:
(energiegebruik), extra materiaalgebruik (grondstoffen)
-
uitputting grondstoffen (schaarste, repareer-
en mogelijk meer onderhoud. Zaken die de milieuk-
baarheid, herbruikbaarheid),
waliteit negatief beïnvloeden. Uitkragingen en over-
-
afval t.g.v. productie, verwerking en de sloopfase
stekken kunnen daarentegen een positief effect hebben
-
emissie van schadelijke stoffen naar bodem en
op de levensduur als zij kwetsbare delen tegen natuurin-
water en ook naar lucht (a.g.v. energiegebruik
vloeden beschermen. Meer uitstra-ling en identiteit kan
broeikaseffect) tijdens productie en verwerking
echter ook bijdragen aan een langere levensduur, iets
De kwaliteitsambities voor een duurzaam materiaalge-
dat de milieukwaliteit weer ten goede komt. Het is een
bruik worden niet alleen door de materiaalkeuze
kwestie van bewust afwegen.
HOOFDSTUK 5
de materiaalkeuzen in een ontwerp zijn:
HOOFDSTUK 6
aandacht voor het milieu’. Daarnaast is er een specifiek
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 5
ten slotte is er een materiaalconcept dat heet ‘maximale De kwaliteitsambities die een directe relatie hebben met
bepaald, maar ook door zaken als architectonische vormgeving (ontwerp) en keuze van het energieconcept.
Exploitatie, onderhoudsbehoefte
Weer is sprake van integraal ontwerp en samenhang.
Zie in alle hoofdstuk 5 Woningkwaliteiten het kwaliteitsde methodiek van Lifecyclecosting (LCC) hierbij relevant
kwaliteitsaspecten het hoogste kunnen scoren. In het
kunnen zijn. Deze methodiek is voor de main stream
ontwerpproces is het daarom van belang de verschil-
projectontwikkeling nog onvoldoende ontwikkeld en
lende kwaliteitsaspecten te benoemen en bewust en in
blijft hier buiten beschouwing.
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 8
aspect exploitatie. In de context van milieukwaliteit zou De materiaalkeuze van een bouwdeel zal nooit op alle
Urban villa
Afhankelijk van de status van het bouwwerk, het
Energetische kwaliteiten
bouwdeel en de wensen van de opdrachtgever/gebruiker,
Materialen met een grote massa zijn in staat om veel
zal aan het ene kwaliteitsaspect meer waarde worden
warmte te accumuleren. Daardoor zal bij bezonning van
gehecht dan aan het ander.
een ruimte of door de aanwezigheid van veel personen
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
samenhang met andere aspecten keuzen te maken.
in die ruimte, de binnentemperatuur niet snel oplopen.
52
53
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 54
dalen in de temperatuurschommelingen uitgedempt
keurmerk. Goedgekeurd spaanplaat mag niet
hetgeen als comfortabel wordt ervaren.
meer dan 10 mg formaldehyde per 110 g
In de NIBE milieuclassificatie bouwmaterialen worden
Alle steenachtige materialen, mits niet bekleed met een
spaanplaat bevatten. Daarnaast mag per m3
meer gezondheidsaspecten benoemd. In het kader van
lichte constructie, hebben een hoog accumulerend
verblijfsruimte niet meer dan 0,75 m2 spaan-
deze Toolkit wordt daarop niet verder ingegaan, doch
Deze effecten noodzaken enerzijds tot zuinig gebruik en
plaat aangebracht worden.
wordt verwezen naar het Basiswerk Duurzaam en
anderzijds tot bewust kiezen.
T.o.v. andere Europese landen zijn de radon-
Gezond Bouwen van NIBE.
-
mens beïnvloeden
concentraties in Nederlandse woningen laag.
gebruik. Een veel gestelde vraag is of de milieubelasting
een ook naar lucht (a.g.v. energiegebruik een broeikaseffect) tijdens productie, verwerking, gebruik en sloop- en afvalfase.
Net als bij energie, geldt er ook voor hogere ambities
Dit moet ook zo blijven. Daarom:
Milieukwaliteit van materialen/producten/woningen
t.a.v. milieukwaliteit van materialen een ‘trias’ strategie:
houd bij de keuze van bouwmaterialen reke-
De milieukwaliteit van het materiaal in een
1. beperk de behoefte aan materialen
Ja, dat is de moeite waard. Door het feit dat het isolatie-
ning met de stralingseigenschappen van bouw-
woningontwerp heeft te maken met:
2. gebruik hernieuwbare materialen
materiaal de gehele levensduur van de woning die
materialen. Vermijd bijvoorbeeld grote stralers
–
3. gebruik die materialen die zo min mogelijk milieu-
isolerende werking heeft, leveren zelfs extreem hoge
als beton, cellenbeton en in mindere mate
isolatiewaarden nog milieurendement.
kalkzandsteen, alsmede fosfogips, maar
door dat extra materiaalgebruik wel opweegt tegen de energiebesparing.
-
HOOFDSTUK 2
Extra goed isoleren vraagt daarvoor ook extra materiaal-
3. Andere gezondheidscriteria die de gezondheid van de
HOOFDSTUK 1
emissie van schadelijke stoffen naar bodem en water
aan de gestelde eisen voldoet krijgt het KOMO
vermogen. Houtskeletbouw daarentegen niet.
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
–
Door het accumulerend vermogen worden pieken en
–
uitputting van grondstoffen (schaarste, herbruikbaarheid),
effecten teweeg brengen.
afval t.g.v. productie, verwerking en in de sloopfase
(Zie daarvoor het kwaliteitsprofiel)
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Toolkit
gebruik materialen met een lagere exhalatie-
-
soort en concentraties wel of niet schadelijk zijn voor de
kruipruimte en woning, bijvoorbeeld door het
gezondheid. Uit steenachtige materialen komt van
afdichten van naden in de begane grond vloer,
nature radon vrij. Plaatmaterialen zijn vaak verlijmd met
het afdichten van de aansluiting van vloeren op
formaldehyde houdende lijm- en vulstoffen. Wettelijk
wanden, en afdichting van openingen waar-
zijn de hoeveelheden schadelijke stoffen gelimiteerd.
langs kruipruimtelucht via de spouw (of in flat-
Een effectieve ventilatie moet er verder voor zorgen dat
woningen: via schachten en kanalen) in de woning zou kunnen komen;
de stoffen die toch nog vrijkomen zich niet ophopen,
HOOFDSTUK 7
maar direct naar de buitenlucht worden afgevoerd.
-
kan die luchtdichtheid van de begane grond
Indien extra aandacht aan het aspect gezondheid
vloer niet gegarandeerd worden, zorg dan voor
besteed wordt zijn er twee strategieën: preventief (aan-
een goede ventilatie van de kruipruimte via
pak bij de bron) en curatief (aanpak van de belasting)
voldoende openingen aan weerszijden van de
1. Die constructiewijzen materialen kiezen waar zo
kruipruimte;
weinig mogelijk schadelijke stoffen uit vrij komen en
-
continu ventileren
2. Garanderen van een effectieve afvoer van vrijkomende emissies en verbrandingsgassen.
zorg voor een goede ventilatie van de woning: alle vertrekken bij aanwezigheid van personen
een voldoende mate van geluidwering bieden;
HOOFDSTUK 8
zorg voor een goede luchtdichtheid tussen
-
zorg voor een goede geluidwering door materi-
Emissies kunnen zijn van fysische agentia, chemische
alen met een grote massa of door constructie-
agentia, biologische agentia.
wijzen met een spouw. 2. Garanderen van een effectieve afvoer van vrijkomende emissies en verbrandingsgassen.
HOOFDSTUK 9
1. Die materialen kiezen waar zo weinig mogelijk
bouwen’. Gezien de woningbehoefte is die stelling niet vol te houden, maar bouwen van slimmere constructies, met minder materialen e.d. is wel de eerste stap. Vervolgens wordt zoveel mogelijk in de materiaalbehoefte voorzien met hernieuwbare grondstoffen. Grondstoffen van natuurlijke oorsprong die even snel weer ‘aangroeien’ als de levensduur van de producten die ervan worden vervaardigd. Op die manier is geen sprake van uitputting. Tenslotte, voor die producten die niet van hernieuwbare grondstoffen gemaakt kunnen worden, kan gekozen worden voor de minst milieubelastende producten.
Stap 1: Beperk de behoefte aan materialen Ontwerpprincipes die bij stap 1 horen zijn: • Kiezen van een materiaal dat bij een geprognosticeerde levensduur van een gebouw past. • Ontwerpen op mogelijkheden van een lange levensduur, waarmee de materiaalbehoefte in de toekomst wordt beperkt (flexibiliteit in het gebouwontwerp). • Compact bouwen, o.a. door te stapelen en te schakelen • Slank detailleren door materiaaleigenschappen optimaal te benutten
Stap 2: Gebruik hernieuwbare materialen Hiertoe behoren: • Producten van agrarische grondstoffen, zoals hout, cellulose, kurk, kokos, vlas, schelpen • Hergebruik producten, of producten gefabriceerd uit recyclematerialen
3. Andere gezondheidscriteria die de gezondheid van de mens beïnvloeden zoals ergonomie en veiligheid.
Ook hier geldt eerst zoveel mogelijk het materiaalgebruik voorkomen. Er wordt wel gezegd ‘duurzaam bouwen is niet
Dit wordt bereikt door ventilatievoorzieningen die uit-
schadelijke stoffen uit vrij komen
nodigen tot gebruik (gebruiksvriendelijk, geluidsarm en
-
De eisen hieromtrent zijn vastgelegd in regel-
inbraakvrij), voldoende voorzieningen voor de afvoer
geving. Zo zijn de regels waaraan spaanplaat
van verbrandingsgassen en juist geen comfortklachten
moet voldoen in 1986 vastgelegd in het
veroorzaken.
Stap 3: Kiezen voor producten met minimale milieueffecten Daarbij gaat het niet sec om de milieueffecten van een bepaalde grondstof of materiaal, maar om de vergelijking tussen producten die in principe dezelfde prestatie leveren, gedurende dezelfde levensduur. Dit vraagt zowel inzicht in de
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 5
materialen komen emissies vrij die afhankelijk van de
TRIAS Milieukwaliteit materialen en integraal ontwerpen
HOOFDSTUK 5
rogips;
HOOFDSTUK 6
gipssoorten met een laag stralingniveau, zoals
vloeden de gezondheidskwaliteit van een woning. Uit
HOOFDSTUK 7
snelheid zoals hout, natuurgips of industriële
De toegepaste constructiewijzen en materialen beïn-
HOOFDSTUK 8
Gezondheid
milieueffecten van een product als in de levensduur en de prestaties van een product. Meerdere methoden zijn daarvoor beschikbaar, uitgewerkt tot voor de bouw eenvoudig te hanteren instrumenten.
Spaanplaatbesluit (Warenwet). Spaanplaat dat
54
55
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 56
niet alleen op materialen, maar ook op energie,
gevraagd extra aandacht te besteden aan de milieukwa-
gezondheid, afval, water en woonkwaliteit. De
(LCA-methode) gehanteerd.
menten zijn wel allemaal op de LCA-methodiek gebaseerd,
liteit van materialen. In ca 18 gemeenten wordt daartoe
beperking is dat een opeenstapeling van maat-
Het doel van milieugerichte levenscyclusanalyse is het
maar de score wordt niet in dezelfde eenheid uitgedrukt.
‘GPR Gebouw’ gehanteerd en in een aantal andere
regelen wordt gewaardeerd zonder de samenhang
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
gemeenten GreenCalc-Plus. Aan ontwikkelaars wordt
daarbij te betrekken
gedurende de gehele levenscyclus van een product, van
De meest toegepaste instrumenten zijn GreenCalc en
gevraagd op dit onderdeel een bepaalde puntenscore te
grondstofwinning, via productie en gebruik, tot aan
Eco-Quantum. Beide kennen ook weer vereenvoudigd
behalen.
effecten van een product en is een goed wetenschap-
hergebruik en verwerking van afval toe.
afgeleide instrumenten zoals GreenCalc-Plus, VO-tool en
Ook bij prijsvragen wordt wel gevraagd om extra
pelijk onderbouwd rekenmodel waarmee de milieu-
GPR Gebouw. De laatste twee zijn afgeleid van Eco-
milieukwaliteit van materialen en zijn er externe
Quantum. Anders dan Eco-Quantum© vult GreenCalc de
opdrachtgevers die erom vragen. Natuurlijk kan ook de
LCA-systematiek aan met informatie die niet in de LCA-
ontwikkelaar zelf de milieukwaliteit van materialen
bouwing doch beschouwt ook de aspecten
methodiek is opgenomen, zoals de aspecten hinder en
willen vergelijken om vervolgens gefundeerd te kunnen
gezondheid en hinder.
gezondheid.
kiezen. Deze Toolkit wil inzicht verschaffen in het onder-
biedt de projectontwikkelaar en ontwerper de mogelijkheid om producten op die kwaliteit onderling te vergelijken en de milieukwaliteit te betrekken in de bewuste keuze voor een product.
–
EcoQuantum beperkt zich tot de meetbare milieu-
effecten heel gedetailleerd bepaald kunnen worden. –
GreenCalc heeft dezelfde wetenschappelijke onder-
werp en vervolgens laten zien dat er min of meer
Het is uiteraard de ontwikkelaar zelf die bepaalt hoe
De instrumenten berekenen de milieubelasting van een
vergelijkbare methoden zijn om tot een goede keuze te
zwaar hij of zij de milieukwaliteit van materialen wil
woning door alle afzonderlijke milieueffecten over de
komen.
laten meewegen in het totaal van kwaliteiten. Daarbij geldt dat het verkopen van een ‘gezonde’ woning een
gehele levensduur te sommeren, ze te waarderen (wegDe methode is gebaseerd op inventarisatie, evaluatie en
ing) om ze vervolgens om te rekenen tot de vier milieu-
Het is van belang dat de ontwikkelaar zich realiseert wat
waardering van invloeden op het milieu. Daarbij wordt
maten en de ene milieuscore. Belangrijke factoren voor
de verschillen tussen de methoden zijn. Via concepten
zowel gekeken naar gebruik van grondstoffen en ruimte,
het bepalen van de milieuscore zijn de genoemde vier
wordt de samenhang inzichtelijk gemaakt.
Milieukwaliteit materialen in het Kwaliteitsprofiel
naar emissies van milieugevaarlijke stoffen (zoals CO2,
milieumaten, maar ook de hoeveelheid aan materialen
–
SO2, fosfaat, zware metalen en bestrijdingsmiddelen), naar
en de levensduurverwachting waarop ontworpen is.
het vrijkomen van afval gedurende de gehele levenscyclus
HOOFDSTUK 1
In een aantal gemeenten wordt de ontwikkelaar
bouwproducten of gebouwen uit te drukken. Deze instru-
HOOFDSTUK 2
Er bestaan meerdere instrumenten om de milieuscore van
producten wordt wereldwijd de levenscyclusanalyse
Inzicht in de milieubelasting van bouwproducten
HOOFDSTUK 5
De GPR is een heel praktisch systeem met een score
Voor het bepalen van de milieukwaliteit van (bouw)-
inzichtelijk maken van de milieueffecten die optreden
HOOFDSTUK 6
–
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
Waarom het rekeninstrument gebruiken
goed verkoopitem kan zijn.
De waardering zoals gehanteerd in de in deze Toolkit
Voor het onderdeel ‘milieukwaliteit materialen’ in het
beschreven Kwaliteitsprofielen tracht goed aan te
kwaliteitsprofiel is op basis van de LCA afgeleide
sluiten bij de praktijk door vooral te mikken op de
methode, bepaald wat in een woningontwerp de
en het energiegebruik dat daar aan te pas komt.
De werking van zo’n instrument is te vergelijken met de
‘grote vissen’. Die keuzen in een ontwerp waarmee
onderdelen zijn die substantieel de milieukwaliteit beïn-
Dit worden ook wel de vier milieumaten genoemd.
EPC-berekening. Om een bepaalde score te halen is de
de milieukwaliteit sterk is te beïnvloeden (zie
vloeden. Voor deze maatregelen is het effect bepaald,
Alle niet-milieugerelateerde aspecten, zoals product-
ontwerper vrij om te kiezen met welke productencombi-
schema op pagina 58 en 59)
wat op de volgende pagina’s getoonde scoren oplevert.
veiligheid, kosten en sociale aspecten, blijven buiten
natie hij een bepaalde prestatie wil bereiken.
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 2
Methoden
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 1
Toolkit
beschouwing. Een LCA-studie geeft dan ook uitsluitsel
Factoren die de milieukwaliteit bepalen
pijlers onder het begrip ‘duurzaamheid’ (people, planet,
–
-
Flexibiliteit / uitbreidbaarheid
Onderwerp van analyse kan een concreet product of
-
Repareerbaarheid
dienst zijn. In de bouw wordt de LCA vooral toegepast
-
Herbruikbaarheid
Compactheid -
Stapelen
‘milieuvriendelijke alternatief’ te kunnen kiezen. De LCA
-
Schakelen
–
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 8
–
hebben te vergelijken om op basis daarvan het meest is echter ook uit te voeren op het product ‘gebouw’,
HOOFDSTUK 9
Levensduur
profit).
om bouwproducten of bouwdelen die dezelfde functie
HOOFDSTUK 7
de economische en sociale dimensies, de andere twee
Materialisatie
waarbij de milieukwaliteit van woningvarianten in beeld
-
Grondstoffen
gebracht wordt.
-
Aantasting, Hinder
Om dat vergelijken te vergemakkelijken kan de milieu-
-
Emissies
kwaliteit uitgedrukt worden in één milieuscore.
-
Energie
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 7
over de milieudimensie van duurzaamheid en niet over
Overzicht GPR Gebouw
56
57
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 58
B
+
++
Levensduur verlengen (groot oppervlak, vrij indeelbaar, uitbreidbaar)
0
-5
-10
Compactheid: 2^1 kap en vrijstaand is B, Rij > 4 is -5
0
-5
-5
0
-5
-10
vervolg schema vorige pagina: K - Milieukwaliteit materialen Werkfunctie
Voor thuiswerken: gebruiksfunctie > 2100 x 2100 mm
Badkamer
Badkamer dient plaats te bieden voor: plaatsings- en gebruiksruimte voor de closetfunctie en bad
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
Toolkit
Compactheid: 2 lagen en kap is B, tussen 2 en 5 lagen is -5 en Plaatsingsmogelijkheid van een tweede sanitaire unit met douche en wastafel > dan 5 bouwlagen is -10 (exclusief een kap, hellend vanaf zoldervloer)
Organisatie van functies 0
-5
-5
HOOFDSTUK 2
Al het houtwerk, inclusief kozijnen, ramen en deuren van FSC gekeurd hout
0
Alleen kozijnen, ramen en deuren van FSC gekeurd hout
0
-10 -5
in het beton 20% van het grind vervangen door puingranulaat en in
Slaapfunctie
Mogelijkheid tot extra slaapkamer/ werkruimte op de begane grond
Verzelfstandiging
Mogelijkheid tot verzelfstandiging van ruimten binnen een woning
Uitbreidbaarheid
Door het aanbrengen van voorzieningen zijn woningen uitbreidbaar in horizontale of verticale zin
Bergruimte/ werkruimte
In, aan of los van de woning, een (berg)ruimte die met kleine technische ingrepen is op
HOOFDSTUK 2
Bouwsysteem: (zie Kwaliteitsprofiel)
-5
metalen die kunnen uitlogen vervangen door kunststof
0
-3
-3
Flexibiliteit door techniek (later) Verplaatsbare elementen
Punten (niet zichtbaar in Kwaliteitsprofiel)
B
0 tot -15
+
-15 en -25
++
< -25
Bij oplevering onderhoudsplan meeleveren
Demontabel/ vervangbaar
Bouwdelen met levensduur korter dan 50 jaar zijn demontabel (zonder hakken of breken)
Aantal bouwlagen (niet zolder)
Schakelen
Ontwerp op lange levensduur (multi)functionaliteit Niveau +
+
-5
HOOFDSTUK 7
B
Vrijstaand en 2^1 kap
+
Rij of aantal per bouwlaag van 3 - 4 woningen
-5
++
Rij of aantal per bouwlaag van > 4 woningen
-10
0
Bouwsysteem
Breedte gebruiksruimten > 2400 mm
B
Bg vloer, verdiepingsvloer en dragende wanden van in het werk gestort beton
0
Opp. woonfunctie (woonkamer+eetkamer) bij GBO > 120 m2 > 35% van GBO
Prefabbeton (zonder puingranulaat)
B
Bg vloer, verdiepingsvloer, dragende wanden en binnenspouwblad van prefab beton elementen
-2
Opp. woonfunctie (woonkamer+eetkamer) bij GBO < 120 m2 > 30% van GBO
Gietbouw/ Prefab (met puingranul.)
+
In gietbeton en prefeb beton elementen 20% grind vervangen door puingranulaat
-3
Plaatsings- en gebruiksruimte voor de closetfunctie en bad
Houtskeletbouw
+
Bg vloer ribcassette. Verdiepingsvloer, wanden en binnenspouwblad van HSB
-3
Stapelbouw (KZS)
+
Bg vloer ribcassette. Verdiepingsvloer kanaalplaten. Wanden en binnenspouwblad van KZS
-5
Verblijfsruimten: algemeen
Vrije verdiepingshoogte op alle verdiepingen > 2,80 m
Materiaaluitgangspunten
Slaapfunctie
Mogelijkheid van zinvolle indelingsvarianten door verplaatsbare of verwijderbare wanden
Kozijnen
+
Kozijnen, ramen en deuren van FSC gekeurd hout
-5
Secundaire grondstoffen
+
Substantieel hergebruiken van producten en toepassen producten vervaardigd met secundaire
-5
grondstoffen in (puingranulaat als grindvervanger, A-hout in plaatmateriaal)
Alle wanden die niet woningscheidend zijn, licht en niet dragend (dus te verwijderen)
Verplaatsbare elementen
Metalen in contact met water
Lange technische levensduur
HOOFDSTUK 8
-10
Gietbouw (zonder puingranulaat)
Flexibiliteit door techniek (later)
Onderhoudsgevoeligheid / Repareerbaar
Bij oplevering onderhoudsplan meeleveren
Demontabel / vervangbaar
Bouwdelen met levensduur korter dan 50 jaar zijn demontabel (zonder hakken of breken)
Ontwerp op lange levensduur (multi)functionaliteit Niveau ++ Lange economische levensduur
HOOFDSTUK 9
-5
> 5 lagen
Aandacht voor overmaat, minimale geleding plattegrond en vrije indeelbaarheid
Organisatie van functies
Verblijven, algemeen
-10
Sommatie getalswaardering
++
Voor leidingen, dakbedekking, goten en waterkeringen kunststoffen i.p.v. metalen toepassen Al het houtwerk (incl ramen deuren en kozijnen) van FSC gekeurmerkd hout
Minimum
maximaal voor vrijstaande / 2^1 kap Aandacht voor overmaat, minimale geleding plattegrond en vrije indeelbaarheid Breedte gebruiksruimten > 2400 mm
Woonfunctie
Hout
+
-3 -10
0
van keuzen
++
Overmaat voor meerdere woonprogramma's
-33
maximaal voor eengezinswoning in rij van 4 woningen
-38
maximaal voor urban villa
-43
Opp. woonfunctie (woonkamer+eetkamer bij GBO > 120 > 40% van GBO Opp. woonfunctie (woonkamer+eetkamer) bij GBO < 120 m2 > 35% van GBO
58
3 -5 lagen
HOOFDSTUK 6
Badkamer
+ ++
0
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 6
Woonfunctie
< 3 lagen
Materalisatie
Overmaat voor meerdere woonprogramma's Verblijven, algemeen
B
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 5
Onderhoudsgevoeligheid/ Repareerbaar
Compact bouwen
K Milieukwaliteit materialen
Lange economische levensduur
Alle wanden die niet woningscheidend zijn, licht en niet dragend (dus te verwijderen)
Lange technische levensduur
Gerelateerd aan de hiervoor genoemde methoden is voor het totaal aan maatregelen in het kwaliteitsprofiel gevonden:
Score
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
-5
HOOFDSTUK 5
0
HOOFDSTUK 9
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
te waarderen tot werkruimte/ praktijkruimte. plaatmateriaal secundaire grondstoffen
Onderdeel Milieukwaliteit materialen van het Kwaliteitsprofiel
59
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 60
toepassing, milieueffecten, gezondheid en kosten. De
De ontwikkelaar dient zich, om ermee te kunnen
NIBE-classificatie bestaat uit drie ordners met een groot
werken, in een van de hiervoor genoemde systemen te
aantal productinformatiebladen. Per groep van
gaan verdiepen. Pas als de opzet van een dergelijk
producten wordt een vergelijking gemaakt.
HOOFDSTUK 1
Wat een goede aanpak van het proces kan zijn
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Toolkit
In grote lijnen zijn twee benaderingen mogelijk:
Werkwijze
–
Op basis van inzicht in de materie
Maak bij het opstellen van het PvE een lijst van alle
–
Een calculatiemethode weten te hanteren
gewenste materiaaltoepassingen. Kijk per materiaal in
Het mag duidelijk zijn dat bij het sec kunnen hanteren
de milieuclassificatietabel van dat product en beoordeel
van een calculatiemethode, minder van de ontwikkelaar
–
verwacht wordt dan wanneer echt inzicht in de materie verkregen moet worden.
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
systeem duidelijk is kan ermee gewerkt worden.
de in vergelijking met andere materialen aangegeven milieukwaliteit
–
de bouwkosten vergelijking van dezelfde materialen
Hiermee is snel na te gaan of een aanpassing van de Inzicht in de materie
materiaalkeuze zinvol is. Kosten c.q. opbrengsten:
producten is het ‘Basiswerk Duurzaam en Gezond
Het NIBE systeem kent ook een bouwkostenvergelijking.
Bouwen’ van NIBE. Dat is een losbladige documentatie
Bij opbrengsten moet gedacht worden aan de waarde-
gebaseerd op de ‘NIBE milieuclassificatie’, waarin naast
ring van de klant voor verschillende materialen.
informatie over theoretische achtergrond en leveranciers
De toepassing van veel hout in de gevels kan op
heel praktisch informatie is gesorteerd naar bouw-
milieuaspecten, mits de goede houtsoort wordt
HOOFDSTUK 5
achtergronden van de milieueffecten van materialen en
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 5
Een handig naslagwerk om inzicht te krijgen in de
gekozen, goed scoren. Veel schilderwerk zal door de
beschreven. Daardoor ontstaat begrip voor de achter-
meeste klanten niet worden gewaardeerd.
gronden van de beoordeling. Voor de echt geïnteres-
Deze beoordeling is aan de ontwikkelaar.
seerden zijn er hoofdstukken die de werking van de
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 7
Voorbeelden van een tabel uit de NIBE milieuclassificatie materialen om materialen snel met elkaar te kunnen vergelijken
Bijvoorbeeld over Allergeenarm bouwen, Dieren in de
wordt gekozen, de toelichtingen in de NIBE-classificatie
woonomgeving, Water in de woonomgeving,
te bestuderen. De milieuaspecten worden vooral kwan-
Elektrostress & Gezondheid of een opsomming van 50
titatief bepaald. De gezondheidsaspecten worden apart
DUBO-tips.
HOOFDSTUK 8
boekjes die een specifiek onderwerp nader uitwerken.
Het verdient aanbeveling wanneer voor deze classificatie
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
NIBE-classificatie nader toelichten. Aanvullend zijn er Kenmerken of prestaties
60
61
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 62
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Hanteren van een calculatiemethode
Ambities
GPR Gebouw, EcoQuantum (VO-Tool) en GreenCalc-
Naast de totaalscore, kunnen de instrumenten ook
Om de ontwikkelaar te stimuleren tot het maken van keuzen is het in het kader van deze Toolkit mogelijk woningont-
Plus zijn calculatiemethoden, uitgevoerd als
aangeven hoe gescoord wordt op de afzonderlijke
werpen in te delen in ambitieniveaus. Ten behoeve van de indeling van materialen in milieukwaliteit zijn voor de verschil-
computermodel.
milieumaten: grondstoffen, emissies, energie een afval.
lende materiaalconcepten doorrekeningen gemaakt. Op basis daarvan zijn de volgende ambitieniveaus gedefinieerd:
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Toolkit
effecten vastgelegd.
niveau
Vervolgens wordt het (schets)ontwerp ingevoerd in
Kwaliteitsprofiel
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
het computermodel. In de VO-fase kan daarvoor een
Score Kw. Pr.
Score
Score
Score
(onzichtbaar)
Eco-Quantum
GreenCalc Plus
GPR
van de reeds ingevoerde referentiewoningen worden
B
0
154
100
6,0
gebruikt, maar deze is te moduleren naar het eigen
+
-15 en -25
135
125
7,0
ontwerp.
++
< -25
125
180
8,0
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
In de PvE-fase worden de ambities t.a.v. milieu-
Vervolgens kunnen een eerste materiaalkeuze en ontwerp principes worden ingevoerd en het model
EcoQuantum berekent milieueffecten (aflopend), de andere instrumenten berekenen milieukwaliteit (oplopend)
berekent de milieuscoren. tieniveau, kunnen materiaalkeuzen gewijzigd worden,
De kolommen geven achtereenvolgens weer:
Bronnen voor nadere informatie
net zo lang tot de gewenste score wordt bereikt.
–
Het ambitieniveau
–
Bedenk wel dat de samenhang in de materiaalkeuze
–
De puntenscore in het kwaliteitsprofiel
door de gebruiker van het instrument bewaakt moet
–
De score volgens de VO-tool of Eco-Quantum (IVAM)
worden, evenals de mogelijke consequentie van
–
De score volgens GreenCalc Plus
(Nibe)Naslagwerk, bouwmaterialencatalogus, kosteninfo en toelichting op GreenCalc
–
gevoeligheid en het thermisch comfort.
samenhang tussen levensduur, kenmerken en
De score volgens het GRP Gebouw (WE)
milieubelasting van woningen. –
Het ‘Variantenboek milieuprestaties vormgegeven’ + VO-Tool (Aeneas) Toelichting op het instrument
fase met slechts een materialisatie op hoofdlijnen een
Ontwikkelaars van de instrumenten
Eco-Quantum en analyse van 10 gerealiseerde
eerste indicatie van de score is te genereren.
Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en
(duurzame) woningontwerpen op de milieukwali-
Ecologie (NIBE milieuclassificatie, GreenCalc)
teit. Tevens bijgesloten het digitale instrument
Zo’n calculatiemodel kan in principe zonder veel ken-
Postbus 229
VO-Tool, waarmee in de VO-fase van een ontwerp,
nis van zaken gehanteerd worden, maar het kan ook
1400 AE Bussum
op basis van een groot aantal referentiewoningen
gebruikt worden om keuzen die op basis van inzicht
tel. 035-6948233
al een eerste inschatting gemaakt kan worden van
zijn gemaakt, te vertalen naar een score.
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 6
De instrumenten zijn zo opgebouwd dat al in de VO-
HOOFDSTUK 7
Bouwen met tijd (SEV). Een verkenning naar de
HOOFDSTUK 5
–
(milieuclassificatie van NIBE)
materiaalkeuze op de architectuur, de onderhouds-
Basiswerk Duurzaam & Gezond Bouwen
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 5
Indien de score niet voldoet aan het gewenste ambi-
de milieuscore van materialisatie varianten. IVAM (Eco-Quantum, VO-tool, DLP) Kijk eens op:
tel: 020-5255080
–
www.nibe.org
–
www.nibe.info
W/E adviseurs Duurzaam Bouwen
–
www.greencalc.com
(Eco-Quantum, VO-tool, GPR)
–
www.ivam.nl
Postbus 733
–
www.w-e.nl
Overzicht milieuscore van 3 instrumenten voor een referentiewoning met vier woningconcepten (zie hoofdstuk 8)
2800 AS Gouda
–
www.sbr.nl
** EcoQuantum berekent milieueffecten (aflopend), de andere instrumenten berekenen milieukwaliteit (oplopend)
tel: 0182-683434
–
www.viba-expo.nl
–
www.Aeneas.nl (uitgever)
referentie
Concept M1
Concept M2
Concept M3
Concept G1
Green Calc +
100
128
207
215
171
EcoQuantum**
154
136
127
127
132
6
7,9
7,6
8,3
7,8
HOOFDSTUK 9
GPR Gebouw
HOOFDSTUK 8
1001 ZB Amsterdam
Instrument
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
Postbus 18180
Stichting Sureac (GreenCalc)
62
Postbus 229
Informatie voor producenten van bouwproducten die
1400 AE Bussum
met hernieuwbare grondstoffen willen (gaan)werken:
tel. 035-6946204
–
www.agrodome.nl
63
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 64
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
Toolkit
5.2.13 Milieukwaliteit van de waterhuishouding Ambities De milieukwaliteit van de waterhuishouding speelt op drie niveaus:
Lokaal reinigen afvalwater Ambitie
2. Op het raakvlak tussen woning en woonomgeving voor het lokaal reinigen van uit de woning afkomstig afvalwater 3. Op het niveau van de woonomgeving en op stedenbouwkundig niveau voor het beheersen van de regenwaterstromen.
Maatregelen
+
75%
Geen maatregelen
In biezenvelden reinigen van het grijze afvalwater (exclusief toiletspoeling)
Op alle drie de niveaus zijn maatregelen mogelijk waarmee verschillende ambitieniveaus zijn te bereiken.
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
++
0%
1. Drinkwaterbesparing
Stappen in het proces
Effecten op duurzaamheid
–
Vroegtijdig overleg met het waterschap
Door het gebruik van drinkwater terug te brengen, zonder in te leveren op comfort, wordt op verschillende fronten de
–
Adviseur inschakelen voor het dimensioneren en ontwerpen van de biezenvijver
duurzaamheid van de woning verbeterd:
–
Biezenveld in het stedenbouwkundigplan opnemen
-
Minder winning (voorkomen uitdroging)
–
Harde afspraken maken over aanleg, beheer en onderhoud, zowel organisatorisch als financieel
-
Minder productie en transport (energiegebruik en emissies)
-
Minder afvalwater dat getransporteerd en gereinigd moet worden
Woningkwaliteiten HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
B
Ambitie in % reductie
HOOFDSTUK 2
1. Op woningniveau, waar bespaard kan worden op het gebruik van drinkwater
3. Beheersen regenwaterstromen Effecten op duurzaamheid
Maatregelen
De milieueffecten hebben betrekking op het kleiner kunnen dimensioneren van het riool, minder transportenergie en
Net als bij energie wordt de strategie gevolgd van: Eerst de behoefte beperken, door de eenvoudige maatregelen als
minder verontreiniging van oppervlaktewater vanwege afnemend risico van overstort van ongezuiverd rioolwater op
doorstoombegrenzers op kranen, waterbesparend toilet en douchekop, en korte en dunne leidingen van warmtapwater
oppervlaktewater bij hevige regenbuien. Vanwege klimaatsveranderingen wordt verwacht dat hevige regenbuien vaker
toestel en tappunten. Vervolgens toepassen van duurzame bronnen, in dit geval regenwater. Regenwater wordt
voor zullen komen. Maatregelen
rechtstreeks aangesloten, zodat regenwatertappunten niet voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden.
In de woning en woonomgeving – –
HOOFDSTUK 6
Drinkwaterbesparing
Ambitie in % reductie Maatregelen
aanleggen van een verbeterd gescheiden stelsel. Regenwater van daken en verharding worden na een eerste schoonspoelen van het oppervlak, via een apart stelsel op het oppervlaktewater geloosd.
Ambities
Ambitie
HOOFDSTUK 5
wasmachine op regenwater worden aangesloten. Om gezondheidsrisico’s te vermijden, worden toilet en wasmachine
B
+
0% reductie Geen maatregelen
++
15 - 25% Waterbesparend sanitair
25 - 50%
situeren van extra oppervlaktewater
–
platte en flauwhellende daken uitvoeren als grasdak
–
wadi’s en molsgoten waarmee regenwater wordt afgevoerd en gelijktijdig kan infiltreren
–
Waterbesparend sanitair en opslag van
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 5
gebufferd in een tank en benut voor toiletspoeling. Op locaties waar het regenwater relatief schoon is, kan ook de
minimaliseren van de verharding door aanleggen van niet meer dan nodig en door waar mogelijk halfopen verharding aan te leggen
regenwater voor toiletspoeling
Stappen in het proces
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 7
Ambities Bufferen regenwater
Maatregelen opnemen in het programma van eisen
Ambitie Ambitie in % reductie
2. Lokaal reinigen van uit de woning afkomstig afvalwater
B
+
++
0%
40%
75%
Maatregelen
Gescheiden riool, verbeterd stelsel
Gescheiden riool, verbeterd stelsel
Het is licht verontreinigd met stoffen die biologisch in biezenvelden afbreekbaar zijn. Door het grijzen van het zwarte
Grasdaken op platte en flauw
Wadi’s en molsgoten
water te scheiden en het grijze water via een biezenveld te voeren, wordt dit water lokaal gereinigd en wordt reiniging
hellende daken
in een ver gelegen waterzuivering vermeden.
Extra bufferend oppervlaktewater
75% van het afvalwater uit een woning is grijs water. Afkomstig van badkamer, was- en afwasmachine.
Geen maatregelen
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 8
Effecten op duurzaamheid
Extra bufferend oppervlaktewater
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
Minimaliseren verharding
Maatregelen
64
–
Op woningniveau scheiden van grijs en zwart water
–
In de woonomgeving een deel van het oppervlaktewater inrichten als biezenveld
–
Bewoners instrueren over wat wel en wat niet via het grijswaterriool afgevoerd mag worden
–
Alle betrokken partijen sluiten een beheersconvenant
Stappen in het proces -
Vroegtijdig overleg met gemeente over inrichtingsplan en rioolontwerp
-
Adviseur inschakelen voor het dimensioneren en ontwerpen van waterbuffer en rioolstelsel
-
Afspraken maken over beheer en onderhoud
65
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 66
Toolkit
Themabladen
6.1 BRONNEN VOOR WARMTEEN KOUDEOPSLAG
Risico’s
Beheermaatregel
de bewoners maximaal gewenste woonlasten kan
Bodemopslag blijkt
Laat vooronderzoek doen door adviseur of deskundig boorbedrijf. Ieder bedrijf dat
onderhandeld worden over een contract.
later niet mogelijk
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
6
berekende verbruiken en de uitgangspunten van de voor is aangesloten op DINO, een database van TNO NITG waar alle boringen van heel Nederland in
HOOFDSTUK 3
met de nodige praktische informatie.
6.1.1 Proces en momenten van besluitvorming In hoofdstuk 3 staan bij handleiding voor gebruik de
HOOFDSTUK 4
stappen in het ontwikkelingsproces gedefinieerd. In de fase van het maken van het programma van eisen zou door een adviseur of een deskundig boorbedrijf gekeken moeten worden of warmte- en koudeopslag
Themabladen 5 HOOFDSTUK
mogelijk is. Tevens moet in acht worden genomen of er sprake is van een verantwoorde projectomvang om een systeem rendabel aan te leggen. Op grond hiervan kan besloten worden of een energie-concept met warmtepompen en bronnen voor warmte- en koudeopslag in
HOOFDSTUK 6
het PvE kan worden opgenomen.
HOOFDSTUK 2
warmte- en koudeopslag. Daarom wordt hier volstaan
Provincie geeft geen
Bij warmte-/koudeopslag in de bodem wordt gebruik
Is in de praktijk te voorkomen als gewerkt wordt met een goede adviseur.
vergunning af
gemaakt van een doublet bestaande uit een onttrekkings- en een injectiebron of een stelsel van onttrek-
Achteraf blijkt toch een
In Nederland is een WKO systeem altijd vergunningsplichtig, behalve in sommige
kings- en injectiebronnen. In de zomerperiode wordt
vergunning nodig
provincies, als het systeem kleiner is dan 10 m3/h.
grondwater met een temperatuur van circa 9 graden uit
Prijs boring blijkt
Neem alle kosten in ogenschouw die komen kijken bij een boring. De prijs van een
een watervoerende laag onttrokken op dieptes van
achteraf veel hoger
bron is nauwelijks in kengetallen uit te drukken. Laat altijd een prijs maken, met alle
enkele tientallen tot honderden meters en gebruikt om
dan verwacht
componenten: bronnen, straatwerk en wegwerken putbehuizing ondergronds, proefboring
gebouwen te koelen. Het opgewarmde water wordt
HOOFDSTUK 3
toepassing en keuzemogelijkheden van bronnen voor
boring.
6.1.2 Werking bronnen
wanneer nodig, effectenstudie + vergunningen, engineering bron.
HOOFDSTUK 4
Duurzame Energieopties al het nodige uitgelegd over de
door middel van injectiebronnen op een afstand van maximaal enkele honderden meters weer in de water-
Bron moet minstens
Wanneer een bron langdurig mee moet gaan is het belangrijk de bron aan te leggen
voerende laag teruggebracht. Daarmee wordt op die
15 jaar, liefst 30 jaar
volgens de zuigboor techniek. Deze techniek heeft voor op de spuitboortechniek,
locatie in de watervoerende laag een warmtereservoir
meegaan.
dat de boorwand zeer hoogwaardig is. De boorwand bepaalt of een bron vervuilt / dichtslibt. Dit is een onomkeerbaar proces.
gecreëerd. In de winterperiode wordt het proces omgekeerd. Het warme water wordt gebruikt als basis voor de
U krijgt hoge
Selecteer een kwalitatief hoogwaardig boorbedrijf, dat materialen toepast die
verwarming van de gebouwen, waarna het afgekoelde
onderhoudskosten
langer meegaan, robuuster zijn, een goede bron afleveren. Hiermee is een reductie van 50 tot
water wordt teruggebracht in het koudereservoir.
6.1.3 Risicobeheersing bij de toepassing van bronnen
Themabladen 5 HOOFDSTUK
In hoofdstuk 5 is bij Kwaliteitsaspecten op locatie onder
80% van de onderhoudskosten te bereiken over 30 jaar. Broncapaciteit gaat snel
Sluit een preventief onderhoudscontract af, of beter vraag 15 jaar garantie op de
achteruit
werking van de bron met een bepaalde capaciteit. Doe dit bij een solide bedrijf. Regelmatig HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 2
staan, kan zien of er iets bekend is over de bodem. Als er niets bekend is, doe dan een proef-
schoonpompen van de bron verlengt de levensduur van de bron 10 tot 15 jaar.
of wellicht een bedrijf dat de hele keten kan afdekken. Dan gaat het om het laten maken van het ontwerp
HOOFDSTUK 7
inclusief begroting van de bronnen voor warmte- en koudeopslag inclusief de toe te passen installaties. Het is uiterlijk op het moment van het starten met het VO ontwerpwerk dat begonnen moet worden met de onderhandelingen met de exploitant van de installatie.
HOOFDSTUK 8
Aan de hand van de gekozen energieconcepten, de
De Nederlandse bodem is grillig en van grote invloed op de prestaties van een warmte-/koudeopslag systeem. De grilligheid zit hem niet alleen in de dikte en doorlatendheid van het opslagpakket, maar ook in de concentraties aan gassen, redoxgrenzen, zoet-zoutgrens,
Diepte
HOOFDSTUK 7
nig na te gaan of alleen een adviseur wordt geselecteerd,
gehalte aan fijne deeltjes etc. De keuze van de boor- en schoonpomptechniek is van grote invloed. Op de volgende bladzijde staan risico’s benoemd en hoe die zijn te beheersen. Goedkoop blijkt bij WKO systemen achteraf vaak duurkoop te worden.
Doorlatendheid
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
Dikte aquifer
HOOFDSTUK 8
In de fase van het selecteren van de adviseurs is het zin-
66
67
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 68
6.1.4 Risicobeheersing Warmte-/KoudeOpslag systemen
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
Toolkit
6.1.5 Verantwoordelijkheden voor onderdelen
HOOFDSTUK 3
2
Beheermaatregel
Ontwikkelaar wordt verantwoordelijk
Exploitant is van aanvang af betrokken en wordt ontwerp-
gesteld voor ontwerpfouten.
verantwoordelijk. (zie organogram)
Onenigheid over contracten en leverings-
Contracten worden tot op besteksniveau afgekaart tussen
omvang
tussen ontwikkelaar en betrokken partijen ontwikkelaar en
HOOFDSTUK 2
1
Risico’s
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
De hieronder beschreven risico’s hebben betrekking op het hele proces.
exploitant. 3
Plan blijkt onvoldoende doordacht
Alle partijen in competitie uit de markt ideeën laten leveren en
4
Gekozen systeem te complex
Kies uit beproefde concepten uit de Toolkit
5
Gekozen systeem is risicovol
Kies voor bestaande/bewezen technieken. Gebruik daarvoor
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 4
inschakelen van adviseurs.
de marktkennis van de adviseur. In voorbereiding en realisatie aansluitproblemen tussen fasen en onderdelen
Neem minimaal een adviseur in de arm die alles kan zeggen
Themabladen 5 HOOFDSTUK
Themabladen 5 HOOFDSTUK
6
over de volledige keten (bron tot afgiftesysteem) en neem liefst een uitvoerende partij in de arm die voor de volledige
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 6
keten de verantwoordelijkheid neemt. (zie organogram)
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 7
Voorbeeld van een relatieschema
Traditioneel worden op een locatie gas en elektriciteit aan-
Een aandachtspunt bij het grootschalig toepassen van
gelegd. Wanneer gekozen wordt voor toepassing van een
individuele warmtepompen is dat het elektriciteitsnet
WKO systeem is gas niet meer van toepassing. Bij de afwe-
een beduidend hogere capaciteit moet hebben. Dit
ging om een WKO systeem toe te passen rekent de ontwik-
heeft overigens geen gevolgen voor de aansluitkosten
kelaar ermee dat er minder kosten zijn door het ontbreken
van de elektriciteit per woning.
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 8
6.1.6 Gas en elektriciteit
van een gasaansluiting en gasleidingen in de woning.
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
De kosten voor een gasaansluiting kunnen tegenwoordig behoorlijk oplopen, omdat deze tarieven niet zijn gereguleerd. Het is wel zo dat een netbeheerder binnen een wijk niet sterk mag variëren met de prijs. Als een nieuwe wijk een lage dichtheid heeft en/of moeilijk te bereiken is met een gasaansluiting, worden deze relatief hoge kosten verrekend bij de eerste aansluiting. In dat geval wordt het toepassen van een WKO systeem aantrekkelijker. 68
69
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 70
Wegvallen deel van investering De investering in het energiesysteem wordt
De outsourcing van collectieve energiesystemen kan in de
weggelegd bij de exploitant, die zijn verdiensten
praktijk op meerdere manieren worden georganiseerd. In
over een langere looptijd vertaalt in een BAK*
de Toolkit wordt een beperkt aantal scenario’s benoemd.
(Bijdrage AansluitKosten), die in principe voor de
De consequentie van outsourcing wordt door middel van
ontwikkelaar lager is dan de investering.
voorbeelden uitgewerkt, waarmee de werking en de
Energiebedrijf bedrijven, die hier aparte afdelingen voor hebben. Zij zijn
De hoogte van de BAK wordt bepaald door de volgende
goed georganiseerd om het klantcontact te verzorgen.
formule:
Voordelen:
opbrengst van de exploitant
De eenvoudige formule daarvoor is als volgt.
proces eerder heeft doorlopen is aan te bevelen.
BAK = Investeringskosten – deel netto contante
Exploitatie maatschappij(en)
De investering is opgebouwd uit de volgende
opbrengst van de exploitant
In de markt werpen zich een aantal spelers op die geen
componenten:
energie maatschappij zijn. Voorbeelden van partijen zijn:
1. Investeringskosten voor collectief bodemsysteem,
bijvoorbeeld een energiebedrijf of een installatiebedrijf.
projectontwikkelaars, woningcorporaties, waterleiding-
distributieleidingen, collectieve warmte en koude
bedrijven en installateurs.
voorziening/of individuele warmtepompen.
Voordelen: Nadeel:
Professioneel, ontzorging, lagere
2. De engineeringskosten van het systeem.
overheadkosten.
3. De eventuele toe te rekenen kosten + AK van de
Betrouwbaarheid moet in sommige
exploitatie maatschappij.
De interne afweging om dit wel of niet te doen kan bij
Meestal zijn het de collectieve installatiecomponenten
de ontwikkelaar liggen, doch het komt ook voor dat een
buiten de woning die in aanmerking komen voor out-
gemeente deze afweging al heeft gemaakt.
sourcing. Voor collectieve levering van warmte, koude
Beheer door VVE (Vereniging Van Eigenaren)
exploitant is afhankelijk van de tarieven die hij aan de
Daarbij kunnen de volgende aandachtspunten nog een
en tapwater door een bodemopslagsysteem in combi-
Wanneer er een VVE wordt opgericht is het betrekkelijk
bewoner mag doorbereken.
rol spelen. Welke subsidiemogelijkheden en fiscale
natie met individuele warmtepompen, zijn de volgende
eenvoudig om de exploitatie van het systeem te laten
regelingen zijn er beschikbaar, is investeringsaftrek (EIA)
onderdelen te outsourcen:
verrichten onder beheer van de VVE. De VVE kan een
voor non-profit organisaties aan de orde of is er subsidie
–
De bronnen voor bodemopslag van warmte en
adviesbureau de werkzaamheden laten verrichten, als
koude.
beheer, bemetering, billing en informatievoorziening.
Het bron regeneratiesysteem (dry cooler, warmte uit
Voordeel is dat tegen het laagst mogelijke tarief geld
asfalt, zonnepanelen)
geleend kan worden en alle energie besparingsvoordelen
mogelijk. Lease van een energiezuinige installatie kan interessant zijn met het oog op vermeden investerings-
–
kosten. Outsourcing van alle energiediensten kan
gevallen nog aangetoond worden.
–
Collectief zonneboilersysteem
direct naar de bewoners vloeien.
ontwikkelaar zijn. Een belangrijke overweging voor de
–
Het energie conversie systeem.
Voordelen:
ontwikkelaar is vaak: ‘Hoe kan ik optimaal gebruik
–
Het distributieleidingnet buiten de woning en wan-
financiële voordelen in eigen zak, door
maken van de marktmogelijkheden, teneinde een maxi-
neer van toepassing in de appartementen tot aan het
zelf de voordelen van de lage
maal financieel voordeel te genereren, zonder dat dit tot
overdrachtspunt (afleverset) naar het warmte afgifte
energiekosten te incasseren, ben je
nadelige gevolgen leidt voor de verkoop- c.q. verhuur-
systeem in de woning.
relatief ongevoeliger voor energieprijs-
15, 20 of 30 jaar onderhoud en instandhouding van
stijgingen.
–
de installaties.
exploitant het recht om warmte, koude en tapwater te verkopen aan de bewoners voor een bepaalde periode.
4. Minus de eventuele subsidie en fiscale regelingen. De waarde van de netto contante opbrengst van de
onderdeel van het beleid van de organisatie van de
baarheid’. De ontwikkelaar verkoopt daarbij aan een
HOOFDSTUK 4
als voor bewoner.
Themabladen 5 HOOFDSTUK
6.2.3 Welke onderdelen van een (woonhuis-) installatie outsourcen en welke niet?
HOOFDSTUK 3
BAK = Investeringskosten – deel netto contante
Duurste optie voor zowel ontwikkelaar
het energiesysteem rond te krijgen.
investering en exploitatie overlaten aan een marktpartij,
HOOFDSTUK 6
klantcontacten.
vroegtijdig aantrekken van een adviseur die een dergelijk
Nadelen:
Nadelen:
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 4
* De BAK is een bedrag dat de ontwikkelaar bij oplevering aan de exploitant bijdraagt om de investering voor
realiseren en exploiteren van een energiesysteem of de Themabladen 5 HOOFDSTUK
ervaring in realiseren van systemen en
zeker niet met alle ins & outs wordt behandeld. Het
Bij outsourcing gaat het om de keuze tussen het zelf
HOOFDSTUK 7
Betrouwbaar, professioneel, ontzorging,
outsourcen. Outsourcing is een complex vraagstuk dat
6.2.1 Wat is outsourcing?
HOOFDSTUK 8
6.2.5 Welke componenten bepalen de hoogte van de Bijdrage Aansluit Kosten (BAK) en de jaarlasten van de bewoner?
Meest voor de hand liggende partijen in deze zijn energie-
financiële gevolgen ervan inzichtelijk gemaakt worden. Andere collectieve systemen zijn op vergelijkbare wijze te
HOOFDSTUK 1
–
6.2.4 Welke outsourcing mogelijkheden zijn er?
HOOFDSTUK 2
verzekeringen e.a. zaken liggen bij de exploitant.
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 2
6.2 OUTSOURCING VAN ENERGIESYSTEMEN
Professioneel, goedkoopste variant, alle
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 1
Toolkit
Financiële risico’s, zorg voor contracten bij VVE, juridische afdichting.
70
6.2.2 Waarom outsourcen van een collectief systeem?
–
De individuele warmtepompen
–
De individuele zonneboiler
Belangrijke redenen kunnen zijn:
Niet in aanmerking voor outsourcing komen:
–
Ontzorging van de ontwikkelaar en de bewoner
–
De WTW installatie
Communicatie met bewoners, financiële- en techni-
–
De vloerverwarming
sche risico’s, onderhoud, service, beheer,
–
De thermostaatregeling
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
Het outsourcen van de volgende onderdelen is discutabel:
71
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 72
Het tarief voor de bewoner volgens NMDA is
Voorbeeld van financiële consequenties bij het vergelijken van aanbieders
Het is essentieel te begrijpen dat de hoogte van de jaar-
opgebouwd uit:
Tweehonderd SenterNovem referentie tuinkamertussenwoningen, op een terrein met een goed geschikt grondpakket
lasten voor de bewoner en de hoogte van de BAK direct
–
Een Giga Joule prijs per verbruikte GJ
voor bronnen, met 111,4 m2 vloeroppervlak, met een gemiddeld verbruik voor warmte + tapwater 26 GJ (16 GJ
met elkaar verband houden. Wanneer de jaarlasten
–
Een vastrecht voor warmte en eventueel koude
verwarming en 8 GJ tapwater). Dit is gelijk aan een gasverbruik van ca. 800 m3 gas. Koude wordt afgerekend tegen een
omlaag gaan zal de BAK stijgen. Het is een keuze die de
Als er ook tapwater wordt geleverd wordt er een toeslag
vastrecht per jaar. Contractperiode 30 jaar. Het verschil hieronder wordt veroorzaakt door het naar de bewoner te
ontwikkelaar zal maken in de onderhandelingen met de
betaald op de GJ prijs en op het vastrecht.
hanteren tarief.
de jaarlasten in lijn blijven met wat de bewoner zou
Het is belangrijk te weten dat het GJ tarief jaarlijks of
Bij de onderstaande bedragen moet bedacht worden dat er minder- en meerkosten zijn bij toepassing van een WKO
betalen wanneer hij in een woning met een gasgestook-
misschien wel 3 maandelijks wordt aangepast aan:
systeem, zoals: geen gasaansluiting, geen aanschaf van HR ketel, meerkosten voor vloerverwarming, het voordeel van
te HR ketel zou gaan wonen. Om tot een juiste tarief-
–
koeling van hele woning.
HOOFDSTUK 1
Jaarlasten bewoner
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Toolkit
HOOFDSTUK 4
Het NMDA (Niet Meer Dan Anders) principe
(olieprijs op de wereldmarkt) –
De nieuwste meterstand van het warmteverbruik bij
Exploitatie maatschappij bij 200 woningen
een gemiddelde woning die is aangesloten op een
Interne rentevoet
warmtenet inclusief tapwater.
Gehanteerd tarief bewoner
Themabladen 5 HOOFDSTUK
Gangbaar in de markt is te werken met het NMDA
15%
15%
NMDA principe*
10% minder dan NMDA
Jaarkosten bewoner incl. BTW
€ 1.029
€ 926
principe. Dit is een adviestarief dat wordt afgegeven
Referentie jaarlasten
Investering incl. BTW
€ 5.446
€ 5.446
door de branchevereniging van de energiebedrijven
Eenduidiger is het als referentie te kijken naar de jaarlas-
BAK incl. BTW
€ 2.500
€ 2.700
EnergieNed. Op basis van dit advies kunnen afspraken
ten van een woning, als zou deze met gas en HR ketel
gemaakt worden. De werking van het NMDA principe is
zijn uitgerust, met of zonder Airco. Alle kosten moeten
weergegeven in hoofdstuk 6.2.7 op pagina 74.
betrokken worden bij de berekening zoals: energielasten
HOOFDSTUK 4
der in het kort de essentie weergegeven.
HOOFDSTUK 3
stelling te komen voor de verbruikskosten wordt hieron-
De nieuwe energietarieven
* Uitleg over het NMDA principe zie verderop
Themabladen 5 HOOFDSTUK
HOOFDSTUK 3
latere concessiehouder (exploitant). Natuurlijk moeten
gasverbruik warmte, elektriciteit HR ketel, gasverbruik tapwaterbereiding, afschrijvingskosten HR ketel, verme-
Hieronder het resultaat als een lagere investeringsrentevoet wordt gehanteerd, plus het besparen van 10% overhead-
den maatregelen voor behalen EPC, extra maatregelen
kosten en de kosten van de exploitatie maatschappij.
voor toepassing LTV, etc. Daarop kan de jaarlast van een Vereniging van Eigenaren bij 200 woningen Interne Rentevoet Gehanteerd tarief bewoner
HOOFDSTUK 7
Bepaling hoogte GJ prijs
HOOFDSTUK 6
gesteld per GJ.
4% Noodzakelijk tarief om onderhoud en rente te betalen
Jaarkosten bewoner incl. BTW
€ 647
Investering incl. BTW
€ 4.735
BAK incl. BTW, op basis van verhypothekeerde investering
€ 4.735
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 6
woning worden vastgesteld en een tarief worden vast-
De GJ prijs is bepaald met een formule waarin is uitgegaan van een woning met een gasverbruik van 1.488 m3 gas vermenigvuldigd met de gasprijs. Dit wekt de indruk dat het tarief gerelateerd is aan het gasverbruik dat een woning zou hebben. Dit is echter absoluut niet rechtevenredig. De GJ prijs inclusief tapwaterlevering zou bij de
Hieronder het effect van schaalgrootte uitgaande van de kosten van een exploitatie maatschappij.
De relatie met de woning met het gasverbruik van 1.488 m3 is verloren gegaan.
HOOFDSTUK 9
Interne Rentevoet
72
40 woningen
200 woningen
15%
15%
Het vastrechttarief vertegenwoordigt de afschrijving van de voor de ontwikkelaar vermeden installaties en de
Gehanteerd tarief bewoner
NMDA
NMDA
REB belasting. Dit is niet eenduidig te herleiden tot een gangbare tarifering van gas en elektriciteit en referentie
Jaarkosten bewoner incl. BTW
€ 1.029
€ 1.029
investeringen in een woning uitgerust met een gasgestookte HR ketel.
Investering incl. BTW
€ 10.234
€ 5.446
BAK incl. BTW
€ 9.500
€ 2.500
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
1.488 m3 gas is 48,2 GJ. De bewoner betaalt 23 x 48,2 is € 1.108. De prijs van gas per m3 € 0,49 x 1488 = € 729.
HOOFDSTUK 8
huidige gasprijs bepaald kunnen zijn op € 23 incl. BTW. Het werkelijke energieverbruik in GJ’s bij een woning met
73
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 74
–
en jaarkosten beïnvloeden.
–
Een goede demarcatie van wie doet wat
De aansluitkosten en jaarlasten voor de bewoner zijn in
–
Inzicht in de effecten van keuzes voor de lange
–
Kennis van verschillende financieringsmethoden
hoogte van de BAK.
–
Kennis van verschillende afrekenmethodieken en de
– –
Bebouwingsdichtheid woningen: Lage bebouwingsdichtheid maakt een systeem onrendabeler
–
Kennis van aanbieders van outsourcing
Energieverbruik woningen: een laag energieverbruik
–
Uitvoering van risico inventarisatie
maakt een systeem onrendabeler
–
In kunnen schatten wat effecten zijn van risico’s en
Aanbieden van totaalpakket, warmte, koude en tapwater maakt het systeem rendabeler
– –
voor- en nadelen ervan
hoe deze zijn af te dekken –
Kennis van bewonersbegeleiding
Ongunstige bodemopbouw, waardoor duurdere bronnen.
In het themablad Bronnen voor warmte- en koudeopslag
Lage opleversnelheid en bewoning van woningen.
onder ‘Risicobeheersing WKO systemen’ staat globaal beschreven welke risico’s er zijn. De adviseur die wordt
Themabladen 5 HOOFDSTUK
6.2.6 Het proces om te komen tot outsourcing Outsourcing is een gecompliceerd proces, waarbij voordelen te behalen zijn die echter eenvoudig teniet gedaan kunnen worden doordat het proces niet goed georganiseerd is. Van belang om een optimaal rendement te halen uit de outsourcing:
HOOFDSTUK 6
–
Betrokkenheid van partijen op het goede moment
ingeschakeld ter beperking van de risico’s, kan optreden voor zowel uitvoerende bedrijven van de installatie buiten de woning als voor de partijen die verantwoordelijk zijn voor de installatie binnen de woning. Zo wordt bij voorbeeld binnen BAM door de ontwikkelaar BAM Vastgoed gebruik gemaakt van de adviseurs Multiconsult en BAM Energy Systems, die optreden naar de uitvoerende bedrijven.
(en vooral niet te laat)
HOOFDSTUK 2
aan investeringen buiten de woning bepaalt mede de
Kennis van exploitatie modellen
nen beoordelen of het NMDA-beginsel goed wordt toegepast. De verscheidenheid in gas- en elektriciteitstarieven van energiebedrijven in de diverse regio’s kan bijvoorbeeld al leiden tot verschillen in de GJ-prijzen per project. Aansluitbijdrage De eenmalige kosten bij aanleg worden verdisconteerd in de aansluitbijdrage. Deze volgt meestal het NMDA-beginsel en bestaat uit: –
de aansluitbijdrage voor aardgas
–
de vermeden investeringskosten voor een cv
–
de eventueel vermeden investeringskosten, vanwege vermeden EPN-maatregelen.
HOOFDSTUK 3
–
Door de liberalisering van de energiemarkt zal men, zonder specifieke kennis van de markt, steeds moeilijker kun-
De eigenaar van de woning betaalt de aansluitbijdrage via de koopsom van de woning. De verhuurder zal deze doorberekenen in de huur.
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
termijn, zowel technisch als financieel
lasten betekent dat de aansluitkosten stijgen. Het totaal
–
HOOFDSTUK 4
Verantwoordelijkheden op de goede plaats
Vastrecht EnergieNed publiceert ook de vastrechttarieven. Het vastrecht is een vergoeding die ongeacht het warmteverbruik van toepassing is. Bij de bepaling van het vastrecht is net als bij de GJ-prijs en de aansluitbijdrage het NMDA-beginsel van toepassing. Zo wordt rekening gehouden met de jaarlijkse kosten voor het onderhoud van de cv-ketel en de kosten voor verschillen in levensduur van cv-ketel en warmtedistributienet.
Themabladen 5 HOOFDSTUK
HOOFDSTUK 2
principe communicerende vaten. Verlaging van de jaar-
HOOFDSTUK 1
Andere factoren die de uiteindelijke aansluitbijdrage
Huisinstallatie De huisinstallatie-aansluitset is de laatste schakel van het warmtenet. Deze component wordt bij woningen meestal in de meterkast geplaatst. De set bestaat uit een aantal afsluiters en regelkleppen, een warmtemeter en in veel situaties ook een warmtewisselaar voor de tapwatervoorziening.
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 1
Toolkit
REB De afnemer betaalt de GJ prijs. Op warmte wordt geen REB geheven, maar doordat het NMDA-beginsel is gebaseerd op de gasprijs is er wel een effect van de REB op de GJ-prijs merkbaar.
Samenstelling NMDA prijs
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 7
6.2.7 Termen in gebruik bij de exploitatie van energiesystemen (o.a. het NMDA principe) De GJ prijs
Bij warmtelevering volgen de verkoopprijzen meestal het NMDA-beginsel als uitgangspunt. De GJ-prijs is de prijs
Sinds 1993 is de berekening van de warmteprijs gebaseerd op het landelijke marktwaarde principe. In verband met
die de afnemers van warmte betalen voor elke eenheid warmte (GJ) die wordt afgenomen. Voor de bepaling van
veranderingen in de markt is het nodig dat van tijd tot tijd nieuw onderzoek wordt uitgevoerd om de juiste markt-
de GJ-prijs op basis van het NMDA-beginsel geldt dat de energiekosten van een aangeslotene op warmtelevering
waarde vast te stellen. Zo is de formule voor de berekening van de warmteprijs sinds 1993 regelmatig aangepast.
niet hoger mogen zijn dan de kosten wanneer er sprake zou zijn van een gasaansluiting. Partijen kunnen in goed
Voor de warmteprijs van 2005 is opnieuw de marktwaarde van warmte vastgesteld. Derhalve geldt voor 2005
overleg vaststellen of men bij de tariefstelling gebruikmaakt van het tariefadvies van EnergieNed.
een nieuwe formule.
EnergieNed (de federatie van energiebedrijven) publiceert jaarlijks een tariefadvies voor warmte dat de
Per 1 januari 2005 adviseert EnergieNed voor de gecombineerde toepassing ‘verwarming en warmtapwater-
warmteleveranciers kunnen gebruiken voor hun tariefstelling. Ook past zij de formule regelmatig aan, aan de
bereiding’ uit te gaan van de volgende formule:
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 8
Verbruikersprijs
(1488 m3 x gasprijs) + (4121 kWh x elek.prijs) - (4063 kWh x elek.prijs)
aangesloten op aardgas en woningen die zijn aangesloten op warmtedistributie met als resultante de marktwaarde van warmte uitgedrukt in euro's per GJ. Het is aan de partijen om in onderling overleg te bepalen of deze berekeningsmethodiek past bij het betreffende project.
74
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
ontwikkelingen van de marktwaarde. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt tussen energieverbruik van woningen 1 GJ =
-------------------------------------------------------------------------------------------35,40 GJ
75
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 76
6.3.1 Bewonersvoorlichting
berekent de ontwikkelaar de BAK (Bijdrage AansluitKosten op het warmtenet) en stuurt rekeningen voor
aardgas) samengevoegd tot de zogenaamde ‘Energiebelasting’. Deze Energiebelasting wordt geïnd door de
De in deze Toolkit beschreven zaken worden soms geor-
energiebedrijven. In verband met het NMDA-beginsel wordt het effect van deze Energiebelasting in de
ganiseerd in complexe processen. De ontwikkelaar
warmteprijs verwerkt. Met behulp van de formule voor de berekening van de warmteprijs en de hoogte van de
bepaalt t.a.v. energieconcepten, klantgericht ontwikke-
Energiebelasting op aardgas en elektriciteit voor 2005 is het effect van deze belasting voor de warmteprijs te
len, gezondheidsconcepten of stedelijke ecologie in
volgens het niet meer dan anders principe (NMDA)
berekenen.
welke fase de kopers van woningen worden voorgelicht.
zoals nutsbedrijven dat doen op basis van richtlijnen
Duidelijk moet zijn wie later welk deel van de verstrekte
van de branchevereniging van de energiebedrijven
informatie gaat waarmaken.
EnergieNed.
In onderstaande tabel is het effect van de Energiebelasting op aardgas en elektriciteit voor warmte
HOOFDSTUK 1
De exploitant of het energiebedrijf dat de warmtepompinstallatie aanlegt en exploiteert
Per 1 januari 2004 is de regulerende energiebelasting (op aardgas en elektriciteit) en brandstoffenheffing (op
HOOFDSTUK 3
De ontwikkelaar legt de coördinatie door naar een systemintegrator van een bouwfysisch adviesbureau.
–
‘2,0 maal de gasprijs’.
HOOFDSTUK 2
–
HOOFDSTUK 2
Voor de toepassing ‘uitsluitend verwarming’ wordt uitgegaan van een aftrekpost op deze formule van:
6.3 BEWONERSVOORLICHTING, INSTRUCTIE EN HANDLEIDINGEN
de warmtelevering aan de kopers. –
De warmtelevering wordt aan de kopers berekend HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 1
Toolkit
Themabladen 5 HOOFDSTUK
Uit het voorgaande blijkt in ieder geval dat het is nodig
illustreren door een voorbeeld.
een schema te maken waaruit blijkt wie voor welke
Gecombineerde toepassing
Toepassing uitsluitend
Een gemeente bedingt bij de grondverkoop dat in een
aspecten verantwoordelijk is. Voorlichting aan bewoners
verwarming en wamtetapwater
verwarming
project collectieve warmtepompen op een collectieve
zal worden ingepast in communicatie over algemene
0,0 GJ - 119,0 GJ
€ 6,39
€ 6,09
bron worden gerealiseerd. In dat project worden de
zaken als planning en oplevering.
> 119,0 GJ
€ 4,36
€ 4,15
woningen verkocht door de ontwikkelaar die met de aannemer overeenkomt dat de aannemer verantwoordelijk is
De exploitant of installateur moet in staat zijn meerdere
voor de technische kwaliteit van de woningen. Het is een
diensten aan te bieden.
HOOFDSTUK 4
Verbruikscategorie
Het gemakkelijkst laat het belang van deze zaak zich
Themabladen 5 HOOFDSTUK
HOOFDSTUK 4
samengevat:
stroom levert. Er is door de ontwikkelaar al vroeg uitge-
dit het volgende in: indien in woningen aangesloten op warmte de aanvullende energiebesparende maatrege-
breid voorlichting gegeven aan de kopers. Om de zaak wat
Uitgangspunt bij voorlichting is dat de bewoner weet wat
len niet zijn aangebracht is de energievraag van een woning aangesloten op warmte hoger dan de energievraag
spannender te maken dreigt in dit voorbeeld, ondanks de
hij koopt, weet welke kwaliteit geleverd wordt en wat
van een woning aangesloten op het gasnet. De landelijk gemiddelde warmteprijs resulteert voor deze woningen
inzet van alle betrokkenen, het gevaar dat na oplevering
hij/zij daarvoor moet betalen. Als er meerdere partijen
in een warmteprijs die ‘meer-dan-anders’ is. Hier staat tegenover dat het vastrecht ‘minder-dan-anders’ is.
de bewoners klagen over te hoge energierekeningen
zijn die verantwoordelijk zijn voor het geleverde product
Het saldo van beide is gegeven de formule voor de berekening van de warmteprijs en de huidige energie-
omdat de warmtepomp de vraag naar warmte niet aankan
of dienst dan moet juridisch helder zijn hoe die levering
prijzen ‘minder-dan-anders’. Indien in woningen aangesloten op warmte de aanvullende energiebesparende
en vervolgens de woning voor een belangrijk deel wordt
georganiseerd is en wie op welk aspect aanspreekbaar is.
maatregelen wel worden aangebracht is de energievraag van een woning aangesloten op warmte gelijk aan de
verwarmd door de elektrische spiraal die in noodsituaties
energievraag van een woning aangesloten op het gasnet. De landelijk gemiddelde warmteprijs resulteert voor
kan zorgen voor aanvullende warmte. Tevens dreigt het
Nut van het toepassen van warmtepompen:
deze woningen dan in een warmteprijs die ‘gelijk-aan-anders’ is.
gevaar dat het elektranet te krap bemeten is om aan die
In bovenstaand geval lag het initiatief bij de gemeente.
extra elektra(warmte)vraag te voldoen.
De ontwikkelaar heeft het op zich genomen de voorlichting aan de kopers te organiseren. Het toepassen van
Bij de NMDA afreken methode wordt bij de klant in huis een GJ meter opgehangen. Hieraan wordt het tarief
Ter beantwoording van de vraag hoe de bewonersvoor-
warmtepompen gebeurt omdat daarmee een
gekoppeld. Het woord Giga Joule wordt ook afgekort als GJ. Een Giga Joule is een hoeveelheid warmte die
lichting moet worden georganiseerd, is het zinnig eerst
maatschappelijk belang wordt gediend. Dat is de reduc-
vrijkomt bij verbranding van bijvoorbeeld gas. Zo komt bij verbranding van 1 kuub gas ongeveer 0,0324 GJ vrij.
een paar aannames te formuleren. Dit om de gedachten
tie van CO2 uitstoot. Deze reductie wordt gerealiseerd
te ordenen.
door een hoger bedrag dan normaal in de warmtevoor-
-
Waar het relatief nieuwe technieken of concepten
ziening te investeren. Als de prijs van de woning markt-
betreft is de koper leek; van hem/haar mag beperkte
conform is, is het voor de koper niet interessant wie die
tot geen kennis worden verwacht.
meerkosten betaalt. Wel wil hij/zij weten of er ook
Stel dat de gemeente de coördinatie van het geheel
hogere maandlasten ontstaan dan bij een gasgestookte
en de voorlichting naar de bewoners overdraagt aan
woning en of de warmtelevering gegarandeerd is.
-
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 6
de vermeden EPN-maatregelen. Voor woningen met een energie prestatie coëfficiënt van 1,0 of minder houdt
HOOFDSTUK 7
stallatie aanlegt en exploiteert en energiebedrijf B die
Giga Joule
HOOFDSTUK 9
6.3.2 Taken en verantwoordelijkheden
NB: Bij het op deze wijze vaststellen van de warmteprijs wordt niet direct rekening gehouden met het effect van
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 6
exploitant of het energiebedrijf A die de warmtepompin-
de ontwikkelaar.
76
77
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 78
reren; het energiebedrijf legt in dit geval uit dat de
reeds ingelicht moeten worden over de kenmerken van
komst worden voorgelicht over de gevolgen van zijn
den de energiekosten, berekend op basis van NMDA,
woning verwarmen met de ramen open zeer
de woning.
gedrag. Wat verstandig dan wel onverstandig gebruik
door de kopers van woningen over het algemeen als
schadelijk is en tot een hoge rekening kan leiden van
–
Type verwarming (en koeling) en de beoogde CO2
van de woning is moet op papier staan. Als het pro-
hoger ervaren dan bij een gasgestookte woning.
het (elektraleverende) energiebedrijf.
besparing
bleem van de hoge energierekening uitsluitend ten
–
WTW toepassing
gevolge van onverstandig gebruik van de woning is
ontwikkelaar dit gezien de concurrentiepositie in de
Klachten over het niet warm worden dient de koper in
–
LTV (lage temperatuur verwarming)
ontstaan, moet de bewoner daarop aan te spreken zijn.
markt niet aanvaardbaar vindt kan hij mogelijk in over-
bij het energiebedrijf. Als de woning tocht en kiert en
–
HTK (hoge temperatuur koeling)
Langdurige begeleiding van de bewoner
leg met de exploitant of het energiebedrijf kiezen voor
duidelijk is dat er van een slechte uitvoering sprake is
–
De eventuele zonneboiler en de voordelen daarvan
Wellicht is dit het belangrijkste onderdeel van het hele
een hogere BAK en contractueel laten vastleggen dat de
moet hij/zij klagen bij de aannemer. Als hij/zij het idee
–
De regeling van de installatie en het te verwachten
proces. De begeleiding van de bewoner kan goed ver-
bewoners gedurende de exploitatieduur van de
heeft dat de zaak door deze partijen niet goed wordt
comfort
lopen als het hele proces goed wordt gemanaged.
voorziening een lager dan genormeerd vastrecht betalen.
opgelost wordt de ontwikkelaar aangesproken. Deze
Dat zijn zaken die goed moeten worden verteld en
drie partijen moeten met elkaar vastleggen dat degene
Op het moment van het sluiten van het koopcontract:
Eén aanspreekpunt
tussen ontwikkelaar en energiebedrijf, tussen ontwikke-
die in gebreke is gebleven verantwoordelijk is voor de
Alle relevante juridische zaken en verantwoordelijkheden
De klant wil het liefst voor al zijn problemen met zijn
laar en koper en tussen energiebedrijf en koper in
oplossing. Zij spreken af welke functionaris verant-
dienen in een bijlage bij het koopcontract te worden
binnenklimaat of comfort te maken hebben met één
contracten worden vastgelegd.
woordelijk is voor de voorlichting.
opgenomen, inclusief de eventueel verplicht af te sluiten
aanspreekpunt. Een exploitant/energiebedrijf moet ten
contracten aangaande de warmtelevering. Het kan zin-
aanzien van de voorlichting een goede afstemming
Een goed functionerend concept
Wat hierboven beschreven is slaat op het voorbeeld. Elk
nig zijn de leveringsvoorwaarden van het energiebedrijf
hebben met zijn installateur of installateurs. Wanneer
Uit wat bij de energieconcepten is beschreven blijkt dat
bedrijf zal deze zaken op haar eigen wijze willen organi-
ter zake warmtelevering ter informatie in een kopers-
alleen sprake is van installateurs, dienen zij een
een concept met warmtepompen goed kan functione-
seren. Verantwoordelijkheden kunnen op vele manieren
informatiemap beschikbaar te stellen.
aanspreekpunt te organiseren. Dat geldt ook voor de
ren als alle samenwerkende delen van het concept goed
worden afgesproken en gecommuniceerd. Wel dient
op elkaar afgestemd zijn. De bouwfysica van de woning
altijd één partij de verantwoordelijkheid voor het totale
Voor de oplevering van de woning
moet een lage vraag naar warmte mogelijk maken. In
concept op zich te nemen.
Op een open dag op de bouw kan al de nodige infor-
Helpdesk
bovenstaand voorbeeld is de ontwikkelaar opdrachtge-
De exploitant of installateur moet in staat zijn meerdere
matie over de specifieke aspecten van de duurzaam
De helpdesk van de verantwoordelijke bedrijven moet in
ver van de adviseurs die de onderdelen van het concept
diensten aan te bieden.
gebouwde woning worden toegelicht. Dat voorkomt
staat zijn alle vragen te beantwoorden, die relevant zijn
een hoop vragen tijdens de oplevering.
voor het comfort van de bewoner. Er dient een adequate
6.3.3 Het tijdstip van de voorlichting
HOOFDSTUK 7
op de kwaliteit van hun advieswerk. Vervolgens is het de aannemer die de verantwoordelijkheid voor een goede
Voorlichting aan kopers moet gedoseerd worden.
uitvoering heeft overgenomen en moet de exploitant of
Afhankelijk van het te communiceren onderwerp wordt
het energiebedrijf de van tevoren berekende hoeveel-
het tijdstip gekozen.
HOOFDSTUK 8
heid warmte in de woning afleveren.
HOOFDSTUK 9
Zie bewonersinstructie en handleiding
Na de eerste koper komt er altijd een tweede koper. Ook deze koper zal terug moeten kunnen vallen op wat is
Na de oplevering van de woning
afgesproken.
In principe wordt na de oplevering van woning geen
In contracten moeten partijen dit naar elkaar op die
Voor het sluiten van het koopcontract:
voorlichting gegeven. Het is nodig dat de klant weet
Service en diensten
manier ook vast leggen.
In principe worden op dat moment alleen die onderwer-
waar hij/zij naar toe kan in het geval van vragen en
De exploitant of installateur moet in staat zijn meerdere
pen gecommuniceerd die de klant kunnen overhalen om
klachten. Wanneer bewoners de indruk hebben dat hun
diensten aan te bieden.
In de voorlichting naar de kopers
te kopen of die relevant zijn voor een goede voorlichting
energierekening hoger is dan zij verwacht hadden, moet
–
legt de ontwikkelaar uit dat hij aansprakelijk is voor
over product en prijs. In bovenstaand voorbeeld is het
er een procedure zijn om met hen te communiceren. De
een goed ontworpen woning die behaaglijk zal zijn
zinnig dat de klanten weten dat het een warmtepomp-
meterstanden dienen bij de oplevering van de woning te
en voldoende warm zal worden
project betreft, dat een dergelijk concept invloed kan
worden genoteerd. Vervolgens zou iemand die na een
Bij de oplevering van de woning moet over zaken als ver-
legt de aannemer uit dat de woning gebouwd is vol-
hebben op de woonlasten en wat de juridische aspecten
aantal maanden weer een meterstand opneemt op een
warmen, koelen, ventileren, warmwatergebruik de nodige
gens de door de adviseurs opgegeven specificaties,
van de koop van een dergelijke woning zijn. Een voor-
relatief eenvoudige wijze moeten kunnen zien of er
instructie worden gegeven. Duidelijk moet worden
voldoende tochtdicht is, goed geïsoleerd is en
lichtingsavond met de mogelijkheid voor de kopers om
sprake is van een uitzonderlijke toestand. Op een
welke onderdelen van de woning kwetsbaar zijn en welk
kwalitatief voldoet aan de in de contractstukken
vragen te stellen aan de partijen die t.z.t. verantwoorde-
dergelijk moment moet duidelijk zijn wie verantwoorde-
onderhoud vereist is. Vooral is aandacht nodig voor de
beschreven specificaties
lijk zijn ligt voor de hand. De exploitant of het
lijk is voor de communicatie naar de bewoner. Het is
bediening van de thermostaat. In een gangbare op
legt het energiebedrijf uit dat, passend bij het woning-
energiebedrijf geeft voorlichting over het systeem van
mogelijk dat het gebruik van de woning niet aansluit bij
aardgas verwarmde woning heeft het zin een nachtver-
concept, voldoende warmte zal worden geleverd en
afrekening.
het concept. Ter voorkoming van dit probleem moet de
laging toe te passen. In een met een warmtepomp
–
–
78
doorverwijzing te zijn, wanneer het niet anders kan. Bij de oplevering van de woning
HOOFDSTUK 7
dragen een verantwoordelijkheid en zijn aanspreekbaar
HOOFDSTUK 6
op elkaar moeten afstemmen. Ook deze adviseurs
ontwikkelaar en de aannemer.
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 6
Themabladen 5 HOOFDSTUK
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
Dat is niet erg als dit maar goed wordt verteld. Als de
HOOFDSTUK 1
Bij de realisering van een warmtepompinstallatie wor-
HOOFDSTUK 2
bewoner al voor de oplevering op een informatiebijeen-
HOOFDSTUK 3
De toekomstige bewoners zullen in de verkoopbrochure
HOOFDSTUK 4
geeft een toelichting op de methode van factu-
Themabladen 5 HOOFDSTUK
Hogere maandlasten
6.3.4 Bewonersinstructie
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Toolkit
79
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 80
Toolkit
bijdrage leveren moet contractueel geëist worden dat zij
In de hoofdstukken hiervoor is geschreven over het hoe en
bijvoorbeeld te maken hebben met comfort, gezond-
nog acceptabel, doch dient de bewoner te weten hoe-
voor hun deel een bruikbare handleiding aanleveren.
waarom van kennis betreffende kwaliteit en duurzaam-
heid of CO2-reductie. Naast vierentwintig energiecon-
lang het duurt voor de woning weer opgewarmd is.
Van installateurs mag worden verwacht dat zij
heid. Om deze informatie zo bruikbaar mogelijk aan te
cepten, worden eveneens drie materiaalconcepten en
Voorts is het nodig te vertellen dat het substantieel lager
optiepakketten aanbieden voor onderhoud. Deze zaken
bieden zijn uitgewerkte concepten bedacht.
één gezondheidsconcept beschreven.
zetten van de thermostaat de koeling in werking kan
moeten standaard onderdeel worden van de af te sluiten
Voorbeelden van hoe materialen of installaties in een
zetten, wat ook energie kost.
contracten.
concreet woningbouwplan kunnen worden gebruikt en
Energieconcepten
wat de score qua ambitieniveau of prestatie wordt.
Overzicht 12 energieconcepten
Het aspect bewonersinstructie vraag om een uitvoerige
Het zijn voorbeelden die in de praktijk regelmatig
Zoals hierboven is te zien zijn binnen de 12 energie-
beschouwing. Het is bij de meer complexe concepten de
voorkomen en hun betrouwbaarheid hebben bewezen.
concepten varianten uitgewerkt, waardoor in feite 24
taak van de systemintegrator om deze beschouwing op
De concrete concepten zijn vooral gemaakt om efficiënt
verschillende energieconcepten beschikbaar zijn. Deze
papier te zetten. Vervolgens is het de taak van de
te kunnen communiceren. Een projectontwikkelaar kan
24 concepten zijn geclusterd per woningtype, op
ontwikkelaar en zijn adviseurs om per deel van de
aan zijn architect en adviseurs heel duidelijk aangeven
projectgrootte, op CO2 ambitie en op techniek. Elk con-
woning of installatie te zorgen voor duidelijke instructie
welke doelen hij nastreeft en welke prestatie van de
cept is zodanig beschreven dat de projectontwikkelaar
aan de bewoners. Wellicht kan een goed ingevoerde
deelnemers in het proces worden verwacht. Ook het
er in vindt wat hij er over zou moeten weten, om een
opzichter hierin een rol spelen, samen met speciaal
maken van een offerte voor een advies of het bespreken
dergelijk concept te kunnen realiseren. Inzicht wordt
opgeleide medewerkers van de installateur.
van de alternatieven op een concept zijn sneller, dus
gegeven in de technische aspecten, maar vooral in de
efficiënter op papier te zetten.
manier hoe een dergelijk project aan te pakken.
in de kopersinformatiemap worden gepresenteerd voor
Het is de bedoeling van de auteurs van deze Toolkit dat
Deze 24 energieconcepten, vormen een selectie uit een
onderhoud van de duurzame energie-installatie.
ook voor combinaties van concepten gekozen kan wor-
groter aantal concepten. Een totaal overzicht van
den. Combinaties van bouwkundige en installatietech-
denkbare concepten, met bijbehorende energie, com-
nische uitwerkingen die in samenhang tot gewenste
fort en financiële gegevens zijn als uitklaptabellen aan
kwaliteiten moeten leiden. Die kwaliteiten kunnen
het eind van dit boekwerk toegevoegd.
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
verwarmde woning is een zeer beperkte nachtverlaging
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 1 HOOFDSTUK 2 HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 1
Energieconcepten
7
6.3.5 Gebruikershandleiding
HOOFDSTUK 5
Themabladen 5 HOOFDSTUK
De bewoners wordt gewezen op de optiepakketten die
HOOFDSTUK 6 Energieconcepten
Het gaat buiten de doelstelling van deze Toolkit om per
B + + ++
komen, kan worden verwezen naar de handleiding.
HOOFDSTUK 8
Van de onderstaande website van de SEV is het vrij de
Eengezins Eengezins Eengezins Eengezins Eengezins Eengezins Eengezins Eengezins Eengezins
nvt nvt nvt nvt > 40 > 40 > 40 > 10 > 10 nvt
b b b + b b + + + +
Z Z Z Z Z Z Z Z Z Z
b b b b b ++ ++
b
1 1 2 2 2 2 3 2 3 4
low low low low low high high high high low
B B B B + + ++ ++ ++ ++
B + ++ + ++ + + + + ++
nvt nvt > 40 > 40
+ b b b
Z Z O/W Z
b b ++ ++
1 2 2 2
low low high high
+ + + +
+ + + +
9 Urban villa 10 Urban villa Urban villa
nvt > 40 > 40
+ Z b + Z b ++ O/W ++
1 2 3
low low high
+ ++ ++
+ + +
11
nvt nvt nvt
+ + +
1 2 3
low high high
++ ++ ++
+ + +
3
WoonWijzerWizard te downloaden. Het is een digitale kaartenbak, waarmee je een handleiding voor het
4
HOOFDSTUK 9
gebruik van een woning kunt samenstellen. De teksten in die kaartenbak zijn met eigen teksten en illustraties
5
aan te vullen.
6 7
http://www.sev.nl/links/inh_links.asp Van derden, zoals nutsbedrijven, adviseurs en onderaannemers, die aan de totstandkoming van de woning een
80
8
12
EG w-2/1 kap
Galerij Galerij Galerij Galerij
Vrijstaand Vrijstaand Vrijstaand
Z Z Z
b ++
b ++ b
ZB Vloerk. ZB Vloerk. ZB
26% 39% 48% 50%
4 HR-WTW 5a HR-WTW 8k HR-WTW 15k Nat. toe, mech af, vraag gest
CV-ketel HR107 CV-ketel HR107 Combi WP (bodem) Combi WP (bodem)
HTV LTV LTV LTV
Rad. Vloerv. Vloerv. Vloerv.
Combi-ketel Combi-ketel Combi-wp CombiWP
4 HR-WTW 5 HR-WTW 14a Nat. toe, mech af, vraag gest 5a HR-WTW 33a Nat. toe, mech af, vraag gest 8 HR-WTW 8j HR-WTW 22i HR-WTW 8k HR-WTW AS Nat. af, mech. toe via grondbuis
CV-ketel HR107 CV-ketel HR107 CV-ketel HR107 CV-ketel HR117 WP+HR107-col (gr.w) Combi WP (gr.w) Combi WP (gr.w) WP+HR107-col(bodem) Combi WP (bodem) Zonnegascombi
HTV LTV HTV HTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV
Rad. Vloerv. Vloerv. Vloerv. Vloerv. Vloerv. Vloerv. Vloerv. Vloerv. Wandv.
Combi-ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi-ketel HR107-col Grondwater HTK Vloerk. Grondwater HTK Vloerk. Combi-wp Combi-wp Grondwater HTK Vloerk. HR107-col Bodem HTK Vloerk. Combi-wp Bodem HTK Vloerk. Zonnegascombi Lucht via grondbuizen
CV-ketel HR107 CV-ketel HR107 WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col (gr.w)
HTV LTV LTV LTV
Rad. Vloerv. Vloerv. Vloerv.
Combi-ketel Combi-ketel WP+HR107-col WP+HR107-col
++
14 Nat. toe, mech af, vraag gest CV-ketel HR107 23 HR-WTW WP+HR107-col 22a HR-WTW WP+HR107-col
LTV LTV LTV
Vloerv. Vloerv. Vloerv.
Combi-ketel WP+HR107-col HR107-col
++
4 HR-WTW CV-ketel HR107 14a Nat. toe, mech af, vraag gest CV-ketel HR107 15h Nat. toe, mech af, vraag gest Combi WP (bodem)
HTV LTV LTV
Rad. Vloerv. Vloerv.
Combi-ketel Combi ketel CombiWP
++
+ +
+
4 HR-WTW 5a HR-WTW 34 Nat. toe, mech af, vraag gest 23 HR-WTW
Bodem Bodem
HTK HTK
ZB ZB ZB ZB ZB ZB ZB
29% 31% 32% 41% 35% 41% 50% 37% 50% 56%
HTK HTK
Vloerk. Vloerk.
23% 38% 38% 39%
Grondwater
HTK HTK
Vloerk. Vloerk. ZB
23% 35% 43%
Bodem
HTK
ZB Vloerk. ZB
26% 33% 42%
ZB Grondwater Grondwater
Grondwater
HOOFDSTUK 7
B B ++ +
HOOFDSTUK 8
low low high high
HOOFDSTUK 9
Gezondheid
1 2 3 3
Reductie CO2-uitstoot
Comfort
b b b ++
2
Koude-afgiftesysteem
Technisch niveau: High/Lowtech
Z Z Z Z
1
Warmte afgiftesysteem
CO2 ambitie
Bij vragen die per telefoon bij de ontwikkelaar binnen-
Tempniveau verwarming
Glas oppervlak
woning. Deze handleiding kan ook klachten voorkomen.
Concept
HOOFDSTUK 7
kunnen nalezen wat hij/zij moet weten over de gekochte
Warmteopwekking
OriÎntatie
b + ++ +
goede handleiding aan de koper verstrekt. De klant wil
Ventilatiesysteem
Prijsklasse
nvt nvt 10 tot 40 < 10
dat de verkoper van de woning bij de oplevering een
Energieconcept
Project-grootte <10/ 40 10 tot 40/ tot 250/ > 250
2 ^1 kap 2 ^1 kap 2 ^1 kap 2 ^1 kap
concepten betreffende gezondheid ligt het voor de hand
Flexibel
Woningtype
exotische materiaalconcepten, energieconcepten en
Zonne-boiler (ZB)
CO2
Tempniveau koeling
Energieconcepten
Koudeopwekking
Projectkenmerken / ambities
maken van een handleiding voor de kopers. Bij de meer
Warmtapwater verwarming
HOOFDSTUK 6
concept een precieze aanwijzing te geven voor het
81
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 82
Toolkit
Energieconcept 1 HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
‘Ruime, Comfortabele en redelijk Energiezuinige 2^1 kap woningen’.
Bijdrage AansluitKosten (BAK) indien outsourcing
1 Omschrijving project
Aan het eind van de concepten met warmtepompen zijn getallen opgenomen van de financiële consequenties
Soort project: Projectgrootte:
–
30 jaar onderhoud
–
30 jaar service voor de bewoners.
Ambitie CO2 -reductie:
HOOFDSTUK 3
Nieuwbouw, zonder specifieke locatie-eisen. Aan het comfortniveau worden geen specifieke eisen gesteld 2 varianten. Één met ambitieniveau 1 (tussen 25 en 35%) en één met ambitieniveau 2 (tussen 35 en 45%)
–
Herinvesteringen voor bronnen en alle installaties.
–
Acquisitie kosten exploitant
Gekozen techniek
Low Tech
Engineeringskosten
Verkoopdoel:
Ruim, functioneel en ter keuze de mogelijkheid voor een prettig wooncomfort
–
Vergunningen
Prijsklasse:
Standaard voor twee onder één kap woningen.
–
Gebouwvoorziening
–
Elektriciteitsaansluitingen
–
Gasaansluitingen
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 4
Locatiekenmerken: Comfortniveau:
–
2 Kenmerken woning met Kwaliteitsprofiel 1
De volgende opbrengsten staan hier tegenover: HOOFDSTUK 5
Projectgrootte < dan 10 woningen, maar door de individuele en de relatief eenvoudige installatie is het concept projectgrootte onafhankelijk.
laties, de volgende kosten meegenomen. Deze zijn niet verwerkt in de installatie (meer)kosten zoals aangegeven in de tabel behorende bij een concept.
HOOFDSTUK 2
voor het geval het te outsourcen deel van de installatie wordt uitbesteed aan een exploitant. In de berekening van de Bijdrage AansluitKosten (BAK) zijn extra op het bedrag van de kosten van de collectieve installatie instal-
Twee onder één kap woningen, ruim van afmeting, van goede kwaliteit. Niet geavanceerd, waardoor geen specifieke eisen gesteld worden aan de locatie en de uitvoerende partijen
2 onder 1 kap
E-concept 4
E-concept 5a
Lokatie
< 10
< 10
–
EIA inning (fiscale maatregel)
A
–
Jaarkosten voor alleen collectieve bron € 210 per jaar.
B
Stedelijke ecologie
–
Jaarkosten voor Collectieve W+K+T levering volgens het NMDA principe.
C
Veiligheid
Toegankelijkheid
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 2
In principe overal toepasbaar. (Installatieconcept 4 en 5a)
warmtepompen levert de volgende uitkomsten op:
HOOFDSTUK 7
De bedragen zijn per concept bij 50 woningen uitgewerkt: Collectieve bron
B
Bruikbaarheid
B
C
Veiligheid
B
D
Gezondheid
B
B
E
Comfort
B
B
F
Uitstraling
B
G
Klantgericht ontwikkelen
B
H
Technische staat (bestaande bouw)
B
type
BAK excl BTW
BAK incl BTW
I
Exploitatie
B
B
8
Rij
€
5.600
€
6.664
J
Energetische kwaliteit
B
B
8j
Rij
€
5.600
€
6.664
K
Milieukwaliteit materialen
B
B
L
Kwaliteit waterhuishouding
Concept
HOOFDSTUK 8
B
+
HOOFDSTUK 7
latie worden vervangen door de BAK. Het doorrekenen van een energie-exploitatie van de concepten met
Toegankelijkheid
2
HOOFDSTUK 8
Energieconcepten HOOFDSTUK 6
Wanneer daarvoor wordt gekozen kan het bedrag van de investering van het te outsourcen deel van de instal-
A
HOOFDSTUK 61 Energieconcept
Woning
De gegeven BAK is inclusief 10% opslag voor exploitant, inclusief BTW 19%.
Concept
type
BAK excl BTW
BAK incl BTW
33a
Rij
€
9.000
€ 10.710
Ventilatie
HR-WTW
HR-WTW
22i
Rij
€
8.450
€ 10.056
Warmteopwekking
CV-ketel HR 107
CV-ketel HR 107
€
8.211
Temperatuurniveau opwekking
HTV
LTV
7.021
23
Gallerij
€
6.900
34
Gallerij
€
5.900
€
Warmteafgifte
Rad.
Vloerverw.
22a
Urban Villa
€
8.900
€ 10.591
Tapwaterverwarming
Combi-ketel
Combi-ketel
23
Urban Villa
€
6.250
€
Koudeopwekking
Geen
Geen
Zonneboiler
Nee
Ja
CO2
26%
39%
7.438
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
Collectieve Warmte + Koude + Tapwaterlevering
Temperatuurniveau koeling
82
83
Pagina 84
Vanwege de aanwezigheid van luchttoevoer-
opwekker. In de winter zorgt de HR-WTW voor een
5.2.4 Koude afgiftesysteem
3.1 Project grootte
kanalen wordt bij de oplevering een onderhouds-
energiezuinige toe- en afvoer van ventilatielucht, terwijl in
N.v.t.
Installatiekeuze en investeringskosten zijn gebaseerd op
plan meegeleverd, met daarin reinigingsinstructies
de zomer ’s nachts de ramen open kunnen met alleen de
van de luchtkanalen, filters en inblaasventielen.
ventilatieafvoer aan, waardoor de woning kan afkoelen.
een projectgrootte van < 10 twee onder één kapwonin-
gen. Bij deze projectomvang en dit woningtype zijn
beperken wordt vloerverwarming toegepast.
collectieve installaties over het algemeen economisch niet interessant en is het ook niet raadzaam om een
–
3-standenschakelaar in de keuken en spuivoorzieningen
Voor aanvullende gezondheidsmaatregelen zie
Door goede isolatie is er een geringe warmtevraag.
in elke ruimte.
Kwaliteitsprofiel en concept G.1. (Allergeenarm)
Vanwege de kleine projectomvang is gekozen voor een kalkzandsteen draagconstructie en voor kanaalplaat-
5.2.6 Warmtapwater
4.2 Comfort
vloeren. Deze constructie vraagt extra aandacht voor
In concept 4 zorgt de individuele HR-combiketels HR
Er worden geen extra comforteisen gesteld. Zomers kan
het realiseren van een blijvende hoge luchtdichtheid van
107 voor verwarming van het tapwater. In energiecon-
3.2 Oriëntatie
de binnentemperatuur langdurig boven de 25 °C
de woning. Daarom wordt er bij de berekeningen
cept 5a wordt de tapwaterverwarming gerealiseerd
Op de locatie komen alle oriëntaties voor. Daarom
uitkomen, met name in op het zuiden georiënteerde
uitgegaan van een qv.10 waarde van 1,0 dm3/s.m2.
door de zonneboiler, met de HR-ketel als naverwarming.
wordt een oriëntatie onafhankelijk energieconcept
vertrekken. Het aantal temperatuuroverschrijdingsuren
Indien gekozen wordt voor extra groot glasoppervlak,
Het concept staat garant voor het comfortniveau CW4
gekozen (Energieconcept 4). Daar waar dakvlakken
is te beperken door te zorgen voor spuiventilatie en door
neemt de kans op oververhitting toe.
zuidelijker georiënteerd zijn kan een extra energie-
het aanbrengen van buitenzonwering (of de mogelijk-
-
Dichte gevels
zuini-ge variant worden toegepast door het toevoegen
heid bieden om deze later aan te kunnen brengen). -
Dak
Rc = 4 m2 K/W
4.3 Energetische kwaliteit
-
BG vloer
Rc = 4 m2 K/W
Met in energieconcept 4 een CO2-reductie t.o.v. de refe-
-
Deuren
Udeur = 2,0 W/m2 K
rentie van 26% (EPC = 0,74) voldoet de woning aan
-
Ramen
Uglas = 1,2 W/m2 K
-
Luchtdichtheid
qv.10 = 1,0 dm3/s.m2 (CO2-reductie
-
Bouwsysteem:
-
Oriëntatie en glasoppervlak woonvertrek op zuid
4 Woningkenmerken
ambitieniveau 1 en aan de EPC-eis zoals die in voorberei-
-
Twee varianten. Één zonder extra eisen t.a.v. gezond-
ding is. Concept 5a, met een CO2-reductie van 39%
heid en één met gezondheidskwaliteit op ‘+’ niveau.
(EPC = 0,65) komt uit op ambitieniveau 2.
Energieconcept HOOFDSTUK 61
4.1 Gezondheid
Ook zonder de extra eis moet het een gezonde
–
spouwblad (andere gevallen Rc=3)
Uraam = 1,7 W/m2 K en EPC daarop doorrekenen) stapelen kzs
woning worden. Daarom altijd aandacht voor het
4.4 Milieukwaliteit materialen
vermijden van tocht en geluidhinder van de
Bij realisatie in kleine series zal gietbouw niet voor de
HR-WTW en reinigbare luchtkanalen, filters en
hand liggen. Stapelen met KZS voor dragende wanden
ventielen toepassen. Bovendien kan de bewoners
en binnenspouwblad gecombineerd met kanaalplaat-
worden geadviseerd extra aandacht te besteden aan
vloeren voor de verdieping, biedt een hogere milieu-
5.2.1 Type verwarmen / opwekking, temperatuurniveau
de reinigbaarheid van de woning, door te kiezen
kwaliteit dan gietbouw.
Individuele gasgestookte cv-HR-combiketel HR 107 voor
voor gladde vloerafwerking.
De kalkzandsteen dragende wanden en de kanaalplaat
zowel de ruimteverwarming als de verwarming van
Om het kwaliteitsaspect gezondheid op ‘+’ niveau te
vloeren zorgen er ook voor dat er sprake is van voldoen-
warmtapwater.
brengen, worden voor dit energieconcept,
de massa om temperatuurschommelingen te vertragen
de volgende extra prestaties verlangd:
en temperatuurpieken te voorkomen.
-
HOOFDSTUK 5
van een zonneboiler (Energieconcept 5a).
Rc = 2,9 m2 K/W bij hsb binnen-
HOOFDSTUK 61 Energieconcept
HOOFDSTUK 4
woningen gedeeld kunnen worden.
HOOFDSTUK 5
HR-WTW (met onderhoudsplan) bedienbaar met 5.1 Bouwkundige kenmerken
advieskosten die daarmee gemoeid zijn over te weinig
HOOFDSTUK 7
5.2.5 Ventilatie
5.2 Installatietechnische kenmerken Energieconcept 4
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 3
geavanceerd energieconcept te kiezen omdat de
Om luchtbewegingen door convectie te
HOOFDSTUK 1
-
5.2.2 Warmte afgiftesysteem HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 1 HOOFDSTUK 2
3 Locatiekenmerken
HOOFDSTUK 8
Toolkit
Energieconcept 1
Energieconcept 1
HOOFDSTUK 2
11:23
HOOFDSTUK 3
23-05-2005
HOOFDSTUK 4
bam_toolkit_02.qxd
Bij energieconcept 4 wordt de warmte afgegeven via
Roosters en kanalen zijn zo ontworpen dat de luchtsnelheid in de leefzone < 0,1 m/s bedraagt.
4.5 Beheersvorm
radiatoren. Bij energieconcept 5a wordt de warmte
Het ventilatiesysteem is zo gedimensioneerd en
De installatie wordt in eigendom gegeven aan de koper
afgegeven via vloerverwarming LTV.
ontworpen dat in de gehele periode tussen twee
HOOFDSTUK 9
gehaald kan worden, zonder dat geluidhinder
-
84
5 Energetische kenmerken
5.2.3 Koelen / opwekking, temperatuurniveau Er vindt geen actieve koeling plaats. Door de massa van
optreedt. Daarom overdimensioneren op 130%
De LTV vloerverwarming bij concept 5a is comfortabel
de woning, het bieden van spuiventilatiemogelijkheden
van bouwbesluit.
en in de toekomst, wanneer de CV-ketel aan vervanging
en het bieden van een gevel waar buitenzonwering op
In elk vertrek een te openen raam en/of boven-
toe is, kan de installatie eenvoudig aangesloten worden
aangebracht kan worden, kan de temperatuurover-
licht(spuiventilatie).
op een energie-efficiënte laag temperatuurwarmte-
schrijding ’s zomers beperkt blijven (bijna niveau +).
HOOFDSTUK 9
onderhoudsbeurten toch het vereiste debiet
Energieconcept 5a met zonneboiler
85
Pagina 86
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
–
–
concepten waar het gaat om CO2-reductie
35 - 45% plus de wens om geen gebruik te maken van
versus meerkosten.
geavanceerde technieken.
Concept 5a is een technisch eenvoudig
–
6.2 Actoren
Twee onder één kappers vragen relatief veel
In principe zijn geen extra adviseurs nodig naast een
collectief leidingwerk om een collectief sys-
deskundig installatieadviesbureau dat zorg draagt voor
teem rendabel te kunnen uitvoeren. Anders
het ontwerpen en dimensioneren van de installaties en
wordt het wanneer de woningen grenzen aan
het leveren van eenduidige werktekeningen.
een bouwlocatie waar al een collectief
Extra aandacht zal het installatieadviesbureau moeten
systeem wordt gerealiseerd. Dan is een
besteden aan:
collectief concept te overwegen.
–
tussen twee onderhoudsbeurten toch voldoende
bereidingskosten voor het uitwerken van een
debiet te blijven leveren)
HOOFDSTUK 5
–
De HR-WTW is een effectieve maatregel om
voorkomen.
Energieconcept HOOFDSTUK 61
klimaat.
HOOFDSTUK 7
–
HOOFDSTUK 8
–
–
de lay-out van de luchtkanalen i.v.m. de reinig-
–
de situering en montage van de HR-WTW-unit, om geluidhinder te voorkomen.
–
het inregelen van de HR WTW
Een zorgvuldig ontworpen HR-WTW ventilatie draagt bij aan een gezond binnen-
–
Geen specifieke onderwerpen
6.3.3 Realisatie en oplevering
6.3.1 Initiatief en voorontwerp
energieconcept 5a geeft die woning meer
Bouwfysisch
toekomstwaarde omdat later, bij vervanging
Het met TRNSYS berekenen van de CO2-reductie en het
van de CV, overgestapt kan worden op
berekenen van de EPC waarde bij een Qv10-waarde van
duurzame LTV-systemen. Bovendien draagt
1,0 i.v.m. de toepassing van KZS en het toetsen van de
de vloerverwarming bij aan een gezond bin-
temperaturoverschrijdingsuren indien veel glas op zuid
nenmilieu.
wordt toegepast.
Isolatiemateriaal moet droog en nauwsluitend worden aangebracht, geen open naden.
Bouwfysisch
–
Ingestorte luchtkanalen mogen niet vervormen,
De warmteverliezen door isolatie en luchtdichtheid
omdat dit de luchtweerstand verhoogt waardoor de
mogen niet afwijken van de ontwerpwaarden omdat
debieten niet meer worden gehaald.
anders het verwarmingsvermogen van de vloerverwarming te klein is, dan wel de gewenste CO2 -reductie
6.3.4 Beheerfase
niet gehaald wordt. Daarom is controle van werk-
Risicobeheersing beheerfase
tekeningen, van details en controle op de uitvoering op
–
de bouwplaats noodzakelijk. Aanvullend is het
Onderhoudsplan voor de woning en installatie opstellen met aanbevelingen t.a.v. uitbesteding/
steekproefsgewijs meten van de luchtdichtheid van
contracten
woningen nodig.
–
Installatietechnisch
–
Voorlichting aan gebruikers bij oplevering en gedurende eerste stookseizoen
Controle op het inregelen en beproeving van de instal-
Bij oplevering inregelstaten vastleggen en bij onderhoud de instellingen controleren
latie en regeltechniek waarborgt de juiste werking van de installaties.
De toepassing van vloerverwarming bij
HOOFDSTUK 1
Risicobeheersing realisatiefase
6.4 Externe invloeden –
6.3 Activiteiten
N.v.t.
7 Beschrijving van kosten en opbrengsten
Ventilatiesysteem
De spuivoorziening is noodzakelijk om samen
referentie
Energieconcept 4
Energieconcept 5a
Natuurlijke toevoer,
HR-WTW
HR-WTW
mechanische afvoer
met door de bewoners aan te brengen
6.3.2 Definitief ontwerp en bestek
zonwering, te zorgen voor een redelijk com-
Bouwfysisch
fortniveau.
De HR-WTW-unit is een geluidbron binnen de woning.
De warmwatervoorziening in de vorm van
Aan de hand van berekeningen dienen geluidbeper-
zonne-boiler, naverwarming en een Combi-
kende maatregelen te worden vastgesteld.
cv-ketel voldoet voor een huishouden van
HOOFDSTUK 9
zonneboiler. Risicobeheersing in ontwerp en besteksfase
baarheid,
nodig om geluid- en tochtklachten te –
het ontwerp van de HR-WTW (overcapaciteit om
De kleine projectgrootte maakt dat de voor-
CO2 te reduceren, maar extra aandacht is
de vloerverwarming, van de HR-WTW en van de
–
concept met een hoge CO2-reductie.
geavanceerd systeem te duur wordt.
Voorlichting is wenselijk over gebruik en onderhoud van
in de leefvertrekken.
HOOFDSTUK 2
De doelstellingen CO2-reductie van 25 - 35% of van
worden geselecteerd om te voldoen aan de geluidseisen
HOOFDSTUK 3
–
Concept 4 is een van de meest efficiënte
Consumentenvoorlichting
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 2
–
6.1 Doelen
Met een geluidberekening kan het type geluiddemper
HOOFDSTUK 5
6 De organisatorische aanpak Waarom dit concept hier toepassen?
Toolkit
Energieconcept 1
HOOFDSTUK 61 Energieconcept
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 1
HOOFDSTUK 7
11:23
Regeling ventilatie
3-standenmeter
3-standenmeter
3-standenmeter
Warmteopwekking
CV-ketel - HR-107
CV-ketel - HR-107
CV-ketel - HR-107
Temp. niveau
HTV
HTV
LTV
Afgiftesysteem
Radiatoren
Radiatoren
Vloerverwarming
Tapwaterverwarming
Combiketel
Combiketel
Zonneboiler + Combiketel
meerdere personen ruim aan het comfort-
Installatietechnisch
Koudeopwekking
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
niveau van 12,5 liter per minuut van 40 °C
Met een luchtkanaalberekening (drukverlies/luchtsnel-
Koude afgifte
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
(CW4).
heid) kunnen het kanalenverloop en de HR-WTW-unit
HOOFDSTUK 8
23-05-2005
HOOFDSTUK 9
bam_toolkit_02.qxd
op elkaar worden afgestemd zodat de vereiste debieten in alle vertrekken onder alle omstandigheden worden gehaald.
86
87
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 88
Toolkit
Energieconcept 1
Energieconcept 2 HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
‘Ruime, zeer comfortabele en zeer energiezuinige 2^1 kap woningen’. Energieconcept
Kosten en investeringen klimaatinstallaties
4
5a
1 Omschrijving project
Jaarlijkse verbruikskosten bewoner ****
€ 635
€ 520
Soort project:
Twee onder één kap woningen, ruim van afmetingen en daardoor flexibel in te delen. Projectgrootte tussen de 10 en 40 woningen.
Installatiekosten referentie
A
€ 8.500
€ 8.500
Meerkosten ventilatiesysteem
B
€ 3.500
€ 3.500
Projectgrootte:
Meerkosten vloerverwarming
C
€0
€ 800
Locatiekenmerken:
Nieuwbouw, met een oriëntatie zodat plaatsing van een zonneboiler mogelijk is.
Comfortniveau:
Aan het comfortniveau worden hoge eisen gesteld
Ambitie CO2-reductie:
Ambitieniveau 3 (tussen 45 en 55%)
D
€0
€ 3.450
HOOFDSTUK 3
Totale investeringskosten woninggebonden installatie Collectieve installatie
A+B+C+D
Meerkosten warmte/koude opwekking
Totaal meerkosten t.o.v. refentie
E B+C+D+E
HOOFDSTUK 4
Totale investeringskosten collectieve installatie
F
€ 12.000
€ 16.250
€0
€0
€ 3.500
€ 7.750
n.v.t.
n.v.t.
HOOFDSTUK 5
EPC
0,74
0,65
CO2-uitstootreductie t.o.v. referentie
26%
39%
CO2-uitstootreductie t.o.v. referentie met koeling*
26%
39%
**** jaarlijkse verbruikskosten bewoner in de referentiewoning € 857
High Tech
Verkoopdoel:
Ruim, flexibel, gezond, behaaglijk in de winter, zeer comfortabel in de zomer en een ruim aan-
Prijsklasse:
Geschikt als standaard voor twee onder één kap woningen, doch vooral aan te bevelen in het
bod van warmtapwater. segment duur.
2 Kenmerken woning met Kwaliteitsprofiel
Energieprestaties
* zinvolle vergelijking indien zonder koeling een reëel gevaar voor oververhitting bestaat (TO > 400)
Gekozen techniek:
HOOFDSTUK 3
Meerkosten warmte/koude opwekking
Met geavanceerde installaties die zomer en winter een goed comfort garanderen.
HOOFDSTUK 4
Woninggebonden maatregelen
HOOFDSTUK 2
2 onder 1 kap
2
2 onder 1 kap
E-concept 8k
E-concept 15k
Lokatie
10 tot 40
< 10
A
Toegankelijkheid
B
Stedelijke ecologie
C
Veiligheid
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 2
(Installatieconcept 8k en 15k)
Bruikbaarheid
Voor dit concept worden geen speciale adviseurs of
C
Veiligheid
onderaannemers voorgesteld.
D
Gezondheid
B
+
E
Comfort
B
+
F
Uitstraling
G
Klantgericht ontwikkelen
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
ISSO-publicatie ………..(voor uitvoering HR WTW)
88
H
Technische staat (bestaande bouw)
I
Exploitatie
B
J
Energetische kwaliteit
B
K
Milieukwaliteit materialen
B
L
Kwaliteit waterhuishouding
B
+
B
+
++
B +
3
B
+
3
B
Ventilatie
HR-WTW
Mech afv. Vraaggestuurd
Warmteopwekking
Combi-wp (b)
Combi-wp (b)
Temperatuurniveau opwekking
LTV
LTV
Warmteafgifte
Vloerver.
Vloerverw.
Tapwaterverwarming
Combi-wp (b)
Combi-wp (b)
Koudeopwekking
Bodem
Bodem
Temperatuurniveau koeling
HTK
HTK
Zonneboiler
Ja
Ja
CO2-reductie
48%
50%
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 7
9 Bronnen voor meer informatie
++
HOOFDSTUK 62 Energieconcept
B
HOOFDSTUK 7
Toegankelijkheid
8 Voorstel voor in te schakelen partijen
HOOFDSTUK 9
Energieconcept HOOFDSTUK 61
Woning A
89
Pagina 90
Verwarming Koeling
roosters kunnen voorzien worden
Installatiekeuze en investeringskosten zijn gebaseerd op
van filters. Door de aan- en afvoer van ventilatielucht
een projectgrootte tussen de 10 en 40 twee onder één
vraaggestuurd te regelen (op aanwezigheid), levert
kapwoningen. Bij deze projectomvang en dit woning-
het systeem altijd voldoende ventilatielucht voor een
type gaat de voorkeur uit naar individuele installaties,
gezond binnenmilieu.
Energieconcept HOOFDSTUK 62
–
Bovendien kan de bewoners worden geadviseerd extra
te schakelen om een geavanceerd energieconcept uit te
aandacht te besteden aan de reinigbaarheid van de
werken. Daalt de projectgrootte onder de 10 dan drukken
woning, door het kiezen voor harde vloerafwerking. –
Om het kwaliteitsaspect gezondheid in concept 8k
Wanneer in dezelfde bouwstroom woningen met een col-
op ‘+’ niveau en in concept 15k op niveau ‘++’ te
lectieve installatie worden ontwikkeld, is het ook voor
brengen worden, aan het energieconcept gerela-
deze 2^1 kappers te overwegen om daarop aan te sluiten.
teerd, de volgende extra prestaties verlangd: -
HOOFDSTUK 7
Roosters (15k) en kanalen (8k) zijn zo gedimen-
3.2 Oriëntatie
sioneerd dat de luchtsnelheid in de leefzone
De zonneboiler in het energieconcept vraagt een
< 0,1 m/s bedraagt.
oriëntatie tussen Z - ZO en Z - ZW.
-
Het ventilatiesysteem is zo gedimensioneerd en ontworpen dat in de gehele periode tussen twee onderhoudsbeurten toch het vereiste debiet
HOOFDSTUK 8
4 Woningkenmerken
gehaald kan worden, zonder dat geluidhinder
4.1 Gezondheid
optreedt (8k). 130% van Bouwbesluit om + te
–
halen en 200% om ++ te halen.
Er zijn meerdere varianten mogelijk. Één met
HOOFDSTUK 9
gezondheidskwaliteit ‘+’ niveau en comfort op ‘++’
-
In elk vertrek kan een raam en/of bovenlicht
niveau (8k) en één waarbij de gezondheidskwaliteit
open (spuiventilatie). Vanwege de aanwezigheid
op ‘++’ niveau ligt en het comfort op ‘+’ niveau(15k).
van inblaaskanalen bij energieconcept 8k wordt
In energieconcept 8k is een HR-WTW toegepast. Om
bij de oplevering een onderhoudsplan
gezondheidsrisico’s te voorkomen, altijd aandacht
meegeleverd, met daarin reinigingsinstructies
besteden aan het voorkomen van tocht en geluidhin-
van de kanalen, filters en ventielen.
der door de HR-WTW en voor de reinigbaarheid van
-
de kanalen, filters en ventielen. In energieconcept
90
woning. In concept 15k ontbreekt de WTW en komt de
men, hetgeen wordt gerealiseerd door de bodemwarmte-
ventilatie toevoerlucht rechtstreeks van buiten. Door
wisselaars die ‘s zomers koeling kunnen leveren uit de
vraaggestuurd te regelen is het toch een energiesysteem,
bodem. Dit vereist wel het bouwfysisch goed op elkaar
maar wel minder energiezuinig dan een WTW.
afstemmen van de bouwkundige en installatietechnische
Koelen via de vloer maakt de woning extra comfortabel.
HOOFDSTUK 1
afzuiging aan voor het afkoelen van de massa van de
‘s zomers niet langer dan 50 uur boven de 25 °C uitko-
Om luchtbewegingen door convectie te voorkomen wordt vloerverwarming toegepast.
–
Voor aanvullende gezondheidsmaatregelen zie Kwaliteitsprofiel en concept G.1. (Allergeenarm)
5.1 Bouwkundige kenmerken
en biedt daarmee een hoger comfort dan de natuurlijke
Door goede isolatie is er een geringe warmtevraag. Van-
toevoer uit roosters bij concept 15k. Om ook akoestisch
wege de kleine projectomvang is gekozen voor een kalk-
een hoog comfortniveau te leveren, wordt er extra aan-
zandsteen draagconstructie en voor kanaalplaatvloeren.
dacht besteed aan het voorkomen van geluidhinder van
Deze constructie bemoeilijkt het realiseren van een blij-
de HR-WTW-unit. Het warmtapwatersysteem met een
vende hoge luchtdichtheid van de woning. Daarom wordt
voorraadvat van 170 liter garandeert minimaal 16 liter
er bij de berekeningen uitgegaan van een qv.10 waarde
water van 40 °C per minuut wat voldoende is voor het
van 1,0 dm3/s.m2. Worden de woningen wel in gietbouw
gelijktijdig gebruik van twee tappunten (CW6)
uitgevoerd, dan is een qv.10 waarde van 0,625 goed
HOOFDSTUK 3
ervoor dat de ventilatieluchttoevoer al voorverwarmd is
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 5
3.1 Project grootte
en natuurlijk via roosters in de gevels toegevoerd. De
in de zomer ramen open kunnen met ’s nachts alleen de
energieconcept 8k als 15k zal de binnentemperatuur
haalbaar. Extra groot glasoppervlak is toelaatbaar, omdat 4.3 Energetische kwaliteit
de warmtepomp ’s zomers oververhitting voorkomt.
Met een CO2-reductie t.o.v. de referentie van rond de
Zonwering wordt in die situatie echter wel aanbevolen.
48 en 50% (EPC = 0,48 en 0,47) voldoet de woning aan
–
Dichte gevels
–
Dak
Rc = 4 m2 K/W
4.4 Milieukwaliteit materialen
–
BG vloer
Rc = 4 m2 K/W
Bij realisatie in kleine series zal gietbouw niet voor de
–
Deuren
Udeur = 2,0 W/m2 K
hand liggen. Stapelen met KZS voor dragende wanden
–
Ramen
Rc = 2,9 m2 K/W (bij hsb binnenspouwblad, anders Rc=3)
ambitieniveau 3.
Uglas = 1,2 W/m2 K Uraam = 1,7 W/m2 K
en binnenspouwblad en kanaalplaatvloeren voor de
qv.10 = 1,0 dm3/s.m2 (CO2-reductie
–
Luchtdichtheid
De kalkzandsteen dragende wanden en de kanaalplaat
–
Bouwsysteem:
vloeren zorgen er ook voor dat er sprake is van vol-
–
Oriëntatie en glasoppervlak woonvertrek op zuid
verdieping, bieden een hogere milieukwaliteit voor
HOOFDSTUK 5
Bodem
3 Locatiekenmerken
15k, wordt de ventilatielucht mechanisch afgevoerd
Er wordt een hoog comfortniveau geëist. In zowel
onderdelen. De HR-WTW in energieconcept 8k zorgt Vloer
concept 2 - 8k en 15 k concept 5 - 8k concept 12 - 15h
de voorbereidingskosten te zwaar op de investeringen.
energiezuinige toe- en afvoer van ventilatielucht, terwijl
HOOFDSTUK 62 Energieconcept
HOOFDSTUK 3
Woning met individuele warmtepomp voor verwarmen - koelen - warmtapwater aangesloten op bodemwisselaar
4.2 Comfort
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 2
Concept 2 - 8 en 15K
maar de omvang laat het wel toe om extra expertise in
Toolkit
Energieconcept 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 2
en EPC daarop doorrekenen)
materialen dan gietbouw.
HOOFDSTUK 7
11:23
stapelen kzs
doende massa om snelle temperatuurschommelingen te voorkomen en temperatuurpieken uit te vlakken.
5.2 Installatietechnische kenmerken
4.5 Beheersvorm
5.2.1 Type verwarmen / opwekking, temperatuurniveau
Het betreft allemaal individuele installaties met elk een
Individuele warmtepomp voor zowel de ruimtever-
eigen bodemwisselaar. Het ligt dan ook voor de hand om
warming als de verwarming van tapwater met per
de installatie in eigendom en beheer aan de bewoners
woning een bodemwisselaar.
HOOFDSTUK 8
23-05-2005
over te dragen. 5.2.2 Warmte afgiftesysteem
5 Energetische kenmerken
HOOFDSTUK 9
bam_toolkit_02.qxd
De warmte wordt afgegeven via vloerverwarming LTV.
De warmtepomp met de vloerverwarming dragen bij tot
5.2.3 Koelen / opwekking, temperatuurniveau
een duurzaam en comfortabel concept. Bij energiecon
Temperatuuroverschrijdingen boven de 25 °C worden
cept 8k zorgt de HR-WTW in de winter voor een
door de warmtepomp voorkomen door het koelen.
91
Pagina 92
In energieconcept 8k wordt geventileerd via de HR-
–
WTW (met onderhoudsplan), aangevuld met spuivoorzieningen in elke ruimte. De WTW zorgt voor
HOOFDSTUK 3
lucht. De HR-WTW met bijbehorende inblaaskanalen vragen wel reiniging en onderhoud om geen gezondheidsmechanische afvoer bij energieconcept 15k ontbreken
–
HOOFDSTUK 4
toevoerkanalen. Door de aan en afvoer vraaggestuurd te regelen, wordt energieverspilling voorkomen. 5.2.6 Warmtapwater Beide energieconcepten zijn uitgevoerd met een
–
zonneboiler, waarbij de naverwarming gebeurt via de HOOFDSTUK 5
warmtepompboiler. Een voorraadvat van 170 liter zorgt ervoor dat het systeem 16 liter water van 40 °C per minuut kan leveren, waardoor vanaf twee tappunten
Energieconcept HOOFDSTUK 62
tegelijk warmwater getapt kan worden (CW6)
6.3.1 Initiatief en voorontwerp
De doelstellingen CO2-reductie van 45 - 55%, de hoge
Bouwfysisch
realiseren.
ambities t.a.v. van comfort en gezondheid plus de
Omdat het een concept met warmtepomp betreft, is het
Twee onder één kappers vragen relatief veel
ruimte om gebruik te maken van geavanceerde tech-
beperken van het warmteverlies van groot belang.
collectief leidingwerk om een collectief sys-
nieken, is bepalend voor de keuze voor deze twee
Daarom moet grote aandacht worden besteed aan de
teem rendabel te kunnen uitvoeren. Anders
energieconcepten.
optimalisatie en realisatie van: –
Rc-waarde gevel en dak
een bouwlocatie waar al een collectief sys-
6.2 Actoren
–
Qv10-waarde van de gebouwschil
teem wordt gerealiseerd. Dan kan een
De hoge comforteisen in combinatie met LTV en het niet
–
U-waarde raam (glas+kozijn)
collectief concept overwogen worden.
willen overdimensioneren van de warmtepomp, vraagt
De hoge ambities t.a.v. CO2-reductie,
om de inzet van een aantal adviseurs:
Geo-technisch
comfort en gezondheid rechtvaardigen een
–
Een persoon die de rol van systemintegrator op zich
Bij het toepassen van bodemwarmtewisselaars moet
geavanceerd systeem met warmte-pomp en
neemt. Die in alle fasen van het proces alle aspecten
worden nagegaan of de bodemgesteldheid deze
vloerverwarming en bijbehorende inspan-
van gebouw (bouwfysica) en installaties en hun
toepassing toestaat. Daarnaast moet de locale/provin-
ning in de projectvoorbereiding.
samenhang overziet. Deze is verantwoordelijk voor
ciale regelgeving toestaan dat de wisselaars in de
De HR-WTW (8k) is een effectieve maatregel
aansturing van de uitvoering en draagt zorg voor
bodem worden geplaatst en moeten de vanuit de
om CO2 te reduceren, maar extra aandacht is
correcte afstemming van de verschillende onder-
gemeentelijke(milieu)regelgeving opgelegde randvoor-
nodig om geluid en tochtklachten te voor-
delen van het concept. De systemintegrator zorgt
waarden bekend zijn.
komen. Een alternatief is de mechanische
voor deskundig toezicht tijdens het gehele traject
afzuiging met vraaggestuurde natuurlijke
van ontwerp en realisatie.
Installatietechnisch
Een bouwfysisch adviseur die de uitwerking van iso-
De warmtepomp haalt zijn hoogste energetisch rende-
Een zorgvuldig ontworpen en nadien goed
latie en kierdichting optimaliseert om de
ment bij lage temperaturen. Daarom moet de vloerver-
onderhouden HR-WTW ventilatie draagt bij
warmtevraag klein te houden en het temperatuur-
warming voor verwarmen op een zo laag mogelijke aan-
aan een gezond binnenklimaat.
niveau van de verwarming zo laag en de koeling zo
voertemperatuur worden ontworpen. Bij koelbedrijf moet
De vraaggestuurde mechanische afvoer en
hoog mogelijk te houden. De bouwfysisch adviseur
worden voorkomen dat er condensvorming optreedt ten
natuurlijke toevoer is minder onderhouds-
bepaalt de warmtevraag, de koelvraag en de rand-
gevolge van te lage wateraanvoertemperaturen.
toevoer rechtstreeks vanuit de gevel. –
–
–
gevoelig en door de vraagsturing toch relatief energiezuinig.
HOOFDSTUK 7
–
HOOFDSTUK 8
–
voorwaarden voor de gewenste ventilatie. Een installatieadviseur die gedetailleerde instal-
6.3.2 Definitief ontwerp en bestek
De spuivoorziening is in principe niet nodig,
latieberekeningen kan uitvoeren, die de bouwkundi-
Bouwfysisch
maar wordt door bewoners hoog gewaar-
ge inpassing van de installatie ontwerpt en die de
–
deerd. Voordeel is dat daarmee ’s zomers via
uit-voering op het werk controleert. De installatie
voor de ruimteverwarming de vermogensvraag per
nachtventilatie veel warmte ook zonder te
adviseur van het installatie adviesbureau ontvangt
vertrek vastgesteld. Op basis van een computersimu-
koelen weggeventileerd kan worden.
zijn input van de bouwfysisch adviseur. Taak is o.a.
latie met TRNSYS wordt de koelvraag bepaald.
De warmwatervoorziening in de vorm van
de precieze keuze van de vraaggestuurde ventilatie
zonneboiler, naverwarming en een voorraad
in concept 15k.
van 170 liter is duurzaam en voldoet voor een
HOOFDSTUK 1
6.1 Doelen
Hoofddoel is een hoge CO2-reductie te
wordt het wanneer de woningen grenzen aan
energiebesparing en voorkomt inblazen van koude
klachten te veroorzaken. Met de natuurlijke toevoer en
6.3 Activiteiten
HOOFDSTUK 2
5.2.5 Ventilatie
–
6 De organisatorische aanpak
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
Via de vloer HTK.
Waarom dit concept hier toepassen?
HOOFDSTUK 4
5.2.4 Koude afgiftesysteem
Toolkit
Energieconcept 2
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 2
HOOFDSTUK 62 Energieconcept
11:23
–
–
–
HOOFDSTUK 7
23-05-2005
Aan de hand van de warmteverliesberekening wordt
Op basis van de grote van de woning en de gewenste HOOFDSTUK 8
bam_toolkit_02.qxd
luchtverversing wordt de ventilatievraag bepaald.
Een ervaren adviseur die zorg draagt voor de dimen-
Zowel de warmtepomp als de HR-WTW-unit zijn
woning met twee badkamers die gelijktijdig
sionering en systeemconfiguratie van de bodem-
geluidsbronnen binnen de woning. Aan de hand van
gebruikt worden.
warmtewisselaars tijdens initiatief, voorontwerp,
berekeningen dienen geluidsbeperkende maatregelen te
definitief ontwerp en bestek en tevens de prestatie-
worden vastgesteld.
dient ook aanspreekpunt te zijn voor de geotechni-
Geo-technisch
sche aannemer.
In dit concept wordt zowel verwarmd als gekoeld. Uit de
Het is mogelijk dat één partij meerdere rollen kan
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
eisen voor het systeem formuleert. Deze adviseur
berekening van de warmte- en koudebehoefte van de
vervullen. Aantoonbare ervaring is wel een vereiste.
92
93
Pagina 94
woning wordt de bodemwarmtewisselaar gedimen-
6.3.3 Risicobeheersing in ontwerp en bestekfase
Risicobeheersing realisatiefase
sioneerd wat betreft diepte, aantal wisselaars en trans-
–
–
Analyse van randvoorwaarden voor vergunningver-
–
HOOFDSTUK 3
lening en vooroverleg –
Reële doorloopplanning opstellen
Op basis van warmtevraag wordt het warmtepompver-
–
Inventariseren subsidiemogelijkheden
mogen bepaald.
–
Quick scan technische en financiële mogelijkheden
in de bodem en tevens toegankelijk te zijn voor
De vloerverwarming wordt gedimensioneerd op basis
–
Opstellen protocol met daarin rechten en plichten
onderhoud/ afsluitmogelijkheid bij evt. lekkage.
–
Temperatuurniveau (bepaalt de capaciteit van de warmtepomp)
HOOFDSTUK 4
omdat anders de luchtweerstand verhoogt waar-
Installatietechnisch
door de debieten niet meer worden gehaald. –
Bodemwarmtewisselaars dienen niet geknikt te zijn
van deelnemende partijen
van de vermogensvraag per vertrek. Vastgesteld wordt: –
Beperk temperatuurverlies in de warmwaterleidingen
6.3.4 Beheerfase
van warmtebron naar tappunt
Risicobeheersing beheerfase
–
Resultaten TRNSYS-simulaties voor koeling
–
Dimensionering en legpatroon vloerverwarming-
6.3.3 Realisatie en oplevering
opstellen met aanbevelingen t.a.v. uitbesteding/
leidingen voor de maatgevende situatie van
Bouwfysisch
contracten
verwarmen of koelen
De warmteverliezen door isolatie en luchtdichtheid
Waterdebiet
mogen niet afwijken van de ontwerpwaarden omdat
–
–
anders het verwarmingsvermogen van de vloerver-
HOOFDSTUK 5
warming en de warmtepomp te klein is, dan wel de
geselecteerd voorzien van kwaliteitskeur van stichting
gewenste CO2-reductie niet gehaald wordt. Daarom is
warmtepompen waarmee voldaan kan worden aan de
controle van werktekeningen, van details en controle op
energieprestatie en het gevraagde vermogen. De relatie
de uitvoering op de bouwplaats noodzakelijk.
tussen de warmteopwekking in de warmtepomp, de
Aanvullend is het steekproefsgewijs meten van de lucht-
warmteafgifte door de vloerverwarming en het trans-
dichtheid van woningen nodig.
Energieconcept HOOFDSTUK 62
Uit het productaanbod wordt een warmtepomp
port van warm en koud water in leidingen, kan worden
HOOFDSTUK 7
Ingestorte luchtkanalen mogen niet vervormen
HOOFDSTUK 2
–
Isolatiemateriaal moet droog en nauwsluitend worden aangebracht, geen naden.
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
bevriezingsverschijnselen in de bodem mogen optreden.
Onderzoek naar lokale mogelijkheden voor het aanbrengen van bodemwarmtewisselaars
portmedium. Hoofdcriterium hierbij is dat in geen geval
Toolkit
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 2
–
Onderhoudsplan voor de woning en installatie
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 2
Voorlichting aan gebruikers bij oplevering en gedurende eerste stookseizoen
–
Bij oplevering inregelstaten vastleggen en bij onderhoud instelling controleren
HOOFDSTUK 5
11:23
6.4 Externe invloeden –
Geschiktheid bodem voor toepassing van bodemwarmtewisselaars
–
Vergunningverlening/ melding voor de bodemwarmtewisselaars
weergegeven in een zgn. hydraulisch schema. Het
Installatietechnisch
opstellen van dit schema is noodzakelijk om de pompen,
Het ontwerp van de installatie heeft geen overca-
regelaars en aansturing van de installatie te ontwerpen.
paciteit. Een foutieve uitvoering wordt niet door een
De tapwaterverwarming dient legionella-veilig
overdimensionering opgevangen. Controle op het
uitgevoerd te worden.
inregelen en beproeven van de installatie en regeltech-
Op basis van de ventilatievraag wordt de benodigde
niek waarborgt dat de ontwerpwaarden ook in de
capaciteit van de HR-WTW-installatie bepaald. Met een
praktijk worden gerealiseerd.
HOOFDSTUK 62 Energieconcept
23-05-2005
HOOFDSTUK 7
bam_toolkit_02.qxd
nen het kanalenverloop en de HR-WTW-unit op elkaar
Consumentenvoorlichting
worden afgestemd, zodat de vereiste debieten onder
Omdat het hier om een installatie gaat die trager is en
alle omstandigheden worden gehaald.
anders bediend moet worden dan een traditionele cv-
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 8
luchtkanaalberekening (drukverlies/luchtsnelheid) kun-
ketel met radiatoren is voorlichting over gebruik en Met een geluidberekening kan het type geluiddemper
onderhoud van de warmtepomp, de vloerverwarming
worden geselecteerd om te voldoen aan de geluidseisen
en de HR-WTW vereist.
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
in de leefvertrekken.
94
95
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 96
Toolkit
Energieconcept 2
Energieconcept 3 HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
‘Eengezinswoning, degelijk en zonder franje’. (Installatieconcept 4, 5, 5a en 14a)
Concept 15k
Natuurlijke toevoer
HR-WTW
Natuurlijke toevoer
3-standenschakelaar
Vraagsturing door klokregeling of CO2-sensoren
Locatiekenmerken:
Geen specifieke eisen. Tuinzijde op zuid is een pre Geen eisen t.a.v. temperatuuroverschrijding
Warmteopwekking
CV-ketel - HR-107
Combi-WP bodemwisselaar
Combi-WP bodemwisselaar
Temp. niveau
HTV
LTV
LTV
CO2 ambitie:
25-35% reductie (ambitieniveau 1) en 35-45% reductie (ambitieniveau 2)
Gekozen techniek
Low tech
Afgiftesysteem
Radiatoren
Vloerverwarming
Vloerverwarming
Tapwaterverwarming
Combiketel
Zonneboiler + Combi-WP
Zonneboiler + Combi-WP
Koudeopwekking
Split-unit
Bodem
Bodem
Koude afgifte
Lucht
Vloerkoeling
Vloerkoeling
Energieconcept HOOFDSTUK 62
Goed, gezond en de keuzemogelijkheid voor een prettig wooncomfort
Prijsklasse:
Middelduur
3
Energieconcept
Eengezinswoning tussen
E-concept 4
E-concept 5
E-concept 14a
E-concept 5a
Lokatie
< 10
< 10
< 10
< 10
8k
15k
Jaarlijkse verbruikskosten bewoner ****
€ 568
€ 483
A
Toegankelijkheid Stedelijke ecologie
Installatiekosten referentie
A
€ 8.500
€ 8.500
B
Meerkosten ventilatiesysteem
B
€ 3.500
€ 3.250
C
Meerkosten vloerverwarming
C
€ 1.750
€ 1.750
Meerkosten warmte/koude opwekking
D
€ 16.250
€ 16.250
woninggebonden installatie Collectieve installatie
A+B+C+D
Meerkosten warmte/koude opwekking
Totaal meerkosten t.o.v. refentie
E B+C+D+E
Totale investeringskosten collectieve installatie
F
A
Toegankelijkheid
B
Bruikbaarheid
C
Veiligheid
€0
€0
D
Gezondheid
B
B
€ 21.500
€ 21.250
E
Comfort
B
B
n.v.t.
F
Uitstraling
G
Klantgericht ontwikkelen
H
Technische staat (bestaande bouw)
0,47
I
Exploitatie
B
J
Energetische kwaliteit
B
K
Milieukwaliteit materialen
B
L
Kwaliteit waterhuishouding
n.v.t.
Energieprestaties EPC
Veiligheid
Woning
€ 29.750
€ 30.000
0,48
CO2-uitstootreductie t.o.v. referentie
43%
44%
CO2-uitstootreductie t.o.v. referentie met koeling*
48%
50%
HOOFDSTUK 4
2 Kenmerken woning met Kwaliteitsprofiel
Totale investeringskosten
HOOFDSTUK 7
Verkoopdoel:
Kosten en investeringen klimaatinstallaties
Woninggebonden maatregelen
HOOFDSTUK 8
Door de eenvoud van de toegepaste techniek is dit concept zowel in grote als in kleine series te bouwen
Comfortniveau:
2 onder 1 kap
HOOFDSTUK 5
Projectgrootte:
HOOFDSTUK 3
mechanische afvoer
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 4
3-standenschakelaar
Eengezinswoning die gewoon goed is en waaraan alleen op het gebied van gezondheid extra eisen worden gesteld.
+
B
+
++
B
B 1
B
B
B
+
B
B 1
B
HOOFDSTUK 63 Energieconcept
mechanische afvoer Regeling ventilatie
Soort project:
HOOFDSTUK 2
Concept 8k
HOOFDSTUK 7
Ventilatiesysteem
1 Omschrijving project
referentie met keoling 3g
B 1
B
B
1
B
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 2
7 Beschrijving van kosten en opbrengsten
HOOFDSTUK 9
**** jaarlijkse verbruikskosten bewoner in de referentiewoning € 857
Ventilatie
HR-WTW
HR-WTW
Mech. afv. vraaggest.
HR-WTW
Warmteopwekking
CV-ketel HR 107
CV-ketel HR 107
CV-ketel HR 107
CV-ketel HR 107
Temperatuurniveau opwekking
HTV
LTV
LTV
LTV
8 Voorstel voor in te schakelen partijen
9 Bronnen voor meer informatie
Warmteafgifte
Rad.
Vloerverw.
Vloerverw.
Vloerverw.
De Projectgroep Duurzame Energie Projectontwikkeling
Voor aanvullende informatie betreffende duurzame
Tapwaterverwarming
Combi-ketel
Combi-ketel
Combi-ketel
Combi-ketel
Woningbouw is voornemens een lijst te maken met
energie wordt verwezen naar de website van
Koudeopwekking
Geen
Geen
Geen
Geen
namen van adviseurs en (onder-)aannemers die
SenterNovem
Temperatuurniveau koeling
bewezen ervaring hebben met het adviseren en
http://www.senternovem.nl
Zonneboiler
Nee
Nee
Ja
Ja
CO2-reductie
29%
31%
32%
41%
HOOFDSTUK 9
* zinvolle vergelijking indien zonder koeling een reëel gevaar voor oververhitting bestaat (TO > 400)
realiseren van dit energieconcept.
96
97
Pagina 98
Oriëntatie en glasoppervlak woonvertrek op zuid
Roosters (14a) en kanalen (5 en 5a) zijn zo gedi-
dieping, biedt een hogere milieukwaliteit voor materialen
mensioneerd dat de luchtsnelheid in de leefzone
dan gietbouw. De kalkzandsteen dragende wanden en
reductie) en energieambitie 2 (35-45% CO2-reductie).
< 01 m/s bedraagt.
de kanaalplaatvloeren zorgen er ook voor dat er sprake
De HR-WTW met kanalen en ventielen in concept
is van voldoende massa om snelle temperatuurschom-
5.2.1 Type verwarmen / opwekking, temperatuurniveau
5 en 5a is zo gedimensioneerd en ontworpen dat
melingen te voorkomen en temperatuurpieken uit te
Individuele HR-combiketels HR 107 voor zowel de
in de gehele periode tussen twee onderhouds-
vlakken. Nadeel van het stapelen is wel dat de maatvast-
ruimteverwarming als de (na)verwarming van tapwater.
beurten toch het vereiste debiet gehaald kan wor-
heid geringer is en dat daardoor een qv.10 waarde van
den, zonder dat geluidhinder optreedt (dimen-
0,625 moeilijk haalbaar is.
3 Locatiekenmerken 3.1 Project grootte
5.2.2 Warmte afgiftesysteem Bij energieconcept 4 wordt de warmte afgegeven via
sioneren op 130% van de vereiste capaciteit).
Installatiekeuze en investeringskosten zijn gebaseerd op
Vanwege de aanwezigheid van inblaaskanalen bij
4.5 Beheersvorm
radiatoren. Bij energieconcept 5, 5a en 14a wordt de
een projectgrootte van < 10. Omdat hier uitgegaan
energieconcept 5 en 5a wordt bij de oplevering een
De installatie wordt in eigendom gegeven aan de koper.
warmte afgegeven via vloerverwarming LTV.
wordt van een eenvoudige installatie, zijn collectieve
onderhoudsplan meegeleverd, met daarin reinigings-
-
systemen buiten beschouwing gelaten. De individuele
instructies voor de kanalen, filters en ventielen.
5 Energetische kenmerken
5.2.3 Koelen / opwekking, temperatuurniveau Er vindt geen actieve koeling plaats. Door de massa van
In elk vertrek kan een raam en/of bovenlicht open (spuiventilatie).
De LTV vloerverwarming bij concept 5, 5a en 14a is com-
de woning, het bieden van spuimogelijkheden en het
3.2 Oriëntatie
-
In energieconcept 14a zijn inblaaskanalen juist
fortabel en in de toekomst, wanneer de CV-ketel aan
bieden van een gevel waar buitenzonwering op aange-
De oriëntatie met de woonkamer op het zuiden
voorkomen en vindt toevoer van ventilatielucht
vervanging toe is, kan de installatie makkelijk aange-
bracht kan worden, kan de temperatuuroverschrijding
betekent zoninval in de woonkamer en in de op het
plaats via vraaggestuurde roosters in de gevel.
sloten worden op een laag temperatuursysteem (LTV)
’s zomers beperkt blijven. Met buitenzonwering blijft
Om luchtbewegingen door convectie te
In de winter zorgt de HR-WTW voor een energiezuinige
het aantal temperatuuroverschrijdingsuren onder de
voorkomen wordt vloerverwarming toegepast.
toe- en afvoer van ventilatielucht, terwijl in de zomer
200 uur (niveau +).
HOOFDSTUK 5
-
zuiden liggende slaapkamers. Dit verkort het stook-
Energieconcept HOOFDSTUK 63
installaties zijn ook op grotere schaal toepasbaar.
concept 14a is, in verband met het niet aanwezig zijn
4.2 Comfort
5.1 Bouwkundige kenmerken
van een HR-WTW, de zonneboiler nodig om de gewen-
Er worden geen extra comforteisen gesteld. Zomers kan
Door goede isolatie is er een geringe warmtevraag.
5.2.5 Ventilatie
ste energieambitie 1 te kunnen halen. In concept 5a
de binnentemperatuur langdurig boven de 25 °C komen,
Vanwege de kleine projectomvang is gekozen voor een
In energieconcept 4, 5 en 5a HR-WTW (met onderhouds-
zorgt de combinatie van HR-WTW, LTV en zonneboiler
met name in op het zuiden georiënteerde vertrekken.
kalkzandsteen draagconstructie en voor kanaalplaat-
plan) en spuivoorzieningen in elke ruimte.
ervoor dat ambitieniveau 2 gehaald wordt.
Het aantal temperatuuroverschrijdingsuren is te
vloeren. Deze constructie bemoeilijkt het realiseren van
In energieconcept 14a vraaggestuurde mechanische
beperken door te zorgen voor spuimogelijkheden en
een blijvende hoge luchtdichtheid van de woning.
afvoer en natuurlijke toevoer.
door het aanbrengen van buitenzonwering (of de
Daarom wordt bij toepassing van KZS dragende wanden
-
seizoen, maar kan ook leiden tot oververhitting. Bij een plat dak of een hellend dak met een van de dakvlakken op het zuiden, is er de mogelijkheid om nu of in de
–
Voor de aanvullende gezondheidsmaatregelen zie
ramen open kunnen en met ’s nachts alleen de afzuiging
Kwaliteitsprofiel en concept G.1. (Allergeenarm)
aan, kan de woning afkoelen.
HOOFDSTUK 7
voor de berekeningen uitgegaan van een qv.10 waarde
5.2.6 Warmtapwater
gen). Indien in een concreet project veel temperatuur-
van 1,0 dm3/s.m2 terwijl voor gietbouw een dichtheid
In de energieconcepten 5a en 14a wordt de tapwater-
–
Worden geen extra eisen t.a.v. gezondheid gesteld,
overschrijdingsuren verwacht worden, bijvoorbeeld
van 0,625 haalbaar geacht wordt.
verwarming gerealiseerd door de zonneboiler, met de
dan is in principe concept 4 voldoende. Toch wordt
vanwege extra veel glas in de gevels, is het zinnig het
Indien gekozen wordt voor extra groot glasoppervlak,
HR-ketel als naverwarming. In energieconcept 4 en 5
aanbevolen om extra aandacht te besteden aan het
ontwerp met TRNSYS te laten doorrekenen.
neemt de kans op oververhitting toe.
zorgt de combiketel voor de gehele tapwaterverwarming.
–
Rc = 2,9 m2 K/W (bij hsb binnen-
Het voorraadvat van 120 liter staat garant voor het com-
spouwblad, anders Rc=3)
fortniveau CW4.
HOOFDSTUK 8
mogelijkheid bieden om deze later aan te kunnen bren-
4.1 Gezondheid
voorkomen van tocht en geluidhinder ten gevolge
HOOFDSTUK 9
–
Dichte gevels
van de HR-WTW en aan de reinigbaarheid van de
4.3 Energetische kwaliteit
kanalen en roosters. Ook dient de doorspuibaarheid
Met een CO2-reductie t.o.v. de referentie van 29, 31 en
–
Dak
Rc = 4 m2 K/W
van elk vertrek gewaarborgd te worden.
32% (EPC = 0,72, 0,71 en 0,66) voldoen de energiecon-
–
BG vloer
Rc = 4 m2 K/W
Wordt een hoger kwaliteitsniveau t.a.v. gezondheid
cepten 4, 5 en resp. 14a aan ambitieniveau 1 en concept
–
Deuren
Udeur = 2,0 W/m2 K
vereist, zoals in energieconcept 14a (++) en de con-
5a met 41% (EPC = 0,62) aan ambitieniveau 2.
–
Ramen
Uglas = 1,2 W/m2 K
6.1 Doelen
Uraam = 1,7 W/m2 K
De doelstellingen CO2-reductie van 25-35% en van
qv.10 = 1,0 dm3/s.m2 (CO2-reductie
35-45% plus de wens om geen gebruik te maken van
en EPC daarop doorrekenen)
geavanceerde technieken, is bepalend voor de keuze
stapelen kzs
voor een van deze vier energieconcepten.
cepten 5 en 5a (+), dan zijn extra maatregelen nodig,
98
5.2.4 Koude afgiftesysteem N.v.t.
toekomst zonnecollectoren en PV cellen te plaatsen. In
4 Woningkenmerken
HOOFDSTUK 2
-
basis extra kwaliteiten zijn te bereiken.
5.2 Installatietechnische kenmerken
HOOFDSTUK 3
-
HOOFDSTUK 1
–
latie is die voldoet aan energieambitie 1 (25-35% CO2De verschillen per concept bieden inzicht waar vanuit de
HOOFDSTUK 3
en binnenspouwblad en kanaalplaatvloeren voor de ver-
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 2
omdat de basis van deze concepten een low tech instal-
lucht via roosters in de gevel aan te voeren.
HOOFDSTUK 5
Deze 4 concepten worden gezamenlijk beschreven
HOOFDSTUK 4
Toolkit
Energieconcept 3
of gericht op het zorgvuldig ontwerpen van de
4.4 Milieukwaliteit materialen
HR-WTW, of door ventilatieluchttoevoerkanalen te
Bij realisatie in kleine series zal gietbouw niet voor de
voorkomen en direct, vraaggestuurd, de toevoer
hand liggen. Stapelen met KZS voor dragende wanden
– –
Luchtdichtheid Bouwsysteem:
HOOFDSTUK 63 Energieconcept
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 3
HOOFDSTUK 7
11:23
HOOFDSTUK 8
23-05-2005
6 De organisatorische aanpak
HOOFDSTUK 9
bam_toolkit_02.qxd
99
Pagina 100
HOOFDSTUK 3
– –
–
meerkosten. Concept 5a is een technisch eenvoudig con-
het leveren van eenduidige werktekeningen. Extra aan-
6.3.3 Realisatie en oplevering
cept met een hoge CO2-reductie.
dacht zal het installatiebureau moeten besteden aan:
Bouwfysisch
Concept 5 wordt vanuit de optiek gezond-
–
de dimensionering van de HR-WTW (overcapaciteit
De warmteverliezen door isolatie, ventilatie en lucht-
heid en comfort gekozen.
van 130% om tussen twee onderhoudsbeurten toch
dichtheid mogen niet afwijken van de ontwerpwaarden
Concept 14a is een redelijk presterend con-
voldoende debiet te blijven leveren)
omdat anders het verwarmingsvermogen van de
de lay-out van de luchtleidingen i.v.m. de reinig-
vloerverwarming (en de toekomstige warmtepomp) te
baarheid
klein is, dan wel de gewenste CO2-reductie niet gehaald
de situering en montage van de ventilatie-unit, om
wordt. Daarom is controle van werktekeningen, van
geluidhinder te voorkomen.
details en controle op de uitvoering op de bouwplaats
de precieze keuze van de vraaggestuurde ventilatie
noodzakelijk. Aanvullend is het steekproefsgewijs meten
in concept 14a
van de luchtdichtheid van woningen nodig.
Door het toepassen van relatief eenvoudige
HOOFDSTUK 4
vakkundige aannemer te realiseren.
–
– –
Nauwelijks specifieke voorbereidingskosten
–
waardoor de concepten ook in kleine series
Het kan zinnig zijn om bij concept 14a een bouwfysisch
zijn te ontwikkelen.
adviseur te vragen randvoorwaarden aan te geven voor
Installatietechnisch
De HR-WTW is een effectieve maatregel om
de installatieadviseur.
Controle op het inregelen en beproeven van de installatie en regeltechniek waarborgt de juiste werking van
CO2 te reduceren, maar extra aandacht is
Energieconcept 5 zonder zonneboiler
nodig om geluid en tochtklachten te voorkomen. –
–
6.3 Activiteiten
–
6.3.1 Initiatief en voorontwerp
Consumentenvoorlichting
latie draagt bij aan een gezond binnenkli-
Bouwfysisch
Voorlichting is wenselijk over gebruik en onderhoud van
maat.
Berekenen van de CO2-reductie en EPC waarde indien
de vloerverwarming en HR-WTW en de zonneboiler.
De toepassing van vloerverwarming bij de
KZS van toepassing op een Qv10-waarde van 1,0 en
energieconcepten 5, 5a en 14 a past in het
0,625 bij gietbouw.
HOOFDSTUK 8
Risicobeheersing realisatiefase –
Isolatiemateriaal moet droog en nauwsluitend wor-
gezondheid. Het geeft die woningen boven-
6.3.2 Definitief ontwerp en bestek
dien meer toekomstwaarde omdat later bij
Bouwfysisch
vervanging van de CV overgestapt kan wor-
De HR-WTW-unit is een geluidsbron binnen de woning.
omdat anders de luchtweerstand toeneemt, waar-
den op duurzame LTV-systemen.
Aan de hand van berekeningen dienen geluidsbeperkende
door de debieten niet meer worden gehaald.
De spuivoorziening is noodzakelijk om samen
maatregelen te worden vastgesteld.
den aangebracht, geen naden. –
Ingestorte luchtkanalen mogen niet vervormen
6.3.4 Beheerfase
met door de bewoners aan te brengen zon-
–
de installaties.
Een zorgvuldig ontworpen HR-WTW venti-
streven naar extra kwaliteit op het gebied van
Energieconcept 5a met zonneboiler
Geen specifieke onderwerpen
viseur zorg voor het dimensioneren van de installaties en
technieken zijn de concepten door elke –
HOOFDSTUK 1
cepten waar het gaat om CO2-reductie versus
een HR-WTW te hoeven toepassen.
Energieconcept HOOFDSTUK 63
HOOFDSTUK 5
Risicobeheersing in ontwerp en besteksfase
bureau geen extra adviseurs nodig. De installatiead-
cept, gezien de CO2-reductie, maar zonder –
HOOFDSTUK 7
In principe zijn naast een deskundig installatieadvies-
HOOFDSTUK 2
–
6.2 Actoren
Concept 4 is een van de meest efficiënte con-
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
–
HOOFDSTUK 4
Waarom dit concept hier toepassen?
Energieconcept 4
Toolkit
Energieconcept 3
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 3
HOOFDSTUK 63 Energieconcept
11:23
HOOFDSTUK 7
23-05-2005
wering, te zorgen voor een goed comfort-
Installatietechnisch
Risicobeheersing beheerfase
niveau (< 200 temperatuuroverschrijdings-
Met een luchtkanaalberekening (drukverlies/luchtsnel-
–
uren).
heid) kunnen het kanalenverloop en de HR-WTW-unit
De warmwatervoorziening in de vorm van
op elkaar worden afgestemd, zodat de vereiste debieten
zonneboiler, naverwarming en een voorraad
onder alle omstandigheden worden gehaald.
HOOFDSTUK 8
bam_toolkit_02.qxd
Voorlichting aan gebruikers bij oplevering en gedurende eerste stookseizoen
–
Bij oplevering inregelstaten vastleggen en bij onder houd instelling controleren
Met een geluidberekening kan het type geluiddemper
6.4 Externe invloeden
fortniveau van 10 liter per minuut van 60 °C.
worden geselecteerd om te voldoen aan de geluidseisen
–
N.v.t.
in de leefvertrekken. De natuurlijke toevoer bij energieconcept 14a brengt het risico mee van tocht. Daarom de roosters hoog Energieconcept 14a met zonneboiler en vraaggestuurde mech. afvoer en natuurlijke toevoer
100
van meerdere personen, ruim aan het com-
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
van 120 liter voldoet, voor een huishouden
plaatsen op een plaats waar te verwachten koudeval de minste hinder oplevert. 101
23-05-2005
11:23
Pagina 102
Energieconcept 3
7 Beschrijving van kosten en opbrengsten Energieconcept 4
Energieconcept 5
8 Voorstel voor in te schakelen partijen
Natuurlijke toevoer en
HR-WTW
HR-WTW
Voor de concepten 4, 5 en 5a is het inschakelen van een
mechanische afvoer 3-standenschakelaar
3-standenschakelaar
3-standenschakelaar
complexer. Hier is het zaak zowel een bouwfysisch als
Warmteopwekking
CV-ketel HR-107
CV-ketel HR-107
CV-ketel HR-107
een installatieadviseur in te schakelen en hun werk goed
Temp. Niveau
HTV
HTV
LTV
op elkaar af te stemmen. De Projectgroep Duurzame
Afgiftesysteem
Radiatoren
Radiatoren
Vloerverwarming
Energie Projectontwikkeling Woningbouw is voorne-
Tapwaterverwarming
Combiketel
Combiketel
Combiketel
Koudeopwekking
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Koude afgifte
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Referentie
Energieconcept 5a
Energieconcept 14a
Natuurlijke toevoer en
HR-WTW
Natuurlijke toevoer en
Zie voor meer informatie aangaande duurzame energie
Ventilatiesysteem
HOOFDSTUK 3
mens een lijst te maken met namen van adviseurs en (onder-)aannemers die bewezen ervaring hebben met het adviseren en realiseren van dit energieconcept.
9 Bronnen voor meer informatie
mechanische afvoer
de website van SenterNovem
Regeling ventilatie
3-standenschakelaar
3-standenschakelaar
Vraagsturing door klokregeling
http://www.senternovem.nl
Warmteopwekking
CV-ketel HR-107
CV-ketel HR-107
CV-ketel HR-107
Temp. Niveau
HTV
LTV
LTV
Afgiftesysteem
Radiatoren
Vloerverwarming
Vloerverwarming
Tapwaterverwarming
Combiketel
Zonneboiler + Combiketel
Zonneboiler + Combiketel
Koudeopwekking
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Koude afgifte
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
mechanische afvoer
HOOFDSTUK 2
goede installatieadviseur voldoende. Het concept 14a is
Regeling ventilatie
HOOFDSTUK 4
Ventilatiesysteem
Referentie
HOOFDSTUK 63 Energieconcept
Energieconcept
Kosten en investeringen klimaatinstallaties
4 € 469
Jaarlijkse verbruikskosten bewoner ****
5 € 458
14a
5a
€ 449
€ 393
Woninggebonden
Installatiekosten referentie
A
€ 7.000
€ 7.000
€ 7.000
€ 7.000
maatregelen
Meerkosten ventilatiesysteem
B
€ 3.000
€ 3.000
€ 3.000
€ 3.000
Meerkosten vloerverwarming
C
€0
€ 1.250
€ 1.250
€ 1.250
Meerkosten warmte/koude opwekking
D
€0
€0
€ 3.500
€ 3.500
HOOFDSTUK 7
Rijenwoningen
HOOFDSTUK 5
of CO2-sensoren
Totale investeringskosten woninggebonden installatie
HOOFDSTUK 8
Toolkit
Collectieve installatie Totaal meerkosten t.o.v. refentie
A+B+C+D
Meerkosten warmte/koude opwekking
E B+C+D+E
Totale investeringskosten collectieve installatie
F
€ 10.000
€ 11.250
€ 14.750
€ 14.750
€0
€0
€0
€0
€ 3.000
€ 4.250
€ 7.750
€ 7.750
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 7
Energieconcept HOOFDSTUK 63
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 3
HOOFDSTUK 1
bam_toolkit_02.qxd
EPC
0,72
0,71
0,66
0,62
CO2-uitstootreductie t.o.v. referentie
29%
31%
32%
41%
CO2-uitstootreductie t.o.v. referentie met koeling*
29%
31%
32%
41%
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
Energieprestaties
* zinvolle vergelijking indien zonder koeling een reëel gevaar voor oververhitting bestaat (TO > 400) **** jaarlijkse verbruikskosten bewoner in de referentiewoning € 663
102
103
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 104
Toolkit
eengezinswoningen’. (Installatieconcept 33a, 8 en 8j) 1 Omschrijving project energiezuinige installatie is deels collectief en leent zich voor outscourcen. Projectgrootte:
> 40 woningen
Locatiekenmerken:
Nieuwbouw, uitbreidingslocatie. Gevel tuinzijde georiënteerd op zuid en geen
Comfortniveau:
De binnentemperatuur wordt niet meer dan 50 uur per jaar hoger dan 25 °C
Ambitie CO2-reductie:
tussen 35 en 55% CO2-reductie (ambitieniveau 2 - 3)
Gekozen techniek
High tech
Verkoopdoel:
Ruim, gezond, functioneel, behaaglijk in de winter, heerlijk koel in de zomer en een groot aan-
HOOFDSTUK 3
beschaduwing van belendende percelen
bod van warm tapwater
HOOFDSTUK 4
Middelduur
2 Kenmerken woning met Kwaliteitsprofiel 2 onder 1 kap
E-concept 33a
E-concept 8
E-concept 8j
Lokatie
40 tot 250
40 tot 250
40 tot 250
A
Toegankelijkheid
B
Stedelijke ecologie
C
Veiligheid
HOOFDSTUK 5
4
B
Bruikbaarheid
C
Veiligheid
D
Gezondheid
B
+
E
Comfort
B
+
F
Uitstraling
G
Klantgericht ontwikkelen
H
Technische staat (bestaande bouw)
I
Exploitatie
B
J
Energetische kwaliteit
B
K
Milieukwaliteit materialen
B
L
Kwaliteit waterhuishouding
++
B
+
B
+
B
+
B
+
++
+
3
B 2
B
HOOFDSTUK 7
Toegankelijkheid
HOOFDSTUK 64 Energieconcept
Woning A
B 2
B
B B
Ventilatie
Mech afv. Vraaggestuurd
HR-WTW
HR-WTW
Warmteopwekking
WP (gw) + HR 107 Coll.
Combi-wp (gw)
Combi-wp (gw)
Temperatuurniveau opwekking
LTV
LTV
LTV
Warmteafgifte
Vloerver.
Vloerverw.
Vloerverw.
Tapwaterverwarming
HR 107 Collectief
Combi-wp (gw)
Combi-wp (gw)
Koudeopwekking
Grondwater Coll.
Grondwater Coll.
Grondwater Coll.
Temperatuurniveau koeling
HTK
HTK
HTK
Zonneboiler
Ja
Nee
Ja
CO2-reductie
35%
41%
50%
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 5 Energieconcept HOOFDSTUK 64 HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 8 HOOFDSTUK 9
Eengezinswoning, ruim van afmeting, waardoor een hoge mate van flexibiliteit. De
HOOFDSTUK 2
Soort project:
Prijsklasse:
104
HOOFDSTUK 1
‘Groot project met ruime, comfortabele, gezonde en energiezuinige
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 4
105
23-05-2005
11:23
Pagina 106
Toolkit
Energieconcept 4
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 4
HOOFDSTUK 1
bam_toolkit_02.qxd
3 Locatiekenmerken een HR-WTW (8 en 8j wordt bij de oplevering een
een projectgrootte van meer dan 40 eengezinswoningen.
onderhoudsplan meegeleverd, met daarin reinig-
Bij deze projectomvang worden collectieve installaties
ingsinstructies voor de kanalen, filters en ventielen. –
aantal ook het slaan van een collectieve grondwaterbron
voorkomen en vindt toevoer van ventilatielucht
In principe zijn de woningen oriëntatie onafhankelijk. Voor de energieconcepten 8j is een plat dak of een hellend dak met een van de dakvlakken op het zuiden
HOOFDSTUK 4
nodig voor het plaatsen van een individuele zonneboiler. Voor concept 8 is zo’n situatie ook wenselijk om het concept mogelijk in de toekomst uit te breiden met een zonneboiler. Voor energieconcept 33a is de warmwatervoorziening collectief. Hier is de zonneboiler op het
voorkomen wordt vloerverwarming toegepast. Voor de aanvullende gezondheidsmaatregelen zie Kwaliteitsprofiel en concept G.1. (Allergeenarm) 4.2 Comfort Gegarandeerd wordt dat per jaar de temperatuur niet meer dan 50 uur boven de 25 °C komt. Door extra aandacht voor de plaats en ophanging van de ventilatie-unit wordt geluidsoverlast van de installatie vermeden. Het warmtapwatersysteem met een voorraadvat van 170 liter garandeert minimaal 16 liter water van 40 °C per
Aanbevolen wordt om extra aandacht te besteden aan het voorkomen van tocht en geluidhinder t.g.v. de HRWTW en aan de reinigbaarheid van de kanalen en roos-
concept 4 - 8 en 8j
ters. Om dit ook voor de toekomst te waarborgen wordt een onderhoudsplan meegeleverd, met daarin reinigingsinstructies voor de kanalen, filters en ventielen.
HOOFDSTUK 7
Ook dient de doorspuibaarheid van elk vertrek gewaarborgd te worden.
–
Wordt een hoger kwaliteitsniveau t.a.v. gezondheid vereist, zoals in energieconcept 33a (++) en de concepten 8 en 8j (+), dan zijn extra maatregelen nodig: –
Roosters (33a) en kanalen (8 en 8j) zijn zo gedi-
HOOFDSTUK 8
mensioneerd dat de luchtsnelheid in de leefzone Concept 4 - 8
< 01 m/s bedraagt.
Concept 4 - 8j
– Verwarming Koeling
Verwarming Koeling
De HR-WTW in concept 8 en 8j is zo gedimensioneerd en ontworpen dat in de gehele periode tussen twee onderhoudsbeurten toch het vereiste
Vloer
Grondwater
vereiste capaciteit). –
In elk vertrek kan een raam en/of bovenlicht open (spuiventilatie).
Energieconcept 8
Energieconcept 8j
Met een CO2-reductie t.o.v. de referentie van 35% en 41% (EPC = 0,67 en 0,55) voldoen respectievelijk de energieconcepten 33a en 8 aan ambitieniveau 2. Concept 8j met een CO2-reductie van 50% (EPC = 0,48) komt uit op ambitieniveau 3. 4.4 Milieukwaliteit materialen De woningen worden uitgevoerd in gietbouw. De emissie uit het beton wordt geminimaliseerd door toepassing van extra verdicht beton, terwijl het ventilatiesysteem voor voldoende verdunning zorgt. 4.5 Beheervorm (woningen en energievoorziening) De woningen worden aangeboden als koopwoningen. De installatie buiten de woning leent zich voor outsourcing.
debiet gehaald kan worden, zonder dat geluids-
Vloer
hinder optreedt (dimensioneren op 130% van de Grondwater
4.3 Energetische kwaliteit
HOOFDSTUK 64 Energieconcept
–
gebruik van twee tappunten.
HOOFDSTUK 7
4.1 Gezondheid
Centrale bronpompinstallatie met individuele warmtepomp
minuut, (CW6) wat voldoende is voor het gelijktijdig
HOOFDSTUK 8
4 Woningkenmerken
–
HOOFDSTUK 9
Om luchtbewegingen door convectie te
HOOFDSTUK 9
Energieconcept HOOFDSTUK 64
HOOFDSTUK 5
zuiden georiënteerd.
plaats via vraaggestuurde roosters in de gevel. –
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 3
3.2 Oriëntatie
In energieconcept 33a zijn inblaaskanalen juist
HOOFDSTUK 4
over het algemeen economisch interessant, terwijl het haalbaar maakt.
106
Vanwege de aanwezigheid van inblaaskanalen bij HOOFDSTUK 2
–
Installatiekeuze en investeringskosten zijn gebaseerd op
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 2
3.1 Project grootte
5 Energetische kenmerken De LTV vloerverwarming is comfortabel en in combinatie met de warmtepomp erg efficiënt. In de winter zorgt in energieconcept 8 en 8j de HR-WTW voor een
107
Pagina 108
wordt als ringleiding aangesloten op de individuele
eisen t.a.v. comfort en gezondheid vragen extra aan-
warmtepompen in de woningen. Het ringnet fungeert
dacht bij het ontwerp en de realisatie van de HR-WTW.
tevens als buffer waardoor de bronnen minder draaiuren
In energieconcept 33a wordt de ventilatielucht
hoeven te maken. Voor de pompkamer en warmtewisse-
vraaggestuurd mechanisch afgezogen en natuurlijk
laar die het ringnet op het grondwaternet aansluit is een
toegevoerd. Door de vraagsturing wordt de
technische ruimte benodigd van ca. 2 x 3 m2.
– –
Door vloerverwarming wordt de bodem (gedeeltelijk) geregenereerd. Voor het bereiken van thermisch even-
–
wicht kan voor concept 33a regeltechnisch worden
5.1 Bouwkundige kenmerken Door goede isolatie is er een geringe warmtevraag.
opgelost door afwisselend de warmtepomp of de HR-
Vanwege de grote projectomvang is gekozen voor giet-
ketel voor warmteopwekking in te zetten. Bij de
bouw. Dit bouwsysteem is maatvast uit te voeren waar-
concepten 8 en 8j is een aanvullende regeneratievoor-
door een qv10 waarde van 0,625 dm3/s.m2 goed haal-
ziening noodzakelijk in de vorm van zonnecollectoren of
baar is. Glasoppervlakken (< 40% van geveloppervlak en
een dry-cooler. Deze kan op of in de nabijheid van de
hoogte < 2,5 m) en glaskwaliteit (HR++) zijn zo gekozen
pompruimte van het distributienet worden opgesteld.
–
Energieconcept HOOFDSTUK 64
HOOFDSTUK 5
dat het glas geen koudestraling veroorzaakt. Dichte gevels
Rc = 2,9 m K/W (bij hsb binnen-
5.2.2 Warmte afgiftesysteem
spouwblad, anders Rc=3)
Vloerverwarming LTV
2
–
Dak
Rc = 4 m2 K/W
–
BG vloer
Rc = 4 m2 K/W
–
Deuren
Udeur = 2,0 W/m K
Koelen geschiedt door vrije koeling (HTK) met de
–
Ramen
Uglas = 1,2 W/m K
bodemwarmtewisselaars. De bodem wordt hiermee
Uraam = 1,7 W/m K
geregenereerd, zodat er in de winterperiode weer warmte kan worden onttrokken.
2
2
–
Luchtdichtheid
qv.10 = 0,625 dm3/s.m2
–
Bouwsysteem:
gietbouw
Oriëntatie en glasoppervlak woonvertrek bij voorkeur
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 7
op zuid, maar dit is niet noodzakelijk
108
–
5.2 Installatietechnische kenmerken
–
plan) en spuivoorzieningen in elke ruimte. Als alternatief wordt in concept 33a de ventilatielucht vraaggestuurd
woning met als collectieve bron warmteonttrekking aan
mechanisch afgevoerd en natuurlijk toegevoerd.
een aquifer (grondwater). De warmtepomp voorziet in warmte voor het LTV verwarmingssysteem. Daarnaast
5.2.6 Warmtapwater
wordt voor de energieconcepten 8 en 8j het tapwater
In concept 8 zorgt de combiwarmtepomp voor de levering van het warm tapwater. In concept 8j wordt de tap-
concept 33a zijn de woningen aangesloten op een
waterverwarming verzorgd door de zonneboiler, met
warmwater ringleiding, waarvan het water via de collec-
een combi-WP als naverwarming. In concept 33a bevindt
tieve warmtepomp wordt voorverwarmd en met een
zich in elke woning een zonneboiler met een naver-
collectieve CV-ketel HR 107 naverwarmd.
warming via een collectieve HR-ketel. Het voorraadvat van 170 liter staat garant voor het comfortniveau.
bepalend voor het concept.
combinatie van beide komt voor; gemeen-
6.2 Actoren
schappelijk is de warmtepomp (33a collec-
De hoge comforteisen, in combinatie met LTV en het
tief, 8 en 8j individueel)
niet willen overdimensioneren van de warmtepomp,
Met een projectgrootte van meer dan 40
vragen om de inzet van een aantal adviseurs:
woningen is een collectieve bron haalbaar,
–
van het proces alle aspecten van gebouw (bouwfysi-
door kruipruimten) ook een collectief net
ca) en installaties te overzien. Optimaliseert de
met warmtelevering tot de mogelijkheden
uitwerking van isolatie en kierdichting om de
behoort. Het collectieve deel leent zich voor
warmtevraag klein te houden en het temperatuur-
outsourcing.
niveau van de verwarming zo laag en de koeling zo
Met energieconcept 33a wordt de piekbelas-
hoog mogelijk; de bouwfysisch adviseur bepaalt op
ting en de naverwarming van tapwater door
basis van simulaties in TRNSYS de warmtevraag, de
een collectieve HR-ketel verzorgd.
koelvraag en de randvoorwaarden voor de gewenste
De warmtepomp voedt een vloerverwar-
ventilatie. –
Een deskundig installatieadviseur die gedetailleerde
tochtklachten wordt gecombineerd met HR-
installatieberekeningen kan uitvoeren, die de
WTW of mechanische ventilatie vraag-
bouwkundige inpassing van de installatie ontwerpt
gestuurd.
en die de uitvoering op het werk controleert; input
De toepassing van vloerverwarming en WP
zijn de gegevens van de bouwfysisch adviseur. De
op aquifer schept de mogelijkheid om met
installatie adviseur bepaalt de precieze keuze van de
een en hetzelfde systeem te verwarmen en te
vraaggestuurde ventilatie. –
In het algemeen wordt aanbevolen een installatie
bieden.
adviseur in te schakelen van een onafhankelijk instal-
De warmwatervoorziening in de vorm van
latieadviesbureau en dit niet over te laten aan de
van 170 liter, voldoet voor een huishouden
–
Een deskundig bouwfysisch adviseur om in alle fasen
terwijl bij een efficiënt leidingverloop (veel
zonneboiler, naverwarming en een voorraad
In energieconcept 8 en 8j HR-WTW (met onderhouds-
Individuele combiwarmtepompen (8 en 8j) voor elke
hoog comfort en hoge eisen t.a.v. gezondheid, zijn
Er zijn varianten met en zonder HR-WTW,
koelen en om een hoog comfortniveau te
5.2.5 Ventilatie
5.2.1 Type verwarmen / opwekking, temperatuurniveau
verwarmd door de individuele combiwarmtepomp. In
–
5.2.4 Koude afgiftesysteem Vloerkoeling HTK
De doelstellingen CO2-reductie van 35% tot 50%, een
realiseren.
mingsysteem, welke ter voorkoming van
5.2.3 Koelen / opwekking, temperatuurniveau 2
6.1 Doelen
Hoofddoel is een hoge CO2-reductie te
met en zonder zonneboiler, maar ook de
luchtkwaliteit gegarandeerd en verspilling voorkomen. Koelen via de vloer maakt de woning extra comfortabel.
HOOFDSTUK 1
de afzuiging aan, kan de woning goed afkoelen. De hoge
6 De organisatorische aanpak Waarom dit concept hier toepassen?
HOOFDSTUK 2
de bronnen met elkaar verbind. Dit grondwaternet
HOOFDSTUK 3
in de zomer ramen open kunnen en met ’s nachts alleen
HOOFDSTUK 4
Bij concept 8 en 8j is spraken van een grondwaternet dat
HOOFDSTUK 5
energiezuinige toe- en afvoer van ventilatielucht, terwijl
–
Toolkit
Energieconcept 4
HOOFDSTUK 64 Energieconcept
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 4
HOOFDSTUK 7
11:23
installateur. –
Een ervaren adviseur die zorg draagt voor de dimen-
van meerdere personen ruim aan het com-
sionering en systeemconfiguratie van de
fortniveau van 16 liter per minuut van 40 °C.
bodemwarmtewisselaars tijdens initiatief, vooront-
Een zorgvuldig ontworpen HR-WTW
werp, definitief ontwerp en bestek en die tevens de
ventilatie draagt bij aan een gezond
prestatie-eisen voor het systeem formuleert. Deze
binnenklimaat.
adviseur dient ook aanspreekpunt te zijn voor de
HOOFDSTUK 8
23-05-2005
geotechnische aannemer. –
System-integrator: Gezien de complexiteit van het concept is het in de uitvoering zaak te kiezen voor een overallverantwoordelijke system-integrator voor
HOOFDSTUK 9
bam_toolkit_02.qxd
de technische installaties. Deze is dan verantwoordelijk voor aansturing in de uitvoering en draagt zorg voor correcte afstemming van de verschillende onderdelen van het concept.
109
Pagina 110
alle terreinen kundige opzichter voor te stellen.
bronnen binnen de woning. Aan de hand van bereke-
Deze opzichter behartigt vooral de risico’s voor de
ningen dienen geluidsbeperkende maatregelen te
–
gebruiker en exploitant.
worden vastgesteld.
HOOFDSTUK 3
verlening en vooroverleg.
Omdat het hier om een installatie gaat die trager is en
Reële doorloopplanning opstellen.
anders bediend moet worden dan een traditionele cv-
–
Inventariseren subsidiemogelijkheden.
ketel met radiatoren, is voorlichting over gebruik en
–
Quick-scan technische en financiële mogelijkheden.
onderhoud van de warmtepomp, vloerverwarming en
–
Opstellen protocol met daarin rechten en plichten
HR-WTW vereist.
van deelnemende partijen.
In dit concept wordt zowel verwarmd als gekoeld. Uit de 6.3 Activiteiten
berekening van de warmte- en koudebehoefte van de woning wordt de bodemwarmtewisselaar gedimensio-
–
Beperk temperatuurverlies in de warmwaterlei-
Risicobeheersing realisatiefase
dingen van warmtebron naar tappunt.
Isolatiemateriaal moet droog en nauwsluitend worden
6.3.1 Initiatief en voorontwerp
neerd, wat betreft diepte, aantal wisselaars en trans-
Bouwfysisch
portmedium. Hoofdcriterium hierbij is dat in geen geval
6.3.3 Realisatie en oplevering
mogen niet vervormen omdat anders de luchtweer-
Omdat het een concept met warmtepomp betreft, is het
bevriezingsverschijnselen in de bodem optreden.
Bouwfysisch
stand verhoogt, waardoor de debieten niet meer
De warmteverliezen door isolatie en luchtdichtheid
worden gehaald. Bodemwarmtewisselaars dienen niet
beperken van het warmteverlies van groot belang.
aangebracht, geen naden. Ingestorte luchtkanalen
Installatietechnisch
mogen niet afwijken van de ontwerpwaarden, omdat
geknikt te zijn in de bodem en tevens toegankelijk te zijn
optimalisatie en realisatie van:
De vloerverwarming wordt gedimensioneerd op basis
anders het verwarmingsvermogen van de vloerver-
voor onderhoud/afsluitmogelijkheid bij evt. lekkage.
–
Rc-waarde gevel en dak
van de vermogensvraag per vertrek, waarmee wordt
warming en de warmtepomp te klein is, dan wel de
–
Qv10-waarde van de gebouwschil
vastgesteld:
gewenste CO2-reductie niet gehaald wordt. Daarom is
6.3.4 Beheerfase
–
U-waarde raam (glas+kozijn)
–
Temperatuurniveau (bepaalt de capaciteit van de
controle van werktekeningen, van details en controle op
Risicobeheersing beheerfase
warmtepomp)
de uitvoering op de bouwplaats noodzakelijk.
Onderhoudsplan voor de woning en installatie opstellen
Geo-technisch
–
Dimensionering leidingen
Aanvullend is het steekproefsgewijs meten van de lucht-
met aanbevelingen t.a.v. uitbesteding/contracten
Bij het toepassen van een aquifer moet worden nage-
–
Waterdebiet
dichtheid van woningen nodig.
Voorlichting aan gebruikers bij oplevering en gedurende
gaan of de bodemgesteldheid deze toepassing toestaat.
Uit het productaanbod wordt een warmtepomp gese-
Daarnaast moet de locale/provinciale regelgeving toes-
lecteerd waarmee voldaan kan worden aan de energie-
Installatietechnisch
Bij oplevering inregelstaten vastleggen en bij onderhoud
taan dat de wisselaars in de bodem worden geplaatst en
prestatie en het gevraagde vermogen. De relatie tussen
Het ontwerp van de installatie heeft geen overca-
instelling controleren.
moeten de vanuit de regelgeving opgelegde randvoor-
de warmteopwekking in de warmtepomp, de warmte-
paciteit. Een foutieve uitvoering wordt niet door een
waarden bekend zijn.
afgifte door de vloerverwarming en het transport van
overdimensionering opgevangen. Controle op het
6.4 Externe invloeden
warm en koud water in leidingen, kan worden weerge-
inregelen en beproeving installatie en regeltechniek
–
Geschiktheid bodem
Installatietechnisch
geven in een zgn. hydraulisch schema. Het opstellen van
waarborgt dat de ontwerpwaarden ook in de praktijk
–
Vergunningverlening/ melding voor de
De warmtepomp haalt zijn hoogste energetisch rende-
dit schema is noodzakelijk om de pompen, regelaars en
worden gerealiseerd.
ment bij lage temperaturen. Daarom moet de vloerver-
aansturing van de installatie te ontwerpen. De collec-
warming voor verwarmen op een zo laag mogelijke aan-
tieve tapwaterverwarming in energieconcept 33a dient
voertemperatuur worden gekozen. Bij koelbedrijf moet
legionella-veilig uitgevoerd te worden.
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 5
Daarom moet grote aandacht worden besteed aan de
Energieconcept HOOFDSTUK 64
HOOFDSTUK 4
Geo-technisch
Consumentenvoorlichting
eerste stookseizoen.
Op basis van de ventilatievraag wordt de benodigde
Ventilatiesysteem
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
capaciteit van de HR-WTW installatie bepaald. Met een 6.3.2 Definitief ontwerp en bestek
luchtkanaalberekening (drukverlies/luchtsnelheid) kun-
Bouwfysisch
nen het kanalenverloop en de HR-WTW-unit op elkaar
–
worden afgestemd, zodat de vereiste debieten onder
–
Aan de hand van de warmteverlies berekening wordt
Ref. met koeling 1g
Concept 33a
Concept 8
Concept 8j
Natuurlijke toevoer en
Natuurlijke toevoer en
HR-WTW
HR-WTW
3-standenschakelaar
3-standenschakelaar
WP Combi (grondwater)
WP Combi (grondwater)
LTV
LTV
mechanische afvoer
mechanische afvoer
Regeling ventilatie
3-standenschakelaar
Vraagsturing door klok-
Warmteopwekking
CV-ketel HR-107
WP (grondwater) +
HTV
LTV
regeling of CO2-sensoren
voor de ruimteverwarming de vermogensvraag per
alle omstandigheden worden gehaald. Met een geluids-
vertrek vastgesteld. Op basis van een computersimu-
berekening kan het type geluiddemper worden
latie met TRNSYS wordt de koelvraag bepaald.
geselecteerd om te voldoen aan de geluidseisen in de
Temp. Niveau
Op basis van de grootte van de woning en de gewen-
leefvertrekken.
Afgiftesysteem
Radiatoren
Vloerverwarming
Vloerverwarming
Vloerverwarming
Tapwaterverwarming
Combiketel
Zonneboiler +
WP Combi
Zonneboiler + WP
Koudeopwekking
Split-unit
Grondwater
Grondwater
Grondwater
Koude afgifte
Lucht
Vloerkoeling
Vloerkoeling
Vloerkoeling
ste luchtverversing wordt de ventilatievraag bepaald.
CV-ketel HR 107 coll.
Risicobeheersing in ontwerp- en bestekfase –
Onderzoek naar lokale mogelijkheden voor het slaan van een bron.
110
bodemwarmtewisselaars
7 Beschrijving van kosten en opbrengsten
worden voorkomen dat er condensvorming optreedt ten gevolge van te lage aanvoertemperaturen.
HOOFDSTUK 3
vervullen. Aantoonbare ervaring is wel vereist.
Analyse van randvoorwaarden voor vergunning-
HOOFDSTUK 4
Het is mogelijk dat één partij meerdere rollen kan
–
HOOFDSTUK 1
Zowel de warmtepomp als de HR-WTW-unit zijn geluids-
HOOFDSTUK 2
Het is de taak van de system-integrator om een op
HOOFDSTUK 5
–
Toolkit
Energieconcept 4
HOOFDSTUK 64 Energieconcept
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 4
HOOFDSTUK 7
11:23
HOOFDSTUK 8
23-05-2005
HR 107 collectief
HOOFDSTUK 9
bam_toolkit_02.qxd
Combi
111
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 112
Toolkit
Energieconcept 4
(Installatieconcept 8k en 22i)
33a
Jaarlijkse verbruikskosten bewoner****
€ 428
€ 399
€ 333
Soort project:
A(1)
€ 5.200
€ 7.000
€ 7.000
Projectgrootte:
< 40 woningen
Locatiekenmerken:
Nieuwbouw, uitbreidingslocatie. Gevel tuinzijde georiënteerd op zuid en geen
maatregelen
Meerkosten ventilatiesysteem
B
€ 3.000
€ 3.000
€ 3.000
Meerkosten vloerverwerwarming
C
€ 2.300
€ 2.300
€ 2.300
Meerkosten warmte/koude opwekking Totale investeringskosten
D
€ 3.250
€ 5.000
€ 8.250
A+B+C+D
€ 13.750
€ 17.300
€ 20.550
E
€ 5.450
€ 8.950
€ 8.950
B+C+D+E
€ 14.000
€ 19.250
€ 22.500
F
€ 10.750
€ 9.250
€ 9.250
woninggebonden installatie Collectieve installatie
Meerkosten warmte/koude opwekking
Totaal meerkosten Totale investeringskosten collectieve installatie***
Eengezinswoning, ruim van afmeting, waardoor een hoge mate van flexibiliteit
HOOFDSTUK 2
Installatiekosten referentie
beschaduwing van belendende percelen Comfortniveau:
De binnentemperatuur wordt niet meer dan 50 uur per jaar hoger dan 25 °C
Ambitie CO2 reductie:
50% CO2 -reductie (ambitieniveau 3)
Gekozen techniek
High tech
Verkoopdoel:
Ruim, functioneel, gezond, behaaglijk in de winter, heerlijk koel in de zomer en een groot aanbod van warm tapwater
Prijsklasse:
Middelduur
HOOFDSTUK 4
2 Kenmerken woning met Kwaliteitsprofiel (1)Referentie excl. warmteopwekker bij 33a
5
Eengezinswoning tussen
E-concept 22i
E-concept 8k
–
Lokatie
Outsourcing
Bijdrage aansluitkosten
project 50 woningen
G
€ 548
€ 440
€ 366
€ 10.100
€ 6.600
€ 6.600
(BAK)
project 200 woningen
H
€ 4.900
€ 1.500
€ 1.500
Meerinvestering
project 50 woningen**
B+C+D+G
€ 17.900
€ 16.150
€ 19.400
A
Toegankelijkheid
B
Stedelijke ecologie
C
Veiligheid
10 tot 40
< 10
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 5
8j
Woninggebonden
Jaarlijkse verbruikskosten bewoner
Woning A
Toegankelijkheid
B
Bruikbaarheid
C
Veiligheid
D
Gezondheid
B
+
E
Comfort
B
+
F
Uitstraling
G
Klantgericht ontwikkelen
-750 bij outsourcing
Energieconcept HOOFDSTUK 64
8
1 Omschrijving project
Kosten en investeringen klimaatinstallaties
project 200 woningen
B+C+D+H
€ 12.700
€ 11. 050
€ 14.300
HOOFDSTUK 65 Energieconcept
HOOFDSTUK 4
Energieconcept
HOOFDSTUK 3
Rijenwoning
tov referentie
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 1
‘Ruime, comfortabele en energiezuinige eengezinswoning’.
-750
Energieprestatie EPC
0,67
0,55
++
B
+
B
+
++
+
3
0,48
CO2-uitstootreductie tov referentie
27%
33%
44%
CO2-uitstootreductie tov referentie met koeling*
35%
41%
50%
H
Technische staat (bestaande bouw)
I
Exploitatie
B
J
Energetische kwaliteit
B
K
Milieukwaliteit materialen
B
L
Kwaliteit waterhuishouding
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 5
B +
3
B
* zinvolle vergelijking indien zonder koeling een reëel gevaar voor oververhitting bestaat (TO>400) ** voor de vermeden individuele gasaansluiting is € 750 afgetrokken
B
Ventilatie
HR-WTW
HR-WTW
Warmteopwekking
WP (b) + HR 107 Coll.
Combi-wp (b)
Temperatuurniveau opwekking
LTV
LTV
Voor aanvullende informatie betreffende duurzame
Warmteafgifte
Vloerver.
Vloerverw.
Woningbouw is voornemens een lijst te maken met
energie wordt verwezen naar de website van
Tapwaterverwarming
HR 107 Coll.
Combi-wp (b)
na-men van adviseurs en (onder-)aannemers die
SenterNovem.
Koudeopwekking
Bodem
Bodem
bewezen ervaring hebben met het adviseren en
http://www.senternovem.nl
Temperatuurniveau koeling
HTK
HTK
Zonneboiler
Ja
Ja
CO2-reductie
37%
50%
8 Voorstel voor in te schakelen partijen
HOOFDSTUK 9
De Projectgroep Duurzame Energie Projectontwikkeling
112
HOOFDSTUK 8
**** jaarlijkse verbruikskosten bewoner in de refentiewoning € 663
realiseren van dit energieconcept.
9 Bronnen voor meer informatie
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
*** getal benodigd om de exploitatieberekening te kunnen maken
113
23-05-2005
11:23
Pagina 114
Energieconcept 5
Toolkit
Energieconcept 5
HOOFDSTUK 1
bam_toolkit_02.qxd
Concept 2 - 8 en 15K
Verwarming Koeling
Vloer
Uitgangspunt bij het kiezen voor vloerkoeling is dat
zorgt de HR-WTW voor een energiezuinige toe- en
gegarandeerd kan worden dat per jaar de temperatuur
afvoer van ventilatielucht, terwijl in de zomer ramen
niet meer dan 50 uur boven de 25 °C komt. Door extra
open kunnen en met ’s nacht alleen de afzuiging aan,
aandacht voor de plaats en ophanging van de ventilatie-
kan de woning goed afkoelen. De hoge eisen t.a.v. com-
unit, wordt geluidsoverlast van de installatie vermeden .
fort en gezondheid vragen extra aandacht bij het
Het warmtapwatersysteem is voor beide concepten zo
ontwerp en de realisatie van de HR-WTW. Koelen via de
gedimensioneerd ( bij concept 8k met een voorraadvat
vloer maakt de woning extra comfortabel.
HOOFDSTUK 2
4.2 Comfort
minuut gegarandeerd is, wat voldoende is voor het
5.1 Bouwkundige kenmerken
gelijktijdig gebruik van twee tappunten (CW6).
Door goede isolatie is er een geringe warmtevraag.
vloeren. Deze constructie bemoeilijkt het realiseren van
t.o.v. de referentie van 50% (EPC = 0,48) en voldoet de
een blijvende hoge luchtdichtheid van de woning.
4 Woningkenmerken
3.1 Project grootte
4.1 Gezondheid
woning aan ambitieniveau 3. Concept 22i met een CO2-
Daarom wordt er bij de berekeningen uitgegaan van een
Installatiekeuze en investeringskosten zijn gebaseerd op
–
Twee varianten met extra eisen t.a.v. gezondheid en
reductie van 37% (EPC = 0,66) komt uit op ambi-
qv.10 waarde van 1,0 dm3/s.m2 (referentie is 0,625).
een projectgrootte van < 40 eengezinswoningen. Bij
met gezondheidskwaliteit op ‘+’ niveau. Daarom
tieniveau 2.
Glasoppervlakken (< 40% van geveloppervlak en hoogte
deze projectomvang zijn collectieve installaties over het
extra aandacht voor het voorkomen van tocht en geluidhinder door de HR-WTW en voor de reinig-
glas geen koudestraling veroorzaakt.
efficiënt leidingverloop met lange blokken en leidingen
baarheid van de kanalen, filters en ventielen.
Bij realisatie in kleine series zal gietbouw niet voor de
-
Dichte gevels
door de kruipruimten (energieconcept 22i) de kosten
Bovendien kan de bewoners worden geadviseerd
hand liggen. Stapelen met KZS voor dragende wanden
voor de infrastructuur worden beperkt. Is het project
extra aandacht te besteden aan de reinigbaarheid
en binnenspouwblad en kanaalplaatvloeren voor de
-
Dak
Rc = 4 m2 K/W
< 10 woningen, dan wordt gekozen voor een individuele
van de woning, door het kiezen voor harde vloer-
verdieping, bieden een hogere milieukwaliteit voor
-
BG vloer
Rc = 4 m2 K/W
installatie (energieconcept 8k).
afwerking.
materialen dan gietbouw.
-
Deuren
Udeur = 2,0 W/m2 K
Om het kwaliteitsaspect gezondheid op ‘+’ niveau te
In de materialisatie zorgen de kalkzandsteen dragende
-
Ramen
Uglas = 1,2 W/m2 K
brengen worden, aan het energieconcept gerela-
wanden en de kanaalplaatvloeren ervoor dat er sprake is
De oriëntatie met de woonkamer op het zuiden
teerd, de volgende extra prestaties verlangd:
van voldoende massa om snelle temperatuurschom-
-
Luchtdichtheid
qv.10 = 1,0 dm3/s.m2 (referentie is
betekent zoninval in de woonkamer en in de op het
-
Roosters en kanalen zijn zo gedimensioneerd dat
melingen te voorkomen en pieken uit te vlakken.
de luchtsnelheid in de leefzone < 01 m/s bedraagt.
Nadeel van het stapelen is wel dat de maatvastheid
-
Bouwsysteem:
Het ventilatiesysteem is zo gedimensioneerd en
geringer is en dat daardoor een qv.10 waarde van 0,625
-
Oriëntatie en glasoppervlak woonvertrek op zuid
leiden tot oververhitting (zie comfort). Een plat dak of
ontworpen (130% van eis bouwbesluit) dat in de
moeilijk haalbaar is.
een hellend dak met een van de dakvlakken op het
gehele periode tussen twee onderhoudsbeurten
zuiden liggende slaapkamers. Dit verkort het stook-
seizoen, maar kan zonder aanvullende maatregelen ook
Uraam = 1,7 W/m2 K 0,625 dus opnieuw doorrekenen) kzs
5.2 Installatietechnische kenmerken
zuiden, is wenselijk om zo’n hoog mogelijk rendement
toch het vereiste debiet gehaald kan worden,
4.5 Beheervorm (woningen en energievoorziening)
uit de zonnecollectoren te halen en biedt de
zonder dat geluidhinder optreedt.
De woningen worden aangeboden als koopwoningen.
5.2.1 Type verwarmen/opwekking, temperatuurniveau
In elk vertrek kan een raam en/of bovenlicht
Bij concept 22i is outcoursing voor het collectieve deel
In concept 8k wordt uitgegaan van individuele combi-
open (spuiventilatie).
mogelijk. Concept 8k is een individuele installatie met
warmtepompen voor elk van de woningen met per woning
Vanwege de aanwezigheid van inblaaskanalen
per woning een eigen bodemwisselaar. Het ligt dan ook
als bron een bodemwarmtewisselaar. De warmtepomp
wordt bij de oplevering een onderhoudsplan
voor de hand om deze installatie in eigendom en beheer
voorziet in warmte voor het LTV verwarmingssysteem. In
meegeleverd, met daarin reinigingsinstructies
aan de bewoner over te dragen
concept 22i is sprake van een collectieve warmtepomp
-
mogelijkheid om de zonne-installatie (b.v. met PV) in de toekomst uit te bereiden.
-
t.b.v. de LTV ruimteverwarming.
van de kanalen, filters en ventielen. -
Om luchtbewegingen door convectie te voorkomen wordt vloerverwarming toegepast
–
HOOFDSTUK 65 Energieconcept
spouwblad, anders Rc=3)
HOOFDSTUK 7
3.2 Oriëntatie
Rc = 2,9 m2 K/W ( hsb binnen-
HOOFDSTUK 8
–
HOOFDSTUK 5
< 2,5 m) en glaskwaliteit (HR++) zijn zo gekozen dat het 4.4 Milieukwaliteit materialen
5 Energetische kenmerken
Voor de aanvullende gezondheidsmaatregelen zie
De LTV vloerverwarming is comfortabel en in combi-
Kwaliteitsprofiel en concept G.1. (Allergeenarm)
natie met de warmtepomp erg efficiënt. In de winter
HOOFDSTUK 9
Energieconcept 5
kalkzandsteen draagconstructie en voor kanaalplaat-
Met concept 8k wordt een CO2 reductie gerealiseerd
3 Locatiekenmerken
algemeen economisch niet interessant, tenzij door een
HOOFDSTUK 7
4.3 Energetische kwaliteit
HOOFDSTUK 4
Vanwege de kleine projectomvang is gekozen voor een
Energieconcept 8k
114
HOOFDSTUK 3
van 170 liter) dat minimaal 16 liter water van 40 °C per Bodem
5.2.2 Warmte afgiftesysteem Vloerverwarming LTV
115
Pagina 116
–
HOOFDSTUK 4
De doelstellingen CO2-reductie van 50% (voor concept
6.3.1 Initiatief en voorontwerp
realiseren.
22i 37%), een hoog comfort en hoge eisen aan gezond-
Bouwfysisch
In concept 8k gebeurt dit met een compleet
heid, zijn bepalend voor het concept.
Omdat het een concept met warmtepomp betreft, is het
individueel WP systeem + zonneboiler.
5.2.4 Koude afgiftesysteem Vloerkoeling HTK 5.2.5 Ventilatie HR-WTW (met onderhoudsplan) en spuivoorzieningen in elke ruimte.
-
5.2.6 Warmtapwater In beide concepten verzorgt een zonneboiler de tapwaterverwarming. In concept 22i collectief met een collectieve HR 107-ketel als naverwarming. In concept 8k zorgt de per woning individuele combiwarmtepomp
–
voor de naverwarming. Het voorraadvat van 170 liter staat garant voor het comfortniveau.
–
6.2 Actoren
Daarom moet grote aandacht worden besteed aan de
neboiler en aangevuld met een collectieve
–
De hoge comforteisen in combinatie met LTV en het
optimalisatie en realisatie van:
HR-ketel ter naverwarming van het door de
niet willen overdimensioneren van de warmtepomp,
–
Rc-waarde gevel en dak
zon opgewarmde warmtapwater
vraagt om de inzet van een aantal adviseurs:
–
Qv10-waarde van de gebouwschil
Een deskundig bouwfysisch adviseur om in alle fasen
–
U-waarde raam (glas+kozijn)
Een projectgrootte van 10 woningen is
van het proces alle aspecten van gebouw (bouwfysi-
energieconcept 8k wordt daarom voor een
ca) en installaties te overzien. Optimaliseert de
Geo-technisch
individuele oplossing met warmtepompen
uitwerking van isolatie en kierdichting om de
Bij het toepassen van bodemwarmtewisselaars moet
gekozen, zowel voor ruimteverwarming als
warmtevraag klein te houden en het temperatuur-
worden nagegaan of de bodemgesteldheid deze
warmtapwater.
niveau van de verwarming zo laag en de koeling zo
toepassing toestaat. Daarnaast moet de locale/provin-
Bij een projectgrootte tussen de 10 en 40
hoog mogelijk; de bouwfysisch adviseur bepaalt de
ciale regelgeving toestaan dat de wisselaars in de
woningen is een diepe grondwaterbron nog
warmtevraag, de koelvraag en de randvoorwaarden
bodem worden geplaatst en moeten de vanuit de regel-
steeds niet haalbaar, maar wel een collectief
voor de gewenste ventilatie.
geving opgelegde randvoorwaarden bekend zijn.
HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 8
– Concept 2 - 8 en 15K
Verwarming Koeling
– Vloer
Bodem
–
HOOFDSTUK 1
Een deskundig installatie adviseur van een installatie
piekbelasting en de naverwarming van tap-
adviesbureau die gedetailleerde installatiebereke-
Installatietechnisch
water door een collectieve HR-ketel verzorgd.
ningen kan uitvoeren, die de bouwkundige inpassing
De warmtepomp haalt zijn hoogste energetisch rende-
De warmtepomp voedt een vloerverwar-
van de installatie ontwerpt en die de uitvoering op
ment bij lage temperaturen. Daarom moet de vloerver-
mingsysteem, welke ter voorkoming van
het werk controleert; input zijn de gegevens van de
warming voor verwarmen op een zo laag mogelijke
tochtklachten wordt gecombineerd met
bouwfysisch adviseur.
aanvoertemperatuur worden gekozen. Bij koelbedrijf
Een ervaren adviseur die zorg draagt voor de dimen-
moet worden voorkomen dat er condensvorming
De toepassing van vloerverwarming en
sionering en systeemconfiguratie van de
optreedt ten gevolge van te lage aanvoertemperaturen.
bodemwarmtewisselaars schept de
bodemwarmtewisselaars tijdens initiatief, vooront-
mogelijkheid om met een en hetzelfde systeem
werp, definitief ontwerp en bestek en die tevens de
6.3.2 Definitief ontwerp en bestek
te verwarmen en te koelen. Vanwege de aan-
prestatie-eisen voor het systeem formuleert. Deze
Bouwfysisch
wezigheid van een WTW, gecombineerd met
adviseur dient ook aanspreekpunt te zijn voor de
–
de comforteis om < 50 uur temperatuurover-
geotechnische aannemer.
voor de ruimteverwarming de vermogensvraag per
System-integrator: Gezien de complexiteit van het
vertrek vastgesteld. Op basis van een computer-
actief koelen noodzakelijk (koelbehoefte).
concept is het in de uitvoering zaak te kiezen voor
symulatie met TRNSYS wordt de koelvraag bepaald.
Een zorgvuldig ontworpen HR-WTW ventilatie
een overallverantwoordelijke system-integrator voor
draagt bij aan een gezond binnenklimaat.
de technische installaties. Deze is dan verantwoor-
De spuivoorziening is noodzakelijk om ook
delijk voor aansturing in de uitvoering en draagt
Aan de hand van de warmteverlies berekening wordt de
zonder zonwering de comforteis te kunnen
zorg voor correcte afstemming van de verschillende
vermogensvraag per vertrek vastgesteld en op basis
halen.
onderdelen van het concept.
hiervan het warmtepompvermogen bepaald.
schrijding te accepteren is een systeem van –
–
relatief klein voor een collectief systeem. Met
HR-WTW. –
beperken van het warmteverlies van groot belang.
In concept 22i met een collectieve WP, zon-
systeem. Met energieconcept 22i wordt de
Energieconcept HOOFDSTUK 65
HOOFDSTUK 5
Hoofddoel is een hoge CO2-reductie te
De warmwatervoorziening in de vorm van zon-
–
–
–
–
Aan de hand van de warmteverlies berekening wordt
Op basis van de grote van de woning en de gewenste luchtverversing wordt de ventilatievraag bepaald
Het is de taak van de system-integrator om een op
neboiler, naverwarming en een voorraad van
alle terreinen kundige opzichter voor te stellen. Deze
De vloerverwarming wordt gedimensioneerd op basis
170 liter voldoet voor een huishouden van
opzichter behartigt met name de risico’s voor de
van de vermogensvraag per vertrek, waarmee wordt
meerdere personen ruim aan het comfort-
gebruiker/ exploitant.
vastgesteld:
niveau van 16 liter per minuut van 40 °C.
HOOFDSTUK 2
warmte kan worden onttrokken.
–
6.3 Activiteiten
HOOFDSTUK 3
geregenereerd, zodat er in de winterperiode weer
6.1 Doelen
HOOFDSTUK 4
Waarom dit concept hier toepassen?
Koelen geschiedt door vrije koeling (HTK) met de
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 2 HOOFDSTUK 3
6 De organisatorische aanpak
5.2.3 Koelen / opwekking, temperatuurniveau bodemwarmtewisselaars. De bodem wordt hiermee
HOOFDSTUK 9
Toolkit
Energieconcept 5
HOOFDSTUK 65 Energieconcept
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 5
HOOFDSTUK 7
11:23
HOOFDSTUK 8
23-05-2005
Het is mogelijk dat één partij meerdere rollen kan vervullen. Aantoonbare ervaring is wel vereist.
–
HOOFDSTUK 9
bam_toolkit_02.qxd
Temperatuurniveau (bepaalt de capaciteit van de warmtepomp)
Energieconcept 8k (met combi WP en zonneboiler)
116
117
Pagina 118
Beheerfase
6.4 Externe invloeden
–
Quick-scan technische en financiële mogelijkheden
Risicobeheersing beheerfase
–
Geschiktheid bodem
–
Opstellen protocol met daarin rechten en plichten
–
–
Vergunningverlening/ melding voor de
van deelnemende partijen
opstellen met aanbevelingen t.a.v. uitbesteding/
–
Beperk temperatuurverlies in de warmwaterleidingen
contracten
–
–
Waterdebiet
Zowel de warmtepomp als de HR-WTW-unit zijn geluid-
van warmtebron naar tappunt
–
worden vastgesteld.
Onderhoudsplan voor de woning en installatie
Voorlichting aan gebruikers bij oplevering en gedurende eerste stookseizoen
De warmteverliezen door isolatie en luchtdichtheid
berekening van de warmte- en koudebehoefte van de
mogen niet afwijken van de ontwerpwaarden omdat
woning wordt de bodemwarmtewisselaar, gedimen-
anders het verwarmingsvermogen van de vloerver-
sioneerd, wat betreft diepte, aantal wisselaars en trans-
warming en de warmtepomp te klein is, dan wel de
portmedium. Hoofdcriterium hierbij is dat in geen geval
gewenste CO2-reductie niet gehaald wordt. Daarom is
bevriezingsverschijnselen in de bodem optreden.
controle van werktekeningen, van details en controle op
houd instelling controleren
7 Beschrijving van kosten en opbrengsten
Ventilatiesysteem
dichtheid van woningen nodig.
Concept 22i
Concept 8k
Natuurlijke toevoer en
HR-WTW
HR-WTW
Regeling ventilatie
3-standenschakelaar
3-standenschakelaar
3-standenschakelaar
Warmteopwekking
CV-ketel HR-107
WP bodemwiss.+ HR 107
Combi-WP bodemwiss.
Temp. Niveau
LTV
LTV
LTV
HOOFDSTUK 5
Uit het productaanbod wordt een warmtepomp gese-
Ref. met koeling 3g
mechanische afvoer
de uitvoering op de bouwplaats noodzakelijk. Aanvullend is het steekproefsgewijs meten van de lucht-
HOOFDSTUK 3
Bouwfysisch
In dit concept wordt zowel verwarmd als gekoeld. Uit de
Bij oplevering inregelstaten vastleggen en bij onder-
energieprestatie en het gevraagde vermogen. De relatie
Installatietechnisch
Afgiftesysteem
Radiatoren
Vloerverwarming
Vloerverwarming
tussen de warmteopwekking in de warmtepomp, de
Het ontwerp van de installatie heeft geen overca-
Tapwaterverwarming
Combiketel
Zonneboiler + HR 107 coll
Zonneboiler + Combi-WP
warmteafgifte door de vloerverwarming en het trans-
paciteit. Een foutieve uitvoering wordt niet door een
Koudeopwekking
Split-unit
Bodem
Bodem
port van warm en koud water in leidingen, kan worden
overdimensionering opgevangen. Controle op het
Koude afgifte
Lucht
Vloerkoeling
Vloerkoeling
weergegeven in een zgn. hydraulisch schema. Het
inregelen en beproeving installatie en regeltechniek
opstellen van dit schema is noodzakelijk om de pompen,
waarborgt dat de ontwerpwaarden ook in de praktijk
regelaars en aansturing van de installatie te ontwerpen.
worden gerealiseerd.
HOOFDSTUK 8 HOOFDSTUK 9
22i
8k
Consumentenvoorlichting
Jaarlijkse verbruikskosten bewoner****
€ 417
€ 446
Omdat het hier om een installatie gaat die trager is en
Woninggebonden maatregelen
A(1)
€ 5.200
€ 7.000
B
€ 3.000
€ 3.000
Installatiekosten referentie
Op basis van de ventilatievraag wordt de benodigde
anders bediend moet worden dan een traditionele
Meerkosten ventilatiesysteem
capaciteit van de HR-WTW installatie bepaald. Met een
cv-ketel met radiatoren is voorlichting over gebruik en
Meerkosten vloerverwerwarming
C
€ 2.300
€ 2.300
luchtkanaalberekening (drukverlies/luchtsnelheid) kun-
onderhoud van de warmtepomp, vloerverwarming en
Meerkosten warmte/koude opwekking
D
€ 3.250
€ 15.200
nen het kanalenverloop en de HR-WTW-unit op elkaar
HR-WTW vereist.
Totale investeringskosten woninggebonden A+B+C+D
€ 13.750
€ 27.500
worden afgestemd zodat de vereiste debieten onder alle omstandigheden worden gehaald.
installatie
Risicobeheersing realisatiefase Isolatiemateriaal moet droog en nauwsluitend worden
Met een geluidberekening kan het type geluiddemper
aangebracht, geen naden.
worden geselecteerd om te voldoen aan de geluidseisen
Ingestorte luchtkanalen mogen niet vervormen omdat
in de leefvertrekken.
anders de luchtweerstand verhoogt waardoor de
Collectieve installatie
Meerkosten warmte/koude opwekking
Totaal meerkosten tov referentie Totale investeringskosten collectieve installatie***
E
€ 5.450
€0
B+C+D+E
€ 14.000
€ 20.500
F
€ 7.250
€0
€ 440
nvt
€ 9.500
nvt
(1)Referentie excl. warmteopwekker bij 22i
debieten niet meer worden gehaald. Risicobeheersing in ontwerp en besteksfase
Bodemwarmtewisselaars dienen niet geknikt te zijn in
Outsourcing
–
Onderzoek naar lokale mogelijkheden voor het aan-
de bodem en tevens toegankelijk te zijn voor onder-
Jaarlijkse verbruikskosten bewoner
brengen van bodemwarmtewisselaars
houd/ afsluitmogelijkheid bij evt. lekkage.
Bijdrage aansluitkosten
–
Analyse van randvoorwaarden voor vergunningverlening en vooroverleg
–
118
Energieconcept 22i
Kosten en investeringen klimaatinstallaties
De tapwaterverwarming dient legionella-veilig uitgevoerd te worden.
Rijenwoning
Reële doorloopplanning opstellen
project 50 woningen
G
(BAK)
project 200 woningen
H
nvt
nvt
Meerinvestering bij
project 50 woningen**
B+C+D+G - 750
€ 17.300
nvt
outsourcing
project 200 woningen**
B+C+D+H - 750
nvt
nvt
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 7
lecteerd waarmee voldaan kan worden aan de
HOOFDSTUK 4
Geo-technisch
–
HOOFDSTUK 5
6.3.3 Realisatie en oplevering
Installatietechnisch
bodemwarmtewisselaars
HOOFDSTUK 2
Dimensionering leidingen
ningen dienen geluidbeperkende maatregelen te
HOOFDSTUK 1
Inventariseren subsidiemogelijkheden
–
bronnen binnen de woning. Aan de hand van bereke-
Toolkit
Energieconcept 5
Energieconcept HOOFDSTUK 65
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 5
HOOFDSTUK 65 Energieconcept
11:23
HOOFDSTUK 7
23-05-2005
HOOFDSTUK 8
bam_toolkit_02.qxd
119
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:23
Pagina 120
Toolkit
Energieconcept 5
120
HOOFDSTUK 1
‘Door de zon verwarmde, comfortabele en gezonde eengezinswoning’. (Installatieconcept Archi Service) Energieprestaties EPC
0,66
0,48
1 Omschrijving project
CO2-uitstootreductie tov referentie
29%
44%
Soort project:
CO2-uitstootreductie tov referentie met koeling*
37%
50%
Projectgrootte:
10 < 40 woningen
Locatiekenmerken:
Nieuwbouw, uitbreidingslocatie. Gevel tuinzijde georiënteerd op zuid en geen beschaduwing
Comfortniveau:
De binnentemperatuur wordt niet meer dan 50 uur per jaar hoger dan 25°C
Ambitie CO2-reductie: 56% CO2-reductie (ambitieniveau 4) Gekozen techniek
Low tech
Verkoopdoel:
Flexibel, functioneel, gezond, comfortabel, vooral behaaglijk in de winter en met een goede
8 Voorstel voor in te schakelen partijen
Prijsklasse:
Middelduur
De Projectgroep Duurzame Energie Projectontwikkeling
2 Kenmerken woning met Kwaliteitsprofiel
**** jaarlijkse verbruikskosten bewoner in de refentiewoning € 663
HOOFDSTUK 3
***getal benodigd om de exploitatieberekening te kunnen maken
HOOFDSTUK 2
van belendende percelen
* zinvolle vergelijking indien zonder koeling een reëel gevaar voor oververhitting bestaat (TO>400) **voor de vermeden individuele gasaansluiting is € 750 afgetrokken
Eengezinswoning, met de mogelijkheid deze uit te breiden, waardoor een hoge mate van flexibiliteit
HOOFDSTUK 4
zonwering ook heerlijk koel in de zomer, royaal aanbod van warm tapwater.
Woningbouw is voornemens een lijst te maken met bewezen ervaring hebben met het adviseren en
Lokatie
< 10
A
Toegankelijkheid
B
Stedelijke ecologie
C
Veiligheid
Woning
Voor aanvullende informatie betreffende duurzame A
Toegankelijkheid
SenterNovem.
B
Bruikbaarheid
http://www.senternovem.nl
C
Veiligheid
D
Gezondheid
B
+
++
E
Comfort
B
+
++
F
Uitstraling
G
Klantgericht ontwikkelen
energie wordt verwezen naar de website van
H
Technische staat (bestaande bouw)
I
Exploitatie
B
J
Energetische kwaliteit
B
+
4
K
Milieukwaliteit materialen
B
+
++
L
Kwaliteit waterhuishouding
Ventilatie
Nat. afvoer en mechanische toevoer
Warmteopwekking
Zonnegascombi
Temperatuurniveau opwekking
LTV
Warmteafgifte
Wandverwarming
Tapwaterverwarming
Zonnegascombi
Koudeopwekking
Lucht via grondbuizen
HOOFDSTUK 66 Energieconcept
9 Bronnen voor meer informatie
Archi Service
HOOFDSTUK 7
realiseren van dit energieconcept.
Eengezinswoning tussen
HOOFDSTUK 5
6
HOOFDSTUK 8
namen van adviseurs en (onder-)aannemers die
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 7
Energieconcept HOOFDSTUK 65
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 6
Temperatuurniveau koeling Zonneboiler
Ja
CO2-reductie
56%
121
Pagina 122
HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 5 Energieconcept HOOFDSTUK 66
Door zeer goede isolatie is er een geringe warmtevraag.
van emissies uit materialen ligt de toepassing van
Vanwege de kleine projectomvang is gekozen voor een
wordt wandverwarming toegepast.
kalkzandsteen voor de dragende wanden en het binnen-
kalkzandsteen draagconstructie en voor kanaalplaat-
Voor de aanvullende gezondheidsmaatregelen zie
spouwblad en kanaalplaatvloeren voor de verdieping
vloeren. Deze constructie bemoeilijkt het realiseren van
Kwaliteitsprofiel en concept G.1 (Allergeenarm).
voor de hand. In de materialisatie zorgen de kalkzand-
een blijvende hoge luchtdichtheid van de woning.
steen wanden en de kanaalplaatvloeren ervoor dat er
Daarom kan het nodig zijn bij de berekeningen uit te
4.2 Comfort
sprake is van voldoende massa, om snelle temperatuur-
gaan van een qv.10 waarde van 1,0 dm3/s.m2 (referentie
Door de stralingswarmte van de wandverwarming
schommelingen te voorkomen en pieken uit te vlakken.
is 0,625).
ontstaat al een behaaglijk binnenklimaat bij een tempe-
Nadeel van het stapelen is wel dat de maatvastheid
Glasoppervlakken (< 60% van het geveloppervlak op de
ratuur van 18°C. Bij toepassing van de serre wordt
geringer is en dat daardoor een qv.10 waarde van 0,625
zuidzijde en 30% van geveloppervlak op de noordzijde
gezorgd voor voorverwarmde ventilatielucht t.b.v. de op
moeilijk haalbaar is. Zorgvuldig detailleren is een
en hoogte < 2,5 m) en glaskwaliteit (HR++) en de zeer
het zuiden gelegen woonvertrekken. De behaaglijkheid
vereiste.
goede U-waarde zijn zo gekozen dat het glas geen
in de woning wordt bevorderd door de hoge isolatie-
Voor aanvullende wensen op het gebied van de milieu-
koudestraling veroorzaakt.
waarden (Uraam = 1,2 W/m2K en 1,0 m2 K/W voor het
kwaliteit van de materialen wordt verwezen naar het
-
Dichte gevels
Rc = 4,0 m2 K/W
glas, Rc = 4,0 m K/W voor de gevels, Rc = 5,0 m K/W
hoofdstuk over milieuclassificatie van materialen.
-
Dak
Rc = 5,0 m2 K/W
-
BG vloer
Rc = 7,0 m2 K/W
–
laties over het algemeen economisch niet interessant.
De oriëntatie met de woonkamer op het zuiden betekent zoninval in de woonkamer en in de op het zuiden liggende slaapkamers. Dit verkort het stookseizoen, maar kan zonder aanvullende maatregelen ook de zonnecollector dient min of meer zuid georiënteerd te worden
2
2
voor het dak, Rc = 7,0 m K/W voor de begane grond 2
4 Woningkenmerken
vloer). Wel is bij deze hoge isolatiewaarden en relatief
4.5 Beheervorm (woningen en energievoorziening)
-
Deuren
Udeur = 2,0 W/m2 K
4.1 Gezondheid
veel glas op het zuiden een goed werkende buitenzon-
De woningen worden aangeboden als koopwoningen.
-
Ramen
Uglas = 1,0 W/m2 K
–
Het maken van een gezonde woning is een van de
wering vereist. Het warmtapwatersysteem met een
Het ligt dan ook voor de hand om de installatie in eigen-
hoofddoelen van dit woningconcept.
voorraadvat van 200 liter garandeert minimaal 16 liter
dom en beheer aan de bewoner over te dragen.
Door advisering t.a.v. de inrichting en afwerking van
water van 40 °C per minuut wat voldoende is voor het
de woning kan dit effect worden ondersteund.
gelijktijdig gebruik van twee tappunten (CW6).
–
Bovendien kan de bewoners worden geadviseerd
–
extra aandacht te besteden aan de reinigbaarheid
4.3 Energetische kwaliteit
van de woning, bijvoorbeeld door het kiezen voor
Met dit concept wordt een CO2-reductie gerealiseerd
harde vloerafwerking.
t.o.v. de referentie van 56% (EPC ca. 0,62) en voldoet de
Ter beperking van de radon-emissie is gekozen voor
woning aan ambitieniveau 4. De CO2-reductie wordt
een woning zonder kruipruimte.
gerealiseerd met de volgende maatregelen:
In het stookseizoen geldt een lage
–
als ruimteverwarming.
binnentemperatuur. –
Tocht wordt beperkt door de lage binnentempera-
–
Verticale douche WTW.
tuur te combineren met een hoge afdichting van
–
Grondbuisventilatie waarmee in de winter de venti-
kieren en naden, een hoog isolatieniveau van de hele
latielucht voorverwarmd en in de zomer
woning en specifieke aandacht voor het inblazen van
voorgekoeld ter verhoging van het comfort.
de ventilatielucht. –
–
–
Hybride ventilatie; Door speciale voorzieningen wordt
Een stille woning door de afwezigheid van een
door middel van natuurlijke trek de ventilatorenergie
continu werkende mechanische ventilatie (volledige
beperkt, of er is geen ventilator noodzakelijk.
natuurlijke ventilatie of een hybride ventilatie–
Zonneboiler-combi voor zowel tapwaterverwarming
–
Zowel vloer- als wandverwarming zullen door het
systeem).
hoge stralingsaandeel het stookgedrag van de
Toxische materialen worden zo veel mogelijk
bewoners positief beïnvloeden. De luchttempera-
vermeden.
tuur zal hierdoor gemiddeld 1 a 2 °C lager liggen.
Roosters zijn zo gedimensioneerd dat de luchtsnelheid in de leefzone < 0,1 m/s bedraagt.
–
Een deel van de ventilatielucht wordt door de serre
5 Energetische kenmerken De woning is zeer zorgvuldig geïsoleerd, waardoor de warmteverliezen door gevels, vloeren en daken zijn geminimaliseerd. De stralingswarmte van de wandverwarming in de woonvertrekken en vloerverwarming in de hal, het toilet en de badkamer, maken het mogelijk een behaaglijk binnenklimaat bij een luchttemperatuur van 18 °C te realiseren. Dit beperkt de warmtevraag ten behoeve van ruimteverwarming. De via grote zonnecollectoren opgevangen zonnewarm-
HOOFDSTUK 1
In een woning met wandverwarming en de beperking
Om luchtbewegingen door convectie te voorkomen
HOOFDSTUK 2
(spuiventilatie). –
woningen. Bij deze projectomvang zijn collectieve instal-
– HOOFDSTUK 7
5.1 Bouwkundige kenmerken
HOOFDSTUK 3
een projectgrootte van 10 tot 40 twee onder een kap
leiden tot oververhitting (zie comfort). Het dakvlak met
HOOFDSTUK 8
4.4 Milieukwaliteit materialen
Installatiekeuze en investeringskosten zijn gebaseerd op
3.2 Oriëntatie
HOOFDSTUK 9
In elk vertrek kan een raam en/of bovenlicht open
HOOFDSTUK 4
3.1 Project grootte
–
Uraam = 1,2 W/m2 K -
Luchtdichtheid
qv.10 = 1,0 of lager
-
Bouwsysteem:
kzs
-
Oriëntatie en glasoppervlak woonvertrek op zuid
HOOFDSTUK 5
3 Lokatiekenmerken
Toolkit
Energieconcept 6
De begane grondvloer rust op een 50 cm dikke schuim-
HOOFDSTUK 66 Energieconcept
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 6
betonvloer. Hieronder bevindt zich een laag droog blijvend zand dat dient als koudebuffer in de zomer en als warmtebuffer in de winter. In deze laag zand worden buizen aangebracht waardoor ventilatielucht wordt gevoerd. Tevens zijn waterleidingen aanwezig die in de
HOOFDSTUK 7
11:24
winter overtollige zonnewarmte uit de zonneboilercombi aan deze laag zand kunnen toevoeren.
te wordt opgeslagen in het boilervat van 200 l. Overtollige warmte uit de zonneboilercombi kan in een warmtebuffer onder de begane grondvloer worden opgeslagen. Inkomende ventilatielucht wordt voorverwarmd via de eventuele serre en via de luchtkanalen die lopen door de warmtebuffer onder de begane grondvloer. Onderzoek
5.2 Installatietechnisch kenmerken 5.2.1 Type verwarmen / opwekking, temperatuurniveau
HOOFDSTUK 8
23-05-2005
In dit concept wordt uitgegaan van een zonnegascombi (bv de ATAG SHR-ZGC 24) die voorziet in de warmte voor het LTV verwarmingssysteem.
aan serres heeft uitgewezen dat de voorverwarming van de ventilatielucht, ongeacht de buitentemperatuur,
HOOFDSTUK 9
bam_toolkit_02.qxd
ongeveer 8 °C bedraagt.
gevoerd, waardoor de lucht wordt voorverwarmd. De serre beperkt tevens de warmteverliezen van de woning.
122
123
Pagina 124
HOOFDSTUK 2 HOOFDSTUK 3
laar (buis) in de buffer.
De doelstellingen zijn een CO2-reductie van 56%, een hoog comfort en hoge eisen ten behoeve van gezondheid.
Installatietechnisch De zonnegascombi haalt zijn hoogste energetisch rende-
6.2 Actoren
ment bij lage temperaturen. Daarom moet de wand- en
De hoge comforteisen in combinatie met LTV en het niet
vloerverwarming voor verwarmen op een zo laag
willen overdimensioneren van de zonnegascombi,
mogelijke aanvoertemperatuur worden gekozen. Voor
vraagt om de inzet van een aantal adviseurs:
de inpassing van de zonnecollector en de warmtapwater-
–
een deskundig bouwfysisch adviseur om in alle fasen
verwarming moeten de apparaatspecificaties goed in de
van het proces alle aspecten van gebouw (bouwfysi-
gaten worden gehouden.
Vloerverwarming
ca) en installaties te overzien. Optimaliseert de
Zonnegascombi
Vloer en wandverwarming
uitwerking van isolatie en kierdichting om de
6.3.2 Definitief ontwerp en bestek
warmtevraag klein te houden en het temperatuur-
Bouwfysisch
niveau van de verwarming zo laag mogelijk te
–
Aan de hand van de warmteverliesberekening wordt
houden; de bouwfysisch adviseur bepaalt de
voor de ruimteverwarming de vermogensvraag per
5.2.3 Koelen / opwekking, temperatuurniveau
Daarnaast wordt de douche voorzien van een douche
warmtevraag, de benodigde zonwering en de rand-
vertrek vastgesteld en op basis hiervan het type zon-
Koelen geschiedt door in de zomerkoele lucht in te laten
WTW. De warmtevraag voor warmtapwater wordt hier-
voorwaarden voor de gewenste ventilatie. Berekent
negascombi bepaald. Op basis van een computer-
HOOFDSTUK 5
Zon
De bouwfysisch adviseur berekent de grootte van de benodigde grondbuffer en dimensioneert de luchtwisse-
6.1 Doelen
Dak
Gas
die via de grondbuizen de woning wordt ingeblazen. In dit
door beperkt. Het is bij deze douche WTW van groot
en dimensioneert tevens de grondbuisventilatie en
simulatie met TRNSYS wordt de koelvraag c.q. de
concept kan de woning ’s nacht afkoelen via de venti-
belang dat er jaarlijks deugdelijk onderhoud aan wordt
het hybride ventilatiesysteem.
benodigde zonwering bepaald.
latieopeningen. Een goede buitenzonwering ter voor-
verricht teneinde de energetische prestatie te waarborgen.
5.2.4 Koude afgiftesysteem
–
Op basis van de grote van de woning en de gewenste luchtverversing wordt de ventilatievraag bepaald.
met zoveel mogelijk natuurlijke middelen.
5.2.5 Ventilatie De woning wordt zo veel mogelijk natuurlijk geventileerd. via natuurlijke trek door ventilatiekanalen naar het dak.
Hoofddoel is een hoge CO2-reductie te realiseren
–
Voorts is gezondheid een belangrijk doel in
–
Comfort is het derde hoofddoel. Essentieel is dat dit gebeurt met relatief simpele middelen die elke bewoner kan begrijpen. Is het te
geplaatst; de lucht hiervan wordt separaat naar het dak
warm, doe dan de zonwering omlaag. Zorg
afgevoerd. In de zomer vindt luchttoevoer middels
op basis van de vermogensvraag per vertrek, waarmee
bouwfysisch adviseur.
wordt vastgesteld:
Het is de taak van de ontwikkelaar om een op alle
–
en gebruik de aanwezige middelen om de woning ’s nachts te laten afkoelen. Het resul-
dels gevelopeningen (al of niet via de serre) plaats of
taat is mede door de goede isolatie een
middels het luchtinlaatkanaal dat loopt via de warmte-
’s zomers heerlijk koele woning. Is het te
buffer in de grond. De niet voor ruimteverwarming of
koud, zet niet te veel ventilatieopeningen
tapwater benodigde zonne-energie wordt toegevoerd
open en geeft de warmtewanden de tijd om
aan de warmtebuffer in de grond.
hun straling af te geven. Het resultaat is ook weer, mede door de goede isolatie, een
5.2.6 Warmtapwater
’s winters heerlijk behaaglijke woning.
De zonneboiler verzorgt de tapwaterverwarming. Het –
Een hoog comfort van warm tapwater, tot 14 liter per minuut van 40 °C (CW6)
Temperatuurniveau (bepaalt de capaciteit van de zonnegascombi)
opzichter behartigt met name de risico’s voor de
–
Dimensionering leidingen
gebruiker.
–
Waterdebiet
Het is mogelijk dat één partij meerdere rollen kan vervullen. Aantoonbare ervaring is wel vereist.
Installatietechnisch Uit het productaanbod wordt een zonnegascombi
er voor dat de woning niet te veel opwarmt
buffer in de grond. In de winter vindt luchttoevoer mid-
garant voor het hoge comfortniveau, CW klasse 6.
het werk controleert; input zijn de gegevens van de
terreinen kundige opzichter voor te stellen. Deze
het concept.
Aanvullend wordt boven de kookplaats een ventilatiekap
voorraadvat van 200 liter (inhoud tapwaterdeel 80 l) staat
–
De wand- en vloerverwarming wordt gedimensioneerd
geselecteerd, waarmee voldaan kan worden aan de 6.3 Activiteiten
energieprestatie en het gevraagde vermogen. De relatie
6.3.1 Initiatief en voorontwerp
tussen de warmteopwekking in de zonnegascombi, de
Bouwfysisch
warmteafgifte door de wand- vloerverwarming, grond-
Omdat het een concept met lage temperatuur warmte-
buffer en het transport van warm en koud water in lei-
wanden betreft, is het beperken van het warmteverlies
dingen, kan worden weergegeven in een zgn.
van groot belang. Daarom moet grote aandacht worden
hydraulisch schema. Het opstellen van dit schema is
besteed aan de optimalisatie en realisatie van:
noodzakelijk om de pompen, regelaars en aansturing
–
Rc-waarde gevel en dak
van de installatie te ontwerpen.
–
Qv10-waarde van de gebouwschil
De tapwaterverwarming dient legionella-veilig
–
U-waarde raam (glas+kozijn)
uitgevoerd te worden.
–
Het voorkomen van koudebruggen
Op basis van de ventilatievraag wordt de benodigde
HOOFDSTUK 8
–
van de installatie ontwerpt en die de uitvoering op
HOOFDSTUK 7
Waarom dit concept hier toepassen?
N.v.t.
HOOFDSTUK 66 Energieconcept
ningen kan uitvoeren, die de bouwkundige inpassing
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 8
een deskundig installatie adviseur van een installatie adviesbureau die gedetailleerde installatiebereke-
gevelopeningen en/of via de grondbuizen en de koude-
HOOFDSTUK 9
–
komen van te veel opwarming in de zomer is een vereiste.
In keuken, toilet en badkamer vindt luchtafvoer plaats
124
HOOFDSTUK 1
Wand- en vloerverwarming LTV
6 De organisatorische aanpak
HOOFDSTUK 2
5.2.2 Warmte afgiftesysteem
Energieconcept HOOFDSTUK 66
HOOFDSTUK 4
Toolkit
Energieconcept 6
Wandverwarming
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 6
HOOFDSTUK 3
11:24
HOOFDSTUK 4
23-05-2005
HOOFDSTUK 5
bam_toolkit_02.qxd
125
Pagina 126
met periodiek noodzakelijke reiniging.
den afgestemd zodat de vereiste debieten onder alle omstandigheden worden gehaald.
-
-
Concept Archi Service
Nat. toe-, mech. afvoer
Ventilator en afzuigkap, met voorzieningen voor natuurlijke en
Onderhoudsplan voor de woning en installatie opstellen
mechanische afvoer. Grondbuisventilatie via grondbuffer Warmteopwekking
CV-ketel HR-107
Zonnegascombi HR 107
Temp. Niveau
HTV
LTV
Zodanig detailleren dat geen koudebruggen
met aanbevelingen t.a.v. uitbesteding/contracten
ontstaan en de hoge qv.10-waarde kan worden
Voorlichting aan gebruikers bij oplevering en gedurende
Afgiftesysteem
Radiatoren
Wand- en vloerverwarming
gehaald
eerste stookseizoen Bij oplevering inregelstaten vast-
Tapwaterverwarming
Combiketel
Zonnegascombi HR 107
Zorg ervoor dat de warmtebuffer onder de begane
leggen en bij onderhoud instelling controleren
Koudeopwekking
Split-unit
In zomersituatie via grondbuisventilatie
Koude afgifte
Lucht
Lucht
grondvloer onder alle omstandigheden droog kan blijven.
6.4 Externe invloeden
Kies in verband met comfort de inblaaspunten van
–
de toevoerlucht zorgvuldig.
warmte/koudeopslag –
6.3.3 Realisatie en oplevering Bouwfysisch
Geschiktheid bodem voor een droge Vergunningverlening/ melding voor/van afwijkend natuurlijk ventilatiesysteem
Archi Service
Energieconcept
Kosten en investeringen klimaatinstallaties
6 € 380
Jaarlijkse verbruikskosten bewoner**** Woninggebonden maatregelen
Installatiekosten referentie
A
€ 8.500
De warmteverliezen door isolatie en luchtdichtheid
Meerkosten ventilatiesysteem +
mogen niet afwijken van de ontwerpwaarden omdat
bouwkundige maatregelen
B
€ 7.500
anders het verwarmingsvermogen van de wand- c.q. de
Meerkosten vloer/wandverwarming
C
€ 2.000
vloerverwarming en de zonnegascombi te klein is, dan
Meerkosten warmte/koude opwekking
D
€ 5.500
wel de gewenste CO2-reductie niet gehaald wordt.
Totale investeringskosten woninggebonden A+B+C+D
€ 23.500
Daarom is controle van werktekeningen, van details en controle op de uitvoering op de bouwplaats noodzakelijk. Aanvullend is het steekproefsgewijs meten van de luchtdichtheid van woningen nodig.
installatie Collectieve installatie
Meerkosten warmte/koude opwekking
Totaal meerkosten tov referentie
E B+C+D+E
Totale investeringskosten collectieve installatie
F
€0 € 15.000 nvt
Controle op het inregelen en beproeving installatie en
Energieprestatie
regeltechniek waarborgt dat de ontwerpwaarden ook in
EPC
0,62
de praktijk worden gerealiseerd.
CO2-uitstootreductie tov referentie
56%
CO2-uitstootreductie tov referentie met koeling*
56%
HOOFDSTUK 7
Installatietechnisch
Consumentenvoorlichting anders bediend moet worden dan een traditionele cvketel met radiatoren, is voorlichting over gebruik en
* zinvolle vergelijking indien zonder koeling een reëel gevaar voor oververhitting bestaat (TO>400)
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 5 Energieconcept HOOFDSTUK 66 HOOFDSTUK 7
Ventilatiesysteem
Ref. zonder koeling
6.3.4 Beheerfase Risicobeheersing beheerfase
Risicobeheersing in ontwerp en besteksfase
HOOFDSTUK 1
nen het kanalenverloop en de ventilator op elkaar wor-
7 Beschrijving van kosten en opbrengsten
HOOFDSTUK 2
bodem en tevens door te spuiten te zijn in verband
Omdat het hier om een installatie gaat die trager is en HOOFDSTUK 8
Bodemkanalen dienen niet geknikt te zijn in de
luchtkanaalberekening (drukverlies/luchtsnelheid) kun-
-
HOOFDSTUK 9
-
HOOFDSTUK 3
capaciteit van de ventilator bepaald. Met een
Toolkit
Energieconcept 6
**** jaarlijkse verbruikskosten bewoner in de refentiewoning € 725
onderhoud van de zonnegascombi, wand- en vloerverwarming en ventilatie vereist.
8 Voorstel voor in te schakelen partijen
9 Bronnen voor meer informatie
Risicobeheersing realisatiefase
De Projectgroep Duurzame Energie Projectontwikkeling Wo-
Voor aanvullende informatie betreffende duurzame
-
Isolatiemateriaal moet droog en nauwsluitend
ningbouw is voornemens een lijst te maken met namen van
energie wordt verwezen naar de website van
worden aangebracht, geen naden.
adviseurs en (onder-)aannemers die bewezen ervaring heb-
SenterNovem.
Ingestorte luchtkanalen mogen niet vervormen
ben met het adviseren en realiseren van dit energieconcept.
http://www.senternovem.nl
-
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 6
HOOFDSTUK 4
11:24
HOOFDSTUK 5
23-05-2005
HOOFDSTUK 66 Energieconcept
bam_toolkit_02.qxd
omdat anders de luchtweerstand verhoogt, waardoor de debieten niet meer worden gehaald.
126
127
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:24
Pagina 128
Toolkit
In principe overal toepasbaar. (Installatieconcept 4 en 5a) 1 Omschrijving project binnenmilieu geboden. Door de liftontsluiting zijn het levensloopbestendige woningen. Projectgrootte:
Projectgrootte tussen de 40 en 250 woningen. Door echter te kiezen voor individuele low tech oplossingen is het concept projectgrootte onafhankelijk. De projectgrootte tussen de 40 en 250 woningen leent zich prima voor meer geavanceerde collectieve installaties.
HOOFDSTUK 3
Nieuwbouw, in principe zonder specifieke locatie-eisen. De zonnecollectoren van energieconcept 5a kunnen op een plat dak altijd op het zuiden georiënteerd worden. In principe toepasbaar op een geluidsbelaste locatie omdat ramen dicht kunnen blijven en de ventilatielucht van de andere (schonere) gevel gehaald kan worden.
Comfortniveau:
Het comfort voldoet aan ambitieniveau + (< 200 uur boven 25 °C)
Ambitie CO2-reductie:
Ambitieniveau 1 voor energieconcept 4 (tussen 25 en 35%) en niveau 2 voor energieconcept Low Tech
Verkoopdoel:
Comfortabel, gezond, levensloopbestendig en de keuzemogelijkheid voor een prettig wooncomfort
Prijsklasse:
Bereikbaar en middelduur
HOOFDSTUK 4
5a (tusse 35 en 45%) Gekozen techniek
Eengezinswoning tussen Lokatie
A
Toegankelijkheid
B
Stedelijke ecologie
C
E-concept 4
E-concept 5a
40 tot 250
40 tot 250
HOOFDSTUK 67 Energieconcept
7
HOOFDSTUK 5
2 Kenmerken woning met Kwaliteitsprofiel
Veiligheid
A
Toegankelijkheid
B
Bruikbaarheid
C
Veiligheid
D
Gezondheid
B
+
B
+
E
Comfort
B
+
B
+
F
Uitstraling
G
Klantgericht ontwikkelen
H
Technische staat (bestaande bouw)
I
Exploitatie
B
J
Energetische kwaliteit
B
1
B
K
Milieukwaliteit materialen
B
B
L
Kwaliteit waterhuishouding Ventilatie
HR-WTW
HR-WTW
Warmteopwekking
CV-ketel HR 107
CV-ketel HR 107
Temperatuurniveau opwekking
HTV
LTV
HOOFDSTUK 7
Woning
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 4 Energieconcept 7HOOFDSTUK HOOFDSTUK 6 5 HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 8
Gestapelde woningen met galerij en lift ontsluiting. Er wordt comfort en een gezond
HOOFDSTUK 2
Soort project:
Locatiekenmerken:
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 1
‘Comfortabele, gezonde en energiezuinige gallerijwoningen’.
B
Warmteafgifte
Rad.
Vloerverw.
Tapwaterverwarming
Combi-ketel
Combi-ketel
Koudeopwekking
Geen
Geen
2
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 7
Temperatuurniveau koeling
128
Zonneboiler
Nee
Ja
CO2-reductie
23%
38%
129
Pagina 130
naverwarming. Het voorraadvat van 120 liter staat
de afzuiging aan, waardoor de woning kan afkoelen.
garant voor het comfortniveau CW4.
3.1 Project grootte Installatiekeuze en investeringskosten zijn gebaseerd op
Het comfort wordt ‘met’ zonwering bijna op kwaliteits-
een projectgrootte tussen de 40 en 250 galerijwonin-
niveau ‘+’ geboden. In plaats van 200 uur temperatuur-
5.1 Bouwkundige kenmerken
gen. Bij deze projectomvang en dit woningtype zijn
overschrijding boven de 25 °C, wordt het 239 uur (4),
Door goede isolatie is er een geringe warmtevraag.
collectieve installaties zeker te overwegen, maar hier
resp. 293 uur (5a). Dit aantal uren is terug te brengen
Indien gekozen wordt voor extra groot glasoppervlak,
is gekozen voor individuele oplossingen.
tot 160 uur, wanneer de HR-WTW in energieconcept 5a
neemt de kans op oververhitting toe.
wordt ingewisseld voor vraaggestuurde mechanische
-
Dichte gevels
Rc = 2,9 m2 K/W
3.2 Oriëntatie
afvoer en natuurlijke toevoer (energieconcept 12a). Dit
-
Dak
Rc = 4 m2 K/W
Het concept is in principe oriëntatie onafhankelijk. Zuid,
gaat wel ten kosten van CO2-reductie (38% bij 5a en 30%
-
BG vloer
Rc = 4 m2 K/W
zuidoost of zuidwest is aan te bevelen. De zonneboiler in
bij 12a). Daarmee wordt het gewenste ambitieniveau 2
-
Deuren
Udeur = 2,0 W/m2 K
energieconcept 5a vraagt echter een zuid-oriëntatie, die
niet gehaald. Het aantal temperatuuroverschrijdings-
-
Ramen
Uglas = 1,2 W/m2 K
op een plat dak altijd is te vinden.
uren wordt in deze concepten beperkt door de aanwezig-
Energieconcept HOOFDSTUK 67
Luchtdichtheid
qv.10 = 0,625 dm3/s
massa van de constructie voor het uitdempen van grote
-
Bouwsysteem:
Gietbouw
temperatuurschommelingen.
-
Oriëntatie en glasoppervlak woonvertrek op zuid Energieconcept 4
4.3 Energetische kwaliteit Concept 4 voldoet met een CO2-reductie t.o.v. de refe-
Extra aandacht wordt besteed aan het
rentie van 23% (EPC = 0,79) net niet aan ambitieniveau 1.
5.2.1 Type verwarmen / opwekking, temperatuurniveau
voorkomen van tocht en geluidhinder door de
Indien dit in het definitieve ontwerp ook het geval is, zijn
Individuele HR-combiketels HR 107 voor zowel de
HR-WTW en aan de reinigbaarheid van de
aanvullende bouwkundige maatregelen, zoals extra iso-
ruimteverwarming als de (na)verwarming van tapwater.
kanalen, filters en ventielen.
latie, nodig. Concept 5a met LTV en de zonneboiler haalt
Voor het laten reinigen van de kanalen, filters en
met 38% CO2-reductie, (EPC = 0,66) ambitieniveau 2.
HOOFDSTUK 7
-
plan en een onderhoudscontract aangeboden.
4.4 Milieukwaliteit materialen
radiatoren. Bij energieconcept 5a wordt de warmte
Roosters en kanalen zijn zo gedimensioneerd dat
Gietbouw ligt bij dit woningtype voor de hand. Om toch
afgegeven via vloerverwarming LTV.
de luchtsnelheid in de leefzone < 01 m/s
op gezondheid kwaliteitsniveau + te halen, dient de ven-
bedraagt.
tilatie wel zonder risico op tocht of geluidhinder gehaald
5.2.3 Koelen / opwekking, temperatuurniveau
Het ventilatiesysteem is zo gedimensioneerd en
te kunnen worden.
Er vindt geen actieve koeling plaats. Door de massa van de woning, het bieden van spuimogelijkheden en het
ontworpen dat in de gehele periode tussen twee onderhoudsbeurten toch het vereiste debiet
4.5 Beheersvorm
bieden van een gevel waar buitenzonwering op aange-
gehaald kan worden, zonder dat geluidhinder
De installatie wordt in eigendom gegeven aan de koper.
bracht kan worden, kan de temperatuuroverschrijding
op een debiet van 130% van het minimaal vereiste. -
5.2.2 Warmte afgiftesysteem Bij energieconcept 4 wordt de warmte afgegeven via
ventielen wordt bij oplevering een onderhouds-
HOOFDSTUK 8
5.2 Installatietechnische kenmerken
-
-
HOOFDSTUK 4
-
teerd de volgende extra prestaties verlangd:
-
–
Buitenzonwering
aanbrengen van buitenzonwering. Daarnaast zorgt de
Om het kwaliteitsaspect gezondheid op ‘+’ niveau te brengen, worden aan het energieconcept gerela-
HOOFDSTUK 3
Uraam = 1,7 W/m2 K
HOOFDSTUK 5
–
tapwaterverwarming.
HOOFDSTUK 67 Energieconcept
4.1 Gezondheid
HOOFDSTUK 2
In energieconcept 4 zorgt de combiketel voor de
heid van spuimogelijkheden en door het projectmatig
4 Woningkenmerken
HOOFDSTUK 1
in de zomer ’s nachts de ramen open kunnen met alleen 4.2 Comfort
Energieconcept 5a met zonneboiler
’s zomers beperkt blijven (bijna niveau +).
optreedt. Daarom wordt de installatie ontworpen
HOOFDSTUK 9
Toolkit
Energieconcept 7
3 Locatiekenmerken
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 7
HOOFDSTUK 7
11:24
5 Energetische kenmerken
In elk vertrek kan een raam en/of bovenlicht
Het concept is gebaseerd op individuele installaties. De
open (spuiventilatie).
LTV vloerverwarming bij concept 5a is comfortabel en in
5.2.4 Koude afgiftesysteem N.v.t.
Om luchtbewegingen door convectie te
de toekomst, wanneer de CV-ketel aan vervanging toe
5.2.5 Ventilatie
voorkomen wordt bij energieconcept 5a
is, kan overwogen worden de installatie aan te sluiten op
HR-WTW (met onderhoudsplan) en spuivoorzieningen
vloerverwarming toegepast
een zuiniger laag temperatuursysteem (LTV) zoals een
in elke ruimte.
Voor aanvullende gezondheidsmaatregelen zie
warmtepomp. In de winter zorgt de HR-WTW voor een
Kwaliteitsprofiel en concept G.1. (Allergeenarm)
energiezuinige toe- en afvoer van ventilatielucht, terwijl
HOOFDSTUK 8
23-05-2005
HOOFDSTUK 9
bam_toolkit_02.qxd
5.2.6 Warmtapwater In energieconcept 5a wordt de tapwaterverwarming gerealiseerd door de zonneboiler, met de HR-ketel als
130
131
Pagina 132
versus meerkosten –
Concept 5a is een technisch eenvoudig concept met door de zonneboiler een hogere
HOOFDSTUK 3
CO2-reductie. –
Galerijwoningen vragen relatief weinig collectief leidingwerk om een collectief systeem rendabel te kunnen uitvoeren. Toch is hier, vanuit het oogmerk dat in sommige
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 4
gevallen een koper of huurder het gevoel wil hebben zijn installatie zelf te kunnen beïnvloeden, gekozen voor individuele oplossingen. –
nodig om geluid en tochtklachten te
De toepassing van vloerverwarming bij
6.4 Externe invloeden
35 – 45% plus de wens om geen gebruik te maken van
worden geselecteerd om te voldoen aan de geluidseisen
N.v.t.
geavanceerde technieken. In concepten wordt extra
in de leefvertrekken.
toekomstwaarde omdat later, bij vervanging van de CV, overgestapt kan worden op duurzame LTV-systemen. Bovendien draagt de vloerverwarming bij aan een gezond binnenmilieu. De vloerverwarming uitgevoerd als zwevende dekvloer, resulteert bovendien in betere geluidsisolatie bij een lichtere vloerconstructie. –
De spuivoorziening is noodzakelijk om gen zonwering, te zorgen voor een redelijk
Risicobeheersing in ontwerp en besteksfase 6.2 Actoren
De warmwatervoorziening in de vorm van zonneboiler, naverwarming en een voorraad van 120 liter, voldoet voor een huishouden
deskundig installatieadviesbureau dat zorg draagt voor
6.3.3 Realisatie en oplevering
het dimensioneren van de installaties en het leveren van
Bouwfysisch
eenduidige werktekeningen.
De warmteverliezen door isolatie en luchtdichtheid
Extra aandacht zal het installatieadviesbureau moeten
mogen niet afwijken van de ontwerpwaarden, omdat
besteden aan:
anders het verwarmingsvermogen van de vloerver-
–
warming en de warmtepomp te klein is, dan wel de
– –
de dimensionering van de HR-WTW (overcapaciteit om tussen twee onderhoudsbeurten toch voldoende
gewenste CO2-reductie niet gehaald wordt. Daarom is
debiet te blijven leveren);
controle van werktekeningen, van details en controle op
de lay-out van de luchtleidingen i.v.m. de reinig-
de uitvoering op de bouwplaats noodzakelijk.
baarheid;
Aanvullend is het steekproefsgewijs meten van de lucht-
de situering en montage van de ventilatie-unit, om
dichtheid van woningen nodig.
geluidhinder te voorkomen Installatietechnisch Controle op het inregelen en beproeving van de instal6.3 Activiteiten
latie en regeltechniek waarborgt de juiste werking van
6.3.1 Initiatief en voorontwerp
de installaties.
Bouwfysisch Het met TRNSYS berekenen van de CO2-reductie, het
Consumentenvoorlichting
berekenen van de EPC waarde bij een Qv10-waarde van
Voorlichting is wenselijk over gebruik en onderhoud van
0,625 en controle plaatsvindt op de temperatuurover-
de vloerverwarming, van de HR-WTW (4 en 5a) en van
schrijdingsuren. Ten opzichte van de referentie voldoet
vloerverwarming de zonneboiler (5a).
concept 4 net niet aan de CO2 ambitie en aan de comforteis. Concept 5a voldoet net niet aan de comforteis.
Risicobeheersing realisatiefase
Het is daarom voor een concreet project aan te bevelen
–
seren en controleren met TRNSYS berekeningen.
van meerdere personen ruim aan het comfortniveau van 12,5 liter per minuut van
–
Ingestorte luchtkanalen mogen niet vervormen omdat anders de luchtweerstand verhoogt waardoor de debieten niet meer worden gehaald.
6.3.2 Definitief ontwerp en bestek Bouwfysisch De HR-WTW-unit is een geluidsbron binnen de woning.
6.3.4 Beheerfase
Aan de hand van berekeningen dienen geluidsbeperken-
Risicobeheersing beheerfase
de maatregelen te worden vastgesteld.
–
Onderhoudsplan voor de woning en installatie opstellen met aanbevelingen t.a.v. uitbesteding/con-
40 °C. Voldoende voor een woning met één badkamer.
Isolatiemateriaal moet droog en nauwsluitend worden aangebracht, geen naden.
de isolatieniveaus en raamoppervlakken te optimali-
tracten
Installatietechnisch Met een luchtkanaalberekening (drukverlies/luchtsnelheid) kunnen het kanalenverloop en de HR-WTW-unit
132
Geen specifieke onderwerpen.
In principe zijn geen extra adviseurs nodig naast een
comfortniveau. –
HOOFDSTUK 1
comfort als doel nagestreefd.
energieconcept 5a geeft die woning meer
samen met door de bewoners aan te brenHOOFDSTUK 8
Met een geluidsberekening kan het type geluiddemper
klimaat.
Energieconcept HOOFDSTUK 67 HOOFDSTUK 7
Een zorgvuldig ontworpen HR-WTW ventilatie draagt bij aan een gezond binnen-
–
HOOFDSTUK 9
De doelstelling is een CO2-reductie van 25 - 35% c.q. van
voorkomen. –
houd instelling controleren
6.1 Doelen
De HR-WTW is een effectieve maatregel om CO2 te reduceren, maar extra aandacht is
Bij oplevering inregelstaten vastleggen en bij onder-
HOOFDSTUK 2
concepten waar het gaat om CO2-reductie
onder alle omstandigheden worden gehaald.
–
HOOFDSTUK 3
Concept 4 is een van de meest efficiënte
op elkaar worden afgestemd, zodat de vereiste debieten
HOOFDSTUK 4
–
6 De organisatorische aanpak
HOOFDSTUK 5
Waarom dit concept hier toepassen?
Toolkit
Energieconcept 7
HOOFDSTUK 67 Energieconcept
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 7
HOOFDSTUK 7
11:24
HOOFDSTUK 8
23-05-2005
HOOFDSTUK 9
bam_toolkit_02.qxd
–
Voorlichting aan gebruikers bij oplevering en gedurende eerste stookseizoen
133
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:24
Pagina 134
Toolkit
Energieconcept 7
134
galerijwoning’. (Installatieconcept 34 en 23)
Ref.
Energieconcept 4
Energieconcept 5a
Natuurlijke toevoer en
HR-WTW
HR-WTW
1 Omschrijving project Hoogbouw galerijwoning, ruim, comfortabel en gezond.
Regelen ventilatie
3-standenschakelaar
3-standenschakelaar
3-standenschakelaar
Projectgrootte:
tussen de 40 en 250 woningen hoger dan 4 lagen
Warmteopwekking
CV-ketel HR-107
CV-ketel HR-107
CV-ketel HR-107
Locatiekenmerken:
Nieuwbouw op ‘uitzicht locatie’en daarom veel glas. Oriëntatie onafhankelijk. Energieconcept
Temp. Niveau
HTV
HTV
LTV
Afgiftesysteem
Radiatoren
Radiatoren
Vloerverwarming
HOOFDSTUK 2
Soort project:
mechanische afvoer
23 is in principe toepasbaar op een geluidsbelaste locatie omdat ramen dicht kunnen blijven en de ventilatielucht van de andere (schonere) gevel gehaald kan worden. Comfortniveau:
De binnentemperatuur wordt niet meer dan 200 uur per jaar hoger dan 25 °C
Ambitie CO2-reductie:
tussen 35 en 45% CO2-reductie (ambitieniveau 2)
Tapwaterverwarming
Combiketel
Combiketel
Zonneboiler + Combiketel
Koudeopwekking
Splitunit om + te halen
n.v.t (Buitenzonwering)
n.v.t. (Buitenzonwering)
Gekozen techniek
High tech
Koude afgifte
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Verkoopdoel:
Ruim, functioneel, behaaglijk in de winter, heerlijk koel in de zomer en een royaal aanbod van
Gallerijappartementen
Energieconcept
Prijsklasse:
Kosten en investeringen klimaatinstallaties
4
5a
Jaarlijkse verbruikskosten bewoner****
€ 337
€ 274
HOOFDSTUK 3
Ventilatiesysteem
HOOFDSTUK 1
‘Groot project met ruime, comfortabele, gezonde en energiezuinige 7 Beschrijving van kosten en opbrengsten
warm tapwater
€ 2.750
Meerkosten vloerverwerwarming
C
€0
€ 1.100
Meerkosten warmte/koude opwekking
D
€0
€ 3.650
€ 9.750
€ 14.500
Totale investeringskosten woninggebonden installatie Collectieve installatie
A+B+C+D
Meerkosten warmte/koude opwekking
Totaal meerkosten tov referentie
E B+C+D+E
Totale investeringskosten collectieve installatie
F
8
Gallerij
E-concept 34
E-concept 23
Lokatie
40 tot 250
40 tot 250
A
Toegankelijkheid
B
Stedelijke ecologie
C
Veiligheid
€0
€0
€ 2.750
€ 7.500
A
Toegankelijkheid
nvt
nvt
B
Bruikbaarheid
C
Veiligheid
Energieprestaties
HOOFDSTUK 4
€ 7.000
€ 2.750
HOOFDSTUK 5
€ 7.000
B
Woning
D
Gezondheid
B
+
B
+
EPC
0,79
0,66
E
Comfort
B
+
B
+
CO2-uitstootreductie tov referentie
23%
38%
F
Uitstraling
CO2-uitstootreductie tov referentie met koeling*
23%
38%
G
Klantgericht ontwikkelen
* zinvolle vergelijking indien zonder koeling een reëel gevaar voor oververhitting bestaat (TO>400) **** jaarlijkse verbruikskosten bewoner in de refentiewoning € 440
8 Voorstel voor in te schakelen partijen
9 Bronnen voor meer informatie
De Projectgroep Duurzame Energie Projectontwikkeling
Voor aanvullende informatie betreffende duurzame
Woningbouw is voornemens een lijst te maken met
energie wordt verwezen naar de website van
namen van adviseurs en (onder-)aannemers die
SenterNovem.
bewezen ervaring hebben met het adviseren en
http://www.senternovem.nl
realiseren van dit energieconcept.
H
Technische staat (bestaande bouw)
I
Exploitatie
B
J
Energetische kwaliteit
B
K
Milieukwaliteit materialen
B
L
Kwaliteit waterhuishouding
HOOFDSTUK 68 Energieconcept
A
Meerkosten ventilatiesysteem
HOOFDSTUK 7
Installatiekosten referentie
2 Kenmerken woning met Kwaliteitsprofiel
B 2
B
2
B
Ventilatie
Mech afv. Vraaggestuurd
HR-WTW
Warmteopwekking
WP (gw) + HR 107 Coll.
WP (gw) + HR 107 Coll.
Temperatuurniveau opwekking
LTV
LTV
Warmteafgifte
Vloerverw.
Vloerverw.
Tapwaterverwarming
WP (gw) + HR 107 Coll.
WP (gw) + HR 107 Coll.
Koudeopwekking
Grondwater Coll.
Grondwater Coll.
Temperatuurniveau koeling
HTK
HTK
Zonneboiler
Nee
Nee
CO2-reductie
38%
39%
HOOFDSTUK 8
Woninggebonden maatregelen
Geschikt voor bereikbaar doch met name aan te bevelen in het segment middelduur
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 7
Energieconcept HOOFDSTUK 67
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 8
135
11:24
Pagina 136
4.3 Energetische kwaliteit
–
BG vloer
Rc = 4 m2 K/W
Met een CO2-reductie t.o.v. de referentie van 38% en
–
Deuren
Udeur = 2,0 W/m2 K
39% (EPC = 0,76 en 0,73 ) voldoen respectievelijk de
–
Ramen
Uglas = 1,2 W/m2 K Uraam = 1,7 W/m2 K
HOOFDSTUK 2
energieconcepten 34 en 23 aan ambitieniveau 2. –
Luchtdichtheid
qv.10 = 0,625 dm3 /s.m2 gietbouw
4.4 Milieukwaliteit materialen
–
Bouwsysteem:
De woningen worden uitgevoerd in gietbouw. De
–
Oriëntatie en glasoppervlak woonvertrek bij
emissie uit het beton wordt geminimaliseerd door
voorkeur op zuid, maar dit is niet noodzakelijk
5.2.1 Type verwarmen / opwekking, temperatuurniveau
De woningen worden aangeboden als koop- of huur-
Collectieve warmtepomp met als collectieve bron
woningen. De collectieve installaties lenen zich voor
warmte- en koudeopslag in grondwater WKO (grondwa-
outsourcing.
ter). De warmtepomp voorziet in warmte voor het LTV verwarmingssysteem. Voor de distributie van warmtap-
Vanwege de aanwezigheid van inblaaskanalen bij
natie met de warmtepomp erg efficiënt. In de winter
Installatiekeuze en investeringskosten zijn gebaseerd op
energieconcept 23 wordt bij de oplevering een
zorgt in energieconcept 23 de HR-WTW voor een
een projectgrootte van meer dan 40 eengezinswonin-
onderhoudsplan meegeleverd, met daarin reini-
energiezuinige toe- en afvoer van ventilatielucht, terwijl
gen. Bij deze projectomvang worden collectieve instal-
gingsinstructies voor de kanalen, filters en ventielen.
in de zomer ramen open kunnen en met ’s nachts alleen
In energieconcept 34 zijn inblaaskanalen juist
de afzuiging aan, kan de woning goed afkoelen. De hoge
het aantal ook het slaan van een collectieve grondwater-
voorkomen en vindt toevoer van ventilatielucht
eisen t.a.v. comfort en gezondheid vragen extra aan-
bron haalbaar wordt.
plaats via vraaggestuurde roosters in de gevel.
dacht bij het ontwerp en de realisatie van de HR-WTW.
Om luchtbewegingen door convectie te voorkomen
In energieconcept 34 wordt de ventilatielucht vraagge-
wordt vloerverwarming toegepast.
stuurd mechanisch afgezogen en natuurlijk toegevoerd.
3.1 Project grootte
laties over het algemeen economisch interessant, terwijl
–
–
– 3.2 Oriëntatie In principe zijn de woningen oriëntatie onafhankelijk.
Voor aanvullende gezondheidsmaatregelen zie concept
Door de vraagsturing wordt de luchtkwaliteit gegaran-
G.1. (Allergeenarm)
deerd en verspilling voorkomen. Koelen via de vloer maakt de woning extra comfortabel.
4 Woningkenmerken
4.2 Comfort
In dit concept nodigt de collectieve naverwarming voor
4.1 Gezondheid
Voor ambitieniveau + wordt gegarandeerd dat per jaar
warmtapwater uit om een collectieve zonneboiler toe te
Op het gebied van gezondheid wordt extra kwaliteit
de temperatuur niet meer dan 200 uur boven de 25 °C
voegen. De zonneboiler vermindert echter de opbrengst
geleverd (ambitieniveau +). Daarvoor zijn extra maat-
komt. Mede door het extra grote glasoppervlak is deze
van de ook al duurzame warmtepomp, waardoor die
regelen nodig:
comforteis niet zonder actieve koeling te realiseren.
investering te weinig CO2-reductie oplevert.
–
Roosters (34) en kanalen (23) zijn zo gedimen-
Door te koelen via de warmtepomp, kan het aantal tem-
sioneerd dat de luchtsnelheid in de leefzone
peratuuroverschrijdingsuren teruggebracht worden tot
5.1 Bouwkundige kenmerken
< 0,1 m/s bedraagt.
< 50 uur (ambitieniveau ++).
Door goede isolatie is er een geringe warmtevraag.
De HR-WTW in concept 23 is zo gedimensioneerd en
Door extra aandacht voor de plaats en ophanging van de
Vanwege de grote projectomvang is gekozen voor giet-
ontworpen dat in de gehele periode tussen twee
ventilatie-unit en indien uit berekeningen nodig blijkt de
bouw. Dit bouwsysteem is maatvast uit te voeren waar-
onderhoudsbeurten toch het vereiste debiet gehaald
toepassing van geluidemping, wordt geluidsoverlast van
door een qv10 waarde van 0,625 dm3/s.m2 goed haal-
kan worden, zonder dat geluidhinder optreedt
de installatie vermeden. Het collectieve warmtapwater-
baar is. In dit concept ligt een extra groot glasoppervlak
(dimensioneren op 130% van de vereiste capaciteit).
systeem garandeert minimaal 16 liter water van 40 °C
voor de hand.
In elk vertrek kan een raam en/of bovenlicht open
per minuut, wat voldoende is voor het gelijktijdig
–
Dichte gevels
Rc = 2,9 m2 K/W
(spuiventilatie).
gebruik van twee tappunten. (CW klasse 6)
–
Dak
Rc = 4 m2 K/W
–
–
wordt voorverwarmd door de WP en naverwarmd door de HR-ketel. De HR-ketel vangt ook de pieklast voor de ruimteverwarming op.
HOOFDSTUK 5
De LTV vloerverwarming is comfortabel en in combi-
water is een ringleiding aangelegd. Warmtapwater
5.2.2 Warmte afgiftesysteem Vloerverwarming LTV 5.2.3 Koelen / opwekking, temperatuurniveau
HOOFDSTUK 68 Energieconcept
3 Locatiekenmerken
Koelen geschiedt door vrije koeling (HTK) met de grondwaterwisselaars. De bron wordt hiermee geregenereerd, zodat er in de winterperiode weer warmte kan worden onttrokken.
HOOFDSTUK 7
5 Energetische kenmerken
5.2.4 Koude afgiftesysteem Vloerkoeling HTK 5.2.5 Ventilatie In energieconcept 23 wordt geventileerd via een individuele HR-WTW (met onderhoudsplan) en spuivoorzie-
HOOFDSTUK 8
concept 8 - 23 en 24 concept 10 - 23
4.5 Beheervorm (woningen en energievoorziening)
ningen in elke ruimte. Als alternatief wordt in concept 34 de ventilatielucht vraaggestuurd natuurlijk toegevoerd en individueel of collectief mechanisch afgevoerd. 5.2.6 Warmtapwater
HOOFDSTUK 9
Appartementen met centrale warmtepompinstallatie voor verwarmen - koelen - warmtapwater Bi-valent
5.2 Installatietechnische kenmerken
HOOFDSTUK 4
latiesysteem voor voldoende verdunning zorgt.
HOOFDSTUK 3
toepassing van extra verdicht beton, terwijl het venti-
HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 5 Energieconcept HOOFDSTUK 68 HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 8 HOOFDSTUK 9 136
Toolkit
Energieconcept 8
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 8
HOOFDSTUK 1
23-05-2005
HOOFDSTUK 2
bam_toolkit_02.qxd
Collectief verwarmd door de WP met een naverwarming door de HR-ketel en gedistribueerd naar de woningen door warmtapwaterringleiding.
137
Pagina 138
realiseren. –
Dit gebeurt met een collectief WP systeem aangevuld met een collectieve HR-ketel voor de pieklast en de naverwarming van het
HOOFDSTUK 3
warmtapwater. –
Met een projectgrootte van meer dan 40 woningen is een collectieve bron haalbaar. Bij voldoende aantal wooneenheden (mogelijk
–
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 4
nen) en een efficiënt leidingverloop is ook een collectief net met warmtelevering te overwegen. Het collectieve deel leent zich voor outsoursing. –
De warmtepomp voedt een vloerverwarmingsysteem, dat ter voorkoming van tochtklachten in concept 23 wordt gecombineerd met HR-WTW.
–
Om inblaaskanalen met filters te voorkomen
-
wordt in concept 34 de ventilatielucht
HOOFDSTUK 7
Energieconcept HOOFDSTUK 68
gehaald. De toepassing van vloerverwarming en WP op aquifer schept de mogelijkheid om met een en hetzelfde systeem te verwarmen en te koelen en om een hoog comfortniveau te
–
bieden. –
De collectieve warmwatervoorziening personen ruim aan het comfortniveau van 16 liter per minuut van 40 °C. (CW6)
HOOFDSTUK 8
–
6.1 Doelen De doelstellingen zijn een CO2-reductie van 35% tot
HOOFDSTUK 9
45%, een hoog comfort en extra eisen t.a.v. gezondheid.
138
6.2 Actoren De hoge comforteisen, in combinatie met LTV en het niet willen overdimensioneren van de warmtepomp, vragen om de inzet van een aantal adviseurs:
Bouwfysisch
Hoofdcriterium hierbij is dat in elk geval wordt voldaan
warmtevraag klein te houden en het temperatuur-
Omdat het een concept met warmtepomp betreft, is het
aan de provinciale richtlijnen.
niveau van de verwarming zo laag en de koeling zo
beperken van het warmteverlies van groot belang.
hoog mogelijk; de bouwfysisch adviseur bepaalt op
Daarom moet grote aandacht worden besteed aan de
Installatietechnisch
basis van simulaties in TRNSYS de warmtevraag, de
optimalisatie en realisatie van:
Aan de hand van de warmteverlies berekening wordt de
koelvraag en de randvoorwaarden voor de gewenste
–
Rc-waarde gevel en dak
vermogensvraag per vertrek vastgesteld en op basis
ventilatie.
–
Qv10-waarde van de gebouwschil
hiervan het warmtepompvermogen bepaald.
Een deskundig installatieadviseur die gedetailleerde
–
U-waarde raam (glas+kozijn)
HOOFDSTUK 1
De vloerverwarming wordt gedimensioneerd op basis
bouwkundige inpassing van de installatie ontwerpt en
Geo-technisch
van de vermogensvraag per vertrek, waarmee wordt
die de uitvoering op het werk controleert; input zijn
Bij het toepassen van een WKO moet worden nagegaan
vastgesteld:
de gegevens van de bouwfysisch adviseur. De instal-
of de bodemgesteldheid deze toepassing toestaat.
–
latie adviseur en de bouwfysisch adviseur bepalen de
Daarnaast moet de locale/provinciale regelgeving
precieze keuze van de vraaggestuurde ventilatie.
toestaan dat grondwateronttrekking en infiltratie
–
Dimensionering leidingen
Aanbevolen wordt een installatie adviseur in te
wordt toegepast. In een zo vroeg mogelijk stadium
–
Waterdebiet
schakelen van een onafhankelijk installatieadvies-
een uitspraak proberen te doen voor de plaatsing van de
bureau en dit niet over te laten aan de installateur.
bronnen op eigen terrein. Bronnen zijn ook te plaatsen
Uit het productaanbod wordt een warmtepomp
Een ervaren geohydrologisch adviseur die zorg
op openbaar terrein maar dit vereist vroegtijdig overleg
geselecteerd waarmee voldaan kan worden aan de
draagt voor de dimensionering en de provinciale ver-
met de gemeente.
energieprestatie en het gevraagde vermogen. De relatie
Temperatuurniveau (bepaalt de capaciteit van de warmtepomp)
tussen de warmteopwekking in de warmtepomp, de
initiatief, voorontwerp, definitief ontwerp en bestek
Installatietechnisch
warmteafgifte door de vloerverwarming en het trans-
en die tevens de prestatie-eisen voor het systeem
De warmtepomp haalt zijn hoogste energetisch rende-
port van warm en koud water in leidingen, kan worden
formuleert. Deze adviseur dient ook aanspreekpunt
ment bij lage temperaturen. Daarom moet de vloerver-
weergegeven in een zgn. hydraulisch schema. Het
te zijn voor de geotechnische aannemer.
warming voor verwarmen op een zo laag mogelijke aan-
opstellen van dit schema is noodzakelijk om de pompen,
System-integrator: Gezien de complexiteit van het
voertemperatuur worden gekozen. Bij koelbedrijf moet
regelaars en aansturing van de installatie te ontwerpen.
concept is het in de uitvoering zaak te kiezen voor
worden voorkomen dat er condensvorming optreedt ten
De tapwaterverwarming dient legionella-veilig
een overallverantwoordelijke system-integrator voor
gevolge van te lage aanvoertemperaturen.
uitgevoerd te worden.
voor aansturing in de uitvoering en draagt zorg voor
6.3.2 Definitief ontwerp en bestek
Op basis van de ventilatievraag wordt de benodigde
correcte afstemming van de verschillende onder-
Bouwfysisch
capaciteit van de HR-WTW installatie bepaald. Met een
delen van het concept.
–
Aan de hand van de warmteverliesberekening wordt
luchtkanaalberekening (drukverlies/luchtsnelheid) kun-
Het is de taak van de system-integrator om een op
voor de ruimteverwarming de vermogensvraag per
nen het kanalenverloop en de HR-WTW-unit op elkaar
alle terreinen kundige opzichter voor te stellen.
vertrek vastgesteld. Op basis van een computersimu-
worden afgestemd, zodat de vereiste debieten onder
Deze opzichter behartigt vooral de risico’s voor de
latie met TRNSYS wordt de koelvraag bepaald.
alle omstandigheden worden gehaald.
de technische installaties. Deze is verantwoordelijk
voldoet voor een huishouden van meerdere
6 De organisatorische aanpak
betreft diepte, aantal doubletten en bronafstand.
uitwerking van isolatie en kierdichting om de
gunningaanvraag voor de WKO-installatie, tijdens
vraaggestuurd rechtstreeks van de gevel –
6.3.1 Initiatief en voorontwerp
installatieberekeningen kan uitvoeren, die de
door het koppelen van een aantal deelplan-
van de woning wordt de WKO gedimensioneerd, wat
ca) en installaties te overzien. Optimaliseert de
HOOFDSTUK 2
Hoofddoel is een hoge CO2-reductie te
Uit de berekening van de warmte- en koudebehoefte
HOOFDSTUK 3
van het proces alle aspecten van gebouw (bouwfysi-
6.3 Activiteiten
HOOFDSTUK 4
Waarom dit concept hier toepassen?
Een deskundig bouwfysisch adviseur om in alle fasen
HOOFDSTUK 5
–
–
Toolkit
Energieconcept 8
HOOFDSTUK 68 Energieconcept
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 8
HOOFDSTUK 7
11:24
gebruiker/exploitant.
–
HOOFDSTUK 8
23-05-2005
Op basis van de grote van de woning en de gewenste luchtverversing wordt de ventilatievraag bepaald.
Met een geluidsberekening kan het type geluiddemper
Het is mogelijk dat één partij meerdere rollen kan
Zowel de warmtepomp als de HR-WTW-unit zijn
worden geselecteerd om te voldoen aan de geluidseisen
vervullen. Aantoonbare ervaring is wel vereist.
geluidsbronnen binnen de woning. Aan de hand van
in de leefvertrekken. HOOFDSTUK 9
bam_toolkit_02.qxd
berekeningen dienen geluidsbeperkende maatregelen te worden vastgesteld.
Risicobeheersing in ontwerp en bestekfase –
Geo-technisch
Onderzoek naar lokale mogelijkheden voor het slaan van een bron
In dit concept wordt zowel verwarmd als gekoeld.
139
Pagina 140
Kosten en investeringen klimaatinstallaties
34
23
verlening en vooroverleg
Omdat het hier om een installatie gaat die trager is en
Jaarlijkse verbruikskosten bewoner****
€ 324
€ 318
–
Reële doorloopplanning opstellen
anders bediend moet worden dan een traditionele cv-
Woninggebonden maatregelen
A(1)
€ 3.800
€ 3.800
–
Inventariseren subsidiemogelijkheden
ketel met radiatoren, is voorlichting over gebruik en
Meerkosten ventilatiesysteem
B
€ 1.900
€ 2.900
–
Quick-scan technische en financiële mogelijkheden
onderhoud van de warmtepomp, vloerverwarming en
Meerkosten vloerverwerwarming
C
€ 2.300
€ 2.300
–
Opstellen protocol met daarin rechten en plichten
HR-WTW vereist.
Meerkosten warmte/koude opwekking
D
€0
€0
A+B+C+D
€ 8.000
€ 9.000
E
€ 3.800
€ 3.800
B+C+D+E
€ 8.000
€ 9.000
F
€ 7.000
€ 7.000
€ 317
€ 300
van deelnemende partijen Risicobeheersing realisatiefase
van warmtebron naar tappunt
-
6.3.3 Realisatie en oplevering
-
Bouwfysisch
Ingestorte luchtkanalen mogen niet vervormen,
installatie Collectieve installatie
Meerkosten warmte/koude opwekking
Totaal meerkosten tov referentie Totale investeringskosten collectieve installatie***
omdat anders de luchtweerstand verhoogt waar-
De warmteverliezen door isolatie en luchtdichtheid
door de debieten niet meer worden gehaald. Bodemwarmtewisselaars dienen niet geknikt te zijn
Outsourcing
anders het verwarmingsvermogen van de vloerver-
in de bodem en tevens toegankelijk te zijn voor
Jaarlijkse verbruikskosten bewoner
warming en de warmtepomp te klein is, dan wel de
onderhoud/ afsluitmogelijkheid bij evt. lekkage.
-
gewenste CO2-reductie niet gehaald wordt. Daarom is
Bijdrage aansluitkosten
project 50 woningen
G
€ 7.000
€ 8.250
(BAK)
project 200 woningen
H
€ 2.000
€ 2.900
controle van werktekeningen, van details en controle op
6.3.4 Beheerfase
Meerinvestering bij
project 50 woningen**
B+C+D+G - 750
€ 10.450
€ 12.700
de uitvoering op de bouwplaats noodzakelijk.
Risicobeheersing beheerfase
outsourcing
project 200 woningen**
B+C+D+H - 750
€ 5.450
€ 7.350
Aanvullend is het steekproefsgewijs meten van de lucht-
-
0,76
0,73
dichtheid van woningen nodig.
Onderhoudsplan voor de woning en installatie opstellen met aanbevelingen t.a.v. uitbesteding/ contracten
Installatietechnisch
-
Het ontwerp van de installatie heeft geen overcapaciteit. Een foutieve uitvoering wordt niet door een
-
overdimensionering opgevangen. Controle op het
Voorlichting aan gebruikers bij oplevering en
Energieprestatie EPC
gedurende eerste stookseizoen
CO2-uitstootreductie tov referentie
17%
18%
Bij oplevering inregelstaten vastleggen en bij onder-
CO2-uitstootreductie tov referentie met koeling*
38%
39%
houd instelling controleren
inregelen en beproeving van de installatie en regeltech-
* zinvolle vergelijking indien zonder koeling een reëel gevaar voor oververhitting bestaat (TO>400)
niek waarborgt dat de ontwerpwaarden ook in de
6.4 Externe invloeden
** voor de vermeden individuele gasaansluiting is € 750 afgetrokken
praktijk worden gerealiseerd.
–
Geschiktheid bodem
*** getal benodigd om de exploitatieberekening te kunnen maken
–
Vergunningverlening/ melding voor de
**** jaarlijkse verbruikskosten bewoner in de refentiewoning € 440
bodemwarmtewisselaars
7 Beschrijving van kosten en opbrengsten
Ventilatiesysteem
Nat. toe-, mech. afvoer
Concept 34 Nat. toe-, mech.
Concept 23 HR-WTW
afvoer, vraaggestuurd Warmteopwekking
CV-ketel HR-107
WP + HR 107 coll (grondwater)
WP + HR 107 coll (grondwater)
Temp. Niveau
HTV
LTV
LTV
Afgiftesysteem
Radiatoren
Vloerverwarming
Vloerverwarming
Tapwaterverwarming
Combiketel
HR 107 coll
HR 107 coll
Koudeopwekking
Slit-unit
Grondwater
Grondwater
Koude afgifte
Lucht
Vloerkoeling
Vloerkoeling
8 Voorstel voor in te schakelen partijen
9 Bronnen voor meer informatie
De Projectgroep Duurzame Energie Projectontwikkeling
Voor aanvullende informatie betreffende duurzame
Woningbouw is voornemens een lijst te maken met
energie wordt verwezen naar de website van
namen van adviseurs en (onder-)aannemers die
SenterNovem.
bewezen ervaring hebben met het adviseren en
http://www.senternovem.nl
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 5 Energieconcept HOOFDSTUK 68 HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 8
Isolatiemateriaal moet droog en nauwsluitend worden aangebracht, geen naden.
Ref. met koeling 1g
HOOFDSTUK 9
Totale investeringskosten woninggebonden
HOOFDSTUK 3
Beperk temperatuurverlies in de warmwaterleidingen
HOOFDSTUK 4
–
Installatiekosten referentie
HOOFDSTUK 1
Energieconcept
Consumentenvoorlichting
HOOFDSTUK 2
Galerijappartementen
Analyse van randvoorwaarden voor vergunning-
–
mogen niet afwijken van de ontwerpwaarden omdat
140
Toolkit
Energieconcept 8
realiseren van dit energieconcept.
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 8
HOOFDSTUK 5
11:24
HOOFDSTUK 68 Energieconcept
23-05-2005
HOOFDSTUK 7
bam_toolkit_02.qxd
141
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:24
Pagina 142
Toolkit
(Installatieconcept 14)
1 Omschrijving project Urban villa, gangbaar type waaraan alleen op het gebied van comfort en gezondheid extra eisen worden gesteld. Projectgrootte:
Door de eenvoud van de toegepaste techniek is dit concept zowel in grote als in kleine
Locatiekenmerken:
Geen specifieke eisen.
Comfortniveau:
Het maximaal aantal uren per jaar dat hoger is dan 25 °C is 200 uur
CO2 ambitie:
25- 35% reductie (ambitieniveau 1)
Gekozen techniek
Low tech en individueel
Verkoopdoel:
Goed, gezond en de keuzemogelijkheid voor een prettig wooncomfort
Prijsklasse:
Middelduur
Eengezinswoning tussen
E-concept 14
Lokatie
10 tot 40
A
Toegankelijkheid
B
Stedelijke ecologie
C
HOOFDSTUK 5
9
HOOFDSTUK 4
2 Kenmerken woning met Kwaliteitsprofiel
Veiligheid
Bruikbaarheid Veiligheid
D
Gezondheid
B
+
E
Comfort
B
+
F
Uitstraling
G
Klantgericht ontwikkelen
J
Energetische kwaliteit
B
K
Milieukwaliteit materialen
B
L
Kwaliteit waterhuishouding
1
Ventilatie
Mech. afv. Vraaggestuurd
Warmteopwekking
CV-ketel HR 107
Temperatuurniveau opwekking
LTV
Warmteafgifte
Vloerver.
Tapwaterverwarming
Combi-ketel
HOOFDSTUK 8
B
HOOFDSTUK 9
Technische staat (bestaande bouw) Exploitatie
HOOFDSTUK 7
Toegankelijkheid
B
Energieconcept HOOFDSTUK 69
A
HOOFDSTUK 69 Energieconcept
Woning
I
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 3
complexen te realiseren
H
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 2
Soort project:
C
142
HOOFDSTUK 1
‘Urban villa, degelijk en zonder franje’.
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 9
Koudeopwekking Temperatuurniveau koeling Zonneboiler
Nee
CO2-reductie
23%
143
Pagina 144
HOOFDSTUK 2 HOOFDSTUK 3
een projectgrootte tussen de 10 en 40 woningen. Er is
4.3 Energetische kwaliteit
Individuele HR-combiketels HR 107 voor zowel de
uitgegaan van eenvoudige en individuele installaties.
Met een CO2-reductie t.o.v. de referentie van 23% (EPC
ruimteverwarming als de verwarming van tapwater.
Dit type installaties is eigenlijk overal toepasbaar.
=0,80) voldoet het energieconcept net niet aan ambitieniveau 1. Indien dit in het definitieve ontwerp ook het
5.2.2 Warmte afgiftesysteem
3.2 Oriëntatie
geval is, zijn aanvullende bouwkundige maatregelen,
Bij energieconcept 14 wordt de warmte afgegeven via
Een urban villa is oriëntatie onafhankelijk. Binnen één
zoals extra isolatie, nodig.
vloerverwarming LTV.
woongebouw zullen woningen verschillend georiënteerd zijn. Goed uitzicht vanaf de verdiepingen zal uit-
4.4 Milieukwaliteit materialen
5.2.3 Koelen / opwekking, temperatuurniveau
nodigen tot extra glas. Verblijfsruimten op het zuiden
De woningen worden uitgevoerd in gietbouw. De
Er vindt geen actieve koeling plaats. Door de massa van
betekenen zoninval. Dit verkort het stookseizoen, maar
emissie uit het beton wordt geminimaliseerd door
de woning, het bieden van spuimogelijkheden en het
kan ook leiden tot oververhitting. Bij een plat dak of een
toepassing van extra verdicht beton, terwijl het venti-
bieden van een gevel waar buitenzonwering op aange-
hellend dak met een van de dakvlakken op het zuiden, is
latiesysteem voor voldoende verdunning zorgt.
bracht kan worden, kan de temperatuuroverschrijding
lectoren en PV cellen te plaatsen. De PV kan ingezet
4.5 Beheersvorm
het aantal temperatuuroverschrijdingsuren onder de
worden voor het collectief elektraverbruik voor de lift en
De installatie wordt in eigendom gegeven aan de koper.
200 uur (niveau +)
5.2.5 Ventilatie
-
toevoerkanalen worden voorkomen door te kiezen
toe is, kan de installatie makkelijk aangesloten worden
Vraaggestuurde mechanische afvoer en natuurlijke
voor vraaggestuurde mechanische afvoer en natuur-
op een duurzaam laagtemperatuuropwekkingssysteem.
toevoer vanuit de gevel. De vraaggestuurde regeling kan
HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 8 HOOFDSTUK 9
reageren op CO2 (aanwezigheid van personen), of op
lijke toevoer. Door te sturen op aanwezigheid van
-
-
een klok.
personen wordt niet meer dan nodig (energiezuinig)
5.1 Bouwkundige kenmerken
geventileerd. In de toevoerroosters kunnen filters
Door goede isolatie is er een geringe warmtevraag.
geplaatst worden.
Vanwege de kleine projectomvang is gekozen voor
5.2.6 Warmtapwater
De roosters zijn zo gedimensioneerd dat de lucht-
gegoten betonwanden als draagconstructie en voor
In energieconcept 14 zorgt de combiketel voor de
snelheid in de leefzone zoveel mogelijk < 01 m/s
kanaalplaatvloeren. Deze constructie is goed te
gehele tapwaterverwarming; comfortniveau CW 4
bedraagt, maar dit kan niet gegarandeerd worden.
detailleren.Daarom wordt voor de berekeningen uitge-
In elk vertrek kan een raam en/of bovenlicht open
gaan van een qv.10 waarde van 0,625 dm3/s.m2.
(spuiventilatie).
Indien gekozen wordt voor extra groot glasoppervlak,
Om luchtbewegingen door convectie te voorkomen
neemt de kans op oververhitting toe.
6.1 Doelen
wordt vloerverwarming toegepast.
–
Dichte gevels
Voor aanvullende gezondheidsmaatregelen zie con-
Rc = 2,9 m K/W (bij hsb binnen-
De doelstellingen CO2-reductie van 25 - 35% plus de wens
spouwblad, anders Rc=3)
om geen gebruik te maken van geavanceerde technieken, is bepalend voor de keuze voor dit energieconcept.
2
Dak
Rc = 4 m2 K/W
–
BG vloer
Rc = 4 m2 K/W
4.2 Comfort
–
Deuren
Udeur = 2,0 W/m2 K
6.2 Actoren
Extra comforteisen worden gesteld. Het aantal tempe-
–
Ramen
Uglas = 1,2 W/m2 K
In principe zijn naast een deskundig installatieadvies-
Uraam = 1,7 W/m K
bureau geen extra adviseurs nodig. De installatieadviseur
komen. Dit is zonder actieve koeling te bereiken door
–
Luchtdichtheid
qv.10 = 0,625 dm3/s.
zorg voor het dimensioneren van de installaties en het
effectieve buitenzonwering en het aanbrengen van nacht-
–
Bouwsysteem:
gegoten betonwanden + prefab
leveren van eenduidige werktekeningen. Extra aandacht
betonvloeren
zal het installatieadviesbureau moeten besteden aan
2
ratuuroverschrijdingsuren mag niet boven de 200 uur
ventilatievoorzieningen. Indien in een concreet project veel temperatuuroverschrijdingsuren verwacht worden,
–
Oriëntatie verschilt per woning
HOOFDSTUK 1
aanzien van comfort en gezondheid. –
Door het toepassen van relatief eenvoudige technieken is het concept door elke vakkundige aannemer te realiseren.
–
Nauwelijks specifieke voorbereidingskosten waardoor de concepten ook in kleine series zijn te ontwikkelen.
–
De toepassing van vloerverwarming past in het streven naar extra kwaliteit op het gebied van gezondheid. Het geeft die woningen bovendien meer toekomstwaarde omdat later bij vervanging van de CV, overgestapt kan worden op duurzame LTV-systemen.
–
De spuivoorziening is noodzakelijk om samen met door de bewoners aan te brengen zonwering, te zorgen voor een goed comfortniveau (< 200 temperatuuroverschrijdingsuren).
–
De warmwatervoorziening voldoet, voor een huishouden van meerdere personen, ruim aan het comfortniveau van 12,5 liter per minuut van 40 °C (CW4).
6 De organisatorische aanpak
–
cept G.1. (Allergeenarm).
gecombineerd met extra goed kwaliteit ten
De LTV vloerverwarming in dit concept is comfortabel en in de toekomst, wanneer de CV-ketel aan vervanging
Energieconcept 14 is een redelijk efficiënt concept waar het gaat om CO2-reductie
N.v.t.
4.1 Gezondheid
-
144
5.2.4 Koude afgiftesysteem
5 Energetische kenmerken
Energieconcept HOOFDSTUK 69
HOOFDSTUK 5
de verlichting van verkeersruimten.
-
–
’s zomers beperkt blijven. Met buitenzonwering blijft
er de mogelijkheid om nu of in de toekomst zonnecol-
4 Woningkenmerken
Waarom dit concept hier toepassen?
HOOFDSTUK 2
5.2.1 Type verwarmen / opwekking, temperatuurniveau
Installatiekeuze en investeringskosten zijn gebaseerd op
HOOFDSTUK 4
5.2 Installatietechnische kenmerken
HOOFDSTUK 3
zinnig het ontwerp met TRNSYS te laten doorrekenen.
HOOFDSTUK 4
3.1 Project grootte
bijvoorbeeld vanwege extra veel glas in de gevels, is het
HOOFDSTUK 5
3 Locatiekenmerken
Toolkit
Energieconcept 9
HOOFDSTUK 69 Energieconcept
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 9
HOOFDSTUK 7
11:24
HOOFDSTUK 8
23-05-2005
HOOFDSTUK 9
bam_toolkit_02.qxd
precieze keuze van de vraaggestuurde ventilatie.
145
11:24
Pagina 146
6.3 Activiteiten
Risicobeheersing realisatiefase
6.3.1 Initiatief en voorontwerp
Isolatiemateriaal moet droog en nauwsluitend worden
Bouwfysisch
aangebracht, geen naden.
7 Beschrijving van kosten en opbrengsten
Ventilatiesysteem
Berekenen van de CO2-reductie en EPC waarde bij een
Natuurlijke toevoer en
Natuurlijke toevoer en mechanische afvoer
6.3.3 Beheerfase
Met het dynamisch rekenmodel TRNSYS, controleren of
Risicobeheersing beheerfase
Regeling ventilatie
3-standenschakelaar
Vraagsturing door klokregeling of CO2-sensoren
het aantal temperatuuroverschrijdingsuren onder de
Voorlichting aan gebruikers bij oplevering en gedurende
Warmteopwekking
CV-ketel HR-107
CV-ketel HR-107
200 uur blijft.
eerste stookseizoen
Temp. Niveau
HTV
LTV
Afgiftesysteem
Radiatoren
Vloerverwarming
6.3.1 Definitief ontwerp en bestek
instelling controleren
Installatietechnisch De natuurlijke toevoer brengt het risico mee van tocht.
6.4 Externe invloeden
Daarom de roosters hoog plaatsen op een plaats waar te
N.v.t.
Tapwaterverwarming
Combiketel
Combiketel
Koudeopwekking
n.v.t.
n.v.t.
Koude afgifte
n.v.t.
n.v.t.
HOOFDSTUK 3
Bij oplevering inregelstaten vastleggen en bij onderhoud
Energieconcept
Kosten en investeringen klimaatinstallaties
14 € 525
Jaarlijkse verbruikskosten bewoner**** Woninggebonden maatregelen
Bouwfysisch De warmteverliezen door isolatie, ventilatie en luchtdichtheid mogen niet afwijken van de ontwerpwaarden,
Installatiekosten referentie
A
€ 8.750
Meerkosten ventilatiesysteem
B
€ 2.150
Meerkosten vloerverwerwarming
C
€ 1.100
Meerkosten warmte/koude opwekking
D
€0
HOOFDSTUK 5
Geen specifieke onderwerpen
Urban Villa
Totale investeringskosten woninggebonden
omdat anders het verwarmingsvermogen van de vloer-
installatie
is, dan wel de gewenste CO2-reductie niet gehaald
Collectieve installatie
wordt. Daarom is controle van werktekeningen, van
Totaal meerkosten tov referentie
details en controle op de uitvoering op de bouwplaats
Meerkosten warmte/koude opwekking
A+B+C+D E B+C+D+E
Totale investeringskosten collectieve installatie
F
€ 12.000
HOOFDSTUK 69 Energieconcept
Risicobeheersing in ontwerp en besteksfase
HOOFDSTUK 4
verwachten koudeval de minste hinder oplevert.
€0 € 3.250 nvt
noodzakelijk. Aanvullend is het steekproefsgewijs meten
Installatietechnisch
Energieprestatie EPC
0,80
CO2-uitstootreductie tov referentie
23%
de installaties.
CO2-uitstootreductie tov referentie met koeling*
23%
Consumentenvoorlichting
* zinvolle vergelijking indien zonder koeling een reëel gevaar voor oververhitting bestaat (TO>400)
Voorlichting is wenselijk over gebruik en onderhoud van
**** jaarlijkse verbruikskosten bewoner in de refentiewoning € 681
Controle op het inregelen en beproeven van de installatie en regeltechniek waarborgt de juiste werking van
HOOFDSTUK 7
van de luchtdichtheid van woningen nodig.
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 5 Energieconcept HOOFDSTUK 69
Energieconcept 14
Qv10-waarde van 0,625.
verwarming (en de toekomstige warmtepomp) te klein
HOOFDSTUK 7
Ref.
mechanische afvoer
6.3.2 Realisatie en oplevering
de vloerverwarming en vraaggestuurde ventilatie.
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
Toolkit
Energieconcept 9
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 9
HOOFDSTUK 1
23-05-2005
HOOFDSTUK 2
bam_toolkit_02.qxd
146
147
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:24
Pagina 148
Toolkit
Energieconcept 9
HOOFDSTUK 1
‘Ruime, comfortabele, gezonde en energiezuinige Urban Villa’s’. (Installatieconcept 23 en 22a)
8 Voorstel voor in te schakelen partijen 1 Omschrijving project
Woningbouw is voornemens een lijst te maken met
Soort project:
namen van adviseurs en (onder-)aannemers die
Projectgrootte:
meer dan 40 woningen.
bewezen ervaring hebben met het adviseren en
Locatiekenmerken:
Nieuwbouw. Oriëntatie onafhankelijk. De bouwhoogte, gecombineerd met uitzicht, nodigt uit tot extra glasoppervlak.
realiseren van dit energieconcept.
9 Bronnen voor meer informatie Voor aanvullende informatie betreffende duurzame
Comfortniveau:
De binnentemperatuur wordt niet meer dan 50 uur per jaar hoger dan 25 °C
Ambitie CO2-reductie:
tussen 35 en 45% (ambitieniveau 2) en tussen 45 en 55% (ambitieniveau 3)
Gekozen techniek
High tech
Verkoopdoel:
Ruim, functioneel, behaaglijk in de winter, heerlijk koel in de zomer en een royaal aanbod van warm tapwater.
energie wordt verwezen naar de website van SenterNovem.
Urban villa’s, ruim, zeer comfortabel en gezond.
HOOFDSTUK 2
De Projectgroep Duurzame Energie Projectontwikkeling
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 10
Prijsklasse:
Geschikt voor middelduur doch vooral aan te bevelen in het segment duur.
148
Urban Villa
E-concept 23
E-concept 22a
Lokatie
40 tot 250
40 tot 250
A
Toegankelijkheid
B
Stedelijke ecologie
C
HOOFDSTUK 5
10
HOOFDSTUK 4
2 Kenmerken woning met Kwaliteitsprofiel
Veiligheid
Bruikbaarheid
C
Veiligheid
D
Gezondheid
B
+
E
Comfort
B
+
F
Uitstraling
G
Klantgericht ontwikkelen
H
Technische staat (bestaande bouw)
I
Exploitatie
B
J
Energetische kwaliteit
B
K
Milieukwaliteit materialen
B
B
L
Kwaliteit waterhuishouding
Ventilatie
HR-WTW
HR-WTW
Warmteopwekking
WP (gw) + HR 107 Coll.
WP (gw) + HR 107 Coll.
Temperatuurniveau opwekking
LTV
LTV
++
B
+
B
+
++
+
3
HOOFDSTUK 7
Toegankelijkheid
B
B 2
B
Warmteafgifte
Vloerverw.
Vloerverw.
Tapwaterverwarming
WP (gw) + HR 107 Coll.
HR 107 Coll.
Koudeopwekking
Grondwater Coll.
Grondwater Coll.
Temperatuurniveau koeling
HTK
HTK
Zonneboiler
Nee
Ja
CO2-reductie
35%
43%
HOOFDSTUK 8
A
HOOFDSTUK 610 Energieconcept
Woning
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 7
Energieconcept HOOFDSTUK 69
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 4
http://www.senternovem.nl
149
Pagina 150
3 Locatiekenmerken 3.1 Project grootte
HOOFDSTUK 2
Installatiekeuze en investeringskosten zijn gebaseerd op een projectgrootte van meer dan 40 appartementen. Bij deze projectomvang worden collectieve installaties over het algemeen economisch interessant, terwijl het aantal ook het slaan van een collectieve grondwaterbron haal-
HOOFDSTUK 3
baar maakt. Appartementen met centrale warmtepompinstallatie voor verwarmen - koelen - warmtapwater Bi-valent
3.2 Oriëntatie In principe zijn de woningen oriëntatie onafhankelijk.
concept 8 - 23 en 24 concept 10 - 23
HOOFDSTUK 4
4 Woningkenmerken
HOOFDSTUK 1
Toolkit
Energieconcept 10
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 10
4.2 Comfort Gegarandeerd wordt dat per jaar de temperatuur niet meer dan 50 uur boven de 25 °C komt. Door extra aan-
HOOFDSTUK 2
11:24
dacht voor de plaats en ophanging van de ventilatie-unit en indien uit berekeningen nodig blijkt de toepassing van geluidemping, wordt geluidsoverlast van de installatie vermeden. Het collectieve warmtapwatersysteem garandeert minimaal 16 liter water van 40 °C per minuut, wat voldoende is voor het gelijktijdig gebruik van twee
HOOFDSTUK 3
23-05-2005
tappunten. (CW klasse 6) 4.3 Energetische kwaliteit Met een CO2-reductie t.o.v. de referentie van 35% (EPC=0,74) voldoet energieconcept 23 net aan ambi-
4.1 Gezondheid
tieniveau 2. Energieconcept 22a voldoen met 43% net
–
Extra eisen t.a.v. gezondheid en met gezondheids-
niet aan ambitieniveau 3. Moet dit toch gehaald worden,
kwaliteit op ‘+’ niveau. Daarom extra aandacht voor
dan kan dit door het bouwkundig ontwerp te optimali-
het voorkomen van tocht en geluidhinder door de
seren (o.a. extra isolatie).
HOOFDSTUK 4
bam_toolkit_02.qxd
WP
teerd, de volgende extra prestaties verlangd:
4.5 Beheervorm (woningen en energievoorziening)
Roosters en kanalen zijn zo gedimensioneerd dat
De woningen worden aangeboden als koop- of huur-
de luchtsnelheid in de leefzone < 01 m/s bedraagt.
woningen. De collectieve installaties lenen zich voor
Het ventilatiesysteem is zo gedimensioneerd en
outsourcing.
beurten toch het vereiste debiet gehaald kan -
TSA
-
Infiltratie
Ontrekking
Infiltratie
-
HOOFDSTUK 7
ontworpen (130% van wat wordt geëist) dat in de gehele periode tussen twee onderhouds-
Ontrekking
HOOFDSTUK 5
latiesysteem voor voldoende verdunning zorgt.
-
Boiler
HOOFDSTUK 7
toepassing van extra verdicht beton, terwijl het venti-
Om het kwaliteitsaspect gezondheid op ‘+’ niveau te
-
WW
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
emissie uit het beton wordt geminimaliseerd door
harde vloerafwerking. brengen worden, aan het energieconcept gerela-
Appartementen
Warme bron
150
De woningen worden uitgevoerd in gietbouw. De
reinigbaarheid van de woning, door het kiezen voor
5 Energetische kenmerken
worden, zonder dat geluidhinder optreedt.
De LTV vloerverwarming is comfortabel en in combi-
In elk vertrek kan een raam en/of bovenlicht
natie met de warmtepomp erg efficiënt. In de winter
open (spuiventilatie).
zorgt de HR-WTW voor een energiezuinige toe- en
Vanwege de aanwezigheid van inblaaskanalen
afvoer van ventilatielucht, terwijl in de zomer ramen
wordt bij de oplevering een onderhoudsplan
open kunnen en met ’s nachts alleen de afzuiging aan,
meegeleverd, met daarin reinigingsinstructies
kan de woning goed afkoelen. De hoge eisen t.a.v.
van de kanalen, filters en ventielen.
comfort en gezondheid vragen extra aandacht bij het
Om luchtbewegingen door convectie te
ontwerp en de realisatie van de HR-WTW.
voorkomen wordt vloerverwarming toegepast.
Koelen via de vloer maakt de woning extra comfortabel.
Voor aanvullende gezondheidsmaatregelen zie
De zonneboiler van energieconcept 22a maakt het con-
Kwaliteitsprofiel en concept G.1. (Allergeenarm).
cept zeer energiezuinig.
HOOFDSTUK 8
WP
4.4 Milieukwaliteit materialen
den geadviseerd extra aandacht te besteden aan de
HOOFDSTUK 9
Energieconcept HOOFDSTUK 610
–
filters en ventielen. Bovendien kan de bewoners wor-
HOOFDSTUK 610 Energieconcept
HOOFDSTUK 5
HR-WTW en voor de reinigbaarheid van de kanalen,
Koude bron
151
Pagina 152
5.1 Bouwkundige kenmerken
waterringleiding naar de woningen ter aanvulling van
woordelijk voor aansturing in de uitvoering en
zonnewarmte in het individuele boilervat.
draagt zorg voor correcte afstemming van de
Rc = 2,9 m2 K/W
–
Dak
Rc = 4 m2 K/W
–
BG vloer
Rc = 4 m2 K/W
–
Deuren
Udeur = 2,0 W/m K
–
Ramen
Uglas = 1,2 W/m2 K
–
aangevuld in concept 23 met een collectieve HR-ketel voor de naverwarming van het warmtapwater en in energieconcept 22a in een gelijk
2
Uraam = 1,7 W/m2 K –
Luchtdichtheid
qv.10 = 0,625 dm3/s.m2
–
Bouwsysteem:
gietbouw
–
Oriëntatie en glasoppervlak woonvertrek bij een deel
systeem aangevuld met een collectieve zonneboiler. –
Met een projectgrootte van meer dan 40 woningen is een collectieve bron haalbaar, terwijl voor een efficiënt leidingverloop ook een collectief net met warmtelevering tot de
van de woningen op zuid.
HOOFDSTUK 5
Collectieve warmtepomp met als collectieve bron warmte- en
Energieconcept HOOFDSTUK 610
WP coll. Gw (23) c.q, de zonneboiler (22a) en naverwarmd
–
meerdere rollen kan vervullen. Aantoonbare ervaring is wel vereist.
6.2 Actoren De hoge comforteisen, in combinatie met LTV en het niet willen overdimensioneren van de warmtepomp,
voorziet in warmte voor het LTV vloerverwarmingssysteem. Voor de distributie van warmtapwater is een ringleiding
6.3.1 Initiatief en voorontwerp
–
Een deskundig bouwfysisch adviseur om in alle fasen
Bouwfysisch
van het proces alle aspecten van gebouw (bouwfysi-
Omdat het een concept met warmtepomp betreft, is het
ca) en installaties te overzien. Optimaliseert de
beperken van het warmteverlies van groot belang.
uitwerking van isolatie en kierdichting om de
Daarom moet grote aandacht worden besteed aan de
warmtevraag klein te houden en het temperatuur-
optimalisatie en realisatie van:
niveau van de verwarming zo laag en van de koeling
–
Rc-waarde gevel en dak
zo hoog mogelijk te houden; de bouwfysisch
–
Qv10-waarde van de gebouwschil
adviseur bepaalt op basis van simulaties in TRNSYS
–
U-waarde raam (glas+kozijn)
verzorgd, waardoor warmtepomp en bron aanzienlijk kleiner gedimensioneerd kunnen worden. –
door de collectieve HR-107 cv-ketel. De HR-ketel vangt ook
lachten wordt gecombineerd met HR-WTW. –
extra geluidsisolatie wordt verkregen bij een relatief dunne (lichte) vloer.
–
De toepassing van vloerverwarming en WP op aquifer schept de mogelijkheid om met een en
de pieklast voor de ruimteverwarming op. 5.2.2 Warmte afgiftesysteem
de warmtevraag, de koelvraag en de randvoorwaar-
De warmtepomp voedt een vloerverwarmingsysteem, welke ter voorkoming van tochtk-
aangelegd. Warmtapwater wordt voorverwarmd door de
hetzelfde systeem te verwarmen en om op een hoog comfortniveau koeling te bieden. –
6.3 Activiteiten
vragen om de inzet van een aantal adviseurs:
De piekbelasting en de naverwarming van tap-
De collectieve warmwatervoorziening voldoet voor een huishouden van meerdere personen ruim aan het comfortniveau van 16 liter per minuut van 40 °C. (CW6 )
den voor de gewenste ventilatie.
Geo-technisch
Een deskundig installatie adviseur die gedetailleerde
Bij het toepassen van een WKO moet worden nagegaan
installatieberekeningen kan uitvoeren, die de
of de bodemgesteldheid deze toepassing toestaat.
bouwkundige inpassing van de installatie ontwerpt
Daarnaast moet de locale/provinciale regelgeving
en die de uitvoering op het werk controleert; input
toestaan dat grondwateronttrekking en infiltratie wordt
zijn de gegevens van de bouwfysisch adviseur. De
toegepast. In een zo vroeg mogelijk stadium een
installatie adviseur en de bouwfysisch adviseur
uitspraak proberen te doen voor de plaatsing van de
bepalen de precieze keuze van de vraaggestuurde
bronnen op eigen terrein. Bronnen zijn ook te plaatsen
ventilatie. In het algemeen wordt aanbevolen een
op openbaar terrein, maar dit vereist vroegtijdig overleg
installatie adviseur in te schakelen van een
met de gemeente.
onafhankelijk installatie-adviesbureau en dit niet
5.2.3 Koelen / opwekking, temperatuurniveau Koelen geschiedt door vrije koeling (HTK) met de grond-
HOOFDSTUK 8
gebruiker/ exploitant. Het is mogelijk dat één partij
45%, een hoog comfort en extra eisen t.a.v. gezondheid.
water wordt door een collectieve HR-ketel
koudeopslag in grondwater (WKO). De warmtepomp
Vloerverwarming LTV op zwevende dekvloer, waardoor
HOOFDSTUK 9
opzichter behartigt met name de risico’s voor de
De doelstellingen zijn een CO2-reductie van 35% tot
leent zich voor outsoursing . 5.2 Installatietechnisch kenmerken
alle terreinen kundige opzichter voor te stellen. Deze
6.1 Doelen
mogelijkheden behoort. Het collectieve deel
5.2.1 Type verwarmen/opwekking, temperatuurniveau
HOOFDSTUK 7
Dit gebeurt met een collectief WP systeem
Het is de taak van de system-integrator om een op
6 De organisatorische aanpak
-
waterwisselaars. De bron wordt hiermee geregenereerd,
over te laten aan de installateur.
Installatietechnisch
Een ervaren geohydrologisch adviseur die zorg
De warmtepomp haalt zijn hoogste energetisch rende-
draagt voor de dimensionering en de provinciale ver-
ment bij lage temperaturen. Daarom moet de vloerver-
zodat er in de winterperiode weer warmte kan worden
5.2.6 Warmtapwater
gunningaanvraag voor de WKO-installatie, tijdens
warming voor verwarmen op een zo laag mogelijke
onttrokken.
Warm tapwater wordt in concept 23 voorverwarmd
initiatief, voorontwerp, definitief ontwerp en bestek
aanvoertemperatuur worden gekozen. Bij koelbedrijf
door de collectieve warmtepomp (grondwater) en na-
en die tevens de prestatie-eisen voor het systeem
moet worden voorkomen dat er condensvorming
5.2.4 Koude afgiftesysteem
verwarmd door de eveneens collectieve HR 107 cv ketel,
formuleert. Deze adviseur dient ook aanspreekpunt
optreedt ten gevolge van te lage aanvoertemperaturen.
Vloerkoeling HTK
waarna via een warmtapwaterringleiding distributie
te zijn voor de geotechnische aannemer. System-integrator : Gezien de complexiteit van het
6.3.2 Definitief ontwerp en bestek
5.2.5 Ventilatie
concept 22a voorverwarmd door de collectieve zonne-
concept is het in de uitvoering zaak te kiezen voor
Bouwfysisch
Ventilatie vindt plaats via een individuele HR-WTW (met
boiler en naverwarmd door een collectieve HR 107 cv
een overall-verantwoordelijke system-integrator
Aan de hand van de warmteverlies berekening wordt
onderhoudsplan) en spuivoorzieningen in elke ruimte.
ketel. Deze distribueert warm water via een warmtap-
voor de technische installaties. Deze is dan verant-
voor de ruimteverwarming de vermogensvraag per
naar de woningen plaatsvindt. Warm tapwater wordt in
HOOFDSTUK 2
Dichte gevels
eren.
HOOFDSTUK 3
–
verschillende onderdelen van het concept.
Hoofddoel is een hoge CO2-reductie te realis-
HOOFDSTUK 4
een qv10 waarde van 0,625 dm3/s.m2 goed haalbaar is.
–
HOOFDSTUK 5
bouw. Dit bouwsysteem is maatvast uit te voeren waardoor
HOOFDSTUK 610 Energieconcept
HOOFDSTUK 2 HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 4
Waarom dit concept hier toepassen?
Door goede isolatie is er een geringe warmtevraag.
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 10
Vanwege de grote projectomvang is gekozen voor giet-
152
Toolkit
Energieconcept 10
HOOFDSTUK 7
11:24
–
HOOFDSTUK 8
23-05-2005
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 1
bam_toolkit_02.qxd
153
Pagina 154
worden afgestemd, zodat de vereiste debieten onder
Risicobeheersing realisatiefase
6.4 Externe invloeden
met TRNSYS wordt de koelvraag bepaald.
alle omstandigheden worden gehaald.
-
Isolatiemateriaal moet droog en nauwsluitend wor-
–
Geschiktheid bodem
den aangebracht, geen naden.
–
Vergunningverlening/ melding voor de
bronnen binnen de woning. Aan de hand van bereke-
in de leefvertrekken.
ningen dienen geluidsbeperkende maatregelen te
HOOFDSTUK 5 Energieconcept HOOFDSTUK 610 HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 8
in de bodem en tevens toegankelijk te zijn voor
–
onderhoud/ afsluitmogelijkheid bij evt. lekkage.
Onderzoek naar lokale mogelijkheden voor het slaan van een bron
–
Analyse van randvoorwaarden voor vergunningver-
6.3.4 Beheerfase
lening en vooroverleg
Risicobeheersing beheerfase -
Onderhoudsplan voor de woning en installatie opstel-
-
Voorlichting aan gebruikers bij oplevering en
-
Bij oplevering inregelstaten vastleggen en bij onder-
woning wordt de WKO gedimensioneerd, wat betreft
–
Reële doorloopplanning opstellen
diepte, aantal doubletten en bronafstand.
–
Inventariseren subsidiemogelijkheden
Hoofdcriterium hierbij is dat in elk geval wordt voldaan
–
Quick scan technische en financiële mogelijkheden
aan de provinciale richtlijnen.
–
Opstellen protocol met daarin rechten en plichten van deelnemende partijen
–
Beperk temperatuurverlies in de warmwaterleidingen
len met aanbevelingen t.a.v. uitbesteding/contracten gedurende eerste stookseizoen houd instelling controleren
van warmtebron naar tappunt
vermogensvraag per vertrek vastgesteld en op basis hiervan het warmtepompvermogen bepaald.
door de debieten niet meer worden gehaald. Bodemwarmtewisselaars dienen niet geknikt te zijn
Risicobeheersing in ontwerp en bestekfase
berekening van de warmte- en koudebehoefte van de
Installatietechnisch
omdat anders de luchtweerstand verhoogt waar-
Geo-technisch In dit concept wordt zowel verwarmd als gekoeld. Uit de
bodemwarmtewisselaars
Ingestorte luchtkanalen mogen niet vervormen
HOOFDSTUK 4
worden vastgesteld.
-
HOOFDSTUK 2
worden geselecteerd om te voldoen aan de geluidseisen
HOOFDSTUK 3
Met een geluidsberekening kan het type geluiddemper
Zowel de warmtepomp als de HR-WTW-unit zijn geluids-
6.3.3 Realisatie en oplevering
7 Beschrijving van kosten en opbrengsten
Bouwfysisch De vloerverwarming wordt gedimensioneerd op basis
De warmteverliezen door isolatie en luchtdichtheid
van de vermogensvraag per vertrek, waarmee wordt
mogen niet afwijken van de ontwerpwaarden omdat
Ref. met koeling 1g
Concept 23
Concept 22a
Ventilatiesysteem
Nat. toe-, mech. afvoer
HR-WTW
HR-WTW
3-standenschakelaar
vastgesteld:
anders het verwarmingsvermogen van de vloerver-
Regeling ventilatie
–
Temperatuurniveau (bepaalt de capaciteit van de
warming en de warmtepomp te klein is, dan wel de
Warmteopwekking
CV-ketel HR-107
WP + HR 107 (grondwater)
WP + HR 107 (grondwater)
warmtepomp)
gewenste CO2-reductie niet gehaald wordt. Daarom is
Temp. Niveau
HTV
LTV
LTV
–
Dimensionering leidingen
controle van werktekeningen, van details en controle op
Afgiftesysteem
Radiatoren
Vloerverwarming
Vloerverwarming
–
Waterdebiet
de uitvoering op de bouwplaats noodzakelijk.
Tapwaterverwarming
Combiketel
WP + HR 107 (grondwater)
Zonneboiler + HR 107
Aanvullend is het steekproefsgewijs meten van de lucht-
Koudeopwekking
Split-unit
Grondwater
Grondwater
Koude afgifte
Lucht
Vloerkoeling
Vloerkoeling
Uit het productaanbod wordt een warmtepomp gese-
dichtheid van woningen nodig.
lecteerd waarmee voldaan kan worden aan de energieprestatie en het gevraagde vermogen. De relatie
Installatietechnisch
tussen de warmteopwekking in de warmtepomp, de
Het ontwerp van de installatie heeft geen overca-
Urban Villa
Energieconcept 23
warmteafgifte door de vloerverwarming en het trans-
paciteit. Een foutieve uitvoering wordt niet door een
Kosten en investeringen klimaatinstallaties
23
22a
port van warm en koud water in leidingen, kan worden
overdimensionering opgevangen. Controle op het
Jaarlijkse verbruikskosten bewoner****
€ 507
€ 448
weergegeven in een zgn. hydraulisch schema. Het
inregelen en beproeving installatie en regeltechniek
Woninggebonden maatregelen
opstellen van dit schema is noodzakelijk om de pompen,
waarborgt dat de ontwerpwaarden ook in de praktijk
regelaars en aansturing van de installatie te ontwerpen.
worden gerealiseerd.
De tapwaterverwarming dient legionella-veilig uitgevoerd te worden.
Consumentenvoorlichting
Installatiekosten referentie
A
€ 4.150
€ 4.150
Meerkosten ventilatiesysteem
B
€ 3.400
€ 3.400
Meerkosten vloerverwerwarming
C
€ 1.700
€ 1.700
Meerkosten warmte/koude opwekking
D
€0
€0
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 2 HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 4
luchtverversing wordt de ventilatievraag bepaald.
Aan de hand van de warmteverlies berekening wordt de
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 1
vertrek vastgesteld. Op basis van een computersimulatie Op basis van de grootte van de woning en de gewenste
154
Toolkit
Energieconcept 10
Totale investeringskosten woninggebonden
Omdat het hier om een installatie gaat die trager is en
installatie
Op basis van de ventilatievraag wordt de benodigde
anders bediend moet worden dan een traditionele cv-
Collectieve installatie
capaciteit van de HR-WTW installatie bepaald. Met een
ketel met radiatoren is voorlichting over gebruik en
Totaal meerkosten tov referentie
luchtkanaalberekening (drukverlies/luchtsnelheid) kun-
onderhoud van de warmtepomp, vloerverwarming en
nen het kanalenverloop en de HR-WTW-unit op elkaar
HR-WTW vereist.
Meerkosten warmte/koude opwekking
Totale investeringskosten collectieve installatie***
A+B+C+D
€ 9.250
€ 9.250
E
€ 3.900
€ 7.650
B+C+D+E
€ 9.000
€ 12.750
F
€ 8.750
€ 12.250
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 10
HOOFDSTUK 5
11:24
HOOFDSTUK 610 Energieconcept
23-05-2005
HOOFDSTUK 7
bam_toolkit_02.qxd
(1)Referentie excl. warmteopwekker bij 22a en 23
155
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:24
Pagina 156
Toolkit
Energieconcept 10
(Installatieconcept 4, 14a) Outsourcing € 510
1 Omschrijving project Soort project:
Bijdrage aansluitkosten
project 50 woningen
G
€ 7.400
€ 9.800
(BAK)
project 200 woningen
H
€ 3.200
€ 4.600
Meerinvestering bij
project 50 woningen**
B+C+D+G-750
€ 11.750
€ 14.150
Projectgrootte:
Door de eenvoud van de toegepaste techniek is dit concept ook in kleine aantallen te bouwen
outsourcing
project 200 woningen**
B+C+D+H-750
€ 7.550
€ 8.950
Locatiekenmerken:
Geen specifieke eisen. Tuinzijde op zuid is een pre
Comfortniveau:
Hoog, minder dan 50 uur temperatuuroverschrijding > 25 °C
EPC
0,74
0,69
CO2-uitstootreductie tov referentie
16%
26%
CO2-uitstootreductie tov referentie met koeling*
35%
43%
Met eenvoudige middelen wordt een hoog comfortniveau geboden
CO2 ambitie:
25- 35% reductie (ambitieniveau 1)
Gekozen techniek
Low tech
Verkoopdoel:
Luxe, gezond en een zeer comfortabel
Prijsklasse:
Duur
HOOFDSTUK 3
Energieprestatie
Een serie vrijstaande woningen, al of niet onderdeel uitmakend van een groter project.
HOOFDSTUK 2
€ 510
Jaarlijkse verbruikskosten bewoner
2 Kenmerken woning met Kwaliteitsprofiel
energie wordt verwezen naar de website van
namen van adviseurs en (onder-)aannemers die bewe-
SenterNovem.
zen ervaring hebben met het adviseren en realiseren van
http://www.senternovem.nl
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 7
dit energieconcept.
< 10
A
Toegankelijkheid
B
Stedelijke ecologie
C
Veiligheid
Woning A
Toegankelijkheid
B
Bruikbaarheid
C
Veiligheid
D
Gezondheid
B
+
E
Comfort
B
+
F
Uitstraling
G
Klantgericht ontwikkelen
H
Technische staat (bestaande bouw)
I
Exploitatie
B
J
Energetische kwaliteit
B
K
Milieukwaliteit materialen
B
L
Kwaliteit waterhuishouding
++
B
+
B
+
HOOFDSTUK 611 Energieconcept
Voor aanvullende informatie betreffende duurzame
Woningbouw is voornemens een lijst te maken met
E-concept 14a
< 10
++
HOOFDSTUK 7
De Projectgroep Duurzame Energie Projectontwikkeling
9 Bronnen voor meer informatie
E-concept 4
B 1
B
2
B
Ventilatie
HR-WTW
Mech. afv. Vraaggestuurd
Warmteopwekking
CV-ketel HR 107
CV-ketel HR 107
Temperatuurniveau opwekking
HTV
LTV
Warmteafgifte
Rad.
Vloerverw.
Tapwaterverwarming
Combi-ketel
Combi-ketel
Koudeopwekking
Geen
Geen
Zonneboiler
Nee
Ja
CO2-reductie
26%
33%
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 5
**** jaarlijkse verbruikskosten bewoner in de refentiewoning € 681
Urban Villa Lokatie
HOOFDSTUK 5
11
***getal benodigd om de exploitatieberekening te kunnen maken
HOOFDSTUK 9
**voor de vermeden individuele gasaansluiting is € 750 afgetrokken
HOOFDSTUK 4
* zinvolle vergelijking indien zonder koeling een reëel gevaar voor oververhitting bestaat (TO>400)
8 Voorstel voor in te schakelen partijen
Temperatuurniveau koeling
Urban villa Amstelveen. 130 m3 aardgas per jaar voor ruimteverwarming en 150 m3 voor tapwaterverwarming 156
HOOFDSTUK 1
‘Vrijstaande woning, gezond en zeer comfortabel’.
Energieconcept HOOFDSTUK 610
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 11
157
Pagina 158
Toolkit
Energieconcept 11
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 11
5.1 Bouwkundige kenmerken
Er worden extra comforteisen gesteld. Zomers kan de
Door goede isolatie is er een geringe warmtevraag.
binnentemperatuur langdurig boven de 25 °C komen,
Vanwege de kleine projectomvang is gekozen voor een
met name in op het zuiden georiënteerde vertrekken.
kalkzandsteen draagconstructie en voor kanaalplaat-
Het aantal temperatuuroverschrijdingsuren wordt in
vloeren. Deze constructie bemoeilijkt het realiseren
deze concepten beperkt tot 50 uur per jaar door te zor-
van een blijvende hoge luchtdichtheid van de woning.
gen voor spuimogelijkheden en door het aanbrengen
Daarom wordt bij toepassing van KZS dragende wanden
van buitenzonwering (of de mogelijkheid bieden om
voor de berekeningen uitgegaan van een qv.10 waarde
deze later aan te kunnen brengen). Indien in een con-
van 1,0 dm3/s.m2 terwijl voor gietbouw een dichtheid
creet project veel temperatuuroverschrijdingsuren
van 0,625 haalbaar geacht wordt.
verwacht worden, bijvoorbeeld vanwege extra veel glas
Indien gekozen wordt voor extra groot glasoppervlak,
in de gevels, is het zinnig het ontwerp met TRNSYS te
neemt de kans op oververhitting toe.
laten doorrekenen.
–
Dichte gevels
4.3 Energetische kwaliteit
–
Dak
Rc = 4 m2 K/W
Een alternatief is energieconcept 14a waarin geen
Met een CO2-reductie t.o.v. de referentie van 26% en 33%
–
BG vloer
Rc = 4 m2 K/W
3.1 Project grootte
ventilatieluchttoevoerkanalen voor komen en direct,
(EPC = 0,74 en 0,69) voldoen de energieconcepten 4 en
–
Deuren
Udeur = 2,0 W/m2 K
Installatiekeuze en investeringskosten zijn gebaseerd op
vraaggestuurd, de toevoerlucht via roosters in de
resp.14a aan ambitieniveau 1.
–
Ramen
Uglas = 1,2 W/m2 K
een projectgrootte van < 10. Omdat hier uitgegaan
gevels binnenkomt.
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
4.2 Comfort
Energieconcept 14a met zonneboiler
Energieconcept 4
HOOFDSTUK 1
11:24
HOOFDSTUK 2
23-05-2005
HOOFDSTUK 3
bam_toolkit_02.qxd
Rc = 2,9 m2 K/W (bij hsb binnen-
Verder geldt:
4.4 Milieukwaliteit materialen
-
Roosters (14a) en kanalen (4) zijn zo gedimen-
Bij realisatie in kleine series zal gietbouw niet voor de
sioneerd dat de luchtsnelheid in de leefzone
hand liggen. Stapelen met KZS voor dragende wanden
–
Bouwsysteem:
< 01 m/s bedraagt.
en binnenspouwblad en kanaalplaatvloeren voor de
–
Oriëntatie en glasoppervlak woonvertrek op zuid
Luchtdichtheid
De HR-WTW met kanalen en ventielen in concept
verdieping, bieden een hogere milieukwaliteit voor
De oriëntatie met de woonkamer op het zuiden
4 is zo gedimensioneerd en ontworpen dat in de
materialen dan gietbouw. De kalkzandsteen dragende
5.2 Installatietechnische kenmerken
betekent zoninval in de woonkamer en in de op het
gehele periode tussen twee onderhoudsbeurten
wanden en de kanaalplaat vloeren zorgen er ook voor
Type verwarmen / opwekking, temperatuurniveau
zuiden liggende slaapkamers. Dit verkort het stook-
toch het vereiste debiet gehaald kan worden,
dat er sprake is van voldoende massa om snelle tempe-
Individuele HR-combiketels HR 107 voor zowel de
seizoen, maar kan ook leiden tot oververhitting. Bij een
zonder dat geluidhinder optreedt (dimen-
ratuurschommelingen te voorkomen en temperatuur-
ruimteverwarming als de (na)verwarming van tapwater.
sioneren op 130% van de vereiste capaciteit).
pieken uit te vlakken.
-
3.2 Oriëntatie
plat dak of een hellend dak met een van de dakvlakken -
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 7
op het zuiden, is er de mogelijkheid om nu of in de
158
Vanwege de aanwezigheid van inblaaskanalen bij
stapelen kzs
5.2.1 Warmte afgiftesysteem
toekomst zonnecollectoren en PV cellen te plaatsen. In
energieconcept 4 wordt bij de oplevering een
4.5 Beheersvorm
Bij energieconcept 4 wordt de warmte afgegeven via
concept 14a is, in verband met het niet aanwezig zijn
onderhoudsplan meegeleverd, met daarin
De installatie wordt in eigendom gegeven aan de koper.
radiatoren. Bij energieconcept 14a wordt de warmte
van een HR-WTW, de zonneboiler nodig om de gewen-
reinigingsinstructies voor de kanalen, filters en
ste energieambitie 1 te kunnen halen.
ventielen.
afgegeven via vloerverwarming LTV.
5 Energetische kenmerken
-
In elk vertrek kan een raam en/of bovenlicht open (spuiventilatie).
De LTV vloerverwarming bij concept 14a is comfortabel
Er vindt geen actieve koeling plaats. Door de massa van de
-
In energieconcept 14a zijn inblaaskanalen juist
en in de toekomst, wanneer de CV-ketel aan vervanging
woning, het bieden van spuimogelijkheden en het bieden
4.1 Gezondheid
voorkomen en vindt toevoer van ventilatielucht
toe is, kan de installatie makkelijk aangesloten worden op
van een gevel waar buitenzonwering op aangebracht kan
–
plaats via vraaggestuurde roosters in de gevel.
een duurzaam laag temperatuursysteem (LTV). In de win-
worden, kan de temperatuuroverschrijding ’s zomers
Om luchtbewegingen door convectie te
ter zorgt de HR-WTW (4) voor een energiezuinige toe- en
beperkt blijven. Met buitenzonwering blijft het aantal tem-
dacht besteden aan het voorkomen van tocht en
voorkomen wordt in energieconcept 14a
afvoer van ventilatielucht, terwijl in de zomer ramen open
peratuuroverschrijdingsuren onder de 50 uur (niveau ++).
geluidhinder t.g.v. de HR-WTW en aan de reinig-
vloerverwarming toegepast.
kunnen en met ’s nacht alleen de afzuiging aan, kan de
4 Woningkenmerken Er worden in dit concept extra eisen t.a.v. gezond-
-
heid gesteld. Voor concept 4 betekent dit extra aan-
baarheid van de kanalen en roosters. Ook dient de doorspuibaarheid van elk vertrek gewaarborgd te
–
HOOFDSTUK 611 Energieconcept
installaties zijn ook op grotere schaal toepasbaar.
en EPC daarop doorrekenen)
HOOFDSTUK 7
systemen buiten beschouwing gelaten. De individuele
HOOFDSTUK 4
qv.10 = 1,0 dm3/s.m2 (CO2-reductie
HOOFDSTUK 5
–
wordt van een eenvoudige installatie, zijn collectieve
5.2.2 Koelen / opwekking, temperatuurniveau
Voor aanvullende gezondheidsmaatregelen zie
woning afkoelen. De vraaggestuurde ventilatie (14a) ven-
5.2.3 Koude afgiftesysteem
Kwaliteitsprofiel en concept G.1. (Allergeenarm)
tileert niet meer dan nodig is en is daarom energiezuinig.
N.v.t.
HOOFDSTUK 8
–
Uraam = 1,7 W/m2 K
HOOFDSTUK 9
–
HOOFDSTUK 5
3 Locatiekenmerken
Energieconcept HOOFDSTUK 611
HOOFDSTUK 4
spouwblad, anders Rc=3)
worden.
159
Pagina 160
Energieconcept 11
5.2.4 Ventilatie
6 De organisatorische aanpak
ketel als naverwarming. In energieconcept 4 zorgt een relatief zware combiketel voor de gehele tapwaterver-
De doelstellingen CO2-reductie van 25% - 35% plus de
cepten waar het gaat om CO2-reductie versus
wens om geen gebruik te maken van geavanceerde
meerkosten.
technieken, is bepalend voor de keuze voor een van deze
Concept 14a is een redelijk presterende
twee energieconcepten.
concept, gezien de CO2-reductie, maar zonder
warming gerealiseerd door de zonneboiler, met de HR–
warming met een comfortniveau CW 6. –
–
HOOFDSTUK 5
–
6.2 Actoren
Door het toepassen van relatief eenvoudige
In principe zijn naast een deskundig installatieadvies-
technieken zijn de concepten door elke
bureau geen extra adviseurs nodig. De installatieadviseur
vakkundige aannemer te realiseren.
zorg voor het dimensioneren van de installaties en het
Nauwelijks specifieke voorbereidingskosten
leveren van eenduidige werktekeningen.
waardoor de concepten ook in kleine series
Extra aandacht zal het installatiebureau moeten
zijn te ontwikkelen.
besteden aan:
De HR-WTW is een effectieve maatregel om
–
om tussen twee onderhoudsbeurten toch voldoende
nodig om geluid en tochtklachten te
debiet te blijven leveren). –
Een zorgvuldig ontworpen HR-WTW ventilatie De toepassing van vloerverwarming bij de energieconcept 14a past in het streven naar extra kwaliteit op het gebied van gezondheid.
de lay-out van de luchtleidingen i.v.m. de reinigbaarheid.
–
de situering en montage van de ventilatie-unit, om geluidhinder te voorkomen.
– de precieze keuze van de vraaggestuurde ventilatie in
toekomstwaarde omdat later bij vervanging van de CV, overgestapt kan worden op –
–
het risico mee van tocht. Daarom de roosters hoog plaatsen op een plaats waar te verwachten koudeval de
Risicobeheersing in ontwerp en besteksfase Geen specifieke onderwerpen 6.3.3 Realisatie en oplevering Bouwfysisch De warmteverliezen door isolatie, ventilatie en luchtdichtheid mogen niet afwijken van de ontwerpwaarden, omdat anders het verwarmingsvermogen van de vloerverwarming (en de toekomstige warmtepomp) te klein is, dan wel de gewenste CO2-reductie niet gehaald wordt. Daarom is controle van werktekeningen, van details en controle op de uitvoering op de bouwplaats noodzakelijk. Aanvullend is het steekproefsgewijs meten van de luchtdichtheid van woningen nodig. Installatietechnisch
6.3 Activiteiten
Controle op het inregelen en beproeven van de installatie en regeltechniek waarborgt de juiste werking van
duurzame LTV-systemen.
6.3.1 Initiatief en voorontwerp
De spuivoorziening is noodzakelijk om samen
Bouwfysisch
met door de bewoners aan te brengen zon-
Berekenen van de CO2-reductie en EPC waarde bij een
wering, te zorgen voor een goed comfort-
Qv10-waarde van 1,0 indien toepassing van KZS en
niveau (< 50 temperatuuroverschrijdingsuren).
0,625 bij gietbouw. De haalbaarheid van de hoge com-
De warmwatervoorziening voldoet, voor een
forteis (++) vraagt wel om een controleberekening met
huishouden van meerdere personen, ruim aan
een dynamisch rekenmodel zoals TRNSYS.
het comfortniveau van 16 liter per minuut van
de installaties. Consumentenvoorlichting Voorlichting is wenselijk over gebruik en onderhoud van de vloerverwarming en HR-WTW en de zonneboiler. Risicobeheersing realisatiefase Isolatiemateriaal moet droog en nauwsluitend worden
6.3.2 Definitief ontwerp en bestek Bouwfysisch De HR-WTW-unit is een geluidbron binnen de woning. Aan de hand van berekeningen dienen geluidsbeper-
Energieconcept 14a met Zonneboiler
De natuurlijke toevoer bij energieconcept 14a brengt
concept 14a.
Het geeft die woningen bovendien meer Energieconcept 4
40 °C (CW6). HOOFDSTUK 8
de dimensionering van de HR-WTW (overcapaciteit
CO2 te reduceren, maar extra aandacht is
draagt bij aan een gezond binnenklimaat –
in de leefvertrekken.
minste hinder oplevert.
een HR-WTW te hoeven toepassen.
voorkomen.
HOOFDSTUK 7
Energieconcept HOOFDSTUK 611
–
Concept 4 is een van de meest efficiënte con-
HOOFDSTUK 2
In de energieconcepten 14a wordt de tapwaterver-
–
worden geselecteerd om te voldoen aan de geluidseisen 6.1 Doelen
HOOFDSTUK 3
5.2.5 Warmtapwater
Waarom dit concept hier toepassen?
HOOFDSTUK 4
vraaggestuurde mechanische afvoer en natuurlijke toevoer.
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
spuivoorzieningen in elke ruimte. In energieconcept 14a
Met een geluidberekening kan het type geluiddemper
HOOFDSTUK 5
In energieconcept 4, HR-WTW (met onderhoudsplan) en
Toolkit
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 11
HOOFDSTUK 611 Energieconcept
11:24
HOOFDSTUK 7
23-05-2005
aangebracht, geen naden.
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 1
bam_toolkit_02.qxd
Ingestorte luchtkanalen mogen niet vervormen omdat anders de luchtweerstand verhoogt waardoor de debieten niet meer worden gehaald.
kende maatregelen te worden vastgesteld.
160
Met een luchtkanaalberekening (drukverlies/luchtsnel-
Risicobeheersing beheerfase -
heid) kunnen het kanalenverloop en de HR-WTW-unit op elkaar worden afgestemd, zodat de vereiste debieten onder alle omstandigheden worden gehaald.
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
6.3.4 Beheerfase Installatietechnisch
Voorlichting aan gebruikers bij oplevering en gedurende eerste stookseizoen
-
Bij oplevering inregelstaten vastleggen en bij onderhoud instelling controleren
161
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:24
Pagina 162
Toolkit
Energieconcept 11
(Installatieconcept 15h) 6.4 Externe invloeden N.v.t.
1 Omschrijving project
7 Beschrijving van kosten en opbrengsten
Soort project:
3-standenschakelaar
mechanische afvoer 3-standenschakelaar
of CO2-sensoren Warmteopwekking
CV-ketel HR-107
CV-ketel HR-107
CV-ketel HR-107
Temp. Niveau
HTV
HTV
LTV
Afgiftesysteem
Radiatoren
Radiatoren
Vloerverwarming
Tapwaterverwarming
Combiketel
Combiketel
Zonneboiler + Combiketel
Koudeopwekking
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Koude afgifte
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Aan het comfortniveau worden hoge eisen gesteld.
Ambitie CO2-reductie: Ambitieniveau 2 (tussen 35 en 45%) Gekozen techniek
High Tech
Verkoopdoel:
Luxe, flexibel, gezond, behaaglijk in de winter, zeer comfortabel in de zomer en een ruim aan-
Prijsklasse:
Geschikt in het segment duur.
bod van warmtapwater.
2 Kenmerken woning met Kwaliteitsprofiel 12
Vrijstaand
E-concept 15 h
Lokatie
10 tot 40
A
Toegankelijkheid
Energieconcept
B
Stedelijke ecologie
Kosten en investeringen klimaatinstallaties
4
14a
C
Veiligheid
Jaarlijkse verbruikskosten bewoner****
€ 680
€ 614
Woninggebonden maatregelen
Installatiekosten referentie
A
€ 9.250
€ 9.250
Meerkosten ventilatiesysteem
B
€ 3.750
€ 3.500
Meerkosten vloerverwerwarming
C
€0
€ 1.250
Meerkosten warmte/koude opwekking
D
€0
€ 3.250
Woning A
Toegankelijkheid
B
Bruikbaarheid
C
Veiligheid
D
Gezondheid
B
+
E
Comfort
B
+
++
F
Uitstraling
G
Klantgericht ontwikkelen
+
3
Totale investeringskosten woninggebonden installatie Collectieve installatie
A+B+C+D
Meerkosten warmte/koude opwekking
E B+C+D+E
Totale investeringskosten collectieve installatie
F
€ 13.000
€ 17.250
€0
€0
€ 3.750
€ 8.000
nvt
nvt
Energieprestatie EPC
0,74
0,69
CO2-uitstootreductie tov referentie
26%
33%
CO2-uitstootreductie tov referentie met koeling*
26%
33%
* zinvolle vergelijking indien zonder koeling een reëel gevaar voor oververhitting bestaat (TO>400) **** jaarlijkse verbruikskosten bewoner in de refentiewoning € 825
8 Voorstel voor in te schakelen partijen
9 Bronnen voor meer informatie
De Projectgroep Duurzame Energie Projectontwikkeling
Voor aanvullende informatie betreffende duurzame
Woningbouw is voornemens een lijst te maken met
energie wordt verwezen naar de website van
na-men van adviseurs en (onder-)aannemers die
SenterNovem.
bewezen ervaring hebben met het adviseren en realis-
http://www.senternovem.nl
eren van dit energieconcept.
H
Technische staat (bestaande bouw)
I
Exploitatie
B
J
Energetische kwaliteit
B
K
Milieukwaliteit materialen
B
L
Kwaliteit waterhuishouding
Ventilatie
Mech. afv. Vraaggestuurd
Warmteopwekking
Combi WP (b)
Temperatuurniveau opwekking
LTV
Warmteafgifte
Vloerver.
Tapwaterverwarming
Combi WP (b)
Koudeopwekking
Bodem
Temperatuurniveau koeling
HTK
Zonneboiler
Ja
CO2-reductie
42%
HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 8
Comfortniveau:
Vrijstaande woning
Totaal meerkosten tov referentie
HOOFDSTUK 9
Vraagsturing door klokregeling
Nieuwbouw, met een oriëntatie zodat plaatsing van een zonneboiler mogelijk is.
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 5 Energieconcept HOOFDSTUK 611
Regeling ventilatie
HOOFDSTUK 2
Natuurlijke toevoer en
Projectgrootte tussen de 10 en 40 woningen.
Locatiekenmerken:
HOOFDSTUK 3
HR-WTW
Projectgrootte:
HOOFDSTUK 4
Natuurlijke toevoer en
Energieconcept 14a
HOOFDSTUK 5
Ventilatiesysteem
Energieconcept 4
HOOFDSTUK 612 Energieconcept
Ref.
Vrijstaande woningen, ruim van afmetingen en daardoor flexibel in te delen. Met geavanceerde installaties die zomer en winter een goed comfort garanderen.
mechanische afvoer
162
HOOFDSTUK 1
‘Ruime, zeer comfortabele en zeer energiezuinige vrijstaande woningen’.
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 12
163
Pagina 164
5 Energetische kenmerken De warmtepomp met de vloerverwarming maakt het
5.2.4 Koude afgiftesysteem
Voor aanvullende gezondheidsmaatregelen zie
een duurzaam en comfortabel concept. Door vraag-
Via de vloer HTK.
Kwaliteitsprofiel en concept G.1. (Allergeenarm).
gestuurd te regelen is het ventilatiesysteem energie-
een projectgrootte tussen de 10 en 40 vrijstaande woningen. Bij deze projectomvang en dit woningtype
HOOFDSTUK 9
zuinig, maar wel minder energiezuinig dan een WTW.
5.2.5 Ventilatie
Koelen via de vloer maakt de woning extra comfortabel.
Met de natuurlijke toevoer en mechanische afvoer bij
gaat de voorkeur uit naar individuele installaties, maar
4.2 Comfort
de omvang laat het wel toe om extra expertise in te
Er wordt een hoog comfortniveau geëist. De binnentem-
schakelen om een geavanceerd energieconcept uit te
peratuur zal ’s zomers niet langer dan 50 uur boven de
5.1 Bouwkundige kenmerken
aan en afvoer vraaggestuurd te regelen, wordt energie-
werken. Wanneer in dezelfde bouwstroom woningen
25 °C uitkomen. Dit wordt gerealiseerd door de bodem-
Door goede isolatie is er een geringe warmtevraag.
verspilling voorkomen. In de toevoerroosters kunnen
met een collectieve installatie worden ontwikkeld, is het
warmtewisselaars die ’s zomers koeling kunnen leveren
Vanwege de kleine projectomvang is gekozen voor een
filters geplaatst worden.
ook voor deze vrijstaande woningen te overwegen om
uit de bodem.
kalkzandsteen draagconstructie en voor kanaalplaat-
daarop aan te sluiten.
Dit vereist wel het bouwfysisch goed op elkaar afstem-
vloeren. Deze constructie bemoeilijkt het realiseren van
5.2.6 Warmtapwater
men van de bouwkundige en installatietechnische
een blijvende hoge luchtdichtheid van de woning.
De Combi-warmtepomp met een voorraadvat van
3.2 Oriëntatie
onderdelen. Het direct toevoeren van ventilatielucht van
Daarom wordt er bij de berekeningen uitgegaan van een
170 liter zorgt er voor dat het systeem 16 liter water van
Het concept is oriëntatie onafhankelijk, maar het in de
buiten, vraagt extra aandacht voor plaats en afmetingen
qv.10 waarde van 1,0 dm /s.m . Worden de woningen
40 °C per minuut kan leveren, waardoor vanaf twee
toekomst uit kunnen breiden van de installatie met zon-
van de roosters om tocht in de leefzone te voorkomen.
wel in gietbouw uitgevoerd, dan is een qv.10 waarde van
tappunten tegelijk warmwater getapt kan worden.
neboiler of PV vraagt een oriëntatie tussen Z-ZO en Z-ZW.
Het warmtapwatersysteem met een voorraadvat van
0,625 goed haalbaar. Extra groot glasoppervlak is toe-
170 liter garandeert minimaal 16 liter water van 40 °C
laatbaar, omdat de warmtepomp ’s zomers oververhit-
per minuut wat voldoende is voor het gelijktijdig
ting voorkomt.
gebruik van twee tappunten (CW6).
–
Dichte gevels
In dit concept wordt de ventilatielucht mechanisch
4.3 Energetische kwaliteit
–
Dak
Rc = 4 m2 K/W
afgevoerd en natuurlijk via roosters in de gevels
Met een CO2-reductie t.o.v. de referentie van rond de
–
BG vloer
Rc = 4 m2 K/W
toegevoerd. De roosters kunnen voorzien worden
42% (EPC = 0,53) voldoet de woning net niet aan ambi-
–
Deuren
Udeur = 2,0 W/m2 K
van filters. Door de aan- en afvoer van ventilatielucht
tieniveau 3.
–
Ramen
Uglas = 1,2 W/m2 K Uraam = 1,7 W/m2 K
vraaggestuurd te regelen (op aanwezigheid), levert
–
–
Rc = 2,9 m2 K/W (bij hsb binnenspouwblad, anders Rc=3)
4.1 Gezondheid –
2
het systeem altijd voldoende ventilatielucht voor een
4.4 Milieukwaliteit materialen
–
Luchtdichtheid
qv.10 = 1,0 dm3/s.m2 (CO2-reductie
gezond binnenmilieu.
Bij realisatie in kleine series zal gietbouw niet voor de
T.b.v. het aspect gezondheid wordt de bewoners
hand liggen. Stapelen met KZS voor dragende wanden
–
Bouwsysteem:
geadviseerd extra aandacht te besteden aan de
en binnenspouwblad en kanaalplaatvloeren voor de
–
Oriëntatie en glasoppervlak woonvertrek op zuid
reinigbaarheid van de woning, door het kiezen voor
verdieping, bieden een hogere milieukwaliteit voor
harde vloerafwerking.
materialen dan gietbouw.
Om het kwaliteitsaspect gezondheid op niveau ‘++’
De kalkzandsteen dragende wanden en de kanaalplaat
te brengen worden, aan het energieconcept gerela-
vloeren zorgen er ook voor dat er sprake is van vol-
5.2.1 Type verwarmen / opwekking, temperatuurniveau
teerd, de volgende extra prestaties verlangd:
doende massa om snelle temperatuurschommelingen te
Individuele warmtepomp voor zowel de ruimtever-
-
Roosters zijn zo gedimensioneerd dat de lucht-
voorkomen en temperatuurpieken uit te vlakken.
warming als de verwarming van tapwater met per
snelheid in de leefzone < 0,1 m/s bedraagt.
Nadeel van het stapelen is wel dat de maatvastheid
woning een bodemwisselaar.
Het ventilatiesysteem is zo gedimensioneerd en ont-
geringer is en dat daardoor een qv.10 waarde van 0,625
worpen dat in de gehele periode tussen twee onder-
moeilijk haalbaar is.
-
-
HOOFDSTUK 5
3
HOOFDSTUK 612 Energieconcept
4 Woningkenmerken
energieconcept 15h ontbreken toevoerkanalen. Door de
HOOFDSTUK 3
Installatiekeuze en investeringskosten zijn gebaseerd op
–
HOOFDSTUK 4
3.1 Project grootte
HOOFDSTUK 1
3 Locatiekenmerken
HOOFDSTUK 2
Energieconcept 12
en EPC daarop doorrekenen) stapelen kzs Concept 2 - 8 en 15K
5.2 Installatietechnisch kenmerken
5.2.2 Warmte afgiftesysteem
Verwarming Koeling
Vloer
Bodem
Energieconcept 15h met zonneboiler
De warmte wordt afgegeven via vloerverwarming LTV.
houdsbeurten toch het vereiste debiet gehaald kan
164
Toolkit
Energieconcept 12
HOOFDSTUK 7
11:24
HOOFDSTUK 8
23-05-2005
worden, zonder dat geluidhinder optreedt.
4.5 Beheersvorm
In elk vertrek kan een raam en/of bovenlicht
Het betreft allemaal individuele installaties met elk
5.2.3 Koelen / opwekking, temperatuurniveau
open (spuiventilatie).
een eigen bodemwisselaar. Het ligt dan ook voor de
Temperatuuroverschrijdingen boven de 25 °C worden
Om luchtbewegingen door convectie te
hand om de installatie in eigendom en beheer aan de
door de warmtepomp voorkomen door het koelen.
voorkomen wordt vloerverwarming toegepast.
bewoners over te dragen.
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 7
Energieconcept HOOFDSTUK 612
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
bam_toolkit_02.qxd
165
Pagina 166
berekening van de warmte- en koudebehoefte van de
De doelstellingen zijn CO2-reductie van 35% - 45% en de
Bouwfysisch
woning wordt de bodemwarmtewisselaar gedimen-
hoge ambities t.a.v. van comfort en gezondheid.
Omdat het een concept met warmtepomp betreft, is het
sioneerd wat betreft diepte, aantal wisselaars en trans-
beperken van het warmteverlies van groot belang.
voor een collectief systeem worden gekozen.
portmedium. Hoofdcriterium hierbij is dat in geen geval
6.2 Actoren
Daarom moet grote aandacht worden besteed aan de
Er ontstaat te veel collectief leidingwerk om
bevriezingsverschijnselen in de bodem mogen optreden.
De hoge comforteisen in combinatie met LTV en het niet
optimalisatie en realisatie van:
uitvoeren. Wanneer de woningen grenzen
willen overdimensioneren van de warmtepomp, vraagt
–
Rc-waarde gevel en dak
Installatietechnisch
om de inzet van een aantal adviseurs:
–
Qv10-waarde van de gebouwschil
aan een bouwlocatie waar al een collectief
Op basis van warmtevraag wordt het warmtepompver-
–
–
U-waarde raam (glas+kozijn)
systeem wordt gerealiseerd, kan een collec-
mogen bepaald.
In dit concept wordt zowel verwarmd als gekoeld. Uit de
De hoge ambities t.a.v. CO2-reductie, comfort en gezondheid rechtvaardigen een geavanceerd systeem met warmtepomp en vloerverwarming en bijbehorende inspanning in de projectvoorbereiding. De vraaggestuurde mechanische afvoer en natuurlijke toevoer is niet onderhoudsgevoelig en door de vraagsturing toch
–
De spuivoorziening is nodig en wordt door bewoners hoog gewaardeerd. Voordeel is dat daarmee ’s zomers via nachtventilatie veel warmte ook zonder te koelen weggeventileerd kan worden.
–
De warmwatervoorziening in de vorm van
–
zonneboiler, naverwarming en een voorraad van 170 liter is duurzaam en voldoet voor
HOOFDSTUK 8 HOOFDSTUK 9
van de vermogensvraag per vertrek. Vastgesteld wordt:
samenhang overziet. Deze is dan verantwoordelijk
Bij het toepassen van bodemwarmtewisselaars moet
–
voor aansturing in de uitvoering en draagt zorg voor
worden nagegaan of de bodemgesteldheid deze
correcte afstemming van de verschillende onderde-
toepassing toestaat. Daarnaast moet de locale/provin-
–
Resultaten TRNSYS-simaulaties voor koeling
len van het concept. De systemintegrator zorgt voor
ciale regelgeving toestaan dat de wisselaars in de
–
Dimensionering en legpatroon vloerverwarmingslei-
deskundig toezicht tijdens het gehele traject van
bodem worden geplaatst en moeten de vanuit de
ontwerp en realisatie.
gemeentelijke(milieu)regelgeving opgelegde randvoor-
Een bouwfysisch adviseur die de uitwerking van iso-
waarden bekend zijn.
–
warmtevraag klein te houden bij een temperatuur-
Installatietechnisch
Uit het productaanbod wordt een warmtepomp gese-
niveau van de verwarming zo laag en de koeling zo
De warmtepomp haalt zijn hoogste energetisch rende-
lecteerd voorzien van kwaliteitskeur van stichting
hoog mogelijk. De bouwfysisch adviseur bepaalt de
ment bij lage temperaturen. Daarom moet de vloer-
warmtepompen waarmee voldaan kan worden aan de
warmtevraag, de koelvraag en de randvoorwaarden
verwarming voor verwarmen op een zo laag mogelijke
energieprestatie en het gevraagde vermogen. De relatie
voor de gewenste ventilatie.
aanvoertemperatuur worden ontworpen. Bij koelbedrijf
tussen de warmteopwekking in de warmtepomp, de
Een installatieadviseur die gedetailleerde installatie-
moet worden voorkomen dat er condensvorming
warmteafgifte door de vloerverwarming en het trans-
berekeningen kan uitvoeren, die de bouwkundige
optreedt ten gevolge van te lage wateraanvoertempera-
port van warm en koud water in leidingen, kan worden
inpassing van de installatie ontwerpt en die de
turen.
weergegeven in een zgn. hydraulisch schema. Het
Temperatuurniveau (bepaalt de capaciteit van de warmtepomp)
dingen voor de maatgevende situatie van verwarmen of koelen Waterdebiet
opstellen van dit schema is noodzakelijk om de pompen,
uitvoering op het werk controleert. De installatie-
een woning met twee badkamers die gelijktijdig gebruikt worden (CW6).
–
166
van gebouw (bouwfysica) en installaties en hun
6.3.2 Geo-technisch
latie en kierdichting optimaliseert om de
relatief energiezuinig. –
De vloerverwarming wordt gedimensioneerd op basis
neemt. Die in alle fasen van het proces alle aspecten
tief concept overwogen worden.
–
Een persoon die de rol van systemintegrator op zich
HOOFDSTUK 2
Voor dure vrijstaande woningen zal niet snel
HOOFDSTUK 1
6.3.1 Initiatief en voorontwerp
HOOFDSTUK 3
–
HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 5
6.1 Doelen
Geo-technisch
HOOFDSTUK 4
realiseren.
-
Energieconcept HOOFDSTUK 612
6.3 Activiteiten
HOOFDSTUK 5
Hoofddoel is een hoge CO2-reductie te
een collectief systeem rendabel te kunnen
HOOFDSTUK 7
6 De organisatorische aanpak Waarom dit concept hier toepassen? –
Toolkit
Energieconcept 12
HOOFDSTUK 612 Energieconcept
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 12
adviseur van het installatie adviesbureau ontvangt
6.3.3 Definitief ontwerp en bestek
regelaars en aansturing van de installatie te ontwerpen.
zijn input van de bouwfysisch adviseur. Taak is o.a.
Bouwfysisch
De tapwaterverwarming dient legionella-veilig
de precieze keuze van de vraaggestuurde ventilatie
Aan de hand van de warmteverliesberekening wordt
uitgevoerd te worden.
in concept 15k.
voor de ruimteverwarming de vermogensvraag per
Op basis van de ventilatievraag wordt de benodigde
Een ervaren adviseur die zorg draagt voor de dimen-
vertrek vastgesteld. Op basis van een computersimulatie
capaciteit van het ventilatiesysteem bepaald. Met een
sionering en systeemconfiguratie van de
met TRNSYS wordt de koelvraag bepaald.
luchtkanaalberekening (drukverlies/luchtsnelheid)
bodemwarmtewisselaars tijdens initiatief, vooront-
Op basis van de grote van de woning en de gewenste
kunnen het kanalenverloop, afzuigunit en de toevoer-
werp, definitief ontwerp en bestek en die tevens de
luchtverversing wordt de ventilatievraag bepaald.
roosters op elkaar worden afgestemd zodat de vereiste
HOOFDSTUK 7
11:24
HOOFDSTUK 8
23-05-2005
debieten en comforteisen (geen tocht) onder alle
prestatie-eisen voor het systeem formuleert. Deze adviseur dient ook aanspreekpunt te zijn voor de
Zowel de warmtepomp als de HR-WTW-unit zijn
geo-technische aannemer.
geluidsbronnen binnen de woning. Aan de hand van
omstandigheden worden gehaald.
Het is mogelijk dat één partij meerdere rollen kan
berekeningen dienen geluidsbeperkende maatregelen te
Met een geluidsberekening kan het type geluiddemper
vervullen. Aantoonbare ervaring is wel een vereiste.
worden vastgesteld.
worden geselecteerd om te voldoen aan de geluidseisen
HOOFDSTUK 9
bam_toolkit_02.qxd
in de leefvertrekken.
167
Pagina 168
Risicobeheersing in ontwerp en bestekfase
Bodemwarmtewisselaars dienen niet geknikt te zijn in
–
Onderzoek naar lokale mogelijkheden voor het
de bodem en tevens toegankelijk te zijn voor onder-
aanbrengen van bodemwarmtewisselaars
houd/afsluitmogelijkheid bij evt. lekkage.
–
Analyse van randvoorwaarden voor vergunningverlening en vooroverleg
6.3.5 Beheerfase
–
Reële doorloopplanning opstellen
Risicobeheersing beheerfase
–
Inventariseren subsidiemogelijkheden
–
Onderhoudsplan voor de woning en installatie
Concept 15h
Ventilatiesysteem
Natuurlijke toevoer en mechanische afvoer
Natuurlijke toevoer en mechanische afvoer
Regeling ventilatie
3-standenschakelaar
Vraagsturing door klokregeling of CO2-sensoren
Warmteopwekking
CV-ketel HR-107
Combi-WP bodemwiss.
Temp. Niveau
LTV
LTV
opstellen met aanbevelingen ten aanzien van
–
Opstellen protocol met daarin rechten en plichten
uitbesteding/contracten
Afgiftesysteem
Radiatoren
Vloerverwarming
–
Voorlichting aan gebruikers bij oplevering en
Tapwaterverwarming
Combiketel
Zonneboiler + Combi-WP
gedurende eerste stookseizoen
Koudeopwekking
Split-unit
Bodem
–
Bij oplevering inregelstaten vastleggen en bij
Koude afgifte
Lucht
Vloerkoeling
van deelnemende partijen –
Beperk temperatuurverlies in de warmwaterleidingen van warmtebron naar tappunt
De warmteverliezen door isolatie en luchtdichtheid
–
anders het verwarmingsvermogen van de vloerverwar-
Geschiktheid bodem voor toepassing van bodemwarmtewisselaars
mogen niet afwijken van de ontwerpwaarden omdat –
Vergunningverlening/ melding voor de
Vrijstaande woning
Energieconcept
Kosten en investeringen klimaatinstallaties
15h € 597
Jaarlijkse verbruikskosten bewoner**** Woninggebonden maatregelen
bodemwarmtewisselaars
Installatiekosten referentie
A
€ 9.250
Meerkosten ventilatiesysteem
B
€ 3.500
ste CO2-reductie niet gehaald wordt. Daarom is controle
Meerkosten vloerverwerwarming
C
€ 1.250
van werktekeningen, van details en controle op de
Meerkosten warmte/koude opwekking
D
€ 14.250
uitvoering op de bouwplaats noodzakelijk. Aanvullend is
Totale investeringskosten woninggebonden
het steekproefsgewijs meten van de luchtdichtheid van
installatie
A+B+C+D
€ 28.250
woningen nodig. Installatietechnisch
Collectieve installatie
Meerkosten warmte/koude opwekking
Totaal meerkosten tov referentie Totale investeringskosten collectieve installatie
Het ontwerp van de installatie heeft geen overca-
E B+C+D+E F
HOOFDSTUK 5
6.4 Externe invloeden
€0
HOOFDSTUK 612 Energieconcept
Bouwfysisch
HOOFDSTUK 4
onderhoud instelling controleren
€ 19.000 nvt
paciteit. Een foutieve uitvoering wordt niet door een inregelen en beproeven installatie en regeltechniek
Energieprestatie
waarborgt dat de ontwerpwaarden ook in de praktijk
EPC
0,53
worden gerealiseerd.
CO2-uitstootreductie tov referentie
35%
CO2-uitstootreductie tov referentie met koeling*
42%
HOOFDSTUK 7
overdimensionering opgevangen. Controle op het
Consumentenvoorlichting Omdat het hier om een installatie gaat die trager is en anders bediend moet worden dan een traditionele cvketel met radiatoren is voorlichting over gebruik en
* zinvolle vergelijking indien zonder koeling een reëel gevaar voor oververhitting bestaat (TO>400)
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 5 Energieconcept HOOFDSTUK 612 HOOFDSTUK 7
Ref. met koeling 3g
Quick-scan technische en financiële mogelijkheden
ming en de warmtepomp te klein is, dan wel de gewen-
HOOFDSTUK 8
7 Beschrijving van kosten en opbrengsten
–
6.3.4 Realisatie en oplevering
HOOFDSTUK 9
Toolkit
Energieconcept 12
**** jaarlijkse verbruikskosten bewoner in de refentiewoning € 825
onderhoud van de warmtepomp, de vloerverwarming en de vraaggestuurde ventilatie vereist.
8 Voorstel voor in te schakelen partijen
9 Bronnen voor meer informatie
De Projectgroep Duurzame Energie Projectontwikkeling
Voor aanvullende informatie betreffende duurzame
Risicobeheersing realisatiefase
Woningbouw is voornemens een lijst te maken met
energie wordt verwezen naar de website van
Isolatiemateriaal moet droog en nauwsluitend worden
namen van adviseurs en (onder-)aannemers die
SenterNovem.
aangebracht, geen naden.
bewezen ervaring hebben met het adviseren en
http://www.senternovem.nl
Ingestorte luchtkanalen mogen niet vervormen omdat
realiseren van dit energieconcept.
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Energieconcept 12
HOOFDSTUK 1
11:24
HOOFDSTUK 2
23-05-2005
HOOFDSTUK 3
bam_toolkit_02.qxd
anders de luchtweerstand verhoogt waardoor de debieten niet meer worden gehaald.
168
169
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:24
Pagina 170
Toolkit
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1 HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Woningconcepten duurzaam materiaalgebruik
8
In het Kwaliteitsprofiel worden keuzemogelijkheden
Materiaalclassificatie
aangeboden waaraan een score is toegekend. Deze score
Voor de milieubewuste keuze van bouwmaterialen zijn
is in eerste instantie bepaalt op basis van EcoQuantum.
diverse materiaalclassificatie systemen beschikbaar. Om
Zie hierna de tabel K Milieukwaliteit materialen.
HOOFDSTUK 3
de praktijk betekent zijn vier concepten uitgewerkt.
Aan het eind van de beschrijving van een materiaalconcept is een tabel met scores opgenomen. De scores van een concepten zijn bepaald met het Kwaliteitsprofiel,
worden bepaald. Door te kiezen in het Kwaliteitsprofiel.
EcoQuantum, GreenCalc Plus en GPR Gebouw. Om deze
Door materiaalkeuzen te maken via de NIBE milieuclassi-
concepten vergelijkbaar te maken is op pagina 58 een
ficatie. Door te gaan rekenen met een van de drie mate-
tabel opgenomen en is op pagina 59 een schema met
riaalclassificatie modellen.
ambitieniveaus gemaakt.
Efficiënt aandacht voor milieu
+
M2
‘Natuurlijk en hernieuwbaar’ voornamelijk Houtskeletbouw
++
M3
Veel aandacht voor milieu en voor het maken van een gezond gebouw
++
G1
Met aandacht voor gezondheidsaspecten ‘Allergeenarm’
++
HOOFDSTUK 5
M1
HOOFDSTUK 4
Concepten kunnen op drie verschillende manieren
Milieukwaliteit materialen in het kwaliteitsprofiel
HOOFDSTUK 7 duurzaam HOOFDSTUK Woningconcept bouwen6
Woningconcept bouwen6 HOOFDSTUK 7 duurzaam HOOFDSTUK
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
te laten zien wat het resultaat van dergelijke systemen in
K Milieukwaliteit materialen Ontwerp op lange levensduur (multi)funcionaliteit Niveau + Lange economische levensduur
+
-5
Overmaat voor meerdere woonprogramma's Verblijven, algemeen
Aandacht voor overmaat, minimale geleding plattegrond en vrije indeelbaarheid Breedte gebruiksruimten > 2400 mm
Woonfunctie
Opp. woonfunctie (woonkamer+eetkamer) bij GBO > 120 m2 > 35% van GBO
Badkamer
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 8
Opp. woonfunctie (woonkamer+eetkamer) bij GBO < 120 m2 > 30% van GBO Plaatsings- en gebruiksruimte voor de closetfunctie en bad
Organisatie van functies Verblijfsruimten: algemeen
Vrije verdiepingshoogte op alle verdiepingen > 2,80 m
Slaapfunctie
Mogelijkheid van zinvolle indelingsvarianten door verplaatsbare of verwijderbare wanden
170
Verplaatsbare elementen
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
Flexibiliteit door techniek (later) Alle wanden die niet woningscheidend zijn, licht en niet dragend (dus te verwijderen)
Lange technische levensduur Onderhoudsgevoeligheid / Repareerbaar
Bij oplevering onderhoudsplan meeleveren
Demontabel / vervangbaar
Bouwdelen met levensduur korter dan 50 jaar zijn demontabel (zonder hakken of breken)
171
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:24
Pagina 172
Toolkit
Materiaalconcept M.1. Lange economische levensduur
aantal wijzigingen op wat gebruikelijk is (referentie)
Opp. woonfunctie (woonkamer+eetkamer) bij GBO < 120 m2 > 35% van GBO
hinder en vervuiling door emissie van schadelijke stof-
er toch zoveel duurzamer gebouwd wordt dat op
Voor thuiswerken: gebruiksfunctie > 2100 x 2100 mm
fen. Participanten in de bouw kunnen hun maatschap-
milieukwaliteit materialen een ‘+’ gehaald wordt.
pelijke verantwoordelijkheid nemen en extra ambities formuleren t.a.v. het kwaliteitsaspect ‘milieukwaliteit
Plaatsingsmogelijkheid van een tweede sanitaire unit met douche en wastafel
Dit milieurendement wordt gevonden in: –
materialen’. Door het ontwerp (compactheid), het
Organisatie van functies
hanteren van een rekentool waarmee de milieubelasting
Slaapfunctie
Mogelijkheid tot extra slaapkamer/ werkruimte op de begane grond
van het gehele ontwerp wordt bepaald, en het vervol-
Verzelfstandiging
Mogelijkheid tot verzelfstandiging van ruimten binnen een woning
gens nemen van besluiten betreffende levensduurver-
Uitbreidbaarheid
Door het aanbrengen van voorzieningen zijn woningen uitbreidbaar in horizontale of verticale zin
lenging en het maken van keuzen in de materialisatie
Bergruimte/ werkruimte
In, aan of los van de woning, een (berg)ruimte die met kleine technische ingrepen is op
kan het milieueffect geoptimaliseerd worden.
In het beton is 20% van het grind vervangen door puingranulaat
–
De verdiepingsvloeren uitvoeren als kanaalplaat vloeren, waardoor materiaal wordt uitgespaard
–
Kozijnen, ramen en deuren uitvoeren in FSC gekeurd hout.
–
Dragende wanden zijn van kalkzandsteen lijmblokken of beton met puingranulaat.
te waarderen tot werkruimte/ praktijkruimte.
Kenmerken van het concept
Flexibiliteit door techniek (later) Alle wanden die niet woningscheidend zijn, licht en niet dragend (dus te verwijderen)
Lange technische levensduur
–
De fundering en begane grond vloer is wel van beton, maar grind is voor 50% vervangen door puin-
Ontwerp
granulaat. De vloer wordt zodanig gematerialiseerd,
–
Levensduurverlenging door het bieden van flexi-
dat ter beperking van radon uit de kruipruimte
Onderhoudsgevoeligheid/ Repareerbaar
Bij oplevering onderhoudsplan meeleveren
biliteit en rekening houden met aanpasbaarheid, nu
gekozen wordt voor een heel lucht- en vochtdichte
Demontabel/ vervangbaar
Bouwdelen met levensduur korter dan 50 jaar zijn demontabel (zonder hakken of breken)
dan wel later, aan de wens van de klant
betonvloer of een vloer op vaste grondslag.
–
Compact bouwen
Schakelen
HOOFDSTUK 3
Badkamer dient plaats te bieden voor: plaatsings- en gebruiksruimte voor de closetfunctie en bad
HOOFDSTUK 2
De materialisatie is zo gekozen dat met een beperkt
veroorzaakt aantasting van het landschap of veroorzaakt
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 5
–
Opp. woonfunctie (woonkamer+eetkamer bij GBO > 120 > 40% van GBO
Compacte bouwvorm, door uitbouwen te voorkomen en het aantal woningen in een rij te vergroten
B
< 3 lagen
0
+
3 -5 lagen
-5
2,7 meter, althans zo laag mogelijk, boven de
++
> 5 lagen
-10
vloeroppervlakte starten
B
Vrijstaand en 2^1 kap
0
+
Rij of aantal per bouwlaag van 3 - 4 woningen
-5
++
Rij of aantal per bouwlaag van > 4 woningen
-10
HOOFDSTUK 5
Werkfunctie
Materialisatie
–
Vergroten van het nuttig oppervlak door de kap op
HOOFDSTUK 7 M.1. HOOFDSTUK 6 Materiaalconcept
Woonfunctie
Primaire grondstoffen worden schaars, of de winning
Materalisatie Bouwsysteem Gietbouw (zonder puingranulaat)
B
Bg vloer, verdiepingsvloer en dragende wanden van in het werk gestort beton
0
Prefabbeton (zonder puingranulaat)
B
Bg vloer, verdiepingsvloer, dragende wanden en binnenspouwblad van prefab beton elementen
-2
Gietbouw/ Prefab (met puingranul.)
+
In gietbeton en prefeb beton elementen 20% grind vervangen door puingranulaat
-3
Houtskeletbouw
+
Bg vloer ribcassette. Verdiepingsvloer, wanden en binnenspouwblad van HSB
-3
Stapelbouw (KZS)
+
Bg vloer ribcassette. Verdiepingsvloer kanaalplaten. Wanden en binnenspouwblad van KZS
-5
Kozijnen
+
Kozijnen, ramen en deuren van FSC gekeurd hout
-5
Secundaire grondstoffen
+
Substantieel hergebruiken van producten en toepassen producten vervaardigd met secundaire
-5
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 2
Breedte gebruiksruimten > 2400 mm
Aantal bouwlagen (niet zolder)
Woningconcept bouwen6 HOOFDSTUK 7 duurzaam HOOFDSTUK
Waarom dit concept
Aandacht voor overmaat, minimale geleding plattegrond en vrije indeelbaarheid
Verplaatsbare elementen
HOOFDSTUK 8
‘Efficiënt aandacht voor milieu’
Overmaat voor meerdere woonprogramma's
Badkamer
HOOFDSTUK 9
-10
++
Verblijven, algemeen
Materiaaluitgangspunten
grondstoffen in (puingranulaat als grindvervanger, A-hout in plaatmateriaal) Metalen in contact met water Hout
172
Materiaal kwaliteitsklasse +
HOOFDSTUK 1
Ontwerp op lange levensduur (multi)funcionaliteit Niveau ++
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 1
vervolg schema pagina 167: K - Milieukwaliteit materialen
+ ++
Voor leidingen, dakbedekking, goten en waterkeringen kunststoffen i.p.v. metalen toepassen Al het houtwerk (incl ramen deuren en kozijnen) van FSC gekeurmerkd hout
-3 -10
173
Pagina 174
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
Materiaalconcept M.1.
Bouwdeel
Referentie
Concept M.1.
Gezondheid
Fundering
Beton gestort
Beton gestort met puingranulaat
Het concept is stralingsarm omdat kalkzandsteen een
Begane grondvloer
EPS combinatie broodjesvloer
Ribcassette goed afgedicht of cellenbeton op
Toolkit
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
Materiaalconcept M.1.
relatief stralingsarm product is (zij het minder dan HSB). HOOFDSTUK 2
11:24
Het materiaal heeft een goed waterdampregulerend
vaste grondslag
vermogen. Door de relatief hoge massa heeft het
Verdiepingsvloer
Breedplaat
Kanaalplaat
Hellend dak
Houten dakdoos
Houten dakdoos met vlaswol
waardoor de temperatuurschommelingen gering zijn.
Dakbedekking
Betonpannen
Dakpan van beton met puingranulaat
Ter beperking van toetreding van vocht en stoffen uit de
Gevel dicht
Bu: baksteen, Bi: Pref. beton
Bu: baksteen, Bi: KZS
kruipruimte is extra aandacht besteed aan de kierdich-
Gevel open/ ramen en kozijnen
Tropisch hardhout zonder FSC
Europees hardhout FSC
ting van de begane grond vloer.
Isolatie
EPS en Steenwol
Dak vlaswol, gevels steenwol
Plaatmateriaal van vlasvezels zonder toegevoegd bind-
Dragende wanden
Gietbouw
KZS of beton met puingranulaat
middel, is vrij van schadelijke emissies. Een zeer geschikt
Niet dragende wanden
Gipsblokken 70mm
KZS
Slabben, leidingen e.d
Metalen
Metalen of slabben van EPDM
Sanitair
Niet waterbesparend
Waterbesparend
Alle overige houttoepassingen
Niet FSC gekeurd
Niet FSC gekeurd
temperatuurschommelingen in de woning gering.
Installatie
HR 107 met doorstroomtoestel
HR 107 met doorstroomtoestel
Zeer geschikt om te combineren met LTV verwar-
materiaal een hoog warmteaccumulerend vermogen
HOOFDSTUK 3
23-05-2005
materiaal voor toepassing in het doosdak.
HOOFDSTUK 4
bam_toolkit_02.qxd
Comfort –
Door de hoge massa van alle wanden en vloeren zijn
buitenzonwering nodig. Gecombineerd met de
B
+
GreenCalc
100
128
(nachtventilatie) kan een heerlijk comfortabele
EcoQuantum
154
136
woning ontstaan.
6
7,9
GPR
mogelijkheid de woning ’s nachts af te koelen Puingranulaat ter vervanging van grind in beton
Exploitatie / onderhoud –
Het hout in de gevel vraagt regelmatig onderhoud.
–
Bij de detaillering is extra aandacht besteed om de regenbelasting op de gevel te beperken door dakoverstekken.
–
Bouwdelen waarvan de levensduur beperkter is dan de aansluitende bouwdelen, zijn demontabel en daardoor eenvoudig vervangbaar (innovatieve systemen in kozijnen).
–
Een onderhoudsplan wordt bij oplevering meegeleverd
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
Om ’s zomers oververhitting te voorkomen, is
HOOFDSTUK 5
Concept M.1.
HOOFDSTUK 7 M.1. HOOFDSTUK 6 Materiaalconcept
Kwaliteitsprofiel
Referentie
HOOFDSTUK 8
Instrument
HOOFDSTUK 9
Materiaalconcept HOOFDSTUK 7 M.1. HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 5
ming of HTV koeling. –
174
175
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:24
Pagina 176
Toolkit
HOOFDSTUK 1
Materiaal kwaliteitsklasse ++
Waarom dit concept
Kenmerken van het concept
Primaire grondstoffen worden schaars, of de winning
Materialisatie
veroorzaakt aantasting van het landschap of veroorzaakt
–
de natuur komen en die ook weer aangroeien.
fen. Participanten in de bouw kunnen hun maatschap-
Uitputting van grondstoffen wordt hiermee beperkt.
pelijke verantwoordelijkheid nemen en extra ambities
Voorbeelden van hernieuwbare bouwmaterialen zijn:
formuleren t.a.v. het kwaliteitsaspect ‘milieukwaliteit
hout, cellulose (isolatiemateriaal van houtpulp en
materialen’.
papier), wol (isolatiemateriaal), kokos (geluidsiso-
Door het ontwerp (compactheid), het hanteren van een
latie) van vlas/ hennep (plaatmateriaal) en schelpen
rekentool, waarmee de milieubelasting van het gehele
(bodemafsluiter/ metselmortel). Hout met FSC-keur,
besluiten betreffende levensduurverlenging en het
HOOFDSTUK 3
Er zijn zoveel mogelijk materialen toegepast die uit
hinder en vervuiling door emissie van schadelijke stof-
ontwerp wordt bepaald, en het vervolgens nemen van
HOOFDSTUK 2
‘Natuurlijk en hernieuwbaar, voornamelijk Houtskeletbouw’
zodat aanplant (hernieuwen) gegarandeerd is. –
De fundering en begane grond vloer is wel van
maken van keuzen in de materialisatie kan het milieu-
beton, maar grind is voor 50% vervangen door puin-
effect geoptimaliseerd worden.
granulaat.
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Materiaalconcept M.2.
Ten opzichte van het concept M.1 is meer voor materi-
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 5
alen uit hernieuwbare grondstoffen gekozen en is meer gelet op emissies uit of straling van materialen. Voordeel is dat een lichte constructie snel opwarmt; een nadeel is dat deze ook weer snel afkoelt (als de buiten-
HOOFDSTUK 7 M.2. HOOFDSTUK 6 Materiaalconcept
fluctuerend. Een ‘houten woning’wordt door een bepaalde groep kopers van een woning geassocieerd met natuurlijk wonen. Van dit gevoel kan gebruik gemaakt worden om
HOOFDSTUK 8
milieu en gezondheid tot verkoopitem te maken.
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
Materiaalconcept HOOFDSTUK 7 M.2. HOOFDSTUK 6
lucht koel is). Bij massief bouwen is dit minder
176
177
11:24
Pagina 178
Beton gestort met puingranulaat
EPS combinatie broodjesvloer
Ribcassette
Verdiepingsvloer
Breedplaat
HSB
Hellend dak
Houten dakdoos
Houten dakdoos
Dakbedekking hellend
Betonpannen
Dakpan van beton met puingr.
Dakbedekking plat of flauw hellend
Bitumen
EPDM + grasdak
Gevel dicht
Bu: baksteen, Bi: Pref. beton
Bu: Hout, Bi: HSB
Gevel open/ ramen en kozijnen
Tropisch hardhout zonder FSC
Hout FSC
Isolatie
EPS en Steenwol
Wol, Cellulose of steenwol
Dragende wanden
Gietbouw
HSB met vlasvezelplaat of rogipsplaten
Niet dragende wanden
Gipsblokken 70 mm
HSB met vlasvezelplaat of rogipsplaten
Slabben, leidingen e.d
Metalen
Kunststof folies en leidingen
Sanitair
Niet waterbesparend
Waterbesparend
Alle hout toepassingen
Niet FSC gekeurd
FSC gekeurd
Installatie
HR-107 met doorstroomtoestel
HR-107 met doorstroomtoestel
Instrument Kwaliteitsprofiel
Referentie B
Concept M.2. ++
GreenCalc
100
207
EcoQuantum
154
127
6
7,6
GPR
HOOFDSTUK 1
Beton gestort
Begane grondvloer
HOOFDSTUK 2
Fundering
HOOFDSTUK 3
Concept M2
HOOFDSTUK 4
Referentie
HOOFDSTUK 5
Bouwdeel
Toolkit
Materiaalconcept M.2.
Meerlaagse houtskeletbouw Aalsmeer foto’s Cees Quakkelaar
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
Materiaalconcept HOOFDSTUK 7 M.2. HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Materiaalconcept M.2.
HOOFDSTUK 7 M.2. HOOFDSTUK 6 Materiaalconcept
23-05-2005
HOOFDSTUK 8
bam_toolkit_02.qxd
178
Woningproject Floriande, Hoofddorp
Woonhuis Woubrugge
foto John Lewis Marshall
foto John Lewis Marshall
179
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:24
Pagina 180
Toolkit
Materiaalconcept M.2.
Materiaal kwaliteitsklasse ++ EXTRA
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1
Materiaalconcept M.3. Veel aandacht voor milieu en veel aandacht voor het maken van een Gezondheid –
Het concept is stralingsarm omdat de gekozen plaat-
gezond gebouw.
kierdichting, zowel van de begane grond vloer als van de aansluitende gebouwdelen. Voor de begane
Te combineren met energieconcept 6, ‘Door de zon verwarmde, comfortabele en gezonde eengezinswoning’
grond is dit vanwege de beperking van de radone-
Waarom dit concept
Kenmerken van het concept
Primaire grondstoffen worden schaars, of de winning
Ontwerp
veroorzaakt aantasting van het landschap of veroorzaakt
–
Comfort
hinder en vervuiling door emissie van schadelijke stof-
–
Keuze voor relatief veel hernieuwbare grondstoffen
–
Door de geringe massa warmt de woning snel op en
fen. Participanten in de bouw kunnen hun maatschap-
–
Een ontwerp dat op eenvoudige wijze toelaat dat de
koelt snel af. Nachtverlaging is hier functioneel.
pelijke verantwoordelijkheid nemen en extra ambities
Om ’s zomers oververhitting te voorkomen, is
formuleren t.a.v. het kwaliteitsaspect ‘milieukwaliteit
buitenzonwering nodig en mag geen extra groot
materialen’.
glasoppervlak worden toegepast. Horizontaal glas,
Door het ontwerp (compactheid), het hanteren van een
2,7 meter, althans zo laag mogelijk, 1,5 meter boven
zoals dakramen en in serres kunnen niet zonder
rekentool, waarmee de milieubelasting van het gehele
het vloeroppervlak te starten
buitenzonwering worden toegepast.
ontwerp wordt bepaald, en het vervolgens nemen van
Onder een plat-, of flauw hellend dak, zorgt het gras-
besluiten betreffende levensduurverlenging en het
Materialisatie
dak niet alleen voor buffering van regenwater, maar
maken van keuzen in de materialisatie kan het milieu-
De materialisatie is zo gekozen dat het op het eerste
voorkomt ook extreme temperatuurstijgingen in de
effect geoptimaliseerd worden.
gezicht af lijkt te wijken van wat standaard is in de
bouwen. Plaatmateriaal van vlasvezels zonder toegevoegd
Vergroten van het nuttig oppervlak door de kap op
Nederlandse bouwtraditie. Zo is het gebruik van leem-
zomer. Dit concept is ontstaan door vooral na te denken over
steen geen alledaagse keuze. De gebruiker van dit con-
Exploitatie / onderhoud
het totale concept van de woning. Doel hierbij is om
cept wordt uitgenodigd met de nodige fantasie te gaan
–
Lichte constructie in relatie tot draagkracht fundatie
energiegebruik, gezondheid, comfort en milieukwaliteit
snuffelen in de beschikbare milieuclassificatie systemen
–
Snelle bouwtijd
materialen samen maximaal te laten scoren. Wanneer
om op basis van dit concept toch zo hoog mogelijk te
Het hout in de gevel vraagt regelmatig onderhoud
dit concept M.3 wordt gecombineerd met het zeer goed
eindigen.
Bij de detaillering is extra aandacht besteed om de
scorende energieconcept 6, ontstaat een dergelijke opti-
Bij dit materiaalconcept past een erfafscheiding van
regenbelasting op de gevel te beperken door
male score. Voor een aantal bouwdelen wordt qua mate-
beplanting ter voorkoming van verduurzaamde vuren
dakoverstekken
riaalscore bijna gelijkwaardig aan M.2 gekozen. In het
delen.
– –
–
–
HOOFDSTUK 4
oppervlak of een serre kan realiseren –
HOOFDSTUK 5
–
bewoner een uitbreiding t.b.v. een groter woon-
Bouwdelen waarvan de levensduur beperkter is dan
bijzonder geldt dit voor de kalkzandsteen draagcon-
de aansluitende bouwdelen, zijn demontabel en
structie die nodig is voor het energieconcept 6. Om dit
daardoor eenvoudig vervangbaar
te compenseren en toch op materialen hoger te scoren
Een onderhoudsplan wordt bij oplevering
dan M.2 is alle hout FSC-gekeurd en is bij voorbeeld
meegeleverd
kunststof op het niveau van EPDM gebracht.
HOOFDSTUK 7 M.3. HOOFDSTUK 6 Materiaalconcept
–
Levensduurverlenging door het bieden van flexibiliteit
HOOFDSTUK 8
bindmiddel, is vrij van schadelijke emissies.
HOOFDSTUK 9
–
HOOFDSTUK 3
missie, voor het overige om goed luchtdicht te
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
Materiaalconcept HOOFDSTUK 7 M.2. HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
geselecteerd. Extra aandacht is besteed aan de
HOOFDSTUK 2
materialen op hun stralingsarme kwaliteit zijn
180
181
Pagina 182
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
Gezondheid
Bouwdeel
Referentie
Concept M.3.
Fundering
Beton gestort
Randbalken KZS (indien mogelijk)
Begane grondvloer
EPS combinatie broodjesvloer
Kanaalplaatvloer boven Schuimbetonvloer op
–
Breedplaat
Hellend dak Dakbedekking
Het concept is stralingsarm omdat de gekozen plaat-
passen in die dichte delen van de gevel waar de grootste belasting van de zon is. Dit ter beperking
dichting, zowel van de begane grond vloer als van de
van te snel opwarmen in de zomer. –
aansluitende gebouwdelen. Voor de begane grond is
dak niet alleen voor buffering van regenwater, maar
Houten dakdoos
Houten dakdoos met vlaswol
dit vanwege de beperking van de radonemissie, voor
voorkomt ook extreme temperatuurstijgingen in de
Betonpannen
Dakpan van beton met puingranulaat
het overige om goed luchtdicht te bouwen.
zomer.
Gevel dicht
Bu: baksteen, Bi: Pref. beton
Bu: 75% rabatdelen, 25% baksteen, Bi: HSBGevel
open/ ramen en kozijnen
Tropisch hardhout zonder FSC
Europees hardhout FSC
Isolatie
EPS en Steenwol
Dak vlaswol, gevels steenwol
Dragende wanden
Gietbouw
KZS
– –
Plaatmateriaal van vlasvezels zonder toegevoegd bindmiddel, is vrij van schadelijke emissies.
Exploitatie / onderhoud
De plafonds alleen afschilderen met acryl/latex
–
Dat vraag om een zorgvuldige keuze van de houtsoort Comfort
Niet dragende wanden
Gipsblokken 70mm
Leemsteen metselwerk
Slabben, leidingen e.d
Metalen
Slabben van EPDM, leidingen van PP of PP-R
Sanitair
Niet waterbesparend
Waterbesparend
ring ontstaat een zeer comfortabele woning.
Alle houttoepassingen
Niet FSC gekeurd
FSC gekeurd
Nachtventilatie is hier functioneel. Daarmee kan de
Installatie
HR 107 met doorstroomtoestel
HR 107 met doorstroomtoestel
woning in de zomernacht worden afgekoeld en blijft
–
Door de massa van de woning te combineren met de
voor het rabatwerk en de bijbehorende afwerking. –
extreem goede buitenisolatie en een goede zonwe-
– Instrument
Referentie
Concept M.3.
Om ’s zomers oververhitting te voorkomen, is buitenzonwering nodig en mag geen extra groot
++
glasoppervlak worden toegepast. Horizontaal glas,
GreenCalc
100
215
zoals dakramen en in serres kunnen niet zonder
EcoQuantum
141
121
buitenzonwering worden toegepast.
6
8,3
regenbelasting op de gevel te beperken door dakoverstekken. –
Bouwdelen waarvan de levensduur beperkter is dan de aansluitende bouwdelen, zijn demontabel en daardoor eenvoudig vervangbaar.
–
Een onderhoudsplan wordt bij oplevering meegeleverd
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
GPR
Bij de detaillering is extra aandacht besteed om de
HOOFDSTUK 7 M.3. HOOFDSTUK 6 Materiaalconcept
B
Kwaliteitsprofiel
Het hout in de gevel vraagt regelmatig onderhoud.
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 5
Onder een plat-, of flauw hellend dak, zorgt het gras-
Kanaalplaat + 3 cm zandcement
door de overige maatregelen ook overdag zeer koel.
Materiaalconcept HOOFDSTUK 7 M.3. HOOFDSTUK 6
Het is zinnig de 25% baksteen in de gevel toe te
materialen op hun stralingsarme kwaliteit zijn geselecteerd. Extra aandacht is besteed aan de kier-
vaste grondslag + 3 cm zandcement Verdiepingsvloer
–
HOOFDSTUK 1
Toolkit
Materiaalconcept M.3.
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Materiaalconcept M.3.
HOOFDSTUK 3
11:24
HOOFDSTUK 4
23-05-2005
HOOFDSTUK 5
bam_toolkit_02.qxd
Alphen aan de Rijn, Archi Service 182
183
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:24
Pagina 184
Toolkit
(afgeleid van de allergeenarme woning van GGD Rotterdam)
Het aantal Nederlanders dat luchtwegklachten heeft
Bouwkundig –
neemt jaarlijks toe. Vooral jonge kinderen lopen een verhoogd risico om een vorm van astma te krijgen.
ventilatie kruipruimte; –
Astma is een chronische ontsteking van de luchtwegen.
Rc-waarde > 3,5
worden kortademig, ademen 'piepend' of moeten
Ventilatie
hoesten. Dit komt doordat hun luchtwegen snel
–
geprikkeld raken door allerlei stoffen. Veel mensen met
zorgvuldig is ontworpen; –
Badkamer ventileren met een ventilatievoud van 6; HOOFDSTUK 4
–
Ongeveer een op de tien Nederlanders heeft luchtweg-
Mechanische afvoer met op elke verdieping een standenschakelaar op praktische plaats ('hotelscha-
klachten. Dat zijn 1,6 miljoen mensen. Twee op de hon-
keling'); –
Uitneembare en goed reinigbare ventielen die alleen op de juiste wijze teruggeplaatst kunnen worden;
–
(astma en COPD).
Boven kookplaats een voorziening voor een
HOOFDSTUK 5
ziekteverzuim in Nederland komt door luchtwegklachten
Ventilatiecapaciteit 130% van vereist volgens Bouwbesluit, mits aan- en afvoer in alle vertrekken
astma zijn allergisch. De aanleg voor astma en voor
derd heeft daardoor ernstige beperkingen. Dat zijn
HOOFDSTUK 3
Mensen met astma kunnen soms moeilijk ademhalen: zij
afzuigkap die rechtstreeks naar buiten afvoert of een motorloze afzuigkap, aangesloten op mechanisch
De kans dat in een huishouden iemand een vorm van
afzuigsysteem, met gemakkelijk reinigbare of
allergie heeft, of dat een regelmatige bezoeker dat heeft, is dus tamelijk groot. Dit vormt de aanleiding om
vervangbare filters; –
de woning ‘allergeenarm’ uit te voeren.
Indien natuurlijke ventilatieluchttoevoer, dan via
HOOFDSTUK 7 G.1. HOOFDSTUK 6 Materiaalconcept
HOOFDSTUK 5 Gezondheidsconcept G.1. HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 6
Isolatiekwaliteit van dak, gevels en gevelopeningen gelijkmatig verdeeld over de hele schil,
300.000 mensen. Twintig tot veertig procent van het
gevelroosters boven de ramen van alle kamers, met eenvoudige bedieningsmogelijkheden en met de
2 Kenmerken van het concept Woningontwerp, materialisatie en energieconcept zijn
mogelijkheid filters bij te plaatsen; –
sioneerd dat de luchtsnelheid in de leefzone
reacties zo veel mogelijk worden voorkomen.
< 0,1 m/s bedraagt. Ventielen en kanalen eenvoudig reinigbaar (gladde, ontvette stalen buis en ruime
Ontwerp –
bochten, vrij van vuil aangebracht ) en bij opleveren
Gesloten keuken of keuken die eenvoudig afsluitbaar
–
Badkamer aan de gevel;
–
Opstelplaats voor afvalcontainers > 5 meter van
Indien HR-WTW, dan extra aandacht voor het voorkomen van tocht en geluidhinder, zo gedimen-
zo gekozen dat potentiële oorzaken voor allergische
is te maken; HOOFDSTUK 8
Extra aandacht voor dichting begane grondvloer of
HOOFDSTUK 2
1 Waarom dit concept
allergieën is erfelijk. HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 1
‘Allergeenarm’
een onderhoudsplan meeleveren; –
In alle ruimten te openen ramen, met handige
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Gezondheidsconcept G.1.
bediening, vaste uitzetstanden en inbraakwerend
ramen (ventilatietoevoer) verwijderd; –
Oververhitting voorkomen door zonwering, massa,
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
overstekken of koelen
184
185
Pagina 186
Vloer of wandverwarming (LTV Stralingsverwarming);
–
–
Op verdieping bij voorkeur vloer- of wandverwarm-
vluchtige of andere prikkelende stoffen kunnen
ing, maar indien radiatoren, dan zonder convec-
vrijkomen (oplosmiddelarme verven, kitten, kunst-
tieribben;
stoffen zonder weekmakers, formaldehydevrij plaat-
warmtenet; –
HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 5
–
Indien gastoestel, dan Low-NOx (kwaliteit buitenlucht);
–
Aansluiting voor elektrisch koken;
–
Geen voorzieningen voor openhaard of kachel
-
Concept G.1.
Fundering
Beton gestort
Beton
Begane grondvloer
EPS combinatie broodjesvloer
Cellenbetonvloer op vaste grondslag + EPS +
materiaal, onverduurzaamd hout);
Verdiepingsvloer
Breedplaat
Kanaalplaat + 5 cm zandcement
Geen vezelige en stoffige (natuurlijke) bouwmateri-
Hellend dak
Houten dakdoos
Houten dakdoos met EPS
alen, tenzij in gesloten constructies;
Dakbedekking
Betonpannen
Betonpannen
Gladde afwerkingsmaterialen, ongevoelig voor
Gevel dicht
Bu: baksteen, Bi: Pref. beton
Bu: baksteen, Bi: KZS
schimmels en goed (vochtig) schoon te maken;
Gevel open/ ramen en kozijnen
Tropisch hardhout zonder FSC
Europees hardhout FSC
Woonomgeving Afbouw – – –
–
Centraal stofzuigsysteem;
Woning, privé tuin en speelplekken op minimaal
Dak EPS vlaswol, gevels steenwol
Gietbouw
KZS
Gipsblokken 70mm
Cellenbeton lijmblokken 70 mm
Metalen
Slabben van EPDM, leidingen t.b.v.
planten aanbevelen;
Sanitair
Niet waterbesparend
Waterbesparend
–
In groenplan pollenarme beplanting toepassen;
(douchecabine);
–
In beplantingsadvies voor bewoners pollenarme
stofzuigerinstallatie
Openbaarvervoershalte binnen een straal van
Alle houttoepassingen
Niet FSC gekeurd
FSC gekeurd
meubel/apparatuur;
200 meter (kinderen met luchtwegklachten zijn
Installatie
HR 107 met doorstroomtoestel
HR 107 met doorstroomtoestel
–
Kalkpleisterwerk op wanden en op het plafond;
vaak aangewezen op openbaarvervoer)
–
Keukeninrichting van overwegend kunststof en staal;
–
Twee afsluitbare en te reinigen afvalbakjes in
Instrument
keukenkastje;
Kwaliteitsprofiel
B
++
–
Alle plaatsen goed bereikbaar voor schoonmaken;
GreenCalc
100
171
–
Stofwerende detaillering (afgeronde plinten, aftim-
EcoQuantum
154
132
6
7,8
meren keukenbovenkastjes tot aan plafond, hangend
–
EPS en Steenwol
Dragende binnenwanden
Slabben, leidingen e.d
Eenvoudig te drogen en reinigen douche voorziening
tot aan plafond en op wanden rondom keuken-
Isolatie
Niet dragende wanden
200 meter van drukke wegen;
Tegels op vloeren en wanden van toilet en badkamer
5 cm zandcement
GPR
Referentie
Concept G.1.
sanitair, schoonmaakruimte achter radiatoren, hoeken < 90o
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
Gezondheidsconcept G.1. HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 6
Gesloten verbrandingstoestel of aansluiting op een
Referentie
Bouw- en afwerkingsmaterialen waaruit geen
Bouwdeel
HOOFDSTUK 1
–
HOOFDSTUK 2
Materialisatie
HOOFDSTUK 3
Verwarming en warm tapwater
–
Toolkit
Gezondheidsconcept G.1.
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
Gezondheidsconcept G.1.
HOOFDSTUK 4
11:24
HOOFDSTUK 5
23-05-2005
HOOFDSTUK 7 G.1. HOOFDSTUK 6 Materiaalconcept
bam_toolkit_02.qxd
186
187
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:24
Pagina 188
Toolkit
Het is echter toch belangrijk om adviseurs in de arm te
pak van het proces. Bij de realisatie van complexe
nemen die ervaring hebben met duurzame energie sys-
TRNSYS en de warmte-, koel- en ventilatiebehoefte t.b.v.
processen is het essentieel dat doelen helder worden
temen. De Projectgroep Duurzame Energie
de installatieadviseur kan definiëren. Tevens stelt deze
geformuleerd, een goed team van deskundigen wordt
Projectontwikkeling Woningbouw gaat een lijst
adviseur de voorwaarden op om te komen tot een com-
gevormd en duidelijk wordt afgesproken wie verant-
opstellen van adviseurs waarmee zij positieve ervarin-
fortabele woning
woordelijk is voor welke taak.
gen hebben
Voor sommige processen is het belangrijk met adviseurs
Ter informatie hieronder een overzicht van adviseurs
installatieberekeningen, past de installatie bouwkundig
te werken die ervaring hebben met complexe integrale
waarmee gezien de inhoud van de Toolkit zal worden
in controleert de uitvoering op het werk
opgaven. Tevens is de houding van de adviseur als deel-
samengewerkt
Adviseur voor installatietechniek
nemer in het team van belang.
Systemintegrator
HOOFDSTUK 2
Van de adviseur wordt geëist dat hij kan werken met
Een belangrijk deel van de Toolkit handelt over de aan-
Maakt het installatieontwerp op basis van gedetailleerde
HOOFDSTUK 3
Adviseur voor bouwfysica
HOOFDSTUK 1
Aanbieders in de markt
Deze adviseur kan zijn achtergrond in meerdere discioverzien en van alle vakgebieden zoveel weet, dat hij
Economische Zaken wordt uitgegeven kan geen lijst met
kan zorgen voor een goede afstemming van de
namen en adressen worden opgenomen van partijen in
activiteiten in het proces
HOOFDSTUK 4
plines hebben. Kenmerk is dat hij het hele traject kan Omdat deze Toolkit mede namens het Ministerie van
de markt die de auteurs geschikt vinden om bij de Adviseur energie-exploitaties
Kan energie-exploitaties doorrekenen. Kan op basis van
nen optreden. Bovendien heeft iedere ontwikkelaar zijn
de kosten van een energieconcept berekenen wat BAK
eigen vertrouwde adviseurs.
voor de ontwikkelaar wordt. Heeft een leidende rol bij de uitbesteding van een deel van de installatie naar een
HOOFDSTUK 5
ingewikkelde concepten als adviseur of realisator te kun-
externe exploitant Adviseur voor warmte- en koudeopslag
Draagt zorg voor de dimensionering en systeemconfiguratie van de bodemwarmtewisselaars tijdens initiatief, voorontwerp, definitief ontwerp en bestek en formuleert
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 1
9
tevens de prestatie-eisen voor het systeem Risicobeheersing warmte- en koudeopslag
Onafhankelijke ondersteuning bij het realiseren van betrouwbare en duurzame systemen voor water en
Aanbieders in 8 de markt HOOFDSTUK HOOFDSTUK 7
Milieuclassificatie bouwmaterialen
Adviseur met specialistische kennis op milieugebied t.a.v. materiaalclassificatie systemen
Gezondheid
Adviseur met specialistische kennis t.a.v. gezondheidsaspecten van gebouwen en bouwmaterialen Adviseur die wordt ingezet om in een stedenbouwkundig plan het natuurlijke groen te ontwerpen, waarbij soortenrijkdom in een gebied een bepalende factor is.
HOOFDSTUK 9
Bioloog
HOOFDSTUK 9
Aanbieders in 8 de markt HOOFDSTUK HOOFDSTUK 7
energie
188
189
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:24
Pagina 190
Toolkit
Afkortingen en begrippen
Aquifer
Watervoerende zandlaag tussen 25 en 200 m onder
Klokregeling ventilatie
HOOFDSTUK 10
HOOFDSTUK 10
10
Klokregeling die ventilatieroosters in de gevel open en dicht stuurt volgens een vooraf ingesteld tijdschema
maaiveld waaruit grondwater kan worden opgepompt
BG
Begane grond
Bodem
Warmte uit de bodem door gesloten bodemwarmtewis-
Kzs
Kalkzandsteen
Low tech
Installatie met componenten die regeltechnisch een
HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 2 Afkortingenen begrippen
Afkortingenen begrippen HOOFDSTUK 3 HOOFDSTUK 2
en geïnfiltreerd
beperkte relatie hebben
selaars tot een diepte van ca. 30 tot 80m onder maaiveld CO2-regeling
LTV
Lage temperatuur verwarming < 55 °C
Mech afv. Vraaggestuurd
Ventilatie met vraaggestuurde natuurlijke toevoer en
Regeling van het ventilatiedebiet op vertrekniveau door meting van de CO2-concentratie in de betreffende ruimte
mechanische afvoer, regeling dmv klokregeling of Combi-ketel
Gasgestookte cv-ketel voor ruimte- en warmtapwater-
CO2-sensoren
Niet Meer Dan Anders-principe verrekening voor warmtelevering waarbij de totale jaarlasten worden
Elektrisch aangedreven warmtepomp voor ruimte- en
vergeleken met een gasgestookte cv-installatie
warmtapwaterverwarming op grondwater uit aquifers PV CV
Centrale verwarming
CW-klasse
Comfort Warmwater kwaliteitslabeling volgens Gastec
EPC
Energieprestatiecoëfficiënt bepaald volgens
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 5
NMDA
Elektrisch aangedreven warmtepomp voor ruimte- en Warmtapwaterverwarming met gesloten bodemwisselaars
Combi-wp (gw)
HOOFDSTUK 6
Netto contante waarde
HOOFDSTUK 4
Combi-wp (b)
NCW
PhotoVoltaïsche zonne-energie (zonnepanelen/zonnestroom)
Qv10
Maat voor de luchtdoorlatendheid van de gebouwschil uitgedrukt in dm3/s bij een drukverschil van 10Pa
NEN5128:2001
Referentie
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 4
verwarming
Novem referentiewoning voorzien van individuele cvketel, radiatoren, natuurlijke toevoer en mechanische
High tech
Installatie met hoogwaardige technische componenten
afvoerventilatie Warmteweerstandscoëfficiënt in m2K/W
Hoogrendement warmteopwekking van 107% op onder-
TRNSYS
Software voor de berekening van thermisch comfort en
Gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning uit
U
Warmtedoorgangscoëfficiënt in W/m2K
Warmtelevering
Grootschalige warmtelevering afkomstig van verbranding
ventilatielucht met rendement > 90% van biomassa (al of niet in combinatie met elektriciteit-
Hsb
Houtskeletbouw
HTV
Hoge temperatuur verwarming > 55 °C
IRR
Interne rentevoet (Internal Return Rate)
WP
Warmtepomp
Kamerkoeler/split-unit
Stekkerklaar, losstaand en verrijdbaar consumenten-
ZB
Zonneboiler voor de benutting van thermische zonne-
sopwekking), afvalverbrandingsinstallatie (AVI) of een
product voor het koelen van een vertrek in een woning
190
energiestromen in gebouwen
ste verbrandingswaarde van aardgas HR-WTW
HOOFDSTUK 7
Rc
HOOFDSTUK 8
HR107
speelt
industrieel proces via een distributienet HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 7
zoals warmtepompen waarbij regeling een belangrijk rol
energie (o.a. voor verwarmen van tapwater)
191
bam_toolkit_02.qxd
23-05-2005
11:24
Pagina 192
Nummer energieconcept
Kolom 10
ZB betekent dat een zonneboiler aanwezig is
Kolom 1a
Gekozen woningtype
Kolom 11
De voor het concept berekende EPC volgens
Kolom 2
Gebalanceerde ventilatie HoogRendement met Warmte-
NEN5128:2001
Kolom 3
het hoofdwoonvertrek hoger is dan 25 o C; overdag is
afvoer op basis van klok regeling of CO2-concentratie
spuiventilatie mogelijk
Warmteopwekking door een: –
Gasgestookte HR 107 cv-ketel
–
Combiwarmtepomp, als warmtebron gesloten
Kolom 12b
Als 12a met toepassing van handbediende buitenzonwering
Kolom 12c
Als 12a met toepassing van nachtventilatie in de zomer
Kolom 12d
Als 12a zonder de mogelijkheid van spuiventilatie overdag en zonder buitenzonwering
een aquifer –
Collectieve warmtepomp + gasgestookte HR 107 cv-
–
Zonnegascombi met als bron een zonnecollector en
ketel voor pieklast en
HOOFDSTUK 4
Combiwarmtepomp, als warmtebron grondwater uit
Kolom 12e
Als 12a zonder de mogelijkheid van spuiventilatie overdag en met handbediende buitenzonwering
HOOFDSTUK 5
–
HOOFDSTUK 5
gas voor naverwarming –
Warmtelevering van restwarmte van verbranding van
Kolom 12f
Het aantal uren in een jaar dat de luchttemperatuur in het hoofdwoonvertrek hoger is dan 25 oC in een hout-
biomassa, afvalverbranding of industrieel proces.
skelet bouwwoning; overdag is spuiventilatie mogelijk Laag Temperatuur Verwarming van de vloer/wandver-
Kolom 12g
Als 12f met toepassing van handbediende buitenzonwering
Kolom 12h
Als 12f met toepassing van nachtventilatie in de zomer
Kolom 13
Variabele kosten (alleen verbruik) van het gasverbruik en
HOOFDSTUK 6
Hoog Temperatuur Verwarming van radiatoren
Kolom 5
Warmteafgifte radiatoren of vloer/wandverwarming
Kolom 6
Warmtapwater verwarmd door een:
elektraverbruik t.b.v. verwarmen, koelen, ventileren en
–
Gasgestookte Combi HR 107 cv-ketel
warmwaterverwarming
–
Combiwarmtepomp
–
Collectieve warmtepomp met een gasgestookte HR
De meerinvestering in € incl. 15% opslag en BTW t.o.v.
107 cv-ketel voor naverwarming
de Novem referentiewoning (individuele HR107,
Zonnegascombi met als bron een zonnecollector en
natuurlijke toevoer, mechanische afvoer). Bij concept 6
gas voor naverwarming
inclusief de bouwkundige meerinvestering.
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 8
–
Kolom 14a
HOOFDSTUK 7
warming of radiatoren
Warmtelevering van restwarmte van verbranding van biomassa, afvalverbranding of industrieel proces
Kolom 14b
De totale investering incl. opslag en BTW voor het installatiedeel
Koudeopwekking geeft aan waarmee de koude wordt opgewekt
Kolom 14c
De totale investering incl. opslag en BTW voor het instal-
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 6
Het aantal uren in een jaar dat de luchttemperatuur in
gesondeerde bodemwisselaar
Kolom 7 HOOFDSTUK 9
Kolom 12a
afvoer of vraaggestuurde toevoer en vraaggestuurde
HOOFDSTUK 3
TerugWinning of Natuurlijke toevoer en mechanische
–
192
HOOFDSTUK Toelichting op 1de kolommen
Kolom 1
Kolom 4
HOOFDSTUK 7
Toelichting op de kolommen in de tabellen:
HOOFDSTUK 11
11
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 11
Toelichting op 1de kolommen HOOFDSTUK
Toolkit
latiedeel binnen de woning Kolom 8
Hoge Temperatuur Koeling (ca. 18 °C)
Kolom 9
Koeling via de vloerverwarmingsleidingen of met lucht
Kolom 14d
De totale investering incl. opslag en BTW voor het installatiedeel buiten de woning
193
c.q. woningen zonder koeling als referentie (basis voor de indeling in ambitieniveaus) Kolom 16b
De CO2 uitstootreductie t.o.v. een woning met koeling als referentie
Kolom 16c
De CO2 uitstootreductie t.o.v. een woning zonder koeling als referentie
Kolom 17a
Gasverbruik t.b.v. verwarmen, koelen, ventileren en
HOOFDSTUK 6
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 4
warmwaterbereiding Kolom 17b
HOOFDSTUK 7
Elektraverbruik t.b.v. verwarmen, koelen, ventileren en warmwaterbereiding
Kolom 18a
Warmtebehoefte ruimteverwarming aan de meter
Kolom 19
Het concept is wel of niet geschikt voor het predikaat Zonnekeur van het WNF
Kolom 20
Luchtsnelheid ten gevolge van het ventilatiesysteem lager dan 0,1 meter/seconde
Kolom 21
Geeft aan of een meer luchtdichte woning tevens kan leiden tot een reëel lager vermogen van de warmteopwekking.
Kolom 22
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 11
De CO2 uitstootreductie t.o.v. woningen met koeling
Geeft aan of extra isolatie kan leiden tot een reëel lager vermogen van de warmteopwekking
Kolom 24
Geeft aan of maatregelen nodig zijn om een laag geluidsniveau door installaties in de woning te realiseren.
Kolom 25
tabellen energieconcepten totaalwaarden Toolkitconcepten 2onder1kap rijwoningen gallerij urban villa warmtelevering
Geeft aan of extra isolatie kan leiden tot een reëel lager vermogen van de warmteopwekking
Kolom 23
Bijlage
HOOFDSTUK 3
Kolom 16a
HOOFDSTUK 4
De CO2 uitstoot per woning per jaar in kg
HOOFDSTUK 5
Kolom 15
HOOFDSTUK 1
Pagina 194
HOOFDSTUK 6
11:24
Indien hoge geluidbelasting op een gevel aanwezig is kan met HR-WTW het rooster voor de aanzuiging van venti-
HOOFDSTUK 7
23-05-2005
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 11
Toelichting op 1de kolommen HOOFDSTUK
bam_toolkit_02.qxd
Kolom 26
Geeft de mogelijkheid aan of het ventilatiesysteem per vertrek regelbaar is.
Kolom 27
Veel techniek of weinig techniek om te komen tot de CO2 uitstootreductie
194
HOOFDSTUK 9
HOOFDSTUK 9
latielucht aan de geluidluwe zijde worden aangebracht.
Pagina 1
TO>25 met zomernachtventilatie HSB [uur/jaar]
Energieverbruikskosten ( € )
909 753 2875 2810 753 753 675 753 1415 2578 2154 1503 2170 503 909 546 3248
16b
16c
17a
17b
35% 41% 50% 37% 50%
21
22
23
24
25
26
27
12,3 8,7 8,7 8,7 10,2 10,2 6,8 6,8 6,8 10,2 6,8 6,8 6,8 5,2 12,3 8,7 12,3
nee ja ja ja nee nee ja ja ja ja ja ja ja ja nee ja ja
ja ja ja nee ja ja nee ja nee ja ja ja ja nee ja nee nee
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja nee nee nee
nee nee ja nee nee nee nee nee ja ja ja ja ja nvt nee nee nee
nee nee ja nee nee nee nee nee ja ja ja ja ja nvt nee nee nee
ja ja ja nee ja ja nee ja nee ja ja ja ja ja ja nee nee
ja ja ja nee ja ja nee ja nee ja ja ja ja nvt ja nee nee
nee nee nee ja nee nee ja nee ja nee nee nee nee ja nee ja ja
HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT LT HT HT HT
18a 18b 18c
19
20
21
22
23
24
25
26
27
6,8 4,8 6,8 6,8 10,1 10,1 10,1
nee ja ja ja nee ja ja
ja ja ja ja ja ja ja
ja ja ja ja ja ja ja
nee nee ja ja nee ja ja
nee nee ja ja nee ja ja
ja ja nee ja nee ja ja
17,1 16,2 16,6 23,3 10,1 9,6 14,7 9,6 14,7 9,8 9,8 9,6 9,8 14,1 17,1 22,7 23,3
0,0 0,0 7,1 6,8 0,0 0,0 0,0 0,0 6,2 6,5 6,5 6,5 6,5 0,0 0,0 0,0 6,8
Hi-Tech/Low-tech
TO>25C met zonwering HSB met spuien [uur/jaar]
16a
1010 825 0 0 716 694 702 555 506 0 0 448 0 620 1010 1014 0
20
Geluidniveau k=2 NEN1070 te realiseren Balansventilatie:. Aanzuigigeluidluwe gevel mogelijk l (igv geluidbelasting>55dBa) Regeling ventilatiesysteem per vertrek mogelijk
TO>25C zonder zonwering HSB met spuien [uur/jaar]
15
42%
26% 39% 43% 44% 29% 31% 32% 41% 27% 33% 44% 29% 44% 56% 26% 33% 35%
48% 50%
19
Dak Rc>4 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
TO>25C met zonwering zndr spuien [uur/jaar]
26% 39% 48% 50% 29% 31% 32% 41% 35% 41% 50% 37% 50% 56% 26% 33% 42%
Ruimteverwarming: energiebehoefte aan de woningmeter [GJ] Ruimtekoeling: koude behoefte aan de woningmeter [GJ]
TO>25C zonder zonwering zndr spuien [uur/jaar]
%uitstootreductie CO2 tov referentie met koeling
TO>25 met zomernachtventilatie [uur/jaar]
2368 1940 1836 1794 1748 1709 1674 1464 1799 1646 1376 1753 1386 1418 2368 2142 2074
18a 18b 18c
Geluidniveau k=2 NEN1070 te realiseren Balansventilatie:. Aanzuigigeluidluwe gevel mogelijk l (igv geluidbelasting>55dBa) Regeling ventilatiesysteem per vertrek mogelijk
0 0 0 0 0 0 0 0 7.250 9.250 9.250 7.250 0 0 0 0 0
17b
Dak Rc>4 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
€ € € € € € € € € € € € € € € € €
17a
qv10 = 0,45 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
12.000 16.250 30.000 29.750 10.000 11.250 14.750 14.750 13.750 17.300 20.550 13.750 27.500 23.500 13.000 17.250 28.250
16c
Gevel Rc>3.5 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
€ € € € € € € € € € € € € € € € €
16b
qv10 = 0,45 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
12.000 16.250 30.000 29.750 10.000 11.250 14.750 14.750 21.000 26.550 29.800 21.000 27.500 23.500 13.000 17.000 28.250
16a
Gevel Rc>3.5 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
€ € € € € € € € € € € € € € € € €
15
Voldoet aan eisen Zonnekeur (WNF)
3.500 7.750 21.500 21.250 3.000 4.250 7.750 7.750 14.000 19.250 22.500 14.000 20.500 15.000 3.750 8.000 19.000
14d
Luchtsnelheid <0,1 m/s te realiseren
€ € € € € € € € € € € € € € € € €
14c
Collectieve investeringskosten [€/woning]*
TO>25C met zonwering en spuiten[uur/jaar]
14b
Woninggebonden investeringskosten [€/woning]*
EPC volgens NEN5128:2001
0,74 208 89 139 1612 546 574 211 455 € 635 0,65 298 147 203 2033 1338 727 368 735 € 520 0,48 49 134 49 € 568 0,47 5 5 5 € 483 0,72 166 70 85 1400 748 450 161 368 € 469 0,71 215 90 135 1765 1066 605 254 607 € 458 0,66 163 64 88 2153 994 445 335 176 € 449 0,62 215 90 135 1765 1066 605 254 607 € 393 0,67 3 3 3 € 428 0,55 34 84 34 € 399 0,48 34 84 34 € 333 0,66 34 84 34 € 417 0,48 34 84 34 € 446 0,62 - ca. 50 € 380 0,74 208 89 139 1612 546 574 211 455 € 680 0,69 218 109 137 2404 1487 595 437 317 € 614 0,53 5 5 5 € 597 Prijzen zijn inclusief BTW en inclusief 15% opslag aannemer, inclusief montage
14a
Totale investeringskosten [€/woning]*
13
Meerkosten tov ref [€/woning]*
12g 12h
€ € € € € € €
2.750 7.500 8.000 9.000 3.250 9.000 12.750
€ € € € € € €
9.750 14.500 15.250 16.000 12.000 17.750 21.500
TO>25 met zomernachtventilatie HSB [uur/jaar]
Energieverbruikskosten (€)
14d
€ € € € € € €
9.750 14.500 8.000 9.000 12.000 9.250 9.250
€ € € € € € €
0 0 7.000 7.000 0 8.750 12.250
1257 1022 1362 1341 1957 2141 1883
23% 38% 38% 39% 23% 35% 43%
38% 39% 35% 43%
23% 38% 17% 18% 23% 16% 26%
529 396 315 283 945 450 489
502 502 1260 1315 449 2105 1593
7,4 6,9 10,3 6,9 17,4 13,1 13,1
0,0 0,0 5,0 7,6 0,0 9,9 9,9
ja ja nee ja nee ja ja
nee nee ja nee ja nee nee
Hi-Tech/Low-tech
TO>25C met zonwering HSB met spuien [uur/jaar]
14c
Ruimteverwarming: energiebehoefte aan de woningmeter [GJ] Ruimtekoeling: koude behoefte aan de woningmeter [GJ]
TO>25C zonder zonwering HSB met spuien [uur/jaar]
14b
% uitstootreductie CO2 tov referentie met koeling
TO>25C met zonwering zndr spuien [uur/jaar]
€ 337 0,79 394 239 € 274 0,66 406 293 € 324 0,76 42 € 318 0,73 53 € 525 0,80 229 175 € 507 0,74 44 € 448 0,69 44 Prijzen zijn inclusief BTW en inclusief 15% opslag aannemer, inclusief montage
14a
Collectieve investeringskosten [€/woning]*
13
Woninggebonden investeringskosten [ €/woning]*
12g 12h
Totale investeringskosten [€/woning]*
12f
Meerkosten tov ref [ €/woning]*
12e
Totaal elektriciteitsgebruik [kWhe]
ZB
12d
Totaal gagsbruik [m 3]
Vloerkoeling Vloerkoeling
12c
% uitstootreductie CO2 tov referentie
HTK HTK
12b
CO2-uitstootreductie
Vloerkoeling Vloerkoeling
12a
TO>25C zonder zonwering zndr spuien [uur/jaar]
Zonneboiler
ZB HTK HTK
11
TO>25 met zomernachtventilatie [uur/jaar]
10
TO>25C met zonwering en spuiten[uur/jaar]
9
Koude-afgifte-systeem
Koude- opwekking
HR107 HTV Radiatoren Combi-ketel HR107 LTV Vloerverw. Combi-ketel WP+HR107-col (gr.water) LTV Vloerverw. WP+HR107-col Grondwater LTV Vloerverw. WP+HR107-col (gr.waGrondwater WP+HR107-col (gr.water) HR107 LTV Vloerverw. Combi ketel LTV Vloerverw. WP+HR107-col (gr.waGrondwater WP+HR107-col (gr.water) LTV Vloerverw. HR107-col Grondwater WP+HR107-col (gr.water) Bepaald voor een projectgrootte van 2 gallerijencomplexen (48 woningen) en 4 urban villa complexen (52 woningen)
8
Temperatuurniveau
7
CO2-uitstoot [kg/jr]
HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW * meer- en investeringskosten:
6
Tapwaterverwarming
>40 >40 >40 >40 <40 >40 >40
5
Warmte-afgiftesysteem
4 5a 34 23 14 23 22a
4
Temperatuurniveau
Beperking projectgrootte
0 2 2 2 0 2 2
12f
Beoordelingscriteria
3
Warmteopwekking
Energieconcept
7 7 8 8 9 10 10
2
Ventilatiesysteem
Concept
Gallerijapp. Gallerijapp. Gallerijapp. Gallerijapp. Urban Villa Urban Villa Urban Villa
Ambitieniveau
Woningtype
Concepten gallerijwoning / Urban villa
12e
Voldoet aan eisen Zonnekeur (WNF)
ZB HTK
12d
Luchtsnelheid <0,1 m/s te realiseren
Vloerkoeling
ZB ZB ZB ZB combi
12c
Tapwaterverwarming: warmte behoefteaan de woningmete [GJ]
Bodem
ZB ZB ZB
12b
Tapwaterverwarming: warmte behoefteaan de woningmete [GJ]
Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling
12a
Totaal elektriciteitsgebruik [kWhe]
Grondwater HTK Grondwater HTK Grondwater HTK Bodem HTK Bodem HTK Lucht via grondbuizen
ZB ZB ZB
11
Totaal gagsbruik [m3]
Vloerkoeling Vloerkoeling
Zonneboiler
Koude-afgifte-systeem
10
%uitstootreductie CO2 tov referentie
HTK HTK
9
CO2-uitstootreductie
Bodem Bodem
8
CO2-uitstoot [kg/jr]
Combi-ketel Combi-ketel CombiWP CombiWP Combi-ketel Combi-ketel Combi ketel Combi-ketel HR107-col CombiWP CombiWP HR107-col CombiWP CombiWP Combi-ketel Combi ketel CombiWP
7
Temperatuurniveau
1d
1b
HR107 HTV Radiatoren HR107 LTV Vloerverw. Combi WP (bodem) LTV Vloerverw. Combi WP (bodem) LTV Vloerverw. HR107 HTV Radiatoren HR107 LTV Vloerverw. HR107 LTV Vloerverw. HR107 LTV Vloerverw. WP+HR107-col (gr.w) LTV Vloerverw. Combi WP (gr.w) LTV Vloerverw. Combi WP (gr.w) LTV Vloerverw. WP+HR107-col(bodem) LTV Vloerverw. Combi WP (bodem) LTV Vloerverw. HR107/ZBcombi LTV Wandverw. HR107 HTV Radiatoren HR107 LTV Vloerverw. Combi WP (bodem) LTV Vloerverw. Bepaald voor een projectgrootte van 50 rijtjeswoningen en 50 2onder1kap woningen
Beoordelingscriteria 6
Koude- opwekking
1c
1a
HR-WTW HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW HR-WTW HR-WTW Nat. afvoer, nat.toev. / hybride HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. * meer- en investeringskosten:
5
Tapwaterverwarming
Geen Geen <40 Geen Geen Geen Geen Geen >40 >40 >40 <40 Geen Geen Geen Geen Geen
4
Warmte-afgiftesysteem
4 5a 8k 15k 4 5 14a 5a 33a 8 8j 22i 8k AS 4 14a 15h
3
Temperatuurniveau
1 2 3 3 1 1 1 2 2 2 3 2 3 4 1 1 2
2/1 Kap 2/1 Kap 2/1 Kap 2/1 Kap EG woning rij EG woning rij EG woning rij EG woning rij EG woning rij EG woning rij EG woning rij EG woning rij EG woning rij EG woning rij Vrijstaande w. Vrijstaande w. Vrijstaande w.
2
Ventilatiesysteem
Beperking projectgrootte
1 1 2 2 3 3 3 3 4 4 4 5 5 6 11 11 12
Woningtype
Energieconcept
1d
Concept
c
Ambitieniveau
1b
Warmteopwekking
Concepten rijenwoning / twee onder een kap / vrijstaand 1a
TO>25C zonder zonwering met spuien [uur/jaar]
11:26
EPC volgens NEN5128:2001
23-05-2005
TO>25C zonder zonwering met spuien [uur/jaar]
schema's_A3
HT HT HT HT HT HT HT
Pagina 2
Concepten 2 onder 1 kap
Bodem HTK HTK Grondwater HTK Bodem Grondwater HTK HTK Bodem Grondwater HTK Bodem HTK HTK Grondwater Lucht via grondbuizen
Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling
Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit
LTK LTK LTK LTK LTK LTK LTK
Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling
ZB ZB ZB
Split-unit
LTK
Luchtkoeling
ZB
Bodem
HTK Vloerkoeling
ZB ZB ZB ZB ZB combi
1011 1487 546 1011 1338 1487 546 1338 -
30 33 30 33 30 33 30 506 33 595 574 5 506 727 5 595 49 5 5 574 49 49 5 727 49 49 5 49 49 49
371 437 211 371 368 437 211 368 -
433 317 455 433 735 317 455 735 -
ZB Grondwater
HTK Vloerkoeling
Bodem Grondwater Bodem
HTK Vloerkoeling HTK Vloerkoeling HTK Vloerkoeling
Bodem Grondwater Bodem
HTK Vloerkoeling HTK Vloerkoeling HTK Vloerkoeling
Grondwater Bodem Grondwater Bodem Grondwater Grondwater
HTK HTK HTK HTK HTK HTK
ZB
ZB
Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling
ZB ZB ZB ZB ZB ZB ZB
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
885 873 862 840 814 802 791 715 769 682 659 721 644 636 680 612 668 661 658 588 645 639 635 565 621 592 591 574 563 550
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
7.250 7.250 8.000 8.000 10.500 10.500 11.500 5.250 11.500 6.000 5.250 10.750 8.500 6.000 11.000 9.500 11.000 11.000 10.750 8.500 11.000 11.500 14.250 9.500 11.500 14.500 14.500 14.500 14.750 14.750
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
15.750 15.750 16.500 16.500 19.000 19.000 20.000 13.750 20.000 14.500 13.750 19.250 17.000 14.500 19.500 18.000 19.500 19.500 19.250 17.000 19.500 20.000 22.750 18.000 20.000 23.000 23.000 23.000 23.250 23.250
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
11.750 11.500 12.500 12.250 15.000 14.750 16.000 9.500 15.750 10.250 9.750 11.750 12.750 10.500 11.750 13.750 12.000 11.750 11.750 13.000 12.000 12.000 15.000 14.000 12.000 15.250 15.000 15.250 15.250 15.250
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 9.250 0 0 9.250 0 9.250 0 9.250 0 9.250 0 4.000 4.250 4.000 4.250 4.000 4.250 4.000 4.250 4.250 4.250 4.000 7.750 4.250 4.000 8.000 4.250 7.750 8.000 7.750 4.000 7.750 8.000 7.750 4.000 8.000 7.750 8.000 7.750 8.000 8.000
% uitstootreductie CO2 tov referentie met koeling
0 0 0 0 0 0 0 1974 0 2404 1612 5 1974 2033 5 2404 134 5 5 1612 134 134 5 2033 134 134 5 134 134 134
Collectieve investeringskosten [€/woning]*
109 137 139 109 203 137 139 203 -
Woninggebonden investeringskosten [ €/woning]*
96 109 89 96 147 109 89 147 -
Totale investeringskosten [€/woning]*
2 2 2 2 2 2 2 169 2 218 208 5 169 298 5 218 49 5 5 208 49 49 5 298 49 49 5 49 49 49
Meerkosten tov ref [ €/woning]*
0,89 0,94 0,86 0,92 0,81 0,86 0,78 0,9 0,84 0,86 0,85 0,80 0,81 0,82 0,76 0,80 0,76 0,78 0,81 0,77 0,77 0,74 0,73 0,74 0,75 0,68 0,70 0,69 0,66 0,67
Collectieve installatie
8.500 13.500 11.000 13.500 14.000 17.250 13.750 15.000 12.000 14.750 17.500 11.750 17.250 18.250 16.750 16.750 15.250 18.000 11.750 12.750 12.000 15.250 13.000 16.000 15.500 29.000 20.500 16.250 26.750 18.250 26.500 18.000 30.000 21.750 29.750 21.500 23.500
3198 3103 3097 3079 3335 3230 3172 3168 2797 3075 3074 2750 2911 2907 2602 2574 2554 2815 2497 2402 2368 2236 2201 2142 2107 2230 2204 1940 2109 2097 2074 2068 1836 1818 1794 1789 1418
0% 3% 3% 4% 6% 9% 11% 11% 13% 14% 14% 14% 18% 18% 19% 20% 20% 21% 22% 25% 26% 30% 31% 33% 34% 37% 38% 39% 41% 41% 42% 42% 48% 49% 50% 50% 56%
3699 3631 3604 3494 3408 3340 3313 2955 3203 2821 2732 3037 2664 2637 2863 2529 2816 2770 2763 2441 2705 2694 2669 2346 2600 2499 2479 2414 2377 2309
-4% -2% -1% 2% 4% 6% 7% 8% 10% 12% 15% 15% 17% 18% 20% 21% 21% 22% 22% 24% 24% 24% 25% 27% 27% 30% 30% 32% 33% 35%
6% 9% 11% 11% 14% 14% 18% 18%
21%
37% 38% 41% 41% 42% 42% 48% 49% 50% 50%
-4% -2% -1% 2% 4% 6% 7% 10%
15%
20% 21% 22% 22% 24% 24% 25% 27% 30% 30% 32% 33% 35%
21
22
23
24
25
26
27
Hi-Tech/Low-tech
ZB
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
20
Regeling ventilatiesysteem per vertrek mogelijk
Vloerkoeling Vloerkoeling
8.500 13.500 11.000 13.500 14.000 17.250 13.750 15.000 12.000 14.750 17.500 11.750 17.250 18.250 16.750 16.750 15.250 18.000 11.750 12.750 12.000 15.250 13.000 16.000 15.500 29.000 30.000 16.250 26.750 27.750 26.500 27.250 30.000 31.000 29.750 30.750 23.500
19
Balansventilatie:. Aanzuigigeluidluwe gevel mogelijk l (igv geluidbelasting>55dBa)
HTK HTK
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
18c
Geluidniveau k=2 NEN1070 te realiseren
Bodem Grondwater
0 5.000 2.500 5.000 5.500 8.750 5.250 6.500 3.500 6.250 9.000 3.250 8.750 9.750 8.250 8.250 6.750 9.500 3.250 4.250 3.500 6.750 4.500 7.500 7.000 20.500 21.500 7.750 18.250 19.250 18.000 18.750 21.500 22.500 21.250 22.250 15.000
18b
Gevel Rc>3.5 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
ZB ZB ZB
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
18a
Dak Rc>4 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
ZB
857 € 832 € € 1.055 826 € 896 € 868 € 877 € 851 € 750 € 825 € 826 € 737 € 800 € 781 € 698 € 690 € 686 € 755 € 669 € 644 € 635 € 618 € 590 € 574 € 565 € 600 € 593 € 520 € 568 € 565 € 558 € 557 € 568 € 489 € 483 € 482 € 380 €
17b
qv10 = 0,45 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
Luchtkoeling
426 455 426 455 426 426 455 455 317 433 317 455 433 735 317 455 735 -
17a
Luchtsnelheid <0,1 m/s te realiseren
LTK
195 211 195 211 195 195 211 211 437 371 437 211 371 368 437 211 368 -
16c
Voldoet aan eisen Zonnekeur (WNF)
Split-unit
457 574 457 574 30 33 33 30 457 33 30 457 33 30 574 574 595 33 506 595 574 506 727 595 574 5 5 727 49 49 5 5 49 49 5 5 -
16b
Tapwaterverwarming: warmte behoefteaan de woningmete [GJ]
Luchtkoeling Luchtkoeling
409 546 409 546 409 409 546 546 1487 1011 1487 546 1011 1338 1487 546 1338 -
16a
Ruimtekoeling: koude behoefte aan de woningmeter [GJ]
LTK LTK
ZB
1211 1612 1211 1612 0 0 0 0 1211 0 0 1211 0 0 1612 1612 2404 0 1974 2404 1612 1974 2033 2404 1612 5 5 2033 134 134 5 5 134 134 5 5 -
15
Ruimteverwarming: energiebehoefte aan de woningmeter [GJ]
Split-unit Split-unit
ZB ZB ZB ZB ZB ZB
83 139 83 139 83 83 139 139 137 109 137 139 109 203 137 139 203 -
14d
Totaal elektriciteitsgebruik [kWhe]
Luchtkoeling Luchtkoeling
61 89 61 89 61 61 89 89 109 96 109 89 96 147 109 89 147 50
14c
Totaal gagsbruik [m3]
LTK LTK
147 208 147 208 2 2 2 2 147 2 2 147 2 2 208 208 218 2 169 218 208 169 298 218 208 5 5 298 49 49 5 5 49 49 5 5 -
14b
% uitstootreductie CO2 tov referentie
HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col HR107-col WP+HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col HR107-col
Split-unit Split-unit
1 0,95 0,90 0,95 0,79 0,76 0,83 0,77 0,83 0,80 0,71 0,87 0,76 0,69 0,81 0,82 0,72 0,73 0,79 0,76 0,74 0,71 0,73 0,69 0,67 0,55 0,55 0,65 0,54 0,54 0,53 0,53 0,48 0,48 0,47 0,47 0,62
14a
CO2-uitstootreductie
Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw.
Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling
13
CO2-uitstoot [kg/jr]
HTV HTV LTV LTV HTV HTV LTV HTV LTV LTV HTV LTV HTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV HTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV
LTK LTK LTK LTK
12g 12h
Energieverbruikskosten ( €)
HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col (bodem) HR107-col HR107-col WP+HR107-col (gr.w) HR107-col WP+HR107-col(bodem) WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col (bodem) HR107-col WP+HR107-col(bodem) WP+HR107-col(gr.w) WP+HR107-col (bodem) HR107-col WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col(bodem) WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col(bodem) WP+HR107-col(gr.w) WP+HR107-col(gr.w)
Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit
12f
TO>25 met zomernachtventilatie HSB [uur/jaar]
Combi-ketel Boiler/geiser WPboiler (vent.lucht) Boiler/geiser Combi-ketel WPboiler (vent.lucht) Combi-ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi-ketel Boiler/geiser Boiler/geiser WPboiler (vent.lucht) Combi ketel Combi-ketel Combi ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi ketel Combi-ketel WPboiler (vent. lucht) WPboiler (vent. lucht) Combi-ketel Combi-WP Combi-WP CombiWP CombiWP Combi-WP Combi-WP CombiWP CombiWP HR107/ZB combi
12e
TO>25C met zonwering HSB met spuien [uur/jaar]
Radiatoren Luchtverw. Radiatoren Luchtverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Luchtverw. Luchtverw. Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Wandverw.
12d
TO>25C zonder zonwering HSB met spuien [uur/jaar]
HTV HTV HTV LTV HTV LTV HTV LTV LTV LTV HTV HTV HTV LTV LTV HTV LTV LTV HTV LTV HTV HTV LTV LTV HTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV
12a 12b 12c
TO>25C met zonwering zndr spuien [uur/jaar]
Zonneboiler
HR107 Luchtverw. (HR) HR107 Luchtverw. (HR) HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 Luchtverw. (HR) Luchtverw. (HR) HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 Combi WP (bodem) Combi WP (gr.w) HR107 Combi WP (bodem) Combi WP (gr.w) Combi WP (bodem) Combi WP (gr.w) Combi WP (bodem) Combi WP (gr.w) Combi WP (bodem) Combi WP (gr.w) HR107/ZB combi
11
TO>25C zonder zonwering zndr spuien [uur/jaar]
10
TO>25C met zonwering en spuiten[uur/jaar]
9
Koude-afgifte-systeem
HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW HR-WTW
8
Temperatuurniveau
20g 29g 21g 30g 20c 29c 21c 29 30c 30 20 34h 29a 21 34 30a 23h 33 33h 20a 22h 23 33i 21a 22 23k 33a 22i 23j 22a
7
Koude- opwekking
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 2
6
Tapwaterverwarming
Individuele installatie Nat. toe en mech. afvoer HR-WTW Nat. toe en mech. afvoer HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toe en mech. afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toe en mech. afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. afvoer, nat.toev. / hybride
5
Warmte-afgiftesysteem
ref 6 10 7 4g 16g 12g 5g 3a 14g 4c 1a 12c 5c 7a 6a 16 14c 12 14 4 12a 5 14a 4a 17h 17 5a 8h 8 15h 15 8k 8j 15k 15j AS
4
Temperatuurniveau
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 4
Beoordelingscriteria 3
Warmteopwekking
Ambitieniveau
Ventilatiesysteem
2
Energieconcept
1
TO>25 met zomernachtventilatie [uur/jaar]
11:26
EPC volgens NEN5128:2001
23-05-2005
TO>25C zonder zonwering met spuien [uur/jaar]
schema's_A3
0% 3% 3% 4% -4% -1% 1% 1% 13% 4% 4% 14% 9% 9% 19% 20% 20% 12% 22% 25% 26% 30% 31% 33% 34% 30% 31% 39% 34% 34% 35% 35% 43% 43% 44% 44% 56%
1568 1426 1437 1412 1010 662 1270 972 1341 1161 863 1315 1106 825 1143 1127 662 1014 1214 1161 1010 1106 972 1014 863 0 0 825 0 0 0 0 0 0 0 0 620
665 909 2172 909 2424 3225 1603 2268 665 1601 2424 665 1603 2268 909 909 2168 1601 545 546 909 545 753 546 909 3492 3451 753 3303 3284 3248 3239 2875 2847 2810 2802 503
35,7 17,1 32,3 17,1 17,1 22,7 23,9 16,2 33,9 22,7 17,1 32,3 23,9 16,2 17,1 17,1 22,7 22,7 23,9 22,7 17,1 23,9 16,2 22,7 17,1 24,9 24,9 16,2 16,6 16,6 23,3 23,3 16,6 16,6 23,3 23,3 14,1
0,0 0,0 0,0 0,0 5,4 3,8 3,8 5,4 0,0 3,8 5,4 0,0 3,8 5,4 0,0 0,0 0,0 3,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6,8 6,8 0,0 7,1 7,1 6,8 6,8 7,1 7,1 6,8 6,8 0,0
12,3 12,3 12,3 12,3 12,3 12,3 12,3 12,3 8,7 12,3 8,7 8,7 8,7 8,7 8,7 8,7 12,3 8,7 12,3 12,3 12,3 8,7 12,3 8,7 8,7 12,3 12,3 8,7 12,3 12,3 12,3 12,3 8,7 8,7 8,7 8,7 5,2
nee nee nee nee nee ja nee nee nee nee ja nee ja ja ja ja ja ja nee nee nee ja nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee ja nee ja ja nee nee ja nee nee ja nee nee ja ja ja nee nee nee nee ja nee ja nee ja nee nee ja ja ja nee nee ja ja nee nee nee
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja nee ja ja nee nee ja ja nee nee nvt
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja nee ja ja nee nee je ja nee nee nvt
nee ja nee ja ja nee nee ja nee nee ja nee nee ja ja ja nee nee nee nee ja nee ja nee ja nee nee ja ja ja nee nee ja ja nee nee ja
nee ja nee ja ja nee nee ja nee nee ja nee nee ja ja ja nee nee nee nee ja nee ja nee ja nee nee ja ja ja nee nee ja ja nee nee nvt
nee nee nee nee nee ja ja nee nee ja nee nee ja nee nee nee ja ja ja ja nee ja nee ja nee ja ja nee nee nee ja ja nee nee ja ja ja
LT HT LT HT HT HT HT HT LT HT HT LT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT LT
-16% -14% -13% -9% -7% -4% -4% 8% 0% 12% 15% 5% 17% 18% 10% 21% 12% 13% 14% 24% 15% 16% 17% 27% 19% 22% 23% 25% 26% 28%
1217 1473 1163 1397 1052 1309 999 1473 1233 1397 1217 664 1309 1163 664 1233 590 848 738 1052 770 590 685 999 773 475 683 606 475 609
2422 1604 2422 1601 2422 1604 2422 546 1601 546 908 2918 546 908 2643 546 2776 1989 2282 908 2103 2584 2282 908 1930 2600 1989 2103 2408 1930
17,1 23,9 16,2 22,7 17,1 23,9 16,2 23,9 22,7 22,7 17,1 22,7 23,9 16,2 22,7 22,7 16,2 22,7 22,7 17,1 16,2 16,2 22,7 16,2 16,2 16,2 22,7 16,2 16,2 16,2
5,4 3,8 5,4 3,8 5,4 3,8 5,4 0,0 3,8 0,0 0,0 6,8 0,0 0,0 6,8 0,0 7,1 6,8 6,8 0,0 7,1 7,1 6,8 0,0 7,1 7,1 6,8 7,1 7,1 7,1
12,3 12,3 12,3 12,3 8,7 8,7 8,7 12,3 8,7 12,3 12,3 12,3 8,7 12,3 12,3 8,7 12,3 12,3 12,3 8,7 12,3 12,3 8,7 8,7 12,3 8,7 8,7 8,7 8,7 8,7
nee nee nee nee ja nee ja nee nee nee nee ja nee nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
ja nee ja nee ja nee ja nee nee nee ja nee nee ja nee nee ja nee nee ja ja ja nee ja ja ja nee ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja nee nee ja nee ja ja ja nee ja ja ja nee ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja nee nee ja nee ja ja ja nee ja ja ja nee ja ja ja ja ja ja
ja nee ja nee ja nee ja nee nee nee ja nee nee ja nee nee ja nee nee ja ja ja nee ja ja ja nee ja ja ja
ja nee ja nee ja nee ja nee nee nee ja nee nee ja nee nee ja nee nee ja ja ja nee ja ja ja nee ja ja ja
nee ja nee ja nee ja nee ja ja ja nee ja ja nee ja ja nee ja ja nee nee nee ja nee nee nee ja nee nee nee
HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT
Pagina 3
Concepten rijenwoning
Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling
Bodem Grondwater
HTK HTK
Vloerkoeling Vloerkoeling
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
0 2.500 8.500 4.500 4.500 4.500 4.500 6.000 6.000 4.750 5.000 7.750 8.000 9.250 7.000 9.250 3.250 3.500 3.000 4.500 7.750 7.750 3.000 6.500 4.250 7.750 19.250 19.750 21.750 6.250 17.250 19.250 7.750 17.250 20.500 22.500 22.500 20.500 15.000
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
7.000 9.500 15.500 11.250 11.500 11.250 11.500 12.750 13.000 11.750 11.750 14.750 14.750 16.250 14.000 16.250 10.250 10.250 10.000 11.500 14.750 14.750 10.000 13.250 11.250 14.750 26.000 26.750 28.750 13.250 24.000 26.000 14.750 24.250 27.500 29.250 29.500 27.500 23.500
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
7.000 9.500 15.500 11.250 11.500 11.250 11.500 12.750 13.000 11.750 11.750 14.750 14.750 16.250 14.000 16.250 10.250 10.250 10.000 11.500 14.750 14.750 10.000 13.250 11.250 14.750 16.750 26.750 19.250 13.250 24.000 17.300 14.750 24.250 27.500 20.550 20.000 27.500 23.500
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 9.250 0 9.250 0 0 9.250 0 0 0 9.250 9.250 0 0
2473 2428 2689 2350 2628 2337 2598 2588 2533 2526 2495 2382 2353 2343 2075 2288 2031 2000 1984 1919 1904 1890 1748 1739 1709 1674 1765 1696 1693 1503 1656 1646 1464 1620 1386 1376 1353 1350 1418
0% 2% 3% 5% 5% 5% 6% 7% 9% 9% 10% 14% 15% 15% 16% 17% 18% 19% 20% 22% 23% 24% 29% 30% 31% 32% 36% 39% 39% 39% 40% 41% 41% 42% 50% 50% 51% 51% 56%
0,86 0,84 0,95 0,91 0,77 0,75 0,85 0,81 0,9 0,86 0,78 0,82 0,79 0,79 0,80 0,76 0,75 0,77 0,77 0,76 0,73 0,72 0,74 0,69 0,70 0,65 0,67 0,66 0,64 0,65
2 2 2 2 2 2 2 2 134 163 3 166 215 3 134 3 34 3 163 34 34 166 34 3 215 34 3 34 34 34
68 64 70 90 68 64 70 90 -
86 88 85 135 86 88 85 135 -
0 0 0 0 0 0 0 0 1722 2153 3 1400 1765 3 1722 3 84 3 2153 84 84 1400 84 3 1765 84 3 84 84 84
533 994 748 1066 533 994 748 1066 -
17 17 17 17 17 17 17 17 419 445 3 450 605 3 419 3 34 3 445 34 34 450 34 3 605 34 3 34 34 34
259 335 161 254 259 335 161 254 -
340 176 368 607 340 176 368 607 -
687 673 668 647 624 610 605 582 524 503 535 481 468 519 461 507 500 492 440 480 478 418 462 456 404 427 429 417 410 400
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
5.750 7.250 6.000 7.500 9.000 10.500 9.500 10.750 4.500 6.000 10.750 4.250 5.750 10.750 8.000 11.000 10.750 11.000 9.250 10.750 11.000 7.500 11.000 14.000 9.000 14.000 14.000 14.000 14.250 14.250
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
12.750 14.000 13.000 14.250 16.000 17.500 16.250 17.750 11.500 12.750 17.750 11.250 12.500 17.750 14.750 18.000 17.500 18.000 16.250 17.500 17.750 14.500 17.750 21.000 16.000 21.000 21.000 21.000 21.250 21.250
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
9.000 10.500 9.250 10.500 12.500 13.750 12.500 14.000 7.750 9.000 10.500 7.500 9.000 10.500 11.000 10.500 10.500 10.500 12.500 10.500 10.500 11.000 10.500 13.750 12.250 13.750 13.750 13.750 13.750 13.750
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
3.500 3.500 3.750 3.750 3.500 3.500 3.750 3.750 3.750 3.750 7.000 3.500 3.500 7.000 3.750 7.250 7.000 7.250 3.750 7.000 7.250 3.500 7.250 7.000 3.500 7.000 7.250 7.250 7.250 7.250
2878 2822 2782 2694 2617 2561 2522 2431 2168 2080 2252 1999 1943 2174 1908 2136 2106 2059 1820 2013 2012 1738 1936 1914 1682 1801 1799 1753 1729 1680
-4% -2% 0% 3% 6% 8% 9% 12% 12% 16% 19% 19% 21% 22% 23% 23% 24% 26% 26% 27% 27% 30% 30% 31% 32% 35% 35% 37% 38% 39%
ZB ZB ZB ZB
ZB
ZB
ZB Grondwater Bodem
HTK HTK
Vloerkoeling Vloerkoeling
Bodem Grondwater Bodem Grondwater Grondwater
HTK HTK HTK HTK HTK
Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling
ZB ZB ZB ZB ZB ZB ZB
3% 5% 6% 7% 9% 9% 10% 14% 15% 15% 17%
36% 39% 39% 40% 41% 42% 50% 50% 51% 51%
-4% -2% 0% 3% 6% 8% 9% 12%
19%
22% 23% 24% 26% 27% 27% 30% 31% 35% 35% 37% 38% 39%
23
24
25
26
29
Hi-Tech/Low-tech
Vloerkoeling
HTK HTK HTK
663 843 723 630 706 627 719 695 680 645 670 640 646 629 558 614 545 536 532 515 511 507 469 481 458 449 475 457 456 403 446 443 393 436 446 333 364 363 380
22
Regeling ventilatiesysteem per vertrek mogelijk
HTK
Grondwater Bodem Grondwater
333 333 368 368 176 333 333 340 176 368 368 368 340 607 176 368 607 -
21
Balansventilatie:. Aanzuigigeluidluwe gevel mogelijk l (igv geluidbelasting>55dBa)
Bodem
143 143 161 161 335 143 143 259 335 161 161 161 259 254 335 161 254 -
20
Geluidniveau k=2 NEN1070 te realiseren
Vloerkoeling
382 382 17 450 17 450 17 17 17 18 18 17 17 17 445 17 382 382 419 445 450 450 450 419 605 445 3 3 3 450 34 34 605 3 34 34 3 3 -
19
Dak Rc>4 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
HTK
470 470 748 748 994 470 470 533 994 748 748 748 533 1066 994 748 1066 -
18c
Gevel Rc>3.5 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
Bodem
1003 1003 0 1400 0 1400 0 0 0 0 0 0 0 0 2153 0 1003 1003 1722 2153 1400 1400 1400 1722 1765 2153 3 3 3 1400 84 84 1765 3 84 84 3 3 -
18b
qv10 = 0,45 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling
50 50 85 85 88 50 50 86 88 85 85 85 86 135 88 85 135 -
18a
Luchtsnelheid <0,1 m/s te realiseren
LTK LTK LTK LTK LTK LTK LTK LTK
43 43 70 70 64 43 43 68 64 70 70 70 68 90 64 70 90 ca. 50
17b
Voldoet aan eisen Zonnekeur (WNF)
Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit
113 113 2 166 2 166 2 2 2 2 2 2 2 2 163 2 113 113 134 163 166 166 166 134 215 163 3 3 3 166 34 34 215 3 34 34 3 3 -
17a
Tapwaterverwarming: warmte behoefteaan de woningmete [GJ]
Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling
1 0,90 0,76 0,95 0,77 0,94 0,83 0,75 0,83 ZB 0,89 ZB 0,88 ZB 0,68 ZB 0,74 ZB 0,66 0,72 ZB 0,74 ZB 0,84 ZB 0,83 0,78 0,75 ZB 0,75 ZB 0,77 0,72 ZB 0,69 0,71 ZB 0,66 0,55 0,57 0,57 ZB 0,63 0,56 0,55 ZB 0,62 0,55 ZB 0,48 ZB 0,48 ZB 0,47 ZB 0,48 ZBcom 0,62
16c
Ruimtekoeling: koude behoefte aan de woningmeter [GJ]
Bodem HTK Bodem HTK Grondwater HTK Grondwater HTK Bodem HTK Lucht via grondbuizen
16b
Ruimteverwarming: energiebehoefte aan de woningmeter [GJ]
Vloerkoeling Vloerkoeling
16a
Totaal elektriciteitsgebruik [kWhe]
HTK HTK
15
Totaal gagsbruik [m3]
Bodem Grondwater
14d
0% 2% -9% 5% -6% 5% -5% -5% -2% -2% -1% 4% 5% 5% 16% 7% 18% 19% 20% 22% 23% 24% 29% 30% 31% 32% 29% 31% 32% 39% 33% 33% 41% 34% 44% 44% 45% 45% 56%
1154 1076 429 1057 716 1049 924 694 841 949 931 578 770 555 429 702 949 931 878 841 804 797 716 770 694 702 0 0 0 578 0 0 555 0 0 0 0 0 620
675 1938 3023 753 2130 753 1637 2130 1637 1327 1327 2130 1637 2130 2061 1637 552 552 675 675 753 753 753 675 753 675 2764 2657 2651 753 2594 2578 753 2538 2170 2154 2119 2114 503
24,8 22,5 14,7 10,1 10,1 10,1 15,5 9,6 14,7 22,5 22,5 10,1 15,5 9,6 14,7 14,7 22,5 22,5 15,5 14,7 10,1 10,1 10,1 15,5 9,6 14,7 14,7 15,2 15,2 10,1 9,8 9,8 9,6 14,7 9,8 9,8 14,7 14,7 14,1
0,0 0,0 3,5 0,0 4,9 0,0 3,5 4,9 3,4 2,8 2,8 4,9 3,5 4,9 0,0 3,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6,2 6,2 6,2 0,0 6,5 6,5 0,0 6,2 6,5 6,5 6,2 6,2 0,0
10,2 10,2 10,2 10,2 10,2 10,2 10,2 10,2 10,2 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 10,2 6,8 6,8 6,8 10,2 10,2 6,8 6,8 10,2 6,8 10,2 6,8 10,2 10,2 10,2 6,8 10,2 10,2 6,8 10,2 6,8 6,8 6,8 6,8 5,2
nee nee ja nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja ja ja ja nee nee nee nee ja ja nee ja nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee nee ja ja ja nee ja nee nee nee ja nee ja nee nee nee nee nee nee ja ja ja nee ja nee nee nee nee ja ja ja ja nee ja ja nee nee nee
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja nee ja ja nee nee ja ja nee nee nvt
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja nee ja ja nee nee ja ja nee nee nvt
nee nee nee ja ja ja nee ja nee nee nee ja nee ja nee nee nee nee nee nee ja ja ja nee ja nee nee nee nee ja ja ja ja nee ja ja nee nee ja
nee nee nee ja ja ja nee ja nee nee nee ja nee ja nee nee nee nee nee nee ja ja ja nee ja nee nee nee nee ja ja ja ja nee ja ja nee nee nvt
nee nee ja nee nee nee ja nee ja nee nee nee ja nee ja ja nee nee ja ja nee nee nee ja nee ja ja ja ja nee nee nee nee ja nee nee ja ja ja
LT LT HT HT HT HT HT HT HT LT LT HT HT HT HT HT LT LT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT LT
-16% -14% -13% -9% -6% -4% -2% 2% 12% 16% 9% 19% 21% 12% 23% 14% 15% 17% 26% 19% 19% 30% 22% 23% 32% 27% 27% 29% 30% 32%
858 826 1062 1012 711 679 915 863 1062 1012 504 858 826 653 915 504 448 653 865 596 445 711 595 506 679 342 506 448 342 448
2130 2130 1415 1415 2130 2130 1415 1415 453 453 2132 753 753 1596 453 1950 2056 1415 453 1503 1919 753 1384 1596 753 1873 1415 1503 1761 1389
10,1 9,6 15,5 14,7 10,1 9,6 15,5 14,7 15,5 14,7 15,5 10,1 9,6 14,7 15,5 15,5 9,5 14,7 14,7 9,6 9,6 10,1 9,6 14,7 9,6 9,5 14,7 9,6 9,5 9,6
4,9 4,9 3,5 3,5 4,9 4,9 3,5 3,5 0,0 0,0 6,2 0,0 0,0 6,2 0,0 6,2 6,5 6,2 0,0 6,5 6,5 0,0 0,0 6,2 0,0 6,5 6,2 6,5 6,5 0,0
10,2 10,2 10,2 10,2 6,8 6,8 6,8 6,8 10,2 10,2 10,2 10,2 10,2 10,2 6,8 10,2 10,2 10,2 6,8 10,2 10,2 6,8 10,2 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8
nee nee nee nee ja ja nee nee nee nee ja nee nee ja nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
ja ja nee nee ja ja nee nee nee nee nee ja ja nee nee nee ja nee nee ja ja ja ja nee ja ja nee ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja nee nee ja nee ja ja ja nee ja ja nee ja ja nee ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja nee nee ja nee ja ja ja nee ja ja nee ja ja nee ja ja ja ja ja
ja ja nee nee ja ja nee nee nee nee nee ja ja nee nee nee ja nee nee ja ja ja ja nee ja ja nee ja ja ja
ja ja nee nee ja ja nee nee nee nee nee ja ja nee nee nee ja nee nee ja ja ja ja nee ja ja nee ja ja ja
nee nee ja ja nee nee ja ja ja ja ja nee nee ja ja ja nee ja ja nee nee nee nee ja nee nee ja nee nee nee
HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT
% uitstootreductie CO2 tov referentie
Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling
14c
% uitstootreductie CO2 tov referentie met koeling
HTK HTK HTK
14b
CO2-uitstootreductie
Grondwater Bodem Grondwater
14a
CO2-uitstoot [kg/jr]
Luchtkoeling
13
Collectieve investeringskosten [€/woning]*
LTK
12h
Woninggebonden investeringskosten [ €/woning]*
Split-unit
12g
Totale investeringskosten [€/woning]*
Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling
12f
TO>25 met zomernachtventilatie HSB [uur/jaar]
Luchtkoeling
LTK LTK LTK LTK LTK LTK LTK LTK
12e
TO>25C met zonwering HSB met spuien [uur/jaar]
LTK
Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit
12d
TO>25C zonder zonwering HSB met spuien [uur/jaar]
HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col WP+HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col HR107-col
Split-unit
12c
TO>25C met zonwering zndr spuien [uur/jaar]
Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw.
Luchtkoeling
12b
TO>25C zonder zonwering zndr spuien [uur/jaar]
HTV LTV HTV LTV HTV LTV HTV LTV HTV LTV LTV HTV LTV LTV HTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV HTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV
LTK
12a
TO>25 met zomernachtventilatie [uur/jaar]
HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col (bodem) HR107-col HR107-col WP+HR107-col (bodem) HR107-col WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col(bodem) WP+HR107-col (gr.w) HR107-col WP+HR107-col(bodem) WP+HR107-col(gr.w) HR107-col WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col (bodem) HR107-col WP+HR107-col(bodem) WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col(bodem) WP+HR107-col(gr.w) WP+HR107-col(gr.w)
Split-unit
11
TO>25C met zonwering en spuiten[uur/jaar]
Combi-ketel WPboiler (vent.lucht) WPboiler (vent.lucht) Boiler/geiser Combi-ketel Boiler/geiser Combi-ketel Combi-ketel Combi ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi-ketel WPboiler (vent.lucht) Combi ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi ketel Boiler/geiser Boiler/geiser Combi-ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi ketel CombiWP WPboiler (vent. lucht) WPboiler (vent. lucht) Combi-ketel Combi-WP Combi-WP Combi-ketel CombiWP Combi-WP Combi-WP CombiWP CombiWP CombiWP
10
TO>25C zonder zonwering met spuien [uur/jaar]
Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Wandverw.
Temperatuurniveau
HTV HTV LTV HTV HTV LTV HTV LTV LTV HTV LTV HTV HTV LTV LTV LTV HTV LTV HTV LTV HTV LTV HTV HTV LTV LTV LTV LTV LTV HTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV
9
Koude- opwekking
HR107 HR107 HR107 Luchtverw. (HR) HR107 Luchtverw. (HR) HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 Luchtverw. (HR) Luchtverw. (HR) HR107 HR107 HR107 HR107 Combi WP (gr.w) Combi WP (bodem) Combi WP (gr.w) HR107 Combi WP (bodem) Combi WP (gr.w) HR107 Combi WP (bodem) Combi WP (bodem) Combi WP (gr.w) Combi WP (gr.w) Combi WP (bodem) HR107/ZBcombi
8
Zonneboiler
7
Koude-afgifte-systeem
6
Tapwaterverwarming
20g 21g 29g 30g 20c 21c 29c 30c 29 30 34h 20 21 33h 29a 34 23h 33 30a 22h 23 20a 22 33i 21a 23k 33a 22i 23j 22a
5
Warmte-afgiftesysteem
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2
Individuele installatie Nat. toe en mech. afvoer Nat. toe en mech. afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toe en mech. afvoer Nat. toe en mech. afvoer HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toe en mech. afvoer Nat. toe en mech. afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. afvoer, nat.toev. / hybride Collectieve installatie HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW HR-WTW
4
Temperatuurniveau
ref 10 16g 6 4g 7 12g 5g 14g 1c 3c 4c 12c 5c 16 14c 1a 3a 12 14 6a 7a 4 12a 5 14a 15 17h 17 4a 8h 8 5a 15h 8k 8j 15j 15k AS
Beoordelingscriteria 3
Warmteopwekking
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 4
2
Ventilatiesysteem
Ambitieniveau
Enrgieconcept
1
Meerkosten tov ref [€/woning]*
11:26
Energieverbruikskosten (€)
23-05-2005
EPC volgens NEN5128:2001
schema's_A3
Pagina 4
Concepten gallerijappartement
2.750 6.250 7.250 12.250 1.750 3.750 4.750 7.250 8.500 4.750 5.750 10.750 2.250 3.250 3.000 4.000 5.750 7.000 6.750 7.750 8.000 9.000 9.000 8.250 12.500 11.750
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
9.750 13.250 14.250 19.250 8.750 10.750 11.750 14.500 15.500 11.750 12.750 17.750 9.250 10.250 10.000 11.000 13.000 14.000 13.750 14.750 15.250 16.000 16.000 15.250 19.500 18.750
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
3.500 7.000 8.000 9.500 5.000 7.000 8.000 7.000 8.000 5.500 6.500 8.000 5.500 6.500 6.250 7.500 5.500 6.500 6.250 7.500 8.000 9.000 9.000 8.000 9.000 8.000
Collectieve investeringskosten [€/woning]*
Woninggebonden investeringskosten [€/woning]*
Totale investeringskosten [€/woning]*
Meerkosten tov ref [ €/woning]* € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
10.500 7.000 11.500 14.000 15.000 10.750 9.000 10.000 9.750 10.750 12.500 13.500 13.250 14.500
€ € € € € € € € € € € € € €
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
€ 6.250 € 6.250 € 6.250 € 9.750 € 3.750 € 3.750 € 3.750 € 7.250 € 7.250 € 6.250 € 6.250 € 9.750 € 3.750 € 3.750 € 3.750 € 3.750 € 7.250 € 7.250 € 7.250 € 7.250 € 7.000 € 7.000 € 7.000 € 7.000 € 10.750 € 10.750
2198 1641 2116 2036 1954 1440 1318 1271 1257 1225 1152 1109 1095 1022
0% 0% 3% 7% 11% 12% 20% 23% 23% 25% 30% 32% 33% 38%
1860 2434 2401 2337 2307 2294 2262 2129 2097 1549 1517 1453 1409 1377 1333 1311 1244 1216 1168 1146 1362 1341 1336 1315 1178 1161
-13% -11% -10% -7% -5% -5% -3% 3% 4% 6% 8% 11% 14% 16% 19% 20% 24% 26% 29% 30% 38% 39% 39% 40% 46% 47%
18a
18b
18c
19
20
21
22
23
24
25
26
27
Hi-Tech/Low-tech
ZB ZB
443 575 567 548 553 548 540 507 500 368 360 341 341 333 321 316 301 294 281 276 324 318 319 314 280 Ä277
€ € € € € € € € € € € € € €
17b
Regeling ventilatiesysteem per vertrek mogelijk
Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling
82 160 167 167 160 167 239 293 160 167 239 293 -
10.500 7.000 11.500 14.000 15.000 10.750 9.000 10.000 9.750 10.750 12.500 13.500 13.250 14.500
17a
Balansventilatie:. Aanzuigigeluidluwe gevel mogelijk l (igv geluidbelasting>55dBa)
HTK HTK HTK HTK HTK HTK
153 11 11 11 11 11 11 11 11 278 277 277 278 277 394 406 278 277 394 406 42 53 53 42 53 42
€ € € € € € € € € € € € € €
16c
Geluidniveau k=2 NEN1070 te realiseren
Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater
1,04 0,92 0,91 0,81 1,12 0,94 0,93 0,85 0,85 0,87 0,85 0,76 0,90 0,88 0,84 0,83 0,80 0,79 0,74 0,73 0,76 0,73 0,77 0,77 0,70 0,68
3.500 0 4.500 7.000 8.000 3.500 2.000 3.000 2.750 3.750 5.500 6.500 6.250 7.500
16b
Dak Rc>4 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
ZB ZB ZB ZB
€ € € € € € € € € € € € € €
16a
Gevel Rc>3.5 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
ZB ZB
590 440 568 547 525 386 353 341 337 329 309 297 294 274
15
qv10 = 0,45 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling
82 82 160 167 239 293 160 167 239 293
14d
Luchtsnelheid <0,1 m/s te realiseren
LTK LTK LTK LTK LTK LTK LTK LTK
11 153 11 11 11 153 278 277 394 406 278 277 394 406
14c
Voldoet aan eisen Zonnekeur (WNF)
Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit
14b
Tapwaterverwarming: warmte behoefteaan de woningmete [GJ]
ZB ZB ZB ZB
0,90 1,02 0,87 0,80 0,78 0,91 0,85 0,82 0,79 0,78 0,75 0,73 0,7 0,66
Energieverbruikskosten (€)
Zonneboiler
Temperatuurniveau
Koude-afgifte-systeem
ZB ZB ZB
14a
Ruimtekoeling: koude behoefte aan de woningmeter [GJ]
WPboiler-col (vent.lucht) WPboiler-col (vent.lucht) WPboiler-col (vent.lucht) WPboiler-col (vent.lucht) HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col WPboiler-col (vent.lucht) WPboiler-col (vent.lucht) WPboiler-col (vent.lucht) HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col WP+HR107-col (gr.w) HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col
Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling
13
Ruimteverwarming: energiebehoefte aan de woningmeter [GJ]
Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw.
Luchtkoeling
LTK LTK LTK
12b
Totaal elektriciteitsgebruik [kWhe]
HTV HTV LTV LTV HTV HTV LTV HTV LTV HTV LTV LTV HTV LTV HTV LTV HTV LTV HTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV
LTK
Split-unit Split-unit Split-unit
12a
Totaal gagsbruik [m3]
HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col (gr.w) HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col (gr.w) HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col (gr.w)
Split-unit
11
%uitstootreductie CO2 tov referentie
Combi-ketel Combi-ketel Combi ketel Combi-ketel Combi ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi ketel Combi-ketel Combi-ketel
10
%uitstootreductie CO2 tov referentie met koeling
Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw.
9
CO2-uitstootreductie
HTV HTV LTV HTV LTV HTV HTV LTV HTV LTV HTV LTV HTV LTV
8
CO2-uitstoot [kg/jr]
HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107
7
Koude- opwekking
6
Tapwaterverwarming
26 31g 32g 35g 25g 29g 30g 29c 30c 31 32 35 29 30 20 21 29a 30a 20a 21a 34 23 22 33 22a 33a
5
Warmte-afgiftesysteem
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 2 2 2 2 3 3
Individuele installatie Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toe en mech afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toe en mech afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW Collectieve installatie Nat. toe en mech afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toevoer, mechanische afv, vraag gest Nat. toe en mech afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest.
4
Temperatuurniveau
12g ref 14g 12c 14c 1a 12 14 4 5 12a 14a 4a 5a
Beoordelingscriteria
3
Warmteopwekking
Nummer
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 2
2
Ventilatiesysteem
Ambitieniveau
1
TO>25C met zonwering en spuiten[uur/jaar]
11:26
TO>25C zonder zonwering met spuien [uur/jaar]
23-05-2005
EPC volgens NEN5128:2001
schema's_A3
0%
-34% 0% -29% -24% -19% 12% 20% 23% 23% 25% 30% 32% 33% 38%
633 761 587 542 496 681 636 609 529 511 542 518 438 396
1687 461 1687 1687 1687 368 302 302 502 502 302 302 502 502
10,8 15,5 10,3 10,8 10,3 15,5 10,8 10,3 7,4 6,9 10,8 10,3 7,4 6,9
5,0 0,0 5,0 5,0 5,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
6,8 6,8 6,8 4,8 4,8 4,8 6,8 6,8 6,8 6,8 4,8 4,8 4,8 4,8
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja ja ja
ja nee ja ja ja nee ja ja ja ja ja ja ja ja
ja nee ja ja ja nee ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja nee nee ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja nee nee ja ja
ja nee ja ja ja nee ja ja nee nee ja ja nee nee
HT LT HT HT HT LT HT HT HT HT HT HT HT HT
-13% -48% -46% -42% -41% -40% -38% -30% -28% 6% 8% 11% 14% 16% 19% 20% 24% 26% 29% 30% 17% 18% 19% 20% 28% 29%
505 353 335 98 840 688 669 594 576 353 335 98 688 669 572 560 594 578 479 466 315 283 400 408 307 322
1514 2833 2833 3390 1288 1687 1687 1687 1687 1448 1448 2004 302 302 502 502 302 302 502 502 1260 1315 983 928 994 928
15,5 10,8 10,3 10,3 15,5 10,8 10,3 10,8 10,3 10,8 10,3 10,3 10,8 10,3 7,4 6,9 10,8 10,3 7,4 6,9 10,3 6,9 6,9 10,3 6,9 10,3
0,0 5,0 5,0 5,0 3,3 5,0 5,0 5,0 5,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 5,0 7,6 7,6 5,0 7,6 5,0
6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja nee nee nee nee nee nee ja ja ja ja ja ja ja ja
nee ja ja ja nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee ja ja ja nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee nee ja nee nee nee nee nee nee nee ja nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja ja ja ja ja
nee nee nee ja nee nee nee nee nee nee nee ja nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja nee nee ja ja nee ja ja nee ja nee
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja nee nee ja ja nee ja ja nee ja nee
nee ja ja ja nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee nee ja ja nee nee ja nee nee ja nee ja
LT HT HT HT LT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT
3% 7% 11%
-11% -10% -7% -5% -5% -3% 3% 4%
38% 39% 39% 40% 46% 47%
Pagina 5
Concepten urbanvilla
Luchtkoeling Luchtkoeling
ZB ZB
ZB ZB ZB ZB Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater
HTK HTK HTK HTK HTK HTK
Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling Vloerkoeling
ZB ZB
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
695 826 804 805 778 784 764 583 743 725 536 536 515 503 495 488 474 456 462 447 516 508 502 490 460 448
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
3.500 3.000 12.250 5.250 7.750 6.250 8.750 5.750 10.000 9.000 10.250 3.250 4.250 4.500 6.750 5.750 8.000 7.000 8.000 9.250 7.750 9.000 7.750 9.000 11.250 12.750
€ € € € € € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
12.250 11.750 21.000 14.000 16.500 15.000 17.500 14.500 18.750 17.750 19.000 12.000 13.000 13.250 15.500 14.500 16.750 15.750 16.750 18.000 16.500 17.750 16.500 17.750 20.000 21.500
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
4.250 6.250 9.750 8.500 8.500 9.500 8.500 6.500 9.500 9.500 7.750 6.500 7.500 8.000 6.500 9.250 7.500 7.500 8.000 9.250 7.750 9.250 7.750 9.250 7.750 9.250
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 8.000 5.500 11.250 5.500 8.000 5.500 9.250 8.000 9.250 8.000 11.250 5.500 5.500 5.250 9.250 5.250 9.250 8.000 8.750 8.750 8.750 8.750 8.750 8.750 12.250 12.250
0% 4% 6% 7% 9% 11% 20% 23% 24% 26% 27% 30% 31% 33%
2913 3442 3429 3366 3283 3280 3196 2451 3110 3078 2279 2217 2131 2087 2046 2026 1960 1929 1917 1856 2172 2141 2102 2053 1932 1883
-15% -4% -4% -2% 1% 1% 3% 4% 6% 7% 10% 13% 16% 18% 19% 20% 23% 24% 25% 27% 34% 35% 36% 38% 42% 43%
4% 6% 9% 11%
-4% -4% -2% 1% 1% 3% 6% 7%
34% 35% 36% 38% 42% 43%
17b
18a
18b
18c
19
20
21
22
23
24
25
26
27
0% -25% -22% 7% -19% -16% 20% 23% 24% 26% 27% 30% 31% 33%
1.196 989 945 1.099 892 848 989 945 823 792 892 848 727 696
668 2249 2249 668 2249 2249 449 449 746 746 449 449 746 746
26,2 18,3 17,4 26,2 18,3 17,4 18,3 17,4 13,8 13,1 18,3 17,4 13,8 13,1
0,0 6,5 6,5 0,0 6,5 6,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
10,1 10,1 10,1 7,7 7,7 7,7 10,1 10,1 10,1 10,1 7,7 7,7 7,7 7,7
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja ja ja
nee ja ja nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee ja ja nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja nee nee ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja nee nee ja ja
nee ja ja nee ja ja ja ja nee nee ja ja nee nee
LT HT HT LT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT
-15% -35% -35% -32% -29% -29% -26% 4% -22% -21% 10% 13% 16% 18% 19% 20% 23% 24% 25% 27% 15% 16% 17% 19% 24% 26%
856 1.317 175 1091 630 1.042 995 630 946 335 175 1.091 1042 911 995 876 946 335 815 780 497 450 635 585 539 489
2190 1742 4886 2249 3395 2249 2249 2092 2249 3893 3086 449 449 746 449 746 449 2092 746 746 2025 2105 1532 1593 1532 1593
26,2 26,2 17,4 18,3 18,3 17,4 18,3 18,3 17,4 17,4 17,4 18,3 17,4 13,8 18,3 13,1 17,4 17,4 13,8 13,1 17,4 13,1 17,4 13,1 17,4 13,1
0,0 4,3 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 0,0 6,5 6,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6,5 9,9 6,5 9,9 6,5 9,9
10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja nee nee nee nee nee nee nee ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
nee nee ja nee nee nee nee nee nee nee ja nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja ja ja ja ja
nee nee ja nee nee nee nee nee nee nee ja nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja nee ja nee nee ja ja nee ja nee ja nee ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja nee ja nee nee ja ja nee ja nee ja nee ja
nee nee ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee ja nee ja ja nee nee ja nee ja nee ja nee
LT LT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT
Totaal gagsbruik [m3]
2542 3185 3107 2371 3015 2937 2035 1957 1932 1878 1865 1787 1762 1708
% uitstootreductie CO2 tov referentie
% uitstootreductie CO2 tov referentie met koeling
Collectieve investeringskosten [€/woning]*
Woninggebonden investeringskosten [€ /woning]*
Totale investeringskosten [€ /woning]*
89 167 175 167 175 235 167 275 175 175 235 275 -
8.750 13.000 14.000 12.500 16.500 17.750 11.000 12.000 12.250 13.500 14.500 15.750 16.000 17.000
17a
Hi-Tech/Low-tech
LTK LTK
128 9 9 9 9 9 9 223 9 9 229 223 229 313 223 328 229 229 313 328 38 44 38 44 38 44
€ € € € € € € € € € € € € €
16c
Regeling ventilatiesysteem per vertrek mogelijk
Split-unit Split-unit
1,04 1,10 0,79 0,93 0,91 0,90 0,87 0,87 0,83 0,88 0,75 0,89 0,86 0,83 0,83 0,81 0,80 0,84 0,77 0,75 0,76 0,74 0,77 0,75 0,71 0,69
8.750 13.000 14.000 12.500 16.500 17.750 11.000 12.000 12.250 13.500 14.500 15.750 16.000 17.000
16b
Balansventilatie:. Aanzuigigeluidluwe gevel mogelijk l (igv geluidbelasting>55dBa)
Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling
€ € € € € € € € € € € € € €
16a
Geluidniveau k=2 NEN1070 te realiseren
LTK LTK LTK LTK LTK LTK
0 4.250 5.250 3.500 7.750 9.000 2.250 3.250 3.500 4.750 5.750 7.000 7.250 8.250
15
Dak Rc>4 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit
€ € € € € € € € € € € € € €
14d
Gevel Rc>3.5 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
ZB ZB ZB ZB
681 855 834 636 810 789 546 525 518 504 500 479 473 458
14c
qv10 = 0,45 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
ZB ZB ZB
€ € € € € € € € € € € € € €
14b
Meerkosten tov ref [€/woning]*
Zonneboiler
Luchtkoeling Luchtkoeling
89 89 167 175 235 275 167 175 235 275
Energieverbruikskosten ( €)
Koude-afgifte-systeem
Temperatuurniveau
LTK LTK
128 9 9 128 9 9 223 229 313 328 223 229 313 328
14a
Luchtsnelheid <0,1 m/s te realiseren
WPboiler-col (vent.lucht) HR107-col WPboiler-col (vent.lucht) HR107-col WPboiler-col (vent.lucht) HR107-col HR107-col WPboiler-col (vent.lucht) HR107-col WPboiler-col (vent.lucht) WPboiler-col (vent.lucht) HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col WPboiler-col (vent.lucht) HR107-col HR107-col WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col (gr.w) HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col
Split-unit Split-unit
1 0,86 0,83 0,92 0,80 0,77 0,82 0,80 0,77 0,75 0,76 0,73 0,7 0,69
13
Voldoet aan eisen Zonnekeur (WNF)
Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw. Vloerverw.
Luchtkoeling Luchtkoeling
12b
Tapwaterverwarming: warmte behoefteaan de woningmete [GJ]
HTV HTV LTV HTV HTV LTV HTV HTV LTV LTV LTV HTV LTV HTV HTV LTV LTV LTV HTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV LTV
LTK LTK
12a
Ruimtekoeling: koude behoefte aan de woningmeter [GJ]
HR107-col HR107-col WP+HR107-col (gr.w) HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col (gr.w) HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col HR107-col WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col (gr.w) WP+HR107-col (gr.w)
Split-unit Split-unit
11
Ruimteverwarming: energiebehoefte aan de woningmeter [GJ]
Combi-ketel Combi-ketel Combi ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi ketel Combi-ketel Combi ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi-ketel Combi ketel Combi-ketel Combi-ketel
10
Totaal elektriciteitsgebruik [kWhe]
Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw. Radiatoren Vloerverw.
9
CO2-uitstootreductie
HTV HTV LTV HTV HTV LTV HTV LTV HTV LTV HTV LTV HTV LTV
8
CO2-uitstoot [kg/jr]
HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107 HR107
7
Koude- opwekking
6
Tapwaterverwarming
26 25g 35g 29g 31g 30g 29c 31 30c 32g 35 29 30 20 29a 21 30a 32 20a 21a 34 23 33 22 33a 22a
5
Warmte-afgiftesysteem
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 2 2 2 2 2
Individuele installatie Nat. toe en mech afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toe en mech afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW Collectieve installatie Nat. toe en mech afvoer Nat. toe en mech afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW
4
Temperatuurniveau
1 12g 14g 1a 12c 14c 12 14 4 5 12a 14a 4a 5a
3
Warmteopwekking
Nummer
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1
Beoordelingscriteria
2
Ventilatiesysteem
Ambitieniveau
1
TO>25C met zonwering en spuiten[uur/jaar]
11:26
TO>25C zonder zonwering met spuien [uur/jaar]
23-05-2005
EPC volgens NEN5128:2001
schema's_A3
schema's_A3
23-05-2005
11:26
Pagina 6
HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV
Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren
Warmtelevering-col Warmtelevering-col Warmtelevering-col Warmtelevering-col WP-boiler-col (vent.lucht) WarmteleveringAVI WP-boiler-col (vent.lucht) WarmteleveringAVI WP-boiler-col (vent.lucht) WP-boiler-col (vent.lucht) WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI
LTK LTK LTK
Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling
Split-unit
LTK
Luchtkoeling
Split-unit Split-unit Split-unit
LTK LTK LTK
Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling
ZB
ZB ZB ZB
ZB ZB
Split-unit
LTK
Luchtkoeling
Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit
LTK LTK LTK LTK
Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling
Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit
LTK LTK LTK LTK
Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling
ZB ZB
ZB
ZB ZB ZB
ZB ZB
153 278 394 11 10 153 394 11 11 11 11 153 153 394 394 406 277 406 277
0,83 0,83 0,66 0,61 0,78 0,70 0,92 0,65 0,88 0,74 0,73 0,83 0,87 0,69 0,79 0,83 0,66 0,71 0,61 0,65
128 9 313 313 9 7 128 7 11 9 9 128 128 9 313 313 328 229 328 229
1.000 7.750 6.500 3.000 9.750 6.250 6.250 1.000 9.500 4.250 4.250 4.500 7.500 7.750
€ € € € € € € € € € € € € €
9.500 16.250 15.000 11.500 18.250 14.750 14.750 9.500 18.000 12.750 12.750 13.000 16.000 16.250
4713 3010 2389 2342 2263 2216 2118 1798 1993 1672 1443 1422 1317 1296
-47% 6% 33% 34% 36% 38% 41% 44% 44% 48% 55% 56% 59% 59%
82 160 239 239 239 239 293 167 293 167
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € €
-500 5.250 2.250 5.500 3.750 3.750 6.000 2.250 3.000 4.000 6.750 1.000 4.750 -500 3.250 2.250 1.500 6.000 5.250
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € €
6.750 12.250 9.250 12.500 10.750 10.750 13.000 9.250 10.000 11.000 13.750 8.250 11.750 6.750 10.250 9.250 8.500 13.000 12.250
2189 1538 1531 2035 2029 1929 1344 1341 1540 1150 1474 1434 1368 847 781 670 656 604 590
-33% 6% 7% 7% 7% 12% 18% 18% 30% 30% 33% 35% 38% 48% 52% 59% 60% 63% 64%
89 235 235 235 235 275 175 275 175
€ 799 € 999 € 526 € 526 € 966 € 1.006 € 999 € 1.006 € 799 € 626 € 966 € 999 € 999 € 966 € 799 799 € 526 € 626 € 526 € 626 €
€ -1.750 € 4.000 € 2.000 € 5.500 € 5.000 € 4.000 € 2.750 € 7.500 € 750 € 3.000 € 2.500 € 4.000 € 250 € 6.250 € 2.000 € -1.750 € 2.000 500 € € 5.500 € 4.250
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
7.000 12.750 10.750 14.250 13.750 12.750 11.750 16.250 9.750 11.750 11.250 12.750 9.000 15.000 10.750 7.000 10.750 9.250 14.250 13.000
3544 4437 2544 2336 2893 2857 2822 2784 2059 1744 2196 2170 2125 2122 1407 1361 1090 1046 1017 972
-39% -34% 0% 8% 12% 14% 15% 16% 19% 31% 34% 34% 36% 36% 45% 46% 57% 59% 60% 62%
109 203 109 203
433 735 433 735
490 388 311 638 311 650 311 490 638 388 638 650 650 490 490 311 388 311 388
33% 34% 36% 38% 41% 44%
7% 7% 12%
30% 33% 35% 38%
-34%
12% 14% 15% 16%
34% 34% 36% 36%
22
23
24
25
26
29
Hi-Tech/Low-tech
Warmtelevering-col Warmtelevering-col Warmtelevering-col Warmtelevering-col WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI
Split-unit Split-unit Split-unit
0,86 0,64 0,68 0,82 0,71 0,97 0,60 0,92 0,76 0,76 0,7 0,91 0,85 0,86 0,80 0,68 0,71 0,60 0,64
€ € € € € € € € € € € € € €
83 139 83 -
340 607 340 607
21
Regeling ventilatiesysteem per vertrek mogelijk
Urban villa Nat. toe en mech. afvoer Nat. toe en mech. afvoer HR-WTW HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toe en mech. afvoer HR-WTW Nat. toe en mech. afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toe en mech. afvoer Nat. toe en mech. afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toe en mech. afvoer Nat. toe en mech. afvoer HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest.
ZB
981 € 567 € 906 € € 1.041 827 € 962 € 951 € 981 € 872 € 902 € 796 € 646 € 717 € 567 €
86 135 86 135
31% 34% 35% 38% 40% 44%
20
Balansventilatie:. Aanzuigigeluidluwe gevel mogelijk l (igv geluidbelasting>55dBa)
27 27c 24 24a 37lg 24lg 28lg 24lc 28l 37l 36lg 27lc 27lg 36lc 27la 27l 24l 36l 24la 36la
ZB ZB
426 455 426 -
-40% 2% 4% 17% 31% 34% 35% 38% 40% 44% 46% 51% 58% 58% 62% 63%
19
Geluidniveau k=2 NEN1070 te realiseren
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 2 2 2 3 4 4 4 4
ZB ZB
195 211 195 195 371 368 371 368
3469 2432 2375 2057 1912 1830 1799 1718 1655 1543 1336 1223 1041 1033 929 920
18c
Dak Rc>4 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
Warmtelevering-col Warmtelevering-col Warmtelevering-col Wpboiler-col (vent.lucht) WarmteleveringAVI WP-boiler-col (vent.lucht) Warmtelevering-col WP-boiler-col (vent.lucht) WarmteleveringAVI Wpboiler-col (vent.lucht) WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI
Luchtkoeling
457 574 30 18 30 18 33 457 33 457 506 727 506 727
7.750 14.250 10.750 14.250 12.250 9.250 15.750 12.750 12.500 15.750 7.750 11.250 11.000 10.750 14.250 14.250
18b
Gevel Rc>3.5 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren
LTK
409 546 409 409 1011 1338 1011 1338
€ € € € € € € € € € € € € € € €
18a
qv10 = 0,45 verlaagt op te stellen vermogen opwekkers
HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV
Split-unit
ZB ZB
1211 1612 0 0 0 0 0 1211 0 1211 1974 2033 1974 2033
1.000 7.250 4.000 7.250 5.500 2.500 8.750 5.750 5.500 8.750 1.000 4.250 4.000 4.000 7.250 7.250
17b
Luchtsnelheid <0,1 m/s te realiseren
Warmtelevering-col Warmtelevering-col Warmtelevering-col WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI Warmtelevering-col WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI
Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling
61 89 61 61 96 147 96 147
€ € € € € € € € € € € € € € € €
€ € € € € € € € € € € € € € € €
17a
Voldoet aan eisen Zonnekeur (WNF)
Galerijappartement Nat. toe en mech. afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toe en mech. afvoer HR-WTW Nat. toe en mech. afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toe en mech. afvoer Nat. toe en mech. afvoer Nat. toe en mech. afvoer Nat. toe en mech. afvoer HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest.
LTK LTK LTK LTK LTK
147 208 2 3 2 3 2 147 2 147 169 298 169 298
719 490 446 372 706 719 632 844 755 680 719 644 565 446 490 372
50 86 85 85 50
16c
Tapwaterverwarming: warmte behoefteaan de woningmete [GJ]
27 36a 24 37lg 24lg 28lg 24a 28l 36lg 37l 36lc 27lg 27lc 27l 27la 24l 36l 24la 36la
Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit
0,8 0,57 0,67 0,84 0,62 0,78 0,72 0,8 0,66 0,74 0,67 0,63 0,62 0,57
333 340 368 368 333
16b
Ruimtekoeling: koude behoefte aan de woningmeter [GJ]
0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 2 3 3 4 4 4 4
ZB
143 259 161 161 143 143 259 254 259 254
16a
Ruimteverwarming: energiebehoefte aan de woningmeter [GJ]
Warmtelevering-col Warmtelevering-col WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI
ZB ZB
382 419 450 450 17 18 17 18 17 17 382 382 419 605 419 605
15
Totaal elektriciteitsgebruik [kWhe]
Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren
ZB ZB
470 533 748 748 470 470 533 1066 533 1066
14b
Totaal gagsbruik [m 3]
HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV
ZB ZB
1003 1722 1400 1400 0 0 0 0 0 0 1003 1003 1722 1765 1722 1765
14a
%uitstootreductie CO2 tov referentie
Warmtelevering-col Warmtelevering-col WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI
Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling Luchtkoeling
43 68 70 70 43 43 68 90 68 90
13
% uitstootreductie CO2 tov referentie met koeling
2onder1kap Nat. toe en mech. afvoer HR-WTW HR-WTW Nat. toe en mech. afvoer HR-WTW Nat. toe en mech. afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toe en mech. afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toe en mech. afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW
LTK LTK LTK LTK LTK LTK
113 134 166 166 2 2 2 2 2 2 113 113 134 215 134 215
12h
CO2-uitstootreductie
27 24a 24lg 27lg 24lc 27lc 36lg 27l 36lc 27la 36l 24l 36la 24la
ZB Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit Split-unit
0,83 0,61 0,63 0,56 0,68 0,87 0,61 0,81 0,72 0,66 0,83 0,76 0,68 0,63 0,61 0,56
12g
CO2-uitstoot [kg/jr]
0 0 1 1 2 2 2 2 2 3 3 4 4 4
ZB
12f
Totale investeringskosten incl
Warmtelevering-col Warmtelevering-col Warmtelevering-col Warmtelevering-col WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI
12e
TO>25 met zomernachtventilatie HSB [uur/jaar]
Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren Radiatoren
12d
TO>25C met zonwering HSB met spuien [uur/jaar]
HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV HTV
12c
TO>25C zonder zonwering HSB met spuien [uur/jaar]
Warmtelevering-col Warmtelevering-col Warmtelevering-col Warmtelevering-col WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI WarmteleveringAVI
12b
TO>25C met zonwering zndr spuien [uur/jaar]
Rijenwoning Nat. toe en mech. afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW HR-WTW HR-WTW Nat. toe en mech. afvoer HR-WTW Nat. toe en mech. afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toev, mech afv, vraag gest. Nat. toe en mech. afvoer Nat. toe en mech. afvoer Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW Nat. toev, mech afv, vraag gest. HR-WTW
12a
TO>25C zonder zonwering zndr spuien [uur/jaar]
Koude-afgifte-systeem
27 36a 24 24a 24lg 27lg 24lc 27lc 36lg 36lc 27l 27la 36l 24l 36la 24la
11
TO>25 met zomernachtventilatie [uur/jaar]
Temperatuurniveau
0 0 0 0 1 1 2 2 2 2 3 3 4 4 4 4
10
TO>25C met zonwering en spuiten[uur/jaar]
9
EPC volgens NEN5128:2001
8
TO>25C zonder zonwering met spuien [uur/jaar]
7
Zonneboiler
6
Koude- opwekking
5
Warmte-afgiftesysteem
Temperatuurniveau
4
Ambitieniveau
Warmteopwekking
3
Enrgieconcept
Ventilatiesysteem
2
Tapwaterverwarming
Warmteleveringsconcepten 1
-40% 2% 4% 17% 23% 26% 27% 31% 33% 38% 46% 51% 58% 58% 62% 63%
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
268 170 469 469 1846 1043 1846 1043 1131 1131 268 268 170 469 170 469
22,5 15,5 10,1 10,1 10,1 22,5 10,1 22,5 15,5 15,5 22,5 22,5 15,5 10,1 15,5 10,1
0,0 0,0 0,0 0,0 4,9 2,8 4,9 2,8 3,5 3,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
10,2 6,8 10,2 6,8 10,2 10,2 6,8 6,8 10,2 6,8 10,2 6,8 10,2 10,2 6,8 6,8
nee ja nee ja nee nee ja nee nee ja nee ja nee nee ja ja
nee nee ja ja ja nee ja nee nee nee nee nee nee ja nee ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
nee nee ja ja ja nee ja nee nee nee nee nee nee ja nee ja
nee nee ja ja ja nee ja nee nee nee nee nee nee ja nee ja
nee ja nee nee nee nee nee nee ja ja nee nee ja nee ja nee
HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT
-47% 6% 25% 27% 29% 31% 34% 44% 38% 48% 55% 56% 59% 59%
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
323 566 2080 1175 2080 1175 1262 323 1262 323 204 566 204 566
32,3 17,1 17,1 32,3 17,1 32,3 23,9 32,3 23,9 32,3 23,9 17,1 23,9 17,1
0,0 0,0 5,4 3,1 5,4 3,1 3,8 0,0 3,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
12,3 8,7 12,3 12,3 8,7 8,7 12,3 12,3 8,7 8,7 12,3 12,3 8,7 8,7
nee ja nee nee ja nee nee nee ja ja nee nee ja ja
nee ja ja nee ja nee nee nee nee nee nee ja nee ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
nee ja ja nee ja nee nee nee nee nee nee ja nee ja
nee ja ja nee ja nee nee nee nee nee nee ja nee ja
nee nee nee nee nee nee ja nee ja nee ja nee ja nee
HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT HT
-33% 6% 7% -24% -24% -18% 18% 18% 6% 30% 10% 13% 17% 48% 52% 59% 60% 63% 64%
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
179 113 313 2644 2442 2244 313 1325 1498 1259 1498 1099 1099 179 179 313 113 313 113
15,5 10,8 7,4 10,8 7,4 15,5 7,4 15,5 10,8 10,8 10,8 15,5 15,5 15,5 15,5 7,4 10,8 7,4 10,8
0,0 0,0 0,0 5,0 7,6 3,3 0,0 0,0 5,0 0,0 5,0 3,3 3,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8 6,8
nee ja nee nee nee nee ja nee nee ja ja nee nee nee nee nee nee ja ja
nee ja ja ja ja nee ja nee ja ja ja nee nee nee nee ja ja ja ja
nee ja ja ja ja nee ja nee ja ja ja nee nee nee nee ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
nee nee ja nee ja nee ja nee nee nee nee nee nee nee nee ja nee ja nee
nee nee ja nee ja nee ja nee nee nee nee nee nee nee nee ja nee ja nee
nee ja nee ja nee nee nee nee ja ja ja nee nee nee nee nee ja nee ja
LT HT HT HT HT LT HT LT HT HT HT LT LT LT LT HT HT HT HT
-39% -75% 0% 8% -14% -12% -11% -10% 19% 31% 14% 15% 16% 17% 45% 46% 57% 59% 60% 62%
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
265 1461 465 465 3612 3233 3105 3233 1909 1811 1968 1461 1461 1968 265 265 465 168 465 168
26,2 26,2 13,8 13,8 18,3 13,8 26,2 13,8 26,2 18,3 18,3 26,2 26,2 18,3 26,2 26,2 13,8 18,3 13,8 18,3
0,0 4,3 0,0 0,0 6,5 9,9 4,3 9,9 0,0 0,0 6,5 4,3 4,3 6,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1 10,1
nee nee nee ja nee nee nee ja nee ja nee nee nee ja nee nee nee nee ja ja
nee nee ja ja ja ja nee ja nee ja ja nee nee ja nee nee ja ja ja ja
nee nee ja ja ja ja nee ja nee ja ja nee nee ja nee nee ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
nee nee ja ja nee ja nee ja nee nee nee nee nee nee nee nee ja nee ja nee
nee nee ja ja nee ja nee ja nee nee nee nee nee nee nee nee ja nee ja nee
nee nee nee nee ja nee nee nee nee ja ja nee nee ja nee nee nee ja nee ja
LT LT HT HT HT HT LT HT LT HT HT LT LT HT LT LT HT HT HT HT
Toolkit_Cover
23-05-2005
11:27
Pagina 3
Colofon Initiatief Ministerie van Economische Zaken, Den Haag SenterNovem, Utrecht BAM Vastgoed, Bunnik Mede initiatiefnemer Projectgroep Duurzame Energie Projectontwikkeling Woningbouw waarin o.a. tien ontwikkelaars en acht corporaties met elkaar samenwerken Redactie Eindredactie Ing Pieter Hameetman, BAM Vastgoed, Capelle aan den IJssel Redactie Ir. ing Frans De Haas, De Haas en Partners, Voorburg Energieconcepten Ir. Eric Willems, Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV, Rotterdam Adviseurs Duurzaam bouwen en secretariaat De Haas en Partners, Voorburg Bouwfysica, installatieconcepten, installatiekosten Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV, Rotterdam Second opinion bouwfysica, installatieconcepten, installatiekosten EBM-consult BV, Arnhem Energie-exploitaties en warmte- en koudeopslag BAM Infra, Multiconsult, Culemborg Second opinion installatieconcepten, installatiekosten BAM Techniek, Apeldoorn Advies installatieconcepten en illustraties Dubotechniek BV Comfortsystemen, Zaltbommel Materiaalconcepten en milieuclassificatie materiaalconcepten Nederlands Instituut Bouwbiologie & Ecologie, Naarden Milieuclassificatie materiaalconcepten W/E adviseurs Duurzaam Bouwen, Gouda Materialendeel Kwaliteitsprofiel en milieuclassificatie materiaalconcepten IVAM, Amsterdam Gezondheidsconcepten GGD Rotterdam, Rotterdam Gezondheidsdeel Kwaliteitsprofiel GGD Groningen, Groningen Gezondheidsdeel Kwaliteitsprofielen Adviesburo Nieman BV, Rijswijk Energieconcept 6 Architectenbureau Archi Service, ’s-Hertogenbosch Vormgeving Colloquium, Rotterdam