Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010
Datum Status
10 maart 2011 Definitief
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
Colofon
VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Milieugevaarlijke Stoffen Postbus 16191 2500 BD Den Haag Publicatienummer: VI-2011-61 Deze publicatie is een uitgave van de VROM-Inspectie en is ook te downloaden via www.vrominspectie.nl
Pagina 2 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
Inhoud
Inleiding........................................................................................................................ 4 1
Samenvatting .................................................................................................... 6
2
Zonder geschiedenis geen toekomst ….. ............................................................... 7
2.1
Inleiding ............................................................................................................................ 7
2.2
Methylbromide .................................................................................................................... 7
2.3
Fosfide .............................................................................................................................. 7
3
De gasvormende bestrijdingsmiddelen ................................................................. 8
3.1
Inleiding ............................................................................................................................ 8
3.2
Vikane ............................................................................................................................... 8
3.3
ProFume ............................................................................................................................ 8
4
Gassingen in 2010 ........................................................................................... 10
4.1
Verwachtingen vooraf ........................................................................................................ 10
4.2
Gassingen met Vikane ....................................................................................................... 10
4.3
Gassingen met ProFume .................................................................................................... 11
4.4
Praktische examens gassingsleider in 2010 .......................................................................... 12
4.5
Geografische spreiding van de uitgevoerde gassingen ............................................................ 13
4.6
Resultaten toezicht 2010.................................................................................................... 14
4.7
Conclusies gassingen 2010 ................................................................................................. 15
4.8
Aanbevelingen naar aanleiding van het toezicht in 2010 ........................................................ 16
5
Verwachtingen 2011 ........................................................................................ 17 Bijlage 1: Overzicht gassingen met Vikane .......................................................... 18 Gassingen door EWS/PPD ................................................................................................... 18 Gassingen door Van Meijel Ongediertebestrijding B.V. ........................................................... 18
Bijlage 2: Overzicht gassingen met ProFume ....................................................... 20 Gassingen door Fumico B.V. ............................................................................................... 20
Pagina 3 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
Inleiding
De Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) reguleert het op de markt brengen en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Deze laatste groep omvat de niet-landbouwbestrijdingsmiddelen, waaronder de aangroeiwerende verven, houtverduurzamingsmiddelen, dierplaagbestrijdingsmiddelen en desinfectantia. Gasvormige en gasvormende bestrijdingsmiddelen worden in Nederland gebruikt bij een behandeling van voorraadaantasters (insecten) in lege graanmolens en lege graanopslagfaciliteiten (silo‟s), voedselverwerkende faciliteiten zonder grondstoffen of afgewerkte producten, alsmede bij cacao in opslag. Maar het gebruik ervan vindt ook plaats bij de behandeling van houtaantasters (kevers en termieten) in woonhuizen en andere gebouwen, houten meubilair, houten wooninrichting en houten objecten, houten constructie- en verpakkingsmateriaal, historische monumenten, schepen en andere vaartuigen (uitgezonderd onderzeeërs), vervoermiddelen (uitgezonderd vliegtuigen), hout in puin en containers. In het verleden waren voor dit soort bestrijdingsbehandelingen de bestrijdingsmiddelen methylbromide en fosfide beschikbaar. Het gebruik van methylbromide is inmiddels wereldwijd verboden, vanwege de sterke ozonlaagaantastende werking van dit bestrijdingsmiddel. Het gebruik van fosfide is in Nederland nog wel toegestaan. In dit rapport wordt aangegeven waarvoor het nog bruikbaar is, maar het heeft ook grote bezwaren (grote afstandseis en lange behandelduur). Er werd in Nederland al geruime tijd gewacht op de gebruikstoestemming voor vervangers van methylbromide en de diverse soorten fosfiden. Met de toelating van Vikane en ProFume zijn er middelen op de Nederlandse markt gekomen voor het merendeel van de hierboven genoemde behandelingen van voorraad- en houtaantasters. Deze toelatingen passen goed in het beleidsprogramma zoals dat is vastgesteld in 2006 door het toenmalige ministerie van VROM, waarin wordt gesteld dat de noodzakelijke biociden beschikbaar moeten zijn. In dit beleidsprogramma biociden zijn daarnaast de volgende doelen geformuleerd: Gebruik van biociden mag alleen plaatsvinden met een toelating verleend door het toenmalige College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen, thans College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Preventie. Dit is vooral het geval waar risico‟s bestaan van het optreden van resistentie of het ongevoelig worden van het te bestrijden organisme voor een bepaald biocide. Deze doelen zijn in het beleidsprogramma vertaald in een ambitie, namelijk als het begrip “maatschappelijk verantwoord gebruik van biociden”. Deze ambitie is door het toenmalige kabinet als volgt vertaald: Dat biociden worden gebruikt die zijn toegelaten. Dat biociden worden gebruikt indien dat daadwerkelijk nodig is. Dat biociden conform de gebruiksvoorschriften worden toegepast. De rol van de VROM-Inspectie is daarbij tweeledig. Enerzijds wordt toegezien op een juist gebruik van de toegelaten middelen (worden de middelen niet onnodig toegepast en wordt de juiste hoeveelheid middel toegepast, in overeenstemming Pagina 4 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
met het gestelde in het wettelijk gebruiksvoorschrift). Anderzijds wordt door de VROM-Inspectie ook toegezien op een veilig gebruik van de middelen, zowel voor de toepassers, als ook voor de omwonenden en passanten. Ook hiervoor staan regels in het wettelijk gebruiksvoorschrift. Deze rapportage bevat een overzicht van het gebruik van gasvormende en gasvormige bestrijdingsmiddelen in Nederland in 2010 en bestrijkt de periode 1 januari tot en met 30 november 2010. In deze rapportage zal nader worden ingegaan in hoeverre in het verslagjaar is voldaan aan de hiervoor omschreven doelen en ambitie.
Pagina 5 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
1
Samenvatting
Dit verslag geeft informatie over de in 2010 bij de VROM-Inspectie gemelde toepassingen van gasvormende biociden in woonhuizen, voorraadopslagen en meubilair. In de verslagperiode zijn 37 gassingen gemeld bij de VROM-Inspectie. Hierbij is 1034 kg Vikane en 839 kg ProFume gebruikt voor de bestrijding van dierplagen in woonhuizen, cacao-opslagen en meubilair. Er zijn geen gassingen gemeld met fosfide. Er behoefde in 2010 niet handhavend te worden opgetreden. Er zijn alleen in de beginperiode enkele waarschuwingen gegeven voor kleinere overtredingen. In het verslag wordt ook aandacht geschonken aan enkele problemen met het praktisch examen gassingsleider en aan de door de branche ervaren „onleesbaarheid‟ van het wettelijk gebruiksvoorschrift. Verwacht wordt dat het gebruik van deze gassingmiddelen de komende jaren zal toenemen. Er wordt nagedacht of het afsluiten van convenanten met goed presterende gassingsbedrijven de toezichtlast voor zowel bedrijven als VROM-Inspectie kan verminderen.
Pagina 6 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
2
Zonder geschiedenis geen toekomst …..
2.1
Inleiding Ook in het verleden konden al producten met gasvormige bestrijdingsmiddelen worden behandeld. Een zogenoemde gassingsleider had de keus uit methylbromide of één van de fosfideproducten. In de twee volgende paragrafen zijn de mogelijke toepassingen van beide gasvormige bestrijdingsmiddelen weergegeven. Het gebruik van methylbromide is al een aantal jaren verboden, omdat dit middel een heel sterke ozonlaagaantastende werking heeft. Fosfide mag nog wel gebruikt worden, maar heeft twee nadelen. De inwerktijd is lang (gemiddeld 10-14 dagen) en daarnaast moet voor fosfide rekening gehouden worden met grote veiligheidszones (100 meter). Op basis hiervan is het heel erg moeilijk geschikte gassingslocaties te vinden en de lange duur van een gassing geeft veel extra kosten.
2.2
Methylbromide Methylbromide 100 is een gasvormig bestrijdingsmiddel dat in Nederland gedurende een groot aantal jaren is gebruikt voor de behandeling van voorraadaantasters in diverse granen en zaden, cacaoboter, grondnoten (met name wanneer deze gebruikt werden in diervoeders), ongepelde rijst, maar ook voor de behandeling van lege vliegtuigen, de bestrijding van ratten in scheepsruimen en in speciale installaties voor de behandeling van archieven, boeken en meubels.
2.3
Fosfide In Nederland zijn vier soorten fosfide goedgekeurd door het Ctgb. Dit betreffen de navolgende stoffen: Degesch-plates (toelatingsnummer 8418N, magnesiumfosfide). Dit middel mag worden toegepast ter bestrijding van diverse soorten insecten in onder andere granen, graanproducten, melkpoeder, kroepoek, noten, grondnoten, specerijen, kruiden, koffiebonen, thee, gedroogde vruchten, zuidvruchten, tabak, zaaizaden en lege gebouwen. Detia gas-Ex-B (toelatingsnummer 9485N, aluminiumfosfide). Zelfde toepassingen. Magtoxin Pellets N (toelatingsnummer 8420N, magnesiumfosfide). Zelfde toepassingen. Magtoxin WM (toelatingsnummer 9182N, magnesiumfosfide). Zelfde toepassingen. De verschillen zitten voornamelijk in de vorm waarin het middel wordt geleverd, als zakje, als tabletten, of als blanket (deken). De behandeltijd van al deze producten is afhankelijk van de te bestrijden insecten drie tot zestien dagen (en dan komt de tijd benodigd voor de ontgassing daar nog bij). Rondom het te gassen object of gebouw zal gedurende de gehele periode van gassing en ontgassing een verboden zone van 100 meter moeten worden aangehouden.
Pagina 7 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
3
De gasvormende bestrijdingsmiddelen
3.1
Inleiding Diverse insecten leven bij voorkeur in hout. Bekende soorten zijn houtworm en boktor. Andere insecten leven graag in voorraden levensmiddelen zoals cacao of graansoorten. Al deze insecten hebben één ding gemeen. Zij zorgen er zonder uitzondering voor dat de sterkte van het materiaal (hout bijvoorbeeld) of de kwaliteit van het product (cacao bijvoorbeeld) achteruit gaat. Aantasting door deze insecten leidt dus tot een schadepost voor de eigenaar. Bij kleine aantallen insecten of een kleine aantasting zijn er nog wel behandelingen met vloeibare bestrijdingsmiddelen mogelijk, bij grotere aantasting van het product of een omvangrijk te behandelen eenheid is er eigenlijk maar één behandelmethode, namelijk een behandeling met een gasvormig of gasvormend bestrijdingsmiddel.
3.2
Vikane Sinds 1 februari 2008 is het gebruik van Vikane in Nederland toegestaan als bestrijdingsmiddel. Het middel mocht vanaf die datum worden toegepast in woonhuizen en gebouwen, waaronder opslagplaatsen, musea en kerken, in vervoermiddelen, zoals schepen, containers en treinwagons (maar geen vliegtuigen), in speciale gassingsinstallaties en op klampen (een klamp is een stapeling van zakken cacaobonen op pallets, soms tot 6 meter hoog). Het middel mag echter niet gebruikt worden voor de behandeling van voedingswaren. Met ingang van 4 juni 2010 mag het middel ook worden toegepast voor de behandeling van houten meubilair, houten wooninrichting en houten objecten, houten constructie- en verpakkingsmateriaal, historische monumenten, andere vaartuigen (uitgezonderd onderzeeërs) en hout in puin. Het gebruik van Vikane is vanaf die datum niet meer toegestaan op klampen. Voor die laatste behandeling is een ander product op de markt gekomen, namelijk ProFume (zie volgende paragraaf.) Het Ctgb heeft dit product toegelaten onder toelatingsnummer 13003 N. Het middel mag alleen worden toegepast door professionele gebruikers die in het bezit zijn van een geldig bewijs van vakbekwaamheid biociden met een geldig certificaat voor de toepassing van sulfurylfluoride, conform artikel 6.4 van de Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Toepassingen (verder gassingen) dienen vooraf te worden gemeld bij de VROM-Inspectie. Vikane is een gasvormig bestrijdingsmiddel dat volledig bestaat uit sulfurylfluoride. De toelatingsbeschikking heeft als einddatum 31 december 2018.
3.3
ProFume Sinds 23 juli 2010 is het gebruik van ProFume in Nederland toegestaan als bestrijdingsmiddel. Het middel mag worden toegepast voor de bestrijding van voorraadaantastende insecten in lege graanmolens en de daaraan verbonden opslagsilo‟s en lege graansilo‟s, voedselverwerkende en opslagfaciliteiten zonder grondstoffen of afgewerkte producten en voor cacaobonen in opslag. Het Ctgb heeft dit product toegelaten onder toelatingsnummer 13060 N. Het middel mag alleen worden toegepast door professionele gebruikers die in het bezit zijn van Pagina 8 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
een geldig bewijs van vakbekwaamheid biociden en een geldig certificaat voor de toepassing van sulfurylfluoride, conform artikel 6.4 van de Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Toepassingen (verder gassingen) dienen vooraf te worden gemeld bij de VROM-Inspectie. ProFume is een gasvormig bestrijdingsmiddel dat voor 99,8 % bestaat uit sulfurylfluoride. Het middel mag worden toegepast tot 1 juli 2020. De middelen ProFume en Vikane lijken wat samenstelling betreft heel erg veel op elkaar. ProFume bevat 99,8 % sulfurylfluoride en Vikane 100%. Toch mogen de middelen niet door elkaar gebruikt worden. Dat heeft te maken van de verschillen in de wettelijke gebruiksvoorschriften. Enerzijds heeft dat te maken met de beslissing van het Ctgb, maar de commissie houdt daarbij ook rekening met de informatie die is aangeleverd door de fabrikant van de producten (voor beide producten is dat Dow Chemicals).
Pagina 9 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
4
Gassingen in 2010
4.1
Verwachtingen vooraf Met betrekking tot cacaogassingen Begin van het jaar 2010 was het moeilijk in te schatten hoeveel gassingen er in dat jaar zouden worden uitgevoerd. De resultaten van een aantal proefgassingen in partijen cacao in 2009 waren goed. Bekend was dat doordat het gebruik van methylbromide al een aantal jaren verboden was en de noodzaak voor gassingen van langdurige opslag van cacao steeds duidelijker zichtbaar werd, er in de branche grote behoefte bestond aan een vervangend gassingsmiddel. Op basis hiervan werd een behoorlijke animo verwacht van de eigenaren van de cacao die met name in het Amsterdamse havengebied ligt opgeslagen. Met betrekking tot gassing van woningen en gebouwen Alhoewel vóór 2010 de mogelijkheid tot het succesvol behandelen van huizen en gebouwen tegen houtworm en boktor door middel van een behandeling met Vikane in 2008 bekend waren geworden, was het op dat moment niet goed voorspelbaar of van deze mogelijkheid op grotere schaal gebruik zou worden gemaakt. Het betreft een succesvolle behandeling in een relatief korte tijd, maar daar staat wel een hoger kostenplaatje tegenover. Voor een aantal eigenaren is er echter geen alternatief. Behandeling van houten constructies tegen houtworm of boktor is op andere wijze doorgaans onmogelijk. Het enige alternatief is gedeeltelijke sloop. Daarnaast zullen de bewoners (en soms de buren) voor een aantal dagen andere huisvesting moeten zoeken.
4.2
Gassingen met Vikane De mogelijkheid om ook complete huizen of gebouwen te laten behandelen tegen aanwezige houtworm of boktor was in 2008 al bekend geworden. Op dat moment waren er echter nog geen bedrijven die dergelijke gassingen aanboden. In 2009 was er één bedrijf dat het aandurfde om met de gassing van huizen te beginnen. Dit bedrijf heeft zich in de Verenigde Staten georiënteerd op de wijze waarop dit soort behandelingen daar veel worden uitgevoerd (veel huizen zijn daar van hout) en is in 2010 in Nederland begonnen met het aanbieden van deze gassingen. Dit bedrijf beschikt inmiddels over drie gecertificeerde gassingsleiders en heeft in 2010 een aantal gassingen van woningen en andere gebouwen uitgevoerd. Een overzicht van alle gemelde gassingen in 2010 is opgenomen in bijlage 1 en bijlage 2 van deze rapportage. De te behandelen huizen en gebouwen worden eerst ingepakt in lappen zeildoek, die met behulp van klemmen aan elkaar worden gehouden. Op deze wijze ontstaat een soort tent om het huis of gebouw. Met zandslangen vindt de afdichting tussen grond en zeildoek plaats. Tijdens de gassing staan alle ramen en deuren van het huis open. Met behulp van ventilatoren wordt gezorgd voor een goede verdeling van het gas. De foto op de volgende pagina laat een ingepakt huis zien, dat wordt gegast.
Pagina 10 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
Na afloop van de gassing wordt het middel door middel van regelbare ventilatoren via een flexibele „schoorsteenslang‟ boven het zeildak ontgast. De kans op een te hoge gasconcentratie op straatniveau wordt hierdoor sterk verkleind.
4.3
Gassingen met ProFume Al een aantal jaren mocht de cacao-opslag in het Amsterdamse havengebied niet meer met gasvormige bestrijdingsmiddelen worden behandeld. Veel eigenaren zagen de kwaliteit van hun cacaobonen sterk achteruit gaan, doordat er steeds meer problemen waren met insecten, zoals de cacaomot. Er werd dus met spanning gewacht op de toelatingsbeschikking van ProFume, teneinde dit middel als vervanger van Methylbromide 100 te kunnen inzetten in de strijd tegen de cacaomot. Het Ctgb heeft voorafgaand aan de toelating advies gevraagd aan de VROMInspectie. Reden hiervoor waren mede de ervaringen die waren opgedaan bij een proefgassing van cacao in 2009. De VROM-Inspectie heeft hierbij door het RIVM metingen laten verrichten. De adviezen van de VROM-Inspectie betroffen daarbij vooral maatregelen om mogelijke normoverschrijdingen op de veiligheidsgrens te voorkomen. Voorts zijn een aantal tekstuele wijzigingsvoorschriften ingediend om te komen tot beter leesbare en handhaafbaardere voorschriften. Uiteindelijk werd de toelatingsbeschikking voor ProFume op 23 juli 2010 gepubliceerd op de website van het Ctgb. Voor veel eigenaren van cacao en/of beheerders in opslagloodsen bleek deze publicatie, midden in de zomervakantie, toch te laat te komen om in 2010 nog een behandeling te kunnen laten plaatsvinden. Als proef werd er in 2010 een behandeling uitgevoerd van een zogenoemde “bulkpartij” (zie foto op de volgende pagina). Pagina 11 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
Voor zover bekend was er tot op heden nog nooit een bulkpartij (circa 1.000 ton cacao) behandeld met een gasvormig bestrijdingsmiddel. Tot een aantal jaren geleden werd dit ook in de cacaowereld niet nodig geacht, want in bulkpartijen waren er betrekkelijk weinig problemen met ongedierte. De laatste jaren is de noodzaak tot behandeling van dit soort partijen manifest geworden. Een probleem bij dit soort opslag was of een dergelijke grote partij wel goed af te sluiten zou zijn en of de partij ook weer goed ontgast kon worden. De eerste gassing heeft aangetoond dat dit soort partijen te behandelen is. Er is tijdens deze eerste gassing wel een aantal problemen aan het licht gekomen, maar dit lijkt oplosbaar. 4.4
Praktische examens gassingsleider in 2010 Er zijn in 2010 vier kandidaten geweest die een praktisch examen tot gassingsleider hebben gedaan. Alle kandidaten zijn hiervoor geslaagd. De regelgeving geeft aan dat iemand die met succes deze praktische proeve van bekwaamheid heeft afgelegd, zich hierna gassingsleider mag noemen en dus in staat geacht wordt alle gassingen met Vikane en ProFume te kunnen uitvoeren. Vanuit de VROM-Inspectie worden hier vraagtekens bij geplaatst. Kan iemand die met succes een containergassing heeft uitgevoerd daadwerkelijk wel in staat geacht worden om daarna op verantwoorde wijze leiding te kunnen geven aan een gassing van een grote klamp of bulk-cacao, een gassing van een meelfabriek of een groot complex woongebouw. Overwogen zou kunnen worden meerdere soorten praktische examens in te stellen. Het is voorstelbaar dat een bedrijf zich alleen wil toeleggen op behandeling van goederen in een vaste gassingsinstallatie of van containers. Het lijkt niet zinvol om een toekomstig gassingsleider van zo‟n bedrijf te verplichten een gassing uit te voeren in een situatie die hij/zij in de praktijk nooit zal tegenkomen, zoals de gassing van een meelfabriek of woning. Anderzijds mag je ook verwachten dat een gassingsleider van een groot of complex gebouw wel tijdens zijn examen getoetst is of zijn kennis en vaardigheden voldoende zijn om een dergelijke complexe gassing uit te kunnen voeren.
Pagina 12 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
4.5
Geografische spreiding van de uitgevoerde gassingen Op onderstaande kaart zijn de aantallen en plaatsen van de uitgevoerde gassingen met sulfurylfluoride (zowel Vikane als ProFume) in een kaart weergegeven.
Weststellingwerf 3 / 179
Steen wijkerland 1 / 42
Amsterdam 8 / 823
Tu bbergen 1 / 55
Hellendoorn Raalte 1 / 112
Dinkelland
1 / 54
1 / 117
Wierden
Epe
1 / 25
1 / 39
Apeldoorn 2 / 73
Werkendam
Hengelo 4/9
Lochem 1 / 67
En schede 1 / 23
6 / 15
Hof van Twente 3 / 124
Voorst Brummen Buren
1 / 45
1 / 27
1 / 29
Vlissingen 1 / 15
Sittard-Geleen 1/3
Gemeenten in Nederland waar in 2010 gassingen zijn uitgevoerd. In de kaar t zijn de gemeenten in kleur weergegeven. Onder de gemeentenaam staan eerst het aantal uitgevoerde gassingen en daarachter het aantal gebruikte kilo‟s gassingsmiddel.
Pagina 13 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
4.6
Resultaten toezicht 2010 Een overzicht van alle uitgevoerde en gemelde gassingen is opgenomen in de bijlagen 1 en 2 van dit rapport. De uitgevoerde controles op deze meldingen leiden tot de volgende algemene bevindingen: De gassingen die in 2010 zijn uitgevoerd zijn voornamelijk uitgevoerd door gassingsbedrijven en gassingsleiders die in het verleden niet betrokken waren bij de gassingen met methylbromide en fosfide. De regelgeving kwam als complex over op deze nieuwe gassingsleiders. Meerdere malen hebben toelichtende gesprekken plaatsgevonden en voor enkele kleinere (niet bewust begane) overtredingen zijn waarschuwingen gegeven. De situatie is op dit moment zo dat de gassingsleider bij twijfel in het algemeen rechtstreeks en van te voren contact opneemt met de VROMInspectie. De gassingen zijn met enkele kleine uitzonderingen tijdig gemeld. De enkele uitzonderingen betroffen situaties waarbij op korte termijn een gassing zou worden uitgevoerd en waarbij gevraagd werd of latere indiening mogelijk was. In één geval is een gassingskennisgeving door de gassingsleider teruggetrokken, omdat er geen overeenstemming met buren kon worden bereikt over de afwezigheid tijdens de gehele duur van de gassing. Omdat de noodzaak hier heel erg aanwezig was en er geen alternatieve behandelmethoden waren is de VROM-Inspectie gevraagd een bemiddelende rol te spelen. Met alle partijen is wel gesproken en zijn gevaren toegelicht, maar dit heeft niet tot consensus geleid. Uiteindelijk heeft de rechter een uitspraak gedaan dat deze gassing wel moet worden uitgevoerd. Tijdens de eerste gassingen is niet gebleken dat de gassingsleiders werkzaamheden uitvoeren in afwijking van het gestelde in de wettelijk gebruiksvoorschriften voor Vikane en ProFume. De veiligheidsafstanden worden goed in acht genomen. In het verslagjaar is niet gebleken dat gasvormige bestrijdingsmiddelen of biociden zijn gebruikt zonder dat die door het Ctgb zijn toegelaten in Nederland. In die gevallen dat gassingslocaties daadwerkelijk zijn bezocht is telkens gebleken dat er een overduidelijke noodzaak voor de behandeling aanwezig was. Met het beschikbaar komen van ProFume als gassingsmiddel voor de Nederlandse markt is tevens voldaan aan de beleidsambitie dat noodzakelijke bestrijdingsmiddelen daadwerkelijk beschikbaar moeten zijn. Voor Vikane goldt dat al iets langer, maar omdat 2009 gezien moest worden als een jaar waarin het gassingsbedrijf ervaring heeft opgedaan, geldt feitelijk ook voor Vikane dat deze beleidsambitie dit jaar gerealiseerd is. De gassingsbedrijven melden op dit moment ruim van te voren hun plannen voor grotere en complexe gassingen, zodat goed vooroverleg met de VROMInspectie mogelijk is. Hoewel dit volgens de wet- en regelgeving niet verplicht is, verdient deze handelswijze zeker de voorkeur, omdat voor de gassingsbedrijven op deze wijze de kans geminimaliseerd wordt dat geplande grotere gassingen op het laatste moment toch nog moeten worden verboden of afgezegd door de gassingsleider. Hoewel er nog niet heel veel grotere gassingen zijn geweest, is er in een aantal gevallen wel overleg geweest en is ter plaatse een onderzoek ingesteld. Daarbij zijn afspraken gemaakt op welke wijze wordt voldaan aan de vigerende wet- en regelgeving. Vooral in de cacao-opslag in Amsterdam geldt dat indien de situatie ter plaatse goed bekend is bij de toezichthouder dit tevens zal leiden
Pagina 14 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
tot een verminderde toezichtlast voor het gassingsbedrijf bij toekomstige gassingen en dus tot meer efficiëntie bij zowel het gassingsbedrijf als de toezichthouder. Tijdens ontgassingen zijn geen normoverschrijdingen gemeten op de veiligheidszonegrenzen (op 10 meter van het object). Er zijn in 2010 geen gassingen gemeld met een van de fosfidegasvormende producten, noch voor producten die in Nederland blijven, noch voor producten die op basis van quarantaine maatregelen door andere landen zouden moeten worden behandeld. Reden hiervoor is waarschijnlijk dat de grens van 100 meter rondom het te gassen object, in combinatie met de lange behandeltijd een zodanige belemmering oproept dat dit product daarom niet meer wordt gebruikt in Nederland. Er is niet geconstateerd dat gassingen worden uitgevoerd in afwijking van het beleidsprogramma biociden of in afwijking van de ambitie van de Rijksoverheid voor een maatschappelijk verantwoord gebruik van biociden. Dit blijkt uit het gegeven dat het gebruik van toegelaten gasvormige- of gasvormende biociden alleen in situaties plaatsvindt waarin het gebruik noodzakelijk is en in overeenstemming is met het wettelijk gebruiksvoorschrift. Er is niet gebleken (en daar zijn ook geen aanwijzingen voor) dat de gasvormende bestrijdingsmiddelen op een zodanige wijze worden gebruikt dat resistentie voor het gebruikte bestrijdingsmiddel kan optreden (dit betekent dat de insecten ongevoelig kunnen worden voor de betreffende biocide). Dit is één van de ambities uit het beleidsprogramma biociden. Uit contacten met de reguliere gassingsbedrijven komt geen bevestiging van het gerucht dat naast dit type gassingen er veelvuldig andersoortige gassingen zouden plaatsvinden (in kassen, winkels, koeleenheden.) In het projectplan was aangegeven dat een steekproef van de aangemelde gassingen zou worden gecontroleerd. De nadruk zou daarbij liggen op grote gassingen (met name op niet bekende locaties), gassingen in woonwijken (waarbij de te gassen huizen op korte afstand van naburige woonhuizen lagen) en bij nieuwe gassingsbedrijven of nieuwe gassingsleiders. Tijdens de gassingen (vanaf het moment van inpakken tot en met het moment van de gasvrijmeting) zijn 13 locaties gecontroleerd. Dit aantal is ten opzichte van het aantal gassingen hoog, hetgeen met name is veroorzaakt door het aantal nieuwe gassingsbedrijven en de nieuwe gassingsleiders. De gassingsleiders zijn behoorlijk goed opgeleid, maar hebben moeite met de complexiteit van de regelgeving (waaronder de wettelijke gebruiksvoorschriften). Exameneindtermen sluiten niet goed aan op het gebruik van deze nieuwe gasvormende biociden. 4.7
Conclusies gassingen 2010
In 2010 zijn 37 gassingen gemeld bij de VROM-Inspectie. Deze meldingen zijn in tabellen weergegeven in bijlage 1 en 2. Hierbij is 1.034 kg Vikane en 839 kg ProFume gebruikt. De behandelingen betroffen voornamelijk woonhuizen, cacao-opslagen en een aantal behandelingen van meubilair met houtworm. Er behoefde in 2010 niet handhavend te worden opgetreden. Er zijn alleen in de beginperiode enkele waarschuwingen gegeven voor kleinere overtredingen, die meestal het directe gevolg waren van onbekendheid met de nieuwe wet- en regelgeving (de toelating van nieuwe middelen).
Pagina 15 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
Concluderend kan worden gesteld: Met de toelating van nieuwe middelen is het de verwachting dat de komende jaren het aantal gassingen zal toenemen. In de cacao-opslag is er nog een behoorlijke inhaalslag uit te voeren en er zijn signalen dat het aantal aanvragen voor informatie over gassingen van woonhuizen stijgt. De gassingsleiders zijn behoorlijk goed opgeleid, maar hebben moeite met de complexiteit van de regelgeving. Ondanks pogingen een leesbaarder wettelijk gebruiksvoorschrift te maken, heeft dit kennelijk onvoldoende effect gesorteerd. Risico‟s worden goed onderkend door de gassingsbedrijven, waar nodig wordt vroegtijdig overlegd met de VI. Er is nog geen sprake van een concurrerende markt. Dit heeft er wellicht mede toe bijgedragen dat het aantal overtredingen nihil was. Bij een groter aantal aanbieders en lagere prijzen bestaat dit risico zeker wel. De in het gebruiksvoorschrift genoemde veiligheidszones zijn goed hanteerbaar. Tijdens de controles is niet gebleken dat er normoverschrijdingen zijn op de veiligheidszonegrenzen. Het gebruik van regelbare ventilatoren en „schoorsteencontructies‟ zal hier zeker aan bijdragen.
4.8
Aanbevelingen naar aanleiding van het toezicht in 2010
Naar aanleiding van het uitgevoerde toezicht en de controles op de gassingen met Sulfurylfluoride (zowel Vikane als ProFume) worden aan de beleidsdirectie de volgende aanbevelingen gedaan: Nagaan of het mogelijk is een differentiatie aan te brengen in het praktisch examen gassingsleider. Nu is iemand die een succesvol praktisch examen aflegt met een containergassing daarna direct bevoegd een grote complexe gebouwgassing uit te voeren. De vraag is of dit wel wenselijk is, of dat differentiatie in bevoegdheden mogelijk is, zoals bijvoorbeeld bij het rijexamen, waarbij er verschil is tussen een examen voor een personenauto en een examen voor een vrachtwagen met aanhanger. Ondanks pogingen om een leesbaarder wettelijk gebruiksvoorschrift te schrijven voor zowel ProFume als Vikane komen er uit de branche geluiden dat dit kennelijk onvoldoende is gelukt. Overwogen moet worden of een aanvullende communicatie hierin verbetering zou kunnen brengen.
Pagina 16 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
5
Verwachtingen 2011
Met de toelating van nieuwe bestrijdingsmiddelen voor de Nederlandse markt wordt verwacht dat het aantal gassingen in 2011 en de daaropvolgende jaren zal toenemen. De resultaten van de gassingen van cacao, inclusief de gassing van een bulkpartij (1.000 ton), zijn bekend en voldoen aan de eisen. Omdat een substantieel deel van de wereldhandelsvoorraad cacao in het Amsterdamse havengebied ligt, wordt verwacht dat ook andere eigenaren voor 2011 plannen maken voor een behandeling van hun partijen cacao. Voorts zijn inmiddels duidelijke signalen ontvangen dat er plannen zijn voor de behandeling van een grote meelfabriek in de zomer van 2011. In het projectplan gassingen 2011 is een aantal voorstellen opgenomen om op een efficiëntere wijze toezicht uit te voeren, waardoor ook bij een vergroting van het aantal gassingen bewuste en overwogen keuzes kunnen worden gemaakt om te bereiken dat de toezichtlast voor de gassingsbedrijven aanvaardbaar blijft en de inspecties kunnen worden uitgevoerd binnen de beschikbare tijd. Voornaamste uitgangspunt daarbij is wel dat de gassingen in Nederland op een veilige en verantwoorde wijze worden uitgevoerd in overeenstemming met het gestelde in de toelatingsbeschikkingen. Overwogen zou kunnen worden om met de gassingebedrijven en de exameninstituten te overleggen over de mogelijkheid te komen tot een convenant waarin enerzijds de verplichtingen van de bedrijven beter worden vastgelegd en dit anderzijds zou kunnen leiden tot verminderde toezichtlasten voor de gassingsbedrijven. Het valt daarbij te overwegen de gesprekken hierover in de loop van 2011 te starten, zodat er een beter beeld ontstaat over de omvang van de werkzaamheden en beter beoordeeld kan worden of het aantal gassingsbedrijven groter is geworden door een toename van het aantal gassingsobjecten.
Pagina 17 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
Bijlage 1: Overzicht gassingen met Vikane
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven waarin alle bij de VROM-Inspectie gemelde gassingen met Vikane zijn vermeld. In paragraaf 6.1 zijn de door EWS/PPD in Werkendam gemelde gassingen opgenomen en in paragraaf 6.2 de door Van Meijel Ongediertebestrijding in Hengelo gemelde gassingen. In de tabellen is een globale omschrijving opgenomen van de gegaste objecten of goederen, de plaagdieren waartegen het biocide is ingezet, de gebruikte hoeveelheden biociden en de data waarop de gassingen zijn uitgevoerd. Gassingen door EWS/PPD Door EWS/PPD in Werkendam zijn in 2010 de volgende gassingen gemeld bij de VROM-Inspectie. Datum 22 januari 6 februari 26 maart 9 april 25 juni 9 juli 6 september 5 november
Object Container meubels Container meubels Container pallets Container meubels Cont Natuursteen, stuwhout Toercaravan met houten betimmering Schip Invontes, woondeel
Plaats Werkendam Werkendam Werkendam Werkendam Born
Plaagdier Houtworm Houtworm Export Houtworm Export
kg
Werkendam
Houtworm
2
Vlissingen
Houtworm
15
Container goederen Ned. Leer/schoenen museum
Werkendam
Houtworm
2
2 2 2 2 2
EWS/PPD voerde in 2010 acht gassingen uit en gebruikte hiervoor 29 kg Vikane.
Gassingen door Van Meijel Ongediertebestrijding B.V. Door Van Meijel Ongediertebestrijding B.V. in Hengelo zijn in 2010 de volgende gassingen gemeld bij de VROM-Inspectie. Datum 6 januari 12 februari 8 mei 10 mei 17 mei 22 mei 25 mei 28 mei
Object Container meubelen Container meubelen
Plaats Hengelo Hengelo
Plaagdier Houtworm Houtworm
Hofmeijerweg Boshuisweg Bernhardstraat Container meubelen Sonnegaweg Lutterveld
Enschede Gortel Delden Hengelo Sonnega Erichem
6 juni 14 juni
Butzelaerstraat Bergleidingweg
Luttenberg Nijverdal
Boktor Houtworm Houtworm Houtworm Boktor Houtworm en boktor Houtworm Boktor
Kg 2 2 23 39 33 2 40 29 112 54
Pagina 18 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
25 juni 5 juli
Klein Paradijs Boshoffweg
Beekbergen Eerbeek
15 27
Vasse
Spinthoutkever Houtworm en boktor Houtworm en boktor Boktor
26 juli
Oude Borculoseweg
Diepenheim
2 augustus 9 augustus 10 augustus 16 augustus 23 augustus 30 augustus 7 september 20 september 27 september
Engbersstraat Veenhuisweg
Twello
Boktor
45
De Cloese
Ughelen
Boktor
58
Beldmansweg
Zuna
Houtworm
25
Nettelhorsterweg
Lochem
67
Spangahoekweg
Spanga
Houtworm en boktor Boktor
P. Stuyvesantweg
Nijetrijne
Boktor
82
Noorderpad
Giethoorn
42
Hogeveldsweg
Deurningen
Houtworm en boktor Boktor
91 55
45
117
Van Meijel Ongediertebestrijding B.V. voerde in 2010 22 gassingen uit en gebruikte hiervoor 1005 kg Vikane.
Pagina 19 van 20
Definitief | Toezicht op ongediertebestrijding met gasvormende bestrijdingsmiddelen in 2010 | 10 maart 2011
Bijlage 2: Overzicht gassingen met ProFume
Gassingen door Fumico B.V. Door Fumico B.V. in Hengelo zijn in 2010 de navolgende cacaogassingen gemeld bij de VROM-Inspectie. Datum 6 augustus 13 augustus 29 augustus 30 augustus 30 september 30 september 26 november
Object Cotterell B.V. Coenhavenweg Handelsveem B.V. Kajuitweg Cotterell B.V. Coenhavenweg Cotterell B.V. Nieuwe Hemweg Cotterell B.V. Coenhavenweg (loods Stoeltje) Cotterell B.V. Nieuwe Hemweg Cotterell B.V. Nieuwe Hemweg
Plaats Amsterdam
Plaagdier Cacaomot e.a.
Kg
Amsterdam
Cacaomot e.a.
95
Amsterdam
Cacaomot e.a.
111
Amsterdam
Cacaomot e.a.
112
Amsterdam
Cacaomot e.a.
220
Amsterdam
Cacaomot e.a.
112
Amsterdam
Cacaomot e.a.
101
84
Fumico B.V. voerde in 2010 zeven gassingen uit en gebruikten hiervoor 839 kg ProFume.
Pagina 20 van 20