Toekomstvisie agrarisch ondernemend Gelderland
TOEKOMSTVISIE AGRARISCH ONDERNEMEND GELDERLAND Waarom een toekomstvisie? De land- en tuinbouw is een krachtige economische sector die beeldbepalend is in Gelderland. De overheid heeft de land- en tuinbouw aangemerkt als een topsector; een sector met toekomst. Daar zijn we trots op en dat willen we graag zo houden. Dat gaat niet vanzelf. Daar zijn visie, beleid en inspanningen voor nodig.
Colofon: Uitgave: Tekst: Vormgeving:
voorjaar 2013 Tjerk Elzinga, LTO Noord Carolien Koopman, Nieuwe Oogst
LTO Noord Gelderland is een agrarische ondernemersorganisatie die zich inzet voor het economisch perspectief van en maatschappelijke waardering voor de agrarische sector in deze provincie. LTO Noord Gelderland is ervan overtuigd dat een toekomstvisie helpt om dit te bewerkstelligen. Wij willen dat de agrarische sector in 2025, en ook daarna, nog steeds perspectiefvol is en maatschappelijk gewaardeerd. Dat vraagt om een visie, die de richting aangeeft waarin de sector zich zal ontwikkelen. Deze visie is ons eigen verhaal. Een verhaal waarin wij geloven. Wij geloven in visiegericht handelen. Wat in onze visie staat, kunnen we niet alleen op eigen kracht bereiken. Daar hebben we ook andere partijen voor nodig. We willen in gesprek om hen deelgenoot van onze visie te maken. We willen graag andere partijen aan onze visie verbinden. Met hen willen we afspreken hoe we de beschreven ontwikkelingsrichting kunnen realiseren. We zoeken dus partners. Dat zijn overheden, maatschappe-
lijke organisaties en marktpartijen, maar ook consument en burger. De land- en tuinbouw is een economisch gedreven sector. Ontwikkelingen zijn alleen perspectiefvol als zij ook in economisch opzicht duurzaam zijn. Dat betekent dat investeringen terugverdiend moeten kunnen worden. Door het zich wijzigende gemeenschappelijk landbouwbeleid is de oriëntatie op de markt sterk toegenomen. De agrarische sector moet in nationaal en internationaal verband concurrerend zijn. Daar is haar voortbestaan van afhankelijk evenals het kunnen halen van haar ambities. Markt en maatschappij De land- en tuinbouw is van grote betekenis voor Gelderland. Zij zorgt voor meer dan 10% van het provinciale inkomen en ook voor meer dan 10% van de werkgelegenheid in deze provincie. Maar land- en tuinbouw zorgt voor meer dan alleen maar economie. De agrarische sector beheert in de provincie 250.000 ha grond. Dat is de helft van Gelderland. Boeren en tuinders zijn de belangrijkste vormgevers van het Gelderse platteland. Zij zorgen voor het landschap en voor biodiversiteit.
De agrarische sector is sterk in beweging. Zij moet haar inkomen meer en meer uit de markt halen. De markt kent vele dimensies met hun eigen kenmerken. De markt is voortdurend aan wijzigingen onderhevig. Agrarische ondernemers moeten hier zo efficiënt mogelijk op inspelen. De markt kan alleen goed bediend worden door vakkundige en deskundige ondernemers, die innoveren en oog hebben voor maatschappelijke ontwikkelingen. Het agrarisch bedrijf staat niet op zichzelf. Het staat in zijn omgeving. Op het Gelderse platteland heeft elke agrarische ondernemer 20 buren. Buren die geïnteresseerd zijn in het reilen en zeilen van het agrarisch bedrijf of er op zijn minst een opvatting over hebben. Daarom is het belangrijk om met de buren, met de maatschappij, in gesprek te blijven. Dat doen we als LTO Noord Gelderland, maar dat vragen we ook van onze leden. Ga in gesprek met je buren; nodig ze uit, wees open, wees trots op je bedrijf en laat dat zien. Er is geen betere ambassadeur van de sector dan de ondernemer zelf, die toont midden in de maatschappij te staan. Maatschappelijke acceptatie hebben we nodig om met trots boer of tuinder te kunnen zijn. Het is al lang niet meer vanzelfsprekend dat de agrarische ondernemer de ruimte krijgt om te groeien. Deze ruimte zal hij moeten verdienen. Dat lukt alleen als we gezamenlijk en individueel de goede dingen doen. Voorop lopen Boeren en tuinders in Gelderland durven voorop te lopen. Kennis, innovatie en ondernemerschap zijn hierbij de sleutelwoorden. Ze durven voorop te lopen in het produceren voor de markt. Maar ze durven ook voorop te lopen als het gaat om dierenwelzijn, het terugdringen van
emissies, het toewerken naar gesloten kringlopen en het leveren van groene, schone energie. Schoon produceren zal de standaard worden. Boeren en tuinders rekenen het ook tot hun taak om het landschap te beheren en te zorgen voor biodiversiteit. Voorop lopen betekent voortdurend innoveren en nieuwe coalities durven aangaan. Innovaties moeten uiteindelijk wel rendabel zijn te maken. Ook dat hoort bij ondernemerschap.
KIJKRICHTING VOOR 6 THEMA’S In onze visie geven we de ontwikkelingsrichting aan die wij voor ogen hebben. Wij hebben hierbij 2025 als richtjaar genomen. Naast de beschreven richting hebben we ook aangegeven waar we in dat jaar zouden willen zijn. Zo wordt de visie concreter. De beschreven situatie moet worden gelezen als een kijkrichting, als een oriëntatie. De richting is helder; de snelheid van realisatie staat niet vast. Dat hangt namelijk niet alleen van onze inspanningen af, maar ook van die van anderen. Economisch perspectief, stimulans voor innovaties en ontwikkelingsgericht ruimtelijk beleid zijn belangrijke randvoorwaarden. Onze visie hebben we uitgewerkt in de volgende zes thema’s:
Schaalgrootte passend maken De diversiteit in de land- en tuinbouw is groot. Een glastuinbouwbedrijf is onvergelijkbaar met een melkveehouderij- of een akkerbouwbedrijf. Agrarische bedrijven zijn niet in één hokje te plaatsen. Zij ontwikkelen zich in heel verschillende richtingen. Van belang is dat de overheid bedrijfsontwikkeling mogelijk maakt, waarbij de ondernemer concurrerend kan produceren. Veel ondernemers kiezen voor bedrijfsvergroting als koers voor de toekomst. Dit vraagt om extra afwegingen. De gebouwen worden groter en er worden meer dieren op één plek gehouden. Dat vergt een zorgvuldige uitleg aan de directe omgeving wat er op het agrarisch bedrijf gebeurt. Wij vinden een algemene grens voor de omvang van een agrarisch bedrijf niet nodig en niet verstandig. Dat wil niet zeggen dat dan alles maar overal moet kunnen. Grenzen zijn afhankelijk van het type bedrijf en het landschap waarin het staat. Die afweging kan het beste op gemeentelijk niveau en in samenspraak met de omgeving plaatsvinden. Een modern, toekomstgericht agrarisch bedrijf past in zijn omgeving. Dat vereist een goede vormgeving van gebouwen en een zorgvuldige landschappelijke inpassing. Naarmate de uitbreiding groter is, mogen de eisen aan vormgeving en inpassing hoger zijn. In ruil daarvoor krijgt de ondernemer het bouwblok waarop hij zijn uitbreidingsplannen kan
realiseren. De ervaring leert dat een goed ontwerp prima kan samengaan met de functionaliteit van het gebouw.
KIJKRICHTING VOOR 2025 • De land- en tuinbouw zorgt voor een moderne uitstraling in harmonie met het Gelderse landschap. • De ondernemer laat bij de uitbreiding van zijn agrarische bedrijf een integraal plan maken met professionele ondersteuning dat voorzien is van een architectonisch ontwerp en een landschappelijk inpassingsplan. • De agrarische ondernemer treedt met zijn uitbreidingsplannen in overleg met zijn omgeving. • Agrarische bedrijven zijn gevestigd op locaties met ontwikkelingsperspectief. • Er is voldoende grond en een goede ruimtelijke structuur voor de land- en tuinbouw.
Landschap en biodiversiteit De land- en tuinbouw beheert 250.000 hectare in Gelderland. Dat is de helft van de provincie. Daarmee is zij de belangrijkste vormgever van het Gelderse landschap. De ontwikkeling van het landschap vloeit in belangrijke mate voort uit economische processen. Boeren en tuinders produceren niet alleen in hun landschap. Ze leven en wonen er ook. In dit opzicht onderscheiden ze zich niet van de burger in Gelderland. Zij zijn trots op dit landschap en willen het behouden en mooier maken. Landschap is meer dan alleen de boerderijen, kwekerijen en kassen die er staan. Landschap is ook fruitbomen in bloei, velden met graan en aardappelen, bloeiende akkerranden, koeien in de wei, goed onderhouden houtwallen, meanderende beken en alle planten en dieren die in dit landschap leven. Biodiversiteit dus. De agrarische sector is van grote betekenis voor de biodiversiteit, omdat het voedsel, nest- en schuilmogelijkheden biedt. Veel planten en dieren leven op cultuurgrond. Biodiversiteit is voor de agrarische sector van belang omdat het bijdraagt aan bodemvruchtbaarheid, plaagbestrijding en bestuiving van planten en vruchtbomen. Juist in de overgangszones tussen agrarische grond, landschapselementen en natuurgebieden komt een grote variatie aan planten en dieren voor. De agrarische sector durft hiervoor medeverantwoordelijkheid te dragen.
Een mooi landschap zorgt voor veel maatschappelijke waardering. Burgers wonen en recreëren er. Wij hebben als ambitie om het Gelderse landschap nog mooier en aantrekkelijker te maken. Met de 250.000 ha. die wij in beheer hebben, biedt dit kansen.
KIJKRICHTING VOOR 2025 • De land- en tuinbouw is bepalend voor de uitstraling en inrichting van het Gelderse platteland. • Driekwart van de melkkoeien loopt in de wei. • De oppervlakte van bloeiende akkerranden is verdubbeld. • De glastuinbouw is verder geconcentreerd en het areaal solitair glas gehalveerd. • De land- en tuinbouw draagt bij aan de toename van de biodiversiteit.
Schoon en natuurlijk produceren De agrarische sector zet in op schoon en natuurlijk produceren. Dat houdt in zo efficiënt mogelijk gebruiken van hulpstoffen, terugdringen van emissies, vastleggen van CO2 en energieneutraal produceren. De sector weet goed in te spelen op veranderingen in het klimaat. De beschikbaarheid van goed water, een goede waterhuishouding, goede bodemvruchtbaarheid, de aanpassing van teeltwijzen, geïntegreerde ziektebestrijding en nieuwe gewassen zijn belangrijke uitdagingen. Dat vereist flinke innovaties. Als stip aan de horizon staat het produceren in een gesloten kringloop. Dat is de richting waar de sector naar toewerkt. Schoon, natuurlijk en energieneutraal produceren geeft de land- en tuinbouw een stevige basis om het Gelderse platteland met maatschappelijke waardering te blijven gebruiken als productieruimte. Discussies over milieubelasting, aantasting van natuurgebieden en een hoog energieverbruik zijn in 2025 verleden tijd. De Gelderse boeren en tuinders produceren dan in harmonie met hun omgeving.
KIJKRICHTING VOOR 2025 • Agrarische ondernemers sturen op gesloten kringlopen (stikstof, fosfor en koolstof). • De glastuinbouw produceert zonder emissies. • Er is op provinciaal niveau een balans bereikt in de mineralenhuishouding. • De milieubelasting is door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met 80% teruggebracht. • De ammoniakuitstoot is met 25% verminderd. • De emissie van CO2 met 30% verminderd. • Het gebruik van fossiele energie is met 25% verminderd. • Er vindt maximale CO2 binding plaats door grond en gewassen. • De sector is in staat om in te spelen op klimaatveranderingen. • Mineralenconcentraten uit mest zijn bruikbaar ter vervanging van kunstmest. • Het Gelders watersysteem voldoet aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water.
Energie leveren De land- en tuinbouw is in potentie een belangrijke leverancier van duurzame, groene energie. Met name op het gebied van biomassa is er een grote potentie. Energie kan gewonnen worden uit mest, houtafval, maaisel en reststromen. Zon en wind zijn andere interessante energiebronnen. In de glastuinbouw bestaat warmtekrachtkoppeling al langer. De energieleverende kas heeft een nieuwe, perspectiefvolle ontwikkeling opgeleverd voor de glastuinbouw. Aardwarmte biedt ook goede kansen. Decentrale energieproductie sluit het beste aan op de mogelijkheden die de agrarische sector heeft. De sector kan haar potentie als energieleverancier alleen benutten als aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan en partners worden gevonden. Voor energiewinning uit mest en het herwinnen van mineralen zijn technische vernieuwingen nodig om dit op grotere schaal rendabel te kunnen maken. Hetzelfde geldt voor de kas als energiebron. Zonneenergie ligt binnen handbereik, waarbij een goede combinatie te maken valt met de sanering van asbestdaken. Windenergie is al rendabel, maar stuit vanwege de omvang en uitstraling op veel plaatsen op maatschappelijke weerstand. Kleinere locaties zijn dan een optie. De aan te leggen infrastructuur voor levering van energie aan het net is een aandachtspunt. Dat kan alleen collectief en in samenspraak met de nutsbedrij-
ven en de overheid. Diezelfde overheid moet de wettelijke belemmering wegnemen, dat agrariërs de opgewekte energie niet rechtstreeks mogen doorleveren.
KIJKRICHTING VOOR 2025 • Mest is een belangrijke bron voor het produceren van duurzame energie met behoud van mineralen. • De helft van de gunstig gelegen daken is belegd met zonnecollectoren, waarbij alle asbest is gesaneerd. • Nieuwe kassen worden gebouwd volgens het concept van de energieleverende kas. • De huidige capaciteit van windenergie door agrariërs is verdubbeld. • Rechtstreekse levering van energie door agrariërs aan burgers en bedrijven is mogelijk. • De agrarische sector produceert energie voor haar omgeving.
Gezonde dieren De veehouder draagt zorg voor zijn dieren. Gezonde dieren vormen de basis voor een economisch renderend veehouderijbedrijf. De diergezondheid wordt verder verbeterd door kennisontwikkeling en innovatie in het houderijsysteem. Verantwoord antibioticagebruik zorgt voor het terugdringen van resistentie tegen antibiotica. De veehouderijsector zal laten zien dat moderne dierhouderij geen risico’s oplevert voor de volksgezondheid. Naast diergezondheid is dierenwelzijn van belang. Dieren moeten hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Dat stelt eisen aan de stal. Het beleid is erop gericht om dieren meer leefruimte te geven. Het moderne denken is dat de stal zoveel mogelijk wordt aangepast aan het dier en niet andersom. Steeds meer consumenten zijn geïnteresseerd in de herkomst van de producten die ze aanschaffen. Komt de melk van koeien die buiten lopen? Is het karbonaadje afkomstig van varkens in groepshuisvesting? Is het ei integraal duurzaam geproduceerd?De veehouderij wil stappen zetten op dit terrein. Harmonisatie van regelgeving in Europees verband is van belang. Anderzijds kan het vrijwillig verder gaan ook kansen bieden, omdat de markt specifieke afzetmogelijkheden aanreikt. Lokale markten bieden kansen. Dat is ook vanuit dierenwelzijn een goede ontwikkeling.
KIJKRICHTING VOOR 2025 • Er is geen discussie meer over risico’s van veehouderij voor de volksgezondheid. • Het gebruik van antibiotica is met 70% teruggebracht. • De inrichting van de stal is afgestemd op het dagritme van het dier. • De gemiddelde leeftijd van melkkoeien is met twee jaar gestegen • In de pluimveehouderij is het risico van besmetting met laagpathogene vogelgriep (LPAI) met de helft teruggebracht.
Innovatie en arbeid De agrarische sector is door goed ondernemerschap, onderwijs, onderzoek en voorlichting groot geworden. Innovatie vormt de basis voor nieuwe ontwikkelingen. Zorgen dat je een stap voor blijft op je concurrenten. Innovatie is een nooit eindigend proces. Dat is nodig om de markt goed te bedienen, economisch perspectief te hebben, emissies terug te dringen, nieuwe productiemethodes toe te passen en de kringloopgedachte vorm te kunnen geven. Innovatie is een thema bij uitstek waar partijen uit de primaire sector, markt, onderzoek en overheid elkaar moeten opzoeken. In Wageningen (WUR) wordt belangrijk onderzoek gedaan dat aan de wieg staat voor innovaties in de sector. Via concepten als Betuwse Bloem en Food Valley wordt deze kennis verspreid. Voor het aanjagen van innovaties en kennisverspreiding worden ondernemersnetwerken ingezet in combinatie met onderzoek en bedrijfsleven. Kennisoverdracht vindt plaats door o.a. de Melkveeacademie, VarkensNET, VollegrondsgroenteNET, PaardenNET, Bioconnect en Courage. Agrarische ondernemers hebben gemotiveerde en deskundige medewerkers nodig. Het is van belang dat agrarische ondernemers hun personeel gemotiveerd houden. Werkgevende ondernemers scholen zich voortdurend op het terrein van personeelsbeleid. Door de schaalvergroting zullen steeds meer agrarische bedrijven een beroep doen op personeel.
KIJKRICHTING VOOR 2025 • De Gelderse land- en tuinbouw is toonaangevend op het gebied van innovatief produceren. • De Gelderse land- en tuinbouw is een hoeksteen van de biobased economy. • Teeltsystemen, waaronder precisielandbouw, worden geoptimaliseerd (50% efficiëntieverbetering). • Innovatie bevordert de integratie van de keten en daarmee de verwaarding van producten. • Met behulp van innovatie vergroten vergroot de Gelderse landen tuinbouw zijn verdiencapaciteit en bedienen bedient de markt in al zijn verscheidenheid. • De agrarisch ondernemer biedt goed werkgeverschap en goede arbeidsomstandigheden aan. • Er is voldoende gekwalificeerd personeel voor de agrarische sector beschikbaar.
Slot Wij zijn ervan overtuigd dat deze toekomstvisie bijdraagt om de Gelderse agrarische sector een beter perspectief te geven, zowel in economisch als maatschappelijk opzicht. Van belang is dat de aangegeven kijkrichting wordt geëffectueerd. Veel initiatieven zijn al in gang gezet, maar zeker nog niet alle. Op een aantal bestaande initiatieven moet meer energie gezet worden . De uitvoering vergt een forse inspanning. De agrarische sector kan dit ook niet alleen; zij heeft hierbij partners nodig. LTO Noord Gelderland gaat de visie uitdragen. Dat doen we naar onze eigen leden maar ook naar ‘markt’ en maatschappij. We gaan in gesprek met onze mogelijke partners. We willen ze verbinden aan onze visie: gelooft u in onze visie en wilt u meehelpen deze te bewerkstelligen? We zullen de visie jaarlijks evalueren. Dan gaan we naof onze kijkrichting moet worden bijgesteld, de aangegeven initiatieven genomen zijn en op koers liggen en of nieuwe initiatieven in gang moeten worden gezet. Ons doel is een economische en concurrerende agrarische sector met perspectief en met maatschappelijke waardering.
www.ltonoord.nl
Toekomstvisie Gelderland www.ltonoord.nl/provincie/gelderland
LTO Noord Postbus 240 8000 AE Zwolle