Intentieverklaring tussen de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs, de Vlaams Minister bevoegd voor Gezondheid, de Vlaams Minister bevoegd voor landbouwbeleid en de zeevisserij, en de Vlaams minister bevoegd voor Sport inzake gezondheidsbevordering bij kinderen en jongeren. In deze intentieverklaring worden afspraken opgenomen tussen de Vlaams Minister bevoegd voor Onderwijs, de Vlaams Minister bevoegd voor Gezondheid, de Vlaamse Minister bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij, en de Vlaams minister bevoegd voor Sport met betrekking tot hun rol en bijdrage betreffende gezondheidsbevordering in het basis en secundair onderwijs. -
-
-
-
-
-
Gelet op art. 74 van het Decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, waarin wordt gesteld dat de Vlaamse Regering initiatieven zal nemen ter ondersteuning van de gezondheid van de schoolgaande jongeren en het artikel 3 en 4§2 van hetzelfde decreet waarin wordt gesteld dat de Vlaamse regering een facettenbeleid voert inzake preventieve gezondheidszorg. Gelet op art.5 van het Decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap “Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing”, waarin wordt gesteld dat het verzamelen en verspreiden van wetenschappelijke en opvoedkundige informatie over de voedingswaarde van de producten van landbouw, tuinbouw, visserij en agrovoeding een taak van beleidsuitvoering is van VLAM. Gelet op de (vakoverschrijdende) eindtermen in Onderwijs in het domein gezondheidseducatie Gelet op de beleidsbrief 2005-2006 van de minister van Onderwijs waarin wordt gesteld samen te werken met het beleidsdomein welzijn en gezondheid om acties op te zetten die schoolgaande jongeren aanzetten tot een gezonde levensstijl. Gelet op de beleidsbrief 2005-2006 van de Minister van Gezondheid om samen te werken met het beleidsdomein onderwijs rond het uitwerken van een drugbeleid op scholen. Gelet op de beleidsnota sport 2004-2009 van de minister van Sport om sport en beweging in te zetten als preventieve gezondheidszorg. Gelet op het Regeerakkoord 2004 hoofdstuk Preventieve gezondheidszorg en gezondheidsbevordering dat stelt: "We drijven de inspanningen op het vlak van gecoördineerde preventieve gezondheidszorg op...We concentreren het preventief gezondheidsbeleid vooral op ...preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen door een goede voorlichting m.b.t. seksualiteit”. "We versterken een duurzaam en geïntegreerd preventiebeleid inzake verslavende middelen (tabak, alcohol en drugs)". Gelet op het feit dat de minister van Onderwijs met de VLOR een protocol afsloot voor de aanstelling van een gezondheidscoördinator die zal werken aan een actieplan ‘Op uw gezondheid’ ter ondersteuning van de scholen.
1
-
-
-
Gelet op het feit dat aan de scholen wordt gevraagd om een gezondheidsbeleid op maat van hun leerlingen uit te werken en tegen 1/9/2007 de leerlingen in een omgeving op te vangen die een gezonde levensstijl communiceert. Gelet op het feit dat de Minister van Gezondheid in de voorbereiding van een gezondheidsconferentie wil werken rond specifieke aandachtspunten die betrekking hebben op gezonde voeding en beweging en middelengebruik. Gelet op het feit dat de Minister van Gezondheid met partnerorganisaties convenanten afsluit voor de ontwikkeling van methodieken voor gezondheidsbevordering op scholen. Gelet op de beleidsbrief 2006 van de minister van Landbouw waarin meer aandacht wordt vooropgesteld voor informatieverspreiding voor kwaliteitsvolle voeding en het belang van gezonde voeding.
-
Gelet op de samenwerkingsovereenkomst van 20 april 2004 tussen de administratie Ondersteuning, de administratie Gezondheidszorg en de Onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de Centra voor leerlingenbegeleiding.
-
Gelet op de noodzaak om een coherente beleidsuitvoering betreffende gezondheidsbevordering in scholen te waarborgen en de noodzaak om daaromtrent eenduidige informatie te verstrekken
Komen enerzijds de minister bevoegd voor Onderwijs en anderzijds de minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister voor Landbouwbeleid en Zeevisserij en de minister voor Sport
HET VOLGENDE OVEREEN
Titel I Begrippen Artikel 1: voor de toepassing van deze intentieverklaring wordt verstaan onder: 1° de minister van Onderwijs: de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs. 2° de minister van Volksgezondheid: de Vlaamse minister bevoegd voor Volksgezondheid. 3°de minister van Landbouw : de Vlaamse minister bevoegd voor landbouwbeleid en Zeevisserij 4° de minister van Sport: de Vlaamse minister bevoegd voor Sport
2
5° de vier ministers: de Vlaams Minister bevoegd voor Onderwijs, de Vlaamse minister bevoegd voor Volksgezondheid, de Vlaamse minister-president en minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, en de Vlaamse minister bevoegd voor Sport. 6°de administratie Gezondheidszorg: het IVA Zorg en Gezondheid van de Vlaamse Gemeenschap. 7° de administratie Ondersteuning: de administratie van het departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. (BBB benaming) 8° De betrokken departementen: het departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, het IVA Zorg en Gezondheid van de Vlaamse Gemeenschap, en de IVA Bloso en de Entiteit Beleid, Cultuur, Jeugd en Sport. 9° Preventieve jeugdgezondheidszorg: de gezondheidszorg die de gezondheid, groei en ontwikkeling van jeugdigen in Vlaanderen bewaakt, bevordert en behoudt. 10° Facettenbeleid: beleid dat buiten het domein van gezondheidszorg valt en bijdraagt tot het bevorderen, beschermen of behouden van gezondheid. 11° Vlaamse gezondheidsdoelstellingen: op vlak van gezondheid na te streven, tijdsgebonden, meetbare, haalbare en maatschappelijk aanvaardbare doelstellingen, die op initiatief van de Vlaamse Regering worden goedgekeurd door het Vlaamse Parlement. 12° Gezondheidsconferentie: bijeenkomst van personen op initiatief van de Vlaamse Regering met als doel het uitwisselen van inzichten, gegevens en ervaringen om te komen tot een voorstel van een nieuwe of te herziene Vlaamse Gezondheidsdoelstelling of om andere opdrachten te vervullen met betrekking tot het preventieve gezondheidsbeleid. 13° CLB: centra voor leerlingenbegeleiding, centrum zoals bedoeld in het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding. 14° commissie gezondheidsbevordering: commissie in de schoot van de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) waarvoor de afspraken vastgelegd zijn in een protocol tussen de Vlaams minister van Onderwijs en de VLOR. 15° LOGO’s: een door de Vlaamse Regering erkend samenwerkingsverband voor bovenlokaal gezondheidsoverleg en –organisatie dat zich uitstrekt over een gebied dat 100.000 tot 400.000 inwoners omvat (BVR 1998-12-18/53, art 1, 005; inwerkingtreding 0101-1998) 16° NICE: Nutrition Information Centre, de voedingsinformatiecel van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) 17° Steunpunt Sport, Beweging en Gezondheid: opgericht op initiatief van de Vlaamse Gemeenschap (Besluit van 23 februari 2001) met als hoofddoelstelling inzicht verwerven en onderzoek verrichten naar fysieke activiteit, sportparticipatie, fysieke fitheid in relatie tot gezondheid. 18° SVS: De stichting Vlaamse Schoolsport.
3
Titel II : Inhoud Hoofdstuk 1: doelstelling
Artikel 2: De vier ministers komen overeen welke aandachtsgebieden op vlak van gezondheidsbevordering bij schoolgaande kinderen en jongeren prioritair worden gesteld. Hierbij wordt als uitgangspunt, de actuele Vlaamse gezondheidsdoelstellingen, zoals ze worden bepaald door de minister van Volksgezondheid, genomen. In het bijzonder worden volgende doelstellingen vooropgesteld: -
het aantal rokers in Vlaanderen, zowel bij mannen als vrouwen en specifiek bij de jongeren, moet met 10% dalen; daarenboven wordt ook bijzondere aandacht besteed aan andere schadelijke vormen van middelengebruik.
-
de consumptie van vet- en suikerrijke dranken en voeding moet op significante wijze dalen ten voordele van vetarme en vezelrijke voeding.
-
is ook een actieve bevordering van meer lichamelijke beweging is noodzakelijk.
-
de preventie van infectieziekten moet op significante wijze worden verbeterd, met name door het verhogen van de vaccinatiegraad voor aandoeningen als polio, kinkhoest, tetanos, difterie, mazelen, bof en rubella; alsmede door een efficiënte voorlichting betreffende de preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen.
-
het aantal dodelijke ongevallen in de privé-sfeer en in het verkeer moet met 20% dalen.
-
preventie van depressie en suïcide.
Hoofdstuk 2: organisatie Artikel 3 De beleidsvoorbereiding, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie dienen te gebeuren in nauwe samenwerking tussen de betrokken departementen. De leidend ambtenaren van de administratie Ondersteuning en de administratie Gezondheidszorg zijn verantwoordelijk en zorgen voor de goede samenwerking tussen de administraties. De VLOR wordt actief betrokken bij beleidsadvisering over gezondheidseducatie en gezondheidsbevordering op scholen. Binnen de VLOR wordt een gezondheidscoördinator aangesteld. Aangestuurd door de “commissie Gezondheidsbevordering” van de VLOR, in samenspraak met de betrokken administraties en met in achtname van de bevoegdheidsverdeling tussen de betrokken ministers, ontwikkelt de gezondheidscoördinator een strategisch en operationeel plan onder de naam ‘Op uw gezondheid!’. Dit plan biedt aan scholen de mogelijkheid om binnen hun eigen context en behoeften een aantal concrete streefdoelen te bepalen en een gezondheidsbeleid op maat van hun leerlingen te voeren, en dit meer bepaald met het oog op het realiseren van de onder artikel 2 bedoelde doelstellingen. Hij of
4
zij maakt daarbij maximaal gebruik van materiaal, methodieken en expertise van enerzijds partnerorganisaties waarmee de minister van Gezondheid convenanten op het vlak van gezondheidsbevordering op scholen afsloot, anderzijds NICE, die van de minister van Landbouw de opdracht heeft gekregen om het belang van gezonde voeding te benadrukken, en het Steunpunt Sport. De gezondheidscoördinator is belast met de uitvoering van het actieplan ‘Op uw gezondheid’ Hij of zij is de spilfiguur tussen het departement Onderwijs, de administratie Gezondheidszorg (beleidsvoorbereiding en –evaluatie) en de VLOR (beleidsadvies). De gezondheidscoördinator maakt jaarlijks een rapport over de evolutie in het plan en zijn uitvoering. Om het effect van gezondheidsbevorderende acties in scholen te meten zal door de beide administraties een gezondheidsbarometer worden ontwikkeld.
Hoofdstuk 3: communicatie Artikel 4 De vier ministers informeren op regelmatige tijdstippen elkaar over de implementatie en uitvoering van het beleid met betrekking tot gezondheidsbevordering. Artikel 5 De vier ministers werken samen om eenduidige boodschappen naar het onderwijsveld ( scholen en CLB) te sturen. De omzendbrieven die betrekking hebben op gezondheidsbevordering en gericht zijn naar scholen en CLB’s, worden door de ministers van Onderwijs en Gezondheid ondertekend.
Artikel 6 Mailings naar scholen of naar LOGO’s met betrekking tot gezondheidsbevordering bij schoolgaande kinderen en jongeren, worden afgetoetst bij de administraties Onderwijs en Gezondheidszorg ten einde de eenduidigheid van de boodschappen (conform artikel 5) te bekomen.
Artikel 7 Ook de externe communicatie wordt gevoerd met het oog op eenduidige boodschappen, (conform artikel 5). Waarbij de ministers van Onderwijs en Gezondheid hun specifieke communicatiekanalen aanspreken. De externe communicatie naar de relevante onderwijsactoren en media over het strategisch plan ‘Op uw gezondheid’ en de daaraan verbonden acties, gebeurt in onderling overleg tussen de commissie gezondheidsbevordering, de gezondheidscoördinator en de departementen.Onderwijs en Gezondheidszorg De bestaande informatiekanalen (zoals o.a. Klasse, Schooldirect, Lerarendirect, de Onderwijswebsite) worden daarbij optimaal benut.
5
Hoofdstuk 4: financiering Artikel 8 De minister van Gezondheid subsidieert de partnerorganisaties die instaan voor de methodiekontwikkeling in scholen De minister van Onderwijs staat in voor kosten verbonden aan informatieverstrekking voor onderwijsactoren. De minister van Landbouw staat in voor de kosten verbonden aan de medewerking van NICE aan deze intentieverklaring. De minister van Sport staat in voor de kosten verbonden aan de medewerking van het Steunpunt Sport, Beweging en Gezondheid en van de Stichting Vlaamse Schoolsport aan deze intentieverklaring. Voor de uitwerking van het actieplan ‘Op uw gezondheid’ wordt op een allocatie binnen het departement Onderwijs jaarlijks 150.000 euro begroot. De aanwending van dit budget wordt bepaald door de commissie gezondheidsbevordering in overleg met de administratie Gezondheid en de administratie Ondersteuning.
6
Hoofdstuk 5: Vlaamse Gezondheidsconferentie Artikel 9 De administratie Gezondheidszorg bereidt de gezondheidsconferentie voor. De administratie Ondersteuning wordt actief betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van de Vlaamse gezondheidsconferenties die een weerslag kunnen hebben op de schoolgaande kinderen en jongeren. De inbreng van NICE gebeurt via het Vlaams Platform gezonde lichaamsbeweging, een initiatief van de administratie Gezondheidszorg.
voeding
en
Het Steunpunt Sport, Beweging en Gezondheid wordt betrokken bij de Vlaamse Gezondheidsconferentie.
Opgesteld en ondertekend Brussel op ………………………….
Inge Vervotte Vlaams Minister van Volksgezondheid en Gezin.
Welzijn,
Frank Vandenbroucke Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming
Yves leterme Vlaams Minister-president en Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid
Bert Anciaux Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel
7