WONEN – REGLEMENT TOT TERUGBETALING VAN DE GEMEENTELIJKE OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING BIJ DE VERWERVING EN DE VERBOUWING VAN EEN EERSTE WONING IN OOSTENDE. (AANGENOMEN IN DE ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 23 MAART 2013)
TITEL I: DOEL Artikel 1 § 1. Om jonge gezinnen te ondersteunen in de aankoop en de verbouwing van een eerste en enige woning op het grondgebied van Oostende, wordt binnen de perken van het daartoe ingeschreven krediet op het stedelijke budget de mogelijkheid gecreëerd voor de kopers om gedurende drie jaar de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing terugbetaald te krijgen. § 2. Om op deze terugbetaling aanspraak te kunnen maken moeten de aanvragers dus een bestaande woning (geen nieuwbouwwoning of sleutelop-de-deurwoning) aankopen en verbouwen. § 3. Deze terugbetaling van gemeentelijke opcentiemen is cumuleerbaar met de stedelijke premie voor de verwerving van een eerste woning in zoverre de aanvragers aan de voorwaarden voldoen, maar is niet cumuleerbaar met de stedelijke premie voor de renovatie van huurwoningen.
TITEL II: DEFINITIES Artikel 2: Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: Eigenaar-bewoner: de meerderjarige particuliere persoon of personen, als (mede)-eigenaars, die de woning zelf betrekt of betrekken, of samen zullen betrekken na de aankoop van de woning. Premieaanvrager: de eigenaar-bewoner. Woning: het huis, appartement of studio bestemd voor het huisvesten van één gezin gelegen op het grondgebied van Oostende. De woning moet als hoofdverblijfplaats door het gezin gebruikt worden. Kamers die vallen onder het Vlaamse Kamerdecreet en de stedelijke Verordening op de kamers komen niet in aanmerking voor de toepassing van dit Reglement. Aanvraagdatum: datum waarop de aanvraag ingediend wordt (datum vermeld op ontvangstbewijs). Verwerving: het moet gaan om een verwerving onder bezwarende titel. Een schenking of erfenis komt niet in aanmerking. Referentiedatum: datum van de aankoopakte. Aankoopakten vanaf 01 januari 2013 komen in aanmerking.
1
Domiciliëring: het gebruiken van een woning als hoofdverblijfplaats, in dewelke men is ingeschreven volgens het bevolkingsregister. De datum van inschrijving geldt als aanvangsdatum van de permanente bewoning. Verbouwingswerken: het bedrag van de verbouwingswerken moet minimaal 10.000,00 euro bedragen (exclusief BTW) en moet bewezen worden aan de hand van gedetailleerde facturen van de uitgevoerde werken en/of aangekochte materialen waarop duidelijk het werfadres vermeld staat. Kassatickets worden niet als bewijsstuk aanvaard. De volgende werken komen in aanmerking: Funderingen en binnen- en buitenmuren: verbeteren of uitbreiden van funderingen waterdicht maken van kelders bestrijden van huiszwam in kelders afbraak en wederopbouw muren (inclusief dragende elementen) behandeling van muren tegen optrekkend vocht vernieuwing voegwerk (eventueel met reiniging) behandeling van muren tegen huiszwam aanbrengen van natte of droge kalkbepleistering aan binnenmuren of aan de binnenkant van de buitenmuren aanbrengen van gevelbekleding of gevelbepleistering aan buitenmuren. Draagvloeren: afbreken en vervangen van draagvloeren behandeling draagvloeren tegen huiszwam en insecten. Dakwerkzaamheden: afbreken en vervangen van de dakstructuur behandeling tegen huiszwam en insecten vernieuwen van waterdichte bedekking werkzaamheden voor de afvoer van hemelwater aanbrengen of vervangen van dakvlakramen, koepels, schouwen, … Buitenschrijnwerk: Vervangen van ramen en buitendeuren met hoogrendementsbeglazing (de isolatiewaarde van het glas (Ug) is maximaal 1,1 W/m²K). Vervangen van een veilige binnentrap. Elektriciteit: vernieuwen van de elektrische huisinstallatie aanbrengen van elementen voor de verdeling van stroom en telecommunicatie in de woning.
2
Sanitair: vernieuwen van de badkamer (met minstens een bad of douche en een wastafel) installeren van een nieuwe badkamer als er voordien geen was vernieuwen of installeren van het toilet vernieuwen of aanbrengen van: leidingen voor watertoevoer en -afvoer leidingen en toestellen voor de productie van sanitair warm water. Centrale verwarming: aanbrengen, vervangen of toevoegen van onderdelen van een centrale verwarming (met klassieke of duurzame energiebronnen) plaatsen van een hoogrendementsverwarmingsketel van het type HR+ of HR top (gas) of Optimaz of Optimaz elite (stookolie) of een houtpelletketel om de hele woning te verwarmen Het aanbrengen van thermische isolatie: in het dakvlak in de buitenmuren. Werken voor het aanpassen van de woning aan mensen met een handicap: het wegwerken van niveauverschillen in vloeren het vergroten van de deuropeningen zodat deuren met een deurblad van minstens 93 cm breed kunnen geplaatst worden. Ook het plaatsen van deze deuren komt in aanmerking.
TITEL III: VOORWAARDEN Artikel 3 § 1. De aanvrager is een natuurlijke persoon die op de referentiedatum minder dan 30 jaar oud is. Dit geldt ook voor de eventuele partner. De datum van de 30ste verjaardag is bepalend. § 2. De aanvraag wordt ingediend ofwel door een natuurlijke persoon die alleenstaand is, of door natuurlijke personen die gehuwd zijn of wettelijk of feitelijk samenwonen of in de nieuwe woning zullen samenwonen. In het tweede geval moeten zij beiden voldoen aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de premie. § 3. Minstens één van de partners moet op het ogenblik van de aankoop gedomicilieerd zijn in Oostende. § 4. De terugbetaling van de opcentiemen op de onroerende voorheffing kan aan dezelfde premieaanvrager geen tweede maal toegekend worden. § 5. De aanvraag tot terugbetaling moet gebeuren binnen het jaar te rekenen vanaf de datum van het verlijden van de aankoopakte van het goed. Iedere latere aanvraag zal geweigerd worden.
3
Artikel 4 § 1. De woning moet stedenbouwkundig vergund zijn en conform de vergunning uitgevoerd zijn of geacht worden stedenbouwkundig vergund te zijn. Dit moet blijken uit een onderzoek naar de stedenbouwkundige toestand uitgevoerd door de dienst Stedenbouwkundige Vergunningen, ofwel moet deze het voorwerp uitmaken van een nieuwe stedenbouwkundige aanvraag en vergunning. § 2. De aanvrager en zijn/haar huidige partner mogen alleen of samen geen andere woongelegenheid in eigendom of in vruchtgebruik gehad hebben gedurende hun leven. Dit moet blijken uit een attest afgeleverd door de Ontvanger der Registratie van de sector waarbinnen het te verwerven goed gelegen is. § 3. De woongelegenheid moet binnen het jaar na de aankoop ervan (= akte aankoop) permanent bewoond worden door de aanvrager en zijn gezin. Domiciliëring is een voorwaarde. Hiervoor dient een attest van samenstelling van het gezin, afgeleverd door het Gemeentebestuur van Oostende, bij elke aanvraag tot terugbetaling te worden gevoegd. Bovendien, teneinde volledig van het voordeel van de terugbetalingen te kunnen genieten, moet hij zijn domiciliering in bedoelde woonst kunnen aantonen gedurende de vijf jaren die volgen op het jaar van de aanvraag. Afwijkingen op de aanvang van deze periode tijdens de verbouwingswerken zijn mogelijk mits een gemotiveerde aanvraag aan het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 5 § 1. Voor het verkrijgen van de terugbetaling moet een aanvraag ingediend worden bij het College van Burgemeester en Schepenen door middel van het aanvraagformulier dat door de Stad ter beschikking wordt gesteld. § 2. De terugbetaling kan aangevraagd worden zodra de aankoopakte verleden is en dit tot maximum één jaar na deze datum. Enkel aankoopakten vanaf 01 januari 2013 komen in aanmerking. § 3. De terugbetaling wordt principieel toegekend op basis van het voorleggen van de aankoopakte en van een omschrijving van de uit te voeren verbouwingswerken. Wanneer wordt vastgesteld dat aan alle voorwaarden is voldaan wordt aan de aanvrager kenbaar gemaakt dat hij/zij principieel in aanmerking komt voor de terugbetaling. In een latere fase worden de aanvullende voorwaarden gecontroleerd. § 4. Indien voor uitvoering van de werken een stedenbouwkundige vergunning vereist is, kan de premie pas principieel toegekend worden wanneer de stedenbouwkundige vergunning verleend is. § 5. De terugbetaling van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing wordt toegestaan ten belope van het bedrag dat gelijk is aan het Stadsaandeel dat bij het ministerie van Financiën voldaan werd voor de woning of gedeelte van de woning, bestemd voor privé-gebruik. De gedeelten van gebouwen, die zouden gebruikt worden voor eender welke beroepsactiviteit kunnen niet in aanmerking genomen worden voor het bepalen van de bedragen vermeld in huidig artikel.
4
§ 6. Dit bedrag wordt terugbetaald indien blijkt dat aan alle voorwaarden uit dit Reglement is voldaan. De terugbetaling wordt gedaan gedurende maximaal drie aanslagjaren te rekenen vanaf het jaar van de aankoop. Wie bijvoorbeeld in 2013 een woning in Oostende aankoopt kan in 2014, 2015 en 2016 de terugbetaling van de opcentiemen verkrijgen op voorwaarde dat de verbouwingswerken zijn uitgevoerd. Een kopie van het aanslagbiljet van onroerende voorheffing van het betreffende dienstjaar zal voor iedere aanvraag van terugbetaling moeten toegevoegd worden. § 7. In geval van gemengde bestemming zal de aanvrager bij zijn eerste aanvraag tot terugbetaling een attest van de controleur van het Kadaster, dat de verdeling van het kadastrale inkomen van zijn onroerend goed vermeldt, voorleggen. Indien deze verdeling door de controleur van het Kadaster niet kan worden vastgesteld, zal de aanvrager de verdeling vermeld in de verklaring van de belasting op de natuurlijke personen en aanvaard door het Ministerie van Financiën, voorleggen. § 8. Elke aanvraag tot terugbetaling moet vergezeld zijn van het betalingsbewijs van de onroerende voorheffing van het desbetreffende jaar (rekeninguittreksel). Elke aanvraag tot terugbetaling van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing dient ingediend te worden bij het College van Burgemeester en Schepenen binnen de vijf maanden die volgen op de verzendingsdatum van het aanslagbiljet - kohieruittreksel betreffende de onroerende voorheffing opgemaakt op naam van de aanvrager en moet vergezeld zijn van alle nodige bewijsstukken, hernomen in het huidig Reglement. Artikel 6 § 1. De aanvrager geeft toestemming aan de stedelijke administratie om alle onderzoeken te verrichten voor het controleren van de verstrekte gegevens. Weigering van medewerking aan het onderzoek brengt verval van het recht op de terugbetaling mee. Het niet verstrekken van de nodige gegevens voor de controle of het opgeven van onjuiste gegevens brengt verval met de terugbetaling mee. § 2. De terugbetaalde opcentiemen worden teruggevorderd, vermeerderd met 10% administratiekosten indien blijkt dat niet is voldaan aan de voorwaarden inzake bewoning en/of inzake verbouwing. § 3. De aanvrager verbindt er zich toe het totale bedrag van de door de Stad terugbetaalde opcentiemen, vermeerderd met 10% administratiekosten, terug te betalen indien hij/zij de woning verkoopt of vervreemdt binnen een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf de datum van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen tot definitieve toekenning van de premie, de bestemming van de woongedeelten wijzigt, de woongelegenheid opsplitst of de woongelegenheid niet zelf bewoont. § 4. In geval van afwijzing of verlies van een terugbetalingsaanvraag van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing, worden de gemaakte kosten door de aanvrager in geen geval terugbetaald door het Stadsbestuur.
5
§ 5. De aanvrager verbindt zich ertoe alle klachten die hij zou indienen bij de dienst der Directe Belastingen en elke wijziging betreffende zijn onroerende voorheffing aan het Stadsbestuur van Oostende mee te delen. Hij verbindt er zich eveneens toe om alle bedragen in het kader van huidig Reglement die hij ten onrechte zou geïnd hebben terug te betalen aan het Stadsbestuur van Oostende. TITEL IV: OVERIGE BEPALINGEN Artikel 7 § 1. Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de uitvoering van dit Reglement. Alle betwistingen inzake dit Reglement worden autonoom beslecht door het College van Burgemeester en Schepenen. § 2. Het College van Burgemeester en Schepenen is bevoegd om alle onderzoeken te laten verrichten om de verstrekte gegevens te controleren. Deze onderzoeken worden uitgevoerd door de ambtenaren van de dienst Wonen van de stad Oostende. Weigering van medewerking aan het onderzoek zal het verval van het recht op de premie met zich brengen. § 3. Alle ten aanzien van de stad Oostende aangegane verbintenissen vervallen van rechtswege bij overlijden van de premieaanvrager, bij onteigening of volledige vernieling van de woning. § 4. Dit Reglement treedt in werking vijf dagen na de bekendmaking door aanplakking conform artikel 187 van het Gemeentedecreet.
6