Tips voor grootouders Grootouders en de jonge peuter van 15 maanden tot 3 jaar
We vergeten vaak hoe snel kinderen groeien. Binnen de kortste keren stapt uw kleinkindje de kamer rond en maakt zich verstaanbaar met herkenbare woordjes en gebaren. Plotseling is hij een mensje met een eigen willetje. Je staat versteld van het tempo waarin hij nieuwe vaardigheden opdoet. Het ene moment staat hij nog wankelend op zijn beentjes, het andere moment klimt hij zelfverzekerd de trap op. Nog maar nauwelijks gooit hij een blokje dat hij niet in de vormenstoof krijgt kwaad van zich af, of hij maakt al legpuzzels. Peuters zitten vol levensvreugde. Met enkele attributen en een geïnteresseerde houding maakt u deze jaren tot een feest voor uzelf en uw kleinkind In deze rubriek Peuters geven wij op een duidelijke manier informatie over Wat vinden peuters leuk”, “Met een peuter aan tafel.” We beginnen met: En speelgoed voor oude baby’s.
1
Speelgoed voor oudere baby’s Spelmateriaal kiezen dat de ontwikkeling helpt bevorderen De meeste mensen weten tegenwoordig wel dat spelen gelijk staat aan leren. Ook fabrikanten hebben dat idee opgepikt en spelen er handig op in. Bijna alles wordt tegenwoordig aangeprezen als 'leerzaam'. Laat u daardoor niet verleiden duurder of ingewikkelder speelgoed te kopen dan u eigenlijk wilt. Het eerste jaar zal uw kleinkind zelfs van de eenvoudigste speeltjes genieten, zolang hij gezelschap heeft. Dat betekent niet dat u alles voor hem moet doen. Blijf wel bij hem en toon interesse in wat hij doet, dan zal hij met extra zelfvertrouwen spelen. Soort speelgoed Blokken Gekleurde houten blokken van goede kwaliteit in een doos of 'blokkenkar' gaan langer mee dan plastic blokken. Ze zijn op allerlei manieren te gebruiken en uw kleinkind zal er jaren mee spelen. Onder zes maanden zijn zachte badstofblokken een goede keus
Speelwaarde Blokken kunt u gebruiken om de kleuren te benoemen. Vanaf een jaar bevorderen stapelblokken de ooghandcoördinatie, het concentratievermogen en het ruimtelijk inzicht. Stapels ma ken en omgooien is leuk en geeft een gevoel van macht. De blokkenkar kan ook steun bieden bij het leren lopen
Speelkleed Kan opgerold en ergens anders neergelegd worde om verveling te voorkomen. Het kleed moet wasbaar en van goede kwaliteit zijn, zonder scherpe randjes
Speelwaarde Het spiegeltje, de rammeltjes en verborgen piepjes moedigen de baby aan op onderzoek te gaan en stimuleren de fijne motoriek. Verschillende stoffen stimuleren de ontwikkeling van het tastzintuig, felle kleurcontrasten de visuele interesse
. Vormenstoof Grote houten of plastic vormen zijn zelfs bestand tegen sabbelen en zijn voor de baby gemakkelijk vast te pakken.
Speelwaarde De vormenstoof geeft de baby inzicht in ruimte en het verband tussen verschillende voorwerpen. In het begin is het vooral leuk en interessant dingen te laten verdwijnen en verschijnen. De juiste vorm in het juiste gat stoppen komt pas later; net als het herkennen en benoemen van de vormen.
Constructiespeelgoed Hou het bij een enkele soort en let op dat die uitgebreid kan worden naarmate de baby ouder wordt. Op een bodemplaat kunnen blokken stevig vast worden gezet; dat voorkomt veel frustratie bij de baby.
Speelwaarde Grote stukken bevorderen de ontwikkeling van de bouwvaardigheid die hij zijn hele kindertijd verder zal ontwikkelen. Extra's als bijpassende poppetjes, auto's en treinen zijn goed voor de fantasie.
Knuffelbeest Een grote hoeveelheid knuffels is niet nodig, maar één of twee zijn onmisbaar. Let op dat ze wasbaar zijn en koop zo mogelijk twee dezelfde; dat beperkt het verdriet wanneer er eentje kwijtraakt.
Speelwaarde Een knuffelbeest is bovenal om te knuffelen; naarmate het kind ouder wordt, kan het een gast zijn bij het theedrinken', toeschouwer bij een toneelstukje of patiënt van de dokter
2
Boeken Kies voor materiaalplastic of vinyl-dat gemakkelijk schoongeveegd, kan worden.
Speelwaarde Het is nooit te vroeg om een baby aan te moedigen de bladzijden om te slaan. Wijs kleuren en vormen aan en hij zal hetzelfde doen. Laat hem eventueel een zacht boekje mee naar bed nemen om 'vriendjes’ mee te worden.
Badspeeltjes Emmertjes met gaten erin en een vergiet maken het baden tot een spel.
Speelwaarde Water is een buitengewoon fascinerend medium. Uw kleinkind kan emmers vullen en leeggieten, water schenken ep zeven. Doe een en ander voor om de nieuwsgierigheid te prikkelen en laat hem dan zelf experimenteren.
Active Centre Dit kan aan de spijlen van de box worden vastgezet. Hang het geregeld ergens anders neer.
Speelwaarde Draai- en schuifknoppen, trekkoorden en pieptoetsen leren de baby dat hij een reactie en geluid kan opwekken. Spiegeltjes leren hem zich te concentreren.
Klemspeeltjes Deze zijn in de plaats gekomen Van het koord met grote kralen of beestjes boven de wandel- wagen. U klemt deze aan de voorkant van het babystoeltje of de buggy vast. Koop er eventueel twee, voor de variatie.
Speelwaarde De baby kan ze aanraken en bewegen en zal weldra leren dat ze ronddraaien bij aanraking. Misschien gaat hij er later tegen babbelen.
Papier en waskrijt Speelwaarde Kies voor dik, niet-giftig waskrijt en grote vellen papier Omstreeks 15 maanden genieten baby’s er echt van u eenvoudige, herkenbare vormen te zien tekenen. Ze zullen al gauw zelf strepen op papier gaan zetten en de verschillende kleuren uitproberen.
De schatkist Pak een schone mand of een afwasbak die zo groot is dat uw kleinkind niet met een alles kan zien wat erin zit - maar ook niet te groot. Doe daar een aantal veilige voor werpen in die uw kleinkind kan aanraken en onderzoeken. Bijvoorbeeld houten lepels, plastic blokken, verschillende kleine lapjesstof, zoals katoen, rib, vilt, houten gordijnringen, kleine plastic doosjes, maatbekers die in elkaar passen, een handspiegel. Zo'n schatkist bevat iets van de volwassen wereld waar uw kleinkind zo dol op is. Waarom denkt u immers dat hij zo graag met uw autosleutels of de afstandsbediening speelt? Stop af en toe wat nieuwe voorwerpen in de schatkist om het interessant te houden.
3
Wat vinden peuters leuk? Spelletjes, speelgoed en bezigheden voor actieve peuters Uiteraard wilt u de tijd dat uw kleinkind bij u is - of dat nu vaak is of maar af en toe - op een leuke ma nier doorbrengen. Wát u met uw kleinkind doet, is natuurlijk afhankelijk van de omstandigheden en uw conditie. Gelukkig zijn peuters al tevreden met eenvoudige bezigheden binnens- en buitenshuis. Die hoeven niet duur of ingewikkeld te zijn. Kinderen leren het meest door anderen na te doen en de wereld om hen heen te verkennen. Door met uw kleinkind bezig te zijn, stimuleert u dus ook zijn fysieke, mentale en sociale vaardigheden. Kies voor activiteiten die geschikt zijn voor de leeftijd en ontwikkelingsfase van uw kleinkind (zie verderop). Bedenk dat peuters vaak over een schijnbaar tomeloze energie beschikken; ze kunnen daardoor behoorlijk veeleisend en vermoeiend zijn. Besef ook dat ze zich niet lange tijd achtereen kunnen concentreren en zich snel vervelen. Bij sommige spelletjes weten ze echter van geen op houden. Zorg voor verschillende activiteiten en wissel door de dag heen actieve en rustige bezigheden met elkaar af. Buitenshuis Wandelen is een van de leukste en eenvoudigste activiteiten die u met uw kleinkind kunt ondernemen. Wellicht wil hij zodra hij kan lopen niet meer in de buggy zitten. Wilt u niet het risico lopen hem te moeten dragen, neem de buggy dan toch mee. Afhankelijk van de route en de drukte op straat kunt u overwegen hem een tuigje aan te doen. Moet u op een afgesproken tijd ergens zijn, houd er dan rekening mee dat er onderweg veel getreuzeld zal worden. Wijs uw kleinkind op vogels en honden of op artikelen in de etalages van de winkels. Misschien ziet hij onderweg allerlei mooie stenen, schelpen, veren, bladeren of pijnappels liggen. Laat hem die meenemen naar uw huis. Zit uw kleinkind vaak in de auto, dan zal een reisje met bus of trein een feest voor hem zijn. Neem hem ook eens mee naar een kindvriendelijk eethuisje, waar hij zelf iets t( eten of drinken mag uitkiezen. Veel peuters vinden het leuk om in de tuin te werken. Geef hem een eigen lapje grond, een harkje en een schepje. Misschien hebt u nog wat zaadjes die hij mag planten of kan hij u helpen de bladeren bijeen te harken. U kunt een schommel voor hem ophangen, een speelhuisje maken of een zandbak of zwem badje voor hem neerzetten. In weer en wind Peuters moeten zich buiten kunnen uitleven, ook als de zon een keer niet schijnt. Zorg dus voor warme kleren en ga naar buiten - tenzij het echt hondenweer is. Zelfs een korte wandeling is de moeite waard. Veel kinderen vinden het heerlijk op regenachtige dagen met hun laarsjes door de plassen te stampen. Wijs uw kleinkind op de grillige wolken of de weerspiegeling daarvan in de plassen. Als er sneeuw ligt, kunt u met uw kleinkind gaan sleetjerijden. Maak samen een sneeuwpop, ga ijspegels zoeken of laat hem helpen het pad schoon te vegen. Binnenshuis Huishoudelijke voorwerpen zijn vaak goed voor urenlang speelplezier en er zijn talloze dingen die u binnen kunt doen. Betrek de peuter bij uw bezigheden en praat met hem. Is hij oud genoeg om u te begrijpen, verzin dan korte verhaaltjes waarin hij de hoofdrol speelt. Ook grappige liedjes of onzinnige rijmpjes zal hij prachtig vinden.
4
Helpen Vanaf een jaar of anderhalf doen kinderen niets liever dan anderen nabootsen. U 'helpen' met stof afnemen, de vaat afdrogen of de auto wassen is voor een peuter één groot feest. Hij voelt zich daarbij erg groot en leert er bovendien van. Benoem bij het afstoffen de verschillende meubels. Laat hem bij het afdrogen het verschil zien tussen de grote en de kleine borden of tel samen de lepels of vorken. Spelen met water Laat uw kleinkind zijn eigen theeserviesje of wat bestek afwassen. Zorg dat er geen scherpe of breekbare voorwerpen bij liggen. Zet een teiltje water voor hem neer met plastic spullen als lege flessen, voorraadbakjes en bekertjes. Met water, zeepsop en een tot een ring omgebogen pijpenrager of een stukje geplastificeerd ijzerdraad kan hij heerlijk bellenblazen. Doen alsof Met een aantal eenvoudige hulpmiddelen als kartonnen dozen, gordijnen, dekens en kussens kan uw kleinkind - gezeten in een hoekje van de kamer - zichzelf en u urenlang vermaken. Ook zal hij het prachtig vinden u 'op de thee' te vragen. Met een steelpannetje en een paar pollepels kan hij 'koken'. Wat blikjes, lege verpakkingen en plastic flessen zijn prima attributen voor een winkeltje. Creatieve bezigheden Denk bijvoorbeeld aan: kettingen maken van gedroogde deegwaren; tekenen of Vingerverven op kranten- of behangpapier; met een kinderschaartje plaatjes uit tijdschriften knippen; met een houten lepel op een steelpannetje of doos 'trommelen'; rammelen met een goed afgesloten bakje met daarin gedroogde peulvruchten. Andere activiteiten Sommige bezigheden blijven kinderen tot in hun kleuterjaren of nog langer beoefenen. Zich verkleden, tekenen en kokkerellen zijn voorbeelden van vaardigheden die ze door de jaren heen zullen verfijnen en perfectioneren Boeken voor peuters Kinderen kunne eigenlijk niet vroeg genoeg met lezen in aanraking worden gebracht. De meeste zijn al op jonge leeftijd graag met boekjes in de weer. Komt uw kleinkind op bezoek, vraag de ouders dan wat van zijn lievelingsboeken mee te nemen. Maak er een gewoonte van ten minste een keer per dag rustig met hem in een boekje te bladeren. Een paar minuten is al genoeg. Kijk naar de plaatjes of lees een verhaaltje voor. Misschien is het ook een leuk idee zelf wat kinderboeken aan te schaffen die dan ook bij u in de boekenkast blijven staan. Een boek is ook een heel aardig cadeautje. Voor peuters is er een grote verscheidenheid aan boeken. Er zijn er die geluid maken of waarbij je iets kunt bewegen, prentenboeken die uitnodigen tot een gesprek en natuurlijk sprookjesboeken en bundels met kinderliedjes, die u uw kleinkind kunt leren. Speelgoed uitzoeken Spelen is voor kinderen een leerzame bezigheid. Wilt u een speeltje voor uw kleinkind kopen, kies dan iets dat zijn vaardigheden vergroot. Door met verschillende soorten speelgoed te spelen leert hij vormen, maten en kleuren te onderscheiden. Variatie stimuleert bovendien de ontwikkeling van de fantasie en creativiteit, het ruimtelijk inzicht en de motoriek. Een goed stuk speelgoed past bij de leeftijd, het karakter en de ontwikkelingsfase van uw kleinkind. Koop dus geen dure porseleinen poppen of ingewikkelde treinen voordat uw kleinkind daar aan toe is. Kies bij voorkeur voor kleurig speelgoed dat op veel manieren te gebruiken is en uitnodigt tot spelen. Besef dat ook jongetjes het vaak best leuk vinden
5
om met een theeserviesje te spelen of achter een poppenwagen rond te lopen. Even goed zijn veel meisjes buitengewoon dol op constructiespeelgoed. Veiligheid Veel kinderen steken wanneer ze ongeveer een jaar oud zijn al niets meer in hun mond Andere gaan daar nog lang mee door. Het is dan ook goed dat er veiligheidsregels voor speelgoed zijn. • Koop alleen speelgoed van bekende merken of met een veiligheidskeurmerk. Let vooral goed op bij tweedehands spullen of speelgoed dat u op een markt koopt; deze voldoen niet altijd aan de veiligheidseisen. • Neem voor de aankoop een speeltje uit de verpakking en controleer of het stevig genoeg is • Neem een tekst als 'Niet geschikt voor kinderen onder de drie' of een symbool met dezelfde betekenis serieus. • Controleer het speeltje op scherpe randen en losse onderdelen. Driftbuien Kinderen van een tot vier hebben vaak last van driftbuien. Twintig procent van alle tweejarigen heeft er elke dag wel een. Vaak gaat het om korte uitbarstingen die snel weer over zijn. Sommige kinderen hebben echter regelrechte woedeaanvallen. In het ergste geval gooien ze zich gillend en schoppend op de grond of gaan met dingen gooien. Heeft uw kleinkind in het bijzijn van zijn ouders een driftbui, houd u dan afzijdig. Kom niet aanzetten met kritiek of adviezen. Natuurlijk bestaat de kans dat hij bij u een driftbui krijgt - al zal dat minder vaak het geval zijn. Probeer de oorzaak van zijn drift te achterhalen. Ga situaties die een aanval kunnen uitlokken zo veel mogelijk uit de weg. De kans op een driftbui is groter als een kind moe is, honger heeft of erg opgewonden is. Vaak ontstaan ze doordat hij zijn zin niet krijgt of iets moet doen wat hij niet wil. Ook frustratie om zijn beperkte mogelijkheden kan een kind driftig maken. Hoe u het beste kunt reageren, hangt af van de leeftijd en het temperament van het kind. Hebben zijn ouders een geschikte methode gevonden, volg die dan. Blijf in elk geval rustig en ga niet slaan of dreigen. Probeer het kind ook niet om te kopen. Wellicht kunt u een dreigende bui afwenden met afleidingstactieken. Gerichte vragen ('Gaan we naar het park of wil je verven?') werken beter dan open vragen ('Wat zullen we gaan doen?'). Werkt dit niet, probeer hem dan te negeren, zet hem in een andere kamer tot de bui over is of ga zelf de kamer uit. Dan heeft hij in elk geval geen publiek. Krijgt uw kleinkind elders een driftbui, dan moet u een keuze maken: wachten tot de bui is overgewaaid of hem optillen en weglopen. Knuffelen werkt soms ook goed. Is de bui over, zeg hem dan dat u zijn gedrag niet leuk vond, maar dat u nog steeds van hem houdt en laat het verder rusten. De ontwikkeling van uw kleinkind Ongetwijfeld vindt u het geweldig om te zien hoe uw kleinkind zich bepaalde vaardigheden eigen maakt. U mag hem daarin echter niet met andere kinderen vergelijken. Elk kind ontwikkelt zich namelijk in zijn eigen tempo en de verschillen daarbij kunnen enorm zijn. Toch zijn er vaardigheden die de meeste kinderen op een bepaalde leeftijd wel beheersen. Hieronder vindt u per leeftijdscategorie enkele richtlijnen en suggesties voor speeltjes en activiteiten. Bedenk dat deze vaak voor meerdere leeftijdsgroepen geschikt zijn.
6
Lichamelijk 15 Maanden -1,5 jaar
Mentale en sociale vaardigheden
Geschikt speelgoed
Schuifelt langs meubels of los door de kamer Gaat op onderzoek en is 'voor alles in'. Kan met een bal gooien en een groot stuk speelgoed wegduwen. Kan twee blokjes op elkaar zetten. Begint op stoelen en de
Brabbelt en zegt enkele woordjes. Kan driftbuien hebben. Loopt met speelgoed rond. Kent lichaamsdelen als neus en oren. Begrijpt eenvoudige opdrachten als 'doe de deur dicht'. Kan eenvoudige vormen in
Op deze leeftijd raakt een
trap te klimmen Drinkt
de vormenstoof doen of
zonder morsen uit een
eenvoudige puzzels
beker en eet zelf met een
maken.
lepel.
Geschikte bezigheden
Een zachte bal weggooien en laten ophalen; kind gefascineerd door de eenvoudige liedjesspelen wereld om hem heen. Een als patertje-langs de kant; elkaar kruipend achterwandeling wordt vaak een volgen; verstoppertje; het verkenningstocht, waarbij kind bij de handen pakken en samen op de muziek planten en dieren de dansen; zandbak; met aandacht trekken. water spelen; torens Babyboekjes; vormenstoof bouwen en omgooien; in - goed voor de fijne boekjes kijken; met kleurkrijt tekenen; met motoriek; stapelspeeleen pollepel op pannen goed; speelgoed dat geslaan. luid maakt, zoals een trommel; houten blokken; speelgoed om te duwen of te trekken - goed voor zijn evenwicht; speelgoedtelefoontje om het praten te stimuleren; tekenspullen; grote zachte ballen; handtas of doos met veilige, interessante spulletjes die hij kan onderzoeken.
1,5-2 Jaar Loopt met zekere tred Kan misschien al rennen Klimt op stoelen. Hurkt zonder te vallen om iets op te pakken Loopt met hulp de trap op Schopt tegen een bal zonder te vallen.
Mentale en sociale vaardigheden Zegt enkele woordjes achter elkaar. Wijst dingen aan in boeken. Doet volwassenen na Zegt het liefst 'nee'. Probeert mee te zingen met kinderliedjes Krast graag op papier. Kan heel ondernemend en eigenzinnig zijn. Draait deksels los en opent deuren. Trekt eigen sokken en
Geschikt speelgoed
Geschikte bezigheden
Theeserviesje om te
Een bal wegschoppen of -
imiteren; bouwstenen;
rollen; tikkertje; huis-
prentenboekjes met
houdelijke activiteiten als
eenvoudige verhaaltjes;
vegen en stof afnemen;
blik en veger of andere
eenvoudige puzzels doen;
huishoudelijke stof
doen alsof, bijvoorbeeld
afnemen; eenvoudige
thee zetten; met elkaar
puzzels; voorwerpen voor
'bellen'; kinderliedjes
kinderen; speelgoed met
zingen; eenvoudige
kindermuziekje; papier en
verhaaltjes voorlezen;
potloden;klei; eenvoudige
liedjes met eenvoudige
poppen; simpele puzzels;
handelingen; door water-
ballen; speelgoed op
plassen stampen; de
wieltjes.
eendjes voeren.
schoenen uit
7
2-3 Jaar Kan goed rennen. Schopt flink tegen een bal. Springt. Klimt op eenvoudige speeltoestellen
Mentale en sociale vaardigheden
3 Jaar
Mentale en sociale vaardigheden
Wordt steeds handiger met klimmen. Kan met een driewieler bochten nemen Kan op zijn tenen staan en springen. Schopt met kracht tegen een bal. Danst Vangt een bal met twee handen. Bouwt een toren van negen blokjes Knipt met een kinderschaartje
Zingt mee met kinderliedjes. Woordenschat neemt toe; maakt hele zinnen. Tekent cirkels en lijnen na Kent enkele kleuren. Kan tot vijf tellen. Is overdag doorgaans droog. Helpt met aankleden Is overdag doorgaans droog Helpt mee met aankleden
Veel vragen over wie, wat en waarom - grammatica soms nog gebrekkig. Kent enkele kinderliedjes of -versjes. Telt tot tien. Tekent poppetjes met hoofd. Kent naam, leeftijd en geslacht. Eet met vork en lepel Heeft soms denkbeeldige vriendje.
Geschikt speelgoed
Geschikte bezigheden
Vingerverf; speelhuisje; speelgoed om te duwen en op te rijden; gemakkelijke legpuzzels; constructiespeelgoed; eenvoudige klimtoestellen; emmer en schepje; poppen en beren.
Muziekspelletjes; naar een park gaan met speeltoestellen voor peuters; met emmer en schepje naar het strand gaan; spullen in een karretje doen en dat voorttrekken; eenvoudige balspelen; puzzelen; rollenspelen; zich verkleden; verven; verhalen vertellen; stempelen met aardappels; speelgoed of een lekkernij verstoppen en laten zoeken.
Geschikt speelgoed
Geschikte bezigheden
Verkleedkleren; kinderschaartje en tijdschriften om in te knippen; kleurboeken; speelgoedgereedschap; driewieler of skelter; handpoppen; speel-goed boerderij; poederverf met dikke verfkwasten; school-bord met bordkrijt; keukenspullen; doktersspullen; gereedschapsset; eenvoudige muziekinstrumenten; boodschappenmandje; dingen als handtassen en kunstbloemen (let op kleine onderdelen)
Helpen met bakken; tuinieren; zich verkleden; met de driewieler buiten rijden; eenvoudige kaartof bordspelen; plaatjes uitknippen; kleien; met de bal spelen; plaatjes inkleuren; deegwaren of stukjes papier opplakken; verven met uitgesneden groentestempels; rollenspelen; tochtje naar de bibliotheek; activiteiten in de natuur.
8
Wat dragen peuters? Kleren uitzoeken voor uw kleinkind Zoals zoveel grootouders vindt u het waarschijnlijk leuk om kleertjes voor uw kleinkind te kopen, vooral als u zelf alleen dochters had en uw kleinkind een jongen is, of andersom. Toen uw eigen kinderen nog klein waren, had u wellicht min-der te besteden en was er veel minder keus. Tegenwoordig is het kleding aanbod voor kinderen gigantisch. Het zal dan ook niet gemakkelijk zijn iets geschikts te vinden. Helemaal moeilijk wordt het als u op grote afstand woont en niet weet wat uw kleinkind doorgaans draagt of wat hij al heeft. Ook de goede maat uitzoeken kan in dat geval nogal lastig zijn. Soms wordt de lengte van het kind als maat gehanteerd, soms de leeftijd. Informeer altijd bij de ouders welke maat hun kind heeft en wat voor kleren hij nodig heeft.
Praktische kleren Waarschijnlijk draagt uw kleinkind meestal praktische kleren als sweaters, T-shirts en tuin- of gewone broeken. Die zijn goed bestand tegen het actieve leven van een peuter makkelijk te wassen. Misschien staat u te popelen om uw kleindochtertje in een kanten jurkje te r steken, of uw kleinzoontje in een pantalon met een vestje en een stropdas. Dergelijke kleding wordt echter alleen bij speciale gelegenheden gedragen. Voor veel ouders is het onderhoud te tijdrovend; ze moeten met de hand worden gewassen of chemisch worden gereinigd. Ook zijn dergelijke kleren vaak kost-baar en van een peuter kan echt nog niet worden verwacht dat hij zuinig is op zijn kleren. Wilt u toch 'speciale' kleding kopen, besef dan dat chique zomerkleren vaak gemakkelijker te was-sen en te drogen zijn dan winterkleren. Hoedjes en petten worden in zomer en winter en zowel door jongens als meisjes gedragen. Misschien vindt uw kleinzoon een blitse honkbalpet (die hij achterstevoren kan dragen) het einde. Draagt uw kleindochter graag jurkjes, dan vindt ze een strohoedje wellicht heel leuk. Houdt u van breine – met de hand of met een breimachine dan kan zelf truien maken een dankbaar karwei zijn. Vooral truien met dieren of stipfiguren erop zijn geliefd. Besef wel dat sommige figuren snel 'uit' kunnen raken. Het beste kunt u machinewasbare wol of katoenen breigaren gebruiken Beide zijn in talloze kleuren verkrijgbaar. Schoenen Voor jonge voetjes is goed passend schoeisel heel belangrijk. U kunt dus alleen schoenen kopen wanneer uw kleinkind bij u is. Dan kan hij ze meteen passen. Kinderen groeien snel uit hun schoenen. Toch mogen zelfs schoenen die er nog goed uitzien niet aan een volgende kind worden doorgegeven. Schoeisel vormt zich nu eenmaal naar de voet van de drager. Misschien geeft u de voorkeur aan leer. Weet dan dat veel kinderen tegenwoordig gympjes of sportschoenen dragen. Die zijn goedkoper en ook goed. Wellicht vindt u het leuk om samen met uw kleinkind naar de schoenwinkel te gaan. Kies daarvoor een tijdstip dat het niet te druk is en ga af op de wensen van de ouders. Hebben die om sportieve stappers gevraagd, laat u dan niet verleiden tot een paar chique schoenen. Vindt u in de eerste winkel niet wat u nodig hebt, ga dan naar een andere winkel. Wanneer u ook daar niet slaagt, kunt u het beste eerst de reactie van uw kleinkind peilen. Het ene kind wil zonder nieuwe schoenen beslist niet naar huis; het andere kind vindt winkelen saai en heeft een hekel aan passen.
9
Kleren kopen Kunt u geen keuze maken uit het overweldigende aanbod, werp dan een blik op onder staande richtlijnen. * Kleren moeten veilig en praktisch zijn. Koop geen kleren met een koord in de capuchon. Dat kan de nek afknellen. Is uw kleinkind nog niet zindelijk, let er dan op dat de luier gemakkelijk te verwisselen is. Voor een zindelijk kind zijn elastische taillebanden gemakkelijker dan ritsen en knopen. * Koop geen kleding die maar net past, ook al is het een koopje. Kinderen groeien namelijk snel. Kies T-shirts en sweaters gerust iets te ruim. Dan heeft uw kleinkind er langer plezier van. * Hebt u beloofd kleding te kopen voor een speciale gelegenheid, let dan extra goed op de maat. Dat voorkomt teleurstelling. * Hebben de ouders het niet breed, koop dan bijvoorbeeld kleurige hemdjes die ook als T- shirt kunnen worden gedragen. * U kunt uw kleinkind verrassen met 'trendy' kleding, bijvoorbeeld met stripfiguren er op. Kies de juiste maat. Dan kan het kledingstuk meteen worden gedragen. Besef dat dergelijke kleren doorgaans snel uit de mode zijn. * Kinderen die zindelijk zijn, beschouwen het krijgen van ondergoed vaak als een teken dat ze 'groot' zijn. * Misschien vindt u donkere kleuren voor een kind niet zo geschikt. Toch zouden ze uw kleinkind heel goed kunnen staan. * Kleren die u bij een landelijke keten koopt, zijn gemakkelijk door de ouders zelf te ruilen als ze niet passen. * Koop nachtgoed, sokken, sweaters en T-shirts in de uitverkoop, ook als ze nog een maatje te groot zijn. Dergelijke spullen kunt u gemakkelijk voor later bewaren. * Houd als vuistregel aan dat kleding voor kinderen bovenal stevig, praktisch en goed wasbaar moet zijn.
10
Helpen met Zindelijkheid Zo snel mogelijk van die bergen luierwasgoed af zijn, daar ging het vroeger om. Zodra een kind goed kon zitten, werd hij op het potje gezet. Tegenwoordig gaan we daar gemakkelijker mee om Tien belangrijke regels 1. Het kind moet het verband begrijpen tussen het lichamelijke signaal van blaas of darmen en de urine of ontlasting die zijn lichaam verlaat. 2. Sommige kinderen lopen of praten eerder dan andere. Dat wil echter niet per definitie zeggen dat ze ook eerder aan het potje toe zijn. 3. Begin op zijn vroegst met zindelijk maken wanneer het kind anderhalf jaar tot twee jaar oud is. Sommige kinderen zijn er pas tegen hun derde verjaardag aan toe. Meisjes zijn vaak iets eerder zindelijk dan jongens. 4. Geen enkele methode werkt bij alle kinderen even goed. 5. Sommige kinderen leren sneller dan andere. Ga niet vergelijken. 6. Misschien kan uw kleinkind niet plassen op een onbekende po of wc. 7. Jonge kinderen kunnen -hun plas - ook al voelen ze die wel aankomen - nog niet ophouden. 8. Ook kinderen die al zindelijk zijn, kunnen nog wel eens een ongelukje hebben. Maak daar geen probleem van. 9. Een kind dat overdag droog is, is dat 's nachts vaak nog niet. Volkomen gezonde kinderen kunnen jarenlang last hebben van bedplassen. 10. Gaat u met uw kleinkind op stap, neem dan voor de zekerheid altijd schone kleren mee.
Nog niet zo lang geleden werd het kind al voor zijn eerste verjaardag regelmatig op het potje gezet. Men vond het normaal dat een kind op anderhalf- tot tweejarige leeftijd zindelijk was. Tegenwoordig denkt men daar anders over. Bij een heel jong kind ontlasting of urine 'opvangen' wordt niet als zindelijkheidstraining beschouwd. Het bewijst alleen dat de ouders goed kunnen observeren. Het poepen en plassen is nog een reflexbeweging. Wordt hij in dat stadium op een potje gezet, dan is de kans groot dat hij zich tegen de dwang verzet. Met frustratie en stress bij ouder en kind als gevolg. Vindt u dat uw kleinkind de leeftijd heeft bereikt waarop hij, in elk geval overdag, droog zou moeten zijn, kom dan niet met kritiek of vergelijkingen met andere kinderen. Bent u actief bij de zindelijkheidstraining van uw kleinkind betrokken, volg dan de aanwijzingen van de ouders op en trek één lijn met hen. Ook moet u uiteraard weten met welke woorden uw kleinkind aangeeft dat hij op het potje wil. Tips voor zindelijkheidstraining Een ontspannen houding is heel belangrijk als u actief bij de zindelijkheidstraining betrokken bent. Hetzelfde geldt wanneer uw kleinkind bij u thuis in zijn broek plast. Houd bij het zien van een natte plek op uw nieuwe vloerkleed of de bank uw ergernis voor u. Als u boos wordt, maakt u hem misschien bang. De kans bestaat dat hij dan helemaal niet meer op het potje durft. En een goed contact met uw kleinkind is immers belangrijker. Maak de natte plek zonder ophef schoon en zeg alleen dat hij de volgende keer om het potje moet vragen.
11
Komt uw kleinkind logeren, vraag de ouders dan zijn potje mee te nemen. Of ga er samen een kopen, speciaal voor bij u. Let er bij aanschaf op dat de po stevig staat. Voor jongetjes is een spatrand onontbeerlijk. Is de po niet in gebruik, zet hem dan voor het grijpen in een warme kamer. Zet hem bij gebruik zo mogelijk op een afwasbare ondergrond. Eventueel kunt u een stuk zeil op het tapijt leggen. Zorg dat u altijd weet waar de po is, ook wanneer uw kleinkind de gewoonte heeft ermee aan de wandel te gaan. Anders bent u hem misschien kwijt wanneer hij eindelijk een keer aangeeft hem nodig te hebben. Dat zou bijzonder frustrerend zijn. * Stimuleer het kind na elke maaltijd even op het potje te gaan zitten. Doe dat ook enkele malen verspreid over de dag. Dwing hem niet! Prijs hem wanneer hij iets in het potje heeft gedaan. * Oefenluiers kunnen als een broekje omlaag en omhoog worden getrokken. Ze geven het kind het gevoel dat hij al bijna 'groot' is. Wanneer uw kleinkind bijna zindelijk is, kunt u hem misschien verblijden met speciaal ondergoed. * Alle kinderen leren uiteindelijk hun blaas- darmspieren beheersen, de een sneller dan de ander. De kans is echter klein dat uw kleinkind wanneer hij naar school gaat nog luiers draagt.
Met een peuter aan tafel Tien gouden regels 1. Dwing een kind niet, koop hem niet om en word niet boos als hij niet wil eten. 2. Toon u niet bezorgd als hij niet eet. 3. Wees niet beledigd wanneer hij uw zorgvuldig bereide maal afwijst en liever een kant-en-klare maaltijd of friet met een kroket eet. 4. Verwacht van een peuter geen perfecte tafelmanieren. Leg kranten op de grond. 5. Gebruik geen snoep of koek om uw kleinkind om te kopen of te belonen. 6. Schep kleine porties op. Hij kan altijd om meer vragen. 7. Is uw kleinkind wat ouder, betrek hem dan bij het uitzoeken en bereiden van de maaltijd. 8. Ga niet tegen de 'snoepregels' van de ouders in. 9. Mijd producten waarin een kind zich kan verslikken: hele noten, grote stukken vlees. 10. Zorg dat het kind zich niet voldrinkt aan vruchtensap. Geef geen thee bij de maaltijd; die belemmert de ijzeropname.
Zenuwachtig worden door slecht of weigerachtig eetgedrag van je kind is nergens voor nodig. Het komt bijna altijd vanzelf goed. Wat je als kleuter eet, heb je voor je leven beet: de titel van een informatiecampagne in België die ouders moet aanzetten hun kinderenbeter te laten eten. De actie was opgezet na onderzoek van de Universiteit Gent. Meer dan 70 procent van de Vlaamse kleuters krijgt geen dagelijkse portie groente en meer dan de helft eet niet dagelijks fruit. In Nederland is het al niet veel beter. zegt het RIVM: de richtlijn voor fruit (anderhalf ons per dag) wordt door nog geen derde van de kinderen gehaald en die voor groente (50-100 gram
12
voor peuters en 100 tot 150 gram voor 4- tot 8-jarigen) door 19 respectievelijk 0,1 (!) procent. 9 procent van de kinderen eet twee keer per week vis; een kwart eet nooit vis. Maar ja, krijg ze maar eens zo ver. En moet je je eigenlijk wel iets aantrekken van die verontrustende geluiden als werkelijk elke opvoedingsinstantie een sussende toon aanneemt als het om eetopvoedtips gaat (een bloemlezing daaruit staat hiernaast)? Hoe dan ook: het enige dat helpt is eten leuk maken. En dat kan best zonder ooit naar McDonald's te gaan. en ik spreek uit ervaring. De kookboekenmaffia heeft de markt natuurlijk ontdekt: het ene na het andere boek over koken met kinderen en koken voor kinderen ziet het daglicht. Volslagen onzin meestal. Te ingewikkeld, te veel gedoe, te onzinnig wat versieringen en exotische uitspattingen betreft. Zo is daar het zojuist verschenen Nog een beetje (met woordspeling en al, inderdaad), dat kleuter moet `helpen koken met al hun zintuigen'. Het boek staat vol met zoetgevooisde tips die ervoor moeten zorgen dat kinderen hun ogen en oren en smaakpapillen leren gebruiken. Alsof ze dat niet vanuit zichzelf doen als ze de kans krijgen. 'Kijk naar de vormen en kleuren van je slaatje en je krijgt er echt wel trek in!' `Voel je hoe anders groenten worden als je ze van hun jasje ontdoet?' Gewoon een beetje laten helpen bij het bereiden van de dagelijkse kost is meer dan genoeg om de sluizen van vragen en opmerkingen en ervaringen open te zetten. Nog enkele tips Gezellig Hoe laat je een kind goed eten? Zorg er in de eerste plaats voor dat het gezellig en ontspannen is aan tafel. Zo wordt `eten' geassocieerd met `een fijn moment van de dag'. Zet radio en televisie uit, haal spelletjes en leesvoer van tafel en geef even echt aandacht aan elkaar. Dit is niet de tijd voor het bespreken van volwassenenproblemen. Afruimen Dring niet aan op bord-leegeten onder het motto ‘dat is gezond’, voer niet, zet geen bezorgd gezicht op. Als iedereen klaar is met eten en het kinderbord is nog niet leeg, ruim dan gewoon af, met een houding van graagof-niet en volgendekeer-beter. Straf Dreig niet met straf als het bord niet leeg raakt, en beloon het ook niet (met bijvoorbeeld een extra soepstengel of een tweede opschepbeurt met het toetje) als dat wel gebeurt. Dat leert het kind dat eten iets moeilijks en lastigs en naars is dat overwonnen moet worden. En het zadelt de ouder op met een situatie waarin goed gedrag moet worden gekocht.
Betrekken Betrek je kind bij de maaltijd Boodschappen helpen doen. Samen koken. Tafel dekken. Zelf opscheppen. Zet evenwichtige en gevarieerde voeding op tafel en zorg dat er wat te kiezen valt: welke van deze twee groenten? Gekookt of gebakken ei? Geen open vragen als `wat zullen we vandaag eten? Wel ditjes en datjes op tafel: schaaltjes met wat schijfjes komkommer, stukjes wortel, maïs, volkoren macaroni, een hardgekookt ei, ham, blaadjes sla, ed. Klein beetje Schep kleine beetjes op. Kleine porties zijn te overzien. Een keer extra opscheppen kan altijd nog. Op tijd Soms is een kind gewoon te moe of te opgewonden om te eten. Eet dus niet te laat. Aankondiging Zeg niet: „Eten! Nu!", maar kondig een minuut of tien van tevoren aan dat het bijna etenstijd is. Dat schept rust. Dan kan het kind even doorgaan en misschien iets afmaken of afronden. Anders begint de maaltijd al met onwil en irritaties. Tussendoortje Een kind met weinig eetlust? Hou de tussendoortjes in de gaten. Zeker geen koekjes geven na een nauwelijks verorberde maaltijd. Geef geruime tijd voor de maaltijd niets te eten en niet te veel te drinken, zodat het kind echt trek krijgt. Liever honger en het groeiende besef van vaste eetmomenten. Stilzitten Kinderen kunnen meestal niet lang stilzitten. Verlang niet dat ze gezellig natafelen. Maak wel duidelijke afspraken, bijvoorbeeld pas van tafel als iedereen klaar is met eten. Nieuw Kinderen hebben meestal een `neofobie'. (neo - fo` bie («Grieks) de -woord (vrouwelijk) afkeer van al wat nieuw is ' Sta ze toe één hapje te proeven en zeg dat ze het mogen uitspugen als het vies smaakt. Eenmaal vies betekent niet altijd vies. Pas na gemiddeld acht tot negen keer proeven, herkennen en waarderen kinderen een nieuwe smaak. Laat ze dus een volgende keer opnieuw even proeven, eventueel in een andere vorm.
13
Bron: Friesch-Dagbla, Ria Kraa. Reades Digest
14