The juicy pineapple club
A bandit/love story
Inleiding: Dit toneelstuk noem ik een voorbeeld van:'Levend theater'. In het kort zal ik proberen uit te leg‐ gen wat ik met het begrip:'Levend theater' bedoel. Dit toneelstuk probeert het oude beeld, van spelers op het podium en het publiek in de zaal, te doorbreken. Niet door het publiek op het podi‐ um te zetten of de spelers in de zaal. Integendeel! Het leek mij een hele uitdaging om een toneel‐ stuk te schrijven voor: spelers, zangeres, orkest en publiek! Dus zowel de spelers als het publiek worden in een andere werkelijkheid geplaatst. In dit geval in een nachtclub rond 1946. Voor het publiek betekent dit dat ze voor hun gevoel naar een toneelstuk gaan. (Eigenlijk naar een tot le‐ ven gekomen film!) Voor de spelers betekent dit openstaan voor het publiek binnen de voorge‐ schreven rol! De moeilijkheid bij een toneelstuk als dit is het vastleggen in schrift. Dit omdat alles synchroon en/of door elkaar heen gebeurd! Daarom heb ik gekozen voor een systematische‐ chronologische schrijfwijze. Alle scenes zijn in feite allemaal op zichzelf staande toneelstukjes, die gelijktijdig worden ge‐ speeld.
[A] De personages: De hier aangegeven personen zijn een strikte minimum. De regie kan eigen believen dit aantal uitbreiden! Het orkest bestaat uit tenminste 8 spelers met veel blazers erin. Betty Swing, een zangeres Twee mannelijke backing‐vocals//dansers Het sigarettenmeisje, en het garderobemeisje Betty, een gast van de 'club' Alice, een gast van de 'club' George, een gast van de 'club' Peter, een gast van de 'club' Bert, een gast van de 'club' Susan, een gast van de 'club' Will, een gast van de 'club'
Pagina 3
John, een gast van de 'club' in het eerste bedrijf; In het tweede bedrijf vervult John de rol van ma‐ nager Hoofdober 1, Renée genaamd Hoofdober 2, Richard genaamd Kelner achter de bar Don Carmeleone, de plaatselijke Peetvader Dixie, het blonde niemendalletje van de Don De bodyguard van de Don, hij is zogenaamd 'doofstom' De kassajuffrouw, en de 'Pineapple club girl'
[B] Hoe ziet de zaalindeling eruit? Zoals je ondertussen al wel duidelijk zal zijn, is niet alleen het podium het speelvlak, maar de hele zaal. (Het podium is slechts een podium in een nachtclub!) ........................................................... .
PODIUM
PODIUM
PODIUM
PODIUM PODIUM
.
. .
.
1
.
........................................................... . ........
.
ORKESTBAK 2
. . 5 .
.
. .
..........................
.
. ........
.
.
.
. ...... .
|
|
.4 . .
.
.........|
|
.
.
. 6 .|
.
.
.
.........|
........
....
|
. 3 .
. .
||||||||||||||||||||||||.
|
.|
. .
........
. .
. 11 .
. .
.
.13.
14
...... .
|
. . .
.......... ........ . 8
. ......... . .
.
.
....... .
.
. 10 . . .
.
. .
....... .
.... ......... ......... |||||||||||||||| .
.
.
........ . 7 . ..........
. .
. .
.
. 9
|
.
.
.
|
.
.........
|
| 15
16
| |
…….
…..
Pagina 4
.
|||||||||....................
.
.
12
.
...........................................................
De nummers staan voor: [1] = Podium [2] = Orkestbak (wordt niet gebruikt) [3] tot en met [11] zijn tafels, waaraan wordt gespeeld. [12] = Garderobe [13] = Bar [14] = Dansvloer [15] = Speelruimte in de zaal [16] = In‐ en uitgang van de zaal Deze nummers zijn belangrijk omdat per scene de nummers worden afgehandeld!
[C] Het decor: [1] Het podium is versierd met spiegels en verschillende glimmende doeken. De grond is bedekt met een reflecterende vloer. (Alles in stijl volgens Amerikaanse traditie) Op het podium zit het orkest en zingt Miss Swing. [2] De orkestbak is 'leeg'. Hierin zitten ballonnen te wachten op hun optreden. [3] tot en met [11] De tafeltjes zijn voorzien van een kleedje, een schermerlampje (of een kaars), twee asbakken en bijpassende stoelen. [12] De garderobe
Pagina 5
[13] De tap is versierd met spiegels. [14] Boven de dansvloer hangt een kroonluchter. [15] Boven de ruimte hangt een tweede kroonluchter.
[D] De kleding: Aanpassen aan het jaar 1946!
[E] Belichting: Voor op het podium is dit afhankelijk van de act. (Dit zelfde geldt ook voor de zaal!) Alle bijzondere lichteffecten worden in de tekst vermeld.
[F] De muziek: Voor het toneelstuk maak ik gebruik van al reeds bestaande muziek die met name afkomstig is uit verschillende films. De betreffende nummers staan per scene aangegeven.
[G] Speciale effecten: Voor deze productie zijn een aantal speciale effecten een absolute noodzaak. Welke deze zijn, kunt u in de tekst terugvinden.
[H] Plaats van handeling: NEW YORK 1946 Belangrijk:
Pagina 7
Alles aanpassen aan de juiste sfeer, zodat het stuk een geheel wordt! Speel je rol niet alleen, maar wees je rol! Sta als speler open voor improvisatie, maar blijf binnen je rol en het plot! Gedraag jezelf zoals je personage dit ook zou doen! Gebruik de gegeven tekst als Rode draad en handleiding! Kom dus steeds terug naar de tekst. Bij het begin van het stuk zijn in de zaal aanwezig: De hoofdobers De kelner De leden van het orkest Het garderobemeisje Bij het begin zijn alle 'gasten' buiten de zaal in de foyer bijeen. (Gewoon als gasten onder het pu‐ bliek). De overige spelers zijn in de kleedruimten.
Scene 1: Het begin HET EERSTE BEDRIJF Lengte: 25 minuten Muziek: Uit de film: "New York, New York" 'Flip the dip'. 'V.J. Stomp'. 'Opus number one'. 'Game over'. 'It's a wonderful world'. 'Hazoy'. De deuren van de nachtclub: "The juicy pineapple club", gaan open. Mensen kopen een kaartje bij de kassajuffrouw. De kassajuffrouw is een jonge vrouw die netjes gekleed en over vriendelijk is. (Heel behulpzaam, uitleggend en begripsvol. Ze draagt een bril en heeft haar haar hoog opgesto‐ ken) Samen met hun ontvangstbewijzen, krijgen de gasten een programmaboekje. Een kelner contro‐
Pagina 7
leert de kaartjes zorgvuldig, vervolgens wijst hij de gasten de garderobe aan. De garderobejuf‐ frouw is een brutale vrouw die slechts werkt omdat het geld oplevert. Ze heeft een kauwgom in haar mond. Ze is gehaast en twijfelt vaak of ze wel het goede nummertje aan de gasten geeft. Ze trekt geregeld haar jurk goed. Als de gasten hun jassen hebben opgehangen worden ze, door een van de twee Hoofdobers, naar hun tafel begeleid. De hoofdober verwelkomt Iedere gast(en) met de volgende woorden:"Goedenavond meneer, mevrouw!// Namens de directie mag ik U verwelkomen in de 'Juicy pineapple club'// Staat U het mij toe om U naar Uw tafel te begeleiden// Wilt U mij volgen?// (Stilte) Is deze tafel naar wens?// Ik hoop dat U een plezierige avond zult beleven// Als U mij nu wilt excuseren". (En loopt weg)
[1] Het podium Het orkest begint te spelen zo gauw als de eerste gasten plaats hebben genomen aan hun tafeltje.
[2] Orkestbak Geen actie
[3] Tafel 3 Aan deze tafel komen Peter en Bert te zitten samen met publiek. Iets meer informatie over de karakters van Peter en Bert: Peter is een 23 jarige Amerikaanse soldaat. Hij is net terug uit Europa, waar hij tegen het Duitse leger heeft gevochten. Door het oorlogsgeweld is hij nog steeds een beetje aangeslagen en terughoudend. Bert is een 21 jarige bankemployé. Hij is niet naar het front geweest vanwege een zwakke rug. Hij praat graag en droomt ervan om zo vlug mogelijk te trouwen. Hij is wat je zou mogen noemen: Het vrolijke type. Het plan om naar een nachtclub te gaan was niet Peters idee. Hij vindt het zelfs verkeerd. Waar‐ om verkeerd? Omdat hij net terug is van het front, en omdat hij last heeft van een milde vorm van mensenvrees. Volgens Bert zijn dat juist twee hele goede redenen om wel te gaan. Peter: "Toch is het verkeerd om hier...".
Pagina 8
Bert: "Wat zit je nu te zeuren kerel!// Ik heb het je toch uitgelegd// Het is goed voor je!// En aan afwisseling is nog nooit iemand doodgegaan// Sleur is volksvijand nummer 1// Kijk maar eens naar onze ouwelui// Wandelende lijken zijn het!// Overleden op het moment dat ze zich overgaven aan het 'volwassen zijn'!" Peter: "Je begrijpt het niet// Ik ben net tien dagen terug uit Duitsland!// Mijn hoofd staat niet naar een gezellige avondje// Dat je dat niet begrijpt!// Ik begrijp dat niet// Echt niet!" Bert: "Zit er nog leven in je?// Ik bedoel: Heb je je lustgevoelens daarachter gelaten?// In Duits‐ land?// Ze hebben toch niet je weet wel geraakt!" Peter: "Het scheelde maar weinig of ik was daar helemaal gebleven". Bert: "Hoe heette ze?// Ilse?// Brunhilde?// Zeg mij de naam van je verovering!" Peter: "Er is daar oorlog geweest, die pas kortgeleden is afgelopen Bert!// Ik heb mijn vege huid geriskeerd voor de vrijheid!" Bert: "Lovend beste vriend, maar viel er niets te 'bumsen'?// Zo noemen die Duitsers dat toch:'Bumsen'". Peter: "Er viel niets te neuken// Daarvoor schoten ze teveel met scherp". Bert: "Ze zeggen dat die vrouwen wel heel bijzonder zijn// Ze moeten van die grote ti.....". Peter: "Alsjeblieft!// Doe me een lol en hou tenminste vijf minuten je mond// Door al dat gezwets van je, worden we er dadelijk ook nog uitgegooid!// En dat is wel het laatste waar ik zin in heb". Bert: "Het zal allemaal wel loslopen". Peter: "Gekken lopen los op de puinhopen van Dresden!" Bert: "Wat zeur je nu alweer?" Peter: "Niets// Het is een regel van een gedicht dat ik daar ergens heb opgevangen// Het is niets bijzonders". Bert: "Nee, zeg dat wel".
Pagina 9
Peter: "Wordt het druk?" Bert: "Ik denk het//Zie jij bekenden?" Peter: "Natuurlijk zie ik geen bekenden!//.Ik ben net tien dagen terug uit Duitsland". Bert: "Kom, kom, niet zo zwaarmoedig// Je bent maar drie jaar weg geweest". Peter: "Maar drie jaar....". (Stilte) Peter: "Heb je Susan nog wel eens gezien?" Bert: "Susan?// Over welke Susan heb je het?" Peter: "Welke Susan?!// Susan, het mooiste meisje van school!" Bert: "Je bedoelt die Susan op wie jij// verliefd was//.destijds". Peter: "Nog steeds// Al die tijd heb ik alleen maar aan haar gedacht// Zonder dat ze het zelf weet, heb ik het aan haar te danken dat ik nog steeds levend rondloop". Bert: "Heb je haar ooit iets vertelt over de gevoelens die jij voor haar koestert?" Peter: "Ik heb je het jou toch vertelt!// Is dat niet voldoende?// Ik heb je toch gevraagd om een oogje in het zeil te houden// Ik bedoel, een man die naar het front gaat// Sorry, laat ik mezelf even corrigeren: Een jongen die moreel gedwongen wordt om naar het front te gaan, kan een meisje toch niet vragen om hem al die jaren van onzekerheid trouw te blij‐ ven// En tien dagen geleden is een man teruggekeerd". Bert: "Prima, hartstikke tof!// Heb je ook geen dorst?" Peter: "Wat zou ik haar graag meenemen". Bert: "Ik heb wel dorst".
Pagina 10
Peter: "Alleen met zijn tweeën// Ergens op een verlaten strand// Hand in hand kijken naar het aanspoelende wier// Lijkt je dat niet romantisch?" Bert: "Het lijkt me heel romantisch// Alleen zou mijn moeder het nooit goed vinden als wij hand in hand langs het water lopen, om naar het aanspoelende wier te kijken". Peter: "Ik bedoel ook niet:Jij en ik!// Nee; ik samen met Susan". Bert: "Ook dat lijkt me romantisch// Jij en Susan, samen oplopend langs de kustlijn// Het zeewa‐ ter dat jullie verliefde voeten in het zilte zand vast zuigt// Het leer van je schoenen dat wit uitslaat// Het lijkt me heel romantisch!// Vooral vanavond// Vanavond staat er een was‐ sende maan// Allemaal heel romantisch!// Voor mij bestaan er maar weinig dingen die ro‐ mantischer zijn dan een wassende maan". Peter: "Heb jij een vriendin?" Bert: "Ik?// Volgende vraag". Peter: "Serieus// Heb jij een vriendin?" Bert: "Nee, jongen!// Tuurlijk niet!// Ik heb het te druk gehad,om Susan in de gaten te houden// Wat denk je dat ik blij ben, dat je weer terug bent!!// Nu kan ik tenminste ook een keer aan mijn eigen toekomst gaan denken". Peter: "Heeft ze veel verschillende mannen gezien?" Bert: "Nee, niet echt// In feite maar een// Mij". Peter: "Waarmee heb je het dan zo druk gehad?// Ik bedoel als ze alleen maar jou heeft gezien". Bert: "Pardon?!// Denk je dat het eenvoudig is om een aantrekkelijke jonge vrouw te beschermen voor vreemde welwillende mannen?// Zeer zeker niet!// We leven in een brutale, agressie‐ ve wereld!// Nemen wat je nemen kunt!// En omdat jij mijn beste vriend bent, heb ik mijn taak heel serieus genomen". (Stilte) Peter: "Hoe serieus?" Bert: "Niet 'zo' serieus, maar serieus genoeg".
Pagina 11
Peter: "Hoe serieus?" Bert: "Ik heb haar alles over jouw vertelt// Over je verliefdheid// Over je rare gewoonte om met je sokken aan te gaan slapen// Dat je het liefst onder de douche vrijt// En dat 'de jongen' haar niet durfde te benaderen, maar dat 'de man' om haar hand zou vragen!" Peter: "En wat zei ze?" Bert: "Ze begon hard te lachen// (Bert begint te lachen)// Sorry, ik maakte alleen maar een grap‐ je// Nee, ik heb haar niets dan goeds over je vertelt// En als je haar ziet, zul je zien dat ze nog bijna even onschuldig overkomt als destijds!// Alleen". Peter: "Alleen wat?" Bert: "Je moet niet vergeten dat het meisje van eens, een volwassen vrouw is geworden". Peter: "Een vrouw". (Peter droomt verder over Susan. En Bert kijkt nieuwsgierig rond. Hij is blij dat het hoofdstuk‐ je:'Susan' is afgesloten)
[5] Tafel vijf: John en Betty John zit samen met publiek aan tafel nummer vijf. Een stoel is gereserveerd. Iets meer informatie over John: John is een verlegen en zenuwachtig type. Hij werkt bij het bedrijf: 'General Products'. Een familiebedrijf dat zich heeft toegespitst op het maken van allerlei elektrische producten als bijvoorbeeld: IJskasten, diepvriezers, radio's, tele‐ foons, gloeilampen. De directeur van dat bedrijf is George Thomas. John is gehuwd maar onderhoudt een buitenechtelijke relatie met Betty. Het enige probleem is dat Betty de vrouw van zijn baas is. (Stilte. John kijkt ongeduldig in het rond. Het lijkt alsof hij naar iemand opzoek is. Hoofdober 1 begeleidt Susan naar tafel 5)
Pagina 12
Hoofdober 1: (tegen de mensen die aan tafel 5 zitten) "Ik veronderstel dat deze plaats nog niet bezet is?// Deze jongedame zou hier graag plaats willen nemen". John: "Hij is al bezet". Hoofdober 1: (Kijkt John verbaasd aan) "Hoe bedoelt U dat meneer?" John: "Zie je niet dat hij al bezet is?" Hoofdober 1: "Nee meneer, dat zie ik niet// Niet dat dat vanzelfsprekend een garantie is dat er ook daadwerkelijk niemand zit// Maar in dit geval denk ik dat ik er gerust vanuit mag gaan dat hier niemand zit". John: "Nee, dat kun je niet". Hoofdober 1: "Pardon?// Ik kan me niet herinneren dat iemand deze stoel heeft gereserveerd". John: "Daar zit de fout, beste man// De stoel is wel degelijk gereserveerd!" Hoofdober 1: "Kent U de betreffende persoon?" Susan: "De show gaat zo beginnen?!// Ik wil graag gaan zitten// Dadelijk mis ik alles". Hoofdober 1: " Het spijt me 'mevrouw'// Dit is me hoogst pijnlijk// Mijnheer, mag ik zo vrij zijn om te vragen voor wie U deze stoel bezet houdt?" John: "Nee, dat mag U niet". Hoofdober 1: "Pardon?" John: "Nee, U mag niet vragen voor wie ik deze stoel bezet houd!" Hoofdober 1: "Naar mijn mening drijft U het wel erg op de spits meneer". Susan: "De show gaat zo beginnen!// Kan ik niet ergens anders gaan zitten?// Het maakt me niet zoveel uit waar ik zit, zolang ik maar niets van de show mis". John: "Ziet U, haar maakt het verder niets uit".
Pagina 13
Hoofdober 1: "Het is mijn taak om hier de plaatsen te verdelen!// Mevrouw is niets meer dan een gast// Ieder het zijne meneer, anders kan ik mijn werk nooit fatsoenlijk afronden!" John: "U neemt Uw werk wel heel serieus". Hoofdober 1: "Dank U voor het compliment meneer". Susan: (Wijst naar tafeltje 6) "Waarom kan ik daar niet gaan zitten?" John: "Ze heeft gelijk// Waarom kan ze daar niet gaan zitten?" Hoofdober 1: "Meneer, U bedoelt het misschien allemaal goed// Daar geen kwaad woord over// Maar als ik het goed begrijp, houdt U deze stoel bezet voor iemand die U niet kent". John: "Ik ken de dame in kwestie weldegelijk!" Hoofdober 1: "En wie is die dame in 'kwestie' dan?" John: "U probeert mij uit de tent te lokken!" Hoofdober 1: "Heeft U een tent aan?" Susan: "Mag ik nu alsje...alsje...alsjeblieft gaan zitten?!" John: "Ooohhhhh!// Ik geloof dat de show gaat beginnen!" Susan: "Nee toch". John: "Gaan de lichten niet langzaam uit?" Susan: "Hij heeft gelijk!// Ik ga zitten!// De show begint!" Hoofdober 1: "Mevrouw, de show begint pas over tien minuten// En de lichten branden nog even fel".
Pagina 14
Susan: "Kan ik NU gaan zitten?!" Hoofdober 1: "Natuurlijk". (Hoofdober 1 werpt een 'vuile' blik naar John en begeleidt Susan naar tafeltje 6. Susan gaat zitten) (John kijkt ongeduldig rond. Hij is opzoek naar Betty. Hij kijkt in de richting van tafeltje 6 en ziet hoe Susan naar hem zwaait. Dan roept Susan keihard door de zaal heen) Susan: "IK ZIT PRIMA HIER!// VANAF HIER KAN IK ALLES OVERZIEN!" John: (Zacht) "Fijn!" (John draait zich af. Hij wil niet te veel de aandacht trekken. Voorzichtig komt Betty dichterbij en dekt de ogen van John af met haar handen) Betty: "Wie ben ik?" (John schrikt) Hoofdober 1: "Volgens mij bent U de mevrouw, die meneer niet zegt te kennen". John: "Betty?!// Je bent toch gekomen?" Hoofdober 1: "Zoals meneer ziet, is mevrouw Betty toch gekomen". John: "Neem toch plaats". Betty: "Heb je deze stoel voor mij bewaard?// Ondanks dat je wist dat ik eigenlijk niet zou ko‐ men?" Hoofdober 1: "Hij heeft de stoel met hand en tand verdedigd// Zo erg zelfs dat ik niet meer aan mijn normale bezigheden ben toegekomen". Betty: "Bent U altijd een dergelijke kleine etterbal of alleen als U werkt?" Hoofdober 1: "Mijn werk is mijn leven, mevrouw".
Pagina 15
John: "Nu je toch hier bent, kunnen we misschien ook al meteen iets bestellen". Hoofdober 1: "Zeer zeker niet// Ik ben perslot van rekening de hoofdober!" John: "Wat lust jij te drinken,Betty?" Betty: "Een Gin Fizz graag, met ijs". John: "Twee Gin Fizz met ijs, en neem zelf ook maar iets". Hoofdober 1: "Is het al het einde van de maand?" Betty: "Twijfelt U aan de creditwaardigheid van John?" Hoofdober 1: "Eerlijk gezegd wel". Betty: "Weet U wie ik ben?" Hoofdober 1: "U bent de dame die meneer niet kent// Verder heeft U niets herkenbaars// Het spijt me". Betty: "John vertel hem wie ik ben". John: "Laat nu maar Betty// Het is vervelend genoeg". Betty: "Schaam jij je voor mij?" John: "Nee, natuurlijk niet". Betty: "Dan zeg hem wie ik ben". (Stilte) John: "Dit is mevrouw Betty Thomas".
Pagina 16
Hoofdober 1: "Mevrouw Thomas?// De vrouw van meneer Thomas?" Betty: "Een logisch gevolg". John: "Haar man is de nummer 1 van General Products!" Betty: "Mijn John werkt voor mijn man als zijn persoonlijk assistent‐manager// Twijfelt U nog steeds aan onze creditwaardigheid?" Hoofdober 1: "Ik twijfel niet meer aan Uw creditwaardigheid// Het spijt me als ik U ook maar voor een ogenblik die indruk heb gegeven". Betty: "Maar?" Hoofdober 1: "Weet U zeker dat U vanavond niet liever bij Uw man zit?" John: "Bij je man?" Betty: "Is George hier?// Vanavond?// Maar dat kan helemaal niet// Hij zit in Zurich// Tenzij". Hoofdober 1: "De mijnheer aan tafel acht niet mijnheer Thomas is// Directeur van General Pro‐ ducts// Twee Gin Fizz was het toch?// Of liever iets sterkers?// Meestal verricht een dubbele Jack Daniels wonderen". John: "Betty//.Betty// Ik voel nattigheid". Betty: "Die twee Gin Fizz voldoen ruimschoots". Hoofdober 1: "Zoals mevrouw wenst". Betty: "Waar is tafel acht?" Hoofdober 1: (Hij wijst demonstratief) "Ziet U de dansvloer?// Het eerste tafeltje aan de lange zijkant is tafeltje acht!// Ziet U die meneer met dat zwarte haar en die zwarte snor?// Dat is Uw man". John: "Wilt U niet zo opvallend wijzen!// Niet iedereen hoeft te weten dat".
Pagina 17
Hoofdober 1: "Een employé met de vrouw van zijn baas uit is". Betty: "Wilt U nu onze drankjes gaan halen?!" Hoofdober 1: "Natuurlijk". (Loopt weg) John: "Kijkt hij Betty?// Ja, hij kijkt!!//O, alles is voorbij//.Betty help!" Betty: "Wie is die vrouw die bij hem is?" John: "Ik krijg hoofdpijn// Mijn ogen gaan al scheel staan// Betty laten we ergens ander naar toe‐ gaan". Betty: "Ken jij die vrouw?" John: "Welke vrouw?" Betty: "Die naast George zit". John: "Ik zie niks". Betty: "Dat komt omdat je ook niet kijkt". John(Kijkt): "Alice?// Alice!//.Alice?" Betty: "Alice?// Wie is in godsnaam Alice?" John: "Ze, ze is de directiesecretaresse". Betty: "Zij?!// Nou, knap is ze ook niet te noemen// Is ze getrouwd?" John: "Ja". Betty: "De man die haar heeft getrouwd, heeft beslist een slechte smaak qua vrouwen//. Vind je ook niet?" (Stilte)
Pagina 18
Betty: "Moet je toch eens kijken// Ze is dik op de heupen// Draagt een bril//En volgens mij loenst ze ook nog". John: "Alice loenst niet". Betty: "Jawel, ze loenst// Moet je eens kijken!// Als die niet loenst, dan weet ik het niet meer". John: "Ze loenst niet". Betty: "Kijk eens goed!// Je hebt haar nog niet een keer goed aangekeken!// Hoe kun je dan zeg‐ gen dat ze niet loenst?" John: "Ik weet het gewoon". Betty: "Sorry hoor, maar ik had toch wel verwacht dat mijn George meer smaak had!// Jij niet?" John: "Alice is mijn vrouw". (Stilte. Betty barst in lachen uit) Betty: "Jouw vrouw!?// Ik had het kunnen weten!" John: "Je zou jezelf kunnen afvragen// Er vanuit gaand natuurlijk dat ik een slechte smaak heb// Hoe het komt dat jij dan nu hier zit? // Heb je daar al aan gedacht, lieverd?" Betty: (Stopt met lachen) "Ik loens in ieder geval niet!" John: "Maar je bent wel dik op je heupen!// Want ik val voor vrouwen met dikke heupen!" Hoofdober 1: "Twee Gin Fizz met ijs, voor meneer en mevrouw". Betty: "Zet U het maar op de rekening". Hoofdober 1: "Welke rekening mevrouw?// Die van Uzelf?// Van meneer Thomas of van deze me‐ neer hier die claimt u niet te kennen?"
Pagina 19
Betty: "Op die van mijzelf". John: "Ik betaal wel contant". Betty: "NEE!!// Ik betaal". John: "Gelukkig ben ik altijd al een gemakkelijk te overtuigen man geweest". Hoofdober 1: "Immoreel als je het mij vraagt// Maar wie vraagt mij iets?" Betty: "Precies, niemand vraagt U iets". Hoofdober 1: "Dat het U mogen smaken" (Loopt weg) Betty: "Alsjeblieft John". (Geeft hem een glas) (Stilte) Betty: "Op onze gezondheid!// Vanavond is het feest!" John: "Hopelijk niet al te veel feest". (Ze proosten en drinken. Betty kijkt belangstellend rond. John houdt zenuwachtig tafel acht in de gaten)
[6] Tafel 6: Susan (Vanaf het moment dat Susan plaats heeft genomen. Ze zwaait naar John aan tafel vijf) Susan: "IK ZIT PRIMA HIER! VANAF HIER KAN IK ALLES OVERZIEN!" In het kort over Susan: Susan is een vlotte jonge vrouw die hopeloos verliefd is op Bert. (Tafel 3) Ze heeft Bert leren kennen in het ziekenhuis waar ze werkzaam is als een verpleegster. Ze is begin twintig, en woont in het verpleegstershuis.
Pagina 20
Haar kamer deelt ze met Will, die behalve een collega ook nog een goede vriendin is. Susan is vanavond naar de club gekomen om het optreden van Betty Swing te zien. Ze praat aan dit tafeltje gewoon tegen iedereen en niemand. Susan: "Ik geloof dat ik helemaal uit mijn bol ga!// Ik kan het nog steeds niet geloven: Betty Swing!// Hierin de club!// BETTY SWING, YOU'RE THE THING!!// Sorry hoor, maar ik ben helemaal verslaafd aan Betty// Ik heb iedere plaat van haar thuis op mijn kamer liggen// Ik ben een verpleegster, moet U weten// Een te gekke job// Soms wel iets aan de zware kant, maar over het algemeen helemaal te gek!// Ja, niet dat ik tot mijn zestigste wil blij‐ ven werken in het Lincoln hospitaal// U kent het Lincoln toch wel?// Het is werkelijk onge‐ lofelijk!// Betty Swing!// De show moet nu haast wel iedere moment gaan beginnen// Gelukkig had ik vanmiddag nog net voldoende tijd over om een kaartje te kopen// Tussen de middag heb ik meestal een pauze van bijna een uur// Ik zeg expres 'meestal', want ge‐ regeld schiet de lunch erbij in// Een spoedgeval// Personeelstekort// U kent dat wel// Tja en dat betekent dan: doorwerken!// De patiënt kiest perslot van rekening ook niet het moment van zijn aanrijding of hartaanval uit// Mij hoor je niet klagen, hoor!// Het is heel leuk werk// Geen slecht woord over het werk van een verpleegster// De lange dagen die je maakt betekenen alleen maar extra inkomsten// En het maken van lange werkdagen betekent ook dat je niets van al dat vele geld kunt opmaken// Maar van mij hoor je geen slecht woord over het ziekenhuiswezen// Het wonen in het verpleegstershuis is ook leuk// Soms jammer dat je je vriendje niet, na negen uur ‘s‐avonds, mee mag nemen naar je kamer// Het eten is ook niet echt geweldig// Mijn moeder kan echt goed koken// Ge‐ weldig gewoon weg!// Sheppard's pie met gepofte aardappelen, maisbrood en kaas!// Mijn lievelingskostje// Tuurlijk moet je zoiets niet verwachten als je in het Lincoln eet// Het eten is er prima hoor// Geen slecht woord erover// Alleen smaakt een aardappel het‐ zelfde als een snee maisbrood// Een kotelet smaakt als gehakt// En de verschillende groentesoorten, zijn al helemaal niet meer terug te herkennen// Maar het is heel gezond eten// Rijk aan alle benodigde voedingsstoffen!// De dokters eten het ook, dus moet het wel goed zijn// Nee, mijn leven is prima geregeld!// (Pauze) Mijn vriend// Heb ik U al ver‐ telt over mijn vriend?// Ik dacht het niet// Ja, ik praat ook zo graag// Praten, praten en nog eens praten, zegt mijn vader altijd// Dat is het enige waar je goed in bent// Mijn moe‐ der, een schat van een mens, is helemaal verzot op mijn vriend// Hij praat bijna net zo graag als ik// Het is een dotje!// Toen ik Bert, mijn vriend, aan mijn ouders voorstelde was hij heel verlegen// Niets voor hem, zou je zeggen// Maar niets is minder waar// Hij was verlegen en zat daar met rode blosjes op zijn wangen// Het schatje!// Mijn moeder viel meteen voor hem in zwijm// Hij ziet er dan ook hartstikke geil uit// Zelfs papa was door hem gecharmeerd// En dat alleen maar omdat hij zijn mond hield!// Volgens mij kreeg papa medelijden met Bert// Ik geloof dat hij in Bert een bondgenoot zag, die net als hij voor de rest van zijn leven opgescheept zat met twee praatzieke vrouwen// Ik en mijn moeder// Bert vertelde me, later, dat papa hem apart had genomen tijdens de afwas.// Hij keek Bert strak aan en sprak hem vaderlijk toe: 'Jongen, het leven is hard// Zeker met vrouwen als Susan en haar moeder in de buurt// Zie het als een beproeving om de man uit te dagen en te verleiden!// Maar God kent ook mededogen, jongen!//Daarom heeft hij de kaakontsteking uitgevonden!// Jongen, bid iedere avond en vraag God of hij hun wil bedanken met een kaakontsteking, en je zult zien hoe mooi het leven ineens wordt!// Je hoort dan dingen die je al een hele tijd niet meer hebt gehoord// Vogels die buiten zin‐ gen// Voetbaluitslagen op de radio// Stilte, een serene stilte'// Ja, zo is mijn vader// Een goed man, met weinig ruggengraat// Maar geen slecht woord over papa// Nee, uit mijn mond zult U geen slecht woord horen over papa!// Dankzij hem werk ik nu in het zieken‐ huis mijn overbodige pondjes eraf// Ja, het is flink doorwerken, maar het bevalt me pri‐ ma!// Geen slecht woord erover// Wanneer zou het beginnen?// Ongelofelijk, Betty
Pagina 21
Swing hier!// Vanavond!// Ik zou er bijna helemaal opgewonden van raken!// Jammer dat Bert vanavond niet mee kon komen// Hij houdt ook zo van Betty Swing// Jammer genoeg, kwam zijn beste vriend net terug uit de oorlog// Ja, U moet het niet verkeerd begrijpen, hoor!// Ik bedoel, het is een hele geschikte kerel, die vriend van Bert// Nee, niets dan goeds over hem!// Maar het zou fijner zijn geweest als hij morgenavond pas was geko‐ men, niet dan?// Dan had ik vanavond lekker gezellig samen met mijn Bert op de hete muziek van Betty kunnen dansen// Tussen ons, ik hoorde van Bert dat die vriend van hem verliefd op mij is geweest// Peter, die vriend, ziet er niet slecht uit// Integendeel// Maar volgens Bert heeft de oorlog hem wel verandert// Het moet best moeilijk voor hem zijn om zo met lege handen terug naar huis te keren// O' begrijpt U mij niet verkeerd: Het is geweldig dat de oorlog nu eindelijk voorbij is!// Maar Peter komt terug met problemen of zoiets dergelijks// Het vreet natuurlijk die oorlog// Ik begrijp dat wel// Misschien heeft hij wel littekens op zijn lijf// Dat staat stoer// Zeker bij hem// Ik durf erom te wedden dat hij zijn littekens gebruikt om indruk te maken op meisjes!// Hoeveel zullen al niet aan zijn voeten liggen?// Van mij natuurlijk geen slecht woord over Peter!// Het is een prima ke‐ rel; alleen moet hij niet verwachten dat ik voor zulke goedkope verleidingstrucs door de knieën ga// Niet dat littekens niet opwindend kunnen zijn// Maar ik ben nu eenmaal niet zo'n goedkope meid, die in zwijm valt voor een paar littekens op een behaarde mannen‐ borst// Ik ben niet voor niets een verpleegster// Er bestaat niets meer wat ik nog niet heb gezien aan de mannelijke anatomie!// Bovendien heb ik al een vriend, en nog een hele lieve ook!// Ik geef wat ik te geven heb maar een keer aan de juiste man// En als het ver‐ keerd afloopt?// Nou dan doen we net alsof de vorige keren niet hebben bestaan!// Ik geloof dat het gaat beginnen!// BETTY, ZET HEM OP MEID!!!// Denkt U ook dat het zo gaat beginnen?" (Susan steekt nerveus een sigaret op)
[8] Tafel 8: Alice en George In het kort over George en Alice: George is directeur van General Products. Een bedrijf dat hij samen met zijn vader heeft opgezet. Nu zijn vader is overleden zwaait alleen hij nog met de scepter, binnen het zeer winstgevende bedrijf. Met name de oorlog heeft de zaak tot grote bloei gebracht. George is getrouwd met Betty. Het huwelijk is niet een van de succesvolste uit de geschiedenis, integendeel. Het is een zaken‐huwelijk geweest. Het lag in de bedoeling dat de beide families er beter van zouden worden. Uiteindelijk werd alleen George er beter van. Voor de buitenwereld proberen George en Betty de schijn hoog te houden dat ze een gelukkig huwelijk hebben. In de roddelpers staan ze dan ook te boek als een van Amerika's gelukkigste paren. Alice is binnen het bedrijf General Products werkzaam als directiesecretaresse. Ze is getrouwd met John die ook bij General Products werkt en een affaire heeft met de vrouw van George. (Alice en George worden door hoofdober 2 begeleidt naar hun tafel)
Pagina 22
Alice: "Denk je dat dit werkelijk een goed idee is?" George: "Alles zal goed gaan// Maak je nou maar niet zo druk". Hoofdober 2: "Voldoet deze tafel aan Uw wensen mijnheer Thomas?" George: "Uitstekend// Neem toch plaats Alice". (De hoofdober trekt de stoel naar achteren en maakt ruimte voor Alice om te gaan zitten. Alice gaat zitten, en de hoofdober schuift weer de stoel aan) Alice: "Dank U wel". Hoofdober 2: "Mevrouw hoeft mij nergens voor te bedanken// Het is een vanzelfsprekendheid// Mijnheer". (De hoofdober trekt de andere stoel naar achteren. George gaat zitten, en de hoofdober schuift de stoel weer aan) George: "Kunt U een fles van Uw beste Bordeaux brengen?// Met twee glazen, wel te verstaan". Hoofdober 2: "Voldoet een achtendertiger Grande Cru?" George: "Uitstekend". Hoofdober 2: "Kan ik U verder nog ergens mee van dienst zijn?" George: "Nee, dank je wel". Hoofdober 2: "Mijnheer, mevrouw, als U mij nu wilt excuseren". (Hoofdober 2 loopt weg) Alice: "George, dit is gekkenwerk!"
Pagina 23
George: "Ontspan je maar lieverd". Alice: "Dadelijk ziet hij mij hier samen met jou aan een tafeltje zitten!" George: "Dat is toch ook de bedoeling". Alice: "Het is verkeerd!" George: "Waarom lieverd?" Alice: "En noem me alsjeblieft geen lieverd, George!// Dadelijk hoort iemand het ook nog!// En dan hebben we de poppen helemaal aan het dansen". George: "Waarom jezelf zo enorm opwinden lieverd?" Alice: "Omdat hij mijn man is!// Daarom maak ik mijzelf zo 'enorm' druk// Begrijp je dat dan niet!" George: "Wat valt eraan te begrijpen?// Alice vergeet niet dat hij een buitenechtelijke verhouding heeft, en niet jij!" Alice: "Maar ik voel me zo schuldig// Het lijkt nu net alsof ik een verhouding met een vreemde kerel heb". George: "Ik ben geen 'vreemde' kerel!// Typisch misschien, maar niet 'vreemd'!" Alice: "Zo bedoel ik dat niet// Je weet zelf toch ook hoe graag de mensen kletsen// Hoe sappiger, hoe liever". George: "Waarom geef je hem dan niet gewoon de bons?" Alice: "Dat kan toch niet!// Wie weet wat de mensen dan allemaal wel niet zeggen!// Bovendien zou dat zijn carrière schaden" George: "Dit slaat werkelijk als een tang op een drumstel!"
Pagina 24
Alice: "De uitdrukking is anders George// Het moet zijn: Als een tang op een". George: "Onzin!// Zijn carrière lijdt er niet onder// Ik ben perslot van rekening zijn werkgever// Ik bepaal wie hogerop gaat en wie niet!// Hij is een prima assistent‐manager, en dat staat los van het feit dat hij een affaire met mijn vrouw onderhoud". Alice: "Waarom geef jij je vrouw dan niet de bons?" George: "Omdat ik nog steeds van die slet hou// Zie je, ik kan de werkelijke reden uitspreken// Zelfs met het grootste gemak: IK HOU NOG STEEDS VAN HAAR!// Ondanks dat ze met mijn assistent‐manager slaapt". Alice: "Is het de eerste keer dat ze een affaire met een andere man heeft?" George: "Geloof je werkelijk dat het de eerste keer voor jouw John is?" Alice: "Ja, anders had hij er wel iets van gezegd". George: "Heeft hij nu iets vertelt?" Alice: "Nee". (Een kelner brengt de fles Bordeaux met twee glazen. Hij zet deze op tafel neer en giet een bo‐ dempje van de wijn in het glas van George. George pakt het glas op en nipt van de wijn. De wijn circuleert in zijn mond. Even later spuugt hij het uit in een speciaal bakje, dat de kelner hem aan‐ reikt) George: "Deze voldoet ruimschoots". Kelner: "Dank U meneer". (De kelner giet de wijn in en gaat weer weg) George: "Alice we geven hun alleen maar een koekje van eigen deeg// Deze hele toestand heeft al veel te lang geduurd// We zullen vanavond weten hoeveel ze werkelijk om ons ge‐ ven!" Alice: "Denk je dat het geen kwaad kan?"
Pagina 25
George: "Als alles volgens plan verloopt, is er geen enkele reden te bedenken, waarom dat het niet goed zou gaan". (Stilte) Alice: "Ben je al ooit eens vreemd geweest?" George: "IK???// Waarom wil je dat weten?" Alice: "De vraag kwam zomaar in mijn zieke geest boven drijven". George: "Uit pure nieuwsgierigheid?" Alice: "Waarschijnlijk// Je hoeft het niet te zeggen// Ik begrijp dat wel". George: "Alice, Alice toch// Jij begrijpt helemaal niets!// Ik wil je dat graag vertellen// (George pakt teder haar handen vast)// Niet alle rijke stinkaards zijn hun eigen liefde ontrouw// De meesten misschien wel, maar ik niet// Ik ben nog nooit met een andere vrouw, dan Betty, naar bed geweest". Alice: "Wel met een andere man?" George: "Je bent hopeloos!" Alice: "Ik weet het// Van dit geheimvolle gedoe krijg ik de zenuwen". George: "Heb jij het al ooit eens eerder met een andere man gedaan?" Alice: "IK???// Hoe durf je het zelfs maar te veronderstellen!" George: "Ja of nee". Alice: "Nee, natuurlijk niet// Slechts een keer// Het was niet mijn fout. Helemaal zelfs niet// Hij was aangeschoten en ik was aangeschoten// En toen was het al gepiept nog voordat ik 'Help' kon roepen". George: "Ik sta perplex// Jij het kleine lieve huisvrouwtje?!"
Pagina 26
Alice: "Je moest eens weten hoe ik mij voelde". George: "Genomen?". Alice: "Ook// Het is allemaal gebeurd op het kerstfeest van de zaak// Afgelopen jaar". George: "Op de zaak?// Zo, zo, nog even en ik kan er een kinderfarm bij gaan houden// Wie was de gelukkige?" Alice: "Steven van het archief". George: "Die klerenkast". Alice: "Bodybuilder, heet dat". George: "Jij met de klerenkast// Je doet het tenminste meteen goed als je vreemd gaat// Wat had John erover te vertellen?" Alice: "Niets// Hij lag thuis met veertig graden koorts in bed". George: "En jij hebt hem alleen achtergelaten, om een gezellig kerstfeest te vieren? Foei, Alice!" (George kijkt nieuwsgierig rond) Alice: "Zijn moeder was bij hem". George: "En nu Betty". Alice: "Heb je ze gevonden?" George: "Ze zitten daarvoor bij het podium". (Alice kijkt) George: "Niet zo opvallend!// Doe net alsof je ze niet ziet zitten".
Pagina 27
Alice: "Ooooo!// Ze kijken!" George: "Het spel is begonnen lieverd// Vanaf hier bestaat er geen weg terug meer// Nu zullen we door de zure appel moeten bijten". Alice: "Een koekje van eigen deeg". George: "Precies!// Zo mag ik het graag horen". (George pakt haar glas op en geeft het aan haar. Dan pakt hij zijn eigen glas van tafel. Ze proos‐ ten) George: "Op Alice en George". Alice: "Op ons". (Ze drinken. Stilte in afwachting van de voorstelling)
[10] Aan tafel 10 zit Will In het kort over Will: Will is een knappe vrouw. Ze is werkzaam in het Lincoln‐hospitaal als verpleegster. Will is een goede vriendin van Susan. Will heeft het vanavond moeilijk omdat haar vriend het net met haar heeft uitgemaakt. Ze is onverschillig, en al aangeschoten. Ze rookt als een ketter, en barst geregeld in tranen uit. Om 'wraak' te nemen op haar ex‐vriend neemt ze tenslotte het besluit om een kerel aan de haak te slaan. (Als Will naar haar tafeltje wordt begeleidt, is ze al aangeschoten. Ze gaat zitten en bestelt meteen een fles Jack Daniels met soda. Will steekt een sigaret op) Will: "Wat is het leven toch mooi// Vinden jullie ook niet? (Tegen haar tafelgenoten)// Het is een‐ voudig prima!// Niets aan het han..han...handje!// Nooit iets om het han...han...handje!// Heerlijk vrij zijn// Geen vervelende kerels meer die zomaar in je tieten knijpen// In je tieten knijpen?!// Wat bazel ik nou?// Is Bazel geen stad?// Maakt niet uit, het leven is toch prachtig! En nog eens prachtig// (Ze begint te huilen)// Waarom ik?!// Waarom heeft hij mij eruit getrapt?// We hadden het toch goed sam...sam...samen!// Kijk niet naar andere
Pagina 28
kerels!// Kijk niet naar andere kerels!'// maar ik moet toch wel naar andere kerels kijken!// Ik ben toch een verpleegster!// (Stilte// Ze stopt met huilen) Kan ik er iets aan doen dat ik mannen moet wassen?// Het leven is toch prachtig// Ik bedoel: ik kan....kan...kan het ook niet helpen als er iets begint onder het wassen, wel dan?!// Net alsof ik dat allemaal zo pret..pret..prettig vindt// Maar daar heeft mijnheer geen begrip voor!// Jaloers zijn is het enige gevoel dat hij werkelijk doorleeft// En dan geeft hij mij de bons!// Niets aan het handje, zeg ik tegen hem// Weet je wat hij zei? 'Kon ik dat maar zeker weten'// Maar het is toch mijn Job om mannen te wassen en te scheren!// Ik ben een ver‐ ple...verple....verpleegster!// Dat is het enige wat ik kan//.Hoe moet ik anders rondkomen van mijn geld?// En dan...dan...dan zegt hij: Trouw met mij// De idioot!// Gemakkelijk pra‐ ten: 'trouw met mij'// Wat lost dat op?// Niets// Helemaal niets!// Die kerel verteert al het grootste gedeelte van mijn geld// En dan...dan....dan gooit hij mij eruit!// Niet alleen mij, maar ook zijn eigen inkomen!// (Stilte) Ik had hem moeten trouwen, dan had hij mij er nu nooit uitgegooid// Ik ben nergens goed voor// (Begint opnieuw te huilen) Wie wil er nu een huilebalk als een vrouw?// Een verple...veple...verpleegster die..die..die verzopen is in haar eigen liefde!" (Hoofdober 2 brengt de fles Jack Daniels en een fles soda) Hoofdober 2: "Verder nog iets mevrouw?" Will:" Ik ben een verple...verple...verpleegster, wat bent U?" Hoofdober 2: "De paus in een carnavalskostuum". Will: "Grappig!// Heel leuk!// Enig!" Hoofdober 2: "Daar zijn wij dan ook voor aangenomen, mevrouw". Will: "Zal ik je eens een geheimpje vertellen?" Hoofdober 2:" Als het niet perse hoeft". Will: "Mijn 'EX' zegt dat ik een nymfomane ben". Hoofdober 2: "Geen wonder dat hij zijn koffers heeft gepakt". Will: "Wel nee!// Hij heeft mij eruit gegooid!// Was hij maar weggegaan// Maar nee, hij knikkert mij eruit". Hoofdober 2: "Ik hou van geëmancipeerde mannen".
Pagina 29
Will: "Ik moet niets meer van mannen hebben!// Helemaal niets meer!// Mannen zijn voor mij: VERLEDEN TIJD". Hoofdober 2: "Een verstandig besluit mevrouw// Zal ik de Jack Daniels maar op Uw rekening zet‐ ten of betaald U contant?" Will: "Echt!// Voor mij geen enkele man meer!" Hoofdober 2: "Zolang U maar betaald, geloof ik alles". Will: "Geen enkele man zal nog ooit mijn mooie volle borsten mogen aanschouwen". Hoofdober 2: "De wereld zal eronder gebukt gaan, mevrouw". Will: "Je hoeft echt niet zo sterk aan te dringen, hoor!// Ik ga toch niet met je naar bed". Hoofdober 2: " Waar haalt U het snode idee vandaan dat ik met U naar bed zou willen?" Will: "Ik weet hoe mannen kijken, als ze mij willen bezitten// Het transpiratievocht dat grote plek‐ ken op hun hemd maakt// Het teder bevochtigen van hun lippen// Je hoeft je er niet voor te schamen, hoor!// Ik ben een verple...verple...verpleegster!// Ik begrijp het wel”. Hoofdober 2: "Mevrouw, kan ik verder nog iets voor U doen?" Will: "Deugniet!// Ik ben ongevoe...ongevoe...ongevoelig voor insinuaties// Ik zweer net alle man‐ nen af, en jij probeert mij steeds opnieuw te verleiden// naughty// naugh‐ ty.....naughty....NAUGHTY!" Hoofdober 2: "Mevrouw, het is mij ontzegt om een van de gasten te versieren". Wil: "Ik wil niet met je naar bed!// Je bent lief// Zelfs knap// Maar ik heb net een ongelukkige af‐ faire achter de rug.....//.Hoe laat ben je afgewerkt?" Hoofdober 2: "Om half drie vannacht, mevrouw". Will: "Om half drie vannacht, hmmmmm// Ik zou maar niet al te veel verwachten, hoor!// Ik moet niets hebben van mannen// Waar is de personeelsuitgang?"
Pagina 30
Hoofdober 2: "Aan de zijkant van het gebouw, mevrouw// Het is de leveranciersingang". Will: "Stouterd!// De leveranciersingang!// Als je maar niet denkt dat ik mijzelf zomaar aanbied als een kilo paardenbief// Je bent zo anders dan de meeste mannen?// Hoe komt dat?// Laat maar!// Ik ben verple...verple..verpleegster, weet je dat al?// Een Job met verantwoor‐ delijkheid// Ik maak dus geen slippertjes, alleen maar om het slippertje// Als je begrijpt wat ik bedoel// Ook wij verple..verpleegsters hebben een erecode hoog te houden// IK WIL MET JE NAAR BED!!!// Oeps, heb ik dat gezegd?" Hoofdober 2: "Ja, mevrouw". Will: "Weet je wie er vanavond om half drie op jou staat te wachten, bij de leveranciersingang?" Hoofdober 2: "Jazeker mevrouw// Richard". Will: "Richard?!// Wie is verdomme Richard?" Hoofdober 2: "Mijn vriend, mevrouw// En als U mij nu wilt excuseren". (Hoofdober 2 loopt weg. Will opent de fles whisky, vult haar glas en drinkt er beschaamd van. Dan begint ze te lachen)
[11] Tafel 11: Don Carmeleone met Liefje en Bodyguard In het kort over Don Carmeleone en gezelschap: Don Carmeleone is de plaatselijke 'Peetvader'. Hij is van Italiaanse afkomst (Sorry, Siciliaanse af‐ komst) en heeft zich ondermeer gespecialiseerd in: Drank; Dope; Gokhuizen en Prostitutie. De Don (Zoals hij door vrienden wordt genoemd), is het hoofd van 'de Carmeleone‐familia'. Een rijke familie met veel politieke invloed. "The juicy pineapple club" valt ook onder het Carmele‐ one‐imperium. De Don is fan van Betty Swing, en probeert haar te versieren. (Al jaren, want ze kennen elkaar uit de slechte tijden. Toen ze opgroeiden in de achterbuurten van de Bronx) Het Liefje is een verzetje voor de Don. Een onbekend niemendalletje, dat na een paar weken weer wordt vervangen door een ander dom blondje. (Ze heet: Dixie) De Bodyguard is een brede kerel die "Stom" is. (In de betekenis dat hij niet kan spreken! Tijdens een familie‐oorlog heeft een tegenstander van de Don, bij de bodyguard de tong er 'uitgesneden', zodat hij niet zijn mond voorbij zou praten) De bodyguard houdt een oogje in
Pagina 31
het zeil. Tijdens scene 1 blijven de drie gereserveerde stoelen voor de Don, het liefje en de bodyguard leeg.
Scene 2: De voorstelling Lengte: 20 minuten Muziek: Uit de film: "New York, New York". "You are my lucky star". “The man I love". "Just You, Just Me". “But the world goes round". “Theme from: New York, New York".
[1] Het podium (Het orkest is gestopt met spelen. In de zaal is geroezemoes te horen. Geen actie op het podium, ongeveer 2 tot 3 minuten. Na die stilte pakt de bandleider de microfoon vast en begint te praten) Bandleider:"Welcome ladies en gentlemen, in the Juicy Pineapple Club!// And juicy we're to‐ night!// Tonight is one of those nights to remember a lifetime long!// Because to‐ night, we have one of the finest singers with us here in the juicy pineapple club!// Ladies and gentlemen, on behalf of the management, I'm proud tot welcome here on stage: MISS BETTY SWING!!!!// LET'S GIVE HER A BIG HAND!" (Applaus. Het orkest begint te spelen en miss Swing komt op. Ze loopt naar de microfoon en spreekt erin) Betty Swing:"Good evening! Bon soir, lieve schattebouten!// Mama is back in town!// Come on Baby, let's dance tonight!" (Betty begint te zingen; ze wordt begeleid door twee backing‐vocals//dansers) (De bandleider mag Betty Swing heel erg graag. Onder ons gezegd: Hij is smoorverliefd op haar.
Pagina 32
Betty Swing heeft ook een zwak voor hem. Tijdens het optreden valt dit op)
[2] De orkestbak Geen actie.
[3] Tafel 3: Peter en Bert (Vanaf het moment dat de muziek gestopt is met spelen en aan haar twee tot drie minuten pauze begint. Dus nog voor het optreden van miss Swing!) Peter: "De muziek is gestopt!" Bert: "Wat een opmerkingsvermogen heeft die jongen// Helemaal te gek!// Geen wonder dat die Duitsers je niet hebben geraakt!" Peter: "Waarom stopt de muziek nu al met spelen?" Bert: "Waarom?//Waarom!" Peter: "Ja, waarom?!" Bert: "Je bent echt te lang weg geweest, beste vriend!// Vanavond komt hier de vrouw der vrou‐ wen// De heetste, de gemeenste, de meest attractieve vrouw die er maar op het noordelijk halfrond bestaat!" Peter: "Susan?// Is Susan hier?// Vanavond?" Bert: "Nee, uilskuiken!// Susan werkt vanavond// Ze heeft nachtdienst in het ziekenhuis". Peter: "Dan zou ik werkelijk niet weten over welke vrouw je het hebt". Bert: "Over Miss Betty Swing!// Helemaal te mad!"
Pagina 33
Peter: "Miss Betty Swing// Zo, zo, miss Betty Swing// Wie is in hemelsnaam Betty Swing!" Bert: "Wie is Betty Swing?!// Voel je je niet lekker?// Zij is de hemel, de zon, de sterren op een wolkenloze avond// Zij is een duur stukje speelgoed, dat zingt als een nachtegaal bij volle maan// Zij is de Andrew Sisters ineen!// Zij is het// HET!" Peter: "Je bent wel een echte fan van haar, is het niet Bert?" Bert: "Fan?!// Ik adoreer haar// Ik zou haar tot het einde der wereld willen volgen// Ik zeg het je: Als ik geen vriendin had, dan...dan zou ik haar vragen om mijn vrouw te worden!// Wat dacht je daarvan!" Peter: "Bert, maar ik dacht dat je geen vriendin had?" Bert: "Ik?// (Denkt na) Natuurlijk heb ik geen vriendin in de zin van: 'EEN VRIENDIN'// Maar na‐ tuurlijk heb ik wel vriendinnen en vrienden// Gewoon ALS vriendinnen en vrienden// Be‐ grijp je dat?" Peter: "Hoe zit dat nu met jou en Susan?" Bert: "Ongelovige Thomas!// Het gaat zo beginnen!// Laten we maar gaan kijken". Peter: "Ik vroeg je iets Bert". Bert: "Sttt!// Denk aan Betty Swing!" (Bert kijkt gespannen naar het podium. Peter fronst zijn voorhoofd en probeert het te begrijpen. Onder de act van miss Swing, bestelt Peter iets te drinken. Onder de act van miss Swing, zingt en swingt Bert mee op zijn stoel)
[5] Tafel 5: John en Betty John: (Schrikachtig) "De muziek is gestopt". Betty: "Alsjeblieft John!// Stel je niet zo aan!// Je zult zien dat alles prima verloopt".
Pagina 34
John: "Waarom stopt de muziek?" Betty: "Is dit de eerste keer dat je uitgaat?" John: "Natuurlijk niet// We zijn hier toch al vaker geweest// Ik bedoel: Alice en ik zijn hier vaker geweest". Betty: "Dan weet je ook wat er gaat komen". John: "De gast van de avond wordt aan het publiek voorgesteld". Betty: "Precies!" John: "Precies!// Niets bijzonders aan het handje". Betty: "Precies!// Niets bijzonders aan het handje". John: "Precies!" Betty: "Precies!" John: "Maar toch, Betty.....". Betty: "Alle‐heiligen‐op‐een‐stokje‐nog‐an‐toe John!!// Waarom ontspan je niet?// Wij zijn een avondje uit// Jij en ik, en niet Alice en George!// Nee John: alleen jij en ik!" John: "Waarom begin je nu weer over Alice?!// Was ik haar al weer bijna vergeten!// (John kijkt naar tafeltje 8)// Jij en ik hier// Alice en George daarginds// Betty, hier is fundamenteel iets verkeerd!" Betty: "Nog een woord over Alice en George, en ik ga bij hun aan tafel zitten!" John: "Alsjeblieft Betty!// Je kunt alles doen, maar niet dat!// Was is maar onzichtbaar!// Als Alice mij zo ziet". Betty: "Wat als Alice jou zo ziet?!"
Pagina 35
John: "Ze zou natuurlijk meteen weer het ergste denken!" Betty: "Wat John?// Dat je vreemd bent gegaan?" John: "Op zijn minst". Betty: "Dat klopt toch ook". John: "Tuurlijk klopt dat niet". Betty: "O'nee?// Ik vraag me af wie dan vannacht bij mij in bed lag// Een dubbelganger van je John?// Of je tweelingbroer?" John :"Lag mijn tweelingbroer bij jou in bed?!// De schoft!// Als je zelfs je eigen familie al niet meer kunt vertrouwen!" Betty: "Jij lag vannacht naast me in bed, lieverd// Wie anders?" John: "O' natuurlijk:ik// Maar dat hoeft Alice toch zeker niet te weten!// Ik zal tegen haar zeggen dat we voor zaken hier naar toe zijn gekomen//.Dat heet als ze ons ontdekken!// Dat ge‐ looft George ook wel, denk je niet?" Betty: "En als ze ons niet ontdekken, dan zwijgen we als het graf!" John: "Precies!" Betty: "Onzin!" John: "Onzin?" Betty: "Geloof je werkelijk dat ze ons nog niet hebben gezien?" John: "Denk je van wel?" Betty: "Geloof je dat het toeval is dat Alice en George hier samen in de Club zijn?"
Pagina 36
John: "Je hebt gelijk//.JE HEBT GELIJK!// Oh lieve hemel!// Maar dat wil zeggen, dat". Betty: "Ook zij een relatie met elkaar hebben". John: "Dit is om gek van te worden!" Betty: "Stttt!// Het gaat beginnen". John: "Hoe kun je nu stil zijn op een moment als dit!" Betty: "We praten straks wel verder". John: "Betty// (Stilte) Betty?// (Stilte) BETTY!!" Betty: "En als je nu niet stil bent, dan heb je ruzie!" John: "Waarom?" Betty: "Daag me niet uit John!// Tenzij je het lekker vindt om je voorhuid als badmuts te dragen!" John: "Sorry Betty// Stttt// Ik ben muisje stil". Betty: "Je bent altijd al een gemakkelijk te overtuigen man geweest// Je bent een schat". (Ze geeft hem een kus op het voorhoofd) John: "Ik weet het Betty// Geniet maar fijn van de show// Die moet heel goed zijn" Betty:"Stttt// En dit keer meen ik het!" (Tijdens de act van Betty Swing geniet Betty zichtbaar. John daar in tegen is doodnerveus en pro‐ beert tafel 8 zo goed en zo kwaad mogelijk in de gaten te houden)
[6] Tafel 6: Susan
Pagina 37
(De muziek stopt) Susan: "Het gaat beginnen!!// Het gaat beginnen!!// Ik ga dadelijk helemaal uit mijn bol// Hope‐ lijk val ik niet flauw// Dat lijkt me het ergste wat me vanavond kan overkomen: Flauwval‐ len// Ja, niet omdat ik me schaam om flauw te vallen// Nee hoor, want per slot van reke‐ ning ben ik een verpleegster// Het zou eeuwig zonde zijn van het entreekaartje als ik nu flauw zou vallen// Ik bedoel: Als verpleegster heb je het al niet breed, en als ik het groot‐ ste gedeelte van het optreden mis door flauw te vallen, dan is dat kaartje wel duur be‐ taald!// Onvoorstelbaar, he!// Betty Swing, hier vanavond!// Het is jammer dat Bert van‐ avond niet hier kan zijn// Ik had U toch al vertelt over Bert, mijn vriend, niet dan?// Een schatje!// BETTY!! BETTY!! BETTY!! WE WANT BETTY!!// Ik kan toch altijd zo heerlijk uit mijn bol gaan// Lekker is dat!// U moet weten dat ik thuis altijd een heel verlegen meisje ben, maar op een avond als vanavond schaam ik me nergens meer voor!// Ik klets wat af// Een familiekwaal, geen boze opzet// Hoe dan ook ben ik van naturen verlegen// De neuroloog uit het 'Lincoln' noemt dat praatzieke van mij, een verdedigingsmechanisme// Dat is nu fijn als je in het ziekenhuis werkt als verpleegster: Gratis consulten// Wist U dat dokters ook graag doktertje buiten diensturen spelen?// Het gaat ze echt in het bloed zit‐ ten// En geen half werk// Niets daarvan!// Een onderzoek is een onderzoek!// Gelukkig zijn er altijd nog wel een paar eenpersoonskamertjes vrij voor de extra consulten...// WE WANT BETTY!!!!// BETTY, BETTY, BETTY SWING IS THE REAL THING!!!// Het is heerlijk om jezelf te uiten op de manier zoals je dat het liefste wilt!// O' ik geloof dat het nu echt gaat beginnen// Ik zit helemaal te trillen van opwinding (Ze pakt uit haar tas een potje vlugzout)// Dit is vlugzout, als U zo vriendelijk wilt zijn om het bij U te houden.....// (Tegen iemand aan het tafeltje)// Alleen maar voor het geval dat ik werkelijk flauw mocht val‐ len!// BETTY SWING!!! WE WANT BETTY SWING!!!! YIPPIEEEEE!!" (Tijdens de act van Betty Swing gaat Susan 'helemaal uit haar bol'. Ze zingt mee, beweegt mee, en leeft zichzelf helemaal in)
[8] Tafel 8: Alice en George (De muziek stopt) Alice: "Van wijn word ik altijd giebelig". George: "Prima toch!// Laat jezelf toch eens lekker gaan!// Ontspan jezelf en". Alice: "En?" George: "Niets// De show zal zowel beginnen, denk je ook niet?"
Pagina 38
Alice: "Waar wordt jij giebelig van George?" George: "Een algemeen directeur wordt nergens giebelig van". Alice:"John wordt altijd giebelig, als je hem onder zijn oksel kriebelt". George: "Je kunt maar ergens giebelig van worden". Alice: "En jij?" George: "Wat zit je nu door te zeuren, Alice?" Alice: "Ik kan niet geloven dat jij nergens giebelig van wordt". George: "Als ik het je al zou zeggen, zou je het toch niet geloven". Alice: "Ik ben ruim van begrip". George: "Dat heb ik ondertussen al begrepen, na dat verhaal over die klerenkast". Alice: "Nou?" George: "Wat: 'nou'?" Alice: "Ik wacht". (Stilte) George: "Ik word giebelig van Bh‐haakjes". Alice: "Wat?" (Begint te lachen) George: "Je hebt me wel gehoord". Alice: "Hoe is het zo gekomen George?"
Pagina 39
George: "Ik krijg die vervloekte haakjes nooit open// Al sinds mijn eerste grote liefde staat het haakje een probleemloos vrijen in de weg!// Zo gauw als ik er een zie, schiet ik in mijn lach// Dan denk ik: Verrek, daar is ie weer, de kleine rotzak!// En dan is het gedaan met de romantiek// Het gevecht met het modernisme begint// Waar zijn de tijden gebleven dat vrouwen nog Bh’s met touwtjes droegen". Alice: "Je houdt me voor de gek". George: "Wat dacht je dan!?" Alice: "Gemenerik". George: "Heb medelij o'schone vrouwe". Alice: "Stttt// Stel je niet zo aan// Straks hoort iedereen het nog". George: "Ik hou van je". (Stilte) Alice: "Wat?" (Zacht) George: "Je hebt me wel verstaan". Alice: "De show is begonnen". George: "Je weet dat ik van je hou". Alice: "Zullen we er straks verder overpraten?" George: "Waarom ontken je het gevoel?// Je weet dat je ook van mij houdt// Alice". Alice: " De show is begonnen". George: "Wil je er niet overpraten?" Alice: "Laat me met rust!// Ik wil kijken!// Begrijp je dat dan niet!// Drie tafeltjes verder zit mijn man samen met zijn maîtresse// En onderwijl loop jij mij het hof te maken!// Pervers, als je
Pagina 40
het mij vraagt!// Waarom zijn wij hier naar toegekomen George?// Om hun een lesje te leren of wilde jij mij een lesje leren?!" George: "Kan ik het helpen dat ik van je hou?" Alice: "Kan ik het verhelpen?" George: "Ik weet dat je ook van mij houd". Alice: "Hou je niet van Betty Swing?// John zegt dat ze goed moet zijn// Heb je al ooit eens kennis gemaakt met John?// John is mijn man, wist je dat?" George: "Je doet me pijn!" Alice: "Ik wist niet dat ik op je voeten stond". George: "Waar heb ik al dit cynisme aan verdient?" Alice: "Ik ben geen typekip, die domweg plat op haar rug valt voor haar baas". George: "Behandel ik je dan zo slecht?" Alice: "Hoe kun je mij zoiets aandoen?!" (Stilte) Alice: "Ik vraag je iets George". George: "Wat doe ik dan verkeerd?" Alice: "Je geeft om mij". George: "Ik hou van je, en dat is toch wel iets anders dan geven om iemand". Alice: "Verdomme!// Jij bent mijn baas en je bent de baas van mijn man// En hoogst waarschijn‐ lijk zit op dit moment mijn man voetje te vrijen met jouw vrouw// En....en....en verwacht jij dan dat ik gecharmeerd raak door jouw liefdesverklaring!"
Pagina 41
George: "Precies Alice//Laat me je verleiden naar een nieuw en onbekend land". Alice: "Toch zeker niet naar wonderland?!// (Pauze) Hoe ziet dat wonderland van jou eruit?// Mag ik eens een gokje wagen?// Het is ongeveer twee meter twintig breed en twee meter tien lang// Het is verpakt met satijnen lakens en in de ombouw zit een radio, die niets an‐ ders dan zwoele muziek weet voort te brengen// George, dat is geen wonderland maar een Holiday‐inn bed!" George: "Zo goedkoop ben ik niet!" Alice: "The Ritz, dan?!" George: "Ik ben mijn vrouw nog NOOIT ontrouw geweest!" Alice: "En ik word veronderstelt omdat te geloven?" George "Op mijn erewoord". Alice: "Je padvinders erewoord zeker!// Mag ik dan eerst een definitie van ontrouw horen?" George: "Probeer je toch te ontspannen, lieverdje". Alice: "Lieverdje// Jakkes!// Als je me dan al zonodig een knuffelnaam wilt geven, gebruik dan op zijn minst mijn eigen knuffelnaam". George: "En die is?" Alice: "Oorwormpje". George: (Zwoel) "Oorwormpje// (Hij denkt na) Oorwormpje?!// He, jakkes!// Wat is dat voor een idiote knuffelnaam". Alice: "John heeft die verzonnen, omdat ik zo lekker met mijn tong in zijn". George: "Ik kan niet wachten totdat je tong in mijn". Alice: "He bah, viezerik!// Net alsof ik zoiets zou doen!"
Pagina 42
George: "Je doet het toch ook". Alice: "Natuurlijk// Maar een dame ontkent zoiets ten sterkste 'en public'// Dat is Frans voor: 'In het openbaar'// Van vrouwen begrijp je ook helemaal niets, suikerspinnetje‐van‐me". George: "Mijn knuffelnaam is niet: 'suikerspinnetje‐van‐me'// Op de eerste plaats ben ik niet klef. Op de tweede plaats heb ik een godsgruwelijke hekel aan spinnen, en op de derde plaats ben ik niet klein". Alice: "Nou, ik wacht". George: "Waarop Oorwormpje?" Alice: "Jou bijnaam". George: "Zuusmshsgddduua". (Hij mompelt iets onverstaanbaars) Alice: "Probeer je nu de grote aardbeving van 1912 te imiteren George?" George: "Betty noemt mij altijd: Zuurstok". Alice: "O' wat leuk". George: "Vind je?" Alice: "Alles beter dan: Kaneelstok, lieverd!// Die ruiken bijna net zo muf als dat ze smaken!" (Stilte. Ze kijken elkaar aan) Alice: "Hou je van mij?" George: (Knikt instemmend) Alice: "Laten we nu maar eerst naar de show kijken".
Pagina 43
George: "Kusje?" Alice: "George!// Wat moeten de mensen wel niet denken?" George: "Dat we verliefd zijn". Alice: "Dan hebben we tenminste nog iemand vanavond gefopt". George: "Kusje?" Alice: "Stel je alsjeblieft niet zo aan". George: "Een klein kusje en je bent voorlopig van mij verlost". Alice: "Het is druk, vindt je ook niet?" George :"Kusje". Alice: "Kom hier, zeurstok". (Hij buigt naar voren toe, en Alice geeft hem een kus op het voorhoofd) Alice: "En laat mama nu even rustig verder kijken".
[10] Tafeltje 10: Will (De muziek stopt) Will: "Heeft U dat gehoord?!// Richard, zijn vriend!// Ja, ik heb het al die tijd wel geweten// Er..er...er was iets vreemds met die jongen// Zonde van...van..van een dergelijke jongen// Maar niets aan het handje// Oeps, wat zeg ik nou!// Jij stoute meid!// Naughty, naughty, naughty!// Als verple...verple...verpleegster kom je de meest gekke mensen tegen// Bij het wassen weet je al meteen of hij op vrouwen valt of niet// Sorry hoor, de Jack Daniëls brengt altijd het beest in mij tot ontwaken// (Diepe zucht en begint dom te grinniken) Ri‐ chard!// Hoe bestaat het!// Een goed gebouwde jongen met brede schouders en voorzien van alleraardigst wiebelend kontje// (Begint te huilen)// We ..we...hadden het zo goed sa‐
Pagina 44
men// Ted en ik// Het leven is prachtig!// Als je maar om je heen kijkt// Als, als je er maar oog voor hebt// Ted vond dat ik er teveel oog voor had// Maar wat kan ik eraan doen?// Per slot van rekening ben ik een verple....verple....verpleegster// Mijn ouders hebben nooit over zoveel geld beschikt om mij te kunnen laten studeren!// (Stopt met huilen) Hij is lief, mijn Ted// Echt een grote knuffelbeer// Hij heeft van die donkerbruine ogen, grote oren en van die akelig loszittende handen// Hij ruikt ook lekker// Vooral als hij ‘s‐avonds thuis komt van het beunhazen// Al twee blokken ver, ruik ik het verse wagenvet dat zijn gebronsde lijf bedekt// Na een hele dag van steriliteit, ben je blij als je het smeer uit zijn oren mag pul‐ ken// Ik mis hem!// (Begint opnieuw te huilen)// Mijn eigen grote Teddybeer// Niets aan het handje, niets, niets, iets in het handje// En dan zei hij altijd:'Wil je me een plezier doen?'// Natuurlijk sputterde ik tegen, want dat heeft hij zo graag// En dan pakte hij me bij mijn heupen vast, en dan, en dan zei die:'Wil je iets hebben van deze Oome?'// En dan knikte ik gedwee// 'Wat wil je dan hebben?'// Niets aan het handje want ik ben een ver‐ ple...verple..verpleegster// En toen opende hij zijn rits// En toen zei hij:'Laat hem maar eens lekker door het vuistje gieren!'// Niets aan het handje, he Ted?// Ik ben een ver‐ ple...verpleegster, die wel weet hoe ze niets op het handje krijgt// (Veegt haar tranen uit haar ogen) Maar dat is nu allemaal verleden tijd!// Mijn God wat heb ik een dorst!" (Ze pakt het glas op en drinkt het leeg en schenkt meteen nog een glas vol)
[11] Tafel 11: Don carmeleone en gezelschap (Geen actie) (Na de liedjes van Miss Betty Swing gaat Betty af. Een enorm applaus weerklinkt in de zaal)
Scene 3: Crisis. Lengte: 15 minuten. Muziek: Geen.
[1] Podium: Applaus is te horen vanuit de zaal
Pagina 45
(Betty Swing komt terug op het podium, buigt en gaat weer af) Bandleider: "Dat was de enige echte Betty Swing!// Wauw!// Far out, Miss Swing!// Laten we het nog eens horen voor Miss Swing!" (Applaus) (Betty komt nog een keer op, loopt op de bandleider af en kust hem teder op de mond. Betty af) Bandleider: "Een geheimpje tussen U en mij, maar dat is de vrouw die mijn hart heeft gestolen!// Ladies and gentlemen, we lassen nu even een korte pauze in om het orkest weer op adem te laten komen// En daarna is het de beurt aan U// Over tien minuten begint de danswedstrijd!"
[2] De orkestbak Geen actie.
[3] Tafel 3: Bert en Peter Peter: "Was dat die beroemde miss Swing?// De Andrew sisters ineen?// De hemel en de zon!// Ze zong vals!" Bert: "Ze zong niet vals!// Ik weet niet wat jij mankeert, maar gezond is het allemaal niet". Peter: "Ik mankeer niets". Bert: "Bij iedere gezonde kerel staat nu het zweet in zijn handen van pure opwinding!// Jongen, ik zeg het je: Betty Swing is the thing!// Let maar op: Ze wordt een dezer dagen heel be‐ roemd". Peter: "Dan zal ze wel iets aan haar stem moeten veranderen". Bert: "Weet je wat je bent?"
Pagina 46
Peter: "Een zuurpruim?" Bert: "Ook". Peter: "Een klier". Bert: "Ook". Peter: "Een lieve jongen". Bert: "Ik zal het maar zeggen, anders raad je het nooit: Je bent een spelbederver// Jij ontneemt alles van haar magie// Betty Swing is niks// Een niemand/ Een noppes/ Een vals zingende notenkraker// Maar, waarom laat je ons niet geloven in die magie?" Peter: "Omdat het er te dik bovenop ligt// Jij gelooft hier een tweede Judy Garland te hebben ontdekt!// Een zogenaamde ster, die het nog moet gaan maken// Het spijt me, maar in die magie kan ik niet meer geloven". Bert: "In welke magie geloof jij dan nog wel?" Peter: "In de magie die in het donker tot leven komt// Korte lichtflitsen die de hemel hel oplich‐ ten// Snel achter elkaar repeterende lichtflitsen, die als door een tovenaarshand, gericht doel zoeken// Shakatakatak!!!// SHAKATAKATAK!!!!// SHAKATAKATAK!!!!!// (Hij imiteert het geluid van een mitrailleur)// Naast je hoofd splijt de barst van een dennenboom// Soms is het de schedel van je kameraad// Langzaam zakt je maat in elkaar// Bloed borrelt op vanuit zijn keel// Het stroomt in brede banen uit zijn mond// Het linkergedeelte van zijn hersenpan is weggeblazen// Als een groot Shakespeare vertolker speelt hij vol overga‐ ve de sterfscène// Met een doffe klap komt hij op de grond terecht// Het droge zand cir‐ kelt rond hem op// Je probeert de neiging om te gaan applaudisseren te onderdrukken// Encore! Encore!// Die kleine lichtflitsen, die zo heel kort de hemel verlichten// De magie die erachter steekt// De kogels die boosaardig hun weg in het weke vlees zoeken// De magie van de vallende sterren// Mijn kameraden waren de ware sterren// Jammer ge‐ noeg hebben de meeste in het stof moeten bijten.". Bert: "Het zal best allemaal heel moeilijk voor je zijn geweest, Peter// Maar het is voorbij!// De oorlog is afgelopen// De mensen zijn weer gelukkig// De mensen geloven weer in die ande‐ re vorm van magie!" (Stilte) Peter: "Ze was niet lelijk, die miss Swing".
Pagina 47
Bert: "Niet lelijk!// Het is een kleine hete donder, niet als Susan natuurlijk// Oeps, daar ging iets verkeerd". Peter: "Bert". Bert: "Ja, Peter". Peter: "Wat heb jij met Susan uitgevreten?" Bert: "Niets// Nou, bijna niets// Echt heel weinig// We denken erover om ons te gaan verloven// Allemaal heel sjiek// Jij bent natuurlijk ook uitgenodigd". Peter: "Wat!// Ik heb dit verkeerd verstaan!// Kun je het nog een keer herhalen?" Bert: "Het spijt me Peter// Wij houden van elkaar". Peter: "Wij houden van elkaar?" Bert: "Je weet heel goed wie ik bedoel// Susan en ik!// Het is gewoon gebeurd// Niemand kon weten dat het zou gebeuren// Je kent mij toch// Ik ben degene die altijd pech heeft met vrouwen// En jij bent de grote versierder// Het was niet mijn bedoeling". Peter: "Hoe is ze in bed?" Bert: "Prima!// Peter, alsjeblieft maak het nu niet erger dan het al is!" Peter: "Mijn beste vriend". Bert: "Ik heb gedaan, wat je van mij vroeg// Ik heb op haar gelet!// Haar beschermd". Peter: "Je hebt wel een vreemde manier om in je werk op te gaan". Bert: "Peter, je kunt het ons niet verwijten dat we iets voor elkaar voelen". Peter: "Heeft dat iets met de magie te maken, waarover je sprak?"
Pagina 48
Bert: "Jij bent weggegaan!" Peter: "Naar het front!!!" Bert: "Ze wist niet eens dat je bestond!" (Peter staat woest op en pakt Bert bij zijn kleren vast) Peter: "Dat lieg je!" Bert: "Wil je mij gaan slaan?" Peter: "Je zou het verdienen!" Bert: "Waarom doe je het dan niet?// Sla maar// Hier tegen mijn kaak aan// Dat doet vreselijk pijn, een verbrijzelde kaak!!// SLA DAN!!" Peter: "Daag me niet uit". Bert: "Ik hou van haar". (Peter laat hem los en loopt weg) Bert: "Waar ga je naar toe?" Peter: "Naar de WC.// Waar moet ik anders naar toe?// Ook oorlogshelden moeten zich soms wel eens excuseren". (Peter af naar de WC) Bert: (Zucht, en hij drinkt) "Ik dacht even, dat hij echt zou slaan// Een vreemde kerel// Verdomd vreemd".
[5] Tafel 5: Betty en John
Pagina 49
Betty: "Mooi, heel mooi// Eenvoudig prachtig vind je ook niet?" (John tuurt door de zaal heen) Betty: "John?" John: "Hmmmm". Betty: "Wat ben je in hemelsnaam aan het doen John?" John: "Aan het kijken, lieverd". Betty: "Waar naar toe John?" John: "Och, zomaar wat// Niets bijzonders// Ik kijk graag naar mensen". Betty: "John". John: "Hmmmm". Betty (Hard): "JOHN!!" (John schrikt enorm en gaat weer goed zitten. Hij kijkt Betty schuldig aan) John: "Is het al afgelopen?" Betty: "Je bent onmogelijk". John: "Heb je genoten van het optreden?// In de Cherry‐club treed vanavond Billie Holiday op// Zullen we daar naar toe gaan?// Wij, met zijn tweeën? Wat dacht je er van?" Betty: "John!" John: "Kan ik er soms iets aan doen, dat ik een zenuwinzinking nabij ben?!// Overal zie ik kleine 'Georgejes' en 'Alicejes' verschijnen// Ze kruipen uit de muren, over de grond// Ze hangen in de kroonluchters// Ze lachen, en ze zijn allemaal opzoek naar mij".
Pagina 50
Betty: "Waarom kies ik uitgerekend jou uit alle mannen die op deze aardkloot rondlopen?" John: "Je valt nu eenmaal op zwakke weerloze mannen". Betty: "Je maakt me gek van verlangen". John: "Ik doe helemaal niets!" Betty: "Precies". John: "Precies". Betty: "Precies!// Zullen we naar huis gaan?" John: "Naar huis?!// Hoeveel schroefjes zitten erbij jou los?" Betty: "Kom, dan gaan we eerst samen in de sauna// Dat vind je lekker// En daarna, laten we ons heerlijk neerploffen op het waterbed". (Betty pakt, onder tafel, uit haar tasje een plastic huishoudhandschoen. Ze doet die aan haar lin‐ kerhand) John: "Het waterbed, hmmmm// Begrijp dan toch, dat ik in geen toestand verkeer om met je naar bed te gaan!" Betty: "Als je heel lief bent, dan mag jezelf mijn zwart satijnen onderjurk dragen". (Betty begint verlangend over zijn rechterbeen heen te strelen) John: "Je bent gemeen// Je weet hoe graag ik je satijnen onderjurk draag!" Betty: "Laten we ze een koekje van eigen deeg geven John". (Betty begint hem te kussen. Ze streelt hem over het rechterbeen heen onder tafel, en opent de rits van de broek van John) Betty: "Als ze denken dat ze ons kunnen raken met hun goedkope geflikflooi, dan hebben ze het goed mis!"
Pagina 51
John: "Over wie heb je het lieveling?" Betty: "Over Alice en George natuurlijk!" John: "NU doe je het weer!!// Was ik ze allebei vergeten, en dan begin je weer over ze te zeuren!" Betty: "Geef je maar over aan mama". John: "Alice heeft hem gekust". Betty: "Zal mama jou ook een kusje geven?" John: "Betty, je hand". Betty: "Wat is er met mijn hand?" (Ze laat haar rechterhand zien) John: "Ik heb het over die andere hand". Betty: "Wat is er met die andere hand John?" John: "Die hand heeft iets vast wat van mij is". Betty: "Hmmmm, ik weet het// Is dat geen lekker gevoel?" John: "Betty, we zitten hier in een sjieke club". Betty: "Ik weet het John// Opwindend niet?" John: "De mensen denken dadelijk het ergste....". Betty: "Gelijk hebben ze// Mama weet wat lekker is". John:."Deed je dit ook altijd in het openbaar bij George?" Betty: "Waarom wil je dat weten John?// Wind dat je op?"
Pagina 52
John: "Ik val niet op mannen". Betty: "Probeer je te ontspannen// Blijf vriendelijk lachen, en geniet ervan". John: "Hoe kan ik er nu van genieten?// Mijn vrouw zit drie tafeltjes verderop praktisch toe te kijken!" Betty: "Als je niet een beetje meer moeite wilt doen, dan doe je het maar voortaan zelf!" (Haar linkerhand komt te voorschijn. Ze trekt pontificaal de huishoudhandschoen uit en gooit die voor John op het tafeltje neer. Betty staat op en loopt kwaad weg) John: "Betty// Betty// Waar ga je heen?" (John durft niet op te staan) Betty: "Naar de dames WC., als je het niet erg vindt!" John: "O". (Betty af naar WC John zit onbeholpen aan het tafeltje. Hij probeert onopvallend de rits van zijn broek dicht te doen) John: "Ik wilde dat ik onzichtbaar was".
[6] Tafel 6: Susan (Susan laat zich vermoeid op haar stoel terugzakken. Haar stem is een beetje schor van het mee‐ zingen en schreeuwen, tijdens het optreden van Betty Swing) Susan: "Het is ongelofelijk// Jeetje, ik heb Betty Swing gezien// Betty Swing in levende lijve!// On‐ begrijpelijk// Betty stond daar op het podium// Vijftien meter van mij vandaan// Vijftien meter!// Als ik eraan denk, dan ga ik uit mijn bol// BETTY, WE LOVE YOU!!!// YEAHHH‐ HH!!!!// Het is ongelofelijk// Jeetje, ik heb Betty Swing gezien// Betty Swing in levende lijve!// Onbegrijpelijk// Betty stond daar op het podium// Vijftien meter van mij van‐ daan// Vijftien meter!!// Als ik eraan denk dan ga ik uit mijn bol// BETTY, WE LOVE
Pagina 53
YOU!!!// YEAHHHHHH!!!!!// Het is ongelofelijk// Jeetje, ik heb Betty Swing gezien// Het is jammer dat Bert er niet bij kon zijn// Bert had Betty ook goed gevonden// Wat zeg ik?// Goed?// Nee. Helemaal te gek!// O U T R A G E O U S ! ! ! ! !// Het is ongelofelijk!// Jeetje ik heb Betty Swing gezien// Het is echt jammer dat Bert er niet bij is// Heel jammer// BET‐ TY, BETTY, BETTY, WE LOVE YOU!!!!!!! // Betty stond daar vijftien meter van mij van‐ daan!// Vijftien meter!// Als ik eraan denk dan ga ik HELEMAAL UIT MIJN BOL!// BETTY SWING, YOU'RE THE THING!!!// Het enige vervelende bij dergelijke concerten is dat je het nooit zo goed kunt verstaan// Ik bedoel, er zijn altijd mensen bij die er zo nodig door‐ heen moeten krijsen// Van die hystorica!// Dat moet ook heel vervelend zijn voor miss Swing// Ik ben nog helemaal van slag af// Het lijkt alsof hier binnen (Tikt tegen haar hoofd aan) alles zich blijft herhalen// Helemaal te gek!// Het is echt ongelofelijk!// IK HEB BETTY SWING GEZIEN!!// In levende lijve en ze stond nog geen vijftien meter van mij van‐ daan!// ALS IK ERAAN DENK DAN GA IK HELEMAAL UIT MIJN BOL!!!!" Hoofdober 2: "Dat denk ik toch niet". Susan: "Pardon?" Hoofdober 2: "Het is leuk om te zien dat U zich zo goed bij ons in de Club amuseert// Maar U maakt meer herrie dan miss Swing, en zeker meer dan U drinkt!" Susan: "U kunt zich niet voorstellen". Hoofdober 2: "Wat kan ik mij niet voorstellen?" Susan: "Wat voor een fan ik van miss Swing ben". Hoofdober 2: (Roept naar hoofdober 1) "Renée, heb je een momentje?" (Hoofdober 1 komt aangelopen) Susan: "Ik heb toch niks verkeerds gedaan!" Hoofdober 2: "Renée// Mevrouw hier zegt dat wij het ons niet kunnen voorstellen, wat voor een grote fan zij is van miss Swing". Hoofdober 1: "Dat beweerd, mevrouw?// Welke mevrouw is dat Richard?// Deze hier?" Hoofdober 2: "Precies// Dat is de betreffende dame".
Pagina 54
Hoofdober 1: "Heb ik het goed begrepen, dat U het zich niet kunt voorstellen, dat wij ons kunnen inbeelden, wat U voor een grote fan van miss Swing bent?" Susan: "Ik heb toch niks gedaan!" Hoofdober 2: "Wat zei ik je?" Hoofdober 1: "Je hebt gelijk". Susan: "Mag ik nog een cola?" Hoofdober 2: "Hoorde jij ook iets?" Hoofdober 1: "Het leek op een bestelling". Hoofdober 2: "Een bestelling?// Maar mevrouw heeft toch al een entreebewijs gekocht!// Een 'colaatje' kan er dan eigenlijk al niet meer af// Het zijn dure tijden waarin we le‐ ven!" Hoofdober 1: "Ben jij de mening toegedaan dat een heel glas cola misschien teveel is voor me‐ vrouw?" Hoofdober 2: "We zouden het haar natuurlijk even kunnen vragen". Hoofdober 1: "Mevrouw wilde een heel glas cola??" Susan: "Doet U maar, maar een glas champagne!" Hoofdober 2: "Een heel glas champagne?!" Hoofdober 1: "Het lijkt haast wel alsof mevrouw een echte fan van miss Swing is!" Susan: "Haar grootste!!!" Hoofdober 2: "Mevrouw wenst een heel glas champagne?" Susan: "Zekers".
Pagina 55
Hoofdober 2: "Renée, zou jij zo goed willen zijn om voor mevrouw een glas met dat kostelijke bubbels‐water te gaan halen?" Hoofdober 1: "Met alle plezier Richard// Voor een ware miss Swing‐fan, doe ik een hele hoop". (Hoofdober 1 loopt weg) Susan: "Dat was het". Hoofdober 2: "Was het dat// Heel fijn// Nog een prettige voortzetting van de avond gewenst". (Hoofdober 2 loopt weg, maar blijft op een afstandje achter Susan stilstaan. Hij houdt haar in de gaten. Susan ziet hem niet) Susan: "Het is ongelofelijk!// Ik heb Betty Swing gezien// In levende lijve!// Onbegrijpelijk// Betty stond daar op het podium// Vijftien meter van mij vandaan// Vijftien meter!!// Als ik er‐ aan denk dan ga ik uit mijn bol!// BETTY, WE". Hoofdober 2: "En de rest kennen we inmiddels al van buiten!// Het is leuk om te zien, dat U zich zo goed bij ons in de Club amuseert// Maar als U nog een keer hier door de zaal heen gilt, dan kan ik U verzekeren dat U nooit meer zo te keer gaat!!// Ik zal dan hoogst persoonlijk, en met het grootste plezier, Uw stembanden doorsnijden met een verroest Zwitsers zakmes!// Ben ik duidelijk geweest?!" Susan: "Ik wist niet dat ik iemand tot overlast was". Hoofdober 2: "Renée?// Heb je een momentje?" (Hoofdober 1 komt aangelopen met het glas champagne) Hoofdober 1: "Je hebt me geroepen?" Hoofdober 2: "Mevrouw hier, kan het zich niet voorstellen, wat ik met mevrouw ga doen als ze nog een keer haar stem verheft". Hoofdober 1: "Dat is wel een gevaarlijk spel wat mevrouw speelt// Heb je mevrouw vertelt dat ze met vuur speelt?"
Pagina 56
Hoofdober 2: "Ik heb mevrouw vertelt dat ze met haar stembanden speelt". Hoofdober 1: "Alstublieft mevrouw, Uw champagne// Even tussen ons beiden// Heeft Richard U al over zijn roestig Zwitsers zakmes vertelt?" Susan: (Knikt benauwd 'Ja') Hoofdober 1: "Heeft U het ook al gezien?" Susan: (Knikt benauwd 'Nee') Hoofdober 1: "Dat is misschien maar beter ook// Die roestvlekken zijn geen ordinaire roestvlek‐ ken// Het zijn opgedroogde bloedvlekken// (Pauze) Volgens mij kunt U beter rustig van Uw champagne genieten; lekker ontspannen en geluidloos van het tweede op‐ treden van miss Swing genieten// Denkt U ook niet dat dat het beste is?" Susan: (Slikt diep) "Zeker". Hoofdober 1: "Nog een prettige avond toegewenst namens de directie, mevrouw". Susan: "Dank je wel". Hoofdober 1: "Ga je mee Richard?// Er is werk aan de winkel". Hoofdober 2: "Denk je dat het zo kan?" Susan: "Zeker!// Geen probleem". Hoofdober 1: "Je hebt mevrouw gehoord: 'Geen probleem'". (Hoofdober 1 loopt weg) Hoofdober 2: (Kijkt haar strak aan// Stilte) "Nog een prettige voortzetting van de avond toege‐ wenst, mevrouw". (Hoofdober 2 loopt weg) Susan: (Beduusd) "Dank je wel".
Pagina 57
(Stilte) Susan: "Ongelofelijk!// Jeetje, word ik hier een beetje bedreigd!// Onbegrijpelijk!// Hij stond daar nog geen meter van mij vandaan!// NOG GEEN METER met in zijn zak een roestig Zwitsers zakmes!// Als ik eraan denk dan, dan blijf ik maar heel stil// Dat lijkt me in dit geval wel het verstandigste om te doen// Waarom kon die vervloekte Bert ook niet meekomen!// Dan was dit nooit gebeurd!// NOOIT EN NOOIT GEBEURD!// (Pauze)// Mijn lieve hemel, ik ben bedreigd". (Geschrokken drinkt ze van haar champagne)
[8] Tafel 8: Alice en George George: "De muziek is gestopt". Alice: "De muziek is gestopt". George: "Weet je wat dat betekent?" Alice: "Dat het nu stil is". George: "Ik word helemaal wild van verlangen!" Alice: "Zolang je je maar weet te beheersen George". George: "Waarom wijs je me zo radicaal af?" Alice: "Ik wijs je niet af, George// Ik voel er alleen weinig voor om hier in het openbaar bespron‐ gen te worden door een hitsige directeur// Dat is alles". George: "Zal ik de rekening laten komen?" Alice:" En dan?// Heb je niet voldoende geld bij je?" George: "Geld speelt geen enkele rol, zodra er liefde in het spel is".
Pagina 58
Alice: "Het blijft vreemd omdat uit de mond van iemand met veel geld te horen". George: "Kom oorwormpje, laat je lekkere ouwe zuurstok niet wachten". Alice: "George, schei in hemelsnaam uit!" George: (Zwoel) "Je bent hard". Alice: "En jij bent onmogelijk!" George: "Je bent zo gewelddadig lief". Alice: "En jij bent te lang uit je cellofaantje, zuurstokje‐van‐me// Je plakt van alle kanten!" George: "Ik hou er van als je zo tegen me praat". Alice: "Het voelt ook wel lekker aan om het te zeggen// Ik bedoel: Waar zijn we mee bezig, Geor‐ ge?" George: "Elkaar aan het opwinden met vieze praat?" Alice: "Ik word over en weer gegooid, tussen jou en hem!" George: "Heb je er ooit aan gedacht om een actrice te worden?" Alice: "Is het je opgevallen?// Al sinds de derde klas van de lagere school, heb ik mijn hart ver‐ pand aan het toneel// Destijds speelde ik mee in een kerstspel". George: "Vast en zeker als Maria, de moeder van". Alice: "Christus!// George, ook ik heb op de zondagsschool gezeten!// En ik heb niet de rol van de Onbevlekte Maagd gespeeld". George: "Onbevlekte Maagd// Is dat niet dubbel op Alice?" Alice: "Nee, mijn rol was beduidend veeleisender".
Pagina 59
George: "Je speelde voor Engel//Net als nu". Alice: "George! Slijmerd//Nee, ik was schaap". George: "Schaap?" Alice: "Ja, een schaap". George: "Waren er meer schapen?" (Stilte) George: "Een schaap" Alice: "Ja, een schaap!" George: (Begint te lachen) "Jij, een schaap!?" Alice: "Ik ben toevallig een heel goed schaap!" George: "Dat kan ook haast niet anders als een kind van negen in een kerstspel!// Daar kan zelfs de os nog geen blunder slaan!" Alice: "Bruut!" George: "Schaap!" Alice :"Pedofiel!" George: "Pedofiel?!" Alice: "Ik ben tenminste vijftien jaar jonger dan jij!" George: "Zo zie je er in ieder geval niet uit// Eerder vijftien jaar ouder".
Pagina 60
Alice: "Dat zou betekenen dat ik eruit zie als iemand van drie en negentig, belachelijk!// Hoe oud ben jij, George?" George: "Ik weet best dat je denkt dat ik eruit zie als een mannetje van acht en zeventig!// Gewel‐ dig Alice!// Wat een humor!// Ik lach me dadelijk nog een navelbreuk als ik niet op‐ pas!//.Waarom maak ik me boos?// Ik vind het vreselijk om lelijk tegen je te doen// BAH, BAH, BAH, IK WALG VAN MIJZELF!" Alice: "Ik wilde je niet ontstemmen, George// Bah! Ik walg ook van mijzelf!// BAH! BAH! BAH!// Zie je hoe zeer ik van mijzelf walg!?" George: "Het is vreselijk om te zien hoe je van jezelf walgt// En dat is ALLEMAAL mijn schuld!// De vrouw van wie ik houd walgt van zichzelf// En dat alleen maar omdat ik dat van haar vraag!// Het is walgelijk!// Om van te kotsen!" Alice: "Je doet jezelf onrecht aan, George// Ik walgde ook al voor jouw komst van mijzelf// Dat walgen is een soort tweede natuur van mij geworden". George: "Meen je dat oorwormpje?" Alice: (Knikt instemmend) George: "Echt?" Alice: (Knikt nogmaals instemmend) George: "Misschien dat je dan toch niet helemaal de juiste vrouw voor mij bent". Alice: "Maar je houdt toch van mij?!" George: "Waarom zijn we vanavond hier naar de Club gekomen, oorwormpje‐van‐me?" Alice: "Ik vind je ook aardig". George: "Terwille van Betty en John// Dat is de reden, waarom dat wij hier verzamelt zijn". Alice: "IK HOU VAN JE!"
Pagina 61
George: "Hoe pakken we het aan?// Het moet wel allemaal heel overtuigend overkomen, anders gelooft Betty het nooit". Alice: "Waarom laat je de rekening niet komen?// Dan kunnen we naar je hotelkamer gaan". George: "Ik ben tussen twee haakjes geen pedofiel, maar een podofiel// Ik val nu eenmaal op voeten". Alice: "George alsjeblieft// Je boodschap is duidelijk!// Wat wil je dat ik doe?" George: "Wat wil jezelf doen, lieverd?" Alice: "Het is geen lieverd, maar oorwormpje!" George: "Je bent knap als je boos bent// Kus me!" Alice: "Je hebt je kus al gehad". George: "Bomen hebben takken, wist je dat?// De osmose voltrekt zich in". Alice: "Je bent onmogelijk". George: "Maar erg lief, en erg charmant,.en erg opwindend, en erg geduldig, en een kreeft van sterrenbeeld". Alice: "Je bent gek". George: "Op jou//Kus me". (Alice kust hem schichtig op de wang) George: "Waarom kus je me niet?// Dat gelik op mijn wang, doet zelfs mijn Cocker nog beter// Die is overigens ook een podofiel". Alice: (Kust hem op de mond)
Pagina 62
George: "Beter// Niet om over naar huis te schrijven, maar beter// Kus me". Alice: (Kust hem innig) (Stilte) George: "Adembenemend//Letterlijk, adembenemend// Heb je toevallig een vacuümpompje in je mond verstopt, oorwormpje‐van‐me? Of staat er gewoon iets open dat tocht?" Alice: (Kust hem nogmaals// Lang, diep en innig) George: "Oeps!" Alice: "Nu heb je geen commentaar meer!" George: (Mompelt half binnensmonds) "Volgens mij heb je de bovenste helft van mijn prothese ingeslikt, oorwormpje‐van‐me". Alice: (Begint te lachen) George: (Begint te lachen) Alice: "Ik hou van gekke mannen". George: "Ik hou van". Alice: "Van mij// VAN MIJ!!!!" George: "Stttt, niet zo hard!// Dadelijk hoort Betty het nog". Alice: (Pakt haar glas op) "Op ons geluk!"
Pagina 63
George Toost) "Cheers, bottoms up!"
[10] Tafel 10: Will Will: "Als die meid nog ooit eens hoopt door te breken in dit land van begrensde mogelijkheden// Dan zal ze toch iets aan die boezem moeten doen!// Betty Swing een stem van goud, maar van voren plat// Geen gezicht// Een zangeres moet een flinke// Je‐weet‐wel hebben// Het mannenoog wil ook wat// En dan heb ik het nog niet eens over het vrouwenoog// Maar daar is de tijd nog niet rijp voor// Misschien over veertig jaar// Ted houdt van gevulde vrouwen// Zijn handen omgaven// Mijn grote goedheid, wat heb ik een dorst// Van al dat melodrama krijgt een mens een droge keel// Zeker ik// (Schenkt opnieuw haar glas vol, drinkt er van en praat verder) Niets in het glas en hopla!// Het glaasje is weer vol tot boven het randje!// Heerlijk vuurwater// Het is dat ik een verpleegster ben// (Denkt na)// Verrek, ik zeg het in een keer// Verple...verple...verpleegster!// Ik dacht toch werkelijk dat ik het in een keer uitsprak// Zo ineens, samen met een dot van die hete bedwelmende adem// Waar was ik gebleven?// O'ja, hier aan tafel!// Als ik dus geen verpleegster was// (Begint te gniffelen)// Ik wist het wel!// Het is heel eenvoudig, slechts een kwestie van concentre‐ ren// Als ik dus geen verple...verple...verpleegster was, dan had ik gekozen voor het beroep van alcoholist// Dat lijkt me een machtig interessant beroep// Je leert mensen kennen op de leukste plekken die je maar kunt verzinnen, zoals: gokhallen, bars, stripteasetenten, en in het park natuurlijk!// Onder een heldere sterrenhemel, als het tien graden vriest// Enig vak!// Ted hield niet van drank// Wel van melk, maar niet van alcohol// Van vrouwen hield hij ook// Van drank niet// Dat had iets met Salt Lake City te maken// Mormonen of iets der‐ gelijks// Niet dat Ted gelovig was// Ben je gek!// Hij niet, hoor!// Niks ervan// Alleen het idee van bigamie sprak hem sterk aan// HET LEVEN IS geweldig// Waarom?// WAAROM!// (Pauze, denkt na) Waarom zeg ik nu al twee keer achter elkaar: 'Waarom?'// Waarom ook niet// Oeiiiiiiiiiiiii, alles begint te draaien// Oink, oink, oink, oink, oink, de rit in de draaimo‐ len is begonnen// Ik geloof dat ik ziek word// Geen pa...pa..paniek, want ik ben een?// Ted, wat was dat woord ook alweer?// Verpleegster?// Dank je, Ted// Geen pa...pa...paniek want ik ben een verple...verple...verpleegster// OEIIIIIIIIIIIIIIIIII// O'lieve hemel ALLES gaat steeds sneller in het rond// Oeps!// HET KOMT OMHOOG!!// Ik word ziek// Ted, ik voel het omhoog komen// Wat moet ik doen?!// Het zit al in mijn slokdarm// O'Ted!// Help dan!// Alles draait!// OEIIIIIIIII!!!!// HET KOMT!!!!// DE WC SNEL!!// WAAR IS DIE VER‐ VL...VERVL....OOOHHHHH// HET KOMT!!!!" (Will rent snel weg en probeert het binnen te houden, met veel pijn en moeite. Will af)
[11] Tafel 11: Don Carmeleone en gezelschap (Geen actie)
Pagina 64
Scene 4: De danswedstrijd Lengte: 20 minuten. Muziek: Een medley van Billie Holiday muziek.
[1] Podium: (Het orkest gaat weer klaarzitten om te gaan spelen. De bandleider komt op, pakt de microfoon vast en begint te praten) Bandleider: "YOU'RE STILL HERE!!! FAR OUT!// En dan is het nu tijd voor onze grote danswed‐ strijd// Geloof het of niet, maar the one and only miss Swing, zal zowel zingen als het dansen beoordelen// Die vrouw kan alles, neem dat maar van mij aan!// MISS BETTY SWING!!!!!!" (Betty komt op) Bandleider: "Oké, boys take your sweetheart by the hand, and hit the dancefloor!// Let's start!" (Het orkest begint te spelen en miss Swing begint te zingen. De twee backing‐vocals//dansers lo‐ pen de zaal in en vragen twee vrouwen uit het publiek om mee te gaan dansen. Tijdens het zingen loopt miss Swing ook de zaal in. Een volgspot volgt haar)
[3] Tafel 3: Bert (Peter is nog op de WC) Bert: "Het gaat weer beginnen.// Het gaat weer beginnen!!// (Luistert naar de bandleider) Jeetje, een danswedstrijd// Het zit vanavond wel weer mee// Eerst kan Susan niet mee komen, en dan krijgt Peter het op zijn heupen// Eind goed, al goed, en ik zit hier een beetje voor dood te spelen// Denk je dat je ook een keer een positieve donatie aan de mensheid schenkt, en dan blijf je nog moederziel alleen achter// (Pauze) Ik kan niet stil blijven zitten// Dat kan ik eenvoudig niet// Ik ben een danser// Het liefste wat ik doe is dansen// Mijn avond kan van‐ avond al bijna niet meer stuk// Hij is al kapot!// Geruïneerd, door onnozelheden!// Ook nog
Pagina 65
bijna in elkaar geslagen// Wat een mens allemaal niet moet slikken!// Niet dat ik bang was, dat hij me echt in elkaar zou slaan// Een beetje benauwd misschien, maar niet meer// Leu‐ ke muziek// Een danswedstrijd// Ik haat danswedstrijden, als ik niet mee kan doen// (Pauze) Waarom kan ik niet meedoen?// Susan werkt// Peter is hopelijk aan het afkoelen op de WC, en ik zit hier maar te zitten!// Het is immoreel// Toch leuke muziek// Nee, het zou helemaal verkeerd uit kunnen pakken// Stel voor dat je een prijs wint!// Prachtig toch!// Nee, dwaas!// Susan kan er misschien achterkomen// En dan?// Hoe wil jij je ver‐ antwoorden naar haar toe?// (Pauze)// Hoe moet ze er achterkomen?// Omdat jij altijd je mond voorbij praat, daarom!// Maar ze zal het toch niet erg vinden, als ik met een andere vrouw dans?// Prima!" (Hij staat op en loopt naar een van de vrouwelijk bezoeksters aan tafel 3) Bert: "Mevrouw, mag ik U ten dans vragen?" (Bert blijft aandringen totdat hij een danspartner heeft. Hij loopt samen met zijn vrouwelijke part‐ ner naar de dansvloer [14], en ze beginnen te dansen. Bert zegt niet veel, maar is heel voorko‐ mend. Hij geniet intens van de muziek)
[5] Tafel 5: John (Betty is naar de WC gegaan) John: "Ik ben onzichtbaar// Ik ben onzichtbaar// Niet te zien voor het blote oog// Dat is het voor‐ deel als je onzichtbaar bent: Niemand ziet je staan// (Pauze) Als Alice maar niet deze kant uitkijkt// Niet dat er iets valt te zien// Want ik ben er niet// Kunt U mij zien?// Ik mijzelf niet, dus ben ik er ook niet// IK BEN ONZICHTBAAR!// Niemand heeft gezien wat Betty heeft gedaan// Heeft U iets gezien?// Nee, natuurlijk niet!// Want ik ben lucht voor U!// Heerlijk hoor, dat onzichtbaar zijn!// (Pauze) Ik moet wel onzichtbaar zijn of dromen// Ja, dromen zou ook nog kunnen// (Hij knijpt in zijn arm en slaakt een gilletje)// Dromen valt af// Dus toch: ONZICHTBAAR// Des te beter// IK BEN ONZICHTBAAR!!" Sigarettenmeisje: "Wie vertel je wat, lieverd?// Wat zal het wezen?// Sigaretten?// Een kauw‐ gommetje?// Een lolly?// Of een handje vol pinda's?// Zeg het maar". John: "Ik ben er niet// Ik ben onzichtbaar". Sigarettenmeisje: "Je meent het// (Pauze) Hoe komt het dan dat ik je zie zitten?" John: "Dat kan helemaal niet!// Wat voor kleur haar heb ik?" Sigarettenmeisje: "Blond".
Pagina 66
John: "Blond?// Dat zegt nog niets// Vijfendertig procent van de bevolking heeft blond haar!// Welke kleur hebben mijn ogen?" Sigarettenmeisje: "Grijs". John: "Wijsneus!// Dat zegt helemaal niets// Hoe heet ik?" Sigarettenmeisje: "Maar dat kan ik toch helemaal niet zien!" John:"Ahhhhhh!!!// Zie je wel dat ik onzichtbaar ben!" Sigarettenmeisje: "Voelt U zich wel lekker?" John: "Prima! Ik ben vanavond hier met Betty// Niet met Betty Swing, want die treed op// Nee, ik ben hier met Betty// Zij treed ook op, maar niet hier// Op de zaak treed ze op, tegen alle luilakken// Mijn vrouw is ook hier, maar die is de maîtresse van mijn baas en Betty is de vrouw van de baas// Betty en ik hebben zoiets als en relatie// Best aardige meid, overi‐ gens!// Niet Betty, want die is oké!// Maar mijn vrouw// Een beetje jou type// Een tikkeltje mollig op de heupen// Betty is even naar het toilet// Als je even wacht dan kun je haar ont‐ moeten// Volgens mij kun jij het uitstekend vinden met Betty// (Pauze) Wie ben jij eigen‐ lijk?" Sigarettenmeisje: "Wil je nog iets of niet?" John: "Een chocoladereep, alsjeblieft". Sigarettenmeisje: "Is dat alles?" John: "Een is meer dan voldoende", (Het sigarettenmeisje geeft hem de chocoladereep) Sigarettenmeisje: "Dat is dan vijftig cent", (John graait in zijn zakken en komt met lege handen te voorschijn) John: "Ik heb geen geld bij me",
Pagina 67
Sigarettenmeisje: "Pardon?// Wilde meneer per ongeluk met onzichtbaar geld betalen?" (Ze pakt de reep terug) John: "Mijn reep!" Sigarettenmeisje: "Niets: 'Mijn reep!'// Eerst betalen, dan pas: 'Jou reep!'" John: "Geef hier die reep!" (John graait de reep uit haar handen) John: "Zet hem maar op de rekening van Betty!" (Hij haalt het papiertje er vanaf) Sigarettenmeisje: "Welke Betty? Miss Swing of die andere?" John: "Van die andere natuurlijk!" (Hij begint van die reep te eten) Sigarettenmeisje: "En wie is die andere Betty dan?" John: "Dat heb ik je toch al uitgelegd, domme gans!// Betty is de vrouw van mijn baas!" Sigarettenmeisje: "En wie is jouw baas?" John: "Wie mijn baas is!!// George Thomas, wie anders?!" Sigarettenmeisje: "Wie anders?!// Zegt je de naam Luchino Bertoluchie je iets?" John: "Nee// Helaas niets// Waarom?" Sigarettenmeisje: "Dat is mijn baas, en als de kas niet klopt dan ben ik vanavond nog werkloos// Buiten getrapt door meneer Luchino!// En dat allemaal omdat een of andere idioot denkt dat hij onzichtbaar is!// Nou, schiet op met dat geld!"
Pagina 68
John: "Ik heb geen vijftig cent bij me". Sigarettenmeisje: "Mannen!// Altijd dezelfde lage streken om een meisje van het platteland te overtroeven// Wacht maar vriend, ik heb voor jou een aardige verrassing in petto!" (Het meisje pakt een fluitje uit haar 'Sigarettendoos' en blaast erop. Ze legt de fluit weer terug in de doos, en scheurt haar panty stuk) John: "Wat doe je nu?" Sigarettenmeisje: "Dat zul je vlug genoeg merken, als je buiten in de goot bijkomt, van het pak slaag dat je gaat krijgen!// Vlug vijftig cent of ik geef je geen cent meer voor dat sjieke pak van je!" John: "Mijn portemonnee ligt thuis op het dressoir". Sigarettenmeisje: (Fluit nog een keer) John: "Laat dat, dom wicht!// Zo dadelijk krijgen we nog problemen". Sigarettenmeisje: "Wij krijgen geen problemen// Jij krijgt problemen". (Hoofdober 1 komt aange‐ sneld) Hoofdober 1 (Tegen het meisje): "Problemen?" John: "Geen enkel probleem in een straal van dertig kilometer te bekennen// Ik zie geen pro‐ bleem, jij wel?" Hoofdober 1: "Heeft hij je lastig gevallen?" Sigarettenmeisje: "Ik ben zo geschrokken// Hij griste zomaar een reep chocola uit mijn doos// Toen vertelde hij dat hij onzichtbaar was en". Hoofdober 1: "En?" Sigarettenmeisje: "Hij heeft mij vastgegrepen// Bij mijn benen// Hij heeft mijn panty geruïneerd".
Pagina 69
(Het meisje begint 'spontaan' te huilen) John: (Klapt in zijn handen) "Schitterend gedaan!// Bravo!!// BRAVO!!!// Je had actrice moeten worden// Vooral dat huilen// Heel overtuigend // (Tegen de hoofdober 1) Het is in feite heel simpel". Hoofdober 1: (Blaast op een fluitje) John: "U heeft er ook al een// Per twee worden ze zeker goedkoper// à propos, goedkoop!// Ik heb aan deze juffrouw een reep chocolade gevraagd, en die heb ik ook gekregen// Tot zo‐ ver geen probleem!// Alleen tot overmaat van ramp kom ik tot de ontdekking dat ik mijn portemonnee thuis op het dressoir heb laten liggen// Deze juffrouw hier, raakt meteen in paniek en is als de dood dat ze wordt ontslagen vanwege dit kleine incident, dus zeg ik te‐ gen haar: 'Geen nood, zet die reep chocolade maar op de rekening van Betty'// Niet van miss Swing, maar van de baas van mijn vrouw// Ook dat klopt, maar eigenlijk wilde ik zeg‐ gen, de vrouw van mijn baas". (Stilte. Hij kijkt om zich heen. John wordt omgeven door hoofdober 1, de kelner, en de twee dan‐ sers) John: (Slikt diep)"Hoe dan ook ben ik onzichtbaar// Er valt hier niets te zien, wat er niet te zien valt". Hoofdober 1: "Het was de Juicy Pineapple Club een ware eer// Helaas dat we al zo vroeg afscheid van U moeten nemen// (Tegen de mannen) Neem dit stuk onzichtbaar vuil mee naar buiten en amuseer je". Kelner: "Ha fijn, ik dacht dat er vanavond al niets meer zou gebeuren". John: "Wat gaat er gebeuren?" Danser 1: "U gaat een stukje vliegen". John: "Vliegen? Hoe?" Danser 2: "Door de lucht". Kelner: "Met een open gebarsten lip!" John: "Ik geloof niet dat ik van vliegen hou".
Pagina 70
(Hoofdober 1, de kelner en de twee dansers pakken hem vast. Twee bij de armen, en twee bij de benen. Ze tillen hem weg) Kelner: "Te laat, het vliegtuig is al vertrokken". Sigarettenmeisje: "Denk aan zijn tanden// Hij heeft zo van die mooie glimmende tanden!" John: "Mijn tanden?!// Wat gebeurd er met mijn tanden?!// Ik ben onzichtbaar!// Jullie kunnen mij toch niet raken!// Ik ben niets dan lucht!" (Ze lopen langs tafel [8]. De tafel waar Alice en George aanzitten. John kijkt naar hun) John: "Hallo, Alice". Alice: (Verbaasd) "John". George: (Verbaasd) "Alice?// JOHN!!" (John wordt verder weggedragen) John: "Ik ben er niet// Ik ben ON ZICHT BAAR!!// Jullie kunnen doen en laten wat jullie willen, maar ik ben er niet!!// Ik ben onzichtBAAAAAAAAR!!!!!!!" (John wordt de zaal uitgevoerd. Even later komen de vier mannen terug en wrijven lachend in hun handen. Ze gaan verder met hun eigen werkzaamheden)
[6] Tafel 6: Susan (Susan drinkt gespannen van haar glas champagne) Susan: "De bubbels zijn ook ver te zoeken!// Die fles heeft natuurlijk al de hele avond open ge‐ staan// Hij heeft dat met opzet gedaan// Een glas champagne zonder bubbels!// Maar wel de volle pond betalen!// Zo bijzonder smaakt het ook niet// Een beetje wrang zelfs// De appelcider van tante Betsy smaakt beter!// En bubbelen dat die appelcider doet!// De hele avond// Het maakt niet uit of de fles al een uur of twee openstaat!// Het blijft bub‐ belen// (Ze nipt nog een keer van het glas) Dit is niet te drinken// Het smaakt nergens
Pagina 71
naar!// Eerst dreigen, en dan dit voorzetten// Schandalig!// Het is vies, vies, vies!// Dat is het: Vies!// Bah! Bah! Bah!// Eigenlijk moest ik mijn beklag doen// Eigenlijk wel// Ik be‐ doel: ik ben toch muisstil, niet dan?// Wat kan er mij gebeuren?// Niets toch zeker// Hij zal hier binnen niets doen// Dat durft die griezel nooit// Die engerd met zijn Zwitsers zak‐ mes// Mij bedreigen! Ik zal hem eens een lesje leren// (Ze nipt nog een keer) Dit spul smaakt nergens naar// OBER!// OBER!" (Ze wuift uitbundig naar hoofdober 2. Hij komt aangelopen) Hoofdober 2: "Mevrouw heeft 'geroepen'?" Susan: "Wel geroepen, maar niet in de zin van: Hard geroepen// Ik bedoel ik heb niet, wat je nu noemt: Geschreeuwd// (Ze glimlacht vriendelijk van angst) Dat kun je niet echt zeggen, wel?// Ik heb iets harder gesproken, dan dat ik nu doe// Maar om nu te zeggen dat ik heb: GEROEPEN// Nee, dat kan ik niet zeggen// U wel?" Hoofdober 2: "Is alles verder naar wens, mevrouw?" Susan: "Daarvoor riep ik U". Hoofdober 2: "Mevrouw heeft toch geroepen in de betekenis van". Susan: "Wel nee!// Ben je mal!// Gekkerd!// Niets hoor!// Ik heb alleen maar gewuifd en heel zachtjes: 'Ober' geroepen// Verder niets aan het handje// Ik en roepen!// Wat een combi‐ natie!// Volslagen ondenkbaar!" Hoofdober 2: "Waarover wilde U mij spreken, mevrouw?// Mankeert er iets aan de champagne?" Susan: "De champagne?!// Of er iets aan mankeert// Wel nee!// Hij smaakt prima!// Zelfs beter dan de appelcider van mijn tante Betsy// En die maakt de lekkerste appelcider uit het dis‐ trict". Hoofdober 2: "Het is fijn om te horen dat onze klanten tevreden zijn// Kan ik verder nog iets voor U doen, mevrouw?" Susan: "Iets doen?// Voor mij?" Hoofdober 2: "Ja, voor U// U heeft mij toch geroepen of vergis ik mijzelf?" Susan: "U begaat geen vergissing// Ik heb U geroe, hierheen laten komen".
Pagina 72
Hoofdober 2: "Zegt U maar// Ik sta geheel tot Uw dienst mevrouw". Susan: "Ik wilde graag nog een glas van dit kostelijk nat bestellen". Hoofdober 2: "Nog een glas champagne voor mevrouw". Susan: "O, heet dat bubbeltjes‐spul zo!// Ik vraag me af waarom// Sorry, een grapje// Misschien een tikkeltje misplaatst". Hoofdober 2: "Volgens mij houdt U mij voor het bekende lapje// U vindt de champagne niet lek‐ ker, en U probeert mij nu uit te dagen met al die provocerende opmerkingen!" Susan: "Ik?// Nee hoor, echt niet// Ik vind het heerlijk!// Hier kijk maar!" (Ze drinkt het glas leeg en probeert er vriendelijk bij te glimlachen. Het is een geforceerde lach) Susan: "Zie je, helemaal op!// Hmmmmm, lekker!// Daar was ik wel even aan toe, zeg!" (Stilte) Susan: "Mag ik nog een glas champagne?" Hoofdober 2: "Echt?" Susan: "Echt". Hoofdober 2: "U houdt mij niet voor het lapje". Susan: "Ik?// Ik zou niet durven".
Pagina 73
Hoofdober 2: "Als U Uw beklag wilt doen, dan kan dat uiteraard". Susan: "Beklag doen?// Waarover zou ik in hemelsnaam mijn beklag moeten doen?!// Weet je wat: Breng maar meteen de hele fles!" Hoofdober 2: "Een hele fles champagne voor mevrouw, komt eraan!" (Hij loopt meteen weg, nog voordat Susan zich kan bedenken) (Stilte) Susan: "Ik voel me zo ongelofelijk dom!// Idioot die ik ben// Ik zou die kerel wel even op zijn num‐ mer zetten// Prachtig gedaan!// Nu zit ik met een hele fles van dat spul opgescheept!// EEN HELE FLES!!// Ik geloof dat ik in grote problemen verkeer!// Ik kan dat nooit beta‐ len// O, was Bert maar hier, dan was dit nooit gebeurd// Waarom overkomt mij altijd zo‐ iets idioots!// (Stilte) Wat zou het ook!// De pot op met alle onzin!// Vanavond ben ik uit// Vanavond is het feest// Wat er verder allemaal gaat gebeuren, merk ik vanzelf wel!// Op een politiebureau heb ik ook nog nooit eerder de eer gehad om te overnachten// Het lijkt me wel spannend!// D A N S E N !!!!!!!!// (Ze vraagt aan een mannelijke gast of hij met haar wil dansen) Helemaal te gekke muziek!// Wil jij met mij dansen?" (Ze gaat dan samen met iemand van het publiek dansen)
[8] Tafel 8: Alice en George (Alice en George kijken elkaar verliefd aan. Meer het bestuderen van elkaars gezicht) (Stilte) George: (Zucht)" Ze gaan weer beginnen". (Stilte) Alice: (Traag) "Wat?" (Stilte) George: (Zucht) "Ze gaan weer spelen".
Pagina 74
(Stilte) Alice: (Traag) "Wat?" (Stilte) Alice: "Je hebt een mee‐eter op je voorhoofd". (Stilte) George: (Zucht) "Thuis zit een grote mee‐eter". (Stilte) Alice: "Maar ze is nog steeds je vrouw". (Stilte) George: (Zucht) "Ik bedoel Charles". (Stilte) Alice: "Je Cocker?" (Stilte) George: (Zucht) "Wat?" (Stilte) Alice: "JE COCKER!" George: "Wat is er met mijn Cocker?" Alice: "Hoe moet ik dat nu weten?"
Pagina 75
George: "Waarom vraag je er dan naar?" (Stilte) Alice: "Ben ik al vergeten// Er was iets met die Cocker van jou// Ach, wat zou het ook". (Stilte) Alice: "Je hebt een kleine mee‐eter op je voorhoofd". (Stilte) George: (Zucht) "Thuis zit een grote mee‐eter". Alice: "Charles?" George: "Charles!" Alice: "De Cocker?" George: "Mijn zoon". Alice: "Is jou zoon een Cocker?" George: "Wat bazel je nou?!// Hoe kan mijn zoon nu ooit een Cocker zijn, tenzij zijn moeder ook een Cocker was!" Alice: "Je hebt een zoon?" George: "En een Cocker". (Stilte) Alice: "Hoe heet je Cocker, George?" George: "Charles".
Pagina 76
Alice: "Charles?!// Maar je zoon heet toch Charles!" George: "En de Cocker". Alice: "Wie was het eerst: de Cocker of je zoon?" George: "De Cocker// Betty is dol op de naam: Charles// Daarom moest eerst de Cocker eraan geloven// (Pauze) Toen Charles werd geboren, was het al bijna vanzelfsprekend dat hij gezegend zou worden met de naam Charles// Betty is dol op die naam// Het doet haar aan haar oom in de gevangenis denken". Alice: "Heeft Betty een oom in gevangenis?!" George: "Ik hou van knappe vrouwen". Alice: "Dank je// Kom eens een stukje naar voren met je hoofd.(Begint geestdriftig de mee‐eter uit te knijpen)// Vertel eens over die oom// Heb je een schone zakdoek bij je?" George: (Geeft haar de zakdoek) "Het is een enorm saai verhaal oorwormpje‐van‐me". Alice: "Ook bloederig?" (Ze veegt het bloed van zijn voorhoofd af) George: "Pijnlijk is het juiste woord". Alice:"Laat dan maar// Ik hou niet van gecompliceerde dingen". (Alice geeft George de zakdoek terug. Stilte. Ze kijken elkaar innig aan en beginnen elkaar te kus‐ sen. John wordt voorbij gedragen) John: "Hallo Alice". Alice: (Kijkt verbaasd en verbreekt de kus) "John?" George: (Verbaasd) "Alice?// John?!"
Pagina 77
(John wordt verder weggedragen. Alice en George kijken elkaar verbaasd aan. Stilte) Alice: "Wat heeft dit allemaal te betekenen George?" George: "Waarom vraag je dat aan mij?// Hoe moet ik dat nu weten?" Alice: "Dat was toch mijn eigen lieve echtgenoot, niet?" George: "Dat was John". Alice: "Die kerels dragen mijn John naar buiten". George: "Kalmeer toch een beetje, lieverd". Alice: "Wat zullen ze met hem gaan doen?" George: "Niets lieverdje......// Een kaakfractuur misschien// Een dichtgeslagen oog...// Een paar gekneusde ribben...// Dus niets waarover je bezorgd hoeft te maken" Alice: "Rammen die bruten hem in elkaar?!" George: "Natuurlijk niet Alice!// Ik hield je alleen maar even voor de gek!// We leven per slot van rekening in een vrij democratisch land// Hem zal dus echt niets overkomen!" Alice: "Echt niet?" George: "Echt niet// O, je bent zo mooi als je opgewonden bent!" Alice: "Waar waren we gebleven?" George: "Je had net die kleine mee‐eter op mijn voorhoofd uitgeduwd, terwijl ik je vertelde over de oom van Betty". Alice: "Die in de gevangenis zit".
Pagina 78
George: "Precies, die oom// En toen kuste jij mij hier op". Alice: "Waarom zit die oom in de gevangenis?" George: "Wegens incest". Alice: "Incest?" George: "Waarom denk je anders dat Betty, de Cocker en mijn zoon, Charles heeft genoemd!". Alice: "Ze hield van hem en hij van haar// Een prachtige romance". George: "Nee, natuurlijk niet!// Waarom denk je dat Charles in de gevangenis vertoeft!" Alice: "Je zoon?" George: "Nee, mijn Cocker!" Alice: "Heeft de Cocker haar verkracht?" George: "Haar oom!// Weet je nog? De oom uit de gevangenis?" Alice: "Heet hij ook Charles?" George: "Wat anders?!// Als hij Frank had geheten, dan had Betty, de Cocker en mijn zoon ook geen Charles genoemd!" Alice: "Wat mankeert er aan de naam Charles?" George: "Niets// Zover het mijzelf betreft!" Alice: "Het is maar verwarrend hoor!" George: "Het is helemaal niet verwarrend! Als je maar zou luisteren, domme gans!" (Stilte)
Pagina 79
Alice: "Ik ben niet dom". (Stilte) George: "Betty hee". Alice: "Mijn naam is niet Betty!// Ik heet Alice, en ik ben niet dom". George: "Luister alsjeblieft even naar datgene wat ik je heb te vertellen!// Alice, ik probeer je de situatie uit te leggen!" Alice: "Prima!// Maar ik ben niet dom!" (Stilte) George: (Zucht) "Betty". Alice: "IK HEET GEEN BETTY!!!// HOE VAAK MOET IK JE NU NOG ZEGGEN DAT IK GEEN BETTY HEET!!// IK HAAT DIE NAAM!// (Pauze) En ik ben niet dom". George: "Charles". Alice:" Wie van de drie?" George: "De eerste". Alice: "De Cocker, dus!" George: "NEE!!!// DE OOM UIT DE GEVANGENIS!!" Alice: "Er is werkelijk geen reden te bedenken, waarom dat jij hier zo te keer gaat!// Ik doe echt mijn best om het te begrijpen// Maar als je zo te keer gaat, dan weet ik het eenvoudig niet meer!// Het is ook allemaal zo verwarrend, en als jij dan ook nog zo te keer gaat, dan wordt alles nog veel gecompliceerder en verwarrender, en dan weet ik het niet meer, en dan raak ik helemaal van de kook, en dan// En dan". George: (Kust haar)
Pagina 80
(Alice schrikt. De kus wordt verbroken, en Alice slaat George in het gezicht) George: "Wat bezield jou?" Alice : "Als iemand hysterisch wordt moet je hem een klap in het gezicht verkopen!" George: "Ik was niet hysterisch!" Alice: "Het voelde anders wel zo aan!" George: "Dat was alleen maar een kus". Alice: "Het was niet alleen maar een kus!// Hij was nat, plakte en was verkeerd gepland!" George: "Ik hou van je". Alice: "Alsof dat het toverwoord is!// 'Ik hou van je'// Houden van is iets wederzijds// En wat jij net hebt gedaan valt onder: Nemen// Je hebt gebruik gemaakt van een moment van zwak‐ te!" George: "Het was alleen maar een klein onschuldig kusje!" Alice: "Denk aan de oom van Betty!" George: "Wat heeft die kerel ermee te maken?" Alice: "Wil je ook zo eindigen als hij?// In de gevangenis!?" George: "Het is allemaal zo verwarrend". Alice: "Wij vrouwen voelen elkaar aan// En ik begrijp precies hoe Betty zich voelt// Ik zou die kerel wel iedere dag in elkaar willen rammen!// Schoppen!// Trappen!// Vloeken!// Slaan!// Bij‐ ten!" (Stilte)
Pagina 81
George: "Begrijp je nu ook waarom de Cocker en mijn zoon Charles heten?" (Stilte) Alice: "Waarom dan?" George: "Zullen we gaan dansen?" Alice: "Volgens mij is het al bijna afgelopen". George: "Wat?" Alice: "De danswedstrijd, zuurstokje‐van‐me// Wat anders?" George: "Wat anders". (Ze kijken elkaar verliefd aan)
[10] Tafel 10: Will is weggevlucht naar de WC (De danswedstrijd is in volle gang. Will komt terug van de WC. In haar hand houdt ze een grote papieren boterhamzak. Ze doet haar jurk goed en haar haar. Vervolgens gaat Will zitten) Will: "Dat lucht op!// Ik voel me ook al me...me...meteen een stuk beter// Omdat ik werk in het ziekenhuis, weet ik ook altijd pre...pre...precies wat er gebeurd// Net als net// Geen paniek, niets van dat alles// Heel be..be..beheerst ......// (Stilte) Wat wilde ik gaan zeggen?// Ik weet het niet meer// (Pauze)// Een beetje ruimte maken// (Ze zet wat glazen en andere spulletjes van het tafeltje)// Ruimte, ruimte, ruimte is alles wat ik nodig heb!// Geen paniek, want ik ben een verple....zuster!// (Giebeltje)// 'Terusten!" (Will laat haar hoofd op het tafeltje vallen en slaapt. Ze begint zacht te snurken)
[14] De dansvloer (Er wordt gedanst door spelers en publiek)
Pagina 82
Scene 5: Intermezzo Lengte: 10 tot 13 minuten Muziek: Tijdens de intermezzo geen. (Alle handelingen gaan door zoals beschreven in scene 4. Dus: [1] Op het podium blijft het orkest spelen en miss Swing zingen. [2] Geen actie. [3] Geen actie, omdat Bert danst en Peter naar de WC is. [5] Geen actie, omdat John is afgevoerd en Betty naar de WC is. [6] Geen actie, omdat Susan danst. [8] Alice en George blijven naar elkaar kijken en naar de dansende paren op de dansvloer. [10] Will slaapt. [11] Geen actie, omdat het maffia‐trio nog steeds niet is gearriveerd. [14] Dansende paren) Plots weerklinkt een gongslag door de zaal heen. De muziek stopt abrupt en al 'het spel' bevriest! (Dus bijvoorbeeld: * De spelers die dansen stoppen meteen met dansen, door stil te gaan staan. * De orkestleden leggen hun instrumenten neer.) Een vriendelijke vrouwenstem zegt het volgende: "Dames en heren, het is nu pauze. Over onge‐ veer tien minuten zal de voorstelling worden voortgezet met het tweede bedrijf van het toneel‐ stuk: "The juicy pineapple club". Ondertussen kunt U in de foyer, tegen geringe prijzen, een kopje koffie of thee nuttigen. Einde bericht". Meteen na de tweede gongslag, valt iedereen uit zijn of haar rol! (Iedereen wordt dus zichzelf) Alle spelers blijven wel in de zaal, maar gaan gezellig bij elkaar zitten en praten wat; drinken kof‐ fie; de make‐up wordt gecorrigeerd; enzovoorts. (Voorbeelden:* Bert danst met iemand vanuit het publiek. Eerste gongslag. Hij staat stil, en luis‐
Pagina 83
tert naar de vrouwenstem. Na de tweede gongslag, valt hij uit zijn rol (wordt zichzelf en loopt weg van de dansvloer) Hij laat de vrouw waarmee hij heeft gedanst staan! * Nog een voorbeeld: Will slaapt, luistert na de vrouwenstem, en na de tweede gongslag staat ze op en loopt van het tafeltje weg.) Het publiek moet zich 'buiten gesloten' voelen!
[PAUZE] Na tien minuten weerklinkt opnieuw een gongslag door de zaal heen. Een vrouwenstem is te ho‐ ren: "Dames en heren, de voorstelling gaat beginnen. U wordt vriendelijk verzocht weer terug te gaan naar Uw zitplaatsen". Een tweede gongslag. Bij de eerste gongslag na de pauze neemt iedere speler zijn of haar eind‐ houding van voor de pauze in! (Dus: Bert gaat terug naar de dansvloer, Het orkest zit klaar om te gaan spelen, Miss Swing staat achter haar microfoon, enzovoorts) Na de tweede gongslag, speelt iedereen meteen verder. (Alsof er niets is gebeurd!!!!) Dus: Het orkest begint daar te spelen waar het gestopt is met spelen. Will slaapt verder, en Alice en George zijn druk bezig om verliefd te zijn! Opmerking voor de spelers die op de dansvloer staan: Probeer dezelfde partner van voor de pau‐ ze te krijgen of een ander, maar dans door! Het orkest speelt het nummer af en dan begint scene 6.
Scene 6: Don Carmeleone. HET TWEEDE BEDRIJF Lengte: 25 minuten Muziek: Staat in de tekst vermeld
Pagina 84
(Het orkest is stil. Applaus voor Miss Swing en het orkest klinkt door de zaal heen. Miss Swing af)
[1] Het Podium Bandleider: "Isn't she a prettig sight!// Miss Swing! The one and only!// Give her a big hand!" (Applaus. Betty komt op) Bandleider:"YEAHHH! LET'S HEAR IT FOR THE LADY!!!" (Betty buigt en gaat af) (Stilte) Bandleider: "Tot zover de danswedstrijd// Miss Swing gaat nu bij haarzelf te raden, wie de grote prijs heeft gewonnen!// Nou, als dat niet spannend is!" (Applaus) Bandleider: "In de tussen tijd wachten we ongeduldig af tot Miss Swing zover is!" (Stilte) (Het sigarettenmeisje loopt vlug het podium op. Bert begint te applaudisseren. Het meisje bukt en loopt naar de bandleider. Ze fluistert hem iets in het oor) Bandleider: "Het is niet waar?!" (Het sigarettenmeisje fluistert nog iets en gaat dan vlug van het podium af) Bandleider: "Dames en heren, namens 'The juicy pineapple club' is het mij een grote eer om hier vanavond de grote 'Don' te mogen verwelkomen// De man wiens hart groot en ro‐ yaal is!// De man die voor gerechtigheid zorgt in dit district!// De man die voor vele van ons zowel vriend als raadgever is// Peetvader en broer// Dames en heren: Don Carmeleone".
Pagina 85
(Het orkest begint het thema van de film:'The Godfather' te spelen. Een volgspot springt aan en de deuren van de zaal gaan open. Don Carmeleone komt binnen gelopen.) (Applaus) (Langs de 'Don' loopt Dixie. Het 'Blondje' lacht overdreven vriendelijk en trekt allerlei 'Marlyn Monroe mondjes'. Ze wil worden gezien, en kauwt op een kauwgom. Achter de Don loopt de bodyguard die alles nauwlettend in de gaten houdt. Hoofdober 1 verwelkomt de Don en bege‐ leidt hem naar tafel [11]. Daar gaat de Don en Dixie zitten. De bodyguard blijft staan. De volgspot gaat uit)
[3] Tafel 3: Bert gaat weer zitten Bert: "Ongelofelijk// Wat een muziek!// Wat een stem!!// Wat een vrouw!!!// BETTY SWING, YOU'RE THE THING!!!// Helemaal te gek// Het is jammer dat Susan vanavond er niet bij is!" Susan: (Gaat achter hem staan, en dekt zijn ogen af) "Wie ben ik?" Bert: (Schrikt, maar hoort dan wie het is) "Peter!// Je hebt er ook lang over gedaan". Susan: "Je weet heel goed dat ik het ben!" (Ze omhelzen elkaar innig) Bert: "Wat doe jij hier!// Hoe bestaat het// Je moest toch werken?" Susan: "Ik moest werken// Maar ik heb mijn nachtdienst met Will kunnen ruilen". Bert: "Ik hou van je// IK HOU VAN JE!!" (Bert kust haar) Susan: "En hoe raak jij hier zo verzeild?// Waar is Peter?" Bert: "Een ramp// Die jongen is verandert!// En als ik zeg: 'verandert', dan bedoel ik ook veran‐
Pagina 86
dert// Hmmmm, je parfum ruikt zo lekker// Ik heb je gemist". Susan: "Ik heb je ook gemist". (Susan geeft hem een klein kusje) Bert: "Was dat alles?" Susan: "Wees tevreden met alles wat je krijgt" Bert: "En wat krijg ik dan?" Susan: "Wat erin het vat zit" Bert: "En wat zit erin het vat?" Susan: "Iets dat niet bederft!" (Stilte) Bert: "Een kusje". Susan: "Een kusje?" Bert: "Een kusje". Susan: "Een kusje!" Bert: "Kus, kus". Susan: "Twee kusjes?!" Bert: "Duizend kusjes!" Susan: "Laten we allereerst maar eens beginnen met nummer een".
Pagina 87
(Ze beginnen te vrijen) (Stilte) Sigarettenmeisje: (Schraapt haar keel) (Stilte. Susan en Bert vrijen verder) Sigarettenmeisje:."Wat zal het wezen!// Sigaretten?// Een lolly?// Een handje vol pinda's?// No‐ gabrokken?// Een kauwgommetje?// Zeg het maar". (Bert en Susan vrijen door. Onderwijl maakt Bert een gebaar tegen het sigarettenmeisje dat ze door kan lopen) Sigarettenmeisje: "Dat heb ik niet./ Een karamel?// Snuiftabak?// Drop?" Bert: (Vrijt verder) "nmmmttmmmmssmm// nmmiemm". Sigarettenmeisje: "En wat mogen dat wezen?" (Bert en Susan stoppen met vrijen) Susan: "Waarom ga je niet ergens anders mensen vervelen met die karamels van je!" Sigarettenmeisje: "Denk je dat ik dit werk voor mijn lol doe!?// Dan heb je het mooi mis!" Bert: "Dit is niet te geloven". Susan: "Wind je niet op, Bert// Ze is het niet waard". Sigarettenmeisje: "Er zijn voldoende mannen die daar, toevallig, heel anders over denken// Ik ben een aantrekkelijke vrouw!" Susan: "Ik twijfel daar geen moment aan// Met het licht uit is zelfs mijn oma nog een aantrekkelij‐ ke vrouw". Bert: "Maar je oma is toch al vijf jaar dood".
Pagina 88
Susan: "Wie ziet het verschil als het licht uit is!" Sigarettenmeisje: "Ha//Ha//Ha//Ha//Ha//Ha// Leuk// Vooral ook heel origineel// Grappig// Je bent zeker de leukste thuis!" Susan: "Nee, mijn vader is nog leuker// Hij denkt dat hij een telefoonpaal is!" Bert: "Wind je niet zo op, Susan// Daar krijgen we alleen maar problemen mee". Susan: "Hou je er buiten". Sigarettenmeisje: "Wat zal het wezen?" Bert: "Niks". Sigarettenmeisje: "Niks?" (Stilte) Sigarettenmeisje: (Ze pakt haar fluitje uit de doos) "Weet je wat dit is?// Weet je wat er gebeurd als ik op mijn fluitje blaas?" Bert: "Verdomme, daar begint het al// Heb je nu je zin! (tegen Susan)" Susan: "Wat gebeurd er als jij op dat fluitje blaast?" Sigarettenmeisje: "Iets wat je liever niet wilt weten". Susan: "O,maar ik wil het weten// Heel graag zelfs". Bert: "Je tart het noodlot Susan!// Wie krijgt dadelijk weer de klappen?! IK!// Ik haat slaag!// Ik ben geen kerel". Sigarettenmeisje: "Wat zal het zijn?// Sigaretten?// Een kauwgommetje// Lekker verfrissend// Een karamel?"
Pagina 89
Susan: "Rot op!" Bert: "Wat zei je daar?// O, mijn lieve hemel// (tegen het sigarettenmeisje) Ze meent het niet". (Het sigarettenmeisje pakt het fluitje vast en begint er mee te spelen) Bert: "Het was maar een grapje// Doe mij maar een handvol pinda's// Lekker!// Jij ook iets Susan?" Sigarettenmeisje: "Ik heb veel zin om op dit fluitje te blazen". ( Ze houdt het fluitje dichtbij haar mond. Ze treitert Bert en Susan) Bert: "Wat gebeurd er als je erop blaast?" Sigarettenmeisje: "Dat merk je wel als je buiten in de goot bijkomt, en al je tanden om je heen verspreid ziet liggen// Zal ik eens blazen?" Bert: "Doe mij ook nog maar drie sigaretten". Sigarettenmeisje: "Maar drie sigaretten?" Bert: "Vijf?// Hoe klinkt dat?// Vijf sigaretten en een handvol pinda's// Jij ook iets Susan?" Susan: "Lafbek!// Hij koopt niets". Bert: "Nee?// Susan we zitten tot onze nek in een gierput!// Ruik je de stront niet!// Hoe kun je dan doodkalm zeggen dat ik niets koop!" Susan: "Hou even drie minuten je mond Bert// Laat dit maar aan mij over". Sigarettenmeisje: "Het is duidelijk wie hier de broek aan heeft// (tegen Bert) Heb je die kerel net voorbij zien komen?" Bert: "Welke kerel?" Susan: "Die ze hebben afgevoerd". Sigarettenmeisje: "Precies, die// En dat gaat jullie nu ook overkomen// Voor hem heb ik mijn pan‐
Pagina 90
ty kapot gescheurd, en dat was al voldoende reden voor de manager om hem eruit te gooien". Bert: "Jij hebt je panty kapot gescheurd, en hij wordt eruit gegooid?!// Rare bedoeling". Susan: "Snap je dat dan niet, Bert?// Ons lief onschuldig meisje hier, scheurt haar panty// Blaast vervolgens op haar fluitje, en zegt dat die kerel haar heeft lastig gevallen!" Sigarettenmeisje: "De manager is zeer gevoelig als zijn personeel wordt gemolesteerd". Susan: "En wat heb je voor ons in petto?" Sigarettenmeisje: "Wil je het zien?" Bert: "Laat maar, ik ben al overtuigt". Susan: "Nee, laat haar nu even". (Stilte) (Plots slaakt het sigarettenmeisje een gil. Ze gooit haar doos de lucht in, blaast op haar fluitje en valt op de grond) Bert: "Wat doet ze nu?// O'jee Susan// Dit is// Dit kan niet werkelijk gebeuren!// (tegen het siga‐ rettenmeisje)// Sta in hemelsnaam op!// Wat wil je dat ik van je koop!" Susan: "Er is een actrice aan jou voorbij gegaan!" Sigarettenmeisje: "Bye, Bye, en de groeten aan de ratten in de goot// HELPPPPPP!!!!!!!!" Bert: "Laten we gaan Susan". Susan: "Jij blijft zitten". (Manager komt aangesneld. Het sigarettenmeisje ziet hem en begint 'spontaan' te huilen) Manager: "Wat is er gebeurd?"
Pagina 91
Sigarettenmeisje: "Hij heeft mij laten struikelen!" Bert: "WAT!!// Hoe bestaat het!// Hoor je wat ze zegt?// Hoe durft ze!// Ze is zelf op de grond gaan zitten". Manager: "Heeft U haar lastig gevallen?" (tegen Bert) Bert: "Hij heeft ook al een fluitje rond zijn nek hangen". Susan: "Luchiano?" Manager: "Ja?// Susan?// Ben jij kleine Susan?// Mijn Susannetje!" Bert: "Wat gebeurd er?" Susan: "OOM!!// Wat doet U hier?// Ik dacht dat U aan de Westkust woonde!" (Ze omhelzen elkaar en laten weer los) Manager: "Wat ben je groot geworden?// Ik kan mijn ogen niet geloven!" (Hoofdober 1 en 2 komen aangesneld. Ze zien Susan zitten) Hoofdober 1: "Zie je wie dat is?" Hoofdober 2: "De herriemaakster!" Manager: "Richard, Renée, mag ik jullie voorstellen aan mijn nicht Susan!" Hoofdober 2: "Zijn nicht". Hoofdober 1:"Zijn nicht?" Manager:"Mijn nicht Susan" (en omhelst weer Susan)
Pagina 92
Hoofdober 1: "Er gaat niets boven een familiehereniging". Hoofdober 2: "Je neemt de woorden uit mijn mond". Sigarettenmeisje: "Zij heeft mij laten struikelen!// VERDOMME DOE IETS!!" Bert: "Trek je vooral niets van mij aan". Susan: "Sorry lieverd// Oom dit is Bert mijn vaste vriend en toekomstige verloofde// Bert dit is mijn lievelingsoom Luchiano". Manager: "Aangenaam kennis te maken Bert". Sigarettenmeisje: "Schitterend!!!// En hoe zit dat met mij!// Zou niemand mij even helpen om omhoog te komen?!" Manager: "Renée, Richard, jullie weten wat we met afval doen". Sigarettenmeisje: "Afval?!" Bert: "De goot, denk ik. (tegen het meisje) Wat denk jij?" (Hoofdober 1 blaast op zijn fluit. De twee dansers komen toegesneld) Sigarettenmeisje: "Dat kunnen jullie niet doen!// Ik ben lid van de vakbond!" Manager: "Meenemen en weggooien". (Hoofdober 1 en 2 en de twee dansers, dragen het sigarettenmeisje weg. Ze gilt en slaat om zich heen. Sigarettenmeisje af) Manager: "Het is vreselijk moeilijk om vandaag de dag goed personeel te krijgen// Maar vertel nu alles over jou". Susan: "Alles?// Dat is wel veel, hoor". Bert: "Sla de oninteressante stukken maar over// Dan ben je binnen drie minuten uitvertelt".
Pagina 93
Manager: "Voor een aanstaande verloofde, heb je wel een grote mond// Oom Jack is al veertig jaar getrouwd, en die heeft nog steeds niet zo'n grote bek tegen zijn vrouw, als jij te‐ gen Susan!// Wat moet dat worden als jullie zijn getrouwd!" Bert: "Ik geloof dat ik een teer punt heb geraakt?" Manager: "Een genie die vriend van jou!" Susan: "Ach het is een lieverd! Soms een beetje lomp in zijn uitspraken, maar hij bedoelt het goed". (Stilte) Bert: "Ik bedoel het goed". (Stilte) Manager: "Ik mag je wel// Je hebt een goede smaak Susan// Beter een muis dan een olifant". Bert: "Die snap ik niet". Susan: "Wie is bang voor wie?// De olifant is bang voor de muis// En de muis is overal bang voor// Daarom overkomt de muis niets". Manager: "Hij is de moeite van het doodtrappen niet waard// En dat is bij ons in de familie een ware deugd". Bert: "Alleen maar het simpele feit dat jullie van Italiaanse afkomst zijn, wil toch nog lang niet zeg‐ gen dat". Manager: "Een ogenblikje Bert// Wat zei hij Susan?// Zei hij: Italiaanse afkomst?// Heb jij hem dat vertelt?!" Susan: "U weet dat ik een hekel heb aan al die Familia‐ruzies en gevechten// En waarom?! Omdat grootvader van Siciliaanse afkomst is!// Ik krijg nooit een vriend, als ik hem vertel dat ik van een invloedrijke Siciliaanse familie afstam!// Misschien dat ik de zoon van de slager kan krijgen!// Maar die is dik en heeft rood haar, EN SLIST!"
Pagina 94
Manager: "Maar kind, als je je voor je afkomst moet schamen wat heb je dan nog over?!" Susan: "Bert//Ik heb hem nog// Hij houdt van mij". Manager: "Hij houdt van je// Wat voor een verschil maakt het dan nog waar je vandaan komt?" Susan: "Precies, en daarom kom ik uit Italië// Het klopt ook nog, Luchiano// Ik lieg niet en het maakt desondanks een wereld van verschil". Manager: "Schijnbaar niet voor hem". Susan: "Wel voor mijzelf". Manager: "Bert vindt jij het erg dat Susan van Siciliaanse afkomst is?" Bert: "Uit de Bronx?" Manager: "Sicilië!" Bert: "Is dat niet dat eilandje bij Cape Key in Florida?" Susan: "Bert, dat is een eiland voor de Italiaanse kust". Bert: "O, natuurlijk! Wat stom van me!// Neem me niet kwalijk" Manager: "Het is niet erg// Vergissen is menselijk". Bert: "Is dat niet het eiland waar ze Napoleon hebben vastgehouden?" Manager: "NEE!// Sicilië is Sicilië is Sicilië!!!// Wij zijn onafhankelijk!// Wij zijn geen spaghettivre‐ ters!// Wij houden van geitenkaas en salami!" Bert: "Ohhh, dat Sicilië!" Susan: "Weet je nu waar Sicilië ligt, Bert?" Bert: "Nee".
Pagina 95
Manager: "Sommige muizen zijn geboren voor de muizenklem!" Susan: "Oom!// U praat over mijn aanstaande verloofde". Manager: "Als hij zo door gaat je aanstaande ex‐verloofde". Susan: “Ik hou van hem". Manager: "Alsof dat een excuus is!// (Pauze)// Susan, je bent mijn lievelingsnicht// Maar weet je zeker dat je geen andere aanstaande verloofde wilt hebben// Ik bedoel van zijn soort is het gemakkelijker afkomen dan aan te komen". Susan: "Bert zou jij even, voor ons drieën, iets te drinken willen halen". Bert: "We kunnen toch een ober laten komen". Susan: "Ik wil kort met Luchiano praten// Alleen// Alsjeblieft". Bert:" Prima!// Ik weet wanneer ik teveel ben". (Bert staat op en wil weglopen) Manager: "Zou je niet eerst vragen wat we te drinken lusten?" Bert: "Wat lusten jullie te drinken?" Susan: "Whisky met ijs". Manager: "Whisky met ijs??// Niks ervan, een fles champagne en drie glazen". Bert: "Mag het ook iets goedkopers zijn?// De rest van de maand wil ik ook nog graag eten.". Manager: "Op mijn kosten, idioot!" Bert: "Zal ik maar een Magnum‐fles bestellen?" Susan: "Bert schiet in hemelsnaam op!"
Pagina 96
Bert: "Neem me niet kwalijk dat ik besta". Manager: "Vooruit we zullen het je vanavond niet kwalijk nemen". Susan: "Luchiano!" Bert: "Ik ga al// Wat was het ook alweer?" Susan: "Bert!" Bert: "Ik weet het alweer". (Bert loopt weg. Een volgspot gaat aan en volgt hem. Susan en de manager praten door. Een lang‐ zame fade out van de zaalverlichting. Naarmate het licht minder wordt, hoe meer de bewegingen van alles spelers bevriezen. Als het zaallicht uit is, zitten alle spelers stil. Natuurlijk m.u.v. Bert die op de dansvloer staat) Susan: (Langzame snake out van de tekst naarmate het zaallicht uitgaat) "Lieve oom, ik hou zoveel van hem dat ik niet wil dat de Familia invloed op hem heeft!// Hij is niet geschikt voor al die vete's en schieterijen// Hij is e e n d o o d g e w o n e j o n ". (Bert staat midden op de dansvloer.[14] Hij draait zich om en kijkt naar tafel drie, waar Susan zit) Bert: "Ik hou van haar, zoals ik nog nooit van iemand heb gehouden// Ze praat veel// Zoveel zelfs dat de plaatselijke bibliotheek zou moeten uitbreiden als alles op schrift stond// Maar ze is de ideale vrouw voor mij// (Pauze) Voor ik Susan leerde kennen was ik een verstokte vrijge‐ zel// Ik had niemand nodig// Dat dacht ik tenminste// Toen ik Susan leerde kennen veran‐ derde dat gevoel op slag!// En sinds die tijd blijft die naam door mijn hoofd heen tollen// Susan, Susan, Susan// Wat moet ik zonder haar doen?// Soms ben ik bang dat ik haar kwijt‐ raak aan een ander, of dat ik betrokken raak bij een van die 'Familia‐kwesties'// Uit mijn mond geen verkeerd woord over Sicilianen!// Maar ze hebben een merkwaardige manier om hun familieband te onderhouden// Ik hou van haar, maar ik ben een lafbek// Waarom vraag ik haar niet ten huwelijk?// Omdat ik bang ben dat ik word afgewezen// Niet door Susan, maar door de Familia// En wat dat betekent weten we allemaal// Niemand houdt ervan om op de bodem van de Hudsonrivier wakker te worden, met een blok beton aan je voeten// (Stilte) Het is vreselijk!// Nu duikt ineens weer die 'oom' Luchiano op!// Als je het mij vraagt een maffiosi van de eerste orde// Een louche, glad type// Ik moet iets doen voor‐ dat ik haar kwijtraak// Haar ten huwelijk vragen?// En morgenvroeg zeker wakker worden in de Hudson samen met een blok beton!// Nee, er moet een andere manier zijn// Er moet nog een andere manier zijn, maar welke?// Waarom kan ik nu niets bedenken?// Het moet!!// (Stilte) Wat ging ik ook alweer doen?// O'ja een fles champagne halen// Oom Luchiano trakteert// Wat een feest// Ik haat familiefeesten".
Pagina 97
(Bert loopt verder naar de bar en haalt de fles champagne en de drie glazen. De volgspot gaat uit. Fade in verlichting van de zaal; alle spelers komen weer tot leven!) Susan: "Daarom hou ik van hem// Hij geeft om mij zoals ik ben: Een eenvoudige ratelende ver‐ pleegster die staat op haar onafhankelijkheid// Ik wil mijn eigen leven bepalen". Manager: "Is daar dan nog wel ruimte voor een echtgenoot?" Susan: "Voor Bert wel// Maar hij is dan ook geen gewone echtgenoot". Manager: "Nu weet ik weer waarom dat jij mijn lievelingsnicht bent". Susan: "Omdat ik geen legbatterij wil worden// Omdat ik op mijn dertigste geen oude vrouw wil zijn, met uitgehangen borsten van het vele zogen". Manager: "Omdat je ontembaar bent// En Siciliaanse mannen hebben nu eenmaal een zwak voor ontembare vrouwen!" Susan: "Tot het moment dat de vrouw zich overgeeft aan de grillen van haar man// En hij haar heeft bewezen wie de baas is!" Manager: "Dat is de wil van God, Susan// De man temt de vrouw". Susan: "En schenkt hem een naamsopvolger". (Stilte) Manager: "Jij bent anders". Susan: "Ik ben anders". (Stilte. Bert komt terug en zet de champagne op de tafel neer. Samen met de glazen) Bert “Ben ik welkom?// Of zal ik nog wat versnaperingen gaan halen?// Dat duurt langer, omdat ze momenteel in de goot liggen". Susan: "Oom Luchiano?"
Pagina 98
Manager: "Nou, goed dan!" (staat op) Manager: "Kom hier Bert, laat me je omhelzen". (Bert loopt naar hem toe. Luchiano omhelst hem en geeft hem drie dikke kussen) Manager: "Je bent welkom in de Familia". Susan: "Welkom thuis Bert". Bert: "Ik wist niet dat ik weg ben geweest// Sorry, een grapje". Manager: (Begint uitbundig te lachen) Susan: "Alle reden om feest te vieren!" Manager: "Wanneer is de trouwdag?" Bert: "Zo gauw als ik Susan om haar hand heb gevraagd". Susan: "Maar Bert?!" Manager: "Misschien is de muis toch wel niet de muis, die wij denken dat hij is". Bert: "Ik hou van je Susan". Susan: "Bert hou je in!// Er zitten allemaal vreemde mensen bij!" Bert: "Wil je mijn vrouw worden?" Susan: "Bert//Wat zeg je nu?" Bert: "Wil je mijn vrouw worden?" Manager: "Susan, ken je het toneelstuk: De getemde Feeks?"
Pagina 99
(Stilte) Bert: "Hou je niet van mij?" Susan: "Natuurlijk hou ik van jou". Bert:"Maar?" (Stilte) Manager: "Maar?" Susan: "Je vraag overvalt me!// Wat moet ik doen?// Ik weet het niet". Bert: "Je houdt toch van mij!" Susan: "Ik hou van je// Wat moet ik doen?!" Manager: "Niets anders dan 'Ja' zeggen". (Stilte) Bert: "Wil je mijn vrouw worden Susan?" (Stilte) Susan: "Ja//Ja, ja, ja, JA, JA, JA, JA, JAAAAAA!!!!!" (Bert en Susan omhelzen elkaar) Manager: "ALS DAT GEEN REDEN VOOR EEN FEEST IS!" (De manager opent de champagnefles en schenkt de glazen vol. Hij geeft Bert en Susan een glas en neemt er zelf ook een. Ze toosten) Manager: "Op jullie geluk!"
Pagina 100
Bert: "Op jou". Susan: "Op ons". (Ze drinken)
[5] Tafel 5: Geen actie.
[6] Tafel 6: Geen actie.
[8] Tafel 8: Alice en George (Het is stil. Alice en George staren de zaal in. Alles verloopt heel traag) Alice: "Ik verveel me". (Stilte. Een hele lange stilte) Alice: "George, ik verveel me". (Stilte. Een lange stilte) Alice: "Verveel jij je ook?" (Stilte) Alice: "Ben je boos op mij?"
Pagina 101
(Stilte) Alice: "Als je boos op mij bent, dan verveel je je tenminste niet// (Ze denkt na en begint te la‐ chen)// Wat leuk verzonnen, vind je ook niet?// Dan verveel je je niet, als je boos op mij bent!// Begrijp je?// Als je boos bent, heb je iets te doen, dus verveel je jezelf niet!" (Stilte) Alice: "Tenminste ik vond hem origineel". (Stilte. Een lange stilte) Alice: "Ik verveel me". (stilte) Alice: "George, ik verveel me". George: "Dat kan niet, oorwormpje‐van‐me". Alice: "Waarom niet George?" George: "Als je jezelf verveelt, verveel je jezelf niet meer// Dat heb je net zelf gezegd". Alice:."Heb ik dat?// O.// Dan zal dat ook wel kloppen". (Stilte) Alice: "Maar George, hoe kan ik dan ooit zeggen dat ik me verveel; op het moment dat ik me ver‐ veel?// Want zo gauw als ik zeg, dat ik me verveel; verveel ik me niet meer!// Dat wil dus zeggen dat verveling helemaal niet bestaat". (Stilte) George: "Je verveelt me". Alice: "Ik verveel jou?"
Pagina 102
(Stilte) Alice: "Dat kan wel, in de betekenis van:'Niet amuseren'// Maar niet in de betekenis van: 'Vervelen als vervelen'// Wat een vervelend verhaal!" (Stilte) George: "Ik heb nergens zin in". (Stilte) Alice: "Dat kan wel eens voorkomen". (Stilte) Alice: "Weet je niets leuks wat we kunnen gaan doen?" George: "Nee". (Stilte) Alice: "George". (Stilte) George: "Ja". (Stilte) Alice: "Ik verveel me". (Stilte) George: "Dat kan niet lieverd, want als je jezelf verveelt, verveel je jezelf niet". Alice: "Maar toch verveel ik me!// Het kan misschien niet, maar ik herken het gevoel// En dat ge‐ voel is stik vervelend!"
Pagina 103
(Stilte) Alice: (Begint te huilen) "Ik mis John!" George: "Dat is vervelend". Alice: "Met hem viel er tenminste nog wat te beleven!" George: "T'sjonge, t'sjonge zeg!// Ik kan me werkelijks niets vervelenders voorstellen dan jullie twee samen op kantoor!" Alice: "Ik hou van hem!" George: "Fijn". (Stilte) Alice: "Bruut!// IK WIL MIJN JOHN TERUG!!//(Begint hardop te huilen) JOHN!!! JOHN, WAAR BEN JE!!!" George: "Hij is buiten de goot aan het bekijken, lieverd!// Hij is eruit gegooid, weet je nog?// Ja, met John kun je tenminste nog iets beleven!" Alice: "JOHN, IK HOU VAN JE!!" George: "Waarom ga je niet naar hem toe?" (Stilte) Alice: "Dat doe ik ook!// Zeker, dat is ook precies wat ik nu ga doen// En ik laat jou hier alleen achter!" George: "Zal ik je nu betalen voor het overwerk van vanavond, of doen we dat morgenvroeg op kantoor?// Misschien dat je nog een extra centje kunt bij verdienen, als je lief bent". (Alice pakt een glas drinken op en gooit het in zijn gezicht)
Pagina 104
Alice: "Welterusten meneer de Directeur!// En de groeten aan Uw vrouw!// Waar is ze overi‐ gens?// Zeker iets nieuws opgescharreld!// Ik hoop dat je bed vanavond koud, leeg en een‐ zaam is!// Ik hoop dat je een of andere geslachtsziekte krijgt!// Ik hoop// (beheerst) Ik wil je nooit meer zien". (Alice loopt weg en gaat af. George staart voor zich uit. Pakt een zakdoek en dept zijn gezicht af. Alles onbewogen. Hij kijkt zijn tafelgenoten aan) George: "KUNNEN JULLIE HET ZIEN?!// WAAROM KIJKEN JULLIE NIET EEN ANDERE KANT OP!// DIT IS PRIVE!!" (Hij draait zijn hoofd af en begint te huilen. Hij probeert zichzelf weer in het gelid te krijgen, wat hem niet lukt.)
[10] Tafel 10: Will (Will slaapt deze scene met uitzondering van het moment dat de zaalverlichting uitgaat en Bert begint te praten. Op dat moment richt Will zich op en luistert naar de monoloog van Bert. Als de zaalverlichting weer aangaat, dan legt Will haar hoofd op het tafeltje neer en slaapt verder)
[11] Tafel 11: Don Carmeleone en gezelschap (Vanaf het moment dat de Don en Dixie zijn gaan zitten. De bodyguard staat achter de Don en houdt alles nauwlettend in de gaten. Zijn rechterhand zit bijna onafgebroken in het kostuumjas‐ je,.dichtbij zijn pistool) Hoofdober 1: "Wat mag het zijn Don Carmeleone?" Don (Hij praat met een hese stem): "Hetzelfde als altijd". Hoofdober 1: "En voor mevrouw?" Don: "Mevrouw is er vanavond niet bij// Zij heet Dixie// De naam zegt al voldoende! Niet waar Renée?"
Pagina 105
Hoofdober 1: "Dixie, wat kan ik voor U doen?" Dixie: "Waar heb jij zin in, lieverd?" (Ze bevochtigt haar lippen) Don: "Dat werkt bij Renée niet, Dixie". Dixie: "Ik krijg iedere man zo heet als de Vesuvius ten tijden van Pompeij”. Don: (Fluister haar iets in het oor) Dixie: (Kijkt hem verbaasd aan) "Wat zonde van zo'n dotje!// En ik vind hem zo leuk!" Don: "Breng haar maar een cola, dan blijft ze tenminste bij haar positieven". Dixie: "Is het echt waar Renée?" Hoofdober 1: "Wat mevrouw Dixie?" Don: "Niets Renée// Breng de bestelling maar". Hoofdober 1: "Zoals U wenst" (Loopt weg) Dixie: "Het is net een grote knuffelbeer// Zonde van zoiets moois". Don: "Hou je kop// Je bent hier alleen maar om mooi te wezen// Verder niets// Dus bespaar me die onzinnige vrouwenpraat". Dixie: "Het was niet mijn bedoeling om je te ergeren, honnepon// Ik weet hoe vervelend je het vindt als ik je erger// En dat wil ik dan ook niet, want als jij je ergert dan krijg ik altijd". (Stilte. De Don kijkt haar strak aan) Don: "Wat heb ik nu gezegd?" Dixie:"Je zei: (Ze imiteert hem, inclusief de hese stem) 'Hou je kop// Je bent hier alleen maar om mooi te wezen. Verder niets!'// Of zoiets dergelijks".
Pagina 106
Don: "Je bent werkelijk een lid van het uitstervende ras...// Gelukkig zijn Siciliaanse vrouwen niet dom, en zo ongelofelijk blond dat het pijn aan je ogen doet". Dixie: "Ik heb ze speciaal voor jou laten verven// En dat alleen maar omdat jij altijd zegt dat blon‐ de vrouwen je opwinden". Don: "Een speeldoos is om op te winden// Een vrouw niet!// Een vrouw is er om kinderen te krij‐ gen// Een vrouw staat achter haar man!// (Pauze)// Jij bent geen vrouw". Dixie: "Ben ik geen vrouw?// O' van wie heb je dan afgelopen nacht gebruik gemaakt?// De buur‐ man, toevallig?!// (Pauze) Als ik geen vrouw ben wat ben ik dan wel?" Don: "Een slet". Dixie: "Een slet?" Don: "Jij bent een dolgedraaide schroef!// Je hebt geen grip meer op jezelf!// Je gleuven zijn uit‐ gelubberd!" Dixie: "O! Dit hoef ik niet te slikken!" (Ze wil opstaan) (De Don geeft een teken aan de bodyguard, die duwt Dixie terug op haar stoel) Don: "Weet je wat de grote Don zich altijd van jou zal blijven herinneren?// Nou?" Dixie: "Hoe moet ik dat weten!"(snerpend. Ze schrikt van zichzelf) Don: "Een grote mond Dixie?" Dixie: "Natuurlijk niet, Don" Don: "Volgens mij had jij een grote mond". Dixie: "Echt niet Don//Alsjeblieft geloof me nou!" (Don geeft een teken aan de bodyguard en die slaat Dixie in het gezicht. Onbewogen en heel snel. Dixie begint van de pijn te huilen)
Pagina 107
Don: "Ik heb je iets gevraagd, Dixie// Weet je wat de grote Don zich altijd van jou zal blijven herin‐ neren?" Dixie: "Ik weet het niet Don// Echt niet". Don: "Echt niet?" Dixie: "Mijn geverfde haren?" Don: "Mis". Dixie: "Mijn valse tanden?" Don: "Mis". Dixie: "Mijn steunzolen?" Don: "Draag je steunzolen?" Dixie: "Nu niet// Overdag, als ik thuis ben". Don: "Mis!// Het is dat eeuwige gemaal van je!// Ik zie dat bewegende gebit zelfs in mijn slaap nog voor mijn ogen opdoemen!// Die constante pepermuntsmaak uit je mond// Alles ruikt er naar: De auto, de badkamer, het bankstel, het bed, de lakens, de hond en zelfs ik!" Dixie: "Ik wist niet dat je kauwgom zo erg vindt". Don: "In principe niet// Maar de hele dag, een malend kunstgebit voor je ogen te zien, is een beetje teveel van het goede!// Siciliaanse vrouwen kauwen geen kauwgom". Dixie: "Maar ik ben toevallige geen Siciliaanse vrouw!// Ik ben blij zoals ik ben// Ik ben er trots op!// Mijn borsten zien er fris en stevig uit!// Hoeveel van 'die' vrouwen kunnen dat ook zeggen?" (Don geeft een gebaar en de bodyguard slaat Dixie opnieuw in het gezicht) Dixie: "Moet die barbaar mij iedere keer slaan!// Hij ruïneert mijn hele make‐up!// Ik heb medelij‐ den met die Siciliaanse vrouwen!// Geen wonder dat ze er zo slecht uitzien, als ze de hele
Pagina 108
tijd worden geslagen". Don: "Wij slaan geen vrouwen". Dixie: "O'nee? En wat ben ik dan?// Een hoopje stront met een zwart ooglijntje eronder?!" Don: "Je mag blij zijn dat je geen man bent// Verscheidene hebben het loodje al voor veel minder gelegd". Dixie: "Ik vind het jammer dat ik geen man ben!" Don: "Ik heb geen zin meer om nog langer met jou spelletjes te spelen// (Stilte) Wat hou ik toch van die SM‐spelletjes". Dixie: "Wat krijg ik extra?// Die kerel heeft me twee keer geslagen// Suikerklontje‐van‐me, nor‐ maal krijg ik dan altijd een honderdje extra". Don:" Hou je kop". Kelner: (Brengt de Drankjes) "Alstublieft, een Martini on the rocks voor meneer Carmeleone, en een colaatje voor mevrouw". Don: "Dank je". (De Don geeft de man een fooi, en de kelner bedankt hem en loopt weg. De Don Stopt een sigaar in zijn mond, de bodyguard steekt hem aan. Dixie gaat aan tafel haar gezicht bij zitten werken met spiegel en poederdoos. Daarna worden haar lippen bij gewerkt met lipstick, enzovoorts)
[15] Een ruimte in de zaal: Peter en Betty (Na de monoloog van Bert op de dansvloer, loopt Peter de zaal in. (Hij komt van de WC af) Peter botst per ongeluk tegen Betty op, die ook net de zaal is binnengelopen. Zij kwam ook van de WC af) Peter en Betty: "O, sorry". (gelijktijdig uitspreken!)
Pagina 109
Betty: "Neemt U mij niet kwalijk". (Stilte. Peter en Betty kijken elkaar aan. Het is liefde op het eerste gezicht) Peter: "Zoals ik al zei: Sorry". Betty: "Waarvoor?" Peter: "De botsing". Betty: "O, de botsing". (Stilte) Betty: "Nou, dan ga ik maar weer eens verder". Peter: "Ja, dat is misschien maar het beste". (Ze blijven allebei stilstaan. Ze zijn gebiologeerd door elkaar. (Stilte) Betty: "Je hebt mooie ogen". Peter en Betty: "Lust je iets te drinken". (gelijktijdig uitspreken!) (Stilte) Betty: "Ik heb nog // Ergens// Hier in de zaal wat drinken staan// Denk ik". Peter: "Je hebt mooie tanden". Betty: "Ik ben er ook zuinig op". (Stilte) Peter: "Dan ga ik maar weer eens verder".
Pagina 110
Betty: "Ja, ik ook". (Stilte) Betty:"Het was leuk kennis te hebben gemaakt". Peter: "Ja, heel leuk". (Stilte) Peter: "Mag ik je een kus geven?" Betty: "Als je dat graag wilt". (Stilte) Peter: "Dat zou ik heel graag willen". (Peter kust haar op de mond. Kort en beschaafd) Peter: "Dat was goed". Betty: "Dit is beter". (Betty pakt hem stevig vast en ze beginnen uitbundig te vrijen)
Scene: De Liefdesverklaring Lengte: 6 minuten Muziek: Uit de film: "Funny girl" Het nummer:'People' gezongen door Barbara Streisand. Hiervoor de originele filmmuziek ne‐ men! De volgspot springt aan, en schijnt op Peter en Betty als die aan het vrijen zijn.
Pagina 111
De zaalverlichting gaat langzaam uit. Alle bewegingen van alle spelers bevriezen. (Met uitzonde‐ ring van Peter en Betty) In de zaal weerklinkt de gezongen muziek van Barbara Streisand. Peter en Betty verbreken hun omhelzing. Dolgelukkig neemt Peter 'zijn' Betty mee naar de dans‐ vloer [14]. Ze beginnen aan hun 'Liefdesverklarings‐dans'. (Dus een stukje ballet waarin Peter en Betty hun liefde voor de ander tot uitdrukking laat komen) Tegen het einde op het num‐ mer, beginnen Peter en Betty weer te vrijen. De muziek eindigt. Fade in van de zaalverlichting. De overige spelers beginnen weer te spelen. Betty en Peter lopen naar tafel [5]. Opmerking over tafel 10: Will wordt wakker als de zaalverlichting uit gaat en kijkt naar de dans van Peter en Betty. Ze gaat weer slapen als de zaalverlichting opnieuw aangaat)
Scene: De Prijsuitreiking Lengte: 20 tot 25 minuten Muziek: Billie Holiday medley nummer: 2
[1] Podium (Tromgeroffel) Bandleider: "DAMES EN HEREN, DE STER VAN DE AVOND: MISS BETTY SWING!!" (Betty Swing op. Applaus) Bandleider: (Kust miss Swing licht op de wang) "Hallo Betty!// Je optreden van vanavond is weer eenvoudig uit de kunst geweest!// Ik moest dit even kwijt!// En ik geloof dat het pu‐ bliek daar roerend mee eens is!" (Applaus) Betty Swing: "Het is altijd weer fijn om hier te zijn!// Hier weet ik wie de mensen zijn!// Het is een heerlijke avond!// U bent een geweldig publiek!"
Pagina 112
Bandleider: "Wat heb je dat toch prachtig gezegd, Betty!" Betty Swing: "Het is goed om weer thuis te zijn jongens!" Bandleider: "OUTRAGEOUS!!// Wat een vrouw!// Maar nu over naar de uitreiking van de: 'Juicy Pineapple Club Cup'". Betty Swing: "Het was heel moeilijk". Bandleider: "Dat wil ik best geloven// Ben je eruit gekomen?" Betty Swing: "Waaruit Lieverd?" (Stilte) Bandleider: "Uit de jurering van de danswedstrijd". Betty Swing: "Moest dat vanavond nog?" Bandleider: (Begint te lachen) "Altijd in voor een 'practical joke'; die miss Swing: 'Moest dat van‐ avond nog?'// Hoe amusant!// (Hij duwt de microfoon weg en zegt tegen Betty) Na‐ tuurlijk moest dat vanavond nog// Waar is de uitslag?" Betty Swing: "Misschien dat ik die ergens heb opgeschreven". Bandleider: (Houdt de microfoon op afstand) "Voel dan in je zakken!" (Betty zoekt) Betty Swing: "Ik krijg het er benauwd van". Bandleider: "Heb je het briefje nu eindelijk gevonden?" (Stilte) Betty Swing: "Ik voel iets".
Pagina 113
Bandleider: "Je bent een schat!" Betty Swing: "Ik voel het// Het is een papiertje!" Bandleider: (in de microfoon) "Dames en heren, Miss Swing heeft het papiertje met de uitslagen gevonden!" Betty Swing: "Mag ik eerst nog een klein slokje Bourbon?" Bandleider: (Hij houdt de microfoon op afstand) "Moet dat!?// Je ruikt nu al tien dagen in de wind!// Schiet op en lees dat papiertje voor!" Bandleider: (In microfoon) "En wie is het gelukkige paar geworden, Betty?" Betty Swing: (In microfoon) "Shit, dit is het verkeerde papiertje". Bandleider: (In microfoon) "Pardon?// Waarom leest U het papiertje niet gewoon voor?" Betty Swing: "Dat is idioot!// Ik ga mijn boodschappenlijstje niet voorlezen!" Bandleider: (Houdt microfoon weg) "Waar heb je het over!" Betty Swing: "Over een half pond geitenkaas; een kilo uien; vijf grote vleestomaten; een liter melk en twee dikke bieflappen!" Bandleider: "Op welk papiertje heb je dan de uitslag geschreven?" Betty Swing: "Hoe moet ik dat nu weten?// Ik weet zelfs niet of ik het wel op een papiertje heb geschreven" . Bandleider: "Je weet niet of je het zelfs wel op een papiertje hebt geschreven?!" Betty Swing: "Het is ook allemaal zo verwarrend". Bandleider: "Niets is verwarrend// Jij bent verwarrend!// Dat is wat er verwarrend is!// JIJ!!!" Bandleider: (In microfoon )" Dames en heren, onze excuses voor het oponthoud!// Het schijnt dat miss Swing er toch nog niet helemaal uit is!// Kom op jongens, spelen!"
Pagina 114
(Het orkest begint te spelen. De bandleider neemt Miss Swing aan de arm mee het podium af. Korte tijd later verschijnt hij weer op het podium en doet alsof er niets aan de hand is)
[3] Tafel 3: Manager, Bert en Susan (Bert en Susan zijn helemaal in de zevende hemel. De manager vult nogmaals de glazen) Manager: "Dat jullie samen, lang en gelukkig, door het leven mogen gaan!" Bert: "Bedankt voor alles". Manager: "Maar dat was toch niets". Bert: "Dan bedankt voor niets// Ik vond gewoon dat ik U moest bedanken!// Ik ben zo gelukkig!" Manager: "Zolang je Susan maar gelukkig maakt, vind ik alles best// Heb je een baan?" Susan: "Oom, U bent vreselijk!// Bert heeft een prima job bij 'The first national bank'// Hij heeft het echt niet nodig dat de Familia hem onderhoudt!" Manager: "Het was alleen maar een vraag// Tussen ons Bert: Mocht je ooit problemen hebben, dan klop maar op mijn deur// Daarvoor is de Familia// Stel ons niet teleur". Bert: "Ik doe mijn best". Manager: "Ik mag je wel Bert// Jammer dat er geen Siciliaans bloed door je aderen stroomt// Maar voor de rest ben je een prima kerel// (Stilte)// Zou je mij een plezier willen doen?" Susan: "Oom alsjeblieft niet!// Hou hem buiten de familia aangelegenheden". Manager: "Niet zo zenuwachtig Susan// Dat belooft nog wat voor de komende jaren.// Niemand kan Bert aanspreken zonder dat jij meteen weer het ergste verwacht!// ik wilde Bert alleen maar vragen of hij mij met oom wilde aanspreken in plaats van met 'meneer' of 'U'// Zou je dat willen doen?// Je doet mij er een groot plezier mee"
Pagina 115
Bert: "Natuurlijk 'OOM'// Het klinkt een beetje vreemd uit mijn mond" Manager: "Dat went wel// Zeker voor een zo’n verstandige kerel als jij, Bert// (Stilte) Maar nu moet ik jullie echt verlaten". Susan: "Nu al?" Manager: "Het spijt me, maar ik heb een zaak te leiden// Misschien dat ik jullie later op de avond nog even zie// Kom binnenkort een keer langs, Susan// Neem Bert ook maar mee, dan kan Tante hem beter leren kennen!" (De manager geeft Bert een hand) Manager: "Het was een prettige kennismaking, Bert// Zorg goed voor haar!" (Manager loopt weg) Bert: "Een geschikte man". Susan: "Hmmmm, ik weet niet// Vader heeft altijd voor hem gewaarschuwd// Een wolf in schaapskleren// Ik zou maar voor hem oppassen". Bert: "Waarom zeg je dat?// Ik mag zelfs 'Oom' tegen hem zeggen!" Susan:"Bert, jij kent de Familia niet!" Bert:"Omdat hij van Siciliaanse afkomst is, hoeft hij nog geen maffiosi te zijn!// (Stilte) Wel dan?" Susan: "Kijk om je heen, en wat zie je?" Bert: "Een orkest; allemaal tafeltjes met gelukkige mensen; een sjieke bar; Kroonluchters; De twee hoofdobers, die tussen twee haakjes, plots een stuk vriendelijker zijn geworden; en ik zie jou// Eigenlijk alleen maar jou ". Susan: "Stop nu even met dat pseudo‐romantische‐gedoe!// Dit is een serieuze aangelegen‐ heid!// Wat je hier ziet is luxe// Een overdadige luxe// Weet je wat luxe vandaag de dag kost?"
Pagina 116
Bert: "Veel// Een paar duizend dollar". Susan: "Wat dacht je van ettelijke tienduizenden dollars?" Bert: (Fluit) "Waar betaalt hij dat van?" Susan: "Precies, waar betaal hij dat van?!" (Pauze) Bert: (Slikt) "De Familia?" Susan: "De Familia". Bert: "Wij zitten in een maffiosi‐club Susan". Susan: "Sttt, niet zo hard!" Bert: (Zachtjes) "Wij zitten in een maffiosi‐club Susan// (Normaal) Maar dat is vreselijk". (Stilte) Bert: "Wat heb jij hier allemaal mee te maken?" Susan: "Niets". Bert: "Niets!// Jou lieve oom Luchiano is een zetbaas van de maffia of misschien zelfs wel een van hun leiders!// Wat maakt dat van jou?" Susan: "Niets// Ik ben een eenvoudige verpleegster die in het Lincoln hospitaal werkt// Verder niets". Bert: "Waar moet ik dan voor oppassen?" Susan: "Begrijp je dat dan niet?// Zo gauw jij de Familia om hulp vraagt, dan ben je verkocht// Volgens het oude koopmansprincipe: 'De ene gunst is een andere waard'".
Pagina 117
Bert: "Dus voor ik het goed en wel in de gaten heb, ben ik in een Zwitserse kaas verandert!" Susan: "Het valt allemaal best wel mee// Jou zouden ze nooit voor een belangrijke opdracht ge‐ bruiken// Het is heel simpel: Blijf met je tengels van de Familia af!" Bert: "Wees niet bevreesd!// De muis heeft geen zin om in zijn eigen gaten rond te kruipen". (Stilte) Susan: "Wil je nog steeds met me trouwen?" (Stilte) Bert: "Als ik 'nee' zeg, wat gebeurd er dan?" Susan: "Ik geloof dat oom Luchiano het er erg moeilijk mee zou hebben". Bert: "Blijft er een redelijk alternatief over?" Susan: "Ja, de Hudsonrivier". Bert: "Nooit lieveling, ik hou van jou". Susan: (Begint te gniffelen) "Bert, je kijkt teveel 'Errol Flynn‐films'!" Bert: (Giet champagne bij) "Op de toekomstige mevrouw Bert Harris!" Susan: "OP HAAR!// Wie ze ook mogen zijn!" Bert: "Dat ben jij, dwaas!// Zo zeg je dat: MEVROUW BERT HARRIS". Susan: "Dat Bert kan ik nog wel plaatsen. maar wie is in hemelsnaam die Harris?" Bert:" Dat is mijn achternaam!" Susan: "O, dat verklaart al meteen een hele hoop".
Pagina 118
(Ze beginnen te lachen en drinken van de champagne. Bert en Susan vertroetelen elkaar)
[5] Tafel 5: Peter en Betty (Ze zitten langs elkaar) Betty: "Het is vreemd". (Stilte) Peter:" Het is vreemd". (Stilte) Betty: "Bestaat er zoiets als". (Stilte) Peter: "Ik wilde het eerst ook niet geloven". (Stilte) Betty: "Maar is het gebeurd". Peter: "Het is gebeurd". Betty: "Dit kan niet werkelijk gebeuren!// Ik ken je niet, maar ik ben smoorverliefd op je!" (Stilte) Peter: "Het is vreemd". Betty: "Het is vreemd". (Stilte)
Pagina 119
Peter: "Ik kan wel een gat in de lucht springen van geluk!// Hoe heet je?" Betty: "Betty// En jij?" Peter: "Betty// Betty// Betty". Betty: "Heet jij ook Betty. Dat is toevallig". Peter: "Ik?// Nee, natuurlijk niet// Betty is een meisjesnaam// Ik heet Peter". Betty: "Peter// Peter// Peter". Peter: "De manier zoals jij mijn naam uitspreekt, heeft iets betoverends". Betty: "Een beetje nasaal, maar verder wel oké". Peter: "Ik ben een tikkeltje schuchter 'Betty'// Het is dan ook een tikkeltje vreemd om een vrouw als jij te mogen tutoyeren". Betty: "Ik hou van schuchtere mannen". (Stilte) Peter: "Je moet me niet verkeerd begrijpen, Betty". Betty: "Je bent al getrouwd". Peter: "Nee, zeker niet!// Ik bedoel, dit is me nog nooit eerder overkomen, bedoel ik// Ik kus nooit vrouwen meteen een eerste keer". Betty: "Ik ook niet". Peter: "En wat betreft mannen?" Betty: "Wat betreft 'mannen'?!" Peter: "Is je zoiets dergelijks al ooit eerder overkomen?"
Pagina 120
(Stilte) Betty: "Ik moet je iets vertellen Peter". Peter: "Alles wat je maar wilt, en ik slik het als zoete koek". Betty: "Ik ben// Ik heb// Ik bedoel// Het zit zo, dat:// Hoe zal ik het eens vertellen// Verdomme, ik ben zo slecht in dit soort zaken". (Stilte) Peter: "Je bent al getrouwd?" (Stilte) Betty: "Ja, ik ben al getrouwd". Peter: "Wat hindert dat?" Betty: "Stoort het je niet?" Peter: "Nee, waarom zou het me moeten storen?// Mijn gevoelens voor jou zijn eerlijk en op‐ recht// Iedereen maakt wel eens fouten in zijn of haar leven// Sommige gaan dood en anderen gaan trouwen". Betty: "We kennen elkaar pas vijftien minuten// En toch lijkt het erop alsof". Peter: "Zonder twijfel". (Stilte) Betty: "Je wist dat ik getrouwd was, niet?" Peter: "Ja". Betty: "Hoe zag je dat?"
Pagina 121
Peter: "Ondermeer aan de ring aan je vinger". Betty: "En het andere?" Peter: "Een aantrekkelijke vrouw als jij, kan nooit lang onbemiddeld blijven". (Stilte) Betty: "Ik moet je nog iets vertellen". Peter: "Het lijkt wel: 'De nacht van de waarheid'// Uitstekend, want ik hou van de waarheid". Betty: "Ik heb een zoon". Peter: "Een leuke jongen?" Betty: "Zoals jongens zijn". Peter: "Hoe oud is hij?" Betty: "Vijf". Peter: "Een mooie leeftijd". Betty: "tien jaar". (Stilte) Peter: "pardon?" Betty: "Hij is vijftien jaar oud". Peter: "Niets aan het handje// Heb je mij nog iets te vertellen?" Betty: "Nee, dat was voorlopig meer dan voldoende".
Pagina 122
Peter: "Twijfel niet// Als er iets is, vertel het mij dan gerust". Betty: "Je bent lief// En zo begripsvol// (Zwoel)// Ik hou van je". (Ze kussen) Hoofdober 1: (Komt aangelopen, kijkt toe, en schraapt zijn keel) "Het spijt me voor de interruptie mevrouw". (Betty en Peter verbreken de kus) Betty: "Wat kan ik voor U doen?" Hoofdober 1: (Kijkt Peter aan) "Misschien is het niet zo verstandig omdat nu ter sprake te bren‐ gen". Betty: "Twijfelt U weer aan mijn creditwaardigheid?" Hoofdober 1: "In zekere zin wel, maar dat is ook verder van geen enkel belang". (Stilte) Betty: "Nou?// Wat wilde je mij vertellen?" Hoofdober 1: "Wilde ik U iets vertellen?// O'ja natuurlijk// (Pauze) Het is misschien beter als ik U dat onder vier ogen vertel". Betty: "Ik heb geen geheimen voor, voor// Hoe heet je ook alweer Schattebout?" Peter: "Peter, lieveling". Betty: "Natuurlijk: Peter Lieveling// Hoe kon ik dat ook vergeten!" Hoofdober 1: "Hoe kon mevrouw dat ook vergeten!" Betty: "Vertel het maar// Ik heb geen geheimen voor Peter".
Pagina 123
Hoofdober 1: "Het gaat over die meneer die beweerde U niet te kennen, maar die wel met hand en tand een stoel voor U bezet hield". Betty: "Euhhh John bedoelt U?// Wat is er met John?" Peter: "Wie is John?// Je man?" Hoofdober 1: "U werkt ook voor mevrouw haar echtgenoot?// Een levende industrietak. Mijn complimenten voor Uw echtgenoot, mevrouw!" Betty : "Uw cynisme komt zo langzamerhand mijn neusgaten uit!// WAT BETREFT JOHN!?" Hoofdober 1:"John?// O, de meneer die beweerde dat hij U niet kende// Hij heeft onverhoopt afscheid genomen". Betty: "Afscheid genomen?// Is hij weg?" Hoofdober 1: "Was het U nog niet eerder opgevallen?" Betty: "Natuurlijk was het mij al eerder opgevallen!// Waar is hij momenteel?" Hoofdober 1: "In het Lincoln hospitaal". Betty: "In het ziekenhuis?" Peter: "Over wie praten we?" Hoofdober 1: "Hij is overreden toen hij buiten in de goot lag". Betty: "In de goot?// Hoe komt hij in de goot terecht?" Peter: "Door te struikelen, denk ik". Betty: "Over de stoeprand zeker?!" Hoofdober 1: "Inderdaad".
Pagina 124
Peter: "Hoe gaat het met John?" Hoofdober 1: "Uitstekend!// Volgens de artsen maakt hij het prima// Het was even riskant, maar nu denken ze dat hij het wel overleeft". Betty: "Dat is een hele opluchting". Hoofdober 1: "Zal ik een taxi voor U roepen, mevrouw?" Betty: "Een taxi?// Gaat deze 'Tent' nu al dicht?" Hoofdober 1: "Nee, mevrouw// De Club gaat nog niet sluiten// Maar ik dacht dat U misschien lie‐ ver naar het Lincoln wilde gaan". Betty: "Waarom?" Hoofdober 1: "Om dichtbij die meneer te zijn, die beweerde U niet te kennen". Betty: "Ik ben in gedachte bij hem// (Tegen Peter) Waarom er dan nog naar toegaan, vind je ook niet?// Ik moet er niet aandenken, dat ik zo dadelijk ook nog zijn vrouw moet condoleren, als het per ongeluk toch nog verkeerd afloopt!" Hoofdober 1: "Ook daar is iets voor te zeggen// Nogmaals mijn excuses voor de interruptie". (Hoofdober 1 loopt weg) (Stilte) Peter: "Volgens mij was er nog iets dat jij mij wilde vertellen". Betty: "O'ja?" (Stilte) Betty: "Je bedoelt John?" Peter: "Bijvoorbeeld// Wie is John?"
Pagina 125
Betty: "Mijn ex‐minnaar". Peter: "Je ex‐minnaar// Sinds wanneer?" Betty: "Sinds hij hele vervelende vragen begon te stellen!" Peter: "Je hebt mooie ogen". (Stilte) Betty: "Hoe komt het toch dat jij precies weet wat een vrouw wil horen?" Peter: "Mannelijk intuïtie". (Stilte) Betty: "Ik hou van de mannelijke intuïtie". Peter: "Het is vreemd". Betty: "Het is vreemd". (George verschijnt plots aan het tafeltje) George: "Zeg dat wel: Het is vreemd hoe de dingen zich kunnen ontwikkelen". Betty: "GEORGE!!" Peter: (verveelt) "Wie is hij?" George: "Ik ben met haar getrouwd". Betty: "Wat doe jij hier George?" George: "Hou je maar van de domme, Betty// We weten allebei heel goed, wat hiervoor een spel wordt gespeeld!"
Pagina 126
Betty: "Waar heb je in Godsnaam over?" George: "Wie is hij?" Betty: "Hij is niks" Peter: "Ik ben niks?//Mijn naam is Peter Haskins". George: "Aangenaam// (tegen Betty) Zie je Betty ik praat tegen je 'niks' en hij praat terug// Is dat niet vreemd?" Betty: "Je begrijpt heel goed wat ik bedoel!" George: "Inderdaad, ik begrijp het precies!// Je hoeft geen moeite meer te doen om vannacht nog thuis te komen!" Betty: "WAT!!// Jij verbied mij om naar huis te komen?" George: "Ik geef de bewakingsmensen opdracht om te schieten, zodra je ook maar een voet op het terrein zet!" Betty: "Jij kunt mij helemaal niet het huis uitzetten!" George: "Da's even pech hebben, want ik heb dat inmiddels al gedaan!// Morgenvroeg kun je al‐ les verder regelen met mijn advocaat". Betty: "DAT ZAL IK ZEKER DOEN!" George: "UITSTEKEND, DAN ZIJN WE NU UITGEPRAAT!" (Stilte) Betty: "Nog niet helemaal lieverd.//Wie was die vrouw die vanavond bij je was?// Je maîtresse?" George: "Nee, 'lieveling'// Dat was niet mijn maîtresse// Dat was de vrouw van jou andere min‐ naar// Wij konden het allebei niet geloven, dat jullie iets met elkaar hadden// Dus zijn we jullie gevolgd!"
Pagina 127
Betty: "Je hebt haar gekust!" George: "Om jullie jaloers te maken!// Ik ben monogaam Betty, maar dat is een begrip dat allang niet meer in jouw woordenboek voorkomt!" Betty: "JE BENT WALGELIJK!" George: "Voor ik het vergeet, lieveling: Je rekening is geblokkeerd". Betty: "WAT!!//HOE KOM IK NU AAN MIJN GELD!" George: "Niet". Betty: "Ik moet toch geld hebben!" George: "Vraag aan Peter maar wat wisselgeld// Hij zal er geen bezwaar tegen hebben.// Twintig dollar besteden aan jou, is nog steeds voordeliger dan een avondje naar de hoeren// En wat dat betreft, krijgt hij hetzelfde voor minder geld!" (George loopt weg) Betty: "SCHOFT!!// KOM HIER, DAN VECHTEN WE HET UIT!!// HIEROP DE DANSVLOER!" George: (Stopt met lopen )"Dat zou niet eerlijk zijn Betty, want jij bent veel sterker dan ik". (George loopt verder) Betty: "GEORGE!!// JE KUNT ME HIER NIET ZO ACHTERLATEN!!// GEORGE!!" (George gaat naar de garderobe, pakt zijn jas en gaat weg) Betty: (Zacht) "George". Peter: "Zo, dat is ook alweer geregeld// Het blijft wel spannend met jou in de buurt!" Betty: "Hij heeft mij eruit gegooid".
Pagina 128
Peter: "Het is vreemd". Betty: "Schei in hemelsnaam uit met je:'Het is vreemd'!// Ik krijg er de kriebels van!" Peter: "Neem mij niet kwalijk". (Stilte) Betty: "Heb je een briefje van twintig voor me?" Peter: "Natuurlijk Betty". (Peter pakt een bankbiljet van twintig uit zijn portefeuille en geeft het aan haar) Betty: "Dank je wel". (Stilte) Betty: "Kan ik vannacht bij je slapen?" Peter: "Ik kan me niets fijners voorstellen". (Stilte) Betty: "Je gelooft toch niets alles wat hij over mij heeft gezegd". Peter: "Ik geloof alleen maar jou". Betty: "Je liegt!// Je trekt je er weldegelijk iets van aan// Zo zijn jullie allemaal!// Het gaat jullie mannen maar om een ding". Peter: "Ik lieg niet// Ik zou nooit tegen jou liegen// Ik ben verliefd en als ik verliefd ben dan ben ik verliefd// Ik luister dan heel selectief// Ik hoor alleen jouw zoete klanken// Ik tintel hele‐ maal// Ik hou van je". Betty: "Heb je in dat geval nog een briefje van twintig voor me?"
Pagina 129
(Peter lacht spontaan, en geeft haar een briefje van honderd. Betty neemt het lachend aan en drinkt tevreden van haar drinken)
[8] tafel 8: George (Tot het moment dat hij opstaat en naar de tafel van Betty en Peter gaat. Tafel [5]// George kijkt jaloers naar Betty en Peter. Hij is kwaad op zichzelf omdat hij nu niemand heeft wie hij het hof kan maken) George: "Ik hoef toch ook niet alles te pikken!// Mijn vrouw die zich bedient van twee minnaars op een avond, en Alice die zonder aanleiding wegloopt!// Waar kom ik ergens op de proppen?!// Ik ga er een eind aanmaken!// (Stilte)// Het is voorbij met het eeuwige ge‐ duld// Geen van beiden hoeven ze nog enige steun van mij te verwachten// Het is voor‐ bij// Afgelopen uit!// Ik laat niet over mij heenlopen!// Wie denken ze wel dat ik ben?!// Vanaf nu bepaal ik en niemand anders// Heeft niemand dan nog respect voor een direc‐ teur?!// Alles gaat veranderen// Ze hoeft niet meer thuis te komen!// Nee, geen van beiden!// En dat ga ik haar ook nu vertellen!// Precies dat!// En niets minder". (Hij kijkt aarzelend naar tafel [5] en beslist uiteindelijk om op te staan. Hij loopt naar tafel [5])
[10] Tafel 10: Will Geen actie, Will slaapt verder.
[11] Tafel 11: Don Carmeleone en gezelschap Dixie: "Ik ben soms razend nieuwsgierig wat er in hem omgaat". (Ze wijst naar de bodyguard) Don: "Dan moet je hem dat vragen". Dixie: "Maar dat kan toch helemaal niet!// Hebben ze destijds niet zijn tong eruit gesneden!?// Toen, tijdens de laatste familia‐oorlog in Little Italy!?"
Pagina 130
Don: "Dat is pas zes maanden geleden gebeurd". Dixie: "Dat zeg ik toch: Destijds in Little Italy". Don: "Een mesblade was voldoende om het ding als een glibberige paling uit zijn mond te snij‐ den// Als rauwe lever, lieverd// En dan dat bloed// Ongelofelijk, hoeveel bloed eruit zijn bek stroomde// Zoiets hoop ik niet vlug voor een tweede keer mee te maken". Dixie: "Bah jakkes!// Wat een viezigheid!" Don: "Teddy probeerde de tong nog te redden// Hij sprong, al schietend, door de etalageruit van het restaurant naar binnen// Die ruit heeft me later nog 250 dollar gekost// Teddy schoot op alles wat los en vast zat// Buiten hoorden we hoe de gloeiende patroonhulzen al klette‐ rend op de tegelvloer terecht kwamen// (Stilte) Toen hebben we Teddy maar neergescho‐ ten// Het risico was te groot dat hij 'Body' hier (Hij wijst naar de bodyguard) zou treffen// We ramden de deur in en riepen met volle borst: 'Don Cavecchio, hier heb je ze!'// Oom Don viel als eerste dood op de grond neer// De kogels hadden zowel zijn driedeling kos‐ tuum, als zijn varkenshuid geruïneerd// Heb je al ooit eens een kogelwond gezien?// Een kogelinslag maakt een gat waarbij het bindweefsel, als twee dikke lippen, naar buiten gaat staan// Toen we de keuken inliepen zagen we daar Body badend in het bloed tegen de ijs‐ kast aanleunen// Mijn kleine neef Giovanni stond achter bij de snijmachine// Al die moeite die Teddy had gedaan, om de tong van Body te redden, was tevergeefs// Op de marmeren plaat van de snijmachine lag de tong// Keurig in zeven dunne plakjes gesneden// Vak‐ werk!// Het is niet voor niets dat Giovanni bij oom Bertolucchi in de slagerij werkte// Ge‐ lukkig zijn de dagen van de familia‐oorlogen voorbij// Maar die middag hebben we wel de tong van Body en de dood van Teddy gerevancheerd!" Dixie: "Ik heb een hekel aan bloederige verhalen". Don: "Sinds wanneer liefje?// Zo gauw als ik het zweepje weer terug in de kast zet// Dan lig jij aan mijn voeten om meer te smeken// Mijn God, wat hou ik van die SM spelletjes". Dixie: "Dit is anders". Don: "Gelukkig wel". Dixie: "Nee gekkie!// Dan werk ik". (De Bodyguard geeft haar een klap in het gezicht) Don: "Hoe vaak heb ik je al gevraagd om je werk geen werk te noemen// JIJ HOUDT VAN MIJ!// BEGREPEN?!"
Pagina 131
(Stilte) Dixie: "Ik hou van je". Don: "Wat hou ik toch van die SM‐spelletjes!" (Stilte) Dixie: "Ik hou niet van slaan". Don: (ongelovig) "Wat?" Dixie: "IK HOU NIET VAN SLAAN!" Don: "Je vraagt om een pak slaag". Dixie: "Nee, ik heb er genoeg van// Mijn hele mascara is doorgelopen// Mijn hersenen trillen nog na// Ik heb er geen zin meer in!// Het is afgelopen!" Don: "Je maakt me opgewonden, Dixie// Dat doe je altijd als je zo tegen me praat// Ik krijg dan". Dixie: "NOU, IK MOOI NIET!// Het laat me volkomen koud// Ik word er niet opgewonden van!// Integendeel, ik krijg er een slappe van!" Don: "Hou je niet van SM‐spelletjes?" Dixie: "Nee// En al die orgasmes waren ook niet echt!" Don: "Ik hou van SM‐spelletjes". Dixie: "Dat is me niet ontgaan". Don: "Zal ik jezelf slaan?// Heb je dat liever?" Dixie: "Waag het eens!" (De bodyguard probeert te glimlachen)
Pagina 132
Don: "Wat is er zo grappig?!" Dixie: "Hij kan toch niets terugzeggen// Het schijnt dat het iets met zijn tong te maken heeft". Don: "Hij is toch geen analfabeet!// Dan schrijft hij het maar op een papiertje!// Hij is zijn tong kwijt!// Niet zijn verstand!" (De Bodyguard kijkt hem smekend aan) Don: "Pen en papier". (Hij houdt zijn hand hoog) Dixie: "O, ik heb wel iets om mee te schrijven". (Dixie rommelt in haar tasje. Ze pakt haar lipstick en geeft die aan de Bodyguard) Don: "Heb je geen papiertje?!" Dixie: "Nee, een schrijfblok past niet in mijn avondtasje!// Waarom schrijft hij niet op het tafel‐ kleed?" Don: "Nou, waar wacht je op?" (De bodyguard buigt naar voren. Twijfelt en probeert iets neer te schrijven maar er gebeurd niets) Don: (Slaat met zijn hand op tafel) "IK WIL WETEN WAT ER ZO VERDOMDE KOMISCH WAS!!// SCHRIJF!!" (De bodyguard kijkt hem angstig aan. Hij kijkt naar het papier, aarzelend en zet tenslotte een kruisje neer. Hij barst in tranen uit) Dixie: (Begint te lachen) "Het is in ieder geval duidelijk, waar bij hem de hersenen zaten, toen ze zijn tong wegsneden!" (De Don slaat haar in het gezicht) Dixie: (Slaat meteen terug) "EN NU IS HET AFGELOPEN!" (Stilte)
Pagina 133
Dixie: "Mijn God, wat hou ik toch van die SM‐spelletjes!" (Stilte. Hoofdober 2 komt naar de tafel gelopen) Hoofdober 2: "Meneer Luchiano wilde vragen of U bereidt bent de Juicy Pineapple aan te snij‐ den?" Don: "Ik hou van tradities, Richard!// Zeg maar tegen mijn neef Luchiano, dat ik met plezier de Pineapple aansnij". Hoofdober 2: "Met Uw permissie, kom ik U over een aantal minuten ophalen meneer". Don: "Met alle plezier". (Hoofdober 2 loopt weg) Dixie: "Waar ging dat over?" Don: "Een oud gebruik Dixie// Nog van voor de tijd dat jij geboren moest worden// Een keer in het jaar wordt het feest van 'The juicy pineapple' gevierd// Noem het maar het verjaar‐ dagsfeestje van de club// En in plaats van een enorme taart wordt er een enorme ananas binnengereden". Dixie: "Och, wat snoezig!" Don: "Zie ik er goed uit?" Dixie: "Prima lieverd!// Ik ben zo trots op je". Don: "Dit is volslagen idioot// Waarom ben jij trots op mij?!// Jij bent niets anders dan mijn per‐ soonlijke stoephoer// Ik betaal jou om trots op mij te zijn!// Alleen het idee al!// Volslagen idi‐ oot!// Maar wat hou ik van die SM‐spelletjes!" (Hij en Dixie kussen uitbundig. Body kijkt gênant een andere kant uit)
Pagina 134
Scene 9: De hoofdobers Lengte: 3 minuten Muziek: Geen
[15] Een ruimte in de zaal: De hoofdobers (De zaalverlichting gaat uit. Een volgspot gaat aan en is op de twee hoofdobers gericht. Alle bewe‐ gingen van de overige spelers bevriezen. De hoofdobers staan naast elkaar. Hoofdober 1 draagt twee vioolkoffers. Hij legt deze na deze scene in de orkestbak neer.[2]) Hoofdober 1: "Alles verloopt volgens plan". Hoofdober 2: "Beter dan ik had verwacht". Hoofdober 1: "Is de Ananas gereed?" Hoofdober 2: "Ja// Het meisje zit er al in". Hoofdober 1: "Wie heb je ervoor uitgekozen?" Hoofdober 2: "Niemand minder dan onze kassajuffrouw". Hoofdober 1: "Carol?// Is die niet vreselijk preuts?" Hoofdober 2: "Maakt dat nog iets uit?" (Stilte) Hoofdober 1: "Vermoed Don Carmeleone iets?" Hoofdober 2: "Nee, absoluut niet// Hij heeft het te druk met die blonde griet".
Pagina 135
(Stilte) Hoofdober 1: "We kunnen nog afhaken". Hoofdober 2: "Niets ervan// Die schoft heeft Teddy vermoord in koelen bloede// Zonder ook maar een hapering, is hij in de rug neergeschoten!// Vanavond gaat het gebeuren, Renée// De Familia wil wraak op de Don// Hij is dit keer te ver gegaan". Hoofdober 1: "Die arme Teddy". Hoofdober 2: "Denk je dat je het aankunt?" Hoofdober 1: "Het moet// Het is wel het minste wat ik de Familia schuldig ben". Hoofdober 2: "Ga jij de ananas halen?" Hoofdober 1: (Knikt 'Ja') "Succes". (De volgspot gaat uit, en de zaalverlichting springt weer aan. Alle spelers komen weer tot leven) Opmerking tafel [10]: Will gaat rechtop zitten als de zaalverlichting uitgaat, en gaat weer slapen als de verlichting weer aangaat.
Scene 10: The juicy pineapple, HET DERDE BEDRIJF Lengte: 10 minuten Muziek: "Happy birthday"‐medley (Hoofdober 1 rijdt samen met de kelner een enorme ananas op wieltjes binnen. In de ananas zit Carol, de kassajuffrouw, ongeduldig te wachten in haar badpak. Op het moment dat de Don de strik van de ananas doorknipt, moet zij uit de ananas te voorschijn komen. De ananas wordt op de dansvloer gereden)
Pagina 136
[1] Het podium: (Het orkest begint haar 'Happy birthday'‐medley te spelen. Betty Swing zingt mee. Ze wordt bege‐ leidt door de twee backing‐vocals. Achter het orkest wordt een plaats zichtbaar, waarop staat:"Happy Anniversity")
[2] De orkestbak: (Zo gauw de muziek weerklinkt worden de ballonnen losgelaten)
[3] Tafel 3: Susan en Bert Bert: "Wat in hemelsnaam is dat!" (Hij wijst naar de ananas) Susan: "Een ananas// En niet zo'n kleintje ook". Bert: "Valt er iets te vieren?" Susan: "Gingen wij niet trouwen?" Bert: "Heb jij die ananas besteld?!" Susan: "Nee, gekkerd!// De club bestaat vandaag precies 21 jaar". Bert: "Leuk!" (Hij begint uit volle borst mee te zingen) Susan: "Wat doe je nu?" Bert: "Ik zing". Susan: "Dat hoor ik ook!" Bert:"Waarom zing je niet mee?"
Pagina 137
Susan: "Ik en meezingen!?" Bert: "Kom, stel je niet zo aan!" (Ze zingen samen mee)
[5] Tafel 5: Betty en Peter Betty: "Wat een herrie maken die lui!" Peter: "Ben je een beetje geagiteerd?" Betty: "Is dat zo vreemd?!// Mijn ex‐minnaar ligt in het ziekenhuis omdat hij overreden is, en mijn aanstaande ex‐man gooit mij het huis uit!" Peter: "Ja, het leven is hard". (Stilte) Betty: "Wat moet dat in hemelsnaam voorstellen?" Peter: "Een ananas, lieverd// En niet zo'n kleintje ook". Betty: "Dat zie ik ook". (Stilte) Betty: "Ik wil weg". Peter: "Nog heel even wachten// Ik ben benieuwd wat er met die ananas gaat gebeuren".
Pagina 138
[10] Tafel 10: Will (Langzaam wordt Will wakker. Ze geeuwt en rekt zich uit. Ze wrijft door haar ogen heen) Will: "Hmmmmmm, dat was lekker// Doet een mens goed, een hazenslaapje// He, wat is dat?! (Kijkt naar de ananas)// Voor een ananas is ie wel een beetje groot!"
[11] Don carmeleone en gezelschap Hoofdober 2: "Meneer, het is bijna zover// Wilt U mij volgen?" Don: "Jullie blijven hier". Dixie:"Waarom mag ik niet mee?" Don: "Ben je doof?" Dixie: "Ik mag nooit het leuke werk doen!" Don: "Heb je alweer een grote mond, Dixie?" Dixie: "Wie? Ik?// Ik zou niet durven". Don: "Misschien dat ik me heb vergist". Dixie: "Dat denk ik ook Don". Hoofdober 2: "Wanneer U zover bent?"
Pagina 139
Scene 11A.: The juicy pineapple massacre Lengte: 8 tot 9 minuten Muziek: Uit de film:"The Untouchables" het nummer: 'machine gun lullaby'. De originele uit‐ voering, via de zaal versterkt. Deze scene volgt onmiddellijk scene 10 op. (En wel op het moment dat de Don opstaat om naar de ananas te lopen) Nu gebeurt er iets merkwaardigs binnen het toneelstuk. (Het hele stuk verandert in een 'film') Alle handelingen en bewegingen van alle spelers gebeuren nu in: Slow Motion. Voor het orkest geldt dat ze ook in slow motion door blijven spelen, zonder geluid te produceren! (Ook alle spelers blijven doorpraten zonder geluid en alles in slow motion) In de zaal weerklinkt de muziek van de film: "The Untouchables" Een volgspot gaat aan en verlicht het tafeltje van de Don. Hoofdober 2 gaat voorop en de Don volgt hem naar de ananas. Het orkest speelt (zonder geluid) vrolijk verder. Betty Swing moedigt de mensen nog eens extra aan om mee te zingen. Iedereen is vrolijk en gelukkig. Dixie, Bert, Susan, Peter en Will beginnen te applaudisseren voor de grote Don.(Ze beginnen ook geestdriftig te roepen en mee te zingen) Hoofdober 1 staat bij de orkestbak en opent de vioolkoffers. Twee mitrailleurs worden zichtbaar. Ze glinsteren in de zaalverlichting. De Don komt bij de ananas aan. Hij kijkt glunderend rond. Binnenin de ananas veegt Carol het zweet van haar handen af. De manager verwelkomt de Don. Ze omhelzen elkaar. Hoofdober 2 loopt naar de orkestbak. De volgspot schijnt op de Don en de manager. Als twee grote Familialeden zijn ze blij om elkaar te treffen. Aan tafel [5] krijgen Peter en Betty ruzie, omdat Betty nu echt weg wil en Peter nog wil blijven. Betty wil opstaan en Peter duwt haar ruw terug. Betty slaat hem in het gezicht en loopt vervol‐ gens kwaad weg. Haastig verontschuldigend volgt Peter haar. De manager overhandigt de Don een grote goudkleurige schaar om de strik van de ananas door te knippen. Zichtbaar genietend toont de Don de schaar aan het publiek. Applaus en gejuich.(Zonder geluid) Susan, Bert, Dixie en Will zijn enthousiast. De bodyguard van de Don vertrouwd het niet en begint door de zaal naar voren te lopen. Hij ziet de hoofdobers bij de orkestbak. Ze zijn druk in de weer met de vioolkoffers.
Pagina 140
De Don pakt het lint van de strik vast en knipt het door. Er gebeurt niets. De Don begint samen met de manager te lachen. Ze denken dat het meisje in de ananas in slaap is gevallen. De Don roept ook iets van die strekking tegen het publiek. Dixie, Susan, Bert, Will en de kelner begin‐ nen te lachen! (Allemaal zonder geluid en in slow motion)
Scene 11B.: De Schietpartij Lengte: 2 minuten Muziek: Uit de film: "The Untouchables". het nummer: 'False Alarm'. De originele uitvoering versterkt via de zaalversterking. Alle handelingen gebeuren weer op NORMALE SNELHEID. Plots valt de ananas in vier helften open. Miss Pineapple wordt zichtbaar. Ze staat in haar gewaagde badpak midden in de ananas te glun‐ deren. De hoofdobers pakken hun mitrailleurs tevoorschijn. De muziek van de film "The Untouchables" weerklinkt. De Bodyguard schreeuwt keihard: "PAS OP, DON!! HET IS EEN VAL!!" Hij trekt zijn pistool uit zijn binnenjas. Meteen beginnen de hoofdobers te schieten. Paniek breekt uit. Overal weerklinkt gegil en geschreeuw. (Echt, dus!) De Don kijkt verschrikt rond. Hoofdober 1 schiet op hem. De kogels slaan in zijn lijf. Het bloed verkleurt zijn driedelig pak. Het Pineapple meisje zoekt een veilig heenkomen. Overal springen glazen en spiegels kapot. De orkestleden laten zich plat op de grond vallen. Het decor op het podium valt met een klap naar beneden. De bar wordt aan flarden geschoten. De bodyguard schiet op de hoofdobers. Overal in de zaal weerklinken pistoolschoten en mitrailleursalvo's. Dan vallen de kroonluchters drie meter naar beneden. Op het moment dat de kroonluchters vlak boven de grond blijven hangen gaat de zaalverlichting uit! Het is meteen muisstil.
Pagina 141
Scene 12: De finale Lengte: 5 tot 10 minuten . Muziek: Uit de film:"The Untouchables", het nummer:"The Untouchables, the end title's". (Stilte) Uit het niets en de duisternis weerklinken de klanken van de finalemuziek. Een langzame fade in van de verlichting op het podium. (Niet de zaal!!!) Daar staan mooi in een rij de leden van het orkest, Miss Swing, de bandleider, Betty, Peter, Geor‐ ge, het sigarettenmeisje. Uit de zaal komen daarbij de overige spelers. Zij lopen rustig naar het podium en gaan bij de an‐ dere spelers in de rij staan. De hele rij maakt een buiging voor het publiek. Op het eind van de muziek het doek dicht! Als het verbaasde publiek begint te applaudisseren, dan gaat het doek opnieuw open. (Ook dit keer weer vergezeld gaand van de finalemuziek!) [EINDE] Alle personages en handelingen zijn zuiver fictief. Iedere gelijkenis met wie of wat dan ook, berust op zuiver toeval Alle rechten voorbehouden aan Gert van Veen Oktober 1987