Terrasverwarmers 2007
Voedsel en Waren Autoriteit Regio Zuidwest
datum: 9 september 2008
Inhoud SAMENVATTING .................................................................................................................................... 3 1.
INLEIDING ....................................................................................................................................... 4
2.
RESULTATEN ................................................................................................................................. 5
2.1
Onderzoeksresultaten ............................................................................................................ 6
2.2
Maatregelen in 2007............................................................................................................... 9
2.3
Resultaten 2004 t/m 2007 ..................................................................................................... 10
2.4
Stakeholdersoverleg............................................................................................................. 11
3.
DISCUSSIE.................................................................................................................................... 11
4.
CONCLUSIE .................................................................................................................................. 11
5.
LITERATUUR ................................................................................................................................ 11
Project: ZW07221c
datum:3 december 2008
Pagina 2 van 11
SAMENVATTING Al enige jaren worden er, op gas werkende, terrasverwarmers aangeboden in de verkoopkanalen voor de consument. Het product wordt voor de consument aangeboden in o.a. bouwmarkten, tuincentra, campingzaken, recreatiebranche, gasspeciaalzaken, supermarkten, enz. Het gaat om vrijstaande en/of verplaatsbare propaan/butaan terrasverwarmers, niet gasnet gebonden, voor gebruik buiten en in goed geventileerde ruimten, beter bekend als de zgn. ‘paddenstoel’ of ‘parasol’ modellen. In 2004, 2005 en 2006 zijn respectievelijk 14, 6 en 16 verschillende merken en typen terrasverwarmers bemonsterd en onderzocht op basis van de (pr)NEN-EN 14543: Specificatie voor vloeibaargastoestellen Terrasverwarming – Afvoerloze terrasverwarmers voor gebruik buiten of in een geventileerde ruimte. In 2004 en 2005 vertoonden alle bemonsterde terrasverwarmers tekortkomingen. In 2004 is voor circa 70% van de bemonsterde terrasverwarmers een maatregel genomen, in 2005 was dit 100%. In 2006 hebben we een kleine kentering ten opzichte van 2005 waargenomen in het aantal afwijkingen dat geconstateerd werd. Echter het resterende aantal tekortkomingen leidde nog steeds tot teveel overtredingen van de wettelijke voorschriften en maatregelen tegen 12 van de 16 terrasverwarmers (75%). Gelet op de resultaten van 2004 t/m 2006 is in 2007 opnieuw onderzoek gedaan. In 2007 zijn opnieuw 16 terrasverwarmers bemonsterd en onderzocht. Het doel van het project was het zoveel mogelijk voorkomen van risico’s voor de consument door het weren van onveilige terrasverwarmers van de markt, het systematisch terugbrengen van het aantal tekortkomingen met een substantieel percentage en het nagaan of handhaving in de voorgaande jaren effect heeft gehad. We zien net als vorig jaar een lichte terugloop in het aantal tekortkomingen (zowel technische als in instructies en gebruiksaanwijzingen) Dit heeft geleid tot een lichte verbetering in de vorm van meer veilige terrasverwarmers. Echter het resterende aantal tekortkomingen leidde nog steeds tot teveel overtredingen van de wettelijke voorschriften en maatregelen bij 11 van de 16 terrasverwarmers (69%). Op grond van artikel 7 van de Gastoestellenrichtlijn (90/396/EEG) zullen maatregelen tegen het verhandelen van terrasverwarmers die niet aan de wettelijke eisen voldoen worden gemeld bij de Europese Commissie. De gevallen waarbij sprake is van een ernstig risico voor de consument, zullen daarnaast op grond van artikel 12 van de Richtlijn algemene productveiligheid (2001/95/EG) worden gemeld via het systeem voor snelle uitwisseling van informatie, RAPEX. Tevens wordt de consument geïnformeerd door de publicatie van dit rapport op de VWA website. De stakeholders zijn over de resultaten geïnformeerd. Aangegeven is dat in 2008 wederom terrasverwarmers worden bemonsterd teneinde te controleren of de tekortkomingen zijn opgeheven. Daarnaast zal de VWA, bij ernstige risico’s voor de consument, noodzakelijke corrigerende acties afdwingen in de gevallen dat deze door de verantwoordelijke leveranciers niet vrijwillig worden uitgevoerd.
Project: ZW07221c
datum:3 december 2008
Pagina 3 van 11
1.
INLEIDING Al enige jaren worden er, op gas werkende, terrasverwarmers aangeboden in verkoopkanalen voor de consument. Terrasverwarmers werden eerst hoofdzakelijk in de bedrijfsmatige sfeer gebruikt, bijvoorbeeld op terrassen van restaurants. Tegenwoordig zijn ze ook als “trendy product” op de consumentenmarkt te vinden. Ze worden aangeboden in o.a. bouwmarkten, tuincentra, campingzaken, recreatiebranche, gasspeciaalzaken, supermarkten, enz. Het gaat om vrijstaande en verplaatsbare terrasverwarmers voor gebruik buiten en in goed geventileerde ruimten die propaan of butaan als brandstof gebruiken, beter bekend als de zgn. ‘paddenstoel’ of ‘parasol’ modellen (zie fig.1).
fig.1: terrasverwarmer ‘paddenstoel’ of ‘parasol’ model Bovengenoemde terrasverwarmers zijn toestellen bestemd of geschikt voor het verwarmen, waarbij gas als brandstof wordt gebruikt. Het zijn gastoestellen in de zin van artikel 1 lid 1 onder b van het Besluit gastoestellen en artikel 1 lid 1 van de Europese Gastoestellenrichtlijn 90/396/EEG (GAD). Terrasverwarmers mogen worden verhandeld als zij voldoen aan de voorschriften uit het Besluit gastoestellen. In dat besluit zijn voornamelijk algemene eisen opgenomen. Meer uitgewerkte eisen voor terrasverwarmers zijn opgenomen in de Europese norm NEN-EN 14543. De eerder in 2002 uitgebrachte ontwerpnorm is in juni 2005 definitief geworden als NEN-EN 14543: 2005. Terrasverwarmers die bij normaal gebruik een onaanvaardbaar veiligheidsrisico vormen en zodoende niet aan de wettelijke voorschriften voldoen, mogen op grond van de verbodsbepaling in het Besluit gastoestellen niet worden verhandeld. Op grond van artikel 7 lid 1 van de GAD moet de lidstaat die een dergelijke constatering doet passende maatregelen treffen om die toestellen uit de handel te nemen of het in de handel brengen daarvan te verbieden, dan wel te beperken. Tevens moet die lidstaat de Europese Commissie daarvan op de hoogte stellen met opgave van de redenen voor het handelsbelemmerende optreden. In het geval dat er zelfs sprake is van een ernstige veiligheidsrisico voor de consument, dan moet een lidstaat daarvan tevens melding via het systeem voor snelle uitwisseling van informatie; RAPEX. Van de in 2007 bemonsterde en onderzochte terrasverwarmers zijn 4 gevallen gemeld via RAPEX.
Project: ZW07221c
datum:3 december 2008
Pagina 4 van 11
In 2004, 2005 en 2006 zijn respectievelijk 14, 6 en 16 verschillende merken en typen terrasverwarmers bemonsterd en onderzocht op basis van de (ontwerpnorm) NEN-EN 14543: Specificatie voor vloeibaargastoestellen – Terrasverwarming – LPG afvoerloze terrasverwarmers voor gebruik buiten of in een geventileerde ruimte. In 2004 en 2005 vertoonden alle bemonsterde terrasverwarmers tekortkomingen. In 2004 is tegen circa 70% van de bemonsterde terrasverwarmers een handelsbelemmerende maatregel genomen, in 2005 was dit 100%. In 2006 was een kleine kentering zichtbaar ten opzichte van 2005 in het aantal vastgestelde afwijkingen. Het resterende aantal tekortkomingen leidde echter nog steeds tot te veel overtredingen en daardoor tot maatregelen bij 12 van de 16 terrasverwarmers (75%). Gelet op de resultaten van 2004 tot en met 2006 was het noodzakelijk opnieuw onderzoek te doen. Het doel was het aantal afwijkingen bij terrasverwarmingen met een substantieel percentage terug te brengen door het uitvoeren van 15 herinspecties inclusief 15 (her)bemonsteringsonderzoeken en zo nodig op treden tegen het verhandelen van exemplaren die niet aan de wettelijke eisen voldoen. Vanwege het afwijkingspercentage in 2006 is bij de herhaling van de actie in 2007 nagegaan welk effect de handhavingacties in 2006 hebben gehad.
2.
RESULTATEN Op dit moment zijn circa 30 importeurs/distributeurs binnen Nederland bekend. Geconstateerd is dat het aantal verschillende merken en typen dat één importeur/distributeur verhandelt beperkt is. De typen terrasverwarmers die in één jaar worden verhandeld, worden het volgende jaar vaak niet meer aangetroffen. De voor het oog gelijk gebleven modellen zijn vaak voorzien van andere typeaanduidingen. Of het dan om geheel nieuwe of gemodificeerde terrasverwarmers gaat, is onduidelijk. Opvallend is de onderlinge gelijkenis tussen de verschillende merken en typen. Mogelijk wordt er veel gekopieerd en dus (mogelijk) ook de tekortkomingen. In totaal is er op 19 locatie bemonsterd en zijn er 16 terrasverwarmers onderzocht. Van de 16 exemplaren zijn er 12 bij eerder bezochte importeurs/distributeurs bemonsterd. De overige 4 zijn bij nieuwe importeurs/distributeurs bemonsterd. Opvallend is dat ook (food)supermarkten soms eenmalig een partij terrasverwarmers aanbieden. In hoeverre zij structureel terrasverwarmers blijven verhandelen is niet bekend. Behalve de verschuiving naar nieuwe importeurs/distributeurs treedt er ook marktvervaging op. Het onderzoeksprogramma voor de terrasverwarmers op basis van de norm NEN-EN 14543: 2005 is gebaseerd op de belangrijkste veiligheidsrisico’s. De nummering, zoals hieronder is aangegeven, verwijst naar de betreffende paragrafen in de norm NEN-EN 14543 en is ook opgenomen in tabel 1: Technische eisen: 5.1 5.2 5.5.2 5.5.3 5.5.4 5.6 5.7.1 5.7.4
Project: ZW07221c
Warmte afgifte in relatie met de hoogte Geschiktheid gassoorten Omvallen op hellend vlak Omvalbeveiliging Blokkering wielen Gascircuit Positie brander niet gefixeerd Ontsteken met lucifer / 5kW
datum:3 december 2008
5.7.5 5.8.1 5.8.2 5.9 6.3.2.1 6.3.3 6.3.8 6.4
Brander niet waarneembaar Markering toestel kraan Vlambeveiliging Gascilinder behuizing Temperatuur toename Ontsteking, vlamverloop en stabiliteit Werking van de vlambeveiliging Verbrandingsgassen (CO)
Pagina 5 van 11
Veiligheidsrelevante instructies en gebruiksaanwijzingen: 8.1 & 8.4 8.2
2.1
Taal en inhoud handleiding Aanduidingen toestel
Onderzoeksresultaten In tabel 1 is een gedetailleerd overzicht gegeven van de onderzochte items en de resultaten.
56357351
6.3.2.1
6.3.3
6.3.8
6.4
8.1&8.4
8.1&8.2
Werking van de vlambeveiligig
Verbranding
Taal en inhoud handleiding
Aanduidingen toestel
5.8.1 Markering toestel kraan
Ontsteking, vlamverloop en stabiliteit
5.7.5 Brander niet waarneembaar
Temperatuur toename
5.7.4 Ontsteken 5kW
6.1
5.7.4 Ontsteken met lucifer
5.10.3
5.7.3 Primaire luchttoevoer
Dichtheid van het gascicuit
5.7.2 Injector
5.9
5.7.1 Positie brander niet gefixeerd
Gascilinder behuizing
5.6 Gascircuit
Alternatieve bescherming
5.5.4 Blokkering wielen
5.8.3
5.5.3 Omvalbeveiliging
5.8.2
5.5.2 Omvallen op hellend vlak
Vlambeveiliging
5.2 Geschiktheid gasssoorten
Atmosfeer detectie
5.1 Monsternummer
Warmte afgifte in relatie met de hoogte
Tabel 1
X
X
X
X
X
X
X
X
67770412 56017461 67777484 56900489
X
56017577 56019448 56017674 67770641 67777468 56019545
X
X
X
X
56017593 58054658
X
X X
X
X
56017607
X
X
44667851 44667878 58054763
X
X
58368652 56017763
X
X
X
X
x= afwijking met als gevolg handelsbelemmerend optreden
Het niet voldoen aan een veiligheidsgerelateerde normeis betekent dat de terrasverwarmer op dat punt een risico oplevert voor de gebruiker, voor omstanders, of voor de omgeving.
Project: ZW07221c
datum:3 december 2008
Pagina 6 van 11
Op basis van het onderzoeksprogramma zijn onderstaand de risico’s per normparagraaf vermeld (alleen de technische eisen): Par. 5.1: Afhankelijk van de hoogte van de “working surface” (brandergedeelte) van de terrasverwarmer mag het maximaal toegestane nominale warmtevermogen niet worden overschreden. Hoe hoger de working surface, hoe hoger het vermogen mag zijn. Deze normeis voorkomt dat t.g.v. directe stralingswarmte gebruikers brandwonden oplopen doordat ze de working surface onbewust te dicht naderen. Par. 5.2: De terrasverwarmer mag alleen worden geleverd indien geschikt voor 1 gassoort en gasdruk. Op de terrasverwarmer mogen geen voorzieningen aanwezig zijn waarmee de gebruiker de door de fabrikant vooraf ingestelde instellingen kan wijzigen. Door de keuzes voor de gebruiker te beperken, loopt men minder risico dat de terrasverwarmer wordt aangesloten op een verkeerde gassoort en/of gasdruk. Ook moet men voorkomen dat de gebruiker zelf instellingen, zoals bijvoorbeeld gaslucht verhouding, kan inregelen. Hierdoor kan een situatie ontstaan waarbij er geen optimale verbranding is met als gevolg een teveel aan koolmonoxide in de verbrandingsgassen. Par. 5.5.2: Indien er sprake is van verplaatsbare terrasverwarmers, bedoeld om op de grond of tafel te worden geplaatst, dan moeten deze voldoende stabiel blijven staan ook al worden ze niet op een geheel vlakke of horizontale ondergrond geplaatst. Terrasverwarmers zijn getest met een gascilinder van 7 kg (lege 5 kg propaan cilinder). Voor de risico’s van instabiele terrasverwarmers, zie par. 5.5.3. Par. 5.5.3: Alle toestellen, m.u.v. toestellen die ergens vast aan bevestigd moeten worden, moeten zijn voorzien van een automatische gasafsluiter welke in werking treedt als het toestel kantelt. Dit om te voorkomen dat het toestel blijft branden, wanneer hij omvalt doordat iemand er tegen stoot, of omdat hij instabiel is geplaatst, of doordat hij gegrepen wordt door een sterke windvlaag. In omgevallen toestand kan er vloeibaar gas uitstromen, die direct verdampt en vlam kan vatten. Dit gaat gepaard met veel vuur en mogelijk een grote steekvlam. Par. 5.5.4: Indien er sprake is van verrijdbare terrasverwarmers op wielen dan moeten er voorzieningen zijn getroffen om het per ongeluk verrijden tijdens normaal gebruik te voorkomen. Dit betekent veelal een blokkering op de wielen. Het spontaan verrijden kan resulteren in omvallen, ergens tegenaan rijden, met als mogelijk gevolg verbranding, brand, steekvlammen, enz. Par. 5.6: Het gascircuit moet voldoen aan o.a. de volgende eisen: – –
–
Gasdichtheid ter voorkoming van lekkage van onverbrand gas (explosiegevaar) Beveiligingen en bedieningsknoppen als onderdeel van het gascircuit moeten juist functioneren. Beveiligingen mogen niet overbrugd kunnen worden door bedieningsinstellingen waardoor de terrasverwarmer niet veilig kan uitschakelen bij technische problemen. Fabrikantinstellingen (sproeierdiameter, gaslucht verhouding, enz.) moeten zijn geborgd om te voorkomen dat de gebruiker de instellingen negatief beïnvloedt.
Project: ZW07221c
datum:3 december 2008
Pagina 7 van 11
–
In Nederland moet het uiteinde van de gasleiding, waarop de gasslang moet worden aangesloten, zijn voorzien van een schroefdraad volgens ISO 7-1:1994. Dit betekent dat de gasslang ook een (contra)schroefdraad moet hebben. In één geval was een gasslang zonder schroefdraad (open uiteinde) bij de terrasverwarmer geleverd. Dit om te voorkomen dat de gasslang van de gasleiding afschiet bij onvoldoende bevestiging waardoor onverbrand gas uitstroomt.
Par. 5.7.1: De brander moet in de terrasverwarmer zijn gefixeerd om te voorkomen dat deze verkeerd wordt teruggeplaatst. Ook moet de brander bestand zijn tegen vervorming, smelten of beschadigen waardoor het brandgedrag negatief wordt beïnvloed. Hierdoor ontstaat mogelijk geen optimale verbranding waardoor de brander giftig kan gaan branden (productie van teveel CO). Par. 5.7.4: Gedurende het ontsteken mag de warmteafgifte (uitgaande vermogen) niet meer dan 5kW bedragen. Voordat er ontsteking plaatsvindt zal er gedurende een tijd onverbrand gas uit de brander stromen. Door het uitgaande vermogen tijdens de ontsteking te limiteren voorkomt men dat teveel onverbrand gas in één keer wordt ontstoken (explosief ontsteken). Drie terrasverwarmers konden worden ontstoken bij een te hoog vermogen. Par. 5.7.4: De brander, of indien aanwezig de waakvlam, moet eenvoudig bereikbaar zijn met een lucifer (ook in het geval dat het toestel is uitgevoerd met een automatische ontsteekinrichting). Bij het niet (goed) functioneren van de automatische ontsteekinrichting en het ontbreken van de mogelijkheid om het toestel met een lucifer aan te steken, moet de gebruiker niet in de verleiding worden gebracht om het toestel eerst gedeeltelijk te demonteren en het vervolgens met een lucifer aan te steken. Par. 5.7.5: Het ontsteken en het branden van het branderbed moet makkelijk verifieerbaar zijn zonder onderdelen te moeten verwijderen. Het is belangrijk dat de gebruiker een terugkoppeling krijgt of de terrasverwarmer wel/niet werkt. Dit om te voorkomen dat herhalingen van handelingen onnodig worden verricht of dat onderdelen blijvend worden verwijderd wat het veilig functioneren van de terrasverwarmer negatief kan beïnvloeden. Par. 5.8.1: Bij een terrasverwarmer moet op de toestelkraan de uitpositie duidelijk aangegeven zijn middels een markering. De betekenis van de markeringen moet omschreven zijn in de handleiding. Het niet duidelijk aanbrengen van de markeringen kan leiden tot een onverwachte grote warmte afgifte. Par. 5.8.2: Terrasverwarmers moeten een vlambeveiliging hebben op de hoofdbrander en de waakvlambrander (indien aanwezig). Bij het doven van de vlammen t.g.v. bijvoorbeeld teveel wind, componentdefecten die essentieel zijn voor de werking van de terrasverwarmer, moet de vlambeveiliging de toevoer van onverbrand gas naar de brander(s) afsluiten. Dit om te voorkomen dat ongelimiteerd onverbrand gas blijft uitstromen en mogelijk explosief ontsteekt. Par. 5.9: Wanneer de terrasverwarmer een behuizing voor de gascilinder heeft, dan moet deze zo ontworpen zijn dat deze o.a.: – Geen grotere cilinders kan herbergen dan 15 kg. Grotere gashoeveelheden leveren extra risico’s. – In voldoende mate is voorzien van ventilatieopeningen ter voorkoming van opeenhoping van onverbrand gas, waardoor explosie- of brandgevaar zou dreigen.
Project: ZW07221c
datum:3 december 2008
Pagina 8 van 11
Par. 6.3.2.1: De temperatuur van onderdelen die door de gebruiker moeten worden bediend mogen, afhankelijk van het soort toegepaste materialen, niet te hoog worden. Dit ter voorkoming van verbranding van lichaamsdelen die in contact komen met de betreffende onderdelen. Par. 6.3.3: Branders moeten stabiel en rustig branden (lichte flamelift, dit is het afblazen van de vlammen van het branderbed, is toegestaan bij ontsteking). Instabiel branden kan worden veroorzaakt door een verkeerd ingestelde branderdruk, verkeerde mengverhouding lucht/gas, waardoor er mogelijk geen optimale verbranding plaatsvindt. Hierdoor kan er een teveel aan koolmonoxide in de verbrandingsgassen aanwezig zijn. Par. 6.3.8: Bij het doven van de vlammen, bijvoorbeeld door uitwaaien, moet de vlambeveiliging binnen de vereiste afvaltijd de gastoevoer naar de branders afsluiten. Indien de afvaltijd te lang is kan er opeenhoping van onverbrand gas in de terrasverwarmer plaatsvinden. Dit kan explosief ontsteken. Bij twee terrasverwarmers was de afvaltijd te lang. Par. 6.4: In de verbrandingsgassen van terrasverwarmers mag maar een zeer beperkte hoeveelheid koolmonoxide (CO) voorkomen (max. 0,2%). Koolmonoxide verdringt zuurstof van het hemoglobine in het bloed. Dit wordt veroorzaakt doordat koolmonoxide zich veel sneller bindt aan hemoglobine dan zuurstof (factor 200-300). Hierdoor kan er een langdurig tekort aan zuurstof in het bloed ontstaan wat een levensbedreigende situatie kan opleveren. In tabel 2 is het aantal terrasverwarmers vermeldt met technische tekortkomingen en met tekortkomingen met betrekking tot veiligheidsrelevante instructies en gebruiksaanwijzingen. Tabel 2 paragraaf 5.5.3 5.7.4 5.9 6.3.3
8.1 en 8.4 8.2
2.2
Onderzoeksitem Technische tekortkomingen: (15) Omvalbeveiliging Ontsteken met lucifer / 5kW Gascilinder behuizing Ontsteking, vlamverloop, vlamstabiliteit Veiligheidsrelevante instructies en gebruiksaanwijzingen: (11)
Taal en inhoud handleiding Opschriften
Aantal terrasverwarmers 4 5 1 5
7 4
Maatregelen in 2007 Van de 16 onderzochte terrasverwarmers is in 11 gevallen vastgesteld dat zij niet aan de wettelijke eisen van het Besluit Gastoestellen voldeden. Tegen alle 11 is opgetreden, waarbij in 5 gevallen de tekortkomingen zo ernstig waren dat er Boete Rapport is opgemaakt. De 11 importeurs/distributeurs, waarvan de terrasverwarmers niet aan de wettelijke eisen voldeden, is gesommeerd het verhandelen van deze producten per direct te staken.
Project: ZW07221c
datum:3 december 2008
Pagina 9 van 11
2.3
Resultaten 2004 t/m 2007 Op basis van de onderzoeken uit 2004, 2005, 2006 en 2007 is bekend welke tekortkomingen hardnekkig zijn en is beoordeeld of er sprake is van een risicoreductie (effectmeting). Met betrekking tot het aantal technische tekortkomingen zien we dat er algemeen een lichte daling is. Na een flinke stijging in het aantal afwijkingen die betrekking hadden op de eis dat terrasverwarmers ook met een lucifer moeten kunnen worden aangestoken ondanks de aanwezigheid van een piëzoelekrische ontsteking, is in 2007 weer een duidelijke afname waarneembaar met zo’n 55% ten opzicht van 2006. Uitschieter in 2007 is de toename van het aantal afwijkingen die betrekking hebben op de ontsteking, vlamverloop, en vlamstabiliteit. Vonden we in 2006 maar 1 terrasverwarmer met een dergelijke afwijking, in 2007 is bij 5 terrasverwarmers dit probleem geconstateerd. Met betrekking tot de veiligheidsrelevante instructies en gebruiksaanwijzingen zien we in het algemeen ook in 2007 weer een lichte daling van het aantal tekortkomingen. Het aantal terrasverwarmers waarvan de handleiding niet in de Nederlandse taal was gesteld en de inhoud niet volledig was, is met circa 12% gereduceerd. In 2007 is een daling van 50% geconstateerd van het aantal afwijking bij de terrasverwarmers waarvan de opschriften op de terrasverwarmers niet voldeden aan de eisen. Algemeen kunnen we stellen dat er nog geen sprake is van een substantiële risicoreductie. Behalve de eerder genoemde lichte daling van het aantal tekortkomingen, zijn de resterende tekortkomingen nog steeds zodanig dat de meeste terrasverwarmers niet voldoen aan een aantal essentiële technische veiligheidseisen waaronder: – – –
omvalbeveiliging (4); ontsteken bij een te hoog vermogen of ontsteken met een lucifer niet mogelijk (5); ontsteking, vlamverloop, vlamstabiliteit (5).
In 2004 voldeed circa 70% van de onderzochte terrasverwarmers nog niet aan de essentiële veiligheidseisen, in 2005, 2006 en 2007 bedroeg dit respectievelijk 100%, 75% en 69%. In de afgelopen vier jaren is bij 30 importeurs/distributeurs een terrasverwarmer voor onderzoek bemonsterd. In tabel 3 is een overzicht gegeven hoe vaak dezelfde importeur/distributeur in deze periode voor het verhandelen van terrasverwarmers in overtreding was. Tabel 3 Importeurs Aantal keren in distributeurs overtreding 17 1x 9 2x 2 3x
Project: ZW07221c
datum:3 december 2008
Pagina 10 van 11
2.4
Stakeholdersoverleg De resultaten uit het project van 2006 hebben er toe geleid dat in 2007 opnieuw een stakeholdersoverleg is georganiseerd. Tijdens dit overleg zijn de resultaten van het onderzoek aan de terrasverwarmers in 2007 gepresenteerd en zijn met name de handelaren er nogmaals gewezen op hun verantwoordelijkheden en verplichtingen, die zijn hebben wanneer zij consumentenproducten, zoals terrasverwarmers, verhandelen.
3.
DISCUSSIE Eind 2006 zijn de importeurs/distributeurs van terrasverwarmers voor de eerste keer door middel van een stakeholdersoverleg op de hoogte gesteld van de onderzoeksresultaten. Tot op heden is het voor de VWA nog onduidelijk wat de oorzaken zijn van het niet voldoen aan de wetgeving ondanks de verplichte typegoedkeuring. Deze moeten worden gezocht in de gehele lijn van fabrikant naar importeurs en distributeurs. Indien de fabrikanten, importeurs en distributeurs gezamenlijk hun verantwoordelijkheid nemen en actief bijsturen daar waar er problemen zijn, kunnen veilige producten, en dus ook veilige terrasverwarmers, op de markt worden gebracht. De bevindingen uit de onderzoeken in 2004 tot en met 2007 zijn in februari 2008 door middel van een brief onder de aandacht gebracht van de Europese aangewezen instellingen (Notified Bodies) via hun overlegplatform GADAC (Gas Appliances Directive Advisory Committee) en hen is daarbij om een inhoudelijke reactie gevraagd. Bij het verschijnen van dit rapport was nog reactie ontvangen.
4.
CONCLUSIE In het stakeholdersoverleg van 2006 zijn importeurs en distributeurs van terrasverwarmingen gewezen op hun verantwoordelijkheden. Uit de resultaten van het onderzoek in 2007naar de veiligheid van terrasverwarmers is gebleken dat er nog steeds te veel onveilige exemplaren in omloop zijn. Ook is gebleken dat de stakeholders onvoldoende invulling hebben gegeven aan hun verantwoordelijkheden die voortvloeien uit het Warenwetbesluit algemene productveiligheid, in bijzonder als het gaat om de verplichting passende corrigerende acties uit te voeren 1. Vier onveilige terrasverwarmers zijn bij de Europese Commissie gemeld via Rapex. In het vervolgonderzoek dat in 2008 zal plaats vinden zal hierop nog strakker moeten worden gestuurd.
5.
LITERATUUR Geen.
1
Warenwetbesluit algemene productveiligheid, artikel 2
Project: ZW07221c
datum:3 december 2008
Pagina 11 van 11