Aanpassing van de RAW-systematiek Standaard RAW Bepalingen: Hoofdstuk 01 - Algemene en administratieve bepalingen Paragraaf 01.14 - Bouwstoffen: Artikel 01.14.05 Paragraaf 01.17 - Vrijgekomen materialen: Artikel 01.17.01 Artikel 01.17.02 Artikel 01.17.03 Artikel 01.17.04 Artikel 01.17.05 Artikel 01.17.06 Artikel 01.17.07 Artikel 01.17.08 Artikel 01.17.09 Hoofdstuk 30 - Wegverhardingen I: Deelhoofdstuk 30.1 - Voorbereidende werkzaamheden Artikel 30.13.02
Ter visie tot 1 oktober 2008
Versie van 4 juli 2008
Pagina 1 van 12
CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Deze not-for-profitorganisatie ontwikkelt, verspreidt en beheert praktisch toepasbare kennis voor beleidsvoorbereiding, pla nning, ontwerp, aanleg, beheer en onderhoud. Dit gebeurt in samenwerking met alle belanghebbende partijen, waaronder Rijk, provincies, gemeenten, adviesbureaus, uitvoerende bouwbedrijven in de grond-, water- en wegenbouw, toeleveranciers en vervoerorganisaties. De kennis, veelal in de vorm van richtlijnen, aanbevelingen en systematieken, vindt haar weg naar de doelgroepen via websites, publicaties, cursussen en congressen. CROW heeft zijn activiteiten gebundeld in zeven thema’s: - Openbare ruimte - Mobiliteit & Transport - Verkeerstechniek - Infrastructuur - Besteksregelgeving - Contractvormen - Bouwprocesmanagement
CROW Galvanistraat 1, 6716 AE Ede Postbus 37, 6710 BA Ede Telefoon (0318) 69 53 00 Fax (0318) 62 11 12 E-mail
[email protected] Website www.crow.nl
Versie van 4 juli 2008
Pagina 2 van 12
Commentaar ontvangen wij graag vóór 1 oktober 2008 Voor de beoordelingsprocedure, die gevolgd wordt voor de behandeling van commentaren, wordt verwezen naar de Toelichting RAW-systematiek die is te downloaden van de CROW website www.crow.nl/raw, keuze: tervisieleggingen; toelichting RAW-systematiek. Voor het geven van commentaar kunt u gebruik maken van het commentaarformulier, dat is te downloaden van de CROW-website www.crow.nl/raw, keuze: tervisieleggingen; commentaarformulier. U kunt schriftelijk commentaar geven per e-mail, per post of per fax: e-mail:
[email protected] post: CROW, t.a.v. ing. R. Buiter, Postbus 37, 6710 BA Ede. fax: CROW, t.a.v. ing. R. Buiter, telefoon 0318-621112. Bij voorkeur ontvangen wij uw commentaar per e-mail.
1 juli 2008 Dit document is gepubliceerd voor de BEOORDELING van de daarin opgenomen standaardteksten. Copyright © 2008, CROW, Kennisplatform voor verkeer, vervoer en infrastructuur, Galvanistraat 1, 6716 AE Ede (telefoon 0318-695300). Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van bovengenoemde stichting, behoudens de beperkingen bij de wet gesteld. Het verbod betreft ook een gehele of gedeeltelijke bewerking. Het is verboden wijzigingen in de systematiek en de tekst aan te brengen. CROW en degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het formuleren en redigeren van deze publicatie. Nochtans moet de mogelijkheid niet worden uitgesloten dat in deze publicatie toch onjuistheden voorkomen. Degene die van de publicatie gebruik maakt, aanvaardt daarvoor het risico. CROW sluit, mede ten behoeve van al degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van deze publicatie.
Versie van 4 juli 2008
Pagina 3 van 12
INHOUDSOPGAVE VAN DE TERVISIELEGGING Paragraaf 01.14 - Bouwstoffen Artikel 01.14.05 - Grond, baggerspecie en bouwstoffen als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit
5
Paragraaf 01.17 - Vrijgekomen materialen Artikel 01.17.01 - Vrijgekomen materialen Artikel 01.17.02 - Hoedanigheid van in het werk te verwerken vrijgekomen materialen Artikel 01.17.03 - Vrijgekomen grond en baggerspecie als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit Artikel 01.17.04 - Vrijgekomen bouwstoffen, niet zijnde asfalt, als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit Artikel 01.17.05 - Vrijgekomen asfalt als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit Artikel 01.17.06 - Vervoeren van vrijgekomen materialen naar een inrichting Artikel 01.17.07 - Plan voor het omgaan met vrijgekomen materialen Artikel 01.17.08 - Bewijs van ontvangst Artikel 01.17.09 - Verrekening van wijzigingen van acceptatietarieven
8 8 10 10 10
Deelhoofdstuk 30.1 - Wegverhardingen I - Voorbereidende werkzaamhede n Artikel 30.13.02 - Plan voor het omgaan met vrijgekomen asfalt
12
Versie van 4 juli 2008
6 6 7 7
Pagina 4 van 12
Algemeen administratief
Paragraaf 01.14 - Bouwstoffen Artikel 01.14.05 van de Standaard RAW Bepalingen vervalt en wordt vervangen door het navolgende artikel. 01.14.05
Grond, baggerspecie en bouwstoffen als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit 01 Indien het bestek niet de milieuhygiënische kwaliteit van op of in de bodem of in het oppervlaktewater aan te brengen en door de aannemer te leveren grond of baggerspecie vermeldt, levert de aannemer grond of baggerspecie, waarvan de kwaliteit voldoet aan de achtergrondwaarden als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit. Toelichting: Het bestek behoort de milieuhygiënische kwaliteit volgens het Besluit bodemkwaliteit (Regeling bodemkwaliteit) van op of in de bodem of in het oppervlaktewater aan te brengen en door de aannemer te leveren grond of baggerspecie te vermelden. De onderhavige bepaling is bedoeld als vangnetbepaling in het geval het bestek niet vermeldt wat de milieuhygiënische kwaliteit volgens het Besluit bodemkwaliteit (Regeling bodemkwaliteit) van de te leveren grond en baggerspecie moet zijn.
02 Indien het bestek niet de milieuhygiënische kwaliteit van op of in de bodem of in het oppervlaktewater aan te brengen en door de aannemer te leveren bouwstoffen vermeldt, levert de aannemer bouwstoffen, waarvan de milieuhygiënische kwaliteit voldoet aan de eisen die het Besluit bodemkwaliteit stelt aan bouwstoffen die zonder IBC-maatregelen mag worden toegepast. Toelichting: Het bestek behoort de milieuhygiënische kwaliteit volgens het Besluit bodemkwaliteit (Regeling bodemkwaliteit) van op of in de bodem of in het oppervlaktewater aan te brengen en door de aannemer te leveren bouwstof te vermelden. De onderhavige bepaling is bedoeld als vangnetbepaling in het geval het bestek niet vermeldt wat de milieuhygiënische kwaliteit volgens het Besluit bodemkwaliteit (Regeling bodemkwaliteit) van de te leveren bouwstof moet zijn.
03 De aannemer verstrekt de directie van de door hem te le veren grond, baggerspecie of bouwstof, die op of in de bodem of in het oppervla ktewater moet worden aangebracht, een milieuhygiënische verklaring als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit, waaruit blijkt dat de desbetreffende grond, baggerspecie of bouwstof aan de eisen van dit besluit voldoet. Toelichting: In artikel 1 van het Besluit bodemkwaliteit wordt voor bouwstoffen, grond of baggerspecie onder milieuhygiënische verklaring verstaan een partijkeuring, een fabrikant-eigen-verklaring of een erkende kwaliteitsverklaring. Voor elke milieuhygiënische verklaring is in artikel 1 van het Besluit bodembeheer een definitie opgenomen.
04 De aannemer verstrekt de in lid 03 bedoelde milieuhygiënische verklaring schriftelijk aan de directie binnen een in overle g met de directie afgesproken termijn.
Versie van 4 juli 2008
Pagina 5 van 12
Algemeen administratief
Paragraaf 01.17 - Vrijgekomen materialen Het bepaalde in paragraaf 01.17 van de Standaard RAW Bepalingen vervalt en wordt vervangen door het bepaalde in de navolgende paragraaf 01.17. 01.17.01
Vrijgekomen materialen 01 Onder vrijgekomen materialen worden verstaan de in het bestek vermelde materialen, voorwerpen, onderdelen, installaties, grond van allerlei soort en dergelijke die vrijkomen bij het uitvoeren van het werk. Toelichting: In paragraaf 1 lid 1 van de U.A.V. 1989 wordt verstaan onder bouwstoffen: De in het werk te brengen materialen, voorwerpen, onderdelen, installaties, grond van allerlei soort en dergelijke. Paragraaf 21 van de U.A.V. 1989 spreekt van ’oude bouwstoffen’ in verbanden, zoals ’de uit het werk komende oude bouwstoffen’ en ’aan de opdrachtgever verblijvende oude bouwstoffen’. Oude bouwstoffen zijn in die context synoniem aan ’bouwstoffen, die uit het werk komen’. Niet al het stoffelijke dat vrijkomt bij het uitvoeren van werken is echter oude bouwstof in de zin van de U.A.V. 1989, want onder meer bij het opschonen van watergangen vrijgekomen specie, bij reiniging vrijgekomen rioolslib, veegmateriaal en bermgras zijn geen oude bouwstoffen. Ze zijn immers niet als bouwstof in een werk gebracht, maar zijn tijdens het functioneren van de desbetreffende infrastructuur ontstaan. Derhalve is het begrip vrijgekomen materialen gehanteerd, dat een ruimere betekenis heeft dan het begrip ’oude bouwstoffen’ uit de U.A.V. 1989. Onder vrijgekomen materialen worden onder meer verstaan: - oude bouwstoffen die geen afvalstoffen zijn; - afvalstoffen die door een op grond van de Wet milieubeheer vergunde bewerkings- of verwerkingsinrichting kunnen worden omgezet in milieuhygiënisch verantwoorde bouwstoffen (secundaire bouwstoffen); - gevaarlijke afvalstoffen; - afvalstoffen die binnen een op grond van de Wet milieubeheer vergunde eindverwerkingsinrichting moeten worden verbrand of gestort. Vrijgekomen materialen die zonder bewerking opnieuw kunnen worden toegepast zijn veelal oude bouwstoffen (zie paragraaf 1 en paragraaf 21 van de U.A.V. 1989). Onder meer valt daarbij te denken aan klinkers, tegels, betonbanden, betonbuizen, rioolputten, duikers, steenmengsels en niet-teerhoudend freesasfalt. Vrijgekomen materialen die omgezet kunnen worden in milieuhygiënisch verantwoorde bouwstoffen zijn afvalstoffen in de zin van artikel 1.1 van de Wet milieubeheer. Hierbij moet echter worden gewezen op brief MBA/18494007/18-04-1994 van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aan de Tweede Kamer naar aanleiding van de motie Lansink van 27 oktober 1993. In deze brief is gesteld dat het mogelijk is dat een afvalstof die weer op een milieuhygiënisch verantwoord wijze kan worden toegepast en gelijkwaardig is aan die van andere, vergelijkbare, grondstoffen in eenzelfde situatie, niet langer aan te merken als afvalstof, maar als secundaire bouwstof (oude bouwstof in de zin van paragraaf 21 van de U.A.V. 1989) of tertiaire bouwstof (na bewerking op milieuhygiënisch verantwoorde wijze herbruikbare bouwstof). Er is inmiddels veel jurisprudentie ontstaan over de problematiek inzake materialen die wel als afvalstof of niet als afvalstof (functionele toepasbaarheid) moeten worden beschouwd.
01.17.02
Hoedanigheid van in het werk te verwerken vrijgekomen materialen 01 Indien het bestek bepaalt dat vrijgekomen materialen geheel of gedeeltelijk in het werk moeten worden verwerkt en het bestek niet de hoedanigheid van deze materialen vermeldt, verstrekt de directie gegevens over de hoedanigheid van deze materialen zo spoedig mogelijk aan de aannemer, doch in elk geval zodanig tijdig dat gelet op het algemeen tijdschema de uitvoering van het werk
Versie van 4 juli 2008
Pagina 6 van 12
Algemeen administratief
daardoor geen vertraging ondervindt. De aannemer stelt de directie in de gelegenheid de hoedanigheid van deze materialen vast te stellen. Toelichting: Het uitgangspunt van de U.A.V. 1989 is dat de opdrachtgever verantwoordelijk is voor de hoedanigheid van bouwstoffen die door hem ter beschikking worden gesteld. De hoedanigheid, met name de civieltechnische en milieuhygiënische kwaliteit en de mogelijke veiligheids- en gezondheidsrisico’s, van in het werk te verwerken vrijgekomen materialen, behoort in de voorbereiding van het werk te worden bepaald, waarbij de opdrachtgever wordt gewezen op paragraaf 5 lid 8 van de U.A.V. 1989. De onderhavige bepaling heeft derhalve betrekking op in het werk te verwerken vrijgekomen materialen, waarvan de opdrachtgever eigenaar is en is bedoeld als vangnetbepaling voor het geval de opdrachtgever in de voorbereiding van het werk deze materialen niet heeft onderzocht, c.q. niet heeft kunnen onderzoeken. De opdrachtgever wordt bij het vaststellen van de hoedanigheid van vrijgekomen materialen tijdens de uitvoering van het werk overigens gewezen op paragraaf 5 lid 3 en paragraaf 29 lid 3 van de U.A.V. 1989. In geval van vertraging van het werk als gevolg van het niet tijdig vaststellen van de hoedanigheid van de geheel of gedeeltelijk in het werk te verwerken vrijgekomen materialen wordt tevens gewezen op paragraaf 8 lid 4 van de U.A.V. 1989.
01.17.03
Vrijgekomen grond en baggerspecie als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit 01 Voor vrijgekomen grond of baggerspecie vermeldt het bestek de milieuhygiënische kwaliteit als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit. Toelichting: De aannemer moet zijn calculatie kunnen baseren op in het bestek vermelde gegevens.
02 Indien de opdrachtgever het eigendom van vrijgekomen grond of baggerspecie via het bestek wil overdragen aan de aannemer en bij het bestek is voor deze grond of baggerspecie geen milieuhygiënische verklaring als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit gevoegd, verstrekt de opdrachtgever deze milieuhygiënische verklaring met bijbehorende gegevens voor aanvang van de betreffende werkzaamheden aan de aannemer. De opdrachtgever kan de aannemer opdragen dit onderzoek uit te voeren of te laten uitvoeren. Toelichting: Op grond van de Wet milieubeheer kan een opdrachtgever het juridische en economische eigendom van grond of baggerspecie alleen overdragen aan de aannemer, als deze grond of baggerspecie niet moet worden afgegeven aan een op grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting.
01.17.04
Vrijgekomen bouwstoffen, niet zijnde asfalt, als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit 01 Voor vrijgekomen bouwstoffen, niet zijnde asfalt, vermeldt het bestek de milieuhygiënische kwaliteit als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit.
Versie van 4 juli 2008
Pagina 7 van 12
Algemeen administratief
Toelichting: De aannemer moet zijn calculatie kunnen baseren op in het bestek vermelde gegevens. Asfalt en asfaltbeton kan niet-teerhoudend of teerhoudend zijn.
02 Indien de opdrachtgever het eigendom van vrijgekomen bouwstoffen, niet zijnde asfalt, via het bestek wil overdragen aan de aannemer, en bij het bestek is voor deze bouwstof geen milieuhygiënische verklaring als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit gevoegd, verstrekt de opdrachtgever deze milieuhygiënische verklaring met bijbehorende gegevens voor aanvang van de betreffende werkzaamheden aan de aannemer. De opdrachtgever kan de aannemer opdragen dit onderzoek uit te voeren of te laten uitvoeren. Toelichting: Als de opdrachtgever zich wil ontdoen van bouwstoffen, niet zijnde asfalt, dan wil hij het juridische en economische eigendom van deze materialen overdragen aan de aannemer. Op grond van de Wet milieubeheer kan een opdrachtgever het juridische en economische eigendom van een bouwstof, niet zijnde asfalt, alleen overdragen aan de aannemer, als deze bouwstoffen niet moet worden afgegeven aan een op grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting.
01.17.05
Vrijgekomen asfalt als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit 01 Voor vrijgekomen asfalt vermeldt het bestek de milieuhygiënische kwaliteit als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit. Toelichting: De aannemer moet zijn calculatie kunnen baseren op in het bestek vermelde gegevens. Asfalt kan niet-teerhoudend of teerhoudend zijn.
02 Indien de opdrachtgever het eigendom van vrijgekomen asfalt via het bestek wil overdragen aan de aannemer of via het bestek wil vervoeren naar een op grond van de Wet milieubeheer erkende inrichting en bij het bestek zijn voor dit asfalt niet de resultaten van het onderzoek, als bedoeld in CROW-publicatie 210 ’Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt’, gevoegd, verstrekt de opdrachtgever de resultaten van dit onderzoek voor aanvang van de betreffende werkzaamheden aan de aannemer. De opdrachtgever kan de aannemer opdragen dit onderzoek uit te voeren of te laten uitvoeren Toelichting: Als de opdrachtgever zich wil ontdoen van asfalt, dan wil hij het juridische en economische eigendom van dit asfalt overdragen aan de aannemer. Op grond van de Wet milieubeheer kan een opdrachtgever het juridische en economische eigendom van asfalt alleen overdragen aan de aannemer, als dit asfalt niet moet worden afgegeven aan een op grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting. Teerhoudend asfalt moet worden afgegeven aan een thermische verwerker.
01.17.06
Vervoeren van vrijgekomen materialen naar een inrichting 01 Tot het vervoeren van vrijgekomen materialen naar een op grond van de Wet milieubeheer vergunde bewerkings-, verwerkings- of eindverwerkingsinric hting, behoort tevens het afgeven van deze materialen aan de desbetreffende inrichting. Tot de kosten voor het vervoeren van vrijgekomen materialen naar een op grond van de Wet milieubeheer vergunde bewerkings-, verwerkings- of eindverwerkingsinrichting behoren tevens de kosten die de desbetreffende in-
Versie van 4 juli 2008
Pagina 8 van 12
Algemeen administratief
richting in rekening brengt voor het accepteren van deze materialen, tenzij het bestek anders vermeldt. Toelichting: Met een bewerkings-, verwerkingsinrichting of eindverwerkingsinrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer wordt bedoeld een inrichting die daartoe een vergunning heeft op grond van de Wet milieubeheer heeft voor het accepteren van afvalstoffen, of een inrichting die door het daartoe bevoegd gezag als functioneel is beoordeeld. Bewerkings- of verwerkingsinrichtingen zijn onder meer scheidingsinstallaties, puinbreekinstallaties, asfaltmenginstallaties, thermische verwerkers van teerhoudend asfalt, composteerinrichtingen, kabelverwerkers, kunststofverwerkers. Een eindverwerkingsinrichting is een verbrandingsinstallatie of een stortplaats. Deze bepaling is opgenomen, teneinde discussies over het begrip vervoeren naar een inrichting en daarmee samenhangende kosten te voorkomen. De door een inrichting voor het afgeven van vrijgekomen materialen in rekening gebrachte kosten (acceptatietarieven) bestaan per soort materiaal uit een bedrag per ton afgeleverd materiaal, afvalstoffenbelasting en omzetbelasting.
02 Indien de opdrachtgever het eigendom van vrijgekomen materialen, die moeten worden afgegeven aan een op grond van de Wet milieubeheer vergunde bewerkings-, verwerkings- of eindverwerkingsinrichting, via het bestek wil overdragen aan de aannemer, blijven deze vrijgekomen materialen, in afwijking van paragraaf 21 van de U.A.V. 1989, eigendom van de opdrachtgever. Toelichting: De bestekschrijver kan in het bestek het volgende vermelden: ‘Vrijgekomen materialen worden geacht voor de opdrachtgever geen waarde te hebben’. Als de vrijgekomen materialen volgens regelgeving van het bevoegd gezag beschouwd mogen worden als bouwstoffen, dan sluit het bepaalde aan bij paragraaf 21 van de UAV 1989. Als regelgeving van het bevoegd gezag bepaalt dat bepaalde vrijgekomen materialen aan een op grond van de Wet miliebeheer vergunde inrichting moeten worden afgegeven, dan blijft de opdrachtgever eigenaar van deze vrijgekomen materialen, immers artikel 10.19.1 van de Wet milieubeheer luidt als volgt: Het is verboden zich door afgifte aan een ander te ontdoen van bedrijfsafvalstoffen of van huishoudelijke afvalstoffen.
03 De aannemer vervoert de in lid 02 bedoelde vrijgekomen materialen naar een op grond van de Wet milieubeheer vergunde bewerkings-, verwerkings- of eindverwerkingsinrichting. De in lid 01 bedoelde kosten zijn voor rekening van de opdrachtgever, tenzij het bestek de hoedanigheid en de hoeveelheid van de vrijgekomen materialen vermeldt. Toelichting: Vrijgekomen materialen die voor de opdrachtgever niet van waarde zijn en geen bouwstof zijn (dus afvalstof zijn) moeten naar een op grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting worden vervoerd. Als bij inschrijving de kosten voor het vervoeren naar en het afleveren van vrijgekomen materialen aan een vergunde inrichting niet calculeerbaar zijn, dan zijn de kosten voor rekening van de opdrachtgever. Het is dus zaak in de desbetreffende besteksposten waar mogelijk de hoedanigheid (milieuhygiënische en civieltechnische kwaliteit) en de hoeveelheid van de vrijgekomen materialen te vermelden.
Versie van 4 juli 2008
Pagina 9 van 12
Algemeen administratief
01.17.07
Plan voor het omgaan met vrijgekomen materialen 01 Indien in het bestek een plan voor het omgaan met vrijgekomen materialen wordt verlangd, wordt dit plan aangemerkt als een gedetailleerd werkplan in de zin van paragraaf 26 lid 6 van de U.A.V. 1989. Naast het vermelde in paragraaf 26 lid 1 van de U.A.V. 1989 moet het plan tevens bevatten: a. werkvolgorde en werkmethode; b. te nemen veiligheidsvoorzieningen en veiligheidsmaatregelen; c. wijze van laden, vervoeren en lossen van vrijgekomen materialen; d. plaats van bestemming van vrijgekomen materialen. Toelichting: Als in het bestek - via het opnemen van artikel 01.17.04 van het Algemeen Besteksbestand RAW van de aannemer voor bepaalde materialen een plan voor het omgaan met vrijgekomen materialen wordt verlangd, dan is hier geregeld wat in het plan moet komen te staan. De directie krijgt op die manier vóór de aanvang van het werk inzicht in de manier waarop de aannemer zal omgaan met de in het bestek vermelde vrijekomen materialen. Dit kan met name van belang zijn bij het omgaan met gevaarlijke afvalstoffen en materialen die aan een eindverwerkingsinrichting moeten worden afgegeven. De directie toetst het plan voor het omgaan met vrijgekomen materialen aan het bestek en aan de van belang zijnde wettelijke voorschriften en besluiten (Algemene Maatregelen van Bestuur, verordeningen).
01.17.08
Bewijs van ontvangst 01 De aannemer verstrekt de directie een bewijs van ontvangst van de ingevolge het bestek aan een bewerkings-, verwerkings- of eindverwerkingsinrichting afgegeven vrijgekomen materialen. Op het bewijs van ontvangst moeten de naam en het adres van de inrichting, de aard, de hoeveelheid, de herkomst en de vervoerder van de vrijgekomen materia len zijn vermeld. Toelichting: In de Wet milieubeheer zijn afvalstoffen alle stoffen, preparaten of andere producten, waarvan de houder zich, met het oog op de verwijdering daarvan, ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Een inrichting mag alleen afvalstoffen in ontvangst nemen als deze zijn voorzien van een begeleidingsbrief. Een inrichting is eigenaar geworden van afvalstoffen, nadat de bijbehorende begeleidingsbrief door haar voor ontvangst is ondertekend. Het door de inrichting ondertekende bewijs van ontvangst is voor de ontdoener het formele bewijs van vrijwaring van wettelijke aansprakelijkheid. Daarnaast kan elk ander op gond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting of inzamelaar ondertekend bewijs, meestal en bij voorkeur de weegbon, als bewijs van vrijwaring worden gebruikt, voor zover dit bewijs informatie biedt over de aard, hoeveelheid en bestemming van de vrijgekomen materialen.
01.17.09
Verrekening van wijzigingen van acceptatietarieven 01 Indien volgens het bestek vrijgekomen materialen moeten worden vervoerd naar een met naam en adres in het bestek vermelde bewerkings-, verwerkingsof eindverwerkingsinrichting, en indien na de dag van aanbesteding wijzigingen optreden in de acceptatietarieven van die inrichting, zullen de daaruit voortvloeiende hogere of lagere kosten met de aannemer worden verrekend.
Versie van 4 juli 2008
Pagina 10 van 12
Algemeen administratief
Toelichting: In artikel 01.01.03 lid 02 van de Standaard RAW Bepalingen is bepaald dat in elke prijs per eenheid dienen te zijn begrepen alle kosten met uitzondering van eenmalige kosten, enzovoort. In de prijs per eenheid zijn derhalve de tarieven begrepen die door een op grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting in rekening worden gebracht voor het accepteren van vrijgekomen materialen. Acceptatietarieven kunnen door niet te voorziene factoren wijzigen. Via de hier opgenomen bepaling is de verrekening van wijzigingen in acceptatietarieven geregeld.
Versie van 4 juli 2008
Pagina 11 van 12
Wegverhardingen I - Voorbereidende werkzaamheden
Aan de Standaard RAW Bepalingen wordt artikel 30.13.02 toegevoegd. 30.13.02
Plan voor het omgaan met vrijkomend asfalt 01 De aannemer maakt voor het omgaan met vrijkomend asfalt een plan, als bedoeld in artikel 01.17.07. De aannemer legt dit plan ter goedkeuring voor aan de directie.
Versie van 4 juli 2008
Pagina 12 van 12