HOOFDSTUK 1: ADMINISTRATIEVE CONTRACTUELE BEPALINGEN Artikel 1. voorwerp van de opdracht Perceel 1: Het leveren van min. 40 interventie-combi’s in politieuitvoering op basis van een leasingcontract op lange termijn, duur van zestig (60) maanden aan 30 000 km/jaar, met volledig onderhoud, voor de Lokale Politie Antwerpen. De mogelijkheid van een variant in duurtijd of km/jaar mag worden voorzien, vb. achtenveertig (48) maanden aan 40 000 km/jaar. Een eventuele verlenging van de leasingtermijn met maximum 6 maanden dient mogelijk te zijn tegen dezelfde voorwaarden. Desgevallend zal een aangetekend schrijven gericht worden aan de verhuurder. Perceel 2: Het leveren van min. 9 minibussen in politieuitvoering op basis van een leasingcontract op lange termijn, duur van zestig (60) maanden aan 30 000 km/jaar, met volledig onderhoud, voor de Lokale Politie Antwerpen. De mogelijkheid van een variant in duurtijd of km/jaar mag worden voorzien, vb. achtenveertig (48) maanden aan 40 000 km/jaar. Een eventuele verlenging van de leasingtermijn met maximum 6 maanden dient mogelijk te zijn tegen dezelfde voorwaarden. Desgevallend zal een aangetekend schrijven gericht worden aan de verhuurder. Perceel 3: Het leveren van min. 12 personenwagens in politieuitvoering op basis van een leasingcontract op lange termijn, duur van zestig (60) maanden aan 30 000 km/jaar, met volledig onderhoud, voor de Lokale Politie Antwerpen. De mogelijkheid van een variant in duurtijd of km/jaar mag worden voorzien, vb. achtenveertig (48) maanden aan 40 000 km/jaar. Een eventuele verlenging van de leasingtermijn met maximum 6 maanden dient mogelijk te zijn tegen dezelfde voorwaarden. Desgevallend zal een aangetekend schrijven gericht worden aan de verhuurder. Perceel 4: Het leveren van min. 1 lichte bestelwagen in politieuitvoering op basis van een leasingcontract op lange termijn, duur van zestig (60) maanden aan 30 000 km/jaar, met volledig onderhoud, voor de Lokale Politie Antwerpen. Een eventuele verlenging van de leasingtermijn met maximum 6 maanden dient mogelijk te zijn tegen dezelfde voorwaarden. Desgevallend zal een aangetekend schrijven gericht worden aan de verhuurder. Perceel 5: Het leveren van min. 1 lichte bestelwagen in politieuitvoering voor de dienst verkeersongevallen op basis van een leasingcontract op lange termijn, duur van zestig (60) maanden aan 30 000 km/jaar, met volledig onderhoud, voor de Lokale Politie Antwerpen. Een eventuele verlenging van de leasingtermijn met maximum 6 maanden dient mogelijk te zijn tegen dezelfde voorwaarden. Desgevallend zal een aangetekend schrijven gericht worden aan de verhuurder.
Artikel 2. wetgeving en reglementering Voor zover er door de voorschriften van dit bestek niet wordt van afgeweken, zijn op deze aanneming van toepassing de bepalingen van:
• de wet van 24.12.1993 en latere wijzigingen betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten; (BS 22.01.1994) • het koninklijk besluit van 08.01.1996 en latere wijzigingen betreffende de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken; (BS 26.01.1996) • het koninklijk besluit van 26.09.1996 en later wijzigingen tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en de bijlage tot vaststelling van de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken; (BS 18.10.1996) • het koninklijk besluit van 15 maart 1968, houdende het algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen; • het koninklijk besluit van 26 februari 1981 en haar wijzigingen houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen. Ingeval van tegenspraak is, wat de administratieve bepalingen betreft, de orde van voorrang als volgt: 1. de wet van 24/12/1993, het koninklijk besluit van 08/01/1996 en het koninklijk besluit van 26/09/1996 tot bepaling van de uitvoeringsregel 2. het bijzonder bestek; 3. de bijlage bij het koninklijk besluit van 26/09/1996 Indien de inschrijver in het huidig bestek of in de aanvullende documenten vergissingen of leemten vaststelt (verschillen in de teksten, gebrek aan samenhang, tegenstrijdigheden, …) zodat het hem onmogelijk is een prijs te berekenen, of dat de vergelijking van de offertes niet meer opgaat, geeft hij daarvan onverwijld schriftelijk kennis aan de leidende dienst, krachtens de bepalingen van artikel 98 van het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996. Bepalingen van de algemene aannemingsvoorwaarden waarvan in onderhavig bestek wordt afgeweken: Art. 63
Artikel 3. aard van de opdracht De opdracht behelst een aanneming van leveringen op basis van een open offerte-aanvraag tegen prijslijst, onderverdeeld in vijf percelen.
Artikel 4. selectiecriteria 1. opgave van een uitgebreide lijst met referenties van de laatste 3 jaar waaruit blijkt dat de inschrijver reeds talrijke voertuigen tot voldoening van de klanten heeft geleverd met vermelding van bedrag, datum en voor welke publiek- of privaatrechterlijke instanties ze bestemd waren
2. een referentielijst betreffende leveringen van voertuigen aan geïntegreerde politie.
Artikel 5. prijsopgave De inschrijver is gehouden zijn nettoprijs op te geven in euro, voor de producten en opties vermeld in hoofdstuk 2 hierna. Alle verschuldigde taksen, rechten en kosten moeten in de offerteprijs begrepen zijn met uitzondering van de BTW. Hiervoor moet duidelijk het ten honderd in de offerte worden opgegeven. Tevens is de inschrijver verplicht de residuwaarde op te geven voor een eventuele overname van het voertuig na beëindiging van de leasingsperiode.
Artikel 6. wijze van gunnen De gunning geschiedt aan de inschrijver die de voordeligste regelmatige offerte heeft neergelegd, rekening houdend met de volgende gunningscriteria: Percelen 1 + 2 + 3 + 4 + 5: 1. 2. 3. 4.
operationele waarde van de voertuigen: 35 punten technische waarde van de voertuigen: 30 punten prijs: 25 punten leveringstermijn: 10 punten
De beoordeling van de operationele en technische waarden zal voor alle percelen gebeuren aan de hand van het ter demonstratie gegeven voertuig en de technische beschrijvingen door een werkgroep waarvan de leden op voorhand zullen worden vastgelegd.
Artikel 7. termijnen Leveringstermijn: De leveringstermijn dient door de inschrijver in zijn offerte te worden opgegeven. Er moet een termijn worden opgegeven, uit te drukken in kalenderdagen, -weken of -maanden. Bij opgave van een leveringstermijn bij benadering (toevoeging van circa e.d.) zal het bestuur bij het vaststellen van de uiterste leveringsdatum, een speling aanvaarden van maximum zeven kalenderdagen. De leveringstermijn begint te lopen daags na de datum van verzending orderbon. Waarborgtermijn:
In afwijking van art. 63 van de algemene aannemingsvoorwaarden dient de inschrijver de termijn van waarborg te bepalen welke door hem op de aangeboden producten wordt verleend tegen materiaal- en constructiefouten. Deze termijn gaat in de dag volgend op de totaliteit van de levering. Gestandsdoeningstermijn: de inschrijvers blijven door hun offerte, eventueel verbeterd door het bestuur, gebonden gedurende een termijn van honderdtachtig kalenderdagen, ingaand op de dag na de zitting voor de opening van de offertes.
Artikel 8. levering - controle en toezicht Plaats van levering: De voertuigen dienen afgeleverd te worden op het wagenpark van de Lokale Politie Antwerpen, technische dienst en economaat, Noordersingel 3, 2140 Borgerhout. De afleveringen dienen te geschieden de eerste vijf dagen van de week tussen 8.30 en 15.30 uur. De lokalen zijn gesloten op zater-, zon- en feestdagen (inclusief plaatselijke) Nazicht van de levering: Het bestuur voorziet een termijn van 15 kalenderdagen voor onderzoek/en of beproeving van de geleverde goederen. Controle en toezicht op de uitvoering Deze aanneming geschiedt voor rekening van de stad Antwerpen. De leiding berust bij de lokale politie Antwerpen, Hofstraat 17, 2000 Antwerpen. Leidende ambtenaar: Mevrouw Anja De Bruyn, adviseur Verantwoordelijke voor de administratieve opvolging: mevrouw Anja De Bruyn, adviseur. Verantwoordelijke voor de technische opvolging: de heer Paul Crève, wagenparkverantwoordelijke (zie titelblad).
Artikel 9. offerte Offerte: De offerte en de aanvullende bescheiden moeten in het Nederlands zijn opgesteld. Voor het opmaken van zijn offerte maakt de inschrijver gebruik van de bij dit bestek gevoegde formulieren. Indien hij deze toch op andere documenten maakt dan op het voorziene formulier moet de inschrijver op ieder van deze documenten verklaren dat het document conform het bij het bestek behorend model is.
De documenten worden door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend. Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen, wijzigingen of eventuele (door het bestek toegestane) kortingen zowel in de offerte als in de bijlagen, die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend worden.
Wijze van indienen: De offerte wordt geschoven in twee (2) definitief verzegelde enveloppen. De binnenste enveloppe vermeld het woord “offerte”, het besteknummer, de opdracht en de datum en het uur van de opening der offertes. De buitenste enveloppe vermeld het adres van de bestemmeling, t.a.v. de dienst aanbestedingen, en het woord “offerte”. Er zijn twee mogelijkheden voor het indienen van een offerte: 1. verzending per post: De offertes worden, al dan niet aangetekend, verzonden per post naar volgend adres: College van burgemeester en schepenen t.a.v. de dienst aanbestedingen Grote Markt 1 2000 Antwerpen 2. persoonlijke afgifte: De offerte kan afgegeven worden op volgend adres: Balie van het Bell-gebouw t.a.v. de dienst aanbestedingen Francis Wellesplein 1 2018 Antwerpen Opening der offertes: De zitting voor de opening der offertes vindt plaats op: datum en uur zie titelblad Op volgende locatie: Stad Antwerpen, bedrijfseenheid patrimoniumonderhoud Dienst aanbestedingen Francis Wellesplein 1 2018 Antwerpen Vergaderzaal: T0213 (aanmelden aan de balie). AANDACHT: worden als ongeldig beschouwd de offertes welke niet op de voorgeschreven wijze worden neergelegd.
Artikel 10. bij de offerte te voegen bescheiden 1) 2)
uitgebreide lijst met referenties van de laatste 3 jaar van geleverde voertuigen; referentielijst betreffende leveringen van voertuigen aan geïntegreerde politie;
3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12) 13) 14) 15) 16) 17) 18) 19) 20)
een volledige beschrijving en/of documentatie in enkelvoud (Nederlandstalig) van de aangeboden voertuigen; PVG afgeleverd door Federale Overheidsdienst Verkeer; Een volledige beschrijving van de items en in de volgorde zoals vermeld in perceel 2; minimum 10 kleurenfoto’s van opbouw voertuig en afgewerkt voertuig; omstandige beschrijving van het procédé tegen corrosie; uittreksel uit het handelsregister waaruit specialisatie in constructie en inrichting speciale voertuigen blijkt; foto’s en werktekeningen aanpassingswerken vroeger ingerichte voertuigen; attesten van alle gebruikte materialen; attest norm ISO 9002, voor zover de inschrijver dit bezit; gedetailleerde werktekening(en) van volgens dit bestek op te bouwen voertuigen; gelijkvormigheidsattest betreffende de kwaliteit van de pantsering en de vasthechting; gedetailleerd plan van ombouw; attest vervaardiging lichtbak volgens de normen ISO 9001; RSZ-attest; behoorlijk ingevuld en ondertekend offerteformulier; behoorlijk ingevulde en ondertekende inventaris; eventuele vrije varianten; Een testvoertuig van (de)het in de offerte aangeboden type(s).
RSZ-attest: De inschrijver wordt eraan herinnerd dat voor een offerte van meer dan € 5.500,00 het niet bij de offerte voegen van het in artikel 43 bis §1 van het KB dd. 25.03.1999 vereist attest van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, dat zijn toestand ten opzichte van deze dienst aangeeft, de nietigheid van de offerte voor gevolg kan hebben. Het originele attest (geen fotokopie) voorzien van de droogstempel van de RSZ dient voorgelegd (aangifte tot en met het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal ten opzichte van de dag van de opening der offertes). Voor de inschrijver van vreemde nationaliteit is artikel 43 bis §2 van het KB dd. 25.03.1999 van toepassing.
Artikel 11. betaling - prijsherziening - borgtocht Betaling van de levering: Voor de betaling van de door het bestuur verschuldigde leasingsommen, is de leverancier verplicht maandelijks één regelmatig opgemaakte factuur in te dienen die, mits afhouding van eventuele boetes, wordt betaald. Alle voertuigen die tot dit bestek en één perceel behoren, dienen samen op één factuur te worden gefactureerd. De facturen moeten in tweevoud rechtstreeks overgemaakt worden aan het College van burgemeester en schepenen, p/a lokale politie Antwerpen, Hofstraat 17 te 2000 Antwerpen, en dienen volgende gegevens te bevatten: • lokale politie Antwerpen; • nummer van het bestek; • nummer van het perceel;
•
nummerplaat van het voertuig.
Bij het einde van het contract wordt door de verhuurder een eindafrekening opgesteld, rekening houdende met het effectief aantal gereden kilometers. De afrekening in min of plus dient te gebeuren volgens de reële gereden kilometers. De prijs per meer of minder gereden kilometer moet duidelijk in de offerte vermeld worden. Prijsherziening: De eventuele schommelingen van de prijzen der producten, de lonen, de vervoertarieven, de sociale lasten en de verzekeringspremies enz. geven geen aanleiding tot herziening van de offerteprijs. Borgtocht: De borgtocht wordt bepaald op 5% van het aannemingsbedrag van de opdracht, afgerond naar het hoger tiental. De borgtocht kan hetzij in speciën of publieke fondsen, hetzij onder de vorm van een gezamenlijke borgstelling of een algemene borgstelling worden gesteld. Wanneer de borgtocht in speciën wordt gesteld dient dit te gebeuren bij de Deposito- en Consignatiekas te 1040 Brussel. Het bewijs van borgstelling dient rechtstreeks te worden overgemaakt aan de stad Antwerpen, bedrijf patrimoniumonderhoud/stafdienst/aanbestedingen, Francis Wellesplein 1, 2018 Antwerpen en dit binnen de dertig kalenderdagen volgend op de dag waarop de goedkeuring van zijn offerte werd betekend. Het laattijdig overleggen van het bewijs van borgstelling geeft aanleiding tot het toepassen van sancties als volgt: • hetzij de verbreking van de opdracht zonder enige schadevergoeding aan de leverancier; • hetzij het toepassen van de andere maatregelen van ambtswege. Deze sancties kunnen slechts worden toegepast voor zover het bestuur de leverancier per aangetekende brief in gebreke stelt en hem een laatste termijn verleent om het bewijs van de borgtocht te leveren. Wanneer het bestuur van de hiervoor vermelde sancties geen gebruik maakt, geeft het laattijdig overleggen van het bewijs van borgstelling van rechtswege en zonder ingebrekestelling aanleiding tot het toepassen van een boete per kalenderdag vertraging van 0,02 percent, de postdatum geldend als bewijs, met een maximum van 2 percent van de oorspronkelijke aannemingssom. Wanneer de leverancier na per aangetekende brief in gebreke te zijn gesteld verzuimt het bewijs over te leggen dat de borgtocht werd gesteld, houdt het bestuur deze van ambtswege van de op de beschouwde opdracht verschuldigde bedragen af; in dit geval wordt de boete forfaitair op 2 percent van het bedrag van de opdracht vastgesteld.
Aandacht: Er wordt geen borgtocht geëist wanneer de leveringstermijn dertig kalenderdagen niet overschrijdt.
Artikel 12. boeten Boeten wegens laattijdige uitvoering: Het louter verstrijken van de eventuele verlengde leveringstermijn stelt de leverancier in gebreke. Alle voorschriften betreffende de boeten wegens laattijdige uitvoering, treden van rechtswege in werking, zonder enige kennisgeving of bericht. De boeten wegens laattijdige uitvoering worden berekend naar rata van 0,07 percent per kalenderdag vertraging, met een maximum van 5 percent van de waarde van de goederen waarvan de levering met dezelfde vertraging gebeurde. Teruggave van de boeten wegens laattijdige uitvoering: Op straffe van verval moet elke aanvraag tot teruggave van de toegepaste boeten per aangetekende brief aan het college van burgemeester en schepenen worden gericht, uiterlijk de zestigste kalenderdag te rekenen vanaf de betaling van de factuur waarop de boeten werden ingehouden. De datum van de aantekening bij de post heeft bewijskracht voor de datum van het verzoekschrift.
Artikel 13. maatregelen van ambtswege De maatregelen van ambtswege die van toepassing zijn in geval van in gebreke blijven bij de uitvoering van de opdracht zijn: 1° het eenzijdig verbreken van de opdracht; in dit geval verwerft het bestuur van rechtswege het geheel van de borgtocht als forfaitaire schadevergoeding; 2° de uitvoering in eigen beheer van het geheel of een deel van de niet-uitgevoerde opdracht; 3° het sluiten van één of meerdere overeenkomsten voor rekening met één of meerdere derden voor het geheel of een deel van de nog uit te voeren opdracht. De maatregelen onder 2° en 3° worden getroffen op kosten en risico van de in gebreke gebleven leverancier. De beslissing van het bestuur om tot de maatregelen van ambtswege over te gaan wordt bij ter post aangetekende brief aan de in gebreke gebleven leverancier of aan zijn afgevaardigde bekendgemaakt.
Artikel 14. rechtskeuze – bevoegde rechtbanken Het Belgische recht is toepasselijk. In geval van betwisting zijn uitsluitend de rechtbanken van Antwerpen bevoegd.
Artikel 15. eisen inzake veiligheid en hygiëne De inschrijver verbindt zich door zijn inschrijving tot naleving van : • de vigerende wetten en reglementen inzake veiligheid en hygiëne; • de aanvullende voorwaarden inzake veiligheid en hygiëne, niet noodzakelijk bij de vigerende wetgeving en reglementering opgelegd, maar onontbeerlijk om het objectief van het voorkomingsbeleid te realiseren; • de aanvullende eisen inzake veiligheid en hygiëne, opgelegd door het diensthoofd IDPB en de arbeidsgeneesheer. De leverancier wordt verplicht bij de levering een attest te voegen waarin de naleving van de geformuleerde vereisten inzake veiligheid en hygiëne wordt verantwoord. De leverancier wordt verplicht bij de levering alle instructiedocumenten inzake werking, gebruikswijze, inspectie en onderhoud, opgesteld in de Nederlandse taal, ter beschikking te stellen.
HOOFDSTUK 2: TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN Hoeveelheid, algemene en technische beschrijving PERCEEL 1 Het leveren van min. 40 interventie-combi’s in politieuitvoering op basis van een leasingcontract op lange termijn, duur van zestig (60) maanden aan 30 000 km/jaar, met volledig onderhoud, voor de Lokale Politie Antwerpen. De mogelijkheid van een variant in duurtijd of km/jaar mag worden voorzien, vb. achtenveertig (48) maanden aan 40 000 km/jaar. Een eventuele verlenging van de leasingtermijn met maximum 6 maanden dient mogelijk te zijn tegen dezelfde voorwaarden. Desgevallend zal een aangetekend schrijven gericht worden aan de verhuurder. Aantal: minimum 40
Algemeen: De inschrijver is verplicht, op straf van nietigheid, bij zijn inschrijving een beschrijving bij te voegen opgesteld volgens de indeling van dit bestek. ALGEMENE CONCEPTIE ECOLOGISCHE CRITERIA DEEL 1: BASISVOERTUIG 1.1. Type voertuig 1.2. Prestaties 1.3. Ophanging - wegligging - wendbaarheid 1.4. Motor 1.5. Transmissie 1.6. Stuurinrichting en besturing 1.7. Remsysteem 1.8. Banden en wielen 1.9. Elektrische installatie 1.10. Koetswerk 1.11. Comfort van het personeel 1.12. Veiligheid van het personeel 1.13. Supplementaire uitrusting 1.14. Onderhoud DEEL 2 : VEILIGHEID DEEL 3 : OMBOUW 3.1. Prioriteitsalarminstallatie 3.2. Uitrusting van het achterste compartiment 3.3. Uitrusting te plaatsen door de ombouwer 3.4. Wijze van uitvoering der werken 3.5. Handleidingen 3.6. Optie
ALGEMENE CONCEPTIE. A)
Het gaat om voertuigen ingericht enerzijds als kantoorwagen en anderzijds bestemd voor het vervoer van personen (3 personen + 2).
B)
De voertuigen moeten worden uitgerust als politiepatrouillewagen prioriteitsalarminstallatie volgens bestaande nomenclatuur.
C)
De voertuigen moeten van een in België gecommercialiseerd type zijn. De inschrijver moet een PVG, dat door het Belgisch Ministerie van Verkeerswezen afgeleverd is, aan de technische offerte toevoegen.
D)
De te leveren voertuigen moeten nieuw zijn en van het laatste model dat op de markt is. Ze moeten vrij zijn van elk gebrek of elke constructiefout die zijn uitzicht, de goede werking, stevigheid of gebruiksduur kan schaden.
E)
De voertuigen moeten overeenstemmen met de wettelijke bepalingen die voor dit type van materiaal op het ogenblik van de levering van kracht zijn, in het bijzonder met het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968, houdende het algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen en de voorschriften van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB) en van de wetgeving op het welzijn (wet van 4/8/1996) en alle daaraan verbonden uitvoeringsbesluiten.
F)
De voertuigen dienen eveneens te voldoen aan het Koninklijk Besluit van 26 februari 1981 en haar wijzigingen houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen.
met
striping
en
ECOLOGISCHE CRITERIA. A) De voertuigen dienen te voldoen aan alle normen zoals voorzien in Omzendbrief 307 quinquies dd. 13 juli 2009, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 3 augustus 2009. B) De beschilderingen en verven moeten gerealiseerd zijn met bekledingsmateriaal dat vrij is van grondstoffen (vullingen, kleurstoffen, droogmiddelen) die lood, chroom VI of cadmium bevatten. C) De plastic delen moeten duidelijk gemerkt zijn met het oog op hun recyclage. D) Bij het demonteren moeten de incompatibele en gevaarlijke materialen gescheiden kunnen worden E) De airconditioning-installatie mag geen stoffen bevatten die schadelijk zijn voor de ozonlaag. Het potentieel tot het vernietigen van ozon moet gelijk zijn aan 0.
DEEL 1 : BASISVOERTUIG. 1.1. TYPE VOERTUIG. A)
B)
Het betreffen minibussen met volgende minimum buitenafmetingen : •
lengte :
4650 mm
•
breedte :
1840 mm
• hoogte : 1880 mm Het ingericht voertuig moet personeel en politieuitrustingen kunnen vervoeren voor een minimum geschat gewicht van 850 kg.
1.2. PRESTATIES. A)
Opdat het voertuig zich gemakkelijk in het wegverkeer zou kunnen voortbewegen moet het beweeglijk en voldoende snel zijn.
B)
C) D) E)
Het voertuig zal op de weg getest worden. Deze test zal uitgevoerd worden met een voertuig dat een last vervoert die overeenstemt met het minimum gewicht van het personeel met uitrusting dat aan boord kan plaatsnemen, en met de normale technische hulpmiddelen die zich aan boord van ieder dienstvoertuig bevinden. Het voertuig dient met een nuttige lading van 850kg een topsnelheid van minstens 150km/uur gedurende 1uur vol te houden. Versnelling van 0-100km/u in minder dan 17 sec. De autonomie van het voertuig moet minimum 500 km bedragen.
1.3. OPHANGING OPHANGING - WEGLIGGING - WENDBAARHEID. De ophanging moet toelaten de motorprestaties ten volle te benutten vooral op bochtige wegen of in een stedelijke omgeving. Ze moet zowel aangepast zijn aan de hoge snelheid die het voertuig kan bereiken, als aan de remvoorzieningen van het voertuig. Het voertuig dient een optimale wendbaarheid te bieden, in het bijzonder in de stad tegen hoge snelheid. 1.4. MOTOR. A) B) C) D) E) F)
Turbodieselmotor met oxydatiekatalysator. Conform de Europese emissienormen geldig op het ogenblijk van de levering. Een zo laag mogelijke CO2 uitstoot. Het voertuig dient te voldoen aan de op het ogenblik van levering geldende Europese emissienormen, en dient minstens aan de Euro5 norm te voldoen. Cilinderinhoud van de categorie 1900cc tot 2500 cc Vermogen : minimum 95 kW (130 pk) Er zal veel belang worden gehecht aan het voertuig dat de beste verhouding gewicht (kg)/reëel vermogen (Watt) biedt. Omwille van de operationele efficiëntie bij koud weer dienen de dieselmotors uitgerust met een apparaat dat voorkomt dat brandstoffilters en -voorfilters verstopt raken door de kristallisatie van koolwaterstofparafines. Dit apparaat moet in elk geval de brandstof kunnen verwarmen tijdens de voorverwarmingsperiode en de temperatuurstijging van de motor. Het apparaat voor de verwarming van de brandstof mag slechts werken als het contact ingeschakeld is en alleen bij koud weer. Het moet aangepast zijn aan de motorkracht en andere technische gegevens van het voertuig.
1.5. TRANSMISSIE. A)
B)
Handbediende versnellingsbak, met de versnellingspook op de vloer of een zogenaamde “Joy-stick”bediening in het dashboard, met ten minste 5 volledig gesynchroniseerde versnellingen vooruit en 1 achteruit. Bij het rijden (en zeker bij prioritair rijden) is het belangrijk dat de autovoerder beide handen aan het stuur houdt om sneller en nauwkeuriger te reageren op onverwachte gebeurtenissen. Een handgeschakelde versnellingsbak is in deze niet de veiligste optie. Er dient dan ook voorzien in de optie van een automatische, dan wel geautomatiseerde versnellingsbak. Bijkomende eis is dat het voertuig zonder demonteren van aandrijfelementen weggesleept moet kunnen worden en in voorkomend geval zelfs bij lege batterij de motor via slepen/duwen gestart kan worden. Voorzien van de volgende veiligheidssystemen : •
ASR : antislip regeling
•
ESP : elektronisch stabiliteits programma
1.6. STUURINRICHTING EN BESTURING. A) B) C) D) E)
De stuurinrichting van de voertuigen bevindt zich links in de rijrichting . Hydraulisch bekrachtigde stuurinrichting voorzien van een veiligheidsstuurkolom. In de hoogte en diepte verstelbare stuurkolom Draaicirkel (tussen muren) : max. 12,5 m De grote wendbaarheid van de voertuigen zal een beoordelingselement zijn.
1.7. REMSYSTEEM. A) B) C) D) E) F) G)
Het remsysteem dient aangepast te zijn aan de snelheid die het voertuig kan ontwikkelen. Dubbel diagonaal gescheiden hydraulisch remsysteem, met een rembekrachtiger. Anti-blokkeringssysteem op de vier wielen voorzien van de wettelijke homologatie. Het voertuig moet voorzien zijn van schijfremmen vooraan en achteraan. Automatische remkrachtregelaar (druk- en lastafhankelijk) op de achteras. Onafhankelijke mechanische handrem. Asbestvrije remvoering.
1.8. BANDEN EN WIELEN. A) B) C) D) E) F) G)
Het bandenstel, de reserveband inbegrepen, moet bestaan uit radiaalbanden. De banden moeten door de voertuigconstructeur in functie erkend zijn. De banden moeten gekozen worden in functie van de topsnelheid van het voertuig, de acceleratie en de remvoorzieningen. Dat moet ook het geval zijn voor de reserveband. De te leveren voertuigen moeten uitgerust zijn met banden van hetzelfde merk en hetzelfde type als die waarmee de in de offerte vooropgestelde voertuigen zijn uitgerust. De voertuigen moeten met sneeuwkettingen uitgerust kunnen worden. De velgen mogen niet vervaardigd zijn uit een lichtmetalen legering. De wielen en de banden (reservewiel en -band inbegrepen) moeten van hetzelfde merk, type en afmetingen zijn. 5 (vijf) winterbanden op velg. De modaliteiten betreffende stockage en omwisseling van de banden dient beschreven in de offerte.
1.9. ELEKTRISCHE UITRUSTING. A)
De voeding van de voertuigen is 12V DC. Het voertuig dient integraal elektrisch aan de Europese EMC norm te voldoen. B) Het voertuig dient uitgerust te worden met twee batterijen, voor type en vermogen zie 3.3 ombouw. De installatie is uitgevoerd met scheidingsrelais. De plaats voor de tweede batterij wordt onder de bestuurderszetel voorzien. C) Alle elektrische uitrustingen moeten door zekeringen beschermd worden. Buiten de door de fabrikant voorziene zekeringkast worden complementaire automatische steekzekeringen geëist voor de gevraagde bijkomende uitrusting. D) Om het gebruik van de telecommunicatiemiddelen mogelijk te maken in de aan de Politie voorbehouden frequentiebanden VHF en UHF moet de volledige elektrische installatie ontstoord worden. E) De alternator moet een stroom kunnen leveren die minstens gelijk is aan de hoeveelheid stroom nodig om alle stroomverbruikende voorzieningen gelijktijdig te doen werken, plus één tiende van de totale capaciteit van de batterijen. F) Er moet een elektrische achterruitverwarming aanwezig zijn. G) De koplampen moeten van het type halogeen of xenon zijn. H) Een gestandaardiseerd contact voor een sigarenaansteker moet het gebruik mogelijk maken van apparaten die maximum 100 Watt verbruiken. I) Het voertuig wordt uitgerust met een “Key-Out” antistartsysteem met de volgende functionaliteiten : •
Laat de gebruiker toe te werken in de nabijheid van het voertuig terwijl men op elk moment de controle over het voertuig blijft behouden
•
De motor van het voertuig blijft draaien zonder contactsleutel
•
Werkt enkel wanneer de handrem is opgetrokken
•
Het stuurslot wordt geactiveerd
•
Centrale vergrendeling en alle andere veiligheidsvoorzieningen van het voertuig blijven normaal werken
•
Wanneer geprobeerd wordt weg te rijden met het voertuig zonder sleutel, zal de motor stilvallen.
1.10. KOETSWERK. A) B) C)
D) E) F)
Zelfdragend stalen koetswerk. Het koetswerk moet volledig tegen corrosie beschermd zijn. Het procédé moet in de offerte worden beschreven alsook de opvolging, de uit te voeren behandeling, en de frequentie ervan. De kleur van de voertuigen moet gecommercialiseerd wit zijn. Om de zichtbaarheid in het verkeer en de herkenbaarheid van de voertuigen te verhogen wordt geadviseerd om de bumpers van de voertuigen in een opvallende kleur uit te voeren (bv. signaaloranje RAL 2010, 3024,3026 of gelijkwaardig). Striping Lokale Politie aanbrengen volgens de bestaande nomenclatuur . Aanbrengen van de daknummering volgens de richtlijnen van de Federale Overheid. De daknummers zullen door de Lokale Politie Antwerpen aan de ombouwer medegedeeld worden. Het voertuig moet volgende onontbeerlijke toegangen hebben: •
een scharnierende deur voor de bestuurder;
•
een scharnierende deur voor de begeleider;
•
een schuifdeur langs de rechterzijde, voorzien van een stevige sluitnok die het mogelijk maakt met open deur te rijden. De schuifdeur moet in openstand automatisch vergrendelen;
achteraan: achterklep met ruit, met opening op minimum 80°, die in geval van nood van binnenuit kan ontgrendeld worden; Alleen wanneer de deuren met de sleutel gesloten zijn moet de mogelijkheid bestaan om het •
ontgrendelen langs de binnenkant van het achterste compartiment te verhinderen. De mogelijkheid moet bestaan om via een centrale schakelaar op het dashboard alle deuren te vergrendelen of te ontgrendelen. G) H) I) J) K)
Voor- en achteraan moet een sleephaak voorzien zijn. Platte vloer in achterste compartiment. Het achterste compartiment is aan beide zijden voorzien van ruiten (minimum 2 ruiten aan elke zijde). Het voertuig is voorzien van achteruitrijsensoren in de achterbumper en parkeersensoren in de voorbumper. Alle deurdrempels dienen voorzien van slipwerende strips die uitglijden tijdens het in- en uitstappen dienen te verhinderen.
1.11. COMFORT VAN HET PERSONEEL. A) Het achterste compartiment moet uitgerust zijn met een van de motor onafhankelijke verwarmingsinrichting die bij koud weer een voldoende binnentemperatuur waarborgt in het stilstaande voertuig. De binnentemperatuur in het voertuig moet minsten 15° C bedragen bij een buitentemperatuur van -10° C. B) De afwasbare dakbekleding moet zowel in het voorste als het achterste compartiment worden aangebracht. Zij moet door toevoeging van isolatie tussen het koetswerk en de bekleding warmteverlies beperken. C) De zetels van het voorste compartiment bestaan uit : •
één zetel voor de bestuurder;
• één éénzit voor begeleider/passagier; D) Beide zetels moeten van een in de hoogte verstelbare hoofdsteun voorzien zijn. E) De zetels van het achterste compartiment moeten aan iedere passagier in beschermingskledij (complete uitrusting) toelaten over voldoende ruimte in de hoogte en in de breedte te beschikken. De minimale plaatsbreedte voor een persoon is vastgesteld op 45 cm.
•
F)
G) H) I) J) K) L) M) N) O)
De zetels in het achterste compartiment bestaan enkel uit de achterste zitbank. De middelste zitbank dient verwijderd.
• Alle zitplaatsen zijn voorzien van hoofdsteunen en veiligheidsgordels. De zetel van de bestuurder moet gemakkelijk verstelbaar zijn in de lengte- en hoogterichting en dient eveneens uitgerust met een verstelbare rugleuning. Op de beide zijden van de rugleuningen worden extra verstevigingen voorzien. Dit om een snelle slijtage door de kolf van het dienstwapen te voorkomen. Opbergvakken in de voordeuren De bekleding van de zetels moet sterk en gemakkelijk te onderhouden zijn (similileder). In de ramen van het achterste compartiment dient minstens één schuifraam of klapraam voorzien. Een zo laag mogelijke instapdrempel. Het voertuig dient geïsoleerd te zijn ten einde geluidsoverlast te beperken. (max. 80 dBA bij prioritaire installatie in werking) Ten einde het instappen van de bestuurder en de begeleider te vergemakkelijken dienen boven deze deuren handgrepen voorzien. Centrale deurvergrendeling met infrarood afstandsbediening en wegrijblokkering. Manuele airco in de bestuurderscabine met back-up naar het passagiersgedeelte. Op het dak van het achtercompartiment wordt een dubbelwerkende ventilator aangebracht welke bediend wordt vanaf het dashboard. Deze ventilator kan van binnenuit afgesloten worden door middel van een rozet of is intrekbaar.
1.12. VEILIGHEID VAN HET PERSONEEL. Met de onderstaande elementen zal inzonderheid rekening gehouden worden bij de beoordeling van de veiligheid van het personeel : A)
B) C)
D)
Het voorste en achterste compartiment moet door een stevig tussenschot van veiligheidsklasse M1 gescheiden zijn. In het bovenste gedeelte van het tussenschot is een schuifraam in veiligheidsglas met E-Keurmerk met de volgende minimum afmetingen LxB = 700 mm x 350 mm voorzien. Dit schuifraam moet vanuit het bestuurderscompartiment geblokkeerd kunnen worden. Het tussenschot moet het gebruik van de binnenachteruitkijkspiegels mogelijk blijven maken, mag het zicht van de bestuurder niet hinderen (is niet weerkaatsend) en geen hinderend lawaai voortbrengen Het ruitoppervlak van het voertuig moet zo groot mogelijk zijn en uit veiligheidsglas bestaan. De voorruit moet evenwel uit gelaagd glas vervaardigd zijn. De achterruit moet een maximaal zicht via de binnenachteruitkijkspiegel mogelijk maken. Niets mag de zichtbaarheid hinderen. Een goedgekeurd airbagsysteem voor bestuurder en passagier.
1.13. SUPPLEMENTAIRE UITRUSTING. • Gelaagde voorruit; • 2 regelbare binnenachteruitkijkspiegels (bestuurder + begeleider) de spiegel voor de bestuurder is een veiligheidsspiegel met dag/nacht stand; • 2 elektrisch regelbare buitenachteruitkijkspiegels (links en rechts); • 1 reglementair geplaatst brandblusapparaat; • 1 gevarendriehoek; • 1 uitgebreide verbanddoos type autobus • trekkabel in perlon; • ruitenwissers met minimum twee snelheden + een intervalschakelaar, alsook ruitensproeier, voor- en achteraan; • benzinetankdop met sleutel, vergrendelingssysteem;
behalve
indien
de
toegang
gebeurt
langs
het
centraal
• bestuurder en begeleider moeten elk over een zonneklep kunnen beschikken die zowel frontaal als zijdelings verstelbaar zijn;
• getinte ruiten rondom; • efficiënte ontwaseming van voorruit, achterruit en zijruiten; • snelle ontwaseming van de voorruit • vergrendeling van deuren en benzinetankdop; • 3 stellen autosleutels; • in de hoogte verstelbare veiligheidsriemen voor- en achteraan; • massa-aansluiting van de batterij vastgelast en alle elektronische toestellen met eigen leiding aan de massa gekoppeld. • Pré-radio installatie met minimum twee luidsprekers vooraan • Rubber matten in de bestuurderscabine
1.14 ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN. A)
B)
De aannemer verbindt er zich toe om aan de hiernavolgende voorwaarden, door een erkend dealer, die op zijn voorstel in overleg met de politie wordt aangeduid, de levering van het voertuig alsmede het volledig onderhoud volgens de instructies en aanbevelingen van de constructeur en alle herstellingen aan het verhuurd voertuig te laten uitvoeren. In volledig onderhoud en alle herstellingen, dewelke zijn inbegrepen in de leasingprijs, moet o.m. verstaan worden: •
D)
•
overwegend stadsverkeer
•
overwegend korte ritten
•
zware belasting
•
De periode tussen twee onderhoudsbeurten zal echter nooit meer dan 15000 km of 1 jaar bedragen;
•
het onverwijld uitvoeren van alle herstellingen ten gevolge van normale slijtage, rekening houdend dat deze voertuigen 24 op 24 uur rijden. Deze herstellingen dienen met voorrang en binnen maximum 5 (vijf) werkdagen uitgevoerd, behalve in geval van ondubbelzinnig aangetoonde heirkracht. Indien de herstelling niet binnen de 5 werkdagen kan uitgevoerd worden, dient een vervangwagen van dezelfde categorie ter beschikking gesteld te worden.
•
alle herstellingen herstellingen, ngen ook deze voortvloeiend uit opmerkingen van de automobielinspectie en deze voortvloeiend uit ongevallen (voortvloeiend uit ongevallen worden geregeld via omnium verzekering in aangenomen waarde afgesloten door het bestuur);
•
het vervangen en/of herstellen van banden : buiten de eerste vijf banden voorziet het contract één band per schijf van 10.000 km (dus : 5 jaar à 30.000 km/jaar = 150.000 km = 15 banden , de 5 banden af fabriek NIET meegerekend)
•
vervangen van ruiten en lichten t.g.v. sleenslag of dergelijke (geen aanrijdingen);
er dient een pechverhelpingsdienst voorzien van 24 uur op 24 uur, zater-, zon- en feestdagen inbegrepen. Pechverhelping dient te omvatten : slepen, bijstand bij pech, ongeval, inbraak, vandalisme, glasbreuk e.a.. Om éénvormigheid binnen het korps te behouden dient deze pechverhelpingsdienst afgesloten bij VAB. indien de verhuurder ter gelegenheid van een herstelling vaststelt dat de oorzaak van de defecten te wijten zijn aan onoordeelkundig gebruik of abnormale slijtage dient het bestuur per fax hiervan verwittigd, zodat een onderzoek door de Politie kan worden gedaan alvorens extra kosten aan het bestuur kunnen worden doorgerekend. Faxnr. Politie, Logistieke Dienst : 03/270.44.33 Bij het einde van de opdracht dienen alle insignes van de stad alsook alle politiekentekens en -materieel verwijderd op kosten van en door de aannemer die hiervoor steeds verantwoordelijk blijft. •
C)
de onderhoudsbeurten voorzien door de aannemer mits inachtneming van de voorschriften van de constructeur. Er dient eveneens rekening gehouden met de aanbevelingen van de constructeur voor gebruik in:
DEEL 2 : VEILIGHEID. A)
De voertuigen moeten voorzien worden van een permanente gedeeltelijke bepantsering van het NIET beglaasde gedeelte van de voordeuren. De bepantsering zal van de ballistische klasse FB4(s) zijn volgens de norm NBN EN 1522. Voor alle definities (schootsafstand, inslagsnelheid, doorboring …) en de testmethode wordt verwezen naar de norm NBN EN 1523 met uitzondering van de munitie 357 Magnum die van het type Soft Point zal zijn. •
Ten einde éénvormigheid met het bestaande patrimonium te bereiken dient deze permanente bescherming geleverd en geplaatst door een door de fabrikant van het kogelwerend materiaal erkende installateur.
•
Indien men voor de beschermende bekleding gebruik maakt van synthetische producten moeten deze in waterdichte uitrusting worden verpakt.
Indien nodig zullen de scharnieren van de voorste deuren, met het oog op het gewicht van de bepantsering, verstevigd worden. De leverancier moet in de offerte de aard en de ballistische waarde van de gebruikte materialen beschrijven alsook de kwaliteit van de methode van vasthechting aan het voertuig. •
B)
•
Een door de Proefbank van de Vuurwapens te Luik of door de Koninklijke Militaire School Leerstoel Bewapening en Ballistiek - te Brussel afgeleverd gelijk-vormigheidsattest betreffende de kwaliteit van de pantsering en de vasthechting ervan moet bij de door de leverancier ingediende offerte gevoegd worden.
•
Het attest van de Proefbank of van de Koninklijk Militaire School mag niet langer dan één jaar afgeleverd zijn op het ogenblik dat de offerte wordt ingediend.
Een geschreven garantie met een minimumduur van vijf jaar te rekenen vanaf de leveringsdatum van het materieel moet bij de levering overgemaakt worden. Zij moet het geheel van de levering betreffen en bevestigen dat de geleverde bepantsering volledig overeenstemt met het geteste prototype. Bij beëindiging van de huurperiode zal deze permanente bescherming op kosten van de leverancier verwijderd en/of vernietigd worden. De opstelling en wegberging van de collectieve bewapening en het materieel is thans gestandaardiseerd. In het belang van de veiligheid van het personeel wordt van deze standaardisatie niet afgeweken. De opstelling/wegberging van de bewapening en het materieel mag het personeel niet hinderen noch schade veroorzaken. Beschermingsfilm voor de ruiten. •
C) D)
E)
•
De zij- en achterruiten worden tegen inbraak (diefstal, vandalisme) beveiligd en de passagiers worden bij een ongeval of bij beschieting van de ruiten (verwondingen door rondvliegende glasscherven) beschermd door middel van één of meerdere beschermingsfilms die samen minimum 100 micron en maximum 250 micron dik zijn.
•
De zijruiten van de bestuurderscabine en de achterruit worden voorzien van een 100% doorzichtige folie, voor de zijruiten van het achterste compartiment wordt een donkere folie voorzien, waarbij het onmogelijk is van buitenaf in het voertuig te kijken. De zichtbaarheid van binnen naar buiten blijft wel gegarandeerd, zelfs bij nacht.
•
Deze bescherming moet qua doeltreffendheid levenslang gewaarborgd worden en krasbestendig, ongevoelig voor water, niet vergelend, schimmelwerend en blijvend doorzichtig zijn.
•
De film moet op de ruit aangebracht worden d.m.v. een polymerisatie van het hechtmiddel. De film moet goed bestand zijn tegen chemische middelen zoals : oliën, alcoholen, koolwaterstoffen, organische oplosmiddelen, zuren, e.a.). De thermische weerstand moet volstaan om brandwonden te voorkomen door rechtstreeks contact met de huid bij blootstelling aan de vlam.
•
De schokweerstand met harde voorwerpen moet ongeveer 10 Joule bedragen zonder dat er glasscherven vallen (1 Joule = de kinetische energie die ontwikkeld wordt door een lichaam van 100 gr. dat 1 meter valt).
•
De weerstand tegen ultravioletstraling vormt een pluspunt en verschillende tinten kunnen overwogen worden waarbij de technische voorwaarden van de voertuigen nageleefd moeten worden.
DEEL 3 : OMBOUW. Onder "Ombouw" wordt verstaan alle hierna genoemde aanpassingswerken die aan het voertuig worden uitgevoerd met als doel het bekomen van een volwaardig politievoertuig. Om praktische redenen en om alle latere discussies betreffende waarborg, uitvoeren van bepaalde herstellingen, e.d. te vermijden dienen deze werken uitgevoerd door een firma gespecialiseerd in het ombouwen van standaardvoertuigen tot politievoertuig. Daarom zal de aannemer bij zijn inschrijving de nodige bewijsstukken voegen: • verplicht bij te voegen: voegen: een uittreksel uit het Handelsregister waaruit blijkt dat deze firma gespecialiseerd is in de constructie en de inrichting van prioritaire voertuigen. De inschrijving bij het Handelsregister als constructeur moet minstens één jaar oud zijn. • verplicht bij te voegen: foto's en werktekeningen (van door de voorgestelde firma ingerichte politievoertuigen) waaruit blijkt dat deze firma in staat is alle aanpassingswerken op een degelijke en professionele wijze uit te voeren. • verplicht bij te voegen: attesten van alle gebruikte materialen waaruit blijkt dat deze materialen voldoen aan de door het Bestuur gestelde eisen. • Indien in bezit bij te voegen: een attest dat deze firma voldoet aan de norm ISO 9002. • De aannemer zal tevens de nodige referenties bijvoegen. Het Bestuur behoudt zich het recht voor deze referenties te contacteren. Het kunnen aanbieden van een volledig, volgens dit bestek, ingericht politievoertuig zal tevens een beoordelingselement zijn. De later geleverde voertuigen dienen dan ook identiek te zijn aan dit prototype. Dit prototype kan weerhouden worden als eerste van de later te leveren voertuigen. De ombouwer zal een waarborg geven van tenminste vijf jaar vanaf leveringsdatum tegen materiaalgebreken en constructie- of montagefouten. De waarborg dient uitvoerig in de offerte beschreven alsook de opvolging, de uit te voeren werkzaamheden en de frequentie ervan. 3.1. PRIORITEITSALARMINSTALLATIE. A)
Een alarminstallatie bestaande uit :
A.1. Op het dak: een niet lineaire lichtbalk Federal Signal type Arjent of een gelijkaardig type met blauwe SOLARIS S2 LED-modules
• • • •
de lichtbalk is vervaardigd volgens de normen ISO9001
•
Het elektronisch gedeelte bestaat uit verschillende aan elkaar gekoppelde printplaten waarop alle elektronische componenten, inclusief de LED-modules en reflectoren , gesoldeerd zijn.
•
De LED-modules worden over de volledige omtrek verdeeld om een perfecte 360° zichtbaarheid te bekomen.
•
de lichtbalk omvat minimum het volgende:
de lichtbalk heeft een lengte van 135 cm de lichtbalk is vervaardigd in slagvast polycarbonaat, het chassis uit geëxtrudeerd aluminium. de lichtbalk bestaat uit één enkel transparant niveau met blauwe bovenkap. Deze bovenkap heeft een negatieve inclinatie, d.w.z. dat het bovenvlak groter is dan het ondervlak om zodoende geen directe zonlichtinval te bekomen.
•
aan beide uiteinden van de lichtbalk telkens één wit vast zoeklicht van 35 Watt halogeen;
•
vooraan in het midden twee vaste witte zoeklichten van elk 35 Watt halogeen naar voren gericht;
•
vooraan , aan beide zijden van de zoeklichten, één AMBER S2 LED-module welke parallel geschakeld worden met de originele knipperlichten van het voertuig (knipperdoos eventueel verzwaren);
•
Vooraan, tussen de AMBER module en de vaste zijzoeklichten, telkens één SOLARIS S2 module met 9 blauwe LED’s HI of gelijkwaardig en telkens twee SOLARIS S2 modules met 6 blauwe LED’s HI of gelijkwaardig
•
Achteraan, naast de zijzoeklichten, één SOLARIS S2 module met 9 blauwe LED’s HI of gelijkwaardig
•
Elke S2 module moet tenminste bestaan uit 6 LED’s welke horizontaal gepositioneerd zijn in het vlak en via een schelpvormige reflector een reflectie van de geproduceerde lichtbundel verzekeren van 45° links/rechts en 10 ° boven/onder, vanuit de aslijn gemeten.
•
De bevestiging van de imperiaal moet als volgt gebeuren: Met behulp van aan het dak van het voertuig aangepaste bevestigingsmiddelen die een uitstekende stabiliteit en stevigheid van de montage waarborgen. Deze bevestigingsmiddelen alsook de gebruikte moeren en bouten dienen vervaardigd te zijn uit roestvrij materiaal. Met eventuele steunpunten die zodanig zijn opgevat en geplaatst dat ze geen vervormingen aan het dak veroorzaken. Zodanig dat de oorspronkelijke kwaliteiten van water- en stofdichtheid van het voertuig behouden blijven ('marine' -bevestiging).
• • •
Het openen van deuren mag niet gehinderd of beperkt worden door de aanwezigheid van de imperiaal; De elektrische installatie van de imperiaal en zijn toebehoren moet ontstoord worden; De elektrische kabels tussen de imperiaal en het voertuig moeten : 1. Gestandaardiseerd zijn en voorzien zijn van een 'marine-verbinding' VAMA type CT-7. Het imperiaal is voorzien van een beschermende kabel waaraan de 23-polige mannelijke stekker geplaatst is. Het vrouwelijke gedeelte van de stekker heeft een aëro-dynamische vorm en is vast op het dak gemonteerd. Alle connecties in beide gedeelten van de stekker moeten gesoldeerd zijn en individueel beschermd met geïsoleerde krimpkousen. 2. Zeker een draad omvatten die verbonden is met de massa van het voertuig. 3. Zo verbonden zijn met de binnenkant van het voertuig dat :
• • •
ze niet beschadigd kunnen worden door herhaaldelijke op- en afbouw van de imperiaal; ze gemakkelijk ontkoppeld kunnen worden; ze de oorspronkelijke kwaliteiten behouden van water- en stofdichtheid en geluidsdemping van het voertuig waarop de imperiaal bevestigd is;
ze de inzittenden niet hinderen en deze er zich niet aan kunnen vasthouden. 4. De dak- en/of wanddoorboringen moeten zo zijn uitgevoerd dat het uitzicht niet geschaad wordt, en indringen van water onmogelijk is.
•
•
De aërodynamica van het geheel (voertuig en imperiaal) moet zodanig zijn dat :
•
er geen distorsie of vervorming van de onderdelen kan ontstaan, noch aan de imperiaal, noch aan het koetswerk, gelet op het feit dat het voertuig geregeld tegen zijn maximum snelheid zal gebruikt worden.
•
de aërodynamische geluiden die ten gevolge van de aanwezigheid van de imperiaal binnen het voertuig te horen zijn moeten tot het minimum herleid worden; de geluidsverhoging moet gemeten worden wanneer het voertuig tegen een snelheid van 120 km/h rijdt.
•
De stabiliteit en de initiële wegligging van het voertuig mag niet worden beïnvloed door het aanbrengen van de imperiaal.
A.2. Vooraan: •
worden in de bestuurderscabine, linksonder en rechtsonder achter de voorruit twee bijkomende SOLARIS S2 modules met 6 blauwe LED’s HI of een gelijkaardig type ingebouwd :
•
Deze bijkomende LED modules worden voorzien van een behuizing welke volledig aansluit aan de voorruit . In werking hinderen de blauwe lichten op geen enkel ogenblik de inzittenden.
•
Op de beide slijkweerders vooraan wordt een bijkomende ultra smalle zelfklevende LED flitser Spotflex of een gelijkaardig type geplaatst (plaatsing in overleg met de Politie)
•
•
Afmetingen lxbxd = 61x20x3 mm
•
Voorzien van 3 blauwe LED’s van de 3de generatie
•
IP65/E 13 – CE gekeurd
Worden in de originele koplampen zgn. “Corner Strobes” ingebouwd. Deze strobelampen worden gestuurd door een vermogensgenerator FA-540/E of een gelijkaardig type. Zij worden zo geschakeld dat zij alternerend flitsen bij het aanschakelen van de blauwe prioritaire lichten. •
Kleur : wit
•
Vermogen :35 W
A.3. Achteraan: • Een directionele signalisatie Federal Signal Cuda Trioptic Led Signalmaster of gelijkaardig type met een lengte van 110 cm en bestaande uit 8 Cuda Trioptic modules •
De directionele signalisatie wordt achter de achterruit van het voertuig tegen de verstevigingsbalk van het dak gemonteerd zodat deze de zichtbaarheid behoudt zowel met geopende als gesloten achterklep.
•
Op de beide uiteinden van de directionele pijl worden blauwe Cuda Trioptic modules voorzien. Zij werken alternerend en autonoom van de directionele pijl; doch worden tesamen met de zwaailichten op het dak en de flitslampen vooraan in- en uitgeschakeld.
•
De zes middelste Cuda Trioptic modules zijn van een oranje kleur..
•
De directionele pijl moet volgens het volgende concept werken: de pijl moet herhalend opgebouwd worden door een aaneenschakeling van oplichtende modules.
•
Elke LED-module bestaat uit tenminste 9 Led’s met hoge helderheid. De openingshoek van elke Led is tenminste 20° links/rechts en tenminste 10° boven/onder.
•
Volgende functies zijn minimum vereist :
•
•
een pijl van links naar rechts
•
een pijl van rechts naar links
•
een pijl vanuit het centrum naar buiten
•
een waarschuwingspatroon
Op de beide slijkweerders achteraan wordt een bijkomende ultra smalle zelfklevende LED flitser Spotflex of een gelijkaardig type geplaatst (plaatsing in overleg met de Politie) •
Afmetingen lxbxd = 61x20x3 mm
•
Voorzien van 3 blauwe LED’s van de 3de generatie
•
IP65/E 13 – CE gekeurd
A.4. Geluidsinstallatie: • Een electronische sirene VAMA type ICS2010 of gelijkaardig type met afstandsbediening BTC500 •
De sirene bezit de volgende tonaliteiten: •
WAIL : 12 cycli per minuut
•
YELP : 170 cycli per minuut
•
HI-LO : 33 cycli per minuut
•
Het frequentiebereik is van 600 tot 1350 Hz.
•
Voorzien van een communicatiebus RS485 voor de transmissie van de control data
•
De sirene wordt aangesloten op een luidspreker Federal Signal Dynamax MS100 met een vermogen van 100 Watt. Deze luidspreker met aluminium behuizing en de volgende afmetingen BxHxD = 15x15x7 cm wordt onder de motorkap bevestigd.
•
De geluidsintensiteit in het voertuig mag zowel rijdend als stilstaand maximaal 85 dBA bedragen.
•
Het stroomverbruik met deze 100 Watt luidspreker zal maximaal 10 A bedragen Via de afstandsbediening BTC500 of een gelijkaardig type zal de volledige geluidsgeluids- en belichtingsinstallatie van het voertuig door middel van druktoetsen bediend worden. Ze omvat minstens de volgende functies(toetsen) : • ON/OFF schakelaar • Sirene aan samen met alle blauwe prioritaire lichten (lichtbalk, cornerstrobes, blauwe lichten in directionele balk achteraan en blauwe lampen vooraan) • Dag/nacht selectie van de sirene • Alle blauwe prioritaire lichten • De twee naar voren gerichte zoeklichten • Zijzoeklicht links • Zoeklicht rechts • Wapenklem • Radio • Public Adress (micro geïntegreerd in de afstandsbediening) • Directionele pijl naar links • Directionele pijl naar rechts • Directionele pijl vanuit het centrum naar buiten • Waarschuwingspatroon • Dag/nacht selectie van de lichtintensiteit van de directionele pijl Bij een ingeschakelde prioritaire installatie zal, door het drukken op de originele claxon van het voertuig, een “misthoorngeluid” weerklinken i.p.v. de originele voertuigclaxon. Het volume van de Public Adress is traploos regelbaar d.m.v. een potentiometer, geïntegreerd in de afstandsbediening. Bij het inschakelen van de sirene moet automatisch de gehele prioritaire installatie geactiveerd worden. De prioritaire installatie dient zodanig uitgevoerd te zijn dat het inschakelen van de akoestische signalen enkel kan gebeuren bij werkende optische signalen. Het moet dus onmogelijk zijn om enkel de akoestische signalen in te schakelen. Het aan- en uitschakelen van de overige functies moet afzonderlijk mogelijk zijn. De functietoetsen lichten op indien geactiveerd. De opening van de wapenklem is enkel mogelijk indien de sleutel in het contact steekt en de toets op de bedieningsconsole “Gun-Lock” geactiveerd wordt. Het systeem wordt beschermd door een timerfunctie met max. 10 seconden openingstijd. De afstandsbediening wordt op het dashboard gemonteerd buiten de ontplooiingszone’s van de airbags. Alle druktoetsen worden voorzien van een passend, verlicht pictogram. Er moet een bevestigingssysteem zijn dat toelaat om de afstandsbediening dusdanig op het dashboard te monteren dat deze zowel door de bestuurder als door de begeleider kan bediend worden. De verbindingskabel van de afstandsbediening tot de sturingsdoos moet lang genoeg zijn om het gebruik van de geïntegreerde microfoon buiten het voertuig toe te laten.
Ten einde de éénvormigheid op alle voertuigen te bewerkstelligen dienen de positionering en de functie van de toetsen te voldoen aan het schema in bijlage. Deze volledige installatie dient geleverd en geplaatst door de ombouwer volgens de instructies van de fabrikant. Plaatsbepaling in overleg met de Politie. Op het einde van het contract wordt de volledige prioritaire installatie automatisch eigendom van de Politie.
3.2. UITRUSTING VAN HET HET ACHTERSTE COMPARTIMENT. A)
B)
Een vloer in 12mm Fins berkenhout Sortimo Soboflex of een soortgelijk type, bekleed met anti-slip vloerbekleding moet de volledige vloer van het achterste compartiment bedekken. Deze vloer is druk-, olie- en zuurbestendig. De vorm van de houten vloer dient aangepast te zijn aan de vorm en het profiel van de originele metalen bodem (eventueel eerst egaliseren). Deze vloerplaat moet volledig zwevend in het voertuig gelegd worden waarbij de bodemplaat van het voertuig niet doorboord mag worden om deze plaat of de inrichting te bevestigen. De inrichting wordt op deze vloerplaat bevestigd door middel van inslagmoeren welke langs onder in deze vloerplaat bevestigd worden. Alu-bescherming bij de deuropeningen. In de vloerplaat worden openingen voorzien om de originele achterbank terug op de originele bevestigingspunten in het chassis te bevestigen. In het achterste compartiment wordt het volgende meubilair geplaatst: • Tegen het tussenschot en de linkerzijwand een opbergkast volgens model en grootte in bijlage. • Deze kast wordt vervaardigd uit plaatmateriaal (multiplex of MDF, geen spaanplaat) van tenminste 18 mm dikte in lichtgrijze kleur.Het blad wordt voorzien van een afwasbare, gladde toplaag. • De linkerhelft (gezien vanaf de deuropening) van de kast is onderverdeeld in 3 laden. De bovenste lade heeft een minimum nuttige hoogte van 30 cm. De resterende hoogte wordt verdeeld over de 2 resterende laden. In de laden kunnen gemakkelijk A4 documenten opgeborgen worden. De laden worden gemonteerd op dubbele metalen schuifgeleiders met rollagers, zodoende kan de hele lade uitgeschoven worden. • De rechterzijde van de kast wordt afgesloten d.m.v. een deurtje. In dit kastdeel is tevens een legplank voorzien. Deze legplank is verstelbaar in 3 hoogtes. • Om tijdens het rijden het openrollen van de laden of het openklappen van het deurtje te vermijden zijn deze voorzien van een vergrendelsysteem. Dit systeem vergrendelt automatisch bij het sluiten van de laden of deur. De ontgrendeling gebeurt op een eenvoudige wijze, vb. door een ontgrendelknop ingewerkt in de handgreep (Geen slot met sleutel)
• Boven de laden wordt een uitschuifbaar schrijfblad ingewerkt.. Dit wordt achteraan voorzien van een eindstuk zodat volledig uitschuiven onmogelijk is. C) Tegen het tussenschot wordt een klapstoeltje gemonteerd. Dit is vervaardigd uit hetzelfde plaatmateriaal als de kast. Dit stoeltje is voorzien van een verensysteem waarbij het automatisch opklapt als de zitplaats verlaten wordt. De bevestiging van het klapstoeltje tegen het tussenschot wordt langs de zijde van het bestuurderscompartiment extra verstevigd. De zit wordt voorzien van een kussen en overtrokken met een lichtgrijze afwasbare stof (similileder) D)
Achter de achterste bank van het achtercompartiment wordt een kast Sortimo SORPOLV10 of een soortgelijke type gemonteerd bestaande uit de volgende onderdelen : • 1 onderbouw van 1014x465x365 mm. De onderbouw is een kast afgesloten met een klep, die evenwijdig met de kast naar boven kan geopend worden. Aan de rugzijde van de onderbouw wordt een licht polypropyleen plaat met raatstructuur geplaatst. • 1 werkblad met de volgende afmetingen 1267x465x24xmm • 1 rekmodule met de volgende afmetingen 1267x465x227 mm met antislipmat en 4 verplaatsbare tussenschotten • 1 rekmodule met de volgende afmetingen 1267x353x195xmm met antislipmat en 4 verplaatsbare tussenschotten. • Deze kast wordt vervaardigd uit metaal van een hoogwaardige kwaliteit en is in een lichtgrijze kleur geschilderd door middel van poederlak. De handgre(e)p(en) zijn vervaardigd uit (blauwe) kunststof.
• Op het einde van het contract wordt deze kast automatisch eigendom van de Politie. • Het gedeelte boven de kast achteraan wordt van de rest van het achtercompartiment gescheiden door een stevig tussenschot in lexaan. • Het gedeelte van beide achterste zijruiten, tussen het tussenschot achteraan en de middenstijl, wordt eveneens voorzien van een voorzetruit in lexaan. Om de binnenzijde van de zijruit te kunnen reinigen dient de mogelijkheid voorzien om deze voorzetruit te verwijderen/verdraaien. E) De bekleding van de zitbank wordt verwijderd en vervangen door een zitbank in lichtgrijs polyester. • Deze zitbank past perfect aan op het bestaande frame van de originele zitbank. • Ze is voorzien van drie voorgevormde zitplaatsen. • Ze is zo geconstrueerd dat het gebruik van de originele veiligheidsgordels mogelijk blijft • De voorzijde van de bank reikt tot tegen de vloer. • De zijkanten van de zitbank passen perfect aan op de zijwanden van het voertuig zodat er geen mogelijkheid bestaat om iets te kunnen verbergen. F) Twee inbouw LED-verlichtingsarmaturen Hella 2JB 343 227-001 of een gelijkaardig type worden tegen het dak bevestigd. De eerste verlichting wordt boven de schrijftafel, de tweede boven de bergbak achteraan geplaatst. De lampen worden zo geplaatst dat er geen schaduw naar het werkvlak wordt overgebracht. Deze lampen worden bediend via een schakelaar op/aan de schrijftafel (vooraan) en aan/op de bergbak achteraan. G) Naast de schrijftafel wordt een gestandaardiseerd contact, Hella nr. 8 JB 004 123-001, gemonteerd dat het gebruik van apparaten, die maximum 100 Watt verbruiken, mogelijk moet maken. H) Een gedetailleerd plan van de ombouw, waarop de plaatsing van het meubilair en bijkomende uitrusting is aangeduid wordt bij de inschrijving gevoegd. Het niet bijvoegen van dit plan behelst automatisch de nietigverklaring van de inschrijving. 3.3. UITRUSTING TE PLAATSEN DOOR DE OMBOUWER. A) B)
Om een zo groot mogelijke benutbare ruimte tussen de voorzetels te verkrijgen dient de zetel van de begeleider zo dicht mogelijk tegen de rechterzijde van het voertuig geplaatst. De originele batterijen worden vervangen door : •
De startbatterij wordt vervangen door een onderhoudsvrije batterij van min. 100 Ah
Voor het aansluiten van de bijgeplaatste uitrusting wordt een supplementaire batterij, EXIDE Maxima Deep Cycle 900 DC, met scheidingsrelais onder de begeleiderszetel geplaatst. C) Inrichting tegen storingen van TV en eigen radio-uitrusting (verdeler, weerstanden, schermkappen, condensator, massabanden, e.a.). D) Levering, en plaatsing en aansluiting van een stroomgever op het instrumentenbord voor het gebruik van apparaten, die maximum 100 Watt verbruiken E) Levering, plaatsing en aansluiting van een carkit CARK 91-B voor een draagbaar ASTRID radiotoestel merk NOKIA THR880i . De algemene houdersvergunning van de installateur uitgereikt door het B.I.P.T. moet bij de inschrijving gevoegd worden. F) Levering, plaatsing en aansluiting van een elektrische wapenhouder Falcon ELS-220 met sleutel of een gelijkaardig type voor het machinepistool (plaatsbepaling plaatsbepaling in overleg met de Politie) Politie G) Plaatsing en aansluiting van twee lamphouders en voeding voor een staaflamp (geleverd geleverd en plaatsbepaling door de Politie) Politie H) De originele plafondverlichting wordt vervangen door een combinatie van een plafondverlichting van min. 10 Watt met aan beide zijden van deze verlichting een richtbare spot met een vermogen van min. 20 Watt en een OP/AF schakelaar voor deze spot. Deze drie verlichtingen zijn ondergebracht in één behuizing. De eventuele opening veroorzaakt door het verwijderen van de oude plafondverlichting dient op een vakkundige wijze afgewerkt in dezelfde kleur als de dakbekleding. I) Antenne : Leveren en plaatsen van antenne(s) en leggen van de antenneleiding(en) naar het instrumentenbord in overleg met de Politie. Het gat voor antenneplaatsing dient vertind voor beter contact. In de dakbekleding wordt onder de antenneaansluiting een afsluitbare opening voorzien die •
het mogelijk maakt werkzaamheden aan deze aansluiting uit te voeren zonder de hele dakbekleding te demonteren. De afsluitdop heeft dezelfde kleur als de dakbekleding. 3.4. WIJZE VAN UITVOERING DER WERKEN. A)
De aanpassingswerken en de plaatsing van de supplementaire apparatuur dienen op een degelijke en professionele wijze uitgevoerd. B) De plaatsing van de bijkomende uitrusting (zie "Ombouw") dient te gebeuren d.m.v. bouten en zelfborgende moeren. De bouten en moeren die onderhevig zijn aan vocht dienen vervaardigd uit een roestvrij materiaal. De wapenklem en de bijhorende steunen dienen zodanig bevestigd en gezekerd dat het verwijderen van de wapenklem en/of steunen door derden onmogelijk is. C) De bouten moeten van een juiste doormeter en lengte zijn en dienen zo gemonteerd dat bij de werkzaamheden geen kwetsuren van enigerlei aard kunnen optreden. D) De elektrische aftakkingen dienen te gebeuren op vaste aftakpunten. Aftakken op een draad of het gebruik van zogenaamde 'stroomdieven' is verboden. E) Alle elektrische aansluitingen van de bijkomende uitrustingen dienen te gebeuren volgens elektrische schema's in bijlage. De draaddoorsnede; de draadkleur; de volgorde, het aantal en de stroomsterkte van de zekeringen dienen gerespecteerd. De aansluitdraden dienen uitgerust met reglementaire, genormaliseerde en geïsoleerde kabelschoenen. F) Alle massa-aansluitingen van de bijgeplaatste apparatuur moeten aan het koetswerk gesoldeerd of aangesloten worden op negatief batterij. G) De elektrische leidingen dienen op een zorgvuldige wijze gelegd en op regelmatige afstand (max. 30 cm) bevestigd aan het koetswerk d.m.v. strips of kabelklemmen. H) De zekeringskast met de complementaire steekzekeringen voor de gevraagde bijkomende uitrustingen dient op een gemakkelijk toegankelijke plaats gemonteerd binnen in het voertuig. Zij dient alle bijkomende zekeringen te bevatten. I) De elektrische leiding naar de wapenklem dient op een degelijke manier afgeschermd, zodat het doorknippen van de leidingen en het verbinden met een hulpbatterij onmogelijk wordt. J) Alle door de ombouw of plaatsing van bijkomende apparatuur ontstane punten of kanten, die op één of andere manier tot kwetsuren kunnen leiden dienen op een degelijke manier van een bescherming te worden voorzien. K) Voor alle door de ombouwer bijgeplaatste schakelaars dienen zo veel mogelijk originele schakelaars gebruikt te worden die in de nog beschikbare daarvoor voorziene plaatsen op het instrumentenbord dienen geplaatst te worden. L) Alle schakelaars dienen voorzien van een bijschrift (pictogram). 3.5. HANDLEIDINGEN. Elk voertuig dient voorzien van de volgende documenten opgesteld in de Nederlandse Nederlandse taal : • een instructieboekje • een onderhoudsboekje met het volledig onderhoudsschema van het voertuig • een handleiding van elke, door de leverancier geleverde supplementaire uitrusting • een volledig elektrisch schema van het voertuig met kleurcode en verklarende tekst. Dit schema moet alle aangebrachte wijzigingen en uitgevoerde installaties bevatten. • alle attesten van de gebruikte materialen voor de ombouw van het voertuig • alle bescheiden voor de opvolging van de waarborg voor de ombouw van het voertuig Indien bovengenoemde documenten niet in de Nederlandse taal beschikbaar zijn, zal de leverancier in een vertaling naar de Nederlandse taal voorzien. Deze vertaling zal samen met de originele anderstalige handleiding bijgevoegd worden. Bij het totaal ontbreken van een handleiding zal door de leverancier eigenhandig een handleiding in de Nederlandse taal opgesteld worden van de desbetreffende apparatuur.
3.6 OPTIES OPTIES. Bij de inschrijving dient de meerprijs voor elk van volgende opties afzonderlijk medegedeeld. •
Automatische versnellingsbak i.p.v. handgeschakelde versnellingsbak
•
Ingebouwd GPS-navigatiesysteem met routeberekening BeNeLux •
Groot kleurenscherm
•
Aanduiding van de te volgen route op kaart (geen “bolleke-pijl”)
•
De aannemer zal alle specificaties van het aangeboden GPS systeem bij de inschrijving voegen, alsook de mogelijkheden qua interfacing met externe systemen.
•
De aannemer zal bij een inschrijving op deze optie een volledig werkend systeem, ingebouwd in een voertuig, aanbieden. Dit systeem zal door de politie uitvoerig getest worden op werking en gebruiksvriendelijkheid.
•
Gezien de operationele waarde van het navigatiesysteem en de eventuele mogelijkheid om dit systeem te kunnen aansturen door een extern systeem (buiten de scope van deze offerteaanvraag) zal hieraan een grote waarde gehecht worden bij de beoordeling.
•
Bij de beoordeling van het GPS systeem zal grote aandacht besteed worden aan de snelheid en accuraatheid waarmee de route wordt aangegeven, alsook aan de ergonomie van de bediening en de leesbaarheid van het scherm in de meest ongunstige omstandigheden.
Bijlage 1 : Functies bediening prioritaire installatie.
Bijlage 2 : Materiaalkast achteraan.
Bijlage 3 : Inrichting kantoorruimte.
Bijlage 4 : Opbergkast kantoorruimte.
PERCEEL 2 Het leveren van min. 9 minibussen in politieuitvoering op basis van een leasingcontract op lange termijn, duur van zestig (60) maanden aan 30 000 km/jaar, met volledig onderhoud, voor de Lokale Politie Antwerpen. De mogelijkheid van een variant in duurtijd of km/jaar mag worden voorzien, vb. achtenveertig (48) maanden aan 40 000 km/jaar. Een eventuele verlenging van de leasingtermijn met maximum 6 maanden dient mogelijk te zijn tegen dezelfde voorwaarden. Desgevallend zal een aangetekend schrijven gericht worden aan de verhuurder. Aantal: minimum 9
Algemeen: De inschrijver is verplicht, op straf van nietigheid, bij zijn inschrijving een beschrijving bij te voegen opgesteld volgens de indeling van dit bestek. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
Algemene conceptie Ecologische criteria Type voertuig Prestaties Ophanging - wegligging - wendbaarheid Motor Transmissie Stuurinrichting en besturing Remsysteem Banden en wielen Elektrische installatie Koetswerk Comfort van het personeel Veiligheid van het personeel Supplementaire uitrusting Prioriteitsalarminstallatie Uitrusting te plaatsen door de leverancier Wijze van uitvoering der werken Handleidingen. Onderhoud en herstellingen Opties
1. ALGEMENE CONCEPTIE. CONCEPTIE. A)
B) C)
D)
Het gaat om voertuigen ingericht voor het vervoer van personen (7 personen + 1).De voertuigen moeten worden uitgerust als politiepatrouillewagen met striping en prioriteitsalarminstallatie volgens bestaande nomenclatuur. De voertuigen moeten van een in België gecommercialiseerd type zijn. De inschrijver moet een PVG, dat door het Belgisch Ministerie van Verkeerswezen afgeleverd is, aan de technische offerte toevoegen. De te leveren voertuigen moeten nieuw zijn en van het laatste model dat op de markt is. Ze moeten vrij zijn van elk gebrek of elke constructiefout die zijn uitzicht, de goede werking, stevigheid of gebruiksduur kan schaden. De voertuigen moeten overeenstemmen met de wettelijke bepalingen die voor dit type van materiaal op het ogenblik van de levering van kracht zijn, in het bijzonder met het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968, houdende het algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen en de voorschriften van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB) en van de wetgeving op het welzijn (wet van 4/8/1996) en alle daaraan verbonden uitvoeringsbesluiten.
E)
De voertuigen dienen eveneens te voldoen aan het Koninklijk Besluit van 26 februari 1981 en haar wijzigingen houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhang-wagens daarvan, landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen.
2. ECOLOGISCHE CRITERIA. A. De voertuigen dienen te voldoen aan alle normen zoals voorzien in Omzendbrief 307 quinquies dd. 13 juli 2009, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 3 augustus 2009. B. De beschilderingen en verven moeten gerealiseerd zijn met bekledingsmateriaal dat vrij is van grondstoffen (vullingen, kleurstoffen, droogmiddelen) die lood, chroom VI of cadmium bevatten. C. De plastic delen moeten duidelijk gemerkt zijn met het oog op hun recyclage. D. Bij het demonteren moeten de incompatibele en gevaarlijke materialen gescheiden kunnen worden E. De airconditioning-installatie mag geen stoffen bevatten die schadelijk zijn voor de ozonlaag. Het potentieel tot het vernietigen van ozon moet gelijk zijn aan 0.
3. TYPE VOERTUIG. A) Het betreffen minibussen met achterklep met volgende minimum buitenafmetingen : •
lengte :
4650 mm
•
breedte :
1840 mm
•
hoogte :
1880 mm
B) Het ingericht voertuig moet personeel en politieuitrustingen kunnen vervoeren voor een minimum geschat gewicht van 850 kg. 4. PRESTATIES. A. Opdat het voertuig zich gemakkelijk in het wegverkeer zou kunnen voortbewegen moet het beweeglijk en voldoende snel zijn. B. Het voertuig zal op de weg getest worden. Deze test zal uitgevoerd worden met een voertuig dat een last vervoert die overeenstemt met het minimum gewicht van het personeel met uitrusting dat aan boord kan plaatsnemen, en met de normale technische hulpmiddelen die zich aan boord van ieder dienstvoertuig bevinden. C. Het voertuig dient met een nuttige lading van 850kg een topsnelheid van minstens 150km/uur gedurende 1uur vol te houden. D. Versnelling van 0-100km/u in minder dan 17 sec. E. De autonomie van het voertuig moet minimum 500 km bedragen
5. OPHANGING - WEGLIGGING - WENDBAARHEID. De ophanging moet toelaten de motorprestaties ten volle te benutten vooral op bochtige wegen of in een stedelijke omgeving. Ze moet zowel aangepast zijn aan de hoge snelheid die het voertuig kan bereiken, als aan de remvoorzieningen van het voertuig. Het voertuig dient een optimale wendbaarheid te bieden, in het bijzonder in de stad tegen hoge snelheid.
6. MOTOR.
A) Turbodieselmotor met oxydatiekatalysator. Conform de Europese emissienormen geldig op het ogenblik van de levering. Het voertuig dient te voldoen aan de op het ogenblik van levering geldende Europese emissienormen, en dient minstens aan de Euro5 norm te voldoen B) Een zo laag mogelijke CO2 uitstoot C) Cilinderinhoud van de categorie 1900cc tot 2500 cc D) Vermogen : minimum 95 kW (130 pk) E) Er zal veel belang worden gehecht aan het voertuig dat de beste verhouding gewicht (kg)/reëel vermogen (Watt) biedt. F) Omwille van de operationele efficiëntie bij koud weer dienen de dieselmotors uitgerust met een apparaat dat voorkomt dat brandstoffilters en -voorfilters verstopt raken door de kristallisatie van koolwaterstofparafines. Dit apparaat moet in elk geval de brandstof kunnen verwarmen tijdens de voorverwarmingsperiode en de temperatuurstijging van de motor. Het apparaat voor de verwarming van de brandstof mag slechts werken als het contact ingeschakeld is en alleen bij koud weer. Het moet aangepast zijn aan de motorkracht en andere technische gegevens van het voertuig.
7. TRANSMISSIE. A. Handbediende versnellingsbak, met de versnellingspook op de vloer of een zogenaamde “Joy-stick”bediening in het dashboard, met ten minste 5 volledig gesynchroniseerde versnellingen vooruit en 1 achteruit. Bij het rijden (en zeker bij prioritair rijden) is het belangrijk dat de autovoerder beide handen aan het stuur houdt om sneller en nauwkeuriger te reageren op onverwachte gebeurtenissen. Een handgeschakelde versnellingsbak is in deze niet de veiligste optie. Er dient dan ook voorzien in de optie van een automatische, dan wel geautomatiseerde versnellingsbak. Bijkomende eis is dat het voertuig zonder demonteren van aandrijfelementen weggesleept moet kunnen worden en in voorkomend geval zelfs bij lege batterij de motor via slepen/duwen gestart kan worden. B. Voorzien van de volgende veiligheidssystemen : C. ASR : antislip regeling D. ESP : elektronisch stabiliteits programma
8. STUURINRICHTING EN BESTURING. A) B) C) D) E)
De stuurinrichting van de voertuigen bevindt zich links in de rijrichting. Hydraulisch bekrachtigde stuurinrichting voorzien van een veiligheidsstuurkolom. In de hoogte en diepte verstelbare stuurkolom Draaicirkel (tussen muren) : max. 12,5 m De grote wendbaarheid van de voertuigen zal een beoordelingselement zijn.
9. REMSYSTEEM. A) Het remsysteem dient aangepast te zijn aan de hoge snelheid die het voertuig kan ontwikkelen. B) Dubbel diagonaal gescheiden hydraulisch remsysteem, met een rembekrachtiger. C) Anti-blokkeringssysteem op de vier wielen voorzien van de wettelijke homologatie.
D) Het voertuig moet voorzien zijn van schijfremmen vooraan en achteraan. E) Automatische remkrachtregelaar (druk- en lastafhankelijk) op de achteras. F) Onafhankelijke mechanische handrem. G) Asbestvrije remvoering.
10. BANDEN EN WIELEN. A) Het bandenstel, de reserveband inbegrepen, moet bestaan uit radiaalbanden. De banden moeten door de voertuigconstructeur in functie erkend zijn.
B) De banden moeten gekozen worden in functie van de topsnelheid van het voertuig, de acceleratie en de remvoorzieningen. Dat moet ook het geval zijn voor de reserveband. C) De te leveren voertuigen moeten uitgerust zijn met banden van hetzelfde merk en hetzelfde type als die waarmee de in de offerte vooropgestelde voertuigen zijn uitgerust. D) De voertuigen moeten met sneeuwkettingen uitgerust kunnen worden. E) De velgen mogen niet vervaardigd zijn uit een lichtmetalen legering. F) De wielen en de banden (reservewiel en -band inbegrepen) moeten van hetzelfde merk, type en afmetingen zijn. Volwaardig reservewiel. G) 5 (vijf) winterbanden op velg. De modaliteiten betreffende stockage en omwisseling van de banden dient beschreven in de offerte.
11. ELEKTRISCHE UITRUSTING. A) De voeding van de voertuigen is 12V DC. Het voertuig dient intregraal elektrisch aan de Europese EMC norm te voldoen. B) De originele batterijen worden vervangen door : •
De startbatterij wordt vervangen door een onderhoudsvrije batterij van min. 100 Ah
Voor het aansluiten van de bijgeplaatste uitrusting wordt een supplementaire batterij, EXIDE Maxima Deep Cycle 900 DC, met scheidingsrelais onder de begeleiderszetel geplaatst. Alle elektrische uitrustingen moeten door zekeringen beschermd worden. Buiten de door de fabrikant voorziene zekeringkast worden complementaire automatische steekzekeringen geëist voor de gevraagde bijkomende uitrusting. Om het gebruik van de telecommunicatiemiddelen mogelijk te maken in de aan de Politie voorbehouden frequentiebanden VHF en UHF moet de volledige elektrische installatie ontstoord worden. De alternator moet een stroom kunnen leveren die minstens gelijk is aan de hoeveelheid stroom nodig om alle stroomverbruikende voorzieningen gelijktijdig te doen werken, plus één tiende van de totale capaciteit van de batterijen. Er moet een elektrische achterruitverwarming aanwezig zijn. De koplampen moeten van het type halogeen of xenon zijn. Een gestandaardiseerd contact voor een sigarenaansteker moet het gebruik mogelijk maken van apparaten die maximum 100 Watt verbruiken. Het voertuig wordt uitgerust met een “Key-Out” antistartsysteem met de volgende functionaliteiten :
• C)
D) E)
F) G) H) I)
•
Laat de gebruiker toe te werken in de nabijheid van het voertuig terwijl men op elk moment de controle over het voertuig blijft behouden
•
De motor van het voertuig blijft draaien zonder contactsleutel
•
Werkt enkel wanneer de handrem is opgetrokken
•
Het stuurslot wordt geactiveerd
•
Centrale vergrendeling en alle andere veiligheidsvoorzieningen van het voertuig blijven normaal werken
•
Wanneer geprobeerd wordt weg te rijden met het voertuig zonder sleutel, zal de motor stilvallen.
12. KOETSWERK. A. Zelfdragend stalen koetswerk. B. Het koetswerk moet volledig tegen corrosie beschermd zijn. Het procédé moet in de offerte worden beschreven alsook de opvolging, de uit te voeren behandeling, en de frequentie ervan. C. De kleur van de voertuigen moet gecommercialiseerd wit zijn. Om de zichtbaarheid in het verkeer en de herkenbaarheid van de voertuigen te verhogen wordt geadviseerd om de bumpers van de voertuigen in een opvallende kleur uit te voeren (bv. signaaloranje RAL 2010, 3024,3026 of gelijkwaardig). D. Striping Lokale Politie aanbrengen volgens de bestaande nomenclatuur .
E. Aanbrengen van de daknummering volgens de richtlijnen van de Federale Overheid. De daknummers zullen door de Lokale Politie Antwerpen aan de ombouwer medegedeeld worden. F. Het voertuig moet volgende onontbeerlijke toegangen hebben: G. een scharnierende deur voor de bestuurder; H. een scharnierende deur voor de begeleider; I. een schuifdeur langs de rechterzijde, voorzien van een stevige sluitnok die het mogelijk maakt met open deur te rijden. De schuifdeur moet in openstand automatisch vergrendelen; J. achteraan: achterklep met ruit, met opening op minimum 80°, die in geval van nood van binnenuit kan ontgrendeld worden; K. Alleen wanneer de deuren met de sleutel gesloten zijn moet de mogelijkheid bestaan om het ontgrendelen langs de binnenkant van het achterste compartiment te verhinderen. L. De mogelijkheid moet bestaan om via een centrale schakelaar op het dashboard alle deuren te vergrendelen of te ontgrendelen. M. Voor- en achteraan moet een sleephaak voorzien zijn. N. Platte vloer in achterste compartiment. O. Het achterste compartiment is aan beide zijden voorzien van ruiten (minimum 2 ruiten aan elke zijde). P. Het voertuig is voorzien van achteruitrijsensoren in de achterbumper en parkeersensoren in de voorbumper. Q. Alle deurdrempels dienen voorzien van slipwerende strips die uitglijden tijdens het in- of uitstappen dienen te vermijden.
13. COMFORT VAN HET PERSONEEL. A) Het achterste compartiment moet uitgerust zijn met een van de motor onafhankelijke verwarmingsinrichting die bij koud weer een voldoende binnentemperatuur waarborgt in het stilstaande voertuig. De binnentemperatuur in het voertuig moet minsten 15° C bedragen bij een buitentemperatuur van -10° C. B) De afwasbare dakbekleding moet zowel in het voorste als het achterste compartiment worden aangebracht. Zij moet door toevoeging van isolatie tussen het koetswerk en de bekleding warmteverlies beperken. C) Het voertuig moet zowel in het voorste als het achterste compartiment van zitplaatsen voorzien zijn die het comfort en zitruimte van het vervoerde personeel optimaal waarborgen. D) De zetels van het voorste compartiment bestaan uit : •
één zetel voor de bestuurder;
•
één éénzit voor begeleider/passagier;
•
Beide zetels moeten van een in de hoogte verstelbare hoofdsteun voorzien zijn.
E) De zetels van het achterste compartiment moeten aan iedere passagier in beschermingskledij (complete uitrusting) toelaten over voldoende ruimte in de hoogte en in de breedte te beschikken. De minimale plaatsbreedte voor een persoon is vastgesteld op 45 cm. F) De zetels in het achterste compartiment bestaan uit : •
een middenbank met drie zitplaatsen. Om het instappen naar achteren te vergemakkelijken is de rugleuning van de zitplaats naast de schuifdeur opklapbaar.
•
een achterbank met drie zitplaatsen.
• Alle zitplaatsen zijn voorzien van hoofdsteunen en veiligheidsgordels. G) De zetel van de bestuurder moet gemakkelijk verstelbaar zijn in de lengte- en hoogterichting en dient eveneens uitgerust met een verstelbare rugleuning. Op de beide zijden van de rugleuningen worden extra verstevigingen voorzien. Dit om een snelle slijtage door de kolf van het dienstwapen te voorkomen.
H) I) J) K) L) M)
Opbergvakken in voordeuren De bekleding van de zetels moet sterk en gemakkelijk te onderhouden zijn (similileder). In de ramen van het achterste compartiment dient minstens één schuifraam of klapraam voorzien. Een zo laag mogelijke instapdrempel. Het voertuig dient geïsoleerd te zijn ten einde geluidsoverlast te beperken. Ten einde het instappen van de bestuurder en de begeleider te vergemakkelijken dienen boven deze deuren handgrepen voorzien. N) Centrale deurvergrendeling met infrarood afstandsbediening en wegrijblokkering O) Manuele airco in de bestuurderscabine met back-up naar het passagiersgedeelte. P) Op het dak van het achtercompartiment wordt een dubbelwerkende ventilator aangebracht welke bediend wordt vanaf het dashboard. Deze ventilator kan van binnenuit afgesloten worden door middel van een rozet of is intrekbaar.
14. VEILIGHEID VAN HET PERSONEEL. A) B)
C) D)
E) F)
Met de onderstaande elementen zal inzonderheid rekening gehouden worden bij de beoordeling van de veiligheid van het personeel : Het voorste en achterste compartiment moet door een stevig tussenschot van veiligheidsklasse M1 gescheiden zijn. In het bovenste gedeelte van het tussenschot is een schuifraam in veiligheidsglas met E-Keurmerk met de volgende minimum afmetingen LxB = 700 mm x 350 mm voorzien. Dit schuifraam moet vanuit het bestuurderscompartiment geblokkeerd kunnen worden. Het tussenschot moet het gebruik van de binnenachteruitkijkspiegels mogelijk blijven maken, mag het zicht van de bestuurder niet hinderen (is niet weerkaatsend) en geen hinderend lawaai voortbrengen Het ruitoppervlak van het voertuig moet zo groot mogelijk zijn en uit veiligheidsglas bestaan. De voorruit moet evenwel uit gelaagd glas vervaardigd zijn. De achterruit moet een maximaal zicht via de binnenachteruitkijkspiegel mogelijk maken. Niets mag de zichtbaarheid hinderen. Een goedgekeurd airbagsysteem voor bestuurder en passagier. De voertuigen moeten voorzien worden van een permanente gedeeltelijke bepantsering van het NIET beglaasde gedeelte van de voordeuren. De bepantsering zal van de ballistische klasse FB4(s) zijn volgens de norm NBN EN 1522. Voor alle definities (schootsafstand, inslagsnelheid, doorboring …) en de testmethode wordt verwezen naar de norm NBN EN 1523 met uitzondering van de munitie 357 Magnum die van het type Soft Point zal zijn. •
Ten einde éénvormigheid met het bestaande patrimonium te bereiken dient deze permanente bescherming geleverd en geplaatst door een door de fabrikant van het kogelwerend materiaal erkende installateur.
•
Indien men voor de beschermende bekleding gebruik maakt van synthetische producten moeten deze in waterdichte uitrusting worden verpakt.
Indien nodig zullen de scharnieren van de voorste deuren, met het oog op het gewicht van de bepantsering, verstevigd worden. G) De leverancier moet in de offerte de aard en de ballistische waarde van de gebruikte materialen beschrijven alsook de kwaliteit van de methode van vasthechting aan het voertuig. •
•
Een door de Proefbank van de Vuurwapens te Luik of door de Koninklijke Militaire School Leerstoel Bewapening en Ballistiek - te Brussel afgeleverd gelijk-vormigheidsattest betreffende de kwaliteit van de pantsering en de vasthechting ervan moet bij de door de leverancier ingediende offerte gevoegd worden.
•
Het attest van de Proefbank of van de Koninklijk Militaire School mag niet langer dan één jaar afgeleverd zijn op het ogenblik dat de offerte wordt ingediend.
Een geschreven garantie met een minimumduur van vijf jaar te rekenen vanaf de leveringsdatum van het materieel moet bij de levering overgemaakt worden. Zij moet het geheel van de levering betreffen en bevestigen dat de geleverde bepantsering volledig overeenstemt met het geteste prototype. Bij beëindiging van de huurperiode zal deze permanente bescherming op kosten van de leverancier verwijderd en/of vernietigd worden. •
H)
I)
J)
De opstelling en wegberging van de collectieve bewapening en het materieel is thans gestandaardiseerd. In het belang van de veiligheid van het personeel wordt van deze standaardisatie niet afgeweken. De opstelling/wegberging van de bewapening en het materieel mag het personeel niet hinderen noch schade veroorzaken. Beschermingsfilm voor de ruiten. •
De zij- en achterruiten worden tegen inbraak (diefstal, vandalisme) beveiligd en de passagiers worden bij een ongeval of bij beschieting van de ruiten (verwondingen door rondvliegende glasscherven) beschermd door middel van één of meerdere beschermingsfilms die samen minimum 100 micron en maximum 250 micron dik zijn.
•
De zijruiten van de bestuurderscabine en de achterruit worden voorzien van een 100% doorzichtige folie, voor de zijruiten van het achterste compartiment wordt een donkere folie voorzien, waarbij het onmogelijk is van buitenaf in het voertuig te kijken. De zichtbaarheid van binnen naar buiten blijft wel gegarandeerd, zelfs bij nacht.
•
Deze bescherming moet qua doeltreffendheid levenslang gewaarborgd worden en krasbestendig, ongevoelig voor water, niet vergelend, schimmelwerend en blijvend doorzichtig zijn.
•
De film moet op de ruit aangebracht worden d.m.v. een polymerisatie van het hechtmiddel. De film moet goed bestand zijn tegen chemische middelen zoals : oliën, alcoholen, koolwaterstoffen, organische oplosmiddelen, zuren, e.a.). De thermische weerstand moet volstaan om brandwonden te voorkomen door rechtstreeks contact met de huid bij blootstelling aan de vlam.
•
De schokweerstand met harde voorwerpen moet ongeveer 10 Joule bedragen zonder dat er glasscherven vallen (1 Joule = de kinetische energie die ontwikkeld wordt door een lichaam van 100 gr. dat 1 meter valt).
•
De weerstand tegen ultravioletstraling vormt een pluspunt en verschillende tinten kunnen overwogen worden waarbij de technische voorwaarden van de voertuigen nageleefd moeten worden.
15. SUPPLEMENTAIRE UITRUSTING. • gelaagde voorruit • 2 regelbare binnenachteruitkijkspiegels (bestuurder + begeleider) de spiegel voor de bestuurder is een veiligheidsspiegel met dag/nacht stand; • 2 elektrisch regelbare buitenachteruitkijkspiegels (links en rechts); • 1 reglementair geplaatst brandblusapparaat; • 1 gevarendriehoek; • 1 reglementaire verbanddoos; • trekkabel in perlon; • ruitenwissers met minimum twee snelheden + een intervalschakelaar, alsook ruitensproeier, voor- en achteraan; • benzinetankdop met sleutel, vergrendelingssysteem;
behalve
indien
de
toegang
gebeurt
langs
het
centraal
• bestuurder en begeleider moeten elk over een zonneklep kunnen beschikken die zowel frontaal als zijdelings verstelbaar zijn; • getinte ruiten rondom; • efficiënte ontwaseming van voorruit, achterruit en zijruiten; • snelle ontwaseming van de voorruit • vergrendeling van deuren en benzinetankdop; • 3 stellen autosleutels; • in de hoogte verstelbare veiligheidsriemen voor- en achteraan; • massa-aansluiting van de batterij vastgelast en alle elektronische toestellen met eigen leiding aan de massa gekoppeld.
• Pré-radio installatie met ten minste twee luidsprekers in het voorste compartiment; • Rubber matten in de bestuurderscabine; • Achter de achterste bank van het achtercompartiment wordt een kast Sortimo SORPOLV10 of een soortgelijke type gemonteerd bestaande uit de volgende onderdelen : • 1 onderbouw van 1014x465x365 mm. De onderbouw is een kast afgesloten met een klep, die evenwijdig met de kast naar boven kan geopend worden. Aan de rugzijde van de onderbouw wordt een een licht polypropyleen plaat met raatstructuur geplaatst. • 1 werkblad met de volgende afmetingen 1267x465x24xmm • 1 rekmodule met de volgende afmetingen 1267x465x227 mm met antislipmat en 4 verplaatsbare tuissenschotten • 1 rekmodule met de volgende afmetingen 1267x353x195xmm met antislipmat en 4 verplaatsbare tussenschotten. • Deze kast wordt vervaardigd uit metaal van een hoogwaardige kwaliteit en is in een lichtgrijze kleur geschilderd door middel van poederlak. De handgre(e)p(en) zijn vervaardigd uit (blauwe) kunststof. • Op het einde van het contract wordt deze kast automatisch eigendom van de Politie. • Het gedeelte boven de kast achteraan wordt van de rest van het achtercompartiment gescheiden door een een stevig metalen raster. De rastergrootte is max .1”
16. PRIORITEITSALARMINSTALLATIE. A)
Een alarminstallatie bestaande uit :
A.1. Op het dak:
een niet lineaire lichtbalk Federal Signal type Arjent of een gelijkaardig type met blauwe SOLARIS S2 LED-modules
• • • •
de lichtbalk is vervaardigd volgens de normen ISO9001 de lichtbalk heeft een lengte van 135 cm de lichtbalk is vervaardigd in slagvast polycarbonaat, het chassis uit geëxtrudeerd aluminium. de lichtbalk bestaat uit één enkel transparant niveau met blauwe bovenkap. Deze bovenkap heeft een negatieve inclinatie, d.w.z. dat het bovenvlak groter is dan het ondervlak om zodoende geen directe zonlichtinval te bekomen.
•
Het elektronisch gedeelte bestaat uit verschillende aan elkaar gekoppelde printplaten waarop alle elektronische componenten, inclusief de LED-modules en reflectoren , gesoldeerd zijn.
•
De LED-modules worden over de volledige omtrek verdeeld om een perfecte 360° zichtbaarheid te bekomen.
•
de lichtbalk omvat minimum het volgende: •
aan beide uiteinden van de lichtbalk telkens één wit vast zoeklicht van 35 Watt halogeen;
•
vooraan in het midden twee vaste witte zoeklichten van elk 35 Watt halogeen naar voren gericht;
•
vooraan , aan beide zijden van de zoeklichten, één AMBER S2 LED-module welke parallel geschakeld worden met de originele knipperlichten van het voertuig (knipperdoos eventueel verzwaren);
•
Vooraan, tussen de AMBER module en de vaste zijzoeklichten, telkens één SOLARIS S2 module met 9 blauwe LED’s HI of gelijkwaardig en telkens twee SOLARIS S2 modules met 6 blauwe LED’s HI of gelijkwaardig
•
Achteraan, naast de zijzoeklichten, één SOLARIS S2 module met 9 blauwe LED’s HI of gelijkwaardig
•
Elke S2 module moet tenminste bestaan uit 6 LED’s welke horizontaal gepositioneerd zijn in het vlak en via een schelpvormige reflector een reflectie van de geproduceerde lichtbundel verzekeren van 45° links/rechts en 10 ° boven/onder, vanuit de aslijn gemeten.
•
De bevestiging van de imperiaal moet als volgt gebeuren: 1. Met behulp van aan het dak van het voertuig aangepaste bevestigingsmiddelen die een uitstekende stabiliteit en stevigheid van de montage waarborgen. Deze bevestigingsmiddelen alsook de gebruikte moeren en bouten dienen vervaardigd te zijn uit roestvrij materiaal. 2. Met eventuele steunpunten die zodanig zijn opgevat en geplaatst dat ze geen vervormingen aan het dak veroorzaken. 3. Zodanig dat de oorspronkelijke kwaliteiten van water- en stofdichtheid van het voertuig behouden blijven ('marine' -bevestiging).
•
Het openen van deuren mag niet gehinderd of beperkt worden door de aanwezigheid van de imperiaal;
• •
De elektrische installatie van de imperiaal en zijn toebehoren moet ontstoord worden; De elektrische kabels tussen de imperiaal en het voertuig moeten : 5. Gestandaardiseerd zijn en voorzien zijn van een 'marine-verbinding' VAMA type CT-7. Het imperiaal is voorzien van een beschermende kabel waaraan de 23-polige mannelijke stekker geplaatst is. Het vrouwelijke gedeelte van de stekker heeft een aëro-dynamische vorm en is vast op het dak gemonteerd. Alle connecties in beide gedeelten van de stekker moeten gesoldeerd zijn en individueel beschermd met geïsoleerde krimpkousen. 6. Zeker een draad omvatten die verbonden is met de massa van het voertuig. 7. Zo verbonden zijn met de binnenkant van het voertuig dat :
• • •
ze niet beschadigd kunnen worden door herhaaldelijke op- en afbouw van de imperiaal; ze gemakkelijk ontkoppeld kunnen worden; ze de oorspronkelijke kwaliteiten behouden van water- en stofdichtheid en geluidsdemping van het voertuig waarop de imperiaal bevestigd is;
• ze de inzittenden niet hinderen en deze er zich niet aan kunnen vasthouden. 8. De dak- en/of wanddoorboringen moeten zo zijn uitgevoerd dat het uitzicht niet geschaad wordt, en indringen van water onmogelijk is. •
De aërodynamica van het geheel (voertuig en imperiaal) moet zodanig zijn dat :
•
er geen distorsie of vervorming van de onderdelen kan ontstaan, noch aan de imperiaal, noch aan het koetswerk, gelet op het feit dat het voertuig geregeld tegen zijn maximum snelheid zal gebruikt worden.
•
de aërodynamische geluiden die ten gevolge van de aanwezigheid van de imperiaal binnen het voertuig te horen zijn moeten tot het minimum herleid worden; de geluidsverhoging moet gemeten worden wanneer het voertuig tegen een snelheid van 120 km/h rijdt.
•
De stabiliteit en de initiële wegligging van het voertuig mag niet worden beïnvloed door het aanbrengen van de imperiaal.
A.2. Vooraan: •
worden in de bestuurderscabine, linksonder en rechtsonder achter de voorruit twee bijkomende SOLARIS S2 modules met 6 blauwe LED’s HI of een gelijkaardig type ingebouwd :
•
Deze bijkomende LED modules worden voorzien van een behuizing welke volledig aansluit aan de voorruit . In werking hinderen de blauwe lichten op geen enkel ogenblik de inzittenden.
•
Op de beide slijkweerders vooraan wordt een bijkomende ultra smalle zelfklevende LED flitser Spotflex of een gelijkaardig type geplaatst (plaatsing in overleg met de Politie)
•
•
Afmetingen lxbxd = 61x20x3 mm
•
Voorzien van 3 blauwe LED’s van de 3de generatie
•
IP65/E 13 – CE gekeurd
Worden in de originele koplampen zgn. “Corner Strobes” ingebouwd. Deze strobelampen worden gestuurd door een vermogensgenerator FA-540/E of een gelijkaardig type. Zij worden zo geschakeld dat zij alternerend flitsen bij het aanschakelen van de blauwe prioritaire lichten. •
Kleur : wit
•
Vermogen :35 W
A.3. Achteraan: •
Een directionele signalisatie Federal Signal Cuda Trioptic Led Signalmaster of gelijkaardig type met een lengte van 110 cm en bestaande uit 8 Cuda Trioptic modules
•
De directionele signalisatie wordt achter de achterruit van het voertuig tegen de verstevigingsbalk van het dak gemonteerd zodat deze de zichtbaarheid behoudt zowel met geopende als gesloten achterklep.
•
Op de beide uiteinden van de directionele pijl worden blauwe Cuda Trioptic modules voorzien. Zij werken alternerend en autonoom van de directionele pijl; doch worden tesamen met de zwaailichten op het dak en de flitslampen vooraan in- en uitgeschakeld.
•
De zes middelste Cuda Trioptic modules zijn van een oranje kleur..
•
De directionele pijl moet volgens het volgende concept werken: de pijl moet herhalend opgebouwd worden door een aaneenschakeling van oplichtende modules.
•
Elke LED-module bestaat uit tenminste 9 Led’s met hoge helderheid. De openingshoek van elke Led is tenminste 20° links/rechts en tenminste 10° boven/onder.
•
Volgende functies zijn minimum vereist :
•
•
een pijl van links naar rechts
•
een pijl van rechts naar links
•
een pijl vanuit het centrum naar buiten
•
een waarschuwingspatroon
Op de beide slijkweerders achteraan wordt een bijkomende ultra smalle zelfklevende LED flitser Spotflex of een gelijkaardig type geplaatst (plaatsing in overleg met de Politie) •
Afmetingen lxbxd = 61x20x3 mm
•
Voorzien van 3 blauwe LED’s van de 3de generatie
•
IP65/E 13 – CE gekeurd
A.4. Geluidsinstallatie: • Een electronische sirene VAMA type ICS2010 of gelijkaardig type met afstandsbediening BTC500 • De sirene bezit de volgende tonaliteiten: • WAIL : 12 cycli per minuut • YELP : 170 cycli per minuut • HI-LO : 33 cycli per minuut • Het frequentiebereik is van 600 tot 1350 Hz. • Voorzien van een communicatiebus RS485 voor de transmissie van de control data •
De sirene wordt aangesloten op een luidspreker Federal Signal Dynamax MS100 met een vermogen van 100 Watt. Deze luidspreker met aluminium behuizing en de volgende afmetingen BxHxD = 15x15x7 cm wordt onder de motorkap bevestigd.
•
Het stroomverbruik met deze 100 Watt luidspreker zal maximaal 10 A bedragen
•
De geluidsintensiteit in het voertuig mag zowel rijdend als stilstaand maximaal 85 dBA bedragen.
Via de afstandsbediening BTC500 of een gelijkaardig type zal de volledige geluidsgeluids- en belichtingsinstallatie van het voertuig door middel van druktoetsen bediend worden. Ze omvat minstens de volgende functies(toetsen) : • ON/OFF schakelaar • Sirene aan samen met alle blauwe prioritaire lichten (lichtbalk, cornerstrobes, blauwe lichten in directionele balk achteraan en blauwe lampen vooraan) • Dag/nacht selectie van de sirene • Alle blauwe prioritaire lichten • De twee naar voren gerichte zoeklichten • Zijzoeklicht links • Zoeklicht rechts • Wapenklem • Radio • Public Adress (micro geïntegreerd in de afstandsbediening) • Directionele pijl naar links • Directionele pijl naar rechts • Directionele pijl vanuit het centrum naar buiten • Waarschuwingspatroon • Dag/nacht selectie van de lichtintensiteit van de directionele pijl Bij een ingeschakelde prioritaire installatie zal, door het drukken op de originele claxon van het voertuig, een “misthoorngeluid” weerklinken i.p.v. de originele voertuigclaxon. Het volume van de Public Adress is traploos regelbaar d.m.v. een potentiometer, geïntegreerd in de afstandsbediening. Bij het inschakelen van de sirene moet automatisch de gehele prioritaire installatie geactiveerd worden. De prioritaire installatie dient zodanig uitgevoerd te zijn dat het inschakelen van de akoestische signalen enkel kan gebeuren bij werkende optische signalen. Het moet dus onmogelijk zijn om enkel de akoestische signalen in te schakelen. Het aan- en uitschakelen van de overige functies moet afzonderlijk mogelijk zijn. De functietoetsen lichten op indien geactiveerd. De opening van de wapenklem is enkel mogelijk indien de sleutel in het contact steekt en de toets op de bedieningsconsole “Gun-Lock” geactiveerd wordt. Het systeem wordt beschermd door een timerfunctie met max. 10 seconden openingstijd. De afstandsbediening wordt op het dashboard gemonteerd buiten de ontplooiingszone’s van de airbags. Alle druktoetsen worden voorzien van een passend, verlicht pictogram. Er moet een bevestigingssysteem zijn dat toelaat om de afstandsbediening dusdanig op het dashboard te monteren dat deze zowel door de bestuurder als door de begeleider kan bediend worden. De verbindingskabel van de afstandsbediening tot de sturingsdoos moet lang genoeg zijn om het gebruik van de geïntegreerde microfoon buiten het voertuig toe te laten. Ten einde de éénvormigheid op alle voertuigen te bewerkstelligen dienen de positionering en de functie van de toetsen te voldoen aan het schema in bijlage. Deze volledige installatie dient geleverd en geplaatst door de ombouwer volgens de instructies van de fabrikant. Plaatsbepaling in overleg met de Politie. Op het einde van het contract wordt de volledige prioritaire installatie automatisch eigendom van de Politie.
17. UITRUSTING TE PLAATSEN DOOR DE LEVERANCIER.
J)
Inrichting tegen storingen van TV en eigen radio-uitrusting (verdeler, weerstanden, schermkappen, condensator, massabanden, e.a.). K) Levering, en plaatsing en aansluiting van een stroomgever op het instrumentenbord voor het gebruik van apparaten, die maximum 100 Watt verbruiken L) Levering, plaatsing en aansluiting van een carkit CARK 91-B voor een draagbaar ASTRID radiotoestel merk NOKIA THR880i . De algemene houdersvergunning van de installateur uitgereikt door het B.I.P.T. moet bij de inschrijving gevoegd worden. M) Levering, plaatsing en aansluiting van een elektrische wapenhouder Falcon ELS-220 met sleutel of een gelijkaardig type voor het machinepistool (plaatsbepaling plaatsbepaling in overleg met de Politie) Politie N) Plaatsing en aansluiting van twee lamphouders en voeding voor een staaflamp (geleverd geleverd en plaatsbepaling door de Politie) Politie O) De originele plafondverlichting wordt vervangen door een combinatie van een plafondverlichting van min. 10 Watt met aan beide zijden van deze verlichting een richtbare spot met een vermogen van min. 20 Watt en een OP/AF schakelaar voor deze spot. Deze drie verlichtingen zijn ondergebracht in één behuizing. De eventuele opening veroorzaakt door het verwijderen van de oude plafondverlichting dient op een vakkundige wijze afgewerkt in dezelfde kleur als de dakbekleding. P) Antenne : Leveren en plaatsen van antenne(s) en leggen van de antenneleiding(en) naar het instrumentenbord in overleg met de Politie. Het gat voor antenneplaatsing dient vertind voor beter contact. In de dakbekleding wordt onder de antenneaansluiting een afsluitbare opening voorzien die het mogelijk maakt werkzaamheden aan deze aansluiting uit te voeren zonder de hele dakbekleding te demonteren. De afsluitdop heeft dezelfde kleur als de dakbekleding.
18. WIJZE VAN UITVOERING DER WERKEN. A) B)
C) D) E)
F) G) H) I) J) K) L)
De aanpassingswerken en de plaatsing van de supplementaire apparatuur dienen op een degelijke en professionele wijze uitgevoerd. De plaatsing van de bijkomende uitrusting (zie 13 - 14 - 15) dient te gebeuren d.m.v. bouten en zelfborgende moeren. De bouten en moeren die onderhevig zijn aan vocht dienen vervaardigd uit een roestvrij materiaal.De wapenklemmen en de bijhorende steunen dienen zodanig bevestigd en gezekerd dat het verwijderen van de wapenklem en/of steunen door derden onmogelijk is. De bouten moeten van een juiste doormeter en lengte zijn en dienen zo gemonteerd dat bij de werkzaamheden geen kwetsuren van enigerlei aard kunnen optreden. De elektrische aftakkingen dienen te gebeuren op vaste aftakpunten. Aftakken op een draad of het gebruik van zogenaamde 'stroomdieven' is verboden. Alle elektrische aansluitingen van de bijkomende uitrustingen dienen te gebeuren volgens elektrische schema's in bijlage. De draaddoorsnede; de draadkleur; de volgorde, het aantal en de stroomsterkte van de zekeringen dienen gerespecteerd. De aansluitdraden dienen uitgerust met reglementaire, genormaliseerde en geïsoleerde kabelschoenen. Alle massa-aansluitingen van de bijgeplaatste apparatuur moeten aan het koetswerk gesoldeerd of aangesloten worden op negatief batterij. De elektrische leidingen dienen op een zorgvuldige wijze gelegd en op regelmatige afstand (max. 30 cm) bevestigd aan het koetswerk d.m.v. strips of kabelklemmen. De zekeringskast met de complementaire steekzekeringen voor de gevraagde bijkomende uitrustingen dient op een gemakkelijk toegankelijke plaats gemonteerd binnen in het voer-tuig. Zij dient alle bijkomende zekeringen te bevatten. De elektrische leidingen naar de wapenklemmen dienen op een degelijke manier afgeschermd, zodat het doorknippen van de leidingen en het verbinden met een hulpbatterij onmogelijk wordt. Alle door de ombouw of plaatsing van bijkomende apparatuur ontstane punten of kanten, die op één of andere manier tot kwetsuren kunnen leiden dienen op een degelijke manier van een bescherming te worden voorzien. Voor alle door de ombouwer bijgeplaatste schakelaars dienen zo veel mogelijk originele schakelaars gebruikt te worden die in de nog beschikbare daarvoor voorziene plaatsen op het instrumentenbord dienen geplaatst te worden. Alle schakelaars dienen voorzien van een bijschrift (pictogram).
19. HANDLEIDINGEN.
Elk voertuig dient voorzien van de volgende documenten opgesteld in de Nederlandse taal : • een instructieboekje • een onderhoudsboekje met het volledig onderhoudsschema van het voertuig • een handleiding van elke, door de leverancier geleverde supplementaire uitrusting • een volledig elektrisch schema van het voertuig met kleurcode en verklarende tekst. Dit schema moet alle aangebrachte wijzigingen en uitgevoerde installaties bevatten. • alle attesten van de gebruikte materialen voor de ombouw van het voertuig • alle bescheiden voor de opvolging van de waarborg voor de ombouw van het voertuig Indien bovengenoemde documenten niet in de Nederlandse taal beschikbaar zijn, zal de leverancier in een vertaling naar de Nederlandse taal voorzien. Deze vertaling zal samen met de originele anderstalige handleiding bijgevoegd worden. Bij het totaal ontbreken van een handleiding zal door de leverancier eigenhandig een handleiding in de Nederlandse taal opgesteld worden van de desbetreffende apparatuur.
20. ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN. E)
F)
De aannemer verbindt er zich toe om aan de hiernavolgende voorwaarden, door een erkend dealer, die op zijn voorstel in overleg met de politie wordt aangeduid, de levering van het voertuig alsmede het volledig onderhoud volgens de instructies en aanbevelingen van de constructeur en alle herstellingen aan het verhuurd voertuig te laten uitvoeren. In volledig onderhoud en alle herstellingen, dewelke zijn inbegrepen in de leasingprijs, moet o.m. verstaan worden: •
de onderhoudsbeurten voorzien door de aannemer mits inachtneming van de voorschriften van de constructeur. Er dient eveneens rekening gehouden met de aanbevelingen van de constructeur voor gebruik in:
•
overwegend stadsverkeer
•
overwegend korte ritten
•
zware belasting
•
De periode tussen twee onderhoudsbeurten zal echter nooit meer dan 15000 km of 1 jaar bedragen;
•
het onverwijld uitvoeren van alle herstellingen ten gevolge van normale slijtage, rekening houdend dat deze voertuigen 24 op 24 uur rijden. Deze herstellingen dienen met voorrang en binnen maximum 5 (vijf) werkdagen uitgevoerd, behalve in geval van ondubbelzinnig aangetoonde heirkracht. Indien de herstelling niet binnen de 5 werkdagen kan uitgevoerd worden, dient een vervangwagen van dezelfde categorie ter beschikking gesteld te worden.
•
alle herstellingen, herstellingen ook deze voortvloeiend uit opmerkingen van de automobielinspectie en deze voortvloeiend uit ongevallen (voortvloeiend uit ongevallen worden geregeld via omnium verzekering in aangenomen waarde afgesloten door het bestuur);
•
het vervangen en/of herstellen van banden : buiten de eerste vijf banden voorziet het contract één band per schijf van 10.000 km (dus : 5 jaar à 30.000 km/jaar = 150.000 km = 15 banden , de 5 banden af fabriek NIET meegerekend)
•
vervangen van ruiten en lichten t.g.v. sleenslag of dergelijke (geen aanrijdingen);
er dient een pechverhelpingsdienst voorzien van 24 uur op 24 uur, zater-, zon- en feestdagen inbegrepen. Pechverhelping dient te omvatten : slepen, bijstand bij pech, ongeval, inbraak, vandalisme, glasbreuk e.a.. Om éénvormigheid binnen het korps te behouden dient deze pechverhelpingsdienst afgesloten bij VAB. G) indien de verhuurder ter gelegenheid van een herstelling vaststelt dat de oorzaak van de defecten te wijten zijn aan onoordeelkundig gebruik of abnormale slijtage dient het bestuur per fax hiervan verwittigd, zodat een onderzoek door de Politie kan worden gedaan alvorens extra kosten aan het bestuur kunnen •
H)
bestuur kunnen worden doorgerekend. Faxnr. Politie, Logistieke Dienst : 03/270.44.33 Bij het einde van de opdracht dienen alle insignes van de stad alsook alle politiekentekens en -materieel verwijderd op kosten van en door de aannemer die hiervoor steeds verantwoordelijk blijft.
21. Opties Opties Bij de inschrijving dient de meerprijs voor elk van volgende opties afzonderlijk medegedeeld. •
Automatische versnellingsbak i.p.v. handgeschakelde versnellingsbak
•
Ingebouwd GPS-navigatiesysteem met routeberekening BeNeLux •
Groot kleurenscherm
•
Aanduiding van de te volgen route op kaart (geen “bolleke-pijl”)
•
De aannemer zal alle specificaties van het aangeboden GPS systeem bij de inschrijving voegen, alsook de mogelijkheden qua interfacing met externe systemen.
•
De aannemer zal bij een inschrijving op deze optie een volledig werkend systeem, ingebouwd in een voertuig, aanbieden. Dit systeem zal door de politie uitvoerig getest worden op werking en gebruiksvriendelijkheid.
•
Gezien de operationele waarde van het navigatiesysteem en de eventuele mogelijkheid om dit systeem te kunnen aansturen door een extern systeem (buiten de scope van deze offerteaanvraag) zal hieraan een grote waarde gehecht worden bij de beoordeling.
•
Bij de beoordeling van het GPS systeem zal grote aandacht besteed worden aan de snelheid en accuraatheid waarmee de route wordt aangegeven, alsook aan de ergonomie van de bediening en de leesbaarheid van het scherm in de meest ongunstige omstandigheden
Bijlage 1 : Functies bediening prioritaire installatie.
Bijlage Bijlage 2 : Materiaalkast achteraan.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
1.
PERCEEL 3 Het leveren van min. 12 personenwagens in politieuitvoering op basis van een leasingcontract op lange termijn, duur van zestig (60) maanden aan 30 000 km/jaar, met volledig onderhoud, voor de Lokale Politie Antwerpen. De mogelijkheid van een variant in duurtijd of km/jaar mag worden voorzien, vb. achtenveertig (48) maanden aan 40 000 km/jaar. Een eventuele verlenging van de leasingtermijn met maximum 6 maanden dient mogelijk te zijn tegen dezelfde voorwaarden. Desgevallend zal een aangetekend schrijven gericht worden aan de verhuurder. Aantal: minimum 12
Algemeen: De inschrijver is verplicht op straf van nietigheid, bij zijn inschrijving een beschrijving bij te voegen opgesteld volgens de indeling van dit bestek.
1. Algemene conceptie 2. Ecologische criteria 3. Type voertuig 4. Prestaties 5. Ophanging - wegligging - wendbaarheid 6. Motor 7. Transmissie 8. Stuurinrichting en besturing 9. Remsysteem 10. Banden en wielen 11. Elektrische uitrusting 12. Koetswerk 13. Comfort van het personeel 14. Veiligheid van het personeel 15. Supplementaire uitrusting 16. Prioriteitsalarminstallatie 17. Uitrusting te plaatsen door de leverancier 18. Wijze van uitvoering der werken 19. Handleidingen. 20. Onderhoud en herstellingen. 21. Optie 1. ALGEMENE ALGEMENE CONCEPTIE. A) B)
De voertuigen moeten worden uitgerust als politiepatrouillewagen met striping en prioriteitsalarminstallatie volgens bestaande nomenclatuur. De voertuigen moeten van een in België gecommercialiseerd type zijn. De inschrijver moet een PVG, dat door het Belgisch Ministerie van Verkeerswezen afgeleverd is, aan de technische offerte toevoegen.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
2.
C)
D)
E)
De te leveren voertuigen moeten nieuw zijn en van het laatste model dat op de markt is. Ze moeten vrij zijn van elk gebrek of elke constructiefout die zijn uitzicht, de goede werking, stevigheid of gebruiksduur kan schaden. De voertuigen moeten overeenstemmen met de wettelijke bepalingen die voor dit type van materiaal op het ogenblik van de levering van kracht zijn, in het bijzonder met het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968, houdende het algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen en de voorschriften van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB) en van de wetgeving op het welzijn (wet van 4/8/1996) en alle daaraan verbonden uitvoeringsbesluiten. De voertuigen dienen eveneens te voldoen aan het Koninklijk Besluit van 26 februari 1981 en haar wijzigingen houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen.
2. ECOLOGISCHE CRITERIA. A. De voertuigen dienen te voldoen aan alle normen zoals voorzien in Omzendbrief 307 quinquies dd. 13 juli 2009, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 3 augustus 2009. B. De beschilderingen en verven moeten gerealiseerd zijn met bekledingsmateriaal dat vrij is van grondstoffen (vullingen, kleurstoffen, droogmiddelen) die lood, chroom VI of cadmium bevatten. C. De plastic delen moeten duidelijk gemerkt zijn met het oog op hun recyclage. D. Bij het demonteren moeten de incompatibele en gevaarlijke materialen gescheiden kunnen worden E. De airconditioning-installatie mag geen stoffen bevatten die schadelijk zijn voor de ozonlaag. Het potentieel tot het vernietigen van ozon moet gelijk zijn aan 0. F. Een ecoscore van minimaal 72 is vereist.
3. TYPE VOERTUIG. A)
Het betreffen voertuigen van de middenklasse, type berline met 4 deuren en voorzien van een koffer met kofferdeksel of type vijfdeurs hatchback met achterklep met volgende minimale buitenafmetingen : •
lengte :
4100 mm
•
breedte :
1700 mm
• hoogte : 1390 mm Voor het type gebruik en het materiaal dat standaard deel uitmaakt van de dienstuitrusting van het voertuig, dient de mogelijkheid tot keuze voor een type stationwagen (break) of gelijkwaardig open gehouden! B) De voertuigen moeten de mogelijkheid bieden om 4 personen en hun interventiemateriaal of 5 personen zonder uitrusting te vervoeren. C) Een kofferinhoud (met rechtopstaande achterzetels) van tenminste 450 liter. Gezien het belang van de grootte van de kofferinhoud voor de werking van de interventiepatrouille zal er veel belang gehecht worden aan dit item bij de beoordeling. 4. PRESTATIES. PRESTATIES. A) B)
C)
Opdat het voertuig zich gemakkelijk in het wegverkeer zou kunnen voortbewegen moet het beweeglijk en voldoende snel zijn. Het voertuig zal op de weg getest worden. Deze test zal uitgevoerd worden met een voertuig dat een last vervoert die overeenstemt met het minimum gewicht van het personeel met uitrusting dat aan boord kan plaatsnemen, en met de normale technische hulpmiddelen die zich aan boord van ieder dienstvoertuig bevinden. De acceleratie van de voertuigen van 0 tot 100 km/uur zal in maximum 12 seconden moeten gebeuren, dit met volledige belasting en volledige uitrusting.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
3.
D) E) F)
De snelheid met belasting van 2 personen aan boord, bestuurder inbegrepen, en met volledige uitrusting moet minimaal 170 km/uur bedragen en dit gedurende 1 uur vol te houden De autonomie van het voertuig moet minimum 500 km. tegen een gemiddelde snelheid van 120 km/uur bedragen. Inhoud brandstoftank : min. 50 liter
5. OPHANGING - WEGLIGGING - WENDBAARHEID. A)
B) C) D)
De ophanging moet toelaten de motorprestaties ten volle te benutten vooral op bochtige wegen of in een stedelijke omgeving.Ze moet zowel aangepast zijn aan de hoge snelheid die het voertuig kan bereiken, als aan de remvoorzieningen van het voertuig. Het voertuig dient een optimale wendbaarheid te bieden, in het bijzonder in de stad tegen hoge snelheid. Voorwielophanging van het McPherson-type of gelijkwaardig met pneumatische veerpoten Gasgevulde schokdempers achteraan
6. MOTOR. A)
Dieselmotor : •
Turbodieselmotor met oxydatiekatalysator conform de Europese emissienormen geldig op het ogenblik van levering en dient minstens aan de Euro5 norm te voldoen. De noodzaak voor een dieselmotor wordt zowel om technische als om milieuredenen niet noodzakelijk weerhouden Dieselmotoren zijn immers de grootste vervuilers en de technische kenmerken van moderne dieselmotoren en benzinemotoren zijn vergelijkbaar. Zelfs moderne hybride voertuigen worden in andere zones met succes als interventievoertuigen ingezet.
•
Een zo laag mogelijke CO2 uitstoot
•
Cilinderinhoud van de categorie 1700 - 2000 cc
•
Vermogen : min. 90 kW
•
Koppel : min. 230 Nm
Omwille van de operationele efficiëntie bij koud weer dienen de dieselmotors uitgerust met een apparaat dat voorkomt dat brandstoffilters en -voorfilters verstopt raken door de kristallisatie van koolwaterstofparafines. Dit apparaat moet in elk geval de brandstof kunnen verwarmen tijdens de voorverwarmingsperiode en de temperatuurstijging van de motor. Het apparaat voor de verwarming van de brandstof mag slechts werken als het contact ingeschakeld is en alleen bij koud weer. Het moet aangepast zijn aan de motorkracht en andere technische gegevens van het voertuig. Er zal veel belang worden gehecht aan het voertuig dat de beste verhouding gewicht (kg)/reëel vermogen (Watt) biedt. •
B)
7. TRANSMISSIE. A)
B)
Handbediende versnellingsbak met versnellingspook op de bodem met ten minste 5 volledig gesynchroniseerde versnellingen vooruit en 1 achteruit. Bij het rijden (en zeker bij prioritair rijden) is het belangrijk dat de autovoerder beide handen aan het stuur houdt om sneller en nauwkeuriger te reageren op onverwachte gebeurtenissen. Een handgeschakelde versnellingsbak is in deze niet de veiligste optie. Er dient als optie voorzien te worden in een automatische, dan wel geautomatiseerde versnellingsbak. Bijkomende eis is dat het voertuig zonder demonteren van aandrijfelementen weggesleept moet kunnen worden en in voorkomend geval zelfs bij lege batterij de motor via slepen/duwen gestart kan worden. Voorzien van de volgende veiligheidssystemen: •
ASR : anti-slip regeling
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
4.
•
ESP : Elektronisch StabiliteitsProgramma
8. STUURINRICHTING EN BESTURING. A) B) C) D) E)
De stuurinrichting van de voertuigen bevindt zich links in de rijrichting. Elektro-hydraulisch bekrachtigde stuurinrichting voorzien van een telescopische veiligheidsstuurkolom. De grote wendbaarheid van de voertuigen zal een beoordelingselement zijn. Maximale draaicirkel : 11,5 meter tussen muren. In de hoogte en diepte verstelbare stuurkolom.
9. REMSYSTEEM. A) Het remsysteem dient aangepast te zijn aan de hoge snelheid die het voertuig kan ontwikkelen. B) Dubbel diagonaal gescheiden hydraulisch remsysteem, met een rembekrachtiger. C) Anti-blokkeringssysteem met elektronische remkrachtverdeling op de vier wielen voorzien van de wettelijke homologatie. D) Het voertuig moet voorzien zijn van geventileerde schijfremmen vooraan, schijfremmen achteraan E) Onafhankelijke mechanische handrem op de achterwielen. F) Asbestvrije remvoering.
10. BANDEN EN WIELEN. A)
B) C) D) E) F)
Het bandenstel, de reserveband inbegrepen, moet bestaan uit radiaalbanden. De banden moeten door de voertuigconstructeur in functie erkend zijn.De banden moeten gekozen worden in functie van de topsnelheid van het voertuig, de acceleratie en de remvoorzieningen. Dat moet ook het geval zijn voor de reserveband. De te leveren voertuigen moeten uitgerust zijn met banden van hetzelfde merk en hetzelfde type als die waarmee de in de offerte vooropgestelde voertuigen zijn uitgerust. De voertuigen moeten met sneeuwkettingen uitgerust kunnen worden. De velgen mogen niet vervaardigd zijn uit een lichtmetalen legering. De wielen en de banden (reservewiel en -band inbegrepen) moeten van hetzelfde merk, type en afmetingen zijn. Volwaardig reservewiel. 5 (vijf) winterbanden op velg. De modaliteiten betreffende stockage en omwisseling van de banden dient beschreven in de offerte.
11. ELEKTRISCHE UITRUSTING. A) Het voertuig dient integraal elektrisch aan de Europese EMC norm te voldoen B) De voeding van het voertuig is 12 DC Volt . Het voertuig dient uitgerust te worden met twee batterijen. De onderhoudsvrije startbatterij heeft een capaciteit van min. 72 Ah..De tweede batterij is een gelbatterij type EXIDE Maxima Deep Cycle 900 DC. De installatie is uitgevoerd met scheidingsrelais. De plaats voor de tweede batterij wordt in de kofferruimte voorzien. De elektrische installatie van de bijkomende politie-uitrusting moet volgens de aanwijzingen van de Politie gebeuren. C) Alle elektrische uitrustingen moeten door zekeringen beschermd worden. Buiten de door de fabrikant voorziene zekeringskast worden complementaire automatische automatische steekzekeringen geëist voor de gevraagde bijkomende uitrustingen.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
5.
D) Om het gebruik van de telecommunicatiemiddelen mogelijk te maken in de aan de Politie voorbehouden frequentiebanden VHF en UHF moet de volledige elektrische installatie ontstoord worden. E) De alternator moet een stroom kunnen leveren die minstens gelijk is aan de hoeveelheid stroom nodig om alle stroomverbruikende voorzieningen gelijktijdig te doen werken, plus één tiende van de totale capaciteit van de batterijen. F) Er moet een elektrische achterruitverwarming aanwezig zijn. G) Halogeen- of xenonkoplampen asymmetrisch H) Een gestandaardiseerd contact voor een sigarenaansteker moet het gebruik mogelijk maken van apparaten die maximum 100 Watt verbruiken. I) Een binnenverlichting van de bagageruimte van minimum 5 Watt moet worden voorzien. J) Supplementaire richtingaanwijzers op de flanken of ingewerkt in de zijspiegels. K) Het voertuig wordt uitgerust met een “Key-Out” antistartsysteem met de volgende functionaliteiten : •
Laat de gebruiker toe te werken in de nabijheid van het voertuig terwijl men op elk moment de controle over het voertuig blijft behouden
•
De motor van het voertuig blijft draaien zonder contactsleutel
•
Werkt enkel wanneer de handrem is opgetrokken
•
Het stuurslot wordt geactiveerd
•
Centrale vergrendeling en alle andere veiligheidsvoorzieningen van het voertuig blijven normaal werken
•
Wanneer geprobeerd wordt weg te rijden met het voertuig zonder sleutel, zal de motor stilvallen.
12.KOETSWERK. A) B) C)
Volledig verzinkt koetswerk. Waarborg min. 10 jaar. De kleur van de voertuigen moet gecommercialiseerd wit zijn. Zijdelingse beschermsierlijsten in koetswerkkleur. Om de zichtbaarheid in het verkeer en de herkenbaarheid van de voertuigen te verhogen wordt geadviseerd om de bumpers van de voertuigen in een opvallende kleur uit te voeren (bv. signaaloranje RAL 2010, 3024,3026 of gelijkwaardig). D) Striping Lokale Politie aanbrengen volgens de bestaande nomenclatuur . E) Aanbrengen van de daknummering volgens de richtlijnen van de Federale Overheid. De daknummers zullen door de Lokale Politie Antwerpen aan de ombouwer medegedeeld worden. F) De voertuigen moeten uitgerust zijn met een infrarood van op afstand bediend centraal vergrendelingssysteem voor portieren, kofferdeksel en tankklep met wisselbare codes. G) De achterdeuren moeten uitgerust zijn met een veiligheidssysteem van het type 'kinderslot'. H) Voor- en achteraan moet een sleephaak voorzien zijn. I) Het voertuig is voorzien van achteruitrijsensoren in de achterbumper en parkeersensoren in de voorbumper. J) K) L)
NCAP veiligheidsnorm 5 sterren voor de inzittenden (zie www.euroncap.com). Alle deurdrempels dienen voorzien van slipwerende strips die uitglijden tijdens het in- of uitstappen dienen te verhinderen. Alle metalen onderdelen eigen aan de ombouw en die in contact staan met de buitenlucht, dienen uitgevoerd in RVS klasse A2 of A4. Enkel mits technisch onderbouwde motivatie en mits voorafgaande toestemming van de opdrachtgever kan hiervan afgeweken worden.
13. COMFORT VAN HET PERSONEEL.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
6.
A)
B)
C)
D)
E) F) G)
H) I) J) K) L) M) N) O) P) Q) R)
Met de onderstaande elementen zal inzonderheid rekening worden gehouden bij de beoordeling van het comfort van het personeel : •
het gemak om in en uit het voertuig te stappen;
•
het hoogteverschil tussen de achterbank en het dak van het voertuig;
• de beschikbare beenruimte voor de passagiers achteraan. De bekleding van de zetels moet sterk en gemakkelijk te onderhouden zijn. Op de beide zijden van de rugleuningen worden extra verstevigingen voorzien. Dit om een snelle slijtage door de kolf van het dienstwapen te voorkomen. De voorste zetels zijn voorzien van actieve volle hoofdsteunen die omhoog en naar voren bewegen bij een aanrijding en bescherming bieden tegen “whiplash”-letsel. Drie hoofdsteunen achteraan waarvan de middelste het zicht naar achter niet mag verstoren. De zetels van de bestuurder en de voorste passagier moeten verstelbaar zijn zowel naar voor als naar achter.De rugleuning van beide voorzetels dient eveneens verstelbaar.De zetel van de bestuurder moet daarenboven in hoogte verstelbaar zijn. Verwarming van de binnenruimte met aanjager met vier snelheden. Luchtrecirculatie met antistuifmeelfilter. Voorzien van een manuele airconditioning Gedeelde achterbank neerklapbaar in 2 delen, welke langs de zijde van de koffer door schuifgrendels aan beide zijden extra wordt vergrendeld. Zodoende kan de achterzetel enkel vanuit de kofferruimte neergeklapt worden. Sigarenaansteker vooraan Kantelende handgreep aan de passagierszijde Opbergruimte aan de bestuurderszijde Opbergvakken in voordeuren en achterdeuren Twee hulphandgrepen achteraan Interieurverlichting vooraan Elektrisch bediende afstelling van de koplampreikwijdte Binnenverlichting met schakelaar en portiercontact op de voordeuren Dimstand voor de verlichting van de instrumenten Leeslampen achteraan Voor de vijfdeurs hatchback versie : een stevige afdichting van de laadruimte, zodat toegang tot de laadruimte van binnenuit onmogelijk wordt.
14. VEILIGHEID VAN HET PERSONEEL. Met de onderstaande elementen zal inzonderheid rekening gehouden worden bij de beoordeling van de veiligheid van het personeel : A)
B)
Het ruitoppervlak van het voertuig moet zo groot mogelijk zijn en uit getint veiligheidsglas bestaan. De voorruit moet evenwel uit gelaagd glas (eveneens getint) vervaardigd zijn. De achterruit(en) moet(en) een maximaal zicht via de binnenachteruitkijkspiegel mogelijk maken. Niets mag de zichtbaarheid hinderen. De voertuigen moeten voorzien worden van een permanente gedeeltelijke bepantsering van het NIET beglaasde gedeelte van de voordeuren. De bepantsering zal van de ballistische klasse FB4(s) zijn volgens de norm NBN EN 1522. Voor alle definities (schootsafstand, inslagsnelheid, doorboring …) en de testmethode wordt verwezen naar de norm NBN EN 1523 met uitzondering van de munitie 357 Magnum die van het type Soft Point zal zijn. •
Ten einde éénvormigheid met het bestaande patrimonium te bereiken dient deze permanente bescherming geleverd en geplaatst door een, door de fabrikant van het kogelwerend materiaal erkende installateur.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
7.
•
Indien men voor de beschermende bekleding gebruik maakt van synthetische produkten moeten deze in waterdichte uitrusting worden verpakt.
•
Indien nodig zullen de scharnieren van de voorste deuren, met het oog op het gewicht van de bepantsering, verstevigd worden.
•
De leverancier moet in de offerte de aard en de ballistische waarde van de gebruikte materialen beschrijven alsook de kwaliteit van de methode van vasthechting aan het voertuig.
•
Een door de Proefbank van de Vuurwapens te Luik of door de Koninklijke Militaire School - Leerstoel Bewapening en Ballistiek - te Brussel afgeleverd gelijkvormigheidsattest betreffende de kwaliteit van de pantsering en de vasthechting ervan moet bij de door de leverancier ingediende offerte gevoegd worden.
•
Het attest van de Proefbank of van de Koninklijk Militaire School mag niet langer dan één jaar afgeleverd zijn op het ogenblik dat de offerte wordt ingediend.
•
Een geschreven garantie met een minimumduur van vijf jaar te rekenen vanaf de leveringsdatum van het materieel moet bij de levering overgemaakt worden. Zij moet het geheel van de levering betreffen en bevestigen dat de geleverde bepantsering volledig overeenstemt met het geteste prototype.
Bij beëindiging van de huurperiode zal deze permanente bescherming op kosten van de leverancier verwijderd en/of vernietigd worden. C) De voor- en achterportieren dienen voorzien te zijn van doorlopende stalenbuisversterking ter bescherming van de inzittenden bij een zijdelingse impact.Deze stalenbuisversterking dient aan de portieren vastgelast. D) Twee automatische driepunts veiligheidsgordels vooraan, in de hoogte verstelbaar. Drie driepunts veiligheidsgordels achteraan, automatisch. E) Pyrotechnische gordelspanner voor bestuurder en passagier tot optimalisering van de vasthoudende functie van de autogordel bij een grote vertraging van de auto. F) De opstelling en wegberging van de collectieve bewapening en het materieel is thans gestandaardiseerd. In het belang van de veiligheid van het personeel wordt van deze standaardisatie niet afgeweken. De opstelling/wegberging van de bewapening en het materieel mag het personeel niet hinderen noch schade veroorzaken. G) Een goedgekeurd airbagsysteem voor bestuurder en passagier + zijdelingse airbags vooraan. H) Beschermingsfilm voor de ruiten. •
I)
•
De zij- en achterruiten worden tegen inbraak (diefstal, vandalisme) beveiligd en de passagiers worden bij een ongeval of bij beschieting van de ruiten (verwondingen door rondvliegende glasscherven) beschermd door middel van één of meerdere beschermingsfilms die samen minimum 100 micron en maximum 250 micron dik zijn.
•
Deze bescherming moet qua doeltreffendheid levenslang gewaarborgd worden en krasbestendig, ongevoelig voor water, niet vergelend, schimmelwerend en blijvend doorzichtig zijn.
•
De film moet op de ruit aangebracht worden d.m.v. een polymerisatie van het hechtmiddel.
•
De film moet goed bestand zijn tegen chemische middelen zoals : oliën, alcoholen, koolwaterstoffen, organische oplosmiddelen, zuren, e.a.. De thermische weerstand moet volstaan om brandwonden te voorkomen door rechtstreeks contact met de huid bij blootstelling aan de vlam.
•
De schokweerstand met harde voorwerpen moet ongeveer 10 Joule bedragen zonder dat er glasscherven vallen (1 Joule = de kinetische energie die ontwikkeld wordt door een lichaam van 100 gr. dat 1 meter valt).
•
De weerstand tegen ultravioletstraling vormt een pluspunt en verschillende tinten kunnen overwogen worden waarbij de technische voorwaarden van de voertuigen nageleefd moeten worden.
Een veiligheidsinrichting die, bij een frontale aanrijding, het pedalenstelsel ontkoppeld om de benen en de voeten van de bestuurder te beschermen tegen ernstige kwetsuren.
15. SUPPLEMENTAIRE UITRUSTING.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
8.
• 1 regelbare binnenachteruitkijkspiegel (bestuurder) met dag/nacht stand; • 2 elektrisch regelbare buitenachteruitkijkspiegels (links en rechts); • 1 reglementair geplaatst brandblusapparaat; • 1 gevarendriehoek; • 1 reglementaire verbanddoos; • trekkabel in perlon; • ruitenwissers met minimum twee snelheden + een intervalschakelaar, alsook ruitensproeier vooraan; • benzinetankdop waarbij de toegang gebeurt langs het centraal vergrendelingssysteem; • bestuurder en begeleider moeten elk over een zonneklep kunnen beschikken die zowel frontaal als zijdelings verstelbaar zijn; • efficiënte ontwaseming van voorruit, achterruit en zijruiten; • snelle ontwaseming van de voorruit • getinte ruiten rondom; • vergrendeling van deuren, kofferruimte en benzinetankdop; • 3 stellen autosleutels; • massa-aansluiting van de batterij vastgelast en alle electronische toestellen met eigen leiding aan de massa gekoppeld. • derde stoplicht • waarschuwingstoon voor de koplampen • pre-radio installatie met minimum 8 luidsprekers . 2 in het dashboard, 4 in de deuren en 2 op de hoedenplank.
16. PRIORITEITSALARMINSTALLATIE. A) B)
De elektrische bedieningen en controles van de uitrustingen waaruit de imperiaal bestaat moeten worden samengebracht in een doos die op/in het instrumentenbord wordt bevestigd (plaatsbepaling door de Politie). De bevestiging van de imperiaal moet als volgt gebeuren : •
Met behulp van aan het dak van het voertuig aangepaste bevestigingsmiddelen die een uitstekende stabiliteit en stevigheid van de montage waarborgen. Deze bevestigingsmiddelen alsook de gebruikte moeren en bouten dienen vervaardigd te zijn uit roestvrij materiaal.
•
Met eventuele steunpunten die zodanig zijn opgevat en geplaatst dat ze geen vervormingen aan het dak veroorzaken.
Zodanig dat de oorspronkelijke kwaliteiten van water- en stofdichtheid van het voertuig behouden blijven. Het openen van deuren en koffer mag niet gehinderd of beperkt worden door de aanwezigheid van de imperiaal; De elektrische installatie van de imperiaal en zijn toebehoren moet ontstoord worden; De elektrische kabels tussen de imperiaal en het voertuig moeten : •
C) D) E)
•
Gestandaardiseerd zijn en voorzien zijn van een 'marine-verbinding' VAMA type CT-7. Het imperiaal is voorzien van een beschermende kabel waaraan de 23-polige mannelijke stekker geplaatst is. Het vrouwelijke gedeelte van de stekker heeft een aërodynamische vorm en is vast op het dak gemonteerd.
•
Alle connecties in beide gedeelten van de stekker moeten gesoldeerd zijn en individueel beschermd met geïsoleerde krimpkousen.
•
Zeker een draad omvatten die verbonden is met de massa van het voertuig.
•
Zo verbonden zijn met de binnenkant van het voertuig dat :
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
9.
F)
•
ze niet beschadigd kunnen worden door herhaaldelijke op- en afbouw van de imperiaal;
•
ze gemakkelijk ontkoppeld kunnen worden;
•
ze de oorspronkelijke kwaliteiten behouden van water- en stofdichtheid en geluidsdemping van het voertuig waarop de imperiaal bevestigd is;
• ze de inzittenden niet hinderen en deze er zich niet aan kunnen vasthouden. De aërodynamica van het geheel (voertuig en imperiaal) moet zodanig zijn dat: •
er geen distorsie of vervorming van de onderdelen kan ontstaan, noch aan de imperiaal, noch aan het koetswerk, gelet op het feit dat het voertuig geregeld tegen zijn maximum snelheid zal gebruikt worden.
•
de aërodynamische geluiden die ten gevolge van de aanwezigheid van de imperiaal binnen het voertuig te horen zijn moeten tot het minimum herleid worden; de geluidsverhoging moet gemeten worden wanneer het voertuig tegen een snelheid van 120 km/h rijdt.
•
De stabiliteit en de initiële wegligging van het voertuig mag niet worden beïnvloed door het aanbrengen van de imperiaal.
17. UITRUSTING TE PLAATSEN DOOR DE LEVERANCIER. Ten einde een éénvormige standaarduitrusting, zowel op het gebied van apparatuur als plaatsing, te bewerkstelligen zal volgende apparatuur door de leverancier worden geleverd en geplaatst : A)
Een alarminstallatie bestaande uit : A.1. Op het dak : een niet lineaire lichtbalk Federal Signal type Arjent of een gelijkaardig type met blauwe SOLARIS S2 LEDmodules
• • • •
de lichtbalk is vervaardigd volgens de normen ISO9001
•
Het elektronisch gedeelte bestaat uit verschillende aan elkaar gekoppelde printplaten waarop alle elektronische componenten, inclusief de LED-modules en reflectoren , gesoldeerd zijn.
•
De LED-modules worden over de volledige omtrek verdeeld om een perfecte 360° zichtbaarheid te bekomen.
•
de lichtbalk omvat minimum het volgende:
de lichtbalk heeft een lengte van 110 cm de lichtbalk is vervaardigd in slagvast polycarbonaat, het chassis uit geëxtrudeerd aluminium. de lichtbalk bestaat uit één enkel transparant niveau met blauwe bovenkap. Deze bovenkap heeft een negatieve inclinatie, d.w.z. dat het bovenvlak groter is dan het ondervlak om zodoende geen directe zonlichtinval te bekomen.
•
aan beide uiteinden van de lichtbalk telkens één wit vast zoeklicht van 35 Watt halogeen;
•
vooraan in het midden twee vaste witte zoeklichten van elk 35 Watt halogeen naar voren gericht;
•
Vooraan, tussen de zoeklichten voor en de zijzoeklichten, telkens één SOLARIS-S2 module met 9 blauwe LED’s HI of gelijkwaardig en twee SOLARIS-S2 modules met 6 blauwe LED’s HI of gelijkwaardig.
•
Achteraan ,naast de zijzoeklichten telkens twee SOLARIS-S2 modules met 6 blauwe LED’s HI of gelijkwaardig
•
Achteraan, tussen de blauwe LED-modules , een directionele waarschuwingspijl bestaande uit 6 SOLARIS-S2 modules met 6 oranje LED’s HI of gelijkwaardig
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
10.
•
De directionele pijl moet volgens het volgende concept werken: de pijl moet herhalend opgebouwd worden door een aaneenschakeling van oplichtende modules.
•
Volgende functies zijn minimum vereist : •
een pijl van links naar rechts
•
een pijl van rechts naar links
•
een pijl vanuit het centrum naar buiten
•
een waarschuwingspatroon
A.2. Vooraan : •
worden in de motorgrille twee bijkomende alarmlichten, Federal Signal type Impaxx of een gelijkaardig type ingebouwd :
•
Op de beide slijkweerders vooraan wordt een bijkomende ultra smalle zelfklevende LED flitser Spotflex of een gelijkaardig type geplaatst (plaatsing in overleg met de Politie)
•
•
Afmetingen lxbxd = 61x20x3 mm
•
Voorzien van 3 blauwe LED’s van de 3de generatie
•
IP65/E 13 – CE gekeurd
Worden in de originele koplampen zgn. “Corner Strobes” ingebouwd. Deze strobelampen worden gestuurd door een vermogensgenerator FA-540/E of een gelijkaardig type. Zij worden zo geschakeld dat zij alternerend flitsen bij het aanschakelen van de blauwe prioritaire lichten. •
Kleur : wit
•
Vermogen :35 W
A.3. Achteraan. •
Worden twee bijkomende blauwe alarmlichten Federal Signal type Impaxx of een gelijkaardig type in de binnenzijde van het kofferdeksel/achterklep ingewerkt.
•
De elementen worden zo geschakeld dat zij alternerend flitsen
•
Deze lichten worden automatisch ingeschakeld samen met de overige blauwe signalisatie, doch zullen enkel oplichten bij geopend kofferdeksel/achterklep.
•
Op de beide slijkweerders wordt een bijkomende ultra smalle zelfklevende LED flitser Spotflex of een gelijkaardig type geplaatst (plaatsing in overleg met de Politie) •
Afmetingen lxbxd = 61x20x3 mm
•
Voorzien van 3 blauwe LED’s van de 3 generatie
•
IP65/E 13 – CE gekeurd
de
A.4. Geluidsinstallatie: • Een electronische sirene VAMA type ICS2010 of gelijkaardig type met afstandsbediening BTC500 • De sirene bezit de volgende tonaliteiten: • WAIL : 12 cycli per minuut • YELP : 170 cycli per minuut • HI-LO : 33 cycli per minuut • Het frequentiebereik is van 600 tot 1350 Hz. • Voorzien van een communicatiebus RS485 voor de transmissie van de control data • De sirene wordt aangesloten op een luidspreker Federal Signal Dynamax MS100 met een vermogen van 100 Watt. Deze luidspreker met aluminium behuizing en de volgende afmetingen BxHxD = 15x15x7 cm wordt onder de motorkap bevestigd. Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
11.
• Het stroomverbruik met deze 100 Watt luidspreker zal maximaal 10 A bedragen • De geluidsintensiteit in het voertuig mag zowel rijdend als stilstaand maximaal 85 dBA bedragen. Via de afstandsbediening BTC500 of een gelijkaardig type zal de volledige geluidsgeluids- en belichtingsinstallatie van het voertuig door middel van druktoetsen bediend worden. Ze omvat minstens de volgende functies(toetsen) : • ON/OFF schakelaar • Sirene aan samen met alle blauwe prioritaire lichten (lichtbalk, wisselende koplampen en, bij geopend kofferdeksel/achterklep de blauwe lichten in de achterklep/kofferdeksel) • Dag/nacht selectie van de sirene • Alle blauwe prioritaire lichten • De twee naar voren gerichte zoeklichten • Zijzoeklicht links • Zoeklicht rechts • Wapenklem • Radio • Public Adress (micro geïntegreerd in de afstandsbediening) • Directionele pijl naar links • Directionele pijl naar rechts • Directionele pijl vanuit het centrum naar buiten • Waarschuwingspatroon • Dag/nacht selectie van de lichtintensiteit van de directionele pijl Bij een ingeschakelde prioritaire installatie zal, door het drukken op de originele claxon van het voertuig, een “misthoorngeluid” weerklinken i.p.v. de originele voertuigclaxon. Het volume van de Public Adress is traploos regelbaar d.m.v. een potentiometer, geïntegreerd in de afstandsbediening. Bij het inschakelen van de sirene moet automatisch de gehele prioritaire installatie geactiveerd worden. De prioritaire installatie dient zodanig uitgevoerd te zijn dat het inschakelen van de akoestische signalen enkel kan gebeuren bij werkende optische signalen. Het moet dus onmogelijk zijn om enkel de akoestische signalen in te schakelen. Het aan- en uitschakelen van de overige functies moet afzonderlijk mogelijk zijn. De functietoetsen lichten op indien geactiveerd. De opening van de wapenklem is enkel mogelijk indien de sleutel in het contact steekt en de toets op de bedieningsconsole “Gun-Lock” geactiveerd wordt. Het systeem wordt beschermd door een timerfunctie met max. 10 seconden openingstijd. Er moet een bevestigingssysteem zijn dat toelaat om de afstandsbediening dusdanig op het dashboard te monteren dat deze zowel door de bestuurder als door de begeleider kan bediend worden. Alle druktoetsen worden voorzien van een passend, verlicht pictogram. De verbindingskabel van de afstandsbediening tot de sturingsdoos moet lang genoeg zijn om het gebruik van de geïntegreerde microfoon buiten het voertuig toe te laten. De afstandsbediening wordt op het dashboard gemonteerd buiten de ontplooiingszone van de airbags. Ten einde de éénvormigheid op alle voertuigen te bewerkstelligen dienen de positionering en de functie van de toetsen te voldoen aan het schema in bijlage. Deze volledige installatie dient geplaatst door de ombouwer, volgens de instructies van de fabrikant. Plaatsbepaling in overleg met de Politie. De dak- en/of wanddoorboringen moeten zo zijn uitgevoerd dat het uitzicht niet geschaad wordt, en indringen van water onmogelijk is.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
12.
B) Inrichting tegen storingen van TV en eigen radio-uitrusting (verdeler, weerstanden, schermkappen, condensator, massa-banden, e.a.). C) Levering, en plaatsing en aansluiting van een stroomgever op het instrumentenbord voor het gebruik van apparaten, die maximum 100 Watt verbruiken D) Levering, plaatsing en aansluiting van een carkit CARK 91-B voor een draagbaar ASTRID radiotoestel merk NOKIA THR880i . De algemene houdersvergunning van de installateur uitgereikt door het B.I.P.T. moet bij de inschrijving gevoegd worden. E) Levering, plaatsing en aansluiting van een elektrische wapenhouder Falcon ELS-220 met sleutel of een gelijkaardig type voor het machinepistool (plaatsbepalin plaatsbepaling plaatsbepaling in overleg met de Politie) Politie F) Plaatsing en aansluiting van twee lamphouders en voeding voor een staaflamp (geleverd geleverd en plaatsbepaling door de Politie) Politie G) De originele plafondverlichting wordt vervangen door een combinatie van een plafondverlichting van min. 10 Watt met aan beide zijden van deze verlichting een richtbare spot met een vermogen van min. 20 Watt en een OP/AF schakelaar voor deze spot. Deze drie verlichtingen zijn ondergebracht in één behuizing. De eventuele opening veroorzaakt door het verwijderen van de oude plafondverlichting dient op een vakkundige wijze afgewerkt in dezelfde kleur als de dakbekleding. H) Antenne : Leveren en plaatsen van antenne(s) en leggen van de antenneleiding(en) naar het instrumentenbord in overleg met de Politie. Het gat voor antenneplaatsing dient vertind voor beter contact. In de dakbekleding wordt onder de antenneaansluiting een afsluitbare opening voorzien die het mogelijk maakt werkzaamheden aan deze aansluiting uit te voeren zonder de hele dakbekleding te demonteren. De afsluitdop heeft dezelfde kleur als de dakbekleding. 18. WIJZE VAN UITVOERING DER WERKEN. A)
De aanpassingswerken en de plaatsing van de supplementaire apparatuur dienen op een degelijke en professionele wijze uitgevoerd. B) De plaatsing van de bijkomende uitrusting (zie punten 14 - 15 en 16) dient te gebeuren d.m.v. bouten en zelfborgende moeren. De bouten en moeren die onderhevig zijn aan vocht dienen vervaardigd uit een roestvrij materiaal. De wapenklemmen en de bijhorende steunen dienen zodanig bevestigd en gezekerd dat het verwijderen van de wapenklem en/of steunen door derden onmogelijk is. C) De bouten moeten van een juiste doormeter en lengte zijn en dienen zo gemonteerd dat bij de werkzaamheden geen kwetsuren van enigerlei aard kunnen optreden. D) De elektrische aftakkingen dienen te gebeuren op vaste aftakpunten. Aftakken op een draad of het gebruik van zogenaamde 'stroomdieven' is verboden. E) Alle elektrische aansluitingen dienen te gebeuren volgens elektrische schema's in bijlage. De draaddoorsnede; draadkleur; de volgorde, het aantal en de stroomsterkte van de zekeringen dienen gerespecteerd. De aansluitdraden dienen uitgerust met reglementaire, genormaliseerde en geïsoleerde kabelschoenen. F) Alle massa-aansluitingen van de bijgeplaatste apparatuur moeten aan het koetswerk gesoldeerd of aangesloten worden op negatief batterij. G) De elektrische leidingen dienen op een zorgvuldige wijze gelegd en op regelmatige afstand (max. 30 cm) bevestigd aan het koetswerk d.m.v. strips of kabelklemmen. H) De zekeringskast met de complementaire steekzekeringen dient op een gemakkelijk toegankelijke plaats gemonteerd binnen in het voertuig. voertuig Zij dient alle bijkomende zekeringen te bevatten. I) De elektrische leidingen naar de wapenklemmen dienen op een degelijke manier afgeschermd, zodat het doorknippen van de leidingen en het verbinden met een hulpbatterij onmogelijk wordt. J) De apparatuur die op of in het instrumentenbord wordt geplaatst (radioapparatuur, commandorelaiskast ) dienen op een trillingsabsorberend materiaal te worden gemonteerd. K) Alle door de ombouw of plaatsing van bijkomende apparatuur ontstane punten of kanten, die op één of andere manier tot kwetsuren kunnen leiden dienen op een degelijke manier van een bescherming te worden voorzien.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
13.
L)
Voor alle door de leverancier bijgeplaatste schakelaars dienen zo veel mogelijk originele schakelaars gebruikt te worden die in de nog beschikbare daarvoor voorziene plaatsen op het instrumentenbord dienen geplaatst te worden. M) Alle schakelaars dienen voorzien van een bijschrift (pictogram).
19. HANDLEIDINGEN. Elk voertuig dient voorzien van de volgende documenten opgesteld in de Neder Nederlandse taal : • een instructieboekje • een onderhoudsboekje met het volledig onderhoudsschema van het voertuig • een handleiding van elke, door de leverancier geleverde supplementaire uitrusting • een volledig elektrisch schema van het voertuig met kleurcode en verklarende tekst. Dit schema moet alle aangebrachte wijzigingen en uitgevoerde installaties bevatten. • alle attesten van de gebruikte materialen voor de ombouw van het voertuig • alle bescheiden voor de opvolging van de waarborg voor de ombouw van het voertuig Indien bovengenoemde documenten niet in de Nederlandse taal beschikbaar zijn, zal de leverancier in een vertaling naar de Nederlandse taal voorzien. Deze vertaling zal samen met de originele anderstalige handleiding bijgevoegd worden. Bij het totaal ontbreken van een handleiding zal door de leverancier eigenhandig een handleiding in de Nederlandse taal opgesteld worden van de desbetreffende apparatuur.
20. ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN. A)
B)
De aannemer verbindt er zich toe om aan de hiernavolgende voorwaarden, door een erkend dealer, die op zijn voorstel in overleg met de politie wordt aangeduid, de levering van het voertuig alsmede het volledig onderhoud volgens de instructies en aanbevelingen van de constructeur en alle herstellingen aan het verhuurd voertuig te laten uitvoeren. In volledig onderhoud en alle herstellingen, dewelke zijn inbegrepen in de leasingprijs, moet o.m. verstaan worden: •
de onderhoudsbeurten voorzien door de aannemer mits inachtneming van de voorschriften van de constructeur. Er dient eveneens rekening gehouden met de aanbevelingen van de constructeur voor gebruik in: •
overwegend stadsverkeer
•
overwegend korte ritten
•
zware belasting
•
De periode tussen twee onderhoudsbeurten zal echter nooit meer dan 15000 km of 1 jaar bedragen;
•
het onverwijld uitvoeren van alle herstellingen ten gevolge van normale slijtage, rekening houdend dat deze voertuigen 24 op 24 uur rijden. Deze herstellingen dienen met voorrang en binnen maximum 5 (vijf) werkdagen uitgevoerd, behalve in geval van ondubbelzinnig aangetoonde heirkracht. Indien de herstelling niet binnen de 5 werkdagen kan uitgevoerd worden, dient een vervangwagen van dezelfde categorie ter beschikking gesteld te worden.
•
alle herstellingen, herstellingen ook deze voortvloeiend uit opmerkingen van de automobielinspectie en deze voortvloeiend uit ongevallen (voortvloeiend uit ongevallen worden geregeld via omnium verzekering in aangenomen waarde afgesloten door het bestuur);
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
14.
•
het vervangen en/of herstellen van banden : buiten de eerste vijf banden voorziet het contract een band per schijf van 10.000 km (dus : 5 jaar à 30.000 km/jaar = 150.000 km = 15 banden , de 5 banden af fabriek NIET meegerekend)
•
vervangen van ruiten en lichten t.g.v. sleenslag of dergelijke (geen aanrijdingen);
er dient een pechverhelpingsdienst voorzien van 24 uur op 24 uur, zater-, zon- en feestdagen inbegrepen. Pechverhelping dient te omvatten : slepen, bijstand bij pech, ongeval, inbraak, vandalisme, glasbreuk e.a.. Om éénvormigheid binnen het korps te behouden dient deze pechverhelpingsdienst afgesloten bij VAB. indien de verhuurder ter gelegenheid van een herstelling vaststelt dat de oorzaak van de defecten te wijten zijn aan onoordeelkundig gebruik of abnormale slijtage dient het bestuur per fax hiervan verwittigd, zodat een onderzoek door de Politie kan worden gedaan alvorens extra kosten aan het bestuur kunnen worden doorgerekend. Faxnr. Politie, Logistieke Dienst : 03/270.44.33 Bij het einde van de opdracht dienen alle insignes van de stad alsook alle politiekentekens en -materieel verwijderd op kosten van en door de aannemer die hiervoor steeds verantwoordelijk blijft. •
C)
D)
21. OPTIE. Bij de inschrijving dient de meerprijs voor elk van volgende opties afzonderlijk medegedeeld. •
Automatische versnellingsbak i.p.v. handgeschakelde versnellingsbak
•
Ingebouwd GPS-navigatiesysteem met routeberekening BeNeLux •
Groot kleurenscherm
•
Aanduiding van de te volgen route op kaart (geen “bolleke-pijl”)
•
De aannemer zal alle specificaties van het aangeboden GPS systeem bij de inschrijving voegen, alsook de mogelijkheden qua interfacing met externe systemen.
•
De aannemer zal bij een inschrijving op deze optie een volledig werkend systeem, ingebouwd in een voertuig, aanbieden. Dit systeem zal door de politie uitvoerig getest worden op werking en gebruiksvriendelijkheid.
•
Gezien de operationele waarde van het navigatiesysteem en de eventuele mogelijkheid om dit systeem te kunnen aansturen door een extern systeem (buiten de scope van deze offerteaanvraag) zal hieraan een grote waarde gehecht worden bij de beoordeling.
•
Bij de beoordeling van het GPS systeem zal grote aandacht besteed worden aan de snelheid en accuraatheid waarmee de route wordt aangegeven, alsook aan de ergonomie van de bediening en de leesbaarheid van het scherm in de meest ongunstige omstandigheden.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
15.
Bijlage : Functies toetsen afstandsbediening .
BTC500
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
16.
PERCEEL 4 Het leveren van min. 1 lichte bestelwagen in politieuitvoering op basis van een leasingcontract op lange termijn, duur van zestig (60) maanden aan 30 000 km/jaar, met volledig onderhoud, voor de Lokale Politie Antwerpen. Een eventuele verlenging van de leasingtermijn met maximum 6 maanden dient mogelijk te zijn tegen dezelfde voorwaarden. Desgevallend zal een aangetekend schrijven gericht worden aan de verhuurder. Aantal: minimum 1 Algemeen: De inschrijver is verplicht op straf van nietigheid, bij zijn inschrijving een beschrijving bij te voegen opgesteld volgens de indeling van dit bestek. 1. Algemene conceptie 2. Ecologische criteria 3. Type voertuig 4. Prestaties 5. Ophanging - wegligging - wendbaarheid 6. Motor 7. Transmissie 8. Stuurinrichting en besturing 9. Remsysteem 10. Banden en wielen 11. Elektrische installatie 12. Koetswerk 13. Comfort van het personeel 14. Veiligheid van het personeel 15. Supplementaire uitrusting 16. Prioriteitsalarminstallatie 17. Uitrusting te plaatsen door de leverancier 18. Wijze van uitvoering der werken 19. Onderhoud 20. Opties
1. ALGEMENE CONCEPTIE. A) Het gaat om voertuigen ingericht voor het gecombineerde vervoer van personen (5 plaatsen) en lichte vrachten (± 500 kg). Deze voertuigen moeten worden uitgerust als politiepatrouillewagen met striping en prioriteitsalarminstallatie volgens bestaande nomenclatuur. B) De voertuigen moeten van een in België gecommercialiseerd type zijn. De inschrijver moet een PVG, dat door het Belgisch Ministerie van Verkeerswezen afgeleverd is, aan de technische offerte toevoegen. C) De te leveren voertuigen moeten nieuw zijn en van het laatste model dat op de markt is. Zij moeten vrij zijn van elk gebrek of elke constructiefout die zijn uitzicht, de goede werking, stevigheid of gebruiksduur kan schaden. D) De voertuigen moeten overeenstemmen met de wettelijke bepalingen die voor dit type van materiaal op het ogenblik van de levering van kracht zijn, in het bijzonder met het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968, houdende het algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen en de voorschriften van het algemeen reglement op de
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
17.
arbeidsbescherming (ARAB) en van de wetgeving op het welzijn (wet van 4/8/1996) en alle daaraan verbonden uitvoeringsbesluiten. E) De voertuigen dienen eveneens te voldoen aan het Koninklijk Besluit van 26 februari 1981 en haar wijzigingen houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen.
2. ECOLOGISCHE CRITERIA. A. De voertuigen dienen te voldoen aan alle normen zoals voorzien in Omzendbrief 307 quinquies dd. 13 juli 2009, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 3 augustus 2009. B. De beschilderingen en verven moeten gerealiseerd zijn met bekledingsmateriaal dat vrij is van grondstoffen (vullingen, kleurstoffen, droogmiddelen) die lood, chroom VI of cadmium bevatten. C. De plastic delen moeten duidelijk gemerkt zijn met het oog op hun recyclage. D. Bij het demonteren moeten de incompatibele en gevaarlijke materialen gescheiden kunnen worden E. De airconditioning-installatie mag geen stoffen bevatten die schadelijk zijn voor de ozonlaag. Het potentieel tot het vernietigen van ozon moet gelijk zijn aan 0. F. Ecoscore dient minstens 72 te zijn.
3. TYPE VOERTUIG. A) Het betreft voertuigen van de middenklasse, type lichte bestelwagen met ruiten, met volgende minimum buitenafmetingen : •
lengte : 4300 mm
•
breedte :1680 mm
• hoogte :1750 mm B) en volgende minimale binnenafmetingen en capaciteit : •
lengte laadvloer :
1650 mm (met neergeklapte zetels)
•
breedte tussen de wielkasten :
1100 mm
•
hoogte :
1170 mm
•
laadvolume :
2,4 m³
• nuttig laadvermogen : 500 kg C) De voertuigen moeten de mogelijkheid bieden om 4 personen en hun interventiemateriaal of 5 personen zonder uitrusting te vervoeren.
4. PRESTATIES. A) Opdat het voertuig zich gemakkelijk in het wegverkeer zou kunnen voortbewegen moet het beweeglijk en voldoende snel zijn. B) Het voertuig zal op de weg getest worden. Deze test zal uitgevoerd worden met een voertuig dat een last vervoert die overeenstemt met het minimum gewicht van het personeel met uitrusting dat aan boord kan plaatsnemen, en met de normale technische hulpmiddelen die zich aan boord van ieder dienstvoertuig bevinden. C) De acceleratie van de voertuigen van 0 tot 100 km/h zal in maximum 17 seconden moeten gebeuren, dit met volledige belasting en volledige uitrusting. D) De maximumsnelheid op vlakke weg met het zoals in punt B geladen voertuig moet minimum 140 km/uur bedragen en dit gedurende 1 uur. E) De autonomie van het voertuig moet minimum 500 km bedragen. Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
18.
5. OPHANGING - WEGLIGGING - WENDBAARHEID. De ophanging moet toelaten de motorprestaties ten volle te benutten vooral op bochtige wegen of in een stedelijke omgeving. Ze moet zowel aangepast zijn aan de hoge snelheid die het voertuig kan bereiken, als aan de remvoorzieningen van het voertuig. Het voertuig dient een optimale wendbaarheid te bieden, in het bijzonder in de stad tegen hoge snelheid.
6. MOTOR. A) Dieselmotor met oxydatiekatalysator. Conform de Europese emissienormen geldig op het ogenblik van levering en dient minstens aan de Euro5 norm te voldoen B) Een zo laag mogelijke CO2 uitstoot C) Cilinderinhoud van de categorie 1700 cc – 2000cc D) Vermogen : min. 74 kW (100 pk) E) Er zal veel belang worden gehecht aan het voertuig dat de beste verhouding gewicht (kg)/reëel vermogen (Watt) biedt. F) Omwille van de operationele efficiëntie bij koud weer dienen de dieselmotors uitgerust met een apparaat dat voorkomt dat brandstoffilters en -voorfilters verstopt raken door de kristallisatie van koolwaterstofparafines. Dit apparaat moet in elk geval de brandstof kunnen verwarmen tijdens de voorverwarmingsperiode en de temperatuurstijging van de motor. Het apparaat voor de verwarming van de brandstof mag slechts werken als het contact ingeschakeld is en alleen bij koud weer. Het moet aangepast zijn aan de motorkracht en andere technische gegevens van het voertuig.
7. TRANSMISSIE. A) Handbediende versnellingsbak, met de versnellingspook op de vloer of een zogenaamde “Joy-stick”bediening in het dashboard, met ten minste 5 volledig gesynchroniseerde versnellingen vooruit en 1 achteruit. Bij het rijden (en zeker bij prioritair rijden) is het belangrijk dat de autovoerder beide handen aan het stuur houdt om sneller en nauwkeuriger te reageren op onverwachte gebeurtenissen. Een handgeschakelde versnellingsbak is in deze niet de veiligste optie. Er dient voorzien in een optie voor een automatische, dan wel geautomatiseerde versnellingsbak. Bijkomende eis is dat het voertuig zonder demonteren van aandrijfelementen weggesleept moet kunnen worden en in voorkomend geval zelfs bij lege batterij de motor via slepen/duwen gestart kan worden. B) Voorzien van de volgende veiligheidssystemen : •
ASR : antislip regeling
•
ESP : elektronisch stabiliteits programma
8. STUURINRICHTING EN BESTURING. A) B) C) D) E)
De stuurinrichting van de voertuigen bevindt zich links in de rijrichting. Hydraulisch bekrachtigde stuurinrichting voorzien van een veiligheidsstuurkolom. In de hoogte en diepte verstelbare stuurkolom. Draaicirkel (tussen muren) : max. 11,5 m De grote wendbaarheid van de voertuigen zal een beoordelingselement zijn.
9. REMSYSTEEM. A) Het remsysteem dient aangepast te zijn aan de hoge snelheid die het voertuig kan ontwikkelen. B) Dubbel diagonaal gescheiden hydraulisch remsysteem, met een rembekrachtiger.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
19.
C) D) E) F) G)
Anti-blokkeringssysteem op de vier wielen voorzien van de wettelijke homologatie. Het voertuig moet voorzien zijn van schrijfremmen vooraan en achteraan. Automatische remkrachtregelaar (druk- en lastafhankelijk) op de achteras. Onafhankelijke mechanische handrem. Asbestvrije remvoering.
10. BANDEN EN WIELEN. A) Het bandenstel, de reserveband inbegrepen, moet bestaan uit radiaalbanden. De banden moeten door de voertuigconstructeur in functie erkend zijn. B) De banden moeten gekozen worden in functie van de topsnelheid van het voertuig, de acceleratie en de remvoorzieningen. Dat moet ook het geval zijn voor de reserveband. C) De te leveren voertuigen moeten uitgerust zijn met banden van hetzelfde merk en hetzelfde type als die waarmee de in de offerte vooropgestelde voertuigen zijn uitgerust. D) De voertuigen moeten met sneeuwkettingen uitgerust kunnen worden. E) De velgen mogen niet vervaardigd zijn uit een lichtmetalen legering. F) De wielen en de banden (reservewiel en -band inbegrepen) moeten van hetzelfde merk, type en afmetingen zijn. Volwaardig reservewiel. G) 5 (vijf) winterbanden op velg. De modaliteiten betreffende stockage en omwisseling van de banden dient beschreven in de offerte.
11. ELEKTRISCHE UITRUSTING. A) De voeding van de voertuigen is 12V DC met een batterij van minimum 72 Ah. Het voertuig moet integraal elektrisch voldoen aan de Europese EMC norm. B) De elektrische installatie van de bijkomende politie-uitrusting moet volgens de aanwijzingen van de Politie gebeuren. C) Alle elektrische uitrustingen moeten door zekeringen beschermd worden. Buiten de door de fabrikant voorziene zekeringkast worden complementaire automatische steekzekeringen geëist voor de gevraagde bijkomende uitrusting. D) Om het gebruik van de telecommunicatiemiddelen mogelijk te maken in de aan de Politie voorbehouden frequentiebanden VHF en UHF moet de volledige elektrische installatie ontstoord worden. E) De alternator moet een stroom kunnen leveren die minstens gelijk is aan de hoeveelheid stroom nodig om alle stroomverbruikende voorzieningen gelijktijdig te doen werken, plus één tiende van de totale capaciteit van de batterijen. F) Er moet een elektrische achterruitverwarming aanwezig zijn. G) De koplampen moeten van het type halogeen of xenon zijn. H) Een gestandaardiseerd contact voor een sigarenaansteker moet het gebruik mogelijk maken van apparaten die maximum 100 Watt verbruiken. I) Het voertuig wordt uitgerust met een “Key-Out” antistartsysteem met de volgende functionaliteiten : •
Laat de gebruiker toe te werken in de nabijheid van het voertuig terwijl men op elk moment de controle over het voertuig blijft behouden
•
De motor van het voertuig blijft draaien zonder contactsleutel
•
Werkt enkel wanneer de handrem is opgetrokken
•
Het stuurslot wordt geactiveerd
•
Centrale vergrendeling en alle andere veiligheidsvoorzieningen van het voertuig blijven normaal werken
•
Wanneer geprobeerd wordt weg te rijden met het voertuig zonder sleutel, zal de motor stilvallen.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
20.
12. KOETSWERK. A) Zelfdragend stalen koetswerk. B) Het koetswerk moet volledig tegen corrosie beschermd zijn. Het procédé moet in de offerte worden beschreven alsook de opvolging, de uit te voeren behandeling, en de frequentie ervan. C) De kleur van de voertuigen moet gecommercialiseerd wit zijn. Om de zichtbaarheid in het verkeer en de herkenbaarheid van de voertuigen te verhogen wordt geadviseerd om de bumpers van de voertuigen in een opvallende kleur uit te voeren (bv. signaaloranje RAL 2010, 3024,3026 of gelijkwaardig). D) Markeringen aanbrengen als volgt: E) Striping Lokale Politie aanbrengen volgens de nieuwe nomenclatuur . F) Aanbrengen van de daknummering volgens de richtlijnen van de Federale Overheid. De daknummers zullen door de Lokale Politie Antwerpen aan de ombouwer medegedeeld worden. G) Het voertuig moet volgende onontbeerlijke toegangen hebben: •
een scharnierende deur voor de bestuurder;
•
een scharnierende deur voor de begeleider;
•
een schuifdeur langs beide zijden, voorzien van een stevige sluitnok die het mogelijk maakt met open deur te rijden. De schuifdeuren moeten in openstand automatisch vergrendelen;
achteraan: twee openslaande deuren die van binnenuit kunnen geopend worden op minimaal 90° met blokkering; Alleen wanneer de deuren met de sleutel gesloten zijn moet de mogelijkheid bestaan om het ontgrendelen langs de binnenkant van het achterste compartiment te verhinderen. H) Voor- en achteraan moet een sleephaak voorzien zijn. I) Platte vloer in achterste compartiment. J) Het achterste compartiment is aan beide zijden voorzien van ruiten. K) Het voertuig is voorzien van achteruitrijsensoren in de achterbumper. L) Alle deurdrempels dienen voorzien van slipwerende strips die uitglijden tijdens het in- en uitstappen dienen te vermijden. M) NCAP veiligheidsnorm 5 sterren voor de inzittenden (zie www.euroncap.com). •
13. COMFORT VAN HET PERSONEEL. A) De afwasbare dakbekleding en zijwandbekleding moet zowel in het voorste als het achterste compartiment worden aangebracht. Zij moet door toevoeging van isolatie tussen het koetswerk en de bekleding warmteverlies beperken. B) De voertuigen worden vooraan van zitplaatsen voorzien die het comfort van het vervoerde personeel waarborgen. C) De zetels van het voorste compartiment bestaan uit : •
één zetel voor de bestuurder;
• één zetel voor begeleider/passagier; D) Beide zetels moeten van een in de hoogte verstelbare hoofdsteun voorzien zijn. E) De rugleuning van de passagierszetel is zodanig neerklapbaar dat deze kan gebruikt worden als werktafel voor het raadplegen van documenten e.d. F) De voertuigen worden achteraan voorzien van een 2/3 - 1/3 neerklapbare bank. Deze bank is tevens volledig wegklapbaar en voorzien van drie verwijderbare hoofdsteunen. G) De zetel van de bestuurder moet gemakkelijk verstelbaar zijn in de lengte- en hoogterichting en dient eveneens uitgerust met een verstelbare rugleuning. H) De bekleding van de zetels moet sterk en gemakkelijk te onderhouden zijn. Op de beide zijden van de rugleuningen worden extra verstevigingen voorzien. Dit om een snelle slijtage door de kolf van het dienstwapen te voorkomen. I) Opbergvakken in de voordeuren Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
21.
J) K) L) M)
In de ramen van het achterste compartiment dient minstens één schuifraam of klapraam voorzien. Het voertuig dient geïsoleerd te zijn ten einde geluidsoverlast te beperken. Centrale deurvergrendeling met infrarood afstandsbediening en wegrijblokkering. Manuele airco
14. VEILIGHEID VAN HET PERSONEEL. Met de onderstaande elementen zal inzonderheid rekening gehouden worden bij de beoordeling van de veiligheid van het personeel : A. Het ruitoppervlak van het voertuig moet zo groot mogelijk zijn en uit veiligheidsglas bestaan. De voorruit moet evenwel uit gelaagd glas vervaardigd zijn. De achterruit moet een maximaal zicht via de binnenachteruitkijkspiegel mogelijk maken. Niets mag de zichtbaarheid hinderen. B. Een goedgekeurd airbagsysteem + zijairbags voor bestuurder en passagier. C. De voertuigen moeten voorzien worden van een permanente gedeeltelijke bepantsering van het NIET beglaasde gedeelte van de voordeuren. De bepantsering zal van de ballistische klasse FB4(s) zijn volgens de norm NBN EN 1522. Voor alle definities (schootsafstand, inslagsnelheid, doorboring …) en de testmethode wordt verwezen naar de norm NBN EN 1523 met uitzondering van de munitie 357 Magnum die van het type Soft Point zal zijn. •
Ten einde éénvormigheid met het bestaande patrimonium te bereiken dient deze permanen permanente bescherming geleverd en geplaatst door een door de fabrikant van het kogelwerend kogelwerend ma materiaal erkende installateur.
•
Indien men voor de beschermende bekleding gebruik maakt van synthetische producten moeten deze in waterdichte uitrusting worden verpakt.
•
Indien nodig zullen de scharnieren van de voorste deuren, met het oog op het gewicht van de bepantsering, verstevigd worden.
•
De leverancier moet in de offerte de aard en de ballistische waarde van de gebruikte materialen beschrijven alsook de kwaliteit van de methode van vasthechting aan het voertuig.
•
Een door de Proefbank van de Vuurwapens te Luik of door de Koninklijke Militaire School Leerstoel Bewapening en Ballistiek - te Brussel afgeleverd gelijk-vormigheidsattest betreffende de kwaliteit van de pantsering en de vasthechting ervan moet bij de door de leverancier ingediende offerte gevoegd worden.
•
Het attest van de Proefbank of van de Koninklijk Militaire School mag niet langer dan één jaar afgeleverd zijn op het ogenblik dat de offerte wordt ingediend.
•
Een geschreven garantie met een minimumduur van vijf jaar te rekenen vanaf de leveringsdatum van het materieel moet bij de levering overgemaakt worden. Zij moet het geheel van de levering betreffen en bevestigen dat de geleverde bepantsering volledig overeenstemt met het geteste prototype.
Bij beëindiging van de huurperiode zal deze permanente bescherming op kosten van de leverancier verwijderd en/of vernietigd worden. Twee automatische driepunts veiligheidsgordels vooraan, in de hoogte verstelbaar. Drie driepunts veiligheidsgordels achteraan, automatisch. Pyrotechnische gordelspanner voor bestuurder en passagier tot optimalisering van de vasthoudende functie van de autogordel bij een grote vertraging van de auto. De opstelling en wegberging van de collectieve bewapening en het materieel is thans gestandaardiseerd. In het belang van de veiligheid van het personeel wordt van deze standaardisatie niet afgeweken. De opstelling/wegberging van de bewapening en het materieel mag het personeel niet hinderen noch schade veroorzaken. Een goedgekeurd airbagsysteem voor bestuurder en passagier + zijdelingse airbags vooraan. Beschermingsfilm voor de ruiten. •
D. E. F.
G. H.
•
De zij- en achterruiten worden tegen inbraak (diefstal, vandalisme) beveiligd en de passagiers worden bij een ongeval of bij beschieting van de ruiten (verwondingen door rondvliegende
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
22.
glasscherven) beschermd door middel van één of meerdere beschermingsfilms die samen minimum 100 micron en maximum 250 micron dik zijn. •
De zijruiten van de bestuurderscabine worden voorzien van een 100% doorzichtige folie, voor de zijruiten van het achterste compartiment wordt een donkere folie voorzien, waarbij het onmogelijk is van buitenaf in het voertuig te kijken. De zichtbaarheid van binnen naar buiten blijft wel gegarandeerd, zelfs bij nacht.
•
Deze bescherming moet qua doeltreffendheid levenslang gewaarborgd worden en krasbestendig, ongevoelig voor water, niet vergelend, schimmelwerend en blijvend doorzichtig zijn.
•
De film moet op de ruit aangebracht worden d.m.v. een polymerisatie van het hechtmiddel. De film moet goed bestand zijn tegen chemische middelen zoals : oliën, alcoholen, koolwaterstoffen, organische oplosmiddelen, zuren, e.a.). De thermische weerstand moet volstaan om brandwonden te voorkomen door rechtstreeks contact met de huid bij blootstelling aan de vlam.
•
De schokweerstand met harde voorwerpen moet ongeveer 10 Joule bedragen zonder dat er glasscherven vallen (1 Joule = de kinetische energie die ontwikkeld wordt door een lichaam van 100 gr. dat 1 meter valt).
•
De weerstand tegen ultravioletstraling vormt een pluspunt en verschillende tinten kunnen overwogen worden waarbij de technische voorwaarden van de voertuigen nageleefd moeten worden.
15. SUPPLEMENTAIRE UITRUSTING. • 2 regelbare binnenachteruitkijkspiegels (bestuurder + begeleider) de spiegel voor de bestuurder is een veiligheidsspiegel met dag/nacht stand; • 2 regelbare buitenachteruitkijkspiegels (links en rechts); • 1 reglementair geplaatst brandblusapparaat; • 1 gevarendriehoek; • 1 reglementaire verbanddoos; • trekkabel in perlon; • ruitenwissers met minimum twee snelheden + een intervalschakelaar, alsook ruitensproeier, voor- en achteraan; • benzinetankdop met sleutel, behalve indien de toegang gebeurt langs het centraal vergrendelingssysteem; • bestuurder en begeleider moeten elk over een zonneklep kunnen beschikken die zowel frontaal als zijdelings verstelbaar zijn; • efficiënte ontwaseming van voorruit, achterruit en zijruiten; • snelle ontwaseming van de voorruit • getinte ruiten rondom; • vergrendeling van deuren en benzinetankdop; • 3 stellen autosleutels; • in de hoogte verstelbare veiligheidsriemen voor- en achteraan; • massa-aansluiting van de batterij vastgelast en alle elektronische toestellen met eigen leiding aan de massa gekoppeld. • spatlappen vooraan en achteraan • derde stoplicht achteraan • trekhaak achteraan type bol + elektrische aansluiting 7-polig
16. PRIORITEITSALARMINSTALLATIE. Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
23.
A) Op het dak een niet lineaire lichtbalk Federal Signal type Arjent of een gelijkaardig type met blauwe SOLARIS LEDmodules
• • •
de lichtbalk is vervaardigd volgens de normen ISO9001 de lichtbalk heeft een lengte van 110 cm de lichtbalk omvat minimum het volgende: •
aan beide uiteinden van de lichtbalk telkens één wit vast zoeklicht van 50 Watt halogeen;
•
vooraan in het midden twee vaste witte zoeklichten van elk 50 Watt halogeen naar voren gericht;
•
Vooraan, tussen de zoeklichten voor en de zijzoeklichten, telkens twee SOLARIS-LED modules met 9 blauwe LED’s HI of gelijkwaardig
•
Achteraan ,naast de zijzoeklichten telkens één SOLARIS-LED module met 9 blauwe LED’s HI of gelijkwaardig
•
Achteraan, tussen de beide LED-modules , een directionele waarschuwingspijl bestaande uit 6 SOLARIS-LED modules met 6 oranje LED’s HI of gelijkwaardig
•
De directionele pijl moet volgens het volgende concept werken: de pijl moet herhalend opgebouwd worden door een aaneenschakeling van oplichtende modules.
•
Volgende functies zijn minimum vereist : •
een pijl van links naar rechts
•
een pijl van rechts naar links
•
een pijl vanuit het centrum naar buiten
•
een waarschuwingspatroon
•
De bevestiging van de imperiaal moet als volgt gebeuren: 1. Met behulp van aan het dak van het voertuig aangepaste bevestigingsmiddelen die een uitstekende stabiliteit en stevigheid van de montage waarborgen. Deze bevestigingsmiddelen alsook de gebruikte moeren en bouten dienen vervaardigd te zijn uit roestvrij materiaal. 2. Met eventuele steunpunten die zodanig zijn opgevat en geplaatst dat ze geen vervormingen aan het dak veroorzaken. 3. Zodanig dat de oorspronkelijke kwaliteiten van water- en stofdichtheid van het voertuig behouden blijven ('marine' -bevestiging).
• • •
Het openen van deuren mag niet gehinderd of beperkt worden door de aanwezigheid van de imperiaal; De elektrische installatie van de imperiaal en zijn toebehoren moet ontstoord worden; De elektrische kabels tussen de imperiaal en het voertuig moeten : 1. Gestandaardiseerd zijn en voorzien zijn van een 'marine-verbinding' VAMA type CT-7. Het imperiaal is voorzien van een beschermende kabel waaraan de 19-polige mannelijke stekker geplaatst is. Het vrouwelijke gedeelte van de stekker heeft een aëro-dynamische vorm en is vast op het dak gemonteerd. Alle connecties in beide gedeelten van de stekker moeten gesoldeerd zijn en individueel beschermd met geïsoleerde krimpkousen. 2. Zeker een draad omvatten die verbonden is met de massa van het voertuig. 3. Zo verbonden zijn met de binnenkant van het voertuig dat : • ze niet beschadigd kunnen worden door herhaaldelijke op- en afbouw van de imperiaal; • ze gemakkelijk ontkoppeld kunnen worden; • ze de oorspronkelijke kwaliteiten behouden van water- en stofdichtheid en geluidsdemping van het voertuig waarop de imperiaal bevestigd is;
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
24.
• ze de inzittenden niet hinderen en deze er zich niet aan kunnen vasthouden. De dak- en/of wanddoorboringen moeten zo zijn uitgevoerd dat het uitzicht niet geschaad wordt, en indringen van water onmogelijk is. De aërodynamica van het geheel (voertuig en imperiaal) moet zodanig zijn dat : 1. er geen distorsie of vervorming van de onderdelen kan ontstaan, noch aan de imperiaal, noch aan het koetswerk, gelet op het feit dat het voertuig geregeld tegen zijn maximum snelheid zal gebruikt worden. 2. de aërodynamische geluiden die ten gevolge van de aanwezigheid van de imperiaal binnen het voertuig te horen zijn moeten tot het minimum herleid worden; de geluidsverhoging moet gemeten worden wanneer het voertuig tegen een snelheid van 120 km/h rijdt. 3. De stabiliteit en de initiële wegligging van het voertuig mag niet worden beïnvloed door het aanbrengen van de imperiaal. B) Vooraan • worden in de motorgrille twee bijkomende alarmlichten, Federal Signal type Impaxx of een gelijkaardig type ingebouwd :
•
•
•
Op de beide slijkweerders vooraan wordt een bijkomende ultra smalle zelfklevende LED flitser Spotflex of een gelijkaardig type geplaatst (plaatsing in overleg met de Politie) •
Afmetingen lxbxd = 61x20x3 mm
•
Voorzien van 3 blauwe LED’s van de 3de generatie
•
IP65/E 13 – CE gekeurd
Worden in de originele koplampen zgn. “Corner Strobes” ingebouwd. Deze strobelampen worden gestuurd door een vermogensgenerator FA-540/E of een gelijkaardig type. Zij worden zo geschakeld dat zij alternerend flitsen bij het aanschakelen van de blauwe prioritaire lichten. •
Kleur : wit
• Vermogen :35 W C) Achteraan. • Op de beide slijkweerders wordt een bijkomende ultra smalle zelfklevende LED flitser Spotflex of een gelijkaardig type geplaatst (plaatsing in overleg met de Politie) •
Afmetingen lxbxd = 61x20x3 mm
•
Voorzien van 3 blauwe LED’s van de 3de generatie
• IP65/E 13 – CE gekeurd D) Geluidsinstallatie: • Een elektronische sirene VAMA type ICS2010 of gelijkaardig type met afstandsbediening BTC500 of een gelijkaardig type • De sirene bezit de volgende tonaliteiten: • WAIL : 12 cycli per minuut • YELP : 170 cycli per minuut • HI – LO : 33 cycli per minuut • Het frequentiebereik is van 600 tot 1350 Hz. • De geluidsintensiteit in het voertuig mag zowel rijdend als stilstaand maximaal 85 dBA bedragen. • Het stroomverbruik met een 100 Watt luidspreker zal maximaal 10 A bedragen. Via de afstandsbediening BTC500 of een gelijkaardig type zal de volledige geluidsgeluids- en belichtingsinstallatie van het voertuig door middel van druktoetsen bediend worden. Ze omvat minstens de volgende functies(toetsen) : • ON/OFF schakelaar • Sirene aan samen met alle blauwe prioritaire lichten (lichtbalk, wisselende koplampen,) • Dag/nacht selectie van de sirene Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
25.
• Alle blauwe prioritaire lichten • De twee naar voren gerichte zoeklichten • Zijzoeklicht links • Zoeklicht rechts • Wapenklem • Radio • Public Adress (micro geïntegreerd in de afstandsbediening) • Directionele pijl naar links • Directionele pijl naar rechts • Directionele pijl vanuit het centrum naar buiten • Waarschuwingspatroon • Dag/nacht selectie van de lichtintensiteit van de directionele pijl De selectie van de tonaliteit van de sirene gebeurt door drukken op de originele claxon van het voertuig. Het volume van de Public Adress is traploos regelbaar d.m.v. een potentiometer, geïntegreerd in de afstandsbediening. Bij het inschakelen van de sirene moet automatisch de gehele prioritaire installatie geactiveerd worden. De prioritaire installatie dient zodanig uitgevoerd te zijn dat het inschakelen van de akoestische signalen enkel kan gebeuren bij werkende optische signalen. Het moet dus onmogelijk zijn om enkel de akoestische signalen in te schakelen. Het aan- en uitschakelen van de overige functies moet afzonderlijk mogelijk zijn. De functietoetsen lichten op indien geactiveerd. De opening van de wapenklem is enkel mogelijk indien de sleutel in het contact steekt en de toets op de bedieningsconsole “Gun-Lock” geactiveerd wordt. Het systeem wordt beschermd door een timerfunctie met max. 10 minuten openingstijd. De afstandsbediening wordt op het dashboard gemonteerd buiten de ontplooiingszone’s van de airbags. Alle druktoetsen worden voorzien van een passend pictogram. Er moet een bevestigingssysteem zijn dat toelaat om de afstandsbediening dusdanig op het dashboard te monteren dat deze zowel door de bestuurder als door de begeleider kan bediend worden. De verbindingskabel van de afstandsbediening tot de sturingsdoos moet lang genoeg zijn om het gebruik van de geïntegreerde microfoon buiten het voertuig toe te laten. Ten einde de éénvormigheid op alle voertuigen te bewerkstelligen dienen de positionering en de functie van de toetsen te voldoen aan het schema in bijlage. Deze volledige installatie dient geleverd en geplaatst door de leverancier, volgens de instructies van de fabrikant. Plaatsbepaling in overleg met de Politie.
17. Uitrusting te plaatsen door de leverancier. A) Inrichting tegen storingen van TV en eigen radio-uitrusting (verdeler, weerstanden, schermkappen, condensator, massabanden, e.a.). B) Een stroomgever (geleverd door de Politie) op het instrumentenbord voor aansluiting radioapparatuur. C) Levering, plaatsing en aansluiting van een carkit CARK 91-B voor een draagbaar ASTRID radiotoestel merk NOKIA THR880i .De algemene houdersvergunning van de installateur uitgereikt door het B.I.P.T. moet bij de inschrijving gevoegd worden. D) Eén elektrische wapenhouder Falcon ELS-220 met sleutel of een gelijkaardig type voor het machinepistool. Plaatsing in overleg met de Politie. E) Een staaflamp voorzien van een lamphouder en voeding (geleverd en plaatsbepaling door de Politie). F) De originele plafondverlichting wordt vervangen door een combinatie van een plafondverlichting van min. 10 Watt met aan beide zijden van deze verlichting een richtbare spot met een vermogen van min. 20 Watt en een OP/AF schakelaar voor deze spot. Deze drie verlichtingen zijn ondergebracht in één behuizing. De eventuele opening veroorzaakt door het verwijderen van de oude plafondverlichting dient op een vakkundige wijze afgewerkt in dezelfde kleur als de dakbekleding. Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
26.
G) Antenne : leveren en plaatsen van antenne, en leggen van de antenneleiding(en) naar het instrumentenbord in overleg met Politie. Het gat voor antenneplaatsing dient vertind voor beter contact .
18. Wijze Wijze van uitvoering der werken. werken. De aanpassingswerken en de plaatsing van de supplementaire apparatuur dienen op een degelijke en professionele wijze uitgevoerd.
A)
De plaatsing van de bijkomende uitrusting dient te gebeuren d.m.v. bouten en zelfborgende moeren. De bouten en moeren die onderhevig zijn aan vocht dienen vervaardigd uit een roestvrij materiaal.De wapenklemmen en de bijhorende steunen dienen zodanig bevestigd en gezekerd dat het verwijderen van de wapenklem en/of steunen door derden onmogelijk is. B) De bouten moeten van een juiste doormeter en lengte zijn en dienen zo gemonteerd dat bij de werkzaamheden geen kwetsuren van enigerlei aard kunnen optreden. C) De elektrische aftakkingen dienen te gebeuren op vaste aftakpunten. Aftakken op een draad of het gebruik van zogenaamde 'stroomdieven' is verboden. D) Alle elektrische aansluitingen van de bijkomende uitrustingen dienen te gebeuren volgens elektrische schema's in bijlage. De draaddoorsnede; de draadkleur; de volgorde, het aantal en de stroomsterkte van de zekeringen dienen gerespecteerd. De aansluitdraden dienen uitgerust met reglementaire, genormaliseerde en geïsoleerde kabelschoenen. E) Alle massa-aansluitingen van de bijgeplaatste apparatuur moeten aan het koetswerk gesoldeerd of aangesloten worden op negatief batterij. F) De elektrische leidingen dienen op een zorgvuldige wijze gelegd en op regelmatige afstand (max. 30 cm) bevestigd aan het koetswerk d.m.v. strips of kabelklemmen. G) De zekeringskast met de complementaire steekzekeringen voor de gevraagde bijkomende uitrustingen dient op een gemakkelijk toegankelijke plaats gemonteerd binnen in het voertuig voertuig. ig Zij dient alle bijkomende zekeringen te bevatten. H) De elektrische leidingen naar de wapenklemmen dienen op een degelijke manier afgeschermd, zodat het doorknippen van de leidingen en het verbinden met een hulpbatterij onmogelijk wordt. I) Alle door de ombouw of plaatsing van bijkomende apparatuur ontstane punten of kanten, die op één of andere manier tot kwetsuren kunnen leiden dienen op een degelijke manier van een bescherming te worden voorzien. J) Voor alle door de ombouwer bijgeplaatste schakelaars dienen zo veel mogelijk originele schakelaars gebruikt te worden die in de nog beschikbare daarvoor voorziene plaatsen op het instrumentenbord dienen geplaatst te worden. K) Alle schakelaars dienen voorzien van een bijschrift (pictogram).
19. Onderhoud Onderhoud en herstellingen herstellingen. ngen. I)
J)
De aannemer verbindt er zich toe om aan de hiernavolgende voorwaarden, door een erkend dealer, die op zijn voorstel in overleg met de politie wordt aangeduid, de levering van het voertuig alsmede het volledig onderhoud volgens de instructies en aanbevelingen van de constructeur en alle herstellingen aan het verhuurd voertuig te laten uitvoeren. In volledig onderhoud en alle herstellingen, dewelke zijn inbegrepen in de leasingprijs, moet o.m. verstaan worden: •
de onderhoudsbeurten voorzien door de aannemer mits inachtneming van de voorschriften van de constructeur. Er dient eveneens rekening gehouden met de aanbevelingen van de constructeur voor gebruik in:
•
overwegend stadsverkeer
•
overwegend korte ritten
•
zware belasting
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
27.
•
De periode tussen twee onderhoudsbeurten zal echter nooit meer dan 15000 km of 1 jaar bedragen;
•
het onverwijld uitvoeren van alle herstellingen ten gevolge van normale slijtage, rekening houdend dat deze voertuigen 24 op 24 uur rijden. Deze herstellingen dienen met voorrang en binnen maximum 5 (vijf) werkdagen uitgevoerd, behalve in geval van ondubbelzinnig aangetoonde heirkracht. Indien de herstelling niet binnen de 5 werkdagen kan uitgevoerd worden, dient een vervangwagen van dezelfde categorie ter beschikking gesteld te worden.
•
alle herstellingen herstellingen, stellingen ook deze voortvloeiend uit opmerkingen van de automobielinspectie en deze voortvloeiend uit ongevallen (voortvloeiend uit ongevallen worden geregeld via omnium verzekering in aangenomen waarde afgesloten door het bestuur);
•
het vervangen en/of herstellen van banden : buiten de eerste vijf banden voorziet het contract één band per schijf van 10.000 km (dus : 5 jaar à 30.000 km/jaar = 150.000 km = 15 banden , de 5 banden af fabriek NIET meegerekend)
•
vervangen van ruiten en lichten t.g.v. sleenslag of dergelijke (geen aanrijdingen);
er dient een pechverhelpingsdienst voorzien van 24 uur op 24 uur, zater-, zon- en feestdagen inbegrepen. Pechverhelping dient te omvatten : slepen, bijstand bij pech, ongeval, inbraak, vandalisme, glasbreuk e.a.. Om éénvormigheid binnen het korps te behouden dient deze pechverhelpingsdienst afgesloten bij VAB. indien de verhuurder ter gelegenheid van een herstelling vaststelt dat de oorzaak van de defecten te wijten zijn aan onoordeelkundig gebruik of abnormale slijtage dient het bestuur per fax hiervan verwittigd, zodat een onderzoek door de Politie kan worden gedaan alvorens extra kosten aan het bestuur kunnen worden doorgerekend. Faxnr. Politie, Logistieke Dienst : 03/270.44.33 Bij het einde van de opdracht dienen alle insignes van de stad alsook alle politiekentekens en -materieel verwijderd op kosten van en door de aannemer die hiervoor steeds verantwoordelijk blijft. •
K)
L)
20. Opties Opties. pties. Bij de inschrijving dient de meerprijs voor elk van volgende opties afzonderlijk medegedeeld. •
Automatische versnellingsbak i.p.v. handgeschakelde versnellingsbak
•
Ingebouwd GPS-navigatiesysteem met routeberekening BeNeLux •
Groot kleurenscherm
•
Aanduiding van de te volgen route op kaart (geen “bolleke-pijl”)
•
De aannemer zal alle specificaties van het aangeboden GPS systeem bij de inschrijving voegen, alsook de mogelijkheden qua interfacing met externe systemen.
•
De aannemer zal bij een inschrijving op deze optie een volledig werkend systeem, ingebouwd in een voertuig, aanbieden. Dit systeem zal door de politie uitvoerig getest worden op werking en gebruiksvriendelijkheid.
• Gezien de operationele waarde van het navigatiesysteem en de eventuele mogelijkheid om dit systeem te kunnen aansturen door een extern systeem (buiten de scope van deze offerteaanvraag) zal hieraan een grote waarde gehecht worden bij de beoordeling. • Bij de beoordeling van het GPS systeem zal grote aandacht besteed worden aan de snelheid en accuraatheid waarmee de route wordt aangegeven, alsook aan de ergonomie van de bediening en de leesbaarheid van het scherm in de meest ongunstige omstandigheden.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
28.
Bijlage : Functies toetsen afstandsbediening .
BTC500
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
29.
PERCEEL 5 Het leveren van min. 1 lichte bestelwagen in politieuitvoering voor de dienst verkeersongevallen op basis van een leasingcontract op lange termijn, duur van zestig (60) maanden aan 30 000 km/jaar, met volledig onderhoud, voor de Lokale Politie Antwerpen. Een eventuele verlenging van de leasingtermijn met maximum 6 maanden dient mogelijk te zijn tegen dezelfde voorwaarden. Desgevallend zal een aangetekend schrijven gericht worden aan de verhuurder. Aantal: minimum 1
Algemeen: De inschrijver is verplicht, op straf van nietigheid, bij zijn inschrijving een beschrijving bij te voegen opgesteld volgens de indeling van dit bestek 1. Algemene conceptie 2. Ecologische criteria 3. Type voertuig 4. Prestaties 5. Ophanging - wegligging - wendbaarheid 6. Motor 7. Transmissie 8. Stuurinrichting en besturing 9. Remsysteem 10. Banden en wielen 11. Elektrische installatie 12. Koetswerk 13. Comfort van het personeel 14. Veiligheid van het personeel 15. Supplementaire uitrusting 16. Prioriteitsalarminstallatie 17. Uitrusting te plaatsen door de leverancier 18. Wijze van uitvoering der werken 19. Onderhoud 20. Opties
1. ALGEMENE CONCEPTIE. A. Het gaat om voertuigen ingericht voor het gecombineerde vervoer van personen (5 plaatsen) en lichte vrachten (± 500 kg). Deze voertuigen moeten worden uitgerust als politiepatrouillewagen met striping en prioriteitsalarminstallatie volgens bestaande nomenclatuur. B. De voertuigen moeten van een in België gecommercialiseerd type zijn. De inschrijver moet een PVG, dat door het Belgisch Ministerie van Verkeerswezen afgeleverd is, aan de technische offerte toevoegen. C. De te leveren voertuigen moeten nieuw zijn en van het laatste model dat op de markt is. Zij moeten vrij zijn van elk gebrek of elke constructiefout die zijn uitzicht, de goede werking, stevigheid of gebruiksduur kan schaden. D. De voertuigen moeten overeenstemmen met de wettelijke bepalingen die voor dit type van materiaal op het ogenblik van de levering van kracht zijn, in het bijzonder met het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968, houdende het algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen en de voorschriften van het algemeen reglement op de
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
30.
arbeidsbescherming (ARAB) en van de wetgeving op het welzijn (wet van 4/8/1996) en alle daaraan verbonden uitvoeringsbesluiten. E. De voertuigen dienen eveneens te voldoen aan het Koninklijk Besluit van 26 februari 1981 en haar wijzigingen houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen.
2. ECOLOGISCHE CRITERIA. A. De voertuigen dienen te voldoen aan alle normen zoals voorzien in Omzendbrief 307 quinquies dd. 13 juli 2009, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 3 augustus 2009. B. De beschilderingen en verven moeten gerealiseerd zijn met bekledingsmateriaal dat vrij is van grondstoffen (vullingen, kleurstoffen, droogmiddelen) die lood, chroom VI of cadmium bevatten. C. De plastic delen moeten duidelijk gemerkt zijn met het oog op hun recyclage. D. Bij het demonteren moeten de incompatibele en gevaarlijke materialen gescheiden kunnen worden E. De airconditioning-installatie mag geen stoffen bevatten die schadelijk zijn voor de ozonlaag. Het potentieel tot het vernietigen van ozon moet gelijk zijn aan 0.
3. TYPE VOERTUIG. D) Het betreft voertuigen van de middenklasse, type lichte bestelwagen met ruiten, met volgende minimum buitenafmetingen : •
lengte : 4300 mm
•
breedte :1680 mm
• hoogte :1750 mm E) en volgende minimale binnenafmetingen en capaciteit : •
lengte laadvloer :
1650 mm (met neergeklapte zetels)
•
breedte tussen de wielkasten :
1100 mm
•
hoogte :
1170 mm
•
laadvolume :
2,4 m³
• nuttig laadvermogen : 500 kg F) De voertuigen moeten de mogelijkheid bieden om 4 personen en hun interventiemateriaal of 5 personen zonder uitrusting te vervoeren.
4. PRESTATIES. A. B.
C. D. E.
Opdat het voertuig zich gemakkelijk in het wegverkeer zou kunnen voortbewegen moet het beweeglijk en voldoende snel zijn. Het voertuig zal op de weg getest worden. Deze test zal uitgevoerd worden met een voertuig dat een last vervoert die overeenstemt met het minimum gewicht van het personeel met uitrusting dat aan boord kan plaatsnemen, en met de normale technische hulpmiddelen die zich aan boord van ieder dienstvoertuig bevinden. De acceleratie van de voertuigen van 0 tot 100 km/h zal in maximum 17 seconden moeten gebeuren, dit met volledige belasting en volledige uitrusting. De maximumsnelheid op vlakke weg met het zoals in punt B geladen voertuig moet minimum 140 km/uur bedragen en dit gedurende 1 uur. De autonomie van het voertuig moet minimum 500 km bedragen.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
31.
5. OPHANGING - WEGLIGGING - WENDBAARHEID. De ophanging moet toelaten de motorprestaties ten volle te benutten vooral op bochtige wegen of in een stedelijke omgeving. Ze moet zowel aangepast zijn aan de hoge snelheid die het voertuig kan bereiken, als aan de remvoorzieningen van het voertuig. Het voertuig dient een optimale wendbaarheid te bieden, in het bijzonder in de stad tegen hoge snelheid.
6. MOTOR. A. B. C. D. E. F.
Dieselmotor met oxydatiekatalysator. Conform de Europese emissienormen geldig op het ogenblik van levering en dient minstens aan de Euro5 norm te voldoen. Een zo laag mogelijke CO2 uitstoot Cilinderinhoud van de categorie 1700 cc – 2000cc Vermogen : min. 74 kW (100 pk) Er zal veel belang worden gehecht aan het voertuig dat de beste verhouding gewicht (kg)/reëel vermogen (Watt) biedt. Omwille van de operationele efficiëntie bij koud weer dienen de dieselmotors uitgerust met een apparaat dat voorkomt dat brandstoffilters en -voorfilters verstopt raken door de kristallisatie van koolwaterstofparafines. Dit apparaat moet in elk geval de brandstof kunnen verwarmen tijdens de voorverwarmingsperiode en de temperatuurstijging van de motor. Het apparaat voor de verwarming van de brandstof mag slechts werken als het contact ingeschakeld is en alleen bij koud weer. Het moet aangepast zijn aan de motorkracht en andere technische gegevens van het voertuig.
7. TRANSMISSIE. A.
B.
Handbediende versnellingsbak, met de versnellingspook op de vloer of een zogenaamde “Joy-stick”bediening in het dashboard, met ten minste 5 volledig gesynchroniseerde versnellingen vooruit en 1 achteruit. bij het rijden (en zeker bij prioritair rijden) is het belangrijk dat de autovoerder beide handen aan het stuur houdt om sneller en nauwkeuriger te reageren op onverwachte gebeurtenissen. Een handgeschakelde versnellingsbak is in deze niet de veiligste optie. Er dient voorzien in de optie van een automatische, dan wel geautomatiseerde versnellingsbak. Bijkomende eis is dat het voertuig zonder demonteren van aandrijfelementen weggesleept moet kunnen worden en in voorkomend geval zelfs bij lege batterij de motor via slepen/duwen gestart kan worden. Voorzien van de volgende veiligheidssystemen : •
ASR : antislip regeling
•
ESP : elektronisch stabiliteits programma
8. STUURINRICHTING EN BESTURING. A. B. C. D. E.
De stuurinrichting van de voertuigen bevindt zich links in de rijrichting. Hydraulisch bekrachtigde stuurinrichting voorzien van een veiligheidsstuurkolom. In de hoogte en diepte verstelbare stuurkolom Draaicirkel (tussen muren) : max.11,5 m De grote wendbaarheid van de voertuigen zal een beoordelingselement zijn.
9. REMSYSTEEM. A. B. C. D.
Het remsysteem dient aangepast te zijn aan de hoge snelheid die het voertuig kan ontwikkelen. Dubbel diagonaal gescheiden hydraulisch remsysteem, met een rembekrachtiger. Anti-blokkeringssysteem op de vier wielen voorzien van de wettelijke homologatie. Het voertuig moet voorzien zijn van schrijfremmen vooraan en achteraan.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
32.
E. F. G.
Automatische remkrachtregelaar (druk- en lastafhankelijk) op de achteras. Onafhankelijke mechanische handrem. Asbestvrije remvoering.
10. BANDEN EN WIELEN. A. B. C. D. E. F. G.
Het bandenstel, de reserveband inbegrepen, moet bestaan uit radiaalbanden. De banden moeten door de voertuigconstructeur in functie erkend zijn. De banden moeten gekozen worden in functie van de topsnelheid van het voertuig, de acceleratie en de remvoorzieningen. Dat moet ook het geval zijn voor de reserveband. De te leveren voertuigen moeten uitgerust zijn met banden van hetzelfde merk en hetzelfde type als die waarmee de in de offerte vooropgestelde voertuigen zijn uitgerust. De voertuigen moeten met sneeuwkettingen uitgerust kunnen worden. De velgen mogen niet vervaardigd zijn uit een lichtmetalen legering. De wielen en de banden (reservewiel en -band inbegrepen) moeten van hetzelfde merk, type en afmetingen zijn. Volwaardig reservewiel. 5 (vijf) winterbanden op velg. De modaliteiten betreffende stockage en omwisseling van de banden dient beschreven in de offerte.
11. ELEKTRISCHE UITRUSTING. A. De voeding van de voertuigen is 12V DC met een batterij van minimum 72 Ah. Het voertuig dient integraal elektrisch te voldoen aan de Europese EMC norm. B. De elektrische installatie van de bijkomende politie-uitrusting moet volgens de aanwijzingen van de Politie gebeuren. C. Alle elektrische uitrustingen moeten door zekeringen beschermd worden. Buiten de door de fabrikant voorziene zekeringkast worden complementaire automatische steekzekeringen geëist voor de gevraagde bijkomende uitrusting. D. Om het gebruik van de telecommunicatiemiddelen mogelijk te maken in de aan de Politie voorbehouden frequentiebanden VHF en UHF moet de volledige elektrische installatie ontstoord worden. E. De alternator moet een stroom kunnen leveren die minstens gelijk is aan de hoeveelheid stroom nodig om alle stroomverbruikende voorzieningen gelijktijdig te doen werken, plus één tiende van de totale capaciteit van de batterijen. F. Er moet een elektrische achterruitverwarming aanwezig zijn. G. Elektrisch bedienbare ruiten vooraan H. De koplampen moeten van het type halogeen of xenon zijn. I. Mistlampen vooraan J. Een gestandaardiseerd contact voor een sigarenaansteker moet het gebruik mogelijk maken van apparaten die maximum 100 Watt verbruiken. K. Het voertuig wordt uitgerust met een “Key-Out” antistartsysteem met de volgende functionaliteiten : L. Laat de gebruiker toe te werken in de nabijheid van het voertuig terwijl men op elk moment de controle over het voertuig blijft behouden M. De motor van het voertuig blijft draaien zonder contactsleutel N. Werkt enkel wanneer de handrem is opgetrokken O. Het stuurslot wordt geactiveerd P. Centrale vergrendeling en alle andere veiligheidsvoorzieningen van het voertuig blijven normaal werken Q. Wanneer geprobeerd wordt weg te rijden met het voertuig zonder sleutel, zal de motor stilvallen.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
33.
12. KOETSWERK. A. Zelfdragend stalen koetswerk. B. Het koetswerk moet volledig tegen corrosie beschermd zijn. Het procédé moet in de offerte worden beschreven alsook de opvolging, de uit te voeren behandeling, en de frequentie ervan. C. De kleur van de voertuigen moet gecommercialiseerd wit zijn. Om de zichtbaarheid in het verkeer en de herkenbaarheid van de voertuigen te verhogen wordt geadviseerd om de bumpers van de voertuigen in een opvallende kleur uit te voeren (bv. signaaloranje RAL 2010, 3024,3026 of gelijkwaardig). D. Markeringen aanbrengen als volgt: E. Striping Lokale Politie aanbrengen volgens de nieuwe nomenclatuur . F. Aanbrengen van de daknummering volgens de richtlijnen van de Federale Overheid. De daknummers zullen door de Lokale Politie Antwerpen aan de ombouwer medegedeeld worden. G. Het voertuig moet volgende onontbeerlijke toegangen hebben: H. een scharnierende deur voor de bestuurder; I. een scharnierende deur voor de begeleider; J. een schuifdeur langs beide zijden, voorzien van een stevige sluitnok die het mogelijk maakt met open deur te rijden. De schuifdeuren moeten in openstand automatisch vergrendelen; K. achteraan: achterklep L. Alleen wanneer de deuren met de sleutel gesloten zijn moet de mogelijkheid bestaan om het ontgrendelen langs de binnenkant van het achterste compartiment te verhinderen. M. Voor- en achteraan moet een sleephaak voorzien zijn. N. Platte vloer in achterste compartiment. O. Het achterste compartiment is aan beide zijden voorzien van ruiten. P. Het voertuig is voorzien van achteruitrijsensoren in de achterbumper. Q. Alle deurdrempels voorzien van slipwerende strips die uitglijden tijdens het in- of uitstappen dienen te verhinderen.
13. COMFORT VAN HET PERSONEEL. A. De afwasbare dakbekleding en zijwandbekleding moet zowel in het voorste als het achterste compartiment worden aangebracht. Zij moet door toevoeging van isolatie tussen het koetswerk en de bekleding warmteverlies beperken. B. De voertuigen worden vooraan van zitplaatsen voorzien die het comfort van het vervoerde personeel waarborgen. C. De zetels van het voorste compartiment bestaan uit : D. één zetel voor de bestuurder; E. één zetel voor begeleider/passagier; F. Beide zetels moeten van een in de hoogte verstelbare hoofdsteun voorzien zijn. G. De rugleuning van de passagierszetel is zodanig neerklapbaar dat deze kan gebruikt worden als werktafel voor het raadplegen van documenten e.d. H. De voertuigen worden achteraan voorzien van een 2/3 - 1/3 neerklapbare bank. Deze bank is tevens volledig wegklapbaar en voorzien van drie verwijderbare hoofdsteunen. I. De zetel van de bestuurder moet gemakkelijk verstelbaar zijn in de hoogte- en lengterichting en dient eveneens uitgerust met een verstelbare rugleuning. J. De bekleding van de zetels moet sterk en gemakkelijk te onderhouden zijn. Op de beide zijden van de rugleuningen worden extra verstevigingen voorzien. Dit om een snelle slijtage door de kolf van het dienstwapen te voorkomen. K. Opbergvakken in de voordeuren L. In de ramen van het achterste compartiment dient minstens één schuifraam of klapraam voorzien. Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
34.
M. Het voertuig dient geïsoleerd te zijn ten einde geluidsoverlast te beperken. N. Centrale deurvergrendeling met infrarood afstandsbediening en wegrijblokkering. O. Manuele airco
14. VEILIGHEID VAN HET PERSONEEL. Met de onderstaande elementen zal inzonderheid rekening gehouden worden bij de beoordeling van de veiligheid van het personeel : A. Het ruitoppervlak van het voertuig moet zo groot mogelijk zijn en uit veiligheidsglas bestaan. De voorruit moet evenwel uit gelaagd glas vervaardigd zijn. De achterruit moet een maximaal zicht via de binnenachteruitkijkspiegel mogelijk maken. Niets mag de zichtbaarheid hinderen. B. Een goedgekeurd airbagsysteem + zijairbags voor bestuurder en passagier. C. De voertuigen moeten voorzien worden van een permanente gedeeltelijke bepantsering van het NIET beglaasde gedeelte van de voordeuren. De bepantsering zal van de ballistische klasse FB4(s) zijn volgens de norm NBN EN 1522. Voor alle definities (schootsafstand, inslagsnelheid, doorboring …) en de testmethode wordt verwezen naar de norm NBN EN 1523 met uitzondering van de munitie 357 Magnum die van het type Soft Point zal zijn. •
Ten einde éénvormigheid met het bestaande patrimonium patrimonium te bereiken dient deze perma permanente bescherming geleverd en geplaatst door een door de fabrikant van het kogelwerend mate materiaal erkende installateur.
•
Indien men voor de beschermende bekleding gebruik maakt van synthetische producten moeten deze in waterdichte uitrusting worden verpakt.
•
Indien nodig zullen de scharnieren van de voorste deuren, met het oog op het gewicht van de bepantsering, verstevigd worden.
•
De leverancier moet in de offerte de aard en de ballistische waarde van de gebruikte materialen beschrijven alsook de kwaliteit van de methode van vasthechting aan het voertuig.
•
Een door de Proefbank van de Vuurwapens te Luik of door de Koninklijke Militaire School Leerstoel Bewapening en Ballistiek - te Brussel afgeleverd gelijk-vormigheidsattest betreffende de kwaliteit van de pantsering en de vasthechting ervan moet bij de door de leverancier ingediende offerte gevoegd worden.
•
Het attest van de Proefbank of van de Koninklijk Militaire School mag niet langer dan één jaar afgeleverd zijn op het ogenblik dat de offerte wordt ingediend.
•
Een geschreven garantie met een minimumduur van vijf jaar te rekenen vanaf de leveringsdatum van het materieel moet bij de levering overgemaakt worden. Zij moet het geheel van de levering betreffen en bevestigen dat de geleverde bepantsering volledig overeenstemt met het geteste prototype.
Bij beëindiging van de huurperiode zal deze permanente bescherming op kosten van de leverancier verwijderd en/of vernietigd worden. Twee automatische driepunts veiligheidsgordels vooraan, in de hoogte verstelbaar. Drie driepunts veiligheidsgordels achteraan, automatisch. Pyrotechnische gordelspanner voor bestuurder en passagier tot optimalisering van de vasthoudende functie van de autogordel bij een grote vertraging van de auto. De opstelling en wegberging van de collectieve bewapening en het materieel is thans gestandaardiseerd. In het belang van de veiligheid van het personeel wordt van deze standaardisatie niet afgeweken. De opstelling/wegberging van de bewapening en het materieel mag het personeel niet hinderen noch schade veroorzaken. Een goedgekeurd airbagsysteem voor bestuurder en passagier + zijdelingse airbags vooraan. Beschermingsfilm voor de ruiten. •
D. E. F.
G. H.
•
De zij- en achterruiten worden tegen inbraak (diefstal, vandalisme) beveiligd en de passagiers worden bij een ongeval of bij beschieting van de ruiten (verwondingen door rondvliegende glasscherven) beschermd door middel van één of meerdere beschermingsfilms die samen minimum 100 micron en maximum 250 micron dik zijn.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
35.
•
De zijruiten van de bestuurderscabine worden voorzien van een 100% doorzichtige folie, voor de zijruiten van het achterste compartiment wordt een donkere folie voorzien, waarbij het onmogelijk is van buitenaf in het voertuig te kijken. De zichtbaarheid van binnen naar buiten blijft wel gegarandeerd, zelfs bij nacht.
•
Deze bescherming moet qua doeltreffendheid levenslang gewaarborgd worden en krasbestendig, ongevoelig voor water, niet vergelend, schimmelwerend en blijvend doorzichtig zijn.
•
De film moet op de ruit aangebracht worden d.m.v. een polymerisatie van het hechtmiddel. De film moet goed bestand zijn tegen chemische middelen zoals : oliën, alcoholen, koolwaterstoffen, organische oplosmiddelen, zuren, e.a.). De thermische weerstand moet volstaan om brandwonden te voorkomen door rechtstreeks contact met de huid bij blootstelling aan de vlam.
•
De schokweerstand met harde voorwerpen moet ongeveer 10 Joule bedragen zonder dat er glasscherven vallen (1 Joule = de kinetische energie die ontwikkeld wordt door een lichaam van 100 gr. dat 1 meter valt).
•
De weerstand tegen ultravioletstraling vormt een pluspunt en verschillende tinten kunnen overwogen worden waarbij de technische voorwaarden van de voertuigen nageleefd moeten worden.
15. SUPPLEMENTAIRE UITRUSTING. •
2 regelbare binnenachteruitkijkspiegels (bestuurder + begeleider) de spiegel voor de bestuurder is een veiligheidsspiegel met dag/nacht stand;
•
2 regelbare buitenachteruitkijkspiegels (links en rechts), elektrisch bedienbaar en verwarmbaar;
•
1 reglementair geplaatst brandblusapparaat;
•
1 gevarendriehoek;
•
1 reglementaire verbanddoos;
•
trekkabel in perlon;
•
ruitenwissers met minimum twee snelheden + een intervalschakelaar, alsook ruitensproeier, voor- en achteraan;
•
benzinetankdop met sleutel, vergrendelingssysteem;
•
bestuurder en begeleider moeten elk over een zonneklep kunnen beschikken die zowel frontaal als zijdelings verstelbaar zijn;
•
efficiënte ontwaseming van voorruit, achterruit en zijruiten;
•
snelle ontwaseming van de voorruit
•
getinte ruiten rondom;
•
vergrendeling van deuren en benzinetankdop;
•
3 stellen autosleutels;
•
in de hoogte verstelbare veiligheidsriemen voor- en achteraan;
•
massa-aansluiting van de batterij vastgelast en alle elektronische toestellen met eigen leiding aan de massa gekoppeld.
•
spatlappen vooraan en achteraan
•
derde stoplicht achteraan
•
trekhaak achteraan type bol + elektrische aansluiting 7-polig
behalve
indien
de
toegang
•
Alarminstallatie VV2 inclusief supervergrendeling “dead lock”
•
Ingebouwd GPS-navigatiesysteem met routeberekening BeNeLux •
Groot kleurenscherm
•
Aanduiding van de te volgen route op kaart (geen “bolleke-pijl”)
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
gebeurt
langs
het
centraal
36.
•
Inclusief CD-Rom Benelux
16. PRIORITEITSALARMINSTALLATIE. A. Op het dak een niet lineaire lichtbalk Federal Signal type Arjent of een gelijkaardig type met blauwe SOLARIS LEDmodules
• • •
de lichtbalk is vervaardigd volgens de normen ISO9001 de lichtbalk heeft een lengte van 110 cm de lichtbalk omvat minimum het volgende: •
aan beide uiteinden van de lichtbalk telkens één wit vast zoeklicht van 50 Watt halogeen;
•
vooraan in het midden twee vaste witte zoeklichten van elk 50 Watt halogeen naar voren gericht;
•
Vooraan, tussen de zoeklichten voor en de zijzoeklichten, telkens twee SOLARIS-LED modules met 9 blauwe LED’s HI of gelijkwaardig
•
Achteraan ,naast de zijzoeklichten telkens één SOLARIS-LED module met 9 blauwe LED’s HI of gelijkwaardig
•
Achteraan, tussen de beide LED-modules , een directionele waarschuwingspijl bestaande uit 6 SOLARIS-LED modules met 6 oranje LED’s HI of gelijkwaardig
•
De directionele pijl moet volgens het volgende concept werken: de pijl moet herhalend opgebouwd worden door een aaneenschakeling van oplichtende modules.
•
Volgende functies zijn minimum vereist : •
een pijl van links naar rechts
•
een pijl van rechts naar links
•
een pijl vanuit het centrum naar buiten
•
een waarschuwingspatroon
•
De bevestiging van de imperiaal moet als volgt gebeuren: 4. Met behulp van aan het dak van het voertuig aangepaste bevestigingsmiddelen die een uitstekende stabiliteit en stevigheid van de montage waarborgen. Deze bevestigingsmiddelen alsook de gebruikte moeren en bouten dienen vervaardigd te zijn uit roestvrij materiaal. 5. Met eventuele steunpunten die zodanig zijn opgevat en geplaatst dat ze geen vervormingen aan het dak veroorzaken. 6. Zodanig dat de oorspronkelijke kwaliteiten van water- en stofdichtheid van het voertuig behouden blijven ('marine' -bevestiging).
• • •
Het openen van deuren mag niet gehinderd of beperkt worden door de aanwezigheid van de imperiaal; De elektrische installatie van de imperiaal en zijn toebehoren moet ontstoord worden; De elektrische kabels tussen de imperiaal en het voertuig moeten : 4. Gestandaardiseerd zijn en voorzien zijn van een 'marine-verbinding' VAMA type CT-7. Het imperiaal is voorzien van een beschermende kabel waaraan de 19-polige mannelijke stekker geplaatst is. Het vrouwelijke gedeelte van de stekker heeft een aëro-dynamische vorm en is vast op het dak gemonteerd. Alle connecties in beide gedeelten van de stekker moeten gesoldeerd zijn en individueel beschermd met geïsoleerde krimpkousen. 5. Zeker een draad omvatten die verbonden is met de massa van het voertuig. 6. Zo verbonden zijn met de binnenkant van het voertuig dat :
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
37.
• ze niet beschadigd kunnen worden door herhaaldelijke op- en afbouw van de imperiaal; • ze gemakkelijk ontkoppeld kunnen worden; • ze de oorspronkelijke kwaliteiten behouden van water- en stofdichtheid en geluidsdemping van het voertuig waarop de imperiaal bevestigd is; • ze de inzittenden niet hinderen en deze er zich niet aan kunnen vasthouden. De dak- en/of wanddoorboringen moeten zo zijn uitgevoerd dat het uitzicht niet geschaad wordt, en indringen van water onmogelijk is. De aërodynamica van het geheel (voertuig en imperiaal) moet zodanig zijn dat : 4. er geen distorsie of vervorming van de onderdelen kan ontstaan, noch aan de imperiaal, noch aan het koetswerk, gelet op het feit dat het voertuig geregeld tegen zijn maximum snelheid zal gebruikt worden. 5. de aërodynamische geluiden die ten gevolge van de aanwezigheid van de imperiaal binnen het voertuig te horen zijn moeten tot het minimum herleid worden; de geluidsverhoging moet gemeten worden wanneer het voertuig tegen een snelheid van 120 km/h rijdt. 6. De stabiliteit en de initiële wegligging van het voertuig mag niet worden beïnvloed door het aanbrengen van de imperiaal. B) Vooraan • worden in de motorgrille twee bijkomende alarmlichten, Federal Signal type Impaxx of een gelijkaardig type ingebouwd :
•
•
•
Op de beide slijkweerders vooraan wordt een bijkomende ultra smalle zelfklevende LED flitser Spotflex of een gelijkaardig type geplaatst (plaatsing in overleg met de Politie) •
Afmetingen lxbxd = 61x20x3 mm
•
Voorzien van 3 blauwe LED’s van de 3de generatie
•
IP65/E 13 – CE gekeurd
Worden in de originele koplampen zgn. “Corner Strobes” ingebouwd. Deze strobelampen worden gestuurd door een vermogensgenerator FA-540/E of een gelijkaardig type. Zij worden zo geschakeld dat zij alternerend flitsen bij het aanschakelen van de blauwe prioritaire lichten. •
Kleur : wit
• Vermogen :35 W D) Achteraan. • Op de beide slijkweerders wordt een bijkomende ultra smalle zelfklevende LED flitser Spotflex of een gelijkaardig type geplaatst (plaatsing in overleg met de Politie) •
Afmetingen lxbxd = 61x20x3 mm
•
Voorzien van 3 blauwe LED’s van de 3 generatie
de
• IP65/E 13 – CE gekeurd E) Geluidsinstallatie: • Een elektronische sirene VAMA type ICS2010 of gelijkaardig type met afstandsbediening BTC500 of een gelijkaardig type • De sirene bezit de volgende tonaliteiten: • WAIL : 12 cycli per minuut • YELP : 170 cycli per minuut • HI – LO : 33 cycli per minuut • Het frequentiebereik is van 600 tot 1350 Hz. • De geluidsintensiteit in het voertuig mag zowel rijdend als stilstaand maximaal 85 dBA bedragen. • Het stroomverbruik met een 100 Watt luidspreker zal maximaal 10 A bedragen.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
38.
Via de afstandsbediening BTC500 of een gelijkaardig type zal de volledige geluidsgeluids- en en belichtingsinstallatie van het voertuig door middel van druktoetsen bediend worden. Ze omvat minstens de volgende functies(toetsen) : • ON/OFF schakelaar • Sirene aan samen met alle blauwe prioritaire lichten (lichtbalk, wisselende koplampen,) • Dag/nacht selectie van de sirene • Alle blauwe prioritaire lichten • De twee naar voren gerichte zoeklichten • Zijzoeklicht links • Zoeklicht rechts • Wapenklem • Radio • Public Adress (micro geïntegreerd in de afstandsbediening) • Directionele pijl naar links • Directionele pijl naar rechts • Directionele pijl vanuit het centrum naar buiten • Waarschuwingspatroon • Dag/nacht selectie van de lichtintensiteit van de directionele pijl De selectie van de tonaliteit van de sirene gebeurt door drukken op de originele claxon van het voertuig. Het volume van de Public Adress is traploos regelbaar d.m.v. een potentiometer, geïntegreerd in de afstandsbediening. Bij het inschakelen van de sirene moet automatisch de gehele prioritaire installatie geactiveerd worden. de prioritaire installatie dient zodanig uitgevoerd te zijn dat het inschakelen van de akoestische signalen enkel kan gebeuren bij werkende optische signalen. Het moet dus onmogelijk zijn om enkel de akoestische signalen in te schakelen. Het aan- en uitschakelen van de overige functies moet afzonderlijk mogelijk zijn. De functietoetsen lichten op indien geactiveerd. De opening van de wapenklem is enkel mogelijk indien de sleutel in het contact steekt en de toets op de bedieningsconsole “Gun-Lock” geactiveerd wordt. Het systeem wordt beschermd door een timerfunctie met max. 10 minuten openingstijd. De afstandsbediening wordt op het dashboard gemonteerd buiten de ontplooiingszone’s van de airbags. Alle druktoetsen worden voorzien van een passend pictogram. Er moet een bevestigingssysteem zijn dat toelaat om de afstandsbediening dusdanig op het dashboard te monteren dat deze zowel door de bestuurder als door de begeleider kan bediend worden. De verbindingskabel van de afstandsbediening tot de sturingsdoos moet lang genoeg zijn om het gebruik van de geïntegreerde microfoon buiten het voertuig toe te laten. Ten einde de éénvormigheid op alle voertuigen te bewerkstelligen dienen de positionering en de functie van de toetsen te voldoen aan het schema in bijlage. Deze volledige installatie dient geleverd en geplaatst door de leverancier, volgens de instructies van de fabrikant. Plaatsbepaling in overleg met de Politie.
17. UITRUSTING TE PLAATSEN DOOR DE LEVERANCIER. A. Inrichting tegen storingen van TV en eigen radio-uitrusting (verdeler, weerstanden, schermkappen, condensator, massabanden, e.a.). B. Een stroomgever (geleverd door de Politie) op het instrumentenbord voor aansluiting radioapparatuur. C. Levering, plaatsing en aansluiting van een carkit CARK 91-B voor een draagbaar ASTRID radiotoestel merk NOKIA THR880i .De algemene houdersvergunning van de installateur uitgereikt door het B.I.P.T. moet bij de inschrijving gevoegd worden.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
39.
D. Eén elektrische wapenhouder Falcon ELS-220 met sleutel of een gelijkaardig type voor het machinepistool. Plaatsing in overleg met de Politie. E. Een staaflamp voorzien van een lamphouder en voeding (geleverd en plaatsbepaling door de Politie). F. De originele plafondverlichting wordt vervangen door een combinatie van een plafondverlichting van min. 10 Watt met aan beide zijden van deze verlichting een richtbare spot met een vermogen van min. 20 Watt en een OP/AF schakelaar voor deze spot. Deze drie verlichtingen zijn ondergebracht in één behuizing. De eventuele opening veroorzaakt door het verwijderen van de oude plafondverlichting dient op een vakkundige wijze afgewerkt in dezelfde kleur als de dakbekleding. G. Antenne : leveren en plaatsen van antenne, en leggen van de antenneleiding(en) naar het instrumentenbord in overleg met Politie. Het gat voor antenneplaatsing dient vertind voor beter contact .
18. WIJZE VAN UITVOERING DER WERKEN. De aanpassingswerken en de plaatsing van de supplementaire apparatuur dienen op een degelijke en professionele wijze uitgevoerd. A. De plaatsing van de bijkomende uitrusting dient te gebeuren d.m.v. bouten en zelfborgende moeren. De bouten en moeren die onderhevig zijn aan vocht dienen vervaardigd uit een roestvrij materiaal.De wapenklemmen en de bijhorende steunen dienen zodanig bevestigd en gezekerd dat het verwijderen van de wapenklem en/of steunen door derden onmogelijk is. B. De bouten moeten van een juiste doormeter en lengte zijn en dienen zo gemonteerd dat bij de werkzaamheden geen kwetsuren van enigerlei aard kunnen optreden. C. De elektrische aftakkingen dienen te gebeuren op vaste aftakpunten. Aftakken op een draad of het gebruik van zogenaamde 'stroomdieven' is verboden. D. Alle elektrische aansluitingen van de bijkomende uitrustingen dienen te gebeuren volgens elektrische schema's in bijlage. De draaddoorsnede; de draadkleur; de volgorde, het aantal en de stroomsterkte van de zekeringen dienen gerespecteerd. De aansluitdraden dienen uitgerust met reglementaire, genormaliseerde en geïsoleerde kabelschoenen. E. Alle massa-aansluitingen van de bijgeplaatste apparatuur moeten aan het koetswerk gesoldeerd of aangesloten worden op negatief batterij. F. De elektrische leidingen dienen op een zorgvuldige wijze gelegd en op regelmatige afstand (max. 30 cm) bevestigd aan het koetswerk d.m.v. strips of kabelklemmen. G. De zekeringskast met de complementaire steekzekeringen voor de gevraagde bijkomende uitrustingen dient op een gemakkelijk toegankelijke plaats gemonteerd binnen in het voertuig. voertuig Zij dient alle bijkomende zekeringen te bevatten. H. De elektrische leidingen naar de wapenklemmen dienen op een degelijke manier afgeschermd, zodat het doorknippen van de leidingen en het verbinden met een hulpbatterij onmogelijk wordt. I. Alle door de ombouw of plaatsing van bijkomende apparatuur ontstane punten of kanten, die op één of andere manier tot kwetsuren kunnen leiden dienen op een degelijke manier van een bescherming te worden voorzien. J. Voor alle door de ombouwer bijgeplaatste schakelaars dienen zo veel mogelijk originele schakelaars gebruikt te worden die in de nog beschikbare daarvoor voorziene plaatsen op het instrumentenbord dienen geplaatst te worden. K. Alle schakelaars dienen voorzien van een bijschrift (pictogram).
19. ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN. M) De aannemer verbindt er zich toe om aan de hiernavolgende voorwaarden, door een erkend dealer, die op zijn voorstel in overleg met de politie wordt aangeduid, de levering van het voertuig alsmede het volledig onderhoud volgens de instructies en aanbevelingen van de constructeur en alle herstellingen aan het verhuurd voertuig te laten uitvoeren.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
40.
N)
In volledig onderhoud en alle herstellingen, dewelke zijn inbegrepen in de leasingprijs, moet o.m. verstaan worden: •
de onderhoudsbeurten voorzien door de aannemer mits inachtneming van de voorschriften van de constructeur. Er dient eveneens rekening gehouden met de aanbevelingen van de constructeur voor gebruik in:
•
overwegend stadsverkeer
•
overwegend korte ritten
•
zware belasting
•
De periode tussen twee onderhoudsbeurten zal echter nooit meer dan 15000 km of 1 jaar bedragen;
•
het onverwijld uitvoeren van alle herstellingen ten gevolge van normale slijtage, rekening houdend dat deze voertuigen 24 op 24 uur rijden. Deze herstellingen dienen met voorrang en binnen maximum 5 (vijf) werkdagen uitgevoerd, behalve in geval van ondubbelzinnig aangetoonde heirkracht. Indien de herstelling niet binnen de 5 werkdagen kan uitgevoerd worden, dient een vervangwagen van dezelfde categorie ter beschikking gesteld te worden.
•
alle herstellingen, herstellingen ook deze voortvloeiend uit opmerkingen van de automobielinspectie en deze voortvloeiend uit ongevallen (voortvloeiend uit ongevallen worden geregeld via omnium verzekering in aangenomen waarde afgesloten door het bestuur);
•
het vervangen en/of herstellen van banden : buiten de eerste vijf banden voorziet het contract één band per schijf van 10.000 km (dus : 5 jaar à 30.000 km/jaar = 150.000 km = 15 banden , de 5 banden af fabriek NIET meegerekend)
•
vervangen van ruiten en lichten t.g.v. sleenslag of dergelijke (geen aanrijdingen);
er dient een pechverhelpingsdienst voorzien van 24 uur op 24 uur, zater-, zon- en feestdagen inbegrepen. Pechverhelping dient te omvatten : slepen, bijstand bij pech, ongeval, inbraak, vandalisme, glasbreuk e.a.. Om éénvormigheid binnen het korps te behouden dient deze pechverhelpingsdienst afgesloten bij VAB. O) indien de verhuurder ter gelegenheid van een herstelling vaststelt dat de oorzaak van de defecten te wijten zijn aan onoordeelkundig gebruik of abnormale slijtage dient het bestuur per fax hiervan verwittigd, zodat een onderzoek door de Politie kan worden gedaan alvorens extra kosten aan het bestuur kunnen worden doorgerekend. Faxnr. Politie, Logistieke Dienst : 03/270.44.33 P) Bij het einde van de opdracht dienen alle insignes van de stad alsook alle politiekentekens en -materieel verwijderd op kosten van en door de aannemer die hiervoor steeds verantwoordelijk blijft. •
20. OPTIES. Bij de inschrijving dient de meerprijs voor elk van volgende opties afzonderlijk medegedeeld. Automatische versnellingsbak i.p.v. handgeschakelde versnellingsbak
• •
Ingebouwd GPS-navigatiesysteem met routeberekening BeNeLux •
Groot kleurenscherm
•
Aanduiding van de te volgen route op kaart (geen “bolleke-pijl”)
•
De aannemer zal alle specificaties van het aangeboden GPS systeem bij de inschrijving voegen, alsook de mogelijkheden qua interfacing met externe systemen.
•
De aannemer zal bij een inschrijving op deze optie een volledig werkend systeem, ingebouwd in een voertuig, aanbieden. Dit systeem zal door de politie uitvoerig getest worden op werking en gebruiksvriendelijkheid.
•
Gezien de operationele waarde van het navigatiesysteem en de eventuele mogelijkheid om dit systeem te kunnen aansturen door een extern systeem (buiten de scope van deze offerteaanvraag) zal hieraan een grote waarde gehecht worden bij de beoordeling.
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
41.
•
Bij de beoordeling van het GPS systeem zal grote aandacht besteed worden aan de snelheid en accuraatheid waarmee de route wordt aangegeven, alsook aan de ergonomie van de bediening en de leesbaarheid van het scherm in de meest ongunstige omstandigheden.
Bijlage : Functies toetsen afstandsbediening .
BTC500
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
42.
Algemeen overheen de 5 percelen: De inschrijver is verplicht bij zijn inschrijving een beschrijving bij te voegen opgesteld volgens de indeling van dit bestek.
VRIJE VARIANTEN VOOR DE VIJF PERCELEN: zijn enkel toegelaten indien de inschrijver een offerte indient voor de basisdiensten zoals hierboven beschreven. De vrije varianten moeten minstens beantwoorden aan de hoofdstuk 2 gestelde eisen die als technische voorwaarden gelden.
Antwerpen, 25 mei 2010
Anja De Bruyn Adviseur
Bestek LPA/2010/1061
Lokale Politie Antwerpen
43.