DE KLEINE MEI JERIJ Vlugschrift van de Heemku.ndekri.ng en het Streekarchivariaat van Oisterwijk BERKEL-ENSCHOT MOERGESTEE
ESCH - H A A R E N H E L V O I R T OISTERWIJK UDENHOUT
DE KLEINE MEIJERIJ
1975 jaargang XXVI
vlugschrift van de heemkundekring; en het streekarchivariaat van Oisterwijk; Berkel-Enschot, Esch, Haaren, Helvoirt, Moergestel, Oisterwijk, Udenhout. BESTUUR P. Drijvers, Burgemeester Canterslaan 29, Oisterwijk, voorzitter; E. van Waesberghe, Oranjeplein l, Loon op Zand, secretaris; Mevr. E. Moebs-Bayer, Duyvekotstraat 17, Moergestel, penningmeesteresse; Mevr. J. Suylen-van Lanschot, "Den Tulder", Oude Rijksweg 36, Helvoirt; Broeder Adelbertus, Driehoeven 5, Haaren;C. van de Bersselaar, Sportlaan 43, Udenhout. REDAKTIE P.J.M. Wuisman, streekarchivaris, Durendaaldreef 14, Oisterwijk. W.P.M.J. de Bakker, Scheepersdijk 15, Oisterwijk. LIDMAATSCHAP Het lidmaatschap van De Kleine Meijerij bedraagt f. 24,-- (leden die Brabants Heem reeds ontvangen f. 14,--). Alle betalingen bij de Rabobank, Oisterwijk, rekening 13.89.80.209, postrekening van deze bank 11.15.406, ten name van de penningmeester van De Kleine Meijerij. TIJDSCHRIFTEN - UITWISSELING De Kleine Meijerij heeft ruilabonnementen met: Met Gansen Trou, uitgave van de kring Onsenoort te Nieuwkuyk, Gemerts Heem, uitgave van de kring De Kommanderij Gemert. Heemschild, uitgave van de kring De Oude Vrijheid te Sint Oedenrode. Actum Tilliburgis, uitgave van de kring Tilborch. Heemkronijk, uitgave van de kring De Heerlijkheid Heeze, Leende en Zesgehuchten. OMSLAGFOTO mr. A.H. de Balbian Verster (1830-1915) (repro: C. Aarts)
DE KLEINE MEIJERIJ Vlugschrift van de Heemkundekring
EN HET STREEKARCHIVARIAAT IN HET KWARTIER VAN OISTERWIJK
BERKEL-ENSCHOT - ESCH - HAAREN - HELVOIRT MOERGESTEL - OISTERWIJK - UDENHOUT
ZES-EN-TWINTIGSTE JAARGANG 1975
TEN GELEIDE. De oude 17e eeuwse brouwerij en herberg ..de Drie Swaentjes" te Oisterwijk is gerestaureerd en vorig jaar in gebruik genomen voor een der afdelingen van de Gemeentesecretarie. Ook de bekende gemeentetentoonstellingen zullen in de toekomst in dit pand worden gehouden. Door deze gebeurtenissen is weer eens de aandacht op dit pand gevallen, alsmede op de figuur van Mr. Abraham Hendrik de Balbian-Verster, de bewoner aan wie dit huis in de volksmond de naam "Het Versterhuis" dankt. In het eerste nummer van de 26e jaargang van „de Kleine Meijerij" wil de redaktie iets nader ingaan op het pand en op haar markante bewoner, wiens portret dit jaar de frontpagina van ons blad zal sieren. Het is de eerste maal in het bestaan van ons vlugschrift, dat niet een gebouw, doch een portret de vlag zal zijn, waaronder ..de Kleine Meijerij" eenjaar zal varen. De redaktie heeft er behoefte aan, haar dankbaarheid te uiten aan het adres van mevr. A.M. v.d. Lely-Everts uit Amersfoort, kleindochter van Mr. A.H. de Balbian Verster, niet slechts voor haar bijdrage over de familie Verster, maar nog voor het beschikbaar stellen van het schetsboek van haar grootvader.
DE FAMILIE VERSTER.
door A.M. van der Lely-Everts
Het geslacht Verster - de Balbian Verster - stamt uit Noord Brabant en behoort tot de oudste regeringsgeslachten van 's Hertogenbosch, welke sinds de aanvang der staatse regering aldaar deze stand hebben bekleed. Wapen Verster: In blauw een zilveren dwarsbalk van boven vergezeld van een liggende eiketak met zes eikels van goud en een azuur veld onder drie gouden sterren (2,1) zespuntig in azuur helmteken, de gouden etiquet (eiketak) rechtopstaande. Blauw-gouden dekkleden. DE KLEINE MEIJERIJ, jrg. XXVI, afl. l 1.
Ds. Laurens Verster de Balbian, geb. te 's-Hertogenbosch 20 december 1706 had de naam aangenomen van de Balbian naar zijn moeder. Met Cornelis Covert Verster de Balbian was de toevoeging van de naam de Balbian geëindigd. In een andere tak van de familie Verster is deze toevoeging weer tot stand gekomen. Om gevolg te geven aan een belofte gedaan aan Cornelis Covert Verster de Balbian om de beide namen weder samen te voegen, werd dit in de 19e eeuw verwezenlijkt en wel aan Abraham Hendricus Verster, die bij Kon. Besluit van 17nov. 1880 het recht verkreeg om bij zijn geslachtsnaam die van de Balbian te voegen. Het wapen was nu in vier kwartieren gedeeld met de friese adelaar in zwart op goud en
onder een met zilver gekroonde vis van goud op rood (keel). Helmstukken van het bijgevoegde deel een neger met staf. Dekkleden in rood (keel) en goud. Mr. Abraham Henricus de Balbian Verster geb. te Amsterdam 10 mei 1830. Na zijn promotie te/ Leiden in 1856 en studie te Rijssel (Lille) vestigde hij zich als advocaat in zijn vaderstad 's-Hertogenbosch, vanwaar hij enkele jaren later benoemd werd tot kantonrechter te Boxtel 1859 -1871 en na opheffing van dat kanton in 1871 tot rechter in het kanton Tüburg 1871 - 1910. Hij huwt te Oisterwijk l juli 1859 ten Ie: Igminia Ignatia Rijpperda, geb. te Oisterwijk 3 november 1831, overleden te Oisterwijk 17 augustus 1873, dochter van Jan Rijpperda en Arnolda Breda; ten 2e: huwt hij te Leiden 9 september 1880 Charlotte Henriette Agathe ten Siethoff, geb. Soerabaya, 6 mei 1839, overleden Oisterwijk 17 december 1894, dochter van Johannes Jacobus ten Siethoff en 2.
en Geertruyda de Mik en weduwe van Aart Bouman. Uit het eerste huwelijk: 1. Arnolda geb. te Boxtel 13 juni 1860 en overleden 29 november 1860 te 's-Hertogenbosch. 2. Jan Francois Leopold geb. te Boxtel 29 juni 1861, journalist, letterkundige (zie handelingen en levensberichten van de maatschappij der Ned. Letterkunde te Leiden 1942). Overleden 26 juni 1939 te Amsterdam. Lidmaat van de Illustere Lieve Vrouwe Broederschap te 's-Hertogenbosch, (in 1318 opgericht) als honorair proost. Nadat hij een H.B.S. in Noord Brabant had afgelopen, demasqueerde hij als "Omega" den nom de plume, waaronder hij 30 jaar lang wekelijks als de briefschrijver aan de Sumatra post had meegewerkt. Daarna naar de Indische instelling te Delft en deed mee aan het groot ambtenaars examen. Door de zeer vele gegadigden 112 en slechts 5 plaatsen, geen kans van slagen. Hij zocht het toen in de journalistiek, eerst de wetenschappelijke kant van de oude Amsterdamse courant, toen een blad in Haarlem en dan aan 'Het nieuws van de dag', waaraan hij als redacteur verbonden bleef tot de opheffing in 1923. Ook daarna bleef hij de dagbladpers dienen. Eerst als medewerker voor historische onderwerpen van het Alg. Handelsblad, daarna van de Telegraaf. Zijn liefde voor Indië is hem steeds bijgebleven, met name geschiedenis en volkenkunde. Hij schreef in het tijdschrift "Eigen Haard" onder pseudoniem Bintang Djaoeh (Verre Ster) en onder Toerid J éne (een man die op het water woont). Toepasselijk, als vrijgezel woonde hij te Amsterdam op het water (het oude Damrak). Bekende schilders, Breitner, Witsen, Isaac Israels, Wenckebach, Marte en elders kwamen vaak op zijn kamer werken. Hij schreef artikelen in het Amsterdams jaarboekje en het maandblad van het genootschap Amsteldamum, waarvan hij van 1927-1935 redacteur is geweest. Schetsen van Amsterdam, burgemeesters uit de 17e en 18e eeuw. Over de bocht van de Heerengracht. Feiten uit de geschiedenis van Amsterdam als "broer Janszoon". De vele gedenkboeken, Amsterdams ijsclub, Deli maatschappij, alsmede die betrekking hebbende op het vorstelijk huis 1912 - 1937 en de officiële gedenkboeken 1898 -1901. Bestuur Ned. Hist. Scheepvaart Museum Amsterdam en het Kon. Ned. Aardrijkskundig genootschap. Verder verklaarder van historische schilderijen, behorende tot de verzameling van het Rijks Museum. Tijdens de oorlog 1914 - 1918 redigeerde hij het uitnemende ochtendblad van "het nieuws van de dag" onder Dr C. Easten. Bij zijn 70e verjaardag benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Geheel toevallig is het niet, schreef hij eens dat ik gelukkig getrouwd ben met een schilderes van talent, die hij huwde te Oisterwijk, 19 april 1910, Hendrika Cornelia Bolderhey, geboren te Amsterdam, dochter van Dirk en Cornelia Maria Christine Deuzing. Uit dit huwelijk drie dochters. 3. Sjoerd Arnold geboren te Oisterwijk 7 augustus 1862, ongehuwd, sterft 28 januari
3.
1922 ? Redlands Californie USA. Ontving zijn opleiding aan de machinisten school te Amsterdam, daarna op de grote vaart en vestigde zich als koopman in Detroit in 1892 in de staat Michigan. Woonde later in Laguna beach, Californie als Mayor of the
Village. Leefde onder de naam Frank Hanson. 4. Jan Arnold, geboren te Boxtel 9 juni 1864, ongehuwd, sterft 14 juni 1902 te Amsterdam. Op 17 jarige leeftijd naar Atjeh in dienst van de firma de Lange en Co "Atjehleverantie", doch moest die streken wegens malaria verlaten en vestigde zich in
Medan (Deli) Sumatra's Oostkust. Na genezing weer terug naar "Atjeh-leverantie". Richt in 1899 een Toko op te Kota Radja. Lijdt voortdurend aan verouderde dysenterie en moeraskoortsen, gaat in juni 1902 voor gezondheid naar Europa en sterft al heel gauw in het Diaconeshuis, Keizersgracht bij de Binnenamstel te Amsterdam. Hij wordt begraven te Oisterwijk. 5. Abraham Henricus, geboren te Boxtel 14 juli 1866. Huwt te Haarlem bij volmacht, 10 oktober 1893, Ubeltje Christine Witteveen, dochter van Cornelis en Catharina Johanna Bloembergen Santee, geboren te Leeuwarden, 12 november 1868, overleden 13 mei 1920 te Bosch en Duin. Uit dit huwelijk een dochter en een zoon.
Abraham Henricus hertrouwt te Heemstede 21 mei 1928, Maria Douwes, wed. Th. R. van Epen. Geen nakomelingen. Hij sterft te 's-Gravenhage 30 oktober 1939. Abraham Henricus wordt in 1890 officier der Infanterie 's-Hertogenbosch, gaat mei 1893 naar West Indië om daar drie jaren te worden gedetacheerd "Paramaribo l augustus aan de 2e luit der Inf. A.H. de B.V. is admissie verleend als landmeter". Op 25 februari 1898 voor 5 jaren gedetacheerd naar Oost Indië in garnizoen te
Padang. Repatrieert 12 oktober 1903 en wordt ingedeeld bij het 6e regiment Inf. Bij Kon. besluit van 28 juni 1905 nr. 48 benoemd tot kapitein bij dat korps, met ingang van l juli, en belast met het bevel over de 4e compagnie van het Ie bataljon. Hij neemt zijn ontslag in 1909 als majoor. Wordt daarna secretaris-penningmeester van de Willem Arntzhoeve te Den Dolder. In 1914 gaat hij als reserve majoor weer in dienst tot einde van de oorlog 1918. Daarna tijdelijk ambtenaar bij de belastingen. 6. Florentius, geboren 1870 en overleden 13 januari 1871. 7. Anna Geertruyda, geboren te Boxtel 30 januari 1871, huwt te Oisterwijk 12 februari 1896, nog in het oude raadhuis, Jacobus Adrianus Marinus Everts, geboren te Zaltbommel 25 mei 1851, fabrikant van de firma Everts en v.d. Weyden te Helmond, zoon van Jacobus en Adriana Maria van de Garde te Nijmegen. Zij overlijdt 18 april 1946 te Nijmegen. Uit dit huwelijk twee dochters.
4.
8. Uit het 2e huwelijk: Louise Cornelia de Balbian Verster, geboren te Oisterwijk 21 oktober 1881, huwt te
Oisterwijk 3 december 1902, Ing. Egbert Paul Haverkamp Begeman te Helmond, geboren 2 juli 1879, directeur der Kon. Ned. Machinefabriek v/h H. Begeman. Zoon van Egbert en Pauline Wachter Helmond. Later ingenieur bij de Great Western Chicago Railway Cy, wonende te St. Paul Minnisota USA. Louisa Cornelia sterft te Berkeley Californie, Berrymanstreet 1935, op 16 juni 1906. Uit dit huwelijk twee dochters. Mr Abraham Henricus de Balbian Verster wordt regerend proost der Illustere Lieve
Vrouwebroederschap te 's-Hertogenbosch. Ridder in de orde der Ned. Leeuw in 1900. Onder de eigen naam heeft hij juridische en historische bijdragen geleverd aan verschillende tijdschriften. Onder pseudoniem "de Havec" schreef hij novellen en schetsen. Hij behoorde tot de leden van "Oefening kweekt kennis" te 's-Gravenhage en als verdienstelijk tekenaar leverde hij prenten o.a. aan de "Spectator". Bij de zittingen van het kantongerecht, in de kerk, vanuit zijn raam, overal vond hij stof voor het maken van portretten, veelal karikaturen. Meer dan 40 jaren is hij beheerder geweest van bossen en vennen bij Oisterwijk, die zich thans nog in zo grote roep verheugen. In 1871 rentmeester der goederen onder Oisterwijk, Berkel en Moergestel van baron van Lynden van Luneburg, daarna in handen van de twee freules van Swinderen van Rijssen Friesland en later van Mr J. Baron van der Felz te Twello. Hoe hij de betrekking als kantonrechter heeft vervuld is gebleken toen hij in 1896 zijn 25-jarig feest mocht vieren en de burgemeester van Tilburg aan het hoofd van een lange reeks deputaties de jubilaris kenschetste als een ware vrederechter en raadsman voor iedereen. Nog vele jaren heeft hij op gelijke wijze zijn ambt vervuld, totdat hij op 26 september 1908 zijn 50-jarige ambtsvervulling mocht gedenken. Bij deze gelegenheid werd op grootse wijze uiting gegeven aan de algemene verering voor deze landelijke magistraat. Hij was toen zowel naar leeftijd als ancieniteit de oudste kantonrechter van Nederland. Niet lang daarna is hij tengevolge van de wet Nelissen uit de dienst getreden. Op l januari 1909 eervol ontslag gevraagd en gekregen na zijn 50-jarige loopbaan. In 1871 vestigde hij zich te Oisterwijk in het huis (ik meen al van zijn vader)? aan „de Lind" genaamd Anstruwe (an den stroem) An-stroem of aan het kreupelhout (struweel). Het terrein liep door tot over de voorste stroom. Met een ophaalbruggetje verbonden met een eilandje en daarna de weilanden.
Het huis met de zes ramen aan de voorzijde en aan de straat een klein poortje wat naar het erf en het z.g. kantoor voerde had daarnaast nog de grote deuren van het koetshuis en daarachter de stallen. Aan de achterzijde werd het huis door de z.g. plaats
geflankeerd door de stallen en aan de andere kant het gebouwtje dat dienst deed als washok enz. Dan volgde een grote moestuin en fruittuin en tenslotte het bosje.
Op het grote plein voor het huis bevond zich een zeer oude Lindeboom die er zich nog steeds bevindt. Verder (nu een nieuw opgetrokken) muziektent en een prachtige monumentale pomp, die helaas is verdwenen. Tegen 5 uur 's avonds kwamen uit de diverse huizen de dienstmeisjes wit geschort en gemutst, met hun kristallen karaffen daar het lekkere ijskoude water halen. Aan de overkant woonde, o.a. in een groot wit gekalkt huis met groene luiken en vier ramen J.A. Rypperda, nestor der rijks ontvangers, geboren te Oisterwijk, 7 april 1828, als laatste telg van een oud fries geslacht en zwager van Abraham Henricus de Balbian Verster. Adriana v.d. Heuvel heeft Rypperda tot zijn dood trouw verzorgd. Hij was n.l. ongehuwd. Zijn grote vriend was Jhr de Jonge van Zwijnsbergen uit Helvoirt, die elkaar al wandelend bezochten. Verder woonde als buren van "Anstruwe" de broer en twee zusters Canters, leerlooier. In de stroom ook achter hun huis lagen de huiden te weken wat een speciale geur verspreidde. Aan de andere kant in een groot wit huis, was de kostschool van de familie Felix voor jongens. Men maakte hen klaar voor de militaire academie of handel. 2 meisjes w.o. Anna Geertruyda de Balbian Verster volgden deze lessen. De familie Holleman volgde met een dito huis iets naar achteren. Verder in het dorp op het Hof woonde de notaris Breda van Kelkhoven, ook een familie-
lid met een grote z.g. overtuin (Dorpsstraat). Na het overlijden van Abraham Henricus werd het huis verkocht aan de heer Hamers, sigaren fabrikant. Hoogtepunten voor zijn familie waren de oudejaarsavonden, waar zij allen in Oisterwijk samen kwamen reeds in de middag. Na de maaltijd en de kerkgang vermaakte men zich met spelletjes en werd er heel wat bijgepraat, tegen elf uur werd in de grote zaal met het op linnen beschilderde behang een oestersouper gegeven. Ik herinner mij nog een voordracht van de kleinkinderen in 1911. Op de plaats werd daarna door de oudste zoon vuurwerk afgestoken. Tegen 12 uur verscheen "Versterreke" op de stoep van zijn woning om het nieuwe jaar met zijn geweer in te schieten. De harmonie der Kon. Ver. Asterius bracht dan een serenade waarna men met een glas wijn elkaar gelukwenste. Op nieuwjaarsmorgen stroomde het bezoekers en kwam o.a. de tuinman met een vers van 27 cou-
pletten, gemaakt door Johannes te Aa, die op zijn huisje vermeldde "dichter", opdraven. Als het vroor toog men naar de vennen om schaatsen te rijden. Op l O mei was er weer een familie reunie ter ere van grootvaders verjaardag met weer veel bezoek en als het weer het al toeliet zwemmen in de vennen en later in de zomer een kinderfeest met huifkarren naar de Gemulle hoeken.
6.
KWARTIERSTAAT VAN Mr. A.H. DE BALBIAN VERSTER door PJ.M.Wuisman Voor de samenstelling van de kwartierstaat van Mr. A.H. de Balbian Verster op bladzijde 12,13 is behalve van de registers van de Burgerlijke Stand, de bevolkingsregisters en de retroacta in diverse plaatsen, ook gebruik gemaakt van het Nederlands Adelsboekje, het Nederlands Patriciaat en van A.A. Vorsterman van Oyen, Stam en Wapenboek van aanzienlijke Nederlandse Families. Helaas konden enige data niet teruggevonden worden in het korte tijdsbestek, waarin deze kwartierstaat moest worden samengesteld; vandaar enige onvolledigheden bij de voorouders van de moeder van de Oisterwijkse kantonrechter.
DE OISTERWIJKSE PORTRETTEN DOOR Mr. A.H. DE BALBIAN VERSTER door P.J.M.Wuisman Ten huize van mevr. A.M. v.d. Lely-Everts te Amersfoort berusten een schetsboek en een
aantal losse tekeningen van de hand van haar grootvader Mr. Abraham Hendrik de Balbian Verster.
Daar in deze serie tekeningen een aantal getekende portretten van Oisterwijkers voorkomen, was dit een reden om in "de Kleine Meijerij" de nodige aandacht eraan te besteden. Na de dood van de tekenaar, de bekende Oisterwijkse kantonrechter, schreef diens dochter Mevr. A.G. Everts-de Balbian Verster -moeder van de huidige eigenares- op de eerste
pagina van het schetsboek een korte inleiding, die hier bijna geheel volgt: "Dit zijn de teekeningen, die Papa maakte van iedereen en op allerlei plaatsen, wanneer hij maar iets zag, dat typeerend of humoristisch was. Hij teekende in zijn notitieboekje terwijl hij beklaagden voor het kantongerecht een verhoor afnam of gedurende het pleidooi
van een advocaat. Hij teekende zittende in de kerk, d.w.z. met zijn gedachten; zoodra hij thuis kwam gaf hij zijn indrukken weer op papier. Wanneer hij iemand zag met een speciale houding, moest hij dat teekenen en zijn aangeboren humor deed hem chargeeren......... De portretten lijken bijna allen sprekend. De losse waterverf-schilderingen waren met een paar punaises tegen den wand van zijn kantoor vastgemaakt en heb ik na papa's dood
afgenomen; als schildering geen waarde misschien, doch wel als souvenir uit onze jeugd." Bij een ruwe indeling kunnen de tekeningen van de hand van mr. de Balbian Verster gemakshalve in een drietal groepen worden gescheiden, n.l. de schetsen van bijzondere, meestal humoristische situaties, de losse, meestal op kladblaadjes getekende portretjes en tenslotte de portretten van Oisterwijkers en Tilburgers, veelal voorzien van de namen der afgebeelde personen. Hoewel uiteraard de meeste aandacht zal worden besteed aan
laatstgenoemde categorie, toch moge beide eerste groepen niet geheel worden overgeslagen.
7.
l De z.g. situatieschetsen zijn bijna allen l gesigneerd en van een jaartal voorzien. f Ze blijken meestal te stammen uit de tijd, dat de tekenaar te Leiden studeerde, of hoogstens kort nadien. Een voorbeeld ervan is de hier afgebeelde "de komst van den gevierden erfoom", uit 1860, een der eerste jaren, dat A.H. de Balbian Verster in Oisterwijk woonde. De arriverende suikeroom wordt door de gezinsleden wel dermate onderdanig, maar ook zo hartelijk begroet, dat hij volgens het bijschrift "bijna gevierendeeld" wordt. Een even onderdanige en aanhankelijke ontvangst kreeg b.v. ook "de commissaris tot regeling van de maskerade onder de leveranciers", een rake schets uit 1853. Daarnaast zijn er enige tekeningen, die de sfeer van het Leidse studentenleven uit het midden der vorige eeuw weergeven, zoals b.v. "Gerrit Witze in het zweetkamertje". Van de kleine toevallige schetsjes, b.v. van klanten van het Boxtelse of Tilburgse kantongerecht vindt men hier enige voorbeelden, gemaakt op blaadjes van een agenda als ook duidelijk te zien is, en naderhand bij elkaar geplakt op een groter vel. De grote vaardigheid om in betrekkelijk korte tijd een gezicht raak weer te geven, valt bij het bezien van deze schetsjes onmiddellijk op. Onder deze categorie moet men b.v. ook rekenen de medereizigster uit de trein in de periode dat de kantonrechter wekelijks van Oisterwijk naar Tilburg spoorde voor de zitting van het gerecht. Volgens een aantekening van zijn dochter wilde A.H. de Balbian Verster nooit eerste klas reizen. Andere tekeningen uit deze serie zijn o.a. "twee bedelmonniken", "inde kerk",' zondagse gaste Tilburg" en "op de kermis". De derde -en voor de lezers meest interessante- serie schetsen van de hand van A.H. de Balbian Verster vormen de portretten van Oisterwijkers en Tilburgers, waarvan bij de meesten de namen worden vermeld. Alleen de Oisterwijkse portretten -die tesamen een beperkte portrettengalerij uit de tweede helft van de vorige eeuw vormen- zullen behandeld worden. De logementhouder Kees Wouters van Opstal moet wel een zeer dankbaar onderwerp zijn geweest om te tekenen; in de serie komt hij tot viermaal toe voor. Hij was de zoon
van de varkensslager Wouter van Opstal
en de Moergestelse Maria Vriends. Geboren te Oister-
wijk op nieuwjaarsdag 1826, wordt hij in het bevolkingsregister achtereenvolgens aangeduid als haammaker, zadelmaker en logementhouder, hoewel hij en zijn nakomelingen in de laatste kwaliteit het meest bekend zijn geweest. In 1848 huwde hij de Bossche Jacoba Petronella van de Ven. Hij overleed te Oisterwijk op 11 december 1898. 1)
De beide tekeningen van het echtpaar Holleman-Rouffaer zijn wellicht caricaturaal bedoeld. Ze zijn in ieder geval -vergeleken met foto's die van beide echtelieden bekend zijn- zeer overtrokken. Wouter Holleman werd te Eindhoven geboren op 29 september 1805. In 1829 kwam hij naar Oisterwijk, waar hij tesamen met zijn broer Arnold een chemische fabriek aan de Kerkstraat oprichtte. Hij was o.a. lid van de kerkeraad, diaken en ouderling van de Ned. Hervormde Kerk. Hij huwde te Maastricht in 1838 met Anna Helena Rouffaer aldaar geboren, 12 juni 1813. Ze wordt hier aangeduid als "moeder Leen Holleman". Ze overleed te Oisterwijk op 19 december 1882 en werd, evenals haar echtgenoot, die op 29 juli 1886 overleed, begraven op het Hervormde Kerkhof aan de Kerkstraat. 2)
Cornelis van den Berg is in het schoenmaken opgegroeid. Zijn vader Arnoldus van den Berg en zijn grootvader Michel van den Berg oefende het beroep van schoenmaker ook al uit.
Was het een wonder dat Cornelis, geboren te Oisterwijk op 20 februari 1838 ook schoenmaker werd ? In 1868 huwde hij Johanna van Baast. Hij overleed te Oisterwijk op 18 januari 1906. 1)
9.
Op 22 juni 1816 werd Maria Theresia Wolvers in het Belgische -het was toen nog Nederlandse- Leesele geboren. Tesamen met haar echtgenoot Matthias Jacobus van Diemen vestigde zij zich in 1889 vanuit Rosmalen in Oisterwijk. In 1897 overleed M.J. van Diemen en in hetzelfde jaar vertrok de weduwe naar Tilburg. In die enkele maanden van dat jaar moet A.H. de Balbian Verster haar hebben getekend. 3) -'>"
'
'
Eveneens uit het buitenland kwam Levi Abraham van Dam. Hij was geboren te Anneberg in Saksen op 14 juni 1816. Na zijn huwelijk met de Oisterwijkse Kaatje van der Sluis (1814-1896) woonde hij aan het Lindeind. Als beroep van deze Israëlitische Oisterwijker wordt "marktkoopman" opgegeven; volgens het bijschrift bij de tekening
reed hij met een hondenkar. Hij overleed te Oisterwijk op 14 augustus 1892. 3) Met de wegwerker Jaan Dekkers zal wellicht worden bedoeld de op 10 september '">ƒ1837 te St. Michielsgestel geboren Adriaan Dekkers, die in het bevolkingsregister als ;« "arbeider" staat vermeld. Hij overleed te Oisterwijk op 29 november 1905 als weduwnaar van Catharina Kusters. Tevoren was hij gehuwd geweest met Maria Pappen. 3)
Een tweetal tekeningen zijn bewaard gebleven van Hermanus Welsink. Geboren te 's Gravenhage op 25 maart 1809, volgde hij een militaire loopbaan, die eindigde met de rang van kolonel. Hij was gehuwd met Urseline Gerardine Frederika
Kluppell, doch deze was reeds overleden, toen Hermanus Welsink zich in 1865 vanuit 's-Hertogenbosch in Oisterwijk vestigde, tesamen met zijn dochter Hermine. Als beroep van de kolonel wordt in de Oisterwijkse boeken opgegeven "militiecommissaris". Hij overleed te Oisterwijk op 28 juli 1888.
10.
Hermine Welsink, die haar vader in 1865 naar Oisterwijk was gevolgd was te 's Gravenhage geboren op 12 februari 1853. Het meisje, hier van achteren gezien, huwde in 1887 te Oisterwijk met de handschoen met de in het voormalige Batavia verblijvende Nicolaas Hermanus van Maren. Enige dagen na dit huwelijk vertrok zij naar haar echtgenoot in Ned. Oost Indië. 3) Christoffel Kortleven, hier afgebeeld op de kansel van de Hervormde Kerk in de Kerkstraat, was geboortig uit Delft, waar hij op 3 juli 1833 het levenslicht zag. Als onderofficier was hij o.m. woonachtig te Bergen op Zoom. In 1881 kwam hij als gepensioneerde naar Oisterwijk, waar zijn echtgenote Francisca F.C. Wisse (1843-1885) na enige jaren overleed. In de Hervormde kerk vervulde hij de functie van koster tot 1905, in welk jaar hij naar Culemborg vertrok. 3) Anthoinetta Maria Bruynis, waarvan in het schestboek een tweetal portretten te vinden is, werd op 18 februari 1823 te Gorinchem geboren. Tesamen met haar tante Maria Bruynis (1797-1885) en haar zuster Carolina Bruynis (1813-1890) woonde zij aan het Oisterwijkse Lindeind. Hoewel de dames Bruynis in het bevolkingsregister staan genoteerd als "zonder beroep", werd althans een gedeelte van hun inkomsten verkregen door het verhuren van kamers aan kostgangers. Na de dood van haar zuster in 1890 vertrok Netje Bruynis naar Utrecht. 3) Op hetzelfde blad als Netje Bruynis komt ook het portret voor van Anna Agatha Maria Schaap, te Paramaribo geboren op 29 december 1854. Ze was gehuwd met Jhr. Jozef Emile Marie de Kuyper (1853-1917), die tesamen met zijn broer een sigarenfabriek had aan het Lindeind. Anna A.M. de Kuyper-Schaap overleed te Usselstein op 11 juli 1934. Een derde portretje op hetzelfde blad wordt aangegeven als haar moeder, doch of dit de moeder is van mevr. de Kuyper of van Netje Bruynis kon niet worden nagegaan. Geen van beiden hebben in Oisterwijk gewoond. Tenslotte vindt men op dat blad nog een schetsje van de Overste Plancken. August Frans Diederik Plancken woonde omstreeks 1880 als gepensioneerd luitenant-kolonel aan het Oisterwijkse Kerkeind. Hij was geboren te Breda op 4 april 1811 en huwde met Jvr. Josephina Claudia Louise Verspeyck (1821-1901). Ze hadden o.a. enige tijd op Java gewoond, waaruit geconcludeerd kan worden, dat de overste Plancken een K.N.I.L.-officier (zie verder pagina 14.)
11.
IV- 1 VERSTER
Abraham rentmr.geestelijke goederen i.h. Kwartier v.Oisterwijk geb. 's-Bosch 1 febr. 1720 overl. 's-Bosch 9 juni 1799 z.v. Jan Louis Verster en Catharina Gast
2 van WOERKOM Florentia
geb.
overl.
4
COLLOT d'ESCURY Martha Christina
stadssecretaris v. 's-Hertogenbosch geb. 's-Bosch 2 jan. 1719 overl. 's-Bosch 5 dec. 1771 d.v. Florentius van Woerkom en Geertruid van der Horst
huwt Batenburg 10 mei 1744 III- 1
3 van HEURN mr. Frans
geb. 's-Bosch
6 sept. 1717 overl. 's-Bosch 16 jan. 1781 z.v. Jan van Heurn en Antonia Emilia Wolfsen
geb. 's-Bosch 5 juli 1725 overl. 's-Bosch 21 juli 1762 d.v. Henry Collot d'Escury en Martha Geertrui Sweerts de Landas
7 SLATBOOM
geb. Harlingen 8 okt. 1732
geb.
ged. Eibergen
overl. Dordrecht 9 juni 1802 z.v. Broer Brouwer en Wilhelmina Boonen
overl. 12 juni 1822 d.v. Abraham van Limburg en Anna Giffenig
Petrus predikant
Gerard
3sept. 1731 overl.
8 ERCKENZWEIG Helena Catharina Elisabeth
geb. Orsoy (Dld) ca. 1733
z.v. Jan Slatboom Gz en Orsela Backers
d.v.
De naam beurtelings Slotboom en Slatboom
De naam ook geschreven Erckenswijk
huwt Amsterdam 18 sept. 1763
huwt 5 mei 1761
2 van HEURN dr. Florentius Antonia Emilia schepen 's-Bosch 's-Hertogenbosch 14 aug. 1747 geb. 's-Hertogenbosch 11 jan. 1756 overl. 's-Hertogenbosch 's-Hertogenbosch 14 april 1795 24 april 1802 huwt 's-Hertogenbosch 1 2 ngvember 1 780
geb. overl.
6 van LIMBURG Anna Geertruida
huwt 's-Hertogenbosch 11 mei 1745
VERSTER
II-1
5 BROUWER
3
BROUWER Abraham Henricus
4
SLOTBOOM Johanna Sophia
geb. overl.
Dordrecht 15 dec. 176 5
ged. overl.
Amsterdam 5 sept. 1766
!_ huwt Dordrecht 7 oktober 1792
19 oktober 1837
15 december 1835
VERSTER Jan Francois Leopold inspecteur der registratie in N.Brabant
2
's-Hertogenbosch 16 november 1788
geb. Amsterdam 18 september 1796 overl. 's-Hertogenbosch 23 januari 1840
's-Hertogenbosch 26 december 1874
van LIMBURG BROUWER Helena Catharina Elisabeth
huwt Hillegom 12 mei 1824 I-1
12.
de BALBIAN VERSTER, mr. Abraham Hendrik kantonrechter te Boxtel en Tilburg (toevoeging "de Balbian" bij geslachtsnaam bij K.B. 17-11-1880, nr.36)
geb.
Amsterdam l O mei 1830
overl.
Oisterwijk 12 december 1915
huwt
l. Oisterwijk l juli 1859 2. Leiden 9 september 1880
Igminia I. Rypperda ' Charlotte H.A.ten Siethoff
geb. Oisterwijk 3 november 1831 geb. Soerabaya 6 mei 1839
overl. Oisterwijk 17 aug. 1873 overl. Oisterwijk 17 dec. 1894
13.
geweest kan zijn. (K.N.I.L. is Kon. Ned. Indisch Leger). Aug. F.D. Plancken overleed te Oisterwijk op 23 mei 1893. 4) Van de zwager van de overste Plancken kan met zekerheid gezegd worden dat hij K.N.I.L.-officier geweest is. Het was de hier afgebeelde Jhr. Gustave Marie Verspyck, geboren te Gent op 19 februari 1822. Hij bekleedde de rang van Luitenant-Generaal, was adjudant van Koning Willem III en lid van het dagelijks bestuur van het Nederlandse Rode Kruis. Of hij in Oisterwijk heeft gewoond is niet gevonden. In ieder geval verbleef hij geregeld bij zijn zwager en zuster, zodat de kantonrechter hem bij een van die gelegenheden heeft kunnen tekenen. 4)
Ds. Lodewijk Gerard Royaards was een schoonzoon van het eerder afgebeelde echtpaar Holleman-Rpuffaer. Hij werd te Arnhem geboren op 3 november 1830. Hij was Ned. Hervormd predikant te Oyen en Megen en werd als zodanig in 1860 naar Oisterwijk beroepen. Hier leerde hij Anna Helena Holleman kennen, met wie hij in 1869 huwde. In 1892 ging hij met emeritaat. Hij overleed te
's Gravenhage op 30 maart 1918, doch werd op het Hervormde kerkhof te Oisterwijk begraven, evenals zijn vrouw, die in 1929 overleed. 2) Elisabeth Johanna Kleynenberg heeft slechts kort te Oisterwijk gewoond. Ze was in Arnhem geboren op 12 januari 1857. In 1885 huwde ze met notaris Ignatius C.M. Breda. Ze woonden in de huidige Oisterwijkse Dorpsstraat, in het grote pand "het Hof', thans no.29-31. Op no.31 vindt men thans nog de naam "Breda" in de brievenbus. Ruim een jaar na haar huwelijk, op 6 december 1886 overleed Elisabeth Breda-Kleynenberg in het kraambed van een dochter. Moeder en kind werd tesamen begraven op het Hervormde kerkhof. 3) Het echtpaar Nicolaas Felix en Christina Maria Breitenstein, hier op de rug gezien, kwam in 1884 naar Oisterwijk. Hij was geboren te Teraar op oudejaarsdag 1849 en haar wieg stond op 30 oktober 1854 te Utrecht. In Oisterwijk hadden zij de leiding van een z.g. Franse Kostschool aan het Lindeind, ongeveer ter hoogte van de huidige de Balbian Versterlaan. Zij waren de naaste buren van de tekenende kantonrechter. 3)
14.
De smid Willem van Leest was geen Oisterwijker van geboorte. Op 5 januari 1836 zag hij het levenslicht te Lage Zwaluwe, als zoon van de smid Jan van Leest en Petronella Toebak.
In 1859 huwde hij te Oisterwijk met Anna van Nunen. Hij overleed te Oisterwijk op 28 februari 1894. Veel nakomelingen van hem wonen thans nog in Oisterwijk. 1) Het bijschrift "Mevr. Holleman-Küller" bij dit portret is niet geheel correct. Carolina Wilhelmme Jaeger was geboren te Coesfeld in Westfalen op 5 april 1850. Ze huwde eerst met Jacobus A.A. Kuiler, uit welk huwelijk o.a. de bekende luchtvaartpionier Ir. G.P. Kuiler werd geboren. Als weduwe huwde ze in 1894 te Oisterwijk met Frederik Arnold Holleman (1828-1925), zelf ook weduwnaar en wel van Wilhelmina J. van Hoven. Ze woonden in het pand op de hoek van de Lind en de Gemullehoekenweg, thans nog bekend als "Villa de Huifkar". Carolina W. Holleman-Jaeger overleed te Oisterwijk op 27 mei 1927. 2) Judikje van Royen werd in het Drentse Vledder geboren op 14 januari 1862. Ze was gehuwd met A.C. van
der Sluys, die een carrière volgde bij de spoorwegen. In 1892 kwam het gezin van der Sluys vanuit Arnhem naar Oisterwijk, waar de heer des huizes stationschef werd. Waarom is niet bekend, maar Judikje v.d. Sluys-van Royen kreeg hier de bijnaam "Koningin
Elisabeth", reden voor mr. de Balbian Verster om haar af te beelden in het kostuum van haar beroemde naamgenote. In 1902 vertrok het gezin naar
Zevenbergen, waar A.C. van der Sluys een
nieuwe benoeming bij "het spoor" kreeg. 3) Uit een oud Oisterwijks geslacht stamde Wilhelmus van Roessel. Hij werd geboren op 6 juli 1814 en volgde een
loopbaan als gemeente-ambtenaar. In 1875 werd hij benoemd tot gemeente-secretaris van Oisterwijk, een functie, die hij bekleedde tot zijn dood op 21 november 1891. Hij
15.
was gehuwd met Adriana Francisca van Heynsbergen. Vanwege een gebrek aan zijn linkerarm -duidelijk waarneembaar op de tekening- kreeg hij in de volksmond de bijnaam "den eenarm", zoals vermeld in het schetsboek. 1) Een eveneens bekende figuur uit het openbare leven van het 19e eeuwse Oisterwijk was ongetwijfeld Theodorus de Winter, die in Amsterdam was geboren
op 16 mei 1834. Hij was gehuwd met Wilhelmina Berendina Geertruyda van Cornwall. Van 1872 tot zijn dood op 22 maart 1887 was de
Winter directeur van het Oisterwijkse postkantoor, dat toen nog ten huize van de directeur was gevestigd, n.l. op de hoek van de Kerkstraat en de Poststeeg, het inmiddels afgebroken pand, waarin ook dokter Desain gewoond heeft. Na zijn dood vertrok zijn weduwe naar Amsterdam. Onder zijn opvolger werd het bekende "Koninklijke Postkantoor" aan het eind van de Dorpsstraat gebouwd, dat binnenkort door de posterijen zal worden verlaten. Vanwege zijn functie gaf de tekenaar aan Th. de Winter als wapen een postzegel van l cent mee. 3) 1. Gegevens ontleend aan: W. de Bakker en G. Berkelmans, Anderhalve eeuw in Oisterwijk, 1974. 2. Gegevens ontleend aan: F.H. Holleman, Stamboek Holleman, 1969. 3. Gegevens ontleend aan: Bevolkingsregister en Burgerlijke Stand te Oisterwijk. Met dank aan W. de Bakker voor zijn assistentie bij het nazoeken in deze registers. 4. Gegevens ontleend aan: bevolkingsregisters en Burgerlijke Stand te Oisterwijk en uit diverse jaargangen van het Nederland Adelsboekje. 5. De hier afgebeelde portretten zijn verkleind weergegeven. * Reproduktie: C. Aarts, Oisterwijk.
16.
DE DRIE ZWAANTJES, BIJGENAAMD HET "VERSTERHUIS" op de Oisterwijkse Lind door mr G. Berkelmans en W. de Bakker.
Een tijdelijk gebruik als nood-postkantoor -een test-case voor de nu plaatsvindende vestiging in deze buurt?-of jeugdsociè'teit voor de Katholieke Arbeiders Jeugd -vandaar KAJuitvan het aan de Gemeente Oisterwijk in eigendom behorende oude patriciërshuis op de Oisterwijkse Lind, waar rond de eeuwwisseling kantonrechter meester Abraham Henricus de Balbian Verster huisde, had verval niet kunnen voorkomen. Gelukkig heeft de gemeenteraad tenslotte besloten het eeuwenoude pand te laten herstellen. Onder architectuur van vader en zoon Drijvers werd het door de firma de Bont uit Nieuwkuijk gerestaureerd. Hierdoor bleef een der oudste huizen van het tot beschermd dorpsgezicht geproclameerde deel der oude Vrijheid Oisterwijk voor het nageslacht behouden. Al kon een door onze heemkundekring gekoesterde wens er niet in vervuld worden, de Gemeente kreeg er een waardige dependance bij voor haar ambtelijk apparaat. 1) De ouderdom van het gebouw. Een eerste vraag bij wat oudere gebouwen betreft meestal de ouderdom. Met terzijdelating
van bouwtechnische en stijl-kenmerken is dat een der moeilijkste problemen. Oudere bronnen geven hierop geen rechtstreeks antwoord. Eerst rond 1910 ging de overheid zich met het bouwen bemoeien. Een enkele tekening uit deze tijd treft men nog in de dossiers die van Oisterwijk huis voor huis zijn aangelegd op Gemeentewerken. Nadien is het meestal erg eenvoudig aan de hand van deze tekeningen met de bijbehorende aanvragen, een juiste datering van de bouw van een huis te geven. Dit 'archief is echter 'lopend', wat, naar het schijnt, klaarblijkelijk ook wil zeggen dat er in de loop der jaren nogal wat is weggeraakt.
Vóór 1910 wordt het al moeilijker. Soms kan de bouw nog bij benadering gedateerd worden uit de leggers van het kadaster. Behalve bij de Rijks-landmeetkundige dienst berusten die ook bij de Gemeente. Oisterwijk bewaart de oudste serie reeds in zijn Archief. Bij nieuwbouw kon men tijdelijk vrijstelling van grondlasten krijgen, en daar het kadaster
tot voor kort enkel diende om die belasting verantwoord te innen, treffen we in de leggers regelmatig aantekeningen als: afbraak, nieuwbouw, scheiding, vereniging, verandering, met een datering. Het Versterhuis is echter ouder dan 1832, bij de invoering van het kadaster in onze omgeving. In de voordehandliggendé bron, de koop- en verkoopakten, zal men slechts zeer sporadisch iets over nieuwbouw vernemen. Voor 1811 waren de schepenen der dingbank belast met het laten vastleggen van de overdracht in deze akten. De Oisterwijkse schepenen hadden hiertoe niet enkel de zorg voor Oisterwijk, maar ook voor Udenhout, en zij het via een andere secretaris gedurende een groot deel der 18e eeuw, Haaren, Berkel, Enschot, en Huikelom. Na 1810 werd de notaris met deze registratie belast.
17.
Hoe tussen 1811 en 1832 grondbelasting geheven is, wordt niet duidelijk. In het gemeentearchief vindt men hiervan geen sporen. Dit is een zeer hinderlijke lacune, niet enkel voor de bouwgeschiedenis. Tevoren hief men verponding voor plaatselijk gebruik, en bede, bestemd voor de hogere overheid. Een enkele maal treft men in de doorlopende serie van
1725 tot 1811 een aantekening betreffende nieuwbouw aan. Deze serie is echter nogal conservatief, ze nam over het algemeen de oude beschrijving uit het vorige boek over. Niettegenstaande het grote voordeel dat zulks oplevert voor een doorlopende reconstructie over deze tijdspanne, het levert voor ons doel wel erg weinig op. In voorgaande belasting- of kommerboeken vindt men meer bijzonderheden. Het oudste kommerboek van Oisterwijk is van 1636. Het zijn steeds zelfstandig opgemaakte staten, die een aantal jaren dienst deden. Hierin treffen we ook uitsluitsel betreffende de Drie Zwaantjes. In de door Thesaurier-generaal Burgh gewaarmerkte copie van 23 maart 1697 van het quohier der verpondinge van 1665, dat getekend was door secretaris Abraham Verster, treffen we op folio 2: "Anthonis Herbert Smits als eijgenaar een huijs, schuer, brouwhuijs met 25 roeijen hooffs, mits het afbranden a° 1660, eerst wederom opgetimmert....... 2 - 2 - O". 2). Als uitgangspunt voor ons onderzoek naar de huizen van de oude Vrijheid Oisterwijk 3) hebben we van een geheel andere serie registers gebruik gemaakt. Vanaf 1736 is gedurende de hele eeuw iedere vijfjaar een register opgemaakt van alle huiseigenaars en de (hoofd) bewoners. Al is het geen sluitende reeks; daar de huisnummers al die jaren dezelfden bleven, is het toch vrij simpel een aansluiting te maken. Daar dit gehele nummer van ons vlugschrift tot stand gekomen is bij gelegenheid van het weer in gebruik nemen van het 'Versterhuis', willen wij er hier reeds de resultaten van ons onderzoek weergeven voorzover het dit gebouw en zijn bewoners betreft. Lindeind 7 In 1645 heeft Antonie Smits drie oude erven in handen. De twee westelijke reeds sedert 1636 4), het oostelijke eerst omstreeks deze tijd 5). Antonie Herbert Jan Smits is gehuwd met de weduwe van Goyaart Peter van der Aa, Jenneke, dochter van Huibert Henxtheuvel, welke uit haar eerder huwelijk een zoon Covert van der Aa had 6), die hier 28 november 1630 gedoopt werd. Antonie behoort tot de geziene poorters van Oisterwijk. Hij zit in de schepenbank en is heiliggeestmeester 7). Van beroep is hij brouwer. Wanneer hij in 1660 8) zijn huis opnieuw heeft opgetimmerd staakt hij het tappen van bier; in zijn schoon nieuw huis komt alleen wijn en brandewijn op tafel, terwijl er het klein bier nog slechts gebrouwen zal worden 9). Hier zijn drie zonen van Antonie te vermelden: Geraard Antonie Smits (ook schepen) heeft uit zijn in 1661 gesloten huwelijk met Jenneke, dochter van Joorden van Beurden als erfgenaam vier kinderen 10): Adriaan, Cornelis, Adriaantje en Barbara; uit zijn huwelijk met Perijntje, dochter van Jasper Adriaans van den Boer, in 1678 gesloten, zijn meer-
18.
dere kinderen geboren, onder meer Elisabeth en Jenneke 11). Jan Antonie Herbert Jan Smits is in 1665 getrouwd met Marie, een dochter van Adriaan Verhoeven. Uit hun huwelijk zijn geboren: Herbert, Antonie, Gerit, Allegonda (gehuwd met Cornelis van Poppel), en drie in 1695 nog onmondige kinderen, met name Anna (geboren in 1674), Maria en Arnoud. Na Jans vroegtijdige dood is Marie Verhoeven hertrouwd met Jan van den Elsakker. Uit dit tweede huwelijk is nog een dochter Hendrina van den Elsakker geboren 12). Een derde zoon van Antonie Smits, Embert Smits -ook schepen-, is in dit verband het belangrijkst 13). Deze krijgt op de 9e januari 1676 door de weduwe van zijn vader, haar voorzoon, en zijn twee broeders toegescheiden: een huis bij de grote linde, met een brouwhuis, ketel, en verder gereedschap, "peerdstal", schuur en hof, 14) omheind met doornenheggen. Op dit goed rust als last het onderhoud van drie roeden dijk op de Oisterwijkse Roeidijk, en voorts een schuld van driehonderd gulden aan de weduwe van Cornelis Comans. Zoals vanzelf spreekt heeft Embert het vaderlijk bedrijf van de herberg 'In de drie Zwaantjes' en de brouwerij voortgezet 15). Het houden van een herberg was niet zonder gevaar. Embert Smits verloor eens bijkans zijn schoonzoon Otto van Vaerle door een steek ter rechter zijde "van sijn rugge strongh", aan deze Otto toegebracht door iemand uit Moergestel toen die op de 7e juni 1693 ten huize van Marten van Boxtel "een keers op het uijtgaen uijtgeblasen heeft" 16). Rond 1700 schijnt Embert Smits zijn brouwerij te hebben gestaakt; in 1701 wordt gesproken over "de Brouwketel gestaen hebbende te huijse van Embert Smits, ende alsnu staende achter seeckere huijsinge aan de zuijtzijde der Capelle alhier twintich tonnen" groot 17). Met een dergelijke ketel viel Antonie Smits in 1657 in de op een na hoogste klasse voor de bieraccijns 18). De kinderen en erfgenamen uithet in 1670 gesloten huwelijk van Embert Smits en Jenneke Hendriks van Liemdt scheiden en delen op de 17e maart 1724 19). Johan Smits (1678 1731), de pastoor van Oisterwijk, doet daaraan niet mee, maar in 1728 krijgt hij de Dorenakker toebedeeld 20). Francis Embert Smits (1674-1746) en Hendrina zijn zuster, welke te Moergestel op de 18ste februari 1694 getrouwd is met bovengenoemde Otto van Vaerle, krijgen dit huis, waarin Francis weer het brouwersvak ging beoefenen 21). De overige erfgenamen zijn Covert Embert Smits (1685-1733), kinderloos gestorven 22), zijn broeders Michiel (1679-1739) (een koopbrouwer 23)) en Herbert (1690-1737) 24) en zuster Bello (1687-1748), welke tesamen de grootvaderlijke stede in de Gever te Haaren krijgen. Het oostelijk aanliggende huis, wat later het nummer 6 van het Lindeind krijgt, komt aan Anna Maria Smits (1670-?), welke als jongmeisje een roofoverval bij haar grootvader meegemaakt heeft en in 1724 reeds weduwe is van Arien van de Pasch. Zij krijgt ook een stuk akkerland, geheten de Koningseik, een reeds eeuwen lang vermeld stuk grond in de Schijf. Embert Smits derde dochter, Barbara Smits (1683-?) is gehuwd met Peter Fijmen. In de maand mei van het jaar 1700 zat deze Peter eens in de herberg van Willem Lombaerts in Haaren te steggelen over het woord 'prins'. Peter Peter Lambert Vuchts voegde hem toe, dat Peter prins van Barbelschuts was, hetgeen deze, die dronken was, wonderlijkerwijze ernstig griefde. Hij daagde Peter voor bossche schepenen, maar Peter snauwde
19.
dat Peter Vuchts daartoe de macht ontbrak en zei: "dachvaert mijn klooien". Peter Fijmen smeet woedend enkele glazen op de grond en riep: "tsa boer, gij zijt te oud, haalt een zoon of zwager van u". Hij vat Peter Vuchts meteen bij de hals en samen tuimelen ze over de vloer. De vrouw van Willem Lombaerts roept: "helpt, helpt, want Fijmen heeft zijn mes uit", en de kastelein vermaant: "Fijmen, siet wat ghij doet". Er vallen messteken en Peters verklaring dat hij op het lijf werd gelopen, toen hij terugkeerde van "zijn water loosen" en toen terugstak, klinkt niet erg geloofwaardig 25). Als zwager van de pastoor heeft Otto van Vaerle waarschijnlijk een vreemde indruk gemaakt. Zijn ouders zijn Jan Jansen van Vaerle en Marie, dochter van Anthonis de Loos 26). Zijn vader Jan van Vaerle wordt rond 1670 stadhouder te Moergestel "als sijnde de eenighste bequaemste persoon ende schepen van de religie omme tselve stadthouderampt aldaer te bedienen". Gereformeerd als hij is, komt Jan van Vaerle uiteindelijk ook in aanmerking voor het drossaardambt in Moergestel 27). Mogelijk raakte Otto van Vaerle in de familiekring van de Smitsen verzeild, omdat in het huishouden van Emmert Smits als 'houkinderen', Johanna 28) en Maria van Vaerle werden verpleegd 29). In 1728 wordt omschreven welk deel Otto van Vaerle van het hier behandelde goed bezit: de grote keuken, de grote kamer aan de westzijde, de grote kelder, de zomerkeuken, het voorste gebont van de brouwerij, met de helft van de westzijde van de zolder, gescheiden op de middejschouw van de Drie Zwaantjes, en de helft van de binnenplaats 30). Deze helft is in 1733 verkocht aan Isabella -doorgaans geheten Bello-Smits 31). Wanneer haar broeder Francis, die de andere helft van het huis heeft, in geldelijke moeilijkheden raakt, gaat Bello denken aan een kostcontract. Een maand voor haar dood, op de eerste maart 1748 draagt ze haar woning over aan Cornelis van de Wiel 32), getrouwd in 1732 met Johanna, een dochter van Otto van Vaerle 33). In 1728 ging de woning van Francis Embert Smits vormen: de voorkamer aan de voorzijde, de opkamer, de achterste kamer, de geut, het portaal of de ingang van de huizing, waarvan de deuren moeten worden uitgebroken en binnen 6 weken worden dichtgemaakt, de kleine kelder, de oostelijke helft van de zolder van de huizing de Drie Zwaantjes, de stal aan de huizing met de schuur, en twee schoppen daarachter, alsmede het achterste gebont van de brouwerij tot de balk toe (eveneens binnen zes weken te slopen), de helft van de hof aan de oostzijde (eveneens middendoor te delen) en de helft van de plaats, middendoor te delen op de middelschouw. Op deze aanzienlijke bouw drukten ook aanzienlijke lasten namelijk de helft van: tweehonderd gulden aan het Vrouwenhuis, honderd gulden aan de erven van Bartholomeus van Tunrhout, honderd gulden aan de schutterij van Sint Sebastiaan en een roede dijk over de Banbrugge gelegen. Wegens wanbetaling van de bede van het jaar 1726 wordt op de 16e december 1747 beslag gelegd op het gedeelte van Francis Smits 34) en in het begin van 1748 wordt Hendrik Kivits in een openbare verkoop eigenaar van het in 1728 afgedeelde goed van de Drie Zwaantjes, waarvan de geut inmiddels is verbouwd tot een vertrek, en waarvan de schoppen zijn verdwenen, alsmede van de brouwerij met de ketel, de kuip, koelbak en eest en de trap daarin 35). Deze brouwerij werd in 1743 verworven 36). Het was maar een gedeelte van de oorspronkelijke ruimte voor de brouwerij, want
20.
Bello Smits droeg aan Cornelis van de Wiel nog over (behalve de poort en de put): een lege hoek in de brouwerij. Hendrik Kivits verkoopt zijn deel op de 9e januari 1759 aan zijn oosterbuur Willem van Beijnen, die kort tevoren, op de 24e augustus 1758 alreeds het deel van Cornelis van de Wiel verwierf 37). Nog steeds heet het erf zich dan uit te strekken van de straat tot de sloot. Willem van Beijnen heeft in de Drie Zwaantjes herberg gehouden. Wegens wanbetaling van de verpondingen over 1769 en 1770 heeft hij echter al zijn bezittingen, zowel het hier behandelde goed alsook het hiervoor reeds genoemde oostwaarts gelegen erf, (Lindeind 6) verspeeld. Bij de openbare verkoop van de 14e december 1771 komt dit alles aan de griffier meester Sjoerd Rypperda 38). De brouwerij heeft die laten staan 39). Meester Sjoerds zoon, de vrederechter Jan Rypperda komt als eigenaar te boek wanneer de registers van het kadaster worden aangelegd 40). Diens jongste dochter, gehuwd met de kantonrechter meester Abrahams Hendrik de Balbian Verster, erft het goed. In de familie.
Van 1771 tot na 1915 bleef het huis in de familie, vandaar dat we nog even willen stilstaan bij de familie Rypperda, temeer daar meester Sjoerd de laatste secretaris van de Vrijheid Oisterwijk was die bovendien een misschien wel aanzienlijkere nevenfunctie als griffier van het kwartier van Oisterwijk, een der vier onderdelen of gewesten van de Meierij van den Bosch, vervulde. Hij trad hier in het voetspoor van verschillende leden van het geslacht Verster, waaruit de kantonrechter sproot. Hiervoor is reeds secretaris meester Abraham Verster (1631-1690) aangehaald als schrijver van een verpondingsregister. Het was de eerste secretaris van Oisterwijk van 'de ware religie'. Zijn broer Isaacq Verster (1635-1672), president-schepen te Boxtel, is de grootvader van Jan Louis Verster (1697-1752), de oudste voorvader in mannelijke lijn van de kwartierstaat van de kantonrechter, elders in dit nummer 41). Een schoonzoon van deze Jan Louis, die te Oisterwijk onder andere Catharineberg in handen had, maar in de schepenbank van den Bosch zat, was ook secretaris en griffier te Oisterwijk. Op de 23e juli 1758 trouwde deze meester Philips Reinhard Vitriarius (1725-1770) met Henriëtte Verster. Hij nam Catharinenberg over van zijn schoonvader. Meester Sjoerd Rypperda (1746-1813) was voor zijn komst naar Oisterwijk advocaat van den Hove van Friesland; hij was daar te Dokkum geboren uit Folkert Sjoerds Rypperda
(1716-1808), burgemeester van Dokkum, en Baukje Reinders Synia (1724-1748) 42). Uit zijn te Oenkerk op de 20e april 1777 gesloten huwelijk met Rebecca de With, dochter van de kapitein ter zee Jan de With en Wickjen Minnema, werden in de Drie Zwaantjes vier kinderen geboren: Bankje (1780-1845) trouwt te Oisterwijk de 2e juli 1799 met meester Barthold Theodorus Wilhelmus van Hasselt; Maria Elisabeth Rypperda (1782-1823) is
de 5e oktober 1803 te Oisterwijk in het huwelijk getreden met Joost Adriaan van Hamel; haar tweelingsbroer Jan Rypperda (1782-1834) volgt vader Sjoerd op in de Drie Zwaantjes; de jongste, Folckert Rypperda (1786-1863) gaat in 1816 te Doesburg in ondertrouw met
21.
Juliana Andrea Becquer. Hij is van 1814 tot 1824 burgemeester, of zoals toen meer gezegd schout van Oisterwijk 43). Daarnaast was hij ouderling van de Hervormde Gemeente 44). Zijn woonhuis, een statig herenhuis in de Kerkstraat, is kortgeleden onder slopershanden gevallen. Jan Rypperda zag in 1814, toen hij te Leeuwarden trouwde met Arnolda Breda, waarschijnlijk nog uit naar een passend ambt. Hij werd vrederechter te Oisterwijk. De moeder van Arnolda Breda, Sophia Clara de With was een volle zuster van de vrouw van meester Sjoerd Rypperda. Vandaar waarschijnlijk dat ze te Oisterwijk op de 27e juni 1784 trouwde met meester Ignatius Breda, de drossaard en dijkgraaf te Zevenbergen. Kinderen van Jan Rypperda en Arnolda Breda zijn: Sophia Clara Rypperda (1816-1876), die te Oisterwijk ongehuwd is overleden; Sjoerd Rypperda (1821-1858), notaris, toen hij te Oisterwijk ongehuwd overleed; Rebecka Rypperda (1822-1851), is te Oisterwijk op de 12e mei 1843 in het huwelijk getreden met de zoon van Petrus Emilius Wierdsma (1765-1837), de opvolger van Folkert Rypperda als burgemeester van Oisterwijk: Rombertus Franciscus Wierdsma (1808-1870), die, na enige tijd griffier van het vredegerecht van Oisterwijk geweest te zijn, kantonrechter te Tilburg werd; Jan Arnold Rypperda (1828-1910) rijksontvanger te Megen (1856) en daarna te Oisterwijk (1863-1903), oprichter en president van harmonie-gezelschap 'Asterius' 45), bewoonde het statige oude herenhuis schuin tegenover de Drie Zwaantjes. Het cadeau bij zijn 80e verjaardag vormde de restauratie van het oudste Huis in de Kerkstraat in 1908. De jongste dochter van Jan Rypperda en Arnolda Breda, Igminia Ignatia (1831-1873) is de Ie juli 1859 te Oisterwijk getrouwd met meester Abraham Hendrik de Balbian Verster (1830-1915). Met meer recht zou, zonder de plaats die "Versterke" zich verwierf in de Oisterwijkse gemeenschap tekort te doen, de huizinge De Drie Zwaantjes als bijnaam het Rypperdahuis kunnen dragen (al is die naam evenmin fraai). De nagalm van de hier gememoreerde drie generaties Rypperda, is tot onze dagen behalve in 'Asterius' ook zeker in dit Monumentenjaar, te herkennen in drie "Huizen" die door hun toedoen de storm van de tijd hebben doorstaan, al was het met De Drie Zwaantjes op het randje.
Voorgevel van
„In de drye Swaentjes", de Lind 42, te Oisterwijk voor de restauratie. Architectenbureau Drijvers
22.
1.
Bebouwingsgegevens van de vroegere herberg "In de drie Zwaantjes" momenteel beter bekend als het Versterhuis, notities voor gemeentebestuur en architect, W. de Bakker, 23 november 1969; Programmaboekje van het XXIIe Heemkundige Werkkamp van de Stichting Brabants Heem in de Heemkundekring "de Kleine Meijerij" van 29 juli tot l augustus 1970 te Oisterwqk: voorwoord van de burgemeester van Oisterwijk B. Funk: "de plannen, die -naar ik hoop- in
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
nauwe samenwerking met vertegenwoordigers van "de Kleine Meijerij" gerealiseerd kunnen worden, namelijk het restaureren van een oud pand in Oisterwijk dat onder meer voor het onderbrengen van een heemkundige verzameling is bestemd en waarvan ook de heemkundige kring gebruik kan maken".; Het Nieuwsblad van het Zuiden van vrijdag 12 november 1971, Balbian Versterhuis wordt "cultuurhuis"; Kerkklokje voor Oisterwijk en Omstreken van 4 februari 1972, W. de Bakker, Het huis van Verster was in de 17de eeuw een herberg; Het Kerkklokje, 20 december 1974, Gemeentenieuws: Open Huis "In de drye Swaentjes"; Het Nieuwsblad, 23 december 1974, Balbian Versterhuis nu ook officieel in gebruik. Gemeentearchief Oisterwijk 221,2 De Vrijheid Oisterwijk, over ingezetenen en hun erfgoed aldaar (manuscript). Rijksarchief 's-Hertogenbosch, Oisterwijk, R.330,17 R.339,12v R.330,17 R.394,GA.222,1 R.477, 196;R.247,R.402,268v (1954); Een doopaantekening vonden we van: Adriaan, 14 juni 1662; Barbara,
11 september 1664;Cornelis, 28 juli 1666; Adriana, 9 november 1670;Maria, 19 oktober 1672; Antonia, 7 oktober 1672? ; Antonius, 2 augustus 1676. 11.
R.378,23 en 11,14; R.410,105v; GA. 250,8v en GA 256,25v; gedoopt zijn: Joannes, 27 april
12. 13.
1679; Lijsbet, 13 maart 1681, Elisabeth, 15 juni 1682; Jenneke, 10 februari 1685; Antonius, 6 februari 1687; Joannes, 16 september 1690. R.403,123 In R.502,86v wordt nog gewag gemaakt van Jenneke, dochter van Antonie Herberts Smits.
14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
R.370,I1,3 R.477,25;R.502,170. R.502,R.503,84;R.477,196 GA.248 R.485,136v R.414,248v; hij sterft voor de 5de februari 1732: R.415,177v: "pastoor Smits" werd namelijk
17meil731te Oisterwijk begraven. Jan Embert Smits, pastoor binnen de parochie van Oisterwijk bezat ook de Honsberg op de grens van Oisterwijk, Huikelom en Moergestel. Moergestel, R.59,15-4-1722 en A. Huybers, Oud 21. 22. 23.
Oisterwijk, blz. 136 R.503,llv R.416,82 R.503,87: Michiel was in 1717 getrouwd met Willemijn dochter van Peter van Heek, weduwe van Jacobus de Loos.
24.
Herbert is 19 december 1717 voor schepenen getrouwd met Cornelia Bossaerts, weduwe van Johan Versteynen
25. 26.
R.503,37 en 43 R.351,100; R.403,111, R.416,63; Moergestel, R.79,13.
27.
R.502,l; Moergestel, R.56,1 (1681) en R.58,-(1709).
23.
28.. 29. 30. 31. 32. 33. 34.
35. 36. 37. 38. 39. 40.
41. 42. 43.
44. 45.
GA.250,14v GA.256,12;GA.259,7 R.486,R.416,63 R.489,68v en R.419,233 GA.1231,6 (25), borgbrief uit Moergestel d.d. 25 oktober 1732. Bij het huwelijk voor de schepenen op de 2e maart 1732 bleek ze laatstelijk te Antwerpen gewoond te hebben. R.489,59; Francis Smits trouwde in 1708 Lucia dochter van Antonie Versteynen, een weduwe met drie kinderen (R.412,37v; GA.256,17v; GA.259,14v); in 1740 hertrouwt hij de weduwe van Arnoldus de Cort, Adriana Maria Wartenbergh. GA.228,21venl26 R.418,139v R.423,33v en 62: voor de familie Van Bijnen zie Anderhalve Eeuw in Oisterwijk, blz. 140. R.428,80 GA.238,7 Sectie F, nummer 291: weiland (1); 292: tuin (1); 293: bloemtuin (1); 294: huis, schuur en erf (3). Isaacq Verster was in 1661 gehuwd met Elisabeth Daesdonck. Hun zoon Abraham Verster (1667-1718) huwde in 1695 Henriette Margaretha van Woerkom. Dezen werden de ouders van Jan Louis Verster die Catharina Gast trouwde. A. Vorsterman van Oyen, Stam- en Wapenboek van aanzienlijke Nederlandsche Familiën (1890), III, 99. J. van Sprang, Uit Oisterwijks Verleden, Burgemeesters van Oisterwijk, in De Kleine Meijenj, jg XI (1958), nr.3, 23. N.5351,385 (1824) Ter Herinnering aan J.A. Rypperda te Oisterwijk, geboren aldaar 7 april 1828, gestorven aldaar 9 februari 1910 (15 blz. z.pl.en j.)
Medewerkers: Mevrouw A.M. van de Lely-Everts Kappeyne van de Cappellolaan 15 - Amersfoort mr. G. Berkelmans, End 26, Oisterwijk
24.
DORPSTRAAT OISTERWIJK UW WINKELSTRAAT
Permanente Expositie
Oisterwijkse dekenkisten en vele andere massief eiken sfeermeubelen, zoals kasten, eettafels, bankstellen, mini-sets, broodkasten, plantenbakken, enz. kunt u dagelijks zien in de sfeervolle toonzaal van
MEUBELFABRIEK OISTERWIJK BENELUXSTRAAT 7, OISTERWIJK (N. BR.) TEL. 04242 - 3929.
Toonzaal open: maandag t/m zaterdag van 7-18 uuren vrijdag tot 21 uur.
DE KLEINE MEI JERIJ Vlugschrift van de Heemku.ndekri.ng en het Streekarchivariaat van Oisterwijk BERKEL-ENSCHOT MOERGESTEE
ESCH - H A A R E N H E L V O I R T OISTERWIJK UDENHOUT
DE KLEINE MEIJERIJ
1975 jaargang XXVI
vlugschrift van de heemkundekring; en het streekarchivariaat van Oisterwijk; Berkel-Enschot, Esch, Haaren, Helvoirt, Moergestel, Oisterwijk, Udenhout. BESTUUR
P. Drijvers, Burgemeester Canterslaan 29, Oisterwijk, voorzitter; E. van Waesberghe, Oranjeplein l, Loon op Zand, secretaris; Mevr. E. Moebs-Bayer, Duyvekotstraat 17, Moergestel, penningmeesteresse;Mevr. J. Suylen-van Lanschot, "Den Tulder", Oude Rijksweg 36, Helvoirt; Broeder Adelbertus, Driehoeven 5, Haaren; C. van de Bersselaar, Sportlaan 43, Udenhout. REDAKTIE
P.J.M. Wuisman, streekarchivaris, Durendaaldreef 14, Oisterwijk. W.P.M.J. de Bakker, Scheepersdijk 15, Oisterwijk. LIDMAATSCHAP
Het lidmaatschap van De Kleine Meijerij bedraagt f. 24,- (leden die Brabants Heem reeds ontvangen f. 14,-). Alle betalingen bij de Rabobank, Oisterwijk, rekening 13.89.80.209, postrekening van deze bank 11.15.406, ten name van de penningmeester van De Kleine Meijerij. TIJDSCHRIFTEN - UITWISSELING De Kleine Meijerij heeft ruilabonnementen met: Met Gansen Trou, uitgave van de kring Onsenoort te Nieuwkuyk,
Gemerts Heem, uitgave van de kring De Kommanderij Gemert. Heemschild, uitgave van de kring De Oude Vrijheid te Sint Oedenrode. Actum Tilliburgis, uitgave van de kring Tilborch. Heemkronijk, uitgave van de kring De Heerlijkheid Heeze, Leende en Zesgehuchten.
OMSLAGFOTO
mr. A.H. de Balbian Verster (1830-1915) (repro: C. Aarts)
met li tielsa, keuken wordt uw huis'n
Reken maar!! Een Tielsa keuken is immers een duurzame verbetering van Uw woning en verhoogt de leefbaarheid aanzienlijk. Kortom, U haalt met een Tielsa keuken waardevast komf ort en woonplezier in huis. Dan moet een beslissing eigenlijk niet moeilijk zijn, nietwaar Een Tielsa keuken is z'n geld méér dan waard.
kom tielsa keukens kijken in eister wij k tküsa keukens oisterwljk Van Schayik keukens b.v., Heusdensebaan 50, tel. (04242) 3910 dagelijks geopend van dinsdag t/m zaterdag van 8.30 uur tot 17.30 uur
FIRMA
VANDELAAK.SWINKELS AANLEG VAN CENTRALE VERWARMING, GAS - EN
OLIESTOOKINSTALLATIES
VughtN.-Br.
-
Helvoirtseweg 181
-
Tel. 073 - 563589
Loodgietersbedrijf
P
r-H IKII-Rini ir-»/^ PIJNENBURG
LINDELAAN 48 - HELVOIRT Telefoon 04118-1321
Gas, Waterleiding, Sanitair, Lood- en Zinkwerken,
Bliksembeveiliging
Nieuwbouw en onderhoud.
FOTO VLAMINCKX LIND 25
-
OISTERWIJK
"MEER DAN 40 JAAR HET BEKENDSTE ADRES TER PLAATSE"
G.Boink-MeijerBV.
DE ZWARTE LEEUW HOTEL - CAFÉ - RESTAURANT
Noordstraat 34 TILBURG Tel. 013 - 436442 BEKEND VAN 1450 AF !
RIJKSWEG 18-20 VERWARMING SANITAIR
HELVOIRT. TEL. 04118-1266
A.G. v. lensel en Zonen B.V Aannemers van alle grondwerk Verhuur van buldozers, graafmachines, heftrucks, shovels enz. BIEZENMORTELSESTRAAT 39 - UDENHOUT - TEL. 04118-1329
LOODGIETERSBEDRIJF SANITAIRE INSTALLATIES
DE LIND 35 - OISTERWIJK - TELEFOON 2016
EIKEN BALKEN - voor schoorsteenbladen etc. Decoratieve planken in EIKEN of DENNEN voor Tuinafscheidingen, Maneges, Topgevels, etc.
J.C. van de Voort HOUTHANDEL ZAGERIJ BV
Kreiten molenstraat 83
-
Udenhout
Tel. 04241-1318-1725 Specialiteit in gesneden
groenten f
TRAA GROENTEN EN FRUITHANDEL
Torenstraat 18
Helvoirt
Tel. 04118-1382
SCHILDERSBEDRIJF
FJ.deBRESSER VOOR SCHILDER-, BEHANG-, QLAS- EN SPUITWERK
LANGEWEG 10 - HAAREN TELEFOON 04117 - 307 en 521
Aannemersbedrijf
GEBR. SNELLEN B.V. AANNEMERS VAN METSEL- EN TIMMERWERK HANDEL IN BOUWMATERIALEN
Langeweg 62 - Haaren Telefoon 04117 - 283
daarom is de Rabobank ookvooru de ideale bank Met 3000 vestigingen in stad en land kan de Rabobank haar relaties overal dicht bij huis van dienst zijn. Snel en doeltreffend. Met een omvangrijk dienstenpakket, afgestemd op de eisen en behoeften van bedrijfsleven en partikulier. 6% Miljoen Nederlanders maken daar al regelmatig gebruik van. En ondervinden telkens weer hoe deskundig de Rabobank hen kan helpen met de vele bankdiensten zoals: sparen, privérekening, effectenbehartiging, financieringen, hypotheken, verzekeringen, rekening-courant, bewaargeving. Tot vakantiereizen toe. Daarom is de Rabobank de bank die ook voortreffelijk bij u past. Zowel zakelijk als privé.
Rabobank O de bank voor iedereen
Rabobank: zo noemen zich voortaan de Raiffeisenbanken en de Boerenleenbanken
VAN STRIEN WEBENBOUW B .V. UDENHOUT
TELEFOON (04241) 1205 - SPOORAKKERWEG - (Industrieterrein) - POSTBUS 21
* UITVOERING VAN GROND-, WATER- EN WEGENBOUW * VERHUUR VAN WEGENBOUWMACHINES
* VERHUUR VAN BRONNERING, POMPEN e.d.
BOOMKWEKERIJENBOSAANLEG MKWEKERIJ UDENHOUT" Telefoon (04241) -2131
SPECIALITEIT LAANBOMEN -
VRAAGT ONZE BOMENFOLDER ! ! !
Grondwerken - Wegenbouwwerken
Oisterwijk
Gebr.Wblfs
Tel. 04242 - 2258
BROOD- EN BANKETBAKKERIJ
Jos van Hulten 1605
1674
Speciaal adres voor Uw bruiloft, feestavond of vergadering. Kerkstraat 12, Telefoon 268 MOERGESTEL
Dorpstraat 37 - Oisterwijk telefoon 4470
EEN LEGE PLEK OP DE MONUMENTENKAART Bij gelegenheid van het Monumentenjaar 1975 heeft de A.N.W.B. een monumentenkaart van Nederland uitgegeven. Op deze kaart vormt het gebied van "De Kleine Meijerij" een wel erg merkwaardige lege plek, met als enige vermelding, dat Oisterwijk een beschermd stadsgezicht heeft. De kastelen Zwijnsbergen bij Helvoirt, de Nemerlaar te Haaren en de Strijdhoef te Udenhout, worden in tegenstelling met soortgelijke kastelen elders in het geheel niet genoemd. Ook de kortelings gerestaureerde N.H. Kerk te Helvoirt wordt niet vermeld evenals de
oude molen van Moergestel. Ook de 15e eeuwse torens van Haaren, Esch, Moergestel en Enschot ontbreken op de kaart. De enige weken geleden in "Het Nieuwblad van het Zuiden" geuite klacht, dat Noord Brabant er in vergelijking tot andere provincies wel erg karig afkomt op deze kaart, geldt in nog grotere mate voor het gebied van onze kring. Het bestuur en de redaktie signaleren dit manco met grote spijt voor de gemiste kans. OSSo
'AALWIJKo j-r" Ho
'ryVASPIK
Midden-Brabant op de Monumentenkaart van Nederland. DE KLEINE MEIJERIJ, jrg. XXVI, afl2 25.
HET GESLACHT BECX. vijf eeuwen in de Meierij (1475 - 1975). I. door J.A.J. Becx. Inleiding. Onder de afstammelingen van het Oisterwijkse echtpaar Carel Becx - Megchelina Borghaerts (beiden in 1940 overleden) wordt in het jaar 1975 te Oisterwijk een familie-reünie gehouden ter herdenking van het historische feit, dat 500 jaar geleden - in 1475 - Jan Beek, de stamvader van de Helmondse tak der familie Becx, werd ingeschreven als poorter van de stad Helmond. Dit gedenkwaardige feit gaf tevens aanleiding tot het samenstellen van deze publicatie. De talrijke nakomelingen van Jan Beek hebben zich sinds 1475 voornamelijk verspreid over de Meierij van 's-Hertogenbosch, een der vier kwartieren waarin het oude hertogdom Brabant verdeeld was (met de hoofdsteden Leuven, Brussel, Antwerpen en 's-Hertogenbosch). In navolgende beknopte stamreeks is getracht een algemeen overzicht te geven van vijf eeuwen familiegeschiedenis. Stammend uit een geslacht van leenmannen (ridders) in het Land van Valkenburg, trad Jan Beek nog vóór 1475 in ministeriale dienst bij de Cortenbach's als Heren van Helmond. Meerdere nakomelingen werden gerekend te behoren tot de Meierijse adei en voor zover het met hun maatschappelijke stand overeenkwam voerden zij ook dr jonkerstitel tot 1814, toen de Hoge Raad van Adel werd ingesteld voor de Nederlandse adel onder het nieuwe Koninkrijk van 18:3. l ' i » de (Germaanse) naam Beek ontstond in de genitivusvorm (Beek's zoon) de familienaam Becx. Deze familie voerde als wapen: in goud een rood slangenkopkruis. De familie Beex, door huwelijksverbintenissen verwant met vele aanzienlijke Brabantse geslachten, onderging in de loop der eeuwen de lotgevallen van de Meierijse historie. Sinds 1475 beleefde het geslacht Becx zijn bloeitijd onder de Cortenbach's en speelden de Becx'en van generatie op generatie een belangrijke rol in de magistraat van Helmond, totdat rond 1650 - ten tijde van de Meierij van 's-Hertogenbosch als generaliteitsland - de katholieken uit de magistraat moesten verdwijnen. Nadien hebben Gaspar Hendrik Becx en zijn nakomelingen zich te Moergestel als landjonkers weten te handhaven op het slotje "Hoogenhuyseri" - het vroegere "Huys van Joncker Cock" - tot aan het begin van de negentiende eeuw. toen al met de komst van de Fransen in 1794 voor het Brabantse volk een geheel nieuwe tijd was aangebroken. Ook de geschiedenis van de Moergestelse tak kreeg weldra een andere wending. Vandaar verplaatste Jan Francis Becx als telg van de oude stam zich in 1860 naar Oister• vijk, waar diens nageslacht nog bloeit !
Na het bekende boekje "Twee Stamboomen - Van de Water en Becx" uit 1909 door A.H. Becx (frater Wilhelmus), verscheen in het tijdschrift "De Navorscher" uit 1951 (jaargang 93) van de hand van Jac. J.M. Heeren, oud-archivaris van Helmond, een belangrijke publicatie over "De oudste Helmondse Becx'en" (aan welk artikel ik heb meegewerkt) en werden in het "Kwartierstatenboek" (van het Koninklijk Nederlandsen Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde) uit 1958 door mij twee kwartierstaten gepubliceerd, nr. 28 (Becx-Borghaerts) en nr. 29 (Becx-van Cannart), als resultaat van voortgezet onderzoek. Navolgende stamreeks is bedoeld als grondslag voor een meer uitgewerkte genealogie en gaarne betuig ik hier mijn erkentelijkheid aan de redaktie van "De Kleine Meijerij" voor de geboden gelegenheid om door middel van dit tijdschrift mijn vergevorderde (nog niet voltooide) studie onder de aandacht te brengen van welwillende navorsers.
Land van Valkenburg. Bij wijze van proloog wordt hier een voorlopige opstelling gegeven ten aanzien van de mogelijke voorouders van de Helmondse stamvader Jan Beek Janszoon. Volgens overlevering (in oude geslachtslijsten) is de familie Becx afkomstig uit het Land van Valkenburg. Men neemt aan, dat de "Weijershof' te Merkelbeek de bakermat zou zijn van deze familie, die zich vertakte naar Brunssum, waar dit geslacht het "Beck's leen" bezat en ook het "Beck's huis" (een der drie "kasteeltjes" aldaar) bewoonde. Op de herkomst van de Helmondse stamvader Jan Beek uit deze streek (ten Z.O. van Sittard) duidt ook zijn zegel (1495) met als familiewapen het slangenkopkruis (een streekwapen). Het Land van Valkenburg was een zelfstandig vorstendommetje (met een eigen geschiedenis), dat in 1381 onder de hertog van Brabant kwam. Hoewel het authentieke bewijsstuk nog niet geleverd kon worden, lijkt mij de hier veronderstelde aansluiting van Jan Jansz. Beek verantwoord, temeer als men bedenkt, dat de twee oudste zonen uit zijn eerste huwelijk te Helmond de destijds traditionele voornamen Jan en Reiner kregen. De komst van Jan Beek naar Helmond - nog voordat hij daar in 1475 poorter werd is wel te verklaren uit zijn betrekkingen met de Cortenbach's, die eveneens uit het Land van Valkenburg (Voerendaal) stamden, waar zij het stadhouderschap over de Valkenburgse lenen uitoefenden. Ten dienste van het nadere afstammingsonderzoek vermeld ik de voor dit fragment door mij geraadpleegde literatuur: * E. Richardson, Geschichte der Famüie Merode (Prag 1877); daarin wordt op p.63 het huwelijk in 1438 vermeld van Johan Becx, ridder, met Johanna van Merode. * Jos Habets, De Leenen van Valkenburg (1884), oorspronkelijk verschenen in: Publications........ de Limbourg, Tome XXI (1884) en XXII (1885). * W. Moonen, Brunssum de eeuwen door (1952). * Drs. L. van kommerich en F. Welters, Gedenkboek Voerendaal 1049-1949 (1949). * C.A. Huygen, Kasteel Cortenbach te Voerendaal (Maastricht);met beknopte genealogie Cortenbach. * Het Land van Herle (Jubileumboek, Heerlen 1961); daarin worden Merkelbeek en Brunssum beschreven door W.J. Vromen. * Dr. G.W.A. Panhuysen, Overzicht van de inhoud van het Rijksarchief in Limburg, te Maastricht (Maastricht 1967); met overzichtskaart van het grondgebied (o.a. het Land van Valkenburg).
27.
LAND VAN VALKENBURG (voorlopige opstelling)
Reiner Beek (+na 1418) in 1381 (onder de hertog van Brabant) leenbezitter van de "Weijershof' (groot leen van Valkenburg) te Merkelbeek (nabij de oude parochiekerk, het latere Carmelietenklooster) onder de bank van Oirsbeek; in 1418 leenman van een Valkenburgs leengoed te Jabeek (in het gehuchtje Roer nabij de Rode Beek) onder de bank van Brunssum, alsmede voogd van de naburige heerlijkheden Gangelt en Millen. (Peter van de Weijer werd in 1442, na de dood van zijn vader (Johan ?), leenman van de V Weijershof' te Merkelbeek. Mogelijk waren zijn twee zonen: Jan Beek (+ 1454) in 1438 leenman van het "Beck's leen" (al in 1387 bestaande groot leen van Valkenburg) te Brunssum (zou in 1438 gehuwd zijn metJohanna van Merode, erfdochter te Oirsbeek, dochter van Willem van Merode-Schlossberg en Sophia van de Weijer, die in 1415 o.a. goederen te Oirsbeek ten huwelijk bracht); werd in 1447 (na aankoop in 1446 met zijn broer Reiner) leenman van de "Spieker" (voorheen van ReynervanNut), nadien het "Beck's huis" genoemd (groot leen van Valkenburg), te Brunssum. (Peter van de Weijer, leenman van de "Weijershof' te Merkelbeek, was in 1447 bij de leenverheffing getuige).
Reiner Beek (+ 1456) sinds 1446 medebezitter van de "Spieker" of het "Beck's huis" te Brunssum; na de dood van zijn broer in 1454 werd hij ("Reyner Beek, son Reyners") opvolger als leenman te Brunssum; na zijn dood in 1456 kwamen zowel het "Becxhuis" als het "Becxleen" ("daer Reyner Beek uyt gestorven is") aan de familie Vos te Brunssum om pas in 1537 terug te keren bij de familie Becx.
N.B. Gedurende het tijdvak 1456-1537 staan geen leenverheffingen opgetekenc ten name van de familie Becx.
Waarschijnlijk was hij de vader van:
Jan Beek Janszoon (+ ca. 1517) stamvader van de Helmondse tak, trad omstreeks 1472 in dienst bij de Cortenbach's (uit Voerendaal) als Heren van Helmond; werd in 1475 poorter van de stad Helmond, waar hij opklom tot schout (1483-ca.l517) van de heerlijkheid Helmond. 28.
Helmond. Om te kunnen achterhalen, waarom Jan Beek - naar het schijnt rond 1472 - in ministeriale dienst trad bij de Cortenbach's als Heren van Helmond, moesten we proberen deze gebeurtenis te plaatsen tegen de historische achtergrond van de heerlijkheid Helmond in die tijd. Welnu, de toenmalige Heer van Helmond, jonker Jan I van Cortenbach, is waarschijnlijk begin 1472 overleden. Door zijn huwelijk (1433) met de erfdochter jonkvrouw Kathelijn van Berlaer (dochter van ridder Jan van Berlaar en vrouwe Margriet Uyten Veehuys) was hij Heer van Helmond geworden. Omdat jonker Jan I van Cortenbach zelf uit het Land van Valkenburg (Voerendaal) stamde, zal de familie Beek (Becx) uit die streek hem zeker niet onbekend geweest zijn. Mogelijk heeft hij derhalve tijdens zijn leven zelf nog Jan Janszoon Beek in dienst genomen, maar veeleer schijnt juist zijn dood de aanleiding geweest te zijn tot de komst van Jan Beek naar Helmond. Hoe dit ook zij, na de dood van Jonker Jan I van Cortenbach (weduwnaar van vrouwe Kathelijn) gaven zijn beide zonen - jonker Jan II van Cortenbach als Heer van Helmond en jonker Ywan van Cortenbach - op 23 mei 1472 voor schepenen van 's-Hertogenbosch (hoofdstad der Meierij) een volmacht tot aanmaning l). Die volmacht om schuldenaars der heerlijkheid Helmond (zowel te Helmond als in Peelland) tot betaling te manen werd verstrekt aan een viertal personen, namelijk aan de rentmeester van de heerlijkheid Hendrik Celen en diens zoon mr. Hubert (Hubrecht) Celen 2)) alsmede aan Jan Beek en Emond Uyten Veehuys. Deze oudste vermelding van Jan Beek uit 1472 in het Bosch' protokol danken wij aan de speurzin van wijlen Ferdinand Smul29.
ders te 's-Hertogenbosch. Dit gegeven vormde het uitgangspunt van ons onderzoek naar stamvader Jan Beek, wiens verdere leven - evenals dat van meerdere nakomeiïiigenzich zou afspelen in en rond het bekende kasteel van Helmond. Reeds in augustus 1472 overleed de opvolgende Heer van Helmond jonker Jaii II van Cortenbach, terwijl zijn zoon, de latere jonker Jan III van Cortenbach. nog was "ia utero matris" (in de schoot van zijn moeder). Jonker Ywan van Cortenbach - broer van de overleden Heer en oom van diens zoon - werd daarna voogd en beheerde jaren lang de heerlijkheid Helmond tot aan de meerderjarigheid van jonker Jan 111 van Cortenbach, Heer van Helmond (1491-1505) en hoogschout van 's-Hertogenbosch. Tegen deze historische achtergrond is het duidelijk, dat Jan Beek bij de aanvang van zijn loopbaan te Helmond weldra in dienst stond van jonker Ywan van Cortenbach, die als voogd de heerlijkheid Helmond bestuurde. In die hoedanigheden traden beide regelmatig op, zoals blijkt uit het onderschrift bij een Bossche schepenakte van 16 april 1474, luidende: "tradatur litera sibi aut Johanni Beek", wat betekent dat de brief (akte) aan hemzelf (jonker Ywan van Cortenbach) moest worden overhandigd of aan Jan Beek (zijn dienaar) 3). En in een Helmondse schepenbrief van 11 november 1474 trad Jan Beek in een geschil over het drijven van beesten "door den Perrick" (park) op als "dienaer sHeeren van Helmont" 4). Na deze beginjaren volgt dan het gedenkwaardige jaar 1475, waarin "Johannes Beek" in het poortersboek van Helmond werd ingeschreven 5). Daarmee werd Jan Beek ingezetene van Helmond en verwierf hij het poorterschap van die stad. Misschien was hij toen 25 jaar oud. Hij zou aldus omstreeks 1450 geboren zijn in het Land van Valkenburg. Het onderzoek naar de vestiging van Jan Beek te Helmond werd bemoeilijkt doordat het Helmondse schepenprotokol over het tijdvak 1453-1477 ontbreekt, zodat we uit dat rechterlijk archief eerst vanaf 1478 (Helmond R 224) gegevens kunnen putten. Hierna zullen we een beknopte stamreeks geven met vermelding van enkele geschiedkundige bijzonderheden. NOTEN:
1. Rijksarchief's-Hertogenbosch, Den Bosch R 1241 (1471/72), fol.132: Dominus Johannes de Cortenbach, miles, dominus temporalis de Helmont et domicellus Yewanus, ejus frater, predicti, dederunt Henrico Celen predicto, magistro Huberto, ejus filio, Johanni Beek ac Emondo vuyten Veehuys ac cuilibet eomm potestatem monendi, ut in forma. Testes (Lu et Bochoven) datum (XXIIia Maii) supra. 2. Taxandria, jrg.44, p.248-249. 3. R.A. 's-Hertogenbosch, Den Bosch R 1243 (1473/74), foL246v., dd. 16 april 1474. Ook dit gegeven dank ik aan wijlen Ferdinand Smulders. In augustus 1474 schijnt vrouwe Margriet Hubrechtsdochter van den Veehuys, weduwe van ridder Jan van Berlaer, de voormalige Heer van Helmond, overleden te zijn.
4. Gemeentearchief Helmond, Inventaris van het huisarchief van Helmond, regest 284. 5. G.A. Helmond. C. van Bokhoven, Poortersboek der stad Helmond, in: De Brabantse Leeuw,
jrg. 11, p.145 (inleiding) enjrg. 12, p.65 (nr.358 anno 1475) 30.
HAND- OF HUISMERKEN UIT 1644 IN HELVOIRT. door Anton van Oirschot. In de tijd toen vele mensen nog niet konden schrijven moesten er ook al akten en andere geschriften ondertekend worden. Het gebeurde toen veelal letterlijk, dus met tekens. Er wordt nu nog wel eens spottend tegen iemand, die niet al te best of vlot kan schrijven, gezegd: "zet maar een kruisje". Het schrijven was in de Middeleeuwen en ook nog wel een tijd daarna vooral weggelegd voor monniken en de hogere standen, ook al had Karel de Grote een belangrijke stap in de goede richting gezet door de eerste schrijfschool op te richten en ook al kwamen de abdijen al vroeg met onderwijs. Het duurde echter nog lang voordat het schrijven gemeengoed zou worden. Er kwam bovendien bij, dat de meeste stukken in het latijn gesteld werden: het was de taal van de kerk, van de geleerden en van het recht. Pas na 1250 werden er ook oorkonden en contracten behalve in het latijn eveneens in de volkstaal opgesteld, maar van eenheid in spelling was nog lang geen sprake. Voor geschriften werd tot omstreeks 1540 hoofdzakelijk wel het Brabants gebruikt, later vermengd met het Hollands, wat na 1550 het diets of nederduits zou worden. Maar ook toen moest de gewone man zich met merktekens behelpen om zijn eigendom aan te duiden of om iets van zijn "handteken" te voorzien. Zo werden er hand- of huismerken gekozen, die in rechte lijn overgingen op de oudste zoon; de jongere zonen moesten daaraan weer een teken toevoegen om het huismerk van dat van de oudste te onderscheiden. Het was vroeger ook gebruikelijk een zegel aan een akte te hechten, een wapen in was en later in lak, maar ook dat was alleen voor een bepaalde klasse weggelegd. Tegen 1600, toen er op vele plaatsen al onderwijs werd gegeven, werd het gebruik van hand- of huismerken geleidelijk aan minder. 31.
Aert Coenen (Kemp) Cornelis Joost Broeken
den Raijmaker
rfi\
Wouter Peters
/ XJ
Arien Theuwens
hN, " h\.
Cornelis van Gorcum
Cornelis Joosten van Kriecken
3——•
Jan den Mulder Andries Jan Aerts
s^*
^
Wouter Jan Janssen Jan Jan Lamberts
Joorden Janssen Jan Thomas Jan Arien Wittelocx Jan Pauwels
Cornelis Joosten Gerrit Janssen
32.
Y
Zo werd bijvoorbeeld in 1599 trots opgemerkt, dat op een bijeenkomst van geiastigden (in dit geval in Kennemerland) er onder de 17 huislieden slechts twee waren, die een merk stelden. Maar dat het een ingeheide gewoonte was geworden om tekens te zetten blijkt
weer uit het feit, dat de secretaris van Wormer en Jisp, die wél kon schrijven, in 1591 nog "waarmerkte met een kruisjen". In het gemeente-archiefvan Helvoirt vond ik jaren geleden diverse handmerken van 10 februari 1644, die toch wel interessant zijn. *) Er zijn simpele bij, zoals pijltjes, een v-tje, een rad, 'n vorkje, een hakenkruis (al vanouds een geluksteken en onheilafwerend), maar er staan ook al meer uitgebreide tekens bij, die uit een eenvoudig figuurtje moeten zijn gegroeid ter onderscheiding van anderen uit dat gezin. Ik laat zeventien handmerken uit het toen nog ongeordende Helvoirtse dorpsarchief hiernaast staan. *) G.A.Helvoirt no.385, overeenkomst betreffende afmeting der landen, groesen, etc. 10-2-1644.
PHILIPS CONTRA JOHANNA. EN WIE ER HET HUNNE OVER MOCHTEN ZEGGEN. doorThildeBruning. In januari 1437 stuurt Philips de Goede, hertog van Bourgondië, van Brabant, enz., zijn sekretaris Adriaan van der Ee, tevens bewaarder van de Brabantse charters en privilegiën, en zijn advokaat Jan de Beyer naar "Gestel bij Oisterwijk". Hun opdracht luidt: een aantal getuigen te horen, opdat meer duidelijkheid kan worden verkregen aangaande de rechten die de hertog enerzijds en Johanna van der Leek, vrouwe van Moergestel, anderzijds in de heerlijkheid van Moergestel bezitten. In de akte van commissie wordt de reden van het hoge bezoek als volgt geformuleerd: "Want sekere stoot ende geschille opgestaen zijn tusschen ons ende onser wailgeminder vrouwen Jehannen van der Leek, vrouwe van Hoeghstraten, van Heeswijc, van Dynter ende van Asten, om des bedrijfs ende der heerlicheit ende broeken (= breuken, geldboeten) wille in onsen dorpe van Gestel, dairinne de voirgescreven vrouwe haer vermeet, voirder gericht te wesen dan wij hair kennen". (Bij de ter "heerlijkheid" moet men in dit geval niet denken aan het grondbezit van de heer, maar aan zijn bevoegdheden). Uit de artikelen van ondervraging krijgt men de indruk, dat de hertog voornamelijk geïnteresseerd is in de geldelijke neerslag van zijn rechten, te weten de breuken, waarvan hij - in elk geval voordat Johanna's vader Hendrik van der Leek heer van Moergestel was die welke bij grote zaken werden opgebracht placht te innen via de schout (waarschijnlijk kwartierschout) van Oisterwijk, en dat het Johanna meer te doen is om de heerlijke rechten op zichzelf. (Zie voor de traditionele verdeling van de breuken en voor de artikelen van ondervraging die Johanna ingebracht mijn inventaris van het Oud-rechterlijk Archief van Moergestel, 's-Hertogenbosch 1974, inleiding en bijlagen). Uit de getuigenissen valt niet meteen op te maken, hoe de afbakening tussen de rechten van hertog Philips en die van vrouwe Johanna precies ligt, Samen met andere bijgevoegde stukken maken ze wel duidelijk - maar dat weet men ook uit andere bronnen - dat Johanna 33.
in elk geval de lage en middelbare heerlijkheid van de hertog in leen heeft. Zij mag dus schout, schepenen (die recht spreken in civiele en boetstraffelijke zaken) en vorster aanstellen; waranden, visrecht en houtschat komen haar toe; zij kan in de kerk geboden laten doen. Intussen is het zeker dat zij, evenals haar vader, bovendien de hoge heerlijkheid - en daarmee het recht voor haar schepenen om te vonnissen in zaken met lijf- en doodstraf- in pand heeft, doch hierop kom ik een volgende keer nader terug. Door welke instantie en met welke uitkomst het geschil tussen Philips en de vrouwe tenslotte is beslist, doet echter aan het belang van de zaak niets af. Bij het lezen van de getuigenissen die erbij zijn aangedragen, raakt men onwillekeurig ook geïnteresseerd in de personen door wie ze worden afgelegd. De namen van deze 15de-eeuwers laat ik hier volgen, met hun leeftijd en woonplaats en de namen van eventuele tijdgenoten van wie ze in het kader van hun verklaring melding maken. Geert van der Aa, 50 jaar, wonend in Den Bosch. Anssem Wouter Anssem, schepen te Moergestel. Wouter Back, 38 jaar, vorster te Oisterwijk. Jordaen van Brokel van Vucht, 54 jaar, wonend te Oisterwijk. Zou berucht zijn wegens meineden, maar wordt door andere getuigen niet als onbetrouwbaar aangemerkt. Willem Bloc, 36 jaar, schout te Moergestel, wonend te Hilvarenbeek. Herinnert zich doodslag door ene Bleskin op Peter Bellairt. Godevairt Brabants, 78 jaar, wonend te Haaren, woonde meer dan 53 jaar geleden te Moergestel. Broer van Jan Brabants. Jan van Brecht, 63 jaar, wonend te Hilvarenbeek en geboortig van Moergestel. Meer dan 38 jaar geleden "foreteerde" zijn vader, Jan van Brecht, vanwege de heer van Moergestel in diens warande. Peter Brouwers, 70 jaar, van jongs af wonend in Moergestel. Herinnert zich Jan van Eyngelen, schout van Oisterwijk. Willem Peter Brouwers, schepen te Moergestel. Maes de Bruyn alias de Brauwere, 30 jaar, wonend te Oisterwijk. Jan van der Eist, schepen te Moergestel. Arnt Fiers, 60 jaar, wonend te Hilvarenbeek en geboortig van Moergestel. Herinnert zich dat ca. 50 jaar geleden Stamelairt van den Kelre, schout te Moergestel, optrad tegen Jan van Brecht. Anssem Goessens, 81 jaar, wonend te Moergestel. Herinnert zich schout Stamelairt en, van vóór de tijd van Hendrik van der Leek (= voor 1391), "des hertogen scouthet" Pieter Snellart. Jan van Haren, 75 jaar, wonend te Haaren, woonde in zijn jeugd te Moergestel. Jan van der Heyden, 30 jaar, wonend te Moergestel. Heinrick van Herlair, 65 jaar, priester, monnik van het klooster van Tongerloo en sinds 22 jaar pastoor van Moergestel. Heeft zijn jeugd in Moergestel doorgebracht. Broer van Jan Gillis. Vader was rentmeester van Hendrik van der Leek. Herinnert zich zaken aan34.
gaande keurmede (= het recht van de heer om uit de nalatenschap van een horige het beste stuk te kiezen) met betrekking tot Jan Monepert aan de Broekzijde en Machtelt vrouw van Jan Moens, de laatste ca. 20 jaar geleden. Herinnert zich Jan Spikelman die schout was van Moergestel, en ook de zaak van Stamelairt tegen Jan van Brecht. Weet ook, dat Willen Bloc ca. 5 jaar geleden schout was te Moergestel én te Oisterwijk. Godevairt van Herpe, 60 jaar, wonend in Den Bosch. Draagt de kleding van de vrouwe van Heeswijk. Mathijs Hoekins, 66 jaar, geboren te Alphen en wonend te Moergestel. Heinrick van der Gameren, 70 jaar, wonend te Moergestel. Herinnert zich Henrick van Hele, schout van Oisterwijk. WUlem Catekin, 45 jaar, schout van Oisterwijk. Herman Clein Ael, 66 jaar, leenvinder en rentmeester van Kempenland, wonend te Oirschot. Herinnert zich dat Heinrick van Hele schout was van Oisterwijk. Andries WUlem Coemans, 40 jaar, koster te Moergestel. Herinnert zich dat ca. 6 jaar geleden Willem Bloc schout van Oisterwijk én schout van Moergestel was. Lambrecht van den Langen Cruyce alias Lambrecht Alyten, 80 jaar, wonend bij Moergestel. Is 56 jaar geleden berucht geweest wegens "moortbrande", maar wordt door andere getuigen niet als onbetrouwbaar aangemerkt. Herinnert zich schout Spikelman, van ca. 58 jaar geleden, en de zaak van Stamelairt van den Kelre en Jan van Brecht. Arnt Machiels, 70 jaar, wonend te Moergestel. Herinnert zich een zaak, die kortgeleden heeft plaatsgehad, van doodslag door Ykinssoon van Haren op Willekin Biellants. Weet ook dat Vranck, de jager van vrouwe Johanna, panden heeft genomen van ingezetenen van Moergestel, welke panden ten huize van Jan Gillis zijn bewaard. Hubrecht van Oisterhout, 50 jaar, sekretaris van de vrijheid Oisterwijk. Jan de Potter, 40 jaar, vorster te Moergestel. Jan van Rode, 60 jaar, wonend te Diessen. Heeft gesproken met ene Henric van Cornel alias de Smet (ca. 80 jaar oud) te Breda, die zich herinnerde dan Jan Spikelman ten tijde van de heer van Boutershem schout was te Moergestel. Gerard de Scildere, 50 jaar, heeft vrijwel zijn hele leven te Moergestel gewoond. Meeus Schinckel, 62 jaar, wonend in Den Bosch en geboortig van Moergestel. Herinnert zich dat ca. 35 jaar geleden Gielis den Moelnaire, alias Lange Gillis, schout was van Moergestel. Engelbrecht Schinckel, 58 jaar, schepen te Moergestel. Jan Schinckel, 71 jaar, geboren en wonende te Moergestel. Herinnert zich dat Jan van Ingelen schout was van Oisterwijk, Weet van een doodslag door "Henne dochter soon" van Haren. Peter Schinckel, 70 jaar, wonend te Boxtel en geboortig van Moergestel. Herinnert zich
Jan van Ingelen, schout van Oisterwijk. Anssem Snellairts, 60 jaar, geboren en wonende te Moergestel. Berthelmeeus Spirinc, 68 jaar, wonend in Den Bosch. Heinric Tielmans, schepen te Moergestel. Jan Thijs, 80 jaar, wonend te Moergestel. Herinnert zich Vranck van Gestel, die schout was van Oisterwijk. 35.
Arnt Willem Vos, 40 jaar, schepen te Moergestel. Weet nog, dat ca. 5 jaar geleden Willem Bloc schout was te Moergestel en Oisterwijk. Jan Willem Vos, 28 jaar, wonend te Gestel. Herinnert zich eveneens dat Willem Bloc een dubbele funktie bekleedde. Jan Wichmans, schepen te Moergestel. Jan Wijtman, 70 jaar, wonend te Haaren. Herinnert zich de tijd dat Stamelairt van den Kelre schout was van Moergestel en Jan van Yngele schout van Oisterwijk. Dierick de Wolf, 90 jaar, wonend te Oisterwijk in de Nieuwenhout. Hausse Wouters, schepen te Moergestel.
Bij de verklaring van bovengenoemde personen werd ook een akte uit 1358 als bewijsstuk afgeschreven. Deze bevatte het getuigenis, dat het "goet van Berchem" te leen werd gehouden van de heerlijkheid van Moergestel. Uit deze akte blijkt, dat in 1358 schepenen van Moergestel waren: Willem die Brouwer, Heinric die Bruyn, Lambrecht van Ghilse, Willem van den Kerchove, Jan die Laet, Ansem die Tymmerman en Jan Woutersz. Gegevens ontleend aan:
Algemeen Rijksarchief VGravenhage, Colleetie Vilvoordse Charters, inv. nr. 6-1.
HET GILDEZILVER IN DE KLEINE MEIJERIJ. 6. Gilde van St. Antonius en St. Sebastiaan te Udenhout. door Drs. W.H.Th. Knippenberg
In de kaart van 20 december 1605 wordt medegedeeld, dat "Joost Willemsen van Berkel alsmede Adriaan Woutersen en de Adriaan Joost Anthonissen van Udenhout ende tot Berkel, van de schutteren van den Handboge, als Dekens in den name en vanwegen derzelver schutters ofte schutterije" aan de Grote Gulde van den Handboge te 's-Hertogenbosch hun vroegere kaart van 1548 hebben getoond en hebben verzocht deze te "ververschen, vernieuwen, reduceeren en in goede pertinente ordenen na gelegentheid van dezen tegenwoordigen tijd stellen". De nieuwe kaart is ondertekend door Robbert Noppen. Dat het gilde van Udenhout en Berkel, die toen tot een parochie behoorden, afhankelijk was van 's-Hertogenbosch, blijkt o.a. ook uit de opgelegde verplichting om jaarlijks te Oosterwijk in de processie "mede omme te gaan, als men onze lieve vrouwe omdraagt, ende op de heiligen Sacramentsdag ...... 't schuttelijk habijt met den boom der stad 's-Hertogenbosch op den mouwe". Het gilde noemt in 1605 "Ste Anthonius en Ste Sebastianus onze Patroonen"; de combinatie van deze twee heiligen is niet ongewoon, daar beide behoren tot de z.g. Pestheiligen en bij het volk zeer populair waren. Aangenomen mag worden, dat beide patronen ook reeds behoorden bij deze "schutterije of Broederschap" (1605) volgens de kaart van 1548. Waarschijnlijk is het gilde ouder. Volgens de kaart van 1605 moet bij het verlaten 36.
van het gilde twee stuivers betaald worden "tot behoef van den Altaar"; er bestond dus blijkbaar een gilde-altaar. In de kapel van Berkel stond in 1485 een altaar van Anthonius en Catharina, maar in 1510 heet dit altaar te zijn toegewijd aan de H.H.Fabianus, Sebastianus, Anthonius, Barbara en Katharina. Misschien is ook hier zoals elders een oude kerkelijke broederschap van de H.Anthonius later omgebouwd tot een schuttersgilde; dat kan al voor 1548 hebben plaats gevonden. Hoe vaak de "Papegaaij" werd opgesteld en hoe rijk het "Juweel ofte Broods" vroeger was, is niet meer te achterhalen. Toen in 1831 een inventaris werd gemaakt van de "Brodt" (cf.DKM 1963), begon de lijst met "den Haan", de nog aanwezige kleine pootloze vogel met halsband, en het ook nog aanwezige schild van 1682; van de 18de-eeuwse schilden waren er toen reeds vijf verdwenen. De versjes, die vanaf 1801 op de koningsschilden voorkomen, en de herhaalde herzieningen en aanvullingen van het reglement in de jaren 1827-1874 wijzen op een bloeiend gildeleven in de 19de eeuw en ook in de eerste helft van de 20ste eeuw. Jolles (1934) deelde mede, dat er bij zijn bezoek nog ongeveer 30 gildebroeders waren. In 1963 was dat aantal echter teruggelopen tot twee. Een herleving werd mogelijk doordat een fusie plaats vond van de op 21 okt. 1925 te Udenhout opgerichte en aktieve scherpschuttersvereniging "Weerbaarheid" en het gilde; op het koningsschild van 1963 heeft L. Hogedoorn deze fusie herdacht. 37.
nieuwe op,6 "1963 de 8, 1963, en op 31 1964 op de 11,1964, Van 4 1965 en in de en de oude door de Vughtse Grips; er en en een van 12, 1965, p.538). In juni 1968 het te Udeithout een (Gildetrom 15» p.35). een juweel van de Mej. L, Vermeer, was in 1972 19, 1972, p.62) en in 1973 een. te (Gildetrom 20, 1973, p.60). zij de van het St, Anthonius en St, een actief gilde geworden en de sekretaris-penningmeester Chr. bij de fin herleving in 1973 terecht velen om grote toewijding prijzen.
en s = aanwezig o = in 1831-33 aanwezig, daarna, 'verdwenen x = schild reeds in 1831 verdwenen. s 1682
38.
Corn.eel.se van Reymelam, Molder van de Kryten Moolen; aft), standaarden molenijzer en vaandel, trom, boog en pijlkoker niet pijlen.
o 1713 Lambert Brok o 1716 Lambert Brok x 1740 Jan Jans Schapendonk. In september 1741 was deze koning van St. Bastiaan tot Udenhout, wonende onder Tilburg, oud 40 jaar, samen met Willem Bertens uit Udenhout, oud 40 jaar, en met de drie dekens van St. Bastiaan en enige ouderlingen en andere leden van de schutterij ten huize van Francis Broeken. De koning en de dekens presenteerden daar het teren van de schutterij aan de minstbiedende. De laagste inzetter was Adriaan Adriaans van lersel (Oosterwijk R 508, fol. 140; cf. DKM 1953). s 1762 lan Van Der Sterre is Koningh van St. Sebastianus Gilt tot den Udenhout; afb. acht schutters en twee vrouwen bij de schutspaal met de vogel, daaronder: aanbieding van bier en handboog met pijl. Merk: waarschijnlijk VM in monogram (= A. Van Mierlo, zilversmid te 's-Hertogenbosch vanaf 1745; cf. Crooy nr.134). s 1772 Viesensies (Vincentius) van der Pol Koning onder St. Bastiaans Gilde in den Udenhout; afb. boer met ploeg en paard. Merk: hetzelfde als van 1762. x 1773 Scholsman x 1776 Cornelis den Ouden x 1778 Jan van den Bosch s 1778 Adriaan Teurlings Meester Smit tot Berkel heeft den vogel afgeschote en is Konink onder de Schutterey van St. Sebastiaan; afb. aambeeld met hamer. x 1779 DeHeerDopf. Waarschijnlijk is dit Willem Jacob Frederik baron van Dopff (1721-1794), luitenant-generaal in Staatse Dienst. Zijn dochter Maria Susanna barones van Dopff, geb. 1760, overleed 11-11-1838 te Udenhout op kasteel De Strijdhoef; haar dochter trouwde met Th.F. Le Mire, ov. Udenhout 1881. (Gens Nostra 23, 1968, p.333-334). x 1785 Elias Verhage s 1801 Geradus van Loon, koning van St. Anthonius en Sebastiaan Gilde Udenhout en Berkel; afb. boer met ploeg en twee paarden, verder handboog en pijl. Vers: Al met een goede moet Soo quam ick aan getrede en schoot den vogel af van Boven naar benede Soo dat ick koning wert al van dit Eedele gild t. Darom geef ick tot gedagtenis dit schilt. Merk: bijna afgesleten. x 1807 Antony Derkse o 1808 Antony Derkse s 1809 lan van Beurden Udenhout; afb. boerderij met koeiekop boven de deur, verder pijl en boog. Genopte rand. Vers: Kloek van moet Schoot den vogel net en goet.Maar nu, overleden, versoek voor hem gebeede. 1816. 39.
s
!818 Jan fkvout, Metselaar, Kooning onder de Guld van S.Sebastiaan in de Udenhout; afb. metselaar aan het werk; daarboven: geharnaste ruiter met lans te paard boven een op de grond liggende koning met kroon en scepter. Genopte rand. x 1820 Andnes Storymans o 1825 Covert Brands
s 1826 Govert Brands Koning van St.Sebastiaan St.Antonius Gilden te Udenhout; afb. schutter rnet pijl en boog bij schutspaal. Vers- Tweemaal was de vogel mijn Eens bij twist en eeiis seer fijn. Dus vrienden past nu op uw kans Of'de vogel is weer aan Bran's. o 1833 Jan van Hest (Deze naam is op de inventarislijst van 1831 later met potlood toegevoegd). - 1840 Brekelmans ("koning" genoemd op het huurcontract van febr. 1843). s 1843 Jan van Hest, Udenhout; afb. twee mannen bezig met het doorzagen van een grote balk, die op twee schragen rust. Genopte rand. Vers: Dat den vorigen is gaan lopen dat heeft er veel verdrooten Maar ik Jan van hest tot Hun verdriet schoot den vogel af en hij wist het niet. Merken: leeuwtje+2, en IGP (= J.G. Parihuijzen, Tilburg) s 1849 Johannes van lersel, boereknegt schiet den vogel regt en nu ook wedeman schenk het vogeltje zoo hij kan. Udenhout 8 October 18..... (de twee laatste cijfers ontbreken) afb. schutter, die de vogel neerhaalt van de schutspaal. Merken: leeuwtje+2, jaarletter R (=1851) en IVR 41 (=J. van Roosmalen, 's-Hertogenbosch). s 1858 J. van der Voort, Koning van St.Antonius en St.Sebastiaan te Udenhout. Genopte rand. Vers: Al met een goede moet Kwam ik aangetreden en Schoot den Vogel af Van Boven naar beneden Zoo dat ik Koning word Al van deese Edele Gilde daarom geef ik tot gedacgtenis naar mij(n) vermoge(n) een schilt. Merken: visje (belastingstempel) en IGP boven een pijpje (=J.G. Panhuijzen, Tilburg Tilburg), s 1860 H. Schijfen (op achterzijde) Koning St.Bastianis Udenhout (op voorzijde). Een gekroonde en versierde vijfpuntster). s 1873 A. de Bont Koning van Sebastiaan Udenhout. Een gekroonde achtpuntster. s 1877 C. Daame, Koning van de Gilde St.Sebastiaan. Genopte rand. vers: (dezelfde tekst als 1858) 40.
Merken: zwaardje (keurteken) en H H 82 (=H.Hemèlbach, Oisterwijk-'s-Hertogenbosch).
s 1889 W. Verhoeven, den l October; afb. man met paard en zweep. Genopte rand. Vers: Het Gezelschap van St.Sebastiaan Dat was bijna vergaan Doch weldra weer verrezen Toen zij maar konden lezen Den nieuwen Koning voor de hand. Dus al dat aarzelen aan den kant. Merken: dezelfde als 1877. s 1894 M. v.d. Ven, Sebastiaan te Udenhout 8-10-1894; afb. man met paard. Genopte rand. Vers: Als President gaf ik mijn raad Won achting tot belooning. Ik wilde 't hoofd zijn ook door daad En daarom schoot ik koning. Ik hoop en wensch dat deze schild Een sieraad blijve voor dit Gild. Merken: leeuwtje+2 en A KI (=A.Kalberg, 's-Hertogenbosch) s 1900 Marinus van Kuik, St.Bastiaan Udenhout 8-10-1900; afb. schutter met geweer bij schutspaal met vogel. Genopte rand. Vers: Het Koningschieten is een eer Waar iedereen naar tracht. Ik, 't jongste lid, ik schoot hem neer. Dat had men niet verwacht. Merk: onduidelijk (HH?); cf. 1877). s 1904 C. de Jong, St.Sebastiaan Udenhout; afb. paard. Genopte rand. Vers: Nog kort ben ik gezelschapslid Toch wilde mijn ijver toonen Schoot daarom dan ook koning. Ik zorg dus voor deez' schild En hoop dat ze ook door allen In achting wordt ontvangen, s 1907 A. Berkelmans. Vers: Is Koning zijn een eer Zoo heb ik die verdiend. Ik schoot den vogel neetTot spijt van menig vriend, s 1920 A.C. v.d. Voort, Gilde van St.Sebastianus Udenhout 6-10-1920; afb. boomzaagmachine van "Kirchner". Vers: Ik schoot den vogel neer • dat is gewis een eer. Toch zeiden buur en vriend: Gij had hem wel verdiend. 41.
s 1926 Jan van der Voort, 5 October. Vers: 't Was oog om oog en tand om tand. Ik zonder duim aan rechter hand Schoot eindelijk den vogel neer En kreeg mijn broeders koningseer. Reeds zes jaar was in onze woning Mijn broeder Sint Sebastiaans koning. Keizer kon hij nu niet halen Zijn schot moest voor het mijne falen. s 1929 J.H.J. Besselink, St.Sebastiaans Koning Udenhout October. Vers: In ruim negen volle jaren Moest ik viermaal gewahren Dat een ander voor mijn was Hem te raken juist van pas Doch nu ik zoo gelukkig was
s
s
s
s
42.
En hem nederschoót in 't gras Waarvoor ik kreeg als belooning Den titel "St.Sebastiaans Koning". Broeders, dit ook Uw ter Eer. Mijn hoop is over driejaar weer. 1932 P. Pijnenburg, Koning van Sebastiaan. Vers: Als lid van St.Sebastiaan Zou ik mede Koning schieten gaan. Ik schoot er toen den vogel af Wat mij den hoogeri titel gaf. 1949 Corn. Scholtze, Gilde St.Sebastiaan Udenhout 4-7-49; afb. een vis, op het schild gemonteerd (een "schol" !). Vers: Ik stond te kijken naar omhoog 't was of de vogel henen vloog. Daar klonk de stem van Janus Voort: vooruit en schiet zooals het hoort. Jaag den kogel door zijn veer. Ik haal hem dan van boven neer. maar het toeval was: Ik legde hem zelf in het gras. Merken: leeuwtje+2, jaarletter O (=1949), kopje+K, een J 4 P (=J.L.Pennings, 's-Hertogenbosch). 1954 Ant.v.Laarhoven, Udenhout Koning geschoten 31 augustus Gilde St.Sebastiaan. Merken: leeuwtje+II, kopje+K, jaarletter T (=1954) en I H 14 (=J.Meeren, Tilburg), 1963 L. Hogedoorn, Udenhout 26-8-1963; afb. aambeeld en hamer. Tekst: "Na een fusie op 17-2-63 tussen Weerbaarheid + St.Sebastiaan schoot ik de vogel en werd St.Sebastiaan's koning".
s 1966 M. Muyen, Koning 29-8-1966; afb. lokomotief. Vers: Secuur zijn wordt je wel geleerd Als je Neerlands Spoorwegen eert. Vandaar dat ik slaagde Toen ik me bij St.Antonius en St.Sebastiaan Aan 't Koningschieten waagde. Merken: leeuwtje+II, kopje+K, jaarletter g (=1966) en J C 7 (=F.C.G. Claasen, 's-Hertogenbosch). s 1969 Petrus Bernardus van de Wouw Mulder v.d. Loonse Molenstraat 5 Udenhout, Koning St.Antonius St.Sebastiaan 1-9-1969; afb. bergmolen 1682-1969. Vers: Bijna drie eeuwen doorgemalen voordat het lot zich mocht herhalen Zo men eens de Kreiten Mulder eerde kwam ook ik en triomfeerde met mijn kogels en geweer Haalde ook ik de vogel neer. s 1972 Rinus Boudewijns, Koning St.Antonius en Sr.Sebastiaan Udenhout 28 aug. 1972; afb. grote laars Vers: Gezondheid is het hoogst der dingen Daarom moet men het ongemak bedwingen. Gehandicapten helpen is een zaak Waarvan ik mijn levenswerk maak. Merken: leeuwtje+II, kopje+K, jaarletter m (=1972) en P/v W (?) Waar de verloren schilden terecht zijn gekomen, is niet bekend. Op de veiling van de collectie-Heeswijk te Amsterdam in 1903 was uit Udenhout slechts een stuk gildezilver
en dat kan ook van St.Joris zijn geweest. Aan vaste goederen bezat het gilde een perceel heide, gelegen te Berkel aan de Slimstraat; op 17 febr. 1843 verklaarde het bestuur van het gilde dit perceel voor tien gulden per jaar verhuurd te hebben aan Jacob van lersel. LITERATUUR:
J.A. Jolles,
De schuttersgilden en schutterijen van Noord-Brabant, deel II, 's-Hertogenbosch 1934, p.171-174. F. Smulders, De schutterij St-Bastiaan in Udenhout, De Kleine Meierij 6, 1953, nr.9-10, p.5 J.P. v.d. Voort, De schutse StAntonius en Sebastiaan te Udenhout, De Kleine Meierij 16, 1963, p. 75-78 Catalogus des monnaies et medailles, formant les collections Jhr. van den Boogaerde de Heeswijk...... Frederik Muller Amsterdam (1903), nr.961.
43.
HET DROEVE VERHAAL VAN SALOMON EN DE GRIJZE KOE. door: Thilde Bruning.
De joodse slager Salomon Symons uit Oisterwijk zal een aantal lezers zeker bekend zijn uit het artikel "Salomon Simon, een markante figuur in het midden van de 18de-eeuwse Joodse gemeenschap te Oisterwijk" van W. de Vries in het Jaarboek 1972 van het Cen-
traal Bureau voor Genealogie, blz. 53-71. Welnu, deze niet zo gemakkelijke Salomon kocht van Carel van den Eijnde te Moergestel, of eigenlijk van diens vrouw Elisabeth Bijnen - eerder weduwe en erfgename van de prokureur Adriaan van Vaarlen - een grijs-
harige slachtkoe voor de prijs van 30 gld. Het beest werd hem geleverd op woensdag 5 februari 1744. Een vierde ervan, ter waarde van 7 gld. 10 stv., zou Van den Eijnde na de slacht terugkrijgen; het resterende bedrag a 22 gld. 10 stv. werd hem die woensdag kon-
tant betaald. De dag daarop slachtte slager Symons de koe, en kwam tot de onprettige ontdekking dat
deze "van binnen doorgaens met pocken was beset". Dit stond hem niet aan, en hij gaf er nog diezelfde dag kennis van aan de verkoper, hem verzoekende het beest "als sijnde geen coopmanswaare" terug te nemen en het betaalde te restitueren. Van den Eijnde
weigerde. De volgende dag, vrijdag 7 februari, toonde Symons het in zijn slagerij hangende beest aan zijn Oisterwijkse kollega's Jasper van de Wiel en Peter Botermans, en liet hen voor schepenen van zijn woonplaats verklaren, dat zij hetzelfde hadden bevonden als hij. Op 25 februari zouden zij beiden die verklaring nog eens onder ede bevestigen. Op sabbath en zondag zal Salomon zich erover hebben beraden, wat hem nu verder te doen stond, 's Maandags, op 10 februari dus, liet hij Van den Eijnde door Moergestelse vorster Jan Ravens aanzeggen, dat hij de schade niet wilde lijden, en vroeg hem opnieuw de koe terug te nemen. Weer zonder resultaat. Toen nam de slager het besluit - en dat zal niet zonder overleg met familie en vrienden zijn gebeurd -, handelend op te treden. De dag daarna laadde hij de geslachte grijsharige op een kar en toog ermee naar Moergestel. Hij zocht vorster Ravens op en stuurde deze met de vracht naar de verkoper om ze hem aan te bieden met hernieuwd verzoek om terugbetaling. Tevergeefs. Dus liet Jan, zoals hij met zijn opdrachtgever had afgesproken, het hele zaakje - te weten de geslachte koe
"met een grijse hairige huyt daeraen, kop en ingewant daarnevens" - voor de deur van de weigeraar op de grond glijden en vertrok.
Hij ging de jood, die wel wat geschrokken was van de consternatie die hij in de buurt had veroorzaakt maar al met al zijn geld niet terug had, zoeken om hem zijn salaris te vragen, en vond hem ten huize van Johan van Ophuijsen. Men raakte er aan het praten, en de vorster vroeg de slager waarom hij zo had gehandeld. Later zou Ravens verklaren dat bij deze gelegenheid Symons op de vraag van de eerste of hij ook zoveel moeite zou hebben gedaan wanneer het beest gekocht was op een markt of ergens in het land, had geantwoord: "Neen ik, want sulcken dingen is mijn dickmaels gebeurt; dan swijg ick maer stil; maer ik meynde tot een accoord te comen en een gulden seven of acht terug te kreygen. Wen ik het geweeten hadde, ik en soude het niet hebben gedaan. Ik wenste 44.
wel om een ton bier aan dep armen, dat ik het niet en had gedaan". Deze verklaring, waarvan de inhoud giotendeels door Symons zou worden ontkend, werd natuurlijk gebruikt door Van den Eijndc die echter reeds voordat hij het bovenstaande in handen had, de gedachte te kennen gaf dat de slager handelde op "aanhitsinge" van anderen en dal hij (Symons) er eigenlijk van overtuigd was dat hem geen aktie toekwam. Wat overigens Jan Ravens betreft: de/e stond in Moergestel bekend als iemand die het in het algemeen niet zo nauw nam, en die het bij voorbeeld bestond om bij de schepenbank salarisspecificaties vol kladden en veranderingen over te leggen. De lezer zal uit het bovenstaande al begrepen hebben, dat de zaak van de koe-met-"pokken" een rechtszaak werd. En wel met Salomon als eiser, voor schepenen van Moergestel. Die Van den Eijnde of zijn prokureur niet voor het eerst voor zich zagen: uit naam van zijn vrouw had hij er al verscheidene procedures gevoerd. Het werd een zaak die zich voortsleepte van 12 februari 1744 - de dag na de opzienbarende deponering - tot 24 november 1745, twee dagen voor de begrafenis van de verweerder. Een zaak ook, waarin het jood-zijn van de eisende partij blijkbaar niet buiten beschouwing kon worden gelaten. Volgens Van den Eijnde was het "afknevelen" van geld door joden aan christenen gebruikelijk, wat Salomon deed antwoorden dat men in elke godsdienst goede en kwade mensen aantrof en dat hij zichzelf beschouwde als iemand "van een ordentelijck en eerlijck gedrag". Het feit dat Symons niet in Moergestel woonde, gaf de tegenpartij gelegenheid de zaak te traineren door het eisen van formaliteiten als borgstelling en het kiezen van een "domicilium citandi". Een "comparitie" voor het totstandbrengen van een akkoord werd eerst uitgesteld en is later waarschijnlijk niet doorgegaan. Op de laatste zittingen verscheen de prokureur van de gedaagde niet meer. Dat is niet verwonderlijk, aangezien op 7 augustus 1745 door de deurwaarder van de Raad van Brabant beslag werd gelegd op alle onroerende goederen en effekten die Carel van den Eijnden bezat als echtgenoot van Elisabeth Bijnen. Dit wegens een schuld van 2514 gld. + 20 jaar rente, waarvoor hij reeds op 11 september 1743 door de Raad van Brabant was gevonnist. Misschien is Carel, die, zoals gezegd, op 26 novemnet 1745 werd begraven (in de kerk), wel van de zorgen gestorven. In de procedure over de grijze koe is geen uitspraak gedaan, en de geschriften vermelden niet, of Salomon zijn geld nog heeft teruggekregen.
Rijksarchief in Noord-Brabant, Oud-Rechterlijk Archief van Moergestel, inv. nrs. 17, 37 en 86.
45.
AANVULLINGEN EN VERBETERINGEN OP HET "BALBIAN VERSTER-NUMMER"
door P.J.M. Wuisman.
Op de in ons vorige nummer gepubliceerde kwartierstaat van Mr. A.H. de Balbian Verster (pag. 12-13) ontving ik van Mevr. A.M. van der Lely-Everts nog de volgende aanvullingen. Abraham Henricus Brouwer en Johanna Sophia Slotboom (III 3-4) zijn resp. in 1837 en 1835 te Hillegom overleden. Abraham Verster (IV 1) was niet alleen rentmeester der geestelijke goederen in het kwartier van Oisterwijk, doch ook in het kwartier Kempenland. Hij was schepen en raad van zijn geboortestad 's-Hertogenbosch. Hij was proost
van de O.L. Vrouwe broederschap in die stad. Zijn kleinzoon Jan Fr. L. Verster (II 1) was griffier van deze broederschap en lid van de Bossche gemeenteraad. Zijn geboortedatum was niet 16, doch 14 november 1788. Anna Geertruida van Limburg werd te Amsterdam gedoopt op 20 mei 1731. Zij en Petrus Brouwer (IV 5-6) huwden in 1761 in de Amsterdamse Nieuwe Kerk. Gerard Slatboom (IV 7) overleed te Amsterdam 9 maart 1805 en zijn echtgenote Helna Cath.E.Erckenzweig (IV 8) overleed te Rotterdam op 29 januari 1820. Zij werd in het Duitse Orsoy geboren op 27 augustus 1730. Tenslotte nog een verbetering bij de beschrijving van een der protretten, n.l. bij die van "Betsy Breda", afgebeeld op pag. 14. Dit portret is geen afbeelding van Elisabeth J. Kleynenberg, echtgenote van notaris Ign. C.M. Breda, maar van diens tweede echtgenote Antonia Elisabeth Maria Locker de Bruyne. Ze werd te Brouwershaven geboren op 30 september 1872 en huwde te Oisterwijk op 14 juli 1898 met de notaris. Een der getuigen, die bij dit huwelijk optraden was de kantonrechter Mr. A.H. de Balbian Verster.
NIEUWE PUBLIKATIES: J. Th. M. Melssen, Gerard Michiels uit Eindhoven en enkele van zijn nakomelingen. Hierin o.a. genealogische gegevens over Johanna Bloeymans en haar zoon Cornelis Henrick van Grevenbroeck, resp. vrouwe en heer van Helvoirt en Zwijnsbergen in de 16e en 17e eeuw. In "de Brabantse Leeuw", jrg.23, pag.141 (okt.1974). J.N. Leget, Een eeuw borgbrieven afgegeven door schepenen van Oisterwijk, 1669-1776 1975. Verkrijgbaar bij de schrijver te Oss (131 pag. off-set) f.4,50. P.J.M. Wuisman, Berkel-Enschot in oude ansichten, Zaltbommel 1975. Een werkje uit de bekende reeks.
46.
M.M.B.Ph. BRUNING, Inventaris van het Oud-Rechterlijk Archief van Moergestel 1455-1811. Inventarisreeks nr. 12 van het Rijksarchief in NoordBrabant, 's-Hertogenbosch, 1974. f.6,-. Moergestel heeft het de laatste jaren getroffen bij het bossche Rijksarchief. Na de inventaris van het Archief van de Tienden van Moergestel, 1618-1858, waarin opgenomen is een fragment van het Familiearchief De la Torre, 1608-1684, van archivaris J. Vriens, laat nu mevrouw Thilde van der Heijden Bruning haar inventaris van het OudRechterlijk Archief het licht zien. Schrijfster heeft reeds meermalen op deze uitgave gepreludeerd in ons Vlugschrift. Ook gunt ze ons de primeur van enkele vondsten over de heerlijke rechten van de Vrouwe van Moergestel en de Hertog van Brabant. Die werden door haar eerst ontdekt toen haar werk reeds ter perse was. Hoewel ze sedert enkele maanden werkzaam is op het Streekarchivariaat van Noord-Kempenland te Oirschot, hopen we in de toekomst nog bijdragen van haar te mogen opnemen. Moergestel en het uiterste zuiden van Oisterwijk, de buurtschap De Logt hebben meerdere Oirschottenaren tot woonstee gediend. Bovendien strekte zich de Oisterwijkse Gemeint tot diep in het Oirschotse uit. De inventaris beschrijft het in de vorige eeuw uit het Oud-Archief van Moergestel gelichte deel van meer rechterlijke aard. Slechts een deel der werkzaamheden van de schepenen bestond uit, wat nu door rechter en notaris onderscheidelijk geschied, de strafrechterlijke en civiele taak. De vastgelegde erfenis van de werkzaamheden op wetgevend terrein, vooral in de keuren, en die welke haar uitvoerende taak omvatten, men denke dan bijvoorbeeld aan de resoluties, bleven te Moergestel berusten. Deze uitsplitsing, ook voor zover het tegenwoordig het eigendom van het archief betreft, die gestoeld lijkt op de latere trias politica, toont ons nu slechts een deel van het archief der schepenen van Moergestel in deze inventaris. Doch hieraan kan natuurlijk de bewerkster ook niets helpen. Degene die wel eens in Den Bosch in de oude stukken van Moergestel gezocht heeft, zal moeten toegeven dat de inventarisatie geen gemakkelijk karwei geweest moet zijn. Het archief is niet onbeschadigd tot ons gekomen, men kan eerder van een zekere warwinkel spreken. Vele stukken lagen dooreen en waren tot bundels vergaard die weinig verband toonden. Nu is alles in vier grote afdelingen ingedeeld: de beslechting van geschillen; het vastleggen van (rechtshandelingen; het toezicht op voogdij en goederenbeheer; en de registratie in verband met de inning van belasting. Dat betreft dan in die laatste afdeling niet de jaarlijkse belastingheffingen op onroerend goed, vee, drank, brood en dergelijke, maar heffingen van de twintigste, veertigste en tachtigste penning bij successie, overgang van eigendom, enzovoort, registers die in het verlengde lijken te liggen van de protocollen van transport, deling, etc. Hierbij treffen we ook de lijsten die de schoolmeester en koster in die tijd moest overleggen van door hem geregistreerde begrafenissen. De beschrijvingen in de inventaris zijn zeer uitvoerig, waardoor men eenvoudig datgene waarnaar men zoekt kan vinden. Vooral de in het eerste deel uitgesplitste en beschreven rechtszaken, en in het derde deel het bijeenplaatsen van wat bij één boedel of voogdijzaak 47.
behoort op naam, vergroot de toegang tot het archief. In het tweede deel zijn gelukkig ook de tot dit archief behorende registers van voor schepenen gesloten huwelijken (zij het zonder nummer) in de inventaris opgenomen. Een uitvoerige inleiding die verduidelijkt waaraan de Moergestelse Schepenen hun bevoegdheden, voorzover het dit archiefgedeelte betreft, ontlenen, maakt niet slechts het geïnventariseerde archief begrijpelijker, maar levert voor Moergestel bovendien een belangrijke bijdrage aan zijn nog nagenoeg onontgonnen dorpsgeschiedenis. Met de binnenkort verschijnende inventaris van het nog te Moergestel berustende archief, welke indertijd door de eerste streekarchivaris de heer A. Fasel is bewerkt, tesamen, kan het Moergestelse archief wat zijn toegankelijkheid door deze inventarissen betreft hopelijk de wegbereider zijn voor de andere archieven in onze Kleine Meijerij; plaatselijk per Gemeente bewaard, in het Bossche Rijksarchief de Schepenbanksarchieven van Oisterwijk (waartoe de dorpen Berkel-Enschot, Huikelom, Haaren en Udenhout behoorden, zij het sedert 1728 voor de eerste vier met een eigen secretaris), Helvoirt, en Esch. W. de Bakker.
NIEUWE PUBLIKATIES:
Herdruk: Geschiedenis van Udenhout.
Het vorig jaar verschenen boek van W.A. Fasel, Geschiedenis van Udenhout (met aanvullingen van P.J.M.Wuisman) is geheel uitverkocht. Dit was voor het Udenhoutse gemeentebestuur aanleiding om een herdruk te laten verschijnen. In deze herdruk is rekening gehouden met een deel van de opmerkingen, door dr. J .P. van de Voort gemaakt bij de bespreking van het boek in ons blad (Kl.Meijerij XXV, p.79). De bibliografie is aangevuld en het boek wordt besloten met een lijst van burgemeesters, secretarissen en wethouders van Udenhout, die in de eerste druk ook niet voorkomt. Verkrijgbaar bij het gemeentehuis te Udenhout. (78 pag.stencil) f.5,-.
Med werkers:
J.A.J. Becx, Herlaerstraat 41, Hilvarenbeek Anton van Oirschot, Kasteel Nemerlaar, Haaren Mevrouw Thilde van der Heijden-Bruning. Pedro Cabralstraat 61, 's-Hertogenbosch Drs. W.H.Th. Knippenberg, Socrateslaan 115, 's-Hertogenbosch 48.
FIRMA R VAN RIEL BOSSCHEWEG 26 - BERKEL - ENSCHOT - TEL. 04251 - 1223
GRAAN-, MEEL- EN KUNSTMESTHANDEL HOUTZAGERIJ EN HOUTHANDEL
CAFÉ - RESTAURANT
'T
Zaal beschikbaar voor:
personeelsfeesten vergaderingen koffietafels diners bruiloften en partijen
Beleefd aanbevelend, A. Rozen-Govers, Joh.Lenartzstraat 2, Oisterwijk, Tel.2131 Reserveer tijdig om teleurstelling te voorkomen.
Hotel Café Rottisserie
„BOS EN DUIN" UDENHOUT Tel. 04241-385
VOOR NIEUWBOUW EN UTILITEITSBOUW BOUWBEDRIJF
R JANSEN B.V. BURG. VERWIELSTRAAT45 - OISTERWIJK - TELEFOON 2068
HOTEL - CAFÉ - RESTAURANT
KLEIN SPEYCK OISTERWIJK
SPECIALITEIT: * Brabantse koffietafel * Partijen en gezelschappen van 50 tot 1000 personen
BOEK-EN KANTOORBOEKHANDEL
STATIONSSTRAAT 17
TEL. 2227
CAMPING
DE BOSKANT Oirschotsebaan 8
Oisterwijk
Telefoon 04242 - 2059
biedt u de ruimte voor een fijne vakantie in een mooie natuur. Uw eigen tuin op onze ruime camping met alle comfort zoals : stromend water, electra, en riolering. Kampwinkel voor zelfbediening, kantine voor verpozing aanwezig, aparte jeugdkantine en cafetaria.
VERKOOP
RINEL _ STACARAVANS
ROMANESCO FILM
en
Tuinmeubels... voor echte ontspanning in uw tuin.
FOTO
Gespecialiseerd fotograaf voor ambachtelijke kunst Suggestieve en instructieve fotografie.
Kleur - Zwart/wit - kleurendia's voor projectie of groot formaat voor druk werk.
§
BOXTELSEBAAN - OISTERWIJK Telefoon 2558
Onze tuinmeubels bieden U een keur van mogelijkheden. Zo zijn er luxe armstoelen met voetenbank, rustbanken
(ook verrijdbaar), opvouwbare tafels, verrijdbare bar. Comfortabele kussens (waterproof) in exclusieve kleuren. Kortom te veel om op te noemen.
VanValderenVught De Dijk 6 - Vught, Tel. (04118)-1832 en 1833
Bloemenmagazijn
«TLORJ?
JOS KEEPERS Lind 37 - Oisterwijk
KUNSTHANDEL
kunstnijverheid, antiek
HOVENIER Tuinaanleg # Verzorging *
Kerkstraat 90 Oisterwijk telefoon 04242 - 2833
Onderhoud
VOOR amBAChtelijke kunst TH. GERRITSEN OIRSCHOTSEBAAN 7 OISTERWIJK tel. 04242 - 3291
Specialisten in het ontwerpen en vervaardigen van eiken handwerkmeubelen. Restaurateurs van antiek.
Werkplaats en expositie Oirschotsebaan 7 Expositie De Schrijnershoeve Merodelaan 11 Expositie St. Joriske Lind 33 Onze meubels worden geleverd onder onbeperkte garantie. Zij kunnen bovendien te allen tijde tegen andere meubels naar keuze worden ingeruild waarbij de volledige aankoopsprijs zonder enige korting wordt gerestitueerd.
VOOR GOED VERZORGD DRUKWERK:
DRUKKERIJ CAFÉ - RESTAURANT
DE JONGE HERTOG
TAMINIAU BV.
OISTERWIJK KERKSTRAAT 6 - 8 OISTERWIJK TEL. 04242 - 2494 TELEFOON (04242) • 2220
EEN VERTROUWD BEELD IN UW OMGEVING
TOEN -
NU en STRAKS
DE BOERENBOND Alles voor Uw tuin Alles voor Uw dieren
GAARNE TOT UW DIENST MET DESKUNDIG ADVIES.
BOUWBEDRIJF ERHOEVEN BV BAERDIJK 54
OISTERWIJK TELEFOON 04242 - 2373
alle soorten nieuwbouw
IS LUCHTVERVUILING EEN PROBLEEM ???
neen!! PLANT BOMEN
B.V. TON VAN DEN OEVER Boomkwekerijen HAAREN (NB) Tel. 04117-771
Dr. L.v.Egeraat: Zeg maar dag tegen Brabant . . v. Dam: Oud-Brabants Dorpsleven . . . . . . . H. Mandos: De acht zaligheden . . . . . . . . Knippenberg: D e teuten . . . . . . . . . . . P.J.M. Wuisman: Haaren in oude ansichten . . . . P.J.M. Wuisman: Oisterwijk in oude ansichten . . . J. v. Laarhoven: Schetsenboek van Hendrik Verhees Heesbeen: Rooien Bart . . . . . . . . . . .
. . . . . . . .
. f. 35,-f. 23,f. 29,f . 35,f. 18,90 f. 16,90 f. 150,f. 17,50
Deze boeken zijn verkrijgbaar bij:
Boek- en Kantoorboekhandel
sec 10 L. v. Beurden-Gianotten
Dorpsstraat 5 OISTERWIJK Tel. 04242 - 2300
VOOR AL UW BANK- EN ASSURANTIEZAKEN
F.van Lanschot BANKIERS
's-Hertogenbosch, Amsterdam, Breda, Eindhoven, Den Haag, Nijmegen, Roosendaal, Rotterdam, Tilburg, Vught
VOOR HOUT, BOARD, TRIPLEX, MEUBEL- EN SPAANDERPLAAT
„DOE HET ZELF" PARKET EN OOK VOOR UW MACHINAAL TIMMERWERK
N.V. TIMMERFABRIEK
HORVERS EN WOLFS
VAN RIJCKEVORSSELLAAN 7 - OISTERWIJK - TELEFOON 04242-3901 .
DORPSTRAAT OISTERWIJK UW WINKELSTRAAT
Permanente Expositie
Oisterwijkse dekenkisten en vele andere massief eiken sfeermeubelen, zoals kasten, eettafels, bankstellen, mini-sets, broodkasten, plantenbakken, enz. kunt u dagelijks zien in de sfeervolle toonzaal van
MEUBELFABRIEK OISTERWIJK BENELUXSTRAAT 7, OISTERWIJK (N. BR.) TEL. 04242 - 3929.
Toonzaal open: maandag t/'m zaterdag van l-IS uur en vrydagtot2luur.
DE KLEINE MEI JERIJ Vlugschrift van de Heemku.ndekri.ng en het Streekarchivariaat van Oisterwijk BERKEL-ENSCHOT MOERGESTEE
ESCH - H A A R E N H E L V O I R T OISTERWIJK UDENHOUT
DE KLEINE MEIJERIJ
1975 jaargang XXVI
vlugschrift van de heemkundekring; en het streekarchivariaat van Oisterwijk; Berkel-Enschot, Esch, Haaren, Helvoirt, Moergestel, Oisterwijk, Udenhout. BESTUUR
P. Drijvers, Burgemeester Canterslaan 29, Oisterwijk, voorzitter; E. van Waesberghe, Oranjeplein l, Loon op Zand, secretaris; Mevr. E. Moebs-Bayer, Duyvekotstraat 17, Moergestel, penningmeesteresse;Mevr. J. Suylen-van Lanschot, "Den Tulder", Oude Rijksweg 36, Helvoirt; Broeder Adelbertus, Driehoeven 5, Haaren; C. van de Bersselaar, Sportlaan 43, Udenhout. REDAKTIE
P.J.M. Wuisman, streekarchivaris, Durendaaldreef 14, Oisterwijk. W.P.M.J. de Bakker, Scheepersdijk 15, Oisterwijk. LIDMAATSCHAP
Het lidmaatschap van De Kleine Meijerij bedraagt f. 24,- (leden die Brabants Heem reeds ontvangen f. 14,-). Alle betalingen bij de Rabobank, Oisterwijk, rekening 13.89.80.209, postrekening van deze bank 11.15.406, ten name van de penningmeester van De Kleine Meijerij. TIJDSCHRIFTEN - UITWISSELING
De Kleine Meijerij heeft ruilabonnementen met: Met Gansen Trou, uitgave van de kring Onsenoort te Nieuwkuyk, Gemerts Heem, uitgave van de kring De Kommanderij Gemert. Heemschild, uitgave van de kring De Oude Vrijheid te Sint Oedenrode. Actum Tilliburgis, uitgave van de kring Tilborch.
Heemkronijk, uitgave van de kring De Heerlijkheid Heeze, Leende en Zesgehuchten.
OMSLAGFOTO mr. A.H. de Balbian Verster (1830-1915) (repro: C. Aarts)
VAN STRIEN WEEENBOUW B.V. UDENHOUT
TELEFOON (04241) 1205 - SPOORAKKERWEG - (Industrieterrein) - POSTBUS 21
UITVOERING VAN GROND-, WATER- EN WEGENBOUW VERHUUR VAN WEGENBOUWMACHINES VERHUUR VAN BRONNERIN.G, POMPEN e.d.
BOOMKWEKERIJENBOSAANLEG B.V. J
MKWEKERIJ UDENHOUT" Telefoon (04241) - 2131
SPECIALITEIT LAANBOMEN
VRAAGT ONZE BOMENFOLDER ! ! !
Grondwerken - Wegenbouwwerken
Oisterwijk
Gebr.Wblfs
Tel. 04242 - 2258
BROOD- EN BANKETBAKKERIJ
Jos van Hulten 1605
.ECHTE H lBAKKERl JDT Kerkstraat 12, Telefoon 268
MOERGESTEL
1674
Speciaal adres voor Uw bruiloft, feestavond of vergadering. Dorpstraat 37 - Oisterwijk telefoon 4470
mefntielsa keuken wordt uw huis'n
R eken maar!! Een Tielsa keuken is immers een duurzame verbetering van Uw woning en verhoogt de leefbaarheid aanzienlijk. Kortom, U haalt met een Tielsa keuken waardevast komfort en woonplezier in huis. Dan moet een beslissing eigenlijk niet moeilijk zijn, nietwaar Een Tielsa keuken is z'n geld méér dan waard.
kom tïelsa keukens kijken in oisterwijk ttelsa keukens oisterwijk Van Schayik keukens b.v., Heusdensebaan 50, tel. (04242) 3910
dagelijks geopend van dinsdag t/m zaterdag van 8.30 uur tot 17.30 uur
FIRMA
VAN DE L AAK. SWINKEIS AANLEG VAN CENTRALE VERWARMING,
GAS - EN O LI ESTOOK INSTALLATIES
VughtN.-Br.
-
Helvoirtseweg 181
-
Tel. 073 - 563589
Loodgietersbedrijf
P r»i iHir-Kim ir^i/^
PIJNENBURG
LINDELAAN 48- HEivoiRT Telefoon 04118-1321
Gas, Waterleiding, Sanitair, Lood- en Zinkwerken, Bliksembeveiliging Nieuwbouw en onderhoud.
FOTO VLAMINCKX LIND 25
-
OISTERWIJK
"MEER DAN 40 JAAR HET BEKENDSTE ADRES TER PLAA TSE "
G.Boink-MeijerBV.
DE ZWARTE LEEUW HOTEL -CAFÉ- RESTAURANT
Noordstraat 34 TILBURG Tel. 013 - 436442 BEKEND VAN 1450 AF l
RIJKSWEG 18-20 VERWARMING HELVOIRT. SANITAIR TEL. 04118-1266
A.G. v lensel en Zonen BV Aannemers van alle grondwerk Verhuur van buldozers, graafmachines, heftrucks, shovels enz. BIEZENMORTELSESTRAAT 39 - UDENHOUT - TEL. 04118-1329
LOODGIETERSBEDRIJF SANITAIRE INSTALLATIES
DE LIND 35 - OISTERWIJK - TELEFOON 2016
EIKEN BALKEN - voor schoorsteenbladen etc. Decoratieve planken in EIKEN of DENNEN voor Tuinafscheidingen, Maneges, Topgevels, etc.
J.C. van de Voort HOUTHANDEL ZAGERIJ BV
Kreitenmolenstraat 83
-
Udenhout
Tel. 04241-1318-1725 Specialiteit in gesneden groenten !
TRAA GROENTEN EN FRUITHANDEL
Torenstraat 18
Helvoirt
Tel. 04118-1382
SCHILDERSBEDRIJF
FJ.deBRESSER VOOR SCHILDER-, BEHANG-, GLAS- EN SPUITWERK
LANGEWEG 10 - HAAREN TELEFOON 04117 - 307 en 521
Aannemersbedrijf
GEBR. SNELLEN B.V. AANNEMERS VAN METSEL- EN TIMMERWERK HANDEL IN BOUWMATERIALEN
Langeweg 62 - Haaren
Telefoon 04117 - 283
daarom is de Rabobank opkvooru de ideale bank Met 3000 vestigingen in stad en land kan de Rabobank haar relaties overal dicht bij huis van dienst zijn. Snel en doeltreffend. Met een omvangrijk dienstenpakket, afgestemd op de eisen en behoeften van bedrijfsleven en partikulier. 6% Miljoen Nederlanders maken daar al regelmatig gebruik van. En ondervinden telkens weer hoe deskundig de Rabobank hen kan helpen met de vele bankdiensten zoals: sparen, privérekening, effectenbeharttging, financieringen, hypotheken, verzekeringen, rekening-courant, bewaargeving. Tot vakantiereizen toe. Daarom is de Rabobank de bank die ook voortreffelijk bij u past. Zowel zakelijk als privé.
Rabobank de bank voor iedereen
Rabobank: zo noemen zich voortaan de Raiffeisenbanken en de Boerenleenbanken
DE OUDE TOREN EN KERK VAN ENSCHOT.
door J.J. Vugs.
De meningen over de oudheid van de alleen resterende toren lopen nog al uiteen. De meesten nemen aan dat de bouw in de 14e of 15e eeuw heeft plaats gehad. O.a. Thijs van de Griendt stelt zijn bouwjaar op vormtechnische gronden op circa 1400. Over de bouwgeschiedenis van toren en kerk is tot dusverre weinig gepubliceerd. Alleen door wijlen heer Ferd. Smulders werd in de 3e Jrg. No. IX van het vlugschrift melding gemaakt van twee schepenakten in het protocol van Oisterwijk, waar sprake is van het nieuwe koor. De oudste in R143 folio 45, en de andere in R149 folio 32vo. Bij deze laatste wordt melding gemaakt van de "Tymmering van den nyen choer ecclesie de Enschit". Nu werd mij onlangs door welwillendheid van pastoor Jacobs gelegenheid gegeven het (zeer beperkte) archief in te Toren van Enschot zien. Hierbij werd een charter aangetroffen dd. 3 maart 1463, waarmede Lodewijk van Bourbon (prins-bisschop van Luik 1456-1482) toestemming geeft aan de kerkmeesters van Enschot tot verkoop van kerkelijke goederen. Zulks ten behoeve van afbraak en uitbreiding van gedeelten van de kerk (en toren!). Tevens geeft hij toestemming tot verplaatsing van de doopvont. Hoe e.e.a. moet worden geïnterpreteerd is niet duidelijk. Betreft e.e.a. nog steeds het nieuwe koor, waarvan sprake in 1420 en 1435, of gaat het hier over een andere verbouwing? Hoe het ook zij m.i. lijken de nog aanwezige klokken, beide uit 1445 O, erop te wijzen dat de toren toen al voltooid was. Mogelijk brengt een latere vondst in het Schepenarchief van Oisterwijk ofwel het Boschprotocol nog eens meer duidelijkheid. 1463, 3 maart. Ludovicus de Bourbon, elect van Luik, oorkondt aan de kerkmeesters van de kapel te Enschit in de parochie van Tilborch, dat hij toestemming geeft om onroerend goed te verkopen tot een waarde van vier mud rogge erfpacht om daarmee de onkosten te dekken voor de verbouwing en uitbreiding van de kapel (incl. de toren) en voor de verplaatsing van de doopvont. Tevens geeft hij toestemming tot de herwijding, wanneer de kapel gereed zal zijn. DE KLEINE MEIJERIJ, jrg. XXVI, afL3 49.
Ruine der kerk te Enschot naar een schets van 1830. __ . .__ jjHg^,
*JL_ ~*^.
Ludovicus de Bourbon, Dei et apostolice sedis gracia electus cont'irmatus Leodiensis, dilectis nobis in Cliristo mamburnis t'abrice capelle de Knschit, parrochic de Tilborch, nostre Leodiensis diocesis, salutem in Domino sinceram. Quatenus eandem capellam in suis turri, membris et partibus secus opus erit ammovere ac eciam ampliare et extendere ac de novo edificare seu id fieri facere, necnon fontem baptismalem de loco antiquo ad alium magis convenientem locum eiusdem capelle transferre et ponere; et quatenus de et ex bonis immobilibus seu hereditariis ad pretactam capellam spectantibus ad opus ampliacionis, extencionis, edificacionis et translacionis huiusmodi bona usque ad valorem quatuor modiorum siliginis hereditarii redditus mensure loei per previam proclamacionem, in facie dicte parochialis (•ecclcsie) de Tilborch fiendam, vendere et emptori seu emptoribus huiusmodi coram iusticiis, unde bona ipsa convertendum, investituras et legitimas operas facere licite potuistis et possitis; Nobis placet vobisque presencium tenore ex speciali nostra indulgencia plenari, libenter nostram imperacioncm dantes eisdem iudicibus secularibus nostra ordinaria auctoritate, quatenus emptori seu emptoribus huiusmodi de bonis sic vendent et, ut permittitur convertendum, investituras et legitimas operas facient et per Suffraganeum nostrum in pontificalibus, cum solempnitatibus in talibus adhiberi consuetis, reconsecrari et benedici facere procurent. In cuius rei testimonium sigülum nostrum ad causas
prcsentibus litteris duximus appendendum, sub anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo tercio, mensis Marcii die tercia. (Zegel verloren). Transcript 3. A.]. Becx, Gem-Arch.Tilburg. l) De klokken hebben de volgende tekst: a) Sca. Maria MCCCCXLV Johs van Asten Peter vanden VVeeld Heinrich Diebout Gherut Vuiren. b) Sancta Cecilia int jaer ons Heren MCCCCXLV Deus assit nobis.
50.
HET GESLACHT BECX, vijf eeuwen in de Meierij (1475 - 1975). II. door J.A.J. Becx. Stamvader Jan Beek. Nadat Jan Beek in 1475 poorter van de stad Helmond geworden was, trouwde hij weldra met een meisje uit een voorname Helmondse familie, namelijk met Margriet Sweerts (of sWeders), de dochter van Dirck die Weder Willemszoon en Margriet van Eyck Willemsdochter 6). Schoonvader Dirck die Weder Willemszoon was H.Geestmeester en kerkmeester, alsook schepen van Helmond. Dit (eerste) huwelijk van Jan Beek blijkt een belangrijk fundament te zijn geweest voor de verdere ontwikkeling van de Helmondse stam. Volgens het cijnsboek van de stad Helmond uit 1498 7) bezat Jan Beek als schoonzoon van Dirck Willem sWeders (gener Theoderici, fïlii Wilhelmi Tinctoris) destijds twee naast elkaar gelegen panden in de Veestraat, die in meerdere omschrijvingen nader staan aangeduid als "prope pontem lapideum" of "bij de steenen brugge" (over de Aa). Vermoedelijk heeft Jan Beek beide panden reeds bij zijn (eerste) huwelijk met Margriet Sweerts in bezit gekregen van zijn schoonvader Dirck Willem sWederszoon 8). In 1485 zou Jan Beek zelf dit pandenbezit nog uitbreiden door aankoop van het aangrenzende huis aldaar 9). Het gehele complex droeg de naam "de Brouwerie" (brouwerij). Jan Beek, die in dienst stond van de Heer van Helmond, was dan ook tevens bierbrouwer. Die brouwerij was gelegen ten noorden van de Veestraat en aan de oostzijde van de Aa. Later (in 1487) zouden de kinderen van Jan Beek (intussen weduwnaar van Margriet Sweerts) van hun overleden grootouders erven het eveneens ten noorden van de Veestraat maar aan de westzijde van de Aa gelegen pand, genaamd "de Verwerie" (ververij). We zullen op beide voorname huizen (brouwerij en ververij in de Veestraat) aanstond terugkomen. Sinds Jan Beek omstreeks 1472 zijn loopbaan te Helmond begon als "dienaer sHeeren van Helmont" moet hij zijn vroegste betrekkingen aldaar hebben aangeknoopt met de familie Sweerts (sWeders). Dit wordt bevestigd in een nog ouder cijnsboek van de stad Helmond, namelijk uit 1474, waarin Jan Beek als cijnsplichtige staat opgetekend voor een stuk land, dat afkomstig was van wijlen Willem sWeders 10). Omdat de levensloop van stamvader Jan Beek in dit herdenkingsjaar onze bijzondere aandacht verdient, hebben we de Helmondse schepenprotokollen over het tijdvak 1478-1538 (de registers Helmond R 224-230) zo volledig mogelijk doorgewerkt. De talrijke verzamelde gegevens - tegen hun historische achtergrond gezien - kunnen thans een duidelijker beeld verschaffen omtrent het leven van Jan Beek te Helmond. 51.
52.
Zoals gezegd hebben we uit het rechterlijk archief eerst vanaf 1478 (Helmond R 224) gegevens kunnen putten, welke in deze bijdrage bij voorkeur in een chronologische volgorde behandeld zullen worden.
Reeds in 1478 zien we Jan Beek optreden als schepen van Helmond l O. Mogelijk heeft hij ook voordien dat ambt bekleed, maar helaas ontbreekt het schepenprotokol uit die tijd. Willem van Eyck was destijds (1472-1478) schout van Helmond 12). Jan Beek is tevens bierbrouwer geweest, zoals duidelijk blijkt uit een contract van l maart 1478 met Daniel, natuurlijke zoon van wijlen Stamelaert van Bruheze. Daarin wordt overeengekomen, dat Daniel minstens een jaar bier zal tappen van Jan Beek, die hem dat bier zal leveren tegen 12 stuivers per vat, terwijl Jan Beek van zijn kant aan Daniel zijn tapper, telkens als deze eenjaar lang bier van hem getapt heeft, voor taploon zal geven een varken of een vat bier, zoals dat aan Jan Beek goeddunken zal. En op 16 mei 1478 komen we een afrekening tegen van bier, dat Gheenken (Geen = Gerit) Janszoon van Asten van Jan Beek getapt heeft 13) in dje dagen stilde men te Helmond kennelijk zijn dorst ondermeer met "Beck's bier" ! Stamvader Jan Beek woonde - waarschijnlijk al sinds zijn huwelijk met Margriet Sweerts in de hiervoor besproken "Brouwerie". Zo is er begin 1479 sprake van een rente, die Jan 53.
Beek jaarlijks moest betalen "uut synre huysinge tot Helmont in die Veestraet bij de brugge gelegen" 14). Op vorenstaande tekening is DE BROUWERIE aangegeven met cijfer l en het in 1487 verkregen pand DE VERWERIE met het cijfer 2. Daarentegenover staat een fragment van de plattegrond ca. 1540 door Jacob van Deventer 15). Eind 1479 behoorde Jan Beek o.a. met Heer Jan de Bever (priester-religieus) en Willem van Eyck tot de "goede mannen" van een scheidsgerecht om een zoenuitspraak te doen inzake een doodslag 16). Op 8 augustus 1481 werd hem "dat vorsterampt van Helmont"
opgedragen, maar reeds een week later op 15 augustus (in festo Assumptionis) droeg hij dat ambt van gerechtsdienaar over aan Jan Maes (=Thomas) Tempelerssoen 17). Jan Beek is driemaal gehuwd geweest en uit deze drie huwelijken werden vele kinderen geboren. Aldus kwam er volop leven in de brouwerij ! Toch willen we - alvorens hierop nader in te gaan - eerst zijn verdere loopbaan vervolgen aan de hand van enkele historische bijzonderheden. Op zoek naar een eventuele inschrijving van Jan Beek als (j°ng) student aan een universiteit - hetzij van Leuven hetzij van Keulen - deden wij een merkwaardige ontdekking, die boe dan ook moet worden ingevoegd in de levensloop van onze stamvader. Pas in de eerste helft van het jaar 1483 blijkt "Johannes Beek de Helmund" te zijn ingeschreven aan de universiteit van Keulen in de faculteit van de "artes"; ook heeft hij toen de voorgeschreven eed afgelegd en het inschrijfgeld betaald. Volgens een bijbehorende aantekening werd deze Jan uit Helmond op 2 november 1484 gepresenteerd voor het baccalaureaat (pres.ad bacc.) '8). Hoe deze inschrijving op latere leeftijd te rijmen valt met zijn levensloop op dat moment kunnen we slechts gissen. Zeker is, dat hij reeds op Kerstmis 1483, toen de Heer van Helmond een overeenkomst sloot men de regering der stad betreffende nieuwe heffingen ter ontlasting van de zware schulden, optrad als schout van Helmond 19). Het schoutambt van de heerlijkheid Helmond zou hij blijven bekleden tot aan zijn dood omstreeks 1517. Het zou mij niet verbazen als hij deze aanstelling tot schout, behalve aan de protectie der Heren van Helmond, mede te danken heeft gehad aan zijn verwantschap met de voorname Helmondse familie Sweerts (sWeders). Misschien gaf zijn studie te Keulen de doorslag. Op 4 februari 1484 worden door schoonvader Dirck Willem sWeders als man van Margriet, dochter van wijlen Willem van Eyck, overgedragen aan zijn schoonzoon Jan Beek tweederde delen van een tiende uit goederen, o.a. "tcleynsgoet tot Sceepstal", welke tweederde delen afkomstig waren van genoemde Willem van Eyck 20). In die tijd trad Jan Beek soms ook op namens het "convent des cloesters van Onser Liever Vrouwen tot Helmont in die Hage" en was hij blijkbaar ook bevriend met "Heer Jan die Bever, pater religiose ende confessoer des convents Regularissen Ordens Sinte Augustijns gelegen in die Haghe bynnen der prochien van Helmont". Dit klooster der zusters Augustinessen lag in de Hage (in Dumo), even buiten de stadspoort ten westen van Helmond 21). De stad was destijds omgeven met grachten en wallen. Zoals op de tekening te zien is, waren er vier poorten, namelijk de Binderpoort (noord), de Meipoort (oost) de Hoogeindse poort (zuid) en de Veepoort (west). Wijder om de stad heen bestond nog de oude 54.
landweer, die bij oorlog dienstbaar moest blijven tegen de Geldersen. Zo verkocht de regering of magistraat van Helmond - bestaande uit de schepenen, de burgemeesters en de dekens der ambachten - met toestemming van jonker Ywan van Cortenbach als voogd van zijn neef (oomzegger) jonker Jan III van Cortenbach op l oktober 1484 daar een stuk groesland aan schout Jan Beek op voorwaarde, dat ingeval van oorlog de ingezetenen zich zouden mogen verdedigen op die oude landweer 22). Eind 1484 woonde Jan Beek met zijn kinderen nog steeds in de Veestraat in "de Brouwerie", die zoals gezegd in 1485 nog werd uitgebreid door aankoop van een naastgelegen huis. Of zijn (eerste) vrouw Margriet Sweerts toen nog leefde, is niet zeker. Begin 1485 werd door jonker Ywan van Cortenbach, die als voogd de heerlijkheid Helmond bestuurde, het gruitrecht (belasting op het bier) in pacht uitgegeven aan zijn schout Jan Beek en enkele anderen voor een termijn van zes jaren en tegen een jaarlijkse som van 121 Rijnsgulden, te betalen in vier termijnen per jaar. Later zou hij van jonker Jan III van Cortenbach, Heer van Helmond, het gruitgeld opnieuw pachten 23). Op 31 december 1485 geeft Peter, zoon van wijlen Gerit van Eyck, een machtiging aan Jan Beek inzake de pachting van de tienden, zoals zijn vader met Jan Beek die destijds verpacht hadden te Helmond en Rixtel. Waarschijnlijk zijn hiermee bedoeld de tienden, die de Norbertijner abdij van Floreffe te Rixtel en Helmond bezat 24). Het jaar 1487 bracht de erfenis van "de Verwerie" (ververij). Eerst gaven in maart de twee zonen van wijlen Dirck sWeders de verzekering, dat "die wittige kynder Jan Becx (=Beck in genitivusvorm!) die dieselve Jan wittelic verweet ende gewonnen hadde bij wilner Margrieten, dochter wilner Dirx sWeders" zouden meedelen in elke erfenis alsof Margriet zelf nog in leven was. Tevens kocht Jan Beek van mr.Philips sWeders reeds het vruchtgebruik (tocht) van de "huysinge ende verwerie......gelegen over die brugge". In juni vond de scheiding en deling plaats ten aanzien van de nalatenschap van Dirck sWeders en Margriet (van Eyck). Hierin staan hun kinderen vermeld: l. Meester Philips, artist; 2. Jan; 3. Margriet (+) x Jan Beek (met kinderen); 4. Ermgard (+) x Rutger in den Engel van Roermond (+) met onmondig kind Jenneke. De kinderen van Jan Beek kregen als hun deel: de "huysinge ende verwerie.......tot Helmont en die Ve(e)straet neven erfenis Jouffr. Marie Dobbelsteen ex uno ende die Aa aen d'ander zyde" 25). Met de twee door de Aa van elkaar gescheiden huizen "de Brouwerie" (1) en "de Verwerie" (2) in de Veestraat te Helmond is nog lang niet alles verteld over de vele bezittingen van Jan Beek in en rond Helmond. Het zou ons echter te ver voeren om binnen dit bestek een opsomming te geven van de talrijke akten, welke wij uit het Helmondse schepenprotokol over zijn aankopen van onroerend goed en erfpachten aantekenden. We volstaan met onze algemene indruk, dat hij een zeer vermogend en invloedrijk man moet zijn geweest, die meermaals ook als geldschieter optrad. Beide voorname huizen in de Veestraat vormden evenwel de kern van het familiebezit als gevolg van zijn (eerste) huwelijk met Margriet Sweerts (sWeders). Ook in het Bosch' protokol zijn meerdere akten over Jan Beek te vinden. Zo wordt op 21 augustus 1490 door Hubertus Monic als rector van het Leprozenhuis "ter Eyendonc"
55.
(=later Eikendonk) met toestemming van mr. Jan van Vladeracken, provisor van dat huis, een weiland te Helmond alsmede een erfpacht van een mud koren overgedragen "ad opus Johannis filii quondam Johannis Beek" (=ten behoeve van Jan zoon van wijlen Jan Beek). Hieruit blijkt tevens duidelijk, dat onze stamvader Jan Beek zoon was van Jan Beek ! 26). Intussen had jonker Ywan van Cortenbach als voogd jaren lang de heerlijkheid Helmond bestuurd tot aan de meerderjarigheid van zijn neef (oomzegger) jonker Jan III van Cortenbach, die weldra Heer van Helmond (1491-1505) werd en hoogschout van Stad en Meierij van 's-Hertogenbosch. Jonker Jan III van Cortenbach huwde (1493) joffrouw Margriet van Ghistelle en na zijn vroegtijdige dood in 1505 liet hij twee minderjarige zonen na, namelijk jonker Jan IV van Cortenbach en jonker Joost van Cortenbach, die onder voogdij kwamen van hun oudoom jonker Ywan van Cortenbach (+Mechelen 1523). Zo kreeg schout Jan Beek in 1491 jonker Jan III van Cortenbach tot zijn nieuwe Heer, die hij al vanaf diens geboorte (1472) had zien opgroeien. Uit een Helmondse schepenakte van 1491 blijkt duidelijk, dat schout Jan Beek de "thiende van Kymmenaden" en de "thiende van Bystervelt" te Helmond in pacht had van de Abt van Floreffe, welke tienden te Helmond door Jan Beek op zijn beurt verpacht werden onder bepaalde voorwaarden. Ook later - in 1503 - zien we Jan Beek "als diender ende peehter des Eerwerdigen vader in Go(e)de sAbts van Floreff' optreden als verpachter van de "thiende van Kymmenaden, te weten die korenthiende ende smaeltiende" 27). Naar men weet stond de parochiekerk van Helmond (en Rixtel als moederkerk) van ouds onder het begevingsrecht der abdij van Floreffe, totdat dit recht in latere tijd aan de abdij van Postel werd overgedragen. De abdij van Floreffe (later de abdij van Postel) bezat daarbij de tienden van Rixtel en Helmond tot onderhoud van de kerken en de pastoors aldaar. Voor navolgende stamreeks is het van belang te weten, dat reeds vanaf stamvader Jan Beek de tienden der abdij van Floreffe te Helmond gepacht en verpacht werden. Tussen de Stad 's-Hertogenbosch enerzijds en de steden, vrijheden en dorpen van de Meierij anderzijds werd een gemeenschappelijke regeling getroffen, "Raminghe" (overeenkomst) geheten, die op 25 augustus 1495 mede bezegeld werd door Jan Beek. Hij had als "Scouthet tot Helmont" met nog twee anderen namens Peelland zitting in de arbitrale commissie, die de regeling opstelde, waarna de officiële vaststelling plaats vond in de Raadkamer van het Bossche stadhuis. Deze regeling is van historisch belang geweest voor de politie en justitie (=bestuur en rechtspraak) in de Meierij 28) Zijn uithangend zegel anno 1495 in groene was (aan het charter, dat in het gemeentearchief van 's-Hertogenbosch berust) is vrij gaaf bewaard gebleven, maar het randschrift is beschadigd (zie afbeelding van dit zegel). Het daarop voorkomende familiewapen is een achtkoppig slangenkruis (streekwapen). Het schild is geplaatst in een trifoliumornament 29). Het randschrift is nog niet ontcijferd. In 1496 vonden we een merkwaardige overdracht. Heer Natael van der Zymmen, pastoor van Helmond, had met toestemming van de aartsdiaken van Kempenland aan jonker Jan III van Cortenbach, Heer van Helmond, overgedragen een huis met toebehoorten "gelegen 56.
tot Helmont by den Wiele" (dit schijnt ten zuiden van de Veestraat te zijn nabij de gracht) en afkomstig van Henrik Celen (rentmeester). Kort daarop droeg genoemde Jan van Cortenbach dit cijnsplichtige goed over aan pater Jan de Bever (voor het convent van O.L.Vrouw in de Hage) en aan Jan Beek. Op zijn beurt droeg pater Jan de Bever op 2 november 1499 zijn helft over aan Jan Beek, die aldus het gehele goed verwierf 30). Op 19 maart 1498 ging Jan met de beneficianten (altaristen) in de kerk van Helmond een "erfwisseling" (ruiling) aan, waarbij Jan Beek enerzijds een erfpacht van een mud rog overdraagt aan de beneficianten, die anderzijds aan Jan Beek een erfpacht van in totaal 12 lopen (=1 mud volgens Helmondse maat) rog overdroegen. Daaronder vielen resp. drie, twee en een lopen rog voor de jaargetijden van: wijlen Margriet, dochter van wij\etiDirck sWeders en eerste huisvrouw van Jan Beek; vervolgens wijlen Yda, dochter van wijlen Ghijsbrecht Coelberts en tweede huisvrouw van Jan Beek; ten slotte wijlen Yda van der Heyden (moeder van de derde huisvrouw van Jan Beek). Op dezelfde dag droegen deze beneficianten aan Jan Beek over "den gasthuyshof' te Helmond tussen de Campstraat en de Kerkstraat. Vervolgens droeg Andries, zoon van wijlen Matheus sPessers, op 31 maart 1498 aan voornoemde beneficianten een erfpacht (opbrengst uit onderpanden) over van 14 lopen rog met de toevoeging, dat de beneficianten hiermee voldaan zouden zijn ten aanzien van de erfpacht van 2 lopen rog, die "Lijsbeth, Jan Becks wittige huysvrou" voor haar jaargetijde bestemd had 31). Lijsbeth, dochter van Jan Verheiden of van der Heiden was namelijk de derde huisvrouw van Jan Beek. Nu aldus de drie huisvrouwen van stamvader Jan Beek genoemd zijn, willen we tot besluit nader ingaan op zijn drie huwelijken. I. Uit het eerste huwelijk ("van den iersten bedde" of "de primo thoro") omstreeks 1475 met Margriet, dochter van Dirck Willems sWeders (weder of "tinctor" = blauwverver) en Margriet Willems van Eyck werden geboren: 1. Mr. Jan, priester en artist, geboren ca. 1476, werd in 1496 als "Johannes Beek de Helmont" ingeschreven aan de universiteit van Leuven in de faculteit van de "artes" (vrije kunsten; vandaar de benaming "artist") aan de pedagogie de Lelie (Lilium; vandaar "Liliensis). Later was hij rector van het altaar van St. Jan Baptist in de kerk van Helmond en werd hij rentmeester over het gremium (kerkelijk fonds voor het zingen van het koorgebed). Ook is hij waarschijnlijk de stichter geweest van de studiebeurs van "Jhr.Becx" te Helmond. Blijkens het Helmondse schepenprotokol trad hij in familieaangelegenheden meermaals op als oudste zoon van Jan Beek 32). 2. Reyner trouwde metJenneke Wespen en verwierf uiteindelijk alleen het huis in de Veestraat, genaamd "de Verwerie", dat vervolgens op hun kinderen overging 33). 3. Michiel schijnt ook gehuwd te zijn geweest en nakomelingen te hebben gehad 34). 4. Aleyt (of: Alken) was in 1494 zuster van het Augustinessenklooster oftewel "conventuael des convents van Onser Liever Vrouwen tot Helmont in die Hage" 35). Deze "vier kinderen van Jan Beek" moeten wel de "liberi llllor (quattuor) Johannis Beek" zijn, zoals die in het cijnsboek van Helmond uit 1498 aanvankelijk staan aangeduid bij "de Verwerie". Nadere bestudering der oude cijnsboeken is gewenst 36).
57.
Wij willen er hier nogmaals op wijzen, dat de twee oudste zonen uit het eerste huwelijk van stamvader Jan Beek de voornamen Jan en Reiner kregen, hetgeen pleit voor de aansluiting met de vermoedelijke voorouders in het Land van Valkenburg, waar beide voornamen immers traditioneel in de familie waren ! Het is niet bekend in welk jaar de eerste huisvrouw van Jan Beek is overleden. II. Uit het tweede huwelijk ("van den middelsten bedde" of "de secundo thoro") met Yda, dochtervan Ghijsbrecht Coelberts (een Bossche familie ?), werden twee kinderen geboren: 1. Ghijsbrecht huwde met 1° Johanna, dochter van Peter Loyen, 2° Citnegonda (Cunera), dochtervan/leJ-f(Arnoldus) sLozen (Slozen) en/l/t'/f. In 1521 verwierf hij "de Brouwerie" in de Veestraat. Hij was kerkmeester van Helmond en had meerdere kinderen 37). 2. Gertrudis trouwde met Andries van der Stegen of Verstegen 38). Deze "twee kinderen uit het tweede huwelijk" vindt men in genoemd cijnsboek aangeduid als "liber II (duo) de secundo thoro" 39) Wanneer dit huwelijk gesloten werd en in welk jaar deze tweede huisvrouw overleed, weten we niet precies.
III. Uit het derde huwelijk ("van den lesten bedde" of "de tertio thoro") met Lijsbeth, dochter van Jan Verheiden of van der Heiden ("de Merica") en Yda (naar haar man ook "van der Heiden" genoemd), werden minstens twaalf kinderen ("liberi XII") gebo-
ren, waaronder Lambrecht, die de schakel vormt in de verdere stamreeks. Blijkens de hiervoor besproken jaargetijden was dit derde huwelijk van Jan Beek in elk geval vóór 1498 gesloten. Zij worden al in 1495 als gehuwd vermeld 40) Enkele voorbeelden van diens daden op kerkelijk gebied willen we hier nog geven. Jan Beek (nog steeds schout van Helmond) had in april 1504 aan de kerkmeesters van Helmond 20 Rijnsgulden verstrekt tot reparatie (afbouw) van de kerk; daarom werd hem nu toegestaan, dat hij en zijn huisvrouw Elisabeth een "kistken" van ongeveer drie voe-
ten lang in de achterste gerruwkamer zouden mogen zetten en daar laten staan, totdat deze geldsom aan hen of aan hun kinderen zou zijn teruggegeven. En in september 1504 verkochten de kerkmeesters van Stiphout aan Jan Beek een halve beemd te Helmond om met de kooppenningen "die seborye (remonstrans) in der voirgescreven kercke, daer men dat Eerwerdige Heilige Sacrament in setten ende dragen sal, mede te vergulden ende stofferen" 41). In 1504 werd door vader Jan Beek met zijn zoons Reynder en Michiel een lijfrente van 30 Rijnsgulden per jaar toegekend aan zoon resp. broer Mr. Jan Beek artist (alten broers
uit het eerste huwelijk), wat betaald moest worden uit bepaalde onderpanden, zoals "uut alsulcken huysingen met allen henre to(e)behoirten als gelegen zijn tot Helmont in
die Ve(e)straet dair die Aa tussen beyen leet ende loept, dairaff d'een geheiten die verwerie ende d'ander die brouwerie aldair" 42). Beide huizen in de Veestraat bleven duidelijk het voornaamste familiebezit (uit het eerste huwelijk). Begin 1517 was Jan Beek overleden. Zijn weduwe (met vele kinderen) zou hem nog jaren
lang overleven. Met de dood van stamvader Jan Beek te Helmond eindigde het leven van een laatmiddeleeuwse schout (1483-1517) op de drempel van een nieuwe tijd. 58.
6.
G.A. Helmond, R 224, f.244-245: akten van 29 maart 1481; Drs. G.J.A. Schampers, Die Weder te Helmond, in: De Brabantse Leeuw, jrg.20, p.114 e.v.; vgL Jhr. Mr. A.F.O. van Sasse van Ysselt, Oorkonden betreffende Rixtel (1920), p.57: Margriet van Eyck was een dochter van
Willem van Eyck en Aacht van Ghemert. 7.
G.A. Helmond, inventaris huisarchief nr. 170; in dit cijnsboek van Helmond uit 1498 vindt men ten aanzien van "de Brouwerie": folio 41verso (langs de Aa): Johannes Beek, gener Theoderici filii Wilhelmi Tinctoris, ex domo et orto quondam Wautgeri filli Theodorici Wautgeri. folio 42verso (naast vorig pand): Johannes Beek, gener Theoderici filii Wilhelmi Tinctoris, ex domo prope pontem quondam Wilhelmi Cupers, prius Henrici filii Gerardi Celen.
8.
Helmond R 226, f.5: transportakte voor schepenen van Helmond dd. 23 november 1484 betreffende een huis met toebehoorten te Helmond "in die Ve(e)straet neven erfenis voirtijts to(e)behorende Dirijken Willem sWederssoen, nutertijt to(e)behorende Jannen Beek ende zijnen kynderen" (belending).
9.
Scabinale kantmelding dd. 10 september 1485 bij voorgaande akte betreffende de overdracht van dat huis aan Jan Beek (uitbreiding van "de Brouwerie").
10.
G.A.Helmond, inventaris huisarchief nr. 169 (cijnsboek van de stad Helmond uit 1474), f.131: Jan Beek van eenre zillen wilen Willem sWeders, voirtijts Wautgers van Gasselt.
11.
Helmond R 224, f.19 (9 febr.1478) en passim in het jaar 1478.
12.
Helmond R 224, f.48 (1478); zie ook de lijst van schouten in: Inventaris van het huisarchief van Helmond (1926), p.317; alsook in: A.M. Frenken pr., Helmond in het verleden, deel I (1928), p.206. Willem van Eyck is na 1478 vermoedelijk opgevolgd door Dirck Willem sWeders.
13.
Helmond R 224, f.24 met f.25 (los stuk); idem, f.37.
14.
Alsvoor, f.95 (bovenaan): in een akte van scheiding en deling van 13 maart 1479.
15.
Genoemde tekening werd ontleend aan "Kasteel-Raadhuis van Helmond" (1972) door J.M.Th. Verschueren, gemeentearchivaris van Helmond; uit de plattegrond van de stad Helmond ca. 1540 door Jacob van Deventer (facsimile-uitgave door Martinus Nijhoff te 's-Gravenhage 19171923) werd een fragment afgebeeld, waartoe een repro vervaardigd werd door collega Jacob H.S.M. Veen van de gemeentelijke archiefdienst Tilburg; bijzondere dank ben ik verschuldigd aan mevr. A.M.W.Demarteau-van de Moosdijk, wetenschappelijk medewerkster bij de gemeentelijke archiefdienst Helmond, die mij behulpzaam was bij het bronnenonderzoek alsmede bij de situtering der huizen van Helmond rond 1500.
16.
Helmond R 224, f.193, akte van 9 november 1479; vgl. Frenken, a.w., deel I, p.255-256.
17.
Helmond R 224, f.297; vgl. Frenken, a.w., deel l, p.315-316.
18.
Dr. Hermann Keussen, Die Matrikel der Universitat Köln (1389-1559), Band II (1476-1559, Text;Bonn, 1919), p.129: 1483a; 378 (Rektor), nr.29 (met voetnoot).
19.
Taxandria, jrg. 29, p. 162.
20.
Helmond R 225, f.58; vgl. Schampers, a.w., p.118.
21.
Helmond R 224, f.37; R 225, f.77, 79 (21 juli 1484); R 226, f.71v (januari 1487); vgl.Frenken, a.w., deel I, p.62; A.M.Frenken pr., Het Augustinessenklooster in De Hage te Helmond, in: Bossche Bijdragen, deel 13, p. 198 e.v.
22.
Mr. C.C.N.Krom en Aug. Sassen, Oorkonden betreffende Helmond ('s-Hertogenbosch, 1884), No. CXXXVIII (p.213); vgl.Frenken, a.w., deel I, p.29-30.
59.
23.
Helmond R 225, f.46v (22 januari 1485); R 227, f.142 (3 januari 1493); vgLFrenken, a.w., deel I, p. 158 e.v.
24.
Helmond R 226, f.40v; vgLFrenken, a.w., deel I, p.59; vgl. ook Th.I.Welvaarts, Bijzonderheden van Helmond en Rikstel naar Postel's archieven (Helmond, 1890).
25.
Helmond R 226. f.79 (27 maart 1487) en f.86 (9 juni 1487); zie ook aldaar f.129 (9 juni 1487); R.A. 's-Hertogenbosch, Den Bosch R 1251, f.418v (21 mei 1482): Rutgerus in den
L'ngel filius quondam Goeswini in den Hngel de Rueremunde dedit mini (=secretaris van Den Bosch) ad opus Johannis Beek commorantis in Helmont potestatem monendi usque ad revocationem. 26.
R.A. 's-Hertogenbosch, Den Bosch R 1259, f.317v-318 (21 augustus 1490).
27.
Helmond R 227, f.46 (die Michaelis 1491); R 228, f. 154-156 (20 februari 1503).
28.
Mr. J.P.A. Coopmans, De Meierij van 's-Hertogenbosch, een district in het hertogdom Brabant, in: Opstellen over recht en rechtsgeschiedenis (Deventer, 1965); Gemeentearchief 's-Hertogenbosch, Charter no.649; Mr. J.N.G. Sassen, Charters en privilegiën van 's-Hertogenbosch ('s-Hertogenbosch, 1865); Costuymen ende usantien der Hooft-Stadt ende Meyerye van 's Hertogen-Bossche ('s-Hertogenbosch, 1684), blz. 237 en 260; Jacob van Oudenhoven, Beschryvinge van de Meyerye van 's Hertogen-Bossche (2e editie, 1670), p. 107 en 113. Schout Jan Beek vertegenwoordigde Peelland samen met Gerit Celen (niet: Colen) "rentmeester tot Helmont" (vgl. Helmond R 228-1500-f.38) en Jan Zuermont; C.R. Hermans, NoordBrabantsche Charters U 844): 25 aug. 1495.
29.
Vgl. het 15de eeuws zegel van Sittard in: Sittard, historie en gestalte (Sittard, 1971), p.32-33 (door A.H.Siinonis).
30.
Helmond R 227, f.250 (onderaan) en 251 (bovenaan); cijnsboek van Helmond 1498 (inv.huisarchicf Hi'lmond nr. 170), f. lOverso.
31.
Helmond R 227. f.311-313: volgens de maat van Helmond (Peelland) was l mutsaet gelijk aan 12 lopensact; drs. Schampers vergiste zich in genoemd artikel (zie noot 6) op p. 119, omdat Yda van der Heiden geen huisvrouw van Jan Beek is geweest; over het huis van Jan Beek, genoemd " 't gasthuys". zie ook Helmond R 228-1501-f.69.
32.
Helmond R 227-1494-f. 165 (eerste handeling ?); R 228-1504-201; R. 229-1510-f.4v; idem1521-f.l38 ("priester ende artist"), f.149 en f.151 (1522), enz.; Brabantia, jrg.1956, p.71 (53 jaar oud in 1530): Reusens, Leuvense matrikel. deel III, p. 142, no. 118; Taxandria, jrg.36, p.262; De oude dekenaten Cuijk. Woensel en Hilvarenbeek. II, p.301; Bossche Bijdragen, deel 8, p. 158 en 160; Studiebeurzen, IV, p.441.
33.
Helmond R 228-1509-C.437; R 229-1514-f.51 en 64v (in margine 15 19); idem-1521-f. 138 (kinderen van wijlen Reynder Beek en wijlen Jenneke Wespen); idem-1522-f. 145v; idem, f. 149 en 151 (1522), enz.
34.
Zie ook vorige noot; Helmond R 229-15 17-C.85; Bossche Bijdragen, deel 2, p.61: aan ene "Michiel Beek ab Helmont" werd op l mei 155 l (samen met Lranciscus Sonnius) de functie van "eomputator" (rentmeester) toevertrouwd bij het Domkapittel te Utrecht.
35.
Helmond R 227, f.207 dd. 29 juli 1495; vgl. klad in: R 224 (los stuk), f.63 (met aantekening: grossa in forma meliori); Bossche Bijdragen, deel 13, p.235.
36.
G.A.Helmond, inventaris huisarchief nr. l 70; in dit cijnsboek van Helmond uit 1498 vindt men ten aanzien van "de Verwerie" op folio 52 verso: Liberi quattuor Johannis Beek. generi Theoderici Tinctoris, ex domo et orto quondam Wilhelmi, filii Theodcrici Tinctoris, sitis iuxta
60.
pontem quondam Hermanni Tinctoris; vgL in een ouder cijnsboek (huisarchief nr.126, folio 8) dezelfde tekst! 37.
Helmond R 228-1509-f.445 (Ghijsbrecht en Gertrudis, twee kinderen van Jan Beek en Yda zijn huisvrouw "van den middelsten bedde"); R 229, f.!7v (in margine: Ghijsbrecht Beek kerkmeester 1528); idem, f.40 (1517) en f. 121 (1520): Aleit weduwe Aert sLozen; idem-1516f.78v; idem-1519-f.lOlv; idem, f.!23v/124 (los stuk: kerkmeester 1524); idem-1521-f.!38; idem-1522-f.l45v en f.148; idem, f.!74v (kerkmeester 1523); R 230, f.33 (kerkmeester 1527), f.40 (los stuk), f.46v en f.51 (kerkmeester 1528); vgL Bossche Bijdragen, deel 8, p.80 (kerkmeester 1528); R 230, f.53/54 (los stuk: deling 1523), f.81v(1531), f.143 en f.149 (1535); over het eerste huwelijk van Ghijsbrecht Beek zie R 230-1537-f. 188v.
38.
Zie ook vorige noot; Helmond R 229-1518-f.95v; R 230, f.53/54 (los stuk: deling 1523); R 230, f.156 (1535), f.188 en f.!88v (1537).
39.
Als vervolg op de teksten ten aanzien van "de Brouwerie" (zie noot 7) staat o.a.: Liberi II de secundo thoro; R.A. 's-Hertogenbosch, Den Bosch R 1842, f.594 dd. 23-1-1537.
40.
Helmond R 228-1501-f.72 en f.93: "wilner Jan van der Heiden oft Yda syn huysvrou"; idem, f.73 (1501): Jan Beek en Lijsbeth zijn huisvrouw "dochter wilner Jans Verheiden"; R 224 (los stuk), f.64 (klad met aantekening: grossa in forma meliori) dd. 15 juli 1945: "Yda van der Hyden ende Jan van der Hyden" en "Lysken Jan Becks huysvrouwe"; R 228-1507f.364-365 (Jan Beek met huisvrouw en kinderen "van sijnen lesten bedde"); R 229, f.13 en f.17 (1511), f.65v en f.66 (1515), f.82 (27 januari 1517: Lijsbet "weduwe" wijlen JanBecks!), f.87v, f.88v, f.92, enz.
41.
Helmond R 228-1504-f.l95-196 (vgl. Bossche Bijdragen, deel 8, p.79); idem f.212 (vgl. Bossche Bijdragen, deel 23, p.103-104).
42.
Helmond R 228-1504-f.200-201.
61.
NOGMAALS: PHILIPS CONTRA JOHANNA.
door Thilde Bruning.
In een vorig artikel schreef ik over een geschil tussen hertog Philips van Bourgondië en vrouwe Johanna van der Leek over de heerlijkheid van Moergestel in het jaar 1437. Inmiddels is een tekst gevonden in het archief van de Rekenkamers (Algemeen Rijksarchief Brussel), inv. nr. 435 fol. 8v - 9v, die de zaak wat duidelijker maakt, en ook een aanvulling vormt op datgene wat verteld wordt in de inleiding van de "Inventaris van het oud-rechterlijk archief van Moergestel". Johanna blijkt de hoge heerlijkheid, die zij als opvolgster van Hendrik van der Leek in pand had, eenjaar lang kwijt te zijn geweest. Zij deed er afstand van, naar ik begrijp, toen haar een straf werd kwijtgescholden, maar kwam later weer op de overeenkomst terug. U leest het hieronder. Bij haar dood - in 1461 - is de hoge heerlijkheid vervallen aan hertog Philips en zijn opvolgers.
Philips, bi der gratiën Gods hertoge van Bourgoinguen, van Lothrijck, van Brabant ende van Lymborch, greve van Vlaenderen, van Artois, van Bourgoinguen Palatin, van Henegouwe, van Hollant, van Zeelant ende van Namen, marcgreve des Heilichs Rijcx, heere van Vrieslant, van Salins ende van Mechlen: allen denghenen die desen brief sullen zien of hoeren lesen, nu sijnde ende namails wesende: saluyt. Alsoeals wij, des mach leden wesen omtrent twee jaer, in onsen handen hadden doen nemen alle die lande, heerlicheyden ende goede, in onsen lande van Brabant gelegen, tocbehoerende onser waelgeminder vrouwen Johannen van der Leek, vrouwe van Hoechstraten, van Heezwijck, van Dinther ende van Asten, overmits dien, dat sij Janne Schilder, woenende in onsen dorp van Ghestel, porter onser stat van Bruessel, boven dien dat si/ hem derselver onser stad wegen hadde doen bescriven tegen hoer te recht te comen voer onsen amman ende wethouderen aldair, hadde doen vangen tot Ghestel, ende van daer uter selver banck vueren over ende doer onse heerlicheyt ende eerde, daer zij egheen bedrijf en hadde, tot Heezwijck, ende hem aldair doen richten van den lijve, daeraen zij in vele manieren grotelic tegen ons hadde gebroed. D'welc wij naderhant, ter beden bij onderwijse van zommegen haren magen ende vrienden, der voirs. vrouwen Johannen ende allen haren officieren ende dieneren die in der voirs. saken pluchtich geweest waren, quijtschouden ende vergaven bij enen sekeren tractate daeraf,mit ons gemaict. Nae begrijp van denwelken onder d'andere dieselve vrouwe Johanne ons overgaf twee oepenen besegelde brieve onser liever ouder moeyen wijlen hertogynnen Johannen van Brabant saliger gedachten, den eenen sprekende van der hooger heerlicheyt ons voirs. dorps van Ghestel die dieselve onse oude moeye wijlen heren Henrick van der Leek, der voirs. vrouwen Johannen vader, verpant, in handen gesedt ende gegeven hadde voer die somme van vijfliondert Rijnschen gulden dien zij hem sculdich was, ende den anderen brief sprekende van onsen dorpe van Schijndel mi 11 er heerlicheit hoge ende neder ende allen den rechten, renten, mitten houtschat ende allen anderen sinen toebehoirten, d'welc onse voirs. oude moeye denselven heeren Henricke oec verpant, in handen gesedt ende gegeven hadde voer die somme van zestienhondert een ende dertich Hollants gulden, om 62.
die voirs. hooge heerlicheyt ons dorps van Ghestel ende onse voirs. dorp van Schijndel mit sijnen toebehoirten te hebben, te houden ende te besitten, hij ende sijne erven, totter tijt toe dat men hem oft denselven sinen erven die voirs. sommen wedergegeven ende betailt soude hebben gelijc die voirs. brieve, die wijgecanselleert t'onswart hebben, dat claerlic inhielden. Op diewelke ende oic allet recht dat die voirs. vrouwe Johannen en yemant anders ennichsins dairan hebben mucht, si/ voer onse steedehouder ende mannen van leen vertegen heeft, alsoe dat wij omtrent een jaer lanck der hooger heerlicheyt tot Ghestel ende ons dorps van Schijndel voirs. gebruyct hebben, overmits onsen officieren ende dieneren alsoe dairtoe behoirt. Ende het zij alsoe, dat die voirs. vrouwe Jehanne ons nu heeft gethoent hoe sij haer, die cone vrouwe is alleen, sonder ennich behulp van hoeren manne ofyemande anders, dunct, dat si; mitten voirs. tractaet seer verlast ende beswaert is; ons oetmoedelic biddende onse gracie ende genade daerinne tot harwarts te willen keeren. Soe doen wij te weten, dat wij nae goeden rijpen rade op die voirs. sake yerst gehadt mit onsen rade, dairom in notabelen getale bij ons vergadert wesende, aensiende oec die menichfuldege bede der magen ende vriende der voirs. vrouwen Johannen, die eensdeels si/n van onsen bloede, ende onse lieve getruwe, ende willende dairom ons daerinne genedelic bewisen, hebben der voirs. vrouwen Jehannen van der Leek van sunderlinger gratiën, voer ons, onse erven ende nacomelingen, hertogen ende hertogynnen van Brabant, in handen gesedt ende gegeven, in handen setten ende geven mit desen onsen brieve, onse hooge heerlicheyt ons voirs. dorps van Ghestel, ende onse dorp van Schijndel mitten heerlicheyden hoge ende neder ende allen den rechten, renten, mitten houtschat ende allen anderen sinen toebehoirten, gelijc die aen den voirs. wilen heren Henrick, haren vader, verpant waeren, om die te hebben, te houden ende te gebruyken tot haren proffite ende die gerichten aldair van haren wegen te doen bedienen ende alle saken van recht te hanteren, alsoe lange als sij sal leven. Bij alsoe, dat nae hare doot dieselve hooge heerlicheit tot Ghestel ende onse dorp van Schijndel weder aen ons ende onse voirs. erven ende nacomelingen comen selen, ende aen onse demayne ons lants van Brabant vergadert bliven tot ewigen dagen, sonder dat die erfgenamen der voirs. vrouwen Johannen hen ennichs rechts daeran sullen vermeten in eniger manieren, sonder argelist. Ontbieden dairom ende bevelen onsen schouthet van Den Bosch, dat hij bij machten van desen onsen brieven der voirs. vrouwen Johannen van der Leek van onsen wegen sette in posessiën der voirs. hoge heerlicheyt tot Ghestel ende ons dorps van Schijndel voirs., doende haer bij onsen ondersaten aldair doen hulde ende eede ende alle onderdanicheyt also lange als si/ sal leven, behoudelic ons ende onsen erven ende nacomelingen onser erftalen in der manieren voirs. Ontbieden voirt ende bevelen onsen drossate ende rentmeester-generael van Brabant, onsen schoutheyt ende rentmeester van Den Bosch, onsen schouthet van Pedelant ende van Oesterwijck ende allen onsen anderen ambachteren, richteren, dieneren ende onderseten, nu sijnde ende namails wesende, ende allen anderen dien dat aengaen mach, dat sij 63.
der voirs. vrouwen Johannen onser voirs. graden ende der hooger heerlicheyt tot Ghestel ende ons dorps van Schijndel mitter heerlicheyden hoge ende neder ende allen den rechten, renten, mitten houtscat ende allen anderen sinen toebehoirten rastelic ende vredelic doen ende heten gebruycken, also lange als sij sal leven, sonder haer daertegen ennigen hynder, commer of letsel te doen ofte laeten geschyen en enniger manieren. Want wij willen dat male dien dairaf soude geboeren te rekenen, overbringenen yerstwerve alleen van desen onsen brieve vidimus onder segel auctentyke of copie dairaf opter cameren van onsen rekeningen te Bruessel, of bij ennigen van onsen secretar. gecollationneert ende geteykent, dairaf ontlast blive bij onsen getruwen den luden van der cameren van onsen rekeningen voirs., denwelken wij bevelen dat also te doen sonder wederseggen, niet wederstaende ennigen ordinantiën, statuten oft geboden daertegen wesende. Ende des t'orconden hebben wij voer ons, onse erven ende nacomelingen voirs. onsen
segel aen desen brief doen hangen. Gegeven in onser stat van Bruessel, derthien dage in meye in 't /air onss Meeren dusent CCCC seven ende dertich. Aldus geteykent bij mijnen heere den hertoge, daer bij waren van sinen rade: ghij, Enghelbrecht greve te Nassouw, her Anthonys heere van Croy ende van Arschot, Jacop heere van Gaesbeke, Jan heere van Wesemael, her Jan heere van Rotselaer, Raes heere van Heverle, Willem borchgreve van Montenaken, her Jan de Hertoge, ridder Henrick Magnus ende meer anderen. (Met verklaring in het Latijn van notaris Martinus van Zoemeren, geestelijke van het bisdom Luik, dat hij van de akte een kopie heeft gemaakt en deze overeenstemmend met het origineel heeft bevonden.)
ROND DE KANSEL IN DE HERVORMDE KERK VAN OISTERWIJK. door W. de Bakker.
Toen dominee Jan Duymaer van Twist de 17-de mei 1778 bevestigd werd als predikant van de Oisterwijkse gemeente zal hij hier waarschijnlijk minder gelovigen aan de voet van de kansel verzameld gezien hebben dan in zijn vorige standplaats Puttershoek.l) Zijn plaats in de dorpsgemeenschap zal van hem ook de nodige aanpassing verlangd hebben; niet langer de spil van een vrijwel homogene hervormde gemeenschap, maar voorganger van een kleine, zij het echter ambtelijk hoogzetelende minderheid. Laat ons de kerk eens rondzien 2). Op de eerste rij treffen we aan de ene zijde de zittende magistratuur, dat zullen de schepenen zijn en waarschijnlijk ook de stadhouder van de schout en de secretaris; aan de andere zijde is de bank bestemd voor "afgegaane scheepenen, militaire officieren en verdere gedistinqueerde persoonen". De tweede bank aan weerszijden is bestemd voor de echtgenoten. Achter de bank van de vroegere schepenen is de derde bank bestemd voor "practicijns", de voor de plaatselijke schepen(recht)bank optredende advocaten, en voor "regentekinderen". De vierde, vijfde en zesde bank "voor ieder der manspersoonen". De achterste bank aan deze zijde is "voor ordentelijke lieden haare kinderen". 64.
de hervormde kansel van 1778 (foto Vlaminckx, Oisterwijk)
Aan de andere zijde, achter de schepenen, is de derde bank bestemd voor Jan Roeland van Hasselt, sedert 1769 ^-a), secretaris van de tot de dingbank van Oisterwijk behorende dorpen Haaren, Berkel, Enschot en Huikelom {+ 1809), die getrouwd was met Helena Johanna Margaretha van Bijsterveld(+181 I). De vierde bank hier is voor de familie van griffier Sjoerd Rypperda. Hijzelf zal in de eerste bank gezeten hebben. Sjoerd was hier sedert 1770 3) secretaris van de dingbank en griffier van het kwartier van Oisterwijk. Hij was een jaar tevoren getrouwd met Rebecca de With 4 ) en had nog geen kinderen. In de vijfde bank vond "juffrouw de huysvrouw van Antony Glaviman" haar plaats. Antony Glaviman (de jonge) was notaris 5) en procureur te Oisterwijk. In 1775 is hij naar West-lndië vertrokken 6). Zijn vrouw is Josina de Jong. Hierachter was de bank van Maria Moolengraaff, weduwe van de vorige dominee Laurens Verster 65.
de Balbian (1706-1776). De zevende en laatste bank aan deze zijde is voor „mevrouw de weduwe Urne", Geertruida Verster de Balbian (1705-1785), zuster van de vorige dominee en dochter van meester Isaacq Verster en Francoise Christine de Balbian. Ze was in 1755 voor de derde maal gehuwd, en wel met de kapitein der infanterie ten dienste der verenigde Nederlanden van zweedse afkomst Kanut Leonard Urne (+1762) 7). "Werdende de stoelen gelaeten ten gebruyke van alle de verdere vrouwspersonen sonder onderscheyt" (!). De ouderlingen zullen voorin in de directe omgeving van de kansel wel afzonderlijke plaatsen gehad hebben. Het waren toen Charles Victor von Zehender, een kapitein van Zwitserse afkomst, getrouwd met een dochter van de vorige dominee; Jan Roeland van Hasselt; Willem Messier, lange jaren schepen van Oisterwijk. Hij assisteerde meermaals op het secretarie tot Sjoerd Rypperda hem in 1792 aanstelde als zijn gezworen klerk 8). Willem was afkomstig uit Hellevoetsluis (1747-1812); en Jacob Johan Althoffer, notaris te Oisterwijk van 1762 tot 1777. De ouderlingen zullen die 17-de mei 1778 dankbaar naar de kansel opgezien hebben. De vacante predikantenplaats was moeilijk te vullen geweest. De beroepen dominee Johannes Frantzen had bedankt het jaar tevoren 10). Ook lijkt het dat de kerk een flinke opknapbeurt heeft gehad. In 1771 hadden verschillende leden der gereformeerde religie geklaagd over het verval van de kerk 11). In 1776 beslui! het dorpsbestuur tot "verkoop van de ruine van muren van de oude kerk opt kerkhof aan de westzijde" en "buiten het portaal zuid te amoveren" 1-). Men besluit dus waarschijnlijk restanten van het vervallen schip van de kerk aan de tilburgse kant op te ruimen. Van de abt van Sinte Geertrui in het zuid-nederlandse Leuven, die zijn rechten te Oisterwijk enkel nog mocht tonen door alle voorkomende onkosten aan de kerk te betalen, was gedaan gekregen, dat hij voor een nieuwe preekstoel zou zorgen. Juffrouw Baasten, de belangenbehartigster van de abt in die jaren, had hiertoe een timmerman gezocht. Deze meldde zich bij de "regeerders alhier" om "te verstaan waar die predikstoel diende geplaatst te werden." Men overwoog twee mogelijkheden. De plaats waar de kansel tot dan gestaan had of achter tegen de muur. Men koos deze laatste plek in het koor van de kerk, en besloot daarom "den gewesenen autaar in de kerk staande" weg te laten breken en het glas dicht te metselen tot het verhemelte boven de preekstoel 13). Een maand later waren de werkzaamheden klaar en kon de nieuwe predikant van zijn nieuwe kansel de gelovigen onderrichten H). Naar ik meen, kunnen we deze nieuwe kansel van 1778 nu aantreffen in het onlangs gerestaureerde Hervormde Kerkje in de Kerkstraat. Dit eenvoudige eikehouten ambachtswerk, waarvan de panelen gevat zijn in ietwat versierde stijlen zal met de verdere inventaris in 1810 meeverhuisd zijn uit de grote kerk, toen de katholieken die weer in gebruik
namen 15). Het is maar goed dat in die tijd de Leuvense abdij reeds enige tijd had opgehouden te bestaan, anders zou daar mogelijk een enkeling de wenkbrauwen gefronsd hebben bij het vernemen van die overhuis. 66.
De kanselbijbel, die nu weer na een grondige restauratie door de zusters van Sinte Catharinadal uit Oosterhout de preekstoel siert, is aangeboden door Elisabeth Wilhelmina de Jonge van Zwijnsbergen - Breda van Kelckhoven. Zoals ze voorin eigenhandig neerschreef: "ter nagedachtenis aan mijn vader I.C.M. Breda van Kelckhoven" 16). De schenkster Beb Breda van Kelckhoven, die slechts enkele jaren geleden op Het Oude Nest in Helvoirt overleed, was te Oisterwijk op 14 november 1923 bij volmacht getrouwd met de planter jonkheer Duco Lodewijk Willem de Jonge van Zwijnsbergen, die afkomstig was uit Helvoirt l7). Zij is een dochter van de Oisterwijkse notaris Ignatius Cornelis Michaël Breda van Kelckhoven (l 824-1905) en Elisabeth Marie Antonia Locker de Bruyn. Notaris Breda mocht bij koninklijk besluit sedert 1901 van Kelckhoven aan zijn naam toevoegen 18). Hij was een zoon van Frederik Jan Breda (1785-1837) en Elisabeth Henriette van Kelckhoven (1794-1875). De bijbel is uitgegeven in 1714 "Te Dordrecht bij Jacob en Pieter Keur en te Amsteldam bij Pieter Rotterdam en Pieter Rotterdam de Jonge in compagnie". De familieaantekeningen in deze bijbel geven vooralsnog geen aansluiting met de familie die de bijbel aan de kerk schonk. Ze volgen onder bijlage I. De andere Staten-bijbel, die de oisterwijkse Hervormde Gemeente bezit is ouder en de aantekeningen daarin zijn bovendien interessanter voor onze omgeving. Deze "Biblia, dat is De gansche H. Schrifture" is uitgegeven " 't Amstelredam bij Theunis lacobsz in de History van losephus, 1643". Betwijfeld moet echter worden of de vermelding aan de achterzijde van het titelblad behoort bij de aantekeningen op het schutblad voorin de bijbel. "Ons graff in de Barbara kerck alhier is numero 168 voor den orgel bij de eerste pilaer als men in de kerck komt aen de linkerkant als men van het kleine Kerkstraetje ingaet". Dit graf is overgenomen van juffrouw Anna Wiggers op 2 februari 1737. Die aantekeningen voorin zijn alle van de hand van Cornelis Segbroek (de jonge). Mogelijk heeft Cornelis deze bijbel vermaakt aan zijn nicht Sophie in zijn testament voor notaris Pieter Mastenbroek te Oisterwijk op l februari 1815 te zijnen huize aan het Lindeind 19) Ook in de inventaris van zijn goederen, die datzelfde jaar na zijn dood werd opgemaakt, treffen we een bijbel "met kooper beslagen" 20). Waarschijnlijk is het boek dan ook eerst later bij de Oisterwijkse Hervormde Gemeente beland. - 3 december 1748 smorgens omtrent een uur is "mijn waarde en lieve moeder" Geertrudy van Malsen na een ziekte van 15 weken in de ouderdom van omtrent 53 jaren overleden en de l O-de derselfde maand in de kerk te Oisterwijk begraven, even voorbij de grafplaats van mijn zuster Anna Sophia - 17 februari 1753 smorgens half twee is mijn zuster Willemina Segbroek na 9 dagen ziekte op de leeftijd van 17 jaar en ruim 7 maanden aan de "kinderpokjes" overleden, en op de 21ste daaropvolgend in de sint Jan in den Bosch in het koor begraven - l maart 1770 is mijn oom de heer Wessel van Malsen, na een ziekte van 6 dagen in de ouderdom van omtrent 74 jaren in den Haag overleden en de 7de daaropvolgend in de Grote Kerk begraven -
67.
- 17 maart 1778 is vader Cornelis Segbroek, secretaris van Haaren, Berkel, Enschot, en Huycelom aan een langdurige ziekte en verval van levenskrachten op de leeftijd van 86 jaar en ruim 5 weken overleden en de 25 maart daaropvolgend in de kerk van Oisterwijk
begraven - 8 februari 1792 smorgens halfzeven is mijn zuster Johanna Segbroek na een ziekte van omtrent 3 maanden in verval van krachten op de leeftijd van 60 jaar en ruim 5 weken binnen Tilburg overleden en 11 februari in de kerk aldaar begraven -
Cornelis Segbroek (de jonge) treffen we zelf niet meer in de bijbel aan. Volgens zijn testament wilde hij ook in de Grote Kerk van Oisterwijk begraven worden, en wel "naast de plaats alwaar mijn papa in der tijd is begraven nabij een pilaar tegenover het uurwerk". Hij is te Oisterwijk op 21 september 1815 's-middags om twee uur op twee-en-tachtig jarige leeftijd ontslapen. Hoewel "eenigszints ziekelijk" is hij "zijn geheugen en oordeel"
nog zo "volkomentlijk magtig zoals bleek uyt de redeneringe en gesprekken met voornoemde notaris en de vier getuigen gehouden" dat deze deftige, pruikdragende "particulier" die maar liefst elf "familieportretten" naliet, in zijn testament na een gift van 100 gulden aan de diaconie-armen, meteen ook aan de "R.C.armen" een zelfde bedrag legateert. De Grote Kerk was sinds kort weer overgegaan in katholieke handen, vandaar! (?). Wat oisterwijkse genealogische gegevens over deze familie Segbroek zijn bijeengeplaatst in een tweede bijlage. Op een in het begin van 1974 gehouden tentoonstelling in de Petrus-kerk ten behoeve van de restauratie van de Hervormde-kerk bleek deze laatstgenoemde kerk ook nog over
verschillende interessante toebehoren voor het Avondmaal te beschikken. De schout van Oisterwijk schonk in 1810 twee tafellakens en servetten, met ingeweven inscripties 21). Uit diezelfde tijd dateert volgens de voorlopige monumentenlijst ook een gedreven schotel 22) Gemerkt: in kader TM, gekroonde K, en een figuurtje (manneke?).
Van jongere datum zijn: een avondmaalbeker, met inscriptie: 1843, de hervormde gemeente van Oisterwijk c.a.; gemerkt: gehelmde kop, leeuw, AD met eronder een hartje en erboven waarschijnlijk een 2, en een tekentje wat misschien een kopje voor kan stellen. Een tweede beker uit dit jaar, door de Voorlopige Lijst aangegeven, werd niet aangetroffen, wel een bijeen horende verzameling avondmaalszilver uit 1884: twee broodschalen, twee collecte-vazen en een wijnkan met deksel. Merken: gehelmde kop en leeuwtje; HA,
twee punten en maantje met naar onderen gerichte punten; jaarletter mogelijk 3. Ouder is een tinnen gegraveerde beker, volgens de Voorlopige Lijst uit de 18-de eeuw, die het meesterteken CVH draagt. Zou dit de avondmaalsbeker zijn, die ook dominee Duymaer van Twist gebruikte ? Het belangrijkste stuk is echter ongetwijfeld een zilveren beker met het opschrift: Ter gedagtenisse van Dirk Henninghes, schoolmr tot Moergestel heeft Ds Gerh. van Breugel mij ten dienste van die kercke laten maken, Ao 1710. Deze tekst staat in een kader, boven gesierd met een gesloten bijbel met twee sloten, onder met een cupido (?). Aan de achterzijde treffen we een wapen, dat hierbij afgebeeld is met het onderschrift: Dirk Henninghes. Merken: bosboom gekroonde ster(Th.van Berkel),ge68.
kroonde I. Meester Dirk Henningh was schoolmeester, koster en zanger te Oisterwijk. In 1675 ruilde hij van standplaats met Gerard van Hoogerlinden en vertrok naar Moergestel. 23) Daar is hij in 1706 nog in functie 24). Nadat in 1807 de Hervormde
Gemeente van Moergestel verenigd was met die van Oisterwijk 25) za j deze beker naar Oisterwijk verhuisd zijn. Bijlage 1. - Guiljaem van de Capelle, j.m. met Maria Bockeljoens, j.d. ondertrouw door dheer Leydecker in de Gasthuyskerck op den 15 april des jaers Ao 1728, waer van de getuygen zijnde Cornelis Kroeg met Aeexnouwdijna Nullinx; en sijn getrouwt in deselve kerck door dheer Leydecker de l O mei des jaers Ao 1728 Guiljaem van de Capelle is geboren de avondmaalsbeker uit 1710 in 1697 op 27 mei; zijn huisvrouw (foto Vlaminckx, Oisterwijk) Maria Bockeljoens is geboren in 1699 op 13 augustus - Josyna van de Capelle, geboren Ao 1729, 18 maart op een vrijdag snamiddags omtrent 5 uur, waarvan getuigen Josyna van Bruwane, grootmoeder over het kindt, Cornelis Kroeg als neeff - Josyna van Bruwane is overleden tussen saterdagh en sondagnagt des morgens omtrent half drie uuren, sijnde de 3 februari 1743, oud 73 jaren, 10 maanden, 11 dagen; begraven in de kerk te Retrenchement op vrijdag 8 februari 1743 Bijlage 2. I. jonker Johan de Ruijter, schout van het kwartier, de vrijheid en dingbank van Oisterwijk 26). II.-A. Johanna de Ruyter, getrouwd met Wessel van Malsen.
Hun kinderen volgen onder III.
B. Catharina de Ruyter, getrouwd met Ds Johan Adolph Schramm, predikant te Wesel. In 1740 machtigen de kinderen van Wessel van Malsen te Oisterwijk iemand de 69.
boedel van de weduwe van deze dominee te scheiden en te delen 27). 11 I-A. Wessel van Malsen, in 1740 wonend te Oisterwijk 27). Geboren omstr.1696, overleden l maart 1770 en begraven te 's-Gravenhage in de Grote Kerk 7 maart 1770. B. Geertrui van Malsen,
geboren omstr. 1695, overleden 3 december 1748 en begraven te Oisterwijk in de kerk l O december 1748. Getrouwd met Cornelis Segbroek, sedert 1728 secretaris van de dan van Oisterwijk afgesplitste secretarie van Haaren, Berkel, Enschot en Huikelom. Geboren omstr. 1692, overleden 17 maart 1778 en begraven te Oisterwijk in de kerk 25 maart 1778. Cornelis is hertrouwd met Maria Hendrina de Veer, die 14 december 1779 overleden is, en 20 december is begraven te Oisterwijk 28). Hij had slechts kinderen uit zijn eerste echt. Ze volgen onder IV. IV;A. Johanna Segbroek, gedoopt te Oisterwijk l januari 1731, overleden te Tilburg 8 februari 1792 en aldaar begraven in de kerk 11 februari. Ze trouwt te Oisterwijk 21 juni 1750 (N.H.) Jacobus de Lange, dan gepensioneerd luitenant van het regiment van Kolonel Hubner. Hij is een zoon van Petrus de Lange, predikant van Oisterwijk van 1696 tot 1736 29) en Anna de Lange, en zal gedoopt zijn te Oisterwijk 13 augustus 1719 30). Kinderen en in 1815 erfgenamen van hun ongehuwde oom Cornelis Segbroek: 1. Anna Geertrui de Lange, gedoopt te Oisterwijk 2 december 1753. Ze ontvangt 13 april 1779 van haar ouders een schriftelijke huwelijkstoestemming 31) voor haar huwelijk met Johannes Leendert Mulet, geboren en wonend in den Haag. In 1815 woont het echtpaar nog in den Haag. 2. Wilhelmina de Lange, gedoopt te Oisterwijk 27 april 1755, begraven aldaar 30 november l 759. 3. Pieter de Lange, gedoopt te Oisterwijk 24 februari 1757. Hij woont in 1815 in Rotterdam. 4. Sophia de Lange, gedoopt te Oisterwijk 28 januari 1759. Getrouwd met Jan Dirk Groen. In 1815 woont het echtpaar te Utrecht. 5. Maria Hendrina de Lange, gedoopt te Oisterwijk 20 oktober 1761. Getrouwd met Jacob Venman. In 1815 wonend te Rotterdam.
B. Cornelis Segbroek, gedoopt te Oisterwijk l februari 1733. aldaar ongehuwd overleden 21 september 1815 twee uur na de middag. De toen drie-en-zestig jarige Allegonda Wijtmans (+1818) die hem tot zijn eind gediend had, werd ruimschoots in zijn testament bedacht. Cornelis overleed aan het 70.
Lindeind, nummer 194. Zijn welstand moge buiten de reeds genoemde 11 familieportretten, en een "paruyk" met doos en de grote bijbel, misschien ook blijken uit een gouden ring met negen diamantjes, 16 halve gouden rijders en 62 gouden ducaten. Ook werd bij de inventarisatie een zilveren cachet alsmede een jachtgeweer en rotting aangetroffen. Zijn enige neef Pieter de Lange ontving het gouden zakhorloge en de koker met scheermessen, schaar en twee oliestenen. C. Willemina Segbroek, gedoopt te Oisterwijk 24 juli 1735, overleden 17 februari 1753 en begraven in den Bosch in de sint Jan 21 februari. D. Anna Sophia Segbroek, gedoopt te Oisterwijk 2 juni 1737, overleden te Oisterwijk en er l oktober 1738 in de kerk begraven. 1.
2.
GA 36, 201v; In 1777 bestond de Hervormde Gemeente van Oisterwijk en Udenhout uit 80 belijdende lidmaten, zie: J.Vriens, Inventaris van het arehief van de Classis 's-Hertogenbosch, 1969), blz. 18; Volgens een aantekening voorin het hervormde huwelijksregister van 1733 tot 1787 (RA sHertogenbosch, Oisterwijk 15) is hij 29 september naar Oosterhout vertrokken. GA 36, 195v; "Voor de goede orde" was 14 maart 1777 deze bankenindeling opgemaakt.
2a.
N.5326,235
3. 4. 5.
GA 36,94 zie K.M. jg 26, blz. 21: tot zijn secretarie behoorden Oisterwijk en Udenhout. J.A. Ten Cate, De notariële archieven in Noordbrabant (s-Gravenhage, 1957), blz. 218: van 1756 tot 1775.
6.
N.5325,182: 12 augustus 1775 verleent hij volmacht aan zijn vrouw; vgl. GA 36,176 d.d. 7 juni 1775, wanneer Antonie Glavimans verzoekt zijn procureursplaats open te houden, hoewel hij
7.
"het officie fiscaal op Demerari in de West Indien als procureur gaat dienen" hij toch "bedugt was dat hij sig aan het climaat aldaar niet kunnende gewennen somwijlen genootsaakt zoude zijn te moeten retourneeren". Geertruida Verster de Balbian trouwt te Oisterwijk op de 16de september 1725 met Johannes Althoffer, secretaris van Oisterwijk van 1715 tot 1728. Zijn opvolger door Haaren, Berkel, Enschot en Huikelom wordt Cornelis Segbroek. Secretaris voor Oisterwijk en Udenhout, én griffier van het kwartier wordt de friese advocaat Hector Hieronymus van Fenema. Deze trouwt, als weduwnaar van Maria Beuckens, te Oisterwijk op de 7de juni 1744 met Geertruida Verster de Balbian. Hij overlijdt 10 december 1755. Dan trouwt Geertruida voor de derde keer, namelijk te Oisterwijk op de 21ste februari 1757
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
met Kanut Leonard Urne. R.498,216 J.A. Ten Cate, als voor, blz.219 GA 36,197 GA36,99v GA 36,185 vgl. de foto op blz. 35 in: P.J.M. Wuisman, Oisterwijk in oude ansichten (Zaltbommel 1970). GA 36,210 vgl. B. Kupers, Uit het verleden van de Hervormde Kerk te Oisterwijk, III, in K.M. jg 25 (1974), blz. 23 e.v.
71.
16.
Tentoonstelling in de Oisterwijkse Petruskerk "Voor de kerk - kunst - uit de kerk" op 4, 5 en
18.
6 januari 1974, kataloog nr. 39. Hij overleed in 1953, zie K.M. jg 6 (1953), no. 11; na haar dood trof men in een vochtige kast een restant aan van het familiearchief de Jonge van Zwijnsbergen en Breda van Kelckhoven. Ook bevonden zich hierbij stukken van de huizinge Zwijnsbergen, welke lange jaren in het bezit van de familie de Jonge was. Dit archief is gered en wordt momenteel op het bossche rijksarchief geordend. K.B. no 38 d.d. 18 maart 1901
19. 20.
N.5335,15 N.5342,94
21.
B. Kupers, Uit het verleden van de Hervormde Kerk te Oisterwijk, III, in K.M. jg 25 (1974), blz. 26. Voorlopige Lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, deel X, de provincie Noordbrabant ('s-Gravenhage, 1931), blz. 284
17.
22.
23.
R.369,I,39
24. 25.
RA sHertogenbosch, Rekeningen van de rentmeester der Geestelijke Goederen, C.3660 B. Kupers, Uit het verleden van de Hervormde Kerk te Oisterwijk, II, in K.M. jg 24 (1973), blz. 90 RA sHertogenbosch, Manuscriptinventaris Kwartier van Oisterwijk, inleiding: kwartierschout van 1658 tot 1711. R.488,46(3juni 1740) R.494,127v, 131ven 158 A. Huybers, Oud Oisterwijk (Oisterwijk, 1923), blz. 195; vgl. R.418,1 llv Uit dezelfde ouders is een naamgenoot gedoopt op l O juli 1718
26. 27. 28. 29. 30.
31.
R.494,131 Dankbaar is gebruik gemaakt van de aantekeningen die mr G. Berkelmans maakte, speciaal die uit het register in het oistcrwijks gemeentearchief met resoluties.
Medewerkers:
J.J. Vugs, Bachlaan 602, Tilburg J.A.J. Becx, Herlaerstraat 41, Hilvarenbeek
Mevr. Thilde van der Heijden-Bruning, Pedro Cabralstraat 71, 's-Hertogenbosch. 72.
ROMANESCO FILM
en
Tuinmeubels... voor echte ontspanning in uw tuin.
FOTO
Gespecialiseerd fotograaf voor ambachtelijke kunst Suggestieve en instructieve
fotografie. Kleur - Zwart/wit - kleurendia's voor projectie of groot formaat voor druk werk.
BOXTELSEBAAN - OISTERWIJK Telefoon 2558
Onze tuinmeubels bieden U een keur van mogelijkheden. Zo zijn er luxe armstoelen met voetenbank, rustbanken (ook verrijdbaar), opvouwbare tafels, verrijdbare bar. Comfortabele kussens (waterproof) in exclusieve kleuren. Kortom te veel om op te noemen.
VanValderenVught De Dijk 6-Vught, Tel. (04118)-1832 en 1833
Bloemenmagazijn JOS KEEPERS Lind 37 - Oisterwijk
KUNSTHANDEL
kunstnijverheid, antiek
HOVENIER Tuinaanleg * Verzorging *
Kerkstraat 90 Oisterwijk telefoon 04242 - 2833
Onderhoud
VOOR AmBAChtelijke kunst
TH. GERRITSEN OIRSCHOTSEBAAN 7 OISTERWIJK tel. 04242 - 3291
Specialisten in het ontwerpen en vervaardigen van eiken handwerkmeubelen. Restaurateurs van antiek. Werkplaats en expositie Oirschotsebaan 7 Expositie De Schrijnershoeve Merodelaan 11 Expositie St. Joriske Lind 33
Onze meubels worden geleverd onder onbeperkte garantie. Zij kunnen bovendien te allen tijde tegen andere meubels naar keuze worden ingeruild waarbij de volledige aankoopsprijs zonder enige korting wordt gerestitueerd.
VOOR GOED VERZORGD DRUKWERK:
DRUKKERIJ CAFÉ - RESTAURANT
DE JONGE HERTOG
TAMINIAU BV.
OISTERWIJK KERKSTRAAT 6 - 8 OISTERWIJK TEL. 04242 - 2494 TELEFOON (04242) - 2220
EEN VERTROUWD BEELD IN UW OMGEVING
TOEN — NU en STRAKS
DE BOERENBOND Alles voor Uw tuin Alles voor Uw dieren
GAARNE TOT UW DIENST MET DESKUNDIG ADVIES.
BOUWBEDRIJF ERHOEVEN BV BAERDIJK54 OISTERWIJK TELEFOON 04242 - 2373
alle soorten nieuwbouw
IS LUCHTVERVUILING EEN PROBLEEM ? ? ?
neen i! PLANT BOMEN !!!
B.V. TON VAN DEN OEVER Boomkwekerijen HAAREN (NB)
Tel. 04117-771
Dr. L.v.Egeraat: Zeg maar dag tegen Brabant . . . . f. 35,-v. Dam: Oud-Brabants Dorpsleven . . . . . . . . f. 23.-H. Mandos: De acht zaligheden . . . . . . . . . f. 29,Knippenberg: De teuten . . . . . . . . . . . . f. 35,P.J.M. Wuisman: Haaren in oude ansichten . . . . . f. 18,90 P.J.M. Wuisman: Oisterwijk in oude ansichten. . . . f. 16,90 J. v. Laarhoven: Schetsenboek van Hendrik Verhees . f. 150,Heesbeen: Rooien Bart . . . . . . . . . . . . f. 17,50 Deze boeken zijn verkrijgbaar bij:
Boek- en Kantoorboekhandel
ecio L. v. Beurden-Gianotten
Dorpsstraat 5 OISTERWIJK Tel. 04242 - 2300
VOOR AL UW BANK- EN ASSURANTIEZAKEN
F.van Lanschot BANKIERS
's-Hertogenbosch, Amsterdam, Breda, Eindhoven, Den Haag, Nijmegen, Roosendaal, Rotterdam, Tilburg, Vught
VOOR HOUT, BOARD, TRIPLEX, MEUBEL- EN SPAANDERPLAAT
„DOE H E T Z E L F " PARKET EN OOK VOOR UW MACHINAAL TIMMERWERK
N.V. TIMMERFABRIEK
HORVERS EN WOLFS
VAN RIJCKEVORSSELLAAN 7 - OISTERWIJK - TELEFOON 04242 - 3901 .
FIRMA R VAN RIEL BOSSCHEWEG 26 - BERKEL - ENSCHOT - TEL. 04251 - 1223
GRAAN-, MEEL- EN KUNSTMESTHANDEL HOUTZAGERIJ EN HOUTHANDEL
CAFÉ - RESTAURANT
'"
Zaal beschikbaar voor:
personeelsfeesten vergaderingen koffietafels diners bruiloften en partijen
Beleefd aanbevelend, A. Rozen-Govers, Joh.Lenartzstraat 2, Oisterwijk, Tel.2131 Reserveer tijdig om teleurstelling te voorkomen.
Hotel Café Rottisserie
„BOS EN DUIN' UDENHOUT Tel. 04241-385
VOOR NIEUWBOUW EN UTILITEITSBOUW BOUWBEDRIJF
R JANSEN B.V.
BURG.VERWIELSTRAAT45 - OISTERWIJK - TELEFOON 2068
HOTEL - CAFÉ - RESTAURANT
KLEIN SPEYCK OISTERWIJK
SPECIALITEIT:
* Brabantse koffietafel * Partijen en gezelschappen van 50 tot 1000 personen BOEK-EN KANTOORBOEKHANDEL
STATIONSSTRAAT 17
TEL. 2227
CAMPING
DE BOSKANT Oirschotsebaan 8
Oisterwijk
Telefoon 04242 - 2059
biedt u de ruimte voor een fijne vakantie in een mooie natuur. Uw eigen tuin op onze ruime camping met alle comfort zoals : stromend water, electra, en riolering. Kampwinkel voor zelfbediening, kantine voor verpozing aanwezig, aparte jeugdkantine en cafetaria.
VERKOOP
RINEL_ STACARAVANS
RPSTRAAT OISTERWIJK UW WINKELSTRAAT
Permanente Expositie
Oisterwijkse dekenkisten en vele andere massief eiken sfeermeubelen, zoals kasten, eettafels, bankstellen, mini-sets, broodkasten, plantenbakken, enz. kunt u dagelijks zien in de sfeervolle toonzaal van
SKRCK IHT W€R«
MEUBELFABRIEK OISTERWIJK BENELUXSTRAAT 7, OISTERWIJK (N. BR.) TEL 04242 - 3929.
Toonzaal open: maandag t/'m zaterdag van 7-18 uur en vrydagtot21uur.
DE KLEINE MEI JERIJ Vlugschrift van de Heemku.ndekri.ng en het Streekarchivariaat van Oisterwijk BERKEL-ENSCHOT MOERGESTEE
ESCH - H A A R E N H E L V O I R T OISTERWIJK UDENHOUT
DE KLEINE MEIJERIJ
1975 jaargang XXVI
vlugschrift van de heemkundekring; en het streekarchivariaat van Oisterwijk; Berkel-Enschot, Esch, Haaren, Helvoirt, Moergestel, Oisterwijk, Udenhout. BESTUUR
P. Drijvers, Burgemeester Canterslaan 29, Oisterwijk, voorzitter; E. van Waesberghe, Oranjeplein l, Loon op Zand, secretaris; Mevr. E. Moebs-Bayer, Duyvekotstraat 17, Moergestel, penningmeesteresse; Mevr. J. Suylen-van Lanschot, "Den Tulder", Oude Rijksweg 36, Helvoirt; Broeder Adelbertus, Driehoeven 5, Haaren; C. van de Bersselaar, Sportlaan 43, Udenhout. REDAKTIE
P.J.M. Wuisman, streekarchivaris, Durendaaldreef 14, Oisterwijk. W.P.M.J. de Bakker, Scheepersdijk 15, Oisterwijk. LIDMAATSCHAP
Het lidmaatschap van De Kleine Meijerij bedraagt f. 24,-- (leden die Brabants Heem reeds ontvangen f. 14,-). Alle betalingen bij de Rabobank, Oisterwijk, rekening 13.89.80.209, postrekening van deze bank 11.15.406, ten name van de penningmeester van De Kleine Meijerij. TIJDSCHRIFTEN - UITWISSELING
De Kleine Meijerij heeft ruilabonnementen met: Met Gansen Trou, uitgave van de kring Onsenoort te Nieuwkuyk, Gemerts Heem, uitgave van de kring De Kommanderij Gemert. Heemschild, uitgave van de kring De Oude Vrijheid te Sint Oedenrode. Actum Tilliburgis, uitgave van de kring Tilborch. Heemkronijk, uitgave van de kring De Heerlijkheid Heeze, Leende en Zesgehuchten.
OMSLAGFOTO mr. A.H. de Balbian Verster (1830-1915) (repro: C. Aarts)
SCHILDERSBEDRIJF
FJ.deBRESSER VOOR SCHILDER-, BEHANG-, GLAS- EN SPUITWERK
LANGEWEG 10 - HAAREN TELEFOON 04117 - 307 en 521
Aannemersbedrijf
GEBR. SNELLEN B.V. AANNEMERS VAN METSEL- EN TIMMERWERK HANDEL IN BOUWMATERIALEN
Langeweg62 - Haaren
Telefoon 04117 - 283
daarom is de Rabobank opkvooru de ideale bank Met 3000 vestigingen in stad en land kan de Rabobank haar relaties overal dicht bij huis van dienst zijn. Snel en doeltreffend. Met een omvangrijk dienstenpakket, afgestemd op de eisen en behoeften van bedrijfsleven en partikulier.
6% Miljoen Nederlanders maken daar al regelmatig gebruik van. En ondervinden telkens weer hoe deskundig de Rabobank
hen kan helpen met de vele bankdiensten zoals: sparen, privérekening, effectenbehartiging, financieringen, hypotheken, verzekeringen, rekening-courant, bewaargeving. Tot vakantiereizen toe.
Daarom is de Rabobank de bank die ook voortreffelijk bij u past. Zowel zakelijk als privé.
Rabobank
de bank voor iedereen
Rabobank: zo noemen zich voortaan de Raiffeisenbanken en de Boerenleenbanken
VAN STRIEN WEGENBOUW B.V. UDENHOUT
TELEFOON (04241) 1205 - SPOORAKKERWEG - (Industrieterrein) - POSTBUS 21
* UITVOERING VAN GROND-, WATER- EN WEGENBOUW * VERHUUR VAN WEGENBOUWMACHINES
* VERHUUR VAN BRONNERING, POMPEN e.d.
BOOMKWEKERIJENBOSAANLEG MKWEKERIJ UDENHOUT" Telefoon (04241) -2131
SPECIALITEIT LAANBOMEN -
VRAAGT ONZE BOMENFOLDER ! ! !
Grondwerken - Wegenbouwwerken
Oisterwijk
Gebr.Wblfs
Tel. 04242 - 2258
BROOD- EN BANKETBAKKERIJ
Jos van Hulten 1605
1674
Borpóïjerberg Speciaal adres voor Uw bruiloft, feestavond of vergadering." Kerkstraat 12, Telefoon 268
MOERGESTEL
Dorpstraat 37 - Oisterwijk telefoon 4470
mefntielsa keqken wordt uw HUIS Tl!
Reken maar!! Een Tielsa keuken is immers een duurzame verbetering van Uw woning en verhoogt de leefbaarheid aanzienlijk. Kortom, U haalt met een
Tielsa keuken waardevast komfort en woonplezierin huis. Dan moet een beslissing eigenlijk niet moeilijk zijn, nietwaar Een Tielsa keuken is z'n geld méér dan waard.
kom tielsa keukens kijken in oisterwijk tielsa keukens oisterwijk
Van Schayik keukens b.v., Heusdensebaan 50, tel. (04242) 3910 dagelijks geopend van dinsdag t/m zaterdag van 8.30 uur tot 17.30 uur
FIRMA
VANDELAAK.SWINKELS AANLEG VAN CENTRALE VERWARMING,
GAS - EN OLIESTOOKINSTALLATIES
Vught N.-Br.
-
Helvoirtseweg 181
-
Tel. 073 - 563589
Loodgietersbedrijf
P ni iKir-Kirii
ir-\r*
PIJNENBURG
LINDELAAN48-HELVOIRT Telefoon 04118-1321
Gas, Waterleiding, Sanitair, Lood- en Zinkwerken,
Bliksembeveiliging Nieuwbouw en onderhoud.
FOTO VLAMINCKX LIND 25
«
OISTERWIJK
"MEER DAN 40 JAAR HET BEKENDSTE ADRES TER PLAATSE "
G.Boink-MeijerBV.
DE ZWARTE LEEUW HOTEL -CAFÉ- RESTAURANT
Noordstraat 34 TILBURG Tel. 013-436442 BEKEND VAN 1450 AF !
RIJKSWEG 18-20 VERWARMING
SANITAIR
HELVOIRT. TEL. 04118-1266
A.G. v lersel en Zonen BV Aannemers van alle grondwerk Verhuur van buldozers, graafmachines, heftrucks, shovels enz. BIEZENMORTELSESTRAAT 39 - UDENHOUT - TEL. 04118-1329
LOODGIETERSBEDRIJF SANITAIRE INSTALLATIES
DE LIND 35 - OISTERWIJK - TELEFOON 2016
EIKEN BALKEN - voor schoorsteenbladen etc. Decoratieve planken in EIKEN of DENNEN voor Tuinafscheidingen, Maneges, Topgevels, etc.
J.C. van de Voort HOUTHANDEL ZAGERIJ BV
Kreitenmolenstraat 83
-
Udenhout
Tel. 04241-1318-1725 Specialiteit in gesneden groenten l
TRAA GROENTEN EN FRUITHANDEL
Torenstraat 18
Helvoirt
Tel. 04118-1382
EEN LAKENKOOPMAN UIT OISTERWIJK.
door Mechelien Spierings.
In het tijdschrift Brabantia van 1963 (12e jrg nr.3/4) staat op pagina 156 een artikel geschreven door J. Peijnenburg ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van Oisterwijk. In dit artikel wordt ook aandacht besteed aan de bloeiende lakenhandel te Oisterwijk in de 15e en 16e eeuw. Misschien is het aardig aan de hand van een notariële acte, geïnstrumenteerd door de Bossche notaris Schenckels (N. 2660 RA. 's-Bosch) te laten zien hoe zo'n Oisterwijks lakenkoopman zijn handel dreef. Op 29 augustus 1598 verschijnen twee Bossche begijntjes: Margriet Heynen die 63 jaar oud is en haar zuster Marijke 58 jaar voor de notaris en verklaren daar in het bijzijn van getuigen dat Jacob Beyherdts wollen lakenkoopman te Oisterwijk, die nu rentmeester is, eerder een handel had in wollen lakenen die hij ook liet bereiden. Zij zeggen dat Beyherdts de voornaamste was van alle drapeniers te Oisterwijk en zelfs van heel Brabant: dat er nooit tevoren of daarna iemand geweest is die zulke goede, fijne, kostelijke lakenen kon laten maken als hij. Zijn vrouw had het daarom ook maar matig gevonden toen Jacob de handel liet varen en het rentmeesterschap aanvaardde. Hoe die Bossche begijntjes dat allemaal zo goed weten ? Wel heel eenvoudig: zij hebben jarenlang voor Beyherdts gewerkt en "met hennen arbeyt" hem in den handel gediend. Zij hadden met hem zo iets als een handelsaccoord: Beyherdts kocht elk jaar tegen de Meimaand alle wol in die zij in dat jaar zouden kunnen verwerken of laten verwerken en zij zorgden er voor dat die wol verwerkt werd tot laken stoffen. Jacob Beyherdts bracht die laken stoffen in de verkoop en de afspraak was dat men de winst die de handel opleverde samen zou delen: "halff ende halff'. Die samenwerking heeft jaren geduurd. Het resultaat was dat zij, begijntjes, voor hun helft van de winst zoveel verdienden dat zij daarvan konden onderhouden "seer eerbaerlijck een huysgesinne van vier menschen" en dat zij daarbij jaarlijks nog een "merckelijcke somme van penningen" overhielden. Hoeveel precies dat was, kunnen die begijntjes dan (wijselijk) niet vertellen. Margriet zet onder de acte haar kruisje, maar Marijke schrijft voluit haar naam. U ziet dat er vroeger ook vrouwen waren die de kost verdienden en dat begijntjes nog wat anders deden dan gebed en goede werken !
DE VLAG DER GEMEENTE BERKEL-ENSCHOT. De vlag der gemeente Berkel-Enschot, zoals die reeds eerder in ons blad werd beschreven (Jrg.XXV, pag.52), doch die op dat moment nog een officieus karakter had, is bij Raadsbesluit van 17 november 1975 officieel als zodanig vastgesteld.
DE KLEINE MEIJERIJ, jrg. XXVI, afl.4 73.
HET GESLACHT BECX, vijf eeuwen in de Meierij (1475 - 1975). III. door J.A.J. Becx.
Vier generaties in de magistraat van Helmond. I. Stamvader Jan Beek, wiens levensloop in het vorige hoofdstuk werd geschetst, is schout van Helmond geweest (1483-1517) en was begin 1517 overleden. Zijn achtergelaten weduwe Elizabeth ofLijsbeth, dochter van Jan Verheiden of van der Heiden ("de Merica"), was zijn derde huisvrouw, die hem vele kinderen geschonken had. Zij zou hem nog jaren lang overleven. Intussen was het tijdsbeeld merkbaar aan het veranderen. Gedurende de eerste helft van de zestiende eeuw, waarin keizer Karel V zijn machtige rol speelde, voltrok zich de overgang van de Middeleeuwen naar de Nieuwe Tijd. Door de Reformatie - die vanaf 1517 in Duitsland met Luther was begonnen - ontstond de scheuring in de Middeleeuwse Christenheid. In de overgangstijd tussen de wereldse geest der Renaissance en een ernstig streven naar een meer beleefd Christendom werd geleidelijk ook binnen de katholieke Kerk de nodige hervorming doorgevoerd, die uiteindelijk voltooid werd door het Concilie van Trente (1545-1563), de tijd van de Contra-Reformatie in het midden van de zestiende eeuw. Daarmee hangt tevens samen de oprichting van het bisdom 's-Hertogenbosch in 1559. Ook de historische achtergrond van de Meierij en met name van de heerlijkheid Helmond mogen we niet uit het oog verliezen bij de beschouwing van deze stamreeks. Zo werd jonker Jan IV van Cortenbach - na zijn kinderloos overlijden - in 1534 als Heer van Helmond opgevolgd door zijn broer jonker Joost van Cortenbach, wiens inhuldiging echter eerst in 1540 plaats vond. Over stamvader Jan Janszn Beek - in deze stamreeks de eerste, die zitting had in de magistraat van Helmond - en zijn derde huisvrouw Lijsbeth Verheiden vonden wij nog enkele merkwaardige gegevens om deze eerste generatie mee te besluiten. Een Helmondse schepenakte van 10 september 1539 luidt - kort samengevat - aldus: Aangezien "Elizabeth, achtergelaten wedue wilner Jan Beek, gepacht ende in pechtinge heeft die grote thiende tot Helmont tegen den abt van Floreffeenen tyt van jaren duerende", zoals uit de betreffende bescheiden blijkt, daarom heeft zij ten overstaan van schepenen verklaard, dat ingeval van haar overlijden haar zoon Lambrecht en haar dochter Yda bedoelde tiende zullen overnemen; en ook, dat ingeval Lambrecht Beek vóór zijn moeder zou overlijden diens huisvrouw Margriet zijn plaats zal innemen ten aanzien van deze pacht, die acht jaar (1534-1542) duurde 43). Weduwe Elizabeth moet nog in september 1539 overleden zijn, want in een Helmondse schepenakte van 30 september 1539 werd vanwege haar dood een minnelijk accoord vastgelegd tussen Lambrecht en zijn zuster Yda aangaande bovengenoemde "thiende tot Rixstel ende Helmont", welke joffrouw Heilwich, weduwe van Peter van Eyck, en Elizabeth, weduwe van Jan Beek, in pacht hadden van de Abt of het Godshuis van Floreffe; Lambrecht en zijn zuster Yda zouden voortaan samen de tiende, welke Elizabeth hun 74.
moeder zaliger in pacht had, gebruiken en ingeval Lambrecht tijdens deze pachttermijn kwam te overlijden, dan zou zijn huisvrouw Margriet in diens plaats blijven 44). Uit beide Helmondse schepenakten valt af te leiden, wanneer weduwe Elizabeth overleden is en ook, dat haar zoon Lambrecht Beek (waarover aanstonds nader) toen al gehuwd was met Margriet. Verder kan men daaruit opmaken, hoe vanaf stamvader Jan Beek de tienden der abdij van Floreffe gepacht en verpacht werden. Vermoedelijk gaat de oorsprong daarvan terug op de verwantschap van Jan Beek met de familie Van Eyck. Aldus hebben er van ouds zeer nauwe betrekkingen bestaan tussen de familie Beek (Becx) en de Norbertijner abdij van Floreffe (bij Namen), waarvan het devies luidde: "Florete Flores" (= bloeit bloemen). Floreffe was de moederabdij van Postel. Totdat Postel werd verheven tot abdij (1621), viel dit klooster onder de abdij van Floreffe 45). Na het overlijden in september 1539 van weduwe Elizabeth, de derde huisvrouw van Jan Beek, werd het tijd om alsnog te zorgen voor een passende zerk op het graf van deze stamvader in de St. Lambertuskerk van Helmond. Welnu, de achtergelaten kinderen van Jan Beek beloven bij akte van 12 juni 1541 een mud rogge erfpacht - hun toekomende uit de dijkprovenden - aan de kerkmeesters van Helmond, die deswege voor hen "eenen eerlycken zerck" in de kerk te zullen leggen 46).
II. De zojuist genoemde Lambrecht of Lambert Beek (uit het derde huwelijk van stamvader Jan Beek) vormt de schakel in de verdere stamreeks. Omdat tot heden in de publicaties over dit geslacht, te weinig aandacht besteed werd aan deze belangrijke schakel, hebben we - in aansluiting op het vorige hoofdstuk - de Helmondse schepenprotokollen over het tijdvak 1538-1571 (de registers Helmond R 231-238) zo volledig mogelijk doorgewerkt. Het resultaat van dit onderzoek geeft thans een beter inzicht omtrent de figuur van Lambert Beek in deze stamreeks. Lambert Beek werd waarschijnlijk nog vóór 1500 geboren uit het derde - al in 1495 bestaande - huwelijk van Jan Janszn Beek met Lijsbeth Verheiden en genoemd naar St. Lambertus, de patroon der parochiekerk van Helmond. Hoewel de juiste volgorde van de vele (minstens 12) kinderen uit dat derde huwelijk niet vaststaat, moet Lambert zeker tot een der oudsten van dat gezin gerekend worden. Merkwaardig genoeg werd met name hij en zijn zuster Yda in 1539 - vóór en na de dood van hun moeder - aangewezen om de pacht van de tienden der abdij van Floreffe voort te zetten. Het beheer van deze tienden moet hem beslist ruime inkomsten hebben opgeleverd. Algemeen bekend is, dat Lambert Beek trouwde met Margriet Tielens, maar noch over het jaar van het huwelijk noch over de afkomst van de bruid was tot dusver iets met 75.
zekerheid bekend. Mijn vermoeden, dat deze bruid wel eens de (jongere) zuster kon zijn van de eerwaarde Heer Adrianus Tielens, residerend pastoor van Helmond (1536-1568), werd bevestigd door een testament van 3 oktober 1544 in het Helmondse schepenprotokol 47). Daaruit blijkt, dat "Heer Ariaen, priester ende pastoer tot Helmont" twee zusters had, namelijk Maria (overleden, die uit haar huwelijk een zoon naliet) en Margriet (die gehuwd was en kinderen had). Tevens wordt daarin als (overleden) vader van de pastoor en zijn beide zusters vermeld: Joost Tielens ! Over pastoor Adrianus Tielens schreef de bekende A.M. Frenken pr. 48); dat hij afkomstig zou zijn uit Luiksgestel, terwijl de geschiedschrijver V. Barbier 49) mededeelt, dat de intrede van frater Adriaan Tielens uit Gestel als Norbertijn in de abdij van Floreffe plaats vond in 1517 en dat hij als pastoor van Helmond overleden is. Pastoor Adrianus Tielens moet derhalve omstreeks 1500 geboren zijn. In het Helmondse schepenprotokol wordt hij herhaaldelijk zowel "Heer Adriaen van Ghestel, pastoer tot Helmont" als "Heer Ariaen Tielens" genoemd. Een nader archiefonderzoek over de plaats van herkomst blijft gewenst. Wel mag men aannemen, dat het huwelijk van Lambert Beek met Margriet Tielens rond 1536 (ten tijde van pastoor Tielens) gesloten werd, temeer als men bedenkt, dat hun oudste zoon Afr. Cornelis in 1557 (op ongeveer 20-jarige leeftijd) aan de universiteit van Leuven werd ingeschreven en dus omstreeks 1537 geboren zal zijn 50). Als men voorts bedenkt, dat Margriet Tielens vele kinderen kreeg uit haar huwelijk (ca. 1536), dan moet zij in elk geval vele jaren jonger geweest zijn dan Lambert Beek, wiens derde huisvrouw zij werd. Over het leven van Lambert Beek vonden we nog enkele nadere bijzonderheden. Zo wordt hij in 1539 als H.Geestmeester (= armmeester) van Helmond vermeld 51). Hij werd in oktober 1539 (na de dood van zijn moeder) eigenaar van een huis in de Kerkstraat 52). aan de overzijde van de St.Lambertuskerk - naast Mr. Willem van Cranenbroeck 53); die destijds rentmeester der abdij van Binderen alsook rentmeester van het kasteel was en later schout van Helmond (1546-1553) zou worden. Dit huis van Lambert Beek in de Kerkstraat (zie de voorafgaande plattegrond ca. 1540 !) schijnt het nieuwe "stamhuis" geworden te zijn voor zijn nakomelingen. Het merkwaardigste, wat mij uit het vanjaar tot jaar doorgewerkte schepenprotokol van Helmond bekend werd, is wel het feit dat Lambert Beek vanaf 1541 tot aan zijn dood
in 1558 onafgebroken schepen van Helmond is geweest ! Bovendien troffen we zijn handtekening 54) aan onder een testament dd. 12 september 1545, dat hij als schepen van Helmond met de ganzeveer aldus ondertekende:
Zelf schreef hij zijn naam kennelijk als "Lambert Beek" (let op de spelling !).
76.
Na veel speurwerk hebben we ook het schepenzegel van Lambert Beek 55) gevonden, namelijk aan een Helmonds charter dd. 26 juni 1554. Hoewel dit zegel beschadigd was, bleef toch het daarop voorkomend familiewapen, zijnde het slangenkopkruis, waarneembaar. Ook vonden we het schepenzegel uit 1558 van diens jongere broer Reynder Beek 56), die hem als schepen van Helmond opvolgde tot medio 1559, welk zegel eveneens het slangenkopkruis vertoont. Wanneer men het leven van Lambert Beek tegen zijn historische achtergrond wil plaatsen, dient men vooral te beseffen dat hij een tijdgenoot is geweest van keizer Karel V (die immers leefde van 1500 tot 1558). Onder Karel V als hertog van Brabant (1515-1555) beleefde ook Helmond weliswaar een bloeitijd, maar de plundertochten door de benden van de beruchte Gelderse veldheer Maarten van Rossem omstreeks 1543 hebben overal in de Meierij grote verwoestingen aangericht. De schepenbank van Helmond - welke zowel de rechtspraak als het bestuur uitoefende bestond uit zeven schepenen, die door de Heer van Helmond benoemd werden. Toen Lambert Beek in 1541 als schepen in de magistraat van Helmond kwam - daarmee in het voetspoor tredend van zijn vader - was jonker Joost van Cortenbach (geboren in 1498 en derhalve ongeveer even oud als Lambert Beek) Heer van Helmond (1534-1560). Na diens uiteindelijke inhuldiging als Heer van Helmond (1540) werd Jan van Aelst door hem aangesteld tot schout van Helmond (1540-1543) en benoemde hij Lambert Beek tot schepen van Helmond (1541-1558). Volledigheidshalve zij medegedeeld, dat jonker Joost van Cortenbach - voordat hij in 1536 huwde met Catharina van Halewijn - drie natuurlijke kinderen had bij bovengenoemde Yda, de zuster van Lambert Beek en dochter van de vroegere schout Jan Beek. Is misschien deze nogal intieme verhouding met Yda Beek mede van invloed geweest op de uitverkiezing van haar broer Lambert tot schepen ? Hoe dit ook zij, Lambert Beek heeft het wel en wee in Helmond volop meegemaakt, zoals de grote stadsbrand in 1515, de Gelderse oorlogen in de Meierij en de kasteelbrand van 1549. Een goede buurman van Lambert Beek in de Kerkstraat schijnt geweest te zijn de reeds genoemde Mr. Willem van Cranenbroeck, die schout van Helmond (1546-1553) werd en wiens zoon Mr. Jan van Cranenbroeck 57). eveneens rentmeester van de Heer van Helmond - trouwde met Elisabeth, de dochter van Lambert Beek. Ook Mr. Joost Janszn van den Berch is ongetwijfeld een goede relatie van Lambert Beek geweest. Deze Joost (= Judocus), ca. 1513 geboren als zoon van Jan van den Berch en Johanna, werd in 1533 ingeschreven aan de universiteit van Leuven en was sinds 1547 secretaris van Helmond; daarna werd hij schout van Helmond (1556-1572) en overleed in 1572; ook is hij rentmeester der abdij van Echternach geweest 58). uit zijn (eerste) huwelijk met Maria (soms Margriet genoemd) zijn vier kinderen bekend: l. Catharina, gehuwd met Mr. Peter van Lieshout, die in 1568 secretaris werd en zijn schoonvader opvolgde als schout van Helmond (1572-1577); 2. Elisabeth van den Berch, gehuwd met Jan, de zoon van Lambert Beek; 3. Denis; 4. Philips. Over zijn tweede huwelijk aanstonds. 77.
Lambert Beek is in januari 1558 overleden, nalatende weduwe Margriet 59) en de reeds genoemde kinderen: 1. Mr. Cornelis 60) (gehuwd met Elisabeth, de weduwe van Mr. Peter van Brouheze "medicinae doctor"); 2. Jan (gehuwd met Elisabeth, de dochter van
schout Mr. Joost Janszn van den Berch uit diens eerste huwelijk !); 3. Elisabeth (gehuwd met rentmeester Mr. Jan van Cranenbroeck); vervolgens nog: 4. Mr. Jacob (die volgt); 5. Margriet; 6. Cathariw. Weduwe Margriet hertrouwde later (uiterlijk in 1568) met de weduwnaar Mr. Joost Janszn van den Berch, de hiervoor besproken schout van Helmond 61). Vermoedelijk waren deze weduwe en weduwnaar ongeveer even oud. In 1572 werd Margriet wederom weduwe. Voor de bloei van deze stamreeks blijkt juist de tweede generatie - de alliantie Lambert Beek x Margriet Tielens - van bijzondere betekenis te zijn geweest. In 1582 had Margriet Tielens nog steeds de tienden der abdij van Floreffe - gelegen "tot Helmont ende Rixstel" - in pacht en bovendien voerde sinds 1577 haar zoon Mr. Jacob Becx (die volgt) namens haar het beheer over alle goederen dei abdij van Echternach in Brabant, Zeeland en Kleef 62). Blijkens de kerkrekening kort na de kerkbrand van 1587 had moeder Margareta nog enkele giften tot restauratie van de kerk vermaakt, maar in 1589 was zij overleden, toen de nagelaten goederen gedeeld werden. Het ouderlijk huis in de Kerkstraat bleef het "stamhuis" voor de volgende generatie 63).
III. Mr. Jacob Becx, gehuwd met Catharina van de Water, volgt in deze stamreeks als derde generatie in de magistraat van Helmond. Omdat deze secretaris-schout in de bestaande literatuur vrij algemeen bekend is, kunnen we volstaan met een verwijzing naar het hierbij opgenomen fragment uit een kwartierstraat 64). in de oude kerk van Helmond bevond zich vroeger zijn grafzerk met het familiewapen. Tijdens zijn lange loopbaan als secretaris (1580-1621) - terwijl hij vele jaren tevens schout van Helmond (1578-1600) was - plaatste hij onder talrijke akten met de ganzepen zijn handtekening:
Vanaf Mr. Jacob Becx werd de familienaam voortaan gespeld als: Becx.
IV. Met jonker Mr. Lambert Becx, gehuwd met joffrouw Catharina de Cock, bereikte het geslacht Becx een tijd van hoge bloei, maar toen na de vrede van Munster in 1648 de Meierij tot generaliteitsland degradeerde, was de belangrijke rol, die dit geslacht gedurende vier opeenvolgende generaties gespeeld had, weldra ten einde. Ingevolge een plakkaat van de Staten-Generaal moesten alle katholieken in 1651 uit de magistraat verdwijnen. 78.
De familiegeschiedenis kreeg daardoor een andere wending. Kortheidshalve wordt ook hier verwezen naar onderstaand fragment. Op het hoogtepunt van zijn maatschappelijke positie is Mr. Lambert Becx - die gerekend werd te behoren tot de Meierijse adel - de jonkerstitel gaan voeren. Door het terugvinden van een "verklaring van adeldom" zijn wij daarover nu beter ingelicht 65). Vanaf de volgende generatie waren de Becx'en als landjonkers gevestigd te Moergestel, waarmee een nieuw hoofdstuk in deze stamreeks begint. LAMBERT BECK (/.n van Jan Jans:n cu Lijsbclh Verhcidcn), geb. Helmond ca 1500, schepen van Helmond,
f ald. 1558, tr. ca 1536 MARGRIET TIELENS
(dr y«n Joeat), f Helmond ca 15S9 (zij tr. 2° Mr Joost van ilcn Bcrcli, secretaris en schout van Helmond).
.Tor EVERARD VAX DE WATER (/,n van Evcrard, de Oude, en Bcelken Krmp) , geb. 's-Hertosenboscli ca 1525, f ald. ca 1600, tr. 1° 'a-Hort ogenlxisch ca luö.) Jw .1OSINA VAN DER CAMMEN (dr van Frans Daniclszn en Calhnrina Tynagcl), g-eb. 's-Hevtogcnhoscli, ' f ald. 13 dei'. 1509 (hij tr. 2° ca 1583 Jw Jennokc Monicx).
Mr .JACOB BECX, gob. Helmond 15.31, secretaris en schout van Helmond, schout van Lierop en Vlierden on van Bakrl, reiitmr a b d i j Kcditcrnach, r e n l m r abdij Floreffi', t Helmond 20 j u n i 1021,
Ir. 's-llortogenbosch l.'l dee. 158L J w CATHAR1XA VAN DE "WATER, geb. 's-Hertogonbnsch ca 1500, •]• Helmond
;; oUi. 10:19. •
Jor Mr LAMBERT BKCX, geb. Helmond ca 1005, secretaris en schout viin Helmond, rentmr van de heer van Helmond, •j- Leuven 10 april 1075, (hij tr. 1° 's-llcrtogenboscli 16 sept. 1030 Jw Catharina van der Sluys)
Jor JACOB DE COCK de Oude
Jor Hr.NDRlK VAX GESTEL
(zn van Jacolt Janszn
(7.11 van Frons en
en Catharina van Oss), Joa n na yootstock) , gcb. 's-Hertogcnbosch, geb. 's-Hertogenbosdi, schepen dezer stad, lid pres. -schepen, wachtmv der Illustre Lieve en kapitein dezer stad, \'rou\ve Broederschap kerkmr der St Janskerk, ald., f 's-IIertogenbosch lid der Illnstro Lieve 4 ƒ el ir. 1G24, Vrouwe Broederschap en bcnrzenstichter ald., tr. 's-Hertogenbosch •[• 's-Hertogenbosch J \v MARGARETHA 12 maart 163C, VAN DER CAMMEN tr. VHertogenboseli (dr van Frans Danicls-n en (\tth
Jor .JACOB UK ('OOK de Jonge, lieer van „Hooghnys" te Moergestel. p'b. 's-Herto^enboseh. schejien dezer stad, lid der Hlustrc Lieve Vrouwe Broederschap
ald., t Moergestel :',(! jtiei 1002, tr. 's-Hcrtogenbosch ca 1015 Jw HEÖTHER VAX GESTEL, geb. 's-Hertogenbosch, f (Moergestel?) na 1002.
,l\v ( ' A T H A R J X A W. COCK, ged. 's-Hertogcnbosch 2 april 1010, -j- ald. 10 apri 1700.
tr. 2° Moevges cl 11 febr. l l j t ü
79.
43.
Helmond R 231-1539-O2.
44.
Helmond R 230-f.89v/90 (los stuk uit 1539).
45.
V.Barbier, Histoire de l'abbaye de Floreffe (2 dln, Namur 1892).
46.
Helmond R 232-1541-f.24v/25 (los stuk); vgL Helmond R 228-1501-f.56; Taxandria, jrg.36, p.41 (noot 6).
47.
Helmond R 234~1544-f.5v; over pastoor Adrianus Tielens (en voor latere tijd over Mr. Cornelius Beek en Jacobus Beek) vgl.: De oude dekenaten Cuijk, Woensel en Hilvarenbeek, I, p.191 e.v., alsmede II, p.300 e.v.
48.
Helmond in het verleden, deel I (1928), p.59; Bossche Bijdragen, deel 9 (1928-1929), p.215; vgl. Taxandria, jrg.36 (1929), p.57 en 87.
49.
V.Barbier, a.w., p.270.
50.
A.Schillings, Matricule de l'Université de Louvain, dl.IV, p.551 (nr.249): "Cornelius Berck (sic !) de Helmont" (aug.1557).
51.
Helmond R 231, f.18 (21 juni 1539).
52.
Helmond R 232, f.28v (14 oktober 1539 !), f.7 (1540) en f.22v(1541); Helmond R 2351547-f.22v.
53.
Helmond R 231-1538-f.3v en f.33 (los stuk); Helmond R 235-1555-f.235v en 240; Helmond R 234-1545-f. 11; Helmond in het verleden, deel I, p. 196 (rentmeesters van het kasteel) en p.206 (schouten); over de rentmeestersfamilie Van Cranenbroeck zie Jac.J.M. Heeren, in: De Brabantse Leeuw, jrg.I, p. 101; zie ook Helmond R 241-1589-f.250v.
54.
Helmond R 234-1545-f.45v.
55.
Charterverzameling gemeentelijke archiefdienst Helmond (aanwinst uit het stadsarchief 's-Hertogenbosch); vgl. Helmond R 235, f.210.
56.
Charterverzameling (berustend in het R.A. 's-Hertogenbosch) van het Provinciaal Genootschap, S(upplement) 247, dd. 27 juli 1558; over de broers Lambert en Reynder (zonen van Jan Beek en Elizabeth) vgl. Helmond R 235-1553-f. 179; van beide schepenzegels werden thans foto's vervaardigd.
57.
Zie ook noot 53; Helmond R 236-1556-f.7v; Helmond R 241-1589-f.250v.
58.
Matricule de l'Université de Louvain, a.w., dl. IV, p.90 (nr.110): Judocus, fïlius Joannis van den Berge de Helmont (1533); idem, p.499 (nr.317): Petrus filius Petri Anthonii de Lieshout (1554); Helmond R 236, f.45v/46 (1557), f.104 (1560), f.125 (1561), f.!67v (1563); Helmond R 239-1572-f.23v/24 (deling); over het rentmeesterschap der abdij van Echternach zie: Helmond R 235-1553-f. 168; Helmond R 236-1556-f.5 (leenboek van Echternach).
59.
Helmond R 236 f.57 (10 jan. 1558: laatste vermelding als schepen); idem, f.59 (3 febr.1558), f.112 (1561) en f.171 (1563): Margareta, wed.wijlen Lambert Beek.
60.
Helmond R 236-1560-f.l03: Mr. Cornelius Beek; Bossche Bijdragen, deel 9, p.224; Helmond in het verleden, deel I, p.134-135 (1574); Helmond R 236-1563-f.l70v: wed.Mr.Peter van Brouheze; Helmond R 238-1569-f.29v/30: Joffr.Elisabeth "Zaenen", wed.Mr.Peter Brouhesius; idem-1570-f.61v: Mr.Cornelis Beek, man van Jouffr.Elisabeth "tShaenen"; vgL ook Helmond R 234-1545-f.23v en 29, alsmede Helmond R 235-1551-f. 125; Helmond in het verleden, deel I, p.70 (noot 3).
61.
Helmond R 237-1568-f.64 en 70; Helmond R 238-1570-f.72 (in margine !).
80.
62.
R.A. 's-Hertogenbosch, Commissie van Breda, nr.189, f.497 (over de pacht in 1577 van de goederen der abdij van Echternach, voor 9 jaar en tegen een som van 1200 Carolusguldens); Helmond R 240-1582-f. 127 (zowel over de pacht van de goederen der abdij van Echternach
als over de pacht van de tienden der abdij van Floreffe) en f.!27v (over de administratie van de goederen der abdij van Echternach); over de pacht van de tienden der abdij van Floreffe zie ook: Bossche Bijdragen, deel 2, p.102-106 (1586; over Mr.Jacob Becx en zijn moeder Margriet) en deel 3, p.84-154 (kerkopbouw na 1587; over schout Mr.Jacob Becx, zijn moeder en zijn voorouders). 63.
Bossche Bijdragen, deel 4, p.224-225; Helmond R 241-1589-f.244v en 245v (deling).
64.
Met enkele verbeteringen overgenomen uit het "Kwartierstatenboek" (1958), nr.29. In de Leuvense matrikel is een lacune over feb.1569-feb.1616; Bossche Bijdragen, deel 7, p.217/218 (in 1603 ca.53 jaar oud).
65.
Matricule de .'Université de Louvain, a.w., dLIV, p.124 (nr.203 dd.16 feb.1624); Taxandria, jrg-14,p.54 (1° huwelijk) en p.53 (2° huwelijk); jrg.27,p.248 (gebrandschilderd wapen te Venraij, 1653); R.A. 's-Hertogenbosch, inventarissenreeks: "Collectie Becx" (aanwinst: 2 wapenbrieven); M.Hendrickx publiceerde een notarieel vidimus uit 1661 van een dergelijke "wapenbrief' voor jonker Lambert Becx dd. 28 dec. 1655, in het tijdschrift "Limburg" (Maaseik), jrg.38 (1959), p.126-132 (noot 4 en bijlage).
Alliantiewapen
jonker Mr. Lambert Becx x joffrouw Catharina de Cock (naar het rouwbord van de weduwe: obiit'10 april 1706)
81.
HUWELIJKEN TE BERKEL-ENSCHOT IN DE VORIGE EEUW. door P.J.M. Wuisman. In de periode 1815-1894 zijn volgens de registers van de Burgerlijke Stand in de gemeente Berkel-Enschot in het totaal 523 huwelijken gesloten; gemiddeld dus 6 of 7 per jaar.
In 1817 werd geen enkel huwelijk genoteerd en in 1888 slechts l, terwijl 1872 daartegenover wel een "topjaar" mag worden genoemd met 13 echtverbintenissen. De verschillende gegevens van de huwelijksakten zijn het onderwerp geworden van een vergelijkend onderzoek, ongeveer zoals reeds eerder in dit blad werd gepubliceerd over Esch. l) Allereerst werd gekeken naar de geboorteplaatsen van de echtelieden. Slechts bij 66 van de bovengenoemde 523 huwelijken (of 13%) waren beide echtgenoten geboren in de gemeente Berkel-Enschot zelf, terwijl in 195 gevallen (of 37%) bruid en bruidegom beiden van elders geboortig waren. Bij 193 echtverbintenissen (of 37%) kwam alleen de bruid uit de gemeente en bij de overige 69 huwelijken (of 13%) was alleen de bruidegom in Berkel-Enschot geboren. De hier vermelde percentages verschillen nogal in de eerste en in de tweede helft van de vorige eeuw. Daarom werd in onderstaande tabel de gehele onderzoek-periode verdeeld in twee tijdsbestekken van 40 jaar. 1815-1854
1855-1894
TOTAAL
aantal
%
aantal
%
aantal
%
26
10,9
40
14,1
66
12,6
Berkel-Enschot geboren
33
13,8
36
12,7
69
13,2
alleen de bruid te Berkel-Enschot geboren
71
29,7
122
42,9
193
36,9
109
45,6
86
30,3
195
37,3
239
100
284
100
523
100
beide echtelieden te Berkel-Enschot geboren alleen de bruidegom te
beide echtelieden elders geboren
Van de totaal 1046 echtelieden uit de gehele periode zijn er 394 (of 37,7%) te BerkelEnschot geboren. In de eerste veertig jaar zijn er dat 156 van de 478 (of 32,6%), terwijl het er in de jaren 1855-1894 aanmerkelijk meer zijn n.l. 238 van de 568 (of 41,9%). Van de 1046 huwenden woonden er op de dag van het huwelijk nog 550, iets meer dan de helft, nog steeds in de geboorteplaats; van een tweetal was dit niet na te gaan. Hoe lag nu de verhouding tussen de huwenden uit de drie woonkernen waaruit de gemeen-
te zelf bestaat ? Dit kon slechts bezien worden in een gedeelte van de periode, omdat tot het jaar 1878 van de echtelieden uit Berkel-Enschot teven vermeld werd in welk deel van de gemeente zij woonden of waren geboren. Van de 310 bruiden of bruidegoms uit de periode 1815-1877 die in Berkel-Enschot waren geboren, was bij 121 gevallen Berkel de
82.
geboorteplaats, van 105 huwenden stond de wieg te Enschot en 81 maal werd Heukelom als geboorteplaats vermeld. Van een drietal werd geen nadere aanduiding gegeven. Bij 13 huwelijken kwamen beide echtelieden uit Enschot, in 10 gevallen uit Berkel en 7 maal spraken twee mensen uit Heukelom het ja-woord. 7 Maal huwde een Enschottenaar met iemand uit Heukelom, 9 maal werd een huwelijk gesloten tussen een inwoners van Berkel en iemand uit Enschot en 5 maal vond een echtverbintenis plaats tussen een Heukelommer en een inwoner van Berkel. Bij gebrek aan een nadere aanduiding kon bij een tweetal huwelijken de herkomst van beide echtelieden niet volledig worden vastgesteld. Van de 81 uit Heukelom geboortige trouwlustigen woonden er op het tijdstip van het huwelijk nog 56 te Heukelom, 13 waren verhuisd naar Enschot, 8 naar Berkel en 4 buiten de gemeente. Van de 105 huwenden, die te Enschot waren geboren, woonden er op het moment van het huwelijk nog 81 te Enschot, 13 waren vertrokken naar Berkel, 7 naar Heukelom en 4 naar elders. Tenslotte woonden er op de trouwdag van de 121 te Berkel geborenen nog steeds 104 te Berkel. In Enschot woonden er toen 9 en in Heukelom 2. Het resterende zestal was buiten de gemeente verhuisd. De geboorteplaats van de 652 elders geboren echtelieden werd eveneens nader bekeken. Uiteraard stond de wieg van de meeste hunner in een van de grensgemeenten van BerkelEnschot, Uit Udenhout kwamen 153 huwenden (of 23,5% van het totaal aantal elders geborenen), uit Tilburg kwamen er 111 (of 17%) en uit Oisterwijk 88 (of 13,5%). Men kan dit rijtje als volgt voortzetten: Moergestel 59 Oirschot 9 Haaren 55 Goirle 8 Loon op Zand 31 Gasteren 5 Helvoirt 23 Esch 5 Hilvarenbeek 22 Gilze-Rijen 5 Boxtel
11
Vught
4
Diessen
10
Bergeyck
3
De volgende gemeenten werden tweemaal als geboorteplaats vermeld: Alphen-Riel, Besoyen, Best, Ginneken, 's-Hertogenbosch, Liempde, St.Michielsgestel, Waalwijk en Ahaus in Duitsland. Tenslotte kwam er een huwelijkscandidaat uit een der volgende plaatsen: Amersfoort, Arnhem, Borkel en Schaft, de Bilt, Cromvoirt, Dongen, Gemonde, Harderwijk, Hellendoorn, Herpen, Hogeloon, Lage Mierde, Meerkerk, Middelbeers, Netersel, Orten, Oss, Princenhage, Roosendaal, Rotterdam, Someren, Sprang, Waalre en Woensel, Poppel en Turnhout in het huidige België en Appeltorn, Goch en Hippendorf in Duitsland. Bij een tiental huwelijken uit de gehele periode waren beide echtelieden reeds eerder gehuwd geweest, 56 maal huwde een weduwnaar met een "jonge dochter" en in 18 gevallen 83.
stapte een "jongeman" in het huwelijksbootje met een weduwe. Toen de 38 jaar oude Johannes Jonckers uit Oisterwijk op 30 april 1874 in het huwelijk trad met de 31 jarige Berkelse Hendrica de Veer, was hij ondanks zijn leeftijd al twee maal weduwnaar, n.l. van Johanna Maria van Rooy en daarna van Barbara van Groenendaal. Ook de Tilburgse landbouwer Johannes van der Sterren huwde voor de derde maal, toen hij op 56 jarige leeftijd op 22 september 1864 het ja-woord gaf aan de 31 jarige dienstmeid Hendrika Verbruggen, geboren te Haaren en wonende te Berkel. Zijn beide vorige echtgenoten waren Cornelia Martens en Willemijna van Laarhoven. Op welke leeftijd huwde men in vroeger jaren ? Het hoogste aantal bruidegoms, n.l. 47 huwde op 30 jarige leeftijd, terwijl het hoogste aantal bruidjes n.l. 53 in het huwelijksbootje stapte op 28 jarige leeftijd. Een globaal overzicht van de leeftijden, waarop bruid en bruidegom huwden vindt men in onderstaande tabel: bruidegom aantal
onder de 20 jaar 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 j aar 45-49 jaar 50-54 jaar boven de 54 jaar TOTAAL
%
2 50 138 152 84 53 17 15 12
0,4 9,5 26,4 29,1 16,1 10,1 3,2 2,9 2,3
523
100
TOTAAL
bruid
aantal 2 84 191 115 82 32 10 6 1
0,4 16,1 36,5 22,0 15,7 6,1 1,9 1,1 0,2
523
100
%
aantal 4 134 329 267 166 85 27 21 13 1046
% 0,4 12,8 31,5 25,5 15,9 8,1 2,6 2,0
1,2 100
De jongste bruid uit de gehele periode was de 17 jarige dienstmeid Clasina Timmermans, geboren te Moergestel en wonende te Heukelom, die op 7 mei 1829 huwde met de 43 jarige weduwnaar Martinus van den Biggelaar, landbouwer, geboren en wonende te Heukelom. Slechts 18 jaar was de in Moergestel geboren en wonende dagloner Leonardus van Lisdonk toen hij op 17 april 1847 in het huwelijk trad met de 41 jarige Anna van Beynen, zonder beroep, geboren en wonende te Heukelom. Hij was de jongste bruidegom. Bij dit huwelijk werden een tweetal kinderen van de bruid erkend. Op 28 januari 1830 huwde de 51 jaar oude Petronella de Beer, geboren te Enschot en wonende te Berkel met de 57 jarige landbouwer Franciscus van de Mierde, geboren en wonende te Oisterwijk, weduwnaar van Barbara van Hattum. Zij was de oudste bruid uit de reeks. Ook Maria Bierkens was 51 jaar, toen ze op 20 mei 1875 huwde. Ze was geboren te Moergestel en woonde te Berkel en huwde met de 52 jarige landbouwer Cornelis Aarts, geboren en woonachtig te Loon op Zand. De oudste bruidegom uit de gehele periode was tenslotte de 67 jarige landbouwer Jan de Wit, geboren te Hilvarenbeek en wonende te 84.
Riel, weduwnaar van Cornelia Teurlings. Zijn huwelijk met de 40 jarige Adriana van
Gorkom, geboren te Udenhout en wonende te Berkel werd op l juli 1819 gesloten. Enigszins een overzicht van de families die in Berkel-Enschot woonden in de vorige eeuw, krijgt men door dit - onvolledige - staatje van de familienamen der gehuwden. 29 echtelieden droegen de naam van lersel of van lerssel en eveneens 29 de naam van Rijsewijk (van Rijswijk). Vijf maal of meer kwam de naam van de volgende families voor bij een der echtelieden:
Brekelmans
26
Verhoeven P(e)ynenburg
25 ' Hoevenaars 21 v.d. Laak
Robben Jansen (Janssens)
18
de Jong(h) van Baast (Baest) Hamers Bertens
Denissen van Laarhoven v. d. Pas Kuypers Vermelis Wagemakers
Weyters v. d. Bichelaar Kooien (Kolen)
16 16 15 15 13 13 13 13 11 11 11
11 lO 10
van Loon
10 9 9 9 Piggen Schapendonk 9 9 Vug(t)s van Abe(e)len 8 Schoenmakers 8 8 v.d. Ven 7 Bekkers (Beckers) deKort(Cort) 7 Leermakers 7 Verst(e)ynen 7 van Haaren (Haeren) 6 v.d. Loo 6 van Raak (Raeck) 6 Reynen 6 v.d. Sande (Zande) 6
Smulders van Tilburg
6 6 6 6 6
v.d. Veer Vermeer Witlox(ks)
de Beer Broekhoven Claasen (Claesen)
Cruys(s)en van Doesburg
Elissen van Heukelom Ho(o)gedoora Koyen (Kooyen)
Leyten Se(e)brechts
5 5 5
5 5 5 5 5 5 5 5
Ook naar de beroepen ging de belangstelling uit. Daar van vele bruiden geen beroep werd opgegeven, moest dit onderzoek beperkt worden tot de bruidegoms. In een agrarisch georiënteerde gemeente (Berkel-Enschot heeft niet voor niets een ploeg in het gemeentewapen) zal het geen verwondering wekken, dat van de 523 bruidegoms er 254 (of 48%) als landbouwer zijn vermeld. Als dienstknecht, werkbode of knecht werden er 66 (13%) ingeschreven, als dagloner 42 (8%) en als landbouwersknecht 31 (6%). De overige beroepen vindt men in onderstaand lijstje: schoenmaker klompenmaker timmerman wever arbeider looier
19 12 10 9 7 6
metselaar kleermaker bakker rietdekker grof- en hoefsmid
5 5 4 3 3
2 Maal werd van de bruidegom als beroep genoteerd brouwer, fabriekwerker, houtzager, 85.
leerlooiersknecht, linnenwever, onderwijzer, smid, spoorwegwachter, spoorwegwerker, voldersknecht en wolwever. Tenslotte kwamen de volgende beroepen aanmaal voor: artillerist 2); brugwachter, hoe-
denfabrikant, koopman in galanterieën, korporaal 2), kroeghouder en landbouwer, kuiper, magazijnwerkman, notarisklerk, olieslager, rijksveldwachter, schoenmakersknecht, spoorwegbeambte, tapper, tuinier, touwslager, verversknecht, voerman, volder, wieldraaier,
wagenmaker, wegwerker, zadelmaker en zeilmaker. Bij een enkele bruidegom werd geen beroep gemeld. Uiteraard huwden veel landbouwers met dochters uit de boerenwereld, doch een ander
speciaal beroepshuwelijk werd gesloten op 20 september 1889, toen de 33 jarige spoorwegwerker Hendrik Merkx, geboren te Diessen en wonende te Berkel-Enschot in het huwelijk trad met de 26 jarige "spoortreinwachteres" Antonia Akkermans, geboren te Gilze-Rijen en wonende te Berkel-Enschot. De meeste huwelijken werden kort na Pasen gesloten. Een reden hiertoe kan geweest zijn dat over het algemeen de jaarovereenkomsten voor de landbouwersknechten en -meiden
met Pasen afliepen. Opvallend is dat in de weken na Pasen soms verschillende huwelijken op dezelfde dag werden gesloten. Op 23 april 1868 kwamen vijf paartjes naar het gemeentehuis, op 29
april 1885 en op 7 mei zelfs zes. Op 24 april 1877 traden drie broers tegelijk in het huwelijk, n.l. Gerardus, Wilhelmus en Joannes van Rijswijk, resp. met Anna Cornelia Brekelmans en de zusjes Adriana Cornelia van Baast 3). In de periode 1815-1879 was vooral de donderdag een geliefde trouwdag. Dit zal wellicht verband houden met de Keizerlijke verordening van Napoleon uit 1807, (in ons land van
kracht geworden in 1811) dat het gemeentebestuur ten minste l dag per week de gelegenheid moest bieden tot kosteloze huwelijkssluiting. Na 1879 - de wet van 23 april 1879 (St.bl.72) herhaalde de verordening van Napoleon nog eens - werd in Berkel-Enschot de woensdag de meest gevraagde - gratis - trouwdag en na 1886 werd het de vrijdag, waarop de meeste paartjes naar het gemeentehuis kwamen. Ook werd in de beginperiode veel op zondag, zelfs op pinksterzondag getrouwd, een gebruik dat men op het platteland van Skandinavië nu nog wel kent. Reden hiervoor moet men zoeken in het feit, dat op de kleinere boerenbedrijfjes men door de week geen man kon missen bij de vele werkzaamheden. Men had dus gewoon geen tijd om te trouwen en stelde dit uit tot de zondag, de dag, dat het werk gedeeltelijk stil werd gelegd en waarop men toch naar de kerk moest. Voor het laatst werd op zondag te Berkel-Enschot gehuwd op 22 februari 1852. 1. P.J.M. Wuisman, Huwelijken te Esch in de vorige eeuw, K1.M. Jrg XXV, p.39 e.v. 2. Op 10 april 1838 huwde de uit Rotterdam afkomstige korporaal Frederich Jacob Schafer met Maria Verhoeven uit Berkel en op 18 april 1839 huwde de uit Meerkerk geboortige artillerist Klaas Hoogedoorn met de uit Duitsland afkomstige, maar in Berkel woonachtige Elisabeth Linnartz. Van
86.
beide militairen mag worden aangenomen, dat ze alhier gelegerd waren in verband met de Belgische opstand. 3. Bij Gerardus werd de familienaam in de huwelijksakte geschreven als Rijsewijk, terwijl zijn beide broers als Rijswijk werden genoteerd.
BRABANTSE MUTSEN UIT GROOTMOEDERS TIJD. door Aug. van Breugel. Het was kort na de geslaagde tentoonstelling "Heemschild" in 1959, dat ik met pater Wiro Heesters op 'speurtocht' ging in het Brabantse land om voorwerpen te verzamelen die betrekking hadden op leven en werken van onze voorouders. Daartoe behoorden ook de Brabantse mutsen. Ons operatieterrein besloeg de plaatsen Esch en Haaren, omdat pater Heesters daar betrekkelijk veel familie en kennissen had. De pater was toen nog gekleed in het witte kloosterkleed met daarop geborduurd de H.H. Harten. Nooit heb ik sterker ervaren hoe een huisdeur zoveel gemakkelijker open gaat voor het kloosterkleed dan voor een gewoon colbertje. Eén geval is mij daarvan bijzonder 'bij' gebleven. Ons bezoek was bij de meeste personen tevoren reeds aangekondigd. Nu wilde het geval dat ik de pater iets vóór was en op een bepaald adres alleen aanbelde. De voordeur ging op een kiertje open en ik zag een bejaarde vrouw. Op mijn verzoek of ze voor ons iets had liggen, kreeg ik een ontkennend antwoord, maar zodra zag ze het witte habijt of de deur zwaaide wij open en succes was verzekerd. Op deze wijze kwamen wij bij vele mensen van deze dorpen. Daardoor heb ik ook een bijzonder goede kijk gekregen op de mutsendracht van die plaatsen. Sommige van de destijds ontvangen mutsen zijn thans te zien in het onlangs geopende museum "Sint Paulus Gasthuis" te Sint Oedenrode, gelegen op de hoek van de Kerkstraat en de Heuvel. Gezien de beperkte ruimte zijn ook nog enkele andere mutsen uit die omgeving, voorlopig, veilig opgeborgen. Het is de bedoeling dat op gezette tijden de mutsen verwisseld worden. Thans zien we in het museum de zwarte kindermuts, zoals die door jonge meisjes werd gedragen tot het 17e of 18e levensjaar. Deze muts is destijds geschonken door mevrouw van Esch-Dieden, Overeind l te Esch. Zij schonk ook de falie muts, die daar te zien is, en hierbij afgebeeld (foto 1). Een koveltje of morgenmutsje uit Esch is er ook aanwezig en werd destijds geschonken door bemiddeling van pater Wiro Heesters, (foto 2). Een prachtige Moergestelse Cornetmuts, die ook in Oirschot werd gedragen, vinden we er in de derde vitrine (foto 3). Een zeer grote poffer met bijbehorende muts uit Haaren is tentoongesteld in vitrine 5 (foto 4a en 4b). 87.
foto l: Faliemuts uit Esch
foto 2: Koveltje uit Esch
foto 3: Moergestelse Kornetmuts
foto 4a en foto 4b: Muts met poffer uit Haaren
In ons bezit zijn verder nog een muts met handplooien uit Esch, nog een poffer van die plaats en een poffer uit Oisterwijk. Deze en andere nog opgeborgen mutsen komen een volgende periode voor tentoonstelling in aanmerking. Museum Sint-Paulus Gasthuis te Sint Oedenrode is gedurende de wintermaanden gesloten. Na Pasen 1976 kan men et weer terecht. Groepen kunnen echter wel een bezoek brengen na tijdige afspraak met Aug. van Breugel of Pater Wiro Heesters te Sint Oedenrode (tel resp. 04138-2738 en 04138-2750). In het museum kan men ook een rijke verzameling bodemvondsten uit de pre-historie van Sint Oedenrode bewonderen. Die zijn grotendeels door Pater Wiro Heesters opgegraven en tesamen met de archeoloog Gerrit Beex gerangschikt en van teksten voorzien.
De hierbij geplaatste foto's zijn in het museum gemaakt door fotograaf Jan Vlaminckx uit Oisterwijk. Brabantse mutsen uit Grootmoeder's tijd, geschreven door August van Breugel, en rijkelijk geulustreerd, is een uitgave van de Stichting "Brabants Heem". Het is verkrijgbaar in de boekhandel voor f. 27,50.
89.
Willy Steurs, Les Campagnes du Brabant Septentrional au Moyen Age: La Fondation de la ville neuve d'Oisterwijk par Ie Duc Henri Ier. Publicatie nr.36 van het Belgisch Centrum voor Landelijke Geschiedenis, Louvain-Bruxelles, 1974.
Het voor ons geen dagelijke kost zijnde frans van onze zuiderbuur voor lief nemend, vinden we op zijn menu naast veel bekende spijzen ook enkele weinig gepresenteerde.
Zo moeten we de schrijver dankbaar zijn, dat hij ons, die al weer lang op het verschijnen van het Brabants Oorkondenboek wachten, alvast een kritische tekstanalyse geeft van de charter van 25 november 1230, waarin Oisterwijk dezelfde privileges verkrijgt als de
burgers van den Bosch met uitzondering van de tolvrijheid op de Rijn. Wel komt hij tot de konklusie dat het waarschijnlijk een vervalsing is (!). Ook treffen we hier de tekst van de eveneens verloren charter betreffende het oisterwijkse marktrecht uit 1355 (n.s.). Schrijver rekent af met de mare, dat hertog Hendrik I van Brabant de ontginner van de Kempen zou zijn geweest. De opbloei van Oisterwijk in de vroege 13-de eeuw is volgens hem te danken aan de agrarische ontwikkeling van deze omgeving. Ook nu weer blijkt dat we door de slechts enkele bewaard gebleven bronnen maar moeilijk zicht kunnen krijgen op de middeleeuwse geschiedenis van deze omgeving. Vooral Oost-Tilburg blijft in het gebied der Tilburgen schimmig. De interpretatie van de schrijver, als zou men het Oisterwijkse Lindeind als de nieuwe plaats Oisterwijk, en het Kerkeind als het oude Oost-Tilburg kunnen zien, lijkt ons wat moeilijk uit de schamele bronnen klaar te maken, temeer daar de schrijver zich mede dacht te baseren op een naoorlogs kaartbeeld, dat ook voor Oisterwijk nog slechts moeilijk oudere toestanden laat aanwijzen. Al met al toch een belangrijke aanwinst voor het inzicht in de ontstaansgeschiedenis van Oisterwijk in het gebied der Tilburgen, waar we deze Brabander van over de streep dankbaar voor moeten zijn. W. de Bakker.
AANVULLING OP DE MOERGESTELSE MONUMENTENLIJST. Op 16 april 1975 werd aan de monumentenlijst in de gemeente Moergestel, zoals die reeds eerder in ons blad werd gepubliceerd (K.M. Jrg.22 pag.50) het volgende pand voorlopig - en hopelijk eerlang definitief- toegevoegd als gebouw van algemeen belang wegens oudheidkundige en kunsthistorische waarde:
Postelstraat 15 Pastorie van de r.k. kerk van St. Jan onthoofding; een gepleisterde villa uit het derde kwart van de 19e eeuw, bestaande uit parterre en een verdieping met omlopend, afgeknot schilddak, waarin een oeuil-de-boeuf (=rond, ovaal of achthoekig klein lichtvenster in daken, gevelfrontons of gewelven) en twee dakkapellen. De villa heeft vensteromlijstingen met stuc-kuiven, paarsgewijs geplaatste consoles onder 90.
de kroonlijst, waartussen panelen met lofwerk. Op de rechter hoek is een uitgebouwde serre. Een afbeelding van dit pand vindt men ook in: P.J.M. Wuisman, Moergestel in oude ansichten.
De z.g. "OLIEBRUID" te Esch. Volgens de voorschriften van de Rooms Katholieke Kerk was het niet toegestaan om in de voorbereidingstijd voor Kerstmis - de Advent - en voor Pasen - De Grote Vasten - te trouwen. Een gevolg van deze bepaling was een grotere toeloop dan normaal van bruidsparen naar kerk en gemeentehuis kort na Kerstmis en vooral na Pasen. Wanneer een trouwlustig paar reeds vóór Pasen ging "aantekenen", werd al gauw door de omgeving verondersteld, dat enige haast bij het huwelijk was geboden. In Esch werd tot de vijftiger jaren in zo'n geval gesproken over een "oliebruid". Bestond deze naam ook elders ? Werd in andere plaatsen in zo'n geval een andere uit-
91.
drukking gebruikt ? Kan iemand mededelen, vanwaar de naam "oliebruid" afkomstig is of hoe deze naam is
afgeleid ? Gaarne antwoorden bij ondergetekende. P. Wuisman Durendaaldreef 14 Oisterwijk.
NIEUWE PUBLICATIES: J.N. Leget, Borgbrieven ingeleverd bij Schepenen van Oisterwijk. Vertrokken personen uit Enschot, Haaren en Heuclom, 1975. Tesamen met het eerder dit jaar door de schrijver in eigen beheer uitgebrachte: Een eeuw borgbrieven afgegeven door schepenen van Oisterwijk, 1669-1776, een overzicht van een voor vooral familie-navorsers belangrijke bron. Verkrijgbaar bij de schrijver te Oss (X en 152 pag. off-set) f. 5,50.
Het gemeentearchief van Oisterwijk bezit echter ook nog registers van uitgaande borgbrieven (1776-1810) en ingekomen borgbrieven voor 1713 (-1663). ir. J.A. Hendrikx e.a., Boerderijtypen, een bijdrage in de voorbereiding van het streekplan-projekt midden- & oost-brabant, fase 1. (z.j. en pi.). Een ook voor onze omgeving belangrijke ordening van gegevens over de gelukkig nog talrijke (zij het dikwijls minder goed opgeknapte) boerderijen.
MEDEWERKERS:
Mej. Drs. M.H.M. Spierings, Van der Nootstraat 11, 's-Hertogenbosch. J.A.J. Becx, Herlaerstraat 41, Hilvarenbeek.
A. van Breugel, Lindendijk 22, Sint-Oedenrode. 92.
INHOUD. Redactie, T e n geleide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . l A.M. van der Lely-Everts, De Familie Verster . . . . . . . . . . . . . l P.J.M. Wuisman, Kwartierstaat van mr A.H. de Balbian Verster . . . . . . 7,12 P.J.M. Wuisman, De Oisterwijkse Portretten door mr A.H. de Balbian Verster ... 7 mr G. Berkelmans en W. de Bakker, De Drie Zwaantjes, bijgenaamd het "Versterhuis" op de Oisterwijkse Lind . . . . . . . . . . 17 Bestuur en redactie, Een lege plek op de Monumentenkaart . . . . . . . . . 25 J.A.J. Becx, Het geslacht Becx, vijf eeuwen in de Meierij (1475-1975) . . . 26,51,74 Anton van Oirschot, Hand- of Huismerken uit 1644 in Helvoirt . . . . . . . 31 Thilde Bnming, Philips contra Johanna, en wie er het hunne over mochten zeggen (Moergestel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 3 drs W.H.Th. Knippenberg, Het Gildezilver in de Kleine Meijerij, 6. Gilde van St. Antonius en St. Sebastiaan te Udenhout . . . . . 36 Thilde Bruning, Het droeve verhaal van Salomon en de grijze koe . . . . . . . 44 P.J.M. Wuisman, Aanvullingen en verbeteringen op het "Balbian-Verster-nummer" . 46 Nieuwe publicaties: J. Melssen, Gerard Michiels uit Eindhoven en enkele van zijn nakomelingen; J. Leget, Een eeuw borgbrieven afgegeven door schepenen van Oisterwijk, 1669-1776; P. Wuisman, Berkel-Enschot i n oude ansichten . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 6 W. de Bakker, Boekbespreking van: M. Bruning, Inventaris van het Oud-Rechterlijk Archief v a n Moergestel 1455-1811 . . . . . . . . . . . . 4 7 Nieuwe publicatie: Herdruk: Geschiedenis van Udenhout . . . . . . . . . 48 J.J. Vugs, De oude toren en kerk van Enschot . . . . . . . . . . . . . 49 Thilde Bruning, Nogmaals: Philips contra Johanna (Moergestel) . . . . . . . 62 W. de Bakker, Rond de kansel in de Hervormde Kerk van Oisterwijk . . . . . . 64 Mechelien Spierings, Een lakenkoopman uit Oisterwijk . . . . . . . . . . 73 Redactie, De vlag der Gemeente Berkel-Enschot . . . . . . . . . . . . 73 P.J.M. Wuisman, Huwelijken te Berkel-Enschot in de vorige eeuw . . . . . . . 82 Aug. van Breugel, Brabantse Mutsen uit Grootmoeder's tijd . . . . . . . . . 87 W. de Bakker, boekbespreking van: Willy Steurs, Les Campagnes du Brabant Septentrional au Moyen Age: La Fondation de la ville neuve d'Oisterwijk par Ie Duc Henri Ier . . . . . . . . . . . . 90 Redactie, Aanvulling op de Moergestelse Monumentenlijst . . . . . . . . . 90 P. Wuisman, De z.g. "Oliebruid" te Esch . . . . . . . . . . . . . . . 91 Nieuwe publicaties: J.N. Leget, Borgbrieven ingeleverd bij Schepenen van Oisterwijk. Vertrokken personen uit Enschot, Haaren en Heuclom; ir. J.A. Hendrikx, e.a. Boerderijtypen . . . . . . . . . . . 92
ILLUSTRATIES Portret van mr. A.H. de Balbian Verster . . . . . . . . . . . . . . . l Wapen v a n d e familie Verster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Tekeningen van mr. A.H. de Balbian Verster . . . . . . . . . . 8-11,14-16,46 Voorgevel van "In de drye Swaentjes, Oisterwijk . . . . . . . . . . . . 22 Midden-Brabant o p d e Monumentenkaart v a n Nederland . . . . . . . . . 25 Wapen v a n d e familie Becx . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 6 Kasteel v a n Helmond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 9 Hand-of huismerken uit 1644 in Helvoirt . . . . . . . . . . . . . 31,32 Gildeschild uit 1762 van St.Sebastianusgilt tot den Udenhout . . . . . . . . 37 Gildevaandel van het gilde van St. Antonius en St. Sebastiaan te Udenhout (1972) . 38 Oude toren en kerk van Enschot . . . . . . . . . . . . . . . . 49,50 Zegel v a n J a n Beek, 1495 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 1 Fragment uit de plattegrond van de stad Helmond door Jacob van Deventer, c a . 1540 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 2 Plattegrond v a n Helmond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 3 Hervormde kansel van 1778 te Oisterwijk . . . . . . . . . . . . . . 65 Avondmaalsbeker u i t 1710 t e Oisterwijk . . . . . . . . . . . . . . . 6 9 Wapen v a n d e abdij v a n Floreffe . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 5 Handtekening van Lambert Beek en Jacob Becx . . . . . . . . . . . 76,78 Alliantiewapen van jonker Mr. Lambert Becx x joffrouw Catharina de Cock (l 706) . 81 Faliemuts u i t Esch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 8 Koveltje u i t Esch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 8 Moergestelse kornetmuts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 8 Muts met poffer uit Haaren (voor- en achterzijde) . . . . . . . . . . . . 89 Pastorie van Moergestel (omstreeks 1915) . . . . . . . . . . . . . . 91
VOOR GOED VERZORGD DRUKWERK:
DRUKKERIJ CAFÉ - RESTAURANT
DE JONGE HERTOG
TAMINIAU BV.
OISTERWIJK KERKSTRAAT 6 - 8 OISTERWIJK TEL. 04242 - 2494 TELEFOON (04242) • 2220
EEN VERTROUWD BEELD IN UW OMGEVING TOEN -
NU en STRAKS
DE BOERENBOND Alles voor Uw tuin Alles voor Uw dieren
GAARNE TOT UW DIENST MET DESKUNDIG ADVIES.
BOUWBEDRIJF ERHOEVEN BV BAERDIJK54 OISTERWIJK TELEFOON 04242-2373
alle soorten nieuwbouw
IS LUCHTVERVUILING EEN PROBLEEM ???
neen!! PLANT BOMEN M
.V. TON VAN DEN OEVER Boomkwekerijen HAAREN (NB) Tel. 04117-771
Dr. L.v.Egeraat: Zeg maar dag tegen Brabant . . . . f. 35,-v. Dam: Oud-Brabants Dorpsleven . . . . . . . . f. 23,H. Mandos: De acht zaligheden . . . . . . . . . f.29,Knippenberg: D e teuten . . . . . . . . . . . . f.35,-P.J.M. Wuisman: Haaren in oude ansichten . . . . . f. 18,90 P.J.M. Wuisman: Oisterwijk in oude ansichten . . . . f. 16,90 J. v. Laarhoven: Schetsenboek van Hendrik Verhees . f. 150,Heesbeen: Rooien Bart . . . . . . . . . . . . f. 17,50
Deze boeken zijn verkrijgbaar bij:
Boek- en Kantoorboekhandel
t Sec. ia
Dorpsstraat 5 OISTERWIJK
L v. Beurden-Gianotten
Tel. 04242 - 2300
VOOR AL UW BANK- EN ASSURANTIEZAKEN
F.van Lanschot BANKIERS
's-Hertogenbosch, Amsterdam, Breda, Eindhoven, Den Haag, Nijmegen, Roosendaal, Rotterdam, Tilburg, Vught
VOOR HOUT, BOARD, TRIPLEX, MEUBEL- EN SPAANDERPLAAT
„DOE HET Z E L F " PARKET EN OOK VOOR UW MACHINAAL TIMMERWERK
N.V.
TIMMERFABRIEK
HORVERS EN WOLFS
VAN RIJCKEVORSSELLAAN 7 - OISTERWIJK - TELEFOON 04242-3901 .
FIRMA P. VAN RIEL BOSSCHEWEG 26 - BERKEL - ENSCHOT - TEL. 04251 - 1223
GRAAN-, MEEL- EN KUNSTMESTHANDEL HOUTZAGERIJ EN HOUTHANDEL
CAFÉ - RESTAURANT
l
Zaal beschikbaar voor:
personeelsfeesten vergaderingen koffietafels diners bruiloften en partijen
Beleefd aanbevelend, A. Rozen-Govers, Joh.Lenartzstraat 2, Oisterwijk, Tel.2131 Reserveer tijdig om teleurstelling te voorkomen.
Hotel Café Rottisserie
„BOS EN DUIN' UDENHOUT Tel. 04241 • 385
VOOR NIEUWBOUW EN UTILITEITSBOUW BOUWBEDRIJF
K JAMSEK II.V. BURG. VERWIELSTRAAT 45 - OISTERWIJK - TELEFOON 2068
HOTEL - CAFÉ - RESTAURANT
KLEIN SPEYCK OISTERWIJK
SPECIALITEIT: * Brabantse koffietafel * Partijen en gezelschappen van
50 tot 1000 personen
BOEK-EN KANTOORBOEKHANDEL
STATIONSSTRAAT 17
TEL. 2227
CAMPING
DE BOSKANT Oirschotsebaan 8
Oisterwijk
Telefoon 04242 - 2059
biedt u de ruimte voor een fijne vakantie in een mooie natuur. Uw eigen tuin op onze ruime camping met alle comfort zoals : stromend water, electra, en riolering. Kampwinkel voor zelfbediening, kantine voor verpozing aanwezig, aparte jeugdkantine en cafetaria.
VERKOOP
RINEL_ STACARAVANS
ROMANESCO FILM
en
Tuinmeubels... voor echte ontspanning in uw tuin.
FOTO
Gespecialiseerd fotograaf voor ambachtelijke kunst Suggestieve en instructieve fotografie.
Kleur - Zwart/wit - kleurendia's voor projectie of groot formaat voor druk werk.
Onze tuinmeubels bieden U een keur van mogelijkheden. Zo zijn er luxe armstoelen met voetenbank, rustbanken (ook verrijdbaar), opvouwbare tafels, verrijdbare bar. Comfortabele kussens
(waterproof) in exclusieve kleuren. Kortom te veel om op te noemen.
BOXTELSEBAAN - OISTERWIJK Telefoon 2558
VanValderenVught De Dijk 6 - Vught, Tel. (04118)-1832 en 1833
Bloemenmagazijn JOS KEEPERS Lind 37 - Oisterwijk
KUNSTHANDEL
HOVENIER
't kunstnijverheid, antiek
Tuinaanleg * Verzorging *
Kerkstraat 90 Oisterwijk
telefoon 04242 - 2833
Onderhoud
VOOR amBAChtelijke kunst
TH. GERRITSEN OIRSCHOTSEBAAN 7 OISTERWIJK tel. 04242 - 3291
Specialisten in het ontwerpen en vervaardigen van eiken handwerkmeubelen. Restaurateurs van antiek. Werkplaats en expositie Oirschotsebaan 7 Expositie De Schrijnershoeve Merodelaan 11 Expositie St. Joriske Lind 33 Onze meubels worden geleverd onder onbeperkte garantie. Zij kunnen bovendien te allen tijde tegen andere meubels naar keuze worden ingeruild waarbij de volledige aankoopsprijs zonder enige korting wordt gerestitueerd.
RPSTRAAT OISTERWIJK UW WINKELSTRAAT
Permanente Expositie
Oisterwijkse dekenkisten en vele andere massief eiken sfeermeubelen, zoals kasten, eettafels, bankstellen, mini-sets, broodkasten, plantenbakken, enz. kunt u dagelijks zien in de sfeervolle toonzaal van
MEUBELFABRIEK OISTEBWIJK BENELUXSTRAAT 7, OISTERWIJK (N. BR.) TEL 04242 - 3929.
Toonzaal open: maandag t/m zaterdagvan 7-18 uuren vrijdag tot 21 uur.