ACHTERGROND
Debat in Apeldoorn, 13 mei
TEGENPARTIJ Sinds zijn aanval op Geert Wilders is Doekle Terpstra een veelgevraagd spreker. Op pad met ‘een samenlevingsdier’ dat ‘zich er graag mee bemoeit’. | door Ralf Groothuizen, foto’s Jan Boeve
Donderdag 17 april De Koffiepot, Hoogeveen
D
e deur van De Koffiepot zwaait open. Een bulderlach. “Ha Piet, ouwe partijmakker. Wat doe jij hier, man?” Doekle Terpstra komt binnen in een grijs pak, roze overhemd en een leuke paasdas met roze en paarse streepjes. Hij slaat Piet hard op de schouders. Er zitten meer bekenden van Terpstra in de zaal. Zo is er een oud-klasgenoot van de sociale academie in Kampen en een oud-dorpsgenoot uit het Friese Witmarsum,
40
dru_HP21_Doekle.indd 40
Terpstra’s geboortedorp. “Mooi man, dat jullie er zijn. Na mijn speech gaan we fijn herinneringen ophalen,” belooft Terpstra. Doekle Terpstra (52), voorzitter van de HBO-raad en volgens sommigen een potentiële opvolger van Jan Peter Balkenende, heeft het Drentse Hoogeveen uitgekozen om te vertellen over zijn initiatief ‘Benoemen & Bouwen’. Terpstra vindt dat de samenleving is ‘verWilderd’ en wil bewerkstelligen dat alle Nederlanders weer op een prettige en waardige manier met elkaar omgaan. Op zijn website staat een manifest: “Keer op keer worden vele honderdduizenden mensen ten onrechte en volkomen onnodig in de
23 mei 2008 HP | DE TIJD
19-05-2008 16:34:29
hoek gezet.” Inmiddels hebben bijna tienduizend mensen het manifest ondertekend en heeft Terpstra een boekje geschreven. Met dat boekje trekt hij nu het land door. De verslaggever reist hem achterna. Als Terpstra de verslaggever in het vizier krijgt, vraagt hij verbaasd. “Wat komt HP/De Tijd helemaal hier doen, in Hoogeveen?” Nou, kijken of er een tegenbeweging ‘tegen rancuneuze kleinburgers’ in de maak is. “Vandaag hebben we een controversiële man in ons midden. En man met wel 46.000 treffers op Google. Een minister in spe!” verkondigt de plaatselijke voorzitter van het CDA. Terpstra hoort het aan en zegt als hij de microfoon in zijn handen krijgt: “Ach, die Googlehits stellen niets voor.” Liever vertelt Terpstra een anekdote over zijn vakantie, afgelopen zomer, in Noorwegen. In de bergen kwam hij een Nederlander tegen die dacht dat hij Terpstra uit Alkmaar kende. “Nee, ik woon in Leerdam, maar u kent me vast van de televisie,” zei Terpstra. De man zei daarop dat hij zich had vergist. “Ik leek heel erg op meneer Bergsma uit zijn straat. Mijn kinderen lagen in een deuk. Vanaf dat moment heette ik thuis meneer Bergsma.” Het is niet voor het eerst dat Terpstra dit verhaal gebruikt. In de knipselmap zit een interview met de Volkskrant van drie jaar geleden. Alleen was de locatie toen niet Noorwegen, maar een tankstation in Frankrijk. De onwetende Nederlander dacht toen dat Terpstra niet meneer Bergsma, maar meneer Bruinsma uit Alkmaar was. “Sindsdien heet ik thuis Bruinsma,” zei Terpstra toen. Terpstra is uitgenodigd om te vertellen over ‘Benoemen & Bouwen’ én over hoger onderwijs. Hij vertelt dat het mogelijk moet zijn van Hoogeveen een bruisende studentenstad te maken. “Net als in Kampen. Waar ik studeerde.” Voor in de zaal zegt een man dat die hele discussie over hoger onderwijs in Hoogeveen onzinnig is. “Hé Doekle, waarom heb je het niet over het vmbo? De handen! Al die zogenaamde geleerden, daar hebben we hier niets aan. Vaklui hebben we nodig!” Terpstra knikt: “Daar ga ik het wel
23 mei 2008 HP | DE TIJD
dru_HP21_Doekle.indd 41
over hebben. Het is schandalig dat we het vmbo als afvoerputje zien. Kullekoek. Vaklui zijn belangrijk.” Terpstra wil verder gaan met zijn speech over universiteitsstad Hoogeveen, maar dan hapert de vriendjesmaakmachine. Helemaal achter in de zaal zitten een man en een vrouw alleen aan een tafeltje. De man heeft een houthakkersblouse aan en piekerig haar. Hij schudt bij alles wat Terpstra zegt woest het hoofd. De vrouw kijkt boos naar Terpstra. Ze staat op. “Ik voel me door de moslims steeds meer in mijn vrijheid aangetast,” zegt ze met trillende stem. “Met ideeën als de uwe blijft het maar dooretteren. We krijgen alleen maar meer onvrede.” Terpstra graait een pepermuntje uit de bak naast hem, bijt het kapot en kijkt zorgelijk. “Ik kom zo bij u, hoor,” zegt hij. Hij gaat weer verder over onderwijs. Intussen blijft zijn blik gefocust op de boze mevrouw. “Ik zie mevrouw nog wat napruttelen.” Na de speech beent Terpstra naar de boze mevrouw. Die wil net naar buiten lopen. “Ik ben het helemaal niet zo oneens met u, hoor,” zegt Terpstra. “Maar populisten als Wilders hebben geen oplossingen.” Terpstra weet de vrouw zo ver te krijgen dat ze met hem aan een tafeltje gaat zitten. De vrouw trilt nog steeds een beetje. “Maar u heeft gelijk. Misschien zijn de problemen ook wel te lang onder het tapijt geveegd.” Op fluistertoon spreken ze verder. Terpstra buigt telkens ver over de tafel heen als hij iets tegen de vrouw zegt. Uiteindelijk tikt de man met wie de vrouw was Ω
‘Ik ben het helemaal niet zo met u oneens, hoor, maar populisten als Wilders hebben geen oplossingen.’
41
19-05-2008 16:34:55
Ω
Debat in Apeldoorn, 13 mei
Ω gekomen haar op de schouder. Ze vertrekken. Terpstra kijkt al een stuk minder zorgelijk. “Kijk, dit is precies waarvoor ik sta. Ga met ze in gesprek!” De CDA-voorzitter drukt Terpstra een Drents pakket met koek in de handen. “Zo,” zegt Terpstra’s dorpsgenoot uit Witmarsum, “nu heeft hij eindelijk tijd voor mij.” Maar waar Terpstra net nog zo vrolijk tegen de zaal verkondigde dat er zelfs mensen uit zijn oude dorp aanwezig waren, zegt hij nu: “Ik heb geen tijd.” De man uit Witmarsum geeft beteuterd zijn visitekaartje aan Terpstra. Die stopt het, amper bekeken, in zijn portemonnee. Hij slaat zijn partijmakker Piet nog eens op de schouders en vertrekt. Met een bulderlach. Dinsdag 22 april Boekhandel De Tille, Leeuwarden
V
andaag geen paasdas, wel één knoopje los van het overhemd. Doekle Terpstra is in Friesland. Hij staat achter een spreekgestoelte voor een man of vijftig. Het Nederlands wordt afgewisseld met het Fries. Terpstra speelt een thuiswedstrijd. “Foppe de Haan zou bij leven een standbeeld moeten krijgen,” zegt Terpstra. “Hij is een van de mensen die in weerbarstige tijden iets van de wereld proberen te maken. Hij is een juweel van ons!” Het publiek doet van ‘ja, ja, een standbeeld, dat moet hij krijgen’! De Friese voetbaltrainer van het succesvolle Jong Oranje, een zeer gemêleerd team, had in het NOS Journaal zijn steun betuigd aan Terpstra. Die lag onder vuur nadat hij in De Telegraaf had gezegd dat Geert Wilders het ‘symbool van het kwaad’ was. Nu zegt Terpstra daarover: “Als ik het al gezegd heb, dan had ik het niet moeten zeggen. Wie ben ik om te zeggen dat iemand het kwaad is?” Net als in Hoogeveen begint Terpstra met uitleggen waarom hij met ‘Benoemen & Bouwen’ is begonnen. Hij zat vorig jaar in
42
dru_HP21_Doekle.indd 42
de auto en hoorde Geert Wilders op de radio zeggen dat de Koran een ‘fascistisch boek’ was. Hij is toen naar huis gereden, heeft tegen zijn vrouw gezegd dat hij ‘het spuug- en spuugzat’ was en heeft een brief geschreven. Een ‘hartekreet’, zoals hij het zelf zegt. Trouw plaatste die brief op 30 november. Toen volgde dus Terpstra’s vermeende uitlating over Wilders in De Telegraaf. En uiteindelijk een uitnodiging van Pauw & Witteman op 3 december, waar hij aan tafel zat met SP-Kamerlid Harry van Bommel en Herman van Veen. Terpstra denkt niet met veel plezier terug aan die uitzending. Als Wilders al aangepakt diende te worden, dan zou dat wel in de Kamer gebeuren, aldus Van Bommel. Bovendien zou het initiatief juist koren op de molen van Wilders kunnen betekenen, zei Van Veen. Terpstra nu: “Ik had helemaal niet van A naar B willen gaan. Maar mijn optreden bij P&W was zo onplezierig dat ik wel B moest zeggen.” B was: een mega-advertentie op de voorpagina van Trouw. Toen volgde C: de steun van 58 autochtone prominenten. D: de steun van 17 allochtone prominenten. E: een website. F: duizenden handtekeningen, en G: een boekje. “Nu heb ik het gevoel dat ik het hele alfabet moet afwerken. Ik weet niet waar het heen gaat. Ik weet niet hoe het gaat aflopen. Maar dat wil ik ook niet weten.” Terpstra zegt dat hem gevraagd is een politieke partij op te richten. Hij schudt resoluut het hoofd. “No way. Dit gesprek moet doorgaan. Op avonden zoals deze.” Dan stopt Terp-
Wilders het symbool van het kwaad? ‘Als ik dat al gezegd heb, dan had ik het niet moeten zeggen.’
23 mei 2008 HP | DE TIJD
19-05-2008 16:35:15
Jaffe Vink in Apeldoorn
‘Op 4 mei geef ik in Rotterdam mijn visie op vrijheid. Maar eerst ga ik met mijn dochter naar Rome.’ stra met praten. “Ik mag zelf het programma bepalen vanavond. Daar houd ik het meest van. Zullen we gewoon doorgaan?” Het publiek wil echter pauze. “Echt? Oké, koffie dan. Even de boel laten zakken.” Na de pauze staat een piepklein Indonesisch vrouwtje op. Ze zegt dat ze moslima is. Terpstra haakt er meteen op in. “Waarom moeten Nederlanders bang voor u zijn?” Vrouw: “Ja, waarom? Omdat ik moslima ben?” Terpstra: “Wat doet al die aandacht voor de islam met u?” Vrouw: “Ik voel me beledigd.” Terpstra knikt instemmend. “En is dat anders dan dertig jaar geleden?” Mevrouw: “Ik voel me angstiger de laatste tijd.” Dan staat nog een dame op in de zaal, en zegt: “Ik ben ook moslim, maar je kan het niet aan mij zien.” Terpstra kijkt ernstig. “Wat vindt u ervan dat veel problemen aan de moslims worden toegeschreven?” Dame: “Ze maken misbruik van de islam.” Terpstra stellig: “Het gaat altijd om allochtonen, altijd om moslims.” Geen mens in de zaal gaat aan het einde van de avond weg zonder boekje. En allemaal willen ze een handtekening en een foto. Piet uit Franeker zegt: “Doekle, je hebt talent voor de camera’s, man.” Terpstra zegt: “Bedankt, Piet. Doe de groeten aan heit en mem.” Terpstra schrijft in ieder boek een opdracht: “Beste ..., de samenleving is van ons! Laten we er samen wat van maken. Doekle Terpstra.” Als alle bezoekers een boekje hebben, vraagt Terpstra waar-
23 mei 2008 HP | DE TIJD
dru_HP21_Doekle.indd 43
om de verslaggever ditmaal naar Leeuwarden is gekomen. “Want daar ben ik wel benieuwd naar. Je was er ook al in Hoogeveen.” De verslaggever geeft aan dat hij benieuwd is naar de respons op Terpstra’s initiatief en wat de stijl van de leider is. Wat behelst de methode-Terpstra? “Ja ja, dat zal wel,” mompelt Terpstra. Hij doet het batterijklepje van een draagbaar fietslampje open, dicht, open en dicht. De verslaggever vraagt wanneer de volgende ‘Benoemen & Bouwen’-happening gepland staat. “Op 4 mei geef ik op een multicultureel festival in Rotterdam mijn visie op vrijheid. Maar eerst ga ik met mijn dochter naar Rome. Even op vakantie.” Zondag 4 mei Van Nelle-ontwerpfabriek, Rotterdam
H
et multicultureel festival Multifestijn (‘bridging cultures’ ) is oergezellig, maar Doekle Terpstra is zo’n beetje de enige autochtone Nederlander in de Rotterdamse Van Nelle-fabriek. De organisator van het festijn, meneer Mutlu, probeert er nog wat van te maken en schat dat ‘misschien wel een kwart’ niet Turks is, maar zijn assistent vertrouwt later toe dat het niet lukte om Nederlanders, Antillianen, Marokkanen en Surinamers erbij te krijgen. Het publiek bestaat uit duizenden Turkse Nederlanders die smullen van de verschillende marktkraampjes waar falafels, frietjes-kapsalon (‘met alles d’r op en d’r an’), muntthee en hoofddoekjes worden verkocht. Een Nederlander met een anti-Wildersstandpunt kan hier vrienden maken. Meneer Mutlu vertelt dat Terpstra is uitgenodigd als ‘soort dankbetuiging’. “Hij heeft veel gedaan voor ons.” Mutlu heeft een oortje in en een microfoontje in zijn mouw. “Was het nu één of twee minuten stil?” zegt hij in het microfoontje. In de zaal waar Terpstra staat aangekondigd om de herdenkingsdienst voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in te leiden, wordt op een groot scherm een Turkse voetbalwedstrijd Ω
43
19-05-2008 16:35:35
‘Minister Vogelaar zei me dat mede door mijn initiatief het debat nu in de huiskamer plaatsvindt.’ Ω uitgezonden. De vijfhonderd stoeltjes in de zaal zijn bezet door mannen, vrouwen, jongens en meisjes. De jongeren dragen roodgele voetbalshirts van Galatasaray, een voetbalclub uit Istanbul die vanavond kampioen kan worden. Ongelukkige samenloop van omstandigheden: de wedstrijd valt samen met het luiden van de kerkklokken. Rond vijf voor acht neemt een van de organisatoren het woord. In het Turks vraagt hij het publiek straks rustig te blijven zitten als de tv wordt uitgezet. Hij zegt dat het geen gezicht is als meneer Terpstra straks voor een lege zaal staat te praten. Galatasaray scoort 5-3. Een hard gejuich in de zaal. Dan moet de tv uit, nog voor het einde van de wedstrijd. Een flink deel van de zaal, vooral jongeren, loopt snel naar buiten. De presentator kondigt de twee minuten stilte aan. Na veertig seconden zegt hij: “Dankjewel.” Nog meer mensen lopen weg. Terpstra staat aan de rand van het podium te grinniken naast Mohamed Sini, van de Stichting Islam en Burgerschap. Sini is een van de ondertekenaars van Terpstra’s manifest. Terpstra frunnikt wat aan zijn das. Uiteindelijk doet hij die maar af, rolt de das op en stopt hem in zijn jasje. Terpstra bestijgt het podium. Hij begint uit te leggen waarom de vierde mei zo belangrijk is voor Nederland. “Veel mensen gaven zich voor de vrijheid van Nederland.” Daarna geeft hij zijn visie op vrijheid. “Mijn motto is: vrijheid is dat je anderen behandelt zoals je zelf behandeld wilt worden.” De jongen die bij de verslaggever in de buurt moest blijven, begint hard te klappen. Hij spoort omstanders aan dat ook te doen. Terpstra gaat verder. “Ik hoop dat we een mooier land krijgen, waar we met zijn allen trots op kunnen zijn.” Terpstra laat er tijdens de speech geen misverstanden over bestaan dat zijn trots een ander soort trots is dan het trots van Trots op Nederland van Rita Verdonk. “Zij zijn volgens mij niet trots maar boos op Nederland.” Het applaus aan het einde van Terpstra’s verhaal is een stuk minder oorverdovend dan bij de vijfde goal van Galatasaray. Bij het verlaten van de zaal ziet Terpstra de verslaggever zitten. “Ha, daar hebben we mijn vriend ook weer!” roept hij. Hij heeft haast, want hij wordt zo geïnterviewd. “Maar wat ben je nu eigenlijk allemaal aan het doen, man. Overal waar ik ben, ben jij,” zegt hij opeens geïrriteerd. De verslaggever zegt dat het Terpstra zelf was die de media-aandacht genereerde en dat het logisch is dat hij nu gevolgd wordt. “Ja ja,” mompelt Terpstra weer, “tot de volgende keer maar weer dan, hè”. Dinsdag 13 mei Café de Paris, Apeldoorn
O
pinio-baas Jaffe Vink rookt een sigaar op het terras voor het café. Zijn tegenstander vanavond, Doekle Terpstra, is te laat. De Apeldoornse jongerenafdeling van het CDA organiseert een debat over Terpstra’s pamflet ‘Benoemen & Bouwen’. In de zaal zitten zestig jonge dames en heren en een handjevol ouderen. Ge-
44
dru_HP21_Doekle.indd 44
nodigden zijn Terpstra, Jaffe Vink, de twintigjarige SP’er Farshad Bashir en Maarten Neuteboom, ex-voorzitter van de jongerenafdeling van het CDA en scribent voor Opinio. Als Terpstra er om kwart over acht nog niet is, wordt er begonnen zonder hem. Na tien minuten komt de hoofdgast binnen. Hij heeft een knalrode kop. “Ik heb net drieëneenhalf uur fileleed overwonnen. Vanaf nu ben ik een groot fan van Rita Verdonk. Ik ben het met haar eens dat de files nog het liefst vandaag moeten worden opgelost.” Vink zit in Terpstra’s boekje te bladeren, terwijl Terpstra vertelt dat hij nooit ‘anti-Wilders’ geweest is, maar dat ‘sommige politici’ wel inspelen op angst onder de burgers. Dan interrumpeert Neuteboom Terpstra. “In uw boekje schrijft u dat u in de samenleving iets bespeurt van het Duitsland uit de jaren twintig en dertig. Daarmee drijft u Wilders in de hoek van het fascisme. Waarom doet u dat nou?” Terpstra doet zijn jasje uit. Hij werpt tegen: “Die zin is anders bedoeld. Ik constateer alleen dat groepen mensen zich tegen elkaar afzetten.” Vink houdt op met bladeren. “Mag ik nu ook nog wat zeggen, meneer Terpstra?” vraagt Vink geaffecteerd. “U zegt dat Wilders angst zaait, maar u doet dat zelf ook. Ik wil de zin wel voorlezen, hoor.” Vink begint te lezen: “We weten verder dat in Duitsland in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw stapsgewijs op een gigantisch drama is afgestevend. Daarom vind ik waakzaamheid zeker geboden.” Terpstra frunnikt aan de kraag van zijn overhemd. “Nu pakt u precies dit zinnetje uit het boek,” zegt hij. “Ja, het is ook wel een zinnetje dat opvalt, hè,” lacht Vink. Na het debat heeft Terpstra tijd voor de verslaggever. Hij vertelt dat zijn initiatief tot nu toe een doorslaand succes is. Volgens Terpstra wordt het debat op steeds meer plaatsen gevoerd. “Minister Ella Vogelaar zei tegen me dat mede door mijn initiatief het debat uit de politieke arena is getrokken en dat het nu in de huiskamers plaatsvindt.” Dus de missie is geslaagd? “Nog niet. Ik ben een samenlevingsdier. Ik ben gewoon een burger die zich er graag mee bemoeit. Ik ontmoet graag mensen met klei aan de klompen die bezig zijn dit land een beetje aangenamer te maken.” Maar het bruggen bouwen blijkt moeilijk. Het lukt Terpstra niet om met de Rita-fans en mensen uit Wilders’ wereld in contact te geraken. “Klopt. Nou, die zou ik wel willen ontmoeten. Maar goed, ik kan ze niet vinden. Pech.” Is Terpstra in the end eigenlijk niet gewoon uit op een plaatsje op het Haagse pluche? Op Vogelaars post, bijvoorbeeld? Terpstra schudt van nee, resoluut. “Dat leggen mensen me in de mond. De verleiding is groot om je in Den Haag op te laten sluiten. Maar ik wil blijven aarden in het land. Practice what you preach.” Terpstra gaat nog wel even door met preken. “Dit onderwerp leeft geweldig in de samenleving. Vóór december werd ik nooit voor dit soort debatten uitgenodigd. Nu wel. Ik ga door!” zegt hij trots. In zijn agenda staan nu al spreekbeurten voor mei 2009 genoteerd. Komt allen! |
‘De verleiding is groot om je in Den Haag te laten opsluiten. Maar ik wil blijven aarden in het land.’
23 mei 2008 HP | DE TIJD
19-05-2008 16:35:53