Tebodin Netherlands B.V. Drienerstate, P.C. Hooftlaan 56 • 7552 HG Hengelo Postbus 233 • 7550 AE Hengelo
TEBODIN Consultants & Engineers
Telefoon 074 249 64 96 • Fax 074 242 57 12
[email protected] • www.tebodin.com
Uw referentie: -/-
Gemeente Ermelo T.a.v. dhr. A. Nijenhuis Postbus 500 3850 AM ERMELO
Onze referentie: SELS/39149/1248 Behandeld door: S.J. Elbers Telefoon: 074 249 6251 E-mail:
[email protected] Datum: 15 mei 2009 Pagina: 1 van 1 Onderwerp: Eindrapportage inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Geachte heer Nijenhuis, Bijgaand doen wij u zoals afgesproken het eindrapport 'Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo' (referentie nummer 39149 - 3318001 rev.2 dd. 15 mei 2009) als hardcopy toekomen. Tevens is een extra exemplaar van pagina 2 (autorisatie) toegevoegd met het verzoek om deze na parafering te retourneren t.b.v. de digitale versie van het rapport. Wij vertrouwen erop hiermee uw opdracht aan ons naar tevredenheid te hebben uitgevoerd.
Hoogachtend, Gemeente Ermelo Tebodin Netherlan
Afd
Rel.id. C£ XJCOC Stefan ElbersV Adviseur industriële en externe veiligheid
18 MEI 2009 Case nr Subject Doe nr
'-
U LC
(
ABN AMRO Bank • nr. 43.00.25.777 • BTW-identificatie nr. NL001770718B01 • Handelsregister nr. 27336603, Den Haag
Tebodin Netherlands B.V. Drienerstate, P.C. Hooftlaan 56 • 7552 HG Hengelo Postbus 233 • 7550 AE Hengelo
TEBODIN Consultants & Engineers
Telefoon 074 249 64 96 • Fax 074 242 57 12
[email protected] • www.tebodin.com
Opdrachtgever: Gemeente Ermelo Project: Inventarisatie risicobronnen
Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001 Revisie: 2 Auteur: S.J. Elbers Telefoon: 074 249 6251 Telefax: 074 2425712 E-mail:
[email protected] Datum: 15 mei 2009
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 2 van 38
2
15-05-2009
Eindrapport
S. E l b e r s * <
A. Nijenhuis
1
21-04-2009
Concept eindrapportage
S. Elbers
A. Nijenhuis
0
25-08-2008
Voortgangsrapportage
S. Elbers
A. Nijenhuis
Wijz.
Datum
Omschrijving
Opsteller
Gecontroleerd
(
© Copyright Tebodin Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever.
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermeio
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN
Revisie: 2
Consultants & Engineers
Datum: 15 mei 2009 Pagina: 3 van 38
Inhoudsopgave
Pagina
Inleiding
4
Beschrijving van de risicobronnen
5
2.1.2 2.1.3 2.2 2.3 2.4 2.5
Modaliteit weg Rijksweg A28 Provinciale weg N302 Provinciale weg N303 Modaliteit spoor LPG tankstation Maas Hop Munitiedepot Generaal Spoor kazerne Hoge en middendruk aardgastransportleidingen
5 5 7 8 9 10 10 11
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2 3.3 3.4 3.5
Overzicht van aanwezige en geplande bebouwing nabij risicobronnen 13 Modaliteit weg 13 Rijksweg A28 13 Provinciale weg N302 13 Provinciale weg N303 14 Modaliteit spoor 15 LPG tankstation 16 Munitiedepot 16 Hoge en middendruk aardgastransportleidingen 16
4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.2 4.3 4.4 4.5
Gevolgen van aanwezige en geplande bebouwing op risico's nabij risicobronnen Modaliteit weg A28 N302 N303 Modaliteit spoor LPG tankstation Munitiedepot Hoge en middendruk aardgastransportleidingen
17 17 17 19 21 23 26 26 27
Conclusie
32
2 2.1 2.1.1
Bijlagen
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 4 van 38
Inleiding In de gemeente Ermelo zijn een aantal ruimtelijke plannen in ontwikkeling (Buitengebied, Ermelo West en Recreatieterreinen) die mogelijkerwijs interveniëren met de invloedsgebieden van een aantal reeds aanwezige risicobronnen, te weten: Modaliteit weg (rijksweg A28, provinciale weg N302, de provinciale weg N303); Modaliteit spoor (spoorlijn Amersfoort - Zwolle); LPG tankstation; Het munitiedepot Generaal Spoor kazerne; Hoge en middendruk aardgastransportleidingen. Om na te gaan wat de invloed van deze ruimtelijke ontwikkelingen is op het externe risico dat wordt veroorzaakt door de bovengenoemde risicobronnen heeft de gemeente Ermelo aan Tebodin Consultants & Engineers opdracht verleend voor het inventariseren van deze risico's. Dit rapport geeft een beschrijving van de uitgevoerde inventarisatie van risicobronnen. Achtereenvolgens wordt in dit rapport ingegaan op: Beschrijving van de risicobronnen (hoofdstuk 2); Overzicht van RO plannen nabij risicobronnen (hoofdstuk 3); Gevolgen van RO plannen op risico's nabij risicobronnen (hoofdstuk 4); Conclusies (hoofdstuk 5);
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 5 van 38
2
Beschrijving van de risicobronnen Zoals aangegeven in de inleiding heeft de inventarisatie betrekking op de modaliteit weg, de modaliteit spoor, LPG tankstation Maas Hop, het munitiedepot van de Generaal Spoor kazerne en de hoge- en middendruk aardgastransportleidingen. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de risico's die worden veroorzaakt door de bovengenoemde bronnen.
2.1
Modaliteit weg Ten aanzien van de modaliteit weg zijn een drietal wegtrajecten relevant voor de gemeente Ermelo, te weten de rijksweg A28 en de provinciale wegen N302 en de N303. In de onderstaande paragrafen wordt nader ingegaan op deze wegtrajecten. Ten aanzien de vervoersintensiteiten voor de bovengenoemde trajecten geldt dat in eerste instantie is gekeken naar de beschikbare informatie via de Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS), voorheen Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AW), van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Via deze DVS is een overzicht verkregen van tellingen en een telmethodiek ten behoeve van het vervoer van gevaarlijke stoffen op de weg (inclusief evaluatie) gebaseerd op de periode 2005 - 2008 [1]. In opdracht van de DVS zijn voor 510 wegvakken tellingen uitgevoerd. Voor wegvakken waarvoor geen tellingen zijn uitgevoerd wordt door de DVS verwezen naar de risicoatlas weg [2].
2.1.1
Rijksweg A28 De A28 is de rijksweg tussen Amersfoort en Zwolle. Deze weg loopt door het westelijke deel van de gemeente Ermelo. Vervoersintensiteiten In de door DVS beschikbaar gestelde informatie blijkt dat op de A28 op het wegtraject Ermelo - Nijkerk tellingen zijn uitgevoerd, zie Tabel 1. Omdat uit de informatie blijkt dat de vervoersintensiteiten die via deze nieuwe telmethodiek zijn bepaald nogal kunnen afwijken van eerdere tellingen, zijn in deze tabel tevens de vervoersintensiteiten uit de risicoatlas weg [2] opgenomen. Het betreft daarbij de tellingen op het traject 'knooppunt Hoevelaken - knooppunt Hattemerbroek'. Tabel 1 Vervoersintensiteiten A28 Informatiebron DVS[1] Risicoatlas [2] (*)
Stofcategorie (*)
LF1
LF2
LT1
LT2
GF3
5977 3285
8428 5266
86
378
454
541
4612 1418
Voor een toelichting op de gehanteerde aanduidingen voor stofcategorieën wordt verwezen naar bijlage 1.
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 6 van 38
Zoals uit Tabel 1 blijkt is, rekening houdend met een verschil in jaartal waarop de vervoersintensiteiten betrekking hebben, sprake van significante verschillen die veroorzaakt worden door de nieuwe telmethodiek. Voor de stofcategorieën LF1, LF2 en GF3 wordt met de nieuwe telmethodiek een grotere intensiteit bepaald, maximaal een factor 3,25 groter dan de intensiteit zoals genoemd in de risicoatlas weg. Plaatsgebonden risico Zoals blijkt uit de vervoersintensiteiten is het aan te bevelen om uit te gaan van de door DVS beschikbaar gestelde gegevens. In deze informatie worden uitsluitend tellingen gepresenteerd, er zijn geen resultaten gegeven van PR of GR berekeningen. In de risicoatlas weg zijn op basis van de daarin genoemde vervoersintensiteiten de volgende PR contouren gepresenteerd, zie Tabel 2. Tabel 2 PR contouren langs A28 ter hoogte van Ermelo (bron: risicoatlas weg) PR10 6 /jaar PR10 7 /jaar PRKT/jaar 110 200 Zoals blijkt uit Tabel 2 wordt voor de A28 geen PR 10"6 /jaar contour berekend, wel een PR 10'7 /jaar en een PR 10'8 /jaar contour. Uit de afstand vanaf de weg tot aan deze PR contouren blijkt dat het transport van LPG bepalend is voor de omvang van deze contouren. Omdat de intensiteiten zoals beschikbaar gesteld door de DVS voor de stofcategorieën LF1, LF2 en GF3 significant groter zijn, is met behulp van RBMII [3] een berekening uitgevoerd om de afstanden van de PR contouren te kunnen bepalen. Het resultaat van deze berekening is in Tabel 3 weergegeven. Tabel 3 berekende PR contouren langs A28 (basisgegevens DVS) PRUT/jaar PRKT/jaar PR10 8 /jaar 320
Indien de afstanden uit Tabel 2 en Tabel 3 met elkaar worden vergeleken dan blijkt dat de berekende afstand tot de PR 10"7 /jaar contour kleiner is dan de afstand tot de PR 107 /jaar contour zoals weergegeven in de risicoatlas weg. Omdat deze laatste afstanden niet berekend zijn met de laatste versie van RBMII1 is besloten om eveneens een risicoberekening uit te voeren voor de vervoerintensiteiten zoals gehanteerd in de risicoatlas weg. Het resultaat van deze aanvullende berekening is dat de afstand tot de PR 10"7 /jaar contour in dat geval neerkomt op 54 meter terwijl de afstand tot de PR 10'8 /jaar contour net als in de risicoatlas weg 200 meter bedraagt. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de aanpassing van de BLEVE berekening resulteert in een kortere afstand voor de PR 10"7 /jaar contour. Op grond van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat het de voorkeur verdient om qua PR contouren uit te gaan van de afstanden zoals weergegeven in Tabel 3.
De laatste versie van RBMII is afwijkend ten opzichte van eerdere versies met betrekking tot de modellering van de BLEVE. Hierdoor kunnen de resultaten ten opzichte van eerdere versies nogal afwijken, afhankelijk van de stoffen die het risico bepalen. Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 7 van 38
Groepsrisico Ten aanzien van het GR blijkt uit de risicoatlas weg dat er op het traject 'knooppunt Hoevelaken - knooppunt Hattemerbroek' geen overschrijdingen van de oriënterende waarde van het GR zijn. Wel zijn er een aantal bijna aandachtspunten, d.w.z. locaties waar het GR groter is dan 0,1 keer de oriënterende waarde. Het betreft hierbij echter geen locaties in de gemeente Ermeio. Omdat in het kader van de risicoatlas weg geen bebouwing ter hoogte van Ermeio is meegenomen, is besloten om in het kader van de beschrijving van de risicobron geen nieuwe GR berekening uit te voeren voor de vervoersintensiteiten zoals opgegeven door de DVS. 2.1.2
Provinciale weg N302 De N302, ook wel Flevoweg genoemd, vormt de verbindingsweg tussen de A1 en de A28 en loopt door het oostelijke deel van de gemeente. Vervoersintensiteiten Door de DVS zijn geen tellingen uitgevoerd voor de N302 op basis waarvan gekeken is naar de vervoersintensiteiten zoals opgenomen in de risicoatlas weg [2]. In deze risicoatlas zijn voor het traject 'Nieuw Milligen - Harderwijk' de volgende vervoersintensiteiten gegeven, zie Tabel 4. Tabel 4 Vervoersintensiteiten N302 Informatiebron Risicoatlas (*)
Stofcategorie (*)
LF1
LF2
LT1
LT2
GF3
284
1422
0
0
569
Voor een toelichting op de gehanteerde aanduidingen voor stofcategorieën wordt verwezen naar bijlage 1.
Plaatsgebonden risico Op basis van de bovengenoemde vervoersintensiteiten zijn voor dit traject de volgende de volgende PR contouren berekend, zie Tabel 5. Tabel 5 PR contouren langs N302 (bron: risicoatlas weg) 7 PR10 '6 /jaar PR 10" /jaar PR10"8/jaar -
110
200
Zoals blijkt uit Tabel 5 wordt voor de N302 geen PR 10~6 /jaar contour berekend, wel een PR 107 /jaar en een PR 10"8 /jaar contour. Uit de afstand vanaf de weg tot aan deze PR contouren blijkt dat het transport van LPG bepalend is voor de omvang van deze contouren. Groepsrisico Ten aanzien van het GR blijkt dat er op dit traject geen overschrijdingen van de oriënterende waarde van het GR zijn. Evenmin is sprake van bijna aandachtspunten. Het berekende groepsrisico op het traject bedraagt 3,8*10'3 maal de oriënterende waarde maar heeft betrekking op woonbebouwing in Harderwijk.
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermeio
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 8 van 38
2.1.3
Provinciale weg N303 De provinciale weg N303 is de verbindingsweg tussen Voorthuizen en Harderwijk en loopt via Putten dwars door de gemeente Ermelo. Vervoersintensiteiten Door de DVS zijn geen tellingen uitgevoerd voor de N303 op basis waarvan gekeken is naar de vervoersintensiteiten zoals opgenomen in de risicoatlas weg [2]. In de risicoatlas weg zijn voor het traject 'Putten - Harderwijk' de volgende vervoersintensiteiten gegeven, zie Tabel 6. Tabel 6 Vervoersintensiteiten N303 Informatiebron LF1
Risicoatlas (*)
682
Stofcategorie (*] LF2
780
LT1 0
LT2 0
GF3 0
Voor een toelichting op de gehanteerde aanduidingen voor stofcategorieën wordt verwezen naar bijlage 1.
Plaatsgebonden risico Op basis van de bovengenoemde vervoersintensiteiten zijn voor dit traject de volgende de volgende PR contouren berekend, zie Tabel 7. Tabel 7 PR contouren langs N303 (bron: risicoatlas weg) 7 PR10 6 /jaar PR 10" /jaar PR10"8/jaar -
-
39
Zoals blijkt uit Tabel 7 wordt voor de N303 geen PR 1CT6 /jaar en PR 107 /jaar contour berekend, wel een PR 10~8 /jaar contour. De afstand die voor de PR 10~8 /jaar contour wordt berekend, is in vergelijking tot de afstand voor A28 en N302 relatief klein en wordt verklaard door het transport van uitsluitend brandbare vloeistoffen en dus geen brandbare gassen zoals LPG. Groepsrisico Ten aanzien van het GR blijkt dat er op het traject geen overschrijdingen van de oriënterende waarde van het GR zijn. Evenmin is sprake van bijna aandachtspunten. Het berekende groepsrisico op het traject bedraagt 5,2*10'4 keer de oriënterende waarde en heeft betrekking op woonbebouwing in de gemeente Ermelo. De hiervoor gehanteerde invoergegevens zijn in onderstaande tabel weergegeven. Tabel 8 Beschouwde woonbebouwing langs N30C$ ter hoogte van Ermelo (bron: risicoatlas weq) Bebouwing Begin Eind Wegzijde Afstand Diepte Dichtheid (km) (km) Ermelo 1 20200 21070 L 30 465 55 Ermelo 2 20453 R 20938 80 595 55 Ermelo 3 20940 21540 R 75 370 30 Ermelo 4 21083 21528 L 15 460 50 Ermelo 5 21556 22100 L 40 445 45 Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 9 van 38
2.2
Modaliteit spoor De modaliteit spoor betreft de spoorbaan tussen Amersfoort en Zwolle die net als de A28 het westelijke deel van de gemeente doorkruist. Vervoersintensiteiten Ten aanzien van de vervoersintensiteiten op dit traject is gekeken naar de recentelijk uitgevoerde studie voor de Heidelaan [4]. In deze studie is uitgegaan van de volgende intensiteiten, zie Tabel 9. Tabel 9 Vervoersintensiteiten spoorbaan Amersfoort - Zwolle Stofcategorie (*) Aantal wagons /jaar referentie Heidelaan Risicoatlas spoor A
250
400
B2
450
550
B3
0
450
C3
2400
2700
D4
50
500
(*)
Voor een toelichting op de gehanteerde aanduidingen voor stofcategorieën wordt verwezen naar bijlage 1.
Indien deze intensiteiten worden vergeleken met de intensiteiten die gehanteerd zijn in de risicoatlas spoor [5] dan valt op dat de vervoersintensiteiten in dezelfde ordegrootte liggen met uitzondering van de stofcategorie B3 en D4. Voor B3 heeft dit te maken met het chloorconvenant waardoor er, uitzonderingen daargelaten, geen transport van chloor per spoor meer plaatsvindt tussen Delfzijl en Rotterdam. Verder blijkt uit het overzicht dat de intensiteiten uit de risicoatlas spoor in principe groter zijn dan de intensiteiten zoals gehanteerd in de studie 'Heidelaan'. Verder wordt opgemerkt dat door de komst van de Hanzelijn een gedeelte van de gevaarlijke stoffen via deze route zal worden geleid waardoor er geen verdere toename van het aantal transporten over het traject Amersfoort - Zwolle te verwachten is. Plaatsgebonden risico Op basis van deze vervoersintensiteiten zijn voor dit traject de volgende de volgende PR contouren berekend, zie Tabel 10. Tabel 10 PR contouren langs spoorlijn Amersfoort - Zwolle Referentiebron PR10 6 /jaar PR10 7 /jaar Heidelaan [4] 0 -n Risicoatlas spoor [5]
< 10
36
PR10 8 /jaar 247 250
Noot (behorende bij Tabel 10): (*)
In de rapportage voor de Heidelaan wordt geen afstand gegeven voor de ligging van de PR 10'7 contour.
Zoals blijkt uit Tabel 10 zijn de PR afstanden zoals genoemd in de studie voor de Heidelaan en de risicoatlas spoor nagenoeg identiek.
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 10 van 38
Groepsrisico In de studie voor de Heidelaan [4] is het groepsrisico berekend. De conclusie is dat het berekende groepsrisico voor dit gedeelte van de spoorlijn een factor 7,5 onder de oriënterende waarde ligt. Door het RO plan (23 woningen met een personendichtheid van 2,4 per woning) geldt dat het groepsrisico licht toeneemt waardoor het groepsrisico nog een factor 7,2 onder de oriënterende waarde blijft. In de risicoatlas spoor [5] wordt Ermelo niet genoemd als locatie waar sprake is van een aandachtspunt danwei van een bijna aandachtspunt m.b.t. het groepsrisico. Daarbij wordt echter opgemerkt dat er een aantal plaatsen zijn, waaronder Ermelo, waar mogelijk sprake is van een groter risico indien de bevolkingsgegevens nauwkeuriger worden ingevoerd. In het kader van de risicoatlas spoor is namelijk uitgegaan van een methode op basis van de 4 cijferige postcode waardoor in kleinere plaatsen mogelijk met een te lage bevolkingsdichtheid binnen het relevante invloedsgebied wordt gerekend. Deze conclusie in de risicoatlas spoor klopt ten aanzien van de Heidelaan waarvoor geldt dat het groepsrisico minder dan een factor 10 (7,5 respectievelijk 7,2) onder de oriënterende waarde ligt waardoor dus feitelijk sprake is van een "bijna aandachtspunt" (GR groter dan 0,1 keer de oriënterende waarde). 2.3
LPG tankstation Maas Hop LPG tankstation Maas Hop is gelegen aan de Zeeweg 1 in het noordwestelijke deel van de gemeente Ermelo. Het tankstation staat op de nominatie om in 2010 te worden gesaneerd. Echter, de LPG branche heeft met de overheid afgestemd om uiterlijk in 2010 een tweetal risicoreducerende maatregelen te implementeren, te weten een verbeterde vulslang en een hittewerende bekleding op de tankauto's (LPG convenant, 2005). De verbeterde vulslang heeft invloed op de ligging van de plaatsgebonden risicocontouren terwijl de hittewerende bekleding van invloed is op het groepsrisico door een verlaging van de kans van optreden van een warme BLEVE. Om na te gaan of na de implementatie van beide maatregelen nog sprake is van een overschrijding van het groepsrisico, is door Tebodin een kwantitatieve risicoanalyse [6] uitgevoerd. Uit de uitgevoerde studie blijkt dat zowel voor de huidige situatie als voor de situatie waarin de maatregelen uit het convenant zijn geïmplementeerd niet wordt voldaan aan de norm ten aanzien van het plaatsgebonden risico (er bevinden zich kwetsbare objecten binnen de PR 10'6 /jaar contour). Tevens geldt dat ten aanzien van het groepsrisico de oriënterende waarde wordt overschreden.
2.4
Munitiedepot Generaal Spoor kazerne De Generaal Spoor Kazerne is gelegen aan de Leuvenumseweg in Ermelo, in de omgeving van een recreatiegebied. In het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS) en de risicokaart voor de Provincie Gelderland is informatie opgenomen omtrent het munitiedepot behorende bij de kazerne. Uit deze informatie blijkt dat rond de kazerne een tweetal contouren zijn aangebracht. De binnenste contour heeft in de lengterichting een afmeting van zo'n 200 meter en in de breedte van 130 meter. Deze contour, de Azone, is de kleinste zone rondom het munitiedepot. Binnen deze zone mogen zich geen bebouwing, openbare wegen, spoorwegen of drukbevaren waterwegen bevinden. Agrarisch grondgebruik is mogelijk, mits zich slechts incidenteel personen in deze zone ophouden. De buitenste contour heeft in lengterichting een afmeting van zo'n 260 meter en in breedterichting van zo'n 190 meter. Deze zone is de B-zone met een straal van ongeveer 1,5 keer de straal van de A-zone. Binnen de B-zone is geen bebouwing toegestaan waar zich regelmatig personen bevinden, zoals woonhuizen, winkels, kantoren, Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 11 van 38
fabrieken, cafés en dergelijke. Wegen met beperkt verkeer zijn toelaatbaar, evenals beperkte dagrecreatie doch sportvelden, zwembaden, kampeerterreinen, caravanparken, jachthavens en dergelijke zijn niet toegestaan. Voor de bovengenoemde veiligheidszonering is niet geheel duidelijk wat de kans op overlijden is. Uit [7] blijkt dat de veiligheidszones gebaseerd zijn op experimentele gegevens. De afstanden zijn bedoeld om ernstige gevolgschade aan gebouwen en letsel of andere ernstige verwondingen van bewoners als gevolg van luchtdruk, hitte of scherven te voorkomen. Deze veiligheidszones geven slechts de gevolgschade aan. De kans dat dit gevolg zich voordoet wordt in de beschouwing niet meegenomen. Verder blijkt uit de beschikbare informatie van de landelijke risicokaart dat er een QRA verplichting geldt voor het depot maar dat er nog geen QRA is uitgevoerd. Dat betekent dat een nadere specificatie omtrent het risico bij het ontbreken van nadere informatie niet kan worden gemaakt en dat gewacht moet worden totdat deze specifiekere studie is uitgevoerd.
2.5
Hoge en middendruk aardgastransportleidingen Binnen de gemeente Ermelo bevinden zich een 7 tal aardgastransportleiding trajecten, zie Tabel 11.
Tabel 11
Overzicht aardgastransportleiding trajecten binnen de gemeente Ermelo
Traject
Druk (bar)
Diameter
Code
Bestemmingsplan
A
66,2
36"
A-510-KR-051-2 t/m 053-2
Buitengebied Midden-West blad 1
B
66,2
36"
A-510-KR-051-2 t/m 053-2
Buitengebied Midden-West blad 4
C
40
12"
N 570-20-KR080-081
Buitengebied Midden-West blad 1
D
40
12"
N 570-20-KR082-085
Ermelo-West
E
40
12"
N 570-20-KR086-087
Buitengebied Midden-West blad 4
F
40
100 mm
N570-28KR-001en002
Ermelo-West
G
40
150 mm
N570-45-KR-001 en 002
Ermelo-West
De risico's langs deze transportleidingen zijn bepaald door de Gasunie met behulp van het software programma Pipesafe en gerapporteerd in [8] en [9]. Plaatsgebonden risico Uit de rapportage van de Gasunie [7] blijkt dat voor alle gasleidingen de PR 10 6 /jaar contour op de leiding ligt, met andere woorden PR 10~6 /jaar = 0. Groepsrisico Voor het groepsrisico is per traject (A t/m G) het risico voor de huidige situatie in kaart gebracht [9]. De resultaten hiervan zijn in onderstaande tabel samengevat.
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 12 van 38
Tabel 12 Traject A B C D E F G
Maximale GR aardgastransportleidingen Maximale groepsrisico huidige situatie (f/OW) 3,26 0,71 0,24 0,80 0,00 0,00 0,00
Zoals uit bovenstaande tabel blijkt wordt uitsluitend langs de trajecten A t/m D een groepsrisico berekend. Met uitzondering van traject A liggen zijn de berekende groepsrisico's beneden de oriënterende waarde (f/OW > 0), met andere woorden de waarde voor f/OW is kleiner dan 1. Voor traject A wordt de oriënterende waarde met een factor 3 overschreden. Uit nadere analyse blijkt dat deze overschrijding wordt veroorzaakt door blok A1 (camping de Hanenburg).
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 13 van 38
3
Overzicht van aanwezige en geplande bebouwing nabij risicobronnen In onderstaande paragrafen is per risicobron zoals beschreven in hoofdstuk 2 een overzicht gegeven van de huidige bebouwing en de ruimtelijke ontwikkelingsplannen.
3.1
Modaliteit weg Met betrekking tot de modaliteit weg wordt achtereenvolgens ingegaan op de rijksweg 28, de provinciale weg N302 en de provinciale weg N303.
3.1.1
Rijksweg A28 In Tabel 13 is een overzicht gegeven van de relevante recreatiebedrijven in de directe omgeving van de A28. Voor deze recreatiebedrijven is het type en de omvang aangegeven evenals de afstand tot de A28. Deze afstand is ingeschat met behulp van Google Earth. Tabel 13 Overzicht relevante recreatiebedrijven directe omgeving A28 Recreatiebedrijf Adres Betreft Afstand tot risicobron Aquahorst Palmbosweg 12 Recreatiepark, 92 huisjes Ca. 75 meter De Horsterhoeve Horster-Engweg 17 Bungalowpark (15 bungalows) Ca. 300 meter + camping (49 stacaravans, 31 chalets, 400 kampeerplaatsen) 't Oude nest Bungalowpark, 14 huisjes Horster-Engweg 21 Ca. 650 meter In de directe omgeving van de A28 zijn verder de volgende ruimtelijke ontwikkelingsplannen voorzien, zie Tabel 14. In deze tabel is de grootte van het plan aangegeven evenals de afstand tot de A28. Deze afstand is eveneens ingeschat met behulp van Google Earth. Tabel 14 Overzicht van RO plannen omgeving A28 Bestemmingsplan Betreft Afstand tot risicobron Horst Noord ca. 130 (m) 100-150 woningen Waterteleskibaan ca 80 (m) Strand Horst (100 pers/dag) Buitengebied n.v.t. midden-west geen geplande RO Uit bovenstaande gegevens blijkt dat de kortste afstand van de A28 tot aan de woonbebouwing neerkomt op zo'n 75 meter.
3.1.2
Provinciale weg N302 In Tabel 15 is een overzicht gegeven van de relevante recreatiebedrijven in de directe omgeving van de N302. Voor deze recreatiebedrijven is het type en de omvang aangegeven evenals de afstand tot de N302. Deze afstand is ingeschat met behulp van Google Earth.
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 14 van 38
Tabel 15 Overzicht relevante recreatiebedrijven directe Betreft Recreatiebedrijf Adres Camping (90 Tonnenberg 51 De Tonnenberg kampeerplaatsen) + 9 vakantiewoningen Camping (125 Tonnenberg 53 't Keteltje kampeerplaatsen ) + 9 vakantiewoningen Camping behorende De Beek 101 De Beek bij manege 'Het Federatie Centrum'2
omgeving N302 Afstand tot risicobron Ca. 310 meter
Ca. 290 meter
Ca. 260 meter
In de directe omgeving van de N302 zijn de volgende ruimtelijke ontwikkelingsplannen voorzien, zie Tabel 16. In deze tabel is de grootte van het plan aangegeven evenals de afstand tot de N302. Deze afstand is eveneens ingeschat met behulp van Google Earth. Tabel 16 Overzicht van RO plannen omgeving N302 Afstand tot risicobron Betreft Bestemmingsplan woningbouw Paleisweg 205 ca. 200 m (6 woningen ipv stal) Uit bovenstaande gegevens blijkt dat de kortste afstand van de N302 tot aan de woonbebouwing neerkomt op zo'n 200 meter. 3.1.3
Provinciale weg N303 In Tabel 17 is een overzicht gegeven van de relevante recreatiebedrijven in de directe omgeving van de N303. Voor deze recreatiebedrijven is het type en de omvang aangegeven evenals de afstand tot de N303. Deze afstand is ingeschat met behulp van Google Earth. Tabel 17 Overzicht relevante recreatiebedrijven in directe omgeving N303 Betreft Afstand tot risicobron Recreatiebedrijf Adres Recreatieterreinen Harderwijkweg 224 en Momenteel niet in gebruik Ca. 130 meter 226 Camping (24 plaatsen voor Ca. 80 meter Harderwijkerweg 246 Klavertje vier stacaravans) Camping (550 Ca. 60 meter De Konijnenberg Harderwijkerweg 248 kampeerplaatsen)3 Recreatieterrein
Gentenerf 7
Het Nijeveld
Gentenerf 9
Plan voor dienstwoning en 18 huisjes Bungalowpark (39 huisjes)
De camping wordt uitsluitend gebruikt bij evenementen op de manege. Een deel van camping ligt in de gemeente Harderwijk. Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Ca. 300 meter Ca. 300 meter
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 15 van 38
Recreatiebedrijf
Adres
Het Strokelbosch Van Genthof
Gentenerf 10 Gentenerf 11
Het Veluws Hofje
Gentenerf 14
Betreft + beheerderswoning Bungalowpark (49 huisjes) Recreatiepark (48 huisjes) + beheerderswoning Recreatiepark (11 huisjes)
Afstand tot risicobron Ca. 300 meter Ca. 300 meter Ca. 300 meter
In de directe omgeving van de N303 zijn de volgende ruimtelijke ontwikkelingsplannen voorzien, zie Tabel 18. In deze tabel is de grootte van het plan aangegeven evenals de afstand tot de N303. Deze afstand is eveneens ingeschat met behulp van Google Earth. Tabel 18 Overzicht van Bestemmingsplan Appartementencomplex Prinsessenlaan Ermelo Noord en De Kom
RO plannen omgeving N303 Betreft Afstand tot risicobron 9 appartementen / 110 m 14 garageboxen toename 10m bebouwingsdichtheid De Verbinding
Uit bovenstaande gegevens blijkt dat de kortste afstand van de N303 tot aan de woonbebouwing neerkomt op zo'n 10 meter.
3.2
Modaliteit spoor Zoals aangegeven in § 2.2 doorkruist de spoorlijn het westelijke deel van de gemeente. Hierdoor doorkruist de spoorlijn eveneens de woonbebouwing van Ermelo. De afstand van bebouwing tot aan het spoor bedraagt daardoor op het gedeelte tussen de overgang bij de Oude Telgterweg en de overgang ter hoogte van de Stationsstraat maximaal zo'n 15 tot 20 meter. In de directe omgeving van de spoorlijn zijn verder de volgende ruimtelijke ontwikkelingsplannen voorzien: Tabel 19 Overzicht van RO plannen omgeving spoor Bestemmingsplan Betreft Afstand tot risicobron Sportvelden de Zanderij, Ca. 15 meter Watervalweg 170 183 woningen agrarisch naar Ca. 15 meter De Driehoek werk/woon Veldzicht bedrijventerrein Ca. 15 meter Heidelaan 23 woningen 20 meter Uit bovenstaande gegevens blijkt dat de kortste afstand van de spoorlijn tot aan de woonbebouwing neerkomt op zo'n 15 tot 20 meter.
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001 Revisie: 2
TEBODIN
Datum: 15 mei 2009
Consultants & Engineers
Pagina: 16 van 38
3.3
LPG tankstation Voor het LPG tankstation is de inventarisatie niet nodig. Doordat het station niet voldoet aan de PR afstand dient de verkoop van LPG uiterlijk in 2010 te worden gestaakt waardoor de aanwezige risicobron verdwijnt.
3.4
Munitiedepot In de directe omgeving van het munitiedepot bevindt zich het recreatieterrein sparrendal. In Tabel 20 is voor dit recreatiebedrijf het type en de omvang aangegeven evenals de afstand tot het munitiedepot. Tabel 20
Overzicht relevante recreatiebedrijven in directe omgeving Generaal Spoor kazerne Afstand tot risicobron Betreft Adres Bungalowpark, 46 Ca. 800 meter Leuvenumseweg 120 huisjes
Recreatiebedrijf Sparrendal
Er is geen informatie bekend met betrekking tot nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen op kortere afstand tot het munitiedepot dan Bungalowpark Sparrendal.
3.5
Hoge en middendruk aardgastransportleidingen Ten aanzien van de aardgastransportleidingen is bevolking geïnventariseerd in een strook langs de leiding. De omvang van deze strook is afhankelijk van de druk en de diameter. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de strook waarbinnen de aanwezige bebouwing is geïnventariseerd. Voor een overzicht van de bebouwing wordt verwezen naar de bijlagen van de Gasunie rapportages m.b.t. de GR berekeningen [9, 10]. Tabel 21
Overzicht aardgastransportleiding trajecten binnen gemeente Ermelo Code
Afmeting strook (m)
Nr.
Druk (bar)
Diameter
A
66,2
36"
A-510-KR-051-2 t/m 053-2
430
B
66,2
36"
A-510-KR-051-2 t/m 053-2
430
C
40
12"
N 570-20-KR080-081
140
D
40
12"
N 570-20-KR082-085
140
E
40
12"
N 570-20-KR086-087
140
F
40
100 mm
N570-28KR-001en002
45
G
40
150 mm
N570-45-KR-001 en 002
70
Voor de afstand van de bebouwing tot aan de aardgastransportleidingen geldt dat deze in een aantal situaties min of meer aangrenzend is.
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 17 van 38
Gevolgen van aanwezige en geplande bebouwing op risico's nabij risicobronnen 4.1
Modaliteit weg
4.1.1
A28 Zoals aangegeven in § 2.1.1 wordt de ligging van de PR 1CT en PR 10' contour bepaald door het transport van LPG. Het LPG transport is tevens bepalend voor het groepsrisico dat bepaald wordt door een BLEVE van de tankauto. Groepsrisico Uit RBMII [3] blijkt dat voor een BLEVE van de LPG tankauto een invloedsgebied van 78 meter wordt gehanteerd. Binnen dit gebied wordt aangenomen dat alle personen ongeacht of ze zich binnenshuis dan wel buitenshuis bevinden, komen te overlijden. Buiten dit gebied treedt alleen letaliteit op door blootstelling aan warmtestraling voor personen die zich buitenshuis bevinden. Voor personen die zich binnenshuis bevinden wordt aangenomen dat deze voldoende beschermd zijn tegen deze warmtestraling4. Voor de personen die zich buitenshuis bevinden geldt dat de kans op overlijden beperkt is doordat de personen beschermende kleding dragen5. Als gevolg van al deze aannames draagt de blootstelling aan warmstraling ten gevolge van een BLEVE niet significant bij aan het groepsrisico. Feitelijk betekent het bovenstaande dat uitsluitend aanwezige bevolking binnen een afstand van 78 meter van de weg bijdraagt aan het groepsrisico. Op basis van de tabel met daarin de recreatiebedrijven en de ruimtelijke ontwikkelingsplannen wordt geconcludeerd dat uitsluitend recreatiebedrijf 'De Aquahorst' en bestemmingsplan 'Strand Horst' zich op een afstand bevinden die gedeeltelijk binnen het invloedsgebied van de BLEVE valt. Het gedeelte van het terrein dat zich binnen het invloedsgebied bevindt is echter zo klein dat het risico dat hier het gevolg van is, als verwaarloosbaar kan worden aangemerkt. Om na te gaan wat het groepsrisico is op basis van de nieuwe telmethodiek is een berekening uitgevoerd met behulp van RBM II [3]. In deze berekening is er van uitgegaan dat de bevolking zich aan weerszijden van de weg bevindt op een afstand van 75 meter vanaf de weg. De diepte van het bevolkingsgebied is daarbij gekozen op 225 meter. Hierdoor is rekening gehouden met een maximale effectafstand van 300 meter, overeenkomend met de maximale effectafstand van een BLEVE van een tankauto ( 1 % letaliteit bedraagt circa 300 meter). Voor verschillende categorieën bevolkingsdichtheden is vervolgens het groepsrisico berekend. Tevens is het groepsrisico berekend waarbij sprake is van overschrijding van de oriënterende waarde. De resultaten van deze berekening zijn weergegeven in Tabel 22.
Aangenomen wordt dat overdag 93% van de aanwezige personen zich binnenshuis bevindt (7% verblijft buitenshuis). Voor de nachtsituatie wordt uitgegaan van een aanwezigheidspercentage van 99% (1% verblijft buitenshuis). 5
Door het dragen van deze beschermende kleding is de kans op letaliteit slechts 14% ten opzicht van de situatie waarbij de personen geen beschermende kleding dragen (plaatsgebonden risico)
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netheriands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 18 van 38
Tabel 22
Overzicht van GR voor verschillende bevolkingsdichtheden langs A28 (uitgaande van bebouwing vanaf 75 meter uit de weg)
Bevolkingsdichtheid
Betreft
(p/ha)
Berekende aantal
Bijbehorende
Oriënterende
slachtoffers, N bij
frequentie, f
waarde, OW
hoogste GR (-)
(1/jaar)
(1/jaar)
f/OW
_
1
Buitengebied
5
Incidentele woonbebouwing / industriegebied met lage personeelsdichtheid
25
Rustige woonwijk
40
industriegebied met
_
gemiddelde personeelsdichtheid 70
Drukke woonwijk
80
industriegebied met hoge
-
-
personeelsdichtheid 120
Stadsbebouwing
11
1,7*10" 8
8,26*10" 5
2,06*10" 4
130
Recreatieterrein
11
2,5*10" 8
8,26*10 5
3,03*10" 4
79
6
6
1600
Dichtheid
resulterend
in
1,7*10"
1,60*10"
1,06
overschrijding OW
Uit bovenstaande tabel blijkt dat uitgaande van de vervoersintensiteiten en de aangehouden afstand vanaf de weg pas een groepsrisico wordt berekend bij een bevolkingsdichtheid van meer dan 80 p/ha (f/OW > 0). Het berekende groepsrisico is daarbij beperkt. Verder kan geconcludeerd worden dat uitsluitend sprake is van een overschrijding van de oriënterende waarde (f/OW > 1) bij onrealistisch hoge bevolkingsdichtheden (1600 p/ha). Plaatsgebonden risico Zoals blijkt uit § 2.1.1. wordt geen PR 10"6 /jaar contour berekend. Dat betekent dat het niet nodig is om te toetsen of de geplande bebouwing voldoet aan de daarvoor geldende norm. Om na te gaan in hoeverre het aantal transporten moet toenemen alvorens er sprake is van de aanwezigheid van een PR 10'6 /jaar contour is met RBM II [3] een berekening uitgevoerd. Daarbij is uitgegaan van de vervoersintensiteiten zoals bepaald met de nieuwe telmethodiek (zie § 2.1.1). Tevens is een berekening uitgevoerd om te bepalen bij welke transportintensiteit voor LPG6 er sprake is van een afstand tot aan de PR 10"6 /jaar contour die overeenkomt met de afstand waarop zich de eerste bevolkingsdichtheden bevinden. Deze afstand komt min of meer overeen met straal van de vuurbal (78 meter afstand). De resultaten van deze berekeningen zijn in onderstaande tabel samengevat.
Er is gekozen voor een toename van het transport van LPG omdat de afstand van de bebouwing tot de weg zo groot is (75 meter) dat deze afstand niet wordt bereikt bij een ongeval tijdens het transport van brandbare vloeistoffen (LF1, LF2). Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 19 van 38
Tabel 23 Aantal LPG transporten (1/jaar) 4612 5400 34000
Afstand tot PR 10'6 /jaar contour voor verschillende vervoersintensiteiten LPG (rekening houdend met aanwezigheid van de overige stof categorieën) Opmerking Afstand tot 6 PR10" /jaar
1 meter 78 meter
Betreft de huidige situatie Berekend uitgaande van aanwezigheid overige stofcategorieën Aantal transporten waarbij PR afstand overeenkomt met de afstand waarop bevolking aanwezig is.
Geconcludeerd wordt dat met een toename van het aantal transporten van LPG met zo'n 17% er sprake is van een PR 10~6 /jaar contour, er van uitgaande dat de transportintensiteiten voor de overige stofcategorieën onveranderd blijven. Een zodanige toename van het aantal transporten waardoor sprake is van een knelpunt ten aanzien van het PR wordt niet snel verwacht. Het hiervoor benodigde aantal transporten is niet realistisch (toename met een factor 6,72). Daarbij geldt overigens wel de aanname dat de minimale afstand van de nieuwe bebouwing tot aan de weg 75 meter bedraagt. Indien sprake is van een kortere afstand waarop bevolkingsdichtheden naast de weg aanwezig zijn, dan zal ook het kritische aantal transporten afnemen.
4.1.2
N302 Zoals aangegeven in § 2.1.2 wordt de ligging van de PR 10~7 /jaar en PR 10"8 /jaar contour bepaald door het transport van LPG. Het LPG transport is tevens bepalend voor het groepsrisico dat bepaald wordt door een BLEVE van de tankauto. Dat de afstand vanaf de weg tot de PR 10"7 /jaar en PR 10"8 /jaar contour zoals gepresenteerd in de risicoatlas weg voor de N302 even groot is als voor de A28 ondanks dat sprake is van een lagere transportintensiteit heeft te maken met de initiële ongevalfrequentie. De N302 is een provinciale weg waar sprake is van een factor 4,3 (= 3,6*10"7/8,3*10"8) hogere ongevalfrequentie dan voor een snelweg. Groepsrisico Zoals aangegeven onder § 4.1.1 is de straal van de vuurbal als gevolg van een BLEVE van de tankauto) bepalend voor de omvang van het groepsrisico. Dit betekent dat aandacht dient te worden besteed aan personen die zich binnen een afstand van 78 meter vanaf de weg bevinden. Uit Tabel 15 en Tabel 16 blijkt echter dat de afstand waarop zich personen bevinden dan wel nieuwbouw is gepland veel groter is dan de straal van de vuurbal. Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat sprake is van een verwaarloosbaar groepsrisico. Dit blijkt ook uit de GR berekening die met behulp van RBM II is uitgevoerd voor de transportintensiteiten over de N302, zie Tabel 25. Daarbij zijn dezelfde uitgangspunten aangehouden t.a.v. de woonbebouwing zoals beschreven in § 4.1.1.
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 20 van 38
Tabel 24
Ove rzicht van GR voor verschillende bevolkingsdichtheden angs N302 (uitg aande van bebouwing vanaf 75 meter uit de weg)
Bevolkingsdichtheid
Betreft
(p/ha)
1
Buitengebied
5
Incidentele woonbebouwing /
Berekende aantal
Bijbehorende
Oriënterende
slachtoffers, N bij
frequentie, f
waarde, OW
hoogste GR (-)
(1/jaar)
(1/jaar)
f/OW
industriegebied met lage personeelsdichtheid 25
Rustige woonwijk
40
industriegebied met
_
gemiddelde personeelsdichtheid 70
Drukke woonwijk
_
80
industriegebied met hoge
-
-
personeelsdichtheid 120
Stadsbebouwing
130
Recreatieterrein
6400
Dichtheid
resulterend
_
in
_
_
129
5,9*10" 7
6,01*10~7
1,02
overschrijding OW
Plaatsgebonden risico Zoals blijkt uit § 2.1.1. wordt geen PR 10"6 /jaar contour berekend. Dat betekent dat het niet nodig is om te toetsen of de geplande bebouwing voldoet aan de daarvoor geldende norm. Omdat de berekeningen in de risicoatlas weg zijn uitgevoerd met een eerdere versie van RBM II en er inmiddels een aantal wijzigingen hebben plaatsgevonden, is in eerste instantie een nieuwe PR berekening uitgevoerd. De resultaten van deze nieuwe berekening zijn in Tabel 25 weergegeven. Tabel 25 PR contouren langs N302 (bepaald m.b.v. RBMII versie 1.2 [3]) PR10"6/jaar -
PR10"7/jaar
PR10 8 /jaar
54
209
Vervolgens zijn net als voor de A28 een aantal PR berekeningen uitgevoerd om te bepalen bij welke LPG transportintensiteit sprake is van een PR 10 6 /jaar contour en een PR 10~6 /jaar contour op een afstand van 78 meter vanaf de weg. De resultaten hiervan zijn weergegeven in Tabel 26. Daarbij wordt opgemerkt dat de afstand vanaf de weg tot de woonbebouwing in werkelijkheid groter is dan de straal van de vuurbal (78 meter) waardoor ook het kritische aantal transporten groter zal zijn.
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 21 van 38
Tabel 26 Aantal transporten (1/jaar)
Afstand tot PR 10"6 /jaar contour voor verschillende vervoersintensiteiten LPG (rekening houdend met aanwezigheid van de overige stofcategorieën) Opmerking LPG Afstand tot 6 PR10 /jaar
569
-
2250
1 meter
13000
78 meter
Betreft de huidige situatie Aantal LPG transporten waarbij PR 10"6 ontstaat Aantal transporten waarbij PR afstand overeenkomt met straal vuurbal
Geconcludeerd wordt dat met een toename van het aantal transporten van LPG met zo'n 295% er sprake is van een PR 106 /jaar contour, er van uitgaande dat de transportintensiteiten voor de overige stofcategorieën onveranderd blijven. Een zodanige toename van het aantal transporten waardoor sprake is van een knelpunt ten aanzien van het PR wordt niet snel verwacht. Het hiervoor benodigde aantal transporten is onrealistisch groot. Daarbij dient te worden gerealiseerd dat de bevolkingsdichtheden zich op nog grotere afstand van de N302 bevinden waardoor het aantal benodigde transporten dat resulteert in een PR knelpunt in werkelijkheid nog groter zal zijn.
4.1.3
N303 Zoals aangegeven in § 2.1.3 wordt de ligging van de PR 10~7 /jaar en PR 10"8 /jaar contour bepaald door het transport van brandbare vloeistoffen (LF1 en LF2). Groepsrisico Uit RBM II blijkt dat het bepalende scenario voor het groepsrisico een plasbrand is met een straal van 23 meter (plasoppervlak 1661 m2). Binnen dit gebied wordt aangenomen dat alle personen ongeacht of ze zich binnenshuis dan wel buitenshuis bevinden komen te overlijden. Buiten dit gebied treedt alleen letaliteit op door blootstelling aan warmtestraling voor personen die zich buitenshuis bevinden. Omdat het warmtestralingniveau buiten de brandende plas kleiner is dan 35 kW/m2 geldt dat de personen die zich binnenshuis bevinden voldoende worden beschermd tegen deze warmtestraling. Voor de personen die zich buitenshuis bevinden geldt dat de kans op overlijden beperkt is doordat de personen beschermende kleding dragen, zie voor een toelichting § 4.1.1. Als gevolg van al deze aannames draagt de blootstelling aan warmstraling niet significant bij aan het groepsrisico. De dichtstbijzijnde bebouwing bevindt zich op een afstand van 10 meter die kleiner is dan de straal van de plasbrand. Om die reden zijn risicoberekeningen na te gaan hoe hoog het groepsrisico is uitgaande van een afstand vanaf de weg tot aan de bebouwing van 10 meter. Verder zijn de berekeningen uitgevoerd op basis van de huidige transportintensiteiten. De resultaten van deze berekening zijn in Tabel 27 weergegeven.
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 22 van 38
Tabel 27
Ovei•zicht van GR voor verschillende bevolkingsdichtheden angs N303 (uitg aande van bebouwing vanaf 10 meter uit de weg)
Bevolkingsdichtheid
Bijbehorende
Oriënterende
slachtoffers, N bij
frequentie, f
waarde, OW
hoogste GR (-)
(1/jaar)
(1/jaar)
_
-
Berekende aantal
Betreft
(p/ha)
1
Buitengebied
5
Incidentele woonbebouwing /
f/OW
industriegebied met lage personeelsdichtheid 25
Rustige woonwijk
40
industriegebied met
_
gemiddelde personeelsdichtheid 70
Drukke woonwijk
_
-
80
industriegebied met hoge
-
-
personeelsdichtheid 120
Stadsbebouwing
130
Recreatieterrein
1900
Dichtheid
resulterend
_ in
3191
1,0*10" 9
9,82*10' 10
1,02
overschrijding OW
Op basis van Tabel 27 kan worden geconcludeerd dat uitgaande van de huidige transportintensiteiten en de aangehouden afstand vanaf de weg pas sprake is van een groepsrisico bij een bevolkingsdichtheid van meer dan 130 p/ha. Verder kan geconcludeerd worden dat uitsluitend sprake is van een overschrijding van de oriënterende waarde (OW > 1) bij onrealistisch hoge bevolkingsdichtheden (1900 p/ha). Plaatsgebonden risico Zoals blijkt uit § 2.1.3. wordt geen PR 10~6 /jaar contour berekend. Dat betekent dat het niet nodig is om te toetsen of de geplande bebouwing voldoet aan de daarvoor geldende norm. Omdat de berekeningen in de risicoatlas weg zijn uitgevoerd met een eerdere versie van RBM II en er inmiddels een aantal wijzigingen hebben plaatsgevonden, is in eerste instantie een nieuwe PR berekening uitgevoerd. De resultaten van deze nieuwe berekening zijn in Tabel 28 weergegeven. Tabel 28 PR contouren langs N303 (bepaald m.b.v. RBMII versie 1.2, [3]) PR10 7 /jaar PR10 8 /jaar PR10 6 /jaar 21
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 23 van 38
Vervolgens zijn net als voor de A28 en de N302 een aantal PR berekeningen uitgevoerd om te bepalen bij welke transportintensiteit aan brandbare vloeistoffen7 sprake is van een PR 10"6 /jaar contour en een PR 10"6 /jaar contour op een afstand van 10 meter vanaf de weg (is de afstand waarop zich woonbebouwing bevindt). De resultaten hiervan zijn weergegeven in Tabel 29.
Tabel 29
Afstand tot PR 10 6 /jaar contour voor verschillende vervoersintensiteiten LF2 (rekening houdend met aanwezigheid van de overige stofcategorieën)
Aantal LF2 transporten (1/jaar)
Afstand tot
Opmerking
6
PR10" /jaar Betreft de huidige situatie
780 1 meter
14500
Aantal LF2 transporten waarbij PR 10~6 ontstaat
10 meter
30.000
Aantal LF2 transporten waarbij PR 10"6 afstand overeenkomt met de afstand waarop zich bevolking bevindt.
Geconcludeerd wordt dat met een toename van het aantal transporten van LF2 met ongeveer een factor 18 er sprake is van een PR 10"6 /jaar contour, er van uitgaande dat de transportintensiteiten voor de overige stofcategorieën onveranderd blijven. Een zodanige toename van het aantal transporten LF2 waardoor sprake is van een knelpunt ten aanzien van het PR wordt niet snel verwacht. Het hiervoor benodigde aantal transporten is onrealistisch groot (toename van net aantal transporten met een factor 38). Indien sprake is van een kortere afstand vanaf de weg tot aan woonbebouwing (afstand < 10 meter) dan zal het kritische aantal transporten afnemen.
4.2
Modaliteit spoor Zoals aangegeven in § 2.1.2 wordt de ligging van de PR 10~7 /jaar en PR 10 8 /jaar contour bepaald door het transport van zeer giftige vloeistoffen (stofcategorie D4) in combinatie met LPG (stofcategorie A). Indien het transport van stofcategorie D4 in speciale spoorketelwagons wordt vervoerd dan is uitsluitend het transport van LPG bepalend voor de ligging van de PR 10"8 /jaar contour. Het LPG transport is vanwege het grote invloedsgebied als gevolg van een BLEVE van een spoorketelwagon eveneens bepalend voor het groepsrisico. Groepsrisico Net als voor de modaliteit weg geldt dat een BLEVE van de transporteenheid met LPG bepalend is voor de omvang van het groepsrisico. Dit betekent dat aandacht dient te worden besteed aan personen die zich binnen de afmeting van de vuurbal (of ingeval van een domino BLEVE binnen het warmtestralingniveau van 35 kW/m2) vanaf het spoor bevinden. Voor een spoorketelwagon bedraagt de straal van een vuurbal 100 meter, voor de zogenaamde domino BLEVE bedraagt de afstand tot een warmtestralingniveau van 35 kW/m 2 175 meter. Of sprake is van een domino BLEVE hangt af van de vraag of de LPG tezamen met brandbare vloeistoffen wordt
Dat in dit geval niet is gekozen voor LPG heeft te maken met het feit dat er geen transport van brandbare plaatsvindt waardnnr hp.t risirn hppaald wnrrlt rtnnr hpf transport y^n hr^ndh^r1? vloeistoffen. Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 24 van 38
vervoerd (bonte trein) of gescheiden in zogenaamde bloktreinen dan wel bonte treinen zonder aanwezigheid van brandbare vloeistoffen. Uit § 3.2 blijkt dat de huidige bebouwing zich op een afstand van zo'n 15 tot 20 meter van het spoor bevindt. Eveneens zijn er een aantal ruimtelijke plannen op korte afstand van het spoor gepositioneerd, zie Tabel 19. Deze bestaande en geprojecteerde bebouwing vallen dus ruim binnen het invloedsgebied van de BLEVE van de spoorketelwagon. Daarbij is het van belang om te weten of sprake is van het optreden van een Domino BLEVE (bonte trein) of dat sprake is van gescheiden transport van LPG (bloktrein of bonte trein zonder aanwezigheid van brandbare vloeistoffen). Om na te gaan wat het groepsrisico is bij verschillende bevolkingsdichtheden zijn een aantal oriënterende berekeningen uitgevoerd met RBM II. Daarbij wordt opgemerkt dat de berekening is uitgevoerd met een recentere versie van RBMII [3] waardoor er verschillen in de rekenresultaten te verwachten zijn. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de berekening van het PR, zie hieronder. Bij de GR berekeningen is gebruik gemaakt van de gegevens zoals gehanteerd in de studie voor de 'Heidelaan'. Daarbij geldt dat een aantal aannames gedaan zijn voor wat betreft de toe te passen correctiefactoren doordat uit het rapport voor de 'Heidelaan' niet blijkt welke uitgangspunten zijn gehanteerd. Verder is voor het vervoer van stofcategorie D4 aangenomen dat hiervoor gebruik wordt gemaakt van een speciale spoorketelwagon waardoor sprake is van een lagere ongevalfrequentie. Dit laatste is mede de oorzaak van een kortere PR afstand. Hoewel de eerste bebouwing zich op een afstand van 15 meter vanaf het spoor bevindt, is bij de GR berekeningen uitgegaan van een minimale afstand van 20 meter. De reden hiervoor is dat op kortere afstand uitsluitend sprake is van incidentele bebouwing, dus geen aanwezigheid van grotere bevolkingsgroepen. Deze grotere bevolkingsdichtheden worden wel verondersteld op een afstand van minimaal 20 meter. Tabel 30
Overzicht van GR voor verschillende bevolkingsdichtheden langs spoor
Bevolkingsdichtheid
Betreft
(p/ha)
1 5
Berekende aantal
Bijbehorende
slachtoffers, N bij
frequentie,
Oriënterende f
f/OW
waarde, OW
hoogste GR (-)
(1/jaar)
-
_
Rustige woonwijk
-
_
industriegebied met gemiddelde
-
-
560
3,0*10'
3,19*10'
0,94
Buitengebied
(1/jaar)
Incidentele woonbebouwing / industriegebied met lage personeelsdichtheid
25 40
personeelsdichtheid 66
Aantal personen waarbij OW nog net niet wordt overschreden
70
Drukke woonwijk
624
3 0*10"'
2,57*10"8
1,17
80
industriegebied met hoge
696
3,0*10'
2,06*10'
1,46
1018
3,3*10"'
9,65*10"9
3,42
1135
8
9
3,87
personeelsdichtheid 120
Stadsbebouwing
130
Recreatieterrein
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
3,0*10"
7 76*10"
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN
Revisie: 2
Consultants & Engineers
Datum: 15 mei 2009 Pagina: 25 van 38
Uit de tabel blijkt dat reeds bij een dichtheid van meer dan 66 personen per hectare sprake is van een overschrijding van het GR (f/OW groter dan 1). Daarbij dient te worden opgemerkt dat er nogal wat onzekerheid bestaat over de uitgangspunten van de studie. Het verdient daarom aanbeveling om bij toekomstige ontwikkelingen langs het spoor in meer detail naar het groepsrisico te kijken. Plaatsgebonden risico Zoals blijkt uit § 2.2 wordt geen PR 106 /jaar contour berekend. Dat betekent dat het niet nodig is om te toetsen of de geplande bebouwing voldoet aan de daarvoor geldende norm. Omdat de berekeningen in de risicoatlas weg [2] en vermoedelijk ook voor de 'Heidelaan' [4] zijn uitgevoerd met een eerdere versie van RBM II en er inmiddels een aantal wijzigingen hebben plaatsgevonden, is in eerste instantie een nieuwe PR berekening uitgevoerd. De resultaten van deze nieuwe berekening zijn in Tabel 31 weergegeven. Tabel 31 PR contouren langs spoor (bepaald m.b.v. RBMH versie 1.2 [3]) PR10 6 /jaar PR10 7 /jaar PR10 8 /jaar 14 165 Uit analyse van de PR contouren blijkt dat de PR 10'7 /jaar contour wordt bepaald door het transport van brandbare vloeistoffen (stofcategorie C3) terwijl de PR 10"8 /jaar contour wordt bepaald door het transport van LPG (stofcategorie A). Aan de hand van een berekening is vervolgens nagegaan bij welk aantal C3 transporten sprake is van een PR 10~6 /jaar contour. Aansluitend is eveneens nagegaan bij welk aantal transporten de PR 10"6 /jaar contour reikt tot 15 meter, zijnde de kortste afstand waarop zich bevolking bevindt. De resultaten hiervan zijn in Tabel 32 weergegeven. Tabel 32 Aantal C3 transporten (1/jaar) 2.400 4.700 45.000
Afstand tot PR 10"6 /jaar contour voor verschillende vervoersintensiteiten C3 (rekening houdend met aanwezigheid van de overige stofcategorieën) Afstand tot Opmerking PR 1
1 meter 15 meter
Betreft de huidige situatie Aantal C3 transporten waarbij sprake is PR 10'6 contour Aantal C3 transporten waarbij PR 10"6 afstand gelijk is aan afstand tot bebouwing
Aan de hand van Tabel 32 wordt geconcludeerd dat een toename van het aantal transporten van C3 met ongeveer een factor 2 resulteert in een PR 106 /jaar contour, er van uitgaande dat de transportintensiteiten voor de overige stofcategorieën onveranderd blijven. Een toename van het aantal transporten C3 met een factor van ongeveer 19 resulteert in een afstand tot PR 10 6 /jaar van 15 meter waardoor sprake is van een knelpunt ten aanzien van het PR.
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 26 van 38
Ter vergelijking is de PR berekening eveneens herhaald voor het aantal transporten LPG. Het resultaat hiervan is weergegeven in Tabel 33. Tabel 33
Afstand tot PR 10 6 /jaar contour voor verschillende vervoersintensiteiten LPG (rekening houdend met aanwezigheid van de overige stofcategorieën)
Aantal LPG transporten (1/jaar)
Afstand tot PR10"6/jaar
250
6.000
1 meter
11.700
15 meter
Opmerking
Betreft de huidige situatie Aantal LPG transporten waarbij sprake is PR 10~6 contour Aantal LPG transporten waarbij PR 10 afstand gelijk is aan afstand tot bebouwing
Op basis van Tabel 33 wordt geconcludeerd dat een toename van het aantal transporten van LPG met ongeveer een factor 24 resulteert in een PR 10"6 /jaar contour, er van uitgaande dat de transportintensiteiten voor de overige stofcategorieën onveranderd blijven. Een toename van het aantal transporten LPG met ongeveer een factor 48 resulteert in een afstand tot PR 10~6 /jaar van 15 meter waardoor sprake is van een knelpunt ten aanzien van het PR. Uit het aantal transporten voor stofcategorie A of C3 dat nodig is om te resulteren in een PR 10~6 /jaar contour geldt sprake dient te zijn van een significante toename van het aantal transporten (in ieder geval een factor 2 voor het transport van stofcategorie C3). Voor een zodanige PR 10~6 /jaar contour dat sprake is van een knelpunt is een nog veel grotere toename van de transportintensiteit benodigd (tenminste een factor 19 voor stofcategorie C3). Omdat een gedeelte van het transport van gevaarlijke stoffen straks via de nog aan te leggen Hanzelijn wordt getransporteerd is dit geen realistische situatie.
4.3
LPG tankstation Vanwege het feit dat het LPG tankstation ook voor de situatie 2010 niet voldoet aan de geldende normen dient over te worden overgegaan op sanering. Hierdoor is het niet zinvol om hier nader in te gaan op de invloed van de ruimtelijke ontwikkelingen.
4.4
Munitiedepot Voor het munitiedepot is geconcludeerd dat in de directe omgeving (afstand kleiner dan 800 meter(8)) geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn gepland. Doordat deze minimale afstand groter is dan de afmetingen van de veiligheidscontouren zoals genoemd in § 2.4, wordt verondersteld dat de ruimtelijke ontwikkelingen geen invloed hebben op het risico rondom het depot. Echter, deze veronderstelling dient te worden nagegaan aan de hand van de nog uit te voeren QRA, zie § 2.4.
(8)
Op een afstand van 800 meter bevindt zich bungalowpark Sparrendal
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 27 van 38
4.5
Hoge en middendruk aardgastransportleidingen In de door de Gasunie uitgevoerde GR berekeningen in november 2008 [9] en maart 2009 [10] is specifiek gekeken naar de invloed van aanwezige en geplande bebouwing binnen het invloedsgebied van de transportleiding op de hoogte van het GR. Daarbij geldt dat gebruik is gemaakt het softwarepakket 'Pipesafe'. In onderstaande tabel is het maximale groepsrisico (f/OW) voor elk van de leidingen weergegeven voor zowel de huidige - als de toekomstige situatie zoals berekend door Gasunie in november 2008 [9]. Tabel 34
Invloed aanvullende bevolking op hoogte GR (bron: [9])
Traject
Maximale groepsrisico (f/OW) Huidige situatie
Toekomstige situatie
A
3,26
3,26
B
0,71
1,53
C
0,24
0,24
D
0,80
0,80
E
0,00
0,02
F
0,00
0,00
G
0,00
0,00
Zoals uit Tabel 34 blijkt, neemt als gevolg van aanpassingen in bestemmingsplannen/nieuwbouw
het
groepsrisico voor een tweetal leidingtracés toe, te weten tracé B en E. Voor traject B resulteert de toename in meer dan een verdubbeling van het maximale groepsrisico (toename: 0,82) en een overschrijding van de oriënterende waarde van het GR overschreden (f/OW > 1). Voor traject E is de toename zeer beperkt (toename: 0,02). Voor de overige tracés blijft het maximale groepsrisico onveranderd. Vervolgens zijn door de Gasunie een aantal aanvullende berekeningen uitgevoerd voor de trajecten A, B, D en E om de invloed van een aantal ruimtelijke ontwikkelingen op de hoogte van het GR beter in kaart te kunnen brengen. Het betreft daarbij de volgende situaties, zie Tabel 35. Tabel 35
Overzicht detailberekeningen m.b.t. invloed van ontwikkelingen op hoogte GR
Traject
Aanvullende berekening
A
A-1
Nieuwe berekening van bestaande en toekomstige situatie met blok A27 als middelpunt (de reden van deze berekening is om de toename van het groepsrisico a.g.v. dit blok in kaart te kunnen brengen).
A-2
Nieuwe berekening van bestaande en toekomstige situatie met blok A40 als middelpunt (de reden van deze berekening is om de toename van het groepsrisico a.g.v. dit blok in kaart te kunnen brengen)
B-1
Nieuwe berekening van bestaande en toekomstige situatie voor gehele traject (de reden van deze berekening is dat er een aantal wijzigingen zijn aangebracht).
B-2
Nieuwe berekening van bestaande en toekomstige situatie met blok B30 als middelpunt (de reden van deze berekening is om de toename van het groepsrisico a.g.v. dit blok in kaart te kunnen brengen)
B-3
Nieuwe berekening van bestaande en toekomstige situatie met blok D69/D69a als
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Paqina: 28 van 38
Traject
Aanvullende berekening middelpunt (de reden van deze berekening is om de toename van het groepsrisico
B
a.g.v. dit blok in kaart te kunnen brengen). B-4
Nieuwe berekening van bestaande en toekomstige situatie met blok D35 als middelpunt (de reden van deze berekening is om de toename van het groepsrisico a.g.v. dit blok in kaart te kunnen brengen).
B-5
Nieuwe berekening van bestaande en toekomstige situatie met blok B55/B55A als middelpunt (de reden van deze berekening is om de toename van het groepsrisico a.g.v. dit blok in kaart te kunnen brengen).
D-1
D
Nieuwe berekening van bestaande en toekomstige situatie met blok D35 als middelpunt (de reden van deze berekening is om de toename van het groepsrisico a.g.v. dit blok in kaart te kunnen brengen).
D-2
Nieuwe berekening van bestaande en toekomstige situatie met blok D69/D69a als middelpunt (de reden van deze berekening is om de toename van het groepsrisico a.g.v. dit blok in kaart te kunnen brengen).
E-1
E
Nieuwe berekening van bestaande en toekomstige situatie met blok B30/B30A als middelpunt (de reden van deze berekening is om de toename van het qroepsrisico a.g.v. dit blok in kaart te kunnen brengen)
De resultaten van de berekeningen zijn door Gasunie gerapporteerd in [10]. De resultaten van deze berekeningen zijn samengevat in onderstaande tabel.
Tabel 36
Resultaat detailberekeningen Gasunie - invloed aanvullende bevolking op hoogte GR (bron: [10]) Maximale groepsrisico (f/OW)
Berekening A-1
Huidige situatie
Toekomstige situatie
0,48° (3,26)
0,48° (3,26)
A-2 0,11
B-1
0,76
B-2
0,31 (0,76)
0,42 n (0,89)
B-3
0,26° (0,76)
0,26° (0,76)
B-5
0,03 n (0,11)
0,48° (0,76)
D-1
0,80
0,80
r)
B-4
D-2
0,80
0,80
E-1
0,00 r) (0,02)
0,00° (0,02)
Noot (behorende bij Tabel 36) (*)
Dit betreft het maximale groepsrisico op het gedeelte van het traject met een gedefinieerd bevolkingsblok als middelpunt. Dit is echter niet de hoogste waarde voor het maximale GR op het betreffende traject, die is tussen haakjes aangegeven.
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 29 van 38
Uit Tabel 36 blijkt dat voor de berekeningen A-1/A-2, B-3/B-4, D-1, D-2, en E-1 de toekomstige situatie niet afwijkt van de bestaande situatie. Voor de berekeningen B-1, B-2 en B-5 is voor de toekomstige situatie wel sprake van een toename. Berekening B-1 resulteert voor de toekomstige situatie in de grootste toename van het GR (toename = 0,65). Deze toename wordt veroorzaakt door het nieuwe sportpark Telgtereng (aangeduid met blok B71). De toename van het maximale GR voor de toekomstige situatie voor de berekeningen B-2 en B-5 is beperkter. Voor berekening B-2 bedraagt de toename 0,11 en wordt geheel bepaald door de uitbreiding van het tuincentrum (blok B30/B30A). Voor berekening B-5 geldt dat de toename 0,45 bedraagt en net als berekening B1 wordt bepaald door het sportpark Telgtereng. Het middelpunt van deze berekening ligt echter op enige afstand van het sportpark verwijderd waardoor de invloed beperkter is dan zoals berekend in situatie B-1. Daarbij wordt evenwel opgemerkt dat voor berekening B-5 de toename in verhouding erg groot is ten opzicht van de huidige situatie (toename factor 16). Indien het resultaat van de detailberekeningen (Tabel 36) wordt vergeleken met het resultaat van de eerdere GR berekeningen van de Gasunie (Tabel 34) dan kan daaruit het volgende worden geconcludeerd: Voor de berekeningen A-1 en A-2 geldt dat het maximale GR (f/OW = 0,48) lager ligt dan het eerder berekende risico (f/OW = 3,26). De reden hiervan is dat de beschouwde middelpunten van deze berekeningen (respectievelijk blok A27 en blok A40) zo ver verwijderd liggen van blok A1 dat de binnen blok A1 aanwezig veronderstelde personen geen invloed hebben op de hoogte van het GR voor de berekeningen A-1 en A-2. Voor de detailberekeningen die voor traject B zijn uitgevoerd (Tabel 36) geldt dat geen vergelijking kan worden gemaakt met de resultaten uit de eerdere GR berekeningen (Tabel 34) in verband met het feit dat er een aantal aanpassingen in de bevolkingsgegevens hebben plaatsgevonden. Het betreft hierbij blok B71 (sportpark Telgtereng, huidige situatie), blok B18 (kampeerterrein Zandkamperweg, zowel huidge als toekomstige situatie) en blok B55/55A (sportpark Dindoa, huidige en toekomstige situatie). Voor de detailberekeningen D-1 en D-2 geldt dat het maximale GR identiek is aan het resultaat van de eerdere door Gasunie uitgevoerde berekening voor traject D. Voor de detailberekening E-1 geldt dat het maximale GR identiek is aan het resultaat van de eerdere door Gasunie uitgevoerde berekening voor traject E. Consequenties van toekomstige RO plannen Per traject is hieronder een nadere toelichting gegevens van de consequenties van de RO plannen. Daarbij wordt opgemerkt dat de gemeente als besliscriterium uitgaat van de oriënterende waarde. Met andere woorden als het maximale GR (f/OW) dient kleiner te zijn dan 1. Traject A Op basis van de uitgevoerde berekeningen geldt dat voor traject A, de kilometersectie met daarin blok A1 (camping de Hanenburg) geen verdere toename van de bevolkingsdichtheid mogelijk is binnen een afstand van de leiding tot een warmtestralingsniveau van 35 kW/m29, omdat op dit gedeelte van het traject de oriënterende waarde wordt overschreden. Verderop op dit traject, is er nog wel mogelijkheid tot uitbreiding in de toekomstige situatie. Het maximale GR op dit gedeelte van het traject (onder andere ter hoogte van de blokken A27 en A40)
Bepalend voor het GR is het gebied waarbinnen sprake is van een warmtestralingniveau van tenminste 35 kW/m2. Een dergelijk warmtestralingsniveau resulteert in 100% letaliteit onder de blootsgestelde personen ongeacht of deze zich binnenshuis dan wel buitenshuis bevinden. 7ie eveneens bijlage 2. Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 30 van 38
bedraagt 0,48. De eventuele mogelijke uitbreiding op dit gedeelte van het traject hangt uiteraard wel af van de omvang van de uitbreiding en de locatie hiervan ten opzichte van de transportleiding (met name of de uitbreiding plaatsvindt binnen de afstand tot een warmtestralingsniveau van de 35 kW/m2 of juist daarbuiten). Traject B Voor traject B geldt dat in de toekomstige situatie ter hoogte van het sportpark Telgtereng (blok B71) sprake is van een maximaal GR (f/OW) van 0,76. Als gevolg van de uitbreiding van het tuincentrum neemt het maximale GR toe tot 0,89. Dit betekent dat de mogelijkheden voor verdere uitbreidingen beperkt zijn, aangezien de gemeente de oriënterende waarde als besliscriterium hanteert voor het toestaan van verdere uitbreidingen. Uit nadere analyse van de resultaten (zie bijlage 2) blijkt echter dat er in de berekeningen geen verblijftijdcorrectie heeft plaatsgevonden op grond waarvan sprake is van een overschatting van het berekende risico. Het toepassen van de werkelijke aanwezigheidsduur resulteert voor het maximale GR in een waarde van 0,24 (i.p.v. 0,76). Inclusief uitbreiding van het tuincentrum neemt het GR daardoor toe tot een waarde van 0,35. Dit betekent dat er nog de nodige ruimte is voor verdere ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld voor bungalowpark Doppenberg (zie bijlage 2). Echter, het hangt daarbij uiteraard wel af van de omvang van de uitbreiding en de locatie hiervan ten opzichte van de transportleiding (binnen danwei buiten de afstand tot een warmtestralingsniveau van de 35 kW/m2). Traject C Voor traject C geldt dat het maximale GR (f/OW) neerkomt op een waarde van 0,24. Dat betekent dat er uitgaande van de oriënterende waarde nog de nodige ruimte is voor verdere ruimtelijke ontwikkelingen, rekening houdend met de omvang en locatie van eventuele verdere ontwikkelingen. Traject D Voor traject D geldt dat het maximale GR neerkomt op 0,80. Uitgaande van de oriënterende waarde als besliscriterium voor eventuele verdere ruimtelijke ontwikkelingen betekent dit dat de beschikbare EV ruimte hiervoor beperkt is. Uit de berekeningen van de Gasunie is afgeleid dat de hoogte van het maximale GR wordt bepaald door blok D25. Het betreft hierbij een kerk waar voor de dagsituatie is uitgegaan van 600 aanwezigen. Net als voor het sportterrein (zie traject B) geldt dat deze personen slechts gedurende een deel van de tijd aanwezig zullen zijn, waardoor dient te worden gecorrigeerd voor de werkelijke aanwezigheidsduur. Dit betekent dat er zeker nog ruimte is voor verdere ontwikkelingen rekening houdend met de omvang en de locatie hiervan. Traject E Voor traject E geldt dat het maximale GR (f/OW) neerkomt op een waarde van 0,02. Dit betekent dat er nog alle ruimte is voor verdere ruimtelijke ontwikkelingen, rekening houdend met de omvang en de locatie hiervan (vindt uitbreiding plaats binnen het warmtestralingsniveau van 35 kW/m2 of juist daarbuiten). Traject F Voor traject F geldt dat het maximale GR neerkomt op 0,00. Dit betekent dat er nog alle ruimte is voor verdere ruimtelijke ontwikkelingen, rekening houdend met de omvang en de locatie hiervan (vindt uitbreiding plaats binnen het warmtestralingsniveau van 35 kW/m2 of juist daarbuiten).
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 31 van 38
Traject G Voor traject G geldt dat het maximale GR neerkomt op 0,00. Dat betekent dat er nog de nodigde ruimte is voor verdere ruimtelijke ontwikkelingen, rekening houdend met de omvang en de locatie hiervan (vindt uitbreiding plaats binnen het warmtestralingsniveau van 35 kW/m2 of juist daarbuiten).
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 32 van 38
Conclusie In verband met een aantal ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente Ermelo die mogelijk interveniëren met de invloedsgebieden van een aantal reeds aanwezige risicobronnen (waaronder de modaliteit weg, modaliteit spoor, LPG tankstation, munitiedepot en aardgastransportleidingen), is in opdracht van de gemeente door Tebodin een inventarisatie uitgevoerd. Voor elk van de bovengenoemde risicobronnen is een beschrijving gegeven van de risico's (GR, PR) in de huidige situatie. Tevens is gekeken naar de geplande bebouwing in de directe omgeving van deze risicobronnen en is gekeken naar de invloed van deze geplande nieuwbouw op de hoogte van het risico. Op basis van de inventarisatie zijn voor de verschillende risicobronnen de volgende conclusies getrokken: Modaliteit weg (waaronder de A28, N302, N303); Voor geen van de hier genoemde wegen is sprake van een PR 10"6 /jaar contour zodat er geen directe beperkingen gelden voor eventuele ruimtelijke plannen ten aanzien van het plaatsgebonden risico. Berekend is verder dat uitgaande van de huidige bevolkingsgegevens sprake dient te zijn van een onrealistische toename van de transportintensiteit om te resulteren in een PR 10'6 /jaar contour. Ten aanzien van het GR geldt verder dat er geen overschrijding van de oriënterende waarde te verwachten is; de daarvoor theoretisch vereiste bevolkingsdichtheden (op basis van de huidige transportintensiteiten) zijn niet realistisch. Modaliteit spoor, Voor de spoorlijn Amersfoort - Zwolle is geen sprake van een PR 10 6 /jaar contour op basis waarvan er geen directe beperkingen gelden voor eventuele ruimtelijke plannen ten aanzien van het plaatsgebonden risico. Om in de huidige te resulteren in een PR 10'6 /jaar contour ter hoogte van de kwetsbare objecten langs het spoor dient sprake te zijn van een significante toename van het aantal transporten (minimaal een factor 19). Vanwege de geplande Hanzelijn wordt juist verwacht dat sprake zal zijn van een afname van het vervoer over de spoorlijn Amersfoort - Zwolle. Voor het GR is geconcludeerd dat reeds bij een dichtheid groter dan 66 p/ha er sprake is van een overschrijding van het GR. Omdat de uitgangspunten voor deze berekening nogal wat onzekerheden bevatten is aanbevolen om bij toekomstige ontwikkelingen langs het spoor in meer detail naar het groepsrisico te gaan kijken. LPG tankstation; Voor het LPG tankstation Maas Hop is geconstateerd dat in de toekomstige situatie niet wordt voldaan aan de geldende normen zoals opgenomen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), ook niet wanneer rekening wordt gehouden met de implementatie van de risicoreducerende maatregelen uit het LPG convenant. Het station zal daarom worden gesaneerd. Munitiedepot Generaal spoor kazerne; Op basis van de afstand van de huidige bebouwing ten opzichte van het depot en de daarvoor gedefinieerde veiligheidsafstanden worden ten aanzien van de externe veiligheid geen problemen verwacht. Echter, er is op dit moment geen QRA uitgevoerd (volgens de risicokaart is er wel een QRA plicht) op grond waarvan deze veronderstelling niet kan worden getoetst. Hoge druk aardgastransportleidingen; Voor de aardgastransportleidingen (aangeduid als A t/m G) geldt dat de PR 10"6 /jaar contour zich op de leiding bevindt, op basis waarvan er geen directe beperkingen gelden voor eventuele ruimtelijke plannen ten aanzien van het plaatsgebonden risico. Ten aanzien van het groepsrisico geldt dat op traject A ter hoogte van de kilometersectie met daarin camping de Hanenburg geen verdere ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn vanwege het feit dat het maximale GR (f/OW) de oriënterende waarde reeds met een factor 3 overschrijdt. Voor het resterende deel van traject A en de overige trajecten B t/M G geldt dat er nog wel ruimte is voor eventuele ruimtelijke plannen waarbij het wel afhangt van de omvang van het plan en de locatie ten opzichte van de aardgastransportleiding (wel of niet Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 33 van 38
binnen de 35 kW/m 2 die wordt veroorzaakt door een fakkelbrand die het gevolg is van het ongewenst vrijkomen van gas vanuit de leiding).
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 34 van 38
Referentie [1]
Tellingen & telmethodiek vervoer gevaarlijke stoffen op de weg (inclusief evaluatie) 2005-2008 Internet: http://www.riikswaterstaat.nl/dvs/themas/veiliqheid/extren/publicaties/
[2]
Risicoatlas wegtransport gevaarlijke stoffen AVIV rapport, 24 maart 2003
[3]
RBMII versie 1.2.1 build 222, dd.05-05-2008
[4]
Analyse externe veiligheid Heidelaan Ermelo Arcadis rapport, 6 februari 2007 incl. beperkte bijwerking dd. 28 maart 2008
[5]
Risicoatlas spoor Vervoer van gevaarlijke stoffen over de vrije baan DHV rapport, dossier R2335-69.001 dd. 13 juni 2001
[6]
Externe veiligheidsstudie tankstation Maas Hop in de gemeente Ermelo Tebodin rapport, document nummer 3318001 dd. 16 juli 2008
[7]
Nota van Houwelingen betreffende zonering en externe veiligheid rond munitie-opslagplaatsen Referentienummer D86/044/13441 dd. 12 april 1988 Internet: http://mpbundels.mindef.nl/40 serie/40 21/40 21 b1.htm
[8]
Plaatsgebonden risicoberekeningen gastransportleidingen binnen en buiten het ontwerpbestemmingsplan "Ermelo-West" Brief Gasunie, kenmerk TAJO 08.B.1840 dd. 20 maart 2008
[9]
Risicoberekeningen gastransportleidingen A-510-KR-048 t/m 051-1, A-510-KR-051-2 t/m 053-2, N-75020-KR-077 t/m 082, N-750-20-KR-082 t/m 085, N-570-20-KR-085 t/m 087, N-570-28-KR-001 t/m 002 en N-570-45-KR-001 t/m 002 Memorandum Gasunie, kenmerk DEI 2008.M.0783 dd. 21 november 2008
[10]
Risicoberekeningen gastransportleidingen A-510-KR-046 t/m 051-1, A-510-KR-051-2 t/m 053-2, N75020-KR-082 t/m 085, N-570-20-KR-086 t/m 088 Memorandum Gasunie, kenmerk DEI 2009.M.0287 dd. 24 maart 2009
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 35 van 38
Bijlage 1
Toelichting stofcategorieën modaliteit weg en spoor
Met betrekking tot de stofcategorieën wordt onderscheid gemaakt in de modaliteit weg en spoor. Modaliteit weg De aanduiding voor de stofcategorie bestaat uit een tweetal letters en een cijfer. De eerste letter geeft de fase van de stof weer (L = vloeistof, G = gas) terwijl de tweede letter een indicatie geeft voor de aard van de stof (F = brandbaar, T = toxisch). Het cijfer duidt het risico van de stof aan. Daarbij geldt hoe hoger het cijfer, hoe groter het gevaar (voorbeeld: LF2 is dus een brandbare vloeistof die gevaarlijker is dan LF1 vanwege een lager vlampunt). In onderstaande tabel zijn de verschillende in het rapport gehanteerde aanduidingen weergegeven. Tevens is daarbij de voorbeeldstof die in het risicoprogramma RBMM wordt gebruikt aangegeven. Tabel B1-1 Stofcategorie LF1 LF2 LT1 LT2 GF3
Toelichting stofcategorieën modaliteit weg Betreft Brandbare vloeistoffen, vlampunt hoger dan 23 °C Brandbare vloeistoffen, vlampunt lager dan 23 °C Toxische vloeistof Toxische vloeistof Brandbaar gas, kritische temperatuur tussen 20 en 127 °C
Voorbeeldstof Nonaan n-Pentaan Acrylonitril Salpeterzuur Propaan
Modaliteit spoor Voor de modaliteit spoor wordt een enigszins andere aanduiding van stofcategorieën gebruikt. Deze aanduiding bestaat uit een letter, al dan niet gevolgd door een cijfer. In onderstaande tabel worden de verschillende categorieën nader toegelicht. Tabel B1-2 Stofcategorie A B2 B3 C3 D3 D4
Toelichting stofcategorieën modaliteit spoor Betreft Brandbaar gas, onder druk tot vloeistof verdicht Toxisch gas, onder druk tot vloeistof verdicht Zeer toxisch gas, onder druk tot vloeistof verdicht Zeer brandbare vloeistoffen Toxische vloeistof Zeer toxische vloeistof
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Voorbeeldstof LPG
Ammoniak Chloor Hexaan Acrylonitril Waterstoffluoride
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 36 van 38
Bijlage 2
Memo GR berekeningen Telgtereng
1. Inleiding In het kader van de risicoanalyse voor de aardgastransportleidingen is gekeken naar de toename van het groepsrisico als gevolg van de ontwikkeling van sportpark Telgtereng. In deze memo wordt ingegaan op de gehanteerde uitgangspunten en zal tevens nader worden ingegaan op de berekende effecten. 2. Uitgangspunten berekeningen Algemeen Sportpark Telgtereng wordt aangeduid als blok 'B71' en ligt binnen het invloedsgebied van een tweetal aardgastransportleidingen, te weten: 1. Transportleiding A-510-KR-051 -2 t/m 053-2 (aangeduid als traject B); Voor dit traject geldt dat de afstand tot 10 kW/m2 (1% letaliteit ) overeenkomst met 430 meter terwijl de afstand tot een warmtestralingsniveau van 35 kW/m2 (100 % letaliteit) overeenkomt met 180 meter. 2. Transportleiding AN-570-20-KR—082 t/m 085 (aangeduid als traject D). Voor dit traject geldt dat de afstand tot 10 kW/m2 (1% letaliteit) overeenkomst met 140 meter terwijl de afstand tot een warmtestralingsniveau van 35 kW/m2 (100% letaliteit) overeenkomt met 70 meter. De minimale afstand van het sportpark tot traject B bedraagt 0 meter (= aangrenzend), de maximale afstand bedraagt 270 meter. Voortraject D bedragen deze waarden 100 respectievelijk 600 meter. In onderstaande tabel zijn de bovengenoemde parameters samengevat. Tabel B2-1 Traject
Samenvatting relevante parameters aardgastransportleidingen in relatie tot sportpark Afstand sportpark tot aardgasleiding (m) Afstand tot warmtestralingsniveau (m) 2 2 maximaal minimaal 10 kW/m 35 kW/m
B
180
430
0
270
D
70
140
100
600
Op basis van tabel B2-1 wordt geconcludeerd dat uitsluitend voor traject B een gedeelte van de aanwezige personen op het sportpark zich binnen het 100% letaliteitgebied bevindt dat wordt veroorzaakt door een loss of containment (LOC) van de aardgastransportleiding. Daarom is uitsluitend traject B relevant met betrekking tot het groepsrisico ter hoogte van het sportpark. Personendichtheden Voor het sportcomplex wordt uitgegaan van de volgende personendichtheden: Overdag: 1100 personen, 's Nachts: 300 personen Het aantal personen dat voor de dagsituatie is opgegeven is gebaseerd op het maximale aantal personen dat in het weekend aanwezig is tijdens wedstrijden van de hoofdteams. Echter, in de berekeningen wordt aangenomen dat dit aantal personen gedurende 7 dagen van de week aanwezig is gedurende de gehele dagsituatie (= 10.5 uur). In werkelijkheid zal dit aantal uitsluitend in op zaterdag en zondag aanwezig zijn gedurende maximaal zo'n 7,5 uur per dag (= periode tussen 09.00 uur en 16.30 uur). Aangenomen wordt dat buiten het weekend om Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 37 van 38
gedurende de dagsituatie geen significante aantallen personen aanwezig zullen zijn (uitsluitend vrijwilligers en jeugdleden i.v.m. een middagtraining). Op basis van de aanwezigheidsfractie kan het resultaat voor de dagsituatie daarom gecorrigeerd worden met een factor 0,2 (= 7,5/10,5 * 2 11). Het aantal personen dat voor de nachtsituatie is opgegeven is gebaseerd op het maximaal aantal personen dat op doordeweekse dagen gedurende de avonduren aan het trainen is en/of zich in de kantine ophoudt. Echter, in de berekeningen wordt aangenomen dat dit aantal personen gedurende 7 dagen van de week aanwezig is tijdens de gehele nachtperiode (= 13.5 uur). In werkelijkheid zal dit aantal personen uitsluitend op werkdagen aanwezig zijn gedurende zo'n 5 uur (= periode tussen 18.30 uur en circa 23.30 uur). Aangenomen wordt dat in het weekend gedurende de avondsituatie geen significante aantallen personen aanwezig zijn. Op basis van de aanwezigheidsfractie kan het resultaat voor de nachtsituatie daarom gecorrigeerd worden met een factor 0,26 (= 5/13,5*5/7). Overall gezien bedraagt de correctiefactor voor de aanwezigheid zo'n 0,23 (= 0,20 * 10,5 / 24 + 0,26 * 13,5 / 24). Echter, het is niet duidelijk of de fN curve op het punt van de maximale GR wordt bepaald door de dagsituatie of een combinatie tussen dag- en nachtsituatie op grond waarvan conservatief is aangenomen dat deze gebaseerd is op de dagsituatie. In dat geval bedraagt de correctiefactor voor de aanwezigheid een factor 0,2. Optreden van letselschade Voor blootstelling aan een warmtestralingniveau van minimaal 35 kW/m2 geldt dat het niet uitmaakt of personen zich binnenshuis dan wel buitenshuis bevinden. In alle gevallen wordt aangenomen dat 100% van de aanwezige personen binnen deze warmtestralingcontour komen te overlijden. Voor blootstelling aan een warmtestralingsniveau van minder dan 35 kW/m2 geldt dat uitsluitend voor personen die zich buitenshuis bevinden letsel optreedt als gevolg van deze blootstelling. Personen die zich binnenshuis bevinden worden verondersteld veilig te zijn. Bij de uitgangspunten voor de risicoberekeningen is niet specifiek aangegeven dat de aanwezige personen zich binnenshuis dan wel buitenshuis bevinden. Dit betekent dat gerekend is met de standaard waarden (overdag 7 % buitenshuis, 's avonds/'s nachts 1%). Ten aanzien van het gedeelte van het sportpark dat zich buiten het warmtestralingsniveau van 35 kW/m2 bevindt (afstand tussen 180 en 270 meter gezien vanaf de leiding), geldt dat dit resulteert in een onderschatting van het risico. Immers, deze personen worden nu geacht beschermd te zijn door verblijf binnenshuis, terwijl deze personen in werkelijkheid zich buitenshuis bevinden. Uitgaande van een gelijke verdeling van de aanwezige personen over het complex geldt dat zich in totaal gedurende de dagsituatie zo'n 733 personen (=180/270 * 1100) binnen de warmtestralingcontour van 35 kW/m2 bevinden waardoor het niet uit maakt of deze personen zich binnenshuis bevinden dan wel buitenshuis. Van de overige 367 personen (= 1100 - 733) zal op basis van blootstelling aan het warmtestralingsniveau het letaliteitpercentage worden berekend. Daarbij geldt dat voor het groepsrisico rekening wordt gehouden met de beschermende werking van kleding waardoor de kans op letaliteit met een factor 7 wordt gereduceerd. Dat betekent dat slechts zo'n 14% van deze personen letaal wordt getroffen. Dit komt overeen met 51 personen. Daarbij dient te worden gerealiseerd dat buiten de 35 kW/m2 het warmtestralingsniveau snel zal afnemen waardoor het werkelijke aantal personen dat als gevolg van blootstelling aan een warmtestralingsniveau van minder dan 35 kW/m2 komt te overlijden kleiner zal zijn dan 51. Geconcludeerd wordt dus dat het potentiële aantal personen dat komt te overlijden als gevolg van de blootstelling aan een warmtestralingsniveau van minder
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer: 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 38 van 38
dan 35 kW/m (maximaal 51 personen) niet significant bijdraagt aan het totale aantal personen dat potentieel komt te overlijden (minimaal 733 personen). Dit betekent dat het gehanteerde uitgangspunt ten aanzien van het verblijf binnenshuis/buitenshuis geen significante invloed heeft op het berekende groepsrisico.
3. Resultaten Gasunie Uit de berekeningen van de Gasunie blijkt dat door de ontwikkeling van het sportpark het maximale groepsrisico (= f/OW) toeneemt van een factor 0,11 tot een factor 0,76 (toename van het maximale groepsrisico bedraagt 0,65). Indien rekening wordt gehouden met de correctie voor de werkelijke aanwezigheidsduur dan dient de toename van het GR hiervoor te worden gecorrigeerd. Uitgaande van een correctiefactor van 0,2 bedraagt de toename van het maximale groepsrisico 0,13 (= 0,65*0,2). Dit betekent dat de ontwikkeling van het sportpark resulteert in een maximaal groepsrisico van 0,24 (= 0,11 + 0,13). Uitbreiding tuincentrum na ontwikkeling sportpark Uit de berekening van de Gasunie blijkt dat als gevolg van de uitbreiding van het tuincentrum het groepsrisico langs ter traject verder toeneemt van 0,76 tot 0,89. Echter in deze toename is evenmin rekening gehouden met de correctie van de aanwezigheidsuur op het sportcomplex. De werkelijke toename van het maximale groepsrisico als gevolg van de uitbreiding van het tuincentrum bedraagt 0,13 (= 0,89 - 0,76). Dat betekent dat uitgaande van de gecorrigeerde aanwezigheid op het sportcomplex de toename van het groepsrisico door de ontwikkeling van het tuincentrum neerkomt op 0,37 (= 0,24 + 0,13). Verdere ontwikkelingen De gemeente Ermelo geeft aan dat naast de ontwikkeling van het sportpark en de uitbreiding van het tuincentrum er mogelijk nog gedacht wordt aan andere ontwikkelingen op dit gedeelte langs de aardgastransportleiding, te weten de uitbreiding van bungalowpark de Doppenberg. Uitgaande van de oriënterende waarde als besliscriterium geldt dat hier nog de nodige ruimte voor is. Echter, het hangt daarbij uiteraard wel af van de omvang van de uitbreiding en de locatie hiervan ten opzichte van de transportleiding (met name of de uitbreiding plaatsvindt binnen de afstand tot een warmtestralingsniveau van de 35 kW/m2 of juist daarbuiten).
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermelo
Tebodin Netherlands B.V. Ordernummer: 39149 Documentnummer. 3318001
TEBODIN Consultants & Engineers
Revisie: 2 Datum: 15 mei 2009 Pagina: 2 van 38
2
15-05-2009
Eindrapport
S. Elbers
Iff
A. Nijenhuis
1
21-04-2009
Concept eindrapportage
S. Elbers
\\
A. Nijenhuis A. Nijenhuis Gecontroleerd
0
25-08-2008
Voortgangsrapportage
S. Elbers
Wijz.
Datum
Omschrijving
Opsteller
© Copyright Tebodin Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever.
Inventarisatie risicobronnen gemeente Ermeio