tipsenadvies-eenmanszaken.be
Veertiendaagse belastingadviezen voor wie een eenmanszaak heeft
■■
Actualiteit
Te veel btw bij verkoop auto, wat dan?
3° jaargang - nummer 9
Bij de verkoop van een auto moet u nu in bepaalde gevallen zoals bekend slechts btw aanrekenen op 50%. Wat als u toch 100% aangerekend heeft?
21 augustus 2013 Verschijnt niet in juli
In dit nummer... Auto • Te veel btw bij verkoop auto, wat dan? . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Kort & bondig • Gesplitste aankoop weer oké? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Advocaten en btw: van belang? . . . . . . . . . . . . . . . . • Wat met tankbonnetjes op vakantie? . . . . . . . . . . . . . . . . . . • Btw-drempel toch niet naar € 25.000? . . . . . . . . . . . . . . . . . .
AUTO - BTW
2 2 2 2
Erven en schenken • Nooit die vervelende drie jaar bij een Belgische notaris? . . . . . 3 Aftrekbare kosten • Een factuur van vorig jaar in de kosten steken? . . . . . . . . . . . 4 Sociaal statuut • Inkomsten 2012 nog van tel voor uw sociale bijdragen? . . . . 5 Onroerend goed • Samen gekocht, samen afschrijven... Of maar deels? . . 6 Erven en schenken • Schenk niet te vlug iets aan uw gehuwd kind… . . . . . . . . . . 7 Auto • Kilometervergoeding gestegen sinds 1 juli! . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Roerende inkomsten • Tak 23 weer (fiscaal) populair? . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Uw adviesbrief online Snel adviezen zoeken... printen... toepassen...
tipsenadvies-eenmanszaken.be Afgiftekantoor 2800 Mechelen Mail - P 912 451
Wanneer slechts btw aanrekenen op de helft? Kortweg, als de btw bij aankoop bij uzelf slechts beperkt aftrekbaar was. In principe is dat dus sowieso het geval als het gaat om een gewone personenwagen, want daarop is de btw maximaal voor 50% recupereerbaar. Gaat het echter om een camionette die u voor 100% beroepsmatig gebruikt, dan is er geen btw-aftrekbeperking. In dat geval zal u dus steeds btw moeten aanrekenen op 100% van de verkoopprijs. Let op! Heeft u destijds bij de aankoop geen btw kunnen recupereren omdat het een zgn. margeauto was of omdat u hem gekocht heeft van een particulier, dan is uw btw-aftrek niet beperkt geweest. U had immers geen btw-aftrek. Bij de verkoop moet u dan steeds btw aanrekenen op 100%. In de praktijk dikwijls één globale vraagprijs. Daar loopt het inderdaad dikwijls mis. U zet uw auto bv. te koop voor € 10.000 en pas als u een koper heeft, maakt u een factuur op waarop u de prijs zonder btw vermeldt en daarnaast de verschuldigde btw. Het gevolg is dat als u btw aanrekent op 100% van de prijs, terwijl u btw had mogen aan rekenen op 50%, u dan uiteraard in uw eigen vel snijdt. U moet dan immers te veel btw doorstorten en de koper zal u dat wellicht niet vrijwillig bijpassen. Voorbeeld. U rekent per vergissing btw aan op de volledige prijs. Uw factuur vermeldt dan € 8.264,46 + 21% btw of € 1.735,54 = € 10.000. Die € 1.735,54 moet u uiteraard afgeven aan de Btw en bent u kwijt. Had u btw aangerekend op 50% van de prijs, dan had uw factuur er als volgt uitgezien: € 9.049,77 + € 950,23 btw (€ 9.049,77 / 2 x 21%) = € 10.000. U moet nu dus € 785,31 minder btw doorstorten, lees: u houdt er zelf netto eenzelfde bedrag méér aan over. Creditnota opmaken? Dat kan in feite alleen als de koper daarmee instemt. Het punt is nl. dat uw factuur waarop u btw aangerekend heeft op 100% van de prijs, btw-technisch gezien correct is én de koper in het voorkomende geval dus ook recht geeft op aftrek van die btw. Het spreekt voor zich dat een btw-plichtige koper uw factuur dus niet zomaar gecorrigeerd wil zien. Bij een koper-particulier gaat die vlieger wellicht wel op.
Omdat uw factuur btw-technisch in orde is, kan een creditnota alleen als de koper ze aanvaardt. Is deze zelf echter btw-plichtig, dan is dat nadelig voor hem. Voor een klant-particulier is zo’n creditnota geen probleem.
Kort en bondig
■■
ERVEN EN SCHENKEN
■■
AUTO - BRANDSTOFKOSTEN
Gesplitste aankoop weer oké?
Wat met tankbonnetjes op vakantie?
Wat? De gesplitste aankoop van een pand door ouders en kinderen is een techniek om successierechten te besparen. Vaak krijgen de kinderen het geld voor de aankoop van de blote eigendom vooraf door de ouders geschonken. Fiscus deed moeilijk. Enkele maanden geleden besliste de fiscus dat hij vanaf 01.09.2013 zo’n voorafgaande schenking onder vuur zou nemen. Als gevolg van alle commotie hierrond, liet de minister de zaak opnieuw onderzoeken. Goed nieuws. Uit een recente beslissing blijkt nu dat de voorafgaande schenking toch geen probleem is wanneer er op de schenking schenkingsrechten betaald zijn, ofwel wanneer het duidelijk is dat de kinderen vrij over de schenking kunnen beschikken of m.a.w. als de schenking niet specifiek bestemd is om de blote eigendom te kopen.
Voor € 70 getankt, hoeveel aftrekbaar? Brandstofkosten zijn maar voor 75% aftrekbaar. De aftrek is dus hoe dan ook beperkt tot € 52,50, maar dat is nog niet alles... Verhouding privé/beroepsmatig! Dat komt er inderdaad ook altijd bij. Gebruikt u uw auto voor 60% beroepsmatig en voor 40% privé, dan geldt dat uiteraard ook voor uw tankkosten. Van die € 52,50 moet er m.a.w. nog eens 40% af, zodat er nog slechts € 31,50 aftrekbaar overblijft! Alle tankbeurten nemen? In principe wel, ja. U telt alle tankbeurten op en neemt daar dan in ons voorbeeld 60% van om die vervolgens te beperken tot 75%. Ook uw tankbeurten in het buitenland mag u dus meetellen, want die zitten al mee in het privédeel van 40% dat u moet laten vallen... Wel mee opletten! Bent u op vakantie helemaal naar het zuiden van Spanje gereden en terug, dan tikken uw privékilometers uiteraard aardig aan. Zorg er m.a.w. voor dat uw verhouding 60%/40% door het inbrengen van die buitenlandse tank kosten niet herbekeken wordt.
Een schenking door de ouders aan hun kinderen vóór de gesplitste aankoop is doorgaans dan toch geen probleem. Eind goed, al goed dus...
■■
BTW - VARIA
Advocaten en btw: van belang?
Een autovakantie verhoogt het aantal privékilometers. Buitenlandse tankbeurten kunnen het percentage beroepsgebruik van uw auto dus doen dalen.
Vanaf 1 januari 2014. Volgend jaar is het inderdaad zover. Advocaten worden dan net zoals andere zelfstandigen btw-plichtig en zullen 21% btw moeten aanrekenen op hun erelonen. Lap, nog wat duurder? Ja en neen, het hangt ervan af waarvoor u een beroep doet op een advocaat. Is de zaak waarover het gaat beroepsmatig (bv. slechte betaler die u voor de rechter sleept), dan zijn dat voor u aftrekbare kosten én is die 21% btw recupereerbaar. Het kost u dan niet méér dan nu, alleen moet u die 21% wel voorfinancieren. Privézaken effectief duurder? Jawel, zij het pas na Nieuwjaar. Al wat u dit jaar nog betaalt aan uw advocaat, ontsnapt er dus nog aan. Betaalt u in 2013 nog een provisie voor een zaak die in 2014 voorkomt, dan is dat m.a.w. nog zonder btw.
Voor de zgn. kleine ondernemingen. Dat is al wie op jaarbasis thans een omzet behaalt excl. btw van niet meer dan € 5.580. Er moet dan geen btw aangerekend worden, maar er is dan ook geen recht op aftrek. Btw-aangiftes hoeven ook niet, alleen de jaarlijkse listing is verplicht in te dienen. Wel of niet naar € 25.000? Daar is inderdaad al een tijdje sprake van én het mag ook van Europa, maar toen werd het stil. Er is nog niets gepubliceerd ter zake en naar verluidt is er ook nog weinig animo om die drempel alsnog te verhogen.
Voor beroepsmatige rechtszaken is de btw voor u aftrekbaar en maakt het dus geen verschil. Voor privé zaken betaalt u de provisies het best nog dit jaar.
De btw-drempel voor kleine ondernemingen is nog steeds € 5.580. De aangekondigde verhoging vanaf 1 januari 2014 naar € 25.000 is er nog steeds niet.
■■
BTW - VERPLICHTINGEN
Btw-drempel toch niet naar € 25.000?
21.08.2013 - 2
Snel adviezen zoeken... printen... toepassen... tipsenadvies-eenmanszaken.be
■■
ERVEN EN SCHENKEN - SCHENKINGSRECHTEN
Nooit die vervelende drie jaar bij een Belgische notaris? Wie een schenking doet voor een Belgische notaris gaat er doorgaans van uit dat alles daarmee geregeld is en dat de vervelende termijn van drie jaar niet meer speelt. Vaak is dat het geval, maar er zijn ook uitzonderingen. Welke? Schenking van roerende goederen
Schenking van onroerende goederen
In principe nooit drie jaar. Schenkt u roerende goederen via een hand- of bankgift of via een Nederlandse notaris en laat u die schenking niet vrijwillig registreren, dan moet u nog drie jaar blijven leven opdat er bij uw overlijden op de geschonken goederen ook geen successierechten meer verschuldigd zouden zijn. Bij een schenking voor een Belgische notaris speelt die termijn van drie jaar niet, maar moeten er sowieso wel schenkingsrechten betaald worden, bv. 3% tussen ouders en kinderen (in Wallonië: 3,3%).
‘Progressieve’ schenkingsrechten. De schenking van in België gelegen onroerende goederen moet altijd gebeuren voor een Belgische notaris. Er moeten in dat geval sowieso schenkingsrechten betaald worden, dus op het eerste gezicht speelt de termijn van drie jaar ook in dit geval niet. Toch is de termijn van drie jaar ook belangrijk bij onroe rende schenkingen vanwege het zgn. progressie voorbehoud of opduweffect. De schenkingsrechten op onroerende goederen zijn immers niet ‘vlak’, zoals voor roerende goederen, maar ‘opklimmend’ of ‘progressief’. Hoe hoger m.a.w. de waarde van het onroerend goed is dat u schenkt, hoe hoger de tarieven oplopen.
Opeenvolgende schenkingen. Er speelt ook geen zgn. opduweffect wanneer u binnen de drie jaar opnieuw een schenking doet. Met een Belgische notariële schenking lijkt dan ook ineens alles geregeld te zijn en moet u zich nergens nog zorgen over maken. Is dat effectief zo? Nooit problemen? Toch is het mogelijk dat men later nog problemen krijgt met de fiscus en er bijkomend successierechten geheven worden wanneer de schenker binnen de drie jaar na de Belgische notariële schenking zou overlijden. Dat kan bv. het geval zijn wanneer u aandelen of andere waardepapieren aan uw zoon of dochter geschonken heeft, maar de waarde daarvan veel te laag ingeschat heeft. Er worden dan m.a.w. schenkingsrechten betaald op een te lage waarde. Overlijdt u in dat geval binnen de drie jaar na de schenking, dan moeten er toch nog bijkomende successierechten betaald worden. Let op! Hetzelfde geldt uiteraard ook voor schenkingen via een hand- of bankgift of voor een Nederlandse notaris, die achteraf vrijwillig ge registreerd worden.
Drie jaar wel belangrijk. Om deze opklimmende tarieven te ‘doorbreken’, wordt onroerend goed in de praktijk vaak ‘in stukjes’ geschonken, waarop telkens weer het laagste tarief van toepassing is. Hier geldt echter ook een termijn van drie jaar, want schenkingen die gebeuren met een tussentijd van minder dan drie jaar moeten fiscaal gezien beschouwd worden als een en dezelfde schenking. De waarde van de eerste schenking zal dan toegevoegd worden aan de waarde van de tweede schenking om het tarief van de schenkings rechten te berekenen dat van toepassing is op de tweede schenking. Het tarief op de tweede schenking zal daardoor m.a.w. hoger liggen. Alleen voor Belgische onroerende goederen. Wat bijna niet geweten is, is dat dit zgn. opduw effect enkel speelt voor schenkingen van Belgische onroerende goederen. Een schenking van bv. een Spaans of Frans buitenverblijf valt daar dus niet onder, zodat u geen drie jaar hoeft te wachten om nadien een Belgisch onroerend goed te schenken.
Voor de schenking van correct gewaardeerde roerende goederen speelt de termijn van drie jaar nooit. Schenkt u onroerende goederen ‘in stukjes’, laat dan minstens drie jaar tussen elke schenking om een ‘opduweffect’ te vermijden. Die termijn speelt niet voor de schenking van buitenlandse onroerende goederen. 3 - 21.08.2013
Nu aan de orde
■■
AFTREKBARE KOSTEN - VARIA
Een factuur van vorig jaar in de kosten steken? U merkt per ongeluk dat u vergat om bepaalde kosten van een vorig jaar aan uw boekhouder door te geven, zodat ze ten onrechte niet afgetrokken werden. Kunt u dat nog rechtzetten en zo ja, hoe? Een recent vonnis licht toe... Wat is er gebeurd? De feiten. Een zelfstandige was vergeten om een factuur van 1996, die verkeerd geklasseerd was, dat jaar in de kosten te steken en hij wilde dit rechtzetten door de factuur dan maar in 1998 af te trekken. Bij een belastingcontrole van boekjaar 1998 kwam dit echter aan het licht en de controleur verwierp onherroepelijk (maar terecht) de aftrek omdat het geen kosten van dat jaar waren. De zelfstandige legde zich daarbij neer, maar hij wilde wel een zgn. ambtshalve ontheffing voor 1996, vermits hij toen ten onrechte te weinig kosten aftrok. De fiscus. De fiscus weigert de ontheffing toe te staan. Vermits de bezwaartermijn voor 1996 op dat moment reeds verstreken was, is zo’n ont heffing immers enkel mogelijk voor een zgn. materiële vergissing en volgens de fiscus kan hier geen sprake zijn van zo’n materiële vergissing…
Wat heeft de rechter gezegd? De rechter geeft de fiscus gelijk (rb. Luik, 16.01.2012). De aftrek van een factuur in een verkeerd jaar betreft volgens hem inderdaad geen materiële vergissing. De factuur was immers wel degelijk opgenomen in de boekhouding, zodat er geen sprake kan zijn van een vergetelheid, maar wel van een foutieve beoordeling (aftrek in een verkeerd jaar). Vermits het bijgevolg geen mate riële vergissing betreft, kan er geen ontheffing meer toegestaan worden.
Wat moet u ervan onthouden? Zelf rechtzetten? U heeft niet de keuze in welk jaar u bepaalde kosten aftrekt. Als u toch eens
vergeet om een factuur in te brengen, is het dus geen optie om dit dan maar in een volgend jaar recht te zetten. Dit betekent echter niet dat u niets meer kunt doen als u zo’n vergetelheid vaststelt. Tijdig. Als uw belastingaangifte nog niet ingediend is, bv. voor uw inkomsten van 2012, dan is er uiteraard geen probleem. U bezorgt die factuur dan gewoon zo snel mogelijk aan uw boekhouder en dat volstaat. Iets later. Is uw aangifte voor uw inkomsten van 2012 wel al ingediend, dan laat u uw boekhouder het best de controleur contacteren met de vraag om de cijfers nog te wijzigen. De controleur is niet verplicht om dit te doen, maar als het duidelijk een vergetelheid betreft, is de kans groot dat hij er rekening mee houdt. Op die manier vermijdt hij immers het extra werk van een bezwaarschrift… Nog later. Als u ook uw aanslagbiljet al gekregen heeft, wat in principe het geval is voor uw inkomsten van 2011, dan zit er inderdaad niets anders op dan een bezwaarschrift in te dienen. Voor een duidelijke vergissing wordt dat normaal gezien wel ingewilligd. Belangrijk is wel dat dit binnen de zes maanden na de verzending van uw aanslag biljet gebeurt. Heeft u uw afrekening over inkomsten 2011 bv. pas gekregen op 20 juni 2013, dan heeft u (uw boekhouder) dus nog tijd tot 20 december om een bezwaarschrift in te dienen. Veel te laat. Als u pas na de bezwaartermijn vaststelt dat een factuur niet ingebracht werd, dan kunt u enkel nog een zgn. ambtshalve ontheffing vragen en die wordt hiervoor in principe niet toegestaan, hoewel hier in het verleden ook al anders over geoordeeld werd (Brussel, 29.09.2006).
De factuur ‘zomaar gewoon’ in een volgend jaar aftrekken, is niet toegelaten. Zolang de bezwaartermijn niet verstreken is, heeft u echter nog mogelijkheden om de vergissing te laten rechtzetten, bv. met een verzoek aan de controleur. 21.08.2013 - 4
Actualiteit
■■
SOCIAAL STATUUT - SOCIALE BIJDRAGEN
Inkomsten 2012 nog van tel voor uw sociale bijdragen? Vanaf 2015 zullen uw sociale bijdragen berekend worden op uw inkomsten van het jaar zelf en niet meer op deze van drie jaar terug. Zijn uw inkomsten van 2012 waarvoor nu de aangifte ingediend wordt dan niet meer van belang? Vanaf 2015 berekend op het jaar zelf! Afschaffing ‘drie jaar terug’-principe? Dat is inderdaad het grote verschil. Vanaf 2015 betaalt u sociale bijdragen op de inkomsten van het jaar zelf en niet meer op deze van drie jaar terug. Voor 2015 zullen uw sociale bijdragen dus in principe be rekend worden op uw inkomsten van 2015 en niet meer op deze van 2012.
komt de aap uit de mouw... In eerste instantie zullen die nl. berekend worden op uw inkomsten van – jawel – drie jaar terug. De voorschotten die u in de loop van 2015 zal betalen, zullen dus alsnog berekend zijn op uw inkomsten van 2012! Let op! Uw inkomsten van 2012 waarvoor nu in 2013 de belastingaangifte ingediend werd of wordt, zijn dus wel degelijk nog van belang.
Beter? Op zich zeker en vast wel. U betaalt vanaf 2015 immers in functie van uw inkomen op dat moment. U riskeert in een jaar dat het wat minder gaat m.a.w. niet langer hoge sociale lasten te moeten betalen omdat u drie jaar eerder een uitzonderlijk goed jaar had.
Het berekend voorschot als minimum? Min of meer wel, ja. U kunt de sociale kas mits de nodige bewijzen wel vragen om het te verlagen, maar als naderhand blijkt dat u finaal dan te weinig betaald zou hebben, dan zullen er u ver hogingen aangerekend worden.
Let op! Omgekeerd geldt dat natuurlijk ook. Een goed jaar vertaalt zich vanaf 2015 onmiddellijk in hogere sociale bijdragen, terwijl dat nu in principe pas drie jaar later het geval is.
Let op! Die verhogingen bedragen 3% per kwartaal, dus afhankelijk van het tijdstip van de finale herziening kan dat behoorlijk oplopen. Daarnaast zal er in zo’n geval sowieso ook nog een forfaitaire verhoging aangerekend worden van 7%. Tip. Betaalt u de voorschotten berekend op uw inkomen van drie jaar terug, dan zullen er u nooit verhogingen aangerekend worden, ook niet als nadien blijkt dat die voorschotten te laag waren.
U bent pas gestart na 01.01.2012? Dan verandert er qua bijdrageberekening in feite niets. U betaalt nu immers ook al sociale bijdragen op uw inkomen van het jaar zelf. U betaalt dan nl. in eerste instantie voorschotten of zgn. voorlopige sociale bijdragen die achteraf, als de fiscus uw inko men van dat jaar doorgegeven heeft aan de sociale kas, herzien of zgn. geregulariseerd worden.
Vanaf 2015 dus ook voorschotten! Zoals bij een starter? Jawel, het zal hetzelfde principe zijn dat gevolgd wordt. U betaalt eerst zgn. voorlopige bijdragen en zodra uw inkomen over dat jaar bekend is, krijgt u een herziening of zgn. regularisatie. Hoe worden die voorschotten berekend? Nu
Laten verlagen niet zo eenvoudig? Dat zal nog moeten blijken natuurlijk, maar daar heeft het alleszins veel van weg. Wilt u uw voorschotten in 2015 laten verlagen omdat u op dat moment veel minder werk heeft dan u in 2012 had, dan zal u dat moeten aanvragen bij de sociale kas. De sociale kas zal echter niet zomaar meegaan in uw verhaal, lees: u zal tegen dan met bewijzen op tafel moeten komen. Zo’n aanvraag zal m.a.w. beoordeeld worden en dan weet u natuurlijk nooit vooraf waar u aan toe bent.
De inkomsten van drie jaar terug zullen nog blijven dienen als basis voor de berekening van de voorschotten of de zgn. voorlopige sociale bijdragen. Uw inkomsten van 2012 blijven dus ten dele van belang voor uw sociale bijdragen van 2015, die van dit jaar voor 2016, enz. Blijf dus optimaliseren waar mogelijk. 5 - 21.08.2013
■■
ONROEREND GOED - AFSCHRIJVINGEN
Samen gekocht, samen afschrijven... Of maar deels? U bent slechts voor de helft eigenaar van het huis waarin u uw praktijk uitoefent omdat uw partner voor de andere helft eigenaar is. Mag u het beroepsmatige deel dan ook maar voor de helft afschrijven? Een arrest licht toe... Wat is er gebeurd? De feiten. Een advocaat koopt samen met zijn vriendin, met wie hij niet gehuwd is, een stuk grond om een huis op te bouwen. Hij gebruikt 1/3 (33%) van het gebouw voor zijn praktijk en bijgevolg wil hij ook een afschrijving van dat deel als beroepskosten aftrekken. Ook de kosten voor verwarming, elektriciteit, brandverzekering, enz. worden voor 33% afgetrokken als beroepskosten. De betwisting. Volgens de fiscus moet de aftrek van de kosten beperkt worden in functie van het eigendomsaandeel van de advocaat in de woning. Vermits hij en zijn partner elk voor de helft medeeigenaar zijn van het gebouw, wordt dus slechts de helft van de aftrek van 33% aanvaard.
Wat heeft de rechter gezegd? De rechter (hof van beroep Gent, 15.01.2013) bevestigt dat de advocaat zijn praktijk inderdaad slechts mag afschrijven in de mate waarin hij er eigenaar van is, zodat de fiscus de afschrijving terecht beperkt tot 50% van 1/3. Wat de kosten van de nutsvoorzieningen en de brandverzekering betreft, wijst de rechter er echter op dat deze kosten helemaal niets te maken hebben met het eigendomsrecht op het gebouw, maar enkel met het gebruik van de praktijk. Deze kosten zijn m.a.w. wel degelijk voor 1/3 aftrekbaar.
samenwoont. Als u gehuwd bent onder een gemeenschapsstelsel, geldt die beperking daaren tegen niet en kunt u dus steeds het volledige beroepsmatige deel van het gebouw afschrijven. Voorbeeld. U bent beiden voor 50% mede-eigenaar van een gebouw dat voor 30% dienst doet als praktijk. Bent u niet gehuwd, dan kunt u slechts afschrijven op 15%, terwijl u op 30% kunt afschrijven als u gehuwd bent onder het wettelijke stelsel. Tip. Als u niet onder een gemeenschapsstelsel valt en werken laat uitvoeren aan uw praktijk of woning, zorg er dan voor dat de factuur enkel op uw naam staat en dat u ook betaalt met uw beroepsmatige rekening. Op die manier kunt u het beroepsmatige deel van die werken zonder discussie voor 100% afschrijven. Let op! Méér afschrijven heeft ook een nadeel. De ‘meerwaarde’ bij een eventuele verkoop van het gebouw is immers belastbaar in de mate waarin erop afgeschreven werd.
Wat moet u ervan onthouden?
Andere kosten niet beperken. Het onderscheid in functie van ‘een gemeenschapsstelsel of niet’ is echter enkel van belang voor de afschrijving van het gebouw. Het beroepsmatige deel van de kosten voor verwarming, elektriciteit, brandverzekering, onroerende voorheffing, onderhoud, enz. moet daarentegen nooit beperkt worden in functie van het eigendomsaandeel. Deze kosten zijn dus steeds voor 100% aftrekbaar.
Afschrijving beperken. Bent u niet gehuwd, dan is het niet mogelijk om af te schrijven op het beroepsmatige deel van de woning dat eigendom is van uw partner. Dit geldt ook als u gehuwd bent met scheiding van goederen of als u wettelijk
Tip. Het beroepsmatige deel van deze kosten hoeft niet gelijk te zijn aan het beroepsgebruik van het gebouw. Als u uw praktijk bv. méér verwarmt dan uw privéwoning, kunt u ook een hoger percentage van uw energiefactuur fiscaal inbrengen.
Bent u niet gehuwd (maar samenwonend) of bent u gehuwd met scheiding van goederen, dan kunt u enkel afschrijven op uw aandeel in de eigendom (bv. voor 50%). Dit geldt echter niet voor de gebruikskosten van het gebouw, waarvan het beroepsmatige deel steeds voor 100% aftrekbaar is. 21.08.2013 - 6
Recente rechtspraak
■■
ERVEN EN SCHENKEN - VARIA
Schenk niet te vlug iets aan uw gehuwd kind… U overweegt om uw zoon een som geld te schenken. Als hij gehuwd is, kijkt u maar beter uit hoe u dat aanpakt. Een rechter deed onlangs immers een opmerkelijke uitspraak. Wat is er voor u van belang? Waarover gaat het? Uw zoon heeft geld nodig. Hij heeft bv. een woning op het oog en hij kan dus gerust een financieel steuntje in de rug gebruiken. U wilt financieel bijspringen. U overweegt dan ook om hem een deel van uw spaargeld ter beschikking te stellen. Op een spaarrekening brengt dat toch niet veel op... Via een schenking, dat is toch van hem. U gaat er misschien van uit dat wat uw kind erft en/of via een schenking in handen krijgt (bv. een som geld), van hem persoonlijk is. Zelfs als hij gehuwd is, kan zijn vrouw nadien (bv. naar aanleiding van een echtscheiding) geen aanspraak maken op een deel van dat geld. In principe is dat ook zo…
Wat vond de rechter ervan? Gehuwd volgens het wettelijke stelsel? Dat is volgens de rechter van belang. In dat geval liggen de kaarten voor u (en uw zoon) immers mogelijk anders (Brussel, 29 januari 2013). Schenking aan de een, toch aan de twee. De rechter preciseerde dat een schenking gedaan aan uw zoon op het ogenblik waarop hij (onder het wettelijke stelsel) gehuwd is, geacht wordt gedaan te zijn aan zijn gezin of, anders gezegd, aan beide echtgenoten samen. Uw geld valt dus in de gemeenschap. Zo is het. Zelfs als u niet met zoveel woorden aangeeft dat u het geld aan hen beiden schenkt, valt het bedrag dat u ter beschikking stelt toch in de gemeenschap. U kunt dat niet terugeisen. Dat is inderdaad
het probleem. Loopt het huwelijk op de klippen, dan kan uw zoon geen groter deel van de koek opeisen omdat u het geld geschonken heeft. Als ouder(s) kunt u uw schenking ook niet herroepen. U kunt dus niet een deel van uw ex-schoondochter terugeisen.
Hoe vermijdt u problemen? Dat geld is alleen voor hem. Om achteraf misverstanden te vermijden over uw (goede) bedoelingen, doet u er inderdaad goed aan om bij de schenking duidelijk te maken dat het geld wel degelijk alleen voor uw zoon bestemd is. Dat staat het best met zoveel woorden op papier, bv. in het zgn. pacte adjoint. Concreet. Zet bv. op papier dat u uw zoon verbiedt om het geld dat u aan hem schenkt in te brengen in de gemeenschap. Veel duidelijker kunt u het ‘eigen karakter’ niet in de verf zetten. Voorlopig dat geld lenen. Overweeg eventueel om het geld in eerste instantie via een lening ter beschikking te stellen. Het staat u vrij om af te spreken dat het kapitaal na verloop van een aantal jaren ineens terugbetaald moet worden. Tegen dan kunt u nog altijd zien of u die schuld kwijtscheldt (en het kapitaal dus toch schenkt). Het overwegen waard als uw zoon en zijn vrouw dan nog samen zijn… Leningscontract laten tekenen. Maak voor alle zekerheid een leningscontract op, met uw zoon en uw schoondochter als ontleners. Voorzie daarbij hoeveel interesten er betaald moeten worden. Zo is het immers duidelijk dat het om een echte lening gaat en vermijdt u dus dat de ex van uw zoon ach teraf beweert dat het in feite een schenking was.
Is uw kind gehuwd onder het wettelijke stelsel en overweegt u om hem/haar persoonlijk een schenking te doen, verduidelijk dan in de schenkingsakte of in het pacte adjoint dat het geld alleen voor hem/haar bedoeld is. Zo niet riskeert u dat een rechter achteraf oordeelt dat het toch in de gemeenschap viel. 7 - 21.08.2013
Colofon Hoofdredacteur: L. Van der Reysen Eindredacteur: L. Vossen Aan dit nummer werkten mee: Paul Fornoville Pensioenplanner Life Plan bvba Gregory Henin Fiscaal jurist SBB Accountants & Adviseurs Mike Convents Zaakvoerder Convents & Partners Jürgen Verhelst Zaakvoerder ABC Verhelst Fiduciaire Chris D’Haese Boekhouder-fiscalist Chris D’Haese Comm. V Melanie Declercq Fiscaal en boekhoudkantoor B&R Marc Govers Btw-deskundige BTW Huis Luc Jonkers Belastingconsulent Jonkers & Partners Verantwoordelijke uitgever: G. Glorieux Veldstraat 3 3370 Boutersem Uw volgende stap Modellen, tabellen, vonnissen, ... tipsenadvies-eenmanszaken.be/ download Dit is een uitgave van: Tiensesteenweg 306 3000 Leuven RPR Leuven - 0440.845.006 Abonnementen: Tel.: 016/35 99 00 - Fax: 016/35 99 35
[email protected] www.indicator.be Uw adviesbrief online: tipsenadvies-eenmanszaken.be ® is een wettelijk geregistreerd merk.
■■
AUTO - VARIA
Kilometervergoeding gestegen sinds 1 juli! Jaarlijkse indexering. Meer is dat inderdaad niet. Die indexering gebeurt elk jaar op 1 juli en dat is dus nu ook gebeurd. Voortaan ligt het bedrag op € 0,3461 per kilometer tegenover € 0,3456 voorheen. Wanneer toe te passen? Kortweg, telkens wanneer een werknemer met zijn eigen auto beroepsverplaatsingen doet. U kunt hem daarvoor dan m.a.w. belastingvrij vergoeden tegen € 0,3461 per kilometer. Let op! De fiscus aanvaardt dit wel slechts voor maximaal 24.000 kilometer per jaar, al is dat nergens wettelijk bepaald en houden ook de rechtbanken daar geen rekening mee. Mag u ook méér vergoeden? Dat mag u inderdaad, maar dan moet u effectief kunnen bewijzen dat de kostprijs per kilometer van die auto hoger ligt dan dit forfait. Houdt u zich aan het bedrag van € 0,3461 per kilometer, dan hoeft u dat niet. Let op! U moet uiteraard wel steeds kunnen bewijzen dat de kilometers die u zo belastingvrij vergoedt, effectief beroepsmatig waren. Aftrekbaar bij uzelf? Jawel, zij het niet volledig. Zo’n kilometervergoeding is nl. ook een autokost, met als gevolg dat die fiscaal slechts aftrekbaar is ten belope van 75%.
■■ Sinds 1 juli kunt u belastingvrij € 0,3461 per kilometer betalen aan uw personeel voor beroepsverplaatsingen met hun privéauto. In vennootschap kan het ook voor de beroepsverplaatsingen met uw privéauto.
■■
ROERENDE INKOMSTEN
Tak 23 weer (fiscaal) populair? Meerwaarde niet belast. Een Tak 23 is eigenlijk een beleggingsfonds verpakt in een ‘verzekeringskleedje’. De onderliggende fondsen kunnen aandelenfondsen, obligatiefondsen of gemengde fondsen (aandelen en obligaties) zijn. Tak 23-fondsen worden momenteel warm aangeprezen door verzekeraars omwille van hun fiscaal voordeel. Op de meerwaarde bij de verkoop van de meeste beleggingsfondsen (obligatiefondsen of gemengde fondsen die voor minstens 25% in vastrentende waarden beleggen) betaalt u nl. 25% rv op (het obligatiegedeelte van) de meerwaarde. De meerwaarde op een Tak 23-fonds daarentegen wordt niet belast, ook niet als u minder dan acht jaar in zo’n fonds belegd heeft. Houd de kosten in het oog. Let er echter op dat dit fiscaal voordeel niet tenietgedaan wordt door de hoge kosten. Op een Tak 23 betaalt u 2% instaptaks, 2% à 6% instapkosten en 1% à 1,60% jaarlijkse beheerskosten. Let vooral op die beheerskosten, die betaalt u immers elk jaar opnieuw en daarover kunt u ook niet onderhandelen.
■■ De meerwaarde op een Tak 23-fonds wordt niet belast. Zorg er echter voor dat dit fiscaal voordeel niet tenietgedaan wordt door de hogere instap- en beheerskosten.
Niets uit deze uitgave mag in enige vorm of op enige wijze worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Deze adviesbrief is zo zorgvuldig mogelijk samengesteld. De auteurs, de redactie en de uitgever aanvaarden echter geen aansprakelijkheid voor onjuiste of onvolledige informatie.