n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
Wat te doen bij
Grondwateroverlast n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
Grondwateroverlast? In veel gemeenten in Noord-Holland treedt vochtoverlast in woningen op. Deze overlast kan zich uiten in een muffe lucht in huis, schimmelvorming in kasten, op muren en huisraad, condensvorming bij ramen, houtrot, het loslaten van behang, het verweken van gipspleisterlagen, de aanwezigheid van ongedierte als zilvervisjes en pissebedden, enzovoort. In een vochtige omgeving gedijen schimmels en huismijt. Bij schimmels en huismijt komen allergenen vrij die invloed kunnen hebben op de gezondheid. Met name voor CARA-patiënten is het niet goed om in een vochtige woning te wonen.
Een natte kruipruimte. Geen prettig gezicht maar ook niet per definitie de oorzaak van vochtproblemen in de woning. (Stichting BouwResearch)
2
n
Wat te doen bij
n
Soms is er een relatie tussen de vochtoverlast en het grondwater. We noemen dit grondwateroverlast. Deze brochure gaat in op de volgende vragen over grondwateroverlast: Wanneer is er sprake van grondwateroverlast? Welke maatregelen kunt u nemen? En hoe moet u handelen als u vermoedt dat u te maken heeft met grondwateroverlast?
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
Wat is grondwateroverlast? Van grondwateroverlast wordt gesproken als er hinder of schade in de woning optreedt als gevolg van te hoge grondwaterstanden. Van grondwateroverlast is ook sprake als door de hoge grondwaterstand de tuin niet meer begaanbaar is of bomen niet meer goed kunnen wortelen. Vochtoverlast in de woning kan een gevolg zijn van hoge grondwaterstanden. Dit hoeft echter niet zo te zijn. Andere mogelijke oorzaken van vochtoverlast in een woning zijn: n bouwkundige gebreken, zoals: lekkage van de waterleiding, de regenpijp of de standpijp van de riolering, regendoorslag en optrekkend vocht door het ontbreken van een trasraam of stromingsdichte laag in de muur, en kieren en gaten in de vloer; n de manier waarop de woning wordt gebruikt, bijvoorbeeld: de produktie van vocht door de bewoners zelf, douchen en baden, kookvocht, planten en aquaria en het drogen van was in de woning. Grondwateroverlast is wat anders dan regenwateroverlast. Daarvan is sprake wanneer regenwater niet goed de bodem in kan dringen door de aanwezigheid van slecht doorlatende grondlagen. In dat geval kan regenwater over de slecht doorlatende lagen de kruipruimte instromen of blijven er na een flinke regenbui grote plassen in de tuin staan. Regenwateroverlast kan in combinatie met grondwateroverlast optreden, maar dit hoeft niet.
Schimmel in een meterkast die in open verbinding staat met de kruipruimte. (Stichting BouwResearch)
Grondwateroverlast
n
3
n
n
n
Hoe is grondwateroverlast te herkennen? Vochtoverlast door grondwater is vaak te herkennen aan de aanwezigheid van water in de kruipruimte. Staat er water in de kruipruimte, dan leidt dat tot een hoge luchtvochtigheid in de kruipruimte. Vochtige oppervlakken zijn een voedingsbodem voor schimmels en zwammen. Een hoge luchtvochtigheid in de kruipruimte kan dan ook leiden tot schimmelvorming in de kruipruimte en bij houten beganegrondvloeren zelfs tot houtrot. De vochtige – en vaak muffe – kruipruimtelucht kan via gaten en kieren in de begane-grondvloer de woonruimte binnenstromen. De schimmels en zwammen in de woonruimte worden in eerste instantie meestal daar aangetroffen waar leidingen vanuit de kruipruimte de woonruimte binnengaan: de meterkast en keukenkastjes. Daarnaast wordt vaak een muffe lucht in de woonruimte waargenomen als de woning enige dagen niet bewoond is geweest. Staat er water bij u in de kruipruimte, dan hoeft dit niet tot vochtoverlast in uw woning te leiden. Dit zal afhangen van de bouwkundige staat waarin de woning verkeert. Water in de kruipruimte is niet altijd grondwater. Door andere oorzaken, bijvoorbeeld een lekke waterleiding, regenpijp of standpijp van de riolering en door regenwateroverlast, kan er ook water in de kruipruimte komen. Voor bewoners is het soms moeilijk om aan te geven waarvan het water in de kruipruimte afkomstig is. Door bij een aantal buren na te vragen of zij ook last hebben van water in de kruipruimte, wordt een eerste indicatie verkregen. Bent u – eventueel met uw naaste buren – de enige met overlast, dan wordt de overlast waarschijnlijk niet
4
n
veroorzaakt door grondwater. Een andere mogelijkheid om na te gaan of er sprake is van grondwateroverlast is het graven van een gat in de tuin. Staat er in het gat water op een niveau dat ongeveer overeenkomt met de bodem van de kruipruimte of hoger, dan heeft u waarschijnlijk te maken met grondwateroverlast. Grondwateroverlast rond de woning is te herkennen door aangetaste wortelstelsels van bomen en het slecht begaanbaar zijn van tuinen en achterpaden. Dezelfde verschijnselen doen zich echter voor bij regenwateroverlast. Zakt het water duidelijk weg als er een gat in de tuin wordt gegraven, dan wordt de overlast door regenwater veroorzaakt. Blijft het water grotendeels staan, dan is er sprake van grondwateroverlast. Grondwateroverlast bij woningen met een kelder manifesteert zich veelal als water in de kelder en schade aan keldermuren. Volgens de bouwvoorschriften moet een kelder waterdicht zijn in tegenstelling tot kruipruimten waaraan deze eis niet wordt gesteld. Staat er een laag water in de kelder als gevolg van hoge grondwaterstanden, dan is er dus sprake van een bouwkundig gebrek.
Wat te doen bij
n
Wat zijn de oorzaken van grondwateroverlast? Er bestaan zeer veel oorzaken van grondwateroverlast. Bij oude wijken ontstaat de overlast veelal doordat indertijd bij het bouwen te weinig aandacht is besteed aan de ontwatering – de afvoer van grondwater uit de bodem. Tegenwoordig worden bouwterreinen meestal opgehoogd, gedraineerd en voorzien van voldoende ontwateringsmiddelen. Andere oorzaken die tot grondwateroverlast kunnen leiden zijn het inklinken van de grond, de vervanging van oude lekke rioolbuizen – die onbedoeld als drainage werkten – door waterdichte buizen, het dempen van sloten, extreme weersomstandigheden, het stopzetten van grondwateronttrekkingen en verstopping van drains. Maatregelen tegen grondwateroverlast moeten worden afgestemd op de oorzaak. Als u maatregelen wilt nemen, neemt u dan contact op met de eigenaar van de woning of de gemeente om tot een goede oplossing te komen.
Welke maatregelen kunt u nemen? Als er in uw woning sprake is van vochtoverlast maar deze wordt niet veroorzaakt door grondwater- of regenwateroverlast, dan moet de oplossing gezocht worden in een bouwtechnische aanpak. Verwacht hierbij niet op korte termijn wonderen van de maatregelen. In een vochtige woning zit namelijk zoveel water dat het 1 à 2 jaar kan duren voor de woning droog is. Door het extra ventileren van de woning in de zomer – door ramen open te zetten – wordt dit
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
proces versneld. Eventueel kunt u tijdelijk een bouwdroger installeren. Regenwateroverlast kunt u aan pakken door de slecht doorlatende lagen te doorbreken. Dat kan door het omspitten van de tuin of door het aanbrengen van enkele verticale zand- of grindpaaltjes (met zand en grind gevulde putten) in de tuin. Hierdoor kan het regenwater wegzakken. In het geval van grondwateroverlast zijn er voor woningen met een kruipruimte in principe vijf oplossingsrichtingen. 1 Het leggen van folie op de bodem van de kruipruimte. 2 Het dichten van gaten en kieren in de beganegrondvloer. 3 Het verbeteren van de ventilatie van de woonruimte. 4 Het leggen van drainage. 5 Het aanvullen van de kruipruimte met zand. De eerste drie maatregelen zijn bouwtechnische maatregelen, de vierde is een grondwatertechnische maatregel. De vijfde maatregel kan alleen bij een diepe kruipruimte. Het is mogelijk dat de overlast opgeheven kan worden door slechts één van de bovenstaande maatregelen te nemen. Soms zal echter een combinatie van maatregelen moeten worden genomen.
Grondwateroverlast
n
5
n
n
n
1 Het leggen van folie Door het leggen van een folie op de bodem van de kruipruimte wordt het verdampen van water tegengegaan. Er zijn verschillende soorten folies op de markt verkrijgbaar, die speciaal zijn ontwikkeld voor toepassing in kruipruimten. Er zijn drijvende, nietdrijvende en warmte-isolerende folies. Staat er in de kruipruimte een flinke laag water, dan moet een drijvende folie genomen worden. Bij een kleine hoeveelheid water volstaat een niet-drijvende folie. Er zijn ook dikkere folies die tevens een warmteisolerende functie hebben. De resultaten die met de verschillende soorten folie worden verkregen zijn vaak afdoende. Het leggen van folies in een kruipruimte is een specialisme. Om een goed resultaat te krijgen moet het
6
n
materiaal namelijk worden gelast of gelijmd. Aanbevolen wordt dan ook om het leggen van een folie door een vakman te laten doen. Vraag in zo’n geval altijd om garantie. 2 Het dichten van gaten en kieren Het afdichten van gaten en kieren in de beganegrondvloer voorkomt dat vochtige lucht van de kruipruimte naar de woonruimte stroomt. Ook dit is een specialistisch karwei. Meestal worden de gaten en kieren afgedicht met PUR-schuim. De laatste jaren zijn hiervan soorten ontwikkeld die goed hechten op natte oppervlakken. Het PUR-schuim wordt aan de onderkant van de begane-grondvloer aangebracht: op de naden waar de vloerdelen op elkaar aansluiten, langs de randen van de vloer, op de plaats van het kruip-
Wat te doen bij
n
ruimteluik en op plaatsen waar leidingen door de vloeren gaan. Bij houten vloeren is deze oplossing niet geschikt en moet een folie worden gelegd om vochtige lucht te weren. 3 Het verbeteren van de ventilatie Vochtige kruipruimtelucht kan in de woonruimte overlast veroorzaken als er onvoldoende ventilatie is. In dat geval kan condensvorming op ramen optreden, zelfs bij dubbele beglazing. Dit vocht kan schimmelvorming tot gevolg hebben. Er zijn twee mogelijkheden om hieraan iets te verbeteren. 1 Het aanbrengen van ventilatieroosters in de gevel om zodoende de natuurlijke ventilatie te vergroten. 2 Het aanbrengen van mechanische ventilatie
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
waardoor lucht uit de woonruimte wordt weggezogen. Let wel: het vergroten van de ventilatie in de woonruimte helpt niet of nauwelijks als de overlast bestaat uit schimmelvorming in de meterkast of in de keukenkastjes. Ook als het met name de mufheid van de lucht is waarvan hinder wordt ervaren, is deze oplossing minder geschikt. 4 Het leggen van drainage Drainage voorkomt dat grondwater in de kruipruimte kan komen. Drainage is het meest effectief voor bestrijding van vochtoverlast in de woning als deze in een ring om de woning wordt gelegd, op een diepte van ongeveer 1,20 meter, of onder de kruipruimte. De praktijk heeft geleerd dat PVC-ribbeldrains met een
Grondwateroverlast
n
7
n
n
n
diameter van 80 mm en een omhulling van polypropyleen klasse-A goed voldoen. De drains moeten worden gelegd in een sleuf van goed doorlatend zand. Bij het ontwerp moet er rekening worden gehouden dat onderhoud gepleegd kan worden. Drainage mag uitsluitend aangelegd worden in overleg met de gemeente. Er is ten eerste afstemming nodig over de aansluiting van de drainage. In principe mag drainage namelijk niet worden aangesloten op het vuilwaterriool. Het is ook zonde om dit schone water via het riool af te voeren naar de rioolwaterzuivering. Daarnaast kan door ondeskundige aanleg schade worden veroorzaakt, bijvoorbeeld aan houten paalfunderingen of begroeiing in de omgeving. 5 Het aanvullen van de kruipruimte met zand Is de kruipruimte onder uw woning diep uitgegraven, dan kan wellicht al een afdoende oplossing worden bereikt door de kruipruimte aan te vullen met goed doorlatend grof zand. Het zand moet tot minstens 20 cm boven de hoogst voorkomende waterspiegel worden aangebracht. Boven het zand moet bij houten begane-grondvloeren nog minstens 30 cm vrije ruimte overblijven voor ventilatie. Wilt u dat de leidingen in de kruipruimte bereikbaar blijven, dan moet ten minste 60 cm vrije ruimte overblijven.
8
n
Hoe te handelen? Allereerst zult u moeten nagaan of er daadwerkelijk sprake is van grondwateroverlast. Uitgesloten moet worden dat de overlast door bouwtechnische gebreken of door regenwater wordt veroorzaakt. In het geval dat de kelder niet waterdicht is, dient de eigenaar deze waterdicht te maken. Wordt de overlast door regenwater of bouwtechnische gebreken veroorzaakt, dan dienen bouwtechnische maatregelen te worden genomen. Wellicht bestaan er mogelijkheden voor subsidie. Vermoedt u echter dat er een verband is tussen de overlast die u ervaart en grondwater, neemt u dan contact op met: 1 de huiseigenaar als u de woning huurt; 2 de gemeente als u eigenaar van de woning bent. De gemeente kan dan in overleg met alle betrokkenen plannen ontwikkelen waarbij de problemen op doelmatige wijze kunnen worden verholpen. Dit vereist maatwerk.
Wat is de taakverdeling? Het grondwaterbeheer in stedelijk gebied is wettelijk nog niet precies geregeld. Algemeen wordt door de betrokken overheden echter uitgegaan van de volgende taakverdeling. n Het waterschap is verantwoordelijk voor de afwatering – de afvoer van water via open waterlopen – en het peilbeheer. n De gemeente is verantwoordelijk voor de ontwatering van het openbaar terrein, en zorgt eventueel voor verzamel- en transportleidingen in openbaar terrein ten behoeve van
Wat te doen bij
n
n
n
n
de ontwatering van particulier terrein. De eigenaar is in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor waterhuishoudkundige maatregelen op het eigen terrein. Daarnaast is hij krachtens de Woningwet verantwoordelijk voor de bouwkundige staat van de woning. Bij nieuw te bebouwen gebied zorgt de gemeente – bijvoorbeeld via voorwaarden bij gronduitgifte – voor voldoende ontwatering van toekomstig particulier terrein. Voor registratie en vergunningen voor grondwateronttrekking is de provincie verantwoordelijk. Als u grondwater wilt onttrekken, moet u dit melden bij de provincie.
Is een eigenaar niet in staat om zelf de grondwateroverlast aan te pakken of te voorkomen, bijvoorbeeld omdat er geen mogelijkheid is om overtollig water af te voeren, dan is de gemeente het eerste aanspreekpunt. De gemeente zal de eigenaar adviseren over de te nemen maatregelen. Mogelijk kan de gemeente uw probleem niet direct aanpakken. Afhankelijk van de ernst van de situatie zal de volgorde van aanpak van de problemen worden bepaald. Hangt de overlast samen met de afwatering of met het peilbeheer van de sloten, dan zal de gemeente u doorverwijzen naar het waterschap. Hangt de overlast samen met bouwtechnische gebreken dan dient de eigenaar zelf te zoeken naar een oplossing. De gemeente kan u hierbij adviseren.
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
Wilt u meer weten over ...
n
n
n n
n
n
Grondwateroverlast
grondwateroverlast, dan kunt u het volgende rapport raadplegen: Grondwaterproblemen in de woonomgeving: oorzaken en oplossingen, A.S. Beenen, Wetenschapswinkel en Vakgroep Gezondheidstechniek & Waterbeheersing, Technische Universiteit Delft, januari 1992. maatregelen tegen vochtoverlast, dan kunt u de volgende rapporten raadplegen: Aanpak van vochtproblemen in woningen, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, november 1987. Een vochtig huis, wat doe je eraan, A.R. de Borst, Bouwcentrum Rotterdam, 1971. Vochtproblemen in bestaande woningen, R.P.J. van Hees, Stichting Bouwresearch, publicatie 265, Rotterdam, 1992. maatregelen tegen grondwateroverlast, raadpleegt u dan het volgende rapport: Maatregelen tegen grondwateroverlast, G.D. Geldof en S. Maljaars, Tauw Infra Consult, Deventer, maart 1992. taken en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen bij grondwateroverlast, raadpleeg dan: Bestrijding grondwateroverlast in stedelijke gebieden; proefproject Roosendaal, TU Delft en Heidemij Advies, 1993.
n
9
n
n
n
Aanleg van drainge rond een woning. (Hans Hooghart).
10
n
Wat te doen bij
n
n
n
n
n
n
n
n
n
Colofon Uitgave Provincie Noord-Holland Dreef 3 Postbus 123 2000 MD Haarlem tel. (023) 514 43 00/42 45 Tekst Tauw Water, Anneke de Braal Provincie Noord-Holland, Jos van Brussel Illustraties Tauw Water, Anneke de Braal Foto’s Stichting Bouwresearch Hans Hooghart Grafische verzorging Facilitair Bedrijf bureau Adiovisuele en Grafische Producties Papier Neenah environment Oplage 1.000 exemplaren
Haarlem, januari 1998
Grondwateroverlast
n
11
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
ISBN 90-5769-003-9