Personeelsmagazine Radboudumc | Jaargang 40
#8 november 2015
Leon van Halder ‘We gaan de strategie aanscherpen’ Sedatie op locatie Korte verdoving maakt behandeling minder belastend Rondvraag 70 zorgpolissen: goed of slecht?
Neonatoloog Katerina Steiner nodigt uit tot samen beslissen
Te gast in het leven van de patiënt
#8 – november 2015
Steegstraat 14, Linden
INHOUD
Valkenburgseweg 26, Nijmegen
opens up new worlds
U heeft altijd al willen ontwaken op deze plek waar de Schotse Hooglanders grazen tot aan uw achtertuin, gelegen aan en met uitzicht over de Kraaijenbergse Plassen. Nu heeft u de kans! Deze vrijstaande semibungalow met souterrain is uitermate geschikt voor een praktijk aan huis, maar biedt ook een gezin alle comfort. Met een ligging onder de rook van Nijmegen aan de A73. Woonoppervlakte 162 m2 Inhoud 792 m3 Perceeloppervlakte 707 m2
Vraagprijs: € 499.500,- k.k.
12
LEESTIP NINA LELIJ, IS ADMINISTRATIEF MEDEWERKER OP DE POLI VERLOSKUNDE & GYNAECOLOGIE. ZE TIPT HET ARTIKEL OP PAGINA 20 EN 21.
Modern gerenoveerd voormalig 4-kamer appartement met prive berging in het souterrain, gelegen in de geliefde woonomgeving ‘’Groenewoud’’ (Nijmegen Oost). Gunstig gelegen ten opzichte van de Radboud Universiteit, de ziekenhuizen en het Centrum van Nijmegen. Tevens ligt het appartement in korte nabijheid van NS station Heyendaal maar ook van de bosrijke omgeving van De Kwakkenberg/Beek Ubbergen/Berg en Dal.
Veel zorgverzekeringen: goed of slecht?
Woonoppervlakte 75 m2 Inhoud 200 m3
Vraagprijs: € 169.500,- k.k. Oranjesingel 21 6511 NM Nijmegen T (024) 360 69 00 E
[email protected] I www.beaufortmakelaars.nl
20
Kijk nu op www.beaufortmakelaars.nl
16 Goede zorg kies je zelf! De keuze van Stefania
‘Ik kies voor onze eigen UMC Zorgverzekering. Net als 60% van mijn collega’s.’ Stefania Tuinder, plastisch chirurg
Maak je keuze op www.umczorgverzekering.nl/radboudumc De zorgverzekering van universitair medische centra
ONDERZOEK – Bijna alle mannen krijgen er vroeg of laat mee te maken: prostaatkanker. Onderzoek van het Radboudumc heeft veel opgeleverd voor betere opsporing en behandeling van de ziekte. Een inventarisatie van de ontwikkelingen.
08
ZORG – In ons ziekenhuis worden er elke dag veel keuzes gemaakt, die invloed hebben op het leven van de patiënt. Hoe kun je hen ‘uitnodigen’ tot samen beslissen? Radbode maakt een ronde langs drie afdelingen.
12
INTERVIEW – De strategie van het Rad16 boudumc is robuust en hij staat. Maar die moet, zegt bestuursvoorzitter Leon van Halder, worden aangescherpt. En daarbij wil hij snelheid
maken. In gesprek met Leon over de koers die het Radboudumc volgens hem moet varen, over innovatie, over netwerken, keuzes maken en de menselijke maat.
‘Zeker twee tot drie patiënten per dag bellen onze poli met vragen over hun zorgverzekering. Wat kost een behandeling? Wordt die vergoed? Gaat het van mijn eigen risico af? Tegenwoordig kunnen we patiënten doorverwijzen naar het Informatiepunt Kosten van Zorg, daar zitten mensen klaar om die vragen te beantwoorden. Ook gebeurt het dat patiënten vaker een afspraak annuleren, omdat die van hun eigen risico af gaat. Dat is hun eigen keuze, maar ik zeg wel dat als de klachten terugkeren ze natuurlijk wel opnieuw een afspraak moeten plannen. Mensen zijn heel erg bezig met hun zorgverzekering, maar ik merk ook dat ze niet goed weten hoe alles precies zit. Doordat er steeds meer soorten zorgverzekeringen zijn gekomen, zijn er dit jaar veel meer vragen dan daarvoor. Ik ben benieuwd hoe zorgverleners in de praktijk hiermee omgaan. In de Rondvraag komen vier collega’s aan het woord die hierover vertellen.’
RONDVRAAG – Zorgverzekeraars bieden wel zeventig verschillende zorgpolissen voor de basisverzekering. Keuzevrijheid volop. Maar is dat een goede ontwikkeling? Voor- en tegenstanders reageren.
20
RUBRIEKEN 04 HET GETAL 06 KORT 11 5 VRAGEN AAN 18 ZAPSERVICE
19 DE PATIËNT 22 COLLEGA'S 23 HET MOMENT 24 ACHTEROP
NINA LELIJ
3
4
personeelsmagazine radboudumc
HET GETAL
#8 – november 2015
Willem Andrée
Paul Lagro
Voor patiënten die een pijnlijke medische ingreep moeten ondergaan buiten de operatiekamer is er in het Radboudumc sinds kort “sedatie op locatie”. Door medicatietoediening onder continue bewaking worden pijn, stress en angst maximaal onderdrukt. Anesthesioloog Michiel Vaneker bouwde een speciale Mobiele Sedatie Unit en ontwikkelde meerdere specifieke scholingsprogramma’s voor alle betrokken zorgprofessionals, in een samenwerkingsverband met de Radboudumc Health Academy. Michiel: ‘Onze physician assistants zijn specifiek getraind in het zelfstandig geven van sedatie. De Mobiele Sedatie Unit is makkelijk te verplaatsen en heeft maar één vierkante meter ruimte nodig. Alle benodigdheden bevinden zich op of aan de unit.’ Voor de patiënt is diepe sedatie vergelijkbaar met narcose. Daarnaast wordt het werk voor behandelaars makkelijker omdat de patiënt beter stil ligt. Het moeten afbreken van een procedure omdat die voor de patiënt te belastend wordt, behoort hiermee tot het verleden. Michiel: ‘Tenslotte is het ook veel goedkoper, tot zestig procent besparing bij dezelfde ingreep die anders op de operatiekamer zou plaatsvinden. We hebben een Sedatiesein ingesteld - 3609 - waarmee mensen ons kunnen bereiken. Inmiddels zijn we actief op twaalf locaties bij acht specialismen voor zowel structurele als incidentele sedatiezorg.’
5
6
personeelsmagazine radboudumc
#8 – november 2015
KORT
COLUMN | ETHIEK MEDEWERKERS VAN DE SECTIE MEDISCHE ETHIEK (IQ HEALTHCARE) GEVEN EEN BESCHOUWING OVER EEN ACTUEEL ONDERWERP. DEZE KEER EVERT VAN LEEUWEN
IMPACT VAN ONDERZOEK
Kweekhuid in 3D
500 sportieve collega’s
Luchtbrug wint Achmea Quality Award Luchtbrug van de afdeling Kindergeneeskunde heeft de Achmea Quality Award 2015 gewonnen. Het is een virtuele astmakliniek, waar kinderen tussen 6 en 16 jaar vooral online zorg krijgen.
K
inderen en hun ouders
ren die meer traditionele zorg
kunnen via Luchtbrug
krijgen. Dit blijkt uit regel-
online het zorgplan
matige metingen. Ook zijn
raadplegen, informatie lezen
bezoeken aan de polikliniek
over de ziekte en behandeling
gehalveerd.
en ze kunnen direct in contact
De prijs is voor het beste idee
komen met de arts. De kinde-
of project, dat de uitkomsten
ren leren zo om met hun
van zorg meetbaar verbetert.
astma om te gaan. Hun kwali-
Aan de award is een geld-
teit van leven is hoger en hun
bedrag verbonden van 10.000
longfunctie is gelijk, soms
euro, te besteden aan de ver-
zelfs beter dan die van kinde-
dere uitvoer van het project.
Zo’n vijfhonderd sportieve collega’s lopen in het weekend van 14 en 15 november de Zevenheuvelennacht (7 kilometer) of in één van de Radboudumc-bedrijventeams de Zevenheuvelenloop (15 kilometer). Nieuwsgierig welke collega’s meelopen of wil je meer informatie, bijvoorbeeld over de omkleedfaciliteiten zondag en de afterparty? Kijk op de speciale pagina over de Zevenheuvelenloop op intranet.
Het is een spannende tijd wat informatie en privacy betreft. Dit jaar zou zeshonderd miljard gigabyte aan data door de leidingen van het internet razen. Ook in de gezondheidszorg krijgen we steeds meer data, omdat we die zelf invoeren in Epic, maar ook door bijvoorbeeld healthpatches, slimme pleisters, die ons continu kunnen registeren.
Getweet @stefanievdbosch Een maaltijd in de diensten is dat iets waar we over na kunnen denken @radboudumc? @susanlammers Arts in @radboudumc mailde gisteren uit zichzelf en belde vanavond. Met een patiënt. Dat zijn heel veel bonuspunten. @BasSchouwenberg Vandaag fantastische ontmoeting studenten GNK met patiënt van mijn poli @radboudumc mogen begeleiden. Inspirerend voor hen maar ook voor mij @MaroeskaRovers Zo trots dat onze Koningin op 12 november onze mooie nieuwe innovatieve OKs @ radboudumc komt openen, zie ook: http://www.koninklijkhuis.nl/actueel/nieuws/2015/10/19/koningin-maxima-opent-innovatieve-operatiekamers-radboudumc … @LightFry_NL Het is dinsdag. Kinderen in het @radboudumc krijgen vandaag gratis friet van de #frietfiets. #weekvandefriet @Rob_hero @radboudumc wens het fantastische team kinderartsen van @radboudumc ook sterkte. Vertrouwen in hen is onverminderd groot. @Tjar13 Now for the biggest challenge of today, the toughest question of them all... where did I leave my bike? #massivebikepark @radboudumc
Integratieontbijt 'Topinitiatief', zo reageerden lezers op Facebook: circa 150 medewerkers uit de schoonmaak schoven 8 oktober aan bij het integratieontbijt. Om te genieten van elkaars zelfgemaakte gerechten en elkaar zo beter leren kennen.
In het Radboudumc werken mensen van circa twintig verschillende nationaliteiten in de schoonmaak. ‘Samen zorgen we voor een schoon ziekenhuis, een schone omgeving,’ zo sprak Jackelien Barelds, interim unithoofd Schoonmaak, de deelnemers aan het ontbijt toe. ‘Dat verbindt ons en we werken daarin heel goed samen. Mooi om te zien hoe successen worden gedeeld als iemand bijvoorbeeld het diploma Nederlands heeft gehaald. Of hoe flexibel medewerkers tijdens de Ramadan
avonddiensten van elkaar overnemen, om medewerkers die daar aan deelnemen te ontlasten.’ Edith Suco (op foto) komt uit Angola en is bijna 13 jaar in Nederland. Ze werkt al zes jaar vanuit Asito op het OK-complex. ‘Leuk om hier zo samen te zijn’, zegt Edith. ‘Maar ook op de afdeling delen we al veel met collega’s. Over eten, school, de kinderen. En nu bijvoorbeeld over de vluchtelingen. Ik respecteer dat Nederlanders daar verschillende meningen over hebben.’
GETIPT LEVEN EN DOOD, GEZONDHEID EN ZIEKTE, WERK EN ZORG VORMEN VOOR VEEL SCHRIJVERS, ARTIESTEN, FILM- EN THEATERM AKERS EEN INSPIR ATIEBRON. IN IEDERE RADBODE LEES JE CULTUURTIPS.
Terugkijken Boek: 21 mensen – allen in de
laatste levensfase – blikken terug en kijken vooruit naar hun naderende dood. Jong en oud. Korte verhalen, foto’s zonder opsmuk en een sobere opmaak nodigen uit om stil te staan bij je eigen leven. ISBN 978902590506 4, € 29,99
Ik had je gedacht mijn kind Boek: revalidatiearts Casper van
Koppenhagen beschrijft het verlies van zijn twee zoons, die kort na hun geboorte overleden. Later bleek dat ze leden aan een uiterst zeldzaam syndroom. Ethische kwesties over kwaliteit van leven én de fasen van een rouwproces komen aan bod. Zich deels afspelend op onze afdeling Neonatologie, waar de eerste zoon heeft gelegen. ISBN 9789490217655, € 17,95
Sten Petersen
Biomedisch onderzoeker Ellen van den Bogaard deed onderzoek waarbij zij een verfijnde 3D-gekweekte huid ontwikkelde voor onderzoek naar geneesmiddelen voor huidziekten. ‘Normaal wordt huidonderzoek gedaan met een proefdiermodel’, aldus Ellen. ‘Maar de muizenhuid verschilt zeer van de mensenhuid. Ons 3D-huidmodel is bruikbaar voordat je geneesmiddelen alsnog, volgens de wet verplicht, test op muizen. We voorkomen nu onnodige experimenten met muizen.’ Ellen bewerkte voor het 3D-huidmodel menselijke huid die was verkregen na een buikwand- of borstcorrectie. In een kweekschaaltje maakte ze daarvan 3D-opperhuid, met de eigenschappen van gewone huid. Bijzonder is haar onderzoek naar teerzalf, die wordt gebruikt bij eczeem en psoriasis. Ellen loste met een 3D-huidmodel het raadsel van de werkzaamheid op. ‘Nu kunnen we de zalf verfijnen en de geur en de kleur eruit halen.’
Privacy of controle?
Is er nog sprake van privacy? Willen zorgverzekeraars in de toekomst die informatie gaan gebruiken? Je kunt deze vragen op twee manieren benaderen: met het stellen van voorwaarden van wat we nú weten of dat we géén voorwaarden stellen en met open blik kijken naar wat de gevolgen kunnen zijn van deze trend. Die eerste manier gebruikt de privacylobby, die rekening houdt met het ergste scenario. Bijvoorbeeld dat patiëntgegevens ergens op een Amerikaanse server opduiken. Die denkwijze hoor je vaker, denk aan de discussie over klonen. Moeten we bang zijn dat iemand zichzelf kloont of moeten we blij zijn met voordelen die deze techniek heeft bij stamcelonderzoek? Je loopt gevaar een te grote angst te krijgen voor iets wat er nog niet is. De andere manier van denken, stelt zich ook de voordelen voor. En vraagt zich af: wie heeft apps nodig die continu primaire functies van het lichaam controleren? Als je zo redeneert sta je open voor verandering van normen en waarden. Bij de introductie van de smartphone, waren velen terughoudend, bijna niemand wilde altijd bereikbaar zijn. Kijk hoe we daar nu over denken, maar ook wat er gedaan wordt voor mensen die niet met zo’n apparaat kunnen omgaan, zoals ouderen of mensen met een beperking. Ik pleit voor een open debat over de verhouding tussen privé en publiek, waarin we ons afvragen wat het ons gaat brengen: weegt dat op tegen de nadelen, om dat vervolgens te toetsen aan de huidige normen.
7
8
personeelsmagazine radboudumc
ONDERZOEK
#8 – november 2015
Marcel Wortel
Mannenkanker #1
betere opsporing en behandeling van prostaatkanker De prostaat is een typisch mannelijk orgaan. Vrouwen hebben hem niet. De prostaat is een klier die het prostaatvocht maakt dat samen met zaadvocht en zaadcellen sperma vormt. Een belangrijk orgaan dus. Maar met het klimmen der jaren, raakt de prostaat erg gevoelig voor het ontwikkelen van kanker. Heel snel gaat dat overigens niet. Prostaatkanker komt bijna niet voor bij mannen onder de vijftig jaar. Daar staat tegenover dat tachtig procent van de tachtigjarigen een vorm van prostaatkanker heeft. Gelukkig is dit lang niet altijd levensbedreigend. Veel mannen sterven mét de kanker, maar niet áán de kanker. Behandeling van deze milde vormen van kanker is meestal ook niet nodig. Voor 1980 was er geen goede test beschikbaar voor vroege vormen van de kanker. De ziekte kwam pas aan het licht bij uitzaaiingen in andere lichaamsdelen. De ontdekking van het prostaat-specifieke antigeen (PSA) in 1970 veranderde dat. Dit eiwit komt in verhoogde concentraties in het bloed voor als er onrust is in de prostaat. Een verhoogde PSA-waarde kan in combinatie met een echoscopisch onderzoek wijzen op kanker, waar een biopt vervolgens zekerheid over kan geven. Op die manier is de kanker veel eerder op te sporen en kan er nog op tijd ingegrepen worden.
Genen verklikken de kanker Met een verhoogde PSA-waarde weet je nog niet of er sprake is van kanker. Zeker niet als de waarde licht verhoogd is. Begin deze eeuw ontdekte het team van hoogleraar experimentele urologie Jack Schalken de basis voor zo’n
Noem een paar typische mannendingen. Bier, voetbal, barbecue? Vergeet vooral prostaatkanker niet. Bijna alle mannen krijgen er vroeg of laat mee te maken. Het is de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen. Onderzoek van het Radboudumc heeft veel opgeleverd voor betere opsporing en behandeling van de ziekte. betere test. Deze test is gebaseerd op het prostaat-specifieke gen PCA3. In tegenstelling tot PSA, is PCA3 alleen meetbaar als er prostaatkankercellen zijn. Hierdoor is het verschil tussen goedaardige prostaatziekten en prostaatkanker beter te maken. In combinatie met een PSA-test, kan deze test dus al veel pijnlijke en onnodige biopten bij mannen voorkomen. Een beperking van de PCA3-test is dat deze niet vertelt hoe ernstig de kanker is. In 2014 onderzocht promovenda Gisèle Leyten een genetische test die dat wel kan. Deze test was gebaseerd op een analyse van alle genen die actief zijn in de prostaat. Vier van deze genen bleken de ernst van de prostaatkanker goed te voorspellen, beter dan de combinatie van PSAen PCA3-tests. Gisèle Leyten: ‘Mijn inschatting is dat deze viergenentest in combinatie
met de PSA-test ruim twintigduizend onnodige prostaatbiopten per jaar kan voorkomen.’ De Radboudumc spin-off Noviogendix die de test ontwikkelde, is onlangs gekocht door het Amerikaanse bedrijf MDxHealth dat de test nu wereldwijd op de markt gaat brengen. Jack Schalken: ‘Doorontwikkeling van de tests die we hier op de campus ontwikkelden is essentieel om deze bij een grote groep patiënten te krijgen. Dat is echt de rol voor het bedrijfsleven.’
Tumor in beeld Kanker aantonen in het bloed, in de urine, of met een biopt is niet de enige mogelijkheid om prostaatkanker op te sporen. ‘Uit onze jarenlange studies blijkt dat MRI-scans de prostaattumoren heel exact in beeld kunnen
HOE ONTSTAAT PROSTAATKANKER? Wat precies de oorzaak is van prostaatkanker, is niet helemaal duidelijk. Maar een aantal zaken speelt zeker een rol. Het mannelijke geslachtshormoon testosteron heeft een duidelijke invloed op de groei van de tumor. Daarbij zijn de bekende risicofactoren voor het krijgen van kanker ook van toepassing op de prostaat: roken, veel rood vlees en zuivel eten, weinig groente eten, overgewicht, weinig beweging en een hoge bloeddruk. Daarnaast speelt erfelijkheid een rol, al is nog niet duidelijk welke genen precies zorgen voor een hogere kans op prostaatkanker.
9
10
personeelsmagazine radboudumc
#8 – november 2015
Willem Andrée
Paul Lagro
5 VRAGEN AAN IN DEZE RUBRIEK STELLEN WE PERSOONLIJKE VRAGEN AAN EEN MEDEWERKER DIE EEN RADBOUDPLUIM HEEFT ONTVANGEN.
Cijfers over prostaatkanker
10.000
64% brengen,’ zegt hoogleraar radiologie Jelle Barentsz. ‘De beeldvormende MRI-techniek maakt zichtbaar waar de tumor precies zit, waardoor je vervolgens heel gericht een biopt kunt nemen en kunt behandelen.’ Maar ook de MRI heeft zijn beperkingen. Zo blijven hele kleine uitzaaiingen van kankercellen in lymfekliertjes buiten beeld. Terwijl dat juist de bronnen kunnen zijn voor het terugkomen van de ziekte nadat een patiënt is behandeld. Sinds 2014 is er exclusief bij het Radboudumc een techniek beschikbaar waarmee de kleine kliertjes met uitzaaiingen wel zijn op te sporen. De patiënten krijgen hiervoor een speciale ijzerhoudende contrastvloeistof ingespoten. Hierin zitten minuscule bolletjes die wel in gezonde lymfekliertjes terecht komen, maar niet in die met kankercellen. Daardoor worden normale klieren zwart en blijven abnormale wit. Als je nu de achtergrond donker maakt, vallen deze kleine uitzaaiingen op als sterren aan de hemel, aldus Jelle Barentsz: ‘ Dit bespaart patiënten operaties en geeft ze betere genezingskansen.’
Hulp bij de keuze Zodra duidelijk is of iemand prostaatkanker heeft, doet zich de vraag voor wat er vervolgens moet gebeuren. Opereren of lokaal bestralen zijn de meest gekozen behandelopties. Maar als de tumor geen bedreiging gaat opleveren voor de patiënt, kan het soms beter zijn om af te wachten. Een behandeling kan immers vervelende gevolgen hebben als incontinentie, of impotentie. Welke behandeling het beste is, verschilt per patiënt. Om hen hierbij te betrekken, ontwikkelde onderzoeker Julia van Tol-Geerlink een keuzehulp. En die helpt, blijkt uit recent onderzoek. ‘Op dit moment doen we een vergelijkend onderzoek, de JIPPA-studie, naar meer keuzehulpen die bij verschillende ziekenhuizen zijn ontwik-
2.500
Heidy Pijman (42), verpleegkundige op de polikliniek van plastische chirurgie
Prostaatkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen. Jaarlijks krijgen ongeveer 10.000 mannen de diagnose. De vooruitzichten voor patiënten met prostaatkanker verbeteren. Rond 1990 was 64 procent van de patiënten vijf jaar na het krijgen van de diagnose nog in leven. Inmiddels is dat 88 procent. Per jaar sterven ongeveer 2.500 mannen aan prostaatkanker.
Nieuwste technieken Een behandeling van prostaatkanker is niet zomaar achter de rug. Een patiënt komt veel periodes tegen van onzekerheid tussen behandeling, onderzoek en uitslag. Op 12 november opent het Radboudumc MITeC; nieuwe operatiekamers waar onderzoek mogelijk is naar het verkorten van deze behandeltrajecten. Interventieradioloog Jurgen Fütterer en uroloog Michiel Sedelaar zijn een van de eersten die de mogelijkheden gaan onderzoeken voor een kortere behandeling van prostaatkanker. ‘Binnen MITeC zijn de nieuwste technieken beschikbaar, zoals de combinatie van een hybride OK en MRI. Alle behandelingen kunnen zo plaatsvinden op één locatie, terwijl de patiënt onder narcose is. Zodra we een tumor hebben weggehaald, kunnen we deze direct in de MRI bekijken. Zo weten we tijdens de operatie al of aanvullende operaties nodig zijn, of dat we gelijk moeten bestralen.’
Maar welke is de beste? Dat er onderzoek wordt gedaan naar nieuwe behandelmethoden in de operatiekamer is overigens niet vanzelfsprekend. Binnen de chirurgie is de introductie van nieuwe technieken niet gereguleerd. Een innovatie als de operatierobot is bijvoorbeeld breed omarmd door dokters en patiënten, zonder dat de vooren nadelen ervan duidelijk onderzocht zijn. Dat kan beter, volgens Maroeska Rovers, hoog-
1
Wat is het persoonlijke hoogtepunt van je loopbaan in het Radboudumc?
Bron: Nederlandse Kankerregistratie
keld. Zo kunnen we straks alle prostaatkankerpatiënten in Nederland een keuzehulp aanbieden die bewezen helpt bij het kiezen van de juiste individuele aanpak.’
‘Vaak krijg ik een knuffel en een kus’
leraar evidence-based surgery: ‘We moeten zorgen dat de keuze beter onderbouwd is. Met gebruik van evidence-based surgery komen we te weten welke behandelingen effectief zijn en welke niet. Zo kunnen dokters, patiënten en zorgverzekeraars de juiste technieken kiezen die ook nog betaalbaar en bemensbaar zijn.’
‘Zonder twijfel dat ik mijn opleiding Areola-pigmentatie mocht volgen en heb gehaald. Dat is een techniek voor het tatoeëren van de tepelhof bij vrouwen van wie na borstkanker de borst is verwijderd en daarna gereconstrueerd. Daarin wil ik de allerbeste worden.’
2 3 4
Wat is je favoriete plek in het Radboudumc en waarom?
‘De kamer waarin ik de tepels tatoeëer. Het is er heel licht én het is de plek waar ik patiënten blij kan maken. Vaak krijg ik na de laatste behandeling een knuffel en een kus. “Ik ben weer compleet”, zeggen de vrouwen vaak.’
Waar ben je trots op?
Persoonsgerichte medicatie Het Nijmeegse onderzoek naar diagnostiek, beeldvorming en behandeling van prostaatkanker heeft de afgelopen decennia veel opgeleverd voor de patiënt. Jack Schalken: ‘De gezamenlijke aanpak van onderzoek op moleculair, patiënt- en populatieniveau is hierbij essentieel. Er zijn nog veel spannende ontwikkelingen voor de toekomst. Bijvoorbeeld als het gaat om persoonsgerichte medicatie.' Want hoeveel wordt een patiënt nu eigenlijk blootgesteld aan een medicijn? Daar weten we nog weinig van af. We zoeken naar moleculaire markers in het bloed die een maat geven voor de effectiviteit van een behandeling. Een andere spannende ontwikkeling is het kweken van tumoroïden in het lab, afkomstig van kankercellen van de patiënt zelf. Zo kunnen we op het eigen lichaamsweefsel testen welke effecten een medicijn heeft en welke dosis de beste is voor de patiënt. Ik denk dat deze ontwikkelingen grote bijdragen gaan leveren aan precision medicine in de toekomst.’
Reageren?
[email protected]
‘Cliché, maar écht waar: de Radboudpluim. Ik was helemaal emotioneel, moest huilen van de schrik, haha! Ik had het totaal niet aan zien komen. Ook ben ik trots op mijn werk. Als ik een tepel naboots, niet te onderscheiden van een echte, dan kan mijn dag niet meer stuk.’
Wie bewonder je?
‘Igoné de Jong, ze is eerste solist bij het Nederlands Ballet. Ik zit zelf op klassiek ballet. Maar ook Vicky Martin, een expert in mijn vakgebied. Ik heb haar op eigen kosten laten overkomen uit Engeland om van haar te leren. Ook Rinus Souisa bewonder ik: hij is ziekenhuistatoeëerder in Nederland en heeft een eigen tattooshop in centrum van Middelburg. Hij heeft mij gestimuleerd om vol voor dit vak te gaan. Hij werkt aan een medische tattooopleiding om onder meer schisiskinderen te behandelen, brandwonden in te kleuren en om littekens minder zichtbaar te maken. Ik hoop dat ik ooit die opleiding mag volgen.’
5
Welk boek ligt er op je nachtkastje?
‘Het etiquetteboek van Beatrijs Ritsema, een lekker dik boek om de wekker op te zetten, zodat ik de tijd ’s nachts kan zien… Om te lezen: Wij zijn ons brein van Dick Swaab en de Voedselzandloper van arts en wetenschapsjournalist Kris Verburgh. Hij bestudeert de rol van voeding in het verouderingsproces, dat intrigeert mij. Of ik bang ben om oud te worden? Nooit over nagedacht, haha, wie weet.’
PERSONALIA Naam: Heidy Pijman (42) Afdeling/functie: verpleegkundige op de polikliniek van plastische chirurgie Pluim verdiend op: april 2015 Omdat: Heidy is proactief en gemotiveerd, ze komt liever een uur te vroeg op het werk en staat altijd voor iedereen klaar. Momenteel stort ze zich vol op haar nieuwe uitdaging: medisch tatoeëren.
11
12
personeelsmagazine radboudumc
ZORG
Wel of geen cholesterolverlagers slikken? Thuisdialyse of dialyse in het ziekenhuis? Wel of geen nieuwe hartklep? In ons ziekenhuis worden er elke dag veel keuzes gemaakt, die invloed hebben op het leven van de patiënt. Hoe kun je patiënten ‘uitnodigen’ om dergelijke besluiten meer samen te nemen? Radbode maakte een ronde langs drie afdelingen, die er mee aan de slag zijn gegaan.
#8 – november 2015
Jannie Meussen
Eric Scholten
Patiënten uitnodigen tot
samen beslissen
OUDERS BIJ NEONATOLOGIE NEMEN DEEL AAN MULTIDISCIPLINAIR OVERLEG Ook al worden ouders bij Neonatologie betrokken bij de zorg voor hun te vroeg geboren baby, toch voelen ze zich soms machteloos en aan de zijlijn staan. Woorden van zorgverleners worden op een schaaltje gewogen, weet maatschappelijk werker Rinie van den Boogaart. Tot voor kort vertegenwoordigde zij de gevoelens van ouders, hun angsten en onzekerheden, in het multidisciplinair overleg (MDO). Nu schuiven de ouders zelf aan en hebben zij ook een stem in het beleid. Dat is uniek voor Nederland voor deze patiëntengroep.
Het gaat daarbij om ouders van kinderen die al langer dan twee weken op Neonatologie liggen, van kinderen met een complexe zorgvraag of van wie het kind gaat overlijden. Ze worden actief bij het overleg betrokken, mogen ook zelf vragen inbrengen. Ouders voelen zich hierdoor meer gehoord en serieus genomen, zo blijkt uit de pilot. Maar ze vinden het ook confronterend, om de realiteit zo scherp onder ogen te zien. ‘We nemen hen mee in ons denkproces: welke onderzoeken en behandelingen zijn er en wat zijn mogelijke gevolgen’, vertelt neonatoloog Katerina Steiner. ‘Ze beslissen mee. Als ze dat tenminste willen. Want sommigen zitten liever op de achterbank, in plaats van bijrijder te zijn. Dat moet je respecteren.’
Wij vullen te veel in Ook de zorgverleners zien het als winst. ‘Je voelt veel beter hoe ouders de zorg beleven’, zegt verpleegkundige Henriëtte KesslerWijnen. ‘Je denkt bijvoorbeeld dat ouders het
fijn vinden om op een aparte kamer te slapen, bij hun kind dat gaat overlijden. En dan hoor je opeens dat ze dat heel eng vinden. Wij hebben de natuurlijke neiging om veel voor hen in te vullen. Treffen bijvoorbeeld al voorbereidingen om een tweelingbroertje van een ernstig ziek kind ook over te plaatsen naar ons ziekenhuis, zodat ze bij elkaar liggen. En dan blijkt dat ouders dat juist liever niet willen. Of we bellen de ouders niet als een kind ’s nachts onrustig is, terwijl ze dat wél hebben gevraagd. Om hen te ontzien en omdat ze de keer daarvoor na zo’n telefoontje niet naar het ziekenhuis kwamen’, geeft Henriëtte als voorbeeld. ‘Maar ik kon die keuze toen wel zelf maken, merkte een ouder terecht op. Het is heel verfrissend, nu ouders bij het MDO zitten.’ Volgens Katerina is het wel een cultuurverandering: ‘Als arts moet je ook je kwetsbaarheid laten zien. En bijvoorbeeld met ouders in gesprek gaan over ethische dilemma’s, zoals: wat is nog kwaliteit van leven?’
SAMEN BESLISSEN
Ouders bij Neonatologie worden betrokken bij de zorg voor hun te vroeg geboren baby, toch voelen ze zich soms machteloos en aan de zijlijn staan. Daarom schuiven ze nu aan bij het MDO. Katerina Steiner (op foto): 'We nemen patiënten mee in ons denkproces.'
Waarom? Shared decision making, is een belangrijk onderdeel van persoonsgerichte zorg, een van de strategische pijlers van ons Radboudumc. Het kan onder meer leiden tot meer tevreden patiënten, een betere arts-patiëntrelatie, tot weloverwogen en verstandige keuzes, meer therapietrouw en tot minder onnodige en daarmee meer betaalbare zorg. Maar het is hard werken, volgens Glyn Elwyn, spreker tijdens de Grand Round, en coryfee op dit gebied. Patiënten vinden het lastig informatie over zichzelf te geven, zijn angstig om vragen te stellen en bang om te zeggen dat ze een andere mening hebben dan de arts.
Wat is er voor nodig? Het vraagt om samenwerking tussen patiënt en zorgverlener, bijvoorbeeld door het delen van informatie over en weer. Belangrijk is daarbij een goede vertrouwensrelatie. Patiënten, maar ook partners en naasten, ervaren drempels en het helpt als zij zich ‘uitgenodigd’ voelen om samen te beslissen. Dat vereist een goede en open communicatie. Deze vaardigheden krijgen steeds meer aandacht in de opleidingen. Ook tijd speelt een rol. De patiënt moet geen bezwaard gevoel hebben om vragen te stellen op een druk spreekuur. Het is bovendien altijd maatwerk. De patiënt mag ook zeggen: ‘Ik laat het graag aan jullie over.’ Maar dat beslis je dan ook samen.
13
14
personeelsmagazine radboudumc
#8 – november 2015
AAN DE SLAG MET: 3 GOEDE VRAGEN… Drie goede vragen om het samen besluiten met de patiënt te verbeteren. (zie ook het kader, red.). Chirurg Annelies Werner probeerde het uit bij vrouwen met borstkanker. Heelkunde was één van de zes pilot-afdelingen. ‘Patiënten realiseren zich meer dat ze zelf de regie hebben.’
80-PLUSSERS BESLISSEN MEE: WEL/GEEN HARTKLEPVERVANGING Is het nog zinvol om bij 80-plussers met een vernauwde hartklep een hartklepvervanging te doen? Bij Cardiologie krijgt die vraag expliciet aandacht. Een geriater schuift aan bij het preoperatieve spreekuur. De patiënt geeft aan wat zijn verwachtingen zijn. Sámen wordt er een besluit genomen.
‘Wij zijn slechts gast in het leven van de patiënt’
‘Niet dat we voorheen lukraak ingrepen’, vertelt cardioloog Peter Kievit. ‘Maar we betrokken patiënten minder bij onze afwegingen. En soms dachten we achteraf: dit levert geen winst op. Ze kregen bijvoorbeeld na de ingreep een delier (acute verwardheid, red.), waardoor hun geheugen achteruitging en ze in een verpleeghuis belandden.’
Geriater kijkt mee Ouderen zijn kwetsbaarder. Ze lijden vaak aan meer aandoeningen tegelijk. Peter: ‘Daarom kijkt op onze poli een geriater mee naar deze patiënten, met ook aandacht voor de psychosociale omstandigheden. We praten met hen over hun verwachtingen, want die zijn soms niet reëel’, weet Peter uit ervaring. 'Sommigepatiënten denken dat ze zich tien jaar jonger voelen na de ingreep of dat ze weer zelfstandig kunnen gaan wonen.’
Soms zijn patiënten volgens hem zelfs opgelucht, als in goed overleg besloten wordt niet meer in te grijpen, nadat argumenten voor en tegen op een rij zijn gezet. ‘Dus ik hoef geen ingreep meer, zeggen ze dan. Een tevreden patiënt terwijl er niks wordt gedaan.’ Maar het kan ook andersom, zoals bij Truus van Well-Pouwels, die 15 juli wél een nieuwe hartklep heeft gekregen. ‘Artsen twijfelden sterk, ik ben al 82. Ik was op de hoogte van de risico’s, maar heb het toch gedaan. En daar heb ik geen spijt van. Ik loop geen marathon meer, maar heb meer lucht en ben minder moe.’ Het is volgens Peter niet zo dat er nu minder van deze ingrepen worden gedaan, maar ze worden verricht bij patiënten die er echt baat bij kunnen hebben. Shared decision making is dus ook een manier om de zorg betaalbaar te houden.
‘Ik had aanvankelijk zo mijn bedenkingen, omdat ik geen duidelijk verschil zag tussen de drie goede vragen en de manier waarop ik vóór de pilot met patiënten in gesprek ging’, zegt Annelies. Dat bleek ook uit de reacties van patiënten bij interviews en na het observeren van haar consulten door medewerkers van PVI (Procesverbetering- en Innovatie). Patiënten vonden de gesprekken fijn, waren tevreden. Maar de ene arts is de andere niet. De vragen dwingen zorgverleners om open te communiceren met de patiënt, relevante informatie te geven en vooral ook te luisteren naar diens wensen. Annelies is inmiddels enthousiast over de 3 goede vragen: ‘De grootste winst is de bewustwording van shared decision making bij zowel arts als patiënt. De patiënt heeft een keuze. Wij zijn slechts gast in hun leven. Zij hebben zelf de regie’, zegt Annelies.
Andere argumenten 'Als zorgverlener denk je vaak te weten wat de patiënt wil', zegt Annelies. ‘Dat hun voorkeur bijvoorbeeld uitgaat naar een borstbesparende ingreep. Zeker als de prognose hetzelfde is als bij een amputatie. Maar voor patiënten spelen vaak heel andere argumenten mee.’ Zoals bij mevrouw Bos-Haenboom. Zij koos toch voor een amputatie, inclusief verwijdering van alle klieren. ‘Mijn andere borst is 23 jaar geleden
‘Wij hebben de neiging veel voor patiënten in te vullen’ weggehaald. Door de zware bestraling heb ik een deel van mijn longen verloren, hartklachten gekregen en COPD. Maar ik bén er nog wel. Daarom wil ik nu weer een amputatie, dat geeft me een veiliger gevoel.’ Eén van de mogelijkheden is ook: we kunnen níet behandelen? ‘Je moet opletten dat die vraag niet beledigend overkomt,’ zegt Annelies. ‘Zeker bij oudere mensen, alsof behandelen niet meer de moeite waard is. Toch kunnen mensen opgelucht zijn als er ruimte wordt geboden om iets níet te doen. Laatst sprak ik bijvoorbeeld een patiënt op mijn spreekuur, die uit vrees voor de bijwerkingen geen chemokuur wilde. Natuurlijk heb ik haar uitgelegd dat die chemokuur nodig was om haar beter te kunnen opereren en daarmee beter te kunnen behandelen. Uiteindelijk hebben we samen besloten geen chemo’s te doen. We kozen voor een andere behandeling, zodat de tumor ook zou slinken en ik wel kon opereren.’
3
goede vragen
De patiëntenfederatie NPCF en de federatie Medisch Specialisten introduceren samen de landelijke campagne ‘3 goede vragen’. Om met drie eenvoudige vragen tot een goed gesprek te komen met de patiënt. Wat zijn mijn mogelijkheden, wat zijn de voor- en de nadelen daarvan en wat betekent dat in mijn situatie? Zes van onze afdelingen gingen er dit jaar mee aan de slag, ondersteund door PVI. Radboudumc fungeerde als enige in Nederland als pilotziekenhuis. Patiënten participeerden bij de hele pilot en gingen in gesprek met de zorgverleners over de resultaten van observaties of video-opnames. IQ healthcare evalueerde de pilot. Patiënten die hebben meegedaan zeggen dat het hen geholpen heeft: om vragen te stellen, informatie te krijgen, een keuze te maken en samen besluiten te nemen. 100 procent van de patiënten van de polikliniek en 83 procent van de klinische afdeling bevelen het aan andere patiënten aan. Kijk voor meer informatie op: http://3goedevragen.nl/.
Zelf aan de slag? Er volgt binnenkort meer informatie over ‘samen beslissen’ op intranet. U kunt voor ondersteuning ook contact opnemen met het secretariaat van PVI,
[email protected] of met Marja Jillissen, telefoonnummer: 06 31 678 692.
Reageren?
[email protected]
15
16
personeelsmagazine radboudumc
STRATEGIE
Willem Andrée
Paul Lagro
Maar toch aanscherpen… ‘Ik heb wel behoefte aan focus . De scherpte lijkt een beetje uit de vier speerpunten: aantoonbaar onderscheidende kwaliteit, persoonsgerichte zorg, doelmatigheid en duurzame netwerken. Niet al deze begrippen zijn voldoende geladen, zo lijkt het. Laten we die scherpte weer opzoeken en samen voor onze missie staan, to have a significant impact on healthcare.’
‘Focus op: innovatie, samenwerking, keuzes maken en de menselijke maat’
De scherpte opzoeken, hoe gaan we dat doen? ‘Wij willen een persoonsgericht en innovatief umc zijn met de patiënt als partner. Met als doel zorg die Beter voor de patiënt en goed voor de samenleving is. Het is mijn overtuiging dat het zorglandschap blijft veranderen en bovendien groeien de zorgkosten harder dan de economie. De oplossing kan alleen worden gevonden in verbinding met het zorgveld, met een leidende rol voor de umc’s. Wij willen daarin vooroplopen. Daarom wil ik binnen de strategie de focus leggen op vier thema’s: innovatie, samenwerking, keuzes maken en de menselijke maat [zie kader 4 focuspunten].’
Bestuursvoorzitter Leon van Halder scherpt strategie aan
Wat gaan we daarvan merken? Met een frisse blik bezocht de kersverse bestuursvoorzitter Leon van Halder vanaf 1 april alle afdelingen en sprak afdelingshoofden, bedrijfsleiders en medewerkers. Wat trof hij aan? In gesprek met Leon over de koers die het Radboudumc in een veranderende wereld volgens hem moet varen.
Zijn rondgang door het huis bevestigde, zo vertelt Leon van Halder, het beeld dat hij al had van het Radboudumc vóór zijn aantreden in april: innovatief, persoonsgericht en de professional in the lead. ‘Het valt direct op hoe betrokken en bevlogen Radboudianen zijn. Alles begint en eindigt bij de patiënt, dat voel je. We zijn trots op onze missie en strategie, een mooie basis om verder te gaan de komende jaren. Dit geldt zowel voor de zorg, het onderzoek en het onderwijs.’
Is dat niet verwarrend, naast vier speerpunten? ‘Nee, onze strategie met de speerpunten is bekend en staat niet ter discussie in huis. Daar gaan we met alle kracht mee door. Daarbinnen heb ik behoefte aan focus.’ Hoe gaan we de focuspunten toepassen? ‘Op de Radboudumc-manier. Dat betekent dat veranderingen van de collega’s in ons huis gaan komen, niet van de Raad van Bestuur: wij willen die faciliteren, stimuleren. Wij willen de organisatie aanspreken op de voortgang en besluiten nemen als dat nodig is. We gaan uit van leiderschap en dus dat medewerkers zelf de lead en de verantwoordelijkheid nemen. Ook wij als Raad van Bestuur zijn daarop aanspreekbaar.’ Dus wat we ervan merken, is vooral wat we er zelf van maken? ‘Zeker. Wij gaan géén instrumenten invoeren, lijstjes maken en afvinken. Wat je wel gaat merken, is dat we snelheid willen maken. Ik wil graag met de focus aan de slag en vraag - en daag de organisatie uit - om dit gezamenlijk met ons als Raad van Bestuur te doen.’ Lees op intranet onder ‘strategie’ het volledige verhaal van Leon van Halder .
4
17
focuspunten
‘Beter voor de patiënt en goed voor de samenleving’
Innovatie ‘Meer dan ooit zal onze energie uitgaan naar innovatie. Veranderingen gaan razendsnel. De technologische ontwikkelingen groeien exponentieel. Wij staan bekend als een innovatief huis en dat willen we blijven. Zowel in de patiëntenzorg, het onderzoek en het onderwijs. We kunnen onze ambitie alleen waarmaken als we veel energie steken in het vernieuwen van patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs. Dan moet je denken aan onder meer het herinrichting van zorgprocessen, van behandelmethoden, de patiëntenrollen en vernieuwing op basis van big data. Innovatie moet een dagelijkse activiteit worden van álle medewerkers, samen met patiënten. We moeten ons dus ook de vraag stellen of de organisatie daar klaar voor is. Is onze cultuur en structuur “innovatievriendelijk” ingericht?’
Netwerken ‘Alle huizen in Nederland zijn aan het nadenken over de toekomst. Ik geloof niet zo in fusies, daar loopt veel energie in weg. Wel is het noodzakelijk dat we nieuwe samenwerkingsverbanden zoeken. We hebben tenslotte in de regio samen met onze partners een verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de zorg. Ik geloof dus in samenwerken, in netwerken, vanuit het belang van de patiënt. Ik denk aan samenwerking met de eerste lijn, met regionale en samenwerkende topklinische opleidingsziekenhuizen én met patiënten. Samenwerking tussen professionals, die elkaar op inhoud vinden en energie krijgen van wat ze aan elkaar toevoegen, maar ook samenwerking geladen vanuit onze missie en strategie door de Raden van Bestuur. Ook samenwerken in huis wordt belangrijker, de voorbeelden zijn er al: het centrum voor oncologie, het kinderziekenhuis, het hart vaatcentrum, maar ook de samenwerkende labs. Ik verwacht nog meer van dergelijke centra in de toekomst.’ Keuzes maken ‘We ontkomen er niet aan om keuzes te maken in wat we wel en niet doen. Die keuzes moeten we niet alleen maken op basis van geijkte criteria als de financiën, of basis- versus academische zorg, maar in de mate waarin ze bijdragen aan onze missie en strategie: maken we het verschil, zijn we onderscheidend, geeft dit echt invulling aan persoonsgerichte zorg of maken we een flinke kwaliteitsverbetering? Dit geldt voor zowel patiëntenzorg, onderwijs als onderzoek. Een keuze die we als Raad van Bestuur al gemaakt hebben, is dat we onderzoek en onderwijs meer bij onze missie en strategie gaan betrekken en vaker op de bestuursagenda hebben staan. Onderzoek en onderwijs zijn het fundament van onze academische status.’
Menselijke maat ‘De zorg gaat over mensen en tussen mensen. De menselijke maat krijgt betekenis in relatie tussen mensen, tussen zorgverlener en patiënt en tussen collega’s. Van oudsher zit dat diep verankerd in onze organisatie. Toch heeft dat juist nu aandacht extra nodig. Wij willen en moeten voor elkaar zorgen en er voor elkaar zijn. Je ziet dat collega’s elkaar weer opzoeken: dokters die met elkaar in gesprek gaan over hun dilemma’s, verpleegkundigen praten over menselijkheid, artsen in opleiding organiseren zelf bijeenkomsten over leiderschap en analisten praten over de invloed die je kunt hebben op je eigen werksituatie. We moeten hiervoor tijd blijven maken, ook in de drukte van alledag.’ Reageren?
[email protected]
18
personeelsmagazine radboudumc
#8 – november 2015
ZAPSERVICE
Willem Andrée
DE PATIËNT
Eric Scholten
RADBOUDUMC INTRANET INFORMEERT OVER ONTWIKKELINGEN IN HUIS. VOOR WIE HET ONLINE NIEUWS NIET HEEFT GEVOLGD, EEN KORTE UPDATE VAN DE OPMERKELIJKSTE BERICHTEN.
IN DEZE RUBRIEK HET PERSOONLIJKE VERHAAL VAN ONZE ‘ACADEMISCHE’ PATIËNT EN DE REACTIE VAN ZIJN OF HAAR BEHANDELAAR.
Duurzaamheid in praktijk
Collega’s uit alle hoeken van het Radboudumc namen deel aan de duurzame lunch in de week van de duurzaamheid. Onder genot van een biologische lunch kregen ze pitches voorgeschoteld.
Onder meer over de nieuwe drankautomaten. ‘Met hetzelfde budget veel duurzamer ’, vertelt Stijn Rippe, stafmedewerker Food & Beverage. Zelfs de koffiedrab wordt gebruikt als voedingsbodem voor oesterzwammen. Die worden verwerkt tot vegetarische bitterballen en kroketten in ons restaurant. ‘Kijk kritisch naar je energieverbruik’, was vervolgens de boodschap van Els Sonnemans, strategisch adviseur energie. Ze toont een foto waar zonlicht de ruimte verlicht, máár tegelijk ook twee lampen aan staan. Duidelijk: zo moet het niet. ‘Het Radboudumc gaat voor 2 procent energiebesparing per jaar, tot we in 2030 energieneutraal werken.’ ‘Voorraadbeheer is als je bloeddruk’, aldus Alex van der Putten, die als manager Supply Chain Management de voorraadderving tegengaat. ‘Te hoog is niet goed, maar te laag ook niet. Dat geldt ook voor de voorraadschappen. Het weggooien van verouderde voorraad zorgt voor meer CO2-uitstoot dan bijvoorbeeld het transport met vrachtwagens.’ Ook de zorg zelf kan duurzamer, zegt Gerda Dokter, bedrijfsleider Geriatrie, in de laatste pitch. ‘We moeten gaan voor zinnige én zuinige zorg. Veel ouderen geven bijvoorbeeld de voorkeur aan kwaliteit van leven in plaats van het verlengen van leven via allerlei dure behandelingen.’ Kijk voor meer informatie over duurzaamheid op de speciale pagina op intranet.
Wereldlichtjesdag Op Wereldlichtjesdag worden er overal ter wereld om 19.00 uur plaatselijke tijd kaarsjes aangestoken voor overleden kinderen. Zo gaat in 24 uur een golf van licht over de hele wereld. Dat gebeurt ook in Nijmegen, op 13 december in de Stevenskerk.
W
ie een kaars wil branden voor een overleden kind, is welkom. Dat geldt voor iedereen die zich met een overleden kind verbonden voelt: vader of moeder, broer of zus, opa of oma, vriendin, oom of buurvrouw. Er klinken troostende woorden en muziek en er is na afloop gelegenheid om samen nog iets te drinken. Maak mensen om je heen die een kind moeten missen,
gerust attent op deze bijeenkomst. Floortje Agema, medewerker van het Mortuarium, heeft vier jaar geleden het initiatief genomen voor deze viering. Het Radboudumc heeft zich aan het initiatief verbonden. Annet Bongaerts, kinderverpleegkundige, is al vanaf het begin betrokken en Cathy van Beek, lid Raad van Bestuur, is beschermvrouw van de Stichting Wereldlichtjesdag Nijmegen.
Meer informatie en aanmelden: www.wereldlichtjesdagnijmegen.nl
Meer informatie en aanmelden: www.wereldlichtjesdagnijmegen.nl
Het voordeel van samen Als bedrijf kunnen we samen profiteren van korting op verzekeringen en van persoonlijk hypotheekadvies. Voor u, maar ook voor uw gezin. Dit doen we samen met Meeùs.
‘Ik voel mij geen patiënt’ John Mens (62) werd 's nachts wakker met vreselijke pijn rond de borst en met uitval van functies in armen en benen. Een hartaanval, dacht hij. Het bleek neuralgische amyotrofie, een op dat moment vrij onbekende neurologische aandoening. Dat is nu veertien jaar geleden en de tijden zijn veranderd. Na die nacht begint de zoektocht naar wat hem is overkomen. Zoals dat gaat eerst naar de huisarts, zoeken naar de juiste medicatie. ‘Toen daarna in het ziekenhuis foto’s werden gemaakt van mijn longen zei de arts-assistent dat het misschien wel het middenrif was. Een schot in de roos, dat bleek verlamd. Omdat nog steeds niet duidelijk was waarom, werd ik doorgestuurd naar de neuroloog. En ik vergeet het nooit: toen wandelde Nens (zie kader) binnen en die zei direct: “Daar is er weer één”. Ik bleek neuralgische amyotrofie te hebben.’ De aandoening begint met aanvallen van pijn in de schouder en arm. Uren tot dagen later worden de spieren dunner. De oorzaak is een ontsteking in de zenuwvlecht van de arm. De pijn duurt vaak enkele weken en is meestal
meer weten? Bezoek Meeùs in het Radboudumc (looproute 530) of neem contact op met een van onze adviseurs. T 026 400 12 92
[email protected] radboud.meeus.com
Meeùs is onderdeel van Aegon.
Advertentie_Radbode_VoordeelVanSamen_198x130_v2.indd 1
‘HAK ER MAAR AF’
8-10-2015 16:18:58
onhoudbaar. De zwakkere spieren leiden tot moeite met bewegingen van de arm zoals reiken, boven schouderhoogte werken, flessen of deksels opendraaien of een pen goed vastpakken. John: ‘Na een maand of vier was ik redelijk hersteld. Maar de verlamming van het middenrif is gebleven. Als ik mijn veters strik of buk tijdens het tuinieren, dan krijg ik geen adem. Maar je stelt je erop in, ik voel mij geen patiënt. Ik werk nu weer fulltime als beleidsadviseur bij het Ministerie van Financiën. Onlangs had ik contact met Nens omdat ik mogelijk een kleine na-aanval had gehad. Ik werd gepland om een ochtend langs te komen, er was een nieuw programma opgezet. Je ziet in één ochtend de neuroloog, revalidatiearts, fysiotherapeut en ergotherapeut. Ze kijken naar je houding, vragen door en aan het einde van de ochtend krijg je advies. Ik slaap bijvoorbeeld met beademing vanwege de aandoening en nu weet ik hoe ik beter kan liggen zodat ik frisser wakker word. En ik heb nu een opzetstuk voor de pen waardoor ik beter kan schrijven. Uiteindelijk zal ik hier mee moeten leven, maar ik voelde mij die ochtend professioneel behandeld en kreeg snel en doelgericht heel concrete verbeteringen óm ermee te leven.’
‘Patiënten met neuralgische amyotrofie zijn vaak direct herkenbaar: ze zeuren nooit ondanks de ondragelijke pijn die ze ervaren. Een echtgenote van een andere patiënt zei: “Je was radeloos, hak mijn arm er maar af, zei je.” John is ook zo. Hij bagatelliseerde de pijn die hij had toen de aandoening zich aandiende. Bovendien willen zij – het zijn vaak mensen met fysieke beroepen – nadat de revalidatie is gestart direct naar honderd procent herstel. Maar dat gaat niet. Ik ben vijftien jaar geleden begonnen met onderzoek naar deze aandoening. We dachten toen dat drie op de honderdduizend mensen het kregen. Dat blijken nu 17.000 mensen per jaar in Nederland… Het multidisciplinaire programma waar John aan meedoet moet zorgen voor maatwerk voor de patiënten.’
NENS VAN ALFEN NEUROLOOG / KLINISCH NEUROFYSIOLOOG EN HOOFD KLINISCHE NEUROFYSIOLOGIE
19
20
personeelsmagazine radboudumc
RONDVRAAG
#8 – november 2015
Gijs Munnichs
Michiel Moormann
Veel zorgpolissen: goed of slecht?
Jan Smit, afdelingshoofd Interne Geneeskunde
‘DIVERSITEIT POLISSEN BELEMMERT INTEGRALE ZORG’
In Nederland kun je kiezen uit wel zeventig verschillende zorgpolissen voor de basisverzekering bij ruim veertig verschillende zorgverzekeraars. Een goede ontwikkeling? En: wat merken zorgverleners hiervan in de praktijk? Vier medewerkers reageren. Geert Keser, manager zorgverkoop (Concernstaf Financiën)
‘ONDOENLIJK OM EEN KEUZE TE MAKEN’ ‘Dat er zoveel polissen zijn, is geen goede ontwikkeling. Het is voor de burger ondoenlijk om een goede keuze te maken. Daarnaast kan voor mensen met een budgetpolis de rekening behoorlijk oplopen als iets niet vergoed wordt. Niet iedereen is zich daarvan bewust. Als academisch huis doen we in onze onderhandelingen met zorgverzekeraars niet mee aan deze prijsvechterspolissen. We verlenen derdelijnszorg, daar kun je niet mee stunten in de prijs. Verzekeren houdt ook in dat je meebetaalt aan de kosten die we met zijn allen maken. Een budgetpolis van 80 euro per maand is niet dekkend en dus niet reëel. Ikzelf pleit voor een paar smaken: basis, midden en duur; en een variant naar je situatie: alleenstaand of met een gezin. Waarbij de basispolis zorgt dat je sowieso goed verzekerd bent, en verzekeraars concurreren op de aanvullende verzekeringen. En dan niet voor de mate waarin bijvoorbeeld een bril vergoed wordt – dat bedrag kun je beter sparen – maar voor zaken zoals ketenzorginitiatieven, met daarin bijvoorbeeld fysiotherapie, thuiszorg of revalidatie.’
Ties Eikendal, SEH-arts
Chantal Doedens, adviseur Zorgadministratie
‘GOED DAT JE ZORG OP MAAT KUNT INKOPEN’
‘ER ZIJN MENSEN DIE VERRAST WORDEN DOOR HOGE REKENING’
‘Ik vind het goed dat er verschillende polissen zijn. Net als bij een verzekering kun je zo zorg op maat inkopen. Zo heb ik zelf mijn eigen risico verhoogd met 500 euro. Ik ben jong en verwacht weinig gebruik te maken van de zorg. Met een verhoogd eigen risico heb ik nu een lagere maandpremie. Een weloverwogen keuze. Veel mensen weten niet goed wat de verschillende polissen inhouden. Ik vind dat we qua voorlichting in Nederland daarin wel tekortschieten. Mensen kunnen soms ook verrast zijn door de rekening na een ziekenhuisbezoek. Zo zijn er die uit zichzelf naar de Spoedeisende Hulp komen, terwijl ze eigenlijk bij de huisarts hadden moeten zijn. Een huisartsconsult gaat niet van je eigen bijdrage af, maar zorg op de SEH, die bovendien duurder is, wel. Deze verwarring wordt wel eens gekoppeld aan de diversiteit aan polissen, maar daar heeft het niets mee van doen. Acute zorg wordt binnen alle polissen vergoed. En dat moet ook zo blijven. Spoedeisende hulp laat zich immers niet voorspellen.’
‘Ik ben geen voor- of tegenstander, het is een realiteit waarmee we om moeten gaan. Wel merk ik dat er een groot verschil is in de kennis die mensen hebben over hun eigen polis. Er zijn mensen die zoeken van tevoren precies uit wat een behandeling kost, voor zover dat mogelijk is, en wat er vergoed wordt. Maar er zijn ook patiënten die verrast worden door een hoge rekening. Dat komt vooral bij mensen die een zogenoemde budgetpolis hebben afgesloten. Belangrijk is dat de zorgverzekeraar mensen goed informeert over de beperkte vergoedingen hiervan. Je ziet dat Zilveren Kruis (voorheen Achmea) dat tegenwoordig doet. Daar hebben wij als zorgaanbieder ook een rol in. In het Radboudumc hebben we sinds oktober 2014 het Informatiepunt Kosten van Zorg. Patiënten kunnen bellen met al hun vragen over verwachte kosten, hun rekening en wat er vergoed wordt. In de afsprakenbrief verwijzen we ook naar dit Informatiepunt. We voorzien zeker in een behoefte, want we zijn afgelopen jaar al meer dan vijftienduizend keer gebeld en gemaild.’
‘Ik maak me grote zorgen over de enorme diversiteit aan zorgpolissen. Gezondheidsproblemen zijn vaak niet te voorspellen. De redenen om diverse polissen aan te bieden zijn daarom bijna altijd economisch van aard. Om goedkopere polissen te krijgen, kunnen zorgverzekeraars voor verschillende aandoeningen met verschillende ziekenhuizen een contract afsluiten. Een onwenselijke ontwikkeling. Chronisch zieke mensen hebben vaak meer dan één, soms wel vijf aandoeningen. Als zij bij verschillende instellingen moeten zijn, kun je geen integrale zorg verlenen en behandelingen niet goed op elkaar afstemmen. Iemand met een ingewikkeld hormoonprobleem die bij ons in behandeling is, zou dan bijvoorbeeld voor een bijkomend, niet-academisch huidprobleem ergens anders naar toe moeten. Met goedkope polissen lopen mensen het risico dat ze niet goed verzekerd zijn. Daarnaast: als verzekeringsmaatschappijen zich selectief op doelgroepen richten die minder vaak ziek zijn met aantrekkelijk geprijsde premies, dan betalen deze mensen in mindere mate mee aan de zorg die anderen wel nodig hebben. Vanuit solidariteitsbeginsel moeten we de zorglasten met elkaar delen. Een systeem zoals de National Health Service in Engeland biedt voordelen, iedereen heeft daar toegang tot dezelfde zorg.’
Jouw mening geven? Kijk op Yammer en zoek naar de groep van de Radbode. Nog geen account op Yammer? Ga naar www.yammer.com en maak snel en eenvoudig met je Radboudumc-mailadres een account aan.
21
22
personeelsmagazine radboudumc
#8 – november 2015
COLLEGA’S
HET MOMENT
MOOIE WOORDEN HOREN BIJ EEN JUBILEUM OF AFSCHEID. DEZE PAGINA’S STAAN ER VOL VAN, SPECIAAL VOOR AL DIE COLLEGA’S DIE IETS TE VIEREN HEBBEN.
25 jaar in dienst Antoinette Rooijakkers Mondhygiëniste
‘Antoinette werkt met een groot verantwoordelijkheidsgevoel en veel toewijding. Vooral de kinderen met schisis en kanker draagt ze een warm hart toe. Ze neemt de tijd om haar patiënten en familie goed te informeren en op hun gemak te stellen. Ze is ook altijd erg betrokken bij het wel en wee van haar collega’s.’ Jacqueline de Veer, mondhygiëniste en Truus Gooren, leidinggevende poli MKA
Berry Janssen Steenberg-van der Heijden Secretaresse
‘Berry doet altijd goed gemutst haar werk en staat altijd klaar om iemand van dienst te zijn. Al vele jaren ondersteunt zij samen met haar collega’s de staf Kindergeneeskunde op een voortreffelijke wijze. Wij zijn blij haar in onze groep te hebben. Van harte gefeliciteerd met je jubileum.’ Corrie van Wolferen, hoofd administratie Kindergeneeskunde
Saskia Exters Gespecialiseerd verpleegkundige
‘Saskia is een echte teamspeler. Patiënten voelen zich vertrouwd en veilig bij Saskia. Ze zal niet zomaar zaken oppakken zonder zorgvuldig af te wegen wat het doel ervan is, het moet vooral praktisch zijn. Zoals Saskia dat zo mooi kan zeggen: “Het moet ertoe doen.” Bijzonder is dat voor haar iedereen gelijk is.’ Gidi van Neerven, hoofd polikliniek Neurologie
Dorrie de Schouwer
Jeanne Tax
Carin Potting
Diny Helsper-Peters
Administratief medewerkster
Fysiotherapeut/onderzoeker
Managementassistent
‘Jeanne is een gezellige collega, haar vrolijke lach werkt aanstekelijk. Ze is een eerlijke, lieve collega die graag meedenkt over hoe we de processen voor de patiënt kunnen verbeteren. Met haar open houding en luisterend oor wordt ze door collega’s en patiënten erg gewaardeerd. Ook in de samenwerking met andere poliklinieken is ze vooruitstrevend en wil ze graag meedenken.’ Cristien Jansen-Lauf, unitleider polikliniek Plastische Chirurgie & Neurochirurgie
Louise Walraven Operatieassistent
‘Louise toont altijd grote inzet en de patiënt staat altijd centraal. Haar aandachtsgebieden zijn kinderchirurgie, kinderurologie en het Zelfstandig Uitname Team. Daarbij heeft ze haar werkveld uitgebreid tot in Kaapstad, Ghana en Costa Rica, als lid van het Colorectal Team Overseas dat chirurgie verricht bij kinderen met een aangeboren afwijking en geeft er onderwijs aan OK-medewerkers. En ze zamelt materialen in die voor andere landen onbetaalbaar zijn,’ Annelies Ros-Ooijen, operationeel manager
Maja Amtari-Veenendaal Verpleegkundig consulent
‘Maja werkt met veel plezier binnen het Hemofilie Behandel Centrum als verpleegkundig consulent op het gebied van hemofilie en aanverwante stollingsstoornissen. Ze is een fijne collega, altijd heel attent naar de ander. Ze is een grote steun voor onze patiënten. Ze streeft altijd naar de beste zorg voor de patiënt en hun familie.’ Rob Wiegman, verpleegkundig manager Hematologie
‘Diny heeft bijna 40 jaar in het Radboudumc gewerkt. Eerst op de afdeling KNO, daarna bij het Onderwijsinstituut. Voor de leiding van het Onderwijsinstituut was zij een rots in de branding, voor de medewerkers een toegankelijke vraagbaak. Met energie en veerkracht heeft zij alle veranderingen in de loop der jaren meegemaakt en aan haar functie als spin in het web gestalte gegeven. Diny, we gaan je vertrouwde, maar vooral verzorgde en verzorgende persoonlijkheid op hoge hakken missen!’ Agnes Bolderman, bedrijfsleider Radboudumc Health Academy
Joop van der Straaten Arts-anatoom
‘Na ruim 40 jaar gaat Joop genieten van zijn pensioen. Hij was jarenlang docent anatomie van het bewegingsapparaat. Hij stond aan de wieg van het Computer Ondersteund Onderwijs en coördineerde practica. Hiernaast was hij conservator van het Museum voor Anatomie & Pathologie. Hij ontwierp en vervaardigde het monument ter nagedachtenis van de lichaamsdonoren.’ Tamas Kozicz, afdelingshoofd Anatomie (Zie ook de rubriek Het Moment, red.)
Maria Wijnhoven Verpleegassistent
‘Op een prettige en zorgvuldige wijze betekent Maria veel voor patiënten en collega’s op EOV. Ze is bescheiden, maar weet zeker waar ze voor staat. Goede zorg rondom de kinesthetische mobilisatie en een schone, veilige omgeving, daar gaat ze voor. Kinesthetische mobilisatie is een opzienbarende manier om patiënten op een comfortabele en minder belastende manier te verplaatsen. Naast het toepassen, alleen of met een collega, probeert ze nu het hele team hierin mee te krijgen.’ Anita van Rossum, hoofdverpleegkundige EOV
40 jaar in dienst
Met pensioen Margot Frösch-Verhoeven Akoepedist
‘Margot heeft zich haar hele carrière ingezet voor de slechthorende patiënten op het Audiologisch Centrum bij KNO. Haar bezieling en kundigheid zijn verankerd in onze manier van werken. Heel hartelijk bedankt daarvoor, Margot. We wensen je een mooie tijd toe.’ Saskia Ariens-Meijer, leidinggevende Audiologisch Centrum
Petra Bovee-Geurts Analist
Medewerker Schoonmaak
‘Dorrie is medewerker van de wasserij. Hier zorgt ze voor het wassen, drogen, vouwen en verspreiden van de microvezel-schoonmaakdoeken en moppen. Het proces is onlangs veranderd en ze heeft zich snel aan de nieuwe situatie aangepast. Ze denkt mee en geeft aan als ze ergens verbeteringen ziet. De collega’s grijpen hierdoor minder mis en er zijn minder klachten.’ Brechje Zegers-Lakeman, operationeel manager Schoonmaak
‘Carin heeft zich ingezet om verpleegkundigen te leren verpleegkundige en medische kennis toe te passen in de verpleegkundige praktijk. Ook hield ze zich bezig met de ziekenhuisbrede implementatie van functiedifferentiatie voor verpleegkundigen en ze was actief binnen de UMC-Raad. Momenteel initieert en coördineert ze onderzoek binnen Hematologie op het gebied van kwaliteit van zorg, met name gericht op stamceltransplantatie-patiënten. Carin zet zich daarmee niet alleen in voor de afdeling, maar voor het hele huis.’ Nicole Blijlevens, afdelingshoofd Hematologie
Theo Martens Medewerker patiëntenvervoer
‘Theo zet zich al jaren met enorm veel passie in voor het patiëntenvervoer. Zijn betrokkenheid en enthousiasme worden enorm gewaardeerd, door patiënten en collega’s. Zijn opbouwende kritiek heeft de afgelopen jaren een positieve impuls gegeven aan onze afdeling.’ Marieke Janssen, operationeel manager Supply Chain Management
‘Petra is een veelzijdig en betrouwbaar analist. Ze was de afgelopen veertig jaar voor veel studenten, promovendi en postdocs een vraagbaak voor technische problemen. Ze werkte zich snel in, in telkens weer nieuwe technieken. Ze was coauteur van een zestigtal wetenschappelijke artikelen. Daarnaast zette ze zich in voor de jaarlijkse uitjes van Biochemie, hield ze onze motorkennis op peil en leerde ze ons elementaire principes van de kookkunst.’ Roland Brock, afdelingshoofd Biochemie
IN DEZE RUBRIEK VERTELLEN MEDEWERKERS OVER EEN BIJZONDERE ERVARING TIJDENS HUN WERK IN HET RADBOUDUMC. DIT KEER JOOP VAN DER STRAATEN, 45 JAAR DOCENT ANATOMIE, WAARVAN DE LAATSTE 15 JAAR OOK CONSERVATOR VAN HET MUSEUM. DEZE MAAND GAAT HIJ, 72 JAAR, ÉCHT MET PENSIOEN.
René van Weelderen Logistiek medewerker
‘René is een bekend gezicht binnen de afdeling SCM. Hij is gestart bij de beddencentrale en het afgelopen jaar heeft hij zich vol passie ingezet als patiëntenvervoerder. Wij danken René voor zijn inzet en betrokkenheid.’ Marieke Janssen, operationeel manager Supply Chain Management
Wil Thijssen Instrumentatietechnicus
‘Na ruim 40 jaar neemt Wil Thijssen afscheid van de Instrumentele Dienst. Wil is de afgelopen jaren op vele afdelingen als instrumentatietechnicus werkzaam geweest. Voor Wil is harmonie belangrijk in zijn leven. Dit komt tot uiting in de muziek, zijn passie en ook zeker in zijn werkomgeving. Hij straalt rust uit en hij wil alles op een juiste manier geregeld hebben.’ Michel Verbruggen, manager ID service
Meer mooie woorden lezen? Ga dan naar intranet voor uitgebreidere loftuitingen. (Kijk onder Nieuws bij Jubileum en Afscheid.)
‘H
et maken van lichaamspreparaten voor het onderwijs heb ik altijd met liefde, respect en zorg gedaan. Ik was in de snijzaal een baby aan het prepareren voor het anatomisch museum, toen mijn schoonzus – toevallig in Nijmegen – op mijn werkplek langskwam. Ik leidde haar rond over de afdeling en liet zien waar ik mee bezig was. Ik zag haar schrikken. Met een trillende stem zei ze: ‘Dit is toch niet mijn kindje?’ Mijn broer en schoonzus hadden namelijk dertig jaar daarvoor het lichaam van hun baby ter beschikking gesteld aan de wetenschap. Het overleed, direct na de geboorte. Theoretisch zou het hun kind kunnen zijn, want lichamen worden lang bewaard. We besloten het uit te zoeken. De baby kwam wél ook uit het Catherinaziekenhuis in Eindhoven, maar ze was het niet. Na obductie was het lichaam van mijn nichtje niet voor verdere onderwijsdoeleinden gebruikt, maar begraven. Een oude medewerker van de begraafplaats kon ons zo naar de plek leiden. ”Wat jammer dat we dat nooit hebben geweten, dan was ik daar vaker naartoe gegaan”, zo reageerde mijn schoonzus emotioneel. Zij heeft alsnog een gedenksteen
voor het grafje gemaakt. Dat moment was voor mij de stimulans om een monument voor onze lichaamsdonoren op te richten. Allereerst uit dankbaarheid en respect. Maar ook om nabestaanden een plek te geven om te herdenken. We kregen vaker van nabestaanden de opmerking, dat het zo leeg voelt als zij binnen 24 uur na het overlijden afscheid moeten nemen van het lichaam van hun dierbare. Het monument staat sinds 2009 in een afgescheiden hoek in de hal naast ons Anatomisch museum. Ik heb zelf de bronzen Phoenix erbij gemaakt (zie foto red.), het symbool van het eeuwige leven. Er komen veel bezoekers. Regelmatig blader ik door het boek dat bij het monument ligt, waarin nabestaanden persoonlijke verhalen opschrijven. Eén vrouw komt voor haar vakantie steevast langs bij haar overleden man, anderen brengen een bezoek op de verjaardag. Elk jaar in november, rond Allerzielen, houden we een viering bij het monument. Voor de nabestaanden van de circa tachtig mensen die in dat jaar zijn overleden en hun lichaam ter beschikking hebben gesteld. Dat wordt zeer gewaardeerd.’ Jannie Meussen
COLOFON Radbode is het personeelsmagazine van het Radboudumc en verschijnt 9 keer in 2015 Redactie Willem Andrée, Jannie Meussen, Gijs Munnichs, Michiel ter Laan (hoofdredacteur). Contentcommissie Miranda Bennink, Mirjam van Dijk-Jager, Gerben Ferwerda, Miranda Heijser, Marja Jillissen, Bart Kiemeney, Lotje de Laat, Annie Moedt, Angela van Remortele, René Bindels, Marloes de Vink en Jessica Vogel Aan dit nummer werkten mee Evert van Leeuwen, Paul Lagro, Michiel Moormann, Eric Scholten, Marcel Wortel en John Wijbenga Contact
[email protected] of (024) 818 66 82 Correspondentie vragen over bezorging via
[email protected]. Concept en realisatie ZB Communicatie & Media i.s.m. Janita Sassen en Modderkolk Grafische Projecten Advertenties Bureau van Vliet, (023) 571 47 45 of
[email protected]. Oplage 12.000 exemplaren. De volgende Radbode verschijnt op 18 december 2015.
23
24
personeelsmagazine radboudumc
Willem Andrée
Paul Lagro
ACHTEROP IN DEZE RUBRIEK STAPT EEN MEDEWERKER ACHTEROP DE FIETS BIJ EEN COLLEGA. UIT NIEUWSGIERIGHEID, WANT OP DE WERKVLOER KOMEN ZE ELKAAR NIET TEGEN.
Bertine Dit keer geen 'achterop', maar heeft Bertine Rieken van het Hulpfonds leden van de SecretaresseVereniging in de bakfiets: Sjoeli Lutterberg, Wendy Peters, Laurien Honing en Jacqueline Verberk.
Wendy
Sjoeli
Jacqueline Laurien
Sjoeli: ‘Het Hulpfonds - lazen we op intranet geeft collega’s financiële ondersteuning. Vinden mensen het niet moeilijk bij je te komen?’ Bertine: ‘Natuurlijk, er is een taboe. De werkelijkheid is ook dat er in Nederland steeds meer mensen zijn die het financieel zwaar hebben. Door een scheiding bijvoorbeeld of door de crisis. Maar onze hulp voor Radboudumc’ers is anoniem en je hoeft geen toestemming te vragen.’ Jacqueline: ‘Hoe adviseer en begeleid je mensen?’ Bertine: ‘Soms helpt het alleen al om samen alle inkomsten en uitgaven op een rij te zetten. We krijgen ook collega’s die nóg niet in de problemen zitten, maar zich wel ongerust maken. Een inventarisatie kan dan enorm helpen om overzicht te krijgen.’ Wendy: ‘En als de schulden te groot zijn?’ Bertine: ‘Dan bieden wij een renteloze lening. Het mooie daarvan vind ik: dat geld komt van donateurs, gewoon collega’s van het Radboudumc die een bijdrage doen. Maar nu wil ik jullie wat vragen: mensen weten ons nog moeilijk te vinden, hoe zit dat bij de SecretaresseVereniging?’ Jacqueline: ‘Wij richten ons op ondersteuners in heel het huis, dus niet alléén secretaresses. Dus ook front- en backoffice-medewerkers, administratief medewerkers en de collega’s van de stafafdelingen. Die doelgroep moeten we nog beter vertellen wat wij doen.’ Bertine: ‘En dat is?’ Sjoeli: ‘Wij bieden onze 335 leden allerlei mogelijkheden voor professionele ontwikkeling. Bijvoorbeeld door workshops of congressen. We willen een platform zijn waar we elkaar ontmoeten en kennis uitwisselen.’ Wil jij ook bij een collega achterop? Laat het weten via
[email protected]