Superman en de tien dwergen Er was eens een man die vond dat hij super was. Daarom noemde hij zichzelf Superman… Ergens in het bos woonden tien dwergen. Trol Slobber gaf chemie les, daardoor konden de dwergen brouwsels maken… Superman en de tien dwergen waren buren .Aan de andere kant van Sprookjesland wonen de twee trollen. Superman was weer eens bezig aan het trainen. Vandaag deed hij aan hardlopen met zevenmijlslaarzen. Zo kon hij gemakkelijk een ronde in één keer lopen. ‘Gemakkelijk, die zevenmijlslaarzen!’ dacht hij bij zichzelf. In het bos waren vijf van de tien dwergen druk bezig met trainen, gewichtheffen. ‘1,2,3,4!’ zei de 1ste dwerg. ‘1,2,3,4!’ In de zilvermijn waren de andere vijf dwergen bezig met zilver sprokkelen. ‘Lastig zeg, zilver sprokkelen!!’ s’Avonds gingen ze slapen. Ook Superman kroop in zijn bed. ‘OPSTAAN!!’ riep een dwergje luid. De dwergen stonden vroeg op: vandaag volgden ze chemie les bij trol Slobber. Dat vonden ze leuk, want als ze een brouwsel gemaakt hadden, konden ze daar iemand mee vermoorden! Misschien zelfs een man die super was… Ook Superman stond vroeg op, want Superman moest trainen, bij trol Slob. Slobber en Slob waren broers… Om te trainen gingen de tien dwergen en Superman samen in de auto naar de andere kant van Sprookjesland. Eenmaal in Sprookjesland aangekomen gingen ze elk hun eigen weg, zo konden de tien dwergen zich vermommen in een dik en dom meisje, die dan de vergiftigde peer aan Superman kon geven. ‘Goed plan!’ dachten de dwergen. Superman volgde een cursus lopen waarbij je verplicht bent zevenmijlslaarzen te dragen. Gelukkig had hij die zevenmijlslaarzen gevonden in De Efteling, anders kon hij deze cursus niet volgen! Hij was bezig met lopen, tot er plots een dik, dom meisje verscheen. Hij dacht in zichzelf: ‘Zo’n dik en dom meisje heb ik nu nog nooit gezien!’ ‘Superman, lust jij peren? Hier, eet hem maar op! Hij is niet vergiftigt door tien dwergen, en is heel lekker!’ Hij was bang van het meisje en liep zo snel hij kon weg van het meisje en riep snel: ‘Straks ga ik hem opeten!’ zei Superman. Superman ging naar huis met zijn zevenmijlslaarzen aan en at de appel op. Hij viel ter plekke dood. Al snel waren ook de dwergen ter plekke. Plotseling verscheen een vrouw te paard en ze vroeg: ‘Wat is er hier aan de hand? Moet ik de ambulance bellen?’ ‘Neen, dat is niet nodig, ik ben bij Het Rode Kruis. Dus, we hebben geen hulp nodig!’ De vrouw ging weg en Superman en de tien dwergen bleven alleen achter. ‘Laten we maar weg gaan. Hij gaat zich wel redden.’ zei een dwergje. De dwergen waren al vertrokken toen een meisje met haar moeder voorbij kwam. Het meisje zei: ‘Hé, is dat niet Superman?’ ’Ja, je hebt gelijk, maar is hij niet dood?’ ‘Wacht, ik zal eens op zijn rug kloppen… Er komt een stukje peer uit zijn keel!’ zei het meisje. ‘Waar ben ik? vroeg Superman. Het meisje antwoordde: ‘Je ligt op de straat.’ ‘Ah, nu weet ik het weer. Ik heb een giftige peer gegeten en was even dood en ik heb dan het giftige stukje uitgespuugd! Ik heb nu nog een hele peer over. Die kan ik dan aan de tien dwergen geven, zodat zij dan zelf doodvallen.’ Een paar dagen later waren Superman en de tien dwergen weer thuis. Vandaag ging Superman wraak nemen op de tien dwergen. Hij ging zich vermommen in een heel lelijke heks. ‘Hij’ belde aan en zei: ‘Hallo, ik ben een heel oud vrouwtje en verkoop peren voor het goede doel. € 0.50 per peer.’ ze antwoordden: ‘Oké, hier is € 0.50.’ ‘Smakelijk!’ Hij keek door het raampje van hun huisje en zag dat ze van de peer aan het eten waren. Ook vielen ze ter plekke dood. ‘Mijn wraak is zoet!!’ Zo kwam Superman is Het Nieuwsblad ‘Man die super is vermoordt de tien dwergen met een giftige peer!’ Nette
Pink Lady v.s. Big Mama! Er was eens een jonge dame die altijd in het roze gekleed was. Daarom noemde iedereen haar Pink Lady. Haar papa (Willemarie) was weduwe en ze waren heel arm! Op een dag ging het mis bij haar papa, hij was erg ziek en had geen geld om medicatie te kopen. Willemarie had toen een idee: Hij ging Pink Lady in het bos achter laten, in de hoop dat er iemand haar binnen neemt in huis. “Kom Pink Lady, we gaan eens een lekker wandelingetje maken in het bos, blijkbaar is dat goed voor mensen die ziek zijn,” zei papa. Na een lange wandeling waren ze heel diep in het bos. Willemarie zei: “Kijk eens daar, daar heb je een vliegende stoel!!” Pink Lady geloofde dat weer en keek eens naar boven. Maar papa, ik zie helemaal niets! En papa was weg… Je zag altijd een blije Pink Lady, maar deze keer is het anders hoor! “ Ik was eerst mijn mama kwijt, maar nu ben ik ook al verdwaald in het bos.” Heel ver in het bos, brandde een klein, maar ook een heel klein lichtje! Pink lady zei op een trotse manier:” Eindelijk, licht!” Na lang wandelen was ze bij het huis. Het was hele speciaal. Groot en ook heel smal. Pink Lady klopte op de lange deur. Een lieve meneer deed open. - Goede avond, wat kan ik voor u doen? - Hallo, ik ben Pink Lady en ben op zoek naar een slaapplaats. - Dan ben je bij het juiste adres, maar ik waarschuw je: om 20.00 komt mijn vrouw thuis en die heeft niet graag kinderen. - En wat moet ik dan precies doen? - Kom binnen en dan zal ik het wel stukje voor stukje uitleggen. Ze ging naar binnen. De meneer vroeg: “ Heb je honger?” “Ja hoor, ik heb reuzehonger!” Toen ze de lekkere soep aan het drinken was, begon het verhaal! “ Vroeger waren ik een mijn vrouw altijd samen! We gingen een groot huis bouwen, maar kinderen stoorden ons. Zo ging het telkens weer. Ze was haar leven beu en ging plots heel zwaar te eet. Daarom noemden de meeste mensen haar ‘BIG MAMA’. Omdat kinderen haar zo uitlachen van haar gewicht en zo, haat ze nu ook kleine kinderen. Als Big Mama kleintjes ziet, dan gaat ze je misschien opeten of iets anders!” Pink Lady schrok zich dood. Daar ging de meneer weer: “Maar wees gerust kleintje, ik weet wel hoe je hem moet ontwijken! Hier, hier heb je zevenmijlslaarzen + nog een
klein mesje, daar kan je alles mee doen! Dus je kan dan ook met de zevenmijlslaarzen Big Mama ontwijken!” Ondertussen als de lieve meneer aan het praten was, tikte ook de klok! Na het drinken van de soep en het beluisteren van het verhaal hoorde Pink Lady zware stappen. - Wat is dat geluid?? - Oh nee, verstop je vlug!! - Maar wat is dat dan??? - Het is Big Mama die thuis komt, kom mee en kruip hier in de kast en vergeet de zevenmijlslaarzen niet!!!! Na een zenuwachtig moment kwam Big Mama thuis!!! - Zoeteke, ik ben thuis - Oh, Big Mama, ik ben zo blij dat ik jouw zie!!
SMAK, SMAK, SMAK! - En wat eten we vanavond?? - We eten vanavond,…. - Waar wacht je nu op, ik heb wel honger hoor. - Pap met brood en groenten - Maar dat is super lekker!!! - En nog beter, het is al klaar!! - Dat is super, ik ga eerst mijn jas weggangen en dan zal ik helpen met jou voor de tafel te dekken. Maar wat dat de lieve meneer niet wist, was dat de jas daar moest gangen waar Pink Lady zit! En Big Mama deed de kast open: “Hé, wat doet een kind hier in mijn huis. Je kent toch de regels: GEEN KINDEREN IN MIJN HUIS!!” Pink Lady wist niet wat ze moest doen, en trok de zevenmijlslaarzen aan. - Wat doet een kind met de zevenmijlslaarzen?? - Sorry hoor, maar ik kon haar echt niet weerstaan! Ze had geen slaapplaats en ik wou dat ze veilig was! - Je hoort nog van mij hoor, maar eerst krijgt zij met mij te maken! Pink Lady rende en rende en rende met de zevenmijlslaarzen! En na een tijdje was Big Mama zo moe dat ze even moest uitrusten. Maar al ze uitrusten bedoelt dan is het wel ‘slapen’! Pink Lady had een idee: ze had nog een mes in haar zak van de lieve meneer, en stak de mes in Big Mama’s
buik en ze was dood. Het roze meisje was zo blij en ging weer naar haar papa! Een maand later kreeg de koning van kinderdorp te horen dat Big Mama dood was door Pink Lady! En sinds dien mag Pink Lady helpen bij de kleine kinderen en had ze genoeg geld voor de medicijnen voor haar papa! Willemarie werd weer beter en ze leefden nog lang en gelukkig!!
Arcelline Schaubroeck
De felgroene tunnel met de roze rozen Miljoenen jaren geleden op de Snoepjesplaneet hadden de Mini-Smurfen alles wat ze wilden. Ze waren dan ook heel gelukkig met elkaar. langs de andere kant van het heelal was de Sprookjesplaneet. Daar woonde Koning Kikker samen met zijn dienstmeid die iedere dag alle vuile werkjes voor hem opknapte. Ze kreeg daarvoor geen franken , maar ze kreeg wel een eigen huisje waar ze kon doen wat ze wou. Daar had ze niet altijd rust, want de Kikker Koning had wel altijd een werkje voor haar. Tot op een dag één van de Mini-Smurfen een felgroene tunnel ontdekte vol met lichtrozen rozen. Misschien was het toeval maar die Mini-Smurf hield net heel veel van lichtroze rozen. Ze ging de tunnel in, de Mini-Smurf voelde dat de lichtroze rozen enorm prikkelden. Ze hoorde ook vrolijke geluidjes , alles leek heel bizar. Ze bleef uren glijden in de prikkelende tunnel. Poef! Daar viel ze dan op een bedje van oranje pluimen. De Mini-Smurf keek naar haar armen en zag geen rode plekjes van de lichtroze rozen. Wat raar dacht ze in Snoepjesplaneet krijg je daar wel rode plekjes van. Opeens ziet ze voor haar twee stinkende groene voeten ,dan hoorde ze een stem die zei: ’Zeg denk jij hier te blijven liggen in oranje pluimen. Kom maar met me mee ik zal je wel een werkje geven. Mini-Smurf vroeg wie hij was. ‘Ik ben de kikker koning de koning van Sproojesplaneet. Kom volg me nu maar,’:zei de kikker koning. Mini-Smurf stelde geen vragen meer en volgde hem. Kikker koning stelde haar voor aan zijn dienstmeid. Hij gaf ze alle twee werkje. Mini-smurf wou bij haar vriendjes zijn maar ja hoe ging ze hier weg. Misschien wist het dienstmeisje wel iets meer. Ze ging naar het dienst meisje en vroeg ze hoe ze hier weg zou geraken. Het dienstmeisje wist ook geen weg naar huis anders was ze hier al lang weg. Ze stelde wel voor om samen met Mini-Smurf een plan te bedenken om hier weg te geraken. Dat vond Mini-Smurf een zeer goed idee. Opeens stond de Koning Kikker voor hen en geeft ze een brief.
Taken voor vandaag Koning kikkers 7 mijlslaarzen poetsen Een tapijt van 101 meter lang weven Een zwarte Japon van satijn naaien Een 6 gangen menu klaarmaken Koning Kikkers voeten wassen met rozen zeep De kelder en zolder grondig poetsen
De dienstmeid en Mini-Smurf besloten eerst de zeven mijlslaarzen te poetsen. Plotseling krijgt de Mini-Smurf een idee:’We kunnen elk in een 7mijlslaars kruipen en zo terug naar de groene tunnel met de roze rozen nemen. De Mini-Smurf en dienstmeid trokken elk een 7 mijlslaars aan. Ze gingen zo terug de fel groene tunnel in. Zo kwamen ze aan in Snoepjesplaneet. De thuis van Mini-Smurf. Haar vriendjes omhelsden haar en stelden honderden vragen en ondertussen stelde de Mini-Smurf ook het dienstmeisje voor aan haar vriendjes. En zo leefden ze nog lang en gelukkig!....Maar hoe het verder ging met Koning Kikker wist niemand. Door Nikki Dysers
Kleurdorp en Grijsdorp Er was eens een meisje dat Zongeeltje heet .Het meisje woonde samen met haar broer Dondergrijsje, haar papa en haar mama .Zij woonden in Kleurdorp, maar zeven mijlen verder van dat dorp was er een ander dorp namelijk : Grijsdorp .Daar woonde een gezin met een heks als mama .Ze keek elke dag in haar glazen bol .Deze keer zag ze een lelijk gezin met kleur .Heel het gezin bedacht een plan om dat gezin om te laten komen … Op een dag ging het gezinnetje van Kleurdorp een wandeling maken .Ze hadden een leuke tocht gevonden van zeven mijlen lang .Maar bij de info onderaan de pagina stond er dat ze moesten opletten .Waarom wisten ze niet, dus gingen ze de wandeling toch maar maken .Toen de tocht gedaan was, en ze dus zeven mijl hadden gewandeld, waren ze in een dorp zonder kleur gekomen .Alles in dat dorp was er grijs .Het was eigenlijk niet zo’n mooi. Ze stonden voor een grijs huis .In dat huis woonde dat gezin met een heks .De heks keek weer eens in haar glazen bol . Ze zag het gezin uit dat lelijke ,kleurrijke dorp .Dit was haar kans: ze moest toeslaan ze moest dat gezin laten omkomen .Het andere gezin wist niet wat ze moesten doen, dus ze belden maar aan het huis .Ze hoorden voetstappen .Er deed een grijze vrouw open en ze zei dat ze binnen mochten komen .Het gezin ging binnen .Ze zagen dat er een deur op een kier open stond .Dondergrijsje wou naar binnen gaan maar de vrouw sloeg de deur onmiddellijk weer dicht ,want daar stond haar glazen bol en ze wou niet dat er iemand de bol zag .Ze zei dat er daar iemand aan het slapen was en ze deed een teken dat het gezin door mocht naar de woonkamer .Ze zagen een zetel en in die zetel zaten er zeven kleine ,enge mannetjes .De vrouw deed een teken dat ze niet begrepen .Plots stonden de zeven mannetjes recht en ze vuurden een laser af .Het hele gezin raakte in paniek ze liepen snel rond de salontafel en ze schreeuwden .Tot plotseling ,Zongeeltje een idee kreeg .Er stonden in de hoek van de kamer laarzen .Er ging een bordje boven :zevenmijlslaarzen stond er op geschreven .Ze pakte de laarzen en deed ze aan haar mama ,papa en haar broertje pakten haar benen stevig vast .Ze liep er mee naar buiten en ze waren direct thuis .De mama belde naar de politie .De politie kwam en pakte de heks op .Ze zat levenslang in de gevangenis samen met de zeven mannetjes .En het gezin leefde nog lang en gelukkig .
(Saar)
Hocus pocus Mijlslaarzen! Er was eens een tovenaar en die tovenaar had een dochter “Tika”. Grobelia die eigenlijk een heks was probeerde al jaren het grote toverboek te pakken te krijgen,woonde ook in een griezelgrot en ze maakt ook nog aardbeziën voor Tika’s vader. De vader van “Tika” probeert al jaren(met de nadruk op jaren) een kameel te toveren van aardbeziën en klavertjes 4. Tika’s opa en Tika zelf vonden het maar waanzin maar ze zeiden het niet tegen de ijverige tovenaar. Niet te geloven dacht Tika op een morgen. Je bent altijd bezig met die kamelen wanneer zullen we nog een keertje iets samen gaan doen. “Ik weet het niet mijn kind” zei hij zonder er verder meer aandacht aan te besteden. Toen ging de papa van Tika verder met het brouwsel te maken om de kameel tevoorschijn te toveren er hoort ook nog een toverspreuk bij. - Felix Fortunatis was de spreuk die ik moest opzeggen geloof ik maar eerst moet het drankje af en als het drankje dan af is moet ik het over 28 klavertjes gieten de spreuk opzeggen en klaar brabbelde de vader van Tika in zich zelf. En ik heb ook nog aardbeziën nodig, Tika ga naar Grobelia en vraag ze of ze nog wat aardbeziën kan bezorgen, oja nog één iets Tika jij moet nog 28 klavertjes vier vinden ik denk dat ik ze in de grote speciale glazen pot heb achtergelaten maar ik weet het niet zeker. - Ik ben juist wakker en ik moet naar Grobelia en die glazen pot dat moet maar effen wachten want die stinkt verschrikkelijk. - klavertjes 4 die stinken nu eenmaal verschrikkelijk mijn kind dat weet toch. Ze vertrok naar Grobelia. Maar toen ze in de griezelgrot aankwam hoorde ze Grobelia in haar zelf praten over één of andere toverfluit die ze zou verkopen voor super veel geld. Tika had er nog nooit over gehoord. Ze vloog op haar bezemsteel terug naar het toverkasteel. Toen Tika hijgend binnen kwam en vertelde haar vader over wat ze gehoord had in de griezelgrot van grobelia. -Ze weet het dus, had ik het niet gedacht. -Wat had je niet gedacht, dus je weet van die toverfluit af. Waarom heb je me niets verteld? -Ja natuurlijk heb ik je het niet gezegd, en natuurlijk weet ik van die toverfluit af ik heb hem zelf gemaakt. -Kom we gaan er niet verder over praten. Je moet mijlslaarzen toveren dat is de oplossing. -Mijlslaarzen hoe is dat de oplossing van ons probleem? - mijlslaarzen die kunnen mijlen ver stappen en ze kunnen ook mijlen ver horen ik heb een tijd geleden de fluit begraven maar waar weet ik niet meer. - Dus in het Nederlands is dat de mijlslaarzen van mijlen ver de fluit kunnen horen. - Juist, dus zeg nu maar deze spreuk luidop terwijl je je rechter wijsvinger in je oor stopt -Hocus Pocus mijlslaarzen! De mijlslaarzen verschenen meteen. Ze stapten elk in één laars ze drukten in de gps wat ze moesten vinden. Ze vonden de fluit en vernietigden hem. Gorbelie die vond de fluit nooit en stierf. Tika’s vader en Tika zelf die leefden nog lang en gelukkig! Door Marie
Er was eens een kleine mier die Floppie heette. Toen ze aan het zwemmen was, kwam ze plotseling Klein Duimpje tegen. Die zei tegen Floppie dat zijn broer Groot Pinkje uit de gevangenis was uitgebroken en een meester in vermomming is. Hij noemde zich Groot Pinkje omdat hij 1 cm groter was dan hem. Het nijlpaard Stab Kebab kwam aan om de bestelling op te nemen, maar dat was Stab Kebab niet, het was Groot Pinkje! ,,Oh nee, we moeten hier wegwezen. Neem mijn hand!’’ zei Klein duimpje. Floppie nam de hand van Klein Duimpje en ze sprongen in de Zevenmijlslaarzen. Huppakee en ze waren weg. ,,Oef…’’ zei Floppie. ,, Gelukkig zijn we daar goed vanaf gekomen.’’ ,, Dat dacht je, maar hij komt terug.’’ zei Klein Duimpje. Plotseling zag Floppie Groot Pinkje weer. Ze waarschuwde Klein Duimpje. Maar hij kon het niet horen door de wind. Klein Duimpje was aan het lopen maar hij zag Groot Pinkje dus niet en ging er per ongeluk op gaan lopen. Het was net kauwgom die aan zijn schoen hing. Ze waren doodop dus gingen ze maar een beetje slapen. Maar wat ze niet wisten is dat Groot Pinkje nog altijd aan de schoen kleefde. Hij pakte de laarzen en vluchtte ermee weg. Toen ze wakker werden zagen, ze dat de laarzen weg waren. Ze wisten dat Groot Pinkje ze gestolen had. Klein duimpje lachte. Hij weet dat Groot Pinkje de blaren zal hebben en hij weet hoeveel pijn en hoe hard hij kan huilen. Maar natuurlijk moeten ze hem zien te vinden omdat ze de laarzen terug zouden kunnen gebruiken. Uiteindelijk hadden ze de laarzen gezien bij de Slopdrops . Floppie en Klein Duimpje lachten. Ze wist dat hij was ontsnapt en dus zijn ze hem gaan zoeken net als Floppie en Klein Duimpje. Ze gingen naar binnen en zagen dat Groot Pinkje in de bak zat. Nou ja dat is de gewoonte. Floppie en Klein Duimpje namen de laarzen en gingen terug naar hun plekje het zwembad. Alles was terug normaal en ze leefden nog lang en gelukkig. Robbe
Een dwergenhuisje Heel lang geleden leefde een dwerg in eenzaamheid. Rijk was hij niet. Hij had zelfs geen huis, en wist bigot niet wie zijn familie was. De arme stakker, geen poot om op te staan. Nee hij had geen geluk. Maar op een dag werd het hem te veel, hij dacht dat een stevige wandeling hem wel zou helpen. In die wandeling zat hij rond te kijken tot hij opeens een echt wel gigantisch huis zag. Wat hem zeker opviel waren de laarzen zo grandioos, echte zevenmijlslaarzen. Hij ging er met nieuwsgierige ogen naartoe tot de reus, de eigenaar van de prachtige laarzen en het overweldigend groot huis, naar buiten kwam al brullend: ”Ga jij eens weg bij mijn laarzen ja!” het arme dwergje rende weg alsof zijn leven er van afging. Toch had hij nog de gedachten dat hij die laarzen moest hebben. Die avond nog knabbelde hij op een plannetje. Hij stond op rond middernacht. Hij ging naar de reus hij wist wel dat de reus zou wakker worden. dus gemakkelijk hij zette een paal langs zijn bed en ging de laarzen gaan pakken en. Ja de reus kwam wakker stond recht uit zijn bed en paf!!! recht tegen die paal daar lag hij terug in zijn bed. en intussen had hij de laarzen al lang mee. De ene laars verkocht hij en de andere was zijn welverdiende huis. Iets later kwam hij ook een vrouwtjesdwerg. en hij leefde nog lang en gelukkig.
Niels depoortere!!!
Dikke Poot en Sjoemel
In een land hier niet ver vandaan, Sprookjesland, woont Dikke Poot met zijn gezin. Dikke Poot zijn gezin is heel erg arm en Dikke Poot zelf is met niemand echt bevriend. Zelfs niet met zijn familie. Weet je hoe dat komt? Dikke Poot heeft héle dikke poten, maar toch kan hij snel lopen. Maar niet alleen dat is het probleem, hij is ook een heel raar figuur. Eén iemand heeft het toch met hem de doen en dat is: Friemel, zijn broer. Hij kan écht niet stilzitten. Zijn 3 zussen en zijn andere broer geven niet om hem en dat heeft voor hem soms rare gevolgen… Dikke Poot was alleen aan het wandelen. Iedereen die hem zag lachte hem uit, hij had zo’n dikke poten dat hij geeneens geen schoenen had. Plotseling zag hij een heel vies, oud huis. Daar zou hij niet binnen gaan, of tenminste, dat dacht hij toch. Het leek alsof zijn voeten controle over hem namen! Daar stond hij dan voor de deur van dat lelijke, oude, vieze huis. Hij klopte aan. Zijn hart bontste in zijn keel. Want hij dacht dat er een of andere zot zou buitenkomen. Plots kwam een héél oud vrouwtje uit de deur. Ze brabbelde wat en niemand kon haar verstaan want ze had haar gebit niet in. Dikke Poot maakte een raar gezicht en het duurde niet lang of de oude vrouw had haar gebit al in haar mond gestopt. Dikke Poot keek naar haar voeten, die waren ook niet normaal. Bij haar waren ze niet te dik en te groot. Maar bij haar waren ze te klein. Nu kon zij geen schoenen kopen omdat ze waarschijnlijk de maat vijf niet hebben in de schoenwinkel van Sprookjesland. De vrouw zag de enorme voeten van Dikke Poot en wou ruilen. Dikke Poot zei natuurlijk direct dat dat niet kon. De vrouw antwoordde terug met een antwoord dat echt heel raar was. Ze zei dat het een onmogelijke zaak was voor een gewoon iemand in Sprookjesland maar niet voor een heks als zij. Dikke Poot schrok. Nu was hij erg nieuwsgierig naar de naam van de heks. Na lang zeveren zei ze dat haar naam Sjoemel was. Maar vlug gingen ze over naar een ander onderwerp. Sjoemel moest en zou die poten van hem kunnen pakken en dat ging ze natuurlijk doen met ‘De wisselen van poot’ geweer. Ze schoot en schoot en schoot! Maar nooit was het raak op de poten van het slachtoffer. Terwijl Dikke Poot aan het vluchten was kwam hij zijn broer friemel tegen. Die had juist de zevenmijlslaarzen geleend van Klein Duimpje. Zo snel hij kon greep Dikke Poot de zevenmijlslaarzen, stak zijn voeten
er in en liep zo ver hij kon van Sjoemel weg. Natuurlijk hadden een paar mensen Dikke Poot zien lopen en vonden het heel spectaculair dat hij van die valse heks met haar geweer weg is kunnen gaan. Na een paar minuten, zo gaat dat nu eenmaal in Sprookjesland, wist iedereen het al. Zelfs de keizer Stropdas, die altijd vele mooie dassen droeg, had over hem gehoord. Wat hij ook had gehoord is dat het gezin van Dikke Poot heel arm was. Dus Stropdas schonk hen 14.000.000 euro. Dikke Poot werd heel beroemd. Iedereen wou vriend met hem worden en zijn gezin was hem eeuwig dankbaar. Maar eens verlegen, altijd verlegen: Dikke Poot zei natuurlijk ook dat Friemel er voor het meest tussen zat. Dikke Poot en zijn gezin leefden nog lang en gelukkig. Sjoemel daar in tegen? Dat is een ander verhaal.
Door Thessa
De zwarte mens.
Er was eens een professor in het dorp en de professor heette professor Gobelijn. Op een dag verveelde de professor zich. Hij wist niet wat hij kon doen? Maar hij dacht eens na en hij kwam op het idee om een experiment te maken en het dan aan de mensen in het dorp voor te stellen. Maar hij kon er niet alleen aan beginnen. Hij plaatste advertenties in de krant en hing ook advertenties op in het dorp op de bomen en op de palen. Op een dag klopte er iemand op de deur en hij deed open. Het was een man met de advertentie in z’n hand. Professor Gobelijn zei” kom maar binnen”. De man ging naar binnen. De professor ging direct aan de slag. Hij nam alles wat hij nodig had en begon er direct aan. Hij goot het ene middel bij het andere en hij had zijn meesterwerk. Hij zei aan de man: “Bedankt om te helpen.” Hij ging direct naar het museum en daar werd z’n meesterwerk geplaatst. Maar op een nacht werd het meesterwerk van professor Gobelijn gestolen. De dag daarna ging de professor naar het museum. Hij ging terug naar huis en belde meteen de kabouters van het bos. In nog geen 1 minuut tijd waren ze daar al. Professor Gobelijn vertelde alles aan de kabouters. Ze gingen meteen aan de slag. Ze trokken eerst naar het museum voor te vragen hoe het experiment van professor Gobelijn er uit zag. Ze kregen een foto van het experiment. De kabouters gingen meteen op onderzoek ze doorzochten heel het bos tot s’ avonds laat maar nergens een spoor van experiment. De volgende dag gingen de kabouters eerst terug naar professor Gobelijn. En ze vertelden dat ze niets hadden gevonden. De professor was bang dat er iets fout ging gebeuren en iedereen dacht diep na. Maar ze wisten echt niet wie het gestolen had. De dief zei” hahahahahahaha ik heb het experiment van die professor Gobelijn. De professor zei” wat moet ik doen ,wat? De kabouters gingen voor de zoveelste keer op pad. Dag en nacht trokken de kabouters rond. Ze zochten overal en opeens kwamen ze bij een drakenberg. Iedereen schoof achteruit iedereen was bang. En een kabouter liep weg. Opeens zag hij daar laarzen staan. Hij riep de anderen. Ze gingen allemaal tot bij de laarzen. Een van de kabouters zei” dat zijn zevenmijlslaarzen”. Een van de kabouters ging nog wat dichter gaan staan. En hij trok de zevenmijlslaarzen aan en hij liep tot bij de draak. De kabouter riep de draak wakker en de draak werd woedend. Hij sprong opeens de grot binnen. En hij ontdekte een laboratorium. Hij was aan het denken, ik zou best eens de anderen gaan helpen. Hij ging naar buiten en schrok zich een bult. De kabouters hadden gewoon de draak verslaan. Ze gingen allemaal vlug naar binnen. En ze sluipten heel stil naar binnen. Sssssst zei een van de kabouters” ik hoor iets naar ons toekomen”. Ze verstopten zich achter een kast en ze zagen het experiment staan van de professor. Een van de kabouters ging er op af. Hij pakte het experiment mee en ze liepen zo snel ze konden. Maar onderweg viel er een van de kabouters en zijn enkel deed pijn. Maar hij gaf de moed niet op hij liep door tot dat hij niet meer kon. En dan toch eindelijk kwamen ze aan bij professor Gobelijn. De professor was dolblij. Hij ging weer naar het museum………. Ze leefden nog lang en gelukkig. Door gianni
Er was eens een jongen die nieuwsgierige Speur heette. Hij woonde in albadavor. In Albadavor leerden ze op school magie te gebruiken. Nieuwsgierige Speur ging naar die school. Sommige mensen waren al eens gevlucht voor de school. Maar nieuwsgierige speur trok zich daar niets van aan. Hij kwam toe op school en er kwam een jongen vol puisten aangelopen. -
W wwat doe jij h h hier nieuweling?
-
Ik zoek de 3de klas.
-
DIE IS DAAR NIET! Dat is de k k klas voor de speciale. Meer mag ik nie nie niet zeggen.
-
Waar is de 3de klas dan?
-
Daaaaaaar!
Nieuwsgierige Speur ging de klas binnen. Iedereen had puisten en zag eruit als een aliën. Op hun leraar zaten er zelfs puisten. De vreemde jongen die hij het eerste ontmoet had, zat ook bij hem in de klas. “Ha ha hallo!” riep hij. Hij praatte raar had Nieuwsgierige Speur al opgemerkt. Iedereen praatte zo. “Raar,” dacht hij. Op de schoolmuren stond: Magieschool. Maar hij was nieuwsgierig en bestudeerde de woorden. Hij ontdekte dat magie met een sticker op de muur geplakt was. Hij trok de sticker van de muur. Wat daar stond was… ZoMBIEsCHooL. PLots kwaM IEdErEEn aCHtEr HEM aan. Ze riepen dat hij het geheim ontdekt had en dat ze zijn hersenen zouden opeten. De baas van de school wou alle mensen van Albadavor in zombies veranderen. De zombies waren sneller dan hem, maar dan toverde hij de . Hij liep zo snel dat de zombies het opgaven. Hij maakte een anti zombie schild. De zombies zaten nu voor eeuwig in de school opgesloten en de mensen van Albadavor leefden nog lang en gelukkig.
De zeven dienaren Er was eens een prinses die wou trouwen ,dus ze vroeg het aan de koningin. De koningin zei:” Ja, maar de mannen moeten mijn vijf opdrachten doen voor dat ze met jou mogen trouwen. De koningin hing affiches uit en daar op stond wie met de prinses wil trouwen moet vijf opdrachten uitvoeren en als een van de opdrachten mislukt word je onthoofd. Dus vele mensen probeerden het maar alle manen werden onthoofd. Er was nog maar een man met de zevenmijlslaarzen, die ging het bos in voor dienaren te zoeken . Hij vond er vier: een die zeker 24 tonnen wijn en 25 schapen kon opeten zonder een keer zijn behoefte te doen ,een die dagen lang kon luisteren en alles in de zelfde woorden kon zeggen ,een die als het warm is heeft hij koud en ook als het koud is heeft hij het warm en een die als de beste kan zwemmen. De volgende dag zie zei die man met zijn zevenmijlslaarzen aan: ”ik neem de uitdaging aan. Oké” zei de koningin :” je eerste uitdaging is je moet de trouwring van de bodem van de zee halen je krijgt een duik fles en een duik pak. De man zei aan de man die als de beste kon zwemmen :”jij doet het. Dus hij deed het .In vijf minuten was de klus geklaard. Dus dat was een makkelijke opdracht, je volgende opdracht is je moet 24 tonnen wijn opdrinken en 25 schapen opeten. Die man die 24 tonen en 25 schapen deed het. Na één minuten was de opdracht geklaard De heks zei:” je volgende opdracht is je moet twee dagen lang naar mijn secretaresse luisteren en dan moet je alles in de zelfde woorden herhalen.” De man zei aan de man die dat kon:” jij doet het.” De volgende dag zei hij het in de zelfde woorden. De koningin zei:” dat was makkelijk maar je volgende opdracht niet, je moet in een kamer waar het 125 graden is zitten.” Dus die man die dat kon deed het. En de klus was weer geklaard. “Nog een opdracht zo ver mogelijk stappen.” Zei de koningin. Hij trok zijn zevenmijlslaarzen aan en deed de opdracht. Weer geklaard dus hij mag met de prinses trouwen En omdat de koningin zoveel mensen had gedood werd ze opgepakt.
(Jarne Schotte)
De verwaarloosde puppy’s Er was eens een gemeen baasje dat heel diep het bos in ging en daar liet hij vijf puppy’s achter. Die arme hondjes schrokken zich dood toen ze wakker werden. De vijf kleine rakkers besloten om verder te gaan. Het enigste meisje ,Belle, had zich bezeerd aan haar pootje. Dizzy sprong haar te hulp. Patatje dat altijd honger had zaagde dat ze moesten opschieten . Buck en Prutske liepen trots vooraan. Na een lange tocht kwamen de vijf een mega- super –de- duper -groot huis tegen. Gewoon midden in het diepe bos. Ze durfden eerst niet aan te kloppen. Buck, de stoerste van hen allen , klopte aan. Er deed een grootte giraf open . Hij zei dat ze binnen mogen en dat ze hem de wijze giraf mochten noemen. De puppy’s vertelden alles over hoe ze hier terecht kwamen .De wijze zei dat er iemand gemeen rond liep die dieren haat en verjaagt of dood ze. De rakkers schrokken en ze vroegen hoe ze hier weg konden en naar het dorp kunnen gaan. Hij zei dat hij een winkel had en daar mochten ze iets uit kiezen om te ont snappen. Ola ik heb nog iets heel speciaal liggen twee reuzen laarzen .De vijf vroegen waar ze lagen. De giraf ging ze gaan halen .Oei ik vind ze niet meer .Het is niet erg wij zijn super speurders . Na veel zoeken en zoeken vond Dizzy het. Eindelijk! Buck wou ze uitproberen .Wauw ik ben zo groot .De andere klemmen aan hem vast . Ten slotte kwamen ze aan . De koningin had dat gehoord en vroeg aan hen om in haar kasteel te wonen samen met de wijze giraf . Door Axelle
De soms Lieve heks en de paarse aap Er was eens een aap… Het was geen gewone, het was een paarse aap. Niemand geloofde dat hij bestond, behalve de heks, die had hem zelfs al dikwijls gezien. Ze wou dat de aap nog meer op bezoek kwam dan daarvoor en daarom heeft ze de hele buurt donker gemaakt. De aap leefde immers meestal in het donker. De heks was wel heel lief, maar ze at iedereen op die ze niet leuk vond. De heks vond bijvoorbeeld de aap leuk, maar mieren, die haatte ze echt. De paarse aap had geluk dat de heks hem lief vond. Bijna alle mieren pestten de heks. Maar als de mieren niet opletten, dan zou de heks hen kunnen betrappen. Om dat niet te voorkomen, hebben alle mieren een verschillende vermomming.
Na een lastige dag kwam de heks weer terug van het bos. Ze ging naar haar vieze, vuile woning die helemaal niet op een woning leek. De aap had gezien dat de heks in de richting van haar huis ging, daarom verschuilde hij zich achter een kar waar duizenden appels in zaten. Hij twijfelde soms als de heks deed alsof dat ze hem lief vond of niet. De aap nam het risico en klopte op de voordeur van de heks. De aap zei:” H… H… Ha…Hallo heks!” Toen vroeg de heks waarom de aap zo stotterde. De aap loog dat hij zwart zag. Hij zij dat hij daarnet een wolf had gezien en dat hij er van bang was. De heks zag dat hij loog en wou hem daarom een paar dagen later opeten. Ze vond hem niet meer leuk omdat hij loog. De aap wist niet dat de heks hem door had. Ze lied de paarse aap binnen. Ze voerden een gesprek over de wolf die er niet was. Na een paar minuten ging de paarse aap weer weg. Hij ging naar zijn favoriete boom in het bos dichtbij de heks. Twee dagen gingen voorbij en de heks had niets meer gehoord van de paarse aap, van de mieren had de heks wel last gehad. Deze keer hadden ze één kilogram zout en vijfhonderd gram peper in de soep gedaan toen de heks eventjes weg was. Natuurlijk maakte de boze heks de soep opnieuw, want met veel zout en peper was de soep niet te vreten. De volgende morgen kwam de aap weer langs en de heks was blij hem terug te zien. Na een paar minuutjes zei de heks wat ze van plan was. De aap schrok want hij had het niet verwacht. Hij wou wegvluchten maar de heks had hem al opgesloten. De heks zorgde ervoor dat de wolf lekker was om te eten. De mieren hadden dat gezien, ze wouden de aap redden. Plots kreeg het hoofd van de mieren een idee: ze ging een slaapmiddel in de kom van de heks doen, zodat de heks 1 minuutje slaapt. Maar alleen kon de mier het flesje met het slaapmiddel niet dragen, daarom riep ze hulp, dat kreeg ze ook. Iedereen hielp en de heks had niets door. Gelukkig maar! Na een tijdje viel de heks in slaap en kreeg de paarse aap de tijd om weg te rennen. De mieren gaven de aap ook de zevenmijlslaarzen van de heks. Toen werd de heks weer wakker en jaren later had de heks niets meer van zich laten horen, maar toch leefde de paarse aap en de mieren nog lang en gelukkig! Door Jolien Plouy
De schat Er was eens een dorpje in de bergen waar een smurf woonde die al niet meer één van de jongste
was. Het dorpje had sinds vorig jaar zevenmijlslaarzen in hun bezit. Eigenlijk stonden die maar stof te vergaren … Tot ze toch weer eens uit de glazenkast werden gehaald. Dat gebeurde door de kleinzoon van de oude smurf. Want precies één jaar geleden had hij de laarzen gevonden in een grot. Dat werd nu gevierd met een groot dansfeest en veel gezang. Maar in de grot was er een draak die niet zo gelukkig was. Hij kon niet vliegen en moest dus overal naar toe lopen. Daarvoor waren zevenmijlslaarzen wel handig. Hij was al maanden aan het zoeken maar zonder resultaat. Morgen zou hij ze gaan zoeken en hij wist al waar: in het smurfendorp! Daar was het feest ondertussen afgelopen want het was al laat. Gek genoeg was het nog niet donker terwijl de zon wel al onder was. Dat kwam door de vele lampionnen die er opgingen. Af en toe waaide er eens één weg maar dat was niet erg want ze hadden er genoeg. ’s Morgens mochten de kinderen ze weg laten waaien. De kleinzoon van de oude smurf was van plan om nog meer mysterieuze voorwerpen te zoeken in de grot. Hij vertrok net op het moment dat de draak in smurfendorp aankwam. De draak zocht in ieder kiertje van elk huis maar vond de laarzen niet dus keerde hij terug naar de grot. De jonge smurf had niets meer gevonden en keerde dus maar weer naar huis zonder buit. Maar onderweg naar huis kwam hij de draak tegen maar die was helemaal niet blij toen hij de smurf met zijn laarzen aan zag. Hij vroeg zijn laarzen terug op een niet al te vriendelijke manier maar de smurf wou ze niet geven want hij zei:” alles wat je vindt mag je houden” en dus daagde de draak de smurf uit; wie het vlugs rond de boom en terug was kreeg de zevenmijlslaarzen. Zo gezegd zo gedaan. Raad eens wie er won zonder de laarzen aan het was…… de draak! Dat kwam omdat hij een klein beetje vals speelde maar dat weten alleen jij en ik. Niet verklappen hoor!
door Svetlana
De snelle laarzen Er was eens een mooi meisje die samen met haar moeder en haar broertje Tijs aan de rand van het bos woonde. Haar vader is twee jaar geleden overleden. Hij was heel erg ziek doordat hij vergiftigde planten had gegeten. Nu weten ze nog altijd niet wie de schuldige is, maar ze hebben wel een hoofdverdachte: Gorgette. Dat is hun buur. Ze probeert altijd zo vriendelijk mogelijk over te komen, maar eigenlijk probeert ze zo veel mogelijk schade aan te richten. Op een dag ging het mooie meisje wandelen in het bos. Ze plukte bloemen voor haar broertje Tijs. Ze ging steeds dieper en dieper. Maar toen ze besloot terug naar huis te gaan was ze de weg kwijt. Ze keek naar links ,rechts, voor en achter haar. Overal was er een dikke laag mist. Dat kwam omdat het al bijna donker zou worden. Ze werd bang, heel erg bang. En ze hoorde overal zo’n rare geluiden. Ze wist wel dat die van de dieren in het bos kwamen, maar toch was het eng. Ze besloot om verder te wandelen tot ze ergens een licht zag branden. Misschien kwam ze wel ergens een huisje tegen met een heel lief vrouwtje of zo? Plots was het zover, ze zag een lichtje in de verte. Gelukkig maar want het was net donker geworden. Haar moeder en haar broertje zullen wel heel ongerust zijn omdat ze zo lang weg bleef. Het mooie meisje stond nu voor de deur van het huisje waar ze het licht zag branden. Ze klopte voorzichtig op de deur. Een vreemde stem zei dat ze binnen mocht komen. Het mooie meisje ging binnen, op het eerste zicht zag ze niemand. Maar toen ze naar de kachel keek ,zag ze 60 kleine gele mannetjes. Ze dacht dat ze gek was geworden omdat ze al zolang in dat enge bos zat. Maar ze was helemaal niet gek geworden, de mannetjes zaten er echt!!! Ze begonnen tegen haar te praten en vroegen of ze erbij kwam zitten. Het meisje had zo’n vreemde mannetjes nog nooit gezien, maar toch ging ze erbij zitten en begon te babbelen. Een uur lang zaten ze te tateren. En het mooie meisje nam de 60 kleine mannetjes in vertrouwen omdat ze zo lief waren. Het meisje stelde zich wel wat vragen. Bijvoorbeeld hoe ze hier gekomen zijn en zo. Plots kwam er nog een klein mannetje van in de kamer daarnaast. Je zag zo dat de andere mannetjes jonger waren dan die ene. En precies die ene was 1265 jaar oud .Toen het meisje aan de praat raakte met de oude stakker. Werd duidelijk dat ze voor een boze reus werkten. Zij moesten mensen gevangen nemen en ze naar de reus brengen dat hij die dan kon opeten. Het meisje vroeg waarom ze haar dan niet hadden gevangen. De 60 mannetjes zeiden dat ze dat werk niet wilden doen maar ze deden het voor het geld omdat ze arm waren .Maar plots schoot de oude man iets te binnen. De reus kan echt mensenvlees ruiken van op 100 meter afstand!!! Hij zal nu waarschijnlijk al op weg zijn. Het meisje moest haar zo snel mogelijk verstoppen. Juist toen ze verstopt was kwam de reus binnen. Hij zei dat hij mensenvlees rook en hij wou weten wat er aan de hand was. De mannetjes gebaarden van niets. Toen de reus terug wou vertrekken ging hij toch nog een dutje doen. Het meisje kon ontsnappen maar kon niet snel genoeg lopen. Het meisje en al de mannetjes trokken héél voorzichtig de laarzen van de reus af. Het meisje rende zo hard ze kon, maar omdat ze niet gewoon was van zo rap te lopen struikelde ze over een paar stenen. Juist op dat moment kwam een knappe prins op zijn paard aangereden. En gelukkig kon hij het mooie meisje opvangen. Het meisje deed haar ogen open en zag de knappe prins. Het was liefde op het eerste gezicht. Het mooie meisje die dus later misschien prinses zou worden. Het mooie meisje trouwde met de prins, vond haar mama en haar broer terug en raakte bevriend met de reus. En ze leefden nog lang en gelukkig!!! Door Anouk
Het mysterie! Honderden jaren gleden, was er een prinsesje geboren. Dat heette Lies. Op een nacht kwam boze heks Lala en nam haar mee. Ze had iets gemaakt een slechte cabine. Zo gaat het te werk je trekt een haartje en doe het in de cabine. Een paar minuten wachten en er komt een slechte persoon uit. Ze ziet er helemaal het zelfde uit. Heks Lala zei:” Ik noem je Schaduw prinses. ”Maar er is wel één verschil Schaduw prinses is allergische voor leer. Heks Lala brengt Lies weer terug. Niemand merkt het. Paar jaar later is de Prinses achttien geworden. Ondertussen verzint heks Lala een plannetje voor prinses Lies te laten verdwijnen. Ze dachten en dachten. Toen wisten ze het. De prinses was aan het wandelen, aan het bos. Plots sprong Schaduw prinses uit de struik, en nam haar mee. Later kwam Schaduw prinses uit de struiken. Bij de heks zat Lies ze moest werken en slonzen dragen van de heks. Dagen werkte ze. Tot op een dag kon ze ontsnappen en rende weg. Midden in het zat er een enorme reus maar de prinses was dat vergeten en rende zo hard ze kon. Een boze reus en bij die reus stond haar goede fee en de reus zei:” Je mag mijn laarzen gebruiken om te lopen.” “Dankjewel!, zei de prinses. Maar te laat Schaduw prinses was daar al. Nam de laarzen af. Schaduw prinses smelt door haar allergie. De ouders van Lies kwamen en ze zei haar verhaal. En de heks leefde nog lang en in de gevangenis. Door Ellen
De heks en familie De Grootte Er was eens een familie genaamd familie De Grootte. Groot zou je ze niet echt kunnen noemen, want ze zijn te samen maar twee centimeter groot. De broers De Grootte gingen in het bos spelen. Maar ze gingen veel te diep in het bos. ’’Waar zijn we?’’ vroegen ze zich af. Onze ouders zijn vast ongeduldig .’’Zie jij dat ook daar, daar brand licht’’ Ze gingen daar naar toe. Ze stonden vlak voor de deur van een huis. Maar plotseling gebeurde er iets, ze vielen in een luik. Maar ze hadden geen pijn, want ze vielen op een matras. Ze zaten in de kelder. Er kwam iemand naar beneden gestormd. Ze deed de deur open. ‘’Aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaahhhhhhhh!’’ schreeuwden ze. Het was een heks die de deur open deed. Een vrouw met een puist op haar neus, een slang rond haar been, een rat op haar nek , en het ergste van al : een spin in haar mond. Hort gilde zo luid hij kon. Toen pakte de heks de twee jongens bij hun nekvel en ze gooide ze in een kast. Maar in die kast zaten mieren . Zo’n 1 000 000 mieren! De kast was ook één kilometer lang. Ze konden nog net ontsnappen uit de lange kast . Ze namen de schoenen van de man van de heks. Gort en Hort met een h liepen zo vlug ze konden weg. Ze hadden niet door dat het de zevenmijlslaarzen waren. In één stap waren ze thuis. Onderweg gooiden ze de ketel van de heks om. Ze vloog op haar zelf gemaakte dodelijke drankjes . En ze was dood. Familie de grootte leefde nog lang en gelukkig.
Door Jonas
De domme tweeling
Er was eens een tweeling Klakie en Bakie. Ze moesten gaan houthakken. Toen ze in het bos waren, waren ze hun zagen kwijt . Ze gingen op zoek in het bos door de takken over de rotsen, maar er was niks te bespeuren . Toen ze het opgaven, zochten ze hun huis, maar juist voor een boom stond een vrouw Haisja. Bakie struikelde over de laarzen van de vrouw. Maar ze wisten niet dat ze een heks was. Ze had zo’n grote laarzen en lange nagels… Ze vroegen of ze bij haar mochten slapen . Ze zei: “ Ja maar je moet wel iets terug doen: jullie moeten meehelpen afwassen .” “ Oké!” zei de tweeling . s’Nachts kwamen ze wakker van een klakgeluid. Bakie wist dat het Klakie was. ‘s Morgens lagen Klakie en Bakie ineens in een kooi. Ze waren geschrokken en schreeuwden. Opeens kwam de heks. Ze legde alles uit: ze was betoverd door de zevenmijlslaarzen en wou Klakie en
Bakie doden en opeten. Ze smeekten om hen vrij te laten. Toen de heks lag te slapen kon Klakie de kooi opendoen de door te klakken .Hij ging naar de heks, nam de schoenen en verbrandde de laarzen. plots kwam de heks wakker. Ze voelde zich heel anders ze keek naar haar voeten en ze was zo blij dat de schoenen eraf waren. Klakie en Bakie hadden een brief geschreven. :
we hebben je verlost van de laarzen. Ze zijn verbrand! Groetjes Klakie en Bakie. En ze leefden nog lang en gelukkig… Door tybo
Er waren eens twee gezinnen. In het ene gezin zat Sotterke en in het andere gezin zat Bolleke. Snotterke was een van de sterkste van heel het kabouterbos maar was wel een van de domste van het kabouterbos. Hij had wel al vaker iets mispeutert en moest daar zelf eens voor naar het gevangenisbos. Daarentegen was Bolleke schattig en slim maar was wel een van de slapste van het kabouterbos. Dus het waren eigenlijk twee helemaal verschillende kabouters. Maar wat je nog niet weet . Is dat ze alle twee vijanden waren.
Het begon in allemaal op een mysterieuze dag. Toen ze alle twee elkaar toevallig tegenkwamen het bos. Toen Snotterke Bolleke voorbij stak viel Snotterke over Bolleke en begonnen ze ruzie dat het geen naam had. Maar ja zoals je weet zal Snotterke wel winnen. Dat was buiten Bolleke gerekend. Hij pakte zijn geld hij smeet het weg en jah natuurlijk ging de domste van de boel er achteraan. Bolleke liep achter Snolleke en duwde hem neer. Liep Snotterke naar huis en plotseling was hij zijn schoenen verloren. Hij zocht overal waar hij gelopen had en dus ging hij terug naar het bos en zag daar Snotterke ,hij lag te slapen. Bolleke zag dat hij andere schoenen aan had. Hij dacht direct dat het zevenmijlslaarzen waren hij trok ze af met al zijn kleine spiertjes en trok de schoenen aan. Hij liep snel weer naar huis en was dolgelukkig dat hij zijn vijand kond verslaan!