Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg Optometrie & Orthoptie 2015-2016
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
2/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
Inhoudsopgave 1 2
Voorwoord Inrichting van de opleiding 2.1 Beroepsprofiel 2.1.1 Beroep 2.1.2 Uitwerking van beroepsprofiel 2.1.3 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar 2.2 Opleidingsprofiel 2.2.1 Algemeen 2.2.2 Doelstelling opleidingen 2.2.3 Het Hbo-niveau van de opleiding 2.2.4 Didactische uitgangspunten 2.3 Inrichting opleiding 2.3.1 Opleidingsvarianten 2.3.2 Verkorte en versnelde opleidingsroutes 2.3.3 Getuigschriften 2.3.4 Graden en titulatuur 2.3.5 Opleidingsstructuur 2.4 Propedeuse 2.4.1 Programma 2.4.2 Studieadvies 2.4.3 Overstappen 2.5 Hoofdfase 2.5.1 Toelating hoofdfase 2.5.2 Programma’s 2.5.3 Stages en stagewaardigheid 2.5.4 Profileringsruimte 2.5.5 Excelleren 2.5.6 Afstuderen 2.5.7 Vervolgopleidingsmogelijkheden 2.6 Examencommissie 2.6.1 Instelling en benoeming 2.6.2 Samenstelling 2.6.3 Taken en bevoegdheden 2.6.4 Verzoekschrift 2.7 Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen 2.8 Voorzieningen 2.8.1 Begeleiding 2.8.2 ICT-faciliteiten 2.8.2.1 Algemeen 2.8.2.2 E-mail 2.8.2.3 SharePoint
7 9 9 9 9 9 11 11 11 12 14 15 15 15 16 16 16 18 18 21 23 23 24 27 37 40 41 42 45 46 46 46 46 47 47 48 48 49 49 49 50 3/318
© Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
2.8.2.4 OSIRIS Student 2.8.2.5 Wachtwoord 2.8.2.6 Informatiebeveiliging en privacy 2.8.2.7 Registratie studievoortgang 2.8.3 Onderwijsbalie 2.8.4 Studievereniging 2.8.5 Opleidingscommissies 2.9 Contactgegevens
50 51 52 52 52 52 53 54
3
Cursussen 3.1 Cursusdeelname 3.2 Inschrijving voor cursussen 3.3 Aanwezigheidsplicht 3.4 Ingangseisen 3.5 Cursusbeschrijvingen
55 55 55 56 56 56
4
Tentamens en examens 4.1 Introductie 4.2 Vrijstellingen 4.3 Organisatie tentamens 4.3.1 Tentamenvorm en -duur 4.3.2 Tentamenrooster 4.3.3 Inschrijving en deelname (her)tentamens 4.3.4 Voorzieningen in geval van een functiebeperking 4.3.5 Legitimatieplicht bij tentamens 4.3.6 Gang van zaken tijdens tentamens 4.4 Beoordeling 4.4.1 Toekennen resultaat en inzage 4.4.2 Onregelmatigheden / fraude 4.4.3 Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk 4.4.4 Geldigheidsduur resultaten
57 57 58 59 59 60 61 63 65 65 65 65 67 68 68
5
Diplomering 5.1 Procedure afgifte getuigschrift 5.2 Aantekening cum laude of met genoegen
69 69 69
6
Roosters 6.1 HU-onderwijsjaarrooster 6.2 Vakanties en vrije dagen 6.3 Lesdagen en -tijden 6.4 Openingstijden gebouwen 6.5 Roosterinformatie en -wijzigingen 6.6 Toetsoverzicht
71 71 72 72 73 73 73
7
Klachten, bezwaar en beroep 7.1 Inleiding 7.2 Bezwaar
91 91 91 4/318
© Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
7.3 Beroep 7.3.1 Beroep aantekenen 7.3.2 Hoger beroep 7.4 Klachten 7.4.1 Klacht indienen 7.4.2 Herzieningsverzoeken bij klachten 7.5 Ongewenst gedrag 7.6 Schema klachten, bezwaar en beroep
92 92 93 93 93 93 94 94
8
Studentzaken 8.1 Studiebegeleiding 8.2 Profileringsfonds 8.3 Studentendecaan 8.4 Centrum Studiekeuze 8.5 Vertrouwenspersoon 8.6 Studentenarts 8.7 Bureau Studentenpsychologen 8.8 Mediation 8.9 Studeren met een functiebeperking 8.10 Verbetering taalvaardigheden 8.11 Bibliotheek 8.12 Internationalisering 8.12.1 Study abroad 8.12.2 Stage in het buitenland 8.13 Medezeggenschap 8.13.1 Inspraakorganen 8.13.2 Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten 8.14 Studium Generale 8.15 Studentenvereniging 8.15.1 Algemeen 8.15.2 Bestuursbeurs 8.16 Topsport 8.17 Trajectum 8.18 Sport 8.19 Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren 8.20 Verzekeringen: aansprakelijkheid, ongevallen en reisverzekering 8.21 Werken naast uw studie 8.22 Huisvesting
95 95 95 96 96 97 97 98 98 98 99 99 99 100 100 100 100 101 101 102 102 102 102 102 103 103 105 106 106
9
Over de HU 9.1 Algemene informatie 9.1.1 Onderwijsprofiel HU 9.1.2 Bachelor- en masterstelsel 9.1.3 Hogeschool- en faculteitsregelingen 9.1.4 Orderegels
107 107 107 108 109 110 5/318
© Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
9.1.5 Kwaliteitszorg 9.1.6 Organogram HU 9.1.7 Locaties HU 9.2 Algemene informatie faculteit Gezondheidszorg 9.2.1 Algemeen 9.2.2 Organogram faculteit Gezonheidszorg 9.2.3 Contactgegevens 9.2.4 Plattegrond 9.2.5 Praktische voorschriften en aanwijzingen 9.2.6 Faciliteiten 9.2.7 In- en uitschrijven voor de opleiding 9.2.8 Toelatingsonderzoek 9.2.9 Studiekosten, eigen bijdragen en tegemoetkoming 9.2.9.1 Collegegeld 9.2.9.2 Kosten voor boeken en leermiddelen 9.2.9.3 Overige kosten 9.2.9.4 Financiële tegemoetkoming 10 Bijlagen 10.1 Onderwijs- en examenregeling 10.2 Cursusbeschrijvingen
110 111 111 112 112 114 115 115 115 116 116 117 118 118 119 119 120 121 121 121
Deze studiegids is op 7 juni 2015 vastgesteld door Hans Merkx (Directeur Instituut voor Paramedische Studies) gevolgd door een positief advies van de (G)OC en goedgekeurd door Harm Drost Faculteitsdirecteur FG op 12 juni 2015
6/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
1
Voorwoord
Beste student, Voor u ligt de studiegids 2015 - 2016 van de opleidingen Optometrie & Orthoptie. We hopen dat u bij onze opleidingen een prettige en succesvolle studietijd heeft. In deze studiegids vindt u belangrijke spelregels en informatie die u daarbij kunnen helpen. Hogeschool Utrecht biedt vraaggestuurd en competentiegericht onderwijs. Competentiegericht wil zeggen dat u vaardigheden opdoet die aansluiten bij het beroepsleven (2.1). Met vraaggestuurd onderwijs streven wij er naar het onderwijs en ook de ondersteuning eromheen zo in te richten dat u zich in en tijdens uw studie kunt ontwikkelen op een manier die ú belangrijk vindt en die bij u past. Hieronder vindt u informatie over de belangrijkste aspecten van uw studie en de keuzes die u kunt maken. Invloed van de student Veel van onze mogelijkheden zijn ontwikkeld of verbeterd op initiatief van uw medestudenten. De hogeschool beschouwt u als partner, u maakt deel uit van onze kennisgemeenschap. De HU hecht daarom veel waarde aan uw mening en ideeën. Dat begint al bij de evaluaties van alle cursussen, waar u als student uw oordeel en verbetertips kunt geven. Ook organiseren we op opleidingen of faculteiten onderwijsdialogen, waarin we samen in gesprek gaan over uw opleiding en alles eromheen. De HU ondersteunt actief deelname van studenten in opleidingscommissies en medezeggenschapsorganen (8.13). We vragen u elk jaar de NSE (Nationale Studenten Enquête) in te vullen. En bent u bijzonder tevreden over het onderwijs van die ene docent(e), nomineer hem/haar dan als docent(e) van het jaar. Excelleren De HU waardeert en stimuleert verschillende vormen van excellentie. Als u uitstekende resultaten in uw studie behaalt, ontvangt u bij uw diploma de aantekening ‘cum laude’ of ‘met genoegen’ (5.2). Maar u kunt ook uitblinken op andere aspecten, zoals innovatie en leiderschap. Ook dat wil de HU graag bevorderen. Hiervoor zijn bijvoorbeeld honourstrajecten ontwikkeld. U kunt met het volgen van deze trajecten Ster Verklaringen behalen. Als u vijf verschillende Ster Verklaringen behaalt, krijgt u het Honours Certificaat. Dit is een officieel HU-waardepapier dat u bij uw afstuderen naast uw diploma ontvangt (2.5.5). Verbreden en verdiepen Veel opleidingen kennen afstudeerrichtingen, waarin u zich kunt specialiseren op een onderdeel van uw vakgebied. Daarnaast kennen de meeste opleidingen de zogenaamde ‘vrije profileringsruimte’ (van 30 EC, een halfjaar), die u kunt gebruiken om u te verdiepen binnen uw eigen vakgebied, of om kennis te maken met een geheel ander vakgebied. Binnen uw faculteit, binnen een opleiding van een andere faculteit, maar ook een cursus aan een andere instelling is vaak mogelijk (2.5.4). Ook kunt u een eigen examenprogramma ontwikkelen, uw studieloopbaanbegeleider (slb’er) (2.8.1) kan u hierover adviseren. De examencommissie van uw opleiding (2.6) moet daar toestemming voor geven. Ook is er Studium Generale dat inspirerende programma’s aanbiedt. Wat anders? U kunt uw studietijd natuurlijk ook willen benutten om u zo breed mogelijk te ontwikkelen, en juist ervaring buiten uw reguliere studie op te doen. Wilt u een tijdje studeren in het buitenland (8.11)? Of denkt u erover bestuurlijk actief te worden in bijvoorbeeld een studievereniging, een gezelligheidsvereniging of een studentensportclub? (8.18). Of combineert u topsport met een studie (8.16)? Hiervoor noemden we al medezeggenschap en opleidingscommissies. Er is van alles denkbaar dat door de HU actief ondersteund wordt. Studievertraging Door allerlei oorzaken kan uw studie niet verlopen zoals u dat graag zou willen. Als dat komt door bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld ziekte of familieomstandigheden, dan zijn er verschillende regelingen waarop u een beroep kunt doen. Als u door uw persoonlijke situatie tentamens mist, kunt u om een extra herkansing vragen (4.3.3). Haalt u te weinig studiepunten en dreigt u een negatief studieadvies te krijgen, dan kunt u hulp krijgen bij het maken van een studieplanning (8.1). En had u een studiebeurs,
7/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
maar studeert u door deze omstandigheden zo lang dat u er geen recht meer op hebt? Dan is er wellicht een mogelijkheid tot financiële ondersteuning (8). In al deze gevallen geldt: meld het zo spoedig mogelijk aan uw studieloopbaanbegeleider (2.8.1) of uw studentendecaan (8.3)! Het is natuurlijk niet wenselijk dat u (veel) te lang over uw studie doet. Om dat te voorkomen, bieden opleidingen soms inhaaltrajecten aan. Die worden via MijnHU bekend gemaakt. En heeft u een functiebeperking? Dan kunt u mogelijk langer over uw studie doen, maar dat hoeft lang niet altijd het geval te zijn. De hogeschool kent een breed scala aan voorzieningen die u in uw studie kunnen ondersteunen (8.9). Problemen en klachten Heeft u problemen die uw studie negatief beïnvloeden? Of vragen omdat u niet precies weet waar u terecht kunt? Bij uw slb’er (2.8.1) of een studentendecaan (8.3) bent u aan het juiste adres; zij kunnen u adviseren of doorverwijzen. Als u klachten heeft over de bejegening door studenten of medewerkers, kunt u ook een vertrouwenspersoon (8.5) inschakelen. Als er sprake is van een escalerende situatie kunnen onze studentmediators vaak helpen om verdere escalatie te voorkomen en de samenwerking weer te herstellen (8.8). En gaat er binnen de HU iets fout of bent u het niet eens met een besluit? Op elke faculteit of opleiding is een klachtenloket waar u terecht kunt met bezwaren en klachten (7.1). Ook hiervoor kunt u bij de studentendecaan terecht. Wat verwacht de HU van u? Wij streven ernaar u een opleiding en studieklimaat te bieden waarin u zich optimaal kunt ontplooien. De HU verwacht van elke student dat hij/zij zich aan de interne regels houdt (9.1.4). Ongewenst gedrag (bijvoorbeeld intimidatie, hatemails, verbaal of fysiek geweld) wordt niet getolereerd. Als u een diploma haalt, moet u dat ook hebben verdiend. Fraude (4.4.2) wordt niet getolereerd. Zeker als dit gevolgen heeft voor onschuldige medestudenten, doordat tentamenresultaten ongeldig worden verklaard, zijn de straffen zwaar. Zowel ongewenst gedrag als fraude kan leiden tot verwijdering van de opleiding. Er zijn heel veel mogelijkheden bij de HU om een prettige studietijd te hebben. U vindt het merendeel terug in deze studiegids. Lees de gids goed door voordat u aan uw studie begint. Is iets niet duidelijk of kunt u bepaalde informatie niet vinden, kijk dan op MijnHU of vraag het uw slb’er of de onderwijsbalie (2.8.3). We wensen u een prettige studietijd en veel succes in dit studiejaar. Mede namens alle collega’s van de opleidingen Optometrie & Orthoptie,
Nancy Hartgring, Manager Oogzorgopleidingen Optometrie & Orthoptie Hans Merkx, Directeur Instituut voor Paramedische Studies
8/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
2
Inrichting van de opleiding
2.1 2.1.1
Beroepsprofiel Beroep
Optometrie Optometrie is een onafhankelijk beroep in de (eerstelijns) oogzorg en omvat de diagnostiek, preventie en het herstellen van afwijkingen aan het optische systeem door middel van onderzoek van de ogen en behandeling van het gezichtsvermogen, met uitzondering van medische behandelingen. De optometrist is breed opgeleid op het gebied van de gezondheidszorg teneinde optimaal te kunnen functioneren als hulpverlener, als vaktechnisch behandelaar, als werker in een organisatie en als deskundige binnen de maatschappij. De optometrist is direct toegankelijk; de beroepsuitoefening optometrist is in de wet-BIG (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) art. 34, geregeld, binnen de wettelijke kaders en onder eigen beroepsverantwoordelijkheid. Orthoptie De orthoptist is actief op het gebied van stoornissen van het mono- en binoculaire zien. Hij is voornamelijk werkzaam in de tweedelijns gezondheidszorg. Daar houdt hij zich van oudsher bezig met het onderzoek en de behandeling van kinderen (waaronder 'prematuren' en gehandicapten). De orthoptist doet ook het onderzoek en de behandeling van patiënten in overige leeftijdscategorieën. Het orthoptisch onderzoek kan onderliggende pathologie aan het licht brengen. In dat geval verwijst de orthoptist door naar oogarts, neuroloog, kinderarts, internist of kaakchirurg. De orthoptist is direct toegankelijk; de beroepsuitoefening orthoptist is in de wet-BIG (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) art. 34, geregeld, binnen de wettelijke kaders en onder eigen beroepsverantwoordelijkheid. Beide beroepen bewegen zich in het domein van de oogzorg. Ieder beroep heeft zijn specifieke taken en verantwoordelijkheden. Vanwege het gemeenschappelijke karakter is een deel van het onderwijs aan de opleidingen identiek. Dit is met name in de propedeuse. Vanaf jaar 2 vindt verdere differentiatie plaats. De beroepen in de gezondheidszorg zijn continu in ontwikkeling. Duidelijke trends zijn de organisatie van de gezondheidszorg in de eerste lijn en het organiseren van zorg in de buurt. De optometrie kan zich duidelijker gaan profileren als eerstelijns oogzorg. Daarnaast biedt deze ontwikkeling ook kansen voor de orthoptie om haar werkterrein uit te breiden.
2.1.2
Uitwerking van beroepsprofiel
De competenties van de optometrist en orthoptist staan beschreven in het Beroepsprofiel Optometrist dat in 2011 onder verantwoordelijkheid van de Optometristen Vereniging Nederland (OVN) is geactualiseerd en in het Beroepsprofiel Orthoptist dat in 2014 is geactualiseerd door de Nederlandse Vereniging van Orthoptisten (NVvO). Voor beide opleidingen geldt dat hun Competentieprofiel op het beroepsprofiel is afgestemd. De in het Beroepsprofiel vermelde taken en competenties in het beroep zijn vervolgens vertaald tot de competenties van de beroepsbeoefenaar met niveau-indicatoren naar bachelor en master. De competenties op bachelorniveau zijn het startpunt voor uitrol naar het bachelor-onderwijs- en toetsprogramma.
2.1.3 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar De voor beide opleidingen eender in hun beider Competentieprofiel geformuleerde 7 beroepscompetenties, zijn geordend volgens de drie competentiegebieden : I Zorg- en dienstverlening ( screenen/diagnosticeren/plannen, therapeutisch en preventief handelen) II Werken in en vanuit een organisatie (organiseren en ondernemen) III Beroepsontwikkeling (onderzoeken en innoveren). 9/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
Ook zijn de competenties ingedeeld naar de drie rollen die met de drie competentiegebieden corresponderen: respectievelijk hulpverlener, manager en beroepsontwikkelaar. Per rol zijn de competenties gespecificeerd; elk van de competenties wordt toegelicht met schetsen van de beroepscontext en de beroepstaken waarvoor de competentie nodig is. Het curriculum van beide oogzorg-opleidingen is, gericht op de eindcompetenties, opgebouwd vanuit de kerntaken en beroepsrollen uit het beroepsprofiel. Het (toekomstig) beroepsbeeld is leidend voor de invulling van het curriculum. Nieuwe ontwikkelingen vanuit de beroepsgroep en de samenleving hebben hun impact op de inhoud. Zo zijn bijvoorbeeld in het Orthoptie-curriculum de nieuwe deskundigheden ingebouwd waarmee de aanstaande orthoptist geprotocolleerd mag behandelen of doorverwijzen op basis van verworven Directe Toegankelijkheid. In het Optometrie-onderwijs is de OCT (Optical Coherence Tomograph), onlangs in gebruik genomen, een geavanceerd diagnostisch instrument dat behalve in het ziekenhuis ook in de eerste lijn goed kan worden toegepast. Er is voor de curriculumopbouw een ordening aangebracht in thema’s rondom beroepsmatig handelen. Er lopen verschillende inhoudelijke leerlijnen door het curriculum: de medische lijn, de beroepsspecifieke lijn en de onderzoekslijn EBP. Qua didactische leerlijnen is er een opbouw naar de integrale lijn (in kliniek en stages; theorie en praktijk geïntegreerd in beroepsopdrachten) met aanvankelijk veel aandacht voor kennisopbouw (de conceptuele lijn). Met als uitgangspunt de integrale, realistische beroepspraktijk wordt de student al vroeg in het programma met deze beroepspraktijk geconfronteerd. Daarnaast is er een opbouw in niveau. Er loopt een lijn van enkelvoudige gestructureerde taken met veel begeleiding, naar complexe, integrale beroepstaken die de student zelfstandig uitvoert en vanuit het onderwijs kan vertalen naar de reële beroepspraktijk. 2.1.4 Vaardigheden afgestudeerde? Je bent als afgestudeerde orthoptist en als afgestudeerde optometrist in staat je beroepstaken zelfstandig en met grote verantwoordelijkheid ten opzichte van cliënt en samenleving uit te voeren. Dit doe je in samenwerking met je collega’s in de (zorg)organisatie waarin je werkt. Je staat als reflective practitioner in je werk: bent kritisch op de kwaliteit van je werk, dat je baseert op bewezen resultaat. Je bent ook uit op verbetering en vernieuwing in je beroep. De opleiding brengt je deze beroepshouding en vaardigheden voor een verantwoorde beroepsuitvoering bij. Je handelt binnen de regelgeving van de wet en volgens ethische gedragsregels. 2.1.5 Werkveld en functies Optometrie Optometristen zijn in verschillende omgevingen werkzaam: in de optiekbranche bij opticiens en contactlensspecialisten en in een klinische setting, bijvoorbeeld binnen ziekenhuizen, maar ook in oogklinieken en lasercentra. Ook vinden optometristen werk in de industrie en als onderzoeker b.v. bij instellingen als TNO. De optometrist versterkt de eerstelijns gezondheidszorg door laagdrempelig toegang tot oogzorg te bieden. De optometrist neemt daarbij op basis van verticale substitutie de signalerende taak van de huisarts en de oogarts over ('pluis / niet-pluis' onderscheiden) en verwijst eventueel gericht naar de specialistische zorg. Bovendien verricht de optometrist op verzoek van de oogarts bepaalde routinecontroles bij patiënten met chronische aandoeningen (o.a. diabetes) waarbij zich oogheelkundige klachten voor kunnen doen. Orthoptie De orthoptist is actief op het gebied van stoornissen van het mono- en binoculaire zien. Hij is voornamelijk werkzaam in de tweedelijns gezondheidszorg en wel in perifere of academische ziekenhuizen. Daar houdt hij zich bezig met het onderzoek en de behandeling (o.a. opstellen operatieplannen) van kinderen (waaronder 'prematuren' en gehandicapten). In toenemende mate doet de orthoptist ook het onderzoek en de behandeling van patiënten in de overige leeftijdscategorieën. Vanaf 1 juni 2011 is de orthoptist direct toegankelijk.
10/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
2.2
Opleidingsprofiel
2.2.1 Algemeen Optometrie en Orthoptie zijn beiden unieke opleidingen in Nederland: zij worden alleen aan de Hogeschool Utrecht aangeboden. Zij omvatten een programma van vier jaar fulltime onderwijs, dat voldoet aan de eisen die gesteld kunnen worden aan een initiële Hbo-opleiding binnen de sector gezondheidszorg. Tot studiejaar 2014-2015 kende de optometrie-opleiding ook een deeltijd variant. Deze variant wordt vanaf studiejaar 2015 afgebouwd.
2.2.2
Doelstelling opleidingen
De Oogzorgpleidingen maken deel uit van Hogeschool Utrecht als University of Applied Science (UAS). Hiermee wordt bedoeld dat de student wordt opgeleid tot een beroepsbeoefenaar die bekwaam is op het actuele kennisniveau van het beroep én is toegerust met onderzoekend vermogen; met dit onderzoekend vermogen staat de beroepsbeoefenaar als reflective practitioner in het beroep. Onderzoek dat binnen de Hogeschool wordt uitgevoerd is praktijkgericht en wordt dan ook geïnspireerd door ontwikkelingen in de beroepspraktijk en de samenleving. Op deze manier wil de hogeschool een bijdrage leveren aan de innovatie van de beroepspraktijk en invloed hebben op de kennisinfrastructuur. Binnen de Oogzorgopleidingen is in 2014-2015 gewerkt aan de invulling van hun onderzoeksprogramma. Deze ontwikkeling vindt plaats in het licht van verschillende ontwikkelingen. Het onderzoek vindt grotendeels plaats in de kenniscentra, die geclusterd zijn naar inhoud (Kenniscentrum 'Innovatie van Zorgverlening'. Plan van Aanpak 2014-2016). Het onderzoeksprogramma Oogzorg zal aansluiten bij de focus dat het kenniscentrum ‘Innovatie van zorgverlening’ (IvZ) van de faculteit gezondheidszorg heeft. Voor de periode 2015-2018 heeft het kenniscentrum het thema ‘Zelfredzaamheid’ omarmd om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Met het bevorderen van zelfredzaamheid wordt ernaar gestreefd “de capaciteit van een mens om zijn leven zelfstandig te kunnen leiden, al of niet met ondersteuning, opdat hij optimaal kan deelnemen aan de maatschappij, in overeenstemming met zijn wensen en mogelijkheden” (Huber et al., 2011, p.3). Het kenniscentrum stelt de (aankomende) zorgprofessional centraal als primaire doelgroep, waarbij rekening wordt gehouden met gerelateerde doelgroepen zoals zorginstellingen, patiëntenorganisatie, overheden, zorgverzekeraars, en het bedrijfsleden. Het kenniscentrum pakt dit aan door het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek gericht op preventie, cure and care en met nadruk op de zogenoemde levensverrichtingen. Het kenniscentrum werkt vanuit het kader van de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF: WHO, 2007). Vanwege verwachtte veranderingen in onder andere de zorgvraag en de technologische mogelijkheden zal de zorg in de toekomst anders ingericht worden. Adviezen over de gevolgen voor de zorg(opleidingen) worden momenteel verder uitwerkt in een advies door de Adviescommissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen (Zorginstituut Nederland, 2015). het onderzoeksprogramma Oogzorg zal specifiek aandacht hebben voor de rol die de Oogzorg in de toekomst zal vervullen. Het feit dat de Oogzorg-opleidingen aan de Hogeschool Utrecht in Nederland unieke opleidingen zijn geeft hierin een bijzondere verantwoordelijkheid. Optometrie De opleiding Optometrie is er op gericht Hbo-studenten (Bachelor-niveau) op te leiden tot optometristen, die voldoen aan het beroepscompetentieprofiel en overeenkomstig de richtlijnen van de World Council of Optometry (WCO) en de eisen van het Europees diploma dat op dit moment ontwikkeld wordt. Het onderwijs aan de opleiding Optometrie bereidt de studenten voor op het gebied van kennis en inzicht, vaardigheden en attitudes betreffende het gehele vakgebied van de optometrie. De opleiding Optometrie leidt op tot beginnend beroepsbeoefenaren, die breed inzetbaar zijn op het gebied van de oogzorg in Nederland, in Europa en daarbuiten. De opleiding dient bij de student de grondslag te leggen voor het zelfstandig vervullen van de taken van de optometrist als reflective practitioner en het vermogen te ontwikkelen om mede vorm te geven aan de inhoud van het beroep optometrist. Orthoptie
11/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
De opleiding Orthoptie is er op gericht Hbo-studenten (Bachelor-niveau) op te leiden tot orthoptisten, die voldoen aan het beroepsprofiel en oriënteert zich daarbij op de internationale standaarden. Het onderwijs aan de opleiding Orthoptie bereidt de studenten voor op het gebied van kennis en inzicht, vaardigheden en attitudes betreffende het gehele vakgebied van de orthoptie. De opleiding Orthoptie leidt op tot beginnend beroepsbeoefenaren, die inzetbaar zijn op het gebied van de oogzorg in Nederland, in Europa en daarbuiten. De opleiding dient bij de student de grondslag te leggen voor het zelfstandig vervullen van de taken van de orthoptist als reflective practitioner en het vermogen te ontwikkelen om mede vorm te geven aan de inhoud van het beroep orthoptist.
2.2.3
Het Hbo-niveau van de opleiding
De HU heeft als taak om u als student op te leiden voor een functie op Hbo-niveau. Daarom moet u als afgestudeerde voldoen aan een groot aantal (beroeps)competenties die zijn afgeleid van het beroepsprofiel. Bij de ontwikkeling van de onderwijsprogramma's heeft de opleiding zich gebaseerd op de algemene hbocriteria (Bachelor criteria, overeenkomend met de Europees vastgestelde Dublin descriptoren) die door de HU worden gehanteerd. Optometristen en Orthoptisten moeten: kennis, houdingen en vaardigheden uit verschillende vakdisciplines hebben geïntegreerd in hun beroepsmatige handelen;
relevante wetenschappelijke kennis en onderzoeksresultaten kunnen toepassen bij vraagstukken waarmee zij in uiteenlopende beroepssituaties worden geconfronteerd;
zelfstandig complexe problemen kunnen definiëren en analyseren
zinvolle oplossingsstrategieën voor deze problemen ontwikkelen, toepassen en beoordelen op effectiviteit, ook als een probleem op voorhand niet duidelijk is en standaardprocedures niet toegepast kunnen worden;
methodisch en reflectief kunnen denken en werken;
communicatief bekwaam zijn;
eenvoudige leidinggevende- en managementtaken kunnen uitvoeren.
Dat houdt in dat de student (beroepsbeoefenaar): het eigen beroepshandelen kritisch kan onderzoeken (reflecteren) en verantwoorden,
complexe beroepswerkzaamheden zelfstandig kan uitvoeren
in staat is de eigen beroepsbekwaamheid op peil te houden.
Hieronder wordt een verdere uitwerking van het Hbo-niveau aan de hand van de Dublindescriptoren voor de beide opleidingen gegeven. Deze uitwerking is ook te vinden op de opleidingssite Sharepoint in de map www.sharepoint.hu.nl.sites/Oogzorg_studenten
12/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
Hbo-niveau eindkwalificaties Optometrie & Orthoptie 'Dublin descriptoren' Kennis en inzicht Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op het niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. Toepassen kennis en inzicht Is in staat om zijn kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn werk of beroep laat zien en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied.
Eindkwalificaties Optometrie & Orthoptie 1. Verlenen van zorg 2. Verstrekken van preventieve zorg 4. Voorlichting 7. Verrichten van onderzoek
1. 2. 4. 3. 5. 7. 8.
Verlenen van zorg Verstrekken van preventieve zorg Voorlichting Samenwerken met andere zorgverleners Beheren Verrichten van onderzoek Evalueren van beroepsmatig handelen
HBO-criteria (HU)
Oordeelsvorming Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten Communicatie Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten
Verrichten van onderzoek 8. Evalueren van beroepsmatig handelen 10. Ontwikkelen van het eigen beroep
3.
7.
Samenwerken met andere zorgverleners 4. Voorlichting 6. Geven van onderwijs en begeleiding 10. Ontwikkelen van het eigen beroep
kennis, houdingen en vaardigheden uit verschillende vakdisciplines hebben geïntegreerd in hun beroepsmatige handelen relevante wetenschappelijke kennis en onderzoeksresultaten kunnen toepassen bij vraagstukken waarmee zij in uiteenlopende beroepssituaties worden geconfronteerd
kennis, houdingen en vaardigheden uit verschillende vakdisciplines hebben geïntegreerd in hun beroepsmatige handelen eenvoudige leidinggevende- en managementtaken kunnen uitvoeren zelfstandig complexe problemen kunnen definiëren en analyseren relevante wetenschappelijke kennis en onderzoeksresultaten kunnen toepassen bij vraagstukken waarmee zij in uiteenlopende beroepssituaties worden geconfronteerd zinvolle oplossingstrategieën voor problemen ontwikkelen, toepassen en beoordelen op effectiviteit, ook als een probleem op voorhand niet duidelijk is en standaard procedures niet toegepast kunnen worden methodisch en reflectief kunnen denken en werken relevante wetenschappelijke kennis en onderzoeksresultaten kunnen toepassen bij vraagstukken waarmee zij in uiteenlopende beroepssituaties worden geconfronteerd methodisch en reflectief kunnen denken en werken
communicatief bekwaam zijn eenvoudige leidinggevende- en managementtaken kunnen uitvoeren
13/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
'Dublin descriptoren' Leervaardigheden Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan.
Eindkwalificaties Optometrie & Orthoptie 9. Ontwikkelen van individuele kennis en kunde.
HBO-criteria (HU)
methodisch en reflectief kunnen denken en werken zinvolle oplossingstrategieën voor problemen ontwikkelen, toepassen en beoordelen op effectiviteit, ook als een probleem op voorhand niet duidelijk is en standaard procedures niet toegepast kunnen worden
De opleidingen hebben het hbo-niveau van hun eindkwalificaties niet alleen verantwoord volgens de tien generieke hbo-kernkwalificaties, volgens de internationale Dublin Descriptoren, maar ook aan de hand van de eisen op kwalificatieniveau 3 volgens Dreyfus. De opbouw van het Hbo niveau verloopt volgens een lijn van enkelvoudige gestructureerde taken met veel begeleiding, naar complexe, integrale beroepstaken die de student zelfstandig uitvoert en vanuit het onderwijs kan vertalen naar de reële beroepspraktijk. Zie art. 15 OER-HU
2.2.4
Didactische uitgangspunten
Alle opleidingen van Hogeschool Utrecht zijn opgebouwd volgens een competentiegericht onderwijsmodel. Een competentie is de combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig is om een taak in een bepaalde (beroeps)context uit te oefenen. Voor ons onderwijs betekent dit het volgende: Het onderwijs richt zich op het verwerven van beroepscompetenties: het in samenhang verwerven van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten waarmee beroepstaken worden uitgevoerd binnen of buiten Nederland, in een internationale context;
Leren is een doelgerichte activiteit van u als student. Het onderwijs stimuleert daarom actief en zelfstandig leren;
De docent ondersteunt en coacht uw leerproces en is inhoudelijk expert op een bepaald competentiegebied;
Het leren vindt zoveel mogelijk plaats in realistische leeromgevingen, waarbij leertaken lijken op beroepstaken. Moderne media worden ingezet;
Het onderwijs baseert zich op het concurrency-principe. Leermomenten op de opleiding en in de beroepspraktijk beïnvloeden elkaar positief;
Leren is een sociaal en interactief proces en doet u nooit alleen. Daarom werkt u in uw opleiding veel samen: met andere studenten, met docenten en met professionals uit de praktijk. Om vast te stellen op welk niveau u de competenties beheerst, zijn er periodiek toetsen waaraan u deelneemt. De toetsen worden beoordeeld en geven in de vorderingen van uw leerproces.
Het voorgaande betekent dat de opleidingen verschillende onderwijsvormen kennen: Studieloopbaanbegeleiding: ondersteuning en coaching binnen en buiten de opleiding. Theorieonderwijs: hoorcolleges, responsie- en werkcolleges en zelfstudieopdrachten. Practicumonderwijs/werkgroepbijeenkomsten: trainingen in kleine groepen (max. 20 studenten) die erop zijn gericht dat de student zich methodische kennis eigen maakt en specifieke beroepsvaardigheden oefent. Praktijkvorming: praktijkperiode van in totaal 1 jaar. Praktijkbegeleiding: begeleiding van de praktijkperiode vanuit de opleiding en de instelling. Supervisie: in kleine groepen met docent gericht op reflectie op eigen beroepsontwikkeling. Casus/projectonderwijs: groepsgewijze realisatie van producten in afgebakende periode. Onderwijsassistentschap: gericht op ontwikkeling van de begeleidingsrol.
14/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
2.3 2.3.1
Inrichting opleiding Opleidingsvarianten
Optometrie voltijd De opleiding optometrie kent, met ingang van studiejaar 2015-2016, uitsluitend een voltijdse opleidingsvariant. Een voltijdopleiding veronderstelt dat u 40 uur per week beschikbaar bent voor het volgen van onderwijs aan de hogeschool. Voltijdopleidingen zijn bedoeld voor studenten die rechtstreeks van de havo, het vwo of mbo (niveau 4) komen. Optometrie deeltijd De deeltijd opleiding Optometrie zal, met ingang van studiejaar 2015-2016, niet meer worden aangeboden. Orthoptie De opleiding orthoptie kent uitsluitend een voltijdse opleidingsvariant. Een voltijdopleiding veronderstelt dat je 40 uur per week beschikbaar bent voor het volgen van onderwijs aan de hogeschool. Voltijdopleidingen zijn bedoeld voor studenten die rechtstreeks van de havo, het vwo of mbo (niveau 4) komen. Zie art. 17 en 20 OER-HU.
2.3.2
Verkorte en versnelde opleidingsroutes
Een verkorte route is mogelijk doordat de student vrijstellingen voor delen van het curriculum kan krijgen. Voor meer informatie over vrijstellingen: zie par 4.2. Versneld wil zeggen dat de student in een aangepast hoger tempo het onderwijs volgt (en aan het einde 240 EC in minder dan 4 jaar heeft behaald). Voor optometristen bestaat een verkorte opleidingsroute Orthoptie en voor orthoptisten een verkorte opleidingsroute Optometrie. In beide gevallen kan de tweede studie in ongeveer 2,5 á 3,5 jaar worden afgerond. De studenten die voor deze route kiezen, worden ‘combistudenten’ genoemd. Op basis van portfolio kan individueel bekeken worden in hoeverre de propedeuse gelijktijdig met het 2e jaar onderwijs gecombineerd kan worden. Hierover kan advies worden ingewonnen bij de Coördinator Speciale Instroom
[email protected] Volgens het algemeen besluit vrijstellingen (zie 4.2) voor de opleiding optometrie en orthoptie hoeven gezamenlijke vakken niet opnieuw gevolgd te worden, tenzij de toets- of diplomadatum ouder is dan 5 jaar. Let op! Het gezamenlijke examenonderdeel ‘Uitvoeren van Onderzoek (UVO)’ maakt onderdeel uit van de afstudeereenheid. Derhalve kan er voor UVO geen vrijstelling worden aangevraagd. De student dient er in de studieplanning rekening mee te houden dat dit onderdeel pas wordt gevolgd zodra de student voor beide onderdelen hiervoor kan inschrijven en deel kan nemen aan de toets. Voor combistudenten optometrie en orthoptie gelden de volgende voorwaarden voor het aanvragen van vrijstellingen bij de examencommissie, gebaseerd op de OER artikel 40 lid 1. Het gezamenlijke onderwijs hoeft niet opnieuw gevolgd en getoetst te worden. De toetscode voor e optometrie en orthoptie is echter verschillend. Voor de toets van de 2 opleiding van inschrijving kan een e vrijstelling aangevraagd worden op basis van de reeds behaalde toets bij de 1 opleiding van inschrijving. Voor de opleidingen optometrie en orthoptie geldt een algemeen besluit voor vrijstellingen op basis van reeds behaalde toetsen van de andere opleiding, dat is goedgekeurd door de Examencommissie IPS. Het overzicht van deze vrijstellingen is te vinden op Sharepoint www.sharepoint.hu.nl/sites/oogzorg_studenten De student dient zelf een verzoek voor vrijstellingen in te dienen bij de Examencommissie IPS. Afhankelijk van het cohort waarin de student gestart is met de opleiding Optometrie of Orthoptie kan de toetscode verschillen. In de conversietabel is vermeld welke toetscodes uit eerdere cohorten met elkaar overeenkomen. Hierover kan advies worden ingewonnen bij de Coördinator Speciale Instroom
[email protected] e
Voorwaarde om deel te mogen nemen aan toetsen van de 2 opleiding is, dat de student ten tijde van het e tentamen ingeschreven staat voor de 2 opleiding. Zo niet, dan kan het cijfer niet meetellen, omdat de 15/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
toetsdatum vóór de inschrijfdatum voor de betreffende opleiding ligt en dat is volgens de wet niet toegestaan. Indien een toets wordt behaald voor gezamenlijk onderwijs, terwijl de student staat ingeschreven voor beide opleidingen, dan kan het toetsresultaat voor beide toetscodes worden ingevoerd door de examinator en hoeft geen vrijstelling te worden aangevraagd. e
Als een student zich inschrijft voor een 2 opleiding, volgt hij eerst de propedeuse van die opleiding. Dat e betekent, dat hij aan het einde van het 1 jaar van inschrijving een studieadvies ontvangt. Eerder behaalde toetsen en vrijstellingen tellen niet mee voor het behalen van de BSA norm. Indien ≥10 EC aan vrijstellingen wordt aangevraagd (voor het gezamenlijk onderwijs), dient de hele propedeuse behaald te worden voor een positief BSA.
2.3.3
Getuigschriften
Als bewijs dat u (een deel van) de opleiding heeft afgerond (propedeuse of bachelor), wordt door de examencommissie een diploma uitgereikt. De wettelijke term hiervoor is getuigschrift, maar omdat in het gangbare taalgebruik binnen de HU over diploma’s wordt gesproken, zal in deze studiegids de term diploma worden gebruikt. De bacheloropleidingen optometrie en orthoptie kennen de volgende diploma’s:
het propedeutisch diploma na het behalen van het propedeutisch examen; het bachelordiploma na het behalen van het afsluitend examen.
De voorzitter en een lid van uw examencommissie ondertekenen het diploma. Aan het bachelordiploma wordt een Internationaal Diploma Supplement (IDS) volgens het Europese model toegevoegd. Hier zijn geen kosten aan verbonden. Het IDS geeft inzicht in de aard en de inhoud van de opleiding en de behaalde studieresultaten. Dit bevordert de internationale herkenbaarheid van de opleiding en het diploma. U ontvangt per opleiding slechts één propedeutisch en één bachelordiploma. Het diploma wordt in beginsel in het Nederlands opgesteld. Op uw verzoek kan er, in plaats van het Nederlandstalig diploma, een Engelstalig diploma worden verstrekt. Het Internationaal Diploma Supplement wordt altijd in het Engels opgesteld. Zie 5.1 voor de procedure voor afgifte van het diploma. Heeft u meer dan een tentamen met goed gevolg heeft afgelegd, maar krijgt u geen diploma omdat u niet het hele examenprogramma heeft behaald, dan kunt u de examencommissie vragen een verklaring af te geven. Daarop worden de behaalde tentamens vermeld. De verklaring wordt net als het diploma ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie.
2.3.4
Graden en titulatuur
Als u een zogenaamde ‘degree’-opleiding (bacheloropleiding) bij de HU afrondt, krijgt u een graad. De graad wordt namens het College van Bestuur verleend door de examencommissie. Bij een bacheloropleiding wordt de graad Bachelor verleend, als u met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd. Aan de graad wordt een vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft toegevoegd. Het verlenen van de graad Bachelor geeft het recht om deze, afgekort tot B (met toevoeging) achter uw eigen naam te vermelden. De graad Bachelor geeft u ook het recht om een titel te voeren. In dat geval mag u in plaats van de graadvermelding (dus niet in combinatie) de volgende titel gebruiken: Bachelor of Science (Bsc) Zie art. 43 OER-HU.
2.3.5
Opleidingsstructuur
Studiefases Beide opleidingen bestaan uit twee studiefases, die in dit hoofdstuk verder uitgewerkt worden: de propedeutische fase en de hoofdfase.
16/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
De opleidingen beginnen met een propedeutische fase van een jaar. Deze fase sluit de student af met het behalen van een propedeutisch diploma. Na de propedeuse volgt de hoofdfase van drie jaar. Deze fase sluit de student af met het behalen van een bachelorsdiploma. ie verder 2.4 en 2.5. Wettelijke studieduur, studielast en studiepunten De studielast van de opleiding en de bijhorende cursussen wordt uitgedrukt in hele studiepunten (EC) volgens het European Credit Transfer System (ECTS). Dit is een studiepuntensysteem om opleidingen internationaal vergelijkbaar te maken. De studielast van 1 EC komt overeen met 28 studie-(klok)uren (inclusief contacttijd). De reguliere bacheloropleiding duurt vier jaar. Bij de opbouw van de opleiding is een studielast van 60 EC per studiejaar als uitgangspunt genomen, oftewel 1680 uur. De totale studielast van de opleiding (onderwijs, zelfstudie en praktijktijd/stages) bedraagt dus 240 EC. De EC zijn als volgt over de studiejaren verdeeld: propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major van 150 EC + profileringsruimte van 30 EC). Tabel verdeling studielast over opleiding: Hoofdfase (180 EC) Propedeuse (60 EC) Major (150 EC)
Profileringsruimte (30 EC)
In de cursusbeschrijvingen is per cursus de studielast opgenomen, uitgedrukt in hele EC. EC worden toegekend nadat de desbetreffende cursus met het bijbehorende tentamen is afgerond. Als er deeltentamens worden afgenomen, krijgt u pas EC als alle deeltentamens van een cursus zijn afgelegd en gezamenlijk tot een voldoende resultaat hebben geleid. Het kan zo zijn dat er ook eisen zijn gesteld aan de hoogte van het cijfer van het deeltentamen. Deze eisen zijn ook opgenomen in de cursusbeschrijving. Zie ook 4.4. De studielast per week is voor de voltijd opleiding optometrie en orthoptie 40 uur per week en voor de deeltijd optometrie 25 uur per week. Binnen deze 40 c.q. 25 uur vallen contacturen (ongeveer 15 per week) en praktijktijd/stages en zelfstudie. Voor de deeltijd optometrie zijn de contacturen geconcentreerd op maximaal 2 vastgestelde dagen per week (voor het cohort 2012-2013 is dit maandag en woensdag). Ook deze variant kent studielast in de vorm van praktijktijd/stages en zelfstudie. Studenten kunnen de opbouw van de studielast van iedere cursus vinden in de studiehandleiding. Propedeuse In de propedeuse krijgen inleidende en voorbereidende thema's een plaats. De propedeusefase heeft een oriënterende en selecterende en verwijzende functie. Dit betekent dat de onderwijsinhoud, de onderwijsvorm en het onderwijsniveau representatief zijn voor de rest van de opleiding. Optometrie Het accent ligt in het propedeutische jaar op de beroepsgerichte kennisaspecten ten aanzien van anatomie en fysiologie van het visuele systeem, geïntegreerd met klinisch-optometrische onderwerpen. Daarnaast komen aspecten van de optiek en het optiekbedrijf aan bod. Het eerste jaar legt daarmee de kennisbasis voor de verdere beroepsvorming. Orthoptie Het accent ligt in het propedeutische jaar op anatomie en fysiologie van het visuele systeem, normaal en abnormaal binoculair zien en normale oogbewegingen met de daarbij behorende onderzoekmethoden. Het eerste jaar legt daarmee de kennisbasis voor de verdere beroepsvorming. Zie verder par. 2.4 voor specifieke info. Zie art. 16-20 OER-HU
17/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
2.4
Propedeuse
De splitsing van de opleiding in een propedeutische fase en een hoofdfase is niet voor niets. De overheid markeert het eerste jaar (de propedeuse) omdat het drie belangrijke functies heeft. Oriëntatie Voor uw studievoortgang is het van groot belang dat u een opleiding volgt die bij u past. Dat betekent dat de inhoud van de opleiding, het beroepenveld waarvoor u wordt opgeleid en de wijze waarop uw opleiding is georganiseerd u moeten aanspreken. De propedeuse is er mede voor bedoeld om te kijken of dat het geval is, en is daar ook op ingericht. Selectie Aan het einde van uw eerste studiejaar wordt de balans opgemaakt. Zit u wel op de juiste opleiding? Kunt u het niveau aan? Is uw studievoortgang voldoende? De antwoorden op die vragen blijken een grote voorspellende waarde te hebben voor het uiteindelijk behalen van uw diploma in de termijn die daarvoor staat. Binnen de HU maken we de balans op met een individueel studieadvies op basis van het begeleidingstraject. Daarbij wordt gekeken naar het aantal behaalde EC. Het is heel belangrijk dat u de norm van dit studieadvies kent, en ook de regels die rondom deze norm gelden. Lees daarom 2.4.2 zodat u niet voor verrassingen komt te staan. Er geldt namelijk: wie niet aan de norm voldoet, en dus een bindend negatief studieadvies krijgt, mag de opleiding niet vervolgen. Verwijzing Als u onverhoopt niet op de juiste opleiding zit, raak dan niet in paniek. Van belang is dat u tijdig aankaart dat u twijfelt aan uw studiekeuze. Wellicht is dat onterecht en is uw beeld nog niet compleet. Er zijn voorzieningen die u ondersteunen bij studietwijfel. U kunt bijvoorbeeld terecht bij Centrum Studiekeuze en een studiekeuzetest doen. Belangrijk: neem in geval van twijfel tijdig contact op met de studentendecaan en/of met uw studieloopbaanbegeleider. Zie art. 18 OER-HU.
2.4.1
Programma
Per studiejaar stelt de opleiding het onderwijsprogramma (curriculum) van zowel de gehele studie als van de onderdelen vast. Dit studieprogramma geldt uitsluitend voor het studiejaar waarvoor het is vastgesteld. De cursussen van zowel propedeuse als hoofdfase zijn hieronder per opleidingsjaar aangegeven inclusief het aantal bijbehorende EC’s en de OSIRIS-code. Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vind je achterin deze studiegids en in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Zie art. 18 OER-HU. Zie conversiebepaling in art. 28 lid 8 OER-HU
18/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Curriculumschema Optometrie Voltijd e 1 jaar Blok weeknr.
1A 1
2
3
4
5
1B 6
7
8
Medische Fysiologie
9 10
1
2
3
4
5
5EC
Oculaire Anatomie
1C 6
7
Optica 1/2 5EC
Refractie 1 5EC
Optometrisch Onderzoek 1 5EC
Optica 5/7 5EC
8
2
3
4
5
1D
9 10
1
6
7
5EC
Neuro Anatomie & Fysiologie
8
Optica 5/6
Optometrisch Onderzoek 2 5EC
9 10
5EC
5EC
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10
Oogheelkunde en pathologie 5EC
Refractie 2
5EC
OBL1 (Optometrie Buitenschools Leren) stagelijn 5EC
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
Curriculumschema Orthoptie Voltijd e 1 jaar Blok weeknr.
1A 1
2
3
4
5
1B 6
7
8
Medische Fysiologie
9
5EC
10
1
2
3
4
5
1C 6
7
8
Oculaire Anatomie
Optica 1/2 5EC
Refractie 1 5EC
Orthoptisch onderzoek 1 5EC
Orthoptisch onderzoek 2 5EC
9
10
5EC
1
2
3
4
5
Utrecht, juli 2015
6
7
8
9
10
1
2
3
4
5
6
7
8
Neuro Anatomie & Fysiologie
5EC
Oogheelkunde en pathologie 5EC
Refractie 2
5EC
PVO 5EC
Orthoptisch onderzoek 3 5EC
20/318 © Hogeschool
1D
Orthoptisch onderzoek 4 5EC
9
10
2.4.2
Studieadvies
Zoals aangegeven wordt in de propedeuse de balans opgemaakt met een studieadvies. U krijgt tijdens het eerste jaar van inschrijving twee keer een schriftelijk advies over de voortzetting van uw studie. Uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving ontvangt u een definitief studieadvies. Hieronder staan de regels die daarover zijn vastgesteld. Tussentijds studieadvies Uiterlijk halverwege het eerste studiejaar ontvangt u van de examencommissie een schriftelijk tussentijds studieadvies over de voortzetting van uw studie. Dit tussentijds advies bevat naast het advies een toelichting op de behaalde studieresultaten en de studievoortgang. Het betreft een: Optometrie voltijd en deeltijd / Orthoptie Voltijd
Eis Examencommissie
25 EC’s of meer
positief tussentijds advies
24 EC’s of minder
waarschuwend tussentijds advies
Boekt u niet voldoende studievoortgang, dan krijgt u een waarschuwend advies van de examencommissie. We adviseren u in dat geval om contact op te nemen met uw studieloopbaanbegeleider om een studieplan te maken. Met een studieplan kunt u ervoor zorgen dat u weer op schema komt. Als bijzondere omstandigheden de oorzaak zijn van uw studieachterstand, neem dan onmiddellijk contact op met de studentendecaan. Positief of negatief studieadvies Aan het einde van het eerste studiejaar krijgt u in de regel een definitief advies van de examencommissie. Dit studieadvies kan positief of negatief zijn. Aan een negatief studieadvies zit een afwijzing verbonden. Een negatief advies met afwijzing is een bindend negatief studieadvies. Als u een bindend negatief studieadvies ontvangt, dan wordt u niet langer toegelaten tot dezelfde opleiding aan de HU. Een positief studieadvies krijgt u als aan het eind van het eerste studiejaar: de propedeuse heeft gehaald, of minimaal 50 EC van het propedeuseprogramma heeft behaald. Voor de berekening of u het bovenstaande aantal van 50 EC heeft behaald, tellen niet mee: a. EC voor verleende vrijstellingen; b. EC behaald in een eerder jaar van inschrijving. Het moet dus gaan om EC die u daadwerkelijk dit studiejaar hebt behaald; c. resultaten behaald voor deeltentamens, als nog niet het volledige tentamen met goed gevolg is afgelegd. Kunt u door de hierboven uitgezonderde resultaten geen 50 EC meer in de propedeutische fase halen, dan zult u dus aan het eind van het studiejaar de volledige propedeuse behaald moeten hebben om een positief studieadvies te krijgen. Een negatief studieadvies (afwijzing) krijgt u als: u niet aan de norm voor het positief advies hebt voldaan. Gaat u al vakken uit de hoofdfase volgen terwijl u nog in aanmerking komt voor een studieadvies, let dan goed op. De norm voor het verkrijgen van een positief studieadvies heeft alleen betrekking op in de propedeuse behaalde vakken. Het aantal in de hoofdfase behaalde EC voor deze beoordeling telt niet mee. Geef daarom altijd prioriteit aan het behalen van de vakken uit de propedeuse. In geval van een bindend negatief studieadvies moet deze afwijzing zijn gemotiveerd. Daarnaast moeten de mogelijkheden van bezwaar en beroep voor u als student zijn opgenomen. Het studieadvies wordt ondertekend door of namens de examencommissie, en wordt binnen een week na ondertekening aangetekend aan u verzonden of persoonlijk uitgereikt. De examencommissie stelt u in de gelegenheid te worden gehoord voordat wordt besloten om een bindend negatief studieadvies af te geven.
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
Extra tentamenkans bij bepaalde verkorte routes Studenten die: een verkorte route volgen en daardoor 15 EC of meer aan vrijstellingen hebben, én in het eerste jaar van inschrijving vanwege de verkorte route een door de opleiding vastgesteld programma volgen dat tevens cursussen uit de hoofdfase omvat, kunnen een verzoek indienen bij de examencommissie voor een extra herkansing in de laatste tentamenperiode voor een tentamen uit de propedeutische fase dat nog niet is behaald. De examencommissie kent dit verzoek toe indien hierdoor de mogelijkheid ontstaat dat de student alsnog aan de bsa-norm kan voldoen. Vrijstellingen, eerder behaalde EC en EC voor deeltentamens tellen niet mee. Als een student meer dan 10 EC met dit soort punten heeft behaald, dient hij de volledige propedeuse te halen. Opgeschort advies voor studenten in het eerste jaar van inschrijving wegens bijzondere omstandigheden De examencommissie dient bij het uitbrengen van het studieadvies rekening te houden met studievertraging door persoonlijke omstandigheden. Het betreft uitsluitend de volgende omstandigheden: ziekte; lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; zwangerschap; bijzondere familieomstandigheden, waaronder tevens die van degene met wie u samenwoont of een LAT-relatie onderhoudt; het lidmaatschap van een medezeggenschapsraad of een opleidingscommissie; andere omstandigheden waarin u als student activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van (een onderdeel van) de HU, ter beoordeling door de faculteitsdirectie; het lidmaatschap van het bestuur van een door het College van Bestuur, krachtens de Profileringsfondsregeling HU, erkende studentenorganisatie of een daarmee vergelijkbare organisatie van enige omvang; andere situaties waarin u als student door overmacht niet heeft deelgenomen aan tentamens dan wel het onderwijs, ter beoordeling door de examencommissie. Als de examencommissie bijzondere persoonlijke omstandigheden aanwezig acht, waardoor u niet heeft kunnen voldoen aan de norm voor het studieadvies, dan wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het einde van het tweede studiejaar van uw inschrijving bij dezelfde opleiding. Aan het eind van het tweede studiejaar moet u aan de norm van een positief advies voldoen, zoals die in dat volgende studiejaar geldt. Is uw advies vorig studiejaar (of een eerder jaar) opgeschort, dan ontvangt u dit jaar uw studieadvies. Voor een positief advies geldt dan de norm van dit studiejaar: Oftewel 50 EC en eventuele geoormerkte cursussen. Let hierbij wel op dat de EC die u in een eerder studiejaar heeft behaald, net als verkregen vrijstellingen, niet meetellen bij de berekening van uw aantal behaalde EC uit de propedeuse. Eerder in deze paragraaf vindt u uitgebreide informatie over de norm en wat wel en niet meetelt voor de berekening van uw aantal EC. Voor een opgeschort advies geldt dezelfde procedure als voor het reguliere studieadvies. Is uw studievertraging ontstaan door een van bovengenoemde bijzondere omstandigheden? Meld dit dan zo spoedig mogelijk schriftelijk bij de examencommissie met het verzoek om deze omstandigheden te betrekken bij het afgeven van het studieadvies. Benader ook zo snel mogelijk de studentendecaan en/of de studieloopbaanbegeleider. Zij adviseren de examencommissie. Zie ook 8.3.
Een verzoek of melding aan de examencommissie doe je via de site van de examencommissie op Sharepoint: www.examencommissies.hu.nl
Zie art. 23 OER-HU alsmede Toelichting OER-HU Bacheloropleidingen. 22/318
© Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
Lotingstudies (zie art.6 lid 2 Inschrijvingsregeling HU): Studenten die een loting- dan wel een numerus fixus-studie volgen en hun studie hebben gestaakt in het eerste jaar i.v.m. bijzondere omstandigheden, hebben de toestemming van de faculteitsdirectie nodig om zich opnieuw in te schrijven voor deze studie en een verklaring van de studentendecaan dat de tussentijdse uitschrijving heeft plaatsgevonden vanwege deze bijzondere omstandigheden. Zie art.6 lid 2 Inschrijvingsregeling HU. Hieronder wordt een overzicht van de norm voor het bindend studieadvies gegeven. Inschrijving Norm* Wat telt niet mee? e
e
1 jaar, 1 keer e
2 jaar (na opgeschort advies)
50 EC
Vrijstellingen
50 EC
Vrijstellingen Eerder behaalde resultaten
*incl. geoormerkte vereisten Als het door verkregen vrijstellingen en eerder behaalde resultaten niet mogelijk is 50 EC uit de propedeuse te halen, dan moet de gehele propedeuse zijn behaald om aan de norm te voldoen.
2.4.3
Overstappen
Als u tijdens het studiejaar wilt overstappen naar een andere opleiding binnen de hogeschool, moet u zich daarvoor volledig opnieuw inschrijven en moet de (nieuwe) opleiding daarvoor toestemming geven. Van deeltijd optometrie naar voltijd optometrie Overstappen van de deeltijd-variant Optometrie naar voltijd –variant is mogelijk als een student aan de voorwaarden voldoet. Voor tussentijds overstappen, omzwaaien, is toestemming van de faculteitsdirecteur nodig en dient ook bij Bureau Inschrijving het hele dossier door de student compleet te worden aangeleverd. Dus een gelijke regeling als bij een tussentijdse inschrijving van een student. Overstappen van voltijd naar deeltijd is met ingang van studiejaar 2015-2016 niet meer mogelijk in verband met afbouw van de deeltijd-variant Optometrie. Let op: Studievertragers optometrie deeltijd dienen de lessen roostertechnisch te volgen bij de voltijd, maar moeten voldoen aan het examenprogramma van de deeltijd. Van optometrie naar orthoptie en andersom Overstappen van Optometrie naar Orthoptie of andersom is, bij een afgegeven negatief bindend studieadvies bij een van beide opleidingen, mogelijk na overleg met de studieloopbaanbegeleider. Na overstap moet u weer voldoen aan de eisen van het bindend studieadvies van de nieuwe opleiding: minimaal 50 EC behalen. Eerder behaalde resultaten tellen niet mee. Zie art. 15 OER-HU
2.5
Hoofdfase
De hoofdfase is de studieperiode na de propedeuse tot en met de diplomering. De hoofdfase omvat nominaal drie studiejaren en bestaat uit: een major (hoofdprogramma) van 150 EC; een profileringsruimte (keuzeprogramma) van minimaal 30 EC. Het eindexamen heeft betrekking op de volgende programmagebieden: onderwijs van de hoofdfase (semester 3 t/m 5 + minor semester 7); stageperiode/buitenschools programma met studielast van ten minste 30 EC (semester 6); afstudeereenheid (of afstudeeropdracht/project/scriptie als zodanig aangeduid) van ten minste 15 EC (semester 7 en of 8).
23/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
De volgorde waarin u het derde en vierde jaar inricht bepaalt u, in overleg met uw studieloopbaanbegeleider, aan het einde van uw tweede studiejaar. Deze volgorde is afhankelijk van uw studievoortgang tot dan toe en legt u vast in een Studie-OvereenKomst (SOK). Zie hiervoor ook par. 2.5.1 en par. 2.3.2 (verkorte opleidingsroutes) voor de route optometrie na orthoptie en andersom. Zie art. 19 OER-HU.
2.5.1
Toelating hoofdfase
Heeft u de propedeuse van de opleiding afgerond en het propedeutisch diploma van de opleiding behaald, dan wordt u toegelaten tot de hoofdfase van de opleiding. Heeft u bij een andere opleiding een propedeutisch diploma behaald, dan beoordeelt de opleiding of u met dat diploma kunt instromen in de hoofdfase. U moet dan om toelating tot de hoofdfase verzoeken op grond van uw elders behaalde propedeuse. Als u wordt toegelaten tot de hoofdfase, kunt u geen propedeutisch diploma van de HU krijgen. Zie ook 4.2. Heeft u de propedeuse nog niet afgerond, dan is het toch mogelijk om al vakken uit de hoofdfase te volgen en tentamens te doen, tenzij de examencommissie anders beslist. Gaat u al vakken uit de hoofdfase volgen terwijl u nog in aanmerking komt voor een studieadvies als bedoeld in 2.4.2, let dan goed op. De norm voor het verkrijgen van een positief studieadvies heeft alleen betrekking op in de propedeuse behaalde vakken. Als u er dus voor kiest om wel al vakken uit de hoofdfase te gaan volgen, maar op het moment dat het studieadvies wordt afgegeven nog niet voldoende EC uit de propedeuse heeft behaald, dan kunt u alsnog een bindend negatief studieadvies ontvangen. Dat betekent dat u met de opleiding moet stoppen. Het aantal EC dat u al in de hoofdfase heeft gehaald, speelt hierbij geen rol. Studie-Overeen-Komst (SOK) Aan het einde van het tweede studiejaar maakt u, in overleg met uw Studieloopbaanbegeleider, uw StudieOvereen-Komst (SOK) voor de invulling van de laatste twee jaar van uw opleiding. Let op: Er zit echter wel een aantal randvoorwaarden aan uw Studie-Overeen-Komst. Nadat u uw SOK hebt opgesteld wordt deze beoordeeld aan de hand van uw studievoortgang en de inpasbaarheid binnen de organisatie in verband met beschikbare stage- en UVO-plaatsen. Optometrie Routes De opleiding Optometrie voltijd kent in jaar 3 & 4 een viertal standaard routes. Deze worden hieronder toegelicht.
Route 1) e De geselecteerde studenten die aan de instroomeisen voor de interne stage voldoen na uiterlijk de 2 poging van de OBO, gaan in blok 3A & B de interne stage en bijbehorend onderwijs volgen. Daarna zal de externe stage en profilering ingevuld worden. De route is dan als volgt: -3A & B interne stage -3C & D optometrische stage en UVO -4A & B oogheelkundige stage -4C & D profilering Route 2) Studenten die geselecteerd zijn om in blok 3C & D de interne stage en bijbehorend onderwijs te volgen, kunnen in blok 3A & B een minor volgen in combinatie met het inhalen van openstaande toetsen (max 20 e EC na de 2 poging OBO). Deze studenten volgen in blok 3C & D de interne stage mits aan de instroomeisen voor de interne stage is voldaan en in jaar 4 de externe stages. 24/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
De route is dan als volgt: -3A & B profilering -3C & D interne stage -4A & B optometrische stage en UVO -4C & D oogheelkundige stage Route 3) Studenten die in blok 3C & D de interne stage en bijbehorend onderwijs gaan volgen, maar nog veel e toetsen hebben openstaan (meer dan 20 EC na de 2 poging OBO), gaan in blok 3A & B hun achterstand inhalen aan de hand van een, in overleg met de SLB-er, opgesteld Plan van Aanpak. Na het behalen van de instroomeisen voor de interne stage en na het behalen van de openstaande EC kunnen deze studenten in blok 3C instromen in de interne stage. De route is dan als volgt: -3A & B inhalen toetsen -3C & D interne stage -4A & B optometrische stage en UVO -4C & D oogheelkundige stage -5A & B profilering Route 4) Studenten die na jaar 2 nog 35 EC of meer open hebben staan, gaan het jaar 2 opnieuw volgen en worden niet ingedeeld voor onderwijs en interne stage in jaar 3. Deze studenten gaan hun achterstand inhalen aan de hand van een Plan van Aanpak dat in overleg met de SLB-er opgesteld wordt.
Instroomeisen voor de interne stage Optometrie Instromen in blok 3A Op het moment dat een student geselecteerd is om in blok 3A & B de interne stage en bijbehorend onderwijs te volgen (Route 1) dient de patiëntveiligheid aangetoond te zijn middels het behalen van de e Klopto3 praktijktoets (OBO) en het behaald hebben van 90 EC na uiterlijk de 2 poging van de OBO in blok D. Het totaal aantal plaatsen voor de interne stage wordt bepaald op basis van het aantal studenten (gestreefd wordt naar maximaal 7 groepen van maximaal 10 studenten per groep). Hiervan zijn 2 groepen gereserveerd voor deeltijd studenten en 5 groepen voor voltijd studenten. Mochten er te weinig deeltijdstudenten doorstromen voor 2 volledige groepen dan kan, om organisatorische redenen, besloten worden 1 deeltijd groep te vervangen voor een voltijdgroep. Bij het bepalen van het maximaal aantal plaatsen voor nieuwe studenten in de interne stage, wordt onder andere rekening gehouden met het aantal “oude” studenten dat niet uitstroomt na de reguliere interne stageperiode. Optometrie voltijd Het behandelen van patiënten door studenten tijdens de interne stage vraagt continuïteit. Daarom volgt een deel van de studenten de interne stage en het bijbehorende onderwijs in blok 3A & B, en een deel van de studenten in blok 3C & D (gespiegeld onderwijs). De opleiding selecteert de studenten voor blok 3A & B op basis van het aantal behaalde studiepunten en het gemiddelde cijfer uit de propedeuse en hoofdfase e behaald na de 2 toetsperiode (eind blok B). Uitgaande van deze gegevens wordt een rankinglijst opgesteld. In blok C wordt deze lijst bekend gemaakt. Op het moment dat studenten aan de top van deze rankinglijst niet voldoen aan de instroomeisen voor de interne stage, zullen de eerstvolgende studenten op de lijst toegang worden verleend aan route 1. Optometrie deeltijd De opleiding Optometrie deeltijd kent geen gespiegeld onderwijs. Studenten die aan de instroomeisen voor e de interne stage voldoen, kunnen in blok 3B instromen mits er voldoende plekken zijn. Na uiterlijk de 2 poging van de OBO, wordt bepaald hoeveel deeltijdgroepen er gemaakt worden voor blok AB. Hierbij wordt de volgorde van de ranking aangehouden. Op het moment dat de deeltijd-student aan de instroomeisen
25/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
van de interne stage voldoet, kan de student ook in blok 3C instromen. Het onderwijs wordt regulier aangeboden. e
Studenten die na jaar 2 nog 35 EC of meer hebben open staan, gaan het 2 jaar opnieuw volgen en worden niet ingedeeld voor interne stage en bijbehorend onderwijs in jaar 3. Instromen in blok 3C Voor de student, die route 1, 2 of 3 volgt geldt het volgende: In blok 3A & B wordt klopto 3 praktijk (OBO) en theorie, bino 2 assessment en praktijk (BOBO) en ctl 2 theorie en praktijk van jaar 2 aangeboden in coprasessies (vervroegde poging 1; uitsluitend van de OBO worden poging 1 en poging 2 vervroegd aangeboden). Op deze manier wordt iedere student in staat gesteld om de patiëntveiligheid aan te tonen middels de bovengenoemde criteria en studiepunten in te halen. Is de patiëntveiligheid aangetoond en zijn er voldoende studiepunten behaald, dan kan de student in blok 3C in de interne stage instromen. De overige toetsen worden volgens het reguliere toetsschema aangeboden. Orthoptie De opleiding Orthoptie kent in jaar 3 & 4 een drietal standaard routes. Deze worden hieronder toegelicht.
Route 1) U hebt 70 EC’s of meer behaald t/m blok 2B en u hebt de toets ‘Concomitant Scheelzien 2 ‘ behaald in blok 2B: U gaat door naar jaar 3 en haalt uw openstaande EC’s in naast het onderwijs van jaar 3 Route 2) U hebt tussen de 60 EC’s en 70 EC’s behaald t/m blok 2B: U gaat onderwijs volgen in jaar 1+ 2 van de vakken die u niet gehaald hebt. U haalt alle toetsen in en u combineert dit met 30 EC’s keuzecursussen. U gaat geen derde jaars vakken volgen. Route 3) U hebt minder dan 60 EC’s behaald t/m blok 2B: U doet jaar twee helemaal over en haalt alle openstaande EC’s jaar 1 en 2 in. U gaat geen derde jaars vakken volgen en ook geen keuzecursussen.
Afstudeerfase Optometrie voltijd Vanaf blok 3C t/m 4D kun je de laatste fase van de opleiding in gaan. Deze bestaat uit de onderstaande onderdelen. Aan het einde van het tweede jaar hebt u in overleg met uw Studieloopbaanbegeleider de invulling van uw profilering en de volgorde van de onderdelen vastgelegd in een Studie-Overeen-Komst (SOK). U maakt een keuze uit: Profilering (30 EC’s) Stage oogheelkunde (30 EC’s) Uitvoeren van onderzoek / LOEP(15 EC’s) + stage optometrie (15 EC’s) Optometrie deeltijd Vanaf blok 3D t/m 4D kunt u de laatste fase van de opleiding in gaan. Deze bestaat uit de onderstaande onderdelen. Aan het einde van het tweede jaar hebt u in overleg met uw Studieloopbaanbegeleider de invulling van uw profilering en de volgorde van de onderdelen vastgelegd in een Studie-Overeen-Komst (SOK). U maakt een keuze uit: Stage oogheelkunde (30 EC’s) Uitvoeren van onderzoek / LOEP (15 EC’s) + stage optometrie (15 EC’s) U hebt de mogelijkheid (afhankelijk van vooropleiding en begeleiding op eigen werkplek) om een deel van uw stage op de eigen werkplek in te vullen. Orthoptie U kunt drie routes volgen. In overleg met uw studieloopbaanbegeleider kiest u de voor u meest geschikte route. Zie hierboven. 26/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
2.5.2
Programma’s
Per studiejaar stelt de opleiding het onderwijsprogramma (curriculum) van de hoofdfase vast. Dit studieprogramma geldt uitsluitend voor het studiejaar waarvoor het is vastgesteld. Preklinische fase In de preklinische fase ligt het accent op verdieping van de lesstof. In de vorm van Competentie Gericht Onderwijs worden thematisch specifieke stoornissen behandeld. De functie van de preklinische fase is studenten voor te bereiden op de interne kliniek en de beroepsvoorbereidende stage. In de opleiidng Orthoptie vindt gedurende driemaal twee weken een beroepsvoorbereidende stage plaats. Zie voor korte informatie over het studieprogramma van de hoofdfase par. 2.5.1. Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vindt u in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). De cursussen van de hoofdfase zijn hieronder per opleidingsjaar aangegeven inclusief het aantal bijbehorende EC en de OSIRIS-code. De volledige cursusbeschrijvingen zijn te vinden in de bijlage Cursusbeschrijvingen en in OSIRIS.
27/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Curriculumschema Optometrie voltijd e 2 jaar Blok weeknr.
2A 1
2
3
4
5
2B 6
7
8
9 10
Klinische optometrie 1 5EC
1
2
3
4
5
2C 6
7
8
9 10
Klinische optometrie 2
5EC
1
2
3
4
5
2D 6
Klinische optometrie 3
7
8
9 10
5EC
Contactlenzen 1 / Binoculair zien 1 5EC
Binoculair zien 1 / Contactlenzen 1 5EC
Contactlenzen 2 / Binoculair zien 2 5EC
OBL2 (Optometrie Buitenschools Leren) stage 5 EC
OBL3 (Optometrie Buitenschools Leren) stage 5 EC
OBL4 (Optometrie Buitenschools Leren) stage 5 EC
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10
Klinische optometrie 4 5EC
Binoculair zien 2 / Contactlenzen 2 5EC
Low Vision
5EC
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
Curriculumschema Optometrie voltijd e 3 jaar
Blok weeknr.
3A 1
2
3
4
5
3B 6
7
8
9 10
1
2
3
4
5
← 6
7
8
9 10
→ 1
3C 2
3
4
5
3D 6
7
Visuele Ergonomie 5EC Binoculair zien 3 5 EC
8
9 10
1
2
3
Oogheelkundige stage 30 EC
Co-management 5EC
of UVO 15 EC Optometrische stage 15 EC
Interne stage (Kliniek) 15 EC
of Profilering 30 EC
29/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
4
5
6
7
8
9 10
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
Curriculumschema Optometrie voltijd e 4 jaar
Blok weeknr.
4A 1
2
3
4
5
4B 6
7
8
9 10
1
2
3
4
5
← 6
7
8
9 10
→ 1
4C 2
3
4
5
4D 6
7
Utrecht, juli 2015
9 10
1
2
3
Oogheelkundige stage 30 EC
Oogheelkundige stage 30 EC
of UVO 15 EC
of UVO 15 EC
Optometrische stage 15 EC
Optometrische stage 15 EC
of Profilering 30 EC
of Profilering 30 EC
30/318 © Hogeschool
8
4
5
6
7
8
9 10
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016 Curriculumschema Optometrie Deeltijd e 2 jaar
Blok weeknr.
2A 1
2
3
4
5
6
7
8
2B 9
10
Klinische optometrie 1 5EC
Contactlenzen 1 of Binoculair zien 1 5EC
OBL2 (Optometrie Buitenschools Leren) stage 5 EC (onderdeel eigen werkplek)
1
2
3
4
5
6
7
8
2C 9 10
Klinische optometrie 2 5EC
Binoculair zien 1 of Contactlenzen 1
1
2
3
4
5
6
7
Klinische optometrie 3
5EC
OBL3 (Optometrie Buitenschools Leren) stage 5 EC (onderdeel eigen werkplek)
Utrecht, juli 2015
2D 9 10
5EC
Contactlenzen 2 of Binoculair zien 2 5EC
OBL4 (Optometrie Buitenschools Leren) stage 5 EC (onderdeel eigen werkplek)
31/318 © Hogeschool
8
1
2
3
4
5
6
7
8
Klinische optometrie 4
Binoculair zien 2 of Contactlenzen 2 5EC
9
10
5EC
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
Curriculumschema Optometrie Deeltijd e 3 jaar
Blok weeknr.
3A 1 2
3
4
5
6
3B 7
8
9
10
Visuele Ergonomie
1
2
3
4
5
← 6
7
8
9 10
→ 1
3C 2
3
5EC Co-management
4
5EC
7
8
9
10
1
2
5 EC
15 EC
32/318
3
4
5
6
7
Binoculair zien 3 UVO 15 EC
Start D&P als onderdeel van Interne stage in blok A, instroommomenten kliniek in blok B en C
Utrecht, juli 2015
6
Low Vision
Interne stage (Kliniek)
© Hogeschool
5
3D 8
9 10
5 EC
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
Curriculumschema Optometrie Deeltijd e 4 jaar Blok weeknr.
4A 1
2
3
4
5
4B 6
7
8
9
Optometrische stage 15 EC
10
1
2
3
4
5
← 6
7
8
9
10
→ 1
4C 2
3
4
5
4D 6
7
8
9
10
1
2
3
4
5
6
7
8
Oogheelkundige Stage 30 EC
Stage eigen werkplek (verdieping/verbreding) vind parallel aan het curriculum plaats vanaf jaar 3 en loopt door in blok E 30 EC
33/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
9 10
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016 Curriculumschema Orthoptie Voltijd e 2 jaar Blok weeknr.
2A 1
2
3
4
5
2B 6
7
8
9 10
1
2
3
4
5
2C 6
7
8
Amblyopie 5 EC
Oogheelkundige pathologie 5 EC
Concomitant Scheelzien 1 5 EC
Concomitant Scheelzien 2 5 EC
Externe Stage 5 EC
Manager in de Zorg 5 EC
9 10
1
2
3
4
5
Utrecht, juli 2015
6
7
8
Incomitant Scheelzien 1 5 EC
Overige Praktische vaardigheden 5 EC
Interne Stage (Kliniek) 5 EC
34/318 © Hogeschool
2D 9 10
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10
Incomitant Scheelzien 2 5 EC
Oogheelkundige casuïstiek 5 EC
Low Vision
5 EC
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016 Curriculumschema Orthoptie Voltijd e 3 jaar
Blok weeknr.
3A 1
2
3
4
5
3B 6
7
8
9
10
1
2
3
4
5
3C 6
7
8
Diagnostiek & Behandeling 1 5 EC
Diagnostiek & Behandeling 2 5 EC
Kinderoogheelkunde 1 5 EC
Kinderoogheelkunde 2 5 EC
Interne stage (Kliniek) 5 EC
Casereport 5 EC
9
10
1
2
3
4
5
3D 6
Utrecht, juli 2015
8
Orthoptische Seniorstage 1 15 EC
35/318 © Hogeschool
7
9
10
1
2
3
4
5
6
7
8
Orthoptische Seniorstage 2 15 EC
9
10
Studiegids Bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
Curriculumschema Orthoptie Voltijd e 4 jaar Blok weeknr.
4A 1
2
3
4
5
4B 6
7
8
9 10
1
2
3
4
5
← 6
7
8
9
10
→ 1
4C 2
3
4
5
44 6
7
8
9
10
1
2
3
Orthoptische Seniorstage 3 15 EC Profilering 30 EC
Uitvoeren van onderzoek 15 EC
36/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
4
5
6
7
8
9
10
Studiegids bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
2.5.3
Stages en stagewaardigheid
Soorten stages a. De beroepsvoorbereidende stage De beroepsvoorbereidende stage is een belangrijk en geïntegreerd onderdeel van de opleiding tot optometrist of orthoptist. U verkrijgt het bewijs van bevoegdheid tot het uitoefenen van het beroep als aan alle gestelde eisen is voldaan. Zo is wettelijk bepaald dat de beroepsvoorbereidende periode plaatsvindt onder begeleiding van een daartoe door de instelling aangewezen docent en wordt doorgebracht onder toezicht van een optometrist / orthoptist dan wel een oogarts. (zie wet BIG, de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg, artikel 34). De beroepsvoorbereidende stage heeft tot doel u in de gelegenheid te stellen verworven kennis en inzicht, aangeleerde technische en sociale vaardigheden onder begeleiding te oefenen en te hanteren in de beroepspraktijk, zodat u aan het einde van uw opleiding tot optometrist of orthoptist op zelfstandige wijze beroepsmatig kunt gaan functioneren. Tijdens de stage verwachten we dat de student zich opstelt als een relfective practitioner; constant naar zijn eigen handelen kijkt en dat wordt er gewerkt aan de hand van de competentiecyclus. Hieronder worden de 6 te nemen stappen beschreven binnen deze competentiecyclus: Stap 1 invullen competentiekaart Stap 2 sterkte / zwakte analyse Stap 3 leerdoelen formuleren Stap 4 activiteiten en tijdpad opstellen Stap 5 uitvoeren van activiteitenplan Stap 6 beoordelen van activiteiten en competenties Voorbereiding op de stage (stap 1,2 en 3 competentiecyclus) Zodra u weet op welk adres u bent ingedeeld schrijft u binnen een week een motivatiebrief met CV naar uw nieuwe stageplaats. De stageplaats kan u uitnodigen voor een kennismakingsgesprek en beslist uiteindelijk of de stage doorgaat. Het stagecontract wordt opgesteld en getekend. Uiterlijk één week voorafgaand aan het kennismakingsgesprek op uw stageplaats hebt u stap 1 t/m 3 van de competentiecyclus uitgevoerd en hebt u deze gemaild aan uw toekomstige stagebegeleider. De stagebegeleider wordt op deze wijze in staat gesteld om zich voor te bereiden op uw komst als stagiair. Zonder deze voorbereiding heeft de stagebegeleider het recht om u de ingang tot de stage te ontzeggen. Begin van de stage, activiteitenplan (stap 4) Tijdens het kennismakingsgesprek bepaalt u – in overleg met uw stagebegeleider – wat u tijdens de stageperiode feitelijk kan gaan doen, welke activiteiten u per competentie kunt ondernemen en in welk tijdsbestek. Tevens wordt voor u duidelijk wat wel of niet te realiseren is. Wellicht zult u oplossingen moeten zoeken; iets op een andere manier en/of moment en/of plaats moeten invullen. Het zoeken van oplossingen is een verantwoordelijkheid van de student. Uitvoeren & beoordelen van activiteiten en competenties (stap 5 en 6) U werkt aan alle geformuleerde activiteiten en u vult per competentie uw portfolio. De stagebegeleider begeleidt en beoordeelt u hierbij op het gebied van vaktechnische vaardigheden en op het gebied van professionalisering. Hij geeft feedback op de dagelijkse werkzaamheden en ondersteunt het leerproces, signaleert problemen en maakt deze bespreekbaar. De stagebegeleider beoordeelt halverwege en aan het einde van de stage in hoeverre uw beoogde competenties en leerdoelen behaald zijn. Het oordeel van de stagebegeleider geldt als advies aan de opleiding. De opleiding blijft verantwoordelijk voor het eindoordeel. Tijdens terugkomdagen (halverwege en aan het begin- einde van een studieblok) zijn er “intervisiebijeenkomsten” en lessen “klinisch redeneren” . De intervisiebijeenkomsten vinden plaats onder leiding van een stagedocent. De stagedocent is de docent van de opleiding die de student specifiek begeleidt bij zijn competentieontwikkeling in de stage, hij beoordeelt mede de activiteiten van de student. Hij functioneert hierbij als meta-beoordelaar en niet als inhoudelijke beoordelaar. De stagedocent toetst tijdens terugkomdagen: o of de competentiecyclus is doorlopen; o of de stage naar verwachting verloopt; © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
o
het portfolio op bewijslast en criteria.
Klinisch redeneren is een belangrijk onderdeel van de stage en maakt mede onderdeel uit van de eindbeoordeling. In de lessen klinisch redeneren worden statussen met elkaar besproken onder leiding van een vakdocent. De docent klinisch redeneren toetst of u in staat bent: o kritisch naar uw eigen onderzoek/handelen te kijken, o te beoordelen of uw plan van aanpak aan de zorgvraag beantwoordt o dit te motiveren. o tot evidence based handelen Tijdens de afstudeerfase zijn er in totaal 12 terugkomdagen. De bijeenkomsten zijn specifiek voor studenten die stagelopen, maar kunnen ook bijgewoond worden door studenten, die een minor volgen. Voor de les klinisch redeneren geldt dat minorstudenten alleen de les bij kunnen wonen indien er plek is. Informeer van tevoren bij de desbetreffende docent of dit het geval is. Aan het einde van alle stages is er een eind-assessment. Deze vindt plaats in de vorm van een portfoliogesprek. waarin u verantwoordt of u al dan niet voldoet aan het benodigde niveau: niveau 3, bachelor niveau. Het assessment wordt afgenomen door 2 examinatoren, de docent klinisch redeneren en de stagedocent. Zie voor een gedetailleerde beschrijving van de stages de Stagehandleiding op de site van het stagebureau: Sharepoint www.sharepoint.hu.nl/sites/oogzorg_studenten b. De profileringsstage Als invulling van de minor kan gekozen worden voor een profileringsstage. U kunt er voor kiezen om in het kader van de profilering een stage in het buitenland te volgen. Voor deze stage geldt dat u hiervoor de minor International Health Studies van de Faculteit Gezondheidszorg moet volgen. Informatie over deze buitenlandstage krijgt u tijdens een voorlichtingscollege over de invulling van e e het 3 en 4 jaar van uw opleiding. Dit college wordt in blok 2B geroosterd. Kiest u voor een andere invulling van uw profileringsstage dan hebt u hier altijd goedkeuring van uw studieloopbaanbegeleider èn de examencommissie nodig. Na een eerste goedkeuring van uw studieloopbaanbegeleider dient u vervolgens een verzoek tot officiële goedkeuring bij de examencommissie in. Zie voor een gedetailleerde beschrijving van de profileringsstage de Studiehandleiding Profileringsstage op Sharepoint www.sharepoint.hu.nl/sites/oogzorg_studenten Zie ook par 2.5.4 Duur en instroomeisen stage Optometrie voltijd en deeltijd De Optometrie voltijd en deeltijd kennen in de laatste fase van de opleiding 2 beroepsvoorbereidende stages: De oogheelkundige stage van 30 EC’s: o Voltijd: 80 dagen, 20 weken, uitgaande van 4-daagse stageweken. o Deeltijd: 60 dagen, 30 weken, uitgaande van 2-daagse stageweken. De optometrische stage van 15 EC’s: o Voltijd: 40 dagen, 10 of 20 weken, afhankelijk of stage gecombineerd wordt met UVO (Uitvoeren van onderzoek) o Deeltijd: 40 dagen, 20 weken, uitgaande van 2-daagse stageweken. Voor deeltijdstudenten is korting van 20 dagen op de stage mogelijk op basis van criteria eigen werkplek en verworven competenties. Als instapvoorwaarde voor de optometrische en oogheelkundige stages geldt dat de interne stage Optometrie (optometrische kliniek) uit jaar 3 voldoende afgerond is. Ten aanzien van de interne stage zijn instroomeisen geformuleerd: zie instroomeisen interne stage Optometrie (optometrische kliniek). Wanneer halverwege de interne stage blijkt dat u niet voldoet aan de gestelde eisen op dat moment, zal de kliniekdocent adviseren de kliniekperiode te verlengen. Met uw
38/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
studiebegeleider neemt u uw activiteitenplan voor het afstudeerjaar (SOK) opnieuw door en wordt tevens bekeken of uw planning haalbaar is. De oogheelkundige stage maakt samen met UVO deel uit van de Afstudeereenheid. Instapvoorwaarde voor de afstudeereenheid is het behalen van de propedeuse. Orthoptie De Orthoptie kent in de laatste fase van de opleiding 3 beroepsvoorbereidende stages (seniorstage) van 15 EC’s: 2 x een stage van 10 weken (4 dagen per week) 1 x een stage van 20 weken (2 dagen per week) in combinatie met UVO Seniorstage 3 maakt samen met UVO deel uit van de Afstudeereenheid. Als instapvoorwaarde voor de seniorstage 1,2 en 3 geldt dat de interne en externe stage uit jaar 2 voldoende afgerond zijn. Als echter aan het einde van blok 3A blijkt dat uw studievoortgang niet naar wens verloopt zal de studieloopbaanbegeleider uw SOK opnieuw met u bespreken en wordt bekeken of uw planning haalbaar is. Instapvoorwaarde voor de afstudeereenheid is het behalen van de propedeuse. Als instapvoorwaarde voor Seniorstage 3 van de afstudeereenheid geldt dat de Seniorstages 1 en 2 voldoende afgerond zijn. Mocht dit leiden tot een niet-studeerbaar programma kan via de Examencommissie IPS een extra poging voor stage 1 of 2 worden aangevraagd. Werkwijze stage-indeling (stagebureau) Om organisatorische redenen starten de stages op vaste momenten in het studiejaar, te weten: Optometrie: aanvang blok A, B, C en D Oogheelkunde: aanvang blok A en C Orthoptie: aanvang blok A, B, C en D Het stagebureau verzorgt de stage-indeling. De stage-indeling wordt verzorgd aan de hand van de SOK. Hiervoor is het nodig dat de SOK uiterlijk 1 blok voor aanvang van de stage gecontroleerd is op haalbaarheid gezien de studievorderingen in combinatie instroomeisen van de beroepsvoorbereidende stages. In het blok voorafgaande aan de stage verstuurt het stagebureau een lijst met beschikbare plaatsen. Uit de lijst van alle beschikbare stageplaatsen voor de desbetreffende periode kunt u een keuze maken en uw voorkeur op een voorkeursformulier aangeven bij het stagebureau. De medewerker stagebureau maakt vervolgens een definitieve stage-indeling, hierbij zoveel mogelijk rekening houdend met uw wensen. De opleidingen Optometrie en Orthoptie zijn twee unieke opleidingen, stageplaatsen liggen verspreid door het hele land. Rekening moet worden gehouden met eventuele lange reistijden (maximaal 2 uur enkele reis). Het is ook mogelijk zelf een stageplaats te zoeken. U laat het stagebureau weten welk adres u op het oog hebt, het stagebureau controleert of het stage-adres al in het stagebestand isopgenomen als regulier adres. Zo niet dan ontvangt u de benodigde formulieren, die ingevuld moeten worden door het nieuwe stage-adres. De stagecoördinator beoordeelt op basis van deze gegevens of het een geschikt stage-adres betreft aan de hand van kwaliteitscriteria en eisen van de opleiding. Bij de stage-indeling is de opleiding steeds afhankelijk van het aanbod van stageplaatsen. Om verschillende redenen kan het voorkomen dat een stageplaats alsnog niet beschikbaar is. Er zal dan opnieuw gezocht moeten worden naar een nieuwe plaats. Ook kan het voorkomen dat het aantal beschikbare plaatsen niet toereikend is voor het aantal studenten. In dit geval zullen studieroutes in overleg met de studieloopbaanbegeleider omgezet moeten worden en jouw SOK indien nodig moeten worden aangepast. e
Het stagebureau houdt 2 keer per jaar (begin blok B en D) een informatiebijeenkomst voor 3 jaars studenten. Bereikbaarheid stagebureau Optometrie: maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag (tel: 0884815360 of 088-4815248) of
[email protected] Bereikbaarheid stagebureau Orthoptie: maandag, donderdag en vrijdag (tel: 0884815742 of 088-4815248) of
[email protected]
39/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Stagecontract Voor aanvang van de stage dient in tweevoud een stagecontract te worden opgesteld en getekend. Dit contract is een formele overeenkomst tussen de stagiair en de stageverlenende instelling, waarin rechten en plichten van beide partijen worden vastgelegd. De stage-instelling kan een eigen stagecontract of de stage-overeenkomst van de opleiding nemen. Indien de stage-instelling gebruik maakt van een eigen stagecontract is het belangrijk dat de opleiding in dit contract als betrokken partij wordt vermeld. Indien dit niet het geval is moet als aanvulling tevens de stage-overeenkomst van de opleiding worden ingevuld en ondertekend. Zorg ervoor dat alle partijen tijdig het contract hebben ondertekend. Zonder een getekend stagecontract kan de stage niet gestart worden. U kunt voor ondertekening langs komen bij het stagebureau, het contract opsturen per post of achterlaten in het postvak van het stagebureau. Het ene origineel levert u in bij uw stageplaats, het andere origineel bij het stagebureau. Een kopie hiervan neemt u op in uw portfolio. Gedragscode en beroepsgeheim De student wordt beschouwd als beroepsbeoefenaar in opleiding. De student dient zich daarbij te houden aan de gedragscode van de betreffende beroepsvereniging. De actuele gedragscode van de NVvO en OVN staan gepubliceerd op de Sharepoint studentensite. Specifiek wil de opleiding studenten wijzen op het beroepsgeheim. Het beroepsgeheim is niet alleen van toepassing op het onderzoeken van patiënten tijdens de interne en externe stage, maar ook het onderzoeken van medestudenten tijdens praktijklessen en het onderzoeken van personen voor LOEP/UVO opdrachten. Financiële aspecten Door het verrichten van `stagewerkzaamheden’ verwerft de student niet het recht salaris te claimen. Sinds september 2001 geldt voor instellingen die onder de CAO ziekenhuizen vallen dat zij verplicht zijn een stagevergoeding te verstrekken aan alle stagiaires van MBO en HBO-opleidingen. Voorwaarde is dat de stage tenminste 144 uur duurt. De vergoeding bedraagt tegenwoordig € 334.- bruto per maand voor een voltijd stage. Daaronder wordt verstaan een stage die een (nagenoeg) volledige werkweek omvat. Is de omvang van de stage minder, dan wordt het bedrag naar evenredigheid verlaagd. De stageverlenende instellingen vergoeden in principe geen reis- en verblijfkosten. Dit geldt ook voor de opleidingen Oogzorg. Elke student moet er rekening mee houden dat een stageplaats ver van de eigen woonplaats verwijderd kan zijn en dit kan extra kosten met zich mee brengen, hetzij reiskosten, hetzij verblijfkosten voor het huren van een kamer. Het stagebureau houdt bij de indeling zoveel mogelijk rekening met individuele voorkeuren en omstandigheden, maar kan en mag geen voorrang verlenen aan studenten zonder OV-kaart. Procedure bij problemen op de stageplaats Wanneer er zich op de stageplaats problemen in het leerproces van de student voordoen dan is de handelswijze als volgt: De student bespreekt de problemen met de stagebegeleider van de stageplaats. De stagedocent wordt in een zo vroeg mogelijk stadium door de student geïnformeerd. Indien men er samen niet uitkomt kan de stagebegeleider de hulp ingeroepen van de stagecoördinator. De stagecoördinator bespreekt de problemen met de stagedocent en koppelt terug naar de stagebegeleider. De stagecoördinator kan het stage-adres bezoeken in een poging een passende oplossing te vinden. Zie art. 26 OER-HU.
2.5.4
Profileringsruimte
De opleidingen kennen naast het hoofdprogramma (major) ook een vrije keuzeruimte van 30 EC, de zogenaamde profileringsruimte. Met deze profileringsruimte kunt u een eigen accent aan de studie geven, gericht op verbreding en verdieping. We kennen de volgende mogelijkheden: een minor (= een samenhangend pakket van keuzecursussen); een premaster (= een schakeltraject ter voorbereiding op een masteropleiding);
40/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
een studieperiode in het buitenland (Study Abroad). U volgt dan gedurende twee blokken onderwijs aan een hogeschool of universiteit in het buitenland; een pakket van keuzecursussen dat u zelf samenstelt; een minor bij een andere hogeschool of universitaire instelling via Kies Op Maat (KOM) www.kiesopmaat.nl
De HU heeft een uitgebreid aanbod van minors en losse keuzecursussen dat door alle faculteiten van de HU gezamenlijk is ontwikkeld. Maar u kunt ook gebruikmaken van het aanbod van andere hogescholen en universiteiten (ook in het buitenland, zie 8.12.1). Daarnaast is het mogelijk om – in samenspraak met uw studieloopbaanbegeleider – uw profileringsruimte in te vullen met een zelf samengesteld pakket aan keuzecursussen. Voorwaarde voor de invulling van de profileringsruimte is, dat de invulling op Hbo-hoofdfaseniveau is. De examencommissie kan u voor 10 EC hiervan toestaan dat het propedeuseniveau betreft, bijvoorbeeld als u zich een ander vakgebied eigen moet maken. Cursussen van de universiteit worden geacht per definitie van HBO-hoofdfaseniveau te zijn. Volgt u cursussen in het buitenland, dan worden deze geacht van voldoende niveau te zijn als is aangetoond dat het HBO-niveau betreft. Voor advisering en begeleiding bij de invulling van de profileringsruimte kunt u terecht bij de studieloopbaanbegeleider (zie ook 8.1). In samenspraak stelt u een profileringsplan op waarin uw keuze uit het profileringsaanbod van de HU-Onderwijscatalogus en eventuele externe minors en/of keuzecursussen wordt vastgelegd. Uit het profileringsplan moet blijken op welke wijze de gekozen onderdelen bijdragen aan de voorbereiding op de beoogde beroepsuitoefening of verdere studie. Elke invulling van de profileringsruimte dient vooraf te worden goedgekeurd door uw examencommissie. Uw studieloopbaanbegeleider kan u adviseren uw profileringsplan nader te motiveren met het oog op goedkeuring door de examencommissie. De examencommissie weigert goedkeuring als de keuzecursus of minor niet van hbo-hoofdfaseniveau is, of als er sprake is van substantiële overlap tussen de keuzecursus of minor enerzijds en het hoofdprogramma anderzijds. Wilt u een tweede minor volgen en is dit een externe minor, dan kan dit door de examencommissie geweigerd worden. Let op: om te mogen beginnen aan uw profileringsruimte, moet u uw propedeuse voor aanvang daarvan behaald hebben. Kijk voor meer informatie over de profileringsruimte en minors op www.minors.hu.nl. Informatie over een studieperiode in het buitenland (Study Abroad) is te vinden op www.io.hu.nl. Let op, de inschrijving voor een Study Abroad opent en sluit veel eerder dan voor een reguliere minor. De deadline is op 1 februari voorafgaand aan het studiejaar waarin u op Study Abroad wilt gaan. Zie hierna 8.10. Voor inzage in het aanbod van HU-minors, keuzecursussen en premasters, en voor inschrijving kunt u terecht op www.osiris.hu.nl. Ook kunt u een bezoek brengen aan de jaarlijkse HU-minormarkt, die in maart wordt gehouden en waar alle HU-faculteiten hun profileringsaanbod presenteren. Meer informatie over premastertrajecten vindt u in de folder Doorstuderen na je bachelor aan de UU en op www.premasters.hu.nl. Informatie over de keuzecursussen en minors van de Faculteit Gezondheidzorg is te vinden op de site www.profilering.fg.hu.nl Vrijstelling voor de profilering. De profileringsruimte omvat cursussen met een totale studielast van 30 EC ( zie artikel 19 OER-HU) De examencommssie kan op schriftelijk verzoek vrijstelling verlenen voor (een deel van) de profileringsruimte o.a. op basis van een afgeronde HBO of WO opleiding. (zie artikel 40 OER-Hu)
2.5.5
Excelleren
41/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
De HU biedt u de mogelijkheid als student om uzelf extra uit te dagen door verschillende soorten honourstrajecten. Door prestaties te behalen op honoursniveau, kunt u Sterren behalen. Bij minimaal vijf Sterren, kunt u een eindbeoordeling aanvragen en kunt u het Honours Certificaat behalen bij uw diploma. Activiteiten die in aanmerking komen om te worden erkend als honourstraject kunnen zowel door de HU ontwikkeld zijn (‘aanbodgerichte’ honourstrajecten) als door uzelf ingebracht worden (‘vraaggerichte’ honourstrajecten). Informatie over honourstrajecten binnen uw faculteit is te vinden op www.honourstrajecten.hu.nl of via het honoursloket bij uw faculteit. Procedures Verkrijgen van een Ster Verklaring U kunt zowel meedoen aan aanbodgerichte honourstrajecten als zelf een voorstel doen om eigen activiteiten/projecten hiervoor in aanmerking te laten komen (vraaggericht honourstraject). In beide gevallen schrijft u zich in op het honoursportfolio via het facultaire honoursloket. De aangewezen examinator beoordeelt het voorstel conform de vastgestelde beoordelingsprocedure en informeert u over de uitkomst hiervan. Bij een positief besluit rondt u waar nodig de activiteit(en) af. Beoordeling vindt plaats door de betreffende examinator, conform de vastgestelde beoordelingscriteria. De als voldoende gekwalificeerde excellente prestatie(s) word(t)(en) vastgelegd in uw honoursportfolio. De Ster Verklaring is een schriftelijke erkenning waarin duidelijk is vermeld welke honoursprestatie u heeft geleverd. Verkrijgen van het Honours Certificaat Wanneer u van mening bent aantoonbaar aan alle vereisten voor het Honours Certificaat te voldoen en daarmee voor het Honours Certificaat in aanmerking te komen, onderbouwt en presenteert u de geleverde prestaties op boven-bachelorniveau. De betreffende honourscommissie geeft aan op welke wijze dit getoetst wordt. Voor het behalen van het Honours Certificaat ontvangt u bij afstuderen een schriftelijke erkenning in de vorm van een officieel waardepapier naast uw diploma.
2.5.6
Afstuderen
Studeren aan de HU betekent dat u uw opleiding afrondt met een vorm van een afsluitend examen, technisch ook wel de ‘afstudeereenheid’ genoemd. De afstudeereenheid kunt u alleen met succes afronden als u het beoogde eindniveau van de opleiding behaald heeft. Voor deze afstudeereenheid of onderdelen daarvan kunt u nooit een vrijstelling krijgen. Iedereen die een diploma wil krijgen, moet derhalve de afstudeereenheid met goed gevolg afronden. Afstudeeropdracht De afstudeeropdracht maakt deel uit van de Afstudeereenheid van de opleidingen Optometrie & Orthoptie. Competentiegebied III Beroepsontwikkeling en wordt in beide opleidingen vormgegeven volgens de facultair ontwikkelde leerlijn LOEP (Leerlijn Onderzoek en Praktijk)/EBP (Evidence Based Practice) Deze leerlijn start in jaar 1 en bereikt het eindniveau in Uitvoeren van Onderzoek (UVO). Na(ast) de stages moet voor het behalen van het getuigschrift een onderzoek worden uitgevoerd in de vorm van een literatuurstudie of praktijkonderzoek (LOEP beroepsproducten 6 & 7). Aansluitend vindt er een mondelinge presentatie (referaat) plaats (LOEP beroepsproduct 8). De afstudeeropdracht wordt in een groepje van 2 studenten uitgevoerd.. Uitvoeren van Onderzoek (UVO) Doelstelling De doelstelling van het Uitvoeren van Onderzoek is om aan de volgende competenties op niveau 3, te kunnen voldoen: Competentie III. De orthoptist/optometrist als beroepsontwikkelaar – a. onderzoeken
42/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
De orthoptist/optometrist registreert systematisch patiënt- en behandelgegevens ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek. Hij neemt deel aan wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke fundering daarvan. De orthoptist/optometrist als beroepsontwikkelaar – b. innoveren De orthoptist/optometrist draagt bij aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep, door middel van het implementeren van kwaliteitsverbeteringen en borgen van innovatieprocessen. Tevens staat de vaardigheid presenteren centraal bij beroepsproduct 8. Vorm van onderzoek Er kan gekozen worden voor een literatuurstudie of een praktijkonderzoek. Literatuurstudie Door middel van een literatuurstudie worden bronnen bestudeerd om in de literatuur antwoord te vinden op een onderzoeksvraag vanuit de beroepspraktijk. Praktijkonderzoek Voor een praktijkonderzoek wordt data verzameld van patiënten tijdens de stage, kliniek of bij medestudenten. Door middel van een analyse van de uitkomsten wordt antwoord gegeven op de vraagstelling. Dit antwoord wordt afgezet tegen bestaande literatuur over dit onderwerp. Om de focus van het onderzoeksprogramma “Visueel Functioneren en Participatie in alle levensfasen’ van de Oogzorgopleidingen richting te geven, moet het onderwerp dat gekozen wordt, passen binnen één van de volgende onderzoekslijnen: 1. 2. 3. 4.
Voorzorg Meervoudige zorg Optimaal visueel functioneren tijdens complexe taken Optimaliseren van (Patiëntgerichte) Oogzorg voor mensen met sub-normaal gezichtsvermogen
Omvang en doelgroep Het onderzoeksverslag bestaat uit maximaal 5000 woorden exclusief literatuurlijst samenvatting en auteursrechten. De studiebelasting wordt geschat op 420 uur. Doelgroep van het onderzoek zijn medestudenten, optometristen of orthoptisten in spé. Begeleiding De opleiding biedt begeleiding aan om stapsgewijs het proces te laten doorlopen van het maken van de onderzoeksopzet, het schrijven van het onderzoeksverslag en het houden van het referaat. De begeleiding door de tutot vindt plaatst gedurende 6 groepsbijeenkomsten. Tijdens het blok voorafgaand aan je UVOperiode vindt er een verplichte informatiebijeenkomst plaats. Hiervoor krijgt u een uitnodiging indien UVO voor deze periode gepland staat in uw SOK. Na deze bijeenkomst werkt u in dat blok uw gekozen onderwerp uit met behulp van een gegeven format en levert deze in vóór de gegeven deadline. U krijgt hierop schriftelijk feedback. Begeleidingsgesprekken Elk duo bereidt een bijeenkomst voor door middel van een PowerPoint presentatie. In deze presentatie staan de vorderingen van het onderzoek. Tijdens iedere bijeenkomst wordt het werkplan en logboek gepresenteerd met ieders individuele bijdrage. Aanwezigheid tijdens de bijeenkomsten is verplicht (80%). Bij afwezigheid kan de begeleiding niet ingehaald worden. Er zal dan feedback moeten worden gevraagd aan de medestudenten. Beginvereisten Voordat u mag dan wel kunt beginnen met het uitvoeren van LOEP 6/7, geldt dat de voorgaande producten tot en met product 5 van de leerlijn LOEP gevolgd moeten zijn. Het mondeling presenteren van je onderzoeksrapport over literatuuronderzoek, praktijkonderzoek of kwaliteitsproject door middel van een referaat (product 8) kan voltooid worden als het definitieve rapport is ingeleverd.
43/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Groepsbeoordeling Wil de tutor een goed oordeel over het leerproces kunnen geven, dan moet u tijdens het maken van de onderzoeksopzet en het verwerken van uw data bij de bijeenkomsten actief aanwezig zijn geweest en de vorderingen hebben gepresenteerd. Indien dit niet het geval is kan de onderzoeksopzet c.q. het onderzoeksrapport niet als voldoende beoordeeld worden. Kortom: bij de beoordeling wordt niet alleen gekeken naar het eindproduct maar naar het hele leerproces en de individuele bijdrage aan het product (zie ook de individuele beoordeling). Het definitieve onderzoeksrapport wordt ook door een tweede docent beoordeeld. Bij twijfel kan het onderzoeksrapport door een derde beoordelaar worden beoordeeld. Individuele beoordeling Peer review Studenten houden allen een werkplan en logboek bij waarin zij hun activiteiten en tijdsinvestering voor het onderzoek beschrijven. Aan het eind vult iedere student het samenwerkingsformulier in. Tijdens de bijeenkomsten presenteren de studenten hun vorderingen en beoordeelt de tutor of er een evenwichtige bijdrage is van de beide studenten. Tijdens de bijeenkomsten presenteren de studenten hun vorderingen en beoordeelt de examinator of er een evenwichtige bijdrage is van beide studenten volgens onderstaande criteria: Is 80% van de bijeenkomsten aanwezig Kan het plan van aanpak van het onderzoek verantwoorden Kan de individuele bijdrage van de uitwerking van het onderzoek verantwoorden Indien tijdens het traject de samenwerking slecht verloopt zal er een gesprek plaats vinden met de coördinator LOEP/UVO. Dit kan op initiatief van de student of van de begeleider. Het is mogelijk dat op basis van dit of volgende gesprekken één student door kan gaan en de andere student moet stoppen en dus een NO GO ontvangt. Deze zal zich dan het volgende studiejaar weer in kunnen schrijven voor UVO. Individueel gesprek De tutor voert samen met de tweede beoordelaar een individueel eindgesprek. Getoetst zal worden of de individuele bijdrage van de student gewaarborgd is. Het gaat erom dat u kunt laten zien dat u op kritische wijze het werk kunt verantwoorden. De student moet aantonen achterliggende kennis te hebben van zaken die in het product zijn beschreven Een voldoende beoordeling kan pas toegekend worden indien de individuele bijdrage en beoordeling voldoende is en bij afwezigheid van plagiaat (zie ook par. 4.4.2). Ook moet het onderzoeksrapport geupload zijn op de inleversite van de HBO-kennisbank en de inleversite van LOEP waar de Ephorusplagiaatcheck zal plaatsvinden. Tevens dient het werkplan + samenwerkingsformulier ingeleverd te zijn. Bij een onvoldoende individuele bijdrage of igv van plagiaat zal de eindbeoordeling van het artikel resulteren in een onvoldoende. Referaat Het referaat wordt individueel beoordeeld door tenminste twee leden van het tutorteam van optometrie of orthoptie en geeft een externe beoordelaar de tutoren advies. Bij de beoordeling wordt gelet op het inhoudelijke niveau van de presentatie, de manier van presenteren, inclusief het gebruik van audiovisuele middelen, het inhoudelijk peil van de discussie, de manier van discussiëren en de kritische instelling van de student. Herkansing Bij een onvoldoende beoordeling van onderzoeksvoorstel of concept krijgt u de gelegenheid een week later alsnog aan de criteria te voldoen. Bij een onvoldoende beoordeling van het onderzoeksrapport geldt de herkansing. Deze herkansing zal aan het eind van het volgende blok (dus blok C resp. A) plaatsvinden. Voordat tot een herkansing wordt overgegaan maakt het duo eerst een afspraak met hun SLB-er en legt deze een nieuwe studieplanning (SOK) voor, voor het komende blok C of A. Na goedkeuring door de SLBer maakt het duo een afspraak met de coördinator LOEP/UVO
[email protected] om te achterhalen waar
44/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
de lacunes liggen. Het duo maakt dan een plan van aanpak om tot een goed eindresultaat te komen. Daarin wordt gemotiveerd voor welk onderdeel en in welke vorm nog begeleiding nodig is en hoe dit e georganiseerd gaat worden. Er zal géén begeleiding meer worden geven door tutoren. Alleen op het 2 concept zal de tutor feedback geven.
Indien voor deze herkansing weer een onvoldoende gehaald wordt of wanneer er geen gebruik wordt gemaakt van deze herkansing geldt deze als een niet voldaan. U moet zich opnieuw inschrijven tijdens de informatiebijeenkomst UVO voor het nieuwe studiejaar en u wordt weer opnieuw ingedeeld bij één van de begeleiders. Indien u een onvoldoende voor het referaat haalt, krijgt u de gelegenheid aan het eind van het volgende blok alsnog aan de criteria te voldoen. Indien u een onvoldoende voor het individuele eindgesprek haalt, kan het gesprek worden herkanst aan het eind van het volgende blok.
Studiebelasting De geschatte studiebelasting van beroepsproducten LOEP 6, 7 en 8 is 420 uur. Digitaal aanleveren en publiceren van scripties en onderzoeksartikelen De HU is een van de hogescholen die actief deelneemt aan de HBO Kennisbank. Hierop worden publicaties, zoals scripties en onderzoeksartikelen, die binnen hogescholen worden geproduceerd digitaal beschikbaar gesteld aan geïnteresseerden over de hele wereld. Ze kunnen omgekeerd ook weer een rol spelen bij onderwijs en onderzoek. Rondt u uw afstudeerscriptie af met het cijfer 7 of hoger, dan mag u uw scriptie kosteloos digitaal laten publiceren op de HBO Kennisbank. Belangrijke voorwaarde is wel dat uw stagebedrijf hiermee akkoord gaat en dat er geen vertrouwelijke informatie in voorkomt. Voor meer informatie: www.hbo-kennisbank.nl Zie par. 5.1 voor meer informatie over het examen en het diploma en voor uitschrijving na afstuderen. -> Let op: Ieder LOEP-product wordt gecontroleerd op plagiaat middels de Ephoruscheck. Kenniscentrum Faculteit Gezondheidszorg De Faculteit Gezondheidszorg heeft het kenniscentrum 'Innovatie van Zorgverlening ' (IvZ) dat ook studenten interessante mogelijkheden biedt. Het kenniscentrum houdt zich bezig met praktijkgericht onderzoek naar patiëntenzorg, met als doel de gezondheid en het welbevinden van patiënten te verbeteren. Dit onderzoek is erop gericht dat ouderen en mensen met een ziekte en/of een chronische aandoening langer zelfstandig en zelfredzaam kunnen zijn. “Gezond oud worden begint al vroeg” is de rode draad. Praktijkgericht onderzoek is onderzoek dat aansluit bij vragen uit de beroepspraktijk en daar direct relevant voor is. De resultaten van onderzoek door het kenniscentrum leiden zo niet alleen tot wetenschappelijke inzichten, maar worden ook direct gebruikt in de beroepspraktijk. Tevens wordt deze nieuwe kennis ingebracht in het onderwijs. Studenten kunnen participeren in het onderzoek van het kenniscentrum. Dit kunt u doen in het kader van uw profileringsruimte (zie verder par. 4.1.2: opleidingsstructuur algemeen) of combineert u met het afstuderen. U kunt zich opgeven via www.onderzoekietsvoorjou.hu.nl Het kenniscentrum IvZ (zie ook het organogram hieronder) bestaat uit een aantal lectoraten, gericht op de vakgebieden waarvoor de Faculteit Gezondheidszorg (FG) professionals opleidt: het lectoraat 'Verpleegkundige en Paramedische Zorg voor Mensen met Chronische Aandoeningen' , het lectoraat 'Leefstijl en Gezondheid' , het lectoraat 'Vraaggestuurde Zorg', het lectoraat `Logopedie: Participatie door Communicatie’ en het lectoraat `Innovatie van Zorgprocessen in de Farmacie’. De drie instituten van de Faculteit Gezondheidszorg zijn nauw verbonden aan deze lectoraten. In het curriculum en het onderwijsaanbod van de opleidingen in deze instituten is duidelijk te merken dat deze samenwerking de onderwijskwaliteit verhoogt. Kijk voor meer informatie over het kenniscentrum op: www.kenniscentrumivz.hu.nl
2.5.7
Vervolgopleidingsmogelijkheden
45/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Met een afgeronde opleiding is het mogelijk bij meerdere universitaire en Hbo master studies ingang te krijgen. Vanuit het perspectief van de Oogzorg bezien lijkt een studietraject Bachelor en daarna de Master Physician Assistent een goede mogelijkheid. Ook een buitenlandse Master Optometry of Orthoptics is een goede vervolgopleiding. Een andere voor de hand liggende keuze is om na de bachelor-opleiding Optometrie, de bachelor-opleiding Orthoptie te gaan doen, of andersom. Informeer bij uw SLB-er naar de mogelijkheden. Zie art. 15 OER-HU.
2.6 2.6.1
Examencommissie Instelling en benoeming
Iedere opleiding van de HU heeft een examencommissie, die is georganiseerd op Instituuts- of Faculteitsniveau. Een examencommissie ziet toe op de kwaliteit van toetsing en is de instantie die het diploma uitreikt. De examencommissie is onafhankelijk in haar oordeelsvorming ten opzichte van het management van een opleiding. De faculteit kent gezamenlijke examencommissies voor de volgende opleidingen, dan wel groep van opleidingen: De examencommissie voor de bacheloropleidingen van het Instituut voor Bewegingstudies (bacheloropleidingen fysiotherapie en oefentherapie Cesar)
De examencommissie voor de bacheloropleidingen van het Instituut voor Paramedische studies (bacheloropleidingen farmakunde, huidtherapie, logopedie, mondzorgkunde en oogzorg)
De examencommissie voor de bacheloropleidingen van het Instituut voor Verpleegkundige studies (bacheloropleidingen management in de zorg, medische hulpverlening en verpleegkunde)
De examencommissie voor de Masteropleidingen van de Faculteit Gezondheidszorg (Masteropleidingen Advanced Nurse Practitioner, Fysiotherapie, Physician Assistant en Zorgtraject Ontwerp)
U kunt een verzoek of een melding aan de examencommissie uitsluitend doen via de Sharepointsite van de examencommissies en het ambtelijk secretariaat: www.examencommissies.hu.nl
2.6.2
Samenstelling
De examencommissie bestaat uit ten minste drie leden, te weten een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en één of meer leden. De leden van de examencommissie worden door de faculteitsdirectie benoemd. De leden van de examencommissie staan vermeld op de Sharepointsite van de examencommissies en het ambtelijk secretariaat van de Faculteit Gezondheidszorg. Raadpleeg hiervoor de website van de examencommissie.: www.examencommissies.hu.nl
2.6.3
Taken en bevoegdheden
De taken en bevoegdheden van de examencommissie zijn vastgelegd in hoofdstuk 4 van de OER-HU bacheloropleidingen en in het (facultair) Reglement Examencommissies HU. De examencommissie ziet er onder andere op toe dat de regels met betrekking tot het onderwijs en de tentamens en examens, zoals opgenomen in de OER-HU bacheloropleidingen en studiegidsen, op correcte wijze worden nageleefd. Daarnaast waarborgt de examencommissie de kwaliteit van de tentamens en de examens, adviseert ze bij het vaststellen van toetsbeleid, wijst de commissie examinatoren aan, verleent ze vrijstellingen en reikt ze studieadviezen en diploma’s uit.
46/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Naast de kaderstelling in eerder genoemde reglementen, kan de examencommissie bijkomende regels vaststellen ten aanzien van:
de gang van zaken bij schriftelijke tentamens (tentamenreglement); de surveillance bij schriftelijke tentamens (surveillanteninstructie); de gang van zaken bij mondelinge tentamens (tentamenprotocol); het maken en beoordelen van tentamens (tentamenrichtlijnen); het sanctioneren van onregelmatigheden (fraudeprocedure), waaronder het ongeldig verklaren van tentamenresultaten.
2.6.4
Verzoekschrift
De docenten/examinatoren en de examencommissie voeren de regels van de OER-HU bacheloropleidingen en de studiegids uit. Als u vindt dat er voor u een uitzondering moet worden gemaakt op deze regels, bijvoorbeeld een extra tentamenkans of een afwijkend examenprogramma, dan kunt u een verzoekschrift indienen bij de examencommissie. Let er wel op dat u een verzoek tijdig indient. Als u bijvoorbeeld aan een komende tentamenronde deel wilt nemen, moet u rekening houden met een behandeltermijn van de examencommissie van drie weken. Denk eraan dat u bij een verzoekschrift ten minste de volgende zaken voegt: naam, adresgegevens en studentnummer; datum; het verzoek en de redenen van het verzoek; de opleiding en variant (voltijd, deeltijd, duaal) waaraan u staat ingeschreven en – indien van toepassing – de cursuscode van de cursus waarop het verzoek betrekking heeft; eventuele bewijsstukken. Vergeet niet uw verzoekschrift te ondertekenen, tenzij u het verzoekschrift digitaal indient; dan is ondertekenen niet vereist. Let op! Voor een verzoek om vrijstellingen gelden aanvullende regels, zie 4.2. Er is verschil tussen een verzoek en een bezwaar- of beroepschrift. Een verzoek dient u in als u een (bijzonder) besluit van de examencommissie wilt krijgen. Als u het niet eens bent met het besluit van de examencommissie, dan kunt u een bezwaar indienen (en in beroep gaan). Dat laatste werkt als volgt:
U dient binnen twee weken (de bezwaartermijn) nadat u het besluit van de examencommissie heeft ontvangen, direct bij de examencommissie of via het facultair loket rechtsbescherming een bezwaarschrift in. Als hoofdregel geldt dat de examencommissie binnen twee weken na ontvangst van het bezwaar een besluit moet nemen. Als u het niet eens bent met het besluit op bezwaar, bestaat er de mogelijkheid om daartegen in beroep te gaan. Dit doet u bij het HU Loket Rechtsbescherming Studenten. Een beroep wordt behandeld door het College van Beroep voor de Examens. De beroepstermijn bedraagt zes weken nadat u het besluit op bezwaar van de examencommissie heeft ontvangen.
Voor het indienen van een verzoek of een bezwaar, zie www.examencommissies.hu.nl Alleen zaken die via deze site worden ingediend, worden in behandeling genomen. Zie voor meer informatie over het indienen van een bezwaarschrift of een beroepschrift hoofdstuk 7 of kijk op www.klachtenwegwijzer.hu.nl. Het is aan te bevelen om advies in te winnen bij de studentendecaan. Zie art. 9 en 45 OER-HU.
2.7
Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen
Het studiejaar start voor de eerstejaars studenten Optometrie & Orthoptie met een Introductieperiode van
47/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
twee dagen. Tijdens deze Introductie maakt u kennis met uw medestudenten en Studieloopbaanbegeleider, maar krijgt u ook veel nuttige en praktische informatie (roosters, Osiris, Sharepoint, rondleiding door de Faculteit en de Uithof) die nodig is om vanaf de eerste dag actief te kunnen deelnemen aan het onderwijs. De studievereniging SO²S(Society of Optometry & Orthoptic Students) organiseert in de week voor de Introductieperiode een Introductiekamp Oogzorg. Dit Introductiekamp is op vrijwillige basis. In de verdere studie vinden meerdere verplichte maar ook niet verplichte excursies plaats.
2.8 2.8.1
Voorzieningen Begeleiding
Als HU-student heeft u recht op studieloopbaanbegeleiding. De HU heeft docenten aangewezen als studieloopbaanbegeleider (slb’er). Zij fungeren als spil tussen u als student en uw opleiding. U kunt bij uw slb’er terecht met vragen en problemen die betrekking hebben op uw studie. Denk daarbij aan uw studievoortgang of keuzes die u kunt maken in het curriculum. Als u een waarschuwend tussentijds studieadvies heeft ontvangen, stelt u samen met uw studieloopbaanbegeleider een studieplan op. Studieloopbaanbegeleiding is het proces waarin u uw eigen studie en loopbaan stuurt en leert sturen. Doel van studieloopbaanbegeleiding is dat de slb’er u optimaal ondersteunt in het maken van een juiste studiekeuze, keuzes binnen de studieloopbaan en het succesvol afronden van de studie: Studieloopbaanbegeleiding op de HU gaat over: coaching van de studiekeuzes; advisering bij de studievoortgang en studieplanning; verwijzing naar andere begeleiders, zoals de studentendecanen of uw ondersteuners voor het onbelemmerd studeren; SLB biedt zorg waardoor de student optimaal kan kiezen, achterstanden kan wegwerken, kan versnellen en zich uitgedaagd voelt te excelleren. De begeleiding vindt plaats door middel van individuele gesprekken en soms door groepsbijeenkomsten en opdrachten. Naarmate de studie vordert, zal de intensiteit van de studieloopbaanbegeleiding geleidelijk afnemen. Studieloopbaanbegeleiding (SLB) binnen Optometrie & Orthoptie Het onderwijs aan de opleidingen Optometrie en Orthoptie is competentiegericht en vraagt een goede zelfsturing van de student. Het coachen van deze zelfsturing in het succesvol doorlopen van de studieloopbaan is de rode draad voor de studieloopbaanbegeleiding. Studieloopbaanbegeleiding staat ten dienste van studiesucces. SLB biedt zorg waardoor de student optimaal kan kiezen, achterstanden weg kan werken, kan versnellen en zich uitgedaagd voelt te excelleren. De studieloopbaanbegeleiding wordt in alle studiejaren van het onderwijs binnen de opleiding Optometrie en Orthoptie aangeboden. In de loop van de studie neemt de sturing door de begeleider af en neemt de eigen verantwoordelijk van de student toe. SLB in jaar 1 In uw eerste jaar krijgt u een studieloopbaanbegeleider toegewezen die u gedurende uw hele studie begeleidt. De SLB is gericht op kennismaking met de studie, coaching van de voortgang, advisering bij de studieplanning en verwijzing. Met uw SLB er bespreekt u uw studievoortgang en indien nodig stelt u samen een studieplan op. SLB in jaar 2 In het tweede jaar maakt u keuzes wat u in jaar 3 en 4 gaat doen. Er zijn verschillende studieroutes die u kunt gaan lopen in jaar 3 en jaar 4 (zie hoofdstuk 3). U maakt, op basis van de behaalde resultaten en afhankelijk van uw persoonlijke voorkeur. een keuze uit een van de routes. U maakt een studieovereenkomst (SOK) waarin uw deze keuzes beschrijft en waarin u uw keuze motiveert. Deze SOK bespreekt u met je SLB er. Afhankelijk van het aantal behaalde studiepunten in jaar 1 en jaar 2 zal uw SLB 48/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
er uw studieovereenkomst goed of afkeuren. Uw SLB er moet goedkeuring aan uw SOK geven voordat u verder kunt gaan naar jaar 3 . Als uw SLB er uw SOK afkeurt maakt u naar aanleiding van deze SOKbespreking een nieuwe SOK die u opnieuw ter goedkeuring voorlegt aan uw SLB er. SLB in jaar 3 & 4 In jaar 3 en jaar 4 bespreekt u met je SLB er uw studievoortgang. Naast de SLB er kunt u ook bij de decaan terecht om advies te vragen over o.a. uw studievoortgang. De rol van de decaan staat beschreven in par 8.2. Zie art. 21 OER-HU.
2.8.2
ICT-faciliteiten
2.8.2.1
Algemeen
HU-studenten kunnen gebruikmaken van de ICT-faciliteiten die de HU biedt. U logt altijd in met uw emailadres en uw wachtwoord. U krijgt uw wachtwoord en HU e-mailadres via e-mail, kort voordat u met uw studie start. U kunt hiermee de volgende faciliteiten gebruiken:
uw eigen HU mailadres (via mymail.hu.nl); de computers aanwezig op de HU. U kunt ook met uw eigen laptop binnen de gebouwen van de HU gebruikmaken van het draadloze netwerk Eduroam; www.eduroam.nl. (Dit draadloze netwerk kunt u gebruiken binnen HU-gebouwen.) U kunt een app gebruiken voor de hotspots van Eduroam, namelijk Layar. Deze app werkt op zowel android als smartphones; de online catalogus van de mediatheek (www.catalogus.hu.nl); het intranet van de HU (sharepoint.hu.nl); OSIRIS Student (www.osiris.hu.nl); Surfspot (www.surfspot.nl). Hier kunt u met korting hard- en software kopen met Lync kunt u chatten, kijken of een docent beschikbaar is en online vergaderen; als u er niet uitkomt, kunt u terecht bij de servicebalie van uw faculteit; vragen kunt u ook stellen aan de Centrale Service Desk. Deze is bereikbaar op (088) 4816666, op werkdagen van 8.00 tot 17.00 uur. Mail kan ook:
[email protected]; www.ruimtereserveren.hu.nl Via deze site kunt u (project)ruimtes reserveren binnen uw faculteit.
Grote bestanden versturen Het is vaak lastig om grote bestanden te versturen: mailboxen zijn snel vol. Met FileSender kunt u snel, veilig en eenvoudig grote bestanden naar elkaar sturen. Het is veilig en gratis. U hoeft u niet te registreren. U meldt u direct aan met uw HU-account en wachtwoord. Meer informatie over de ICT-faciliteiten en actuele ontwikkelingen vindt u op de site van ICT (www.ict.hu.nl).
2.8.2.2
E-mail
U heeft de beschikking over uw eigen HU e-mailadres, dit loopt via Office 365. Daarmee biedt de HU, email en Microsoft applicaties aan ‘in the cloud’ (online). Beschikking over Microsoft Outlook (e-mail), betekent: veel opslagruimte: 25 Gb; uw e-mail is beschikbaar op alle mobile devices; u kunt gebruik maken van de functionaliteit ‘agenda’ en deze delen met medestudenten; de roosterfunctionaliteit kunt u koppelen aan de agenda, via mytimetable.hu.nl. Beschikking over online Microsoft Office applicaties betekent: u kunt de applicatie Lync gebruiken; met Lync kunt u chatten, kijken of een docent beschikbaar is en online vergaderen; 49/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
‘Any time’ en met ‘any device’ gebruik maken van bovenstaande applicaties.
Uw studentenmail is een belangrijk communicatiemiddel waarmee u op de hoogte blijft van actuele informatie over uw opleiding. De opleiding communiceert in geval van mail alleen via uw HU-mailadres. Via mymail.hu.nl komt u in uw mailbox. U kunt inloggen met uw e-mailadres en wachtwoord. Het is uw eigen verantwoordelijkheid om uw HU-mailbox regelmatig te bekijken. Krijgt u uw HU-mails liever op uw privémailadres? Dan kunt uw HU-mail automatisch laten doorsturen.
2.8.2.3
SharePoint
Op SharePoint vindt u allerlei informatie. Maar u kunt er ook heel handig met studenten en docenten samenwerken. En u kunt er uw documenten opslaan. 2.8.2.3 MijnHU Via Mijn HU (www.mijn.hu.nl) vindt u de meest essentiële informatie die u nodig hebt voor uw studie zoals cijfers, roosters, cursusinformatie, afwezigheidsmeldingen van docenten, mail en nieuws. Voordelen van Mijn HU: · een portal met up-to-date studie-informatie; · gebruiksvriendelijk: de informatie wordt overzichtelijk aangeboden; · eenvoudig te raadplegen op mobiele apparaten zoals een smartphone of tablet; · wordt continu aangepast en verbeterd, waarbij de feedback van studenten essentieel is. Hoe werkt het? Ga naar de website www.mijn.hu.nl en log in met uw HU-mailadres en wachtwoord. Vervolgens heeft u toegang tot al uw studie-informatie. U kunt de website als favoriet toevoegen op uw smartphone. Mijn HU komt ook als app beschikbaar, maar tot die tijd moet u gebruik maken van de website. Mijn HU is beschikbaar in het Nederlands en Engels.
Portfolio Bij veel opleidingen moeten studenten een portfolio maken. Ook dit kan in SharePoint.
Cursussen Veel cursussen die digitaal worden ondersteund hebben een eigen ruimte in SharePoint. Hier kunnen cursisten gegevens uitwisselen, een docent kan hier bijvoorbeeld zijn PowerPointpresentatie plaatsen. Maar u kunt er ook met medestudenten samenwerken aan projecten of opdrachten.
MySite MySite is uw persoonlijke pagina op SharePoint. Hier kunt u bestanden plaatsen. U kunt de bestanden zowel thuis als op school openen en wijzigen. Ook kunt u werkruimtes maken om alleen of met andere studenten aan een project, werkstuk of opdracht te werken. Daarnaast kunt u een blog aanmaken om uw kennis te delen.
2.8.2.4
OSIRIS Student
In OSIRIS registreert de HU uw NAW-gegevens, cijfers en (deel)tentameninschrijvingen. U kunt zelf inloggen in OSIRIS via www.osiris.hu.nl. Hier kunt u:
Uw cijfers inzien Via het tabblad Resultaten ziet u welke cijfers u voor de laatste 15 (deel)tentamens hebt gehaald. U kunt ook zien hoe het (deel)tentamen gemiddeld gemaakt is. Wilt u al uw resultaten in het huidige studiejaar zien? Kijk dan bij het tabblad Voortgang. Onder Dossier vindt u een overzicht van de resultaten die u tijdens uw volledige studie hebt gehaald. U kunt zelf bepalen of u alles wilt zien of bijvoorbeeld alleen de resultaten uit de hoofdfase. U moet zelf uw cijfers controleren zodra ze online
50/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
staan. Mogelijke fouten moet u altijd binnen vier weken melden nadat het cijfer in OSIRIS gezet is. Dit doet u bij de examinator die bij het cijfer vermeld staat of bij de examencommissie.
Uw studievoortgang bekijken Wilt u weten welke vakken u nog moet volgen om te kunnen afstuderen? Ga dan naar het tabblad Voortgang. Onder het kopje Studievoortgang selecteert u de opleiding die u volgt en geeft u aan dat u ‘Nog te volgen onderwijs’ wilt zien.
Vrijstellingen aanvragen U kunt een aanvraagformulier voor vrijstellingen invullen bij Studievoortgang > Vrijstelling aanvragen. Hier staat uw curriculum. Op basis daarvan kunt u een vrijstellingsaanvraag invullen en uitprinten. Meer informatie over vrijstellingen vindt u in 4.2.
Tentamen- en cursusinformatie vinden U vindt in OSIRIS Informatie over (deel)tentamens, cursussen, minors en keuzecursussen en hoe u zich hiervoor moet inschrijven.
U inschrijven voor cursussen en tentamens Via het tabblad Inschrijven kunt u via een eenvoudige wizard kiezen of u zich wilt inschrijven voor een cursus, (deel)tentamen of minor. Zo kunt u een keuze maken uit de cursussen uit uw verplichte curriculum of een cursus zoeken uit het complete cursusaanbod van de HU. Informatie over de inschrijfperiode vindt u terug in 4.3.3. Meer informatie over de inschrijving vindt u in 3.2.
Een overzicht vinden van uw inschrijvingen Wilt u weten voor welke cursussen en (deel)tentamens u bent ingeschreven? Kijk dan bij het tabblad Inschrijven onder het kopje Overzicht inschrijvingen. Dit overzicht laat alleen de cursussen en (deel)tentamens zien die op dit moment of in de toekomst gegeven worden.
Checken of u bent ingeschreven Soms denkt u dat u zich correct heeft ingeschreven voor een cursus of (deel)tentamen, maar is uw inschrijving bij de administratie niet te vinden. Om dit probleem te voorkomen krijgt u na iedere inschrijving een bevestiging van de inschrijving op uw HU-e-mailadres. Controleer altijd of u dit bericht heeft ontvangen en bewaar het goed.
U uitschrijven voor cursussen en tentamens Bent u ingeschreven voor een cursus of een (deel)tentamen en wenst u hiervoor uitgeschreven te worden? Klik dan op het tabblad Uitschrijven. Vink de onderdelen (cursussen of (deel)tentamens) aan waarvoor u zich wilt uitschrijven en kies voor uitschrijven. U kunt u alleen uitschrijven voor een cursus of (deel)tentamen binnen een bepaalde periode. Wanneer u zich uitschrijft voor een cursus of (deel)tentamen ontvangt u een bevestigingsmail. Bewaar deze goed.
Uw personalia wijzigen Op het tabblad Personalia kunt u zelf uw adres wijzigen en een (nieuwe) pasfoto uploaden. Deze pasfoto wordt gebruikt voor de collegekaart die u jaarlijks opgestuurd krijgt. Staan er onjuistheden bij het scherm personalia? Neem dan contact op met Bureau Inschrijving.
U aanmelden om een e-mail te krijgen als uw cijfer binnen is Als u op de link Aanvullende informatie klikt, kunt u uzelf aanmelden om een e-mailbericht te krijgen als er een cijfer is ingevoerd in OSIRIS. Hiervoor moet u ‘E-mail resultaten’ op ‘Aangemeld’ zetten.
2.8.2.5
Wachtwoord
Na verloop van tijd verloopt uw HU-wachtwoord. U krijgt dan vanzelf het verzoek om een nieuw wachtwoord in te voeren. Dit kan vanaf elke werkplek op de HU. Vanuit huis kunt u uw wachtwoord wijzigen via www.wachtwoord.hu.nl. Het nieuwe wachtwoord moet uit acht karakters bestaan en moet
51/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
zowel letters als cijfers bevatten. Via deze website kunt u ook uw wachtwoord resetten als u het vergeten bent. U krijgt dan via uw prive-mailadres een code waarmee u uw wachtwoord kunt wijzigen. Let op: sommige opleidingen gebruiken programma’s waarvoor uw een ander wachtwoord nodig heeft. Heeft u vragen over uw wachtwoord? Ga dan naar uw onderwijsbalie (zie 2.8.3) of kijk op de website www.ict.hu.nl.
2.8.2.6
Informatiebeveiliging en privacy
De HU vindt het erg belangrijk om informatie goed te beveiligen, om deze tegen misbruik te beschermen. Daarom zijn er een aantal regels voor het gebruik van de computers en het netwerk op de HU: de ICTgedragsregels (zie www.reglementen.hu.nl). We verwachten dat u deze regels kent en dat u zich eraan houdt. We verwachten bijvoorbeeld van u dat u: de pc waarop u bent aangemeld niet onbeheerd achterlaat; uw wachtwoord niet aan anderen geeft; brieven en lijsten met vertrouwelijke gegevens direct bij de printer ophaalt. Vragen en/of opmerkingen op het gebied van vertrouwelijkheid kunt u e-mailen aan
[email protected]. Daarnaast heeft de HU een privacyreglement op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens. In dit reglement staat onder meer welke informatie vertrouwelijk is en met welke regels u rekening moet houden als u deze gegevens gebruikt. Op de site www.ict.hu.nl leest u meer hierover.
2.8.2.7
Registratie studievoortgang
Uw studieresultaten worden geregistreerd in OSIRIS. Zie ook 2.8.2.4. Uw studievoortgang wordt uitgedrukt in EC volgens het European Credit Transfer System (ECTS). Wanneer u voor een cursus in de eindbeoordeling een voldoende krijgt, worden de bijbehorende EC in OSIRIS toegekend. Voor deeltentamens krijgt u geen EC’s. Zie ook 4.4. Loopt u achter met het halen van uw EC’s? Dan adviseren wij u om contact op te nemen met uw studieloopbaanbegeleider. Samen kunt u bekijken hoe het komt dat u een achterstand heeft opgelopen en of (en hoe) u daar iets aan kunt doen. Daarnaast kunt u altijd zelf contact opnemen met uw studentendecaan (zie 8.3). Het is vooral belangrijk om dat te doen als de studieachterstand ontstaan is door bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld ziekte). Uw studieloopbaanbegeleider en studentendecaan kunnen u adviseren over mogelijke voorzieningen. Zie art. 21 OER-HU.
2.8.3
Onderwijsbalie
Het Studenten Infromatei Punt (STIP) is telefonisch bereikbaar van 08.30 uur tot 15.30 uur. Tel: 088 481 9999, e-mail:
[email protected] Wij raden u tevens aan bij vragen onze website www.stip.hu.nl te raadplegen.
2.8.4
Studievereniging
Studieverenigingen organiseren gezellige maar ook inhoudelijke activiteiten, en zorgen voor betrokkenheid bij uw studie, de hogeschool en uw toekomstige vakgebied. De studieverenigingen binnen de HU zijn verenigd in de koepelorganisatie OSHU, die hogeschoolbreed de belangen van de diverse verenigingen behartigt.
52/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Society of Optometry & Orthoptic Students (SO²S) De SO²S is de studievereniging voor alle optometrie- en orthoptiestudenten. Lidmaatschap van de SOS levert reductie op bij de aankoop van beroepsinstrumenten en studieboeken en op lidmaatschap van de beide beroepsverenigingen: OVN en NVvO. Ook organiseert de SO²S een aantal inhoudelijke en feestelijke activiteiten. Wanneer u vragen of opmerkingen hebt, kunt u altijd contact opnemen met
[email protected] Paramedus Paramedus is de studievereniging van de Faculteit Gezondheidszorg. Paramedus bestaat sinds 1965 en telt momenteel zo’n 1000 leden. Onder dit gezelschap bevinden zich studenten van alle opleidingen die deze faculteit aanbiedt. Paramedus is geen studentenvereniging, maar een studievereniging. Hierdoor is er geen ontgroening of aanwezigheidsplicht; het is een echte gezelligheidsvereniging. Het leuke aan Paramedus is, dat er mensen van allerlei opleidingen lid zijn en u er naast gezellige activiteiten ook nog eens educatief bezig kunt zijn. Er worden veel activiteiten georganiseerd zoals vijf themafeesten per jaar, een wekelijkse borrel op woensdag en donderdagmiddag in het èFGé-café, een gala en borrelavonden door het jaar heen. Ook worden er activiteiten exclusief voor de leden georganiseerd zoals wintersport, barbecue, bezoek aan de snijzaal, bezoek Bodies, buitenlandse excursie en een zeilweekend. Daarnaast zijn er ook vakgroepen die specifiek voor hun eigen opleiding educatieve activiteiten organiseren. Om dit alles te regelen zijn ongeveer 70 leden van Paramedus actief in verschillende commissies. Wanneer u vragen of opmerkingen hebt, kunt u altijd contact opnemen:
[email protected]. Faculteit
Studie Vereniging SO²S
FG
FG
Paramedus
Informatie Studievereniging Optometrie & Orthopie
Contactgegevens
Faculteitsvereniging FG
[email protected]
[email protected]
SIGMA Sportmedisch Bewegingscentrum SIGMA is het bewegingscentrum van de opleiding Fysiotherapie. SIGMA wordt gebruikt voor onderwijs waar studenten vaardigheden in de medische trainingstherapie worden aangeleerd en zij deze ook kunnen oefenen. Daarnaast wordt SIGMA gebruikt voor het doen van onderzoek. Het centrum beschikt over moderne technologisch hoogwaardige apparatuur.
2.8.5
Opleidingscommissies
Elke opleiding heeft een opleidingscommissie (OC). Soms worden meerdere opleidingen vertegenwoordigd door één OC, dan heet het een gemeenschappelijke opleidingscommissie (GOC). De commissie is een adviesorgaan van het opleidingsmanagement of in geval van een GOC, van de instituutsdirectie. Adviezen van de (G)OC gaan bijvoorbeeld over studenttevredenheid, de inhoud van het onderwijs, de studiebegeleiding die wordt aangeboden of de praktijkcomponent van een opleiding. In de opleidingscommissie zitten studenten. Als u een goed idee heeft voor de verbetering van uw opleiding, laat het dan vooral weten aan de OC!
OC-Oogzorg Beide oogzorgopleidingen worden door dezelfde opleidingscommissie vertegenwoordigd. De samenstelling van de huidige OC bestaat dan ook uit een mix van optometrie en orthoptie studenten uit verschillende studiejaren. Eens per maand komen de opleidingscommissie en opleidingsmanager samen om ideeën uit te wisselen en te bespreken hoe deze kunnen worden gerealiseerd. De opleidingscommissie wordt regelmatig benaderd door de opleiding om hun mening uit te spreken over toekomstige wijzigingen in het 53/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
onderwijs. Als jij het leuk vindt op te komen voor de belangen van je medestudenten ben je welkom een bijeenkomst bij te wonen. Het maakt niet uit of je net aan de opleiding begonnen bent, of op het punt staat aan de laatste stages te beginnen. Het kan dat je kleine problemen en moeilijkheden wil bespreken of met grote veranderende plannen aan komt zetten, alles is welkom! Dus kom gewoon een keertje langs. Heb je belangstelling spreek een van ons aan of stuur een mail:
[email protected] Hopelijk tot ziens, Namens de leden van de OC Oogzorg 2015-2016.
Wilt u zelf lid worden van de opleidingscommissie? Neem dan contact op met de coördinator Bestuurlijke Participatie Studenten, die te bereiken is via
[email protected]. of mail de OC via
[email protected] De coördinator verzorgt ook ondersteuning door gratis trainingen aan de actieve opleidingscommissies.
2.9
Contactgegevens
Managementteam Oogzorg: De heer H. Merkx,
[email protected] Directeur Instituut voor Paramedische Studies Mevrouw N. Hartgring,
[email protected] Opleidingsmanager Oogzorg (Portefeuille Innovatie) Mevrouw I. van Wijnen,
[email protected] (Portefeuille Studentzaken) Mevrouw J. Sonneveld;
[email protected] (Portefeuille Onderwijs) Secretariaat Oogzorg: Mevrouw M. Klarenbeek,
[email protected] Coördinatoren Oogzorg: Mevrouw J. Sonneveld, coördinator Speciale Instroom
[email protected] Mevrouw E. Belgraver, coördinator Stage
[email protected] De heer M. Veenstra, coördinator Profilering
[email protected] Mevrouw I. van Wijnen, coördinator Studieloopbaanbegeleiding;
[email protected] Mevrouw M. Gutter, coördinator LOEP/UVO
[email protected] Mevrouw A. Brouwer, coördinator Kliniek
[email protected] Commissies Oogzorg: Mevrouw J. Sonneveld, voorzitter Curriculumcommissie
[email protected] Mevrouw N. Brand, voorzitter Toetsexpertgroep Nelleke.Brand @hu.nl
54/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
3 3.1
Cursussen Cursusdeelname
Het onderwijsprogramma van uw opleiding is samengesteld uit onderwijseenheden, de zogenaamde cursussen. Een cursus is een samenhangend geheel van te verwerven kennis, inzicht en (beroeps)vaardigheden met een studielast uitgedrukt in studiepunten of EC. Een cursus wordt afgerond door middel van een tentamen. Alle cursussen staan de bijlage Cursusbeschrijvingen vermeld en worden voor aanvang van het studiejaar gepubliceerd in OSIRIS (www.osiris.hu.nl).
3.2
Inschrijving voor cursussen
Deelname aan cursussen is alleen mogelijk als u tijdig bent ingeschreven in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Als student bent u hier zelf verantwoordelijk voor. Controleer dus altijd of u bent ingeschreven en print uw inschrijfbevestiging. Als u niet correct bent ingeschreven, heeft u geen toegang tot de cursus. Voor de cursussen van het eerste blok van de propedeuse wordt u automatisch ingeschreven. Als u voor een cursus bent ingeschreven, wordt u automatisch ingeschreven voor het eerste reguliere tentamen volgend op de cursus. Als u niet wilt deelnemen aan dit tentamen kunt u zich tot uiterlijk één week na de uiterste inschrijfdatum voor het tentamen uitschrijven. Zie 4.3.3. Inschrijving voor een minor houdt tevens een inschrijving in voor alle cursussen die deel uitmaken van de minor. Zie artikel 32 OER-HU. De data voor de cursusinschrijving voor 2015-2016: Cursussen Onderwijsperiode Data Periode A (blok 1) Periode B (blok 2) Periode C (blok 3) Periode D (blok 4) Periode A (blok 1) Onder voorbehoud
Open 01-07-2015 Sluit 16-08-2015 Open 01-07-2015 Sluit 25-10-2015 Open 01-07-2015 Sluit 17-01-2016 Open 01-07-2015 Sluit 27-03-2016 Open 01-07-2016 Sluit 15-08-2016
De data voor de toetsinschrijving voor 2015-2016: Cursussen Onderwijsperiode Data Periode A (blok 1) Periode B (blok 2) Periode C (blok 3) Periode D (blok 4) Periode E (blok 5)
Open 01-07-2015 Sluit 28-09-2015 Open 01-07-2015 Sluit 07-12-2015 Open 01-07-2015 Sluit 29-02-2016 Open 01-07-2015 Sluit 09-05-2016 Open 01-07-2015 Sluit 18-07-2016
55/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
3.3
Aanwezigheidsplicht
Aanwezig zijn is een belangrijk onderdeel van uw ontwikkeling als student. Het draagt bij aan het worden van een hbo-professional. In de OER-HU is bepaald dat de opleiding voor (een gedeelte van) een cursus een aanwezigheidsplicht kan opleggen als de aanwezigheid essentieel is voor de toetsing van het vak. Dat is bijvoorbeeld het geval bij praktisch verworven inzichten die opgedaan worden in de les. In de bijlage Cursusbeschrijvingen staat de verdere toelichting op een mogelijke aanwezigheidsplicht bij een cursus. Als er goede redenen zijn waarom u niet kunt voldoen aan de aanwezigheidsplicht, dan kunt u bij de examencommissie een verzoek indienen voor een ontheffing (zie 2.6.4). Deze kan de examencommissie verlenen, al dan niet onder het stellen van vervangende eisen. De studentendecaan kan u hier verder over informeren. De aanwezigheidsverplichting van iedere cursus staat vermeld in hoofdstuk 10. Zie art. 29 OER-HU.
3.4
Ingangseisen
Aan een cursus of een onderwijseenheid kunnen ingangseisen zijn verbonden. Zie daarvoor de bijlage Cursusbeschrijvingen. Voldoet u niet aan deze vereisten dan mag u niet deelnemen aan de cursus, tenzij de examencommissie daarvoor toestemming geeft. Zie voor meer informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie 2.6.4.
3.5
Cursusbeschrijvingen
In de bijlage Cursusbeschrijvingen vindt u alle relevante informatie over de cursussen van uw opleiding. Zie art. 18 en 19 OER-HU.
56/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
4 4.1
Tentamens en examens Introductie
Tentamens Een cursus wordt afgerond met een tentamen. Elk tentamen toetst uw kennis, inzicht en/of vaardigheden. Een tentamen kan ook een onderzoek naar de beroepshouding van een student betreffen. Tentamens (ook die in groepsverband worden gemaakt) dienen primair om de leerresultaten van individuele studenten te toetsen aan de beoogde doelstellingen. De examencommissie wijst voor het afnemen van tentamens, het vaststellen van de uitslag en de invoering daarvan in OSIRIS examinatoren aan. Een tentamen kan onderverdeeld zijn in maximaal twee deeltentamens per eenheid van 5 EC. Dus een cursus van 5 EC mag maximaal twee deeltentamens hebben en bijvoorbeeld een cursus van 15 EC mag bijvoorbeeld maximaal zes deeltentamens hebben. Een tentamen of examen is met goed gevolg afgelegd als hiervoor vóór afronding ten minste het cijfer 5,5 is behaald (zie 4.4.1). Als er sprake is van een zogenaamd bodemcijfer dan staan deze eisen vermeld in de cursusbeschrijving. In aanvulling op bovenstaande geldt dat voor alle deeltentamens van cursussen van de opleidingen Optometrie & Orthoptie het bodemcijfer 5,5 bedraagt. Dit betekent dat EC’s alleen worden toegekend wanneer voor alle deeltentamens van een cursus minimaal een 5,5 is behaald. Examens Iedere bacheloropleiding kent twee examens: het propedeutisch examen en het eindexamen. Deze examens vormen respectievelijk de afsluiting van de propedeutische fase en de gehele bacheloropleiding. U slaagt voor het propedeutisch examen of eindexamen als u voor dat deel voldoet aan de beschreven normen. Daarvoor moeten alle benodigde EC zijn behaald. Dat zijn voor de propedeuse 60 EC en voor het eindexamen 240 EC (dit is inclusief de 60 EC van de propedeuse). U kunt het eindexamen alleen afleggen als het propedeutisch examen is behaald. Zodra u het programma van de propedeutische fase of hoofdfase heeft afgerond, beoordeelt de examencommissie in haar eerstvolgende vergadering uw resultaten. Bent u geslaagd en voldoet u aan alle overige verplichtingen met betrekking tot de opleiding, dan reikt de examencommissie het diploma uit. Daarvoor gelden procedurele regels, zie 5.1. Informatie over de toetstijd, toetsinhoud en toetsvorm vind u in de studiehandleiding van het betreffende onderdeel op Sharepoint en in hoofdstuk 8 van deze Studiegids. Vragen over de organisatie van de toetsen (onregelmatigheden; inzage van toetsten etc) kunt u richten aan:
[email protected] Afstudeereenheid Iedereen die een diploma wil krijgen, moet dus ook de afstudeereenheid met goed gevolg afronden. De afstudeereenheid is een vorm van eindexamen. De afstudeereenheid kan uit één cursus van 15 EC bestaan, maar kan ook worden samengesteld uit meerdere samenhangende kerncursussen waaruit een goed beeld van uw eindniveau gedestilleerd kan worden. De afstudeereenheid omvat minimaal 15 EC en hiervoor mag u geen vrijstellingen hebben (tenzij de vrijstelling voor 1 september 2012 afgegeven is). De afstudeereenheid kan uit een onderwijseenheid bestaan, maar kan ook uit meerdere door de opleiding aangewezen cursussen uit het derde of vierde jaar. U mag pas deelnemen aan de afstudeereenheid als u de propedeuse behaald heeft. In beginsel is er altijd een vertegenwoordiger van het werkveld als adviseur betrokken. De afstudeereenheid wordt altijd door twee examinatoren beoordeeld.
De afstudeereenheid van de opleidingen Optometrie & Orthoptie bestaat uit de volgende onderdelen:
Optometrie voltijd en deeltijd 57/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
GOO E.OOGHST-13
Oogheelkundige stage Klinisch redeneren
30 EC’s
Oogheelkundige stage Klinisch redeneren
GOO-E.UVO.P-15
Uitvoeren van onderzoek
15 EC’s
UVO Verslag (LOEP 6,7) UVO Referaat
GOO E.SKR3-13
Stage 3 Klinisch redeneren
15 EC’s
Orthoptische seniorstage 3 Klinisch redeneren
GOO-E.UVO.R-15
Uitvoeren van onderzoek
15 EC’s
UVO Verslag (LOEP 6,7) UVO Referaat
Orthoptie
Zie art. 28, 30 en 42 OER-HU
4.2
Vrijstellingen
De examencommissie kan u vrijstelling verlenen voor (deel)tentamens, (een deel van) de profileringsruimte, of zelfs voor de gehele propedeuse. Vrijstelling van een tentamen of examen betekent dat u niet hoeft deel te nemen aan de desbetreffende cursus(sen) en dat u de EC voor de betreffende cursus krijgt toegekend. Een vrijstelling kan op grond van de wet pas verleend worden als u bent ingeschreven. De HU heeft ervoor gekozen alleen vrijstellingen te verlenen op grond van eerder behaalde tentamens of examens die niet ouder zijn dan vijf jaar. Deze kunt u behaald hebben in:
de vooropleiding op grond waarvan u toegelaten bent tot deze opleiding; tentamens of examens die u heeft behaald binnen een geaccrediteerde opleiding; tentamens of examens van een opleiding waarvan de kwaliteitsborging vergelijkbaar is met het accreditatiesysteem. Dat is bijvoorbeeld van belang bij buitenlandse opleidingen.
In Nederland betekent ‘geaccrediteerd’ dat er een onafhankelijke externe controle van de opleiding heeft plaatsgevonden door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie NVAO. Praktisch gezien voldoen alle hbo- en wo-opleidingen waarvoor u via Studielink kunt inschrijven aan dit criterium. Als het andere opleidingen betreft, vooral buitenlandse, zal de examencommissie moeten nagaan of de kwaliteit op een vergelijkbare manier geborgd is. De HU verleent dus geen vrijstellingen op basis van werkervaring. Wel kunt u uw opgedane werkervaring verzilveren door deze te laten toetsen middels een tentamen, een zogenaamde leerwegonafhankelijke toets. Zie voor meer informatie de bijlage Cursusbeschrijvingen. Ook bestaat er de mogelijkheid om beroepsproducten die u in uw werk heeft gemaakt in te brengen in uw opleiding, waardoor er mogelijkheden kunnen bestaan om uw leerroute te versnellen. Zie voor meer informatie over leerwegonafhankelijk toetsen 4.3.1. Als u voor een (of meer) vrijstelling(en) in aanmerking wenst te komen, moet u een gemotiveerd verzoek indienen bij de examencommissie. Dit verzoek moet ondertekend zijn en de volgende gegevens bevatten: uw naam, adres en studentnummer; een omschrijving van de gronden waarop om de vrijstelling wordt verzocht; zo mogelijk onderliggende documentatie waaruit de inhoud van de gevolgde cursus(sen) blijkt (bijvoorbeeld een cursusbeschrijving of studiewijzer waaruit afgetoetste kennis, vaardigheden en competenties blijken); zo mogelijk voor welke cursus(sen) de vrijstelling wordt verzocht; een gewaarmerkte kopie van diploma met cijferlijst of een gewaarmerkt bewijs van eerder afgelegde tentamens.
58/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
In geval van een verzoek tot een vrijstelling van (een deel van) de profileringsruimte bevat het verzoek bovendien: het besluit van de examencommissie waaruit de goedkeuring voor de invulling van de profileringsruimte blijkt; een gewaarmerkte kopie van het certificaat/verklaring met cijferlijst van de elders behaalde resultaten. Voor de afstudeereenheid (zie 4.1) wordt geen vrijstelling verleend. Wel geldt dat in vorige jaren de HU een ruimere regeling had voor het toekennen van vrijstellingen. De door de examencommissie verleende vrijstellingen komen niet te vervallen, ook niet als het om (een deel van) de afstudeereenheid gaat. Vrijstellingen zijn zes jaar geldig en worden verstrekt door de examencommissie op basis van de procedure als vermeld in artikel 40 OER-HU bacheloropleidingen. In bijzondere gevallen kan de examencommissie van de termijn van zes jaar afwijken. Hiervoor moet u dan een verzoek bij de examencommissie indienen. Een vrijstelling kan alleen worden verleend als de eerder behaalde tentamens of examens niet ouder zijn dan vijf jaar. Wilt u een vrijstelling krijgen op basis van oudere tentamens of examens, dan kunt u daartoe een verzoek indienen bij de examencommissie. De examencommissie kan in zo’n geval toch vrijstelling verlenen als de eerder behaalde competenties inhoudelijk nog steeds gelijk zijn aan die van de cursus waarvoor u vrijstelling vraagt. Zie 2.6.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. Let op: Als u meer dan 10 EC aan vrijstelling in de propedeuse heeft, heeft dit gevolgen voor de norm voor het verkrijgen van een positief studieadvies. Zie 0. Advies: Overleg eerst met uw studieloopbaanbegeleider of het zinvol is om een vrijstelling aan te vragen. Als een verzoek wordt ingediend, moet daar altijd een schriftelijk bewijsstuk (diploma, cijferlijst, verklaring etc.) zijn bijgevoegd. Binnen de HU worden alleen nog vrijstellingen afgegeven op eerder gevolgd onderwijs (zie voor de vereisten 4.2). Vrijstellingen worden binnen OSIRIS daarom weergegeven als ‘VRY-O’ (op grond van eerder gevolgd onderwijs). In vorige jaren was het ook nog mogelijk om op andere gronden vrijstellingen af te geven, toen was registratie als ‘VRY-A’ (op grond van een assessment van een gecertificeerd EVCbureau) of ‘VRY-E’ (op grond van elders opgedane kennis en vaardigheden zonder EVC assessment) of VRY (niet nader gespecificeerd) mogelijk. De vrijstelling blijft buiten beschouwing bij een eventuele berekening van een gemiddelde voor een aantekening ‘cum laude’ of ‘met genoegen’. Vrijstellingen voor vakken uit de hoofdfase kunt u pas aanvragen als u formeel tot de hoofdfase bent toegelaten. Zie art. 40 OER-HU.
4.3 4.3.1
Organisatie tentamens Tentamenvorm en -duur
Tentamens zijn bedoeld om uw studieresultaten te toetsen en te beoordelen. Dit kan op verschillende manieren. De meest gebruikte tentamenvormen zijn: tentamen met gesloten en/of open vragen; productbeoordeling of werkstukbeoordeling; portfoliobeoordeling; verslagbeoordeling; presentatiebeoordeling; observatie van handelen;
59/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
criteriumgericht interview of mondeling tentamen.
In de bijlage Cursusbeschrijvingen wordt aangegeven of een tentamen ook ‘leerwegonafhankelijk’ kan worden afgelegd. Dit houdt in dat u het tentamen kan afleggen zonder de cursus te volgen. Dit is belangrijk als u door werk, andere ervaringen of een niet-erkende vorm van scholing al denkt te beschikken over de competenties. Zoals u hiervoor kunt lezen (4.2) kent de hogeschool alleen een vrijstelling toe op grond van scholing, en niet op grond van andere ervaring. Maar door een leerwegonafhankelijk tentamen kunt u deze ervaring toch binnen uw opleiding te gelde maken en zo uw opleiding versnellen. De examinatoren stellen de benodigde opdrachten, opgaven en beoordelingsnormen vast en zorgen ervoor (samen met andere bij een tentamen betrokkenen) dat de vereiste geheimhouding in acht wordt genomen totdat de opgaven zijn uitgereikt aan de kandidaten. De beschikbare tijdsduur voor tentamens wordt in OSIRIS en op het opgavenblad vermeld en wordt tevens door de surveillant bekendgemaakt. Bij uitzondering kunnen tentamens langer of korter duren. Tentamens bij Optometrie en Orthoptie De toetsing is een belangrijk onderdeel van het onderwijs. Het geeft u als student inzicht in hoeverre u de doelen van de cursusonderdelen hebt behaald. uw resultaten van alle toetsen geven een beeld van uw geschiktheid voor de opleiding en hoever u staat in uw competentieontwikkeling. Voor de docenten van de cursusonderdelen geven de resultaten op de toetsen informatie over de kwaliteit van hun onderwijs. Voor de toetsen van de opleidingen Optometrie & Orthoptie zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: Het Toetsbeleid voldoet aan kwaliteitseisen van betrouwbaarheid en validiteit. Naast kennis- en vaardigheidstoetsen kennen de opleidingen ook integrale toetsen via beroepsproducten en beroepsdiensten. De opleiding maakt gebruik van diverse toetsvormen, o.a.: o schriftelijke toetsen o digitale toetsen o vaardigheidstoetsen o integrale toetsen o verslagen o presentaties o stages o assessments o uitwerking van een opdracht of werkboek Conform de nieuwe beroeps- en opleidingsprofielen worden ook nieuwe competenties opgenomen en getoetst Toetsing vindt zowel gedurende het blok als aan het einde van het blok plaats Er is altijd één herkansing in hetzelfde studiejaar en deze vindt plaats in de onderwijsluwe weken halverwege het jaar en aan het begin van de zomervakantie. Onder bepaalde voorwaarden kunt u een vervroegde herkansing aanvragen (maximaal 1 extra herkansing per studiejaar). Deze vervroegde herkansing moet worden aangevraagd via de site van de examencommissie www.examencommissie.hu.nl op Sharepoint. Zie ook 4.3.3. Zie art. 31 OER-HU Combistudenten Optometrie & Orthoptie Zie par 2.3.2 voor tentamens en vrijstellingen voor combistudenten optometrie en orthoptie.
4.3.2
Tentamenrooster
De meeste tentamens worden gedurende de tentamenweken aan het einde van elke lesperiode (elk blok) afgenomen. Via de opleiding wordt hiervoor een tentamenrooster bekendgemaakt (al dan niet als onderdeel van het lesrooster). Via het reguliere rooster van de opleiding wordt hiervoor een tentamenrooster bekendgemaakt (al dan niet als onderdeel van het blokrooster). Op het tentamenrooster voor de betreffende periode wordt exact aangegeven op welke dag, op welk tijdstip en in welk lokaal de 60/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
toets (of herkansing) plaatsvindt. Dit rooster wordt uiterlijk 2 weken voor aanvang van de tentamenperiode gepubliceerd via de Sharepoint en/of OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Aan de hand van het jaarrooster kunt u zien in welke periode bepaalde cursussen worden afgesloten. Tentamens voor de deeltijd Optometrie worden zoveel mogelijk gepland op dezelfde dagen als de lessen. In uitzonderingsgevallen kan het voorkomen dat hiervan wordt afgeweken. Dit wordt tijdig bekend gemaakt via het (tentamen)rooster. Zie art. 31 OER-HU Herkansingen Herkansingen vinden voornamelijk plaats in de onderwijsluwe periodes, halverwege en aan het einde van het studiejaar. Zie voor richtlijnen toetsweken, het Toetsoverzicht in Studiegids par. 6.6. Op het tentamenrooster voor de betreffende periode wordt exact aangegeven op welke dag, op welk tijdstip en in welk lokaal de toets (of herkansing) plaatsvindt. Tentamens worden zoveel mogelijk gepland op hetzelfde tijdstip als de lessen. Om u de mogelijkheid te geven om te versnellen kan het voorkomen dat hiervan wordt afgeweken. Zie art. 31 OER-HU.
4.3.3
Inschrijving en deelname (her)tentamens
Inschrijving tentamens Deelname aan tentamens is alleen mogelijk als u hiervoor tijdig bent ingeschreven in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). U bent hier zelf verantwoordelijk voor. Controleer dus altijd of u bent ingeschreven en print uw inschrijfbevestiging. Als u niet correct bent ingeschreven, heeft u geen toegang tot het tentamen. Als u voor een cursus bent ingeschreven, wordt u automatisch ingeschreven voor het eerste reguliere tentamen volgend op de cursus. Als u niet wilt deelnemen aan dit tentamen moet u zich uiterlijk één week na de uiterste inschrijfdatum voor het tentamen uitschrijven. Als u wel stond ingeschreven, maar niet heeft deelgenomen aan het tentamen wordt in OSIRIS ‘NA’ (niet aanwezig) als tentamenresultaat geregistreerd. Dit is een tentamenuitslag en daarmee verliest u dus een tentamenkans. Voor tentamens die u los van de cursus wilt doen (hertentamens) dient u zich zelf in te schrijven. OSIRIS heeft maximaal één openstaande toetsinschrijving per toets. Dat betekent dat u zich niet voor de eerste en tweede toetsgelegenheid tegelijk kunt inschrijven. Met andere woorden, u kunt zich pas voor een herkansing inschrijven als het resultaat van de eerste kans is ingevoerd in Osiris (indien u ingeschreven was voor de eerste kans). Als u zich per ongeluk inschrijft voor de herkansing i.p.v. de eerste kans, dient u zich eerst uit te schrijven voor de herkansing, waarna u zich kunt inschrijven voor de eerste kans. Wellicht ten overvloede: dit lukt alleen indien de inschrijftermijn nog open staat. Zie voor de inschrijvingsdata, de tabel hieronder. De data voor de toetsinschrijving zijn: Cursussen Data Onderwijsperiode Periode A (blok 1) Open 01-07-2015 Sluit 28-09-2015 Periode B (blok 2) Open 01-07-2015 Sluit 07-12-2015 Periode C (blok 3) Open 01-07-2016 Sluit 29-02-2016 Periode D (blok 4) Open 01-07-2016 Sluit 09-05-2016 Periode E (blok 5) Open 01-07-2015
61/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Sluit 18-07-2016
• • • •
Na-inschrijving tentamens Na-inschrijving voor tentamens is niet mogelijk tenzij: het verzoek tot na-inschrijving bij de examencommissie door de student is ingediend voor aanvang van de toets en de inschrijving niet is gelukt door redenen die in de organisatie (HU) liggen. In dat geval moet het verzoek vergezeld zijn van een bewijs van overmacht en het aantal kansen van 2 pogingen per jaar niet wordt overschreden door na-inschrijving en de examencommissie de bedoelde overmacht erkent Houd rekening met een doorlooptijd van het verzoek aan de examencommissie van 3 weken. Zie hoofdstuk 6 voor tentamenroosters e.d. Tentamenkansen / herkansingen / vervangende opdracht Het aantal keer dat een tentamen per jaar aangeboden wordt, wordt uitgedrukt in tentamenmogelijkheden. Het aantal keer dat een student het tentamen per jaar mag afleggen, wordt uitgedrukt in het aantal tentamenkansen. Gedurende het studiejaar zijn er per cursus meerdere data waarop u een tentamen kunt afleggen, dit zijn de tentamenmogelijkheden. Zie OSIRIS voor deze data. Een student mag het tentamen van een cursus een beperkt aantal keer per jaar afleggen. Voor de opleidingen Optometrie & Orthoptie is dit maximaal twee keer per jaar. Aan sommige cursussen is slechts één tentamenkans verbonden, omdat herkansing in hetzelfde studiejaar redelijkerwijs niet mogelijk is gelet op de aard van de cursus. Bijvoorbeeld in het geval van stages. In de cursusbeschrijving wordt aangegeven wanneer dit het geval is. Herkansen van een voldoende Als u voor een cursus al een voldoende hebt gehaald, maar u heeft belang bij een hoger cijfer, dan kunt u een verzoek bij de examencommissie indienen om deze voldoende te mogen herkansen. Er moet dan wel sprake zijn van één of meer van de volgende aantoonbare belangen: door de herkansing is aannemelijk dat u alsnog kan voldoen aan de vereisten voor cum laude of met genoegen (zie paragraaf 5.2); door herkansing is aannemelijk dat u alsnog kan voldoen aan het vereiste gemiddelde voor de doorstroom naar uw gewenste vervolgopleiding; het behalen van een hoger resultaat is cruciaal in het kader van een beoogd specifiek carrière perspectief. U moet uw verzoek tijdig en onderbouwd bij de examencommissie indienen, zodra bovenstaand belang optreedt. Treedt het belang in na het behalen van het laatst resultaat dat nodig is voor uw diploma, dan moet u uiterlijk binnen één week nadat dat resultaat in OSIRIS is bekendgemaakt, uw verzoek indienen bij de examencommissie. Uw verzoek om een voldoende te herkansen kan slechts éénmaal worden gehonoreerd en alleen voor een hoofdfasecursus die niet groter is dan 10 EC. Voor onderstaande cursussen is herkansing van een voldoende niet mogelijk:: hoofdfasecursussen waarvan het tentamen als gevolg van een curriculumwijziging niet meer regulier wordt aangeboden; hoofdfasecursussen met een praktijkcomponent, zoals aangemerkt in de studiegids; practica; de afstudeereenheid ( zoals bedoeld in 2.5.6). minoren. Wordt uw verzoek toegekend en doet u vervolgens de herkansing, dan geldt als behaalde resultaat het hoogste van de twee resultaten.
62/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Voor de herkansing dient u gebruik te maken van een reguliere tentamenmogelijkheid, zoals opgenomen in het tentamenrooster. Heeft u alle benodigde resultaten voor het diploma behaald, dan mag de herkansing niet plaatsvinden langer dan een maand na het laatst behaalde resultaat van uw examenprogramma. Als u in dit studiejaar geen tentamenkans meer heeft, maar u heeft het tentamen nog niet gehaald, dan kunt u in de volgende situaties de examencommissie verzoeken om nog een extra tentamenkans toe te kennen. Meer informatie over het indienen van een verzoek vindt u in 2.6.4. Overmacht Kunt u door overmacht niet aan een tentamen deelnemen? Verzoek dan de examencommissie om een extra tentamenkans. Van overmacht is sprake als zich een of meer van de volgende omstandigheden voordoen: ziekte; lichamelijke of andere functiestoornis; zwangerschap; bijzondere familieomstandigheden; andere situaties van overmacht, dit ter beoordeling van de examencommissie. De opleiding kan ook een extra tentamenkans toekennen indien dat deel uitmaakt van een vastgesteld beleid gericht op (potentiële) studenten met studievertraging. Studievertraging van ten minste drie maanden Studenten die: ten minste 1 maal hebben deelgenomen aan het tentamen, én voor wie een studie- of afstudeervertraging van ten minste drie maanden dreigt te ontstaan kunnen een verzoek indienen bij de examencommissie voor een extra tentamenkans. Tentamenmogelijkheid bij wijziging of vervanging van een cursus In opvolgende studiejaren kunnen de naam, vorm en/of inhoud van cursussen en tentamens wijzigen of worden vervangen. In het collegejaar ná deze wijziging/vervanging krijgt u twee keer de mogelijkheid om op basis van de oude cursus een tentamen af te leggen. Heeft u de cursus na deze mogelijkheden niet afgesloten met een voldoende? Dan kunt u het tentamen maken van de nieuwe cursus. Naast een extra tentamenkans kunt u de examencommissie ook om een vervangende opdracht vragen. Dit houdt in dat u het tentamen in een andere dan de reguliere toetsvorm aflegt. De examencommissie kan met een dergelijk verzoek instemmen als: u recht heeft op een tentamenkans, én u al minimaal twee keer heeft deelgenomen aan het reguliere tentamen, én een vakdocent een positief advies geeft, én er een studie- of afstudeervertraging van ten minste drie maanden dreigt te ontstaan. De examencommissie kent ook een vervangende opdracht toe als de student door overmacht of persoonlijke omstandigheden, waaronder financiële, niet deel kan nemen aan een verplichte introductie, excursie of werkweek. Zie art. 31, 33, 34 en 36 OER-HU
4.3.4
Voorzieningen in geval van een functiebeperking
Onder een functiebeperking verstaan we alle lichamelijke, zintuiglijke en psychische aandoeningen die chronisch, dus langdurig, van aard, zijn. Soms is een beperking goed te zien of te horen, zoals een visuele beperking of chronisch stotteren. Het komt echter vaak voor dat een beperking of chronische ziekte niet opvalt. Denk aan dyslexie, chronische vermoeidheid, AD(H)D, CANS/RSI, reuma of psychische aandoeningen zoals depressie en vormen van autisme, zoals PDD-NOS en Syndroom van Asperger. Zie 8.9 voor algemene informatie over studeren met een functiebeperking, en 2.6.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie.
63/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Algemeen Als u een functiebeperking of chronische ziekte heeft, kunt u de examencommissie verzoeken om voorzieningen te treffen waardoor u een examen of tentamen op aangepaste wijze kunt afleggen. Neem als u een functiebeperking of chronische ziekte heeft zo snel mogelijk contact op met de studentendecaan (8.9). Hij/zij kan u informeren over de mogelijkheden en helpen bij het indienen van het verzoek. Een verzoek voor aangepaste voorzieningen moet u tijdig en schriftelijk met bijbehorende deskundigenverklaring indienen bij de examencommissie. Tijdig houdt in dat de opleiding voldoende tijd heeft om het verzoek te behandelen en de logistieke planning in gang te zetten voor de start van de tentamens waarop de aanvraag betrekking heeft. Voorzieningen en faciliteiten De HU biedt in ieder geval de volgende voorzieningen aan: aangepast tentamenmateriaal (bijvoorbeeld vergroot lettertype, een andere kleur papier in verband met dyslexie of visuele beperkingen); het gebruik van een laptop bij een tentamen; verlenging van de tentamentijd; fysieke voorzieningen in de gebouwen (bijvoorbeeld de toegankelijkheid van het schoolgebouw). Daarnaast biedt Hogeschool Utrecht de volgende faciliteiten aan: digitale programma’s als Kurzweil, met name bedoeld voor studenten met dyslexie; rustruimte; studentenpsycholoog. Algemene geldigheid van voorzieningen Kent de examencommissie een voorziening toe vanwege een functiebeperking en/of chronische ziekte, dan stelt zij tevens de duur van de voorziening vast. U heeft tijdens de vastgestelde periode recht op dezelfde voorziening bij het afnemen van een examen of tentamen aan een andere opleiding als: de toegekende voorziening bij inschrijving en voor het tentamen of examen is gemeld bij de examencommissie van de andere opleiding; u bij aanvang van tentamen of examen het schriftelijk besluit kunt tonen waaruit blijkt dat de voorziening is toegekend; de examencommissie van de andere opleiding de gemelde voorziening niet heeft geweigerd (een weigering moet schriftelijk en gemotiveerd voor het tentamen of examen aan u als student worden bekendgemaakt). Extra faciliteiten en groene kaart Studenten die op grond van hun functiebeperking menen recht te hebben op extra voorzieningen (bijvoorbeeld extra tentamentijd bij dyslexie) kunnen dit aan het begin van het studiejaar (in september) aangeven bij de betreffende examencommissie. De student dient voorafgaand aan dit verzoek een afspraak te maken met de decaan; hij/zij kan de student helpen met het opstellen van het verzoek aan de examencommissie. Als de examencommissie het verzoek honoreert, wordt er binnen twee werkweken een groene kaart geleverd door het ambtelijk secretariaat FG. Op deze kaart worden onder meer de toegewezen voorzieningen (bv. extra tentamentijd) vermeld. Dit kan voor meerdere tentamens gelden. Bij elk tentamen waarvoor de voorziening is toegekend, dient de student de groene kaart bij zich te hebben, evenals de gangbare documenten (collegekaart en geldig identiteitsbewijs). Als de student de groene kaart niet kan tonen, vervalt het recht op de toegekende voorziening voor dat tentamen. Extra faciliteiten voor anderstaligen Eerstejaars studenten die bij aanvang van het studiejaar korter dan vijf jaar in Nederland wonen, kunnen een verzoek voor extra tijd voor een theorietoets indienen bij de examencommissie . Dit verzoek geldt alleen voor studenten in het eerste studiejaar. Indien het verzoek wordt goedgekeurd krijg je 25% extra tijd. U kunt ook een verzoek indienen voor het gebruik van een taalwoordenboek. Ook deze regeling geldt alleen voor studenten in het eerste studiejaar.
64/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Ook de faciliteiten voor anderstaligen worden vermeld op een groene kaart die geleverd wordt door het Ambtelijk secretariaat FG. De student dient bij de betreffende toets de groene kaart bij zich te hebben, evenals de gangbare documenten (collegekaart en geldig identiteitsbewijs). Als de student de groene kaart niet kan tonen, vervalt het recht op de toegekende voorziening voor dat tentamen. Het beleid van de examencommissie IPS is om deze voorziening alleen toe te kennen aan studenten met een buitenlands diploma. De examencommissie kent deze voorziening dus niet toe aan studenten met een Nederlands diploma die een voldoende hebben behaald voor het vak Nederlands..
4.3.5
Legitimatieplicht bij tentamens
Voor deelname aan tentamens bent u verplicht u te legitimeren met een geldig legitimatiebewijs. Zorg er dus voor dat u dat altijd bij u heeft. Een geldig legitimatiebewijs is een geldig(e): paspoort; Europese identiteitskaart; Nederlands of internationaal rijbewijs; vluchtelingendocument. Zie art. 35 OER-HU.
4.3.6
Gang van zaken tijdens tentamens
Deelname aan tentamens is slechts mogelijk na tijdige inschrijving in OSIRIS (zie ook par. 4.3.3.). Voor alle tentamens geldt dat u bij te laat komen niet meer wordt toegelaten. Bij toetsing op de Faculteit Gezondheidszorg gelden de volgende regels: a. Behalve een collegekaart - en evt. door de Examencommissie toegestane hulpmiddelen mag niets worden meegenomen naar het toetslokaal door de kandidaat b. Telefoons moeten uit staan en in jas of tas zijn opgeborgen; c. Ook horloges en andere beeld- en geluidsdragers zijn verboden, tenzij uitdrukkelijk schriftelijke toestemming is verleend door de Examencommissie; d. Jassen en tassen zoveel mogelijk opbergen in een locker (voor locaties van dichtstbijzijnde lockers zie het affiche bij de toetsingang). e. Zodra een kandidaat is toegelaten, mag hij/zij het lokaal niet meer verlaten. Vanaf dan geldt dat men zich in een gecontroleerde toetssituatie bevindt. Mondelinge tentamens Mondelinge tentamens zijn niet toegankelijk voor onbevoegden. Bij een mondeling tentamen, dien je 5 minuten voor aanvang van het tentamen aanwezig te zijn. In de betreffende modulebeschrijvingen staat vermeld welke hulpmiddelen zijn toegestaan bij het afleggen van de tentamens. Zie art. 31 OER-HU. Andersoortige tentamens voor een praktijktoets dient u tenminste een half uur voor aanvang aanwezig te zijn. De procedures rondom de diverse toetsvormen staan vermeld in de Studiehandleidingen van het betreffende onderdeel. Zie art. 31 OER-HU.
4.4 4.4.1
Beoordeling Toekennen resultaat en inzage
Tentamenbeoordeling De beoordeling van een (deel)tentamen wordt uitgedrukt in: een cijfer op een schaal van 1 t/m 10 zonder decimalen; of 65/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
een cijfer op een schaal van 1,0 t/m 10,0 en tot op tienden nauwkeurig; of 1 een woordbeoordeling: VRY-O (vrijstelling) Voldaan (VD), Niet Voldaan (NVD).
Als u wel ingeschreven staat voor een tentamen, maar daar niet aan deelneemt, wordt het tentamenresultaat NA (niet aanwezig) in OSIRIS geregistreerd. Dit wordt beschouwd als een tentamenuitslag en daarmee verliest u dus een tentamenkans. Als u niet wenst deel te nemen aan een tentamen, zorg er dan dus voor dat u zich tijdig uitschrijft. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan mondeling meegedeelde resultaten. Een tentamen is als voldoende beoordeeld bij een cijfer 5,5 of hoger, of bij de beoordeling Voldaan of bij de beoordeling VRY-O. Een cijferbeoordeling moet wel minstens een 5,5 zijn vóór afronding. Hierbij geldt dat wanneer een cijfer voor afronding lager is dan een 5,50 dit wordt afgerond naar een 5,4 (dan wel naar een 5 als de beoordeling zonder decimalen wordt uitgedrukt). Dus een 5,45 wordt afgerond naar een 5,4 en niet naar een 5,5. Dit is dus geen voldoende beoordeling. Als een tentamen uit meerdere deeltentamens bestaat, kan het zo zijn dat niet alleen eisen worden gesteld aan het gewogen gemiddelde, maar eveneens aan de hoogte van de beoordelingen van de afzonderlijke deeltentamens. Als er sprake is van een zogenaamd bodemcijfer dan staan deze eisen vermeld in de cursusbeschrijving. In aanvulling op/afwijking van bovenstaande geldt dat voor alle deeltentamens van cursussen van de opleidingen Optometrie & Orthoptie het bodemcijfer 5,5 bedraagt. Dit betekent dat EC alleen worden toegekend wanneer voor alle deeltentamens van een cursus minimaal een 5,5 is behaald. Als een tentamen in zijn geheel met goed gevolg is afgelegd, worden de EC van de desbetreffende cursus toegekend. Voor een voldoende voor een deeltentamen krijgt u dus geen EC. De examencommissie kan een tentamen voor alle deelnemende studenten ongeldig verklaren als zij niet kan instaan voor de kwaliteit van de behaalde resultaten, bijvoorbeeld als er onregelmatigheden hebben plaatsgevonden en de examencommissie niet met zekerheid kan vaststellen welke studenten zich wel en welke zich niet hebben schuldig gemaakt aan onregelmatigheden. Omdat de examencommissie dan niet kan instaan voor de kwaliteit van de behaalde resultaten, kan zij de tentamenresultaten van alle deelnemende studenten ongeldig verklaren. In dat geval wordt bij alle deelnemers een NG (Niet Geldig) in OSIRIS geregistreerd. De examencommissie zorgt dat er aan die studenten die zich niet schuldig hebben gemaakt aan de onregelmatigheden een extra mogelijkheid wordt geboden om het tentamen te doen. Deze studenten verliezen geen tentamenkans. Iemand die zich wel schuldig heeft gemaakt aan onregelmatigheden kan door de examencommissie voor maximaal een jaar het recht worden ontnomen om een of meer tentamens of examens af te leggen. Zie art. 30, 31 en 34 OER-HU. Bekendmaking tentamenresultaten Als bewijs dat een tentamen is afgelegd, wordt de uitslag door de desbetreffende examinator of examinatoren bekendgemaakt in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Tentamenresultaten worden altijd bekendgemaakt onder voorbehoud van reken-, type- en andere fouten. U wordt als student geacht zelf uw cijfers te controleren. U kunt daarvoor uit OSIRIS een resultatenlijst printen. Mogelijke fouten moet u binnen vier weken, na bekendmaking van het cijfer in OSIRIS, melden bij de examinator of de examencommissie. Een cijfer in OSIRIS kan onder andere nog wijzigen na controle bij inzage, wijzigingen in de normering of bij een kennelijke fout bij de invoering. Na deze vier weken na bekendmaking worden cijfers geacht definitief te zijn. Daarna kunnen resultaten slechts met goedkeuring van de examencommissie gewijzigd worden. Zie ook art. 37 lid 4 OER-HU bacheloropleidingen.
1
Vrijstellingen worden weergegeven als ‘VRY-O’ (op grond van eerder gevolgd onderwijs), en tot vorig studiejaar met ‘VRY-A’ (op grond van een assessment van een gecertificeerd EVC-bureau) of ‘VRY-E’ (op grond van elders opgedane kennis en vaardigheden zonder EVC assessment), of ‘VRY’ (niet gespecificeerd).
66/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Voor vragen over resultaten kun je contact opnemen met de examinator van het betreffende onderdeel of met de Toetsexpertgroep Oogzorg
[email protected] Verzoeken om resultaten die niet aan de Hu zijn behaald te laten opnemen, dien je in bij de Examencommissie: www.examencommissies.hu.nl Zie art. 37 lid 4 OER-HU en art. 36 OER-HU bacheloropleidingen. Voor de bekendmaking van tentamenresultaten gelden de volgende termijnen2. bij een mondeling tentamen: op de dag van afname door middel van uitreiking van een schriftelijk bewijsstuk. Vervolgens dient het tentamenresultaat binnen drie weken in OSIRIS vermeld te worden. bij overige tentamenresultaten geldt: uiterlijk drie weken na afname van een tentamen. Erkende feestdagen die in OSIRIS staan vermeld, tellen hierbij niet mee en hebben een opschortende werking. Indien sprake is van een eindbeoordeling op basis van meerdere deeltentamens, begint de termijn zoals hierboven genoemd te lopen vanaf het laatste deeltentamen. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van de genoemde beoordelingstermijnen, mits de studentenbelangen hierdoor niet onevenredig worden geschaad. Zie ook art. 31 en 37 OER-HU Inzage tentamenwerk Als student heeft u recht op inzage van het gemaakte en beoordeelde tentamenwerk al dan niet gekoppeld aan een nabespreking. Vanwege het feit dat bij de Oogzorgopleidingen vrijwel alle theorietoetsen digitaal worden getoetst, is het inzage moment direct na het afsluiten van de toets. De student krijgt direct na het afsluiten van de toets inzage in de correcte en foute antwoorden. Zie art. 31 en 37 OER-HU.
4.4.2
Onregelmatigheden / fraude
Fraude bij tentamens en examens is verboden. Hier wordt zeer streng tegen opgetreden. Maakt u zich schuldig aan fraude (of andere vormen van onregelmatigheden, zie artikel 38 OER-HU bacheloropleidingen) dan kan de examencommissie een of meer van de volgende maatregelen nemen:
ontzeggen van deelneming aan een of meer tentamens of het examen voor een termijn van ten hoogste twaalf maanden; onthouden van het diploma, verklaring of certificaat; afnemen van een nieuw onderzoek op de door de examencommissie aan te wijzen onderdelen en op door haar te bepalen wijze, alvorens het diploma, verklaring of certificaat uit te reiken; een aanvullend onderzoek instellen dat gelijkwaardig is aan het oorspronkelijke tentamen.
In ernstige gevallen kan de examencommissie de faculteitsdirectie adviseren om uw inschrijving definitief te beëindigen. U kunt zich dan niet opnieuw voor dezelfde opleiding aan de HU inschrijven. Dit advies kan worden gegeven als: 1. u zich eerder schuldig heeft gemaakt aan onregelmatigheden en u daarvoor ten minste een half jaar de deelname aan tentamens is ontzegd, of; 2. er sprake is van verzwarende omstandigheden, bijvoorbeeld van strafrechtelijke aard, zoals: - bedreiging of geweld; - vervalste documenten (bijvoorbeeld diploma’s en cijferlijsten) gebruiken; - zonder toestemming vooraf beschikken over (een deel van) het tentamen en/of de normuitwerking (bijvoorbeeld door diefstal/verduistering/heling of doordat u dit van een medestudent heeft gekregen). Voordat de examencommissie een besluit neemt, wordt u gehoord. De examencommissie stelt u zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen twee weken na het horen op de hoogte van de beslissing. Zie voor de volledige procedure artikel 38 van de Onderwijs- en Examenregeling HU (www.reglementen.hu.nl).
2
Een week is een periode van zeven aaneengesloten dagen.
67/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Schrijft u zich uit als u een sanctie opgelegd heeft gekregen, dan wordt de sanctie opgeschort. Deze herleeft bij herinschrijving. De examencommissie moet instaan voor de kwaliteit van de toetsing en kan om die reden ook genoodzaakt zijn maatregelen te treffen die de belangen van overige studenten raken. Soms kunnen daarom alle tentamenresultaten ongeldig verklaard worden. In dat geval wordt voor het betreffende tentamen nog een extra tentamenmogelijkheid geboden. Het kan ook gebeuren dat de examinatoren of de examencommissie goede redenen hebben om fraude te vermoeden, maar dit niet voldoende kunnen bewijzen en daarom geen sanctie kunnen opleggen. Wel bestaat er dan ernstige twijfel over de vraag of u het resultaat op eigen kracht heeft behaald. In zo’n geval kan de examencommissie een aanvullend onderzoek instellen dat gelijkwaardig is aan het oorspronkelijke tentamen. Als u dat niet haalt, wordt dat beschouwd als een bevestiging dat de twijfel terecht was en daarmee vervalt het resultaat en wordt er een NG (Niet Geldig) in OSIRIS geregistreerd. Als het aanvullend onderzoek wel met een voldoende wordt afgesloten dan wordt het oorspronkelijke (eerste) resultaat gehandhaafd. Zie art. 38 OER-HU
4.4.3
Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk
Alle tentamens en examens worden in elk geval bewaard tot zes maanden na bekendmaking van de uitslag, of tot de beslissing in een eventuele beroepsprocedure met betrekking tot die uitslag. Voor afstudeerproducten geldt een termijn van zeven jaar die ingaat na de beoordeling. In het geval de opleiding tentamens en examens digitaal archiveert, bedraagt de bewaartermijn zeven jaar. Pas na afloop van de bewaartermijn kunt u op eigen verzoek het tentamen- of examenwerk terugkrijgen. Wel is het mogelijk om tussentijds voor eigen rekening een kopie ervan te krijgen via mail met
[email protected] In het Privacyreglement studenten HU (zie www.reglementen.hu.nl) staan nog andere documenten vermeld die door de hogeschool worden bewaard. In dat reglement zijn ook de verschillende bewaartermijnen opgenomen. Zie art. 41 OER-HU.
4.4.4
Geldigheidsduur resultaten
De resultaten van tentamens, deeltentamens, stages, praktische oefeningen en van afgegeven vrijstellingen zijn zes jaar geldig. Als de geldigheidsduur is verstreken, kunt u de examencommissie verzoeken deze geldigheidsduur te verlengen vanwege de actualiteitswaarde of vragen u een aanvullend of vervangend tentamen op te leggen. Resultaten van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen zijn onbeperkt geldig. Zie art. 28 OER-HU.
68/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
5 5.1
Diplomering Procedure afgifte getuigschrift
De examencommissie geeft pas een getuigschrift (ook wel diploma) af nadat de faculteitsdirectie heeft verklaard dat aan de procedurele eisen voor afgifte is voldaan. Daarvoor wordt onderzocht of u aan alle verplichtingen jegens de opleiding heeft voldaan. Zo moeten onder meer alle tentamens van het examenprogramma zijn behaald, de cijfers nog geldig zijn en dient u rechtsgeldig als student te zijn ingeschreven. U hoeft voor het printen van uw diploma geen aanvraag in te dienen bij de examencommissie. De enige uitzondering hierop is als u een Engelstalig diploma wilt ontvangen (zie hieronder). Op uw verzoek kan er, in plaats van een Nederlandstalig diploma, een Engelstalig diploma worden verstrekt. Indien u een Engelstalig diploma wilt ontvangen, dient u een verzoek in bij de examencommissie minimaal twee weken voordat het laatste cijfer wordt ingevoerd in Osiris. Het Internationaal Diploma Supplement dat kosteloos bij het bachelordiploma en de Associate degree wordt verstrekt, wordt altijd in het Engels opgesteld. Per opleiding kunt u maar één keer een diploma krijgen. Heeft u al een diploma voor de betreffende opleiding ontvangen, of doet u nog extra cursussen of rondt u nog een tweede afstudeerrichting af, dan krijgt u niet nog een diploma, maar wel een verklaring. Degene die aanspraak maakt op uitreiking van een diploma, kan de examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan en uitreiking op te schorten. Hiervoor moet u tijdig, uiterlijk één week voor het tijdstip waarop u het laatste tentamen of het afsluitend aanvullend onderzoek aflegt, een schriftelijk gemotiveerd verzoek indienen. Uitstel van uw diplomadatum zou financiële gevolgen kunnen hebben. Het is dan ook aan te bevelen om hierover advies bij de studentendecaan in te winnen. Als u verzoekt om het diploma nog niet te ontvangen dan zijn er twee mogelijkheden: 1. U rondt nog een tweede afstudeerrichting af. In dat geval worden beide afstudeerrichtingen op uw diploma vermeld en wordt de diplomadatum de datum van het laatste tentamen (dan wel afsluitende examen) van uw tweede afstudeerrichting. 2. U rondt nog extra cursussen af. In dat geval wordt uw diploma afgegeven op het examenprogramma en is de diplomadatum de datum van het laatste tentamen van het examenprogramma (of het afsluitend examen). Voor de extra cursussen krijgt u naast uw diploma een verklaring waarop de extra cursussen vermeld worden. Zie art. 42 OER-HU. Let op! Als u uw diploma behaald heeft, zult u uzelf via Studielink moeten uitschrijven voor de opleiding. Dit gaat niet automatisch. Pas als u uitgeschreven bent voor een opleiding hoeft u geen collegegeld meer te betalen. Zie ook 9.2.7 (in- en uitschrijving voor de opleiding). Zie art. 42 OER-HU.
5.2
Aantekening cum laude of met genoegen
Als u hoge cijfers haalt, komt u mogelijk in aanmerking voor een aantekening ‘cum laude’ of ‘met genoegen’ op uw diploma. Daarvoor moet u voldoen aan alle navolgende eisen: Vermelding cum laude (zie ook art. 44 lid 1 OER-HU) aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een beoordeling van ten minste 6.0 vóór afronding verbonden; het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 8.0 vóór afronding;
69/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
de beoordeling van de afstudeereenheid is minimaal 8.0 vóór afronding. Bestaat de afstudeereenheid uit meerdere cursussen, dan moet u voor iedere cursus minimaal een 8.0 vóór afronding hebben behaald; u bent maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de opleiding; u heeft niet meer dan 90 EC aan vrijstellingen gekregen voor de betreffende opleiding; resultaten die zijn uitgedrukt in de woorden ‘Voldaan’ en ‘Niet voldaan’ en ‘VRIJ’ tellen niet mee bij deze berekening. Ook extra behaalde EC (bijvoorbeeld bij een excellentieroute) tellen niet mee bij deze berekening.
Vermelding met genoegen (zie ook art. 44 lid 2 OER-HU) aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een beoordeling van ten minste 6.0 vóór afronding verbonden; het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 7.0 vóór afronding; de beoordeling van de afstudeereenheid is minimaal 7.0 vóór afronding. . Bestaat de afstudeereenheid uit meerdere cursussen, dan moet u voor iedere cursus minimaal een 7.0 vóór afronding hebben behaald; u bent maximaal vier studiejaren ingeschreven geweest voor uw opleiding; u heeft niet meer dan 90 EC aan vrijstellingen gekregen voor uw opleiding; resultaten die zijn uitgedrukt in de woorden ‘Voldaan’ en ‘Niet voldaan’ en ‘VRIJ’ tellen niet mee bij deze berekening. Ook extra behaalde EC (bijvoorbeeld bij een excellentieroute) tellen niet mee bij deze berekening. Het betreft bij beide aantekeningen de cijferregistratie zoals weergegeven in OSIRIS. Indien de inschrijvingsduur langer is dan vier studiejaren als gevolg van erkende persoonlijke omstandigheden, kan de examencommissie beslissen dat u toch in aanmerking komt voor de aantekening ‘cum laude’ of ‘met genoegen’. U moet wel voldoen aan alle overige eisen. Neem hiervoor contact op met de studentendecaan. Reikwijdte Bovenstaande regeling is uitsluitend op u van toepassing als u na 1 september 2005 voor het eerst deel heeft genomen aan de hoofdfase van de opleiding.
70/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
6 6.1
Roosters HU-onderwijsjaarrooster
Het HU onderwijsjaarrooster wordt op www.mijnrooster.hu.nl gepubliceerd. Het HU onderwijsjaarrooster geeft inzicht in de indeling van de lesweken, de tentamenweken en de vakantie- en onderwijsluwe periodes van het studiejaar. Zowel tijdens de propedeuse als tijdens de hoofdfase is het onderwijsprogramma ingedeeld in vijf perioden (blokken). Deze perioden worden aangeduid met de letters A t/m E (ofwel als blok 1 t/m 5). Periode A + B vormen samen een semester, net als periode C + D. Zie art. 31 OER-HU. Het jaarrooster voor studiejaar 2015-2016 van de opleidingen Optometrie & Orthoptie ziet er als volgt uit:
71/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
6.2
Vakanties en vrije dagen
De HU kent in het collegejaar 2015-2016 de volgende verplichte vakantie en verplichte vrije dagen: Vakantie
Data
Kerstvakantie Verplichte vrije dagen, inclusief de feestdagen e e 1 en 2 kerstdag Nieuwjaarsdag Goede vrijdag e 2 Paasdag Koningsdag Bevrijdingsdag Hemelvaartsdag Dag na Hemelvaartsdag e 2 Pinksterdag
19-12-2015 t/m 03-01-2016 25 en 26 december 2015 1 januari 2016 25 maart 2016 28 maart 2016 27 april 2016 5 mei 2016 5 mei 2016 6 mei 2016 16 mei 2016
Zie ook www.mijnrooster.hu.nl. Aanvullende informatie bij jaarrooster -In roostervrije weken kan – indien nodig - onderwijs worden ingeroosterd (inhaalactiviteiten, begeleiding bij werkstukken, extra herkansingen) - Roostertijden: 08.00 uur tot 22.00 uur - Roostereenheden: 50 minuten (of een veelvoud) - Datum diplomering (voorbehoud): 15 juli 2016 - Data open dagen/informatieavonden: zie Jaarrooster Sharepoint
6.3
Lesdagen en -tijden
Lesdagen In een week worden lessen voor voltijdstudenten in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.00 – 22.00 uur. Voor deeltijdstudenten optometrie zijn de lesdagen maandag en woensdag of maandag en donderdag van 8.00 – 22.00 uur waarbij ervan wordt uitgegaan dat in de afstudeerfase er meer dan twee dagen voor het onderwijs beschikbaar zijn in verband met het lopen van stage.
Voor studiejaar 2015-2016 zijn de lesdagen voor de deeltijdstudenten Optometrie: Jaar 2: Jaar 3: Jaar 4:
maandag en donderdag maandag en donderdag maandag en woensdag
LET OP: Bij het roosteren van de toetsen voor deeltijdstudenten Optometrie wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de lesdagen. Dit is niet in alle gevallen mogelijk waardoor toetsen soms op nietlesdagen kunnen vallen. De student wordt hierover via het tentamenrooster tijdig geïnformeerd. Lestijden Alle onderwijsprogramma’s worden geroosterd in eenheden van 50 minuten. Per geroosterd uur heeft de student recht op 10 minuten pauze. Voor het volgen van lessen dien je op tijd in het lokaal aanwezig te zijn. Eventuele laatkomers hoeven niet tot de les te worden toegelaten. Voor de opleidingen gelden in principe de volgende lestijden:
© Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Tabel lestijden: lesuur begintijd 1 08.00 uur 2 09.00 uur 3 10.00 uur 4 11.00 uur 5 12.00 uur 6 13.00 uur 7 14.00 uur 8 15.00 uur 9 16.00 uur 10 17.00 uur 11 18.00 uur 12 19.00 uur 13 20.00 uur 14 21.00 uur
eindtijd 08.50 uur 09.50 uur 10.50 uur 11.50 uur 12.50 uur 13.50 uur 14.50 uur 15.50 uur 16.50 uur 17.50 uur 18.50 uur 19.50 uur 20.50 uur 21.50 uur
Er wordt naar gestreefd om de lessen zoveel mogelijk overdag in te roosteren. Het kan echter voorkomen dat hier om praktische redenen (zoals beschikbaarheid van lokalen of docenten) vanaf wordt geweken. De student wordt hierover via het rooster tijdig geïnformeerd.
6.4
Openingstijden gebouwen
De openingstijden van gebouwen zijn te vinden op deze intranetpagina. Het gebouw aan de Heidelberglaan 7 is open vanaf 7:00 uur tot 22:00 uur. De lessen kunnen tussen 8.00 uur en 22.00 uur worden geroosterd.
6.5
Roosterinformatie en -wijzigingen
Uw rooster is vier weken voor de start van elke nieuwe periode te vinden op www.mijnrooster.hu.nl. Mededelingen over lessen en tentamens worden via uw opleidingsintranet bekendgemaakt en voor zover mogelijk ook via mededelingenborden en uw studentenmail. De HU verwacht dat uw postadres bij de studentenadministratie klopt en dat u regelmatig uw e-mailbox van uw HU-account leest. Per periode wordt een weekrooster vastgesteld. Hierin staat vermeld welke cursussen op welk moment worden gegeven door welke docent, in welk lokaal en voor welke groep. Het is de bedoeling dat je zelf de voor jou geldende gegevens overneemt. Dit rooster is uiterlijk vier weken voor aanvang van de nieuwe periode bekend. Het patiëntenrooster van de interne kliniek Oogzorg is te vinden op Sharepoint www.sharepoint.hu.nl/sites/Oogzorg/studenten Afwezigheid docenten De opleiding streeft ernaar om in geval van ziekte of afwezigheid van een docent ervoor te zorgen dat lessen zoveel mogelijk doorgaan. Mocht de les uitvallen, dan wordt u hiervan op de hoogte gesteld via intranet en zoveel mogelijk via de mededelingenborden en uw studentenmail. De docent overlegt bij terugkeer hoe de stof van de uitgevallen lessen wordt ingehaald. Afwezigheid studenten Bent u ziek? Bij cursussen met een aanwezigheidsplicht bent u verplicht u af te melden bij de docent. Bij (dreigende) langdurige ziekte geeft u de ziekmelding zo spoedig mogelijk door aan uw studieloopbaanbegeleider en neemt u contact op met uw studentendecaan (zie 8.2).
6.6
Toetsoverzicht
Het toetsoverzicht 2015-2016 van de opleidingen Optometrie & Orthoptie is als volgt: 73/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
74/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Studiegids bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
Toetsoverzicht Optometrie voltijd 1e jaar 2014-2015
Blok
Cursuscode
Naam cursus
Aantal EC’s
Medische Fysiologie
5
1A
GOO1.MF.P-15
GOO1.OPT12.P15
1B
Geometrische optica
GOO1.OPOND113
Optometrisch onderzoek 1
GOO1.OA.P-15
Oculaire Anatomie
GOO1.REF1.P-15
© Hogeschool
Refractie 1
Utrecht, juli 2015
Richtlijn Toetsmoment
Richtlijn Hertoets moment
Testvision
A10
C3/C4
Theorietoets Optica 1
Testvision
A10
C3/C4
Verslag Optica 2 (EBP1)
Verslag
A10
C3/C4
Optometrisch onderzoek 1 Theorie
Testvision
A10
C3/C4
Optometrisch onderzoek 1 praktijk spleetlamproutine
Praktijk
A10
C3/C4
Oculaire anatomie
Testvision
B12
C3/C4
Theorietoets Refractie 1
Schriftelijke toets
B12
C3/C4
Praktijktoets Refractie 1
Praktijk
B12
C3/C4
Opleidingen
Naam (deel)toets
Toetsvorm
OP/OR
Medische fysiologie en histologie
OP/OR
OP/OR
5
5
5
5
OP
OP/OR
OP/OR
GOO1.OPTIC3413
1C C/D
GOO1.NAF.P-15 GOO1.OPTIC5613 GOO1.OPOND213
1D
C/D
Gullstrand oogmodel / briladvies
OP
Theorietoets Optica 3
mc toets
B12
C3/C4
OP
Assessment Optica 4
Assessment
B12
C3/C4
Neuro anatomie en fysiologie Reanimatie theorie en praktijk Theorietoets Optica 5&6
Testvision Praktijk Testvision
C10 in de les C10/D11
E1
Verslag Optica 5
Verslag
C10/D11
E1
Testvision
C10
E1
Praktijk
C10
E1
Oogheelkunde, pathologie
Testvision
D11
E1
EBP2 verslag
Verslag
D10
E1
C10/D11
E1
D11
E1
5
Neuro anatomie en fysiologie
5
OP/OR
Fysische optica / Brillenglazen
5
OP
Optometrisch onderzoek 2
5
OP
Optometrisch onderzoek 2 Theorie Optometrisch onderzoek 2 praktijk anamnese en externals
GOO1.OPATH.P15
Ooghk. / Pathol.
5
OP/OR
GOO1.REF2.P-15
Refractie 2
5
OP/OR
Theorietoets Refractie 2 Praktijktoets Refractie 2
Testvision Praktijk / caroussel toets
GOO1.OBL1-13
Optometrie buitenschools leren 1
5
OP
Optometrie buitenschools leren
Stage
76/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
E1
Toetsoverzicht Optometrie voltijd 2e jaar 2014-2015
Blok
Cursuscode
Naam cursus
2A
GOO2.KLOPTO1-13
Klinische optometrie 1
A/B
2B
A/B
GOO-2.CTL1-13
Contactlens 1
Aantal EC’s
Opleidingen
5
OP/OC
5
Toetsvorm
Klinische optometrie 1 theorie
Testvision
A10
C3/C4
Praktijktoets Gonio en tono
Praktijk
A10
E1/E2
Contactlens 1 theorie
Testvision
A10/B12
C3/C4
Contactlens 1 praktijk
Continu assessment
A10/B12
E1/E2
Opdracht Communicatie
Verslag
A10
E1/E2
EBP3 Verslag
Verslag
B12
C6
Praktijktoets Volk, DO, BIO
Praktijk
B12
E1/E2
A10/B12
E1/E2
B12
E1/E2
OP/OC
5
OP
GOO2.KLOPTO2-15
Klinische optometrie 2
5
OP/OC
GOO-2.BINO113
Binoculair zien 1
5
OP/OC
Binoculair Zien 1 portfolio
Assessment
5
OP
Opdracht WAK
Verslag
77/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Richtlijn Hertoets moment
Naam (deel)toets
Optometrie GOO-2.OBL2-13 buitenschools leren 2
Optometrie GOO-2.OBL3-13 buitenschools leren 3
Richtlijn Toetsmoment
Klinische optometrie 3 theorie
2C
C/D
2D
C/D
GOO2.KLOPTO3-13
Klinische optometrie 3
5
GOO-2.CTL2-13
Contactlens 2
5
OP/OC
Optometrie GOO-2.OBL4-13 buitenschools leren 4
5
OP
Klinische optometrie 4
5
OP/OC
Binoculair zien 2
5
OP/OC
Low Vision
5
OP/OR
GOO2.KLOPTO4-13 GOO-2.BINO213 GOO2.LOWVI.P-15
OP/OC
C10
E1/E2
Blok C doorlopen d
Blok D doorlopend
C10/D11
E1/E2
C10/D11
E1/E2
Opdracht VVP
Testvision Continu assessment Verslag
A10
E1/E2
Portfolio assessment
Assessment
C10
E1/E2
Co-management en LOEP 4 Portfolio voorbereiding kliniek Binoculair Zien 2 BOBO Binoculair Zien 2 portfolio
Verslag Assessment Praktijktoets Assessment
D11 D11 C10/D11 C10/D11
E1/E2 E1/E2 E1/E2 E1/E2
Low Vision theorie
Testvision
D11
E1/E2
Low Vision praktijk
Praktijktoets
D11
E1/E2
Optometrisch basisonderzoek (OBO) OBO - Externals OBO - Voorste oogsegment OBO - Gonioscopie OBO - Achterste oogsegment Contactlens 2 theorie Contactlens 2 praktijk
78/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Testvision
Praktijk
Toetsoverzicht Optometrie voltijd 3e jaar 2014-2015
Blok
Cursuscode
Naam cursus
3AB of 3CD
GOO-3.BINO3-13
Binocul. Zien / lees&leerstoorn.
GOO-3.VEOPR-13 GOO-3.CMAN-13
Visuele ergonomie / LOEP5 Comanagem, farmacol, kinderoogh.
Aantal EC’s
Opleidingen
5
OP/OC
5
OP/OC
5
OP/OC OP/OC
Naam (deel)toets
Toetsvorm
Binoculair Zien 6/7 - portfolio Lees- en leerstoornissen Visuele ergonomie Optometry Report - LOEP 5 Co-management 2 / Farmacologie Interne stage/kliniek
GOO-3.KLINIS-13
Interne stage - kliniek
15
OP/OC
Diagnose & Plan van Aanpak 1 theorie Diagnose & Plan van Aanpak 2
79/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Richtlijn Toetsmoment
Continu A1-A9 (C1Assessment C9) Poster A8 (C8) MC tentamen B12 (D11) Opdracht B10-C3 (E3) Testvision B12 (D11) toets Continu A1-B12 (C1Assessment D10) Testvision B12 (D11) toets Aanwezigheid Doorlopend & opdrachten
Richtlijn Hertoets moment
A10 (C10) A10 (C10) E2 B12-D3 (E10) E2 E2 E2 B11 (D10)
Toetsoverzicht Optometrie voltijd 3e/4e jaar 2014-2015
Blok 3CD & 4e jaar
Cursuscode
Naam cursus
Aantal EC’s
Opleidingen
Naam (deel)toets
Toetsvorm
UVO Verslag (LOEP 6,7) GOO-E.UVO.P-15
Uitvoeren van onderzoek
15
OP/OC/OR
GOO-E.OPTOST-13
Optometrische stage
15
OP/OC
Oogheelkundige stage Klinsiche redeneren
30
OP/OC
Naam en code afhankelijk van invulling
30
GOO-E.OOGHST-13
Profileringsruimte
OP/OR
UVO Referaat
Utrecht, juli 2015
Verslag(artikel) referaat
Semester parallel aan optometriestage
Optometrische stage
Assessment
Semester samen met UVO
Oogheelkundige stage
Assessment
Semester
Klinisch redeneren
Assessment
Semester
Diverse
Semester
profileringsstage/minor
80/318 © Hogeschool
Periode
Toetsoverzicht Optometrie deeltijd 2e jaar 2014-2015
Blok
2A
A/B
Cursuscode
GOO-2.KLOPTO1-13
GOO-2.CTL1-13
GOO-2.OBL2.C-13
2B
A/B
GOO-2.KLOPTO2-15
Naam cursus
Aantal EC’s
Klinische optometrie 1 5
Contactlens 1
Optometrie buitenschools leren 2
5
5
Klinische optometrie 2 5
Opleidingen
OP/OC
Toetsvorm
Klinische optometrie 1 theorie
Testvision
A10
Praktijktoets Gonio en tono
Praktijk
A10
Contactlens 1 theorie
Testvision
A10/B12
onderwijsluw blok C en week erna
Contactlens 1 praktijk
Continu assessment
A10/B12
E1
Opdracht Communicatie
Verslag
A10
E1
EBP3 Verslag
Verslag
B12
C6
Praktijktoets Volk, DO, BIO
Praktijk
B12
E1
A10/B12
E1
B12
E1
OP/OC
OC
onderwijsluw blok C en week erna E1
OP/OC
Binoculair zien 1
5
OP/OC
Binoculair Zien 1 portfolio
Assessment
GOO-2.OBL3.C-13
Optometrie buitenschools leren 3
5
OC
Opdracht WAK
Verslag
81/318 Utrecht, juli 2015
Richtlijn Hertoets moment
Naam (deel)toets
GOO-2.BINO1-13
© Hogeschool
Richtlijn Toetsmoment
2C GOO-2.KLOPTO3-13
Klinische optometrie 3 5
C/D
GOO-2.KLOPTO4-13 Klinische optometrie 4 GOO-2.BINO2-13
Binoculair zien 2
Testvision
C10
E1
Optometrisch basisonderzoek (OBO)
Praktijk
Blok C doorlopend
Blok D doorlopend
Contactlens 2 praktijk
Praktijktoets
C10/D11
E1/E2
Portfolio assessment
Assessment
C10
E1
Co-management en LOEP 4 Portfolio voorbereiding kliniek Binoculair Zien 2 BOBO Binoculair Zien 2 portfolio
Verslag Assessment Praktijktoets Assessment
D11 D11 C10/D11 C10/D11
E2 E2 E1 E1/E2
OP/OC
C/D
2D
Klinische optometrie 3 theorie
5
OP/OC
5
OP/OC
82/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Toetsoverzicht Optometrie deeltijd 3e jaar 2014-2015
Blok
3D 3AB 3B
Cursuscode
GOO-3.BINO3-13 GOO-3.VEOPR-13 GOO-3.CMAN-13
Naam cursus
Binocul. Zien / lees&leerstoorn. Visuele ergonomie / LOEP5 Comanagem, farmacol, kinderoogh.
Aantal EC’s
5
Opleidingen
OP/OC
5
OP/OC
5
OP/OC OP/OC
3BCD
3AB
Naam (deel)toets
Toetsvorm
Binoculair Zien 6/7 - portfolio Lees- en leerstoornissen Visuele ergonomie Optometry Report - LOEP 5 Co-management 2 / Farmacologie Interne stage/kliniek
GOO-3.KLIN.PC-13
Interne stage - kliniek
15
OP/OC
Diagnose & Plan van Aanpak 1 theorie Diagnose & Plan van Aanpak 2
3C
GOO-3.LOWVIS.OC13
Low Vision
5
OC
Low Vision theorie Low Vision praktijk
83/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Richtlijn Toetsmoment
Continu Assessment D1-D10 Poster D9 MC tentamen B12 (D11) Opdracht B10-C3 (E3) Testvision B12 (D11) toets Continu B1-D10 Assessment Testvision toets B12 (D11) Aanwezigheid & opdrachten Doorlopend Testvision toets C10 Praktijktoets C10
Richtlijn Hertoets moment
D11 D11 E2 B12-D3 (E10) E2 E2 E2 B11 (D10) E2 E2
Toetsoverzicht Optometrie deeltijd 3e/4e jaar 2014-2015
Blok 3CD & 4e jaar
Cursuscode
GOO-E.UVO.P-15
Naam cursus
Uitvoeren van onderzoek
Aantal EC’s
Opleidingen
15
OP/OC/OR
GOO-E.OPTOST-13 Optometrische stage
15
OP/OC
GOO-E.OOGHST13
Oogheelkundige stage 30
OP/OC
GOO-4.STAGE-13
Stage Eigen Werkplek
30
OC
Klinsiche redeneren
Naam (deel)toets
Toetsvorm
UVO Verslag (LOEP 6,7)
verslag(artikel)
UVO Referaat
referaat
Optometrische stage
Assessment
Semester
Oogheelkundige stage
Assessment
Semester
Klinisch redeneren
Assessment
Semester
Stage eigen werkplek
portfolio
Semester
84/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Periode
Semester
Toetsoverzicht Orthoptie 1e jaar 2014-2015
Blok 1A
Cursuscode
Naam cursus
Aantal EC’s
GOO-1.MF.R15
Medische fysiologie
5
GOO1.OPT12.R-15
Naam (deel)toets
Toetsvorm
OP/OR
Medische fysiologie
Testvision
OP/OR
Geometrische optica, visus, contrast, kleur
Testvision
A10
C3/C4
OP/OR
Verslag Optica 2 (EBP1)
Verslag
A10
C3/C4
Testvision
A10
C3/C4
Praktische Vaardigheden Orthoptie Praktijk 1
A10
C3/C4
Oculaire anatomie
Testvision
B12
C3/C4
Refractie theorie
Schriftelijke toets
B12
C3/C4
Refractie - Nevelmethode summatief
Praktijk
B12
C3/C4
Orthoptisch onderzoek 2
Testvision
B12
C3/C4
Praktische vaardigheden orthoptie 2
Praktijk
B12
C3/C4
Neuro anatomie en fysiologie C
Testvision
C10
E1
Geometrische optica 5
GOO-1.OO113
Orthoptisch onderzoek 1
5
GOO-1.OA.R15
Oculaire anatomie
5
OP/OR
GOO1.REF2.R-15
Refractie 1
5
OP/OR
GOO-2.OO213
Orthoptisch onderzoek 2
5
Richtlijn Hertoets moment
Opleidingen
Orthoptisch onderzoek 1
1B
Richtlijn toetsmoment
OR
A10
C3/C4
OR
1C GOO-1.NAF.R- Neuro anatomie en
5
OP/OR
85/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
1D
15
fysiologie C
GOO1.REF2.R-15
Refractie 2
5
GOO-1.OO313
Orthoptisch onderzoek 3
5
GOO1.OPATH.R-15
EBP2, oogheelkunde + path
5
GOO-1.OV-13
Orthoptische Vaardigheden
5
GOO-1.OO413
Orthoptisch onderzoek 4
5
reanimatie praktijk
OP/OR
Theorietoets Refractie 2 Praktijktoets Refractie 2
Testvision Praktijk / caroussel toets
C10
E1
OR
Orthoptisch onderzoek 3 PVO 3
Testvision Praktijk
C10 C10
E1 E1
EBP2 verslag Oogheelkunde voorste oogsegment en pathologie
verslag
D10
E1 E1
Testvision
D11
OR
Praktijktoets orthoptische vaardigheden
Praktijk
D11
OR
Orthoptisch onderzoek 4
integrale TVT
D11
OP/OR
86/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
reanimatie in de les
Reanimatie
E1
E1
Toetsoverzicht Orthoptie e 2 jaar 2014-2015
Blok 2A
2B
Aantal EC’s
Opleidin gen
GOO-2.AMBLAmblyopie + PV 13
5
OR
GOO-2.CCS113
Concomitant scheelzien 1
5
GOO2.ESTAGE-13
Externe stage
5
Cursuscode
Naam cursus
Oogheelkunde, GOO-2.OOGHpathologie, 15 LOEP 3 Concomitant GOO-2.CCS2scheelzien 2 + 13 PV GOO-2.MANZ- Manager in de 13 zorg
2C
GOO-2.ICS113
Incomitant scheelzien 1
Praktische GOO-2.PRAK vaardigheden 13 orthoptie
5
5
Naam (deel)toets Amblyopie PVO5
Toetsvorm integrale TVT continuassessment
OR
Concomitant scheelzien 1
integrale TVT
OR
Externe stage
portfolio
Oogheelkunde, pathologie
Testvision
EBP3 Verslag CCS 2
Verslag integrale TVT
Praktijk Professionele communicatie Werken aan kwaliteit Voeren van een praktijk
praktijktoets
OR
OR
5
OR
5
OR
ICS 1
OR
Theorie GV praktijk Spleetlamp praktijk FD curve praktijk Orthoptie
5
Opdracht
87/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Richtlijn toetsmoment A10 A10 A10
Richtlijn Hertoets moment C3/C4
C3/C4
A10/B12/C1 C3/C4 of E1/E2 0/D11 B12 B12
C6
B12 B12
C3/C4
A10/B12
C3/C4
integrale TVT
C10
E1/E2
TVT
C10
E1/E2
Portfolioassess -ment
C10
E1/E2
Fundo praktijk GOO2.ISTAGE-13 2D
GOO-2.ICS213 GOO2.OOGHC-13
Interne stage
Incomitant scheelzien 2 Oogheelkundige casuistiek LOEP 4
GOOLow Vision 2.LOWVI.R-15
5
5
5
5
OR
OR
kliniek
Portfolioassess -ment
ICS 2
integrale TVT
D11
E1/E2
OOGHC
integraal TVT
D11
E1/E2
LOEP 4 Low Vision theorie Low Vision praktijk
verslag TVT Praktijktoets
D11
E1/E2
C10/D11 C10/D11
E1/E2 E1/E2
OR
OP/OR
88/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
A10/B12/C1 C3/C4 of E1/E2 0/D11
Toetsoverzicht Orthoptie 3e jaar 2014-2015
Blok 3A
Cursuscode
Naam cursus Diagnostiek & GOO-3.DB1-13 Behandeling 1 GOO3.KOOGH1-13
GOO-3.IS -13
Kinderoogheelkunde 1
Interne stage
Aantal EC’s 5
Opleidingen OR OR
5
5
OR
OR
Naam (deel)toets
Toetsvorm
Diagnostiek & Behandeling 1 Slechtziendheid
integrale casuitiek Presentatie poster met procesbeoordeling portfolio/ arbeidsproef praktijktoets/ patientsimulatie
Lees- en leerstoornissen - 3B Kliniek Praktische vaardigheden
3B
GOO-3.DB2-13 GOO3.KOOGH2-13
Diagnostiek & Behandeling 2 Kinderoogheelkunde 2
GOO-3.CASER Casereport -13
5 5
OR OR OR
5
OR
Diagnostiek & Behandeling 2 Kinderoogheelkunde
integrale casuitiek TVT
Utrecht, juli 2015
A10
Richtlijn Hertoets moment C3/C4
A10 A10
C3/C4
A10/B12 A6/B9
A9/B11
B12
C3/C4
B12
C3/C4
A10/B12
C3/C4
Kinderoogheelkundige casuitiek Casereport/ loep 5
casereport
89/318 © Hogeschool
Richtlijn toetsmoment
Toetsoverzicht Orthoptie 3e/4e jaar 2014-2015
Blok 3CD & 4e jaar
Aantal EC’s
Periode Opleidingen
Naam (deel)toets
Toetsvorm
Cursuscode
Naam cursus
GOOE.UVO.R-15
Uitvoeren van onderzoek
15
OP/OC/OR
UVO Verslag (LOEP 6,7) UVO Referaat UVO KMC
Verslag(artikel) referaat KMC
Stage 1
15
OR
Orthoptische senior stage 1
Stage
Stage 2
15
OR
Orthoptische seniorstage 2
Stage
Orthoptische seniorstage 3
Stage
Klinisch redeneren
ASSESSMENT
Profileringsstage/minor
Diverse
GOO-E.SKR113 GOO-E.SKR213
Stage 3 / klinisch redeneren Naam en code Profileringsruim afhankelijk van te invulling GOO-E.SKR313
15
OR
30
OP/OR
90/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Semester parallel aan stage
Twee stages in 1 semester, of één stage parallel aan UVO Parallel aan stages en profilering Semester
Studiegids bacheloropleidingen Oogzorg (Optometrie & Orthoptie) 2015-2016
7 7.1
Klachten, bezwaar en beroep Inleiding
Als u het niet eens bent met een beslissing, als u vindt dat iemand zich tegenover u niet goed gedragen heeft of als er iets anders fout is gegaan, dan kunt u daar wat aan doen. De eerste stap is zelf direct contact te zoeken met de veroorzaker van het probleem, en proberen het in onderling overleg op te lossen. De HU verwacht van docenten, slb’ers en examencommissies immers dat ze open staan voor klachten en zich inzetten om deze af te handelen. Maar het kan natuurlijk gebeuren dat u er toch niet uitkomt, of dat u iemand niet zelf aan wilt spreken, bijvoorbeeld bij ongewenst gedrag. Dan staat de ‘formele weg’ open. De formele weg is binnen de HU op twee niveaus vormgegeven en is te bewandelen door (aankomende) studenten. Eerst wordt een procedure op de faculteit doorlopen. Dit betreft een bezwaar- of klachtprocedure. U kunt uw bezwaar of klacht rechtstreeks bij het betrokken orgaan indienen. Als u niet precies weet waar u moet zijn, of als u behoefte heeft aan advies, dan kunt u zich wenden tot het facultaire loket Rechtsbescherming. Dit is digitaal te bereiken via
[email protected] en is in de faculteit ondergebracht bij
[email protected] Er is een standaardformulier waarop u uw bezwaren kunt vermelden. Het loket zorgt ervoor dat het formulier binnen de faculteit op de juiste plek terecht komt. U vindt het formulier op de website www.klachtenwegwijzer.hu.nl. Het facultaire loket kan u verwijzen naar de studentendecaan of (bij klachten over gedrag) naar de vertrouwenspersoon. Zij kunnen u adviseren over de procedures. En net als de studentmediators (8.7) ondersteunen ze ook bij een oplossing, zodat de procedure alsnog voorkomen kan worden. Als u niet tevreden bent over de afhandeling van uw bezwaar of klacht op de faculteit, dan kunt u naar het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten gaan. Het gaat dan om een beroep (na de bezwaarprocedure op de faculteit) of een herzieningsverzoek (na de klachtprocedure op de faculteit). U dient uw beroep of herzieningsverzoek in bij het HU-Loket. Zij zorgen ervoor dat uw beroep of herzieningsverzoek door het juiste orgaan behandeld wordt. Het HU-Loket kan u ook informeren over de procedures. U kunt ook rechtstreeks in beroep bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten of daar een klacht indienen, dus zonder eerst een bezwaar of klacht op de faculteit te laten behandelen. De procedures op de faculteiten zijn echter speciaal ingesteld omdat deze sneller en minder formeel zijn. Het advies is dan ook altijd de extra mogelijkheid op de faculteit te benutten en eerst daar uw bezwaar of klacht in te dienen. In de beschrijving hieronder wordt daar ook van uitgegaan. Let vooral op de termijnen! Als u op de faculteit een bezwaar of klacht indient, moet u dat doen binnen twee weken na het besluit of feit waarop dat betrekking heeft. Voor beroepszaken en herzieningsverzoeken geldt dat u zich binnen een termijn van zes weken vanaf de datum dat het besluit op de faculteit is genomen tot het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten moet wenden. Hieronder volgt een toelichting op de verschillende procedures, waarna aan het einde van dit hoofdstuk de procedure in een schema is weergegeven.
7.2
Bezwaar
Bezwaar is mogelijk tegen besluiten die zijn genomen op grond van de Onderwijs- en examenregeling. Dit zijn besluiten die rechtstreeks met onderwijs, tentamens en examens te maken hebben (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen en het bindend negatief studieadvies). Het betreft alleen besluiten die zijn gericht op u als individuele student. Op het besluit staat ook vaak vermeld dat u een bezwaar kunt indienen, maar niet altijd. U kunt bijvoorbeeld ook een bezwaar indienen als u vindt dat de beoordeling van uw tentamen niet klopt, maar bij cijfers in OSIRIS staat natuurlijk niet steeds zo’n bezwaarclausule. U dient binnen twee weken na bekendmaking van het besluit een schriftelijk bezwaarschrift in te dienen bij het facultaire loket
[email protected] of de examencommissie. Hiervoor is een standaardformulier beschikbaar. Als u het bezwaarschrift bij het loket indient, zorgt het loket voor doorzending aan de © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
examencommissie. De examencommissie kan u in de gelegenheid stellen om de bezwaren mondeling toe te lichten. In dat geval wordt u tijdig uitgenodigd voor een hoorzitting. De examencommissie neemt in principe binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift een beslissing. U wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. De beslissing is gebaseerd op een hernieuwde beoordeling en moet onderbouwd zijn. Bij toewijzing van het bezwaar neemt de examencommissie tevens een nieuw (inhoudelijk) besluit. Als het bezwaar wordt afgewezen, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. In het laatste geval kunt u nog beroep instellen bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Dat moet wel gebeuren binnen zes weken na bekendmaking van het besluit op bezwaar. Het kan ook voorkomen dat u bezwaar maakt tegen een besluit van de instituutsdirectie of faculteitsdirectie, bijvoorbeeld als er een voorziening is geweigerd of als er een ordemaatregel is getroffen. Dan geldt dezelfde procedure. De volledige bezwaarprocedure is beschreven in het Reglement Rechtsbescherming Studenten, en voor de examencommissie ook nog eens beschreven in art. 45 van het Onderwijs- en examenreglement bacheloropleidingen HU (www.reglementen.hu.nl). Zie ook www.klachtenwegwijzer.hu.nl of neem contact op met de studentendecaan. Zie art.6 Reglement Rechtsbescherming Studenten en art. 45 OER-HU.
7.3 7.3.1
Beroep Beroep aantekenen
U kunt in beroep gaan tegen besluiten en tegen besluiten op bezwaar die op grond van de Onderwijs- en examenregeling zijn genomen (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen en het bindend negatief studieadvies). Ook als het besluiten op bezwaar in andere zaken betreft, bijvoorbeeld rondom inschrijving en uitschrijving voor de opleiding, zaken van financiële aard of ordemaatregelen en dergelijke, kunt u daartegen in beroep gaan. U kunt binnen zes weken vanaf de bekendmaking van het besluit schriftelijk beroep aantekenen bij het HULoket Rechtsbescherming Studenten. Voor meer informatie over hoe u een beroep kunt indienen, verwijzen we naar www.klachtenwegwijzer.hu.nl Het HU-Loket Rechtsbescherming zorgt ervoor dat uw beroepschrift door het juiste orgaan behandeld wordt. Dit kan het College van Beroep voor de Examens zijn (voor vrijwel alle besluiten van de examencommissie), of de Geschillenadviescommissie (besluiten van de opleidings- of faculteitsdirectie op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek). Dit zijn onafhankelijke, hogeschoolbrede beroepsinstanties voor (aankomende) studenten en extranei van de HU. Ze zijn dus niet verbonden aan een faculteit of opleiding. Het beroepschrift wordt digitaal ingediend. Als u een beroep wilt indienen, is de volgende informatie relevant: uw naam, studentnummer, huisadres, woonplaats en uw telefoonnummer; vermelding van de faculteit en de afdeling/opleiding waar u bent ingeschreven; datum; een duidelijke omschrijving van het besluit met datum waartegen het beroep is gericht, onder vermelding van de persoon die, of het orgaan dat het besluit heeft genomen; een of meer gronden, waarop het beroep berust; een zo nauwkeurig mogelijk omschreven eis. Daarnaast moet u een scan van het bestreden besluit bijvoegen en is het raadzaam om ook alle correspondentie (denk aan emailberichten) en andere belangrijke stukken toe te voegen. Het beroepschrift richt je aan het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten, Postbus 573, 3500 AN Utrecht.
92/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Als het beroep door het College van Beroep voor de Examens wordt behandeld, verklaart deze vervolgens het beroep gegrond of ongegrond. Als het beroep gegrond wordt verklaard, betekent dat vaak dat de examencommissie die het oorspronkelijke besluit heeft genomen, een nieuw besluit moet nemen. Het College van Beroep voor de Examens doet dat dus niet zelf. Als het beroep ongegrond wordt verklaard, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. Als het beroep door de Geschillenadviescommissie wordt behandeld, brengt deze na onderzoek een advies uit aan het College van Bestuur, dat op basis daarvan een besluit neemt. De Geschillenadviescommissie adviseert het College van Bestuur een beroep gegrond of ongegrond te verklaren. Als het College van Bestuur het advies overneemt, zal het bij een gegrondverklaring ook de directie opdragen een nieuw besluit te nemen. Het College van Beroep voor de Examens en de Geschillenadviescommissie bestaan uit een externe voorzitter, docent- en studentleden. Als u interesse hebt om als lid op te treden dan kunt u hierover informatie inwinnen bij het secretariaat van het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten, tel. 088 481 85 94. In het Reglement Rechtsbescherming Studenten HU (www.reglementen.hu.nl) staan de procedures nader beschreven. Zie voor meer informatie www.klachtenwegwijzer.hu.nl. U kunt voor informatie en advies ook terecht bij de studentendecaan (zie 8.3) of het secretariaat van het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten, tel. 088 481 85 94.
7.3.2
Hoger beroep
Als u het niet eens bent met de uitspraak van het College van Beroep voor de examens of het besluit van het College van Bestuur, dan kunt u hiertegen ook nog extern hoger beroep aantekenen bij het College van Beroep voor het hoger onderwijs in Den Haag. Informatie over de procedure en termijnen kunt u vinden op de website www.cbho.nl. Zie H. 9 Reglement Rechtsbescherming Studenten.
7.4 7.4.1
Klachten Klacht indienen
Tegen een aantal andere besluiten en gedragingen van andere studenten of medewerkers, kunt u geen bezwaar aantekenen, maar u kunt wel een klacht indienen. Ook dat moet binnen een termijn van twee weken gebeuren, en ook hiervoor kunt u het standaardformulier gebruiken. Dit kunt u downloaden op www.klachtenwegwijzer.hu.nl. U kunt uw klacht indienen bij het facultaire
[email protected] of rechtstreeks bij het verantwoordelijke orgaan. Het facultaire loket zorgt er weer voor dat uw klacht door het juiste orgaan wordt behandeld. De procedure lijkt veel op de bezwaarprocedure (zie 7.2). Het orgaan dat uw klacht behandelt, kan u in de gelegenheid stellen om gehoord te worden. Als uw klacht betrekking heeft op een collega-student of een medewerker, wordt deze altijd in de gelegenheid gesteld om zijn reactie op uw klacht te geven. In principe wordt binnen twee weken een beslissing over uw klacht genomen. Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken een herzieningsverzoek indienen bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Als uw klacht een gedraging betreft, geldt een termijn van een jaar. U kunt een klacht ook mondeling bij het facultaire loket indienen, dan wordt ter plekke het standaardformulier ingevuld. De procedure is niet van toepassing op besluiten van algemene strekking. Zie art.8 Reglement Rechtsbescherming Studenten.
7.4.2
Herzieningsverzoeken bij klachten
93/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Als u niet tevreden bent over de afhandeling van uw klacht op de faculteit, kunt u een verzoek tot herziening indienen bij het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Hiervoor geldt een termijn van zes weken vanaf de beslissing naar aanleiding van uw klacht. Voor meer informatie over hoe u een verzoek tot herziening kunt indienen, verwijzen we naar www.klachtenwegwijzer.hu.nl. Het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten zorgt ervoor dat uw verzoek door het juiste orgaan behandeld wordt. Dit is bij de meeste klachten de Klachtencommissie Studenten, maar als het om klachten over ongewenst gedrag gaat, behandelt de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag uw klacht, zie 7.5. Dit zijn allebei hogeschoolbrede onafhankelijke klachtinstanties, ze zijn dus niet verbonden aan een faculteit. Ze brengen advies uit aan het College van Bestuur, dat vervolgens een besluit neemt. In het Reglement Rechtsbescherming Studenten HU en het Reglement inzake Ongewenst Gedrag (www.reglementen.hu.nl) staan de procedures nader beschreven of neem contact op met de studentendecaan. Zie H. 10 Reglement Rechtsbescherming Studenten en H. 4 Reglement inzake Ongewenst Gedrag.
7.5
Ongewenst gedrag
Het kan voorkomen dat uw klacht betrekking heeft op gedrag dat zo intimiderend is dat het onder de regelgeving voor ongewenst gedrag valt. Het gaat bijvoorbeeld om verbale of seksuele intimidatie, waarvan de gevolgen ernstig kunnen zijn. Het facultaire loket zal u altijd wijzen op de mogelijkheid u tot een vertrouwenspersoon (8.5) te wenden. Als u een klacht indient, kunt u ervoor kiezen die op de faculteit te laten behandelen (de instituutsdirecteur onderzoekt de klacht of laat hem onderzoeken), of deze voor te leggen aan de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag van de HU. De klacht wordt dan doorgestuurd naar het HU-Loket Rechtsbescherming Studenten. Er geldt een afwijkende termijn voor de indiening van klachten over ongewenst gedrag, namelijk tot twee jaar na de gedraging. Zie art.1.8 Begripsbepaling en art. 19 Termijnen Reglement Ongewenst Gedrag.
7.6
Schema klachten, bezwaar en beroep
Kwestie? Stap 1: Directe benadering (informeel) Bezwaarprocedure
Stap 2: Facultair loket
Klachtprocedure
Stap 3: HU-loket
College van Beroep voor de Examens Geschillenadviescommissie Klachtencommissie Ongewenst Gedrag/FG-P
Klachtencommissie Studenten 94/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
8
Studentzaken
8.1
Studiebegeleiding
Inleiding Als afgestudeerd hbo-student wordt u geacht zelfstandig te kunnen handelen. Gedurende de opleiding wordt u daarom ook gestimuleerd tot zelfstandig en initiatiefrijk optreden. Ons type onderwijs stimuleert kritisch en zelfstandig leren door probleemgestuurd- en projectonderwijs. Dat betekent dat u verantwoordelijk bent voor uw eigen leerproces en studieloopbaan. De opleidingen van de HU zorgen voor de randvoorwaarden en voor de juiste ondersteuning. De opleiding verzorgt studiebegeleiding bij diverse facetten van het studie- en leerproces. We onderscheiden vier typen begeleiding: inhoudelijke begeleiding, begeleiding bij studievaardigheden, studieloopbaanbegeleiding en begeleiding bij persoonlijke (studie)problemen. De HU gaat ervan uit dat u op eigen initiatief gebruikmaakt van deze vormen van begeleiding. Studieloopbaanbegeleiding Als student heef u recht op begeleiding van een studieloopbaanbegeleider (slb’er). Deze begeleider begeleidt u in uw competentieontwikkeling. Op basis van uw competentieontwikkeling en de resultaten monitort de studieloopbaanbegeleider de studievoortgang en handelt hiernaar. De studieloopbaanbegeleider heeft onder andere de volgende taken:
bewaken en bespreken van studieresultaten; samen met u een studieplanning opstellen als u een waarschuwing bij een tussentijds studieadvies heeft gehad; adviseren bij het maken van keuzes die in het kader van de opleiding van belang zijn; verwijzen naar een studentendecaan indien de vragen en problemen niet direct met de studie te maken hebben (persoonlijke omstandigheden, studiefinanciering, bezwaar en beroep).
Zie voor meer informatie over studieloopbaanbegeleiding door de opleiding 2.8.1.
8.2
Profileringsfonds
Het Profileringsfonds is een voorziening voor financiële ondersteuning van studenten. Het Profileringsfonds bestaat uit verschillende regelingen: Afstudeersteunregeling Studenten van de hogeschool die door bijzondere omstandigheden tijdens hun beursrechtperiode studievertraging hebben opgelopen, worden door deze regeling in staat gesteld hun studie zo spoedig mogelijk af te ronden dan wel voort te zetten. Regeling Bestuursbeurzen Studenten die tijdens hun studie in het bestuur van een vereniging gaan, kunnen in aanmerking komen voor een bestuursbeurs. In deze regeling staat hoe studenten van de hogeschool die tijdens of binnen twaalf maanden na afloop van hun beursrechtperiode erkende bestuursactiviteiten verrichten, daarvoor gefaciliteerd kunnen worden. Er is ook een mogelijkheid voor “kosteloos besturen” waarbij u niet wordt ingeschreven als student en geen collegegeld betaalt.U heeft dan geen recht op studiefinanciering, wel op een bestuursbeurs (bij erkende activiteiten). Kennisbeurzen Financiële ondersteuning voor non-EER (Europese Economische Ruimte) studenten die instellingscollegegeld in plaats van wettelijk collegegeld dienen te betalen.
95/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Topsportregeling Om de combinatie topsport/studie zo goed mogelijk te laten verlopen, stelt de HU een aantal voorzieningen beschikbaar. Deze voorzieningen worden verstrekt op basis van de individuele omstandigheden van de student/topsporter. Elk van de regelingen is opgenomen in een apart hoofdstuk. Daarnaast kent het Profileringsfonds bepalingen van algemene strekking, die op al deze vormen van steunverlening van toepassing zijn. Zie www.reglementen.hu.nl voor het Profileringsfonds. Het is belangrijk dat u bijzondere omstandigheden altijd tijdig bij uw studentendecaan (8.3) meldt om later mogelijk in aanmerking te kunnen komen voor het Profileringsfonds.
8.3
Studentendecaan
Het studentendecanaat van de HU geeft u informatie, advies en begeleiding. Elke faculteit en HU Amersfoort heeft een of meer studentendecanen. Zij zijn er om u te ondersteunen bij het beantwoorden van uw vragen of het aanpakken van problemen tijdens uw studie. De studentendecaan kan ook doorverwijzen, bijvoorbeeld naar de studentenpsycholoog of Centrum Studiekeuze. Alles wat u bespreekt, blijft vertrouwelijk. De studentendecanen zijn gebonden aan het Reglement Studentendecanen HU en de gedragscode van het Platform Studentendecanen van de HU. Studievoortgang en persoonlijke omstandigheden Tijdens uw studie kunt u studievertraging oplopen, bijvoorbeeld door familie- of relatieproblemen. Mogelijk dient u uw studie te onderbreken wegens medische omstandigheden, wordt u gehinderd door persoonlijke problemen of blokkeert u door faalangst. De studentendecaan helpt u om het probleem te verhelderen en oplossingen te zoeken. Ook kan de studentendecaan u helpen bij het vinden van een andere vorm van hulpverlening. Studieadvies en procedures De studentendecanen hebben een adviesfunctie in de procedure rondom het uitbrengen van het studieadvies als er sprake is van bijzondere omstandigheden. Zij zijn goed op de hoogte van regelingen waarin de rechten en plichten van de student en die van de HU staan beschreven. De studentendecaan kan u adviseren en ondersteunen bij bezwaar- en beroepsprocedures. Ook kunt u bij het Studentendecanaat terecht bij twijfel over uw studie, beroepskeuze en advies over vervolgopleidingen. Financiële zaken Financiële problemen zijn vervelend. Zeker als het echt een noodsituatie wordt en u bijvoorbeeld door een overmachtsituatie in (tijdelijke) geldnood komt. In sommige gevallen kunt u een beroep doen op een financiële tegemoetkoming uit het Profileringsfonds. Uw studentendecaan kan u hierbij adviseren. Kijk voor meer informatie op www.studentendecanaat.hu.nl. Zie ook artikel 40 Studentenstatuut en Reglement Studentendecanen HU (www.reglementen.hu.nl). Studentendecanen FG De studentendecanen zijn via het e-mailadres
[email protected] te bereiken. Dagelijks is er een open spreekuur tussen 13.00 en 14.00 uur voor het stellen van korte vragen en het maken van afspraken. Op de SharePointsite www.decanenfg.hu.nl kun je zien wie er als studentendecaan bij de FG werkt, wanneer ze bereikbaar zijn en waar ze in het gebouw zitten.
8.4
Centrum Studiekeuze
Bij Centrum Studiekeuze, een gezamenlijk initiatief van de HU en de Universiteit Utrecht, kunt u terecht als u twijfelt over uw opleiding, als u bent vastgelopen of als u wilt doorstuderen na uw bachelordiploma. Bij Centrum Studiekeuze kunt u advies inwinnen en ondersteuning vragen met betrekking tot uw studiekeuze. Kijk voor meer informatie op www.centrumstudiekeuze.nl.
96/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
8.5
Vertrouwenspersoon
De vertrouwenspersoon is er voor iedereen (medewerker en student), die te maken heeft (of heeft gehad) met ongewenst gedrag. Bij ongewenst gedrag kunt u denken aan fysiek geweld, agressie, verbale en seksuele intimidatie, discriminatie, schending van integriteit en racisme. Maar ook handtastelijkheden, flauwe grappen, pesterijen (ook op sociale media) en intimiderende e-mails of sms’jes kunnen als ongewenst worden ervaren. Iedereen bepaalt altijd zelf de grens waarover de ander niet heen mag gaan. Met andere woorden, niet voor iedereen ligt de grens van wat gewenst of ongewenst gedrag is op hetzelfde niveau. Dat kan te maken hebben met verschillen in achtergrond en opvoeding. Ongewenst gedrag kan mensen diep raken, zelfs zo dat ze er ziek van worden. Velen denken dat het gedrag vanzelf overgaat als u er maar geen aandacht aan besteedt. Maar dat gebeurt zelden. Voor wie last heeft van ongewenst gedrag, van welke vorm dan ook, bestaat de mogelijkheid om dat bij de vertrouwenspersoon onder woorden te brengen. De ervaring leert telkens weer dat praten helpt en daarvoor kunt u bij de vertrouwenspersoon terecht. Uw anonimiteit is gewaarborgd en uw gegevens worden vertrouwelijk behandeld. Na een melding kijkt de vertrouwenspersoon samen met u als melder hoe het ongewenste gedrag zo snel mogelijk gestopt kan worden. Dit alles gebeurt in goed overleg: er worden geen stappen genomen zonder toestemming van u als melder. Desgewenst begeleidt de vertrouwenspersoon u enige tijd. Informatie vindt u op www.studentzaken.hu.nl. De Regeling inzake ongewenst gedrag en verdere relevante informatie staan op de openbare site van de HU-vertrouwenspersonen: www.vertrouwenspersoon.hu.nl. Zie ook artikel 51 Studentenstatuut en Regeling inzake Ongewenst Gedrag (www.reglementen.hu.nl). U bent als melder van ongewenst gedrag altijd vrij de keuze te maken naar een vertrouwenspersoon van een andere faculteit te gaan. Vertrouwenspersonen FG Ariëtta Sander Telefoon: 088 481 5137 E-mail:
[email protected] Werkdagen: ma,woe; incidenteel do of vrij Voor een overzicht van alle vertrouwenspersonen zie: Overzicht Vertrouwenspersonen.
8.6
Studentenarts
Wanneer u niet alleen komt studeren in Utrecht maar er ook komt wonen dan bent u verplicht uzelf in te schrijven bij de gemeente Utrecht. Ook bent u vanuit uw zorgverzekeraar verplicht u in te schrijven bij een huisarts in Utrecht. Als student kunt u zich, ongeacht waar u in Utrecht woont, inschrijven bij Huisartsenpraktijk Campus Uithof via www.huisartsdeuithof.nl. De huisartsenpraktijk heeft twee vestigingen in Utrecht, op het Utrecht Science Park in Casa Confetti (Leuvenplein 10-11) en in het Medisch Centrum Janskerkhof (Nobelstraat 2a). In geval van door ziekte gemiste tentamens, studiestaking door ziekte of bij het aanvragen voor ondersteuning uit het Profileringsfonds, is het overleggen van een doktersverklaring soms noodzakelijk. Niet iedere huisarts wil dergelijke verklaringen ten behoeve van derden afgeven. Bovendien heeft de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst) een richtlijn uitgegeven dat de behandelende arts niet de aangewezen persoon is om zo'n verklaring af te geven. Wanneer u een verklaring over uw gezondheid nodig heeft, dan dient u deze eerst aan uw eigen huisarts te vragen. Indien uw eigen huisarts deze niet kan of wil geven, dan kunt u naar de studentenarts gaan. Verwijzing naar de studentenarts gaat uitsluitend via de studentendecaan (8.3). De studentenarts van de HU is: Huisartsenmaatschap Therapeuticum Utrecht, telefoonnummer (030) 275 95 00, Dekhuyzenstraat 60, 3572 WN in Utrecht. 97/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
8.7
Bureau Studentenpsychologen
Het kan zijn dat u tijdens uw studie moeilijkheden ervaart. Dat kan direct met uw studie te maken hebben, maar het kan ook van meer persoonlijke aard zijn en een negatieve invloed hebben op uw studievoortgang. Komt u er zelf niet uit, dan kunt u terecht bij Bureau Studentenpsychologen van de HU. In een aantal gesprekken zoekt de studentenpsycholoog samen met u een oplossing voor uw problemen. Het maximum aantal gesprekken is vijf (van vijftig minuten). Minder kan uiteraard ook. Behalve individuele gesprekken verzorgt Bureau Studentenpsychologen ook een faalangsttraining. Het kan zijn dat de hulp die de studentenpsycholoog biedt niet aansluit bij uw problemen en/of hulpverwachting. Dan kan Bureau Studentenpsychologen u helpen de weg te vinden naar andere hulpverlenende instanties. Voor aanmelding bij het Bureau Studentenpsychologen is een verwijzing nodig van een studentendecaan. Neem dus eerst contact op met de studentendecaan voor een verwijzing. Vervolgens kunt u zich via de mail aanmelden. Vertrouwelijkheid staat voorop. Niemand anders dan u en het Bureau Studentenpsychologen kennen de inhoud van de gesprekken. En alleen als u dat wilt, kunnen er anderen bij betrokken worden. Er zijn voor studenten geen kosten aan verbonden. Meer informatie vindt u op www.bureaustudentenpsychologen.hu.nl.
8.8
Mediation
Heeft u een samenwerkingsprobleem met een medestudent? Een conflict met uw docent? Er is een grote kans dat een studentmediator u kan helpen. Mediation is een vorm van conflictoplossing. U gaat met degene met wie u het conflict heeft op zoek naar de oplossing van uw conflict, waarbij u begeleid wordt door een neutrale en onafhankelijke mediator. De mediator stelt u in staat om alles waarover u het oneens bent te bespreken, zorgt voor herstel van de communicatie en helpt u de relatie te verbeteren. De mediator draagt zelf geen oplossingen aan, maar helpt u om de oplossingen te vinden waar u beiden tevreden over bent. Als u meer wilt weten over studentmediation of als u een studentmediator wilt inschakelen, neem dan contact op met HU-Mediation voor advies en/of hulp via 088 481 98 38 of www.mediation.hu.nl. Meer informatie vindt u op www.mediation.hu.nl of onder www.studentvoorzieningen.hu.nl.
8.9
Studeren met een functiebeperking
Wat is een functiebeperking? Onder een functiebeperking verstaan we alle lichamelijke, zintuiglijke en psychologische aandoeningen die chronisch, dus blijvend van aard, zijn. Functiebeperkingen kunnen zichtbaar of onzichtbaar zijn. Het komt vaak voor dat een beperking of chronische ziekte niet meteen opvalt. Denk aan dyslexie, chronische vermoeidheid, AD(H)D, CANS/RSI, reuma of psychische aandoeningen zoals depressie en vormen van autisme, zoals PDD-NOS en Syndroom van Asperger. Als u een functiebeperking of een chronische ziekte heeft, adviseren we u om aan het begin van het studiejaar contact op te nemen met een studentendecaan van uw faculteit. Ook als u denkt (nog) geen hulp nodig te hebben. Dit kunt u doen per e-mail, telefonisch of door binnen te lopen op het inloopspreekuur bij de studentendecaan. Op www.studentendecanaat.hu.nl vindt u de gegevens van het studentendecanaat op uw faculteit. Een functiebeperking of een chronische ziekte kan immers belemmeringen veroorzaken die tot studievertraging of studie-uitval kunnen leiden. Aanpassingen en voorzieningen 98/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Het is raadzaam uw beperking zo snel mogelijk te melden bij uw studieloopbaanbegeleider en bij een studentendecaan van uw faculteit. Eventuele voorzieningen kunnen dan op tijd geregeld worden. In een intakegesprek met een studentendecaan van uw faculteit bespreekt u welke functiebeperking of chronische ziekte u heeft en welke belemmeringen er zijn of kunnen optreden tijdens uw studie. Vervolgens wordt onderzocht of er voorzieningen en maatregelen nodig zijn, en zo ja, welke. Hierbij geeft de studentendecaan aan welke mogelijkheden er binnen uw opleiding zijn om met aanpassingen succesvol te kunnen studeren. De studentendecaan zal ook aangeven wanneer iets niet mogelijk is. Als er (nog) geen maatregelen nodig zijn, bespreekt de studentendecaan de vervolgstappen met u op het moment dat er wel belemmeringen optreden. Uiteraard wordt alles wat u met de studentendecaan bespreekt vertrouwelijk behandeld. Meer informatie over studeren met een functiebeperking of chronische ziekte vindt u in 4.3.4 en op www.onbelemmerdstuderen.hu.nl.
8.10 Verbetering taalvaardigheden Heeft u problemen met uw Nederlandse taalvaardigheden, raadpleeg dan uw slb’er of eventueel uw studentendecaan voor informatie over de mogelijkheden om aan deze vaardigheden te werken. Ook kunt u gebruikmaken van het digitale taalloket om deze vaardigheden te verbeteren: www.taalloket.hu.nl.
8.11 Bibliotheek Als HU-student kunt u gebruikmaken van alle locaties van de HU-Bibliotheek (HUB). Via de website www.bibliotheek.hu.nl kunt u de bibliotheek digitaal bezoeken. Op de portal voor uw vakgebied vindt u toegang tot digitale informatie, zoals full-text artikelen uit boeken, tijdschriften en kranten. De meeste bronnen zijn thuis toegankelijk met behulp van uw HU inloggegevens. Naast het digitale aanbod, heeft de bibliotheek een collectie boeken en tijdschriften. Via de catalogus op de bibliotheeksite kunt u deze doorzoeken. Op vertoon van uw collegekaart kunt u gratis lenen. Indien gewenst, kunt u vanaf huis reserveren en aangeven op welke HUB-locatie u de reservering wilt ophalen. U kunt bij de informatiespecialisten van de HUB terecht voor hulp bij zoekvragen. Daarnaast biedt de bibliotheek trainingen op het gebied van informatievaardigheden waarbij u uw zoekvaardigheid kunt vergroten en handig gebruik leert te maken van databanken en andere tools. . U kunt gratis lid worden van de Universiteitsbibliotheek Utrecht, op vertoon van uw HU-collegekaart en adreslegitimatie.
8.12
Internationalisering
Studeren of stage lopen in het buitenland is uitstekend voor uw persoonlijke ontwikkeling. Niet alleen kijken organisaties steeds vaker naar relevante buitenlandervaring op een cv, ook in onze multiculturele samenleving kan interculturele ervaring goed van pas komen. In het buitenland maakt u kennis met een nieuwe omgeving, een nieuwe cultuur en nieuwe werkwijzen. Kortom: studeren of stage lopen in het buitenland is een waardevolle ervaring. Als student aan de HU heeft u de mogelijkheid om voor studie of stage naar het buitenland te gaan. Voor sommige studenten is dit zelfs een verplicht onderdeel van de studie. Alle andere studenten kunnen in overleg met hun opleiding hun stage in het buitenland doen of hun profileringsruimte inzetten om naar het buitenland te gaan. Het International Office kan u adviseren en op weg helpen. Op een paar locaties is er een balie waar u terecht kunt met vragen. Meer informatie over de services en openingstijden van het International Office vindt u op www.io.hu.nl Wanneer u specifieke vragen heeft kunt u mailen naar
[email protected] of een afspraak maken via 088 481 81 81. Kom vooral ook naar de ‘Wil Weg Dag’ (Going-Away Fair) om meer te weten te komen over uw studie- en stage mogelijkheden in het buitenland. Het International Office organiseert dit evenement jaarlijks op de tweede dinsdag van oktober.
99/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
8.12.1
Study abroad
De HU heeft ruim 200 geaccrediteerde partneruniversiteiten over de hele wereld waarmee studentuitwisseling plaatsvindt. Als student aan de HU heeft u de mogelijkheid om een (half) studiejaar aan een van deze hogescholen of universiteiten in het buitenland te studeren (Study Abroad). Het International Office onderhoudt de contacten met partneruniversiteiten, ondersteunt bij uw aanmelding, informeert u tijdens uw study abroad en verzamelt en verwerkt bij terugkomst evaluaties en cijferlijsten. Wilt u zich aanmelden voor een Study Abroad? Kijk voor de mogelijkheden, voorwaarden en aanmeldingsprocedure op www.io.hu.nl onder ‘Study Abroad’. Onder ‘Grants & Scholarships’ kunt u informatie vinden over beschikbare beurzen. Voor een study abroad binnen Europa kunt u bijvoorbeeld in aanmerking komen voor een Erasmus studiebeurs. LET OP: De deadline om u aan te melden voor een study abroad is 1 februari voorafgaand aan het studiejaar waarin u weg wilt gaan. De inschrijving voor een study abroad opent en sluit dus veel eerder dan voor een reguliere minor.
8.12.2
Stage in het buitenland
Wilt u stage lopen in het buitenland (Internship Abroad)? Schakel dan uw stagecoördinator en/of het praktijkbureau van uw opleiding in. Zij informeren u over de te volgen procedure en moeten goedkeuring aan uw stageplaats verlenen. U bent zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stageplaats, maar soms kan uw stagecoördinator en/of het praktijkbureau w hierbij helpen. Zorg er in ieder geval voor dat w ruim op tijd begint met zoeken. Vooral wanneer w buiten Europa stage wilt lopen kan het regelen van een visum en andere praktische zaken veel tijd in beslag nemen. Kijk voor meer informatie en handige tips op www.io.hu.nl onder ‘Internship Abroad’. Onder ‘Grants & Scholarships’ kunt u informatie vinden over beschikbare beurzen. Voor een Internship Abroad binnen Europa kunt u bijvoorbeeld in aanmerking komen voor een Erasmus Placement beurs. Zie 2.5.3 voor meer informatie over stage mogelijkheden binnen uw opleiding.
8.13 Medezeggenschap Enthousiaste, betrokken en leergierige studenten zijn onmisbaar voor onze hogeschool. Vindt u het belangrijk om het perspectief van de student voor het voetlicht te brengen en zo bij te dragen aan de kwaliteit van het onderwijs én wilt u graag bestuurlijke ervaring opdoen tijdens uw studie? Bent u nieuwsgierig of kritisch en heeft u goede ideeën? Word dan actief in een van de commissies of raden waar u invloed kunt uitoefenen op de inhoud van uw eigen onderwijs, de gang van zaken op de faculteit of het hogeschoolbrede beleid. Kijk voor meer informatie op www.medezeggenschap.hu.nl of www.bps.hu.nl. U kunt ook contact opnemen met de coördinator Bestuurlijke Participatie Studenten (BPS) via
[email protected]. De coördinator BPS informeert, biedt ondersteuning en coaching aan studenten in de medezeggenschapsraden van de HU en organiseert in het kader hiervan activiteiten voor bestuurlijk actieve studenten, zoals workshops, trainingsdagen en borrels.
8.13.1
Inspraakorganen
Welke onderwerpen spreken u het meeste aan? De inhoud van uw eigen opleiding? De gang van zaken op de faculteit? Of het strategische hogeschoolbrede beleid? U kunt op deze drie niveaus participeren in de medezeggenschap en bestuurlijke ervaring opdoen, hetgeen u later goed van pas kan komen. Uw opleiding heeft een opleidingscommissie (OC), hierover kunt u meer info vinden in 2.8.5.
100/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
De gang van zaken op de faculteit wordt besproken in de Facultaire Medezeggenschapsraad (FMR). Het beleid van de faculteitsdirectie wordt ter instemming aan de raad voorgelegd. U kunt hierbij denken aan het ICT-beleid, het flexibiliseringsbeleid en de faculteitsbegroting. Ook kan een faculteitsraad zelf onderwerpen agenderen en bespreken met het bestuur. Elke faculteit heeft een eigen raad. De Hogeschoolraad, het Centrale Medezeggenschapsorgaan, is de gesprekspartner van het College van Bestuur. Het HU-brede beleid wordt ter instemming aan de raad voorgelegd. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld het strategisch beleid, de Onderwijs- en examenregeling (OER), het huisvestingsbeleid en het kwaliteitsbeleid. De Hogeschoolraad bespreekt daarnaast jaarlijks de gang van zaken met de raad van toezicht. De inspraakorganen hebben tal van mogelijkheden om hun invloed uit te oefenen, met als uiteindelijke doel het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. Kijk voor meer informatie over medezeggenschap en de inspraakorganen op www.medezeggenschap.hu.nl.
8.13.2
Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten
De HU stimuleert u als student om bestuurlijk actief te zijn, zodat u bestuurlijke en organisatorische vaardigheden in de praktijk kunt opdoen. Daarnaast zien we graag dat enthousiaste, betrokken en leergierige studenten bijdragen aan de beleidsontwikkeling op de HU. Daarom kunt u als bestuurlijk actieve student gebruikmaken van onderstaande voorzieningen: als studentlid van een inspraakorgaan kunt u gratis en onbeperkt medezeggenschap gerelateerde trainingen, of competentietrainingen volgen; er zijn formats en handleidingen beschikbaar voor studentleden die zitting nemen in de centrale raad, facultaire raad of opleidingscommissie; via het voor alle bestuurlijk actieve studenten opgezette intranet (www.bps.hu.nl) kunt u kennis en informatie delen met studentleden uit andere inspraakorganen; uiteraard doet u het niet voor niets, behalve een flinke hoeveelheid bestuurlijke ervaring ontvangt u per vergadering een vergoeding van € 40,-. Aan de (totale) financiële compensatie voor bestuursactiviteiten is een maximum verbonden. Zie de desbetreffende regelingen op www.reglementen.hu.nl. Wilt u graag lid worden van een of meerdere inspraakorga(a)n(en), dan kan dat door u kandidaat te stellen bij de eerstkomende verkiezingen (www.verkiezingen.hu.nl). U kunt zich als persoon kandidaat stellen of via de medezeggenschapsvereniging, zie 2.8.4. Raadpleeg voor vragen over de OC het secretariaat van uw opleiding of stuur een e-mail naar de coördinator BPS (
[email protected]). Zie voor meer informatie ook www.bps.hu.nl.
8.14 Studium Generale Studium Generale - Ambassadeur van Ambitie Niet genoeg aan uw studie? Op zoek naar meer verantwoordelijkheid binnen de opleiding, meer inhoudelijke programma’s buiten de colleges of op zoek naar gelijkgestemde studenten, docenten en medewerkers van binnen en buiten de HU? Dan moet u bij Studium Generale zijn. Studium Generale is de plek voor HU–studenten die wat extra uitdaging of verdieping naast hun studie zoeken. Van programma's waar u binnen tien weken actuele wereldkwesties in een historisch, politiek en economisch perspectief leert plaatsen tot debatten over de hogeschool, of over de lokale en landelijke politiek. Van leren ondernemen, besturen en innoveren door praktijkdeskundigen tot filmsessies en gesprekken tussen docenten, management en studenten – Studium Generale is de plek voor iedereen voor wie 'normaal studeren' niet spannend genoeg is. Studium Generale coördineert o.a. de Utrecht College Tour, is curator van TEDxUtrecht en trekt de organisatie van de Docent van het Jaar-verkiezing samen met Trajectum. Op www.studiumgenerale.hu.nl vindt u altijd het laatste nieuws over het programma en kunt u zich aanmelden voor de Twitter- en Facebook-accounts van Studium Generale.
101/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
8.15 Studentenvereniging 8.15.1
Algemeen
Utrecht heeft een bruisend studentenleven. Verenigingen en studentenorganisaties in allerlei soorten en maten dragen daar hun steentje aan bij. Het bekendst zijn de gezelligheidsverenigingen. Er zijn ook verenigingen die een andere inslag hebben zoals de levensbeschouwelijke studentenverenigingen, internationale en interculturele verenigingen. En natuurlijk hebben studenten ook allerlei eigen sportverenigingen en culturele verenigingen. Een overzicht van verenigingen vindt u op www.utrechtstudentenstad.nl. De HU geeft financiële steun aan studentenverenigingen. De subsidie wordt gegeven voor structurele en incidentele activiteiten. Wilt u meer weten over het aanvragen van en de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een subsidie? Kijk dan op www.studentvoorzieningen.hu.nl onder Geldzaken. Ter verduidelijking nog even het volgende: naast studentenverenigingen zijn er ook studieverenigingen. Studieverenigingen zijn gekoppeld aan uw opleiding. Zie hiervoor 2.8.4.
8.15.2
Bestuursbeurs
Zit u in het bestuur of in een commissie van een studie- of studentenvereniging (Utrechtbreed of binnen de hogeschool), dan kunt u in aanmerking komen voor een bestuursbeurs. Een bestuursbeurs is een toelage die dient als compensatie voor de studievertraging die u door uw bestuursactiviteiten kan oplopen. U ontvangt deze buiten uw prestatiebeurs. Welke studentenorganisaties en bestuurlijke functies in aanmerking komen voor een bestuursbeurs vindt u in de Bijlage bij de Regeling bestuursbeurzen voor studentbestuurders in studentenorganisaties UU/HU. Zie ook hoofdstuk D van het Profileringsfonds HU www.reglementen.hu.nl. Kijk voor meer informatie over de procedure of voor het aanvragen van een bestuursbeurs op www.studentvoorzieningen.hu.nl onder Profileringsfonds.
8.16 Topsport Doet u aan topsport en wilt u daarnaast studeren? De HU biedt een groot aantal faciliteiten aan studenten die hun studie willen combineren met een carrière in de topsport. De HU beoordeelt op basis van uw individuele omstandigheden en het niveau waarop u de sport beoefent of u gebruik kunt maken van deze voorzieningen. Welke faciliteiten zijn er voor topsporters? Topsporters kunnen in aanmerking komen. voor de volgende faciliteiten:
begeleiding bij het plannen van de studie; in samenspraak met de examencommissie uitstel of verplaatsen van tentamens, indien mogelijk; samenwerking met NOC*NSF, Olympische netwerken, Nationaal Topsport Centrum, Regionale Trainingscentra en topsportbegeleiders; financiële ondersteuning als er studievertraging wordt opgelopen door het sporten op topniveau.
Neem voor meer informatie contact op met de Topsportcoördinator van de HU via
[email protected], of kijk op www.topsporters.hu.nl.
8.17 Trajectum Trajectum is het redactioneel onafhankelijke platform van de HU. In het magazine, dat elke tweede dinsdag van de maand verschijnt, staan verhalen over studenten, studeren, studentenleven, onderwijs en onderzoek, de stad Utrecht en cultuur.
102/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Op Trajectum Online www.trajectum.hu.nl vindt u elke dag nieuws, filmpjes, blogs van studenten en docenten en praktische informatie. Trajectum is ook te volgen via Facebook en Twitter.
8.18 Sport Tegen studentenprijzen kunt u sporten bij Olympos, het sportcentrum van de HU en Universiteit Utrecht. Olympos heeft onder meer een ruim aanbod aan conditionele sporten en bal-, dans-, vecht- en racketsporten. Kijk op www.olympos.nl voor uitgebreide informatie over het aanbod, data en tarieven. Zie ook artikel 42 Studentenstatuut (www.reglementen.hu.nl).
8.19 Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren De HU hecht groot belang aan een gezonde, veilige en plezierige leer- en werkomgeving, de zorg voor het milieu en het zuinig omgaan met energie. De HU wil uw veiligheid en gezondheid waarborgen, door het – tot een aanvaardbaar niveau – verkleinen van risico’s op het gebied van arbeidsomstandigheden. Daarom beschikken alle faculteiten en diensten van de HU over een Arbo- en Milieucommissie (A&M-commissie) die het aanspreekpunt is voor arbo- en milieuzaken en die de uitvoering coördineert van het Arbo- en Milieubeleid binnen de faculteiten. Een deel van de verantwoordelijkheid voor veiligheid, gezondheid en milieu ligt natuurlijk ook bij uzelf. Hoe kunt u bijdragen aan de veiligheid en gezondheid? We verwachten van u dat u binnen de HU meewerkt aan een veilige, gezonde en milieuvriendelijke studieomgeving. Aandachtspunten zijn: weten wat u moet doen in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten; vrijhouden van vluchtwegen, nooduitgangen en brandblusmiddelen; het voorkomen van lichamelijke klachten (CANS/RSI); veilig werken in practicumlokalen; het melden van onveilige situaties; aandacht hebben voor het milieu. Hieronder vindt u over deze punten meer informatie. Wat te doen bij brand, ongeval of calamiteit? U wordt geacht op de hoogte te zijn van de regeling voor brand, calamiteiten, ongevallenmelding (zie hieronder) en van vluchtroutes en nooduitgangen. Vluchtroutes en nooduitgangen zijn te vinden op de vluchtplattegronden in het gebouw. In alle ruimtes staat vermeld wat u moet doen bij een calamiteit. Bel nooit zelf de brandweer, politie of ambulance. Bel wel onmiddellijk het interne alarmnummer 0884815112 u komt dan in contact met een medewerker(-ster) van de centrale faculteits- of locatiebalie of de receptie. Meld kort en duidelijk: uw naam en lokaal of werkplek; uw telefoonnummer; de actuele situatie (hoe, wat en waar); of er slachtoffers zijn en hoeveel; waar het is gebeurd. De medewerker(-ster) alarmeert een EHBO’er of, bij een grotere calamiteit, het hoofd Bedrijfshulpverlening (BHV). Blijf altijd kalm, waarschuw iedereen om u heen die in gevaar is en wacht tot hulpverleners ter plaatse zijn. Bedrijfshulpverlening (BHV) & EHBO Iedere locatie beschikt over een bedrijfshulpverleningsorganisatie die bij brand, ongevallen en andere calamiteiten kan worden ingezet. Voor meer informatie over de BHV organisatie van de HU zie de site www.bhv.hu.nl
103/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
BHV’ers zijn tijdens hun inzet herkenbaar aan hun gekleurde hesjes met daarop de tekst BHV’er. Volg bij brand, ongevallen of andere calamiteiten altijd strikt hun aanwijzingen op. Maak bij ontruiming van het gebouw geen gebruik van de lift. Gebruik bij een ontruiming de dichtstbijzijnde route om het pand te verlaten. Loop niet op automatische piloot naar de hoofd in- uitgang. Dit zorgt voor een ongewenste druk op dat ene punt. Blijf buiten op de verzamelplaats die door de BHV’er wordt aangewezen en wacht op verdere instructies. Houd altijd de weg vrij voor brandweer en ambulances. Verlaat het gebied niet zonder uzelf af te melden. Dit voorkomt eventuele zoekacties. Vrijhouden van vluchtwegen, nooduitgangen en brandblusmiddelen Om een locatie snel te kunnen verlaten is het van levensbelang dat vluchtwegen, nooduitgangen steeds vrij van obstakels zijn. Ook dienen brandblusmiddelen onder alle omstandigheden goed bereikbaar te zijn. Dit is een taak van ons allemaal. Studeren en CANS De computer is tijdens uw studie een belangrijk en bijna onmisbaar hulpmiddel. Naast de uren voor uw studie (thuis of op de HU locatie), gebruikt u middel mogelijk ook nog gedurende enige tijd per dag voor privé activiteiten (mail / internetten / spelletjes enz..). Dit betekent al snel een lichamelijke belasting van minimaal 4 - 8 uren per dag. Niet iedereen kan een dergelijke belasting in steeds dezelfde houding en/of met steeds dezelfde bewegingen van het lichaam even goed verdragen. Misschien heeft u ook wel eens pijn in uw arm. Deze pijn kan duiden op CANS (Complaints of Arm, Neck and or Shoulder), vroeger ook wel RSI genoemd. Iedereen kan hiermee te maken krijgen. Als u de eerste signalen niet serieus neemt, kunnen de klachten zich uitbreiden. Oorzaken van CANS kunnen zijn: repeterend werk; een statische werkhouding; weinig afwisseling in houding en beweging; een verkeerde zithouding op uw werkplek (informatie over een juiste zithouding staat in de HU-folder Geef CANS geen KANS); stress, vooral in piekperioden (tentamens, scriptie schrijven). U kunt CANS grotendeels zelf voorkomen door uw gedrag aan te passen of aanvullende middelen te gebruiken. Te benoemen zijn o.a.: Wissel beeldschermwerk regelmatig af met niet PC gebonden activiteiten; Werk gemiddeld genomen per dag niet langer dan 6 uur met een desktop PC, en niet langer dan 2 uur aaneengesloten met een laptop zonder aanvullende accessoires. Neem bij beeldschermwerken regelmatig een korte pauze. Werk voor de cursorbediening (en dus de functionaliteiten binnen diverse programma’s) meer met sneltoetsen i.p.v. de muis. Zorg bij een laptopgebruik van langer dan 2 uur aaneengesloten per dag, voor een laptopstandaard, een aparte muis en een van de laptop gescheiden toetsenbord. Let op een goede zithouding bij het beeldschermwerken. Zorg voor voldoende ontspanning naast uw studie door sporten en / of een andere lichamelijke belasting. Neem lichamelijke klachten (pijn, tintelingen, doof gevoel, die mogelijk te koppelen zijn aan uw hoeveelheid van beeldschermwerken) altijd serieus. Bezoek een huisarts voor het stellen van een diagnose. Als de huisarts aangeeft dat uw lichamelijke klachten te maken hebben met beeldschermwerken, meld dit dan bij uw studieloopbaanbegeleider of uw decaan. Heeft u behoefte aan meer inhoudelijke hulp, neem dan contact op met het A&M team (dienst Bedrijfsvoering) via
[email protected]. Zie voor meer informatie over studeren met een functiebeperking par. 8.9 van deze studiegids.
104/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Als hulpmiddel bij het gezonder en efficiënter beeldschermwerken (punt 1 t/m 4 hierboven) , biedt de HU u de mogelijkheid gedurende uw studie gebruik te maken van ControlWORK (CtrlWORK). Er is een speciale sharepointsite (CTRLWORK) waar u meer inhoudelijke informatie over dit programma kan lezen. Wilt u het programma gaan gebruiken dan kan dit door de aanwijzingen over het thuisgebruik (incl. installatie instructie) te volgen. Meer specifieke informatie en een video-instructie over het instellen van beeldschermwerkplekken kunt u vinden op www.arboenmilieu.hu.nl. Met CANS-klachten kunt u terecht bij uw studieloopbaanbegeleider of studentendecaan. U kunt ook terecht bij het Arbo- & Milieuteam HU (zie: www.arboenmilieu.hu.nl). Zijn uw klachten al zo ernstig dat er een arts moet worden geraadpleegd, ga dan naar uw eigen huisarts. (Zie ook 8.9 over studeren met een functiebeperking.) Veilig werken in practicumlokalen Als u in practicumlokalen aan het werk gaat met bijvoorbeeld apparaten, machines, gereedschappen of chemische/gevaarlijke stoffen dan moet u altijd denken aan uw eigen veiligheid en die van anderen. Volg daarom altijd de aanwijzingen van de docent op. Houdt u aan de voorgeschreven veiligheidsregels en de instructies die zijn opgenomen in de practicumhandboeken. Belangrijk is dat u altijd de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen draagt, zoals een veiligheidsbril of beschermende kleding. Zorg dat u altijd de op machines aanwezige afschermings- en veiligheidsvoorzieningen gebruikt. Melden van incidenten-calamiteiten en / of onveilige situaties De HU doet er alles aan om te zorgen voor een veilige, gezonde en milieuvriendelijke leer- en werkomgeving. Mocht u desondanks situaties signaleren die onveilig zijn of verbeterd moeten worden dan deze graag melden bij uw docent, receptie of de Arbo- en Milieucommissie van uw faculteit. Milieu De faculteit heeft aandacht voor het milieu. Dit betekent zuinig omgaan met water en energie, minder afval en een goede afvalscheiding. U kunt hier zelf een bijdrage aanleveren door: het licht niet aan te doen wanneer er voldoende licht is; het licht uit te doen als u een lokaal leeg achterlaat; geen water te verspillen en de spaarknop van de spoelbak (als die er is) te gebruiken; bij warmte het raam niet open te zetten maar de verwarming lager zetten; uw computer en het beeldscherm uit te zetten als u klaar bent met uw werk; spaarzaam documenten af te drukken; koffiebekertjes meermaals te gebruiken; (chemisch) afval (batterijen, papier, restanten van consumpties) in de daarvoor bestemde afvalbakken te doen, ook in de kantine; het gebouw schoon te houden en zwerfafval te voorkomen; u te houden aan het rookverbod binnen de gebouwen, roken doet u buiten op de aangeven plekken. Voor vragen, opmerkingen of ideeën over arbo- en milieuzaken kunt u terecht bij de Arbo- en Milieucommissie van uw faculteit of bij het Arbo- & Milieuteam HU. Kijk voor meer informatie op www.arboenmilieu.hu.nl.
8.20 Verzekeringen: aansprakelijkheid, ongevallen en reisverzekering U bent zelf aansprakelijk voor de (financiële) gevolgen van ongevallen en schade die u veroorzaakt aan derden. U kunt uzelf hiervoor verzekeren door het afsluiten van een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren. Voor ongevallen/overlijden en voor wettelijke aansprakelijkheid tijdens het verblijf in of op weg naar gebouwen van de faculteit heeft de HU een beperkte verzekering. Activiteiten in het kader van de studie buiten de HU-locaties (in Nederland) vallen hier ook onder, evenals activiteiten in het kader van het HUonderwijs in het buitenland. 105/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Veroorzaakt u schade tijdens uw stage, dan wordt eerst de aansprakelijkheidsverzekering van de stagebiedende instelling aangesproken. Biedt deze geen dekking, dan wordt vervolgens uw aansprakelijkheidsverzekering aangesproken. Bieden beide verzekeringen geen dekking, dan kan de verzekering van de HU worden aangesproken. Verblijf in het buitenland in het kader van HU-onderwijs Wanneer u in het kader van HU-onderwijs naar het buitenland gaat voor studie, stage of een andere activiteit (excursie, studiereis, seminar, congres, etc.) dan bent u verplicht uw buitenlandverblijf te registreren. Voor ieder buitenlandverblijf in het kader van HU-onderwijs dient u zich apart te registeren. Dit is nodig omdat de HU u en uw contactpersonen moet weten te bereiken in het geval van een calamiteit tijdens uw buitenlandverblijf. Daarnaast bent u met uw registratie automatisch aangemeld voor de gratis HU reisverzekering. Meer informatie over registreren, de gratis HU reisverzekering en zorg-, aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering vindt u op www.gratisverzekerd.hu.nl.
8.21 Werken naast uw studie Wilt u een leuke (bij)baan die goed aansluit op uw studie? Campus Recruitment is dé plek voor persoonlijk loopbaanadvies, een cv-boost maar vooral voor een leuke bijbaan of startersfunctie waar u niet wordt afgerekend op te weinig (werk)ervaring. Kijk op www.campusrecruitment.eu. U kunt ook in contact komen met kenniscentra waar studenten gezamenlijk, en onder leiding van een lector, toepassingsgericht onderzoek doen, of werken aan productinnovaties. In 2014 zijn Studentzaken en Campus Recruitment een studentenpool gestart waar verschillende losse klussen (flyeren voor een evenement, helpen op open dagen, deelnemen aan een commissie, advies geven voor een beleidsplan e.d.) binnen de HU aangeboden worden. U mag naast uw studiefinanciering beperkt bijverdienen per kalenderjaar, zonder dat dit gevolgen heeft voor uw studiefinanciering. Deze bijverdiengrens kunt u terugvinden op de site van DUO (Dienst Uitvoering op Onderwijs, www.duo.nl) en geldt voor iedereen die recht heeft op studiefinanciering. Werkt u zoveel dat u er studievertraging door oploopt, dan is het vaak verstandiger om extra geld te lenen bij DUO. Uw studentendecaan kan u hierbij adviseren (zie 8.2).
8.22 Huisvesting Een leuke betaalbare kamer in Utrecht is niet gemakkelijk te vinden. Houd er rekening mee dat het in de zomermaanden extra druk is op de kamermarkt. Schrijf u in bij www.kamersinutrecht.nl, www.kamernodig.nl of bij www.woningnet.nl. Heeft u woonruimte gevonden en bent u verhuisd, schrijf u dan in in het bevolkingsregister van de gemeente. Dit is onder meer nodig om bij DUO aan te tonen dat u uitwonend bent. Inschrijven kan (binnen vijf dagen na uw verhuizing) bij de Dienst Burgerzaken. Neem een geldig legitimatiebewijs mee. Geef uw nieuwe adres ook door aan de HU. Dit doet u via OSIRIS (2.8.2.4) of geef uw adreswijziging door via Studielink.
106/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
9
Over de HU
In dit hoofdstuk vindt u meer informatie over Hogeschool Utrecht.
9.1
Algemene informatie
U studeert aan Hogeschool Utrecht. De HU is met ruim 38.000 studenten en ruim 3400 medewerkers een van de grotere hbo-instellingen in Nederland met een breed palet aan opleidingen die verdeeld zijn over zes faculteiten. De meer dan 80 bacheloropleidingen verzorgen onderwijs op het gebied van communicatie en journalistiek, economie en management, natuur en techniek, gezondheidszorg, educatie, en maatschappij en recht in zowel Utrecht als Amersfoort. Naast bacheloropleidingen heeft de HU ook masteropleidingen, waaraan u in diverse richtingen een mastergraad kunt behalen. Door de schaal van de HU zijn we zowel klein als groot: we organiseren het onderwijs per opleiding, daardoor is het voor u als student overzichtelijk en persoonlijk. Tegelijkertijd maakt onze schaalgrootte dat we u meer kunnen bieden dan alleen uw eigen opleiding. U kunt bijvoorbeeld deelnemen aan onderwijsactiviteiten van andere HU-opleidingen. Dat kan ook bij andere onderwijsinstellingen in Nederland of in het buitenland. Denk aan het volgen van een minor of stage lopen.
9.1.1
Onderwijsprofiel HU
Hoger beroepsonderwijs in de (kennis)samenleving De ene hogeschool is de andere niet. De HU maakt net als andere instellingen gerichte keuzes ten aanzien van haar onderwijsprofiel. Met ons onderwijs willen we bijdragen aan een duurzame kennissamenleving. We organiseren ons onderwijs zodanig, dat u zich als student maximaal kunt ontplooien. We vinden het daarom erg belangrijk dat u zich thuis voelt bij ons en investeren daar gericht in. Naast onderwijs verzorgen heeft de HU nog meer taken. Zo investeren we in onderzoek dat ingebed is in kenniscentra. Daarmee leiden we dus niet alleen professionals op, maar dragen we ook bij aan de innovatie van de beroepspraktijk. Daarom kent de HU een sterke externe oriëntatie op sociale, economische en maatschappelijke vraagstukken. In het onderwijs dat we verzorgen krijgt u daarmee te maken. Het voorgaande heeft ertoe geleid dat we voor ons onderwijsprofiel expliciet kiezen voor competentie- en vraaggestuurdheid van ons onderwijs, waarbij we zorgen dat studenten in sterke leeromgevingen kunnen studeren. Wat dat precies betekent, leest u hieronder. Competentiegericht onderwijs Onderwijs is competentiegericht als u zich als student de kennis, vaardigheden en houding aanleert waarmee u een bepaald beroep kunt uitoefenen. De opleidingen formuleren, onderschrijven en actualiseren de competenties in nauw overleg met het werkveld. Competentiegericht opleiden betekent ook dat we u maatwerk leveren. We sluiten aan op eerder verworven competenties, we stimuleren u om in toenemende mate regisseur te zijn van uw eigen leerproces, keuzes te maken en deze te verantwoorden. U moet in staat zijn professioneel te handelen in kenmerkende beroepssituaties van toenemende complexiteit. Tevens dagen we u uit te werken aan uw onderzoeksvaardigheden en uw competenties te ontwikkelen in een internationale/multiculturele omgeving. Vraaggestuurd onderwijs Ons onderwijs richt zich zowel op de vraag van de beroepspraktijk als op de vraag van de studenten. Wij matchen uw kennis en leervragen met die van de beroepspraktijk op een manier die past binnen de kwaliteitseisen van de opleiding. We vinden dat u zelf verantwoordelijk bent voor uw studieloopbaan en dat
107/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
de HU u daarbij moet ondersteunen. U heeft mogelijkheden uw studie mede naar eigen inzicht in te richten. Een sterke leeromgeving Een competentiegerichte en vraaggestuurde opleiding veronderstelt een sterke leeromgeving. Een leeromgeving die u inspireert, uitdaagt en waarin u zich steeds op de grens van uw kunnen begeeft. Een leeromgeving die het leren vanuit het werken in de praktijk vormgeeft: leren is werken en werken is leren. Een leeromgeving die, indien van toepassing, internationaal is georiënteerd. Iedere opleiding kent een, samen met het beroepenveld vastgestelde, kennisbasis. Vanaf het eerste jaar staat het verwerven van kennis en vaardigheden vanuit realistische beroepstaken centraal. Het onderwijs bestaat uit een mix van werkvormen, zowel individueel als in samenwerking met uw medestudenten, waarbij in toenemende mate wordt gewerkt in authentieke beroepssituaties.
9.1.2
Bachelor- en masterstelsel
Hogeschool Utrecht voert haar taken uit binnen het Nederlandse onderwijsbestel. Dat betekent dat een reeks van structuureigenschappen, bijvoorbeeld de lengte van opleidingen, wettelijk bepaald is. Omdat er in het hoger onderwijs (hbo en wo) twee typen opleidingen zijn, te weten bachelors en masters, wordt ook wel van het bachelor- en masterstelsel gesproken. Bachelor- en masterstelsel Het onderwijs aan universiteiten en hogescholen is opgedeeld in twee fasen: de bachelorfase en de 3 masterfase. Een vierjarige hbo-opleiding noemt u een bacheloropleiding . Na afronding van de opleiding krijgt u een bachelorgraad. Op de universiteit kunt u in drie jaar een bachelordiploma behalen. Hierna kunt u doorstuderen voor een masterdiploma. Zowel hogescholen als universiteiten bieden masteropleidingen aan. Studeert u aan een hogeschool, dan kunt u recht hebben op studiefinanciering. Bij de deeltijdvariant bestaat er geen recht op studiefinanciering. Zie voor meer informatie over studiefinanciering de website van DUO (www.duo.nl). Bacheloropleidingen Uw bachelordiploma is een internationaal (h)erkenbaar diploma. Dit is handig als u in het buitenland aan de slag wilt. Ook kunt u in de meeste gevallen gedurende uw opleiding tijdelijk in het buitenland studeren. De bacheloropleidingen aan de HU bieden tevens veel vrije keuzeruimte, de zogenaamde profileringsruimte. U kunt deze profileringsruimte vullen met een minor (= een samenhangend pakket van keuzecursussen) óf met een pakket van keuzecursussen dat u zelf samenstelt. Zie verder 2.5.4. De profileringsruimte maakt het ook mogelijk om studieonderdelen te volgen aan andere hogescholen of universiteiten, in binnen- en buitenland. Masteropleidingen Na afronding van uw bacheloropleiding kunt u nog een masteropleiding volgen aan een hogeschool of universiteit. De HU heeft een groeiend aantal masteropleidingen, ook voor mensen die al een aantal jaren werkervaring hebben. Kijk voor meer informatie op www.masters.hu.nl. Wilt u een master volgen aan een universiteit, dan kan dat ook. Een hbo-opleiding sluit echter niet altijd naadloos aan op een universitaire master. Om uw kennis en vaardigheden op het vereiste niveau te brengen, zijn voor een aantal masters speciale trajecten ontwikkeld. Deze zogenaamde premasters volgt u voorafgaand aan de master en geven u direct toegang. Kijk voor meer informatie op www.premasters.hu.nl of haal de folder Doorstuderen na je bachelor aan de UU.
3
De duur van vier jaar geldt voor de voltijdvariant. Bij deeltijd en duaal kan er sprake zijn van een afwijkende duur.
108/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
9.1.3
Hogeschool- en faculteitsregelingen
De Wet op het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek (WHW) legt de HU als instelling voor Hoger Beroepsonderwijs een aantal verplichtingen op. De HU heeft deze in diverse regelingen verwerkt en nader uitgewerkt. Er zijn regelingen die voor alle studenten binnen de HU gelden. Deze HU-brede regelingen vindt u terug op de site www.reglementen.hu.nl. Daarnaast zijn er ook regelingen die alleen gelden voor studenten aan een bepaalde faculteit of een specifieke opleiding. Deze regelingen vindt u terug op de intranetpagina van uw faculteit en/of opleiding. HU-brede regelingen De HU-brede regelingen uit de categorieën ‘Student en onderwijs’ en ‘Medezeggenschap’ zijn voor u het meest van belang. Denk daarbij bijvoorbeeld aan: het Studentenstatuut HU: hierin zijn uw rechten en plichten als student in algemene zin vastgelegd; de Onderwijs- en examenregeling HU: hierin zijn uw rechten en plichten als student ten aanzien van het onderwijs, tentamens, examens en verwante zaken vastgelegd; de Inschrijvingsregeling: hierin worden de procedurele aspecten rond inschrijving, collegegeld en uitschrijving beschreven. Zie ook 9.2.7; het Reglement Rechtsbescherming Studenten HU: hierin wordt beschreven wat u kunt ondernemen als u het ergens niet mee eens bent. Zie ook hoofdstuk 7 en www.klachtenwegwijzer.hu.nl; het Profileringsfonds: de verschillende vormen van financiële ondersteuning die de HU u kan bieden zijn hierin samengevoegd. Zie ook 8.2; het Reglement voor de opleidingscommissies: hierin wordt alles omtrent de opleidingscommissie (adviesorganen op afdelingsniveau) geregeld. Zie ook 4.4; de Regeling Ongewenst gedrag: hierin worden de gedragsregels binnen de HU beschreven; de ICT-Gedragsregels: hierin worden de gedragsregels met betrekking tot het gebruik van de computers en het netwerk op de HU beschreven. Zie voor de meest recente versies van de reglementen: www.reglementen.hu.nl De belangrijkste studentenregelingen, waaronder de Onderwijs- en examenregeling en ook deze studiegids, worden jaarlijks herzien en opnieuw vastgesteld. De nieuwe versies vervangen de vorige versies die dan niet meer gelden. Als het nodig is om oude regels te handhaven, wordt een overgangsregeling opgenomen, waarin vermeld is voor wie en tot welke datum bepaalde oude regels nog gelden. De OER-HU bacheloropleidingen en de studiegids van een bepaald studiejaar gelden voor alle studenten die in dat studiejaar zijn ingeschreven. Facultaire en opleidingsregelingen De facultaire regelingen kunt u vinden via de intranetpagina van de opleiding www.sharepoint.hu.nl/sites/Oogzorg/studenten Denk hierbij aan huisregels, tentamenprotocollen en dergelijke die enkel voor de studenten van de betreffende faculteit gelden. Ook in hoofdstuk 10 van de OER-HU bacheloropleidingen zijn regels opgenomen die gelden voor alle studenten van de betreffende faculteit. Hoofdstuk 10 OER-HU van uw faculteit vindt u terug op www.reglementen.hu.nl. In de studiegids zijn vervolgens als nadere uitwerking van de OER-HU weer opleidingsregels opgenomen die gelden voor alle studenten aan de betreffende opleiding. Alle studiegidsen van de HU zijn terug te vinden op www.studiegids.hu.nl.
109/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
9.1.4
Orderegels
Artikel 50 van het Studentenstatuut (zie www.reglementen.hu.nl regelt de ordehandhaving binnen de HU. Deze regeling houdt (kort samengevat) het volgende in: Voorschriften en aanwijzingen Om de goede gang van zaken te handhaven, gelden – naast de wet – binnen de HU nadere voorschriften en aanwijzingen, vastgesteld door of namens het College van Bestuur of de faculteitsdirectie. Deze kunnen betrekking hebben op, maar zijn niet beperkt tot, de volgende onderwerpen: ongewenst gedrag; fraude en/of onregelmatigheden bij tentamens (zie 4.4.2); het gebruik van de gebouwen en terreinen met de daarin of daarop aanwezige voorzieningen; afmelding van de student bij ziekte of verhindering anderszins; bijzondere omstandigheden. Binnen de HU geldt verder een algemeen verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding. De opleiding kan aanvullende kledingvoorschriften stellen, als dit vanuit de praktische uitvoering van het onderwijs noodzakelijk is. Plichten student Op basis van de Arbeidsomstandighedenwet gelden voor u als student in ieder geval de volgende plichten: de plicht om in werk en studie zorgvuldig en voorzichtig te handelen; de plicht om u op de hoogte te stellen van (veiligheids)voorschriften die betrekking hebben op het werk en uw studie; de plicht om aangebrachte veiligheidsvoorzieningen op de juiste wijze te gebruiken en de verplichte beschermingsmiddelen te dragen of toe te passen; de plicht om onveilige en/of ongezonde werksituaties te melden aan de desbetreffende faculteitsdirectie. Maatregelen Bij overtreding door u van de voorschriften/aanwijzingen of bij het niet nakomen van de plichten kan de faculteitsdirectie de volgende maatregelen treffen: het geven van een waarschuwing of berisping; het ontzeggen van de toegang tot gebouwen en terreinen van de HU voor de tijd van ten hoogste een jaar; het beëindigen van de inschrijving. Ook is het mogelijk om uw inschrijving als student bij de HU te weigeren of te beëindigen. Uw inschrijving wordt geweigerd of beëindigd als u door uw gedrag of uitlatingen hebt laten zien dat u ongeschikt bent voor het beroep waarvoor de opleiding u opleidt of voor de praktische voorbereiding daarop. Als u zich als student schuldig heeft gemaakt aan onregelmatigheden kan ook de examencommissie bepaalde maatregelen treffen. Zo kan de examencommissie besluiten dat u gedurende een bepaalde periode een of meer tentamens niet mag afleggen. De examencommissie kan u het diploma onthouden. De examencommissie kan ook de faculteitsdirecteur adviseren om uw inschrijving definitief te beëindigen. Deze sanctiemogelijkheden van de examencommissie zijn nader uitgewerkt in 4.4.2 en artikel 38 OER-HU.
9.1.5
Kwaliteitszorg
Alle opleidingen van de HU zijn officieel geaccrediteerd. Dat betekent dat ze voldoen aan de eisen die de overheid stelt aan de kwaliteit van het onderwijs. Die eisen hebben te maken met de eindkwalificaties waarvoor u wordt opgeleid, uw studieomgeving, de kwaliteit van de toetsen en het gerealiseerde niveau bij afstuderen. Eens in de zes jaar wordt opnieuw getoetst of uw opleiding nog steeds aan de eisen voldoet. Die toets wordt uitgevoerd door een externe commissie van deskundigen en opgenomen in een adviesrapport. Op basis van dat adviesrapport neemt de door de Nederlandse en Vlaamse overheid
110/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
ingestelde Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie (NVAO) een besluit over heraccreditatie. Het meest recente adviesrapport van ook uw opleiding is te vinden op www.nvao.net. Om te zorgen dat steeds aan alle externe en interne eisen voor onderwijskwaliteit wordt voldaan, werkt Hogeschool Utrecht met een kwaliteitssysteem. Ook dat kwaliteitssysteem is door de NVAO goedgekeurd met het officiële keurmerk van de instellingstoets kwaliteitszorg onderwijs: 1) Elke opleiding onderhoudt nauwe contacten met de beroepspraktijk en met de kenniscentra voor onderzoek binnen de hogeschool. Op die manier kan het onderwijs actueel worden gehouden en kunnen de nieuwste ontwikkelingen worden meegenomen. 2) De kwaliteit van het onderwijs wordt voor een belangrijk deel bepaald door de kwaliteit van de docenten. Zij maken samen met u het onderwijs. Van docenten binnen de HU wordt verwacht dat ze beschikken over de juiste vakkennis, dat ze weten wat er in de beroepspraktijk speelt en dat ze didactisch bekwaam zijn. 3) In het onderwijs worden met regelmaat evaluaties uitgevoerd, zodat de opleiding een nauwkeuriger beeld krijgt van waar het goed gaat en waar het beter kan. Dat kunnen schriftelijke enquêtes zijn zoals de Nationale Studenten Enquête (NSE), maar ook gesprekken met studenten die een beeld achter de cijfers kunnen geven. 4) Verder is er toezicht door opleidingscommissies (2.8.5) die gevraagd en ongevraagd advies kunnen geven over de kwaliteit van het onderwijs. 5) De examencommissies (2.6) hebben een belangrijke rol bij het bewaken van de kwaliteit van toetsen en het gerealiseerde niveau. 6) Bij elke opleiding vindt ook een intern accreditatieonderzoek plaats. Dat doen we halverwege de formele accreditatieperiode van zes jaar. 7) Opleidingen nemen verbeterpunten op in jaarplannen, zodat er systematisch aan de kwaliteit van het onderwijs kan worden gewerkt. U ziet dat we bij de HU als instelling en bij elke opleiding veel aandacht geven aan de kwaliteit van het onderwijs. Belangrijk blijft dat ook u aangeeft wat u goed vindt gaan en waar er volgens u verbeteringen mogelijk zijn. Kwaliteitszorg Optometrie & Orthoptie Naast bovengenoemde kwaliteitsinstrumenten wordt de kwaliteit van het curriculum en de toetsing regelmatig geëvalueerd door middel van blokenquetes. Het management van de opleidingen heeft de uitvoering van deze enquetes belegd bij de Currriculumcommissie en Toetsexpertgroep van de Oogzorgopleidingen. Op basis van de uitkomsten van de enquetes worden verbeterplannen geformuleerd. De uitkomsten en de verbeterplannen worden met de studenten gecommuniceerd via de OogzorgNieuwsbrief en Sharepoint.
9.1.6
Organogram HU
Een organogram van de HU is te vinden op www.hu.nl/overdeHU. Organisatorisch is de HU ingedeeld in faculteiten. Zie ook 9.1.7 Bij de HU is het onderwijsaanbod georganiseerd in instituten, academies en centra. De bacheloropleidingen worden aangeboden door de instituten. Kenniscentra zijn groepen lectoren die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van onderzoeksprogramma’s.
9.1.7
Locaties HU
Locaties HU in Utrecht en Amersfoort Adresgegevens en routebeschrijvingen naar alle locaties in Utrecht en Amersfoort vindt u op www.hu.nl/adressen. Kijk voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer op www.9292.nl.
111/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
9.2 9.2.1
Algemene informatie faculteit Gezondheidszorg Algemeen
De Faculteit Gezondheidszorg van Hogeschool Utrecht is een vraaggerichte kennisorganisatie op het gebied van de verpleegkundige en paramedische beroepsuitoefening. We leiden competente professionals op die op hoog niveau hun beroep uitoefenen en vernieuwen, én wij genereren kennis die wordt benut bij de zorginnovatie. Zo leveren we duurzame bijdragen aan de ontwikkeling van de professionele beroepspraktijk. In de regio, in Nederland en in Europa, staat de Faculteit Gezondheidszorg bekend als een instelling die in intensieve samenwerking competente professionals opleidt en hoogwaardige kennisproducten realiseert. In deze missie profileren wij ons als een onderwijsinstelling die tevens kennis genereert ten behoeve van het onderwijs en de beroepspraktijk. Voor het onderwijs betekent dit dat studenten bij ons de kans hebben om al hun talenten tot ontplooiing te laten komen. Zij worden in een competentiegericht curriculum opgeleid tot vakbekwame beroepsbeoefenaren. De competenties worden in nauwe samenspraak met het beroepenveld geformuleerd. Studenten geven zelf steeds meer sturing aan hun leerproces en worden hierin begeleid. Studenten worden in de loop van hun studie steeds meer geconfronteerd met authentieke beroepssituaties en er bestaat een geïntegreerde digitale leeromgeving. Ook de toetsing sluit aan bij het competentiegestuurde onderwijs; een stevige kennisbasis vormt hierbij het fundament. Kenniscentrum De Faculteit Gezondheidszorg heeft een Kenniscentrum 'Innovatie van Zorgverlening', dat ook studenten interessante mogelijkheden biedt. Dit kenniscentrum houdt zich bezig met innovaties in de gezondheidszorg die leiden tot een grotere zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de patiënt. Om dit te bereiken voert het kenniscentrum praktijkgericht onderzoek uit: onderzoek dat aansluit bij vragen uit de praktijk en daar direct relevant voor is. De onderzoeksuitkomsten worden niet alleen gebruikt in de praktijk maar ook in het onderwijs. Studenten spelen hierin een belangrijke rol en kunnen participeren in het onderzoek van het kenniscentrum. Dit kun je doen in het kader van je profileringsruimte (zie verder par. 4.1.2: opleidingsstructuur algemeen) of combineer je met het afstuderen. Je kunt je opgeven via www.onderzoekietsvoorjou.hu.nl Het kenniscentrum (zie ook het organogram hieronder) verbindt drie lectoraten: het lectoraat 'Verpleegkundige en Paramedische Zorg voor Mensen met Chronische Aandoeningen' (ook wel lectoraat ‘Ouderenzorg en Familiezorg’ genoemd), het lectoraat 'Leefstijl en Gezondheid' en het lectoraat 'Vraaggestuurde Zorg'. De drie instituten van de Faculteit Gezondheidszorg zijn nauw verbonden aan de drie lectoraten van het kenniscentrum. In het curriculum en het onderwijsaanbod van de opleidingen in deze instituten is duidelijk te merken dat deze samenwerking de onderwijskwaliteit verhoogt. Kijk voor meer informatie over het kenniscentrum op: www.kenniscentrumivz.hu.nl/ Inleidende tekst over karakter faculteit. Onderzoek en ethiek binnen de FG Binnen de Faculteit Gezondheidszorg wordt de laatste jaren steeds meer toegepast wetenschappelijk onderzoek gedaan, waarbij aan patiënten, medewerkers en/of studenten gevraagd wordt als proefpersoon te fungeren. De HU ontwikkelt zich daarmee tot een University of Applied Sciences (UAS), waarbij onderwijs en onderzoek onlosmakelijk met elkaar verweven zijn. Dit onderzoek vindt plaats binnen de lectoraten. Als student van de Faculteit Gezondheidszorg kun je via een van de lectoraten meewerken aan een onderzoek. Het is een inspirerende en leerzame ervaring om eens van dichtbij mee te maken hoe een onderzoek wordt uitgevoerd (zie ‘Onderzoek iets voor jou?’ https://intranet.sharepoint.hu.nl/FG/info/onderzoekietsvoorjou/Pages/default.aspx Daarnaast voorziet de leerlijn onderzoek en praktijk (LOEP) in de verbinding tussen het onderzoek en de beroepspraktijk. In dit kader sluit je jouw opleiding ook af met het uitvoeren van leeronderzoek binnen jouw specifieke beroepspraktijk. Medisch Ethische Screeningscommissie (MES-FG)
112/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Privacy en bejegening zijn belangrijke aspecten van kwaliteit van onderzoek. Kwaliteit van onderzoek gaat immers niet alleen over methodologische of wettelijke vereisten, maar behelst ook het borgen van ethische aspecten en daarmee het beschermen van de rechten en het welzijn van proefpersonen die bij het mensgebonden onderzoek betrokken zijn. Daarvoor is een facultaire Medisch Ethische Screeningscommissie (MES-FG) ingesteld, die nagaat in hoeverre de rechten en het welzijn van (proef)personen in lopende mensgebonden activiteiten in onderwijs en onderzoek beschermd worden. Je moet hierbij denken aan: • respect voor de proefpersonen (anonimiteit, fatsoenlijke bejegening van proefpersonen); • zorgvuldigheid en gedegenheid van de onderzoeksopzet; • schriftelijk toestemming vragen voor deelname aan onderzoek; • anonimiseren van gegevens en data in casuïstiekbespreking, case report, data onderzoek; • herleidbare data zorgvuldig opbergen en verwijderen van persoonlijke laptop, mobiel, e.d.; • bronnen vermelden. De MES-FG oefent kritisch toezicht uit op de ethische aspecten van onderzoek met mensen en baseert zich daarbij op wettelijke bepalingen. Zij geeft in relatie tot ethische aspecten een oordeel over: • het onderzoeksprotocol; • de geschiktheid van de onderzoekers, betrokken bij het onderzoek; • de geschiktheid van de beschikbare faciliteiten; • de wijze waarop de bescherming van persoonsgegevens is geregeld; • de methodes en documenten die moeten worden gebruikt om proefpersonen te informeren en hun (geïnformeerde) toestemming te verkrijgen. Voorbeelden van formulieren voor de aanmelding van onderzoek, informatie van patiënten en toestemmingsformulieren zijn te vinden op: https://organisatieteams.sharepoint.hu.nl/fg/ibs2/MES/default.aspx Voor nadere informatie kun je terecht bij dr. H. Heneweer (
[email protected]), secretaris van de MESFG. Locatie Bolognalaan/ HU Klinieken Naast de Heidelberglaan kan je ook les krijgen in het op de Bolognalaan 101. Op de begane grond van dit pand zijn FG theorielokalen, praktijkruimtes, werkplekken en praktijklokalen gevestigd. Ook zijn er op de Bolognalaan 101 de HU Klinieken. Deze vormen een belangrijk onderdeel van het gezondheidszorg onderwijs van het Instituut Paramedische Studies. Hier worden patiënten behandeld door studenten, onder begeleiding van docenten. De HU Klinieken bestaan uit de klinieken Huidtherapie, Logopedie, Mondzorgkunde, Oogzorg (Optometrie en Orthoptie) en Tandprothetiek en staan voor persoonlijke aandacht, kwaliteit én deskundigheid. De klinieken zijn uitgerust met moderne voorzieningen en voldoen aan de laatste eisen op professioneel en onderwijskundig gebied. Zij beschikken over een sterilisatieruimte, een röntgenruimte en een centrale patiëntenbalie voor het maken van afspraken. Iedereen kan patiënt worden bij de HU Klinieken (ook als je geen klachten hebt maar een check-up of advies wilt) en er is altijd behoefte aan patiënten. Als je een afspraak maakt bij een van de klinieken, krijg je, na een uitgebreid intakegesprek, advies op maat, begeleiding en/of behandeling(en) van studenten in opleiding. Door de onderwijssituatie is het mogelijk om meer tijd te nemen voor een behandeling en wordt de nieuwste kennis toegepast. Hier word je niet alleen als patiënt beter van, maar ook de student wordt er beter van. Op deze manier zorgt Hogeschool Utrecht voor een voortdurende kennisuitwisseling tussen onderwijs en praktijk. Voor informatie, het maken van een afspraak of vragen, kun je naar de patiëntenbalie komen, maar je kunt ook bellen naar 088 481 5777. De patiëntenbalie van de HU Klinieken is geopend van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur. Zie ook de website www.klinieken.hu.nl. Stilteruimte
113/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Elk gebouw van de HU beschikt over een stilteruimte waar medewerkers en studenten, ongeacht geslacht of geloofsovertuiging, zich tijdelijk terug kunnen trekken voor bezinning, meditatie en gebied. De ruimte ligt op een rustige maar wel makkelijk bereikbare plek in het gebouw. De stilteruimte is licht en heeft een neutrale en rustgevende inrichting, vrij van uitingen van religie. In de stilteruimte heerst een serene rust. De ruimte is niet afsluitbaar en exclusief gebruik is niet mogelijk maar biedt wel privacy door inkijkbelemmering en een beletinstallatie. Kolfruimte Elk gebouw van de HU beschikt over een kolfruimte (waaraan alleen deze functie is toegekend) voor medewerkers en studenten die borstvoeding geven. De kolfruimte ligt op een rustige maar wel makkelijk bereikbare plek in het gebouw. Medewerkers en studenten die van de ruimte gebruik willen maken, worden hiervoor tijdelijk geautoriseerd via hun HU-pas. De ruimte heeft daglichttoetreding maar biedt gelijktijdig een hoge mate van privacy. Er is inkijkbelemmering en de ruimte kan van binnenuit afgesloten worden. De kolfruimte zelf is een lichte en comfortabele ruimte (temperatuur van circa 21oC) met een huiselijke sfeer en voorzien van benodigde voorzieningen zoals een kolfstoel, opbergruimte voor kolfapparaten, een koelkast en een wastafel met mengkraan en spiegel. EHBO ruimte Elk gebouw beschikt over een EHBO-ruimte. Deze ruimte ligt op een centrale maar rustige plek in het gebouw. In de EHBO ruimte kunnen personen tot rust komen die onwel zijn geworden of behandeld worden als ze ongeval hebben gehad en lichte verwondingen hebben. De HU kiest er bewust voor de EHBO ruimte niet te combineren met de kolfruimte omdat de inrichting en het gebruik sterk verschilt en de beschikbaarheid van beide ruimten wil waarborgen. In geval vanwege een incident behoefte is aan een extra EHBO ruimte kan uitgeweken worden naar een ander gebouw of alsnog naar de kolfruimte in hetzelfde gebouw. De EHBO ruimte is niet vrij toegankelijk, maar BHV’ers en facilitaire medewerkers zijn geautoriseerd om de ruimte te betreden en gebruiken. Via hun HU-pas hebben ze toegang tot de EHBO ruimte. In de ruimte zijn alle benodigde voorzieningen aanwezig zoals een rustbank (met rolhouder), stoel, EHBO materiaalkast, koelkast, wastafel met mengkraan, bacteriedodende zeep en papieren droogdoekjes een spiegel en afsluitbare afvalbak. De ruimte is licht, overzichtelijk en schoon en biedt een hoge mate van privacy.
9.2.2
Organogram faculteit Gezonheidszorg
114/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
9.2.3
Contactgegevens
Hogeschool Utrecht Faculteit Gezondheidszorg Heidelberglaan 7 3584 CS Utrecht Telefoon (088) 4815999
Hogeschool Utrecht Faculteit Gezondheidszorg Bolognalaan 101 3584 CJ Utrecht Telefoon (088) 4818283
Bij een calamiteit moet je het alarmnummer van het pand bellen: (088) 481 5112.
9.2.4
Plattegrond
Plattegronden zijn op de locatie te vinden
9.2.5
Praktische voorschriften en aanwijzingen
Binnen de HU gelden in ieder geval de volgende regels van praktische aard. 4 u moet u kunnen legitimeren met een geldig legitimatiebewijs ; mobiele telefoons moeten uitgeschakeld zijn tijdens de lessen; komt u te laat, dan kunt u geweigerd worden; roken, fietsen, rolschaatsen, skaten of het meenemen van huisdieren in het gebouw is verboden; afval ruimt u op en gooit u weg in de daarvoor bestemde containers en prullenbakken; eigendommen van de faculteit mogen niet zonder schriftelijke toestemming worden meegenomen uit het gebouw; het ophangen van posters/ affiches is alleen toegestaan op de daarvoor bestemde prikborden in de lifthallen van het gebouw; bel bij een calamiteit het alarmnummer van het pand: 088 4815999 (Persoonlijke) hygiëne In de beroepsuitoefening, en dus ook in de opleiding, functioneert de professional in de zorg vaak (zeer) dichtbij andere personen én staat de patiënt centraal. Het is daarom belangrijk dat de student zorgvuldig omgaat met de persoonlijke hygiëne en het persoonlijk voorkomen. In de Faculteit Gezondheidszorg verwachten wij van de student dat de persoonlijke hygiëne zodanig wordt verzorgd dat dit niet verstorend kan werken voor (simulatie)patiënten, medestudenten en medewerkers én dat kleding, ringen of sieraden en geuren geen afbreuk doen aan (het leren van) de hulpverlening. Deze algemene grondregel kan door elke opleiding nader worden toegespitst in het licht van de praktijklessen, infectiepreventie, regels die gelden in de (pre)klinieken, en dergelijke. Social media Hoewel de tendens is dat er tegenwoordig steeds meer informatie gedeeld wordt via de diverse social mediasites, is het niet toegestaan om bedrijfsinformatie verkregen via stage instellingen op het internet te plaatsen. Voor de Faculteit Gezondheidszorg dient hierbij extra aandacht te zijn voor het waarborgen van de privacy van patiënten. Met plaatsen van beeldmateriaal en/of het delen van stage-ervaringen komt het beroepsgeheim in gevaar en is daarom niet toegestaan. Ook het op internet plaatsen van beeld- en/of geluidsopnamen van een onderwijsbijeenkomst die binnen Hogeschool Utrecht heeft plaatsgevonden is niet toegestaan, tenzij hiervoor expliciete toestemming is gegeven door de betrokkenen (zowel docenten als studenten). Het schenden van bovenstaande regels zal worden beschouwd als ongewenst gedrag en aan de faculteitsdirectie worden gemeld.
4
Een paspoort, Europese identiteitskaart, Nederlands of internationaal rijbewijs of vluchtelingendocument
115/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Gedragsreglement ICT Het is zonder uitdrukkelijke toestemming van het bevoegd management niet toegestaan om e-mailberichten te versturen aan meer dan 50 adressen tegelijkertijd". Hepatitis B Gedurende het praktijkonderwijs en/ of tijdens stages behandelen studenten patiënten. Hepatitis B vormt een risico tijdens de beroepsuitoefening, die door vaccinatie uit te schakelen is. Dit is de reden dat vaccinatie tegen Hepatitis B een voorwaarde is om deel te nemen aan het praktijkonderwijs. Als student ben je zelf verantwoordelijk voor de vaccinatie en dient de vaccinatie aan te tonen middels een bewijs van titerbepaling (antistoffen 10 IE/L of hoger) met daarop de datum van de titerbepaling. Eerstejaars studenten van de Faculteit Gezondheidszorg kunnen voor vaccinatie gebruik maken van het facultaire vaccinatieprogramma. Meedoen aan dit vaccinatieprogramma is kosteloos. Voor ouderejaars studenten zijn de kosten voor eigen rekening.
9.2.6
Faciliteiten
Receptie De receptie bevindt zich in de centrale hal en is dagelijks geopend van 8.00 uur tot 18.00 uur. De receptie verzorgt de telefoon- en faxbehandeling, ontvangst en verwijzing van gasten. Het algemene telefoonnummer van de receptie is 088 481 5999. Centrale Service Desk Bij een facilitair vraag, mail naar:
[email protected] Bij een ICT vraag, mail naar:
[email protected] Heeft u een facilitaire of ICT vraag/storing/melding, dan kunt u contact opnemen met het volgende telefoonnummer: 6666. Clustercafé Het clustercafé is een centrale ontmoetingsplek in het gebouw voor studenten, docenten en medewerkers en bevindt zich bij de entree. Catering In het gebouw is een ‘to- go’ area voor kleine maaltijden. Door het pand heen staan diverse drank automaten. Fietsenstalling Op het binnenplein is een fietsenstalling voor studenten. Het gaat om een dubbele fietsenstalling waarbij de fietsen boven elkaar komen te staan. STUP Voor de uitleen van onderwijsmaterialen is er het Studenten-Uitleen-Punt (STUP), dit is gelegen in de centrale hal.
9.2.7
In- en uitschrijven voor de opleiding
Bureau Inschrijving Bureau Inschrijving is belast met het in-, uit- en herinschrijven van studenten bij de HU, het innen van het collegegeld en het verstrekken van collegekaarten. Inschrijving U kunt als student worden ingeschreven indien: u voldoet aan de toelatingseisen (zie ook 9.2.8 en 2.5.1); het collegegeld is betaald (of betaling ervan is verzekerd door een machtiging of garantieverklaring);
116/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
u voldoet aan de overige vereisten zoals genoemd in de Inschrijvingsregeling HU (zie www.reglementen.hu.nl). Pas na rechtsgeldige inschrijving heeft u recht op het gebruik van de onderwijsfaciliteiten. Heeft u al een propedeuse gehaald voor een hbo- of wo-opleiding? Dan heeft u kans dat u kunt instromen in een hoger jaar van de opleiding. U krijgt dan vrijstelling van de propedeutische vakken. Wilt u zich inschrijven voor de hoofdfase, dan kan dat via www.studielink.nl, maar neem eerst contact op met uw opleiding. Zij kunnen u meer vertellen over de mogelijkheden en bepalen of u voldoet aan de eisen om in de hoofdfase van een opleiding in te stromen. Herinschrijving Ieder studiejaar schrijft u zich opnieuw in. U regelt uw herinschrijving en de betaling van het collegegeld online via Studielink: www.hu.studielink.nl. Voorafgaand aan een nieuw studiejaar (rond juni) ontvangt u bericht van Bureau Inschrijving. Bij een bindend negatief studieadvies (0) aan het eind van het studiejaar kunt u niet heringeschreven worden voor dezelfde opleiding (en soms ook niet voor verwante opleidingen) aan de HU. Collegekaart en bewijs van inschrijving Wanneer uw inschrijving of herinschrijving is voltooid, ontvangt u een collegekaart en een Bewijs van Inschrijving. Uw collegekaart geldt ook als bewijs van inschrijving. Beëindiging inschrijving Als u zich niet opnieuw inschrijft voor het nieuwe studiejaar dan eindigt uw inschrijving op 1 september. Als uw inschrijving eindigt, dan eindigt ook het recht op studiefinanciering en uw studenten OV-chipkaart. Let op dat u beide zaken zelf tijdig stopzet, dit gebeurt niet automatisch. Op verzoek kunt u uw inschrijving ook tijdens het lopende studiejaar beëindigen. De inschrijving wordt beëindigd met ingang van de eerstvolgende maand of later als u daarom verzoekt. Ook als u afgestudeerd bent, schrijft u uzelf via Studielink uit. U kunt zich dan uitschrijven per de eerste van de maand, volgend op uw diplomadatum. Let op! De uitschrijfdatum is van belang voor eventuele restitutie van het collegegeld en voor uw recht op studiefinanciering. Zie voor meer informatie over restitutie bij uitschrijving de Inschrijvingsregeling HU op www.reglementen.hu.nl. Tot slot kan uw inschrijving worden beëindigd als u na een aanmaning het verschuldigde collegegeld niet betaalt. De inschrijving wordt dan beëindigd met ingang van de tweede maand volgend op de aanmaning. Bovenstaande informatie is slechts een samenvatting. De volledige procedures zijn geregeld in de Inschrijvingsregeling HU (zie www.reglementen.hu.nl). Kijk voor meer informatie over in- en uitschrijven op de website van Bureau Inschrijving: www.inschrijven.hu.nl of vraag uw studentendecaan.
9.2.8
Toelatingsonderzoek
Beschikt u niet over de juiste vooropleiding en bent u 21 jaar of ouder? Dan moet u, om toegelaten te worden, deelnemen aan het toelatingsonderzoek 21+ van de opleiding die u wilt volgen binnen de HU. Het toelatingsonderzoek bestaat uit drie toetsen en een intakegesprek. Met het toelatingsonderzoek willen we achterhalen of u qua kennis, inzicht en taalvaardigheid geschikt bent voor het hoger beroepsonderwijs. Het kennisniveau waarop wordt getoetst is het havo-eindexamen. Het toelatingsonderzoek wordt ook wel toelatingsexamen of colloquium doctum genoemd. Meer informatie kunt u vinden op: www.toelatingsonderzoek.hu.nl Toelatingseisen opleidingen Optometrie & Orthoptie 117/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
VWO HAVO MBO niveau 4
alle profielen NT / NG/ EM (met wiskunde) / CM (met wiskunde) alle opleidingen
Voor inschrijvingsvoorwaarden verwijzen zie 9.2.7. Zie 2.3.2 voor informatie over verkorte opleidingsroutes. Studenten met een gelijkwaardig buitenlands diploma dienen het staatsexamen Nederlands NTII.2 en TOEFL af te leggen. Zie OER-HU Bachelor art. 10 en Inschrijvingsregeling HU. Voor contactgegevens (propedeusecoördinator, examencommissie. etc.). zie 9.2.3 Zie art. 10-13 OER-HU en conversiebepaling in art. 28 lid 8 OER-HU.
9.2.9
Studiekosten, eigen bijdragen en tegemoetkoming
Aan het onderwijs zijn kosten verbonden.
9.2.9.1
Collegegeld
Afhankelijk van uw situatie wordt bepaald of u wettelijk collegegeld of instellingscollegegeld verschuldigd bent. In hoofdlijnen geldt de volgende regeling. U betaalt wettelijk collegegeld als:
u niet eerder een bachelorgraad heeft behaald als u een bacheloropleiding volgt, of niet eerder een mastergraad heeft behaald als u een masteropleiding volgt. Een uitzondering geldt voor een bachelorof mastergraad van de opleidingen in de domeinen Gezondheidszorg of Educatie, als u maar niet eerder binnen de domeinen Gezondheidszorg of Educatie een graad heeft gehaald; én u de Nederlandse nationaliteit heeft of daarmee gelijk wordt gesteld (conform art. 2.2 WSF 2000).
Voor het studiejaar 2015 - 2016 gelden de volgende collegegelden: · € 1.951,- voor voltijdstudenten; · € 1.951,- voor duale studenten; · € 1.610,- voor deeltijdstudenten; · € 1.757,- voor deeltijdstudenten die een bekostigde master volgen aan de FE of de FMR. Het voor het studiejaar 2015 - 2016 vastgestelde instellingscollegegeld bedraagt: · € 8.044,- voor voltijdstudenten; · € 8.044,- voor duale studenten; · € 6.640,- voor deeltijdstudenten; · € 7.246,- voor deeltijdstudenten die een bekostigde master volgen; · € 17.367,- voor duale studenten die de bekostigde master PA of de bekostigde master ANP volgen; · € 1.951,- voor voltijdstudenten die het programma dubbele bachelor route volgen voor de Bachelor opleiding Verpleegkunde. Volgde u in het studiejaar 2014-2015 al twee bacheloropleidingen, dan geldt een ander tarief (zie hierna). Twee bacheloropleidingen tegelijk: Als u al in studiejaar 2014-2015 of eerder voor twee bacheloropleidingen stond ingeschreven of u gaat u per studiejaar 2015-2016 voor een tweede bacheloropleiding inschrijven, dan geldt een bijzondere regeling. Als u een graad voor de eerste opleiding heeft behaald, en de tweede opleiding wilt afmaken, bent u instellingscollegegeld verschuldigd (tenzij het om de uitzonderingen voor educatie en gezondheidszorg gaat). Op grond van de laatste wijzigingen in de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) bent u vanaf collegejaar 2015-2016 een bedrag ter hoogte van het wettelijke collegegeld verschuldigd.
118/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Twee bacheloropleidingen na elkaar: Per 1 september 2010 is de wetgeving ingrijpend gewijzigd. Een belangrijke wijziging in de wet is dat het Ministerie van OCW nog maar één bachelor- en één masteropleiding bekostigt, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen hbo- en wo-graden. Wanneer u eerder een bachelor- of mastergraad heeft behaald (tenzij vóór 1991-1992) en u wilt u inschrijven, of u heeft al een graad en u bent nu ingeschreven voor een tweede bachelor- of masteropleiding dan vat u in de categorie “stapelaars”. Stapelaars betalen voor hun tweede bachelor- of masteropleiding niet het wettelijke collegegeld, maar het instellingscollegegeld. De overheid maakt een uitzondering voor een tweede studie in de zorg of het onderwijs, maar alléén als u eerste studie buiten die sectoren valt. Instellingscollegegelden liggen aanzienlijk hoger dan wettelijke collegegelden omdat de HU geen bekostiging meer ontvangt voor een student die een tweede bachelor dan wel tweede masteropleiding volgt. Er zijn soms mogelijkheden om een beroep te doen op fiscale aftrek van studiekosten (www.belastingdienst.nl). Werkt u naast uw studie? Vraag dan bij uw werkgever naar de mogelijkheden. Voor de opleidingen Optotmrie & Orthoptie kan een student niet als extraneus ingeschreven worden.
9.2.9.2
Kosten voor boeken en leermiddelen
Alle studiehandleidingen van de opleidingen Optometrie & Orthoptie zijn digitaal te downloaden en/of te printen via www.sharepoint.hu.nl/sites/Oogzorg/studenten Aanschaf boeken, materiaal, e.d. Voor de volledige voltijdopleidingen Optometrie & Orthoptie dient voor de aanschaf van verplichte boeken maximaal € 1.500,- gereserveerd te worden. Aan het begin van elk studiejaar staat een geactualiseerde boekenlijst op Sharepoint. De eerstejaars studenten vinden deze informatie op de Startsite van de opleiding. Bestel- en betalingsvoorwaarden worden bij de boekenlijst vermeld. Beroepsinstrumentarium Optometrie Er wordt van u verwacht dat u bij de start van het eerste jaar van de studie in fasen een basisberoepsinstrumentarium aanschaft. Over de hele studie gerekend zal voor dit beroepsinstrumentarium maximaal € 1.400,- betaald moeten worden. Het te bestellen beroepsinstrumentarium staat vermeld op de boekenlijst op Sharepoint. Orthoptie Er wordt van u verwacht dat u bij de start van het eerste jaar van de studie in fasen een basisberoepsinstrumentarium aanschaft. Over de hele studie gerekend zal voor dit beroepsinstrumentarium maximaal € 1.000,- betaald moeten worden. Het te bestellen beroepsinstrumentarium staat vermeld op de boekenlijst op Sharepoint. Het te bestellen beroepsinstrumentarium staat vermeld op de boekenlijst. Gemeenschappelijke aanschaf 2 van beroepsinstrumentarium kan plaatsvinden via de studievereniging SO S (Society of Optometry & Orthoptic Students).
[email protected] Zie art. 27 OER-HU
9.2.9.3
Overige kosten
Stagekosten Bij het indelen van de stage wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de geografische ligging van de stageplaats ten opzichte van de eigen woonplaats van de student. De stageverlenende instellingen vergoeden in principe geen reis- en verblijfkosten. Reiskosten zullen met de OV-jaarkaart hopelijk geen problemen opleveren. Studenten moeten wel rekening houden met kosten voor huisvesting en maaltijden op stageplaatsen die te ver van de eigen woonplaats verwijderd zijn.
119/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
9.2.9.4
Financiële tegemoetkoming
Kunt u wegens aantoonbare financiële redenen de kosten van bepaalde onderwijsvoorzieningen niet meer dragen, dan kunt u in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming. Daarvoor dient u een verzoek in bij de faculteitsdirectie. De HU biedt financiële ondersteuning aan studenten die om speciale redenen studievertraging oplopen. Die speciale redenen kunnen bestaan uit bestuursactiviteiten of bijzondere omstandigheden waardoor een student studievertraging heeft opgelopen. Voor financiële ondersteuning in verband met bijzondere omstandigheden moet u een aanvraag via uw studentendecaan doen. Zie voor meer informatie het Profileringsfonds HU of kijk op www.studentvoorzieningen.hu.nl. Zie voor financiële ondersteuning van bestuurlijk actieve studenten 8.14.2
120/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
10 Bijlagen 10.1 Onderwijs- en examenregeling Deze studiegids is een nadere invulling van het Facultaire Opleidings- en Examenreglement (OER), dat weer een nadere invulling is van het OER-HU (Hoofdstuk 10). Zie www.reglementen.hu.nl en de reglementensite van de FG. Bij onderlinge tegenstrijdigheid prevaleert altijd de ‘hogere’ regeling. Zie art. 46 OER-HU.
10.2 Cursusbeschrijvingen Alle onderstaande cursusbeschrijvingen zijn in OSIRIS opgenomen (www.osiris.hu.nl ). Verder worden de cursussen gedetailleerd beschreven in de Studiehandleidingen van de diverse cursusonderdelen. Zie. www.sharepoint.hu.nl/sites/Oogzorg_studenten Klik op Studiehandleidingen. • Zie art. 18 en 19 OER-HU.
121/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Medische Fysiologie
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.MF.P-15 Medische fysiologie en histologie Medical physiology 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC orientatie beroep
niet verplicht
1 maal per blok
150 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
HC wiskunde
niet verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Histologie
verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Histologie
niet verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Medische fysiologie
niet verplicht
6 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Medische fysiologie
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
SLB
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
WC studievaardigheden
niet verplicht
5 maal per blok
450 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 89
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
122/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Medische Fysiologie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
100
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 3
123/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Aan het eind van deze cursus dien je: 1) de terminologie van de anatomie en fysiologie voldoende te begrijpen voor het lezen van medische(vak)literatuur; 2) inzicht te hebben in de bouw en werking van orgaanstelsels; 3) inzicht te hebben in de samenhang tussen verschillende orgaanstelsels; 4) inzicht te hebben in de kenmerken van het fenomeen ontwikkeling;
De bovenstaande doelstellingen hebben te maken met kennis en inzicht van de medische anatomie en fysiologie. Hieraan is nog een doelstelling toegevoegd die ligt op het terrein van de attitude (oftewel de juiste instelling).
5) Aan het eind van deze cursus heb je de intentie om de kennis die je hebt opgedaan tijdens de cursus Anatomie en Fysiologie aan te wenden voor een optimale beroepsuitoefening.
2.2
Cursus inhoud
De cursus Anatomie en Fysiologie (AF) Je zult tijdens de cursus AF merken dat de bouw en de functie van het menselijk lichaam uitgebreid behandeld worden. Het zal misschien wel uitgebreider zijn dan je op het eerste gezicht nodig lijkt te hebben voor een beroep dat zich hoofdzakelijk met het visuele systeem bezighoudt. Hiervoor kunnen twee redenen gegeven worden. · Ten eerste is de cursus AF een steunvak. Het heeft een funderend karakter voor de medische leerlijn van optometrie en orthoptie. Dit wil zeggen dat het ten dienste staat van een groot aantal cursussen en thema’s die je tijdens je opleiding zult volgen. Zo legt het de basis voor bijvoorbeeld de module neuro-anatomie en fysiologie. Hiervoor is het noodzakelijk dat je op de hoogte bent van de basiskennis van de bouw en werking van het zenuwstelsel. Voor de andere cursussen en thema’s wordt ook een basiskennis verwacht van het specifieke terrein van de anatomie en fysiologie waarop zij werkzaam zijn. Voor het begrijpen van pathologie bijvoorbeeld, moet je eerst weten hoe het lichaam werkt wanneer het in gezonde toestand (of homeostase) is. Een patiënt met diabetes mellitus (suikerziekte) kan bloedingen in het oog krijgen. Hoe komt dat? Je hebt onder andere kennis nodig van bloedvaten, hormonen en de suikerregulatie van het bloed om dit goed te kunnen begrijpen. · De tweede reden kun je een holistische reden noemen. Een schilderij is meer dan verf op een doek. Een scheikundige verbinding is meer dan de atomen die erin voorkomen. Op dezelfde manier is het geheel van het menselijk lichaam meer dan de delen afzonderlijk. Een mens is meer dan een karretje om de ogen voort te bewegen. Voor het goed kunnen begrijpen van het visuele systeem is het van belang dat niet alleen de ogen, maar ook de andere organen en hun onderlinge relaties uitgebreid bekeken en begrepen worden. Dat gaan we doen door zoveel mogelijk in concepten te gaan denken. De opdrachten in het werkboek helpen je hierbij. Veronderstelde voorkennis
Deze cursus begint met de basis van de anatomie en fysiologie. In die zin is het dus niet noodzakelijk over voorkennis op deze gebieden te beschikken.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 50 124/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 89 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
125/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Medische Fysiologie
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.MF.R-15 Medische fysiologie en histologie Medical physiology 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC orientatie beroep
niet verplicht
1 maal per blok
150 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
HC wiskunde
niet verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Histologie
verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Histologie
niet verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Medische fysiologie
niet verplicht
6 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Medische fysiologie
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
SLB
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
WC studievaardigheden
niet verplicht
5 maal per blok
450 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 89
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Medische Fysiologie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok 1
126/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
. blok 3
127/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Aan het eind van deze cursus dien je: 1) de terminologie van de anatomie en fysiologie voldoende te begrijpen voor het lezen van medische(vak)literatuur; 2) inzicht te hebben in de bouw en werking van orgaanstelsels; 3) inzicht te hebben in de samenhang tussen verschillende orgaanstelsels; 4) inzicht te hebben in de kenmerken van het fenomeen ontwikkeling;
De bovenstaande doelstellingen hebben te maken met kennis en inzicht van de medische anatomie en fysiologie. Hieraan is nog een doelstelling toegevoegd die ligt op het terrein van de attitude (oftewel de juiste instelling).
5) Aan het eind van deze cursus heb je de intentie om de kennis die je hebt opgedaan tijdens de cursus Anatomie en Fysiologie aan te wenden voor een optimale beroepsuitoefening.
2.2
Cursus inhoud
De cursus Anatomie en Fysiologie (AF) Je zult tijdens de cursus AF merken dat de bouw en de functie van het menselijk lichaam uitgebreid behandeld worden. Het zal misschien wel uitgebreider zijn dan je op het eerste gezicht nodig lijkt te hebben voor een beroep dat zich hoofdzakelijk met het visuele systeem bezighoudt. Hiervoor kunnen twee redenen gegeven worden. · Ten eerste is de cursus AF een steunvak. Het heeft een funderend karakter voor de medische leerlijn van optometrie en orthoptie. Dit wil zeggen dat het ten dienste staat van een groot aantal cursussen en thema’s die je tijdens je opleiding zult volgen. Zo legt het de basis voor bijvoorbeeld de module neuro-anatomie en fysiologie. Hiervoor is het noodzakelijk dat je op de hoogte bent van de basiskennis van de bouw en werking van het zenuwstelsel. Voor de andere cursussen en thema’s wordt ook een basiskennis verwacht van het specifieke terrein van de anatomie en fysiologie waarop zij werkzaam zijn. Voor het begrijpen van pathologie bijvoorbeeld, moet je eerst weten hoe het lichaam werkt wanneer het in gezonde toestand (of homeostase) is. Een patiënt met diabetes mellitus (suikerziekte) kan bloedingen in het oog krijgen. Hoe komt dat? Je hebt onder andere kennis nodig van bloedvaten, hormonen en de suikerregulatie van het bloed om dit goed te kunnen begrijpen. · De tweede reden kun je een holistische reden noemen. Een schilderij is meer dan verf op een doek. Een scheikundige verbinding is meer dan de atomen die erin voorkomen. Op dezelfde manier is het geheel van het menselijk lichaam meer dan de delen afzonderlijk. Een mens is meer dan een karretje om de ogen voort te bewegen. Voor het goed kunnen begrijpen van het visuele systeem is het van belang dat niet alleen de ogen, maar ook de andere organen en hun onderlinge relaties uitgebreid bekeken en begrepen worden. Dat gaan we doen door zoveel mogelijk in concepten te gaan denken. De opdrachten in het werkboek helpen je hierbij. Veronderstelde voorkennis
Deze cursus begint met de basis van de anatomie en fysiologie. In die zin is het dus niet noodzakelijk over voorkennis op deze gebieden te beschikken.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 50 128/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 89 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
129/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Neuro Anatomie en Fysiologie
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.NAF.P-15 Neuro Anatomie en Fysiologie en Reanimatie Neuro Anatomy and Phyiology and Resuscitation 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Anatomie en Fysiologie
niet verplicht
4 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Anatomie en Fysiologie
niet verplicht
5 maal per blok
600 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Neuro anatomie en fysiologie
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Reanimatie
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Reanimatie
verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
WC studieloopbaanbegeleiding
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
WC studievaardigheden
niet verplicht
4 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 86
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Neuro anatomie en fysiologie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 5
130/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Reanimatie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
1
bij aanvangsblok 3: . blok 3
131/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Het verwerven van kennis en inzicht in de vorm, functie en ontwikkeling van het centraal zenuwstelsel en hersenzenuwen in de algemeenheid en de structuren van het visuele systeem in het bijzonder. De leergang wordt benaderd vanuit een klinisch perspectief betreffende de neuro-ophthalmologie en de afbeeldende technieken. Daarnaast is reanimatie onderdeel van deze cursus. Na afloop van lessen reanimatie kun je gestandaardiseerd de basale reanimatiehandelingen uitvoeren volgens de SAFE ABC methodiek en heb je inzicht wanneer je die kan en/of moet toepassen.
2.2
Cursus inhoud
Aan het einde van het blok is er voldoende kennis aanwezig betreffende de klinische neuro-anatomie en fysiologie. Er wordt geen specifieke voorkennis verwacht alhoewel kennis van biologie, wiskunde, natuurkunde en scheikunde nuttig zouden kunnen zijn. Ook het volgen van algemene anatomie en fysiologie in blok A en klinische oculaire anatomie en fysiologie in blok B lijken nuttig, maar zijn niet verplicht.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 52 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 86 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
132/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Neuro Anatomie en Fysiologie
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.NAF.R-15 Neuro Anatomie en Fysiologie en Reanimatie Neuro Anatomy and Phyiology and Resuscitation 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Anatomie en Fysiologie
niet verplicht
4 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Anatomie en Fysiologie
niet verplicht
5 maal per blok
600 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Neuro anatomie en fysiologie
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Reanimatie
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Reanimatie
verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
WC studieloopbaanbegeleiding
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
WC studievaardigheden
niet verplicht
4 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 86
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Neuro anatomie en fysiologie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 5
133/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Reanimatie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
1
bij aanvangsblok 3: . blok 3
134/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Het verwerven van kennis en inzicht in de vorm, functie en ontwikkeling van het centraal zenuwstelsel en hersenzenuwen in de algemeenheid en de structuren van het visuele systeem in het bijzonder. De leergang wordt benaderd vanuit een klinisch perspectief betreffende de neuro-ophthalmologie en de afbeeldende technieken. Daarnaast is reanimatie onderdeel van deze cursus. Na afloop van lessen reanimatie kun je gestandaardiseerd de basale reanimatiehandelingen uitvoeren volgens de SAFE ABC methodiek en heb je inzicht wanneer je die kan en/of moet toepassen.
2.2
Cursus inhoud
Aan het einde van het blok is er voldoende kennis aanwezig betreffende de klinische neuro-anatomie en fysiologie. Er wordt geen specifieke voorkennis verwacht alhoewel kennis van biologie, wiskunde, natuurkunde en scheikunde nuttig zouden kunnen zijn. Ook het volgen van algemene anatomie en fysiologie in blok A en klinische oculaire anatomie en fysiologie in blok B lijken nuttig, maar zijn niet verplicht.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 52 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 86 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
135/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Oculaire Anatomie
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.OA.P-15 Oculaire Anatomie Ocular Anatomy 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC Wiskunde
verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Oculaire anatomie HC
niet verplicht
13 maal per blok
1560 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
WC Studieloopbaan begeleiding
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
WC Studievaardigheden
verplicht
5 maal per blok
450 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 97
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Oculaire anatomie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
136/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Het verwerven van kennis en inzicht van de normale vorm, functie en ontwikkeling van oog en adnexa vanuit een klinisch perspectief betreffende de oogheelkunde, afbeeldende technieken en de farmacologie van de ophthalmologica.
2.2
Cursus inhoud
De cursusinhoud betreft de klinische oculaire anatomie en fysiologie. Er wordt geen specifieke voorkennis verwacht alhoewel kennis van biologie, wiskunde, natuurkunde en scheikunde nuttig zou kunnen zijn. Ook het gevolgd hebben van algemene anatomie en fysiologie in blok A lijkt nuttig, maar is niet verplicht.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 97 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
137/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Oculaire Anatomie
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.OA.R-15 Oculaire Anatomie Ocular Anatomy 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC Wiskunde
verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Oculaire anatomie HC
niet verplicht
13 maal per blok
1560 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
WC Studieloopbaan begeleiding
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
WC Studievaardigheden
verplicht
5 maal per blok
450 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 97
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Oculaire anatomie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
138/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Het verwerven van kennis en inzicht van de normale vorm, functie en ontwikkeling van oog en adnexa vanuit een klinisch perspectief betreffende de oogheelkunde, afbeeldende technieken en de farmacologie van de ophthalmologica.
2.2
Cursus inhoud
De cursusinhoud betreft de klinische oculaire anatomie en fysiologie. Er wordt geen specifieke voorkennis verwacht alhoewel kennis van biologie, wiskunde, natuurkunde en scheikunde nuttig zou kunnen zijn. Ook het gevolgd hebben van algemene anatomie en fysiologie in blok A lijkt nuttig, maar is niet verplicht.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 97 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
139/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Optometrie Buitenschools Leren 1
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.OBL1-13 Optometrie Buitenschools Leren 1 Optometry Junior Externship 1 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Individuele begeleiding OBL
niet verplicht
9 maal per blok
540 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
OBL extern
verplicht
10 maal per blok
4800 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
OBL PR - keratometrie oef
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Spleetlamp en keratometrie PR
niet verplicht
4 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Voorbereiding OBL HC
niet verplicht
2 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Voorbereiding OBL WC
niet verplicht
2 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
WC OBL intern - casuistiek/intervisie
niet verplicht
4 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
WC OBL intern - professioneel gedrag
niet verplicht
2 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 25
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Portfolio OBL
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
100
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
140/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving cursusinhoud: De OBL stage is een 1-daagse stage per week en bestaat uit het werken in een optiekbedrijf en overige activiteiten. Deze overige activiteiten zijn zelfstudie ten behoeve van het voorbereiden, uitwerken en/of afronden van de opdrachten uit de stage en uit de vakken Prof. Communicatie, WAK en VVP. Hiernaast zijn er lessen OBL o.l.v. de OBL docent, waarin de voortgang van de stage wordt besproken. De OBL stage start begin blok 1D en eindigt eind blok 2C. De totale duur van de stage is 40 dagen, 10 dagen per blok.
2.2
Cursus inhoud
Het doel van de OBL stage is: Het zelfstandig systematisch kunnen uitvoeren van optiekvaardigheden Het zelfstandig systematisch kunnen uitvoeren van optometrische handelen Het ontwikkelen, uitbreiden en realiseren van competenties en de persoonlijke leerdoelen in de beroepspraktijk Het oriënteren op het toekomstig beroep van de student Het ontwikkelen van professioneel gedrag en dit gedrag leren toepassen in de beroepscontext Te leren functioneren binnen een team van medewerkers Te leren reflecteren op eigen handelen binnen de beroepscontext in uiteenlopende situaties Inzicht te verkrijgen in het totaal van de gezondheidszorg en plaats van de optometrist binnen de gezondheidsetting en in de kwaliteit van zorg Beoordeling: De stagebegeleider beoordeelt de prestaties op het stageadres middels het beoordelingsformulier. De OBL docent beoordeelt het portfolio. In het portfolio verzamelt de student bewijzen waarmee hij aantoont dat hij de beroepscompetenties beheerst. Criteria voor een voldoende beoordeling OBL1 (eind blok 1D): 10 dagen stage Minimaal 5 refracties onder begeleiding uitgevoerd Minimaal 10 monofocale glazen en 10 multifocale glazen zijn doorgemeten en afgetekend Minimaal 5 glasverkopen onder begeleiding uitgevoerd OBL werkcolleges zijn bijgewoond en minimaal 2 uitwerkingen van persoonlijke casus en reflectieverslagen Eind jaar 1 moet niveau 1 (competentiemeetlat van Dreyfus) bereikt zijn
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 115 Toetsduur (uren): 0 Zelfstudie (uren): 25 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite
141/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fg/3/GOO-1.OBL1-13
142/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Orthoptisch Onderzoek 1
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.OO1-13 Orthoptisch Onderzoek en praktische vaardigheden 1 Orthoptic Examination and Practical Skills 1 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
OO1(P)
niet verplicht
16 maal per blok
1920 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
OO1(T)
niet verplicht
10 maal per blok
1200 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstandig oefenen
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 70
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Orthoptisch onderzoek 1 theorie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 3
Praktische vaardigheden orthoptie 1
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 3
143/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Dat de student kennis en vaardigheden heeft van de ontwikkeling van het normaal binoculair enkelzien.
2.2
Cursus inhoud
Met dit vak maken we een start met de basis van het vak Orthoptist, het normaal binoculair enkelzien (NBZ). Ook beginnen we met de beginselen van de oogbewegingen. Het gaat hierbij om theorie en praktijk.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 68 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 70 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
144/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Orthoptisch Onderzoek 2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.OO2-13 Orthoptisch Onderzoek en praktische vaardigheden 2 Orthoptic Examination and Practical Skills 2 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
OO2(P)
niet verplicht
16 maal per blok
1920 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
OO2(T)
niet verplicht
10 maal per blok
1200 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstandig oefenen
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 70
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Orthoptisch onderzoek 2 theorie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
Praktische vaardigheden orthoptie 2
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
145/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De student leert hoe de normale oogbewegingen verlopen en ze leren te onderzoeken welke spier(en) zijn aangedaan.
2.2
Cursus inhoud
We gaan verder met de oogbewegingen en de werking van de oogspieren. Verder gaan we in op accommodatie, convergentie anomalieën en heteroforien en de behandelingen ervan. Het gaat hierbij om theorie en praktijk.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 68 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 70 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
146/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Orthoptisch Onderzoek 3
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.OO3-13 Orthoptisch Onderzoek en praktische vaardigheden 3 orthoptic Examination and Practical Skills 3 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
OO3(P)
niet verplicht
16 maal per blok
1920 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
OO3(T)
niet verplicht
10 maal per blok
1200 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
zelfstandig oefenen
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
BCC
niet verplicht
7 maal per blok
630 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 60
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Orthoptisch onderzoek 3 theorie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 5
Praktische vaardigheden orthoptie 3
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 5
147/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De studenten leert de oogstand, accommodatie en convergentie te bepalen. De student leert hoe de oogbewegingen eruit zien wanneer er een spier niet goed werkt.
2.2
Cursus inhoud
We gaan dieper in op de oogbewegingen en de werking van de oogspieren. Verder gaan we in op accommodatie, convergentie anomalieën en heteroforien en de behandelingen ervan. Het gaat hierbij om theorie en praktijk.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 79 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 60 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
148/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Orthoptisch Onderzoek 4
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.OO4-13 Orthoptisch Onderzoek 4 Orthoptic Examination 4 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
OO4(T) strabismus
niet verplicht
8 maal per blok
1440 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
OO4(T)amblyopie
niet verplicht
6 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 102
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Orthoptisch Onderzoek 4 theorie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
149/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Bij Strabismus leer je hoe de samenwerking is tussen de beide ogen en wat er kan gebeuren als een kind scheel kijkt. Je leert over de verschillende vormen van correspondentie/lokalisatie en welke gevolgen deze hebben voor het ontwikkelen van een amblyopie. Na afloop van thema amblyopie · Kun je de ontwikkeling, opbouw, anatomie en fysiologie van het visueel systeem benoemen · heb je kennis van de grootste gebieden in de hersenen noemen die betrokken zijn bij de visuele waarneming · weet je wat receptieve velden zijn en wat hun functie is in het visueel systeem · weet je wat magno en parvocellulaire banen zijn · aangeven wat met dominantie kolommen en oriëntatiekolommen bedoeld wordt · gezichtsvelddefecten zoals de termen bitemporale , homoniem, en incomplete hemianopsie kunnen koppelen aan schade in een bepaald gebied in de hersenen. · Kun je de onderzoeken van Hubel en Wiesel en Blakemore globaal beschrijven · uitleggen hoe de corticale representatie van de binoculaire functies eruit ziet · de term `crowding effect’ uitleggen · de kenmerken en oorzaken en prevalentie van een amblyopie beschrijven · uitleggen wat de sensitieve periodes voor de visuele ontwikkeling zijn · de sensitieve periodes van een amblyopie kunnen noemen. · uitleggen wat met corticale blindheid wordt bedoeld. ·
de relatie leggen tussen de anatomie en fysiologie van het visueel systeem en amblyopie
2.2
Cursus inhoud
We gaan dieper in op de normale sensoriek en de abnormale sensoriek bij scheelzien. Je leert waarom er diplopie is en wat confusie en suppressie is Als een oog tijdens de eerste levensjaren niet goed gebruikt wordt blijft het oog achter in ontwikkeling en wordt het lui. We noemen dat amblyopie. Er zijn verschillende redenen waarom een oog niet goed gebruikt kan worden tijdens de eerste levensjaren .Denk maar eens aan een oog dat niet helemaal open kan doordat het bovenooglid hangt. Ook een oog dat een troebele lens heeft zal zich niet goed ontwikkelen en wordt amblyoop .Ook een oog dat scheel kijkt kan amblyoop worden .Als orthoptist zul je in je praktijk veel van dit soort patiënten tegen komen. Bij Amblyopie 1D leer je veel over de basis principes van de ontwikkeling en functie van het oog, visuele banen en visuele cortex kennen. Deze basiskennis heb je nodig om in het tweede studie jaar te begrijpen hoe je een amblyoop oog kunt behandelen
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 36 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 102 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite
150/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
151/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Oogh. Path. en LOEP2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.OPATH.P-15 Oogheelkunde, Pathologie en EBP 2 Ophthalmology, Pathology and Research in Practice 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC EBP 2
niet verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Oogheelkunde
niet verplicht
6 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Pathologie
niet verplicht
5 maal per blok
600 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
WC EBP 2
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
WC studieloopbaanbegeleiding
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
WC studievaardigheden
verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 100
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
EBP 2 verslag
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
40
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
Oogheelkunde en pathologie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
60
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
152/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Verwerven van kennis en inzicht betreffende oogheelkunde van het voorste oogsegment en traanfysiologie met de nadruk op en verdieping in die onderwerpen die voor orthoptisten en optometristen het meest van belang zijn. Er wordt een overzicht gegeven van de, vanuit het perspectief van de optometristen en orthoptisten, zeldzamere beelden. Advies/plan EBP 2 is een uitwerking van competentiegebied III op niveau 1: de orthoptist/optometrist als beroepsontwikkelaar met als componenten onderzoek en innovatie: a. onderzoeken De orthoptist/optometrist registreert systematisch patiënt- en behandelgegevens ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek. Hij neemt deel aan wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke fundering daarvan. b. innoveren De orthoptist/optometrist draagt bij aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep, door middel van het implementeren van kwaliteitsverbeteringen en borgen van innovatieprocessen.
2.2
Cursus inhoud
Het betreft de oogheelkunde van het voorste oogsegment (ooglid, conjunctiva, cornea, lens, refractiechirurgie, het natte en droge oog en de traanfysiologie). Het gevolgd hebben van het onderwijs van blok A, B en C van het eerste jaar lijkt een nuttige zaak, maar is niet verplicht. Voor EBP2 wordt met een groep aan de hand van een gekozen probleemstelling een advies/plan gemaakt, gebaseerd op onderzoeksartikelen. Centraal staat: Het uitvoeren van een literatuuronderzoek op het gebied van orthoptie of optometrie. Per student wordt één artikel geanalyseerd en samengevat
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 39 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 100 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
153/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Oogh. Path. en LOEP2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.OPATH.R-15 Oogheelkunde, Pathologie en EBP 2 Ophthalmology, Pathology and Research in Practice 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC EBP 2
niet verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Oogheelkunde
niet verplicht
6 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Pathologie
niet verplicht
5 maal per blok
600 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
WC EBP 2
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
WC studieloopbaanbegeleiding
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
WC studievaardigheden
verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 100
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
EBP 2 verslag
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
40
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
Oogheelkunde en pathologie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
60
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
154/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Verwerven van kennis en inzicht betreffende oogheelkunde van het voorste oogsegment en traanfysiologie met de nadruk op en verdieping in die onderwerpen die voor orthoptisten en optometristen het meest van belang zijn. Er wordt een overzicht gegeven van de, vanuit het perspectief van de optometristen en orthoptisten, zeldzamere beelden. Advies/plan EBP 2 is een uitwerking van competentiegebied III op niveau 1: de orthoptist/optometrist als beroepsontwikkelaar met als componenten onderzoek en innovatie: a. onderzoeken De orthoptist/optometrist registreert systematisch patiënt- en behandelgegevens ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek. Hij neemt deel aan wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke fundering daarvan. b. innoveren De orthoptist/optometrist draagt bij aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep, door middel van het implementeren van kwaliteitsverbeteringen en borgen van innovatieprocessen.
2.2
Cursus inhoud
Het betreft de oogheelkunde van het voorste oogsegment (ooglid, conjunctiva, cornea, lens, refractiechirurgie, het natte en droge oog en de traanfysiologie). Het gevolgd hebben van het onderwijs van blok A, B en C van het eerste jaar lijkt een nuttige zaak, maar is niet verplicht. Voor EBP2 wordt met een groep aan de hand van een gekozen probleemstelling een advies/plan gemaakt, gebaseerd op onderzoeksartikelen. Centraal staat: Het uitvoeren van een literatuuronderzoek op het gebied van orthoptie of optometrie. Per student wordt één artikel geanalyseerd en samengevat
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 39 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 100 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
155/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Optometrisch onderzoek 1
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.OPOND1-13 Optometrisch onderzoek 1 - Spleetlamproutine Optometric examination 1 - Slitlamp routine 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Optond 1 HC
niet verplicht
7 maal per blok
420 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Optond 1 HC duo
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Optond 1 PR
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Optond 1 PR oef
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Optond 1 WC 2
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Optond 1 WC1
niet verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 96
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Optom. onderz. 1 praktijk Spleetlamp
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 3
Optometrisch onderzoek 1 theorie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 3
156/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Leerdoelen: Je bent in staat de spleetlamp te bedienen. Je bent in staat de geleerde spleetlamp technieken te gebruiken om bepaalde structuren van het oog op de juiste manier te belichten en scherp te stellen. Je bent in staat met behulp van diffuse belichting, optic section, parallelpiped, retroverlichting, sclerotic scatter en specular reflection het uitwendige oog en adnexa beoordelen. Je bent bekwaam om de kwaliteit en kwantiteit van de traanlaag te herkennen en beoordelen.
2.2
Cursus inhoud
In deze cursus zul je het technische aspect van de spleetlamp en de mogelijke belichtingstechnieken leren beheersen. Door deze belichtingstechnieken kun je de verschillende lagen van het voorste oogsegment goed beoordelen op normaal of afwijkend. Om te beoordelen of iets normaal of afwijkend is, zul je de normale bouw en functie van het voorste oogsegment goed moeten kennen. Daarnaast leer je de afwijkingen en hun achtergrond die je in de verschillende structuren van het voorste oogsegment kunt verwachten.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 96 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
157/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Optometrisch onderzoek 2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.OPOND2-13 Optometrisch onderzoek 2 - Anamnese en Externals Optometric examination 2 - History and Externals 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Optond 2 HC
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Optond 2 PR
niet verplicht
9 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Optond 2 WC
niet verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Practicum - Optond 2 PR oef
niet verplicht
9 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 80
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
m. onderz. 2 praktijk anamnese+externals
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 5
Optometrisch onderzoek 2 theorie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 5
158/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Na afloop kun je: (I) Een eenvoudige anamnese afnemen en diverse extern uitgevoerde optometrische onderzoeken (Engels: externals) vlot uitvoeren op een mede student. (II) De verkregen gegevens uit deze routine juist noteren. (III) De verkregen gegevens interpreteren en bepalen of de uitkomsten aan de norm voldoen. De meeste testen in deze routine vallen onder het basis optometrisch onderzoek. Tijdens het oefenen van de externals vervult één student de rol van optometrist en de andere student de rol van cliënt. In deze samenwerking zul je als optometrist steeds met de cliënt / patiënt communiceren. Tijdens het oefenen van praktische vaardigheden train je je zelf dus ook in het communiceren en samenwerken met cliënten. Na de oefening zul je elkaar feedback geven over de wijze waarop je de vaardigheid uitvoerde.
2.2
Cursus inhoud
Inhoud externals bestaat uit de volgende vaardigheden en de bijbehorende theorie: -
Anamnese, inclusief observatie Visus en pinhole Stereozien Covertest nabij en veraf Compenserende fusiebreedte met prismalat Nabijheids Punt van Convergentie (NPC) Accommodatie Amplitude (AA) Oogbewegingen (Versies) Confrontatie Gezichtsveld (GGB) Amsler Gezichtsveld Bloeddruk Ooglidfuncties Pupilreacties Schrijven van evaluatie en plan
Kennisbasis: medische anatomie en fysiologie
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 58 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 80 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
159/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Geometrische Optica
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.OPT12.P-15 Geometrische optica & EBP 1 Geometric Optics and Research in Practice 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC Optica 2 / EBP 1
niet verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Optica 1 HC
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Optica 1 PR
niet verplicht
4 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Optica 1 WC
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
WC mediatheek en samenwerken
verplicht
3 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
WC Optica 2 / EBP 1
niet verplicht
4 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 81
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Theorietoets Optica 1
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
70
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 3
Verslag Optica 2 (EBP 1)
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
30
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 3
160/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Doel optica 1 Tijdens de optica 1 cursus vergaar je kennis op het gebied van geometrische optica. Deze kennis is noodzakelijk voor een optometrist en orthoptist . Het oog is een optisch systeem. Op het oog zijn de optica wetten van toepassing. De basis van de optica wetten leer je in deze cursus. Ook wordt in deze cursus een begin gemaakt van het meten van de visus. De basis van het zien van een voorwerp. Daarnaast leer je over het kleur en contrast zien. Hoe zit het kleur en contrast zien in elkaar en hoe meet je dit. Doel optica 2/ EBP 1 De student kan de waarde van een meetinstrument inschatten en de gestandaardiseerde afname onderbouwen. De student kent bv. de betrouwbaarheid en validiteit van een instrument zodat het effect van een therapie/onderzoek bepaald kan worden. Tevens is het van belang dat de student op basis van de eigenschappen van de meetinstrumenten, de keuze voor een meetinstrument kan onderbouwen. Het meten op zich is een beroepsspecifieke vaardigheid. In het beroepsproduct Verslag EBP 1 is het van belang dat de student nagaat of de metingen betrouwbaar zijn. Visusmetingen worden op basis van een onderzoeksvraag uitgevoerd en daar wordt verslag van gelegd. De resultaten worden geanalyseerd met behulp van beschrijvende statistiek. De student begrijpt de onderstaande begrippen en kan ze op eenvoudige voorbeelden toepassen: · frequentieverdeling · centrummaten en spreidingsmaten · betrouwbaarheidsinterval rond metingen De student kan resultaten van metingen weergeven met behulp van eenvoudige statistiek: In Excel en SPSS een databestand opbouwen en daarop met SPSS statistische functies toepassen -
Tabellen en grafieken maken
2.2
Cursus inhoud
Cursus inhoud optica 1. In de cursus optica 1 wordt behandeld hoe het licht valt in een normaal, myoop en hypermetroop oog. Hoe wordt een voorwerp afgebeeld. Wat verandert er als iemand veraf kijkt of naar een voorwerp dichtbij. Wat zijn de eigenschappen van een glasblok, prisma en lens. Wat voor type lenzen heb je. Wat zijn de vertekeningen die lenzen geven. Hoe vergroten en verkleinen de lenzen. Daarnaast worden verschillende kleur en contrasttesten behandeld. Hoe werken ze, hoe voer je ze uit en wanneer kan je ze gebruiken. Cursus inhoud optica 2/ EBP 1: verslag EBP 1. Dit product is een uitwerking van competentiegebied III op niveau 1: de orthoptist/optometrist als beroepsontwikkelaar met als componenten onderzoek en innovatie: a. onderzoeken De orthoptist registreert systematisch patiënt- en behandelgegevens ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek. Hij neemt deel aan wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke fundering daarvan. b. innoveren De orthoptist draagt bij aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep, door middel van het implementeren van kwaliteitsverbeteringen en borgen van innovatieprocessen.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5
Workload 161/318
© Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Contactduur (uren): 57 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 81 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
162/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Geometrische Optica
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.OPT12.R-15 Geometrische optica & EBP 1 Geometric Optics and Research in Practice 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC Optica 2 / EBP 1
niet verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Optica 1 HC
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Optica 1 PR
niet verplicht
4 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Optica 1 WC
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
WC mediatheek en samenwerken
verplicht
3 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
WC Optica 2 / EBP 1
niet verplicht
4 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 81
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Theorietoets Optica 1
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
70
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 3
Verslag Optica 2 (EBP 1)
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
30
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 3
163/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Doel optica 1 Tijdens de optica 1 cursus vergaar je kennis op het gebied van geometrische optica. Deze kennis is noodzakelijk voor een optometrist en orthoptist . Het oog is een optisch systeem. Op het oog zijn de optica wetten van toepassing. De basis van de optica wetten leer je in deze cursus. Ook wordt in deze cursus een begin gemaakt van het meten van de visus. De basis van het zien van een voorwerp. Daarnaast leer je over het kleur en contrast zien. Hoe zit het kleur en contrast zien in elkaar en hoe meet je dit. Doel optica 2/ EBP 1 De student kan de waarde van een meetinstrument inschatten en de gestandaardiseerde afname onderbouwen. De student kent bv. de betrouwbaarheid en validiteit van een instrument zodat het effect van een therapie/onderzoek bepaald kan worden. Tevens is het van belang dat de student op basis van de eigenschappen van de meetinstrumenten, de keuze voor een meetinstrument kan onderbouwen. Het meten op zich is een beroepsspecifieke vaardigheid. In het beroepsproduct Verslag EBP 1 is het van belang dat de student nagaat of de metingen betrouwbaar zijn. Visusmetingen worden op basis van een onderzoeksvraag uitgevoerd en daar wordt verslag van gelegd. De resultaten worden geanalyseerd met behulp van beschrijvende statistiek. De student begrijpt de onderstaande begrippen en kan ze op eenvoudige voorbeelden toepassen: · frequentieverdeling · centrummaten en spreidingsmaten · betrouwbaarheidsinterval rond metingen De student kan resultaten van metingen weergeven met behulp van eenvoudige statistiek: In Excel en SPSS een databestand opbouwen en daarop met SPSS statistische functies toepassen -
Tabellen en grafieken maken
2.2
Cursus inhoud
Cursus inhoud optica 1. In de cursus optica 1 wordt behandeld hoe het licht valt in een normaal, myoop en hypermetroop oog. Hoe wordt een voorwerp afgebeeld. Wat verandert er als iemand veraf kijkt of naar een voorwerp dichtbij. Wat zijn de eigenschappen van een glasblok, prisma en lens. Wat voor type lenzen heb je. Wat zijn de vertekeningen die lenzen geven. Hoe vergroten en verkleinen de lenzen. Daarnaast worden verschillende kleur en contrasttesten behandeld. Hoe werken ze, hoe voer je ze uit en wanneer kan je ze gebruiken. Cursus inhoud optica 2/ EBP 1: verslag EBP 1. Dit product is een uitwerking van competentiegebied III op niveau 1: de orthoptist/optometrist als beroepsontwikkelaar met als componenten onderzoek en innovatie: a. onderzoeken De orthoptist registreert systematisch patiënt- en behandelgegevens ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek. Hij neemt deel aan wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke fundering daarvan. b. innoveren De orthoptist draagt bij aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep, door middel van het implementeren van kwaliteitsverbeteringen en borgen van innovatieprocessen.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5
Workload 164/318
© Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Contactduur (uren): 57 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 81 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
165/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Gullstrand en Briladvies
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.OPTIC34-13 Gullstrand oogmodel en Briladvies Gullstrand eye model and Ophthalmic lenses and optics 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Optica 3 HC
niet verplicht
8 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Optica 3 WC
niet verplicht
6 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Optica 4 HC
niet verplicht
6 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Optica 4 WC
niet verplicht
6 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 100
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Assessment Optica 4
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
Theorietoets Optica 3
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
166/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Cursusdoel Optica 3 Het doel van de cursus is om studenten kennis en vaardigheden te bieden over de werking van stelsels van lenzen en van dikke lenzen. Omdat het oog beschouwd kan worden als een combinatie van beide, heeft de cursus tot doel om de student de optische werking van het oog duidelijk te maken. Tevens wordt een model gepresenteerd dat bekend staat onder het schematisch oog volgens Gullstrand waarmee stap voor stap kan worden doorgerekend wat de optische betekenis is van ieder onderdeel van het oog. Cursusdoel Optica 4: Als optometrist behoor je een goed sterkte advies te kunnen geven aan de cliënt/patiënt nadat je een refractie (oogmeting) hebt gedaan. Dit advies kan bestaan uit het voorschrijven van een bril, contactlenzen of zelfs refractiechirurgie. Tijdens de lessen van optica 4 gaan we ons verdiepen in het glasadvies.
2.2
Cursus inhoud
Tijdens Optica 3 zal gewerkt worden aan de volgende competenties: Als optometrist is kennis van de werking van licht nodig. Wij zullen de volgende onderwerpen hanteren: o Het ontwerpen en berekenen van lenzenstelsels o Het ontwerpen en berekenen van dikke lenzen o Het berekenen van de sterkten van onderdelen van het oog met behulp van het model dat bekend staat onder de naam Schematisch oog volgens Gullstrand. Tijdens Optica 4 zal gewerkt worden aan de volgende competenties: o Het vermogen om een optisch hulpmiddel te kunnen adviseren. o Het vermogen om het gebruik van brillenglazen en hun specifieke eigenschappen te vertalen naar de wensen van de patiënt / cliënt. o Het begrip van de werking van het prismatische effect op een brillenglas. o Het vermogen om een glasadvies uit te voeren. Deze cursus bouwt voort op de kennis en vaardigheden die zijn opgedaan in de cursus Optica 1 en Optica 2
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 38 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 100 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
167/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Fysische Optica en Brillenglazen
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.OPTIC56-13 Fysische Optica en Brillenglazen Fysic optics and glasses 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Optica 5 HC
niet verplicht
6 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Optica 5 HC
niet verplicht
6 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Optica 5 PR
verplicht
3 maal per blok
540 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Optica 5 WC
niet verplicht
6 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Optica 6 WC
niet verplicht
4 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 97
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een In welke blokken toets wordt wordt aangeboden de toets aangeboden? in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Theorietoets Optica 5&6
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
75
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Verslag Optica 5
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
25
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
168/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Optica 5 (fysische optica) Aan het einde van de cursus heeft de student kennis over de eigenschappen en de werking van: · zonnebrillen en filterglazen · gepolariseerd licht · interferentie · anti-reflectiecoating.
Aan het einde van de cursus heeft de student kennis over lensfouten. Optica 6 (Oog en bril 2) Aan het einde van de cursus is de student in staat om: · het accommodatie vermogen van een persoon uit te kunnen rekenen · de invloed van de hoornvliesafstand op een oogfout en brilsterkte te begrijpen · het accommodatie effect te verklaren en berekenen · het sferisch equivalente uit te leggen en te berekenen Aan het einde van de cursus: · begrijpt de student de werking van prisma’s en kan resultante prisma’s berekenen. · is de student in staat om de hoogte compensatie prisma’s te begrijpen en berekenen. · is de student in staat om de prismatische werking door torische glazen te verklaren en berekenen. ·
is de student bekend met optische basisregels voor brilaanpassingen.
2.2
Cursus inhoud
Tijdens de lessen van Optica 5 zal er aandacht zijn voor de natuurkundige principes achter filterglazen,polarisatiefilter en ontspiegeling. Daarnaast komen diverse lensfouten aan de orde. Tijdens de lessen van Optica 6 zal er aandacht besteed worden aan de theoretische en rekenkundige achtergrond van de hoornvliesafstand, accommodatie, prismatische werking, resultante prisma’s en enkele basisregels voor het afpassen van een bril.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 41 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 97 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
169/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Orthoptische Vaardigheden
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.OV-13 Orthoptische Vaardigheden Orthoptic Skills 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
OV(P)
niet verplicht
16 maal per blok
1920 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
STAGE voorbereiding competenties
niet verplicht
4 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstandig oefenen
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
BCC
niet verplicht
8 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 71
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Praktische Vaardigheden Orthoptie 4
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
170/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De student kan een volledig orthoptisch onderzoek binnen een bepaalde tijd uitvoeren. KENNIS:cognitieve vaardigheden (interpreteren, analyseren en dergelijke) om rationele afwegingen te maken PRAKTISCHE VAARDIGHEDEN: psychomotorische vaardigheid en (het orthoptische onderzoek en dergelijke) om vakbekwaam te handelen PROFESSIONELE HOUDING: psychosociale vaardigheden om interacties met patiënten (en de ouders/begeleiders) en andere disciplines effectief te laten verlopen
2.2
Cursus inhoud
Alle praktische vaardigheden in orthoptisch onderzoek die in jaar 1 aan de orde zijn gekomen zijn de basis van deze cursus. Aan het einde van het eerste jaar wordt door middel van een integrale praktijktoets het competentieniveau bepaald.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 68 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 71 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
171/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Refractie 1
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.REF1.P-15 Subjectieve refractie, theorie en praktijk Subjective refraction 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
REFRAC1 HC
niet verplicht
5 maal per blok
300 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
REFRAC1 PR
niet verplicht
9 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
REFRAC1 PR oef
niet verplicht
9 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
REFRAC1 WC - Refractieschema
niet verplicht
5 maal per blok
600 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
REFRAC1 WC - Topsterktemeter
niet verplicht
4 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 83
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Praktijktoets Refractie 1
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
Theorietoets Refractie 1
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
172/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De visus geeft een globale indruk van de gezondheid van het oog en wordt standaard gemeten tijdens elk optometrisch- of orthoptisch onderzoek. Een lage of verminderde visus geeft aanleiding om het oog nader te onderzoeken. Grofweg zijn er twee oorzaken van een lage of verminderde visus aan te wijzen. De eerste oorzaak is pathologie. Het oog is niet gezond en verliest hierdoor de visuele functie of het oog heeft zich door pathologie niet goed kunnen ontwikkelen. Een verdere verslechtering van de visus duidt vaak op een verslechtering van de aandoening. Een andere veel voorkomende oorzaak is een refractieafwijking, ook wel ametropie genoemd. Ametropie wordt veroorzaakt doordat het brekend vermogen van het oog te sterk of te zwak is. Het gevolg is dat iemand wazig ziet. In sommige gevallen ziet iemand wel scherp maar is het oog niet ontspannen waardoor er klachten ontstaan. Een ametropie is te corrigeren met behulp van visuele hulpmiddelen. Door de refractieafwijking te corrigeren is het mogelijk optimaal zicht te bieden aan een patiënt of cliënt. Eén van de belangrijkste taken van een optometrist en orthoptist is het corrigeren van refractieafwijkingen met als doel een visueel hulpmiddel voor te schrijven of een advies te geven met betrekking tot de oogsterkte. In de cursus Refractie 1 staat het corrigeren van refractieafwijkingen centraal. Een refractie is meer dan alleen het uitvoeren van de procedure. Inzicht en kennis van de verschillende de refractiemethodieken in combinatie met een goede communicatie met patiënt of cliënt zijn noodzakelijk om een juiste en betrouwbare refractie uit te voeren.
2.2
Cursus inhoud
Cursusinhoud / kennisdoel Tijdens de cursus Refractie 1 wordt er een bijdrage geleverd aan de volgende competenties: – Verrichten van subjectieve oogmetingen; – Screenen van de ogen; – Beoordelen van oogklachten; – Bijhouden van de cliënten/patiëntenadministratie; – Communiceren met cliënt/patiënt; – Evalueren van eigen handelen. Deze competenties vallen onder competentiegebied I. "De optometrist / orthoptist als hulpverlener" met daarbij de competenties die vallen onder a. screenen / diagnosticeren / plannen. Tijdens de cursus Refractie 1 wordt er aan de volgende leerdoelen gewerkt: Basishandelingen verrichten (PD, HA en pasbril afstellen) ter voorbereiding van een subjectieve refractie. De verschillende soorten ametropieën herkennen en toelichten. De ligging van het brandpunt en/of brandlijnen ten opzichte van het netvlies berekenen. Het begrip scheefgekruiste cilinders beschrijven. De controleproeven (rood/groen, roodproef en S +1,00-proef) met behulp van een refractieschema verklaren. Een refractieschema van een subjectieve refractie met behulp van de nevelmethode en/of KC-methode inclusief controleproeven opstellen. De voor- en nadelen benoemen van de nevelmethode en KC-methode De uitgangspositie, grondregels en volgorde van de uitvoering van de stappen van de nevelmethode en KCmethode beschrijven. Een subjectieve refractie correct, met een juiste vraagstelling en met het in de juiste volgorde uitvoeren van de handelingen, met behulp van de nevelmethode en/of KC-methode uitvoeren en afsluiten met controleproeven. De gevonden waarden correct aflezen en op de juiste wijze noteren. -
Verschillende enkelvoudige brillenglazen doormeten en de waarden op juiste wijze noteren.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 55 Toetsduur (uren): 2
173/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Zelfstudie (uren): 83 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
174/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Refractie 1
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.REF1.R-15 Subjectieve refractie, theorie en praktijk Subjective refraction 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
REFRAC1 HC
niet verplicht
5 maal per blok
300 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
REFRAC1 PR
niet verplicht
9 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
REFRAC1 PR oef
niet verplicht
9 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
REFRAC1 WC - Refractieschema
niet verplicht
5 maal per blok
600 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
REFRAC1 WC - Topsterktemeter
niet verplicht
4 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 83
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Praktijktoets Refractie 1
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
Theorietoets Refractie 1
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
175/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De visus geeft een globale indruk van de gezondheid van het oog en wordt standaard gemeten tijdens elk optometrisch- of orthoptisch onderzoek. Een lage of verminderde visus geeft aanleiding om het oog nader te onderzoeken. Grofweg zijn er twee oorzaken van een lage of verminderde visus aan te wijzen. De eerste oorzaak is pathologie. Het oog is niet gezond en verliest hierdoor de visuele functie of het oog heeft zich door pathologie niet goed kunnen ontwikkelen. Een verdere verslechtering van de visus duidt vaak op een verslechtering van de aandoening. Een andere veel voorkomende oorzaak is een refractieafwijking, ook wel ametropie genoemd. Ametropie wordt veroorzaakt doordat het brekend vermogen van het oog te sterk of te zwak is. Het gevolg is dat iemand wazig ziet. In sommige gevallen ziet iemand wel scherp maar is het oog niet ontspannen waardoor er klachten ontstaan. Een ametropie is te corrigeren met behulp van visuele hulpmiddelen. Door de refractieafwijking te corrigeren is het mogelijk optimaal zicht te bieden aan een patiënt of cliënt. Eén van de belangrijkste taken van een optometrist en orthoptist is het corrigeren van refractieafwijkingen met als doel een visueel hulpmiddel voor te schrijven of een advies te geven met betrekking tot de oogsterkte. In de cursus Refractie 1 staat het corrigeren van refractieafwijkingen centraal. Een refractie is meer dan alleen het uitvoeren van de procedure. Inzicht en kennis van de verschillende de refractiemethodieken in combinatie met een goede communicatie met patiënt of cliënt zijn noodzakelijk om een juiste en betrouwbare refractie uit te voeren.
2.2
Cursus inhoud
Cursusinhoud / kennisdoel Tijdens de cursus Refractie 1 wordt er een bijdrage geleverd aan de volgende competenties: – Verrichten van subjectieve oogmetingen; – Screenen van de ogen; – Beoordelen van oogklachten; – Bijhouden van de cliënten/patiëntenadministratie; – Communiceren met cliënt/patiënt; – Evalueren van eigen handelen. Deze competenties vallen onder competentiegebied I. "De optometrist / orthoptist als hulpverlener" met daarbij de competenties die vallen onder a. screenen / diagnosticeren / plannen. Tijdens de cursus Refractie 1 wordt er aan de volgende leerdoelen gewerkt: Basishandelingen verrichten (PD, HA en pasbril afstellen) ter voorbereiding van een subjectieve refractie. De verschillende soorten ametropieën herkennen en toelichten. De ligging van het brandpunt en/of brandlijnen ten opzichte van het netvlies berekenen. Het begrip scheefgekruiste cilinders beschrijven. De controleproeven (rood/groen, roodproef en S +1,00-proef) met behulp van een refractieschema verklaren. Een refractieschema van een subjectieve refractie met behulp van de nevelmethode en/of KC-methode inclusief controleproeven opstellen. De voor- en nadelen benoemen van de nevelmethode en KC-methode De uitgangspositie, grondregels en volgorde van de uitvoering van de stappen van de nevelmethode en KCmethode beschrijven. Een subjectieve refractie correct, met een juiste vraagstelling en met het in de juiste volgorde uitvoeren van de handelingen, met behulp van de nevelmethode en/of KC-methode uitvoeren en afsluiten met controleproeven. De gevonden waarden correct aflezen en op de juiste wijze noteren. -
Verschillende enkelvoudige brillenglazen doormeten en de waarden op juiste wijze noteren.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 55 Toetsduur (uren): 2
176/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Zelfstudie (uren): 83 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
177/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Refractie 2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.REF2.P-15 Objectieve, subjectieve en binoculaire refractie Objective, Subjective and Binocular Refraction 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
REFRAC PR
niet verplicht
2 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
REFRAC2 HC
niet verplicht
2 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
REFRAC2 HC
niet verplicht
3 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
REFRAC2 HC
verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
REFRAC2 PR
niet verplicht
12 maal per blok
1440 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
REFRAC2 PR Oef
verplicht
9 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
REFRAC2 WC
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 78
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een In welke blokken toets wordt wordt aangeboden de toets aangeboden? in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Praktijktoets Refractie 2
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Theorietoets Refractie 2
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
178/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Als optometrist of orthoptist moet je in staat zijn om visus- en comfortklachten te analyseren en op te lossen. Klachten kunnen ontstaan doordat een brillenglas niet de juiste sterkte heeft of niet goed in het montuur gemonteerd is. Een andere oorzaak kan een onjuiste (binoculaire) refractie zijn. Om visus- en/of comfortklachten op te lossen moet je eerst weten wat de exacte klachten zijn. Tijdens een anamnesegesprek worden de klachten in kaart gebracht en ga je bij de patiënt onderzoek verrichten. Nadat je onderzoek verricht hebt, kun je advies uitbrengen aan de patiënt en de mogelijke oplossingen bespreken. Een nieuw brilvoorschrift kan één van de oplossingen zijn. Tijdens de cursus Refractie 1 heb je geleerd de refractieafwijking vast te stellen met behulp van de KC-methode en nevelmethode. Deze methodes worden subjectieve methoden genoemd omdat de patiënt of de klant, het subject, actief betrokken is bij het vaststellen van de refractieafwijking. Communicatie is erg belangrijk om de refractieafwijking goed vast te stellen. Communicatie is bij sommige patiënten of klanten lastig. Denk aan een kind of iemand met een spraakstoornis. Bij deze patiënten of klanten is het lastig om de juiste refractieafwijking vast te stellen. Een objectieve methode waarbij je niet afhankelijk bent met van de communicatie biedt uitkomst. Skiascopie is één van de objectieve methoden die tot de beschikking van een optometrist of orthoptist staat. Daarnaast is deze methode op elke patiënt of klant toepasbaar als voorbereiding op de subjectieve meting. In eerste instantie worden refractieafwijkingen eerst monoculair vastgesteld. Hier kun je het als optometrist of orthoptist niet bij laten. Als er een goede samenwerking tussen beide ogen is dan wordt er binoculair gekeken. De refractie moet dan ook onder binoculaire omstandigheden gecontroleerd worden. Wat nu als blijkt dat er tussen de sterktes van beide ogen grote verschillen bestaan? Wat is dan het gevolg voor de patiënt? Dergelijke vraagstukken komen tijdens de lessen eikonometrie aan bod.
2.2
Cursus inhoud
Tijdens de cursus Refractie 2 wordt er een bijdrage geleverd aan de volgende competenties: – Verrichten van subjectieve oogmetingen; – Verrichten van objectieve oogmetingen; – Screenen van de ogen; – Beoordelen van oogklachten; – Bijhouden van de cliënten/patiëntenadministratie; – Communiceren met cliënt/patiënt; – Evalueren van eigen handelen. Deze competenties vallen onder competentiegebied I. "De optometrist / orthoptist als hulpverlener" met daarbij de competenties die vallen onder a. screenen / diagnosticeren / plannen.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 60 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 78 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite 179/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
180/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Refractie 2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-1.REF2.R-15 Objectieve, subjectieve en binoculaire refractie Objective, Subjective and Binocular Refraction 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
REFRAC2 HC
niet verplicht
3 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
REFRAC2 HC
verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
REFRAC2 PR
niet verplicht
12 maal per blok
1440 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
REFRAC2 PR
niet verplicht
2 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
REFRAC2 PR oef
verplicht
9 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
REFRAC2 WC
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
REFRAC2.HC
niet verplicht
2 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 78
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een In welke blokken toets wordt wordt aangeboden de toets aangeboden? in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Praktijktoets Refractie 2
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Theorietoets Refractie 2
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
181/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Als optometrist of orthoptist moet je in staat zijn om visus- en comfortklachten te analyseren en op te lossen. Klachten kunnen ontstaan doordat een brillenglas niet de juiste sterkte heeft of niet goed in het montuur gemonteerd is. Een andere oorzaak kan een onjuiste (binoculaire) refractie zijn. Om visus- en/of comfortklachten op te lossen moet je eerst weten wat de exacte klachten zijn. Tijdens een anamnesegesprek worden de klachten in kaart gebracht en ga je bij de patiënt onderzoek verrichten. Nadat je onderzoek verricht hebt, kun je advies uitbrengen aan de patiënt en de mogelijke oplossingen bespreken. Een nieuw brilvoorschrift kan één van de oplossingen zijn. Tijdens de cursus Refractie 1 heb je geleerd de refractieafwijking vast te stellen met behulp van de KC-methode en nevelmethode. Deze methodes worden subjectieve methoden genoemd omdat de patiënt of de klant, het subject, actief betrokken is bij het vaststellen van de refractieafwijking. Communicatie is erg belangrijk om de refractieafwijking goed vast te stellen. Communicatie is bij sommige patiënten of klanten lastig. Denk aan een kind of iemand met een spraakstoornis. Bij deze patiënten of klanten is het lastig om de juiste refractieafwijking vast te stellen. Een objectieve methode waarbij je niet afhankelijk bent met van de communicatie biedt uitkomst. Skiascopie is één van de objectieve methoden die tot de beschikking van een optometrist of orthoptist staat. Daarnaast is deze methode op elke patiënt of klant toepasbaar als voorbereiding op de subjectieve meting. In eerste instantie worden refractieafwijkingen eerst monoculair vastgesteld. Hier kun je het als optometrist of orthoptist niet bij laten. Als er een goede samenwerking tussen beide ogen is dan wordt er binoculair gekeken. De refractie moet dan ook onder binoculaire omstandigheden gecontroleerd worden. Wat nu als blijkt dat er tussen de sterktes van beide ogen grote verschillen bestaan? Wat is dan het gevolg voor de patiënt? Dergelijke vraagstukken komen tijdens de lessen eikonometrie aan bod.
2.2
Cursus inhoud
Tijdens de cursus Refractie 2 wordt er een bijdrage geleverd aan de volgende competenties: – Verrichten van subjectieve oogmetingen; – Verrichten van objectieve oogmetingen; – Screenen van de ogen; – Beoordelen van oogklachten; – Bijhouden van de cliënten/patiëntenadministratie; – Communiceren met cliënt/patiënt; – Evalueren van eigen handelen. Deze competenties vallen onder competentiegebied I. "De optometrist / orthoptist als hulpverlener" met daarbij de competenties die vallen onder a. screenen / diagnosticeren / plannen.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 60 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 78 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite 182/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
183/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Amblyopie
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.AMBL-13 Amblyopie en Praktische Vaardigheden Amblyopia and Practical Skills 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
AMBL(T)
niet verplicht
12 maal per blok
1440 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
PVO(P)
niet verplicht
9 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 95
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Amblyopie Theorie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 3
Praktische vaardigheden Orthoptie 5
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 3
184/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Je weet aan het eind van deze cursus hoe je een patiënt met amblyopie onderzoekt en behandeld.Daarnaast worden er bijbehorende praktische vaardigheden aangeleerd
2.2
Cursus inhoud
Bedoeling Op je spreekuur verschijnt een patiëntje van 3 jaar die slecht ziet met zijn linkeroog. Je vindt tijdens je onderzoek een matige esotropie met een A patroon en een hoge anisometropie (S +1,0 en S+6,0) en gaat een bril voorschrijven. Als de patiënt na 3 maanden bij je terug komt voor brilcontrole is de visus van het linkeroog nog onvoldoende ten opzichte van het rechteroog. Daarnaast is met de bril de scheelzienshoek op afstand recht geworden, maar dichtbij bestaat er nog een scheelzienshoek. Je gaat starten met een amblyopiebehandeling van het linker oog. Activiteit Het diagnosticeren van de oogstand en de amblyopie is een van de belangrijkste taken van jou als orthoptist. Naast het diagnosticeren van de specifieke vorm van concomitant scheelzien moet je ook de mate en soort amblyopie kunnen benoemen. Je gaat gericht kijken welke onderzoeksmethoden je goede informatie kunnen geven over de mate van amblyopie. Daarbij is het belangrijk de verbanden tussen onderzoeksmethoden te leren herkennen. Ook komen nieuwe onderzoeksmethoden aan de orde. Een orthoptist is bij uitstek de persoon die de verschillende scheelziensvormen en daaraan gekoppelde amblyopie of refractie kan diagnosticeren. De amblyopie kan diverse oorzaken hebben. Ook de specifieke behandelingen die bij alle amblyopievormen, die in dit blok besproken zullen worden, moet je kunnen benoemen. Te denken valt aan een bril, occlusie, scheelziensoperatie, druppels zoals cycloplegica. Je moet daarbij kunnen aangeven wat de voor- en nadelen van deze behandelingen zijn en wat voor invloed dit heeft op de prognose. Er is voor een kind niets zo moeilijk om langdurig en structureel een pleister te dragen. Als orthoptist heb je de taak om het lastige traject van de soms jarenlange amblyopiebehandeling te begeleiden. Als je bijvoorbeeld een bepaald aantal uren voorschrijft voor de behandeling van een amblyopie ga je ervan uit dat dit advies ook wordt opgevolgd. Dit noemen we therapietrouw of compliance. Echter, het is niet altijd zo dat deze voorgeschreven behandeling, die thuis uitgevoerd moet worden, daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Het kan zijn dat de visus niet vooruit gaat terwijl de ouders aangeven keurig het aantal uren te hebben geplakt zoals jij hebt opgegeven. Hoe je de compliance kunt inschatten en hoe hier verder mee om te gaan wordt besproken en geoefend. Er is veel discussie over het aantal uren dat er geplakt moet worden. Ook zijn er verschillende meningen over wel of niet behandelen van amblyopie als gevolg van unilateraal congenitaal cataract. Hier wordt aandacht besteed door middel van het lezen van literatuur en het voeren van een discussie hierover. Alle bovengenoemde onderdelen zullen in de lessen afwisselend aan de orde komen, waarbij gebruik wordt gemaakt van opdrachten en casuïstiek. Ook zal regelmatig een artikel op zijn waarde worden geschat aan de hand van een vragenlijst. Resultaat Na afloop van het thema Amblyopie · kun je een follow-up van een patiënt toepassen · kun je een samenvatting van onderzoek en behandelingsadvies maken · kun je de samenhang tussen verschillende onderzoekmethoden beschrijven en verklaren en daaruit een diagnose formuleren met betrekking de amblyopie · heb je inzicht in verschillende behandelmethoden met betrekking tot constante esotropie · kun je een behandelplan opstellen en onderbouwen bij amblyopie, daarbij rekening houdend met situationele factoren die de behandeling kunnen beïnvloeden · kun je onderbouwen waarom screening en voorlichting belangrijk zijn · kun je kwaliteit in de orthoptische praktijk toepassen · kun je een artikel op juiste waarde schatten met behulp van kritische vragen ·
Kun je een patient onderzoeken met de aangeboden onderzoeksmethoden
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen
185/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 95 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
186/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Binoculair Zien 1
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.BINO1-13 Binoculair Zien 1 Binocular Vision 1 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
BCC HC
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
BCC WC
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Bino 1 PR
niet verplicht
8 maal per blok
1440 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Bino 1 WC
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
BINO1 PR - oef
verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
BINO1 WC - presentaties
verplicht
16 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 60
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Portfolio bino 1
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
100
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
187/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Na afloop kan je bij een asthenope patiënt die bekend is met een horizontale heteroforie, accommodatie of vergentie anomalie: · een Binoculair Optometrisch Basis Onderzoek, BOBO, uitvoeren en uitwerken (onderdelen Subjectief en Objectief) · de status juist invullen en analyseren, inclusief de visuele risicofactoren op de werkplek in kaart brengen en een juiste diagnose stellen (onderdeel Evaluatie) · een juiste therapie of uitvoeren of (onderdeel Plan) · de SOEP analyse juist toepassen · Tijdens het oefenen van de BOBO vervult één student de rol van optometrist en de andere student de rol van cliënt. In deze samenwerking zul je als optometrist steeds met de cliënt / patiënt communiceren. Tijdens het oefenen van praktische vaardigheden train je je zelf dus ook in het communiceren en samenwerken met cliënten. Na de oefening zul je elkaar feedback geven over de wijze waarop je de vaardigheid uitvoerde. Tevens presenteer je een aantal casussen met aansluitend een interactieve discussie.
2.2
Cursus inhoud
Na afloop kan je: · accommodatie en convergentie en AC/A relatie meten en interpreteren · verschillende onderzoeksmethoden analyseren en daaruit de diagnose en het behandelplan geven bij anomalieën van de convergentie en divergentie · de uitkomsten verkregen met de behandelde onderzoeksmethode interpreteren · de mate van `compensatie van een forie’ vaststellen · het foropter stappenplan uitvoeren · een aantal aanvullende onderzoeken (MEM, flipper, Fixatie Disparatie Curve en uitlijnprisma) interpreteren · asthenope klachten uitvragen en noteren · bij convergentie en divergentie anomalieën de resultaten analyseren · prisma’s aanmeten & voorschrijven bij asthenopie · visuele training voorschrijven bij asthenopie · beeldschermbrillen aanmeten en voorschrijven · de verschillen tussen beeldschermglazen benoemen · visueel ergonomische werkplek verbeter adviezen geven · de diagnose en therapie uitleggen · eenvoudige fysiologische en pathologische kenmerken onderscheiden · een eenvoudige binoculair zien (Eng. Binocular Vision; BIVI) casus uitwerken, de status invullen en de gegevens analyseren en presenteren Kennisbasis: medische anatomie en fysiologie, OPTOND2
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 80 Toetsduur (uren): 0 Zelfstudie (uren): 60 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite 188/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
189/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Binoculair Zien 2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.BINO2-13 Binoculair Zien 2 Binocular Vision 2 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Bino 2 PR
niet verplicht
7 maal per blok
1260 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Bino 2 WC
verplicht
7 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Bino 2 WC - presentaties
niet verplicht
14 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Bino PR - oef
verplicht
7 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
BOBO praktijktoets
verplicht
5 maal per blok
1200 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 53
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
BOBO praktijktoets
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Portfolio Bino 2
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
190/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Na afloop van het thema kan je: · Bij een vreemde presbyope patient de BOBO routine uitvoeren (zie BINO 1) · verschillende vormen van incomitant en comitant scheelzien analyseren en differentiëren tussen `pluis’ en `niet pluis’ · de relevante anatomische structuren traceren en te benoemen · de pathologische oorzaken te duiden · de oogmotiliteit onderzoeken · oorzaken en gevolgen van de diverse stoornissen aangeven. · de belangrijkste specialistische vervolgonderzoeken en de meest voorkomende behandel methoden duiden. · Langbestaand strabisme en amblyopie en dubbelzien uitvragen (en de uitkomsten noteren en interpreteren) · Vaststellen of er inderdaad sprake is van een amblyoop oog · De invloed van een hypermetrope correctie op de oogstand (accommodatief strabisme) onderkennen · De netvlies correspondentie bepalen (sensoriek beoordelen) · De mate van binoculair zien graderen · Uitleg geven over de vroeger gevolgde orthoptische behandeling · Verklaren waarom de orthoptische aandoening op jonge leeftijd is gestart (en waarom die niet op volwassen leeftijd wordt voortgezet) · Uitleg geven over de prognose van de orthoptische aandoening · Aangeven of verdere orthoptische of oogheelkundige behandeling vereist is · Preventief visueel advies geven (zoals nut van oogbescherming bij sporten etc) · Beargumenteren wat de nadelen zijn van behandeling op volwassen leeftijd ·
Bij een amblyoop oog de resterende visuele functies omschrijven
2.2
Cursus inhoud
Het screenen op pluis en niet-pluis is voor de optometrist een van de primaire taken volgens de wet BIG. Het onderzoek van de oogmotiliteit en oogstand is hiervan een essentieel onderdeel . De student is na het afronden van deze cursus op de hoogte van de belangrijkste oorzaken die leiden tot dubbelzien, scheelzien en de student kan een inschatting maken van de specialistische vervolgonderzoeken en de meest voorkomende behandel methoden. Je zult in deze cursus, aan de hand van een aantal beroepssituaties, een analyse maken met betrekking tot plotseling ontstane en langbestaande aandoeningen waaronder motiliteits stoornissen en amblyopie en moeten bepalen of het pluis of niet-pluis is. Kennisbasis: medische anatomie en fysiologie, OPTOND2, BINO1
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 83 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 53 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd 191/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Concomitant Scheelzien 1
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.CCS1-13 Concomitant Scheelzien 1 Concomitant Strabismus 1 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
CCS1(T)
niet verplicht
14 maal per blok
1680 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
SLB info
verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
SLB spreekuur
verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 107
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
concomitant scheelzien 1
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 3
192/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
CCS neemt een belangrijke plaats in binnen het orthoptie onderwijs. Hier leer je de juiste diagnose van scheelzien, amblyopie, oogbewegingstoornissen enzovoort te stellen. Zo kun je de juiste behandeling voor de patiënt starten. In de beroepscompetenties van de opleiding zijn onder andere de volgende criteria te vinden: · De afgestudeerde: · registreert verzamelde gegevens · formuleert een diagnose ten aanzien van het monoculaire en binoculaire functioneren van de ogen · definieert de orthoptische probleemstelling · bepaalt of er een indicatie is voor een orthoptische behandeling · verricht fundoscopie op pluis/niet pluis om oogheelkundige pathologie uit te schakelen en verwijst bij afwijkingen door · neemt contact op met de verwijzer bij onduidelijkheid door onvoldoende gegevens · signaleert pathologie oogheelkundige en/of onderliggende gemene die nadere consultatie van de verwijzer verlangen · maakt een prognose ten aanzien van het monoculair en binoculair functioneren van de ogen · bespreekt de mogelijkheid respectievelijk noodzaak van de behandeling met de patiënt en/of begeleider bepaalt het orthoptische behandelplan c.q. behandelingsadvies om zo het monoculaire dan wel binoculaire functioneren van de ogen te optimaliseren · bepaalt de orthoptische behandeldoelen · bepaalt de inhoud van het behandelplan · bepaalt de opbouw van het behandelplan · Aan al deze onderdelen van de beroepscompetenties van de opleiding werk je in dit thema `De orthoptist onderzoekt en behandelt de patiënt met concomiterend scheelzien en amblyopie’.
2.2
Cursus inhoud
Op je spreekuur verschijnt een patiëntje van 3 jaar wat slecht ziet met zijn linkeroog. Je vindt tijdens je onderzoek een matige esotropie met een A patroon en een hoge anisometropie (S +1,0 en S+6,0) en gaat een bril voorschrijven. Als de patiënt na 3 maanden bij je terug komt voor brilcontrole is de visus van het linkeroog nog onvoldoende ten opzichte van het rechteroog. Daarnaast is met de bril de oogstand op afstand recht geworden, maar dichtbij bestaat er nog een scheelzienshoek. Je gaat starten met een amblyopiebehandeling van het linker oog en besluit op een later tijdstip een scheelziensoperatie uit te laten voeren. Tijdens deze lessen krijg je inzicht in DTOrthoptie, onderzoek, diagnose, behandeling en opstellen behandelplan en de prognose bij een patiënt met intermitterende of constante concomitterende esotropie. Het diagnosticeren van de oogstand en de amblyopie is een van de belangrijkste taken van jou als orthoptist. Je moet echter niet alleen diagnosticeren of er sprake is van scheelzien en/of amblyopie, maar ook de specifieke vorm van scheelzien en de mate en soort amblyopie kunnen benoemen. Ook komt de analyse van de oogbewegingen aan de orde, waarbij er in dit thema vooral aandacht wordt besteed aan de verschillende oorzaken en behandelingen van A en V patronen. Om zeker te weten dat er geen pathologische oorzaak voor de verminderde visus is (organische amblyopie) en oogstand is, wordt voor de start van de behandeling fundoscopie verricht. Bij twijfel over pluis/niet pluis verwijs je de patiënt eerst naar de oogarts. Er zijn verschillende mogelijkheden bij de behandeling van scheelzien en amblyopie. In de lessen zullen de verschillende behandelingen besproken worden. Ook in de stages zul je een beeld krijgen van de mogelijkheden en de verschillende behandelingen.Een behandeling moet vervolgd, continue geëvalueerd en eventueel bijgesteld worden. Een mogelijke behandeling bestaat uit het geven van farmacologische middelen. Dit kunnen druppels zijn om de scheelzienshoek te verminderen of om een amblyopie te behandelen. Een ander voorbeeld voor het gebruik van farmaca binnen de orthoptie is Botuline Toxine. Dit wordt in een spier gespoten, waardoor de scheelzienshoek verandert. Vandaar dat dit onderwerp aan bod komt binnen dit thema. Deze farmacologische middelen zijn ook belangrijk om te komen tot een juiste diagnose, denk bijvoorbeeld aan het bepalen van de refractie met mydriaticum.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd
193/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2.5 Workload Contactduur (uren): 31 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 107 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
194/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Concomitant Scheelzien 2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.CCS2-13 Concomitant Scheelzien 2 en Praktische Vaardigheden Concomitant Strabismus 2 and Practical Skills 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
CCS2(T)
niet verplicht
12 maal per blok
1440 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
PVO(P)
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
SLB spreekuur
verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 96
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
concomitant scheelzien 2
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
Praktische Vaardigehden Orthoptie 6
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
195/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Na afloop van dit thema `De orthoptist onderzoekt en behandelt de patiënt met concomiterend scheelzien’: · kun je de samenhang tussen verschillende onderzoekmethoden beschrijven en verklaren en daaruit een diagnose formuleren met betrekking tot infantiel strabismus · Heb je inzicht in verschillende behandelmethoden met betrekking tot infantiel strabismus · Kun je een behandelplan opstellen en onderbouwen bij infantiel strabismus, daarbij rekening houdend met situationele factoren die de behandeling kunnen beïnvloeden · Heb je inzicht in de prognose bij de verschillende behandelingen van infantiel strabismus ·
Daarnaast beheers je bijbehorende praktische vaardigheden
2.2
Cursus inhoud
Een kindje van 9 maanden komt bij je op het spreekuur. Als ze binnenkomt zie je dat er een esotropie aanwezig is. Volgens de moeder staat beide ogen al vanaf de geboorte naar binnen en is het langzamerhand toegenomen. Rond het tweede jaar ontstaat ook nog een verticale afwijking, Dissociated Vertical Deviation (DVD).Dit is een fenomeen wat niet direct bij het ontstaan van het scheelzien aanwezig is maar pas later ontstaat. Het kan cosmetisch storend zijn en verstoort ook de ontwikkeling van het binoculaire zien. In eerdere thema’s zijn de A en V patronen behandeld. Nu kan het zijn dat een A of V patroon samengaat met een DVD. Dit vraagt een goede analyse van de orthoptist omdat dit complexe oogbewegingen kan geven. Het kan enkele controles duren voordat je een compleet beeld hebt van de oogstand en oogbewegingen en je een advies kan geven hoe dit te behandelen. De moeder van het patientje heeft ook een afspraak omdat ze hoofdpijn krijgt na lezen, ze kan ook slechts korte tijd achter een pc werken. Dit kan veroorzaakt worden door afwijkend fusie en/of convergentievermogen, problemen met de accommodatie of een afwijkende fixatiecurve. Tijdens deze lessen krijg je inzicht in DTOrthoptie, onderzoek, diagnose, behandeling en opstellen behandelplan en de prognose bij een patiënt met infantiel scheelzien, intermitterende of constante concomitterende exotropie en asthenope klachten.. Ook nu is het onderzoeken en diagnosticeren een van de belangrijkste taken waarbij je met veel factoren rekening moet houden. Je moet kiezen uit een scala van testen en onderzoeken om de juiste diagnose en behandelplan op te stellen. Ook nu zijn er weer diverse mogelijkheden voor een behandeling. Je kunt met occlusie de dominantie verleggen voor een cosmetisch beter resultaat. Met occlusie kun je bij de moeder achterhalen of de klachten zuiver oogheelkundig zijn. Ook kunt je een strabismusoperatie voor stellen. Samen met de oogarts stel je operatieplan op. Als er voor de operatie een grote scheelzienshoek aanwezig is, is er meestal een altererende esotropie zonder amblyopie. Na de operatie kan er een voorkeursfixatie ontstaan en een amblyopie ontwikkelen. Ook de klachten van de moeder zijn mogelijk met een operatie te verhelpen, of door het voorschrijven van oefentherapie of prismaglazen. Soms is een operatie niet voldoende, ontstaat er een overcorrectie of er treden complicaties op tijdens of na de ingreep. Alle bovengenoemde onderdelen zullen in de lessen afwisselend aan de orde komen, waarbij gebruikt wordt gemaakt van verschillende vormen van opdrachten en casuïstiek. Voorwaarden vooraf: kennis van de inhoud van de lessen OR1, CCS1 en AMBL
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 42 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 96 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 196/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
197/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Contactlens 1
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.CTL1-13 Contactlens 1 - Zachte en Vormstabiele Contactlenzen Contact Lenses 1 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
CTL1 HC
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
CTL1 PR
niet verplicht
16 maal per blok
1920 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
CTL1 PR - oef
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
CTL1 WC
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 58
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Contactlens 1 praktijk
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
33
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Contactlens 1 theorie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
67
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
198/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Aan het eind van de cursus kan de student: 1. alle gegevens verzamelen die noodzakelijk zijn voor een proefpassing met zachte of harde lenzen. 2. op basis van alle subjectieve en objectieve gegevens de juiste paslenzen kiezen, 3. de contactlenzen op een veilige manier inzetten en uithalen. 4. de patiënt begeleiden tijdens het aanmeetproces, 5. de pasvorm van de paslenzen beoordelen 6. de beoordeling op de correcte wijze noteren, 7. definitieve contactlenzen berekenen en bestellen, 8. verantwoord omgaan met harde en zachte contactlenzen. Aan het eind van de cursus weet de student: 1. welke theorie er zit achter het aanmeten van standaard zachte en harde contactlenzen, 2. hoe berekend kan worden wat de te verwachten overrefractie is na inzetten van paslenzen, 3. hoe berekend kan worden wat de te verwachten visus na die overrefractie zou moeten zijn, 4. welk effect verandering van radius en diameter op de pasvorm hebben, 5. wat de uiteindelijke lensparameters moeten zijn na correctie van radius, diameter en/of sterkte, 6. welke materialen er gebruikt worden in de productie van moderne contactlenzen, 7. op welke wijze contactlenzen gefabriceerd worden en wat de voor- en nadelen zijn van de verschillende productiemethoden.
2.2
Cursus inhoud
Deze cursus behandelt het aanmeten van zachte en sferische vormstabiele contactlenzen. Voor het aanmeten van contactlenzen moeten subjectieve en objectieve gegevens worden verzameld.
·
a namnese
·
brilrefractie
·
spleetlamponderzoek
·
vormbepaling cornea
·
externe param eters
Op basis van deze gegevens wordt bepaald met welke lenzen we gaan aanmeten. Hiervoor is kennis nodig van:
·
lensparameters
·
aanpasregels
De ingezette lenzen worden beoordeeld volgens een vast beoordelingssysteem. Hiervoor moet kennis aanwezig zijn van: ·
beoordelingscriteria
199/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
·
notatie van beoordeli ng
Ter afsluiting moet bepaald worden welke lenzen er besteld moeten worden. Hiervoor moet de beoordeling kunnen worden geïnterpreteerd zodat uiteindelijk de juiste lenzen worden besteld. In de theorielessen wordt de theoretische achtergrond behandeld van de contactlensaanpassing, gedrag van de lens op het oog en bepaling van de te bestellen lens. In de bijhorende materiaallessen wordt behandeld welke materialen er gebruikt worden om contactlenzen van te maken en wat de eigenschappen zijn van deze materialen. Ook de productiemethoden van contactlenzen wordt uiteengezet. In andere lessen worden berekeningen behandeld die gebruikt kunnen worden bij bepaling van vorm en sterkte van de contactlens.
De cursus is alleen te volgen door mensen die kennis hebben van: · spleetlamptechnieken, · refractie, · keratometrie, ·
grondbeginselen van optiek.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 80 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 58 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
200/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Contactlens 2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.CTL2-13 Contactlens 2 - Complicaties en Speciale lenzen Contact Lenses 2 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
CTL 2 HC
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
CTL 2 PR - voltijd
niet verplicht
14 maal per blok
1680 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
CTL 2 WC
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
CTL2 PR
verplicht
7 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
CTL2 PR - oef
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 52
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Contactlens 2 praktijk
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
33
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Contactlens 2 theorie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
67
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
201/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Leerdoelen Aan het eind van de cursus kan de student: 1. een keus kunnen maken voor de juiste lenstypen, lensmaterialen, draagsystemen en onderhoudssystemen, 2. voorlichting geven aan potentiële lensdragers, 3. een volledige aanmeting uitvoeren, 4. een volledige lenscontrole uitvoeren waarbij hij/zij alle relevante problemen boven tafel krijgt, 5. aan de hand van de verkregen gegevens tot een behandelplan komen, 6. een status doorgronden en samenvatten, 7. lensinstructie geven aan potentiële lensdragers, Aan het eind van de cursus weet de student: 1. wat de gang van zaken is bij een aanmeting tot de eerste lenscontrole, 2. welke keus er is in materiaal, lenstype, draagmodaliteit en onderhoudssysteem, 3. welke bijzondere lenzen er gebruikt kunnen worden, 4. wat van belang is te vertellen bij een lensinstructie, 5. wat de juiste strategie is voor een volledige lenscontrole, 6. welke complicaties zich kunnen voordoen bij het dragen van contactlenzen, 7. wat de oorzaken zijn van deze problemen voor zover bekend, 8.
wat de meest efficiënte manier is om problemen te duiden.
2.2
Cursus inhoud
Ingangseisen De cursus is alleen te volgen door mensen die de inhoud van cursus Contactlenzen 1 beheersen. Cursusbeschrijving Deze cursus behandelt het aanmeten van a-sferische vormstabiele contactlenzen. Hiermee zijn alle standaard lenstypen behandeld. In deze blokken gaan we verder met meer bijzondere harde lenzen. Dit zijn onder andere: • lenzen ter correctie van complexe corneavormen • lenzen ter correctie van restcilinders • ortho-k lenzen • bandagelenzen • enzovoort. Aangezien geen praktijklessen over bovenstaande bijzondere lenzen kunnen worden gegeven, worden deze lessen behandeld in theoriecolleges en gastcolleges door externen. Ter voorbereiding van klinisch werk worden er colleges gegeven over praktisch werken in de kliniek. Onder praktijk kliniek vallen de volgende onderwerpen: • aanmeting van begin tot eind • instructie geven • lens en vloeistofkeus • uitvoeren van lenscontroles Studenten worden getraind in klinisch redeneren en interpreteren van statussen aan de hand van bestaande statussen.
Als theoretische achtergrond bij het uitvoeren van lenscontroles worden complicaties die kunnen ontstaan bij het dragen van contactlenzen uitvoerig behandeld. Hierbij worden systematisch alle functies en onderdelen van het oog die kunnen worden beïnvloed door het dragen van contactlenzen besproken.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen 202/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 86 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 52 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
203/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Externe Stage.
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.ESTAGE-13 Externe Stage Orthoptie External Orthoptic Internship 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
ESTAGE
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
ESTAGE
verplicht
8 maal per blok
3360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 80
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Externe stage orthoptie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
100
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
204/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Tijdens de externe stage ga je alles wat je tot dan toe geleerd hebt toepassen in de orthoptische praktijk. Met name zal je de praktische vaardigheden oefenen .
Het aanleren van praktische, communicatieve en sociale vaardigheden, speelt een belangrijke rol binnen de opleiding orthoptie. Het is naast het theoretische onderwijs één van de hoofdbouwstenen van de opleiding. In de dagelijkse beroepsuitoefening ben je als orthoptist praktisch bezig. Aan de hand van het uitgevoerde onderzoek stel je een diagnose en een behandelplan op. Dit behandelplan voer je uit en controleer je op effectiviteit. Het juist uitvoeren, interpreteren en noteren van de verschillende onderzoeksmethoden is heel belangrijk.
2.2
Cursus inhoud
De opleiding orthoptie kent 2 soorten stages, de junior- en de seniorstages. In het tweede jaar ga je je juniorstages lopen deels extern en deels in de interne kliniek. · De stage/kliniek biedt de student de gelegenheid om verworven theoretische kennis en inzicht, praktische en sociale vaardigheden te oefenen om zich zodoende als beroepsbeoefenaar te scholen. · De stage/kliniek levert een belangrijke bijdrage aan de circulatie van kennis en vaardigheden tussen studenten, de docenten en het werkveld. · Binnen het gehele traject van leren in de stage/ kliniek is de student zelfstandig en neemt de student zijn eigen verantwoordelijkheid voor de voortgang van het proces ten aanzien van zijn ervaringen, de problemen die zich hier voordoen en de reflectie hierop; · Studenten leren reflecteren op hun beroepswerkzaamheden; · Begeleiding is permanent beschikbaar voor de student om feedback en een oordeel te ontvangen op de door hem gemaakte keuzes; · · Tijdens de stage en in de kliniek kun je behalve met competentiegebied I, ook met competentiegebieden II en III aan de slag. Met welke beroepsdiensten of -producten je daarvoor aan de slag gaat is mede afhankelijk van je stageplaats en eventuele extra opdrachten die je krijgt in de kliniek. Dit kan dus per student verschillen. De beroepscompetenties zijn verdeeld over drie competentiegebieden, te weten: Competentiegebied I: Werken met en voor cliënten, de orthoptist in de rol van hulpverlener I.a screenen / diagnosticeren / plannen I.b therapeutisch handelen I.c preventief handelen Voorbeelden van beroepsdiensten zijn: anamnese afnemen, onderzoek, testen uitvoeren diagnose stellen behandelen voorlichting geven Voorbeelden van beroepsproducten zijn: brilrecept onderzoeksstatus behandelplan verwijsbrief Competentiegebied II: Werken in en vanuit de organisatie, de orthoptist in de rol van manager II.a organiseren II.b ondernemen Voorbeelden van beroepsdiensten zijn:
205/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
-
plannen en organiseren eigen werkzaamheden afstemmen eigen werk op dat van collega’s voeren van patiënten en financiële administratie intercollegiale en interdisciplinaire samenwerking multidisciplinaire samenwerking
Voorbeelden van beroepsproducten zijn: weekplanning stagerooster kosten baten analyse protocol m.b.t. voorraden verbetervoorstel wachttijden notulen vergadering Competentiegebied III: Werken aan professionalisering, de orthoptist in de rol als beroepsontwikkelaar III.a onderzoeken III.b innoveren Voorbeelden van beroepsdiensten zijn: bijdragen aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering van het beroep ontwikkelen foldermateriaal implementeren van kwaliteitsverbeteringen Voorbeelden van beroepsproducten zijn: protocol folder -
kwaliteitsplan
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 60 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 80 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fg/3/GOO-2.ESTAGE-13
206/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Incomitant Scheelzien 1
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.ICS1-13 Incomitant Scheelzien 1 Incomitant Strabismus 1 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
ICS1(T)
niet verplicht
8 maal per blok
1440 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 114
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Incomitant Scheelzien 1
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 5
207/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Je weet aan het eind van deze cursus hoe je een patiënt met incomitant scheelzien onderzoekt en behandeld
2.2
Cursus inhoud
Een diagnose stellen op basis van oogstand en de oogbeweging is één van de hoofdtaken van je toekomstige beroep als orthoptist. Een incomitant scheelzien kenmerkt zich doordat het scheelzien in verschillende blikrichtingen, verschillend is. Een verlamming (parese) van de derde, vierde of zesde hersenzenuw, een verdikte oogspier door een te hard werkende schildklier of een ingeklemde oogspier door een botbreuk van de oogkas gaat samen met dubbelzien en een typische incomitante oogbewegingsstoornis. Aan de orthoptist de taak om te zien welke oogzenuw is aangedaan. De orthoptist kijkt gericht welke onderzoeksmethoden goede informatie geeft over de soort parese of beperking. Daarbij is het belangrijk de verbanden tussen onderzoeksmethoden te leren herkennen. Natuurlijk is het van groot belang om de oorzaak van de parese of beperking te onderkennen. Naast een veel voorkomende oorzaak zoals diabetes mellitus zijn er tal van oorzaken waarmee je rekening moet houden. Voorkennis van de algemene en neuro anatomie en pathologie zijn hierbij vereist. Het advies aan patiënt en/of verwijzer zal immers beïnvloed worden door de oorzaak van het probleem. Daarnaast heeft de patiënt klachten van dubbelzien en zal jij een passende oplossing moeten vinden om het dubbelzien tijdelijk of permanent proberen te verhelpen.
Binnen incomitant scheelzien blok C en D wordt gewerkt aan de competentie 1: de orthoptist als therapeut. Zowel het screenen, plannen en diagnose stellen als therapeutisch en preventief handelen komen allemaal aan bod. In blok B ligt het accent meer op competentieniveau 1 en in blok B meer op op niveau 2.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 24 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 114 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
208/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Incomitant Scheelzien 2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.ICS2-13 Incomitant Scheelzien 2 Incomitant Strabismus 2 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
ICS2
niet verplicht
8 maal per blok
1440 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 114
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Incomitant Scheelzien 2
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
209/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Je weet aan het eind van deze cursus hoe je een patiënt met incomitant scheelzien onderzoekt en behandeld
2.2
Cursus inhoud
Een diagnose stellen op basis van oogstand en de oogbeweging is één van de hoofdtaken van je toekomstige beroep als orthoptist. Een incomitant scheelzien kenmerkt zich doordat het scheelzien in verschillende blikrichtingen, verschillend is. De oorzaak van deze oogbewegingsstoornissen kan op verschillende vlakken liggen. In voorgaande lessen over incomitant scheelzien werden stoornissen door pareses, myopathie en orbitale betrokkenheid besproken. In de lessen van incomitant scheelzien 2 komen de meer complexe myopathien en centrale pareses maar ook de neuro musculaire transmissie stoonissen aan bod. Daarnaast worden ook aangeboren varianten van incomitant scheelzien besproken in de vorm van alle mogelijke varianten van de congenital cranial dysinnervation disorder (CCDD). Kennis van de van de algemene en neuro anatomie en pathologie zijn vereist om de oorzaak van het probleem te onderkennen en een goede diagnose te kunnen stellen. Het advies aan patiënt en/of verwijzer zal immers beïnvloed worden door de oorzaak van het probleem. Interventie van de orthoptist zal faciliterend zijn in het verwijzen naar de juiste specialist, maar ook adviserend en begeleidend. Hierbij werkt de orthoptist vaak in een mulidisciplinaire setting. Om dit allemaal te kunnen doen moet de orthoptist op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen met betrekking tot behandeling en prognose van deze complexe ziektebeelden.
Binnen incomitant scheelzien blok D wordt gewerkt aan de competentie 1: de orthoptist als therapeut. Zowel het screenen, plannen en diagnose stellen als therapeutisch en preventief handelen komen allemaal aan bod. Het accent ligt op competentieniveau 2
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 24 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 114 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
210/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Interne Stage.
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.ISTAGE-13 Interne Stage - Kliniek Orthoptie Internship - Orthoptic Clinic 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
ISTAGE
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
ISTAGE
niet verplicht
8 maal per blok
3360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 80
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Interne Stage
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
100
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
211/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Tijdens de interne stage ga je alles wat je tot dan toe geleerd hebt toepassen in de interne kliniek . Met name zal je de praktische vaardigheden oefenen .
Het aanleren van praktische, communicatieve en sociale vaardigheden, speelt een belangrijke rol binnen de opleiding orthoptie. Het is naast het theoretische onderwijs één van de hoofdbouwstenen van de opleiding. In de dagelijkse beroepsuitoefening ben je als orthoptist praktisch bezig. Aan de hand van het uitgevoerde onderzoek stel je een diagnose en een behandelplan op. Dit behandelplan voer je uit en controleer je op effectiviteit. Het juist uitvoeren, interpreteren en noteren van de verschillende onderzoeksmethoden is heel belangrijk.
2.2
Cursus inhoud
De opleiding orthoptie kent 2 soorten stages, de junior- en de seniorstages. In het tweede jaar ga je je juniorstages lopen deels extern en deels in de interne kliniek. · De stage/kliniek biedt de student de gelegenheid om verworven theoretische kennis en inzicht, praktische en sociale vaardigheden te oefenen om zich zodoende als beroepsbeoefenaar te scholen. · De stage/kliniek levert een belangrijke bijdrage aan de circulatie van kennis en vaardigheden tussen studenten, de docenten en het werkveld. · Binnen het gehele traject van leren in de stage/ kliniek is de student zelfstandig en neemt de student zijn eigen verantwoordelijkheid voor de voortgang van het proces ten aanzien van zijn ervaringen, de problemen die zich hier voordoen en de reflectie hierop; · Studenten leren reflecteren op hun beroepswerkzaamheden; · Begeleiding is permanent beschikbaar voor de student om feedback en een oordeel te ontvangen op de door hem gemaakte keuzes; · · Tijdens de stage en in de kliniek kun je behalve met competentiegebied I, ook met competentiegebieden II en III aan de slag. Met welke beroepsdiensten of -producten je daarvoor aan de slag gaat is mede afhankelijk van je stageplaats en eventuele extra opdrachten die je krijgt in de kliniek. Dit kan dus per student verschillen. De beroepscompetenties zijn verdeeld over drie competentiegebieden, te weten: Competentiegebied I: Werken met en voor cliënten, de orthoptist in de rol van hulpverlener I.a screenen / diagnosticeren / plannen I.b therapeutisch handelen I.c preventief handelen Voorbeelden van beroepsdiensten zijn: - anamnese afnemen, - onderzoek, testen uitvoeren - diagnose stellen - behandelen - voorlichting geven Voorbeelden van beroepsproducten zijn: - brilrecept - onderzoeksstatus - behandelplan - verwijsbrief Competentiegebied II: Werken in en vanuit de organisatie, de orthoptist in de rol van manager II.a organiseren II.b ondernemen Voorbeelden van beroepsdiensten zijn: - plannen en organiseren eigen werkzaamheden - afstemmen eigen werk op dat van collega’s - voeren van patiënten en financiële administratie - intercollegiale en interdisciplinaire samenwerking - multidisciplinaire samenwerking Voorbeelden van beroepsproducten zijn: - weekplanning
212/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
- stagerooster - kosten baten analyse - protocol m.b.t. voorraden - verbetervoorstel wachttijden - notulen vergadering Competentiegebied III: Werken aan professionalisering, de orthoptist in de rol als beroepsontwikkelaar III.a onderzoeken III.b innoveren Voorbeelden van beroepsdiensten zijn: - bijdragen aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering van het beroep - ontwikkelen foldermateriaal - implementeren van kwaliteitsverbeteringen Voorbeelden van beroepsproducten zijn: - protocol - folder - kwaliteitsplan
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 60 Toetsduur (uren): 0 Zelfstudie (uren): 80 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fg/3/GOO-2.ISTAGE-13
213/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Klinische Optometrie 1
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.KLOPTO1-13 Klinische Optometrie 1 - Voorste Oogsegment Clinical Optometry Anterior Segment 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC SLB info
verplicht
1 maal per blok
30 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
KLOPTO 1 HC
niet verplicht
11 maal per blok
660 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
KLOPTO 1 HC
niet verplicht
9 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
KLOPTO 1 PR
niet verplicht
6 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
KLOPTO 1 PR oef
niet verplicht
9 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
KLOPTO 1 WC
niet verplicht
5 maal per blok
600 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
SLB spreekuur
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 61
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Praktijktoets Gonio en Tono
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Theorietoets Klinische
Numeriek en/of VD,
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR:
214/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
optometrie 1
NVD
. blok JAAR
215/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
In het eerste jaar van je opleiding heb je een deel van het optometrisch basis onderzoek leren uit te voeren, waaronder spleetlamp en externals. Tevens heb je een deel van de theorie van het voorste oogsegment gehad, wat we dit blok kort gaan herhalen en verder uitbreiden. Aan het einde van dit blok beheers je de theorie van het voorste oogsegment, glaucoom en neuro-ophthalmologie. En kan je een glaucoom onderzoek uitvoeren en de resultaten hiervan interpreteren. Daarnaast komt aan bod: kenn is en gebruik van de diagnostische farmaca in de optometrie. Herhaling van de belangrijkste onderwerpen van het voorste oogsegment vanuit het standpunt van de optometrist. Introductie van beelden van het achterste oogsegment en de neuro-ophthalmologie waaronder glaucoom, de afwijkingen van de gezichtsbaan en de orbita. Er is een nadruk en verdieping op die onderwerpen die voor optometristen het meest van belang zijn. Er wordt een overzicht gegeven van de, vanuit het perspectief van de optometristen, zeldzamere beelden.
2.2
Cursus inhoud
Aan het einde van dit blok beheers je de theorie van het voorste oogsegment, glaucoom en neuro-ophthalmologie. En kan je een glaucoom onderzoek uitvoeren en de resultaten hiervan interpreteren. Aan het einde v an dit blok heb je kennis van en inzicht in diagnostische farmaca, glaucoom, orbita en de neuroophthalmologie van de gezichtsbaan.
Het gevolgd hebben van de voor dit onderwijs relevante onderwerpen in het eerste jaar lijkt een nuttige zaak, maar is niet verplicht.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 78 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 61 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
216/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Klinische optometrie 2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1
Cursuscode
1.2
Cursusnaam
1.3
Cursusnaam in Engels
1.4 1.5
Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.KLOPTO2-15 Klinische Optometrie 2 - Achterste Oogsegment en LOEP 3 Clinical Optometry Posterior Segment and Research in Practice 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC EBP 3
niet verplicht
4 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Individuele begeleiding - spreekuur SLB
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
KLOPTO 2 HC
niet verplicht
9 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
KLOPTO 2 HC
niet verplicht
8 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
KLOPTO 2 PR
niet verplicht
6 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
WC EBP 3
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 84
1.12 Toetsen: Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
EBP 3 verslag
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
40
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Praktijktoets Volk, DO, BIO
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
60
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
217/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Dit blok krijg je de theorie en de praktijk van het achterste oogsegment inclusief de bijbehorende pathologie. Daarnaast leer je op een methodologische manier naar onderzoeksresultaten betreffende dit onderwerp te kijken. Daarnaast komt aan bod: Introductie van beelden van het achterste oogsegment waaronder de verworven afwijkingen van de macula, afwijkingen van de retinale bloedvaten, erfelijke retinaafwijkingen, uveïtis, ablatio retinae, tumoren en trauma. Er is een nadruk op en verdieping in die onderwerpen die voor optometristen het meest van belang zijn. Er wordt een overzicht gegeven van de, vanuit het perspectief van de optometristen, zeldzamere beelden. Verslag EBP 3 is een uitwerking van competentiegebied III op niveau 1: de optometrist als beroepsontwikkelaar met als componenten onderzoek en innovatie: a. onderzoeken De optometrist registreert systematisch patiënt- en behandelgegevens ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek. Hij neemt deel aan wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke fundering daarvan. b. innoveren De optometrist draagt bij aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep, door middel van het implementeren van kwaliteitsverbeteringen en borgen van innovatieprocessen.
2.2
Cursus inhoud
Aan het einde van dit blok beheers je een deel van de theorie van het achterste oogsegment en ben je in staat om de losse vaardigheden van het beoordelen van het achterste oogsegment uit te voeren en op methodologische wijze te interpreteren. Aan het einde van dit blok heb je kennis van en inzicht gekregen in de verworven afwijkingen van de macula, afwijkingen van de retinale bloedvaten, erfelijke retina-afwijkingen, uveïtis, ablatio retinae, tumoren en trauma. Met een groep wordt aan de hand van een gekozen probleemstelling een verslag gemaakt voor het meten en registreren van de effecten van pupilverwijdende oogdruppels Centraal staat: : Het uitvoeren van een praktijkonderzoek (effect van pupilverwijdende druppels) met de pupil als onderwerp.
Het gevolgd hebben van de voor dit onderwijs relevante onderwerpen in het eerste jaar lijkt een nuttige zaak, maar is niet verplicht.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 56 Toetsduur (uren): 0 Zelfstudie (uren): 84 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
218/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Klinische Optometrie 3
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.KLOPTO3-13 Klinische Optometrie 3 - Optometrisch Basis Onderzoek Clinical Optometry - Full Eye Exam 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC Klopto 3
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
HC SLB info
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
KLOPTO 3 HC
niet verplicht
3 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
KLOPTO 3 PR
niet verplicht
4 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
KLOPTO 3 PR oef
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
KLOPTO 3 WC
niet verplicht
5 maal per blok
300 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
WC SLB
niet verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
OBO PR toets
verplicht
5 maal per blok
1200 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 78
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Optometrisch
Numeriek en/of VD,
5,5
50
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
2
bij aanvangsblok JAAR:
219/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
basisonderzoek (OBO)
NVD
Theorietoets Klinische optometrie 3
Numeriek en/of VD, NVD
. blok JAAR 5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
220/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Tijdens dit blok wordt de theorie uit blok B herhaald en getoetst met name door de theorie meer aan de praktijk te koppelen. Verder leer je een volledig optometrisch basis onderzoek uit te voeren en hiervan de resultaten te interpreteren.
2.2
Cursus inhoud
Aan het einde van dit blok beheers je de kennis van het achterste oogsegment en kan je een volledig optometrisch basis onderzoek uitvoeren.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 59 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 78 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
221/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Klinische Optometrie 4
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode
GOO-2.KLOPTO4-13 Klinische Optometrie 4 - Co-management, LOEP4 en voorbereiding kliniek Clinical Optometry - Co-Management and Research in Practice 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.2 Cursusnaam 1.3 Cursusnaam in Engels 1.4 Aantal EC's 1.5 Studiefase/niveau 1.6 Opleiding (varianten)
Cursus toegankelijk voor Ja studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) 1.10 Voertaal Nederlands 1.7
1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC Klopto 4
niet verplicht
4 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Individuele begeleiding - SLB spreekuur
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
KLOPTO 4 PR
niet verplicht
5 maal per blok
600 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
KLOPTO 4 WC
niet verplicht
4 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
WC KLOPTO 4 / CO-MAN
niet verplicht
4 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
OBO praktijktoets
verplicht
4 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 92
1.12 Toetsen: Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Co-management en LOEP4
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
60
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Portfolio voorbereiding kliniek
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
40
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
222/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Tijdens dit blok leer je bijzondere vaardigheden en enkele aanvullende oogonderzoeken uit te voeren en te interpreteren. Verder leer je wat het inhoud om volgens protocollen en/of richtlijnen te werken, en hoe je deze zelf op basis van wetenschappelijk onderzoek kan opstellen. Als optometrist kun je werken in verschillende settings, waarbij je zorg draagt voor (deels en gezamenlijk) voor de cliënt/patiënt. Om deze samenwerking in goede banen te lijden wordt gebruik gemaakt van (toetsbare) protocollen. Deze protocollen zijn gebaseerd op een (evidence based) risicoprofiel en een klachtgericht onderzoek. Advies/plan LOEP 4 is een uitwerking van competentiegebied III op niveau 1: de optometrist als beroepsontwikkelaar met als componenten onderzoek en innovatie: a. onderzoeken De optometrist registreert systematisch patiënt- en behandelgegevens ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek. Hij neemt deel aan wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke fundering daarvan. b. innoveren De optometrist draagt bij aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep, door middel van het implementeren van kwaliteitsverbeteringen en borgen van innovatieprocessen.
2.2
Cursus inhoud
Aan het einde van dit blok kan je zelf evidence based protocollen en/of richtlijnen ontwikkelen. En ben je in staat om aanvullende onderzoeken uit te voeren. Algemene leerdoelen van deze leerlijn:
Een risicoprofiel maken Een klacht gericht onderzoek te starten Kaders af te bakenen waar een protocol aan moet voldoen Een protocol uit te voeren voor refractie chirurgie
Met een groep wordt aan de hand van een gekozen probleemstelling een advies/plan gemaakt, gebaseerd op onderzoeksartikelen. Centraal staat: Het uitvoeren van een literatuuronderzoek op het gebied van optometrie. Per student worden twee artikelen geanalyseerd, samengevat en tot synthese gebracht.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 48 Toetsduur (uren): 0 Zelfstudie (uren): 92 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen
223/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
224/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Low Vision
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.LOWVI.P-15 Low Vision theorie en praktijk Low Vision 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Low Vision HC
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Low Vision PR
niet verplicht
8 maal per blok
1200 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 100
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Low Vision praktijk
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Low Vision theorie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
225/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Aan het eind van de cursus moet de student in staat zijn om kennis en toepassingsvragen te beantwoorden over: · wat slechtziendheid inhoudt voor de mensen die het betreft, · wat slechtziendheid is vanuit beroepsmatig perspectief, · hoe het model van adviseren van hulpmiddelen in de praktijk werkt, · de vergrotingsregels die aan optische hulpmiddelen vastzitten · de wijze van adviseren van hulpmiddelen · de problematiek van specifieke doelgroepen Aan het eind van de cursus moet de student in staat zijn om in een gesimuleerde praktijksituatie: · een anamnese kunnen afnemen die als basis de classificatie van de ICF heeft. · gezondheidtoestand, activiteiten, participatie persoonlijke factoren en externe factoren kunnen classificeren. · een hulpvraag kunnen destilleren uit de anamnese · een hulpmiddel kunnen adviseren · een hulpmiddel kunnen aanmeten. ·
verwijzing naar eventuele andere zorginstellingen kunnen maken
2.2
Cursus inhoud
In deze cursus leert een student dat er op verschillende manieren tegen slechtziendheid kan worden aangekeken. Daarnaast gaat de cursus over de verwerkingsprocessen die mensen ervaren wanneer hun leven door slechtziendheid verandert. Tijdens de cursus wordt duidelijk gemaakt dat er een model voor het adviseren van hulpmiddelen is met als basis de I.C.F. Er wordt ingegaan op waarde die een algemeen model heeft bij de advisering van hulpmiddelen, bij de onderlinge communicatie en bij een uniforme verslaglegging. Tijdens de cursus wordt getraind hoe een low vision onderzoek in de praktijk wordt opgebouwd. Er wordt geoefend hoe er door middel van toepassing van het model en toepassing van de vergaarde kennis over hulpmiddelen snel tot een advies kan worden gekomen. Tijdens een low vision onderzoek heeft een optometrist of orthoptist een negental klassen van hulpmiddelen tot zijn of haar beschikking. Tijdens de cursus wordt kennis gemaakt met alle klassen van hulpmiddelen. Van ieder van de klassen wordt besproken wat hun toepassingsgebied is. Daarnaast zal worden besproken hoe ook hier de vergroting kan worden bepaald zoals de klant die ervaart. In daadwerkelijk uit te voeren hulpmiddelenadviezen uit te voeren wordt geleerd hoe: een dossier wordt aangelegd, een anamnesegesprek wordt gevoerd waaruit een hulpvraag moet volgen, het (visuele) functioneren van de cliënt moet worden vastgelegd, en een hulpmiddel wordt gezocht dat de hulpvraag beantwoordt. In de cursus wordt ingegaan op de normale (visuele) ontwikkeling van kinderen in de leeftijdsgroep tot de puberteit. De ontwikkeling wordt vergeleken met de ontwikkeling van kinderen met een gezichtscherpte die lager is dan gewoonlijk wordt gevonden. Hoewel, de ontwikkeling van geen twee kinderen gelijk is, zal toch worden getracht worden om een paar gemeenschappelijke kenmerken aan te wijzen. Er zal worden ingegaan op de specifieke aandacht en benadering die slechtziende kinderen verlangen tijdens het low vision onderzoek.
In de cursus wordt kennis gemaakt met een aantal basisprincipes uit de gerontologie. Er wordt gekeken hoe mensen in hun leven veranderen met behoud van identiteit en er wordt besproken welke dingen mensen ondernemen om hun mentale evenwicht te handhaven. Daarnaast zal worden ingegaan op verouderingsprocessen en de aard van die processen met als specifiek onderdeel de veroudering van onze ogen.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 36 Toetsduur (uren): 4
226/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Zelfstudie (uren): 100 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
227/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Low Vision
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.LOWVI.R-15 Low Vision theorie en praktijk Low Vision 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Low Vision HC
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Low Vision PR
niet verplicht
8 maal per blok
1200 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 100
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Low Vision praktijk
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Low Vision theorie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
228/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Aan het eind van de cursus moet de student in staat zijn om kennis en toepassingsvragen te beantwoorden over: · wat slechtziendheid inhoudt voor de mensen die het betreft, · wat slechtziendheid is vanuit beroepsmatig perspectief, · hoe het model van adviseren van hulpmiddelen in de praktijk werkt, · de vergrotingsregels die aan optische hulpmiddelen vastzitten · de wijze van adviseren van hulpmiddelen · de problematiek van specifieke doelgroepen Aan het eind van de cursus moet de student in staat zijn om in een gesimuleerde praktijksituatie: · een anamnese kunnen afnemen die als basis de classificatie van de ICF heeft. · gezondheidtoestand, activiteiten, participatie persoonlijke factoren en externe factoren kunnen classificeren. · een hulpvraag kunnen destilleren uit de anamnese · een hulpmiddel kunnen adviseren · een hulpmiddel kunnen aanmeten. ·
verwijzing naar eventuele andere zorginstellingen kunnen maken
2.2
Cursus inhoud
In deze cursus leert een student dat er op verschillende manieren tegen slechtziendheid kan worden aangekeken. Daarnaast gaat de cursus over de verwerkingsprocessen die mensen ervaren wanneer hun leven door slechtziendheid verandert. Tijdens de cursus wordt duidelijk gemaakt dat er een model voor het adviseren van hulpmiddelen is met als basis de I.C.F. Er wordt ingegaan op waarde die een algemeen model heeft bij de advisering van hulpmiddelen, bij de onderlinge communicatie en bij een uniforme verslaglegging. Tijdens de cursus wordt getraind hoe een low vision onderzoek in de praktijk wordt opgebouwd. Er wordt geoefend hoe er door middel van toepassing van het model en toepassing van de vergaarde kennis over hulpmiddelen snel tot een advies kan worden gekomen. Tijdens een low vision onderzoek heeft een optometrist of orthoptist een negental klassen van hulpmiddelen tot zijn of haar beschikking. Tijdens de cursus wordt kennis gemaakt met alle klassen van hulpmiddelen. Van ieder van de klassen wordt besproken wat hun toepassingsgebied is. Daarnaast zal worden besproken hoe ook hier de vergroting kan worden bepaald zoals de klant die ervaart. In daadwerkelijk uit te voeren hulpmiddelenadviezen uit te voeren wordt geleerd hoe: een dossier wordt aangelegd, een anamnesegesprek wordt gevoerd waaruit een hulpvraag moet volgen, het (visuele) functioneren van de cliënt moet worden vastgelegd, en een hulpmiddel wordt gezocht dat de hulpvraag beantwoordt. In de cursus wordt ingegaan op de normale (visuele) ontwikkeling van kinderen in de leeftijdsgroep tot de puberteit. De ontwikkeling wordt vergeleken met de ontwikkeling van kinderen met een gezichtscherpte die lager is dan gewoonlijk wordt gevonden. Hoewel, de ontwikkeling van geen twee kinderen gelijk is, zal toch worden getracht worden om een paar gemeenschappelijke kenmerken aan te wijzen. Er zal worden ingegaan op de specifieke aandacht en benadering die slechtziende kinderen verlangen tijdens het low vision onderzoek.
In de cursus wordt kennis gemaakt met een aantal basisprincipes uit de gerontologie. Er wordt gekeken hoe mensen in hun leven veranderen met behoud van identiteit en er wordt besproken welke dingen mensen ondernemen om hun mentale evenwicht te handhaven. Daarnaast zal worden ingegaan op verouderingsprocessen en de aard van die processen met als specifiek onderdeel de veroudering van onze ogen.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 36 Toetsduur (uren): 4
229/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Zelfstudie (uren): 100 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
230/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Manager in de Zorg
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.MANZ-13 Manager in de Zorg Management in Health Care 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
BCC
niet verplicht
7 maal per blok
630 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
MANZ
niet verplicht
3 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
MANZ(H)
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
MANZ(W)
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 108
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Manager in de zorg
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
100
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
231/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Het leveren van goede kwaliteit van zorg is voor alle cliënten van een optometrist/orthoptist van wezenlijk belang. Met de competenties (kennis en vaardigheden en attitude) die tijdens de opleiding verworven zijn dient een beginnend beroepsbeoefenaar in de praktijk een start te kunnen maken. Echter een beroepsbeoefenaar komt er niet alleen met het uitvoeren van praktische vaardigheden. Goede sociaal communicatieve vaardigheden zijn essentieel voor het uitvoeren van het beroep orthoptist danwel optometrist. Om je te trainen in deze onderdelen krijg je in het tweede jaar de volgende vakken: 1. Werken aan Kwaliteit (WAK) 2. Communicatie 3. Voeren van een Praktijk (VVP)
2.2
Cursus inhoud
WAK: Kwaliteitszorg is een zeer omvangrijk onderdeel in je beroepspraktijk. Van het moment dat een patiënt bij jou zijn/ haar gegevens afgeeft zul je hier zorgvuldig mee om moeten gaan. Wat doe je als een collega (andere professional ) je vraagt om cliënten cq patiëntengegevens? Mag en kun je die ‘zomaar’ weggeven? Kwaliteitszorg is ook werken met of via vaste protocollen, wat te doen met calamiteiten waar denk je aan?? Welke rol heeft de beroepsvereniging in de kwaliteitszorg en welke rol speel je zelf in een organisatie. Met deze vragen ga je tijdens deze lessen aan de slag.
Communicatie: Een optometrisch/orthoptisch onderzoek valt of staat met goede communicatie. Tijdens deze lessen krijg je inzichten in communicatie, hoe deze kan verschillen tussen culturen, hoe je een slecht nieuws gesprek kunt voeren en wat psychologische ontwikkeling voor invloed heeft op jou als beroepsbeoefenaar maar ook op de patiënt.
VVP: Zowel orthoptisten als optometristen zijn direct toegankelijke beroepen (DTO regeling), dit wil zeggen dat geen verwijzing van een huisarts of specialist nodig is om onderzocht, behandeld te worden door jou. Je kunt je eigen praktijk opzetten en leven van de betalingen voor het onderzoek van je clienten in je praktijk. Waarschijnlijk heb je een baan (tje) naast je studie. Heb je ooit berekend wat je kost voor de baas en anders gezegd wat moet je zelf opbrengen om je salaris te kunnen uit laten betalen? Tijdens deze lessen staan de volgende producten centraal, je presentatie over het opzetten van een praktijk/zaak en hoe je bij aanschaf van een nieuw apparatuur de kosten terug kunt verdienen. Tijdens deze lessen ga je een bedrijfsplan schrijven voor een eigen praktijk/winkel.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 32 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 108 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fg/3/GOO-2.MANZ-13
232/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Optometrie Buitenschools Leren 2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.OBL2-13 Optometrie Buitenschools Leren 2 Optometry Junior Externship 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC OBL intern
verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
OBL extern
verplicht
10 maal per blok
4800 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
OBL intern professionalisering
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Professionele communicatie
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
WC OBL intern - casuistiek
niet verplicht
2 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 38
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Opdracht Communicatie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
233/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving cursusinhoud: De OBL stage is een 1-daagse stage per week en bestaat uit het werken in een optiekbedrijf en overige activiteiten. Deze overige activiteiten zijn zelfstudie ten behoeve van het voorbereiden, uitwerken en/of afronden van de opdrachten uit de stage en uit de vakken Prof. Communicatie, WAK en VVP. Hiernaast zijn er lessen OBL o.l.v. de OBL docent, waarin de voortgang van de stage wordt besproken. De OBL stage start begin blok 1D en eindigt eind blok 2C. De totale duur van de stage is 40 dagen, 10 dagen per blok. Het leveren van goede kwaliteit van zorg is voor alle cliënten van een optometrist/orthoptist van wezenlijk belang. Met de competenties (kennis en vaardigheden en attitude) die tijdens de opleiding verworven zijn dient een beginnend beroepsbeoefenaar in de praktijk een start te kunnen maken. Echter een beroepsbeoefenaar komt er niet alleen met het uitvoeren van praktische vaardigheden. Goede sociaal communicatieve vaardigheden zijn essentieel voor het uitvoeren van het beroep orthoptist danwel optometrist. Om je te trainen in deze onderdelen krijg je in het tweede jaar de volgende vakken: 1. Werken aan Kwaliteit (WAK) 2. Communicatie 3. Voeren van een Praktijk (VVP)
2.2
Cursus inhoud
Het doel van de OBL stage is: Het zelfstandig systematisch kunnen uitvoeren van optiekvaardigheden Het zelfstandig systematisch kunnen uitvoeren van optometrische handelen Het ontwikkelen, uitbreiden en realiseren van competenties en de persoonlijke leerdoelen in de beroepspraktijk Het oriënteren op het toekomstig beroep van de student Het ontwikkelen van professioneel gedrag en dit gedrag leren toepassen in de beroepscontext Te leren functioneren binnen een team van medewerkers Te leren reflecteren op eigen handelen binnen de beroepscontext in uiteenlopende situaties Inzicht te verkrijgen in het totaal van de gezondheidszorg en plaats van de optometrist binnen de gezondheidsetting en in de kwaliteit van zorg Beoordeling: De stagebegeleider beoordeelt de prestaties op het stageadres middels het beoordelingsformulier De OBL docent beoordeelt het portfolio. In het portfolio verzamelt de student bewijzen waarmee hij aantoont dat hij de beroepscompetenties beheerst. Criteria voor een voldoende beoordeling OBL2 (eind blok 2C): 30 dagen stage Minimaal 70 refracties zelfstandig uitgevoerd Minimaal 50 monofocale glazen en 50 multifocale glazen doorgemeten en afgetekend Minimaal 40 glasverkopen uitgevoerd OBL werkcolleges zijn bijgewoond en minimaal 5 uitwerkingen van persoonlijke casus en reflectieverslagen Eindverslag Aan het einde van de stage moet niveau 2 (competentiemeetlat van Dreyfus) bereikt zijn. Met uitzondering van de optiekvakken, hiervoor geldt niveau 3. Communicatie: Een optometrisch/orthoptisch onderzoek valt of staat met goede communicatie. Tijdens deze lessen krijg je inzichten in communicatie, hoe deze kan verschillen tussen culturen, hoe je een slecht nieuws gesprek kunt voeren en wat psychologische ontwikkeling voor invloed heeft op jou als beroepsbeoefenaar maar ook op de patiënt.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 234/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 102 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 38 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
235/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Optometrie Buitenschools Leren 2
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.OBL2.C-13 Optometrie Buitenschools Leren 2 Optic Rotation 2 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC OBL intern
niet verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
OBL extern
verplicht
10 maal per blok
4800 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
OBL intern - professioneel gedrag
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Professionele communicatie
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
WC OBL intern - casuistiek
niet verplicht
2 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 38
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Opdracht Communicatie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
236/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving cursusinhoud: De OBL stage is een stage op de eigen werkplek en bestaat uit het werken in een optiekbedrijf en overige activiteiten. Deze overige activiteiten zijn zelfstudie ten behoeve van het voorbereiden, uitwerken en/of afronden van de opdrachten uit de stage en uit de vakken Prof. Communicatie, WAK en VVP. Hiernaast zijn er lessen OBL o.l.v. de OBL docent, waarin de voortgang van de stage wordt besproken. De OBL stage start begin blok 1D en eindigt eind blok 2C. De totale duur van de stage is 40 dagen, 10 dagen per blok. Het leveren van goede kwaliteit van zorg is voor alle cliënten van een optometrist/orthoptist van wezenlijk belang. Met de competenties (kennis en vaardigheden en attitude) die tijdens de opleiding verworven zijn dient een beginnend beroepsbeoefenaar in de praktijk een start te kunnen maken. Echter een beroepsbeoefenaar komt er niet alleen met het uitvoeren van praktische vaardigheden. Goede sociaal communicatieve vaardigheden zijn essentieel voor het uitvoeren van het beroep orthoptist danwel optometrist. Om je te trainen in deze onderdelen krijg je in het tweede jaar de volgende vakken: 1. Werken aan Kwaliteit (WAK) 2. Communicatie 3. Voeren van een Praktijk (VVP)
2.2
Cursus inhoud
Het doel van de OBL stage is: Het zelfstandig systematisch kunnen uitvoeren van optiekvaardigheden Het zelfstandig systematisch kunnen uitvoeren van optometrische handelen Het ontwikkelen, uitbreiden en realiseren van competenties en de persoonlijke leerdoelen in de beroepspraktijk Het oriënteren op het toekomstig beroep van de student Het ontwikkelen van professioneel gedrag en dit gedrag leren toepassen in de beroepscontext Te leren functioneren binnen een team van medewerkers Te leren reflecteren op eigen handelen binnen de beroepscontext in uiteenlopende situaties Inzicht te verkrijgen in het totaal van de gezondheidszorg en plaats van de optometrist binnen de gezondheidsetting en in de kwaliteit van zorg Beoordeling: De begeleider op de eigen werkplek beoordeelt de prestaties middels het beoordelingsformulier De OBL docent beoordeelt het portfolio. In het portfolio verzamelt de student bewijzen waarmee hij aantoont dat hij de beroepscompetenties beheerst. Criteria voor een voldoende beoordeling OBL2 (eind blok 2C): 30 dagen stage Minimaal 70 refracties zelfstandig uitgevoerd Minimaal 50 monofocale glazen en 50 multifocale glazen doorgemeten en afgetekend In portfolio wordt aangetoond dat het geven van een glasadvies zelfstandig wordt uitgevoerd OBL werkcolleges zijn bijgewoond en minimaal 5 uitwerkingen van persoonlijke casus en reflectieverslagen Eindverslag Aan het einde van de stage moet niveau 2 (competentiemeetlat van Dreyfus) bereikt zijn. Met uitzondering van de optiekvakken, hiervoor geldt niveau 3. Communicatie: Een optometrisch/orthoptisch onderzoek valt of staat met goede communicatie. Tijdens deze lessen krijg je inzichten in communicatie, hoe deze kan verschillen tussen culturen, hoe je een slecht nieuws gesprek kunt voeren en wat psychologische ontwikkeling voor invloed heeft op jou als beroepsbeoefenaar maar ook op de patiënt.
2.3
Ingangseisen 237/318
© Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 102 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 38 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
238/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Optometrie Buitenschools Leren 3
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.OBL3-13 Optometrie Buitenschools Leren 3 Optometry Junior Externship 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC WAK gastdocent OVN
niet verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
HC WAK inhoudelijk
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
HC WAK intro
niet verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
OBL extern
verplicht
10 maal per blok
4800 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
OBL intern casuistiek en leerdoelen
niet verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
WC WAK
verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 47
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Opdracht WAK
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
100
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
239/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving cursusinhoud: De OBL stage is een 1-daagse stage per week en bestaat uit het werken in een optiekbedrijf en overige activiteiten. Deze overige activiteiten zijn zelfstudie ten behoeve van het voorbereiden, uitwerken en/of afronden van de opdrachten uit de stage en uit de vakken Prof. Communicatie, WAK en VVP. Hiernaast zijn er lessen OBL o.l.v. de OBL docent, waarin de voortgang van de stage wordt besproken. De OBL stage start begin blok 1D en eindigt eind blok 2C. De totale duur van de stage is 40 dagen, 10 dagen per blok. Het leveren van goede kwaliteit van zorg is voor alle cliënten van een optometrist/orthoptist van wezenlijk belang. Met de competenties (kennis en vaardigheden en attitude) die tijdens de opleiding verworven zijn dient een beginnend beroepsbeoefenaar in de praktijk een start te kunnen maken. Echter een beroepsbeoefenaar komt er niet alleen met het uitvoeren van praktische vaardigheden. Goede sociaal communicatieve vaardigheden zijn essentieel voor het uitvoeren van het beroep orthoptist danwel optometrist. Om je te trainen in deze onderdelen krijg je in het tweede jaar de volgende vakken: 1. Werken aan Kwaliteit (WAK) 2. Communicatie 3. Voeren van een Praktijk (VVP)
2.2
Cursus inhoud
Het doel van de OBL stage is: Het zelfstandig systematisch kunnen uitvoeren van optiekvaardigheden Het zelfstandig systematisch kunnen uitvoeren van optometrische handelen Het ontwikkelen, uitbreiden en realiseren van competenties en de persoonlijke leerdoelen in de beroepspraktijk Het oriënteren op het toekomstig beroep van de student Het ontwikkelen van professioneel gedrag en dit gedrag leren toepassen in de beroepscontext Te leren functioneren binnen een team van medewerkers Te leren reflecteren op eigen handelen binnen de beroepscontext in uiteenlopende situaties Inzicht te verkrijgen in het totaal van de gezondheidszorg en plaats van de optometrist binnen de gezondheidsetting en in de kwaliteit van zorg Beoordeling: De stagebegeleider beoordeelt de prestaties op het stageadres middels het beoordelingsformulier De OBL docent beoordeelt het portfolio. In het portfolio verzamelt de student bewijzen waarmee hij aantoont dat hij de beroepscompetenties beheerst. Criteria voor een voldoende beoordeling OBL2 (eind blok 2C): 30 dagen stage Minimaal 70 refracties zelfstandig uitgevoerd Minimaal 50 monofocale glazen en 50 multifocale glazen doorgemeten en afgetekend Minimaal 40 glasverkopen uitgevoerd OBL werkcolleges zijn bijgewoond en minimaal 5 uitwerkingen van persoonlijke casus en reflectieverslagen Eindverslag Aan het einde van de stage moet niveau 2 (competentiemeetlat van Dreyfus) bereikt zijn. Met uitzondering van de optiekvakken, hiervoor geldt niveau 3. WAK: Kwaliteitszorg is een zeer omvangrijk onderdeel in je beroepspraktijk. Van het moment dat een patiënt bij jou zijn/ haar gegevens afgeeft zul je hier zorgvuldig mee om moeten gaan. Wat doe je als een collega (andere professional ) je vraagt om cliënten cq patiëntengegevens? Mag en kun je die ‘zomaar’ weggeven? Kwaliteitszorg is ook werken met of via vaste protocollen, wat te doen met calamiteiten waar denk je aan?? Welke rol heeft de beroepsvereniging in de kwaliteitszorg en welke rol speel je zelf in een organisatie. Met deze vragen ga je tijdens deze lessen aan de slag.
240/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 93 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 47 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
241/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Optometrie Buitenschools Leren 3
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.OBL3.C-13 Optometrie Buitenschools Leren 3 Optic rotation 3 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC WAK gastdocent
niet verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
HC WAK inhoudelijk
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
HC WAK intro
niet verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
OBL extern
verplicht
10 maal per blok
4800 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
OBL intern
niet verplicht
3 maal per blok
270 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Werken aan Kwaliteit
verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 47
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Opdracht Werken aan Kwaliteit
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
242/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving cursusinhoud: De OBL stage is een stage op de eigen werkplek en bestaat uit het werken in een optiekbedrijf en overige activiteiten. Deze overige activiteiten zijn zelfstudie ten behoeve van het voorbereiden, uitwerken en/of afronden van de opdrachten uit de stage en uit de vakken Prof. Communicatie, WAK en VVP. Hiernaast zijn er lessen OBL o.l.v. de OBL docent, waarin de voortgang van de stage wordt besproken. De OBL stage start begin blok 1D en eindigt eind blok 2C. De totale duur van de stage is 40 dagen, 10 dagen per blok. Het leveren van goede kwaliteit van zorg is voor alle cliënten van een optometrist/orthoptist van wezenlijk belang. Met de competenties (kennis en vaardigheden en attitude) die tijdens de opleiding verworven zijn dient een beginnend beroepsbeoefenaar in de praktijk een start te kunnen maken. Echter een beroepsbeoefenaar komt er niet alleen met het uitvoeren van praktische vaardigheden. Goede sociaal communicatieve vaardigheden zijn essentieel voor het uitvoeren van het beroep orthoptist danwel optometrist. Om je te trainen in deze onderdelen krijg je in het tweede jaar de volgende vakken: 1. Werken aan Kwaliteit (WAK) 2. Communicatie 3. Voeren van een Praktijk (VVP)
2.2
Cursus inhoud
Het doel van de OBL stage is: Het zelfstandig systematisch kunnen uitvoeren van optiekvaardigheden Het zelfstandig systematisch kunnen uitvoeren van optometrische handelen Het ontwikkelen, uitbreiden en realiseren van competenties en de persoonlijke leerdoelen in de beroepspraktijk Het oriënteren op het toekomstig beroep van de student Het ontwikkelen van professioneel gedrag en dit gedrag leren toepassen in de beroepscontext Te leren functioneren binnen een team van medewerkers Te leren reflecteren op eigen handelen binnen de beroepscontext in uiteenlopende situaties Inzicht te verkrijgen in het totaal van de gezondheidszorg en plaats van de optometrist binnen de gezondheidsetting en in de kwaliteit van zorg Beoordeling: De begeleider op de eigen werkplek beoordeelt de prestaties middels het beoordelingsformulier De OBL docent beoordeelt het portfolio. In het portfolio verzamelt de student bewijzen waarmee hij aantoont dat hij de beroepscompetenties beheerst. Criteria voor een voldoende beoordeling OBL2 (eind blok 2C): 30 dagen stage Minimaal 70 refracties zelfstandig uitgevoerd Minimaal 50 monofocale glazen en 50 multifocale glazen doorgemeten en afgetekend In portfolio wordt aangetoond dat het geven van een glasadvies zelfstandig wordt uitgevoerd OBL werkcolleges zijn bijgewoond en minimaal 5 uitwerkingen van persoonlijke casus en reflectieverslagen Eindverslag Aan het einde van de stage moet niveau 2 (competentiemeetlat van Dreyfus) bereikt zijn. Met uitzondering van de optiekvakken, hiervoor geldt niveau 3.
WAK: Kwaliteitszorg is een zeer omvangrijk onderdeel in je beroepspraktijk. Van het moment dat een patiënt bij jou zijn/ haar gegevens afgeeft zul je hier zorgvuldig mee om moeten gaan. Wat doe je als een collega (andere professional ) je vraagt om cliënten cq patiëntengegevens? Mag en kun je die ‘zomaar’ weggeven? Kwaliteitszorg is ook werken met of
243/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
via vaste protocollen, wat te doen met calamiteiten waar denk je aan?? Welke rol heeft de beroepsvereniging in de kwaliteitszorg en welke rol speel je zelf in een organisatie. Met deze vragen ga je tijdens deze lessen aan de slag.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 93 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 47 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
244/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Optometrie Buitenschools Leren 4
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.OBL4-13 Optometrie Buitenschools Leren 4 Optometry Junior Externship 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC VVP
niet verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
HC VVP gastdocent
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
OBL extern
verplicht
9 maal per blok
4320 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
OBL intern casuistiek
niet verplicht
2 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
WC VVP
niet verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 61
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Opdracht VVP
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
30
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Portfolio OBL
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
70
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
245/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving cursusinhoud: De OBL stage is een 1-daagse stage per week en bestaat uit het werken in een optiekbedrijf en overige activiteiten. Deze overige activiteiten zijn zelfstudie ten behoeve van het voorbereiden, uitwerken en/of afronden van de opdrachten uit de stage en uit de vakken Prof. Communicatie, WAK en VVP. Hiernaast zijn er lessen OBL o.l.v. de OBL docent, waarin de voortgang van de stage wordt besproken. De OBL stage start begin blok 1D en eindigt eind blok 2C. De totale duur van de stage is 40 dagen, 10 dagen per blok. Het leveren van goede kwaliteit van zorg is voor alle cliënten van een optometrist/orthoptist van wezenlijk belang. Met de competenties (kennis en vaardigheden en attitude) die tijdens de opleiding verworven zijn dient een beginnend beroepsbeoefenaar in de praktijk een start te kunnen maken. Echter een beroepsbeoefenaar komt er niet alleen met het uitvoeren van praktische vaardigheden. Goede sociaal communicatieve vaardigheden zijn essentieel voor het uitvoeren van het beroep orthoptist danwel optometrist. Om je te trainen in deze onderdelen krijg je in het tweede jaar de volgende vakken: 1. Werken aan Kwaliteit (WAK) 2. Communicatie 3. Voeren van een Praktijk (VVP)
2.2
Cursus inhoud
Het doel van de OBL stage is: Het zelfstandig systematisch kunnen uitvoeren van optiekvaardigheden Het zelfstandig systematisch kunnen uitvoeren van optometrische handelen Het ontwikkelen, uitbreiden en realiseren van competenties en de persoonlijke leerdoelen in de beroepspraktijk Het oriënteren op het toekomstig beroep van de student Het ontwikkelen van professioneel gedrag en dit gedrag leren toepassen in de beroepscontext Te leren functioneren binnen een team van medewerkers Te leren reflecteren op eigen handelen binnen de beroepscontext in uiteenlopende situaties Inzicht te verkrijgen in het totaal van de gezondheidszorg en plaats van de optometrist binnen de gezondheidsetting en in de kwaliteit van zorg Beoordeling: De stagebegeleider beoordeelt de prestaties op het stageadres middels het beoordelingsformulier. De OBL docent beoordeelt het portfolio. In het portfolio verzamelt de student bewijzen waarmee hij aantoont dat hij de beroepscompetenties beheerst. Criteria voor een voldoende beoordeling OBL2 (eind blok 2C): 30 dagen stage Minimaal 70 refracties zelfstandig uitgevoerd Minimaal 50 monofocale glazen en 50 multifocale glazen doorgemeten en afgetekend Minimaal 40 glasverkopen uitgevoerd OBL werkcolleges zijn bijgewoond en minimaal 5 uitwerkingen van persoonlijke casus en reflectieverslagen Eindverslag Aan het einde van de stage moet niveau 2 (competentiemeetlat van Dreyfus) bereikt zijn. Met uitzondering van de optiekvakken, hiervoor geldt niveau 3. VVP: Zowel orthoptisten als optometristen zijn direct toegankelijke beroepen (DTO regeling), dit wil zeggen dat geen verwijzing van een huisarts of specialist nodig is om onderzocht, behandeld te worden door jou. Je kunt je eigen praktijk opzetten en leven van de betalingen voor het onderzoek van je clienten in je praktijk. Waarschijnlijk heb je een baan (tje) naast je studie. Heb je ooit berekend wat je kost voor de baas en anders gezegd wat moet je zelf opbrengen om je salaris te kunnen uit laten betalen? Tijdens deze lessen staan de volgende producten centraal, je presentatie over het opzetten van een praktijk/zaak en hoe je bij aanschaf van een nieuw apparatuur de kosten terug kunt verdienen. 246/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Tijdens deze lessen ga je een bedrijfsplan schrijven voor een eigen praktijk/winkel.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 79 Toetsduur (uren): 0 Zelfstudie (uren): 61 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
247/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Optometrie Buitenschools Leren 4
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.OBL4.C-13 Optometrie Buitenschools Leren 4 Optic rotation 4 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC VVP
niet verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
HC VVP gastdocent
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
OBL extern
verplicht
9 maal per blok
4320 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
OBL intern - casuistiek
verplicht
2 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
WC VVP
niet verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 61
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Opdracht VVP
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
30
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Portfolio OBL
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
70
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
248/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Korte omschrijving cursusinhoud: De OBL stage is een stage op de eigen werkplek en bestaat uit het werken in een optiekbedrijf en overige activiteiten. Deze overige activiteiten zijn zelfstudie ten behoeve van het voorbereiden, uitwerken en/of afronden van de opdrachten uit de stage en uit de vakken Prof. Communicatie, WAK en VVP. Hiernaast zijn er lessen OBL o.l.v. de OBL docent, waarin de voortgang van de stage wordt besproken. De OBL stage start begin blok 1D en eindigt eind blok 2C. De totale duur van de stage is 40 dagen, 10 dagen per blok. Het leveren van goede kwaliteit van zorg is voor alle cliënten van een optometrist/orthoptist van wezenlijk belang. Met de competenties (kennis en vaardigheden en attitude) die tijdens de opleiding verworven zijn dient een beginnend beroepsbeoefenaar in de praktijk een start te kunnen maken. Echter een beroepsbeoefenaar komt er niet alleen met het uitvoeren van praktische vaardigheden. Goede sociaal communicatieve vaardigheden zijn essentieel voor het uitvoeren van het beroep orthoptist danwel optometrist. Om je te trainen in deze onderdelen krijg je in het tweede jaar de volgende vakken: 1. Werken aan Kwaliteit (WAK) 2. Communicatie 3. Voeren van een Praktijk (VVP)
2.2
Cursus inhoud
Het doel van de OBL stage is: Het zelfstandig systematisch kunnen uitvoeren van optiekvaardigheden Het zelfstandig systematisch kunnen uitvoeren van optometrische handelen Het ontwikkelen, uitbreiden en realiseren van competenties en de persoonlijke leerdoelen in de beroepspraktijk Het oriënteren op het toekomstig beroep van de student Het ontwikkelen van professioneel gedrag en dit gedrag leren toepassen in de beroepscontext Te leren functioneren binnen een team van medewerkers Te leren reflecteren op eigen handelen binnen de beroepscontext in uiteenlopende situaties Inzicht te verkrijgen in het totaal van de gezondheidszorg en plaats van de optometrist binnen de gezondheidsetting en in de kwaliteit van zorg Beoordeling: De begeleider op de eigen werkplek beoordeelt de prestaties middels het beoordelingsformulier De OBL docent beoordeelt het portfolio. In het portfolio verzamelt de student bewijzen waarmee hij aantoont dat hij de beroepscompetenties beheerst. Criteria voor een voldoende beoordeling OBL2 (eind blok 2C): 30 dagen stage Minimaal 70 refracties zelfstandig uitgevoerd Minimaal 50 monofocale glazen en 50 multifocale glazen doorgemeten en afgetekend In portfolio wordt aangetoond dat het geven van een glasadvies zelfstandig wordt uitgevoerd OBL werkcolleges zijn bijgewoond en minimaal 5 uitwerkingen van persoonlijke casus en reflectieverslagen Eindverslag Aan het einde van de stage moet niveau 2 (competentiemeetlat van Dreyfus) bereikt zijn. Met uitzondering van de optiekvakken, hiervoor geldt niveau 3.
VVP: Zowel orthoptisten als optometristen zijn direct toegankelijke beroepen (DTO regeling), dit wil zeggen dat geen verwijzing van een huisarts of specialist nodig is om onderzocht, behandeld te worden door jou. Je kunt je eigen praktijk
249/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
opzetten en leven van de betalingen voor het onderzoek van je clienten in je praktijk. Waarschijnlijk heb je een baan (tje) naast je studie. Heb je ooit berekend wat je kost voor de baas en anders gezegd wat moet je zelf opbrengen om je salaris te kunnen uit laten betalen? Tijdens deze lessen staan de volgende producten centraal, je presentatie over het opzetten van een praktijk/zaak en hoe je bij aanschaf van een nieuw apparatuur de kosten terug kunt verdienen. Tijdens deze lessen ga je een bedrijfsplan schrijven voor een eigen praktijk/winkel.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 79 Toetsduur (uren): 0 Zelfstudie (uren): 61 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
250/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Oogh. Path. en LOEP3
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.OOGH-15 Oogheelkunde, Pathologie en EBP 3 Ophthalmology, Pathology and Research in Practice 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
EBP 3 (H)
niet verplicht
4 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
EBP 3 (W)
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Oogheelkunde/Pathologie (H)
verplicht
9 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Oogheelkunde/Pathologie (H)
niet verplicht
10 maal per blok
1200 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 90
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
EBP 3 verslag
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
40
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
oogheelkunde/pathologie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
60
2
bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
251/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Kennis en gebruik van de diagnostische farmaca in de orthoptie. Herhaling van de belangrijkste onderwerpen van het voorste oogsegment vanuit het standpunt van de orthoptist. Introductie van beelden van het achterste oogsegment en de neuro-ophthalmologie waaronder glaucoom, de afwijkingen van de gezichtsbaan en de orbita, de verworven afwijkingen van de macula, afwijkingen van de retinale bloedvaten, erfelijke retina-afwijkingen, uveïtis, ablatio retinae, tumoren en trauma. Er is een nadruk op en verdieping in die onderwerpen die voor orthoptisten het meest van belang zijn. Er wordt een overzicht gegeven van de, vanuit het perspectief van de orthoptisten, zeldzamere beelden. Kennis van de belangrijkste ziektebeelden (pathologie) die van belang kunnen zijn voor de orthoptisten. Introductie van de belangrijkste ziektebeelden van het voorste, en het achterste oogsegment vanuit het standpunt van de orthoptist, waaronder diabetes mellitus, hypertensie, arteriosclerose, atherosclerose, trombose, embolie, Cerebrovasculair Accident (CVA), Toxoplasmose, tuberculose, AIDS, Schildklierafwijkingen, ziekte van Graves, Multipele Sclerose, Ziekte van Parkinson, migraine, ziekte van Ménière, Myashenia Gravis en Rubella. De nadruk ligt op de verdieping van kennis over de onderwerpen die voor orthoptisten het meest van belang zijn. Registratieverslag LOEP 3 is een uitwerking van competentiegebied III op niveau 1: de orthoptist/optometrist als beroepsontwikkelaar met als componenten onderzoek en innovatie:
a. onderzoeken De orthoptist registreert systematisch patiënt- en behandelgegevens ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek. Hij neemt deel aan wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke fundering daarvan. b. innoveren De orthoptist draagt bij aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep, door middel van het implementeren van kwaliteitsverbeteringen en borgen van innovatieprocessen.
2.2
Cursus inhoud
Aan het einde van dit blok heb je kennis van en inzicht in diagnostische farmaca, glaucoom, orbita en de neuroophthalmologie van de gezichtsbaan, de verworven afwijkingen van de macula, afwijkingen van de retinale bloedvaten, erfelijke retina-afwijkingen, uveïtis, ablatio retinae, tumoren en trauma. Aan het einde van dit blok heb je kennis van en inzicht in de belangrijkste aspecten betreffende diabetes mellitus, hypertensie, arteriosclerose, atherosclerose, trombose, embolie, Cerebrovasculair Accident (CVA), Toxoplasmose, tuberculose, AIDS, Schildklierafwijkingen, ziekte van Graves, Multipele Sclerose, Ziekte van Parkinson, migraine, ziekte van Ménière, Myashenia Gravis en Rubella.
Met een groep wordt aan de hand van een gekozen probleemstelling een registratieverslag gemaakt voor het meten en registreren van de effecten van pupilverwijdende oogdruppels Centraal staat: : Het uitvoeren van een praktijkonderzoek (effect van pupilverwijdende druppels) met de pupil als onderwerp.
Het gevolgd hebben van de voor dit onderwijs relevante onderwerpen in het eerste jaar lijkt een nuttige zaak, maar is niet verplicht.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen
252/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 48 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 90 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
253/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Oogheelkundige Casuïstiek LOEP4
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.OOGHC-13 Oogheelkundeige Casuistiek en EBP 4 Ophthalmic Case Histories and Research in Practice 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
EBP 3 (T)
verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
EBP 4 (W)
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
OOGHC (T)
niet verplicht
1 maal per blok
180 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
OOGHC (T)
niet verplicht
9 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Practicum
niet verplicht
8 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
SLB
niet verplicht
2 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok 4: blok 4
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 87
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
LOEP 4
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
40
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4 . blok 5
Oogheelkundige casuïstiek
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
60
2
bij aanvangsblok 4: . blok 4
254/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
. blok 5
255/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Je weet aan het eind van deze cursus hoe je een orthoptische patiënt met of na oogheelkundige problematiek onderzoekt en behandeld. Advies/plan LOEP 4 is een uitwerking van competentiegebied III op niveau 1: de orthoptist/optometrist als beroepsontwikkelaar met als componenten onderzoek en innovatie: a. onderzoeken De orthoptist registreert systematisch patiënt- en behandelgegevens ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek. Hij neemt deel aan wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke fundering daarvan. b. innoveren De orthoptist draagt bij aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep, door middel van het implementeren van kwaliteitsverbeteringen en borgen van innovatieprocessen.
2.2
Cursus inhoud
Bedoeling Op je spreekuur verschijnt een patiënt van 65 jaar met diplopieklachten. Je ziet in de status dat hij geopereerd is aan staar. Sinds deze operatie klaagt hij over dubbelzien met beide ogen open en soms ook met alleen het rechter oog open. De volgende dag zit er een mevrouw van 45 in je stoel en zij heeft een netvliesloslating gehad. Ze klaagt over een vervormd beeld. Een andere patiënt wordt doorgestuurd door de oogarts met de vraag of het mogelijk is dat de e patiënt aan staar wordt geopereerd, omdat de patiënt bekend is met een amblyopie en scheelzien vanaf zijn 20 levensjaar. Je vindt een heel lage visus van het linker oog. Is de lage visus door de amblyopie veroorzaakt of door het cataract? Het is belangrijk dat je probeert ondanks de lage visus een prognose te geven van de kans op dubbelbeelden na de cataractoperatie. Een patiënt heeft een visusdaling zonder duidelijke verklaring. Elektrofysiologie kan hierover meer duidelijkheid geven. Soms zul je voor een patiënt een VEP of ERG aanvragen om de juiste diagnose te kunnen stellen. Van jou wordt verwacht dat je bij een patiënt met oculaire pathologie de juiste diagnose stelt en de mogelijke therapieën kunt instellen. Ook is het belangrijk om dit goed te communiceren met de oogarts, omdat je diagnose invloed kan hebben op het feit of de patiënt wel of niet geopereerd wordt. Activiteit Het juist stellen van de orthoptische diagnose is ontzettend belangrijk, ook voor bovenstaande groep patiënten, voor jou als orthoptist. Van jou wordt verwacht dat je bij een patiënt met oculaire pathologie de juiste diagnose stelt en de mogelijke therapieën kunt instellen. Ook is het belangrijk om dit goed te communiceren met de oogarts, omdat je diagnose invloed kan hebben op het feit of de patiënt wel of niet geopereerd wordt. In het komende blok zullen oogheelkundige onderwerpen afgewisseld worden met orthoptische casuïstiek die hierbij past. Hier leer je de specifieke problematiek die bij deze groep patiënten een rol speelt en krijg je inzicht in de therapeutische mogelijkheden (en onmogelijkheden). Resultaat Aan het eind van dit thema kun je: · uitleggen en beschrijven wat de etiologie, diagnostiek, behandeling en prognose is van de oogheelkundige afwijkingen van het achterste oogsegment · een juiste keuze maken met betrekking tot de onderzoeksmethodes bij patiënten met oogheelkundige problematiek · een orthoptische diagnose stellen bij een patiënt met oogheelkundige problematiek · een orthoptische behandeling stellen bij een patiënt met oogheelkundige problematiek · een orthoptische prognose stellen bij een patiënt met oogheelkundige problematiek · de oogarts adviseren met betrekking tot de orthoptische problematiek bij deze patiëntengroep · motiveren wanneer terugverwijzing naar de oogarts noodzakelijk is. Met een groep wordt aan de hand van een gekozen probleemstelling een advies/plan gemaakt, gebaseerd op onderzoeksartikelen.
256/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Centraal staat: Het uitvoeren van een literatuuronderzoek op het gebied van orthoptie of optometrie. Per student worden twee artikelen geanalyseerd, samengevat en tot synthese gebracht
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 51 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 87 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
257/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Praktijkvaardigheden Orthoptie
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-2.PRAK-13 Overige Praktische Vaardigheden Practical skills 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
gezichtsvelden
niet verplicht
4 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
PRAK (P)
niet verplicht
13 maal per blok
1560 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
PRAK (P)
niet verplicht
4 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
PRAK (T)
niet verplicht
5 maal per blok
600 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
SLB
niet verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
spleetlamp
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Anders 1
niet verplicht
1 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
BCC
niet verplicht
8 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 75
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
258/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Overige praktische vaardigheden theorie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 5
Theorietoets
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok 3: . blok 3 . blok 5
259/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Tijdens de cursus praktische vaardigheden orthoptie komen 5 vakken aan bod. Bij fundoscopie praktijk leert de student de fysiologie en de meest voorkomende pathologische afwijkingen van de fundus bij zowel volwassenen als kinderen en kan er worden gedifferentieerd tussen pluis en niet pluis. Door het volgen van praktijk onderwijs worden de praktische vaardigheden herhaald en uitgebreid met complexe onderzoeksmethodes. De student kan aan de hand van een casus de verworven theoretische kennis toepassen. Bij de fixatie disparatie curve praktijk leert de student dat aanvullend onderzoek bij asthenope klachten met behulp van een FD-curve soms noodzakelijk is om in te schatten of een behandeling wel of niet zinvol zal zijn. De student leert bij spleetlamp praktijk de verschillende structuren van het oog op verschillende manieren te onderzoeken, met name het hoornvlies de conjunctiva en de ooglens. Daarnaast leert de student de kamerhoek juist te beoordelen volgens de methode van Herick, om in te schatten wanneer er een contra indicatie bestaat voor pupilverwijdende oogdruppels.
De student leert bij gezichtvelden praktijk een gezichtveld uitvoeren maar ook analyseren. Daarnaast kan de student aan de hand van een casus een gezichtveld aanvragen.
2.2
Cursus inhoud
Alle praktische vaardigheden in orthoptisch onderzoek die in jaar 1 en jaar 2 blok A/B aan de orde zijn gekomen zijn de basis van het praktijk onderwijs orthoptie. Voor fundoscopie, gezichtvelden en het spleetlamp onderwijs wordt er nieuwe kennis verworven op zowel theoretisch als praktisch gebied. Tijdens de Fixatie Disparatie curve wordt er terug verwezen naar de verworven kennis over onderzoek bij asthenope klachten jaar 1. Voor alle bovengenoemde vakken betreft het zowel de theorie als de praktijk.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 63 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 75 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
260/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Binoculair Zien 3
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-3.BINO3-15 Binoculair Zien 3 en Lees en Leerstoornissen Binocular Vision 3 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Bino 3 HC
niet verplicht
1 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Bino 3 PR
verplicht
5 maal per blok
1200 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Bino 3 WC
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 97
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Portfolio bino 3
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
80
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Poster lees- en leerstoornissen
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
20
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
261/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Na afloop van het thema kan je · Vlot een BOBO en BOKS uitvoeren inclusief evaluatie en plan onderbouwen · Verschillende complexe vormen van incomitant en comitant scheelzien analyseren en deze differentiëren tussen `pluis’ en `niet pluis’ · Oorzaken en aanpak bij complexere vormen van asthenopie waaronder lees en leerstoornissen wetenschappelijk benaderen en bespreken ·
Heb je voldoende parate kennis en vaardigheden om aan je externe stage te beginnen.
2.2
Cursus inhoud
I. LEZINGENDAG Als optometrist en orthoptist kom je verschillende meningen, methodes en therapievormen tegen van optometrische/orthoptische behandelingen bij asthenopie en bij lees- en leerstoornissen. Door middel van een lezingendag wordt verteld wat er in Nederland onder lees- en leerstoornissen wordt verstaan en zullen verschillende invalshoeken worden behandeld. Ook wordt er dieper ingegaan op zeldzamere oorzaken van diplopie en ook nucleaire, supranucleaire en nystagmoide stoornissen. II. POSTER PRESENTATIE Het doel van deze opdracht is om als beginnend beroepsbeoefenaar een gefundeerde mening over een binoculair zien gerelateerde onderwerpen te kunnen vormen middels een posterpresentatie na literatuurstudie. III. PRAKTIJK Tot de competenties van de optometrist behoren het voorschrijven, afleveren en de nazorg van visuele correcties en het geven van adviezen om visuele prestaties te corrigeren of te verbeteren. Tijdens praktijkbijeenkomsten maak je complete en complexere BOBO onderzoeken waarvan er minimaal 3 voldoende beoordeeld zijn tijdens de praktijklessen. Daarnaast oefen je‘vervolg’ onderzoeken of binoculaire optometrische kinder /korte screening (BOKS) waarvan er minimaal 3 voldoende beoordeeld zijn tijdens de praktijklessen. Alle onderzoeken en beoordelingen worden in de portfolio opgenomen. BINO 3 wordt afgesloten met een interview en portfoliobespreking waarin we willen bepalen of je voldoende parate kennis hebt om op stage te gaan.
Kennisbasis: medische anatomie en fysiologie, OPTOND2, BINO1, BINO2, OPTOND reeks
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 40 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 97 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd 262/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Case Report LOEP5
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-3.CASER-13 Case Report en EBP 5 Case Report and Research in Practice 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
casereport
niet verplicht
4 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
casereport
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
casereport mediatheek
niet verplicht
1 maal per blok
90 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 122
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Case Report
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
100
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
263/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Deze opdracht valt binnen de sublijn zoeken en gebruiken van literatuurbronnen, maar bevat ook elementen van de sublijn meten en registreren. Voortbouwend op de verkregen vaardigheden uit de opdrachten in jaar 1 en 2 wordt op basis van een (klinische) vraag uit de eigen praktijk, geoefend met: - ontwerpen en uitvoeren van procedures om gegevens te verzamelen en te verwerken - het beoordelen van artikelen op hun methodologische kwaliteit en relevantie voor de praktijk - vertalen van deze informatie naar en toepassen en evalueren in de eigen praktijk. Van dit probleem oplossingsproces wordt op systematische wijze verslag gedaan in een evidence based case report. De concrete competenties uit het competentieprofiel Orthoptist en Optometrist die centraal staan bij het ontwikkelen van de beroepsproducten 5: III. De orthoptist / optometrist als beroepsontwikkelaar – a. onderzoeken De orthoptist registreert systematisch patiënt- en behandelgegevens ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek. Hij neemt deel aan wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke fundering daarvan. III. De orthoptist / optometrist als beroepsontwikkelaar – b. innoveren De orthoptist draagt bij aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep, door middel van het implementeren van kwaliteitsverbeteringen en borgen van innovatieprocessen. Tevens staat de vaardigheid presenteren centraal bij de verdediging van het case report Het uitvoeren van onderzoek vraagt een redelijke mate van zelfstandigheid (niveau 2, geoefend)
2.2
Cursus inhoud
Inhoud: · Onderzoekmethoden bij een case report · Literatuur zoeken · Oefenen met het beoordelen van een onderzoeksartikel · Formuleren van een vraagstelling nav het eigen praktijkprobleem · Wetenschappelijk samenvattend rapporteren over de gevonden literatuur. Het gevonden antwoord in de literatuur verwerken in het case report.
Kennis en vaardigheden nodig van eerste 2 ½ jaar onderwijs Orthoptie (kennis en vaardigheden van LOEP 1 t/m 4, Concomitant- en Incomitant scheelzien, (kinder) oogheelkunde, amblyopie en praktische vaardigheden )
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 18 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 122 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd
264/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2.7
URL cursussite
Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
265/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Co-management en Farmacologie
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-3.CMAN-13 Co-management, Farmacologie en Kinderoogheelkunde Co-management, Pharmacology and Pediatrics 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC Co-management 2
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
HC Farmacologie
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
HC Kinderoogheelkunde
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 106
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Co-management en Farmacologie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
266/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Aan het einde van deze cursus:
o o o o o o o o o o o o o o o
Heb je kennis over de verschillende ooglid procedures Heb je kennis en inzicht over de nieuwste onderzoeks- en behandel methoden van MGD Heb je kennnis over de nieuwste technieken van cornea procedures Heb je kennis en inzicht over het verwijderen van corpus aliena Heb je kennis en inzicht over de verschillende oogheelkundig gebruikte lasers van het voorsegment. Kun je aangeven wat de indicaties en contra indicaties van deze lasers zijn. Heb je kennis over extra testen die je kunt gebruiken bij visus verlies Heb je kennis en inzicht over de indicaties van de OCT, zowel van het voor- als achtersegment. Kun je de meest voorkomende ziektebeelden op de OCT herkennen Heb je kennis en inzicht over de verschillende oogheelkundige lasers die worden gebruikt bij het achtersegment. Kun je aangeven wat de indicaties en contra indicaties van deze lasers zijn. Kun je aangeven bij perifere netvliesveranderingen wat de meest geschikte behandeling is. Heb je kennis over de FAG. Kun je de verschillende stadia van de FAG herkennen. Heb je kennis over de indicaties en contra indicaties van de FAG.
Kennis van en inzicht in de farmacologie van de ophthalmologica en bijwerkingen van geneesmiddelen op het visuele systeem.
2.2
Cursus inhoud
Het eerste blok van dit semester stond onder meer in het teken van het leren opstellen van een differentiaal diagnose op basis van het klachtenpatroon van de patiënt. Het logische vervolg op het stellen van een (mogelijke) diagnose is het aanvullend (diepgaand/specifiek) onderzoek & behandelen ervan. Deze specifieke onderzoeks en behandelmethoden worden niet routinematig, maar alleen op indicatie uitgevoerd. Veel facetten van de opleiding komen hierbij naar voren. Onderdelen uit het eerste en tweede jaar blijven een belangrijke basis. Denk hierbij vooral aan (neuro)anatomie, fysiologie en de onderwerpen die vermeld staan in de “box of knowledge”. In voorbereiding op de interne- en externe stage is het belangrijk te weten welke aanvullende specifieke onderzoeks- & behandelmethoden er op de oogheelkundige/optometrische markt bestaan. Enerzijds kan een patient behandeld worden met systemische of topicale medicijnen (farmacologie) maar er zijn ook andere behandelmethoden beschikbaar. Deze aanvullende (diepgaande) onderzoeken & behandelmethoden komen in “specifieke onderzoeken & behandelingen” aan bod. Daarnaast komt in deze cursus aan bod: kennis van en inzicht in farmacologie van de ophthalmologica en bijwerkingen van geneesmiddelen op het visuele systeem. Het gevolgd hebben van de voor dit onderwijs relevante onderwerpen in het eerste en tweede jaar lijkt een nuttige zaak, maar is niet verplicht.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 32 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 106 Totaal (uren) 140 267/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
268/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Diagnostiek en Behandeling 1
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-3.DB1-13 Diagnostiek en Behandeling 1 Diagnosis and Treatment 1 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
DB1 algemeen
niet verplicht
9 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
DB1 NO
niet verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
DB1amblyopie
niet verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 107
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Diagnostiek en Behandeling
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 3
269/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Het doel van deze cursus is het formuleren van een diagnose ten aanzien van het monoculair en binoculaire functioneren van de ogen, en vervolgens het opstellen, uitvoeren en bijstellen van een behandelplan inclusief juiste wijze van verslaglegging. Tevens leert de student een screening uit te voeren in het kader van directe toegankelijkheid en te bepalen of er een indicatie is voor orthoptische onderzoek c.q. behandeling. Deze competenties vallen onder competentiegebied I. "De orthoptist als hulpverlener”: a. Screenen / diagnosticeren / plannen
2.2
Cursus inhoud
De cursus omvat de volgende inhoud: o Orthoptisch oefenen o Farmacologische (incl Botuline Toxine) o Optische behandeling o Strabismus chirurgie o PAT o Kleurenstoornis o Verdieping sensoriek o Onderzoek torticollis – oogstand- (S) PCT o Casuïstiek o Amblyopie algemeen o Amblyopie impact en behandeling bij oudere kinderen o Pareses en Hessschema's + elevatiebeperking
Om aan deze cursus deel te kunnen nemen is voorkennis en zijn vaardigheden nodig van Concomitant- en Incomitant scheelzien, (kinder) oogheelkunde, amblyopie en praktische vaardigheden )
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 30 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 107 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
270/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Diagnostiek en Behandeling 2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-3.DB2-13 Diagnostiek en Behandeling 2 Diagnosis and Treatment 2 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
DB 2 algemeen
niet verplicht
9 maal per blok
1080 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
DB2 amblyopie
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
DB2 NO
niet verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 110
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Diagnostiek en Behandeling 2
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
271/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Het doel van deze cursus is het formuleren van een diagnose ten aanzien van het monoculair en binoculaire functioneren van de ogen, en vervolgens het opstellen, uitvoeren en bijstellen van een behandelplan inclusief juiste wijze van verslaglegging. Tevens leert de student een screening uit te voeren in het kader van directe toegankelijkheid en te bepalen of er een indicatie is voor orthoptische onderzoek c.q. behandeling. Deze competenties vallen onder competentiegebied I. "De orthoptist als hulpverlener”: a. Screenen / diagnosticeren / plannen.
2.2 o o o o o o o o o o o o o o
Cursus inhoud Heroperaties VOV POOS Rode vlaggen Dynamische skiascopie FD curve Sensoriek Micro- Macropsie Vragen van ouders Bril problemen en voorschrift Psychische gevolgen van scheelzien Casuïstiek Beoordelen literatuur mbt onderzoek naar amblyopie Neuro opthalmologie
Om aan deze cursus deel te kunnen nemen is voorkennis en zijn vaardigheden nodig van Concomitant- en Incomitant scheelzien, (kinder) oogheelkunde, amblyopie en praktische vaardigheden )
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
272/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Interne Stage
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode
GOO-3.IS-13 Interne Stage - Kliniek Orthoptie en Praktische Vaardigheden Orthoptie Internal Internship - Orthoptic Clinic and Orthoptic Practical Skills 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.2 Cursusnaam 1.3 Cursusnaam in Engels 1.4 Aantal EC's 1.5 Studiefase/niveau 1.6 Opleiding (varianten)
Cursus toegankelijk voor Ja studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) 1.10 Voertaal Nederlands 1.7
1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
I stage klinisch redenren
niet verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
IStage (kliniek)
verplicht
8 maal per blok
2400 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
IStage (PVO)
niet verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 92
1.12 Toetsen: Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Int. Stage Prakt. Vaardigh. Orthoptie 7
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Interne Stage Kliniek
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
273/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Je weet aan het eind van deze cursus hoe je een orthoptische patiënt onderzoekt en behandeld. Je weet hoe je een orthoptisch onderzoek juist uitvoert en hoe je een diagnose en behandelplan opstelt op basis van de status van de patiënt.
2.2
Cursus inhoud
Cursusbeschrijving Mevr. Van Zanten komt op je spreekuur en geeft aan dat ze sinds drie dagen dubbel ziet. Wat zou je nu gaan doen? Als je straks als orthoptist gaat werken zullen regelmatig dit soort patiënten je spreekuur bezoeken. Om duidelijk te krijgen wat er precies aan de hand is ga je een anamnese afnemen. Deze anamnese is richtinggevend voor de keuze van je onderzoeken. De uitslag van deze onderzoeken leidt tot een diagnose en behandelplan. Vaardigheidsonderwijs, het aanleren van praktische, communicatieve en sociale vaardigheden, speelt een belangrijke rol binnen de opleiding orthoptie. Het is naast het theoretische onderwijs één van de hoofdbouwstenen van de opleiding. In de dagelijkse beroepsuitoefening ben je als orthoptist praktisch bezig. Aan de hand van het uitgevoerde onderzoek stel je een diagnose en een behandelplan op. Dit behandelplan voer je uit en controleer je op effectiviteit. Het juist uitvoeren, interpreteren en noteren van de verschillende onderzoeksmethoden is heel belangrijk. Het uitoefenen van het beroep van orthoptist valt of staat met het wel of niet goed uitvoeren en interpreteren van de verschillende onderzoeksmethoden en deze met elkaar vergelijken. Deze cursus bestaat uit 3 onderdelen, te weten de kliniek, praktische vaardigheden Orthoptie en praktische vaardigheden fundoscopie. Kliniek In het tweede jaar heb je al kennis gemaakt met de kliniek op school en nu in blok A en B van het derde jaar gaan we hiermee verder. De uitgangspunten die ten grondslag liggen aan het leren in de kliniek zijn: · De kliniek biedt de student de gelegenheid om verworven theoretische kennis en inzicht, praktische en sociale vaardigheden te oefenen om zich zodoende als beroepsbeoefenaar te scholen. · De kliniek levert een belangrijke bijdrage aan de circulatie van kennis en vaardigheden tussen studenten, de docenten en het werkveld. · Binnen het gehele traject van leren in de kliniek is de student zelfstandig en neemt de student zijn eigen verantwoordelijkheid voor de voortgang van het proces ten aanzien van zijn ervaringen, de problemen die zich hier voordoen en de reflectie hierop; · Studenten leren reflecteren op hun beroepswerkzaamheden; · Begeleiding is permanent beschikbaar voor de student om feedback en een oordeel te ontvangen op de door hem gemaakte keuzes. Praktische vaardigheden Orthoptie Tijdens de praktijkbijeenkomsten in blok 3AB legt de docent jullie een casus voor, die jullie van te voren hebben ontvangen. Aan de hand van deze casus wordt beoordeeld of je de juiste keuze kunt maken tussen de verschillende onderzoeken. Of je deze onderzoeken op de juiste wijze uitvoert en of je de uitslag van je onderzoeken juist kunt noteren, juist kun interpreteren en aan de hand hiervan een diagnose en een behandelplan kan opstellen en eventueel uitvoeren. Door middel van deze toets word je voorbereid op competentie I niveau drie.
Ingangeisen Er zijn geen ingangeisen voor deze cursus. Voor deelname worden geen specifieke competenties vereist. Wel kan in overleg met de SLB-er geadviseerd en besloten worden de kliniek of de praktijk op een later tijdstip te gaan doen. Bijvoorbeeld als je een praktijktoets uit het eerste studiejaar open hebt staan, dan kan het advies zijn om pas later met de kliniek of de praktijk te beginnen. Deze cursus kan echter niet gevolgd worden door andere studenten dan van de opleiding Orthoptie of studenten die de eerste jaars Orthoptie vakken gevolgd hebben.
274/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 48 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 92 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fg/3/GOO-3.IS-13
275/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Interne Stage - Kliniek
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-3.KLINIS-13 Interne Stage - Kliniek Optometrie Internship - Optometry Clinic 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Aanwezigheid verplicht?
Werkvorm
BCC
niet verplicht
HC BCC
niet verplicht
HC Diagnose & Plan van aanpak blok A/C
Interne stage - Kliniek Optometrie
Introductiecollege kliniek
verplicht
verplicht
verplicht
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
2 maal per blok
1 maal per blok
17 maal per blok
8 maal per week
3 maal per blok
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
240 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 3: blok 3
120 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 3: blok 3
4080 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
63360 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4
360 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren -206 (bij aanvangsblok 1), -171 (bij aanvangsblok 3).
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
276/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Diagnose & Plan van aanpak 1 theorie
Diagnose & Plan van aanpak 2 Opdracht
Interne stage / kliniek
Numeriek en/of VD, NVD
Numeriek en/of VD, NVD
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
5,5
5,5
50
4
bij aanvangsblok 1: . blok 2 . blok 5 bij aanvangsblok 3: . blok 4 . blok 5
4
bij aanvangsblok 1: . blok 2 . blok 5 bij aanvangsblok 3: . blok 4 . blok 5
4
bij aanvangsblok 1: . blok 2 . blok 5 bij aanvangsblok 3: . blok 4 . blok 5
277/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Het derde studiejaar staat in het teken van de interne stage. Tijdens deze stage staat het leren opstellen van een differentiaal diagnose op basis van het klachtenpatroon en de onderzoeksuitslagen van de patiënt centraal. Het opstellen van een differentiaal diagnose leer je het best door het bewerken van geïntegreerde casussen zoals deze in de praktijk voorkomen, maar ook door het systematisch benaderen van de reeds opgedane kennis en de toepassing op de praktijk. De nadruk bij het opstellen van een differentiaal diagnose ligt bij de anamnese. Vervolgens kun je aan de hand van de gegeven/verkregen onderzoeksresultaten beoordelen, welke van de door jouw opgestelde differentiaal diagnoses in- of uitgesloten kunnen worden. Logisch nadenken is een eerste vereiste. Denk ook goed na over hoe een patiënt klachten beschrijft en hoe deze klacht vertaald kan worden naar signalen en symptomen van mogelijke aandoeningen. Vervolgens leer, hoe je op basis van de differentiaal diagnose een onderzoek- en behandelplan kunt opstellen om tot de juiste diagnose te komen.
2.2
Cursus inhoud
Je zult alle facetten van de opleiding moeten beheersen. Onderdelen die in het eerste en tweede jaar behandeld zijn komen nu weer terug. Denk hierbij aan anatomie, fysiologie, optometrische testen zoals accommodatie amplitude, skiascopie, binoculaire refractie, exofthalmometrie, maar ook afwijkingen in het voorste en achterste oogsegment. Cycloplegische refractie, keratometrie, beoordeling van de ooglens, het netvlies of neurologische testen en de binoculaire functie zijn allemaal testen, die je nodig hebt om eventuele oorzaken van het achterblijven van de gezichtsscherpte of ooggerelateerde klachten te achterhalen. Ter voorbereiding van deze cursus moet je alle kennis die je in jaar 1 en 2 hebt opgedaan (van alle leerlijnen inclusief anatomie, fysiologie, pathologie, farmacologie, leerlijn optiek, leerlijn BINO, leerlijn CL en leerlijn klinische optometrie) goed hebben herhaald. Zonder deze voorkennis kun je de vaardigheid van het opstellen van een differentiaal diagnose en plan van aanpak niet leren. Tijdens de introductie les wordt een lijst uitgedeeld met onderwerpen (BOKS) die je na dit semester moet kunnen beheersen. Deze lijst geldt voor het behalen van de interne stage en er zal dan ook op meerdere manieren eraan worden gerefereerd. Wij adviseren voor elk onderwerp kaartjes volgens de SOEP methode, inclusief anatomische locatie en oorzaak, uit te werken.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Bij aanvangsblok 1: Contactduur (uren): 624 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): -206 Bij aanvangsblok 3: Contactduur (uren): 589 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): -171 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite 278/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
279/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Kinderoogheelkunde 1
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode
GOO-3.KOOGH1-13 Kinderoogheelkunde - Slechtziendheid en Lees- en leerstoornissen Pediatric Ophthalmology 1 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.2 Cursusnaam 1.3 Cursusnaam in Engels 1.4 Aantal EC's 1.5 Studiefase/niveau 1.6 Opleiding (varianten)
Cursus toegankelijk voor Ja studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) 1.10 Voertaal Nederlands 1.7
1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
L&L (W)
niet verplicht
3 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
SLZ
verplicht
1 maal per blok
420 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
SLZ
niet verplicht
1 maal per blok
60 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
SLZ (W)
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok 1: blok 1
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 112
1.12 Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Kinderoogheelkunde: Slechtziendheid
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
80
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 2
Lees en Leerstoornissen
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
20
2
bij aanvangsblok 1: . blok 1 . blok 3
280/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
na afloop van dit thema kinderoogheelkunde 1 Weet je de oorzaken en symptomen van cerebrale visusstoornissen (CVI), en weet je welke patiënten in de risicogroep van CVI vallen.
specifieke vragen stellen in de anamnese bij patiënten met een cerebrale visusstoornis benoemen hoe je je onderzoek moet aanpassen bij deze patiënten categorie.
Heb je zelf kunnen ervaren hoe moeilijk het is handelingen uit te voeren tijdens (gesimuleerd) slechtziendheid.
benoemen waaruit een visueel functie onderzoek bestaat aandachtspunten benoemen voor het onderzoek op verschillende leeftijden: baby’s, peuters, kleuters, schoolkinderen, kinderen (en volwassenen) met een verstandelijke beperking de resultaten van het visueel functie onderzoek interpreteren aandachtspunten formuleren bij het voorschrijven en evalueren van brillen bij slechtziende kinderen en bij meervoudig gehandicapte mensen indicaties en contra-indicaties aangeven voor amblyopiebehandeling bij slechtziende kinderen. welke praktische problemen patiënten in het dagelijkse leven kunnen verwachten als ze deze aandoening hebben. weet je de indicaties voor verwijzing naar een instelling voor visuele beperkingen en de diagnostische mogelijkheden aangeven hoe het traject en begeleiding loopt binnen een instelling voor visuele beperkingen de patiënt met de aandoening beschrijven in een ICF schema
Kun je lees en leerstoornissen wetenschappelijk benaderen en bespreken
2.2
Cursus inhoud
Slechtziendheid: Op je spreekuur verschijnt een moeder met haar kind van 5 maanden oud. Moeder geeft aan dat ze geen goed contact krijgt met haar kind. Ze vraagt zich af wat er aan de hand is. Ze maakt zich ernstig zorgen want er komt blindheid in de familie voor, maar moeder heeft ook een autistische broer. Ze wil graag weten wat er aan de hand is met haar baby. Het opnemen van de visus bij jonge kinderen is een belangrijke taak van de orthoptist. Bij jonge kinderen en baby’s is dat soms erg lastig. Bovendien kunnen er behalve slechte visus nog meer problemen voorkomen bij deze jonge kinderen. Soms is verwijzing naar een instelling voor slechtzienden noodzakelijk om de oorzaak van de klachten te achterhalen. De bovengenoemde onderdelen zullen in de lessen afwisselend aan de orde komen, waarbij gebruik wordt gemaakt van opdrachten en casuïstiek lees en leerstoornissen: Het doel van deze opdracht is om als beginnend beroepsbeoefenaar een gefundeerde mening over aan lees en leerstoornis gerelateerde onderwerpen te kunnen vormen middels een posterpresentatie na literatuurstudie.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): niet geregistreerd 281/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Zelfstudie (uren): 112 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
282/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Kinderoogheelkunde 2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-3.KOOGH2-13 Kinderoogheelkunde 2 Pediatric Ophthalmology 2 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
kinderoogheelkunde
niet verplicht
2 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
kinderoogheelkunde
verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
kinderoogheelkundige casuitiek
niet verplicht
7 maal per blok
840 minuten
bij aanvangsblok 2: blok 2
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 116
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
kinderoogheelkunde 2
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
100
2
In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 2: . blok 2 . blok 3
283/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Kennis op het gebied van kinderoogheelkunde kunnen opzoeken en toepassen
2.2
Cursus inhoud
De student moet kennis hebben van algemene oculaire anatomie en hersenen. Algemene kinderoogheelkunde, conversieblindheid, kindermishandeling, downsyndroom, hydrocephalus, congenitaal cataract, ptosis, contaclenzen bij kinderen, rhabdomyosarcoom, heamangioom, syndroom van gradeningo en orbirtatumoren.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 22 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 116 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
284/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Low Vision
Opleidingsvariant
Deeltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-3.LOWV.C-13 Low Vision theorie en praktijk Low Vision 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Low Vision HC
niet verplicht
8 maal per blok
960 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Low Vision PR
niet verplicht
8 maal per blok
1200 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 101
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Low Vision praktijk
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Low Vision theorie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
285/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Aan het eind van de cursus moet de student in staat zijn om kennis en toepassingsvragen te beantwoorden over: · wat slechtziendheid inhoudt voor de mensen die het betreft, · wat slechtziendheid is vanuit beroepsmatig perspectief, hoe het model van adviseren van hulpmiddelen in de praktijk werkt, · de wijze van adviseren van hulpmiddelen · de vergrotingsregels die aan optische hulpmiddelen vastzitten · · de problematiek van specifieke doelgroepen Aan het eind van de cursus moet de student in staat zijn om in een gesimuleerde praktijksituatie: · een anamnese kunnen afnemen die als basis de classificatie van de ICF heeft.
gezondheidtoestand, activiteiten, participatie persoonlijke factoren en externe factoren kunnen classificeren. een hulpvraag kunnen destilleren uit de anamnese een hulpmiddel kunnen adviseren · · ·
een hulpmiddel kunnen aanmeten.
·
verwijzing naar eventuele andere zorginstellingen kunnen maken
2.2
Cursus inhoud
In deze cursus leert een student dat er op verschillende manieren tegen slechtziendheid kan worden aangekeken. Daarnaast gaat de cursus over de verwerkingsprocessen die mensen ervaren wanneer hun leven door slechtziendheid verandert. Tijdens de cursus wordt duidelijk gemaakt dat er een model voor het adviseren van hulpmiddelen is met als basis de I.C.F. Er wordt ingegaan op waarde die een algemeen model heeft bij de advisering van hulpmiddelen, bij de onderlinge communicatie en bij een uniforme verslaglegging. Tijdens de cursus wordt getraind hoe een low vision onderzoek in de praktijk wordt opgebouwd. Er wordt geoefend hoe er door middel van toepassing van het model en toepassing van de vergaarde kennis over hulpmiddelen snel tot een advies kan worden gekomen. Tijdens een low vision onderzoek heeft een optometrist of orthoptist een negental klassen van hulpmiddelen tot zijn of haar beschikking. Tijdens de cursus wordt kennis gemaakt met alle klassen van hulpmiddelen. Van ieder van de klassen wordt besproken wat hun toepassingsgebied is. Daarnaast zal worden besproken hoe ook hier de vergroting kan worden bepaald zoals de klant die ervaart. In daadwerkelijk uit te voeren hulpmiddelenadviezen uit te voeren wordt geleerd hoe: een dossier wordt aangelegd, een anamnesegesprek wordt gevoerd waaruit een hulpvraag moet volgen, het (visuele) functioneren van de cliënt moet worden vastgelegd, en een hulpmiddel wordt gezocht dat de hulpvraag beantwoordt. In de cursus wordt ingegaan op de normale (visuele) ontwikkeling van kinderen in de leeftijdsgroep tot de puberteit. De ontwikkeling wordt vergeleken met de ontwikkeling van kinderen met een gezichtscherpte die lager is dan gewoonlijk wordt gevonden. Hoewel, de ontwikkeling van geen twee kinderen gelijk is, zal toch worden getracht worden om een paar gemeenschappelijke kenmerken aan te wijzen. Er zal worden ingegaan op de specifieke aandacht en benadering 286/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
die slechtziende kinderen verlangen tijdens het low vision onderzoek.
In de cursus wordt kennis gemaakt met een aantal basisprincipes uit de gerontologie. Er wordt gekeken hoe mensen in hun leven veranderen met behoud van identiteit en er wordt besproken welke dingen mensen ondernemen om hun mentale evenwicht te handhaven. Daarnaast zal worden ingegaan op verouderingsprocessen en de aard van die processen met als specifiek onderdeel de veroudering van onze ogen.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 36 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 101 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
287/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Visuele Ergonomie LOEP 5
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2
Cursuscode Cursusnaam
1.3
Cursusnaam in Engels
1.4 1.5
Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-3.VEOPR-13 Visuele Ergonomie en Optometry Report LOEP 5 Visual Ergonomics, Optometry Report and Research in Practice 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon 1.10 Voertaal 1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
1.11 Werkvormen: Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Visuele Ergonomie
niet verplicht
14 maal per blok
1680 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
WC Optometry Report blok A/C
niet verplicht
4 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
WC Optometry Report blok B/D
niet verplicht
8 maal per blok
480 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 94
1.12 Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Optometry Report
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Visuele Ergonomie
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
288/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Visuele Ergonomie In deze cursus leert de student dat alle aanpassingen die bedoeld zijn om beter waar te nemen, die worden gedaan: op het werk, in de woning, de woon omgeving, in leeswerk, op alle typen beeldschermen en telefoons of in het verkeer, op het terrein van visuele ergonomie vallen. Visuele ergonomie is daarmee een denktrant geworden. In de cursus wordt besproken en over gedebatteerd, welke visuele parameters van belang zijn om te meten door een optometrist en of de keuzes om sommige parameters weinig tot nooit te meten terecht zijn. Het meten van wat het belang van het meten van: licht, strooilicht, lichthinder, verblinding wordt besproken en over het waarom het al dan niet een taak voor een optometrist is om ze te meten wordt gedebatteerd. Omdat veel keuringen bij optometristen terecht komen wordt gesproken over het verschil in interpretatie van meetgegevens door optometristen en de instanties waaraan die gegevens worden afgestaan. Visuele Perceptie In zijn aanleg kent het visuele systeem 4 bottlenecks: de vorming van een beeld op de retina, het omzetten van een beeld in een neuraal signaal, het transport van het signaal naar de hersenen en het omzetten van de informatie in betekenisvolle waarneming. In de cursus worden alle bottlenecks besproken en wordt duidelijk waarom er voor de uiteindelijke manier waarop onze visuele waarneming werkt, niet de beste maar onder de omstandigheden meest optimale vorm is. Optometry Reports
In groepen van rond de 5 studenten wordt een kortlopend toegepast onderzoek gedaan met als doel om een kort artikel gepubliceerd te krijgen in het opleidingtijdschrift Optometry Reports. Het doel is om studenten aan te zetten om gezamenlijk tot een researchopdracht te verrichten in een tijd waarop ieder individueel niet toe in staat is. Het tweede doel is om studenten te leren dat complexe taken door reductie onderdelen.
2.2
Cursus inhoud
Aan het eind van de cursus moet de student in staat zijn om te beargumenteren: · waarom er in de optometrie praktijk een belang wordt gehecht aan parameters als: visus, contrast, gezichtsveld, kleurenzin, en donkeradaptatie. Waarom niet alle parameters altijd worden vastgelegd en of de keuzes om de één vaak en de ander zelden of nooit te meten terecht zijn. · wat het belang van het meten van: licht, strooilicht, lichthinder, verblinding is en waarom het al dan niet een taak voor een optometrist is om ze te meten. · waarom er verschil in interpretatie van dezelfde meetgegevens is door optometristen of door anderen zoals verzekeraars, uitkeringsinstanties en dergelijke. · waarom er in het visuele systeem bottlenecks aanwezig zijn in visuele perceptie en het waarom die van hun invloed op de visuele waarneming.
Aan het eind van de cursus moet de student in staat zijn om kennis en toepassingsvragen te beantwoorden over: · · · · ·
Optimale afbeelding van licht op de retina fototransductie: van licht quanta (=deeltjes) naar een neuraal signaal Divergentie en selectie in de primaire visuele cortex (V1) De perceptie van signalen, kleurenzien en beeldkwaliteit Drempelmetingen. Psychofysica: ruis en meetmethodes
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd
289/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2.5 Workload Contactduur (uren): 44 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 94 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
290/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Stage Eigen Werkplek
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-4.STAGE-13 Stage Eigen Werkplek - Verdieping en Verbreding Externship at Work 30 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
Stage eigen werkplek Ext
verplicht
10 maal per blok
4800 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 759
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Portfolio Stage eigen werkplek
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
100
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
291/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Vanaf schooljaar 2012-2013 is de profileringsruimte vervallen voor de deeltijd optometrie opleiding. Alle studenten die vanaf schooljaar 2012-2013 nog ingeschreven staan als student , zullen in plaats van een profilering van 30 e.c. te maken krijgen met een stage eigen werkplek van 30 e.c. De stage eigenwerkplek van jaar 3&4 wordt ingevuld op basis van werkervaring. Deze werkervaring mag geen overlap hebben met het major gedeelte van de opleiding en moeten aantoonbaar op HBO niveau zijn. Daarnaast dient er een urenverantwoording toegevoegd te zijn waaruit blijkt hoe 30 e.c. zijn gevuld.
2.2
Cursus inhoud
Bewijzen voor de stage eigen werkplek worden verzameld in een portfolio. Dit portfolio bestaat uit verschillende componenten. Het bevat overzichten van:
Persoonlijk e gegevens (deel 1) Overzicht werkervaring (deel 2) Overzicht gevolgde scholingen, cursussen, trainingen (deel 3) Bewijzen van verworven competenties (deel 4) met bijbehorende documenten
De beoordeling van het portfolio vindt plaats in jaar 4. Dit kan samen vallen met het eindportfolio assessment in de eindfase van de studie. De student kan echter ook op een eerder moment een verzoek indienen bij de examinator om zijn portfolio te laten beoordelen. Tijdens de intervisiebijeenkomsten op de stageterugkomdagen kan de student feedback ontvangen over zijn reeds verzamelde bewijsstukken en ontplooide activiteiten.
De ontplooide activiteiten kunnen vallen binnen 6 verschillende rubrieken:
Maatschappelijke oriëntatie Beroepsinnovatie & kwaliteitszorg Voorlichting Bestuur / managementvaardigheden Beroepsspecifieke verdieping
Begeleiden en coachen
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 80 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 759 Totaal (uren) 840 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (30) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite
292/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
293/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Oogheelkundige Stage
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-E.OOGST-13 Oogheelkundige Stage Ophthalmogy Externship 30 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Klinisch redeneren
verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Loketuur stage of SLB
verplicht
4 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Oogheelkunde stage
verplicht
40 maal per blok
19200 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Stage begeleiding en spreekuur
verplicht
2 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 505
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een In welke blokken toets wordt wordt aangeboden de toets aangeboden? in een collegejaar
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Klinisch redeneren
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Oogheelkundige stage
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
294/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De beroepsvoorbereidende stage heeft tot doel de student in de gelegenheid te stellen verworven kennis en inzicht, aangeleerde technische en sociale vaardigheden onder begeleiding te oefenen en te hanteren in de beroepspraktijk, zodat hij aan het einde van de opleiding tot optometrist of orthoptist op zelfstandige wijze beroepsmatig kan gaan functioneren. Tijdens de stage verwachten we dat de student constant naar zijn eigen handelen kijkt en wordt er gewerkt aan de hand van de competentiecyclus.
Daarnaast wordt aandacht besteedt aan klinisch redeneren .
2.2
Cursus inhoud
De Optometrie voltijd en deeltijd kent in de laatste fase van de opleiding 2 beroepsvoorbereidende stages: - De oogheelkundige stage van 30 ec: o Voltijd: duur van 20 weken, uitgaande van 4-daagse stageweken. o Deeltijd: duur van 60 weken, uitgaande van 2-daagse stageweken. - De optometrische stage van 15 ec: o Voltijd: duur van 10 of 20 weken uitgaande van 4-daagse stage weken, afhankelijk of stage gecombineerd wordt met UVO (Uitvoeren van onderzoek) o Deeltijd: duur van 20 of 40 weken, uitgaande van 2-daagse stageweken, afhankelijk of stage gecombineerd wordt met UVO (Uitvoeren van onderzoek) Tijdens de terugkomdagen laat de student zijn groei zien in het klinisch redeneren.
Voor deeltijdstudenten is korting van 20 dagen op de stage mogelijk op basis van verworven competenties.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 334 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 505 Totaal (uren) 840 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (30) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fg/3/GOO-E.OOGST-13
295/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Optometrische Stage
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-E.OPTOST-13 Optometrische Stage Optometry Externship 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Individueel loketuur stage of SLB
niet verplicht
2 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Klinisch redeneren
verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Optometrische stage
verplicht
20 maal per blok
9600 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Stage begeleiding en spreekuur
verplicht
2 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 248
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Optometrische stage
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
100
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
296/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De beroepsvoorbereidende stage heeft tot doel de student in de gelegenheid te stellen verworven kennis en inzicht, aangeleerde technische en sociale vaardigheden onder begeleiding te oefenen en te hanteren in de beroepspraktijk, zodat hij aan het einde van de opleiding tot optometrist of orthoptist op zelfstandige wijze beroepsmatig kan gaan functioneren. Tijdens de stage verwachten we dat de student constant naar zijn eigen handelen kijkt en wordt er gewerkt aan de hand van de competentiecyclus.
Daarnaast wordt aandacht besteedt aan klinisch redeneren.
2.2
Cursus inhoud
De Optometrie voltijd en deeltijd kent in de laatste fase van de opleiding 2 beroepsvoorbereidende stages: - De oogheelkundige stage van 30 ec: o Voltijd: duur van 20 weken, uitgaande van 4-daagse stageweken. o Deeltijd: duur van 60 weken, uitgaande van 2-daagse stageweken. - De optometrische stage van 15 ec: o Voltijd: duur van 10 of 20 weken uitgaande van 4-daagse stage weken, afhankelijk of stage gecombineerd wordt met UVO (Uitvoeren van onderzoek) o Deeltijd: duur van 20 of 40 weken, uitgaande van 2-daagse stageweken, afhankelijk of stage gecombineerd wordt met UVO (Uitvoeren van onderzoek) Tijdens de terugkomdagen laat de student zijn groei zien in het klinisch redeneren . Voor deeltijdstudenten is korting van 20 dagen op de stage mogelijk op basis van verworven competenties.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 172 Toetsduur (uren): 0 Zelfstudie (uren): 248 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fg/3/GOO-E.OPTOST-13
297/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Orthoptische seniorstage 1
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-E.SKR1-13 Orthoptische seniorstage 1 Orthoptic Senior Internship 1 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Klinisch Redeneren
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Stage
verplicht
40 maal per blok
19200 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
stagebegeleiding
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
spreekuur SLB/ stagebeg / stageloket
niet verplicht
6 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 86
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Senior Stage 1
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
100
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
298/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De beroepsvoorbereidende stage heeft tot doel de student in de gelegenheid te stellen verworven kennis en inzicht, aangeleerde technische en sociale vaardigheden onder begeleiding te oefenen en te hanteren in de beroepspraktijk, zodat hij aan het einde van de opleiding tot optometrist of orthoptist op zelfstandige wijze beroepsmatig kan gaan functioneren.
Tijdens de stage verwachten we dat de student constant naar zijn eigen handelen kijkt en wordt er gewerkt aan de hand van de competentiecyclus. Daarnaast wordt aandacht besteedt aan het klinisch redeneren
2.2
Cursus inhoud
De Orthoptie kent in de laatste fase van de opleiding 3 beroepsvoorbereidende stages (seniorstage) van 15 ec: - 2 x een stage van 10 weken (4 dagen per week) - 1 x een stage van 20 weken (2 dagen per week) in combinatie met UVO Tijdens de stage krijgt de student de mogelijkheid zicht verder te ontwikkelen in zijn competenties tot het vereiste niveau. Tijdens de terugkomdagen laat de student zijn groei zien in het klinisch redeneren.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 334 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 86 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fg/3/GOO-E.SKR1-13
299/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Orthoptische seniorstage 2
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-E.SKR2-13 Orthoptische seniorstage 2 Orthoptic Senior Internship 2 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Klinisch Redeneren
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
spreekuur SLB Stage begeleiding/stagelok
verplicht
6 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Stage
verplicht
40 maal per blok
19200 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
stagebegeleiding
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 86
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Senior Stage 2
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
100
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
300/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De beroepsvoorbereidende stage heeft tot doel de student in de gelegenheid te stellen verworven kennis en inzicht, aangeleerde technische en sociale vaardigheden onder begeleiding te oefenen en te hanteren in de beroepspraktijk, zodat hij aan het einde van de opleiding tot optometrist of orthoptist op zelfstandige wijze beroepsmatig kan gaan functioneren. Tijdens de stage verwachten we dat de student constant naar zijn eigen handelen kijkt en wordt er gewerkt aan de hand van de competentiecyclus. Tevens wordt aandacht besteedt aan klinisch redeneren
2.2
Cursus inhoud
De Orthoptie kent in de laatste fase van de opleiding 3 beroepsvoorbereidende stages (seniorstage) van 15 ec: - 2 x een stage van 10 weken (4 dagen per week) - 1 x een stage van 20 weken (2 dagen per week) in combinatie met UVO Tijdens de stage krijgt de student de mogelijkheid zicht verder te ontwikkelen in zijn competenties tot het vereiste niveau. Tijdens de terugkomdagen laat de student zijn groei zien in het klinisch redeneren
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 334 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 86 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fg/3/GOO-E.SKR2-13
301/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Orthoptische seniorstage 3
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-E.SKR3-13 Orthoptische seniorstage 3 Orthoptic Senior Internship 3 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?
1.9
Contactpersoon
1.10
Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
IJ van Wijnen (tel. 088-481 5784) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Klinisch redeneren
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
spreekuur SLB/Stagebeg/Loket
niet verplicht
6 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Stage
verplicht
40 maal per blok
19200 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
stgaebegeleiding
niet verplicht
2 maal per blok
240 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 86
1.12
Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Klinisch Redeneren
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
Senior stage 3
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
50
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
302/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De beroepsvoorbereidende stage heeft tot doel de student in de gelegenheid te stellen verworven kennis en inzicht, aangeleerde technische en sociale vaardigheden onder begeleiding te oefenen en te hanteren in de beroepspraktijk, zodat hij aan het einde van de opleiding tot optometrist of orthoptist op zelfstandige wijze beroepsmatig kan gaan functioneren. Tijdens de stage verwachten we dat de student constant naar zijn eigen handelen kijkt en wordt er gewerkt aan de hand van de competentiecyclus. Tevens wordt aandacht besteedt aan klinisch redeneren
2.2
Cursus inhoud
De Orthoptie kent in de laatste fase van de opleiding 3 beroepsvoorbereidende stages (seniorstage) van 15 ec: - 2 x een stage van 10 weken (4 dagen per week) - 1 x een stage van 20 weken (2 dagen per week) in combinatie met UVO Tijdens de stage krijgt de student de mogelijkheid zicht verder te ontwikkelen in zijn competenties tot het vereiste niveau. Tijdens de terugkomdagen laat de student zijn groei zien in het klinisch redeneren
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 334 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 86 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fg/3/GOO-E.SKR3-13
303/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Uitvoeren van onderzoek
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-E.UVO-13 Uitvoeren van onderzoek Final thesis 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC Informatiebijeenkomst UVO blok B/D
verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
UVO begeleiding blok A/C
verplicht
4 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
UVO begeleiding blok B/D
verplicht
2 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 399
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
UVO Referaat (LOEP 8)
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
40
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
UVO Verslag (LOEP 6, 7)
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
60
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
304/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De belangrijkste doelstelling van UVO is het versterken van de competentieontwikkeling in het opsporen van evidentie (door literatuurstudie en praktijkgericht onderzoek) voor het ontwikkelen van best practice. De student leert een kritische en onderzoekende houding aan, waardoor deze als afgestudeerde kan bijdragen aan innovatie van de beroepspraktijk. De concrete competenties uit het competentieprofiel Orthoptist en Optometrist die centraal staan bij het ontwikkelen van de beroepsproducten 6/7 en 8 zijn: III. De orthoptist / optometrist als beroepsontwikkelaar – a. onderzoeken De orthoptist registreert systematisch patiënt- en behandelgegevens ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek. Hij neemt deel aan wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke fundering daarvan. III. De orthoptist / optometrist als beroepsontwikkelaar – b. innoveren De orthoptist draagt bij aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep, door middel van het implementeren van kwaliteitsverbeteringen en borgen van innovatieprocessen. Tevens staat de vaardigheid presenteren centraal bij beroepsproduct 8. Het uitvoeren van onderzoek vraagt een grote mate van zelfstandigheid (niveau 3, startbekwaam)
2.2
Cursus inhoud
Het onderzoeksproject bestaat uit het schrijven van een onderzoeksrapport over een literatuuronderzoek, praktijkonderzoek (LOEP beroepsproduct 7) met als onderwerp een vraagstuk vanuit van de praktijk. Om tot een goed onderzoek te kunnen komen moet eerst een onderzoeksopzet worden gemaakt (LOEP beroepsproduct 6). Aansluitend vindt een mondelinge presentatie plaats door middel van een referaat (LOEP beroepsproduct 8) voor beroepsgenoten over de zelf uitgevoerde literatuurstudie of het praktijkgerichte onderzoek. De eerste 2 ½ jaar van de studie Optometrie en Orthoptie legt de basis voor het laatste traject van de studie. Voordat de student mag danwel kan beginnen met het uitvoeren van LOEP 6/7, geldt dat de voorgaande producten tot en met product 5 van de leerlijn LOEP en de eerste 2 ½ jaar van de studie Optometrie of Orthoptie gevolgd moet hebben. Het mondeling presenteren van je onderzoeksrapport over literatuuronderzoek, praktijkonderzoek of kwaliteitsproject door middel van een referaat (product 8) kan voltooid worden als het definitieve rapport is ingeleverd. Het beroepsproduct van het vak Uitvoeren van Onderzoek (UVO) kunnen studenten in LOEP 6, 7 en 8 op bovenbachelor niveau uitwerken. Boven bachelorniveau is bijvoorbeeld de opdracht dusdanig aanvullen en uitwerken met betrekking tot datacollectie, analyse en interpretatie zodat een publicabel product ontstaat. Dit kan in de vorm van publiceren in vakbladen (Visus, Tijdschrift voor Orthoptie) of het indienen van een abstract bij een (internationaal) congres. Hier kan de student, bijvoorbeeld in de vorm van een poster presentatie of voordracht, zijn kennis dissemineren.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 20 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 399 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd 305/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Uitvoeren van onderzoek
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-E.UVO.P-15 Uitvoeren van onderzoek Final thesis 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC Informatiebijeenkomst UVO blok B/D
verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
UVO begeleiding blok A/C
verplicht
4 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
UVO begeleiding blok B/D
verplicht
2 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 399
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
UVO Referaat (LOEP 8)
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
40
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
UVO Verslag (LOEP 6, 7)
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
60
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
306/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De belangrijkste doelstelling van UVO is het versterken van de competentieontwikkeling in het opsporen van evidentie (door literatuurstudie en praktijkgericht onderzoek) voor het ontwikkelen van best practice. De student leert een kritische en onderzoekende houding aan, waardoor deze als afgestudeerde kan bijdragen aan innovatie van de beroepspraktijk. De concrete competenties uit het competentieprofiel Optometrist die centraal staan bij het ontwikkelen van de beroepsproducten 6/7 en 8 zijn: III. De optometrist als beroepsontwikkelaar – a. onderzoeken De optometrist registreert systematisch patiënt- en behandelgegevens ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek. Hij neemt deel aan wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke fundering daarvan. III. De optometrist als beroepsontwikkelaar – b. innoveren De optometrist draagt bij aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep, door middel van het implementeren van kwaliteitsverbeteringen en borgen van innovatieprocessen. Tevens staat de vaardigheid presenteren centraal bij beroepsproduct 8. Het uitvoeren van onderzoek vraagt een grote mate van zelfstandigheid (niveau 3, startbekwaam)
2.2
Cursus inhoud
Het onderzoeksproject bestaat uit het schrijven van een onderzoeksrapport over een literatuuronderzoek, praktijkonderzoek (LOEP beroepsproduct 7) met als onderwerp een vraagstuk vanuit van de praktijk. Om tot een goed onderzoek te kunnen komen moet eerst een onderzoeksopzet worden gemaakt (LOEP beroepsproduct 6). Aansluitend vindt een mondelinge presentatie plaats door middel van een referaat (LOEP beroepsproduct 8) voor beroepsgenoten over de zelf uitgevoerde literatuurstudie of het praktijkgerichte onderzoek. De eerste 2 ½ jaar van de studie Optometrie en Orthoptie legt de basis voor het laatste traject van de studie. Voordat de student mag danwel kan beginnen met het uitvoeren van LOEP 6/7, geldt dat de voorgaande producten tot en met product 5 van de leerlijn LOEP en de eerste 2 ½ jaar van de studie Optometrie of Orthoptie gevolgd moet hebben. Het mondeling presenteren van je onderzoeksrapport over literatuuronderzoek, praktijkonderzoek of kwaliteitsproject door middel van een referaat (product 8) kan voltooid worden als het definitieve rapport is ingeleverd. Het beroepsproduct van het vak Uitvoeren van Onderzoek (UVO) kunnen studenten in LOEP 6, 7 en 8 op bovenbachelor niveau uitwerken. Boven bachelorniveau is bijvoorbeeld de opdracht dusdanig aanvullen en uitwerken met betrekking tot datacollectie, analyse en interpretatie zodat een publicabel product ontstaat. Dit kan in de vorm van publiceren in vakbladen (Visus, Tijdschrift voor Orthoptie) of het indienen van een abstract bij een (internationaal) congres. Hier kan de student, bijvoorbeeld in de vorm van een poster presentatie of voordracht, zijn kennis dissemineren.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 20 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 399 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd 307/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Uitvoeren van onderzoek
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-E.UVO.R-15 Uitvoeren van onderzoek Final thesis 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Ja
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
HC Informatiebijeenkomst UVO blok B/D
verplicht
1 maal per blok
120 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
UVO begeleiding blok A/C
verplicht
4 maal per blok
720 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
UVO begeleiding blok B/D
verplicht
2 maal per blok
360 minuten
bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 399
1.12
Toetsen: Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
UVO Referaat (LOEP 8)
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
40
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
UVO Verslag (LOEP 6, 7)
Numeriek en/of VD, NVD
5,5
60
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
308/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De belangrijkste doelstelling van UVO is het versterken van de competentieontwikkeling in het opsporen van evidentie (door literatuurstudie en praktijkgericht onderzoek) voor het ontwikkelen van best practice. De student leert een kritische en onderzoekende houding aan, waardoor deze als afgestudeerde kan bijdragen aan innovatie van de beroepspraktijk. De concrete competenties uit het competentieprofiel Orthoptist die centraal staan bij het ontwikkelen van de beroepsproducten 6/7 en 8 zijn: III. De orthoptist als beroepsontwikkelaar – a. onderzoeken De orthoptist registreert systematisch patiënt- en behandelgegevens ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek. Hij neemt deel aan wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke fundering daarvan. III. De orthoptist als beroepsontwikkelaar – b. innoveren De orthoptist draagt bij aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep, door middel van het implementeren van kwaliteitsverbeteringen en borgen van innovatieprocessen. Tevens staat de vaardigheid presenteren centraal bij beroepsproduct 8. Het uitvoeren van onderzoek vraagt een grote mate van zelfstandigheid (niveau 3, startbekwaam)
2.2
Cursus inhoud
Het onderzoeksproject bestaat uit het schrijven van een onderzoeksrapport over een literatuuronderzoek, praktijkonderzoek (LOEP beroepsproduct 7) met als onderwerp een vraagstuk vanuit van de praktijk. Om tot een goed onderzoek te kunnen komen moet eerst een onderzoeksopzet worden gemaakt (LOEP beroepsproduct 6). Aansluitend vindt een mondelinge presentatie plaats door middel van een referaat (LOEP beroepsproduct 8) voor beroepsgenoten over de zelf uitgevoerde literatuurstudie of het praktijkgerichte onderzoek. De eerste 2 ½ jaar van de studie Optometrie en Orthoptie legt de basis voor het laatste traject van de studie. Voordat de student mag danwel kan beginnen met het uitvoeren van LOEP 6/7, geldt dat de voorgaande producten tot en met product 5 van de leerlijn LOEP en de eerste 2 ½ jaar van de studie Optometrie of Orthoptie gevolgd moet hebben. Het mondeling presenteren van je onderzoeksrapport over literatuuronderzoek, praktijkonderzoek of kwaliteitsproject door middel van een referaat (product 8) kan voltooid worden als het definitieve rapport is ingeleverd. Het beroepsproduct van het vak Uitvoeren van Onderzoek (UVO) kunnen studenten in LOEP 6, 7 en 8 op bovenbachelor niveau uitwerken. Boven bachelorniveau is bijvoorbeeld de opdracht dusdanig aanvullen en uitwerken met betrekking tot datacollectie, analyse en interpretatie zodat een publicabel product ontstaat. Dit kan in de vorm van publiceren in vakbladen (Visus, Tijdschrift voor Orthoptie) of het indienen van een abstract bij een (internationaal) congres. Hier kan de student, bijvoorbeeld in de vorm van een poster presentatie of voordracht, zijn kennis dissemineren.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 20 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 399 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd 309/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Inleversite voor LOEP-producten
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
1.8 1.9 1.10
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Aanwezigheid verplicht?
Werkvorm
1.12
Frequentie
GOO-INL-LOEP-14 Inleversite voor LOEP-producten Upload EBP products 0 European Credits Toetsen zijn er in Voltijd Nee
M Gutter (tel. 5194) (
[email protected]) Nederlands
Totale contacttijd in minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
dummy
Minimum cijfer
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
1
100
1
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
310/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
Onder deze cursuscode worden de producten van EBP geupload.
2.2
Cursus inhoud
Onder deze cursuscode worden de producten van EBP geupload.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 0 Totaal (uren) 0 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (0) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fg/3/GOO-INL-LOEP-14
311/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Profileringsstage Oogzorg
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-PROFOG15-08 Profileringsstage Oogzorg Specialisation Eye Care 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
Opdracht Gestuurd Onderwijs
verplicht
0 maal per blok
0 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 420
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Profileringsstage
Numeriek en/of VD, NVD
1
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
100
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
312/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De student profileert zich op een specifiek gebied van oogzorg.
2.2
Cursus inhoud
kan echter wel heel divers zijn; bijvoorbeeld van blinden- en slechtziendenzorg tot het bedrijfsleven (glas, contactlenzen, brillen, meetapparatuur etc.) en van preventieve oogzorg tot het meewerken aan wetenschappelijk onderzoek.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 420 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
313/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Profileringsstage Oogzorg
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-PROFOG20-08 Profileringsstage Oogzorg Specialisation Eye Care 20 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
Opdracht Gestuurd Onderwijs
verplicht
0 maal per blok
0 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 560
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Profileringsstage
Numeriek en/of VD, NVD
1
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
100
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
314/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De student profileert zich op een specifiek gebied van oogzorg.
2.2
Cursus inhoud
kan echter wel heel divers zijn; bijvoorbeeld van blinden- en slechtziendenzorg tot het bedrijfsleven (glas, contactlenzen, brillen, meetapparatuur etc.) en van preventieve oogzorg tot het meewerken aan wetenschappelijk onderzoek.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 560 Totaal (uren) 560 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (20) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
315/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
Titel
Profileringsstage Oogzorg
Opleidingsvariant
Voltijd
Collegejaar
2015-2016
1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau
1.6
Opleiding (varianten)
GOO-PROFOG30-10 Profileringsstage Oogzorg Specialisation Eye Care 30 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd
1.8 1.9 1.10
Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal
1.11
Werkvormen:
1.7
Nee
JM Sonneveld (tel. 5864) (
[email protected]) Nederlands
Werkvorm
Aanwezigheid verplicht?
Frequentie
Totale contacttijd in minuten
Opdracht Gestuurd Onderwijs
verplicht
0 maal per blok
0 minuten
In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR
Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 840
1.12
Toetsen:
Toetsvorm
Resultaatschaal
Minimum cijfer
Profileringsstage
Numeriek en/of VD, NVD
1
Weging (afgerond op hele procenten)
Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar
In welke blokken wordt de toets aangeboden?
100
2
bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR
316/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
2 Inhoudelijke gegevens 2.1
Cursus doel
De student profileert zich op een specifiek gebied van oogzorg.
2.2
Cursus inhoud
kan echter wel heel divers zijn; bijvoorbeeld van blinden- en slechtziendenzorg tot het bedrijfsleven (glas, contactlenzen, brillen, meetapparatuur etc.) en van preventieve oogzorg tot het meewerken aan wetenschappelijk onderzoek.
2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 840 Totaal (uren) 840 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (30) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd
317/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015
318/318 © Hogeschool
Utrecht, juli 2015