Studenten ondersteunen leerlingen én leraren
Jonge tutors
helpen Dit schooljaar krijgen meer dan 1 500 Vlaamse leerlingen thuis of op school individuele studiehulp en bijles van ruim 600 studenten uit een pedagogische opleiding. Student tutoring heet het initiatief. Sinds 2006 kent het een ware boost. “We krijgen steeds meer leerlingen met leerstoornissen of motivatieproblemen in de klas”, verklaren leraren. “Die kun je onmogelijk allemaal op maat helpen.” Dankzij student tutoring lukt dat beter. Nieuw onderzoek toont de eerste resultaten.
Van onder naar boven: Didier helpt Lisa en Lisa helpt Ayhan.
Buddy, TutorBabbel, De Katrol of gewoon StudieOndersteuning aan Huis. Allemaal projecten student tutoring. Een universiteit of hogeschool stuurt studenten naar scholen en gezinnen. Daar helpen ze leerlingen die het moeilijk hebben op school: ze leren niet graag of niet goed, ze spreken onvoldoende Nederlands, ze leven in een kansarm gezin waar huiswerk maken niet evident is. De student komt uit de lerarenopleiding of uit een studierichting zoals pedagogie, psychologie of orthopedagogie. Aanvankelijk was student tutoring vrijwilligerswerk, maar nu maakt het deel uit van een stage of praktijkvak: de studenten krijgen er credits voor. Bovendien doen ze meer dan bijles geven. Ze leren hun
tutees leren, krikken hun motivatie op, doen ze positiever over zichzelf denken. “Student tutors zijn ondersteunende krachten, geen surrogaatleraren”, staat in een pas verschenen onderzoeksrapport van de Koning Boudewijnstichting. Onderzoekers van de Universiteit Gent gingen het effect van student tutoring na. Gaan leerlingen er dankzij hun privéstudent op vooruit? Worden de studenten later betere leraren of begeleiders? En welk voordeel heeft het voor een gewone leraar? Lees op de volgende bladzijden wat 400 leerlingen (tutees) en 250 studenten (tutors) erover denken.
© Isabel Corthier
Klasse voor leraren •
11
Student tutoring: leerlingen, studenten én leraren worden er beter van De studenten Ze ontwikkelen nieuwe vaardigheden
© Isabel Corthier
Via student tutoring leren studenten snel hoe ze een goede relatie opbouwen met leerlingen. Ze krijgen een beter inzicht in de leefwereld en de persoonlijkheid van kinderen/jongeren en komen er makkelijker achter hoe ze daarop kunnen inspelen. Ze leren aan ouders de juiste vragen stellen of ze vinden de invalshoeken om over school te praten. Daarnaast ontwikkelen ze heel wat tutorvaardigheden: geduld oefenen, enthousiasmeren en motiveren, kinderen en jongeren positieve feedback geven. Didactische vaardigheden, zoals gepaste leermaterialen bij elkaar zoeken en differentiëren, bouwen ze eveneens op. Ze vinden het evenwicht tussen leiding geven en begeleiden.
Leraar Didier Veeckman, student Lisa Dewulf en leerling Ayhan Fikri
behoeften van leerlingen en ze leren hoe ze hun opdrachten en werkvormen kunnen matchen met wat de leerling kan en hoe hij leert.
Maar ... het gaat niet vanzelf Ze gaan beter om met diversiteit Het meest van al groeien de studenten in hun omgang met diversiteit, vooral als ze bij leerlingen aan huis gaan: ze krijgen beter dan tijdens gewone stages een realistisch beeld van leerstoornissen en kansarmoede, ze leren inspelen op de mogelijkheden en de
12 • Klasse voor leraren
Als studenten met hun gebrek aan ervaring zonder voorbereiding voor de leeuwen worden geworpen, te zware problemen moeten oplossen en nauwelijks op hulp of feedback kunnen rekenen, dan wordt het niets. Dan schiet hun gevoel van taakbelasting de hoogte in. Ze zijn dan minder tevreden en laten sneller het hoofd hangen.
Gebrek aan voorbereiding, feedback en ondersteuning is voor de studenten de meest genoemde kinderziekte van student tutoring. Over het verloop ervan zijn ze het meest tevreden. Ten slotte moet student tutoring altijd meer zijn dan bijles. De meeste projecten draaien dan ook rond leren leren en persoonlijke coaching.
Download het volledige onderzoek ‘Student tutoring: veel kansen in één. Een effectenstudie bij student tutoringinitiatieven in het Vlaamse onderwijs’ via www.kbs-frb.be (zoekterm ‘student tutoring’).
STUDENTEN ONDERSTEUNEN LEERLINGEN ÉN LERAREN
De leerlingen HOE VERKNOEI JE STUDENT TUTORING ... Ze zijn het meest gebaat bij een totaalaanpak Gemiddeld zijn de leerlingen erg tevreden over hun tutor. Ze vinden hem of haar jong, leuk, lief en grappig maar vooral: ze appreciëren het dat de tutor hen persoonlijk begeleidt, positief benadert en aanmoedigt. Ze durven meer vragen te stellen en hebben echt het gevoel dat begeleiden hen doet bijleren. Bijles is oké, maar die persoonlijke en positieve touch primeert.
Ze blijven gemotiveerd Leerlingen blijven gemotiveerd voor school en leertaken als ze wekelijks hulp krijgen van hun tutor. De tutors zien hun leerlingen echt ‘opveren’. Leerlingen die een tutor kunnen gebruiken maar het zonder moeten stellen, raken zonder uitzondering gedemotiveerd. Vooral leerlingen in de basisschool zijn dankzij hun tutor liever met huiswerk bezig en ze hebben meer zin om te studeren.
De leraren
Ze hebben een betere studiemethode Leerlingen leren écht leren met een tutor. De student geeft het voorbeeld, de leerling pikt dat op. Ze gaan beter plannen, organiseren, orde houden. Ook voor het leren zelf is tutoring een bonus: sleutelwoorden onderstrepen, moeilijke woorden opzoeken, schematiseren, leerstof herhalen. De leerlingen doen het allemaal meer en beter.
De klassenleraar mag niet aan de zijlijn gaan staan Schoolmoeë leerlingen of leerlingen met leerproblemen hebben zelden een hoge dunk van zichzelf. Aan dat zelfbeeld verandert een tutor niets, althans volgens de cijfers. Maar de tutees ervaren dat anders. Ze voelen dat de tutor, meer dan de klassenleraar, een vertrouwenspersoon is bij wie ze makkelijker fouten durven te maken en die hen beter weet te motiveren. Toch vinden ze het belangrijk dat hun klassenleraar de tutoring van dichtbij volgt.
•
Laat de student de gewone avondstudie runnen. Met het kabaal moet hij maar leren omgaan.
•
Geef de student de leerlingen met de zwaarste leerstoornissen of motivatieproblemen in handen.
•
Zet de student met zijn leerlingen in een klaslokaal en kijk er verder niet naar om. Geef hem geen schoolboek of lesvoorbereiding.
•
Doe alles om te vermijden dat de student systematisch overlegt met de klassenleraar.
•
Laat de student op geen enkele manier weten wat zijn inspanningen opleveren.
•
Doe een paar maanden aan student tutoring en houd het daarbij. Liever niets structureels. De leerlingen zullen na een paar maanden tutoring wel gemotiveerd blijven, zeker?
•
Verplicht leerlingen om bijles te volgen bij de student, bij voorkeur met veel tegelijk.
... als hogeschool/ universiteit?
“Een spiegel voor mezelf” Welk voordeel halen leraren uit student tutoring? Katrijn Sermeus, Sint-Ludgardisschool, Merksem: “Leerlingen met taalachterstand, leerproblemen of kansarmoedeproblematiek blijven vaak in de avondstudie, maar ze worden niet begeleid. Via student tutoring wel. We screenden onze leerlingen en selecteerden hen die het meest hulp nodig hadden. Ouders reageerden positief. Na de tutoring zitten de leerlingen zelfzekerder in de klas. Maar sommigen glijden, nu het project afgelopen is, alweer weg. Veranker student tutoring dus in
... als school?
een zorgbeleid. En misschien moeten we zelf anders gaan lesgeven, dichter bij de leerlingen staan, meer differentiëren, andere werkvormen hanteren.” Didier Veeckman, basisschool De Mozaïek, Gent: “Ik volg de tutoring van dichtbij en overleg veel met de studenten. Ik besef nu dat ik soms te veel over de hoofden van de leerlingen heen lesgeef. Nu reflecteer ik meer over hoe ik taken geef, hoe ik de juiste vragen stel, en hoe ik leerlingen begeleid. Het project is een spiegel voor mezelf.”
•
Beperk student tutoring tot vrijwilligerswerk. Maak het geen onderdeel van stage of vak en geef er zeker geen credits voor.
•
Geef de student vooraf geen informatie, geen cursus of workshop, geen leidraad. Vallen en opstaan is de beste leermeester.
•
Organiseer geen enkele vorm van systematische begeleiding en feedback, niet via overleg met de klassenleraar, niet via intervisieof supervisiegesprekken.
Klasse voor leraren •
13
Eveline Nauwelaerts (21), Tim Van der Linden (24), Katrien Claes (21), Lerarenopleiding Karel de Grote Hogeschool, Antwerpen – geven wekelijks huiswerkhulp in de Sint-Ludgardisschool, Merksem
“Je bent grote broer” Eveline Nauwelaerts: “Je kent wel termen als ‘dyslexie’, maar via tutoring leer je wat het betekent zulke leerlingen extra tijd te geven of hoe belangrijk het is ze te motiveren, zeker na een slechte toets.” Tim Van der Linden: “Je gaat persoonlijker met leerlingen om dan in de klas. Ze vertellen meer over hun privéleven. Eigenlijk speel je grote broer. Je moedigt ze aan. Hun zelfbeeld gaat erop vooruit. Ze willen laten zien wat ze kunnen. Ze plannen beter.” Katrien Claes: “Een leerling bracht zijn toetsen mee. Die waren best goed, maar hij was heel faalangstig omdat zijn moeder bijzonder veeleisend is. Het is daarom essentieel je leerlingen positief te bekrachtigen. Maar je moet dit heel intensief doen, wil je echt een effect.”
Tutoraatproject, Antwerpen Walter Mertens (24), Elektromechanica (afgestudeerd) – leraar fysica en elektriciteit in het Sint-Jorisinstituut in Bazel – kreeg de smaak van het lesgeven te pakken door te tutoren
“Ik schat leerlingen nu beter in” “Het begon met een flyer: lesgevers gezocht. Tijdens mijn thesisjaar gaf ik bijlessen fysica, wiskunde en natuurkunde. Ik begeleidde de leerlingen ook sociaal. Ik brak het ijs met humor, een wondermiddel. Tussen het lesgeven door praatten we over voortstuderen, over het leven op school.” “Als je leerlingen individueel begeleidt, schat je ze beter in, leer je ze kennen. Als leraar kan ik dat minder. Alhoewel. Wie slecht scoort op een toets, schaaf ik bij tijdens de middag.” “Ik miste wel regelmatig contact en overleg met de klassenleraren. Zo moest ik soms zelf aan de leerlingen vragen wat het probleem was, welke schoolboeken ze gebruikten. Achteraf kwam ik zelden te weten of het beter ging of niet. Die feedback wil je. Niets is zo fijn als zo’n leerling die naar je toe komt en zegt: ‘Mijn toets was goed, het is de eerste keer dat ik geslaagd ben dit jaar!’”
14 • Klasse voor leraren
© Isabel Corthier
Tutor@Work, Antwerpen
STUDENTEN ONDERSTEUNEN LEERLINGEN ÉN LERAREN
TutorBabbel, Gent Lisa Dewulf (21), Pedagogische Wetenschappen, Universiteit Gent – begeleidt elke dinsdagmiddag leerlingen in basisschool De Mozaïek, Gent
“Eerst rolmodel, daarna coach” “De TutorBabbel gaat vooral over ‘leren leren’: informatie verwerken, problemen oplossen, persoonlijke leerattitudes verbeteren, je inzetten. We werken elk twee uur lang met twee of drie leerlingen in het vijfde of zesde leerjaar. Alle leerlingen van de klas worden begeleid, volgens aangepast tempo en op basis van hun beginsituatie. In het begin breng ik zelf veel aan: mindmapping, stappenplannen, werken met sleutelwoorden. Gaandeweg evolueer ik van rolmodel naar coach. Aan het eind kunnen ze veel zelfstandiger plannen en organiseren.” “Je kunt niet meteen differentiëren of leerlingen motiveren die helemaal niet willen meedoen. Het is een groeiproces. Je speelt in op de interesses van de kinderen en past je voorbereiding aan de moeilijkheden en uitdagingen tijdens de sessies aan. Na elke sessie overleg ik met de klassenleraar: hij observeert en geeft me feedback en tips.” “Ik speel gerichter op behoeften van leerlingen in. En ik zie beter waar de echte uitdagingen of problemen in onderwijs schuilen. En waar ons onderwijssysteem tekortschiet.”
De Katrol, Oostende Sören Vanhoecke (23), Orthopedagogie, Hogeschool Gent – helpt wekelijks bij huiswerk en opvoeding in kansarme gezinnen
“Elke week krijgen we feedback” “Het is meer dan huiswerkhulp. Je speelt in op wat zich in het gezin afspeelt. Als een kind graag voetbalt, ga je mee op zoek naar een club. Als een kind steelt, bespreek je met de ouders hoe ze dat het best aanpakken. Op langere termijn werken we aan een studiecultuur, een studiehouding. Dan is het hopen op een permanent effect.” “Elke dinsdagvoormiddag ga ik naar een terugkommoment, een feedbackgesprek met de ankerfiguur en de andere stagiairs. Dan wisselen we ervaringen uit en krijgen feedback.” “Vóór deze stage wou ik orthopedagoog worden voor bijvoorbeeld afgeschreven jongeren. Nu wil ik bruggenbouwer worden tussen kansarmoede en onderwijs. Die brug is er vaak niet. Veel leraren willen aandacht hebben voor kansarmoede maar zijn overbevraagd.”
Klasse voor leraren •
15