student en gezond
2010
3 5 7 13 15 17 20 23 24 27 29 32 34 35 38 42
Studentenartsen Verplichte ziekteverzekering / attesten Anticonceptie Griep en verkoudheid Aids Seksueel overdraagbare aandoeningen Alcohol (Il)legale drugs Voeding Geneesmiddelen in blok- en examenperiode Stress in blok- en examenperiode Hyperventilatie De huisapotheek Vakantie Preventie Veiligheid op kot
Studentenartsen Vanaf september 2010 verhuist de dienst naar: Sint-Pietersnieuwstraat 25, 9000 Gent T 09 264 70 20 - www.UGent.be/studentenartsen De studentenartsen zijn huisartsen die vertrouwd zijn met de studentenproblematiek. UURREGELING
MAANDAG
DINSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
AFSPRAKEN
VOORMIDDAG
AFSPRAKEN
NAMIDDAG 17 u. - 19 u.
WOENSDAG
Afspraken kunnen tijdens de kantooruren persoonlijk of telefonisch gemaakt worden aan de balie van de studenten artsen via T 09 264 70 20. Buiten de kantooruren kun je ook een arts bereiken op T 09 264 70 20.
A F S P R A K E N / V R I J E C O N S U LTAT I E
Afspraken De studentenartsen werken hoofdzakelijk op afspraak. Dat is een bewuste keuze om de wachttijden te beperken. Een afspraak is niet duurder dan een gewone consultatie en ook niet voorbehouden voor speciale onderzoeken of problemen. Ook op de dag zelf kunnen nog afspraken worden gemaakt. Tijdens de kantooruren kunnen afspraken persoonlijk aan de balie van de studentenartsen gemaakt worden of telefonisch via T 09 264 70 20. Tijdens de vrije consultaties (van maandag tot en met donderdag van 17 u. tot 19 u.) kun je ook nog een afspraak maken via T 09 264 70 20. Buiten de kantooruren kun je eveneens een arts bereiken op T 09 264 70 20. Maak dus zo veel mogelijk gebruik van de mogelijkheid om een afspraak te maken. Ben je verhinderd, wees dan zo fair te verwittigen zodat een andere student je plaats kan innemen.
Vrije consultatie Maandag-dinsdag-woensdag-donderdag: van 17 u. tot 19 u. Tijdens de vrije consultaties kunnen de wachttijden langer uitlopen. In de kerstvakantie, de paasvakantie en in de maanden juli en augustus is er geen vrije avondconsultatie.
Huisbezoeken Als je echt te ziek bent om zelf naar de studentenartsen te komen, kan je telefonisch een huisbezoek afspreken.
Grafisch ontwerp: www.blauwepeer.be, opmaak www.johnnybekaert.be Fotografie: Edelweiss
3
>> Weeknacht, weekend en feestdag ENKEL als je DRINGEND MEDISCHE HULP nodig hebt, kun je op weeknachten (maandag tot en met donderdag van 19 u. tot 8 u.), in het weekend (vrijdag 19 u. tot en met maandag 8 u.) en op feestdagen (19 u. tot 8 u.) bellen naar het centraal wachtnummer van de Stad Gent, T 09 236 50 00. Via dat nummer van de wachtpost wordt afgesproken of je zelf op consultatie komt dan wel of de dokter op huisbezoek komt.
>> Vakanties De Universiteit Gent is gesloten tussen Kerstmis en Nieuwjaar en ook tijdens de Gentse Feesten. Tijdens die sluitingsperiode zijn de studentenartsen enkel voor dringende zaken telefonisch bereikbaar via het nummer 09 264 70 20. Tijdens de (andere) vakantieperiodes en -dagen voor de studenten kan je tijdens de kantooruren persoonlijk of telefonisch een afspraak maken via T 09 264 70 20. Buiten de kantooruren kan je ook een arts bereiken via het nummer 09 264 70 20. In de kerstvakantie, paasvakantie en in de maanden juli en augustus is er geen vrije avondconsultatie. Voor ’s nachts en in het weekend blijft het nummer 09 236 50 00 van kracht.
Verplichte ziekteverzekering / attesten Wat je moet betalen voor gezondheidszorg wordt voor een deel terugbetaald door de ziekteverzekering (mutualiteit) van de persoon bij wie je ten laste bent (meestal je ouders).
Een raadpleging of huisbezoek Je betaalt de consultatie en ontvangt een 'getuigschrift voor verstrekte hulp'. Hiermee kan je naar het ziekenfonds dat dan een deel van de kosten terugbetaalt. Een raadpleging bij een huisarts (code 101076) kost bv. € 22,67. Het getuigschrift leg je voor aan het ziekenfonds die je € 16,86 of € 21,18 zal terugbetalen, afhankelijk of je al dan niet een GMD hebt (zie verder). Het bedrag dat je zelf betaalt, is het remgeld. Sommige artsen (o.a. de studentenartsen) werken tegen een lager tarief wat betekent dat ze minder remgeld vragen.
Medicamenten Medicamenten worden vaak gedeeltelijk terugbetaald. Om hiervan te genieten moet je steeds je SIS-kaart bij je hebben.
Opmerkingen ×× Soms wil een student niet dat anderen weet krijgen van een doktersraadpleging. Dat is in feite geen probleem: de dokter is gebonden aan het beroepsgeheim en je kan zelf met je SIS-kaart naar de mutualiteit gaan om de raadpleging terugbetaald te krijgen. ×× Als je niet ten laste bent van thuis (ouder dan 25 jaar, officiële zelfstandigheid) moet je je inschrijven bij een mutualiteit van je keuze (cfr. de verzuilde mutualiteiten) of bij de Hulpkas (een overheidsmutualiteit), Pres. Rooseveltlaan 91, 9000 Gent, T 09 269 54 00. Je bent dan verzekerd tegen alle risico's. De maandelijkse premie hangt af van het feit of je alleenstaande bent of gezinslast hebt.
Labonderzoeken Voor een goede diagnose kan de arts het soms nuttig achten om een labonderzoek te laten uitvoeren (bloed, urine, uitstrijkje ...). Als er een kleefbriefje bij de aanvraag wordt gevoegd, regelt het lab de betaling rechtstreeks met de mutualiteit, je hoeft dan zelf slechts het remgeld te betalen ('systeem van derde betaler'); dat bedrag kan in bepaalde gevallen oplopen tot € 10. Het is dus handig ook altijd een kleefbriefje bij je te hebben.
4
5
Attesten Als je wegens ziekte een les, practicum of examen mist, heb je dikwijls een medisch attest nodig. Je kunt dat bij je arts of bij de studentenarts krijgen. Zorg echter dat je de studentenarts altijd op de eerste dag van je ziekte consulteert of contact opneemt. Laattijdige attesten worden niet uitgeschreven.
Globaal medisch dossier (GMD) Sinds enkele jaren bestaat de mogelijkheid om een GMD (Globaal Medisch Dossier) te openen bij je huisarts. Dat kan slechts bij één huisarts van je keuze. Het voordeel is dat je bij de arts waar je een GMD hebt, verhoogde terugbetaling krijgt. Je betaalt dus minder remgeld. Je kunt je GMD jaarlijks verlengen of stopzetten. Je betaalt € 27,76 per jaar aan de arts voor het bijhouden van je dossier, maar die € 27,76 krijg je integraal terug via de ziekteverzekering of via het systeem van ‘derde betaler’. Heb je interesse om een GMD te openen, spreek je arts hierover dan aan.
Alle info over anticonceptie, hiv of soa: www.sensoa.be Veilig vrijenlijn: 078 15 15 15
Anticonceptie Iedereen weet wel dat je zwanger kan worden bij seksueel contact. Iedereen weet ook dat je dat met voorbehoedsmiddelen kan voorkomen, maar toch is de stap van kennis naar gebruik soms te groot: er zijn nog vaak ongewenste zwangerschappen. Vrij veilig (ook wat betreft seksueel overdraagbare aandoeningen) en neem beiden je verantwoordelijkheid op! De veiligheid van een anticonceptiemethode drukt men uit volgens de Pearl-index. Dat is het aantal zwangerschappen op honderd vrouwjaren bij gebruik van een bepaalde methode. Voorbeeld: men volgt 20 vrouwen die gedurende 5 jaar de pil nemen (20 x 5 = 100) en ziet 1 zwangerschap, dan is de Pearlindex 1. De Pearl-index voor de meest veilige middelen ligt voor de pil, de prikpil en het hormoonstaafje gemiddeld rond de 0.1 en voor het spiraal afhankelijk van de soort tussen 0.1 en 2; voor consequent condoomgebruik op 4. Zonder anticonceptie ligt de Pearl-index rond de 80. Voor andere middelen van anticonceptie liggen de cijfers tussen de 10 en de 40.
Periodieke onthouding Ook al biedt de methode zeer weinig veiligheid, toch wat uitleg. In dit geval onthoudt men zich periodiek van seksueel contact nl. in de periode dat de vrouw vruchtbaar is, d.i. rond de eisprong. En hier knelt het 'schoentje': slechts als je zeer regelmatig bent, kan je het moment van de eisprong enigszins berekenen. Een cyclus duurt van het begin van de regels tot het begin van de volgende regels. De eisprong treedt op 14 dagen voor het begin van de volgende regels. Bovendien moet je er rekening mee houden dat de zaadcellen en de eicel resp. 72 uur en 24 uur blijven leven. Maar zelfs al ben je regelmatig toch kan de eisprong altijd vroeger of later optreden, zodat periodieke onthouding volstrekt onveilig is. Je kan zelfs 'tijdens' de regels zwanger worden. 1
10
14
17
28
Coïtus interruptus 'Terugtrekken' is volstrekt onveilig, er kunnen altijd al zaadjes in het voorvocht zitten.
Condoom Naast anticonceptieve werking heeft het condoom zijn nut bewezen ter bescherming tegen aids en andere seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s). In deze 'onzekere' tijden is een condoom noodzakelijk (zelfs al gebruik je de pil of heb je een spiraal) bij elk seksueel contact met een persoon waarvan je de seksuele antecedenten niet volledig kent. 6
Aidsinfo: pagina 14
7
Een correct gebruik van het condoom betekent: ×× dat je het elke keer gebruikt en niet alleen in de vruchtbare periode ×× dat je het van het begin tot het einde van de gemeenschap gebruikt ×× dat de man zich moet terugtrekken voor het slap worden van de penis, terwijl hij met de vingers de basis van het condoom tegen de penis aandrukt ×× dat je na gebruik het condoom controleert (vol laten lopen met water of opblazen); ontdek je toch een gaatje dan is de morning-afterpil aan te raden ×× dat je een condoom slechts één maal gebruikt.
Het cervixkapje en het pessarium Het cervixkapje en het pessarium zijn twee mechanische anti conceptiva die je zelf telkens in de vagina plaatst als 'barrière'. Het gebruik moet aangeleerd worden en wordt vaak als nogal omslachtig ervaren.
Het spiraal De veiligste methoden van anticonceptie zijn de pil (en andere hormonale middelen) en het spiraal.
Er zijn verschillende soorten spiraaltjes: plastieken, met koper en op basis van hormonen. Het gewone spiraal is minder veilig dan de pil, maar toch zeer veilig. Het voordeel is dat het voor 3 tot 6 jaar in de baarmoeder kan zitten en je het niet kan 'vergeten'. De eisprong en de eigen hormoonproductie gaan gewoon door, maar de innesteling van het bevruchte eitje wordt door het spiraal belet. Het is niet zo dat enkel bij vrouwen die al een kind kregen een spiraaltje kan geplaatst worden. Nadelen zijn dat het plaatsen pijnlijk kan zijn en dat de maand stonden pijnlijker, overvloediger en langduriger kunnen worden. Je kan het spiraaltje verliezen, vooral in het begin, kort na de plaatsing dus. Bij 5 op de 6 vrouwen wordt het spiraal echter goed verdragen. Bij vrouwen met een spiraal is het risico groter dat een vaginale infectie zal 'opstijgen' naar de baarmoeder en eileiders (dat geldt niet voor banale gistinfecties). Zo'n opstijgende infectie houdt een risico op onvruchtbaarheid in. Wij raden daarom een spiraal sterk af bij vrouwen met wisselende partners. Het hormonenspiraal is even veilig als de pil. Het is wel veel duurder en geeft ook minder tot geen bloedverlies tijdens de maandstonden.
Het hormoonstaafje Pas sinds 2000 op de markt. Het gaat om een 3 cm lang plastiek staafje met hormonen. Het wordt onderhuids in de bovenarm ingeplant. Het kan 3 jaar blijven zitten en zou even veilig zijn als de pil. Bij de studentenartsen wordt eerst gestart met een proef therapie in pilvorm om na te gaan hoe je reageert. Net als bij de prikpil kan er immers ook hier onregelmatig bloedverlies optreden.
8
Het hormonenringetje Pas sinds 2002 op de markt. Een plastieken ring van ± 5 cm doorsnede, geïmpregneerd met hormonen, plaats je in de vagina. Je laat de ring drie weken ter plaatse; dan verwijder je hem. Je wacht 1 week waarin je je maandstonden krijgt. Dan plaats je weer een nieuwe ring. De werking is gelijkaardig aan de pil, enkel de toedieningsvorm verschilt.
De hormoonplakkers Sinds 2003 zijn er ook hormoonplakkers verkrijgbaar. Het werkingsmechanisme is gelijk aan dat van de pil, alleen de toedieningsweg is via de huid. Je plakt gedurende drie weken elke week een plakker ergens op je huid, dan volgt één week zonder plakker waarin je je maandstonden krijgt.
De prikpil De prikpil is veel minder bestudeerd dan de pil. Je krijgt drie maandelijks een spuitje, de hormonen komen langzaam vrij in het lichaam. De prikpil is even veilig als de pil. Nadelen zijn dat je onregelmatig bloedverlies kan hebben, je kan verdikken of je libido kan dalen. Meestal heb je na een half jaar helemaal geen menstruaties meer en hoewel de prikpil geen invloed heeft op de vruchtbaarheid, kan het soms langer duren eer je zwanger wordt.
De pil De pil is bijna 100 % veilig, tenminste als je ze goed inneemt. Je start de allereerste pil op de eerste dag van de maandstonden. Vanaf die dag ben je veilig (de eisprong wordt onderdrukt). Je neemt elke dag een pil op ongeveer hetzelfde uur gedurende 21 dagen. Vervolgens neem je 7 dagen geen pil (pilvrije periode). In die 7 dagen krijg je je regels die meestal minder pijnlijk en minder overvloedig zijn. Je bent ook veilig in de pilvrije periode. De veiligheid kan in het gedrang komen als je er één vergeet. Er mag maximaal 36 uur tussen twee pillen zijn (je hebt dus een veiligheidsmarge van 12 uur). Bv. je neemt elke dag je pil om 22 u. Als je ze vergeet, heb je tijd tot de volgende morgen 10 u. Ben je te laat, contacteer dan een arts die je zal uitleggen of je wel of niet veilig bent. Ook geneesmiddelen kunnen de veiligheid van de pil verminderen. Het gaat hier om bv. sommige antibiotica, kalmeermiddelen, barbituraten (zitten soms in banale pijnstillers). Informeer je hierover bij de voorschrijvende arts. Braken en diarree (dus wel de echte waterige buikloop, niet de 'zenuw' diarree) verstoren de opname van de pil. Neem een nieuwe pil in als je binnen de 4 uur na inname braakt. Bij diarree verlies je meestal wel zoveel 'pil' dat je best doet alsof je er één vergeten bent. De eerste maanden dat je de pil neemt, kan je wat aanpassings moeilijkheden hebben zoals wat hoofdpijn, borstspanning, onpasselijkheid, braken of wat bloedverlies buiten de pilvrije 9
periode (= 'tussentijds bloedverlies'). Die klachten zijn meestal voorbijgaand; heb je blijvende klachten of zijn de klachten ernstiger, dan moet je je arts raadplegen. Soms kan overschakelen naar een andere pil een oplossing bieden. Men start tegenwoordig steeds met een lichte pil of 'sub-50 pil': die bevat minder oestro geen dan de gewone '50'pil. Die pillen zijn vooral op lange termijn 'gezonder' voor je hart en bloedvaten.
Sinds 1 mei 2004 zijn hormo nale anticonceptiva en het spiraal goedkoper voor meisjes tot en met 20 jaar. De korting wordt automatisch via je SISkaart verrekend en bedraagt ongeveer € 3 per maand. Sommige pillen kan je daardoor nu gratis krijgen, als je aan de leeftijdsvoorwaarden voldoet. Ook voor de morning-afterpil is er tussenkomst (onder de 21 jaar): met voorschrift wordt het gratis, zonder voorschrift krijg je een attest voor terugbetaling door de mutualiteit.
10
Als je met de pil start, zal de arts ook verschillende risicofactoren met je bespreken. Als er in de familie trombose voorkomt, moet nagekeken worden of je de pil wel veilig kunt nemen. Er wordt ook navraag gedaan naar het voorkomen van hoge bloeddruk en suikerziekte, medicatiegebruik en hart- en vaatlijden in de familie. De combinatie van ROKEN en de pil is af te raden, vermits dat het risico op trombose doet stijgen. Ook migraine en aderspat kunnen onder invloed van de pil verergeren. Tot nu toe heeft geen enkele studie kunnen aantonen dat de pil kanker kan veroorzaken. Ook is er geen invloed op de vruchtbaarheid noch een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen. Het beleid qua jaarlijks gynaecologisch onderzoek is sinds kort veranderd. Als je klachten hebt, of je denkt kans te hebben op een soa laat je je natuurlijk onderzoeken. Ook is het vanaf 5 jaar seksueel contact aan te raden regelmatig een uitstrijkje voor de opsporing van baarmoederhalskanker te laten doen. Wil je je toch eerder al eens gynaecologisch laten onderzoeken dan kan dat, maar het hoeft niet. Over het zelf uitvoeren van borstonderzoek kan de arts je inlichten, hierna al een woordje uitleg.
11
Vroegtijdig onderzoek van de baarmoederhals en de borsten >> Onderzoek van de baarmoederhals of cervix Reeds jaren (tot zelfs 10 jaar) voordat er zich klachten kunnen voordoen van een cervixkanker zijn er al kwaadaardige cellen aanwezig. Die cellen kunnen opgespoord worden door een uit strijkje van de baarmoederhals te maken. Het uitstrijkje wordt best uitgevoerd vanaf 5 jaar na het begin van de seksuele activiteit en daarna om de 3 jaar. Meerpartnerschap verhoogt naast het risico op infecties, ook het risico op cervixkanker. Recent is er ook een vaccin op de markt gekomen dat je (deels) beschermt tegen cervixkanker en genitale wratten. Momenteel is er hieromtrent nog geen eensluidend advies geformuleerd.
>> Borstonderzoek
Griep en verkoudheid Het menselijk lichaam heeft een afdoend afweersysteem. Elk micro-organisme (= microbe) wordt eruit geweerd. Soms slagen de microben er toch in het lichaam te besmetten (infectie). Het lichaam reageert prompt met een aantal verdedigingsmechanismen: de ontstekingsreactie. De luchtwegen – dat is vanaf mond en neus over de keel en de stembanden tot in de luchtpijp en al haar vertakkingen (bronchi) – hebben voortdurend te kampen met binnendringende microben, vooral virussen. Meestal worden die minuscule micro-organismen (1 virus meet 1 duizendste van een millimeter) meteen geëlimi neerd en wel zo efficiënt dat de luchtweg vanaf de stembanden perfect steriel is. Wanneer de weerstand plaatselijk verminderd is (bv. bij koude of sigarettenlucht) of bij algemeen gedaalde weerstand (vermoeid heid) zal het virus – zeker als het zeer aanvalskrachtig of virulent is – er toch in slagen de cellen van de luchtweg te besmetten. De gevolgen zijn lokale en/of algemene symptomen.
Een vrouw heeft 1 kans op 10 om tijdens haar leven met borst kanker te worden geconfronteerd. De bedoeling van het vroegtijdig onderzoek is het opsporen van borstkanker in een vroeg en nog geneesbaar stadium. Tegenwoordig wordt aangeraden vanaf het 50ste levensjaar een echo- en mammografie van de borsten te laten uitvoeren. Het maandelijks zelf uitvoeren van een borstonderzoek is een beetje verlaten. Als je toch iets 'verdachts' voelt, blijft het echter belangrijk dat verder te laten onderzoeken. Wij willen opmerken dat zeker op studentenleeftijd de meeste knobbeltjes goedaardig zijn.
De morning-afterpil (M.A.P.) Als je onbeschermd toch seksueel contact hebt gehad, kan je binnen de 72 uur na het contact nog een morning-afterpil nemen. Die bestaat uit 2 hormoonpillen van een bepaald type die je tegelijk of met 12 à 24 uur tussentijd moet nemen.
12
Lokaal ×× Verstopte neus, neusloop, niezen, volheidsgevoel in je hoofd, beter bekend als verkoudheid ×× Keelpijn, schorre of hese stem door ontstekingsreactie in de keel en ter hoogte van de stembanden ×× Prikkelhoest, vermeerderde slijmproductie door luchtpijp ontsteking (tracheïtis) ×× Kortademigheid, gele of groene fluimen, zware hoest (bronchitis; komt nog al eens voor bij flinke rokers of bij mensen met astma)
13
Algemeen Koorts, moeheid, spier- en gewrichtspijn, 'mottig' voelen … zijn griepale symptomen. Tal van virussen kunnen de luchtwegen besmetten en dus ook een griepbeeld geven. Wordt dat beeld veroorzaakt door het influenzavirus dan noemt men het de 'echte griep' waartegen een vaccinatie bestaat. Wij raden dat de studenten echter af omdat de bescherming van de vaccinatie minder lang duurt dan de immuniteit nadat je de ziekte hebt doorgemaakt. Jonge mensen kunnen dus beter de ziekte doormaken. Dat geldt niet voor astmalijders of chronisch zieken.
Behandeling
Aids Het acquired immuno deficiency syndrome (aids) is een ziekte die pas sinds enkele jaren bekend is (waarschijnlijk ontstaan in de jaren '70 door overdracht van de aap op de mens). De ziekte heeft al duizenden slachtoffers over de hele wereld geëist. Hoewel men de ziekteverwekker (het hiv-virus) al ontdekt heeft, is er nog geen afdoende behandeling of vaccinatie gevonden.
Hoe kan je door het aidsvirus besmet worden?
Virale infecties genezen vanzelf, ze zijn zelflimiterend. Gelukkig maar, want er is geen kruid tegen gewassen. Antibiotica bv. helpen enkel tegen bacteriën. Onze adviezen: rust, binnen blijven en totaal rookverbod. Vermijd ook rokerige lokalen en vraag je bezoek om niet te roken. De lastige symptomen kan je verminderen met eenvoudige huis middelen. Bv. zout water in de neus druppelen (1 koffielepel zout per halve liter water), waterdamp inhaleren, citroenthee of andere hete dranken drinken, de lucht van je kamer niet te droog laten worden. Spring zuinig om met medicatie. Combineer niet te veel.
×× Via seksueel contact met een besmet persoon ×× Door het gebruik van besmette injectienaalden (drug gebruikers) ×× Door het ontvangen van bloed, sperma of organen van een besmette donor (in België worden alle donoren gescreend) ×× Via de besmette zwangere moeder op het kind.
>> Enkele tips:
Wat is seropositief?
×× Neusdruppels of spray, liefst zonder antibiotica of cortisone en gedurende max. 7 dagen ×× Koorts- en pijnstillende middelen, paracetamol is hier de beste keuze.
Seropositief betekent dat je ooit in contact bent gekomen met het virus. Je hebt dan kans om binnen korte of langere termijn aids te ontwikkelen. Je kan je dus – seropositief zijnde – nog volledig gezond voelen. Het betekent ook dat je het virus kan overdragen bij seksueel contact en zo je partner(s) besmetten.
Mocht je je zorgen maken of blijven de symptomen te lang duren, dan neem je best contact op met een arts.
Ben je besmet met het aidsvirus, dan kan je dat 3 maand na het risicogedrag zien in je bloed (aidstest). Worden er 'antistoffen' in het bloed aangetoond, dan spreekt men van 'seropositief'.
Wat is aids? Het aidsvirus tast het immuunsysteem aan. Je lichaam kan zich niet meer verdedigen tegen anders banale infecties. De eerste symptomen kunnen zijn: vermoeidheid, koorts en nachtelijk zweten. Komen hier lymfeklierzwellingen in hals en oksel bij dan spreekt men van het ARC (aids related complex), wat zich dan tot echte aids kan ontwikkelen met levensbedreigende infecties, hevige diarree en kanker (het zgn. Kaposi Syndroom). Met de nieuwe cocktails die aan seropositieven worden gegeven is de ziekteontwikkeling vertraagd ten opzichte van vroeger. Let wel dat de beginsymptomen ook optreden bij vele andere (banale) aandoeningen.
14
15
Hoe kan je je tegen aids beschermen? Vrij alleen zonder condoom als je de seksuele antecedenten van je partner kent en echt kent ... Maar wanneer is dat? Je beschermt je beter telkens opnieuw, dan ook maar één keer het risico te lopen met het aidsvirus besmet te worden. Bescherming tegen aids is meer een kwestie van mentaliteitsverandering dan van kennis. Velen beseffen wel dat er een aidsgevaar bestaat, maar handelen er niet naar. "Het zal hen wel niet overkomen." Een test achteraf is geen preventie! Neem je verantwoordelijkheid op en vrij veilig!
Alleen het gebruik van een condoom is echt veilig Ook als je achtereenvolgens verschillende vaste partners hebt, spreekt men van meerpartnerschap (promiscuïteit), dus niet enkel bij meerdere partners in eenzelfde periode. Bij vaginaal contact: een condoom, juist gebruikt, maakt de kans op besmetting heel klein. Bij anaal contact: gebruik een speciaal versterkt condoom en een speciaal glijmiddel op 'water'basis. Bij oraal geslachtsverkeer: laat geen sperma in de mond komen en heb deze vorm van contact niet tijdens de menstruatie. Voor meer informatie: www.sensoa.be Veilig vrijenlijn: 078 15 15 15
Het virus wordt niet overgedragen door gewoon dagelijks contact. Dus niet door iemand aan te raken, van iemands glas te drinken, niet door kussen, niet door niezen of hoesten, niet door muggen, niet door tranen of zweet en niet door te gaan zwemmen in een zwembad.
Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) Tegenwoordig spreekt men over seksueel overdraagbare aan doeningen in plaats van over geslachtsziekten. Je kan soa’s in twee groepen onderverdelen:
Echte soa’s Ze worden vooral door seksueel contact overgedragen. Je kan ze dus niet krijgen door een vuile wc of handdoek, maar enkel door contact met een besmet persoon. Mensen met meer partners lopen dus een groter risico. Ook als je achtereenvolgens verschillende vaste partners hebt, spreekt men van meerpartnerschap (promiscuïteit), dus niet enkel bij meerdere partners in eenzelfde periode. Als je nog nooit seksueel contact hebt gehad of als koppel enkel met elkaar hebt gevrijd, kun je geen primaire soa krijgen. Het gaat hier over volgende aandoeningen: chlamydia, gonorrhoe, syfilis, herpes genitalis, aids, hepatitis B, trichomonas, condylomen, schaamluis ... Die soa’s moeten altijd behandeld worden zowel bij jou als bij je partner(s).
Infecties die soms ook door seksueel contact worden doorgegeven Door verandering in het vaginaal milieu (vochtigheidsgraad, zuurtegraad, temperatuur) kan het een gunstigere voedingsbodem vormen voor bepaalde microben. Het gaat hier bv. om gistinfecties (wat men soms ook 'schimmel' noemt) of een infectie door gardnerella. Het betreft hier kiemen die normaal in de flora aanwezig (kunnen) zijn, maar ze kunnen wel bij seksueel contact worden doorgegeven. Ze zijn onschuldig en moeten enkel behandeld worden als je er last van hebt.
Aidsinfo: pagina 14
Bij welke symptomen raadpleeg je best een arts? ×× Elke man met pijn bij het plassen of met afscheiding moet zich laten onderzoeken. Een man met zulke klachten heeft een soa, tot bewijs van het tegendeel. ×× Wit- of geelverlies bij een vrouw kan normaal zijn, maar kan ook het gevolg zijn van een primaire soa. Raadpleeg dus een dokter: – als het verlies opvallend geel is – als het de laatste tijd meer is dan vroeger 16
17
– als het gepaard gaat met pijn bij het plassen – als het gepaard gaat met lage buikpijn ×× Jeuk en pijn ter hoogte van schaamlippen, vagina of eikel worden meestal veroorzaakt door een gistinfectie, maar ook een primaire soa als herpes of trichomonas kan hiervan de oorzaak zijn. ×× Een genitale zweer kan een gewone puist zijn, maar het kan ook om herpes (pijnlijke blaasjes), syfilis (pijnloos, hard en zeldzaam) of genitale wratjes 'condylomen' gaan.
Soa-preventie ×× Een condoom beschermt tegen de meeste soa’s (niet tegen schurft of schaamluis). ×× Mensen met meerdere partners laten zich best (ook zonder klachten) jaarlijks onderzoeken. Een infectie is immers vaak asymptomatisch d.w.z. dat je er niets van merkt. ×× Breng je (vroegere) partner(s) op de hoogte als je weet dat je een soa hebt. Onbehandelde soa’s kunnen bv. in het geval van gonorrhoe of chlamydia tot onvruchtbaarheid leiden.
18
Voor meer informatie: www.sensoa.be Veilig vrijenlijn: 078 15 15 15
19
Alcohol Men drinkt alcohol om allerlei redenen. Om er bij te horen, om de tong los te maken, voor de 'ambiance', om problemen te vergeten, ongenoegens af te reageren of omdat men zich ellendig voelt ... Het effect van alcohol is individueel verschillend. Sommige mensen worden echt leuk, anderen agressief. Het effect wordt sterk gekleurd door de verwachtingen: de ene keer geldt een borrel als slaapmutsje, de andere keer als opkikkertje ... Hoewel alcohol een wezenlijk deel uitmaakt van onze eet- en leefgewoonten, kan overdreven alcoholgebruik een ware gesel zijn voor de gezondheid en voor het sociale leven.
Over het alcoholgehalte (de alcoholemie) Hoe snel kan het lichaam alcohol afbreken? Ongeveer een glas per uur. Het is echter ook afhankelijk van het lichaamsgewicht. Als men meer alcohol opneemt dan het lichaam kan verwerken, dan blijft het 'teveel' in de bloedsomloop. Dat noemt men het bloedalcoholgehalte. Je kan je best voorstellen dat bij het drinken van eenzelfde hoe veelheid alcohol het bloedalcoholgehalte in een klein lichaam groter zal zijn dan in een groter lichaam. Je kan je lichaam echter niet 'oefenen in het sneller afbreken van alcohol'. Ook bij geroutineerde drinkers verdwijnt de alcohol niet sneller uit het bloed dan bij gelegenheidsdrinkers. Is er voedsel aanwezig in de maag dan moet, naast de alcohol, ook dat voedsel verwerkt worden. De maag geraakt dus trager leeg en de alcohol komt vertraagd in het bloed. Dat heeft een lager alcoholgehalte of promillage (= zoveel gram alcohol per liter bloed) tot gevolg. Het is dus waar dat drinken op een volle maag te verkiezen valt boven drinken op een lege maag. En wat is er waar van de bewering dat een aperitiefje de eetlust opwekt? Een eerste glaasje stimuleert de zuurafscheiding van de maagwand en de doorbloeding van de maag. Hierdoor ontstaat een hongergevoel en wordt de eetlust opgewekt. Bij te lang aperitieven kan de maag echter 'dichtslaan' en de eetlust bederven. Slechts een klein gedeelte van de alcohol wordt uitgescheiden via de urine, de transpiratie en de adem. Zoals al eerder gezegd, moet de stof verbrand worden. Is de alcohol uit het bloed dan is de drinker weer nuchter. De folklore levert een lange lijst tips om zo snel mogelijk te ontnuchteren: koffie drinken, een frisse neus halen ... Jammer, maar de alcohol verdwijnt er niet sneller mee uit je bloed. Wel kan je het gevoel hebben minder dronken te zijn, maar de intoxicatietoestand blijft dezelfde en dus ook het resultaat van de ademtest en de bloedprik. De wet schrijft voor dat je niet mag autorijden met een alcohol gehalte boven de beruchte 0,5 promille. Dat wil zeggen dat men in 20
één liter bloed 0,5 gram alcohol aantreft. Ter illustratie: een persoon van 70 kg bereikt 0,5 promille na 2 pintjes of na 2 glaasjes wijn. In wat volgt vind je een overzicht van de alcoholpromillages en hun effecten:
×× 0,2 promille ×× 0,4 promille ×× 0,6 promille ×× 0,8 promille ×× 1 promille ×× 1,2 promille ×× 1,5 promille ×× 3 promille ×× 4 promille ×× 4,5 promille
Matige en zeer matige drinkers beginnen iets van de effecten te merken. Het is bij benadering het promillage dat wordt bereikt na één drankje. De meeste mensen beginnen zich ontspannen te voelen. Het beoordelingsvermogen wordt minder. Mensen zijn minder in staat om redelijke beslissingen te nemen over hun mogelijkheden (bv. in verband met autorijden). Er is een duidelijke vermindering van de spiercoördinatie en rijvaardigheid. Er is duidelijke verslechtering van de reactietijd en zelfbeheersing. De meeste mensen gaan braken, tenzij dit niveau langzaam bereikt wordt. Evenwicht en motoriek worden verstoord. Dit promillage betekent dat het equivalent van een halve liter jenever door de bloedsomloop stroomt. Veel mensen verliezen het bewustzijn. De meeste mensen verliezen het bewustzijn. Sommigen gaan dood. De ademhaling houdt op. De dood treedt in.
Fysieke gevolgen De lever krijgt de taak de alcoholmolecule onschadelijk te maken (desintoxicatie). Bij langdurig en overvloedig alcoholgebruik wordt de lever echter gaandeweg zelf aangetast en gaan de levercellen eerst vervetten ('steatose'). De lever functioneert dan minder goed, maar dat proces is nog omkeerbaar. Gaat het misbruik echter verder, dan veranderen de levercellen in harde bindweefselcellen ('cirrose') die onherstelbaar beschadigd zijn. Levercirrose leidt tot de dood. Minder dramatische gevolgen: ×× De welbekende kater: hoofdpijn, onpasselijkheid en braken, sufheid. ×× Alcoholinname betekent inname van flink wat calorieën. De meeste drinkers zijn dan ook geen toonbeeld van de slanke lijn. Zware drinkers halen uiteindelijk hun calorieën uit alcohol: bij gebrek aan een gevarieerde gezonde voeding gaan zij bepaalde vitaminetekorten ontwikkelen met allerlei typische ziektebeelden tot gevolg. ×× Alcohol kan een prikkelende werking hebben op de slijmvliezen met o.a. maagontsteking tot gevolg. Alcohol en medicijnen kunnen elkaars effect beïnvloeden als je ze gelijktijdig gebruikt. Het geneesmiddel kan sterker werken of juist 21
zwakker. Soms wordt de werking helemaal tenietgedaan, andere keren werkt het te kort of te lang. Lees altijd aandachtig de bijsluiter of vraag advies aan je dokter ... en hou je eraan!
(Il)legale drugs
Geestelijke gevolgen
Door het recente politieke debat rond de liberalisering van cannabis, wordt de indruk gewekt dat de werking van softdrugs geen enkele nadelige invloed zou hebben op onze gezondheid. Toch kunnen we niet om de vaststelling heen dat ze ingrijpen op het centraal zenuwstelsel met bewustzijnsveranderingen, concentratie- en coördinatiestoornissen als gevolg. Men vermoedt ook dat door het gebruik van drugs bv. schizofrenie eerder tot uiting kan komen.
Het is zeker niet de bedoeling hier een pleidooi voor geheelonthouding (abstinentie) te houden. Geen kwaad woord over de juiste hoeveelheid in de gepaste situatie. Te veel drinken kan echter tot verslaving leiden. Iemand die verslaafd is aan alcohol of lijdt aan het alcoholafhankelijkheidssyndroom (alcoholisme) vertoont volgende kenmerken: ×× Het optreden van onthoudingsverschijnselen na het stoppen met drinken, bv. gevoels- en stemmingsstoornissen, angst, somberheid, misselijkheid, braken, beven, nachtelijk zweten ...; ×× Bovengenoemde symptomen verminderen na alcoholgebruik; men voelt zich dan a.h.w. beter; ×× Sterke drang of zucht tot drinken die vaak gepaard gaat met controleverlies (niet kunnen stoppen na één glas); ×× Regelmatig drinken leidt tot de ontwikkeling van tolerantie: er is steeds meer alcohol nodig voor hetzelfde effect. Je kan steeds meer drinken zonder een dronken gedrag te vertonen. Let wel: dat staat totaal los van het bloedalcoholgehalte of de intoxicatiegraad die niet voor oefening vatbaar is (zie hoger); ×× Men is heel veel bezig over en met alcohol (zowel in gedachten als daadwerkelijk), waardoor andere levens aspecten (werk, studie, relaties) veronachtzaamd worden.
Verstandig alcoholgebruik Tot slot nog enkele doe-het-zelftips om gezond met alcohol om te gaan: ×× Drink geen alcohol om je dorst te lessen; ×× Drink bij voorkeur uit het gepaste glas (de gepaste hoeveelheid); ×× Maak 'kunnen drinken' nooit tot een bewijs van 'mannelijkheid' of een teken van 'volwassenheid', respecteer het feit dat iemand geen alcohol drinkt; ×× Maak er een gewoonte van geen alcohol tijdens de studieuren te drinken; ×× Geef je bezoek steeds de keuze uit zowel niet-alcoholische als alcoholische dranken en besteed evenveel aandacht aan de presentatie van bv. een glas spuitwater als van een glas cognac;
Ga je naar een feestje en wil je onbezorgd kunnen drinken, spreek dan op voorhand af wie er zal rijden, blijf logeren of deel met een paar vrienden een taxi ...; ×× Vermijd gemengd gebruik van alcohol en medicatie; ×× Gebruik nooit alcohol om spanningen, 'zenuwen' of faalangst te verminderen.
22
En hier begint nu juist de discussie. Moeten we een onderscheid maken tussen soft- en harddrugs of beoordelen we veeleer de gevolgen van het gebruik (soft of hard) en vooral de wijze waarop er gebruikt wordt? Zoeken we het psychostimulerend effect van cocaïne, speed, XTC … of meer het psychorelaxerende effect van heroïne, cannabis … en ja, waarom ook niet van kalmeermiddelen? Het blijft een feit dat het gebruik van drugs schadelijk kan zijn. Het is belangrijk te beseffen dat zelfs kleine hoeveelheden van die stoffen aanleiding kunnen geven tot averechtse effecten (angstaanvallen, hallucinaties) en dat vooral combinaties van producten moeilijk voorspelbare gevolgen kunnen hebben. Zoals dat ook het geval is bij alcohol, gaan mensen om zéér uiteenlopende redenen experimenteren met drugs (en kalmeer middelen). Onze ervaring leert echter dat een gecontroleerd gebruik veeleer uitzonderlijk is. Veel studenten klagen bv. over de nadelige impact op hun studeergedrag (concentratie, planning, studiediscipline enz.). Gebruik leidt daarenboven al te vaak tot meergebruik en misbruik met soms belangrijke consequenties voor jezelf en anderen. Gebruik kan ook een symptoom zijn van je algemeen minder goed in je vel te voelen, of een zoektocht naar een andere wereld waar je de grauwe werkelijkheid van elke dag kan ontvluchten. Opgelet: je nieuwe vriendenkring zou wel eens minder vriendelijke bedoelingen met je kunnen hebben! Blijf hier voldoende kritisch tegenover staan. En als je problemen ervaart bij jezelf, je studie of in je omgeving, probeer die dan eerst en vooral bespreekbaar te maken, bv. via de studentenartsen, je huisarts, een studieadviseur of een centrum voor geestelijke gezondheidszorg. Rond de specifieke drugsproblematiek zijn er ook gespecialiseerde informatiecentra zoals: ×× CAT Preventiehuis – CGG Eclips 09 233 58 58 ×× Infopunt drugpreventie 09 225 08 13 ×× Druglijn 078 15 10 20 ×× MSOC 09 223 46 44 ×× Dagcentrum De Sleutel 09 234 38 33 23
Voeding
>> Margarine, olie, mayonaise Dienen met mate gebruikt. Men gebruikt al vlug te veel vetten.
>> Snoep, suiker, alcohol, limonade en cola Een goede gezondheid en een optimale conditie beginnen bij een gezonde voeding! Het hele jaar door, maar zeker tijdens de blok- en examenperiode heeft het lichaam behoefte aan een evenwichtige voeding.
Wat heb je dagelijks nodig? >> Zuivelproducten Een halve liter melk, yoghurt of karnemelk of 50 g kaas. Ook de melk verwerkt in pudding, saus en koffie telt mee. Door de hoeveelheid kaas te vermeerderen, kan een gedeelte van de melk vervangen worden. Een beker melk komt overeen met 25 g kaas. Kaas en melk bevatten veel calcium en eiwitten.
>> Vlees, vis, peulvruchten 70 g vlees of 120 g schoongemaakte vis bij de warme maaltijd is voldoende. Of 150 g peulvruchten (dat laatste echter bevat geen vitamine B12). 2 à 3 eieren per week is meer dan voldoende: denk aan je cholesterol. Deze groep levert vooral eiwitten op.
>> Groenten en fruit Moeten elke dag op het menu voor de nodige vitaminen. Breng variatie in de keuze en de bereiding, ook rauw is lekker. Eet ze zo vers mogelijk en als dat niet kan, is diepvries een alternatief. Eet minstens één stuk fruit per dag: an apple a day keeps the doctor away!
Zijn overbodig voor een goede gezondheid. Ze leveren geen noodzakelijke voedingsstoffen, alleen calorieën.
>> Klavertje vier Zorg ervoor dat elke maaltijd een zuivelproduct (groep 1), een eiwitrijk product (groep 2), een vitaminerijk product (groep 3) en een zetmeelrijk product (groep 4) bevat: het zogenaamde 'KLAVERTJE 4'. Vergeet niet daarbij voldoende te drinken. 1,5 l per dag is een minimum. Drink niet steeds koffie, probeer ook eens thee, cichorei, soep, bouillon, (choco)melk, karnemelk, fruitsap en vooral: WATER.
Nog enkele tips ×× Breng voldoende variatie in het menu om de eetlust te bevorderen, maak de maaltijden aantrekkelijk en verdeel ze goed over de dag. Dat heeft veel voordelen: een te zware maaltijd met als gevolg een overladen maag remt het prestatievermogen. Als je vaak kleine maaltijden neemt, zijn ze een gelegenheid om tijdens het studeren regelmatig op adem te komen. ×× Ook de bereidingswijze is van belang. Koken, stomen en microgolven zijn te verkiezen boven bakken, braden en frituren. Groenten liefst in een beetje water klaarmaken en niet onnodig lang koken of warm houden, zo blijven er meer vitaminen aanwezig. Barbecue, het verhitten van vet boven 180 °C en het overmatig bruin bakken van vlees of vis bevorderen de ontwikkeling van kanker.
>> Bruin brood, volle graanproducten en aardappelen Zoals daar zijn: muesli, knäckebröd, volle rijst ... Ze bevatten vooral zetmeel.
24
25
Geneesmiddelen in blok- en examenperiode In de blokperiode mag je lichaam het niet begeven. Ziek worden is een ramp. Gewoon gezond zijn is vaak niet genoeg: men wil de geestelijke prestaties ten top drijven en rekent hierbij vaak op farmaceutische ondersteuning. Zeker omdat de eisen die aan lichaam en geest gesteld worden bijzonder groot zijn: weinig lichaamsbeweging, weinig rust, voortdurend de grijze cellen volstoppen met leerstof ... Naar het einde van de blokperiode toe komt men vaak tijd en energie te kort. Paniek slaat toe, geneesmiddelen moeten dan de redding brengen. Vele wilde verhalen doen de ronde, vele ouders willen dat student lief extra vitaminen neemt, vele artsen schrijven medicatie voor of apothekers geven ze mee. Het wordt haast een must. Twee op drie studenten zullen dan ook geneesmiddelen gebruiken. Een kleine groep zal ook echte doping nemen.
Vitaminen en dergelijke Wat zegt het nuchter wetenschappelijk onderzoek over het nut van extra vitaminen en mineralen? Het antwoord is frustrerend eenvoudig: er zijn geen studies die aantonen dat geneesmiddelengebruik het prestatievermogen verbetert. M.a.w. het heeft geen zin om extra vitaminen, mineralen, hersen stofwisselingveranderende of versterkende geneesmiddelen te nemen. Het wijdverspreide gebruik van die middelen heeft enkel te maken met het geloof dat het werkt. Je zou dus evengoed een kaars kunnen doen branden. Anderzijds: baat het niet, het schaadt ook niet. En ... als je overtuigd bent dat het zal helpen, dan zullen de overtuiging en de suggestie je de indruk geven dat het intrinsiek ook werkt. Dat heet het placebo-effect: in wezen onwerkzame middelen bereiken dus toch een resultaat. De Gentse studenten artsen geven echter niet graag placebopillen: studenten moeten als volwassen mensen voorgelicht worden, niet alleen over ziekten en medicatie, maar ook over de beperkingen van de geneeskunde. I.v.m. de tonica geldt dezelfde redenering: het is nepmedicatie, het is meer geloof dan wetenschap. In tonica treft men allerlei stoffen aan: nucleïne zuren, mineralen, plantenextracten, ginseng maar ook strychnine, lever- en testisextract. Die stoffen zijn niet alleen zin loos, maar kunnen ook gevaarlijk zijn: strychnine, efedrine, hormonen … Hieronder vallen ook de middelen die de hersenstofwisseling zouden beïnvloeden. Beschouw dat als wishful thinking. 26
27
De echte pepmiddelen De amfetamineachtigen (captagon e.d.) verdrijven weliswaar de vermoeidheid (je wordt er echt fris en zelfs euforisch van) maar het effect is slechts van korte duur: 12 à 14 uur. De pepmiddelen putten je reserves uit, maar geven je nooit extra energie. Afhankelijk van de hoeveelheid energie die je nog resteerde voor de inname, kunnen er meteen of nadien flinke bijwerkingen optreden. ×× Lichamelijk: – Hartklachten zoals hartkloppingen, overstimulering van het centraal zenuwstelsel (slapeloosheid, excitatie, bevingen) – Levensgevaarlijk voor mensen met reeds bestaande hart ziekten of schildklierlijders: hoge letaliteit (= kans om te sterven) bij overdosering. ×× Psychisch: – Risico om te 'flippen' met angstreacties, emotionele, ongecontroleerde uitbarstingen en black-outs – Risico op afhankelijkheid en verslaving – Echte waanbeelden (psychosen) kunnen uitgelokt worden en karakterveranderingen zijn beschreven. ×× Conditionering: Als eenmaal een positief effect ervaren werd, zal het moeilijk zijn om nadien het middel niet opnieuw te nemen. Elke inspanning waarvoor men staat, durft men niet aan zonder 'het pilleke'. ×× Medico-legaal: De amfetaminen staan in België op de lijst van verdovende middelen. Het gebruik en het voorschrijven van doping is illegaal. Vraag aan de overheid: waarom laat men die middelen überhaupt nog toe op de farmaceutische markt?
De slaap- en kalmeermiddelen Er zijn heel wat farmacologische middelen op de markt met een kalmerend effect. De belangrijkste zijn 'benzodiazepinen'. In lage dosis verminderen ze angst en nervositeit, in hogere dosis zijn ze slaapverwekkend. De grens hiertussen is individueel zeer verschillend. Als je last hebt van slapeloosheid of als je je zo nerveus voelt dat je niet kan blokken of voortdurend black-outs hebt, maak je best een afspraak met een arts. Begin nooit op eigen initiatief met medicatie. Wij raden aan om die middelen slechts voor korte tijd en occasioneel te nemen. Maak er geen dagelijkse gewoonte van: je kan dan al vlug niet meer zonder en wordt er echt afhankelijk van.
Stress in blok- en examenperiode Stress is een begrip dat een zeer centrale plaats inneemt in onze huidige samenleving en wordt meestal in een negatieve context gebruikt. Toch is stress nodig en een beetje stress is zelfs niet ongezond. Stress zet ons aan een inspanning te leveren en zorgt ervoor dat we werk gedaan krijgen. Stress maakt ook dat we geconcentreerd kunnen werken aan een taak of een moeilijk examen. Is de gebeurtenis voorbij, dan vloeit de spanning vanzelf weg. Stress wordt echter ongezond als die ons verhindert om normaal te functioneren. Je hebt examen gehad en was zo zenuwachtig dat je niets meer wist of je bent zeker dat je zonder die zenuwen beter gepresteerd zou hebben. Stress is gezond zolang de eisen die aan iemand gesteld worden (draaglast) niet hoger zijn dan wat die persoon aankan (draagkracht). Externe situaties (bv. te hoge werkdruk, relatieproblemen …), maar ook je persoonlijkheid (bv. perfectionisme) of aanleg (iets stressgevoeliger) kunnen stress veroorzaken. Gedurende te lange tijd te veel stress ervaren, kan leiden tot overspannenheid en zelfs tot een totale uitputtingstoestand waardoor zelfs dagelijkse dingen doen heel lastig wordt. Wie geleerd heeft regelmatig te studeren, problemen aan te pakken en op te lossen en wie een gezond leefpatroon weet aan te houden, zal beter bestand zijn tegen stress.
Besluit Het blokken onder hoge stress op die laatste, zo belangrijke uurtjes, met veel koffie en sigaretten en met weinig slaap is niet gezond. Schijnbaar onschuldige koffie kan zeer storende slaapproblemen, maaglast en nervositeit veroorzaken. Medicatie zal op dat moment geen heil brengen. Echte pepmiddelen kunnen bovendien gevaarlijk zijn. Laat je niet strikken door de wonderen die de reclame je belooft, maar hou het hoofd koel. Een gezonde voeding, gecombineerd met een evenwichtig studieschema en enige relativiteitszin zijn de echte ingrediënten voor een geslaagde studie. 28
Organisatie en planning Sommige studenten raken in paniek als ze de vele leerstof zien die ze moeten studeren. Meestal raak je niet over je toeren door het vele werk, wel door het gevoel niet alles op tijd af te krijgen. Als je alles ineens wil aanpakken of tegelijk denkt aan alles wat je nog 29
moet doen, raak je onvermijdelijk overstuur. Hier kan het helpen te werken met een goede planning waarbij je een lijstje van alle taken maakt en ze rangschikt naar prioriteit. Door doelgericht te werken, neem je een deel weg van je angsten en heb je zicht op je vorderingen. Maak het jezelf niet te moeilijk bij het studeren. Ben je snel afgeleid, zorg dan voor een rustige studieomgeving en schakel eventueel gsm, computer/msn enz. uit.
Ken jezelf Wees geen perfectionist. Je kan niet alles kennen. Stel dus geen te hoge eisen aan jezelf. Dat leidt enkel tot teleurstellingen. Probeer in de tijd die je hebt, je leerstof zo goed mogelijk te beheersen. Je kan tenslotte niet meer dan je best doen. Wees geen doemdenker. Met een gezonde dosis zelfvertrouwen, geduld en optimisme kan je de zaken beter aan. Piekeren over wat er mogelijk fout kan gaan, creëert enkel problemen en stress waar die er nog niet zijn. Dat kan er uiteindelijk voor zorgen dat je ondanks je motivatie en goede voornemens slechter presteert dan normaal. Vermijd generaliseren (ik ken er niks van, het lukt me nooit …) en doemdenken (falen is afschuwelijk, het einde van de wereld …). Ook die manier van denken zorgt voor gevoelens van stress en wanhoop. Vergelijken met vrienden is heel normaal, maar houdt gevaren in. Er bestaat veel kans dat je enkel vergelijkt met zij die betere resultaten hebben waardoor je zelfbeeld en zelfvertrouwen een deuk krijgen.
Praat erover Veel mensen hebben de neiging om zorgen voor zich te houden en willen hier niemand mee ‘lastigvallen’. Krop gevoelens van angst en onzekerheid echter niet op. Af en toe moet je stoom kunnen afblazen. Zoek iemand op bij wie je je hart eens kan luchten. Zo wordt de situatie meer hanteerbaar en heb je een uitlaatklep.
Ontspanning Na inspanning moet ontspanning volgen. We kunnen niet constant werken. Ons concentratievermogen gaat sowieso na een tijdje achteruit. Door ontspanningsmomenten in te lassen in je blok programma voorkom je oververmoeidheid. Lichaamsbeweging vormt een prima compensatie voor geestelijke inspanning en helpt tegen stress. Na voldoende ontspanning kan je dikwijls ook geconcentreerder werken zodat je op kortere tijd meer leerstof kan doornemen.
30
31
Hyperventilatie
aanval uit te lokken. Op die manier geraakt de patiënt in een vicieuze cirkel, die zelfs tot werkonbekwaamheid kan leiden.
Hoe behandel je hyperventilatie? Wat is de rol van de ademhaling? Ademhalen is normaal een onbewust proces. Een soort thermostaat in de hersens regelt het aantal adem bewegingen en de diepte ervan. Het doel van de ademhaling is het bloed te voorzien van zuurstof en het teveel aan koolzuurgas uit het bloed te verwijderen. Koolzuurgas is – net als zuurstofgas – een noodzakelijk bestanddeel van het bloed. In normale omstandigheden ademen we zo dat er juist voldoende zuurstofgas en koolzuurgas in ons bloed aanwezig zijn.
Wat is hyperventilatie? Wat hyperventilatie is, kan je op een eenvoudige wijze voor jezelf nagaan door gedurende twee volle minuten snel in en uit te ademen. Er is dan een grote kans dat je je duizelig, ijl en moe voelt en dat je pijn voelt in je borstkas. Die verschijnselen zijn te verklaren doordat je te veel koolzuurgas hebt uitgeademd (er is dus te weinig koolzuurgas in je bloed). Hierdoor is je bloed niet zuur genoeg meer. Daar nu het bloed de voedingsstof is voor alle organen kan je best begrijpen dat je bij hyperventilatie van heel wat organen last kan krijgen. Aangezien we – bij wijze van experiment – de hyperventilatie zelf (bewust) hadden opgewekt, maakten de bijhorende lichaamsgewaarwordingen ons niet angstig. We kenden immers de oorzaak.
×× Probeer over te schakelen op een goede ademhaling, d.w.z: – Rustig en regelmatig ademen (6 à 7 keer per minuut), – Adem met borst en buik; trek de schouders niet op en ontspan de buikspieren, – De globale lichaamshouding is eveneens van belang o.a. goed rechtop zitten. ×× Als het je niet lukt, dan is dat te verklaren doordat de verschijnselen die met hyperventilatie gepaard gaan, je te angstig en paniekerig gemaakt hebben. Toch kan je de aanval wel zelf onderbreken door je eigen adem opnieuw in te ademen. Het koolzuurgas dat je te veel hebt uitgeademd, adem je dan weer in. Je kan dat praktisch verwezenlijken door in een plastieken zak te ademen gedurende 1 à 5 minuten totdat de vervelende gewaarwordingen verdwenen zijn. Het ademen in een plastieken zak klinkt waarschijnlijk tegennatuurlijk, maar het punt is niet dat je te weinig hebt geademd, maar wel dat je verkeerd hebt geademd. ×× Als die hulpmiddelen onvoldoende blijken te zijn, dan kan je best de hulp van een arts inroepen. Samen kan je dan uitzoeken wanneer de aanvallen vooral ontstaan en hoe je ze kan voorkomen.
Hyperventilatie en angsttoestanden Stel dat je om één of andere reden in paniek geraakt bent. Wat doen we als we angstig zijn? Juist: sneller ademen, m.a.w. hyperventileren. Maar dan gebeurt dat onbewust. Al vrij snel is ons bloed daardoor onvoldoende zuur geworden en krijgen we allerlei nare gewaarwordingen: o.a. hoofdpijn, duizeligheid, wazig zicht, oorsuizingen, hartkloppingen, een toesnoeringsgevoel in de keel. Dat zijn allemaal mogelijke reacties van onze organen op bloed dat niet zuur genoeg is. Die nare symptomen versterken de angst waardoor we onbewust nog sneller ademen en dus nog meer gaan hyperventileren. Hierdoor worden de klachten nog erger en samen met de klachten stijgt ook de behoefte om (uit angst) nog sneller te gaan ademen. Op de duur kan je tijdens een aanval van hyperventilatie zelfs het gevoel krijgen adem te kort te hebben. Je kan klachten krijgen die zo erg zijn dat je zelf, je omgeving of je arts denkt aan astma, aan een hartziekte enz.! Vaak worden dan allerlei geneeskundige onderzoekingen bij verschillende specialisten uitgevoerd, maar die brengen geen afwijkingen aan hart, longen enz. aan het licht. Gerustgesteld is de hyperventilatielijder hierdoor echter niet. De angst voor een aanval kan voldoende zijn om weer een nieuwe 32
33
De huisapotheek Als je voor een kwaaltje naar de apotheker gaat, dan merk je dat hij altijd wel iets heeft waarmee het beter zal gaan. Zelden zal de apotheker je zeggen dat het het beste is af te wachten of zal hij toegeven dat er eigenlijk niets voor bestaat. Meestal ga je buiten met een pil, zalf of siroop. Ook veel dokters hebben de neiging om elke klacht te beantwoor den met een geneesmiddel, vaak omdat het door de patiënt verwacht wordt. Nochtans is de werking van veel medicamenten niet bewezen!
Enkele tips ×× Grijp niet bij elk kwaaltje naar medicatie. Verwacht dat ook niet van je dokter of apotheker. ×× Moet je van de dokter toch medicatie innemen, volg dan stipt de raadgevingen op m.b.t. dosis, tijdstip en duur. Vraag steeds om uitleg als iets je niet duidelijk is. Start of stop nooit op eigen initiatief een medicamenteuze behandeling. ×× Alleen symptomatische medicatie (die de klachten verzacht maar niet geneest!) mag je kortdurend op eigen houtje nemen. ×× Gebruik niet zomaar geneesmiddelen van iemand anders die dezelfde kwaal heeft gehad; eenzelfde kwaal heeft niet noodzakelijk dezelfde oorzaak. ×× Antibiotica start je NOOIT op eigen houtje.
Vakantie Reisziekte Heb je er last van dan kan je hiervoor een geneesmiddel vragen aan je dokter.
Zonnen Te veel zon veroorzaakt zonnebrand, leidt tot vroegtijdige huidveroudering en verhoogt de kans op huidkanker. Bescherm daarom je huid met een zonnecrème, bv. factor 4. Dat betekent dat je met die crème 4 x langer in de zon kan lopen alvorens te verbranden. Heb je een bleke huid of voorzie je een lange blootstelling aan de zon, neem dan een hogere factor.
Wat hoort thuis in de huisapotheek? ×× Een middel tegen koorts of pijn. Gebruik bij voorkeur para cetamol of eventueel salicylaten. Neem geen gemengde preparaten. Pijnstillers zijn vrij te koop; je neemt ze maximaal 3 tot 4 maal per dag. Er is geen verband met de maaltijden tenzij bij maaglast: dan net vóór de maaltijd. ×× Voor wondverzorging: een kleurloos waterig ontsmettings product, steriele kompressen, enkele windels. Met een doktersvoorschrift zijn de meeste van die middelen goedkoper. ×× Middelen tegen braken, diarree, maagpijn en hoest kunnen eventueel passen in de huisapotheek. Als de klachten recidiveren of te lang aanhouden, moet je ze door je arts laten evalueren. >> Nog dit ×× houd alle geneesmiddelen buiten het bereik van kinderen ×× geef geen geneesmiddelen door aan mensen met 'gelijk aardige' aandoeningen ×× antigifcentrum: T 070 245 245
34
Diarree Reizigersdiarree is een onschuldige maar vervelende kwaal en krijg je door inname van besmet voedsel of water. Vertrouw je het water niet dan kan je het best eerst voldoende lang koken of chemisch desinfecteren.
Insectenbeten Insectenbeten kunnen erg vervelend zijn. Je kan hiervoor een zalf meenemen (die zalven kunnen echter een allergische reactie uitlokken) ofwel de insecten op afstand houden met een 'repellant'. Een muskietennet, vooral voor jonge kinderen, is heel doeltreffend, bv. ook ter preventie van malaria als je naar 'verre' landen reist.
35
Vaccinaties Afhankelijk van het land van bestemming kan het aangeraden of zelfs verplicht zijn je te laten vaccineren tegen gele koorts, cholera, tyfus en paratyfus, polio, difterie, hepatitis A en B. Andere preven tieve maatregelen kunnen aangeraden zijn bv. malariapreventie (pillen). Denk tijdig aan je vaccinaties want een vaccinatieschema duurt al gauw een paar weken. Om juist te weten welke vaccinaties je nodig hebt, kan je best bellen naar 0900 10 110 = Travel Phone van het Tropisch Instituut in Antwerpen. Opmerking: je tetanus-, polio- en difterievaccinatie moet in ieder geval in orde zijn, ook zonder vakantie. Gezondheidsrichtlijnen alsook zeer gedetailleerde en specifieke aanbevelingen voor zowat 200 landen vind je op www.itg.be (onder toezicht van het Tropisch Instituut voor Geneeskunde).
Seksuele contacten Veilig seksueel verkeer betekent op reis hetzelfde als thuis. Houd je je niet bij één vaste trouwe partner dan kan alleen juist condoomgebruik bescherming bieden. Koop op voorhand een doosje condooms in België (die in het buitenland zijn niet altijd betrouwbaar).
Aidsinfo: pagina 14
Reisapotheek ×× Je eventuele onderhoudsmedicatie ×× Voor wondverzorging: ontsmettingsmiddel, steriele doekjes, windels, pincet voor doornen en splinters ×× Middel tegen koorts en pijn ×× Zonnebrandcrème ×× Voor de vrouwen: vergeet je pil niet en steek een extra verpakking ergens apart in je andere bagage ×× Condooms als preventie voor soa’s ×× Eventueel iets tegen wagen- en zeeziekte, diarree, insectenbeten.
Ziekteverzekering in het buitenland Informeer je bij je mutualiteit over de nodige papieren. Neem eventueel een extra verzekering tegen ziekte en ongevallen.
36
37
Preventie Een goede gezondheid heb je voor een groot stuk in eigen handen. We overlopen een aantal belangrijke factoren.
Roken Dat roken schadelijk is voor de gezondheid is alom bekend. Het verband tussen het roken van sigaretten en kanker van de longen, de mond, de keel, het strottenhoofd, de slokdarm, de blaas en de borsten, is voldoende bekend. Naast de kankerverwekkende stoffen (vooral teer) bevat tabaksrook hoofdzakelijk nicotine. Nicotine is in belangrijke mate verantwoor delijk voor het hoge aantal hart- en vaatziekten met als verwikke lingen o.a. hartinfarct en impotentie. De prikkelende stoffen uit de rook en de koolmonoxide (CO) verlagen de weerstand van de luchtwegen. De typische rokershoest treedt op en banale infecties blijven aanslepen. Op langere termijn evolueert het tot een echte chronische bronchitis. De roker schaadt echter niet alleen zijn eigen gezondheid maar ook die van de mensen uit zijn omgeving, die hij verplicht om passief mee te roken.
Slaap Slaap voldoende. Door slaaptekort heb je minder weerstand tegen stress. Door vermoeidheid vermindert het concentratievermogen. Daardoor kan je minder goed studeren. Je komt in tijdnood wat dan weer stress veroorzaakt waardoor je niet kan slapen. Dus weer slaaptekort, concentratiedaling, slecht studeren … Je zit in een vicieuze cirkel. Doe geen 'nachtjes door'.
Vaccinaties Preventie van bepaalde ziekten kan d.m.v. vaccinaties. Door het toedienen van verzwakte of dode kiemen, of bepaalde bestand delen ervan, gaat het lichaam reageren met het aanmaken van antilichamen. Hierdoor word je immuun tegen de eigenlijke ziekte. Als kind kreeg je de zogenaamde 'lepeltjes' tegen polio (wettelijk verplicht) en de prikken tegen difterie, tetanus en kinkhoest. Tegenwoordig worden kinderen ook gevaccineerd tegen mazelen, bof en rubella (rode hond), hepatitis A en B, sommige vormen van meningitis.
Voeding Zorg voor een gevarieerde en evenwichtige voeding. Vermijd overgewicht. Zwaarlijvige mensen hebben een groter risico op hart- en vaatlijden, diabetes, artrose (slijtage van de gewrichten), bepaalde kankers bv. borstkanker. Laat het dus niet te ver komen: afvallen is heel wat moeilijker dan bijkomen en wonderdiëten bestaan immers niet.
Zonnen Wees matig met zonnen. De huid veroudert er vlugger door en de kans op huidkanker stijgt.
Sport Doe aan sport. Je voelt je gewoon fitter, beter ontspannen om stress het hoofd te bieden. Als je urenlang stil zit achter de studeertafel, schakel dan af en toe wat beweging in. Zie je sporten niet zo zitten dan kan je toch voor beweging zorgen door de trap te nemen i.p.v. de lift, te voet of per fiets naar de les te gaan, eventueel met een ommetje. Stappen vraagt geen speciale uitrusting en kan overal bij elk weer.
38
Vaccinaties die van belang zijn bij de volwassene >> Tetanus De immuniteit die je hebt na de basisvaccinatie uit de kindertijd zwakt af met de jaren. Daarom moet de vaccinatie om de 10 jaar herhaald worden. Is het meer dan 20 jaar geleden dat je het vaccin toegediend kreeg dan moet je opnieuw een basisvaccinatie krijgen nl. een eerste injectie bij het begin, een tweede 1 maand later en een derde 1 jaar later. Van dan af ben je weer immuun voor tien jaar. Tetanus komt niet zo frequent voor, maar de kiem tref je aan in stof en aarde. In principe kan elke wonde ermee besmet worden. Tetanus is een ernstige infectieziekte die gekenmerkt is door spier krampen met uiteindelijke aantasting van de ademhalingsspieren. 39
Zelfs goed behandeld gaat 1 op 2 patiënten dood. De vaccinatie is zo eenvoudig dat de ziekte niet meer zou mogen voorkomen. Tegenwoordig wordt meestal het gecombineerd tetanos/difterie vaccin gebruikt, zodat je tegen beide ziektes beschermd bent.
>> Rubella Elke vrouw moet beschermd zijn tegen rubella. Een infectie tijdens de zwangerschap kan immers ernstige problemen geven, niet zozeer voor de zwangere zelf maar voor de vrucht (zware afwijkingen, miskraam, doodgeboorte). Alleen met een bloedtest kan je zeker weten of je immuun bent voor de ziekte. Heb je niet genoeg antistoffen dan word je best gevaccineerd.
>> Andere vaccinaties Ga je naar het buitenland, op reis of voor je studie, dan heb je soms andere vaccinaties nodig. Je kunt bij je arts of bij het Tropisch Instituut (T 0900 10 110) of in de Travel Clinic in het UZ Gent (T 09 332 23 45 of 09 332 23 50) informeren welke vaccins dat moeten zijn.
×× Hepatitis B Voor bepaalde risicogroepen (bv. stagiairs artsen, tandartsen, psychologen, pedagogen, kinesitherapeuten, opvoeders, ergotherapeuten enz.) wordt een vaccinatie tegen hepatitis B gevraagd; het vaccin wordt via het Fonds voor Beroepsziekten terugbetaald. Info hieromtrent kan je verkrijgen via je stagebegeleider. Heel dikwijls zal trouwens een gecombineerd hepatitis A+B-vaccin voorgesteld worden. Jongeren geboren vanaf 1984 werden meestal via Kind en Gezin gevaccineerd. ×× Meningitis C Ook jongeren tussen 18 en 25 jaar vormen een risicogroep. Je kan je via je arts laten vaccineren. Er is geen speciale tussenkomst voorzien. ×× Hepatitis A Vooral aangewezen bij (verre) reizen. ×× HPV-vaccinatie Ter preventie van cervixkanker en genitale wratten: recent geïntro duceerd, doch nog geen eensluidend advies rond wenselijkheid veralgemeende vaccinatie.
40
41
Veiligheid op kot Zorgen voor een veilig kot blijft voor een groot deel jouw verantwoordelijkheid.
>> Controleer de brandveiligheid in het huis waar je woont Zijn er brandblustoestellen? Is er een nooduitgang? Voor een emmer zand in de keuken of bij het kookvuur kan je zeker zelf zorgen en het is een efficiënt blusmiddel bij een kleine brand. Roken is niet alleen schadelijk voor de gezondheid, maar houdt ook brandgevaar in. Rook NOOIT in bed. Controleer of alle peuken gedoofd zijn voor je de asbakken leegt maakt. Een onbrandbaar vuilnisbakje is een must! Ga nooit slapen zonder na te kijken of alle kookvuren en elektrische toestellen uitgeschakeld zijn. Heb je gas- of mazoutverwarming op je kot dan moeten de verbrandingsgassen naar buiten afgevoerd worden. Dat kan gebeuren via de schouw of via een speciaal afvoersysteem in de muur. Daarenboven moet er onderaan de deur een rooster zijn van minstens 150 vierkante centimeter voor de aanvoer van lucht. Plak dat rooster nooit dicht, het kan levensgevaarlijk zijn. Als er onvoldoende luchttoevoer is of als de schouw slecht trekt, kan er koolmonoxide (CO) vrijkomen. Dat gas is reukloos en kleurloos, je ademt het in zonder dat je het weet. Door de CO wordt het zuurstoftransport in het bloed belemmerd. Je krijgt hoofdpijn, je wordt slaperig, je hebt concentratiestoornissen, je hebt last van kortademigheid en slecht zicht, je wordt misselijk en je moet braken, je kan het bewustzijn verliezen. Als er niet tijdig ingegrepen wordt, kan CO-intoxicatie een dodelijke afloop kennen. Als er slachtoffers zijn, bel onmiddellijk de 100. Ruik je gas, bel dan de gasmaatschappij: permanente wachtdienst op T 0800 650 65.
oordeelkundig geplaatste geaarde stopcontacten moeten zijn. In de badkamer, stortbad of keuken moeten de stopcontacten op een veilige afstand van het water bevestigd zijn. Raak nooit een schakelaar, stopcontact of elektrisch toestel aan met natte handen. Begin niet zelf aan leidingen te prutsen en als je toch iets wil herstellen neem dan de nodige voorzorgen. Heb je er weinig verstand van vraag dan een bevoegd persoon. Mocht er ooit brand ontstaan, en die brand is beperkt, probeer dan zelf snel in te grijpen. Kan dat niet, sla dan zo vlug mogelijk alarm. Verlaat de kamer waar er brand is en sluit steeds de deur. Gebruik nooit een lift. Bij hevige rookontwikkeling blijf je best zo laag mogelijk bij de grond en bescherm neus en mond met een natte zakdoek. Maar … voorkomen is beter dan genezen. Je kan samen met andere kamergenoten de verhuurder aanspreken om de veiligheid in het huis te verbeteren. Sinds 1 november 1998 is een wetgeving van toepassing op verhuurde woningen in het Vlaams gewest, met als hoofddoel de verbetering van de woonkwaliteit. De regelgeving voor kamers is in hoofdzaak terug te vinden in het Kamerdecreet. De praktische toepassing en controle op de naleving van de wetgeving gebeuren door het gemeentebestuur van de plaats waar de woning gelegen is. Voor verhuring van kamerwoningen is het 'Politiereglement op kamerwoningen' (Vlaamse Regering, 08/12/2004) van kracht. De integrale teksten en info kan je terugvinden op www.UGent.be of op www.kotatgent.be. Er is tevens een brochure beschikbaar - uitgegeven door de stedelijke huisvestingsdienst - met tips zowel voor huurders als voor verhuurders.
Universitaire huisvestings dienst T 09 264 71 00.
Heb je twijfels over CO-productie waarschuw dan onmiddellijk je kotbaas. Indien nodig bel een onderhoudsfirma. Ook bij gebruik van waterverwarmers van 10 liter en meer in badkamer of stortbad moeten de verbrandingsgassen op een buitenafvoer aangesloten zijn en moet er een rooster zijn in de deur voor de aanvoer van lucht. VRAAG AAN JE KOTBAAS WANNEER DE SCHOUW HET LAATST GEVEEGD WERD.
>> Elektrische leidingen zijn vaak oorzaak van brand Hoe is de elektriciteitsbeveiliging op je kot? Liggen er geen draden bloot? De elektrische leidingen moeten voldoende geïsoleerd zijn. Zijn er automatische zekeringen? Zorg ervoor dat de elektrische leidingen niet overbelast worden door het gebruik van toestellen waarop het voedingsnet niet berekend is. Verberg geen elektrische draden onder een tapijt: beschadigde draden kunnen verhitten en het tapijt doen ontvlammen. Sluit nooit meerdere toestellen aan op één stopcontact en gebruik geen dominostekkers. Op je kot zouden er minstens twee 42
43
Studentenartsen Vanaf september 2010: Sint-Pietersnieuwstraat 25, 9000 Gent - T 09 264 70 20 • op afspraak: maandag t/m vrijdag: maak een afspraak tijdens de kantooruren via T 09 264 70 20 • vrije consultatie: maandag t/m donderdag van 17 u. tot 19 u. • kerst- en paasvakantie + juli en augustus: enkel na afspraak • medische permanentie tijdens schoolvakantieperiodes of -dagen: T 09 264 70 20 • dringende medische hulp tijdens weekend, nacht of feestdag: T 09 236 50 00 (centraal wachtnummer Stad Gent) www.UGent.be/studentenartsen