STRUCTUURPLAN HARDERWIJK 2020
vastgesteld door de gemeenteraad op 15 juni 2006
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
2
Voorwoord Harderwijk over zo’n vijftien jaar moet nog mooier zijn dan het nu al is, nog beter - niet vanzelfsprekend nog veel groter. Dat bleek duidelijk uit de Stadsvisie Harderwijk 2020 die enkele jaren geleden door het Stadsforum aan de gemeenteraad is aangeboden. Met de Stadsvisie is de koers uitgezet voor de toekomst, niet door het college of de gemeenteraad, maar door de bewoners van de stad zelf. De toekomst wordt mede bepaald door de manier waarop we met de ruimte omgaan: welke bestaande kwaliteiten versterken we, welke nieuwe functies zijn wenselijk op vrijkomende terreinen? Hoe richten we de stad verder in, en waar willen we natuurwaarden vergroten? De Stadsvisie heeft hierbij als leidraad gediend. Kansen opsporen en benutten, ruimte bieden aan de goede initiatieven, en ook doelbewust ontwikkelingen tegenhouden die een ongewenste kant uit gaan. Dat alles vraagt om een visie: een heldere, samenhangende gedachte over de gewenste ruimtelijke ontwikkeling. Een inspirerende visie ook, want het gewenste Harderwijk van 2020 komt er niet vanzelf - we moeten het gezamenlijk maken. De gemeente wil zich ervoor inspannen, samen met bewoners en ondernemers, met andere overheden en investeerders, met organisaties en ontwikkelaars. Na de periode van de Stadsvisie heeft de inspraak en overleg met medeoverheden en diverse instanties ons waardevolle informatie opgeleverd die heeft geleid tot aanscherping en actualisatie van het voorontwerp van het structuurplan Harderwijk 2020. Ook hebben wij met de waterbeheerders een watertoets uitgevoerd om te bepalen hoe we de komende jaren in onze plannen rekening houden met de waterhuishouding. Na de wettelijke tervisielegging en verwerking van een aantal zienswijzen heeft onze gemeenteraad op 15 juni 2006 het structuurplan officieel vastgesteld. Hiermee hebben we een visie in handen waar we als gemeente trots op mogen zijn en waar we nog jaren mee vooruit kunnen. Frans de Lange, Portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening
3
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Inhoud Voorwoord Leeswijzer 1. Samenvatting De hoofdlijnen van het Structuurplan Harderwijk 2020 2. Nut en noodzaak van een Structuurplan voor Harderwijk 3. Harderwijk nu: De uitgangspositie en de doelen 4. Kernboodschap: de ruimtelijke keuzen voor Harderwijk 2020 5. Harderwijk 2020: Beleidskeuzen per thema Wonen Werken Verkeer Voorzieningen Recreatie en toerisme Groen en Landschap Water Milieu Beeldkwaliteit 6. Het raamwerk van Harderwijk 2020: de ontwikkeling van de dragers 7. De gebieden van Harderwijk 2020: ontwikkelingen per gebied 8. De plankaart en beschrijving van het Structuurplan 9. Uitvoering: fasering en financiële strategie 10. Begrippenlijst
3 5 7 11 13 19 23 23 28 33 37 42 45 51 53 55 59 65 79 85 88
Bijlagen: topografische kaart 2006, geraadpleegd beleid, Stadsvisie, woonmilieus in Harderwijk, de watertoetskaart en wateraspecten per ontwikkelingsgebied
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
4
Leeswijzer Dit Structuurplan Harderwijk 2020 is als naslagwerk opgebouwd. Daardoor kunt u - zeker als u eenmaal het samenvattende eerste hoofdstuk bent doorgelopen - de verschillende hoofdstukken op zichzelf lezen. Overigens zult u door die opbouw soms wel dezelfde informatie op verscheidene plaatsen aantreffen. Voor de snelle lezer Begint u bij hoofdstuk 1 Samenvatting. In hoofdstuk 4 Kernboodschap leest u meer over de belangrijkste samenhangende ruimtelijke keuzen. Voor meer informatie over bepaalde onderdelen wordt u in de tekst van de Samenvatting doorverwezen naar de betreffende hoofdstukken. Vergeet niet de wettelijke plankaart en beschrijving van het structuurplan te bekijken (hoofdstuk 8). Als u in een bepaalde wijk of gebied geïnteresseerd bent Wilt vooral weten wat het structuurplan zegt over een bepaald gebied in Harderwijk - uw eigen wijk, of de binnenstad bijvoorbeeld - kijkt u dan na hoofdstuk 1 Samenvatting naar hoofdstuk 4 Kernboodschap voor de belangrijkste samenhangende ruimtelijke keuzen. In hoofdstuk 7 De gebieden van Harderwijk 2020 vindt u vervolgens de beschrijving per gebied. In hoofdstuk 6 Het raamwerk van Harderwijk 2020 vindt u informatie over de belangrijkste wegen en groenstructuren die de gebieden begrenzen; in hoofdstuk 8 is de wettelijke plankaart en beschrijving van het structuurplan opgenomen.
5
Als u in een bepaald beleidsterrein geïnteresseerd bent Bent u vooral geïnteresseerd in een bepaald beleidsthema in Harderwijk, kijkt u dan na hoofdstuk 1, Samenvatting naar hoofdstuk 4 Kernboodschap voor de belangrijkste samenhangende ruimtelijke keuzen. In hoofdstuk 5 Harderwijk 2020: Beleidskeuzen per thema treft u achtereenvolgens de beleidskeuzen aan rond Wonen, Werken, Verkeer, Voorzieningen, Recreatie en toerisme, Groen en landschap, Water, Milieu, en Beeldkwaliteit. Hoofdstuk 8 bevat de plankaart en beschrijving van het structuurplan. Als u geïnteresseerd bent in het proces, de uitgangssituatie en de opgaven Bent u vooral geïnteresseerd in de achtergrond van dit Structuurplan, leest u dan na hoofdstuk 1. Samenvatting het hoofdstuk 2. Nut en noodzaak van een Structuurplan en vervolgens Hoofdstuk 3. Harderwijk nu: De uitgangspositie en de doelen. Als u geïnteresseerd bent in de reacties van burgers, instanties en andere overheden op het plan Het structuurplan gaat gepaard met een separate Commentaarnota waarin onder meer de resultaten van vooroverleg met (overheids)instanties en bedrijven, de inspraakreacties op het voorontwerp-structuurplan en de zienswijzen op het ontwerp-structuurplan zijn opgenomen. Alle binnengekomen reacties zijn becommentarieerd.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
De voornaamste opgaven per beleidsterrein Wonen: zorgen dat Harderwijk een aantrekkelijke woonstad blijft, door het instandhouden en realiseren van verschillende woonmilieus voor alle doelgroepen. Werken: de beschikbare ruimte optimaal benutten voor het bieden van meer uitgesproken, gedifferentieerde werkmilieus die bijdragen aan de economie in Harderwijk. Verkeer: Harderwijk goed en veilig bereikbaar maken en houden voor alle verkeerssoorten. Voorzieningen: een breed voorzieningenniveau realiseren en instandhouden dat is afgestemd op de regionale centrumpositie van Harderwijk. Recreatie en toerisme: het toeristisch aanbod vergroten en de toeristische potenties van Harderwijk en omgeving beter benutten. Groen en landschap: zuinig zijn op het groene karakter van Harderwijk en omgeving. Water: duurzaam waterbeheer, en voldoende ruimte bieden voor waterberging of -opvang. Milieu: negatieve milieueffecten van ruimtelijke ontwikkelingen tot een minimum beperken. Beeldkwaliteit: zo groot mogelijke beeldkwaliteit realiseren en in stand houden.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
6
Samenvatting: de hoofdlijnen van het structuurplan Harderwijk 2020
toeristische betekenis een te smalle basis. Ingezet wordt daarom op versterking van onze kwaliteiten: het water, de Veluwe en de binnenstad. Aan verbetering van de relatie met het water wordt al voorzien in het plan Waterfront. Hoofdstuk 3. Harderwijk nu: De uitgangspositie en de doelen
Dit structuurplan beschrijft de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in Harderwijk, Hierden en omgeving voor ongeveer de komende vijftien jaar. Wat de eerder aangewezen bouwlocaties betreft gaan we voort op de ingeslagen wegen. Toch is er sinds de Ontwikkelingsvisie 1998 veel veranderd. Dat vraagt om een nieuwe ruimtelijke visie. Hoofdstuk 2. Nut en noodzaak van het Structuurplan voor Harderwijk
Structuurplan is een globaal ruimtelijk plan op grond van de wet Dit structuurplan geeft de hoofdlijnen aan van de ruimtelijke ontwikkeling van Harderwijk tot ongeveer 2020 en komt in de plaats van de ontwikkelingsvisie 1998. Dit structuurplan is globaler dan de ontwikkelingsvisie. Uitgangspunt is: flexibel waar mogelijk, sturend waar nodig. Dit structuurplan is opgesteld in een interactief planproces. Inhoudelijk komt het voort uit de Stadsvisie Harderwijk 2020. Harderwijk is volgens die visie in 2020 op toeristischrecreatief gebied van nationale betekenis. Het is een stad van rust en ruimte waar de Veluwe en het randmeer bij elkaar komen. In Harderwijk beleef je de historie van de oude Hanzestad en de Zuiderzee. Maar ook vandaag en in de toekomst heeft de stad een dynamiek om trots op te zijn. In Harderwijk kun je goed wonen en werken en vooral samen leven. De Stadsvisie heeft geleid tot ruimtelijke keuzen die op de plankaart zijn weergegeven in hoofdstuk 8. Het toelichtende gedeelte, waarin de resultaten van onderzoek en de onderbouwing van de beleidskeuzen is opgenomen, wordt gevormd door de overige hoofdstukken. Hoofdstuk 2. Nut en noodzaak van een Structuurplan voor Harderwijk Hoofdstuk 8. De plankaart en beschrijving van het structuurplan
Uitgangssituatie: stad met kwaliteiten Harderwijk is prachtig gelegen, tussen de randmeren en de Veluwe, en centraal in het land. Bovendien hebben we een historische binnenstad. Het Dolfinarium is een attractie van de eerste orde, maar voor een blijvende
7
Voortgaan op de ingeslagen weg Dit Structuurplan bouwt voort op eerder geformuleerd ruimtelijk beleid, zoals dat van de ontwikkelingsvisie 1998. Voor verdere uitbreiding van de stad dan de toen al aangewezen locaties heeft Harderwijk niet veel ruimte. De grote bouwlocaties zijn nog lang niet volledig benut. Zo kunnen we voor de woningbouwopgave nog jaren vooruit in de grote uitbreiding Drielanden. Dit geldt ook voor het Waterfrontplan, waarvan de uitvoering nog moet starten. Hoofdstuk 3. Harderwijk nu: De uitgangspositie en de doelen Ambities voor de ruimtelijke ontwikkeling, van binnenstad tot Veluwe Veel ruimtelijke opgaven in en buiten de stad komen voort uit verandering van functie van gebieden. Binnen de stad gaat het dan vooral om de invulling van vrijkomende locaties en verbetering van de inrichting van bestaande woonwijken en bedrijventerreinen. Belangrijke ambities voor de komende jaren zijn Harderwijk beter verbinden met de Veluwe, en de aantrekkelijkheid van de binnenstad aanmerkelijk verhogen. Dat is niet alleen goed voor het toerisme, maar vooral ook voor de eigen inwoners. Hoofdstuk 5. Harderwijk 2020: Beleidskeuzen per thema
Harderwijk als regionaal centrum Harderwijk vervult een centrumfunctie voor de regio Noordwest-Veluwe. Dit houdt onder meer in dat veel voorzieningen en werkgelegenheid is geconcentreerd in de stad en dat de stad een opvangfunctie heeft voor regionaal woningzoekenden. Teneinde invulling te geven aan de regiofunctie is de stad de afgelopen jaren een aantal omvangrijke ruimtelijke investeringen aangegaan. Het beleid is erop gericht de regiofunctie van de stad verder te versterken (bv. in het Waterfront, Drielanden en de Centrale Zone). Hoofdstuk 3. Harderwijk nu: De uitgangspositie en de doelen Hoofdstuk 5. Harderwijk 2020: Beleidskeuzen per thema
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
De dragers, het geraamte van Harderwijk Dit zijn de keuzen die het Structuurplan maakt voor de verschillende ruimtelijke dragers van Harderwijk: A28: barrièrewerking verkleinen, hinder beperken, beeldkwaliteit vergroten N302: barrièrewerking verkleinen, hinder beperken, beeldkwaliteit vergroten Verkeersweg: wegbreedte en fraaie bomen handhaven, bebouwing mag steviger Newtonweg: vormgeven als invalsweg, beplanting belangrijk Stationslaan/Oranjelaan: karakteristieke straatbeeld behouden en versterken Hoofdweg/Deventerweg: opwaarderen tot de Groene Corridor naar de Veluwe Ceintuurbaan: bosachtig karakter behouden Westermeenweg: herkenbaarheid versterken door samenhangende inrichting Zuiderzeestraatweg: karakteristieke beeld in stand houden en waar nodig herstellen Groene Zoomweg: voltooien, met het landschappelijke karakter Burgemeester de Meesterstraat: hoogwaardige toegang tot de binnenstad van maken Boulevard: verlengen en opnieuw vormgeven met oog voor historie De Groene Mal: vrijwaren van verstedelijking, waar mogelijk ontbrekende schakels herstellen.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Gebieden waar wat gaat gebeuren 1. Binnenstad: kwaliteitsslag om de aantrekkelijkheid en de historische sfeer te versterken 2. Waterfront: ambitieus en aantrekkelijk Masterplan uitvoeren 3. Veluwe: in Veluwerand een recreatief knooppunt ontwikkelen 4. Drielanden: woningbouwplan voltooien met verscheidenheid in karakter 5. Locatie De Harder: hoogwaardige invulling voor binnenstadsentree 6. Sportpark Parkweg en omgeving: versterking sportvoorzieningen en bewaren groene openheid 7. Lorentz-oost: regionaal bedrijventerrein als opvang voor zwaardere bedrijven 8. Bedrijventerrein Tonsel (Drielanden-oost): bedrijventerrein voor representatieve en schone bedrijven 9. Mheenlanden / Hierdense poort: versterking van de aanwezige natuurwaarden 10. Frankrijk / Walstein 2A: mooi wonen aan de rand van het buitengebied 11. Parallelweg e.o. (‘eendengebied’): sterke verandering, bos en Veluws karakter 12. Kranenburg-noord: 200 woningen en regionale voorzieningen 13. Dichterskwartier (voormalige California-fabriek): nieuw woongebied, 150 woningen 14. Centrale Zone: stedelijke voorzieningen die niet in historische binnenstad passen, uitbreiding streekziekenhuis 15. Stationsomgeving: aanpassen aan gewenste IC-status 16. Hierden-dorp: bestaande kwaliteiten in stand houden en beperkte woningbouw 17. Stadsdennen: voortgaan met stedelijke vernieuwing 18. Bedrijventerrein Lorentz: moderniseren oudere delen. 19. Sypel: blijft bedrijventerrein, maar wordt wel opgewaardeerd 20. Bedrijventerrein Weiburg: functieverandering naar campus voor werken, voorzieningen en wonen 21. Omgeving Glindweg: op langere termijn stedelijke functies. 22. Groene Zoom: stadsrandzone met uitloopmogelijkheden voor Drielanden. 23. N302: reconstructie ten behoeve van capaciteitsvergroting 8
23
9
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Niet per se groeien, kiezen voor kwaliteit Een belangrijk uitgangspunt is dat Harderwijk niet zo nodig veel groter hoeft te worden. Maar het is wel de bedoeling om te voorzien in de lokale behoefte aan woningen en in de daarbij behorende voorzieningen, en dat leidt tot een zekere groei. Maar het gaat in dit structuurplan vooral om meer kwaliteit. Bij transformatie-opgaven is kwaliteitsverbetering een belangrijke drijfveer. Daarbij gaat het om milieukwaliteit (met name bij herinrichting van bedrijvenlocaties), ruimtelijke kwaliteit en landschappelijke kwaliteit. Hierbij zijn ook de onbebouwde ruimten essentieel. In dit plan zijn daarom ook de hoofdlijnen aangegeven van de stedelijke groenstructuur en de inrichting van de openbare ruimte. Daarbij speelt tevens dat bepaalde delen van de infrastructuur moeten worden aangepast aan toekomstige eisen. Ook in het buitengebied is er sprake van functieverandering. De rol van de boeren als de verzorgers van ons landschap neemt af, met als risico verrommeling en afnemende landschappelijke kwaliteit. Het structuurplan gaat mede daarom uit van het omzetten van een deel van het agrarische buitengebied in natuurgebied en waar mogelijk functieverandering van agrarische bebouwing. Hoofdstuk 4. Kernboodschap: de ruimtelijke keuzen voor Harderwijk 2020
De ambities vertaald in acht ruimtelijke speerpunten De kern van de ruimtelijke keuzen in dit Structuurplan ligt in de volgende acht samenhangende ruimtelijke speerpunten voor Harderwijk: 1. Dragers met beeldkwaliteit - Hoogwaardige en herkenbare inrichting van de belangrijkste routes en groenstructuren door de stad. 2. Poort naar de Veluwe - Zorgen voor een sterke toeristische verbinding tussen Harderwijk en de Veluwe. 3. Attractieve binnenstad - Behoud, herstel en versterking van de kwaliteiten van de binnenstad. 4. Transformatie ‘eendengebied’ - Groene gebiedsontwikkeling van het gebied met de intensieve veehouderij. 5. Slimme werkgebieden - Optimaal benutten van de schaarse ruimte voor hoogwaardige bedrijventerreinen. 6. Waterfront, gezicht naar het water - Maximaal inspelen op de ligging van Harderwijk aan open water.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
7. Uitgesproken woonmilieus - Meer variatie in woningaanbod door grotere verschillen tussen woonbuurten. 8. Regiohart Harderwijk - Bundeling van regiovoorzieningen rondom station met intercitystatus. Hoofdstuk 3. Harderwijk nu: de uitgangspositie en de doelen Hoofdstuk 4. Kernboodschap: de ruimtelijke keuzen voor Harderwijk 2020
Aandacht voor "de dragers" Aparte aandacht geeft het Structuurplan aan de zogeheten dragers: belangrijke structurerende lijnen in Harderwijk, zoals belangrijke wegen en groenzones. Dit geraamte van de stad bepaalt de beeldkwaliteit in grote mate. Hoofdstuk 6. Het raamwerk van Harderwijk 2020: de ontwikkeling van de dragers
Harderwijk 2020: ontwikkelingen per gebied Het Structuurplan geeft per gebied aan welke ontwikkelingen voor de komende vijftien jaar worden voorzien om de gewenste situatie in 2020 te bereiken. Hoofdstuk 7. De gebieden van Harderwijk 2020: ontwikkelingen per gebied
Het structuurplan als wettelijk plan Op grond van het Besluit op de ruimtelijke ordening bestaat het structuurplan uit een plankaart met beschrijving en een toelichtend gedeelte. De plankaart en beschrijving staan in hoofdstuk 8. De overige hoofdstukken vormen het toelichtende gedeelte. Hoofdstuk 8. De plankaart en beschrijving van het structuurplan
Uitvoering gericht op kwaliteitsverbetering en identiteit Harderwijk zal nog wel groeien, maar het accent zal ook meer komen te liggen op versterking van de unieke kenmerken van de stad. Hier is de fasering van de projecten en de financiële strategie mede op afgestemd. Hoofdstuk 9. Uitvoering: fasering en financiële strategie
10
Nut en noodzaak van een structuurplan voor Harderwijk Zo’n acht jaar geleden, in 1998, werd de Ontwikkelingsvisie Harderwijk vastgesteld. Wat is dan nu de bedoeling en de status van dit structuurplan Harderwijk 2020, en waarom moest zo’n nieuw plan worden opgesteld? Dit inleidende hoofdstuk geeft het nut en de noodzaak aan. Veranderingen vragen om nieuwe ruimtelijke visie De samenleving en Harderwijk verandert. Grote ontwikkelingen zijn in gang gezet zoals de transformatie van oude bedrijventerreinen aan het water in een nieuw Waterfront, de woningbouw in Drielanden, de verbreding van de N302 - de belangrijke noord-zuid verbinding door de stad. Deze ontwikkelingen en nog een aantal andere zijn ingezet en voortgezet op basis van de Ontwikkelingsvisie Harderwijk uit 1998. Het gedachtegoed uit die tijd drukt nog steeds een duidelijk stempel op de huidige ontwikkeling van de stad. Maar in de afgelopen jaren is er veel veranderd, niet in de laatste plaats de inzichten over de verdere toekomst. Inhoudelijk is de Ontwikkelingsvisie uit 1998 op onderdelen verouderd. Voor een aantal ruimtelijke kwesties die momenteel spelen biedt de visie geen goed houvast meer: die kwesties waren toen nog niet in beeld (denk aan het regionale bedrijventerrein Lorentz-oost), onze opvattingen zijn veranderd (zoals over de locatie "Glindweg") of de ideeën zijn inmiddels verder uitgekristalliseerd (zoals over de relatie van Harderwijk met de Veluwe). Daardoor ontstond de behoefte aan een nieuwe ruimtelijke visie: een structuurplan. De benaming structuurplan is gebaseerd op artikel 7 van de Wet op de ruimtelijke ordening (W.R.O.) waarin is geregeld dat het gemeentebestuur structuurplannen kan vaststellen waarin de toekomstige ontwikkeling van de gemeente wordt aangegeven. Een visie in hoofdlijnen: flexibel waar mogelijk, sturend waar nodig In het algemeen is dit structuurplan globaler dan zijn voorganger, de Ontwikkelingsvisie uit 1998. De huidige opvatting is ook dat het ruimtelijk
11
overheidsinstrumentarium is bedoeld om actuele ontwikkelingen in de samenleving op een effectieve wijze ruimtelijk te begeleiden. Dat vraagt om flexibiliteit en globaliteit. Het credo is: flexibel waar mogelijk, sturend waar nodig! Bovendien is de verwachting dat een globaal product een langere houdbaarheid heeft. Door te focussen op de belangrijkste ruimtelijke kwaliteitskaders en ontwikkelingen en ruimte te laten voor nadere uitwerking zal het verouderingsproces worden vertraagd. Enige relativering is echter wel op zijn plaats. We realiseren ons ook dat sommige uitspraken in dit structuurplan gebaseerd zijn op oudere beleidskaders en onderzoeksuitkomsten. Nadere uitwerking en nieuw onderzoek kan ertoe leiden dat ook dit plan op onderdelen snel kan verouderen. Daarom zal het soms nodig zijn om voorafgaand aan nadere uitwerkingen van dit plan het onderzoek naar relevante aspecten te actualiseren. Globale visie maakt samenspel mogelijk De roep om betrokkenheid van participanten, maatschappelijke groepen en burgers in ruimtelijke planvorming is luider geworden. Het landelijke antwoord is ontwikkelingsplanologie, een andere aanpak van de ruimtelijke ordening. In plaats van toelatingsplanologie (de overheid geeft aan wat er mag, de markt neemt initiatief tot ontwikkelingen) wordt er bij ontwikkelingsplanologie gestreefd naar samenwerking tussen plaatselijke overheden, maatschappelijke organisaties en private partijen rond de ruimtelijke ontwikkeling van een gebied. Die ruimtelijke vernieuwing vindt dan plaats op basis van vooraf geformuleerde kwaliteitsdoelstellingen. Ontwikkelingsplanologie is dus een proces dat is gericht op daadwerkelijke ontwikkeling. Het is projectmatige ruimtelijke ordening, dat ook de noodzakelijke (financiële) middelen zoekt om projecten echt uit te voeren. Het accent ligt op het samenspel van betrokkenen en zorgen voor de benodigde instrumenten, zoals uitruilplanologie en bijvoorbeeld fiscale stimulansen. Op landelijk, provinciaal en regionaal niveau (Nota Ruimte, streekplan Gelderland, Regiovisie) worden aanzetten gegeven om dat te realiseren. Op lokaal niveau vraagt dat ook om nieuw instrumentarium en een andere
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
werkwijze. Daarbij is het een vereiste een ruimtelijke ontwikkelingsvisie op hoofdlijnen te hebben. Die kan dan dienen als onderlegger voor snellere planologische procedures op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening, zoals de zogeheten zelfstandige projectprocedure. De ontwikkeling van de stad en het buitengebied kan niet zonder samenspel tussen overheid en andere partijen, waaronder projectontwikkelaars. Het structuurplan zal daarin een bindend element moeten zijn. Er is dus gekozen voor een interactief proces van totstandkoming en een uitdagende inhoud en vormgeving. De bedoeling daarvan is niet alleen overheden, maar ook anderen te inspireren tot investeringen in de stad en het buitengebied.
ruimtelijke ordening. In het najaar van 2004 is de samen met de waterbeheerders de wettelijk voorgeschreven watertoets doorlopen. De inspraakperiode is door vaststelling van het inspraakverslag begin 2005 door het college afgerond. Hierna heeft enige maanden een procedure gelopen in het kader van het beklagrecht uit de inspraakverordening. Na de tervisielegging in november 2005 en behandeling in de raadscommissie Ruimte op 9 mei 2005, heeft de gemeenteraad het structuurplan op 15 juni 2006 vastgesteld. Hiermee is het plan onherroepelijk. Er volgt geen behandeling bij provincie en Raad van State.
Het planproces: interactief, en vanuit de Stadsvisie Harderwijk 2020 Er is gekozen voor een interactief planproces. Het proces is gestart met het formuleren van een algemene stadsvisie (zie ook hoofdstuk 3). Die visie is opgesteld door een stadsforum, een groep betrokken inwoners uit Harderwijk en omgeving. De Stadsvisie Harderwijk 2020 beschrijft de gewenste identiteit in vijf profielen: Trots op de dynamische stad; Rust en ruimte; De toekomst van het verleden; Nationaal op de kaart; Voorbeeld in samenleven. In de Stadsvisie worden de ambities van de stad beschreven. Deze ambities zijn vertaald in een Startdocument Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie dat op 19 juni 2003 door de gemeenteraad is vastgesteld. Het Startdocument vormde de basis voor dit Structuurplan Harderwijk 2020. In het Startdocument zijn de belangrijkste ruimtelijke opgaven neergelegd waarop het Structuurplan het antwoord moet geven. De leden van het stadsforum zijn op 27 april 2004 apart geconsulteerd over het voorontwerp. Ook andere belangstellenden zijn actief geïnformeerd door middel van een informatieavond op 3 juni 2004. Het plan heeft rond die tijd vier weken ter visie gelegen in het kader van de formele inspraakprocedure. De zomer van 2004 is benut voor het overleg met hogere overheden en betrokken instanties in het kader van artikel 10 van het Besluit op de
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Ontwikkelingsvisie wordt structuurplan Dit plan is bedoeld als inspiratiebron voor al diegenen die zich uitgenodigd weten om ideeën, energie en/of geld te investeren in Harderwijk. In die zin is het plan vergelijkbaar met de Ontwikkelingsvisie uit 1998. Een verschil is, dat dit plan wordt aangemerkt als een formeel structuurplan zoals bedoeld in artikel 7 van de Wet op de ruimtelijke ordening, waardoor het als basis gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld voorbereidingsbesluiten of zelfstandige projectprocedures. Een structuurplan is niet direct voor de burgers bindend (zoals een bestemmingsplan). Wel vormt het structuurplan het kader voor de op te stellen bestemmingsplannen. Een ontwikkeling die afwijkt van het structuurplan, maar wel wenselijk wordt geacht, zal door het gemeentebestuur goed gemotiveerd moeten worden.
12
Harderwijk nu: De uitgangspositie en de doelen Een structuurplan kan vanzelfsprekend niet op een blanco vel worden gemaakt. Bij het opstellen moet allereerst rekening worden gehouden met de bestaande kwaliteiten en beperkingen van Harderwijk. Maar ook hebben we te maken met beleid en plannen die eerder door de gemeenteraad zijn goedgekeurd, plannen die deels nog moeten worden uitgevoerd. En daarnaast zijn er allerlei ontwikkelingen waarmee rekening moet worden gehouden: rijks- en provinciaal beleid, maar ook bijvoorbeeld de verwachte doorgaande vergrijzing van Nederland. Dit hoofdstuk beschrijft die uitgangssituatie: waarmee moet Harderwijk rekening houden bij een ruimtelijke visie op de toekomst, en wat zijn de opgaven? Harderwijk in 2020: de Stadsvisie Wat willen we dat Harderwijk in 2020 voor een gemeente is? Hoe willen we dat er geleefd, gewerkt, gewoond, gerecreëerd wordt, hoe moeten we over vijftien jaar met elkaar omgaan? Dat soort sociale, economische en ruimtelijke keuzen staat in hoofdlijnen in de Stadsvisie 2020, die het vertrekpunt vormt voor onder meer dit structuurplan. Levendig, historisch, rust en ruimte Harderwijk in 2020? Dat is die levendige historische stad aan het grote water, met de hele Veluwe als achtertuin. Altijd iets te doen, alles onder handbereik, en tegelijkertijd de rust en de ruimte die elders zo schaars is geworden. Kortom, Harderwijk is een heerlijke plaats om te wonen. En een plaats waar je als bezoeker met plezier steeds terugkomt - ook als je niet naar een van de grote publieksattracties gaat waar Harderwijk nog altijd om bekend staat. Iedereen kent Harderwijk zeker door die prachtige authentieke binnenstad - geen openluchtmuseum maar een dynamisch centrum. De hele regio komt er sowieso graag. Maar ook de rest van Nederland kent Harderwijk als aantrekkelijke plek voor bijvoorbeeld een bezoek aan een
13
bijzonder evenement of attractie, voor sport of cultuur, voor een kort of langer verblijf. Beter, niet groter In de hoofdopzet van Harderwijk verandert er niet veel in de komende vijftien jaar. Er komen geen omvangrijke nieuwe uitbreidingslocaties bij - Harderwijk wordt hoogwaardiger maar niet veel groter. Het dorp Hierden zal z’n eigen dorpse en landelijke karakter hebben behouden. Wat er goed is wordt beter, en de mogelijkheden die eigenlijk altijd al voor het grijpen lagen, worden de komende jaren ten volle benut. En juist dat vergt gek genoeg de meeste moeite en overtuigingskracht: de soms wat verstopte kwaliteiten van Harderwijk blijven herkennen en de kansen benutten, trots worden en trots blijven. Die mooie binnenstad bijvoorbeeld, die heeft gewoon wat meer zorg en aanhoudende aandacht nodig. De bijzondere ligging aan het water mag nog wel wat verder uitgebuit worden. De prachtige ligging tegen Nederlands mooiste natuurgebied aan, die vraagt eigenlijk alleen om iets aan de barrières te doen. En de gunstige ligging in het midden van Nederland vraagt om verdere versterking van de bereikbaarheid. De Harderwijkse kwaliteit moet ook ruimte voor innovatie betekenen: als er ideeën of initiatieven zijn, op welk vlak dan ook, moeten ze in het dynamische Harderwijk kunnen rekenen op stimulans vanuit overheid en bedrijfsleven. Harderwijk als regionaal centrum Harderwijk vervult een centrumfunctie voor de regio Noordwest-Veluwe en is het streekplan Gelderland (2005) wederom aangewezen als regionaal centrum. Dit houdt onder meer in dat veel voorzieningen en werkgelegenheid is geconcentreerd in de stad en dat de stad een opvangfunctie heeft voor regionaal woningzoekenden. Teneinde invulling te geven aan de regiofunctie is de stad de afgelopen jaren een aantal omvangrijke ruimtelijke investeringen aangegaan. Het beleid is erop gericht de regiofunctie verder te versterken door het aanbieden van wervende woonmilieus (bv. in Drielanden), een breed voorzieningenpakket (bv. in de Centrale Zone) en een hoogwaardig vormgegeven regionaal bedrijventerrein (Lorentz-oost).
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Kortom: Harderwijk in 2020 Harderwijk in 2020: de stad met het gezicht naar het water en de Veluwe in de achtertuin, stad van rust en ruimte, maar met een dynamiek om trots op te zijn. Harderwijk biedt toekomst aan het verleden, en staat nationaal op de kaart. En Harderwijk is een voorbeeld hoe je samen kunt leven, in 2020. Dat is de visie - dat is de opgave. Harderwijk 2006 in hoofdlijnen Het vertrekpunt voor ruimtelijke ontwikkeling van de toekomst is vanzelfsprekend de ruimtelijke situatie van vandaag. Daarom volgt hier in het kort een ruimtelijke analyse van het huidige Harderwijk:
Harderwijk als regionaal centrum op de streekplankaart Een hoogwaardige plek voor alle mensen Naast het realiseren van al eerder voorziene uitbreidingen (Waterfront, Drielanden-West, Lorentz-oost), gaat Harderwijk vooral de bestaande woongebieden vernieuwen en verbeteren, en openvallende ruimten slim benutten. Zodat er goede woonruimte ontstaat en blijft bestaan voor de veranderende bevolking. Want Harderwijk zal over vijftien jaar een evenwichtige bevolking moeten hebben. Toch zal de stad in 2020 net als de rest van het land meer ouderen tellen. Ook dat vraagt om woonruimte die daarbij past en om voorzieningen die zich aan die leeftijdsgroep kunnen aanpassen - van zorgcentrum tot schouwburg. De verschillende bevolkingsgroepen, van alle leeftijden en herkomst, moeten de komende werken aan een hechte lokale samenleving.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Ligging: centraal, goed ontsloten, grenzend aan natuur- en recreatiegebied. Harderwijk ligt centraal in Nederland en is aangesloten op het netwerk van landelijke autosnelwegen en het spoorwegennet, en grenst aan natuur- en recreatiegebieden van nationaal niveau. Het gemeentelijk grondgebied wordt aan de noordwestzijde begrensd door het Wolderwijd en het Veluwemeer, restanten van de vroegere Zuiderzee. De westelijke helft van de gemeente wordt in beslag genomen door stedelijk gebied. Ten oosten daarvan ligt het buitengebied, dat wordt gekenmerkt door diverse landschapstypen, samen een zeer gevarieerd landschap vormend. Het zuidelijke deel van het buitengebied bestaat grotendeels uit bos en natuurgebied, deel uitmakend van het Veluwemassief. Midden in het noordelijke deel van het buitengebied ligt het dorp Hierden. Weinig ruimte voor uitbreiding Verschillende gebiedsdelen binnen de gemeente worden door grootschalige infrastructuur van elkaar gescheiden. Een groot deel van de stad Harderwijk ligt binnen een cordon van hoofdwegen: de rijksweg A28 aan de zuidzijde, en de provinciale weg N302 aan de oostzijde. Deze hoofdwegen vormen barrières naar het buitengebied en ook naar delen van de stad die buiten het cordon zijn gelegen: aan de noordoostzijde de woonwijk Frankrijk en het industriegebied Lorentz, aan de zuidwestzijde de woonwijk Drielanden. De mogelijkheden om de stad nog aanmerkelijk uit te breiden zijn aan alle zijden beperkt. Het plan Waterfront voorziet in groei van de stad in
14
noordwestelijke richting, buiten de oorspronkelijke oevers van de Zuiderzee. Het is niet te verwachten dat na realisering van dit plan verdere groei in noordwestelijke richting mogelijk zal zijn. Aan de oostzijde voorziet het plan Lorentz-oost in ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein. Na realisering daarvan is ook aan de oostzijde de grens van de uitbreidingsmogelijkheden bereikt. De realisering van de woonwijk Drielanden is de laatste mogelijkheid voor uitbreiding van Harderwijk in zuidwestelijke richting; de aan te leggen Groene Zoomweg vormt hier de grens van het stedelijk gebied. Overigens is de capaciteit van de realisering van de genoemde plannen Waterfront en Drielanden voldoende om te voorzien in de behoefte aan woningbouwlocaties voor de periode tot 2020, mits ook binnen het stedelijk gebied verschillende vrijkomende locaties voor woningbouw worden benut.
Harderwijk: stad tussen bos en water
15
Uitgegaan wordt van realisering van drie nieuwe bedrijventerreinen: Lorentzhaven, bedrijventerrein Tonsel (Drielanden-oost) en het regionale bedrijventerrein Lorentz-oost. Daarvan dient Lorentz-haven als vervangende locatie voor watergebonden bedrijven die moeten verplaatsen vanwege het project Waterfront. De ruimte op die drie locaties is volgens de prognoses niet voldoende om tot 2020 volledig te voorzien in de behoefte aan bedrijventerrein. Andere geschikte locaties zijn niet voorhanden; verdere uitbreiding van Lorentz (na realisering van Lorentz-oost) in oostelijke richting is geen optie vanwege de nabijheid van Hierden en de aanwezige natuurwaarden. Er zijn dus ruimtelijke grenzen aan verdere groei. De dragers: wegen en groenstructuren als het geraamte van de stad In de beschrijving van de ruimtelijke structuur worden ‘dragers’ en ‘gebieden’ onderscheiden. Dragers zijn belangrijke structurerende lijnen in de stad (zoals belangrijke wegen en groenzones). Samen vormen ze het skelet van de gemeente - wat gelijkertijd aangeeft waarom een structuurplan er uitspraken over moet doen. De gebieden liggen tussen de dragers. Met knooppunten worden de plekken bedoeld waar dragers elkaar ontmoeten. Voor de oriëntatie binnen de stad zijn dit belangrijke plekken. In dit structuurplan zijn de belangrijkste dragers en gebieden afzonderlijk beschreven. De belangrijkste dragers in de stad zijn de invalswegen: de Newtonweg / Verkeersweg, de Deventerweg / Hoofdweg, de Oranjelaan / Stationslaan, de Ceintuurbaan en de Westermeenweg. De hoofdwegen A28 en N302 en de spoorlijn zijn dragers van een hogere orde. Belangrijke lineaire groenstructuren zijn ook dragers, dit zijn met name de zogenoemde Groene Long (de groene ader waarvan de Plantage en het sportpark Parkweg de uiteinden vormen), de geprojecteerde Blauwe Long in de wijk Drielanden en de Waterzoom langs het Wolderwijd. Dragers zijn belangrijk voor de beeldkwaliteit van de stad. De stad wordt met name waargenomen vanaf deze dragers. Het beeld dat iemand rijdend door de stad krijgt wordt in belangrijke mate bepaald door wat hij of zij vanaf de dragers kan zien. Herkenbaarheid van de verschillende dragers is belangrijk om in de stad de weg te kunnen vinden.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
De beeldkwaliteit van de stad wordt daarom in hoge mate bepaald door de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting (profielen, beplanting) van de dragers en de kwaliteit van de bebouwing daar langs. Dit geldt in het bijzonder voor de knooppunten van dragers. Het beleid is en wordt er op gericht om de dragers van de stad kwalitatief hoogwaardig maar herkenbaar verschillend vorm te geven, en knooppunten te onderscheiden door de inrichting en de vorm van de bebouwing. De belangrijkste dragers zijn beschreven in hoofdstuk 6. De vaststaande toekomst: voortgaan met aanvaard beleid Bij het opstellen van een structuurplan hebben we niet alleen te maken met wat nu concreet zichtbaar is in Harderwijk. Er zijn ook plannen die eerder door de gemeenteraad zijn goedgekeurd, maar die momenteel nog een procedure moeten doorlopen en/of nog moeten worden uitgevoerd. In de Ontwikkelingsvisie uit 1998 waren bijvoorbeeld al woninglocaties aangewezen: Drielanden en het plan Waterfront. Uitbreidingslocaties voor bedrijven zullen, volgens al vastgesteld beleid, komen op het aan te leggen regionale bedrijventerrein Lorentz-oost en Drielanden-oost. Dit structuurplan beschouwt het eerder vastgestelde beleid als uitgangspunt voor de toekomst.
-
-
Voor de volgende ontwikkelingen heeft de gemeenteraad al eerder gekozen; hiervoor zijn of worden plannen gemaakt. Uitgangspunt is dat deze plannen worden uitgevoerd: afronding van de wijk Drielanden, inclusief de hoofdwegenstructuur; alleen voor deelgebied Drielanden-west moet nog een planologische procedure worden doorlopen; realisering van het regionale bedrijventerrein Lorentz-oost. Dit is vastgelegd in het bestemmingsplan dat in 2003 door de gemeenteraad is vastgesteld; realisering van het plan Waterfront. Deze ontwikkeling is ook vastgelegd in het Masterplan Waterfront; realisering van het bedrijventerrein Lorentz-haven, eveneens opgenomen in het Masterplan Waterfront; realisering van
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
-
bedrijventerrein Tonsel (Drielanden-oost), vastgelegd in een onherroepelijk bestemmingsplan; realisering van parkeerfaciliteiten rondom de binnenstad; afronding van woongebied Walstein; het type woonmilieu dat hier wordt ontwikkeld is nog niet vastgesteld; ontwikkeling van stedelijke functies in het plangebied Drielandennoord ligt vast, de inrichting nog niet; ontwikkeling van hoogwaardig wonen, voorzieningen en kantoren in de Centrale Zone ligt vast, de inrichting van de stationsomgeving nog niet; realisering van kantorenlocatie Deventerweg ligt vast, de inrichting nog niet; realisering van kantorenlocatie Verkeersweg/Hoofdweg ligt vast, de inrichting nog niet; herontwikkeling van de locatie De Harder met winkels en amusementsfuncties ligt vast, de inrichting nog niet; herinrichting van ‘de Groene Zoom’; de globale inrichting ligt vast in een masterplan dat samen met Ermelo is gemaakt; natuurontwikkeling in de Mheenlanden en in de Hierdense Poort ligt vast in plannen; natuurontwikkeling langs de Waterzoom Drielanden/Stadsweiden, vastgelegd in Integraal Inrichtingsplan VeluweRandmeren (IIVR); complex-gewijze kwaliteitsverbetering van woongebieden.
De ambities vertaald in ruimtelijke speerpunten De ambities uit de Stadsvisie 2020 zijn door het gemeentebestuur vertaald in een opdracht om een nieuwe ruimtelijke ontwikkelingsvisie (het voorliggende structuurplan) op te stellen. Die opdracht - verwoord in het Startdocument - kan worden gebundeld tot acht samenhangende ruimtelijke speerpunten voor Harderwijk. Stedenbouwkundige kwaliteit en een aantrekkelijke uitstraling, dat zijn aspecten die telkens in die speerpunten doorklinken. Een ander terugkerend onderwerp is dat de nieuwe en toekomstige gebruikseisen verlangen dat gebieden worden opgewaardeerd (woongebieden, bedrijventerreinen), en soms zelfs een andere functie krijgen (zoals het ‘eendengebied’ langs de Parallelweg). En niet in de laatste
16
plaats speelt sterk de ambitie dat de bijzondere situering van Harderwijk ten volle benut moet gaan worden: de ligging tussen randmeer en Veluwe, en de positie als het hart van de regio.
acht ruimtelijke speerpunten Dragers met beeldkwaliteit Hoogwaardige en herkenbare inrichting van de belangrijkste routes en groenstructuren door de stad. Poort naar de Veluwe Zorgen voor een sterke toeristische verbinding tussen Harderwijk en de Veluwe. Attractieve binnenstad Behoud, herstel en versterking van de kwaliteiten van de binnenstad. Transformatie ‘eendengebied’ Groene gebiedsontwikkeling van het gebied met de intensieve veehouderij. Slimme werkgebieden Optimaal benutten van de schaarse ruimte voor hoogwaardige bedrijventerreinen. Waterfront, gezicht naar het water Maximaal inspelen op de ligging van Harderwijk aan open water. Uitgesproken woonmilieus Meer variatie in woningaanbod door grotere verschillen tussen woonbuurten. Regiohart Harderwijk Bundeling van regiovoorzieningen rondom station met intercitystatus.
17
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
18
Kernboodschap: de ruimtelijke keuzen voor Harderwijk 2020 In het vorige hoofdstuk staat de huidige ruimtelijke situatie van Harderwijk beschreven, en welke opgaven er liggen voor 2020 uitmondend in acht speerpunten. In de hoofdstukken 5 en 6 wordt het voorgestelde ruimtelijk beleid uiteengerafeld, achtereenvolgens in beleidsthema’s en gebieden. Maar dit hoofdstuk geeft eerst een integraal, samenhangend beeld van de ruimtelijke keuzen die gemaakt worden voor de komende vijftien jaar. Daarmee is dit de kernboodschap van het Structuurplan. De veranderingen: vooral beter, niet per se groter Er zullen de komende jaren veel veranderingen in de stad plaatsvinden, en vaak zijn het veranderingen die niet direct leiden tot opvallende wijzigingen in het kaartbeeld van de stad. Het Harderwijk van 2020 zal in veel opzichten nog lijken op het Harderwijk van nu. Zo zal de stad in 2020 niet veel groter zijn, zoals de Stadsvisie 2020 al aangeeft. Toch verandert er in een periode van zo'n vijftien jaar heel veel in en rondom de stad door herinrichting van openbare ruimte, uitbreiding en vervanging van bebouwing. Centraal bij deze ontwikkelingen staat het streven naar ruimtelijke kwaliteit. Geen nieuwe uitbreidingslocaties In dit structuurplan worden geen nieuwe uitbreidingslocaties toegevoegd. Op de al eerder aangewezen locaties kan nog vele jaren worden gebouwd. Maar aangezien Harderwijk daarna niet of nauwelijks nog uitbreidingsmogelijkheden heeft, moet de beschikbare ruimte wel optimaal worden benut. Dat geldt niet alleen voor uitbreidingslocaties, maar ook voor bouwlocaties binnen bestaand stedelijk gebied. Op vrijkomende locaties: woningbouw kan, maar niet als vanzelf Voor de herbestemming van een vrijkomende locatie (bv. een schoolterrein of bedrijfslocatie in een woonwijk) is een woonfunctie vaak een goede optie, vooral omdat woningen levendigheid, sociale veiligheid meebrengen, en minder milieuhinder veroorzaken dan bedrijven. De leefbaarheid van de wijk
19
dient hierbij in alle gevallen in het oog te worden gehouden. Toch is keuze voor woningbouw niet overal vanzelfsprekend. In incidentele gevallen kan het de voorkeur hebben om een vrijkomende locatie niet te bebouwen, bijvoorbeeld om een ontbrekende schakel in de groenstructuur te herstellen. Daarnaast kan worden gedacht aan functies in de maatschappelijke of dienstverlenende sfeer. Infrastructuur aangepast aan toekomstige eisen Naast de herontwikkeling van terreinen in de stad is aanpassing van de infrastructuur aan de toekomstige eisen een belangrijke opgave voor de komende periode. Concreet moet de capaciteit van de provinciale weg N302 worden verhoogd. Essentieel is dat daarbij de barrièrewerking van de weg wordt verminderd, en dat de omgevingskwaliteit verbetert. Voor een sterkere relatie tussen stad en Veluwe wordt een attractieve fietsverbinding aangelegd tussen de Deventerweg en de Veluwerand. Een ander concreet project om de bereikbaarheid te vergroten is capaciteitsverhoging en ondertunneling van het spoor nabij het NS-station. Buitengebied: hogere landschappelijke kwaliteit, agrarisch gebruik economisch gezond In de jaren tot 2020 gebeurt er niet alleen veel binnen Harderwijk, ook in het buitengebied zal er veel veranderen. Voor het bosrijke deel van het buitengebied ten zuiden van de A28 wordt ingezet op behoud van natuurwaarden, versterking van de landschappelijke attractiviteit en betere benutting van de toeristische potenties. Voor het buitengebied rondom Hierden blijven er mogelijkheden voor een gezonde voortzetting van het agrarische gebruik. Toch zal in de toekomst meer ruimte geboden worden aan omzetting van het agrarisch gebruik in een woonfunctie of bijvoorbeeld een kleinschalig bedrijfje. Dit moet dan wel gepaard gaan met sloop van oude opstallen en een kwaliteitsverbetering van het landschap. Daarnaast zal altijd een integrale afweging gemaakt moeten worden of bepaalde bedrijfsvoering zich op specifieke plaatsen goed verhoudt met eventuele gewenste ontwikkelingen - bijvoorbeeld of milieuhinderlijke intensieve veehouderij moet worden uitgebreid nabij een locatie die juist heel geschikt is voor extensieve woningbouw. Voor delen
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
van het buitengebied wordt rekening gehouden met het omzetten van agrarische terreinen in natuurgebied (Mheenlanden, Hierdense Poort). Daarnaast moet worden gezocht worden naar andere passende functies voor het buitengebied, waarbij behoud en versterking van landschappelijke kwaliteiten het uitgangspunt is. De acht ruimtelijke speerpunten en de keuzen De ambities van de gemeente Harderwijk zijn vertaald in acht ruimtelijke speerpunten - de belangrijkste ruimtelijke doelen voor de stad in de komende jaren (zie ook hoofdstuk 3). Op welke manier zullen die doelen de komende jaren bereikt worden? Hier volgen de keuzen die gemaakt zijn, voor elk van die speerpunten. Samen vormen deze keuzen de kern van dit Structuurplan. Dragers met beeldkwaliteit Hoogwaardige en herkenbare inrichting van de belangrijkste routes en groene aders door de stad. De hoofdwegen en andere structurerende lijnen in de stad worden "dragers" genoemd. De belangrijkste dragers zijn de Newtonweg/Verkeersweg, de Deventerweg/Hoofdweg, de Oranjelaan/Stationslaan, de Ceintuurbaan en de Westermeenweg. Ook de hoofdwegen A28 en N302 en de spoorlijn zijn dragers. Deze dragers vormen de belangrijkste routes door de stad. Wie via deze routes door Harderwijk rijdt krijgt een beeld van de stad, bij voorkeur een positief beeld. Er wordt daarom veel aandacht besteed aan de beeldkwaliteit van de dragers; dit geldt voor de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting (profielen, beplanting) van de dragers en voor de kwaliteit van de bebouwing daarlangs. Langs de meeste dragers wordt uitgegaan van karakteristieke streekeigen boombeplanting. Om in de stad de weg te kunnen vinden is het belangrijk dat de dragers herkenbaar maar onderling duidelijk verschillend zijn. Dit geldt in het bijzonder voor de knooppunten van dragers. Het beleid is en wordt er daarom op gericht om de dragers duidelijk verschillend vorm te geven, waarbij de knooppunten zich dienen te onderscheiden door inrichting en bebouwing. In hoofdstuk 6 is voor de verschillende dragers beschreven welk beeld wordt nagestreefd. Bebouwing langs een drager moet in
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
verschijningsvorm worden afgestemd op het nagestreefde beeld van die drager. Daarbij is altijd het uitgangspunt dat langs de dragers een hoogwaardig en representatief bebouwingsbeeld wordt verlangd, ook als de ingang van de bebouwing niet aan de zijde van de drager ligt. Bij knooppunten wordt veelal uitgegaan van het maken van accenten in de vorm van afwijkende architectuur en/of hogere bebouwing. Poort naar de Veluwe Zorgen voor een sterke toeristische verbinding tussen Harderwijk en de Veluwe Harderwijk ligt aan de rand van de Veluwe, maar profiteert hier te weinig van. De A28 en de Ceintuurbaan vormen nu een aanmerkelijke fysieke barrière in de verbinding tussen Harderwijk en de Veluwe. Dit structuurplan gaat daarom uit van het versterken van de relatie tussen Harderwijk en de Veluwe door realisering van een betere verbinding (voor fietsers) tussen de binnenstad en de Veluwerand. Daartoe wordt de Deventerweg getransformeerd in een Groene Corridor en in het verlengde daarvan wordt de oversteekbaarheid van de Ceintuurbaan voor fietsers verbeterd. Aansluitend aan die nieuwe toegangspoort moet de toeristische infrastructuur op de Veluwe worden verbeterd. Daarbij kan worden gedacht aan realisering van een recreatief knooppunt in de Veluwerand - waar zich onder meer een bezoekerscentrum, horeca, faciliteiten voor de fietser en parkeermogelijkheden voor de automobilist bevinden. Daarbij is verbetering van het fietsroutenetwerk noodzakelijk. De fietspaden vormen de verbinding tussen diverse interessante bestemmingen op de Veluwe. Van hieruit kunnen ook wandelaars hun weg vinden via een stelsel van wandelroutes. Natuurmonumenten heeft ideeën voor een Centrum voor Natuur en Economie rond het thema gebroeders Tinbergen. De gemeente opteert nu voor een koppeling aan het recreatief knooppunt, zodat meerwaarde ontstaat. Om diverse initiatieven goed op elkaar af te stemmen zodat ze elkaar inderdaad versterken, is vérgaande samenwerking nodig tussen de diverse instanties die een rol spelen op de Veluwe. De N302 vormt vanuit de polder de entree van de Veluwe. In de ruimtelijke vormgeving van de N302 zou dit tot uitdrukking moeten komen.
20
Attractieve binnenstad Behoud, herstel en versterking van de kwaliteiten van de binnenstad Harderwijk heeft een historische binnenstad. Dat is voor de Harderwijkers zelf heel aantrekkelijk, en is ook van belang voor de toeristische betekenis van Harderwijk. Zo’n kostelijk bezit vraagt wel om een zorgvuldig beheer, en zo nu en dan om een flinke opknapbeurt. Enkele jaren geleden is de Vischmarkt aangepakt, waarbij de bestrating is vernieuwd en historische panden zijn gerestaureerd. Niet-historische panden zijn in stijl goed op die omgeving aangepast. Andere delen van het centrum hebben die kwaliteit niet (meer). Daarom is gestart met een ‘Kwaliteitsslag Binnenstad’ en is door de raad een Binnenstadsvisie vastgesteld. Het doel hiervan is onder meer om de aantrekkelijkheid en de historische sfeer van het centrum te versterken. Het gaat hierbij niet alleen om fysieke ingrepen, maar ook om zaken als evenementen, horeca en het culturele aanbod. Een integrale aanpak, waarbij diverse partijen nauw worden betrokkenen, is noodzakelijk. Transformatie ‘eendengebied’ Groene gebiedsontwikkeling van het gebied met de intensieve veehouderij Het gebied rond de Parallelweg en Tweede Parallelweg wordt gedomineerd door uitgestrekte bebouwing van intensieve veehouderijbedrijven. Van oorsprong waren dit vooral eendenbroederijen en -mesterijen, maar er komen nu ook kalvermesterijen en een palingkwekerij voor. Gestreefd wordt naar een aanmerkelijke transformatie van dit gebied, waarbij veel bebouwing verdwijnt om plaats te maken voor aanleg van een bosgebied met een Veluws karakter. Om deze ontwikkeling tot stand te kunnen brengen zal een integraal plan worden opgesteld dat enerzijds voorziet in het terugbrengen van het karakter van het Veluwe-landschap, en dat anderzijds op zeer beperkte schaal bebouwing op bospercelen mogelijk maakt. Het is de bedoeling met deze bebouwing de kosten van de herontwikkeling te dekken. Daarbij kan worden gedacht aan verspreide woningbouw in het duurdere segment in zeer lage dichtheden. Een en ander vergt een integrale visie en ontwikkeling; hiervoor wordt samenwerking gezocht met diverse partijen, zoals eigenaren, marktpartijen en natuurbeschermingsorganisaties. Het is denkbaar dat in het aan te leggen bosgebied ook recreatieve voorzieningen kunnen worden geïntegreerd.
21
Slimme werkgebieden Optimaal benutten van de schaarse ruimte voor hoogwaardige bedrijventerreinen Na Lorentz-oost heeft Harderwijk niet meer de beschikking over grote uitbreidingslocaties voor bedrijventerrein. Het beleid zal erop worden gericht om de beschikbare bedrijventerreinen zo effectief mogelijk te benutten en meer een uitgesprokener, eigen profiel te geven. Daartoe zal een selectief uitgiftebeleid worden gevoerd met als uitgangspunt dat het juiste bedrijf op de juiste plaats moet worden gevestigd: dus kleine, schone en meer representatieve bedrijven op binnenstedelijke locaties en grotere en zwaardere bedrijven op Lorentz en Lorentz-oost. Revitalisering van bestaande bedrijventerreinen is nodig om het gewenste profiel te bereiken. Hierbij wordt gestreefd naar een doelmatiger ruimtegebruik, zowel door herverkaveling als door het bevorderen van het bouwen in meer bouwlagen. Meer dan in het verleden zal aandacht worden geschonken aan de beeldkwaliteit van de bedrijfsbebouwing, met name langs hoofdroutes. Ook beheerszaken zullen nadrukkelijker een rol gaan spelen, zoals vervoersmanagement, gezamenlijke afvalverwerking en energiebesparing. Waterfront, gezicht naar het water Maximaal inspelen op de ligging van Harderwijk aan open water Harderwijk is gelegen aan het Wolderwijd en het Veluwemeer. De afgelopen decennia is de relatie tussen de stad en het water aangetast door oprukkende industriële bebouwing, parkeerterreinen en privatisering van openbare ruimte. In 2003 is het Masterplan Waterfront vastgesteld, met als doel de stad met het gezicht naar het water te keren. Het is een ambitieus en aantrekkelijk ruimtelijk plan. Het buit de unieke ligging van Harderwijk aan de randmeren uit, terwijl de relatie tussen stad en water fors wordt versterkt op een manier die profijtelijk is voor zowel de eigen inwoners als voor de bezoekers. Het Masterplan Waterfront bestrijkt een kuststrook langs de Randmeren met een totale lengte van bijna vijf kilometer. Het is ook letterlijk veel omvattend: de Boulevard met Dolfinarium, het huidige (industrie)havengebied, de jachthaven, het grote bedrijventerrein Lorentz en kwetsbare natuurgebieden. Met dit plan worden verscheidene doelen nagestreefd:
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
-
het herstellen van de relatie tussen de binnenstad en het open water van de voormalige Zuiderzee; het oplossen van grote parkeer- en bereikbaarheidsproblemen rondom het Dolfinarium; het bieden van zeer hoogwaardige woonmogelijkheden op een unieke locatie aan het water, nabij de binnenstad; het oplossen van de milieuproblemen die worden veroorzaakt door oude industrieterreinen in de nabijheid van de binnenstad. Het versterken van natuurwaarden langs de oevers van het Veluwemeer.
Uitgesproken woonmilieus Meer variatie in woningaanbod door grotere verschillen tussen woonbuurten. De bevolking in Harderwijk zal de komende jaren niet alleen groeien, maar ook veranderen van samenstelling. Onder meer zal het aandeel senioren toenemen en er zal een grotere diversiteit aan huishoudens ontstaan, autochtone en ook allochtone. Een groeiende voorkeur zal ontstaan voor twee typen woonmilieus: (hoog)stedelijk wonen in centrummilieus en wonen in landelijke, groene en/of waterrijke omgevingen. De soorten woningvragers zijn in te delen in profielen. Die bestaan voor het stedelijke wonen uit jonge een- of tweepersoonshuishoudens met hogere inkomens maar zonder kinderen en ‘terugkerende’ welgestelde ouderen, eveneens zonder zorgtaak voor kinderen. Landelijk wonen wordt gezocht door automobiele gezinnen met kinderen. Door het creëren van meer uitgesproken woonmilieus (bijvoorbeeld rustiek landelijk of dynamisch stedelijk) en meer variatie in woningtypen (bijvoorbeeld specifieke zorgwoningen of betaalbare huizen voor starters) wil Harderwijk de komende jaren een antwoord bieden aan veranderende consumentenvoorkeuren. Ook wil Harderwijk meer mogelijkheden bieden voor eigenbouw in soms uitgesproken architectuur.
versterken als regionaal centrum door het faciliteren van voorzieningen met een regionale aantrekkingskracht op centraal gelegen en goed bereikbare plekken in de stad. De stationsomgeving en de Centrale Zone tussen binnenstad en station bieden uitstekende vestigingscondities voor dergelijke voorzieningen. Door een intercity-status wordt de stationsomgeving nog aantrekkelijker voor voorzieningen die willen profiteren van een goede o.v.-bereikbaarheid. Een intercity-status vergt grondige aanpassingen aan de infrastructuur in en rondom het station, die kunnen worden gecombineerd met de realisering van een verkeerstunnel onder het spoor nabij het NS-station. Rondom een aangepast stationsplein kunnen kantoren, centrumfuncties en parkeerruimte worden gerealiseerd. Het station moet een aantrekkelijk startpunt worden voor fietstochten in de omgeving. Er wordt voorzien in een groene fietsroute vanaf het station via Kranenburg-noord en de Deventerweg naar de Veluwe. Voor de Centrale Zone tussen station en binnenstad is het beleid gericht op vestiging van de meer grootschalige maatschappelijke voorzieningen waarvan een centrale situering gewenst is. In de nabijheid van het uit te breiden ziekenhuis kunnen aanvullende (para-) medische voorzieningen worden gevestigd, waardoor een concentratie van zorgvoorzieningen (het "zorgfront") kan ontstaan. Daarnaast zullen in de Centrale Zone andere maatschappelijke functies worden gevestigd, zoals het politiebureau en semi-overheidsinstellingen. Op het bedrijventerrein Weiburg zijn enkele bedrijven gevestigd die qua aard en schaal niet thuishoren midden in een stedelijk gebied. De locatie is meer geschikt voor hoogwaardige stedelijke voorzieningen (zorginstellingen, onderwijs), kantoren en hoogwaardige representatieve bedrijven die gebaat zijn bij een ligging dichtbij het station en de binnenstad. Op deze locatie is ook (in beperkte mate) woningbouw denkbaar voor doelgroepen die baat hebben bij een ligging bij het station en de zorgvoorzieningen rond het ziekenhuis.
Regiohart Harderwijk Bundeling van regiovoorzieningen rondom station met intercitystatus. Als stad met 40.000 inwoners vervult Harderwijk een belangrijke regionale centrumfunctie voor de Noordwest-Veluwe, met name ten aanzien van woningbouw, bedrijvigheid, zorg, cultuur en recreatie. Harderwijk wil zich
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
22
Harderwijk 2020: Beleidskeuzen per thema's Dit hoofdstuk schetst het ruimtelijk beleid voor de verschillende beleidsthema’s die met ruimtelijke ontwikkeling te maken hebben. Per beleidsthema wordt steeds eerst de essentie van de opgave en beleidskeuzen voor dat thema genoemd. De functies worden daarna toegelicht. Delen van de toelichting in dit hoofdstuk komen overigens terug in de hoofdstukken 6 (over de dragers van Harderwijk) en 7 (waarin het structuurplan per gebied wordt besproken). Achtereenvolgens komen nu aan bod: Wonen, Werken, Verkeer, Voorzieningen, Recreatie en toerisme, Groen en landschap, Water, Milieu en Beeldkwaliteit.
Wonen De opgave: Zorgen dat Harderwijk een aantrekkelijke woonstad blijft, door het instandhouden en realiseren van verschillende woonmilieus voor alle doelgroepen. De keuzen: door de bouw van zo’n 5000 woningen tot 2020 invulling geven aan de regionale opvangtaak en de autonome groei van de gemeentelijke bevolking; meer uitgesproken verschillen maken tussen woonmilieus; locatiekenmerken benutten voor het realiseren van specifieke woonmilieus: centrum-stedelijk wonen aan water in het Waterfront, ruim en groen wonen in de stadsranden; meer mogelijkheden bieden voor dorps en landelijk wonen op geschikte locaties; woonmilieus aanbieden die elders in de regio schaars zijn; meer ruimte bieden voor eigenzinnige woningbouw en vernieuwende stedebouwkundige concepten;
23
-
-
woningaanbod kwantitatief en kwalitatief afstemmen op regionale woningbehoefte; woningdifferentiatie afstemmen op veranderingen in samenstelling huishoudens op langere termijn, daarom meer bouwen voor ouderen en meer variatie in woningaanbod; afstemmen van wonen en zorg, mede door inrichten van woonzorgzones; meer aandacht voor bouwen voor starters. +
Vergrijzing: straks is één op vijf Nederlanders 65 er Nederland is aan het vergrijzen. Dit betekent dat het aantal ouderen de komende decennia sterk zal blijven toenemen. Oorzaken zijn de stijging van de levensverwachting, en het op leeftijd komen van de naoorlogse geboortegolf (1946 -1955). Door dit laatste zal na 2010 het aantal ouderen nog sterker stijgen dan daarvoor. Was in 1999 gemiddeld 14% van de inwoners 65 jaar of ouder, in 2025 zal al bijna 21% van de bevolking tot deze groep behoren. In de toekomst zijn ouderen iets vaker alleenstaand en minder vaak samenwonend. Dit wordt veroorzaakt door toenemende relatie-ontbinding en afnemende hertrouw. De sterke groei van het aantal ouderen, zowel absoluut als relatief, stelt de samenleving voor een groot aantal uitdagingen. Te denken valt aan zaken als pensioenen, gezondheidszorg en ouderenzorg. Ook in de woningbouw en bij de inrichting van de woonwijken moet rekening worden gehouden met de vergrijzing. Hier ligt een belangrijke opgave, ook voor Harderwijk.
Woonvisie 2010 (2004) Het Harderwijkse woonbeleid op de middellange termijn staat verwoord in de Woonvisie. Centraal in de Woonvisie staat het streven om de samenstelling en de kwaliteit van de woningvoorraad en de woonomgeving anno 2010 zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen met de wensen van de huidige en toekomstige bevolking van Harderwijk. De Woonvisie is deels gebaseerd op het landelijke woningbehoefteonderzoek (2002).
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
De bevolkingsprognoses in de Woonvisie geven aan dat in de periode tot 2020 het aantal jongeren ongeveer gelijk zal blijven aan de huidige situatie. De prognoses geven tevens aan dat het aantal ouderen naar verhouding sterk zal toenemen. De groei van de woningbehoefte zal (dus) met name zitten in de oudere huishoudens. Meer ouderen betekent niet alleen meer vraag naar woningen voor ouderen, maar ook meer vraag naar zorgvoorzieningen. Verder geven de prognoses aan dat met name het aantal kleinere huishoudens zal toenemen en het aantal huishoudens met kinderen zal afnemen. Dit komt door de vergrijzing, maar ook door de tendens tot individualisering in de maatschappij. Verder blijkt dat rond 2020 het aantal inwoners zal zijn toegenomen tot circa 48.000. De gemiddelde woningbezetting zal dalen van 2,59 naar 2,29. Het aantal huishoudens zal tegen die tijd zijn toegenomen tot circa 21.000. Dit betekent dat de voorraad met zo’n 5.000 woningen dient te worden uitgebreid. Gelet op het tempo van de groei van het aantal huishoudens en de in Woonvisie uitgesproken ambitie om het woningtekort in 2008 te hebben gereduceerd tot 2% van de voorraad is ruwweg het volgende bouwtempo gewenst: 2005 - 2009: 2.250 woningen (450 per jaar); 2010 - 2015: 1.500 woningen (300 per jaar); 2015 - 2019: 1.250 woningen (250 per jaar). De capaciteit van de plannen Waterfront, Drielanden en Frankrijk is voldoende om hierin te voorzien, mits ook binnen het stedelijk gebied verschillende vrijkomende locaties voor woningbouw worden benut. De belangrijkste binnenstedelijke woningbouwlocaties zijn het Dichterskwartier (de locatie van de voormalige soepfabriek California) en het defensieterrein Kranenburg-noord. In de Nota Wonen van het rijk en de provinciale Woonvisie is de woonmilieugedachte geïntroduceerd. Voor de kwaliteit van het wonen is niet langer alleen de woning belangrijk, maar ook de plek waar de woning staat. Daarmee gaan ook zaken als kwaliteit van de woonomgeving en de identiteit van wijken en buurten een rol spelen in het woonbeleid. Het betekent ook
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
aandacht voor de bijdrage die het wonen kan/moet leveren aan zaken als leefbaarheid, wijkopbouw, sociale kwaliteit etc. Harderwijk heeft in dit kader bijvoorbeeld het Politiekeurmerk Veilig Wonen van toepassing verklaard voor nieuwe woongebieden, zowel binnenstedelijk als buitenstedelijk. Woonmilieus worden bepaald aan de hand van kenmerken als ligging, functiemenging, woningdichtheid, bouwperiode en bereikbaarheid. De woonmilieutypologie uit de Nota Wonen van het rijk bestaat uit een vijfdeling (Centrumstedelijk, Stedelijk buiten centrum, Groenstedelijk, Centrum dorps en landelijk). In de Woonvisie is deze indeling verder verfijnd, zodat ze toepasbaar is voor Harderwijk (zie bijlagen achterin). Ten aanzien van de woonmilieus heeft Harderwijk de volgende doelen: meer uitgesproken verschillen maken tussen woonmilieus; locatiekenmerken benutten voor het realiseren van specifieke woonmilieus: centrumstedelijk wonen aan water in het Waterfront, ruim en groen wonen in suburbane milieus zoals Drielanden; meer mogelijkheden bieden voor dorps en landelijk wonen op daartoe geschikte locaties; aanbod van specifieke woonmilieus nadrukkelijker afstemmen op regionale woningbehoefte. Regionaal kwalitatief woonprogramma Bekend is dat woningmarkten op een regionale schaal functioneren. Regiogemeenten op de Noord-Veluwe en de provincie hebben met elkaar afspraken gemaakt over een regionaal kwalitatief woonprogramma (KWP). Deze afspraken gaan niet alleen over de aantallen nieuw te bouwen woningen en de prijsklasse, maar ook over herstructurering, woonmilieutransformatie, wonen met zorg enz. Verder zijn afspraken gemaakt over welk deel van het totale regionale programma iedere gemeente voor haar rekening neemt. De provincie hanteert een zogenaamd referentieprogramma voor de regio. De bedoeling is uiteindelijk het feitelijke regionale woonprogramma dichter bij het referentieprogramma te brengen. Het referentieprogramma ziet er als volgt uit:
24
Regionaal woonprogramma 2005-2014 2005-2009 Centrum
2010-2014
Harderwijk
Regio
totaal
Harderwijk
regio
Totaal
675
0
675
700
0
700
1305
0
1305
1050
0
1050
wonen Suburbaan wonen Dorps
250
1370
1620
50
930
980
50
850
900
40
730
770
2280
2220
4500
1840
1660
3500
wonen Landelijk wonen Totaal
(stedelijk buiten centrum en groenstedelijk zijn hierin samengevoegd tot Suburbaan wonen)
Duidelijk is dat Harderwijk de meer stedelijke milieus voor haar rekening neemt en de regiogemeenten de centrumdorpse en landelijke. Harderwijk heeft een opvangfunctie voor regionale woningzoekenden en voorziet daarmee tevens in specifieke woonmilieus waarin elders in de regio niet kan worden voorzien. Ongeveer 45% van de regionale woningbouwopgave wordt gelenigd in Harderwijk. De verdeling van de Harderwijkse plancapaciteit per woonmilieu ziet er als volgt uit: Harderwijks woonprogramma 2005-2019 2005-2009
2010-2014
2015-2019
Totaal
Centrum wonen
300
650
700
1650
Suburbaan
2492
1002
550
4044
wonen Dorps wonen
80
0
0
80
Landelijk wonen
2
0
0
2
Totaal
2874
1652
1250
5776
wel teveel capaciteit in het Suburbaan en Centrum wonen zit en te weinig in Dorps en Landelijk wonen. In de tabel is geen rekening gehouden met mogelijke extensieve woningbouw in het eendengebied. Dit gebied zou geschikt kunnen zijn om invulling te geven aan de behoefte aan landelijke woonvormen. Woonmilieus in balans met de regio Om het Harderwijkse woonprogramma meer in overeenstemming te brengen met het regionale referentieprogramma wordt het volgende voorgestaan. De vraag naar Suburbaan wonen zal wel toenemen, maar door verandering van de huishoudenstypen (minder gezinnen) zal de vraag de komende jaren afvlakken. Gelet op de forse capaciteit zal hier een overschot kunnen ontstaan. Om een overschot te voorkomen zal met name in Drielanden meer aandacht moeten uitgaan naar woonmilieus die zijn toegespitst op deze veranderende huishoudensamenstelling. Ook zal een deel van Drielanden worden opgezet in een woonsfeer die refereert aan het landelijk cq. dorps wonen. In deze categorieën wordt de komende jaren immers een tekort verwacht. De vraag naar Dorps wonen zal fors toenemen. Voor Dorps wonen en Landelijk wonen richt de Harderwijker zich veelal noodgedwongen op gebieden buiten de gemeente, omdat dit type milieu in Harderwijk schaars is. Het tekort aan woningen in dit type woonmilieu zal in de jaren tot 2020 verder toenemen. Nieuwe landelijke woonvormen in het buitengebied (bv. het eendengebied) kunnen in deze behoefte helpen voorzien. Verder kan sommige vrijkomende agrarische bebouwing een woonfunctie krijgen. In de wijk Frankrijk (locatie Walstein) is het mogelijk een woonmilieu te creëren dat een overgang vormt tussen ‘stad en land’. Ook de omstandigheden in de Groene Zoom ten zuiden van Drielanden lenen zich plaatselijk goed voor landelijk wonen.
Geconcludeerd kan worden dat de totale capaciteit voldoende is om de gewenste uitbreiding van de woningvoorraad vanuit de regio te kunnen herbergen. Verder kan worden gesteld dat de verdeling naar woonmilieu in grote lijnen spoort met het regionale referentieprogramma, maar dat er nog
25
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Drielanden (1) Ten zuiden van de snelweg A28 ligt het nieuwste stadsdeel van Harderwijk: Drielanden. Hier worden naar verwachting 4800 woningen plus de nodige winkel- en wijkvoorzieningen gebouwd. De bruto-woningdichtheid bedraagt circa 30 woningen per hectare. Momenteel is ongeveer de helft van dat aantal woningen gerealiseerd; uitgaande van het huidige bouwtempo van ongeveer 200 woningen per jaar kunnen hier nog tot het jaar 2015 woningen worden gebouwd. Kenmerkend voor Drielanden zijn de grote variatie in woningen, de aandacht voor het aanzien van de wijk (de beeldkwaliteit) en voor duurzaam bouwen. De Woonvisie kan aanleiding geven de woningdifferentiatie als volgt aan te passen: verhoging van het percentage sociale huurwoningen en duurderde huurwoningen, verhoging van het percentage goedkope koopwoningen en met betrekking tot de appartementen: een verschuiving van koop naar huur. Ook meer nadruk op woningbouw voor kleinere huishoudens, ouderen en gehandicapten is een optie, bijvoorbeeld rond de woonzorgzone Centrumgebied Drielanden.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Muziekland IV in Drielanden: een uitgesproken woonmilieu Frankrijk (2) Frankrijk is een woonwijk gelegen aan de oostzijde van de N302 en is grotendeels gebouwd in de jaren tachtig. De afronding van de wijk aan de zuidoost-kant (de bouwlocatie Walstein) is door planologische procedures vertraagd. Thans heeft de provincie het bestemmingsplan goedgekeurd en zijn verkavelingsplannen in ontwikkeling om Walstein de komende jaren als woongebied af te ronden. Uitgangspunt voor deze laatste fase van Walstein is een landelijk en groen woonmilieu aansluitend op het landelijke karakter van de naastgelegen Hierdense Enk en het te transformeren eendengebied. Waterfront (3) De woningbouw vormt een belangrijk onderdeel van het programma van het Waterfront. Hier ontwikkelt Harderwijk een centrumstedelijk woonmilieu. Gestreefd wordt naar een woningaantal van zo’n 1.600. In het plan wordt
26
een veelheid aan woonsferen gecreëerd, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de ligging aan het open water en de oude binnenstad. Het Masterplan Waterfront gaat uit van een kleinstedelijke dichtheid van bruto ongeveer 50 woningen per hectare. Gestreefd wordt naar een maximale differentiatie aan koop- en huurwoningen in de sectoren midden, duur en heel duur. Voor goedkope woningen is financieel weinig ruimte. Deze categorie zal elders in de gemeente worden gebouwd. De verwachting en ervaring is wel dat er via doorstroming een fors aantal betaalbare huur- en koopwoningen elders in Harderwijk vrijkomt. In het Waterfront wordt gemikt op huishoudens binnen de regio waarvoor elders in de regio geen vergelijkbare woonmilieus beschikbaar zijn.
goede zaak voor de levensvatbaarheid van aanwezige dorpsvoorzieningen en de sociale samenhang. Buitengebied Afnemend agrarisch gebruik van het buitengebied noodzaakt tot functieverandering van terreinen en bebouwing. Als compensatie voor het opruimen van opstallen kan soms woningbouw worden toegestaan op (voormalige) agrarische bouwpercelen. Soms kan bestaande agrarische bebouwing worden omgebouwd tot een woning. Nieuwe bouwmogelijkheden buiten de huidige agrarische bouwpercelen zijn uitsluitend denkbaar als door middel van een financiële bijdrage een kwaliteitsverbetering van het buitengebied kan worden bereikt (vereveningsprincipe).
Inbreidingslocaties Harderwijk kent twee grote nieuwe binnenstedelijke woningbouwlocaties, te weten Kranenburg-noord (4. voormalige kazerne) en het Dichterskwartier (5. voormalige soepfabriek). De invulling van dergelijke locaties vormt een samenspel van stedenbouwkundige mogelijkheden en de toekomstige vraag naar het type woonmilieu waarin de locaties zijn gelegen. Er komen in de stad soms kleinere locaties beschikbaar door beëindiging of verplaatsing van activiteiten. Bij herbestemming van zo’n locatie is een woonfunctie vaak een goede optie, omdat woningen minder milieuhinder veroorzaken dan bijvoorbeeld bedrijven. Vaak kan door woningbouw de variatie in woningtypen op die plek en het aanbod van een bepaald type woonmilieu worden vergroot. Ook door de veelal centrale ligging nabij bestaande voorzieningen ontstaan hier kansen voor met name woningen voor bijzondere doelgroepen, zoals senioren, kleine huishoudens en gehandicapten. Hierden (6) Hierden vormt het enige centrumdorpse woonmilieu binnen de gemeentegrenzen. Uitgangspunt is behoud en versterking van de dorpse identiteit. De komende jaren zullen ongeveer ruim 80 woningen binnen de dorpskom van Hierden worden bijgebouwd om zo de centrumdorpse sfeer te versterken en inwoners de gelegenheid te geven in Hierden te blijven wonen. Daarnaast vormt het op peil houden van het inwoneraantal een
27
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Werken De opgave: de beschikbare ruimte optimaal benutten voor het bieden van meer uitgesproken, gedifferentieerde werkmilieus die bijdragen aan de economie in Harderwijk De keuzen: voorzien in de aanleg van bruto ruim 100 hectare nieuw bedrijventerrein om regionale en gemeentelijke vraag tussen 2005 en 2015 op te vangen; revitaliseren / herstructureren van ongeveer bruto 50 ha bedrijventerrein; herbestemmen (bv. naar wonen) van ruim 30 ha bruto bedrijventerrein; beschikbare ruimte voor bedrijven is op termijn beperkt, daarom uitgaan van intensief ruimtegebruik op werklocaties; locatiebeleid van bedrijven afstemmen op de kenmerken en kwaliteiten van verschillende werkgebieden (segmentering van bedrijventerreinen); bij gronduitgifte streven naar minimalisering van het ruimtebeslag grotere kantoren alleen vestigen op een beperkt aantal daarvoor aangewezen locaties; binnen stedelijk gebied ruimte houden voor kleine representatieve bedrijven; waar dat goed kan: ruimte bieden aan kleinschalige werkgelegenheid in de woonomgeving (functiemenging); voldoende ruimte bieden voor niet-industriële werkgelegenheid, onder meer in sectoren dienstverlening en recreatie; meer aandacht voor ruimtelijke kwaliteit van werkgebieden; langs zichtbare randen hoge beeldkwaliteit realiseren; milieuhinder van bestaande en nieuwe bedrijvigheid tot een zo laag mogelijk niveau beperken; milieuhinderlijke bedrijfsactiviteiten weren uit directe woonomgeving.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Behoefteraming bedrijventerreinen In de provinciale economische nota ‘Trekkracht/Slagkracht’ (2003) is becijferd dat de regio Noord-Veluwe tot 2020 behoefte heeft aan zo’n 190 hectare uitgeefbaar bedrijfsterrein. Middels de Bedrijventerreinvisie regio Noord-Veluwe (2005) legt de regio eveneens de nadruk op behoud van werkgelegenheid in de regio zelf. Speerpunten in deze visie zijn: een voortvarende aanpak van bedrijventerreinenplanning; efficiënt omgaan met beschikbare ruimte; het juiste bedrijf op de juiste plaats; onderhoud en verbetering van ruimtelijke kwaliteit; verplaatsing van hinder veroorzakende bedrijven; creëren van ruimte voor kleinschalige economische activiteiten in het landelijk gebied. De prognose voor Harderwijk bedraagt vanwege haar regiofunctie 106 ha uitgeefbaar bedrijventerrein. Door middel van de laatste fase van het huidige Lorentz (inmiddels uitgegeven 12 ha), de uitbreidingslocaties Drielandenoost (netto 10 ha), Lorentz-oost (netto 44 ha) en Lorentz-haven (netto 17 ha) kan Harderwijk deels voorzien in de regionale behoefte. Voor enkele tientallen hectares uitgeefbaar bedrijventerrein kan Harderwijk op de langere termijn geen ruimte meer bieden, vanwege de landschappelijke waarden in en rond de gemeente. Bovendien speelt dat mogelijk geschikte verstedelijkingslocaties ook (en wellicht beter) geschikt worden geacht voor andere functies. Geraamd is dat genoemde bedrijventerreinen rond 2015 geheel zullen zijn uitgegeven. Er zijn dan in de regio Noordwest-Veluwe niet veel mogelijkheden meer voor vestiging van grotere en zwaardere bedrijven. De provincie Gelderland heeft met de provincie Flevoland afspraken gemaakt om te voorzien in vestigingsmogelijkheden na 2015 voor zover deze passen binnen de in Flevoland voorziene productiestructuur en binnen de kaders van het Omgevingsplan Flevoland (Contourennota, 2004). Om het tekort na 2015 niet verder te laten oplopen en mogelijkheden te blijven bieden aan kleinere, schonere en minder ruimtebehoevende bedrijven is het van belang bestaande (bv. Sypel en Weiburg), maar ook nieuwe bedrijvenlocaties effectief te benutten.
28
Segmenteren werkgebieden: niet overal hetzelfde Het beleid zal erop worden gericht om de beschikbare bedrijventerreinen zo effectief mogelijk te benutten en meer een uitgesprokener, eigen profiel te geven. In dit kader zal een selectief uitgiftebeleid worden gevoerd met als uitgangspunt dat het juiste bedrijf op de juiste plaats moet worden gevestigd: dus kleine, schone en meer representatieve bedrijven op de Weiburg, Sypel, Overveld en Drielanden-oost, grotere en zwaardere bedrijven op Lorentz en Lorentz-oost. Soms is revitalisering van een bedrijventerrein nodig om aan het gewenste profiel te voldoen. De totale herstructureringsopgave bedraagt ongeveer 65 hectare bruto werkterrein (oudste delen van Lorentz, Weiburg en Sypel). Hierbij wordt gestreefd naar een doelmatiger ruimtegebruik, zowel door herverkaveling als door het bevorderen van het bouwen in meer bouwlagen. Meer dan in het verleden zal aandacht worden geschonken aan de beeldkwaliteit van de bedrijfsbebouwing, met name langs hoofdroutes. Daarnaast kan in dat verband waar nodig de inrichting van de openbare ruimte worden verbeterd. Bij revitalisering gelden onder meer de volgende uitgangspunten: milieuhinder van de bedrijven moet voldoen aan daaraan te stellen kwaliteitseisen; er mag geen sprake zijn van intensieve belasting van de omgeving door verkeer en transport; de ruimtelijke kwaliteit moet worden afgestemd op het beoogde karakter van de omgeving; bedrijven dienen langs hoofdroutes een representatieve uitstraling te hebben.
benutten van de bestaande voorraad. Daarom is de gemeente samen met het bedrijfsleven en andere maatschappelijke partners gestart met een revitaliseringsproces. Uitgangspunt van revitalisering is onder meer intensiever en duurzamer grondgebruik en het toepassen van vormen van bedrijventerreinmanagement. In 2006 verschijnt een masterplan voor het terrein, waarin de ruimtelijke uitgangspunten en strategie staan verwoord.
Profielen bedrijventerreinen 1. Bedrijventerrein Lorentz: moderniseren van de oudere delen Het bedrijventerrein Lorentz is het grootste bedrijventerrein van Harderwijk en is gefaseerd aangelegd vanaf de naoorlogse jaren tot aan het heden. Met name de oudste delen van het terrein voldoen qua functies en verschijningsvorm niet meer aan de eisen van een hedendaags bedrijventerrein. De prognoses geven aan dat ook na de realisatie van Lorentz-oost behoefte blijft bestaan aan bedrijventerrein. Naast het opvangen van deze vraag in Flevoland wordt gekozen voor het efficiënt
2. Lorentz-oost: regionaal bedrijventerrein voor grote en zwaardere bedrijven Ten oosten van het bestaande bedrijventerrein Lorentz wordt het regionale bedrijventerrein Lorentz-oost gerealiseerd. De regionale functie van het bedrijventerrein houdt in, dat Lorentz-oost gedeeltelijk bedoeld is voor bedrijven uit Harderwijk en uit andere plaatsen in de regio, die vanwege hun aard of omvang moeten worden verplaatst of niet elders kunnen worden gevestigd. Voor de inrichting van het terrein gelden de volgende uitgangpunten:
29
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
-
-
-
-
op het terrein zullen bedrijven van uiteenlopende aard gevestigd moeten kunnen worden, variërend van grotere representatieve bedrijven met een kantoorachtige uitstraling tot productie- en constructiebedrijven in hogere milieucategorieën. Op het terrein moeten dan ook bedrijven kunnen worden gevestigd in de categorieën 3 en 4 en (voor een klein gedeelte van het terrein) in categorie 5. realisering van het bedrijventerrein mag niet tot gevolg hebben dat ter plaatse van woningen in de omgeving (langs de Zuiderzeestraatweg) milieunormen zullen worden overschreden. Dit stelt eisen aan de situering, de ontsluiting en de indeling van het bedrijventerrein. Uitgegaan wordt van een vorm van milieuzonering, waardoor het dichtst bij woonbebouwing de minst hinderlijke bedrijven worden gesitueerd. er wordt gestreefd naar een zuinig gebruik van ruimte, energie, water en grondstoffen. Dit heeft gevolgen voor de inrichting van het terrein, voor de wijze van bouwen; ook in de bedrijfsvoering kunnen maatregelen worden genomen die bijdragen aan de duurzaamheid. er wordt gestreefd naar een hoge beeldkwaliteit met name langs de Newtonweg en de ontsluitingswegen op het terrein.
3. Overveld: gemengd terrein, niet verder uitbreiden Overveld is gelegen aan de Parallelweg en vormt een onderdeel van de oostelijke stadsrand van Harderwijk. Het terrein heeft een gemengd karakter met diverse typen bedrijven in de sfeer van handel, productie en transport. Uitgangspunt is dat dit terrein niet wordt uitgebreid en dat nieuwe bedrijvigheid op het terrein geen extra hinder voor de omgeving mag veroorzaken. Met name de verkeersaantrekkende werking van het terrein mag niet verder toenemen. Door afschermende beplanting en aandacht voor beeldkwaliteit (o.m. kleur) zal het terrein beter worden ingepast in de omgeving. 4. Sypel: blijft bedrijventerrein, maar wel opgewaardeerd Het bedrijventerrein Sypel is net als Weiburg ooit bedoeld voor de vestiging van productiebedrijven. In de loop der jaren heeft een min of meer natuurlijke functiewijziging geleid tot de bestaande diversiteit aan
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
bedrijvigheid op het terrein in de vorm van productie-, handel- en kantoorvestigingen. Verder komt met name langs de westrand een groot aantal bedrijfswoningen voor. In de jaren negentig is de ontsluitingsstructuur van het industrieterrein verbeterd door de aanleg van de Hertog Reinoudlaan. Het beleid is erop gericht Sypel te behouden als bedrijventerrein voor bedrijven in de lichtere milieucategorieën, waarvan vestiging in stedelijk gebied wenselijk is. Harderwijk wil dit type bedrijven ook na 2015 een mogelijkheid bieden zich te vestigen op een centraal gelegen, goed bereikbare locatie. Het profiel van het terrein biedt goede mogelijkheden dit bedrijfsmilieu te combineren met enige woningbouw en/of maatschappelijke voorzieningen langs de randen als overgang naar de omliggende woonwijken en representatieve kantoren langs de Deventerweg. 5. Weiburg: al dan niet geleidelijke functieverandering Voor het bedrijventerrein Weiburg (tussen de Westermeenweg en de spoorlijn) wordt uitgegaan van een al dan niet geleidelijke functieverandering. Hier zijn enkele grote bedrijven gevestigd die qua aard en schaal niet thuishoren midden in een stedelijk gebied. De locatie is gunstig gelegen ten opzichte van het station en de binnenstad, en is in beginsel zeer geschikt als vestigingslocatie voor hoogwaardige stedelijke voorzieningen (zorginstellingen, onderwijs), kantoren en hoogwaardige representatieve bedrijven die gebaat zijn bij een centrale ligging, dicht bij het station. Stedelijk wonen zou hier ook kunnen, bijvoorbeeld voor doelgroepen die profijt hebben van nabijheid van zorgvoorzieningen (ziekenhuis e.d.), zoals senioren. Denkbaar is woningbouw op verdiepingen boven een onderlaag met andere functies. Wellicht kan wat wonen betreft aansluiting worden gezocht op het karakteristieke buurtje Nachthok ten zuiden van Weiburg. 6. Bedrijventerrein Tonsel (Drielanden-oost): bedrijventerrein voor representatieve en schone bedrijven Aan de zuidkant van Harderwijk, omsloten door de A28, spoorlijn, de Groene Zoomweg en de Harderwijkerweg wordt het bedrijventerrein Tonsel gerealiseerd (Drielanden-oost). Vanwege de nabijheid van woningen (langs de Weisteeg en in Drielanden) kunnen hier alleen bedrijven met een geringe
30
milieubelasting worden gevestigd. Vanwege de zichtbare situering van het terrein langs belangrijke ontsluitingswegen (dragers) worden aan de verschijningsvorm van de hier te realiseren bebouwing hoge eisen gesteld. Op dit terrein worden daarom overwegend representatieve en schone bedrijven gevestigd. Daarbij wordt onder meer uitgegaan van een concentratie van autobedrijven met showrooms. Daarnaast is het terrein in beperkte mate geschikt voor perifere detailhandelsvestigingen (zoals een bouwmarkt of een tuincentrum). De noordelijke rand van het gebied, rond de Weisteeg, wordt gehandhaafd als woongebied met een groen en open karakter. Behoefteraming kantoorlocaties Op (inter)nationaal niveau is de afgelopen decennia de dienstensector steeds belangrijker geworden voor de economie. Harderwijk is wel een stad met een regionale functie en heeft een aantal regionale (hoofd)kantoren binnen de gelederen: Nuon, Thuiszorg, Meerkanten, de Kamer van Koophandel etc. Daarnaast wordt Harderwijk gekenmerkt door meer kleinschalige dienstverlening gelieerd aan de industrie: adviesbureaus, accountants, reclamebureaus etc. Veelal gaat het hier om panden in eigendom van het bedrijf. Verhuur - zeker in grootschalige vorm - komt relatief weinig voor. Harderwijk kent geen echte stuwende kantorenmarkt: er zijn weinig hoofdkantoren of andere vestigingen die een veel grotere regio bedienen. Harderwijk wil het aandeel van de diensteneconomie in de lokale werkgelegenheid versterken en bedrijven faciliteren gericht op kennis en technische vooruitgang. In de Kantorennota (2003) is de visie ontvouwd op de lokale kantorenmarkt. De totaal aanwezige kantorenvoorraad in Harderwijk is in de Kantorennota becijferd op ongeveer 85.000 m² b.v.o. Slechts 40% hiervan bevindt zich op locaties met een concentratie aan kantoren. De totale jaarlijkse vraag tot 2015 (de uitbreidings- en vervangingsvraag) voor nieuwe kantoren wordt geschat op ongeveer 3200 m² b.v.o. Voor de periode 2003-2015 is een totale vraag naar kantoorruimte berekend van 48.000 m² b.v.o. De feitelijk aanwezige kantoorruimte op de aangewezen kantorenlocaties bedraagt momenteel ongeveer 30.000 m² . Gelet op de fysieke mogelijkheden op de diverse locaties kan hieraan nog zo’n 65.000 m² worden toegevoegd. Gelet
31
op deze potentiële capaciteit stelt de Kantorennota dat Harderwijk nog 20 tot 30 jaar vooruit kan met deze capaciteit. Teneinde overcapaciteit op korte termijn te voorkomen moeten de onderstaande kantorenlocaties de prioriteit krijgen, en is ontwikkeling van kantoren op andere locaties ongewenst.
Profielen kantorenlocaties Het bouwen van nieuwe kantoren op andere locaties is minder gewenst. Het beleid is erop gericht het profiel van de bovengenoemde kantorenlocaties te versterken, waarbij het uitgiftebeleid gebaseerd is op het principe het ‘Het juiste kantoor op de juiste plek’. Factoren die dit profiel bepalen zijn bijvoorbeeld autobereikbaarheid, zichtbaarheid, ligging ten opzichte van openbaar vervoer of combinatiemogelijkheden met andere functies. Van de vraag naar kantoren zal zich de komende jaren het merendeel voordoen als vraag naar eigenbouw van kleinschalige solitaire kantoorpanden. Per locatie zijn in de Kantorennota de volgende profielen beschreven.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
1. Oosteinde - Vanaf N302 goed bereikbare en zichtbare locatie met accent op solitaire, representatieve kantoren in de sfeer van eigenbouw. Wellicht kan de locatie in de toekomst worden uitgebreid in de richting van de Verkeersweg. 2. Westeinde - Goed zichtbare en bereikbare stationslocatie nabij kruispunt van stedelijke hoofdwegen Verkeersweg en Westeinde. Doel is de locatie intensief te bebouwen, waardoor inventieve parkeeroplossing noodzakelijk is. 3. Stationsgebied - Goed bereikbare, centraal gelegen en representatieve locatie dichtbij NS-station en langs markante Oranjelaan/Stationslaan. Geschikt voor onder meer dienstverlenende functies gelieerd aan het station en kantoren met bovenlokaal personeelsbestand. De stationsomgeving is interessant als potentiële kantorenlocatie voor de wat langere termijn in combinatie met een zuidelijk stationsplein en ondertunneling van de kruising spoor/Oranjelaan. Een vergelijkbaar locatieprofiel wordt momenteel langs het Westeinde ontwikkeld.
kantoorpand in eigen beheer of bedrijfsverzamelpanden. Mocht blijken dat de vraag voor grootschalige kantoren op deze plek ontoereikend is, dan is het denkbaar een deel van het gebied een gemengde bestemming te geven met kleinschalige, verzorgende en commerciële functies gericht op de wijken Drielanden en Stadsweiden. Ook voor meer stedelijke woonvormen (al dan niet gekoppeld aan een bepaald voorzieningenpakket ter plekke) kan Drielanden-noord geschikt zijn als dit vanuit milieutechnisch oogpunt verantwoord is. 7. Deventerweg - Representatieve kantorenstrook langs stedelijke uitvalsroute Deventerweg. Geschikt voor combinaties met publieksfuncties, perifere detailhandel e.d. op de begane grond, met erboven kantoren. Dit sluit aan op de perifere detailhandelsconcentratie in de Wittenhagen aan de oostkant van de Deventerweg. De locatie langs de Deventerweg ten noorden van de Hertog Reinoudlaan voldoet aan dit profiel. Hier kan nog worden gedacht aan solitaire kantoorpanden in het kader van de revitalisering van het bedrijventerrein Sypel.
4. Verkeersweg / Hoofdweg / Johanniterlaan - Goed bereikbare locatie nabij het kruispunt tussen twee belangrijke stedelijke hoofdwegen; de Hoofdweg/Deventerweg en de Verkeersweg. Kansen voor revitalisering zijn aanwezig, waarbij de uitstraling richting de hoofdwegen kan worden verbeterd. 5. Wethouder Jansenlaan - Zowel met auto als bus goed bereikbare locatie dichtbij de oude binnenstad. Locatie is zeer geschikt voor kantoorhoudende functies / instanties gerelateerd aan het nabijgelegen ziekenhuis St. Jansdal, waardoor een Zorgfront ontstaat. 6. Drielanden-noord - Vanaf de A28 goed zichtbare en representatieve locatie geschikt voor grotere kantoorpanden, cq. bedrijfsverzamelpanden. Mogelijk is deze locatie op de langere termijn interessant voor bedrijven (bijvoorbeeld vanuit de Randstad) die op zoek zijn naar een groot
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Hoogwaardig bedrijfspand op bedrijventerrein Lorentz
32
Verkeer De opgave: Harderwijk goed en veilig bereikbaar maken en houden voor alle verkeer- en vervoerssoorten De keuzen: de binnenstad goed bereikbaar houden; goed en klantvriendelijk parkeren rondom de binnenstad; goede bereikbaarheid Dolfinarium zonder overlast in de stad; goed en slim parkeren voor Dolfinariumbezoekers; directe, veilige, comfortabele fietspaden door heel Harderwijk; ontbrekende schakels in fietspadenstructuur realiseren; autoverkeer zoveel mogelijk afwikkelen via wegen van de hoogste orde (Verkeersweg, Hoofdweg/Deventerweg, Stationslaan/Oranjelaan, Westermeenweg, Newtonweg); stagnatie in het wegennet voorkomen, knelpunten oplossen (o.m. verdubbeling N302); veilig verkeer in woongebieden: woonwijken worden verblijfsgebieden; parkeerproblematiek in woonwijken voorkomen door voldoende parkeerruimte; waar mogelijk voorzien in parkeren op eigen terrein (inpandig en ondergronds parkeren wordt in de stad gebruikelijk); congestie verminderen door verkeersstromen te bundelen (‘vervoersmanagement’); terugdringen vrachtverkeer over de weg door containeroverslag op Lorentz (dit is ook het provinciale beleid); Harderwijk intercitystation (‘IC-status’, dit is ook het provinciale beleid) instandhouden huidig niveau van openbaar vervoer in de stad (stadsdienst, regiotaxi, streekbus); betere stallingsmogelijkheden voor fietsen aan de randen van het centrumwinkelgebied; carpoolen bevorderen en faciliteren; regionale recreatieve verbindingen verbeteren om Harderwijk beter op de kaart te zetten en de relatie met Veluwe en Randmeer te intensiveren.
33
Algemene uitgangspunten Met de uitbreiding van de woon- en werkfunctie van Harderwijk zal het verkeer in, van en naar Harderwijk verder toenemen. Centraal in het gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan (2003) staat dat zoveel mogelijk gebruik moet worden gemaakt van bestaande infrastructuur, die deels zal moeten worden aangepast. De gemeente heeft een beperkte invloed op de toename van het autogebruik en toenemend autobezit. Wel kan de gemeente als het ware een soort ‘bovengrens’ aanbrengen in de mate waarin de auto een rol mag spelen in het stedelijk gebied. Binnen de woonwijken worden bijvoorbeeld geen hoofdwegen met twee rijstroken in één rijrichting aangelegd. Dat de auto aan de andere kant een rol speelt (en mag blijven spelen) in onder andere de regiofunctie van Harderwijk wordt hierbij niet uit het oog verloren. Bij verbetering van de ontsluitingsstructuur van de stad gelden in zijn algemeenheid de volgende uitgangspunten: binnen het stedelijk gebied versterken van het fietspadennet ter bevordering van het gebruik van de fiets; het beperken van de groei van de automobiliteit mede door een stimulering van vervoer per trein, bus, taxi en stimulering van het vervoersmanagement; milieuhygiënische maatregelen tegen overlast zoals verkeerslawaai; optimale verkeersveiligheid door het beperken van conflictsituaties tussen de verschillende categorieën verkeersdeelnemers; zoveel mogelijk compactheid van stedelijke ontwikkeling.
Harderwijkse ruimte is schaars, dus optimaal benutten Omdat de uitbreidingsmogelijkheden beperkt zijn is het van belang om de beschikbare ruimte optimaal te benutten. Dat geldt niet alleen voor uitbreidingslocaties, maar ook voor bouwlocaties binnen het bestaande stedelijke gebied. Het zal daarom steeds gebruikelijker worden om bij realisering van projecten uit te gaan van zogeheten dubbel grondgebruik. Dat houdt in dat parkeren vaker inpandig of ondergronds moet worden opgelost. Op bedrijventerreinen moet het gebruikelijker worden om in meer verdiepingen te bouwen, ook als dit leidt tot hogere bouwkosten.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
In het kader van dit beleid wordt bij verdere uitwerking van het ontsluitingssysteem uitgegaan van de volgende ontwerpprincipes: zoveel mogelijk scheiding van lokaal, interlokaal en recreatief verkeer; herkenbare categorisering van wegen naar zogenaamde stroom- of ontsluitingsfunctie (in een bestemmingsplan op te nemen in de bestemming Verkeersdoeleinden) en verblijfsfunctie (Verblijfsdoeleinden), met alle varianten daarbinnen. duurzaam-veilige inrichtingen door bijvoorbeeld scheiding van verkeerssoorten.
Hoofdwegenstructuur Harderwijk-zuid De hoofdontsluiting van Drielanden wordt gevormd door de Groene Zoomweg, die door de aansluiting op de A28 ook een belangrijke zuidelijke invalsweg van Harderwijk zal vormen. Met de aanleg van het westelijke deel van de Groene Zoomweg richting Horst is de buitenring N302-Ceintuurbaan-
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Groene Zoomweg-A28 voltooid. Vanaf de Groene Zoomweg worden de verschillende woonbuurten in Drielanden voor autoverkeer ontsloten. Binnen de wijk wordt een fijnmazig en hoogwaardig fietspadennet aangelegd waardoor de fiets voor veel verplaatsingen binnen en buiten de wijk een goed alternatief voor de auto zorgt. De fietsverbinding met de binnenstad zal worden bekort door aanleg van een fietsbrug over de A28 die aansluiting geeft op het Zeepad. De fietsverbindingen richting Ermelo worden gevormd door de fietsroutes binnenstad-Zeepad-Blauwe Long-Ermelo en het Zwarte pad, die door middel van tunneltjes de Groene Zoomweg ongelijkvloers zullen kruisen. De fietsverbinding richting de Veluwe krijgt gestalte door een fietspad parallel aan de Groene Zoomweg die het spoor en de kruising Harderwijkerweg / Ceintuurbaan ongelijkvloers zal kruisen. N302: meer capaciteit, maar hinder beperken De N302 vormt een belangrijke verkeerskundige schakel in de verbinding tussen Gelderland en Flevoland. De verkeersbelasting is te hoog in vergelijking tot het ontwerp van deze weg dat stamt uit de late jaren zestig. Verkeersopstoppingen zijn hier een dagelijks verschijnsel. De provincie is samen met de gemeente bezig plannen te maken voor capaciteitsvergroting van de N302 tussen het aquaduct en de A28. Hierdoor ontstaan mogelijkheden de stad zichtbaarder te maken en de barrièrewerking van de weg te verminderen. Doel is ontvlechting van lokaal en interlokaal verkeer en een betere afwikkeling van het toeristisch verkeer richting het Dolfinarium. Naast het verkeerskundig ontwerp zal aandacht worden besteed aan milieuaspecten (zoals geluid en luchtkwaliteit) in gebieden die grenzen aan de N302. Te denken valt aan de wijk Frankrijk, het Waterfront, De Harder e.o. en de westkant van bedrijventerrein Lorentz. Hier ontstaan, mede door verbetering van de ontsluiting, nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden waarmee Harderwijk zich als regionaal centrum beter kan presenteren. Met name bedrijfs- en vermaaksfuncties, die veel ruimte vragen en baat hebben bij onder meer een directe ontsluiting en een representatieve ligging, kunnen hier een plaats krijgen.
34
Stationsomgeving opwaarderen Harderwijk opteert voor een intercitystation, waardoor een snellere en frequentere treinverbinding met het noorden en westen ontstaat. Een intercity stelt andere eisen aan het station. Onder meer zijn langere perrons en een spoorverdubbeling nodig. In het kader van de agenda van het Tweede Provinciaal Verkeer- en Vervoersplan wordt onderzoek verricht naar de haalbaarheid van een intercitystop in Harderwijk. De Nederlandse Spoorwegen willen het aantal gelijkvloerse overgangen beperken en zijn gebaat bij opheffing van de spoorwegovergang Stationslaan / Oranjelaan en vervanging door een tunnel; hierdoor wordt de bereikbaarheid van de centrumvoorzieningen van de stad vanuit het zuiden aanzienlijk verbeterd (NB. op termijn is ook ondertunneling van de spoorwegkruising in de Deventerweg denkbaar). De ontsluiting van het stationsgebied zal voor alle verkeersdeelnemers moeten worden aangepast. Hierbij wordt uitgegaan van een efficiënter en aantrekkelijker ingericht stationsplein en een groene fietsroute tussen station en de Veluwe.
Carpoolplaatsen toevoegen
35
De gemeente wil een bijdrage leveren aan het terugdringen van onnodige automobiliteit. Ongeveer de helft van de Harderwijkse arbeidskrachten verlaat ’s ochtends de stad om in andere gemeenten te werken. Langs de stadsranden in de hoofdrichtingen Apeldoorn, Ermelo en Lelystad wordt gezocht naar nieuwe en betere carpoolplaatsen. De locaties hiervoor worden gezocht rond de kruising A28 / Harderwijkerweg, de kruising Ceintuurbaan / Leuvenumseweg en de kruising N302 / Burgemeester de Meesterstraat (reeds gerealiseerd). Fietspaden: netwerk versterken De fiets speelt in Harderwijk een belangrijke rol. Het beleid is gericht op het completeren van het fietsnetwerk (het aanleggen van ontbrekende schakels), het aanbieden van stallingsvoorzieningen en ontkoppeling van de hoofdstructuur voor de auto en de fiets. Dit hangt ook samen met de keuze om de auto niet onbeperkt de ruimte te geven in het stedelijk gebied. Ook de verbinding met de Veluwe voor recreatief fietsverkeer zal geoptimaliseerd moeten worden door ontbrekende schakels in het fietspadennetwerk aan te leggen, het creëren van een recreatief knooppunt in de Veluwerand en het verminderen van de fysieke barrièrewerking van de A28 / Ceintuurbaan voor fietsverkeer. Om het fietspadennetwerk te versterken moeten de volgende ontbrekende schakels worden aangelegd: fietsbrug A28 ter hoogte van de Crescent Drielanden; fietstunnel tussen Tweelingstad en sportpark Parkweg; fietstunnel tussen De Wittenhagen en Stadsdennen; tunnel auto- en langzaam verkeer stationsomgeving; optimalisering fietsverbinding station-Veluwe via Kranenburg-noord / Boerhaavelaan; versterking fietspadennetwerk Veluwe; aanleg fietspad Harderwijk-Roggebot (langs de Mheenlanden) de fietsbrug over de A28 bij de Parallelweg moet beter bruikbaar worden; dat kan worden verbeterd door aanpassing van de opritten.
Fietspadennetwerk
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Parkeren: bij nieuwbouw in beginsel op eigen terrein Bij intensivering of uitbreiding van stedelijke bebouwing zal parkeren op eigen erf uitgangspunt van ruimtelijk beleid zijn. Als dat niet mogelijk blijkt moet elders capaciteit gevonden worden. Wordt die ruimte gevonden in nieuwe openbare parkeervoorzieningen, dan moet de bouwer in de kosten bijdragen. Dat kan bijvoorbeeld worden geregeld via een parkeerfonds. In nieuwe bestemmingsplannen zullen in dit verband landelijk gehanteerde parkeernormen worden opgenomen die mede uitgangspunt zullen zijn bij verlening van bouwvergunningen. De grootste parkeerdruk speelt in de binnenstad (maar ook steeds meer in naoorlogse wijken). In de historische stadszoom zal op de Houtwal een gebouwde parkeervoorziening worden gecreëerd. Dit vergroot de parkeercapaciteit en tegelijkertijd draagt een goed ingepaste voorziening bij aan de ruimtelijke kwaliteit van een deel van de historische stadszoom ter plekke. In de plannen voor het Waterfront zijn nieuwe overdekte parkeerfaciliteiten voor onder meer de dagtoerist opgenomen, waardoor de parkeerdruk met name in het hoogseizoen sterk zal verminderen en kansen ontstaan de verblijfskwaliteit van het openbare gebied tussen Dolfinarium en binnenstad aanzienlijk te verbeteren. Deze parkeervoorzieningen worden verbonden met de boulevard, de binnenstad en het Dolfinarium.
kaden. Door de aanleg van bedrijventerrein Lorentz-haven ontstaan nieuwe vestigingsmogelijkheden voor watersportbedrijven en bedrijven die afhankelijk zijn van goederenvervoer over water. Een aantal watergebonden bedrijven zullen vanuit het plangebied Waterfront-zuid worden verplaatst naar Lorentz-haven.
Montagefoto van fietsbrug over de A28 naar Drielanden
Parkeertransferium Leuvenumseweg Ingevolge het beleid Veluwe 2010 van de provincie is de Leuvenumseweg ter hoogte van de kruising met de Watertorenweg aangeduid als een plek voor een klein parkeertransferium met mogelijk aanvullende voorzieningen voor de recreant. Inmiddels zijn reeds extra parkeerplaatsen aangelegd. Dit initiatief kan goed aansluiten bij het idee van het natuurtransferium / recreatief knooppunt, waarmee Harderwijk betere faciliteiten wil bieden voor de recreant die vanuit de stad z’n weg zoekt naar routes op de Veluwe. Versterken natte infrastructuur Harderwijk is een belangrijk centrum voor de pleziervaart en regionaal overslagcentrum voor goederen die via de randmeren worden aangevoerd. De voorzieningen voor de pleziervaart worden aanzienlijk versterkt in de Waterfrontplannen, onder meer in de vorm van een nieuwe jachthavens en
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
36
Voorzieningen De opgave: Een breed voorzieningenniveau realiseren en instandhouden dat is afgestemd op de regionale centrumpositie van Harderwijk De keuzen: in binnenstad aantrekkelijk gevarieerd winkelaanbod dat uitnodigt tot recreatief winkelen; winkels voor dagelijkse levensbehoeften spreiden op stadsdeel- en wijkniveau; ruimte bieden voor zogenoemde perifere detailhandelsvestigingen (P.D.V.) op goed ontsloten locaties; zorgvoorzieningen afstemmen op veranderende samenstelling van bevolking (vergrijzing); In nabijheid van het ziekenhuis aanvullend andere zorgvoorzieningen concentreren; zorgvoorzieningen op wijkniveau concentreren op enkele locaties verspreid over de stad; cultuur: ruimte bieden voor culturele activiteiten en manifestaties; verschillende bestaande accommodaties behoeven opwaardering: Cultureel Centrum, 't Klooster; Kloosterplein inrichten als centrum van culturele activiteiten; sport: behoefte aan sportvoorzieningen zoveel mogelijk faciliteren op bestaande locaties en accommodaties in dagelijkse leefomgeving; horeca: diversiteit in horeca-aanbod vergroten, ruimte bieden voor daghoreca in het centrumgebied; gericht locatiebeleid voeren voor hoogwaardige restaurants en avond- en nachthoreca (‘uitgaansgebied’); het creëren van voldoende hangplekken voor jongeren en speelvoorzieningen in de wijken.
worden verbeterd. Harderwijk wil naast reguliere detailhandel ook ruimte bieden voor perifere detailhandel met een regionale aantrekkingskracht. Hiervoor zijn de locaties De Harder en (in beperkte mate) bedrijventerrein Tonsel (Drielanden-oost) aangewezen. Harderwijk zet in op aantrekkelijke vestigingsmilieus voor regionale instellingen, scholen en instituten. Onder meer de Centrale Zone - tussen station en binnenstad - en de stationsomgeving zelf bieden hiervoor goede mogelijkheden. Ook met de transformatie van het nabij het station gelegen bedrijventerrein Weiburg kan hierop worden ingespeeld. Naast centraal gelegen voorzieningen moet een stelsel van centraal in de wijk gelegen wijkcentra in stand worden gehouden, voorzover deze een levensvatbare toekomst hebben. Combinaties met woonzorgzones zijn wenselijk, zodat mogelijkheden ontstaan dat functies elkaar versterken en gebruik wordt gemaakt van elkaars faciliteiten. Aanvullend op woonzorgzones kan worden gedacht aan lokale zorgpunten. Centraal in de wijk Drielanden wordt een centrumgebied gerealiseerd, met naast een compleet winkelcentrum ook een ruim aanbod aan woon- en welzijnsvoorzieningen. Het centrum omvat onder meer een wijkcentrum, een sporthal, een brede school, een mediatheek/bibliotheeksteunpunt en een eetcafé. Daarnaast is een woonzorgzone voorzien, met een permanent bemand steunpunt (een zogeheten zorgbaken) om overdag en ‘s nachts alle benodigde vormen van zorg te kunnen bieden. Ook het gebied Drielandennoord zou op termijn ruimte kunnen bieden aan wijkgerichte voorzieningen en woonzorgconcepten, waarvoor in het Centrumgebied Drielanden geen fysieke ruimte meer is. Het Waterfront zal voornamelijk zijn georiënteerd op bestaande voorzieningen in de binnenstad.
Algemene uitgangspunten Harderwijk wil haar positie als kern met een regionaal verzorgingsgebied behouden en versterken. In dit kader zal de positie van de binnenstad qua uitstraling, historie en gevarieerdheid qua winkels en voorzieningen moeten
37
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Binnenstad Winkelcentrum Stadsdennen Winkelcentrum Tweelingstad Winkelcentrum Drielanden Winkelcentrum Stadsweiden Bedrijventerrein Tonsel Bedrijventerrein Sypel De Harder Zorgcentrum Randmeer Centrale Zone Zorgcentrum Weidemheen Woonzorgcentrum Drielanden Zorgcentrum De Aanleg Verpleegtehuis Sonnevanck Sportpark Parkweg Sportpark Hierden Sportpark Strokel Kloosterplein 19. Cultureel Centrum
Winkels en voorzieningen
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
38
Detailhandel Harderwijk streeft naar een evenwichtig detailhandelsaanbod passende bij de regionale functie van de stad. Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: in de binnenstad streeft de gemeente naar een aantrekkelijker en meer gevarieerd winkelaanbod dat uitnodigt tot recreatief winkelen, waardoor de recreatieve betekenis van de binnenstad toeneemt; winkels voor dagelijkse levensbehoeften zijn aanwezig in de verschillende wijkwinkelcentra, waar wordt ingezet op kwaliteitsverhoging van het bestaande aanbod en niet op kwantitatieve uitbreiding. Detailhandel op oneigenlijke plekken wordt voor zover mogelijk tegengegaan; ruimte bieden voor een beperkt aantal perifere detailhandelsvestigingen (P.D.V.) op goed ontsloten en representatieve locaties (De Harder, bedrijventerrein Tonsel, Watersportboulevard Waterfront en de Deventerweg). Daarnaast geen medewerking verlenen aan nieuw vestiging van P.D.V. buiten deze locaties en voor zover mogelijk tegengaan van P.D.V. op bedrijventerreinen; om eventuele leegstand in wijkwinkelcentra te voorkomen, zal de gemeente waar mogelijk meewerken aan een beperkte verkleuring van delen van winkelcentra naar medische / sociale / financiële dienstverlening; voor de binnenstad wordt onder meer een verbetering van de bereikbaarheid, de parkeersituatie, looproutes voor winkelend publiek en op termijn een transformatie van het Vuldersbrinkgebied nagestreefd; winkelcentrum Stadsweiden blijft een functie behouden voor dagelijkse levensbehoeften; winkelcentrum Tweelingstad is medio jaren negentig gerenoveerd en zal voorlopig niet veranderen; winkelcentrum Stadsdennen zal in stand worden gehouden en worden opgewaardeerd. De gedachten gaan uit naar een ander samenstelling van de supermarkten of samenvoeging van de twee supermarkten en het toevoegen van appartementen;
39
-
-
winkelcentrum Drielanden wordt een volwaardig wijkgericht winkelcentrum van bruto ongeveer 6000 m2 met één of meerdere supermarkten, een aantal speciaalzaken en horeca; winkelcentrum Frankrijk blijft een functie behouden voor dagelijkse levensbehoeften; behoud van een kleinschalige winkelstructuur voor het dorp Hierden.
Centrale Zone: stedelijke voorzieningen die niet in binnenstad passen Het gebied tussen de binnenstad en het station is de Centrale Zone genoemd. Voor dit gebied is het beleid gericht op vestiging van maatschappelijke voorzieningen waarvan een centrale situering gewenst is, maar die vanwege aard of omvang niet in de historische binnenstad kunnen worden gevestigd. Voorbeelden van dergelijke functies die hier worden gevestigd zijn het politiebureau en Werkwereld (voorheen het Centrum voor werk en inkomen). De aanwezigheid van het ziekenhuis is aanleiding om hier ook andere (para-)medische voorzieningen te vestigen, waardoor nabij de entree tot het ziekenhuis en langs de Wethouder Jansenlaan een concentratie van zorgvoorzieningen kan ontstaan. Woonzorgzones instellen De vergrijzing van de bevolking stelt eisen aan de inrichting van woongebieden. Het is gewenst om op verscheidene locaties verspreid over de stad zorgvoorzieningen in woongebieden te integreren. Het woningaanbod in de nabijheid van die zorgvoorzieningen zal meer dan elders moeten worden afgestemd op zorgbehoevende doelgroepen (zoals seniorenwoningen en zogeheten Fokuswoningen voor gehandicapten). Uitgegaan wordt van vier woon-zorgzones: Centrum: rondom zorgcentrum Randmeer / St.Jansdal e.o.; Drielanden: rondom het winkelcentrum Drielanden; Stadsdennen: rondom het winkelcentrum Stadsdennen; Stadsweiden: rondom zorgcentrum Weideheem. Naast deze woonzorgzones kan er sprake zijn van kleinere zorgpunten, waarin bijvoorbeeld een huisarts, apotheek en fysiotherapeut in elkaars nabijheid worden gesitueerd. Een voorbeeld is een lokaal zorgpunt in of
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
nabij winkelcentrum Tweelingstad, alwaar geen aparte woonzorgzone is gedacht. Voor deze kleinere steunpunten geldt dat ze op een goed toegankelijke plek, bij voorkeur dichtbij andere voorzieningen in woongebieden ingepast worden.
Multifunctioneel centrum De Bogen in Drielanden Brandweerkazerne: nieuwe locatie zoeken De brandweerkazerne aan de Burgemeester de Meesterstraat moet wijken voor de ontwikkeling van het Waterfront. Een vervangende locatie moet uiteraard centraal gelegen zijn vlakbij gebieden als de binnenstad en Lorentz die kwetsbaar zijn voor calamiteiten. Daarom wordt gezocht in een zone parallel aan de Verkeersweg, bij voorkeur dicht bij de kruising Verkeersweg/Hoofdweg; eventueel kan ook het bedrijventerrein Weiburg aan de Westermeenweg een geschikte locatie zijn. Sportpark Parkweg: nog ruimte voor zekere aanvulling Het sportpark maakt deel uit van de Groene Long, de belangrijkste binnenstedelijke groene drager. Op en naast het sportpark zijn ook bebouwde sportaccommodaties aanwezig (sporthal, zwembad). Het beleid is er op gericht om dit groene en open karakter in stand te houden. Daarbij wordt er van uitgegaan dat binnen dit gebied kan worden voorzien in de eventueel nog benodigde ruimte voor aanvullende vrijetijds- en
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
sportvoorzieningen, bijvoorbeeld op het gebied van momenteel populaire funsporten; zonodig moet hiervoor ruimte worden gevonden door herschikking van functies of intensiever gebruik van sportvelden door de toepassing van kunstgras. Sport- en speelvoorzieningen: zorgen voor goede verdeling Doelstelling in de gemeentelijke Breedtesportvisie Harderwijk 2010 is onder meer dat bewegen voor alle doelgroepen dient te worden gestimuleerd, zowel in de dagelijkse leefomgeving als middels voldoende sportaccommodaties. Belangrijk is dat de drempel om in de directe leefomgeving te bewegen wordt verlaagd. Harderwijk zal naar verwachting doorgroeien richting 48.000 inwoners. De behoefte aan (andere vormen van) binnensport zal naar verwachting ook toenemen door de vergrijzing. Als daardoor een extra sporthal nodig zou zijn, moet een goede spreiding van accommodaties in het oog worden gehouden. In de behoefte aan buitensport kan de komende jaren niet meer volledig worden voorzien, met name niet op de huidige binnenstedelijk gelegen buitensportaccommodaties. Er dient ook ingezet te worden op intensivering van gebruik door omvorming van natuurgras naar (semi)kunstgras. Ruimte voor nieuwe sportontwikkelingen dient op meerwaarde beoordeeld en waar mogelijk geaccommodeerd te worden. De watersporter wordt ruimschoots bediend in de plannen voor het Waterfront. Te denken valt aan een nieuwe jachthaven en een voorziening voor de kleine watersport aan de oostkant van Lorentz. Onderwijs: ruimte vinden voor voortgezet onderwijs en mogelijk HBO Eind jaren negentig heeft de Stichting Beroepsopleidingen Weg- en Waterbouw gekozen voor een voormalig kazernecomplex (WGF) in Harderwijk. Harderwijk wil de komende jaren een regionaal centrum blijven voor voortgezet onderwijs, middelbaar onderwijs en mogelijk in de toekomst voor takken van HBO-onderwijs. De Centrale Zone en de zone tussen het kruispunt Verkeersweg / Stationslaan en Verkeersweg / Hoofdweg vormen hiervoor uitstekend gelegen gebieden. Een belangrijk uitgangspunt in het onderwijsbeleid vormt verder de realisatie van een tweetal brede scholen. Een brede school is een vorm van basisonderwijs waarbij naast lesgeven
40
ook mogelijkheden zijn voor kinderopvang, sociaal-culturele vorming, beweging etc. Rond het winkelcentrum Drielanden wordt een brede school gerealiseerd. Ook de wijk Stadsdennen is hiervoor aangewezen. Binnen de wijk zal moeten worden gezocht naar een plek voor deze functie, wellicht in combinatie met functies die meerwaarde kunnen hebben voor een school. In 2006 verschijnt een nieuw Integraal Huisvestingsplan voor basisscholen (I.H.P.), waarin zicht wordt gegeven op uitbreiding, samenvoeging e.d. van basisscholen. Cultuur: oog houden voor de ruimtelijke dimensie Doelstelling van het cultuurbeleid vormt het zoveel mogelijk in aanraking brengen van inwoners met kunst en cultuur door het creëren van een zo ruim mogelijk en toegankelijk aanbod. In de Cultuurnota (2003) hanteert de gemeente de volgende ruimtelijk relevante beleidsuitgangspunten: het historisch karakter van Harderwijk en de identiteit tussen ‘water en bos’ moet meer voor het voetlicht worden gebracht; gebouwen die vallen onder het cultureel erfgoed van de stad moeten voor een ieder toegankelijk blijven; meer aandacht dient uit te gaan naar de ruimtelijke dimensie van cultuur (pleinen, looproutes, aantrekkelijke architectuur); instandhouding van multifunctionele accommodaties voor sociale, cultureel-maatschappelijke en educatieve activiteiten. Het beleid is niet gericht op de toevoeging van nieuwe, grootschalige culturele voorzieningen (met uitzondering van uitbreiding van het theater). Wel staat Harderwijk aan de vooravond van een kwaliteitssprong van de bestaande voorzieningen. Het beleid is er tevens op gericht de context van culturele uitingen nadrukkelijker een rol te laten spelen. De vorming van een aantrekkelijk en herkenbaar cultureel kwartier ter plekke van het Kloosterplein in de binnenstad kan hier een bijdrage aan leveren. Het culturele klimaat van een stad is (steeds meer) bepalend voor de vestigingsplaatskeuze van bedrijven en consumenten. Vanuit het oogpunt van het te versterken toeristisch profiel van de stad zijn denkbare trekpleisters: monumentale gebouwen, uitzonderlijke architectuur, de geschiedenis van de stad en bijvoorbeeld festivals.
41
Theater: ontwikkeling vergt integrale visie op het gebied Harderwijk vormt de centrumstad van de Noordwest-Veluwe. Bij deze functie en de schaal van de stad past een aantrekkelijk middelgroot theater. Grote theaters bevinden zich in omliggende steden, zoals Apeldoorn en Zwolle. De uitstraling en opzet van het huidige Cultureel Centrum voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. Bij de ontwikkeling van dit theater moet in een integrale visie voor dit gebied ook worden gekeken naar de uitbreidingsbehoefte van het naastgelegen Chr. College Nassau Veluwe (ook een functie met een regionale uitstraling) en de herontwikkelingsmogelijkheden die wellicht ter plaatse van de naburige bouwmarkt ontstaan. Te denken valt aan efficiënt parkeergebruik. Het gaat erom dat ruimtelijke samenhang en een hoogwaardige uitstraling ontstaat bij een markant knooppunt van drie belangrijke stedelijke invalswegen van de stad; de Stationslaan, de Westermeenweg en de Verkeersweg. Horeca: in binnenstad vier concentraties De grootste concentratie horeca in Harderwijk bevindt zich uiteraard in de binnenstad. De binnenstad kent vier grote horecaconcentraties; Markt, Bruggestraat, Boulevard en Vischmarkt. Elke locatie heeft een eigen profiel en doelgroep. Het beleid is erop gericht deze profielen te versterken en de kwaliteit te verhogen. De Markt is gericht op de grand café-achtige horeca voor een breed publiek. In de Bruggestraat ligt momenteel het accent op cafés en dancings gericht op jongeren. Hier zijn mede gelet op de ligging op de looproute Markt-Boulevard kansen de doelgroep te verbreden en de uitstraling te versterken. De boulevard vormt een pleisterplaats voor een breed publiek waarvan de toeristen een belangrijk onderdeel uitmaken. Het accent ligt op terrassen en restaurants van een gemiddeld niveau. In het kader van de Waterfrontplannen wordt de kwaliteit van het openbaar gebied hier aanzienlijk verbeterd; de kwaliteit van de horecapanden moet daaraan worden aangepast. De Vischmarkt wordt gekenmerkt door restaurants in een hoger prijssegment. Hier ontstaan kansen een intiem, culinair plein te ontwikkelen. Ook in de Waterfrontplannen is horeca opgenomen. Deze horeca is hoofdzakelijk gericht op het hoogseizoen en de toeristenstromen richting het Dolfinarium. Ook maken toekomstige bewoners in het Waterfrontgebied gebruik van deze horeca.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Recreatie en toerisme De opgave: Het toeristisch aanbod vergroten en de toeristische potenties van Harderwijk en omgeving beter benutten De keuzen: vergroting en diversificatie van aanbod aan toeristisch-recreatieve voorzieningen; speerpunten van recreatiebeleid: Dolfinarium, Waterfront, binnenstad en Veluwe; verhoging van de aantrekkelijkheid van de omgeving van het Dolfinarium en de boulevard; verbetering van bereikbaarheid en parkeersituatie rondom het Dolfinarium; verbetering van de watersportfaciliteiten; realisering van toeristisch-recreatieve voorzieningen (leisure) in het Waterfront; versterken van de relatie tussen boulevard en binnenstad; versterking toeristische attractiviteit van de binnenstad door breder aanbod en betere situering van voorzieningen en een hoge kwaliteit in architectuur en inrichting van het openbaar gebied; evenementen en andere toeristische activiteiten in binnenstad en op boulevard ruimtelijk faciliteren; versterken relatie tussen binnenstad en Veluwe door opwaarderen van de verbinding via Selhorstweg, Hoofdweg en Deventerweg: de Groene Corridor naar de Veluwe; realisering van bezoekersknooppunt in de Veluwerand en versterking toeristische infrastructuur op de Veluwe; afstemming horecabeleid op toeristische behoeften. Algemene uitgangspunten Harderwijk staat bekend als toeristenstad, en dankt die reputatie vooral aan het Dolfinarium. Het is nodig om het toeristische aanbod te verbreden. In de plannen voor het Waterfront wordt voorzien in versterking van de relatie van de stad met het water door onder meer verbetering van de stedelijke
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
entourage en parkeervoorzieningen rond het Dolfinarium en toevoeging van leisurefuncties en voorzieningen voor de watersporter. Daarnaast wordt onder meer ingezet op het aantrekkelijker maken van de binnenstad en op het versterking van de relatie van Harderwijk met de Veluwe. De Veluwe is een aantrekkelijk gebied voor dag- en verblijfsrecreatie, en het is gewenst om die potentie beter te benutten. Dit structuurplan gaat daarom uit van realisering van een betere verbinding voor fietsers tussen de binnenstad en de Veluwerand. Daartoe wordt de Deventerweg getransformeerd in een Groene Corridor, en wordt gemikt op het verbeteren van de oversteekbaarheid van de Ceintuurbaan voor fietsers. Aansluitend aan die nieuwe toegangspoort moet de toeristische infrastructuur op de Veluwe worden verbeterd. Voor het bosrijke deel van het buitengebied ten zuiden van de A28 streeft Harderwijk naar behoud van natuurwaarden, versterking van de landschappelijke attractiviteit en betere benutting van de toeristische potenties. Harderwijk Fietsstad Harderwijk biedt door haar fraaie ligging prima mogelijkheden voor fietsers een breed scala aan landschappen te doorkruisen. Door de omvang en compactheid van de stad zijn inwoners en bezoekers relatief snel in het buitengebied. Harderwijk wil het hoofdfietspadennetwerk versterken in diverse windrichtingen, onder meer in de richting van de Veluwe, in de richting van Ermelo / Putten en in de richting van Elburg langs het Veluwemeer. In de richting van Ermelo voorziet de aanleg van de hoofdwegenstructuur Harderwijk-zuid deels in de versterking van de langzaamverkeersrelatie met Ermelo. Ook in de hoofdstructuur van Drielanden zijn routes opgenomen die onder de Groene Zoomweg door aantakken op routes richting het dorpscentrum van Ermelo. Ook in de stad zelf zullen zo veel mogelijk vrijliggende fietsroutes worden aangelegd, zodat centrumvoorzieningen in de stad op directe wijze met elkaar worden verbonden en snel het buitengebied kan worden bereikt.
42
Poort naar de Veluwe Harderwijk wil de fietsverbinding tussen de stad en de Veluwe substantieel verbeteren. De meest in het oog springende fietsverbinding met de Veluwe vormt de Hoofdweg / Deventerweg. Deze route vormt een belangrijke schakel in de verbindingen binnenstad-Veluwe en station-Veluwe en is deels al ingericht als een ruime, groene allee. Hier ontstaan goede kansen de Veluwe in de beplantingsstructuur meer voelbaar te maken, juist voor fietsers die de Veluwe opzoeken. De plannen voor de stationsomgeving voorzien in aanvullende mogelijkheden voor fietsverhuur, toeristische informatie en andere faciliteiten. Bijzondere aandacht verdient de wijze waarop fietsers vanaf het station op de Deventerweg komen en de rol die bestaande (groen)structuren in het gebied Kranenburg-noord en langs de Boerhaavelaan of de Prins Mauritslaan hierin kunnen vervullen. Het beleid zal worden gericht op het voor langzaam verkeer verminderen van de barrièrewerking van de A28 / Ceintuurbaan, zodat de toegang tot de Veluwe wordt verbeterd. Denkbaar is dat de Groene Corridor hier uitmondt in een fraaie fietsbrug over Ceintuurbaan en A28. Vanuit de polder wordt de Veluwe benaderd via de N302. Daarom moet in de beeldkwaliteit van deze drager de overgang van water naar bos tot uitdrukking komen.
Voorbeeld van een hoogwaardige fietsverbinding naar een bosgebied
43
Recreatieve voorzieningen Veluwe Harderwijk wil de recreatieve infrastructuur op de nabije Veluwe versterken. De fietser die via de Groene Corridor vanuit de stad komt, moet kunnen kiezen uit diverse fietsroutes die logisch aantakken op het fietspadennetwerk van de Veluwe. Het fietspadennetwerk vormt de verbinding tussen uiteenlopende interessante plekken en bestemmingen op de Veluwe. Dit keuzemoment voor fietsers kan worden gecombineerd met een bezoekerscentrum waar zich onder meer horeca, faciliteiten voor de fietser en parkeermogelijkheden voor de automobilist bevinden. Daardoor ontstaat een waar recreatief knooppunt. Van hieruit kunnen ook wandelaars hun weg vinden via een stelsel van gemarkeerde wandelroutes. Het mogelijk (in samenwerking met Natuurmonumenten) te realiseren Centrum voor Ecologie en Economie rond het thema gebroeders Tinbergen kan een goede aanvulling vormen op het recreatief knooppunt. De gemeente opteert voor een combinatie tussen diverse functies in dit gebied, zodat meerwaarde
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
ontstaat. Vergaande samenwerking tussen de diverse instanties die een rol spelen op de Veluwe is nodig om de verschillende initiatieven goed op elkaar af te stemmen. De gemeente zal de komende jaren hierin een stimulerende rol vervullen. Waterfront In 2003 is het Masterplan Waterfront vastgesteld. Het is een ambitieus en aantrekkelijk ruimtelijk plan waarin wordt geprofiteerd van de unieke ligging van Harderwijk aan de randmeren, en de relatie tussen stad en water fors wordt versterkt, op een manier die profijtelijk is voor zowel de eigen inwoners als voor de bezoekers. Het Masterplan Waterfront bestrijkt een kuststrook langs de Randmeren met een totale lengte van bijna vijf kilometer. Het is ook letterlijk veel omvattend: de Boulevard met Dolfinarium, het huidige (industrie)havengebied, de jachthaven, het grote bedrijventerrein Lorentz en kwetsbare natuurgebieden. Met dit plan wordt vanuit recreatief oogpunt met name het volgende nagestreefd: de relatie herstellen tussen de binnenstad en het open water van de voormalige Zuiderzee door nieuw open water te creëren en de Boulevard opnieuw in te richten; de grote parkeer- en bereikbaarheidsproblemen rondom het Dolfinarium oplossen; versterking van de faciliteiten voor de watersporter onder meer door een nieuwe jachthaven en een voorziening voor de kleine watersport ten oosten van Lorentz; toevoeging van horeca- en amusementsfuncties. Het Masterplan Waterfront voorziet eveneens in de aanleg van een strandeiland aan het Wolderwijd. Daarbij is van belang dat het strand is bedoeld als recreatiestrand voor Harderwijkers, en dat voorkomen moet worden dat het alleen door toeristen zal worden gebruikt. Daarnaast is het gewenst om vanaf de boulevard zoveel mogelijk vrij zicht op het open water van het Wolderwijd te behouden.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Binnenstad Harderwijk heeft een historische binnenstad. Dat is voor de Harderwijkers zelf heel aantrekkelijk, en is ook van belang voor de toeristische betekenis van Harderwijk. In 2005 is daarom gestart met een ‘Kwaliteitsslag Binnenstad’; het doel hiervan is onder meer om de aantrekkelijkheid en de historische sfeer van het centrum te versterken. Eind 2005 heeft de raad de Binnenstadsvisie vastgesteld. Belangrijke actiepunten voor de fysieke kwaliteitsslag zijn onder meer: de parkeerproblematiek oplossen; het historische karakter herstellen; gevelreclames terugdringen; winkelpuien herstellen; versterking van de woonfunctie; het aanbod en de diversiteit van de winkels vergroten; de routing in het winkelgebied verbeteren; Vuldersbrink en omgeving verbeteren. Naast deze ruimtelijke doelstellingen worden nog diverse andere verbeteringen nagestreefd, zoals: evenementen in de binnenstad stimuleren en promoten; een integraal horecabeleid; het cultureel aanbod in de binnenstad versterken. Het Veluwemeer en Wolderwijd Het Integrale Inrichtingsplan Veluwe Randmeren (2001) vormt de toekomstvisie voor de randmeren en is opgesteld door rijk, provincies, gemeenten en de waterschappen. In dit plan zijn natuur, recreatie en economische belangen op elkaar afgestemd. De recreatieve maatregelen in dit plan zijn voor Harderwijk van groot belang, omdat recreatie een belangrijke pijler is onder de lokale economie en Harderwijk haar gezicht naar het water wil versterken. Het plan bevat onder meer de volgende maatregelen: betere vaarmogelijkheden voor plezierboten (verleggen en verdiepen vaargeulen); verbetering en uitbreiding aanlegplaatsen voor pleziervaart;
44
-
verbetering sportvisvoorzieningen; toename voorzieningen voor verblijfsrecreanten, zoals aantal trekkershutten; verbetering voorzieningen dagrecreant, bijvoorbeeld strandjes en natuurgebied; een informatiecentrum voor de randmeren; versterking outdoor-activiteiten nabij Horst; verbetering fietsroutes (o.a. Harderwijk-roggebotsluis) en een fietspont tussen Harderwijk en Elburg.
Nieuwe verblijfsrecreatie hooguit denkbaar in ‘eendengebied’ Op grond van het Reconstructieplan Veluwe (2005) wil de provincie de verblijfsrecreatie op de Veluwe zo veel mogelijk verplaatsen naar gebieden buiten of langs de rand van het Veluwemassief (‘krimp en groei-beleid’). Wat Harderwijk betreft zijn er beperkte mogelijkheden om nieuwe recreatiebedrijven te situeren, omdat een aantal gebiedsdelen reeds deze functie heeft en andere delen juist hun openheid moeten behouden (Hierdense Enk, Mheenlanden etc.). Conform het Reconstructieplan kan worden gedacht aan een deel van het te transformeren ‘eendengebied’ in aansluiting op bestaande huisjesparken langs de Parallelweg. Nadere studie naar de herontwikkelingsmogelijkheden van het ‘eendengebied’ zou dit moeten uitwijzen. De gebieden Strokel e.o. en De Duinen bestaan grotendeels uit verblijfsrecreatieparken. Een knelpunt wordt gevormd door de recreatiewoningen die in individueel, particulier bezit zijn. Dit heeft geleidelijk geleid tot het permanent bewonen van een groot aantal van deze recreatieverblijven. De gemeente voert een beleid waarin permanente bewoning van recreatiewoningen niet wordt gedoogd. Deze terreinen zullen dan ook een recreatieve bestemming blijven houden.
45
Groen en Landschap De opgave: Zuinig zijn op het groene karakter van Harderwijk en omgeving De keuzen: de hoofdstructuur van stedelijk groen (de Groene Mal) instandhouden en versterken, niet bebouwen en ontbrekende schakels herstellen; versterken van de identiteit van stedelijke groenstructuur door toepassing van streekeigen vegetatie en inrichting (Veluws op het zand, open aan het water); karakteristieken van verschillende landschapstypen in het buitengebied behouden en versterken; op beperkte schaal woningbouw of kleinschalige bedrijfsfuncties in het buitengebied toestaan bij sloop van agrarische opstallen en verbetering van de landschappelijke kwaliteit; natuurontwikkeling in delen van het buitengebied om ecologische doelstellingen te realiseren (Mheenlanden, Hierdense Poort). Functieverandering agrarische bebouwing Door afnemend agrarisch gebruik van het buitengebied dreigt toename van verwaarlozing, ongewenst gebruik van terreinen en bebouwing en aantasting van aanwezige landschapswaarden. Voor een deel kan dit proces worden gekeerd door vrijkomende agrarische bebouwing onder voorwaarden om te zetten in een woonfunctie of een bedrijfsfunctie passende bij het karakter van het gebied. Hiertoe zal binnen de kaders van het streekplan op regionale schaal een regeling worden opgezet. Hierbij geldt het vereveningsprincipe: bij de functieverandering wordt door initiatiefnemer bijgedragen aan de verbetering van de kwaliteit van het landelijk gebied. In ieder geval wordt rekening gehouden met een andere invulling van het eendengebied. Daarbij wordt wellicht minder bebouwing toegestaan dan nu aanwezig is, in combinatie met het versterken van natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Stedelijke groenstructuur: de Groene Mal De stedelijke hoofdgroenstructuur vormt een Groene Mal waar geen verstedelijking mag plaatsvinden. Ontbrekende schakels in deze Groene Mal moeten zoveel mogelijk worden hersteld. Belangrijke onderdelen van de Groene Mal worden gevormd door de Groene Long tussen de binnenstad en de Veluwe (3), de Waterzoom tussen de binnenstad en de kuststrook van Drielanden (1) en de Blauwe Long (2) die middels de Beek van de Hooge Geest de landgoederen in Ermelo (Horst, ’s-Heerenloo) verbindt met het Wolderwijd. De groengordel om de binnenstad wordt aangeduid als de Historische Stadszoom (4). De Natte As vormt de ecologische verbinding tussen de Veluwe en natuurgebieden in Flevoland (5).
Natuurontwikkeling in het buitengebied Naast gebieden die verstedelijken kan door aanpassing en verbetering van de natuurlijke omstandigheden de ecologische waarde van andere gebieden worden vergroot. Het project Hierdense Poort vormt de paraplu voor diverse projecten die tot doel hebben de ecologische verbinding tussen de Veluwe en natuurgebieden in Flevoland te verbeteren. Volgens de Nota Ruimte (2005) moet uiteindelijk een robuuste ecologische verbinding ontstaan op rijksniveau. Belangrijke schakels in dit project vormen het gewenste Ecoduct over de A28 ter hoogte van de Hierdense Beek, de natuurontwikkeling in de Mheenlanden en de aanleg van drassige eilandjes in het Veluwemeer die als ecologische stapstenen fungeren tussen natuur in de Mheenlanden en de natuurgebieden in Flevoland (genaamd de Natte As). Ook in de lengterichting van de Randmeren is aandacht voor versterking van de natte ecologische verbindingsfunctie. Ter hoogte van Drielanden is het de bedoeling in het Wolderwijd nieuwe natuurlijke omstandigheden te ontwikkelen, bijvoorbeeld door de meerbodem ondieper te maken, met extra begroeiing en dammetjes. Deze ontwikkeling moet worden afgestemd op de inrichting van de Waterzoom en de Blauwe Long. Het terugbrengen van de zandverstuiving op het Beekhuizerzand is een voorbeeld van het herkenbaar maken van een typisch Veluws landschapstype. Uitgangspunten per landschapstype In het buitengebied rond Hierden is sprake van een duidelijke landschappelijke gradiënt tussen Veluwe (hoog) en Veluwemeer (laag). Het beleid is erop gericht deze gradiënt van ‘hoog naar laag’ en van ‘gesloten naar open’ te behouden en waar mogelijk te versterken. In het buitengebied kunnen de volgende landschapstypen worden onderscheiden:
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
46
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Mheenlanden; Stadslanderijen; Hierdense Enk; Hierdense Beek; Intensieve veehouderij (‘het eendengebied’); Duinen; Strokel; Veluwe; Wolderwijd en Veluwemeer.
De landschappen verschillen in openheid, verkavelingsstructuur, dichtheid van beplanting, bebouwingsbeeld, bodemgesteldheid etc. Per landschapstype zijn hiernaast de ruimtelijke uitgangspunten geformuleerd.
De Mheenlanden: versterking van de natuurwaarden Voor dit gebied is door meerdere partijen een integrale visie ontwikkeld met als hoofddoel natuurontwikkeling met daarnaast extensief landbouwkundig gebruik afgestemd op de natuurfunctie. Het plan omvat een gebied van zo’n 130 hectare. De kuststrook van de Mheenlanden krijgt een nat karakter. Hier wordt natte natuur (wetlands) aangelegd ter compensatie van landaanwinningen elders rond het Harderwijkse Waterfront. Aan de noordoostzijde behoudt het gebied zijn agrarische en open karakter. In een convenant met Natuurmonumenten is vastgelegd dat zij het gebied zullen beheren. Het gebied krijgt een ecologische schakelfunctie tussen het Veluwemassief en natuurontwikkeling in Flevoland. De recreatieve functie zal worden versterkt door de aanleg van een deel van de fietsroute Harderwijk-Roggebotsluis en een uitkijkpunt over de Mheenlanden en het Veluwemeer. De Stadslanderijen: versterken karakteristieke elementen In de stadslanderijen van Harderwijk (hiermee wordt gedoeld op het gebied tussen de Mheenlanden en de dorpskom van Hierden) blijft de grondgebonden landbouw de hoofdfunctie. Verdere versnippering van grondgebruik en het verspreide grondbezit dient te worden tegengegaan, en zo mogelijk te worden teruggedrongen ten gunste van enkele agrarische bedrijven met perspectief op een rendabele en duurzame ontwikkeling. Afgestemd op landbouw en andere functies in dit gebied dient het beplantingspatroon in het gebied hersteld of aangepast te worden. De verschillende eenheden Varkensweide, de Ruimels, Wouterskamp, Hoge Varen en Lage Varen met hoevestrokenverkavelingen en het ongeslagen land van de stadslanderijen dienen herkenbaar te blijven door de tussenliggende stegen te beplanten met rijen van eikenbomen.
Landschapstypen
47
De Hierdense Enk: behoud openheid en karakteristieke elementen Op de Hierdense Enk blijft grondgebonden landbouw de hoofdfunctie. Verdere versnippering van grondgebruik en het verspreide grondbezit moet worden tegengegaan, en zo mogelijk worden teruggedrongen ten gunste van enkele agrarische bedrijven met perspectief op een rendabele en duurzame ontwikkeling. Afgestemd op de grondgebonden landbouw en
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
andere functies in dit gebied wordt het beplantingspatroon in het gebied hersteld of aangepast. De openheid van de oude bouwlanden, het karakteristieke verkavelingspatroon en de kenmerkende agrarische bebouwing moet behouden blijven. De Hierdense Beek: landgoedkarakter bewaren Dit deelgebied heeft plaatselijk een uitgesproken landgoedkarakter met de Essenburgh en Klein Essenburgh als centrum. Dit gebied zal voor een groot gedeelte onderdeel worden van de Hierdense Poort. Er is sprake van een gevarieerd ruimtelijk beeld met open hoevestrokenverkavelingen, monumentale huizen, statige beuken- en eikenlanen en parkachtige structuren. Gestreefd wordt naar versterking en herstel van het beplantingspatroon langs wegen en perceelsgrenzen, zodat de hoevestrokenverkaveling herkenbaar blijft. Doorzichten naar het achterliggende landschap moeten worden behouden. De landbouw blijft de primaire gebruiker en beheerder van het gebied. Nieuwe agrarische bedrijven zijn hier ongewenst. Gezien het afwisselende landschap en het landgoedachtige karakter leent dit gebied zich zeer goed voor dagrecreatief medegebruik. Voor de Hierdense Beek is het beleid gericht op verbetering van de waterkwaliteit (zogenaamd HENwater; water van het hoogste ecologische niveau) en natuurontwikkeling langs de oevers in het kader van het project Hierdense Poort. Bestaansmogelijkheden intensieve veehouderij onder druk In het kader van het Reconstructieplan Veluwe (2005) valt het grootste deel van het buitengebied rondom Hierden in het zogenaamde verwevingsgebied; hier dient een goede mix gevonden te worden tussen de belangen van de landbouw en doelen op gebied van natuur en milieu. Het zuidelijk deel van het eendengebied - grofweg de strook tussen Tweede Parallelweg en het spoor - valt in een 250 meter breed extensiveringsgebied gemeten vanaf het aangrenzende verzuringsgevoelige Veluwemassief. In dit gebied dient de intensieve veehouderij op termijn te worden teruggedrongen. In het eendengebied gaat het vooral om eendenbroederijen en -mesterijen maar ook kalvermesterijen, varkenshouderijen en palingkwekerijen komen voor. Het gebied wordt gedomineerd door grootschalige bebouwing van intensieve veehouderijbedrijven. De
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
bestaansmogelijkheden voor de intensieve veehouderij komen steeds meer onder druk te staan. Verwaarlozing van opstallen en alternatieve gebruiksvormen kunnen het gevolg zijn. Het gebied is geschikt om te vormen tot een bosstrook met een Veluws karakter aansluitend op het bos in het gebied De Duinen. In het eendengebied kunnen op beperkte schaal ook recreatieve voorzieningen worden geïntegreerd. Om deze gebiedstransformatie mogelijk te maken kan eveneens worden gedacht aan woningbouw in de vorm van landhuizen met verscheidene wooneenheden. Duinen: versterking van de waarde van het bos Het gebied De Duinen wordt hoofdzakelijk gevormd door het bosgebied ten noorden van de A28 dat een vroegere uitloper vormt van de Veluwe. Hoofdfunctie van dit gebied is verblijfsrecreatie in de vorm van vakantiewoningen. Ook bevindt zich er een groot aantal vrijstaande villa’s in het bos. Langs de randen van dit gebied bevinden zich nog enkele vooral kleine agrarische bedrijven, die merendeels in de hobbysfeer actief zijn. Gestreefd wordt naar behoud en versterking van de waarde van het bos. Door versterking van de randbeplantingen, bermbeheer en verbetering van de wegbeplanting zal de landschappelijke inpassing van de recreatie- en woonfunctie worden verbeterd. Uitgangspunt is dat de recreatie- en woonfunctie niet verder toeneemt. Een knelpunt wordt gevormd door de recreatiewoningen die in individueel, particulier bezit zijn. Dit heeft geleidelijk geleid tot het permanent bewonen van een groot aantal van deze recreatieverblijven. De gemeente voert een beleid waarin permanente bewoning van recreatiewoningen niet wordt gedoogd. Deze terreinen zullen dan ook een recreatieve bestemming blijven houden. Strokel: behoud recreatieve functie Het gebied Strokel ligt ten zuiden van de A28 vlak onder Harderwijk. Voor Strokel geldt dat het huidige gebruik van de recreatieterreinen en het nabij gelegen sportpark wordt gecontinueerd. Net als in het gebied De Duinen (zie hiervoor) vormen de recreatiewoningen die in individueel, particulier bezit een knelpunt.
48
Veluwe: natuur- en landschapswaarden voorop Natuur en landschap vormen de hoofdfuncties op de Veluwe. Andere bestaande functies van het gebied, zoals wonen, maatschappelijke doeleinden, recreatie, landbouw en niet-agrarische bedrijvigheid zijn hieraan ondergeschikt. Ruimtelijke uitgangspunten zijn: het handhaven, uitbreiden en schakelen van de specifieke terreintypen zoals stuifzandgebieden, heidevelden en loofhoutbossen; een schakering aanbrengen van open ruimten en vochtige bostypen langs de Hierdense Beek; het open houden van het stuifzandcomplex Beekhuizerzand met als nevenfunctie het gebruik als militair oefenterrein. Door en langs het stuifzand is een recreatieve fietsroute aangelegd. Versterking van de recreatieve infrastructuur op de Veluwe is gewenst, bijvoorbeeld in de vorm van een natuurtransferium langs de Leuvenumseweg. Verblijfsrecreatie komt in Harderwijk alleen voor langs de randen van de Veluwe. In het Reconstructieplan Veluwe (2005) zijn hiervoor groeigebieden aangewezen. Op de Veluwe geldt de Europese habitatrichtlijn met als doel het waarborgen van de biologische diversiteit door de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. De Veluwe zal ingevolge de Nota Ruimte (2005) van het rijk waarschijnlijk de status krijgen van Nationaal Landschap met als doel het beschermen en versterken van de karakteristieke kenmerken van dit landschap. In de provinciale nota Veluwe 2010 is een pakket concrete maatregelen opgenomen ter versterking van de recreatieve en ecologische waarden van de Veluwe, waaronder de aanleg van het wildviaduct over de A28 als schakel in de Hierdense Poort en het reeds aangelegde parkeertransferium ter hoogte van de Leuvenumseweg / Watertorenweg. Wolderwijd en Veluwemeer De randmeren vallen onder het beschermingsregime van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn met als doel alle in het wild levende vogelsoorten en de daarvoor aangewezen gebieden te beschermen. De begrenzing van het gebied valt nagenoeg samen met de gehele kustlijn van de gemeente. In het kader van de Waterfrontplannen heeft een natuurtoets plaatsgevonden (Natuurwaarden van het Waterfront Harderwijk (2005))
49
waaruit natuursaldo 0 is gerold: door diverse maatregelen nemen de natuurwaarden per saldo niet af. Het Integrale Inrichtingsplan Veluwe Randmeren (2001) vormt de toekomstvisie voor de randmeren en is opgesteld door rijk, provincies, gemeenten en de waterschappen. In dit plan zijn natuur, recreatie en economische belangen op elkaar afgestemd. Het plan bevat naast een fors aantal maatregelen op het gebied van de recreatie ook maatregelen op het gebied van natuurbehoud, zoals het project Natuurontwikkeling Harderwijkzuid. Doel hiervan is het versterken van bestaande natuurwaarden als onderdeel van een te realiseren natte ecologische verbinding in de lengterichting van de randmeren en het creëren van een duidelijker scheiding tussen natuurgebied in het Wolderwijd en het aangrenzende recreatieve gebied rond Strand Horst en de wijk Stadsweiden. Groene Mal: vrijwaren van verstedelijking, waar mogelijk ontbrekende schakels herstellen Harderwijk ligt fraai ingeklemd tussen de Veluwe en de Randmeren. Doel is het versterken van de band van de stad met het bos en het water. Binnen het stedelijk gebied is het uitgangspunt dat de hoofdgroenstructuur - de Groene Mal - gevrijwaard wordt van verstedelijking en dat ontbrekende schakels zoveel mogelijk hersteld worden. Vanuit de Groene Mal moet de relatie tussen stad en ommeland versterkt worden door de Groene Long, de Blauwe Long en de Waterzoom. Wat betreft de inrichting van het groen dient waar mogelijk de situering van de stad tussen water en bos merkbaar te worden gemaakt door te kiezen voor een groenaanleg met een natuurlijk en een aan de randmeren of aan de Veluwe gerelateerd karakter. Met name in de hoger gelegen stadsdelen ten zuiden van het spoor zijn hier en daar nog Veluwse bosrelicten aanwezig. Deze dienen te worden behouden en versterkt. In de stadsdelen nabij het water zou juist meer gerefereerd kunnen worden aan bijvoorbeeld de polder. Hier kan bijvoorbeeld voor een andere soort beplanting worden gekozen. Een voorbeeld vormen de strak in het gelid staande populieren langs de Flevoweg en de N302.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Groene Corridor als verbinding stad-Veluwe Harderwijk wil de verbinding tussen de stad en de Veluwe verbeteren. De meest in het oog springende verbinding met de Veluwe vormt de Hoofdweg / Deventerweg. Deze route vormt een belangrijke schakel in de verbindingen binnenstad-Veluwe en station-Veluwe en is al ingericht als een ruime, groene allee. Hier ontstaan goede kansen de Veluwe in de beplantingsstructuur meer merkbaar te maken. Bijzondere aandacht verdient de wijze waarop fietsers vanaf het station op de Deventerweg komen en de rol die bestaande (groen)structuren in het gebied Kranenburg-noord en langs de Boerhaavelaan en de Prins Mauritslaan hierin kunnen vervullen. Denkbaar is dat de Groene Corridor in de toekomst uitmondt op een fraaie fietsbrug over Ceintuurbaan en A28. Groene Long geschikt maken als doorgaande fietsverbinding De Groene Long vormt een belangrijke component van de Groene Mal. De Groene Long loopt vanaf het tunneltje onder de A28 langs Kranenburg-Zuid en Kranenburg-Noord door naar Sportpark Parkweg om via het park Frieschegracht uit te monden in het Plantagepark waar een fraai uitzicht is op het Wolderwijd. Een fietstunnel onder het spoor ter hoogte van de Graaf Ottolaan is in de toekomst gewenst om zo de Groene Long geschikt te maken als doorgaande verbinding voor langzaam verkeer richting de Veluwe. Deze verbinding kan worden beschouwd als een nevenverbinding met de Veluwe naast de Groene Corridor die op een veel prominentere plek (Deventerweg / Leuvenumseweg) aantakt op het Veluwe.
uitkomt in het Wolderwijd en anderzijds brede rietkragen langs de oevers van het Wolderwijd. De ontwikkeling vormt een rustpunt voor mens en dier tussen de dagrecreatiegebieden rond Strand Horst en het Waterfront. In het kader van het project Natuurontwikkeling Harderwijk-zuid de natuurlijke waarden hier worden versterkt.
Deventerweg als Groene Corridor naar de Veluwe
Waterzoom; versterking natuurontwikkeling en fietsroute Het groen langs het Zeepad - de Waterzoom - vormt eveneens een belangrijke verbinding tussen binnenstad en buitengebied. Hier bepaalt niet het bos, maar juist het water het beeld. Het Zeepad vormt in de toekomst een belangrijke fietsroute die de binnenstad van Harderwijk, via Drielanden verbindt met de dorpskern van Ermelo. Langs het Wolderwijd ligt een aantal kleine strandjes en ligweitjes. De Waterzoom wordt via een drietal groene wiggen, waarin langzaam verkeersroutes zijn gelegen, verbonden met de aanpalende wijk Stadsweiden. Het groen langs de kust komt uit in een klein natuurgebied: een (moeras)boseilandje met enerzijds de Weibeek die hier
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
50
Water Watertoets: overleg tussen gemeente en waterbeheerders Het zorgdragen voor een goede waterhuishouding is een essentieel onderdeel van de ruimtelijke ordening. Dit is in het verleden niet altijd voldoende onderkend. Om bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen de belangen van de waterhuishouding veilig te stellen is daarom door het rijk een watertoets ingesteld. Hierbij vindt in een zo vroeg mogelijk stadium van planvorming overleg plaats tussen gemeente en de waterbeheerders. De uitvoering van een watertoets voor het structuurplan biedt de mogelijkheid om in een vroeg stadium met de waterbelangen in Harderwijk rekening te houden. Voor het Structuurplan Harderwijk 2020 is via een gezamenlijk proces met de provincie Gelderland, het waterschap Veluwe en Rijkswaterstaat onderstaande waterparagraaf tot stand gekomen. De volledige watertoets is weergegeven in het document Watertoets Voorontwerp Structuurplan Harderwijk 2020 (24 januari 2005). De waterbeheerders hebben hierop middels een brief aan burgemeester en wethouders van 22 april 2005 hun reactie gegeven in de vorm van een wateradvies. In onderhavige waterparagraaf is deze reactie verwerkt. De opgave: het bieden van voldoende ruimte voor de waterhuishouding, en het benutten van de ‘belevingswaarde’ van water en natte natuur. De keuzen: − Water is mede ordenend bij de inrichting van de openbare ruimte. De volgende sturende wateropgaven uit de Stroomgebiedsvisie Veluwe (2003) worden betrokken bij locatiekeuzen: . wateroverlast: waarborgen van het regionale systeem voor berging van water in verbrede waterlopen en bergingsgebieden; . natuur: bescherming van waterlopen met hoge ecologische doelstelling (HEN) en de zogenaamde natte natuurparels en prioritaire gebieden, inclusief de daarbij behorende beïnvloedingsgebieden; . drinkwater: bescherming van de 25-jaars grondwaterintrekgebieden.
51
− veiligheid en een hoge belevingswaarde van oppervlaktewater spelen een nadrukkelijke rol bij de inrichting van de openbare ruimte; − bij ruimtelijke inrichting rekening houden met beperkte gebruiksmogelijkheden van oevers (wisselende oppervlaktewaterstanden) en fluctuatiegebieden (hogere grondwaterstanden); − voldoende ruimte reserveren voor “natte natuur” (Natte As, Mheenlanden, Hierdensche Poort); − open water: ten minste behouden wat er is; − natte (weidevogel)gebieden respecteren; − voldoende (groene) ruimte reserveren voor infiltratie van hemelwater in stedelijk gebied; − zorgdragen voor bescherming van de kwaliteit van het grondwater − waar mogelijk terugbrengen van oppervlaktewater in bestaand stedelijk gebied (zoals reconstructie van de gracht in de Historische Stadszoom); − bestaand en benodigd stadswater voldoende ruimte geven (Sypel, Stadsbeek); − (oppervlakte)water in de openbare ruimte moet benaderbaar en zichtbaar zijn. Duurzaam waterbeheer: van locatiekeuze tot inrichtingsplan Water is voor ruimtelijke plannen in meerdere opzichten van belang: − open water versterkt de kwaliteit van het stadsbeeld; woonmilieus aan water zijn gewild en dragen bij aan de gewenste diversiteit in woonmilieus in Harderwijk; − in ruimtelijke plannen moet rekening worden gehouden met een toenemend ruimtebeslag voor de waterhuishouding, zowel voor open water als voor infiltratievoorzieningen (bv. ‘wadi’s’). Hiervoor worden oppervlaktenormen gehanteerd; − al in het stadium van locatiekeuze moet rekening worden gehouden met de waterhuishouding. Niet elke functie is overal mogelijk; bovendien stelt het watersysteem vaak eisen aan te treffen technische voorzieningen, zoals ophoging, drainage of het graven van watergangen. Voor een duurzame waterhuishouding ligt de voorkeur bij ophogen;
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
− realisering van open water is op sommige plaatsen noodzakelijk, maar op andere plaatsen ongewenst of zelfs onmogelijk. Hiermee moet bij planontwikkeling rekening worden gehouden; − voor de langere termijn moet rekening worden gehouden met de gevolgen van klimaatverandering, die naar verwachting zal leiden tot intensievere neerslag en hogere oppervlaktewaterpeilen. Voor het Veluwemeer en het Wolderwijd wordt de komende decennia een aanmerkelijke peilstijging voorzien; − om te allen tijde te kunnen beschikken over voldoende water van goede kwaliteit moet in plangebieden worden voorzien in waterberging; − het veiligstellen van een hoge waterkwaliteit stelt eisen aan het watersysteem en aan de inrichting van de gebieden daar omheen. Een onderdeel hiervan is de aanpak van verontreinigingen bij de bron; − verontreiniging van water moet worden voorkomen door een goed functionerend rioleringssysteem. In beginsel wordt niet-verontreinigd water geïnfiltreerd en/of afgevoerd naar het oppervlaktewater; − water van hoge kwaliteit (beeklopen, kwelwater) biedt kansen voor ontwikkeling van ecologische waarden (natte natuur). Hier moet in planontwikkeling ruimte voor worden geboden. Afstemming dient plaats te vinden met het ontwerp van groenstructuur. Het Waterplan: integrale visie op waterbeheer Het merendeel van de bovengenoemde aspecten is uitgewerkt in een gemeentelijk Waterplan (2006), dat is opgesteld door de gemeente Harderwijk samen met het Waterschap Veluwe. Hierin worden belangen van de waterhuishouding in de gemeente Harderwijk in beeld gebracht en afgestemd met de waterbeheerders (provincie Gelderland, Waterschap Veluwe, Rijkswaterstaat). Ook wordt een visie op de langere termijn op de waterhuishouding in de gemeente Harderwijk gegeven.
voordoen. Deze zoekgebieden zijn aanmerkelijk groter dan de benodigde bergingscapaciteit, zodat binnen de zone de benodigde plek in overleg met de grondeigenaren nader bepaald kan worden. In de gemeente Harderwijk zijn de grote waterpartij voor de Crescent in Drielanden en enkele terreinen ten noorden van Hierden (in de Mheenlanden en bij de Hierdensche Beek) voor waterberging aangewezen. Op deze plekken mag geen verdere verstening plaatsvinden. Daarnaast wordt uitgegaan van een (geringe) verhoging van het peil in de stadssingels ten tijde van wateroverlast. Wateraspecten per ontwikkelingsgebied In de bijlage zijn de belangrijkste wateraspecten voor de Harderwijkse ontwikkelingsgebieden benoemd. Deze wateraspecten vormen de speerpunten bij de uitwerking van watertoeten op locatieniveau. Dit vindt veelal plaats via de bestemmingsplanprocedure. De wateraspecten zijn ook opgenomen op de bijgevoegde Watertoetskaart.
Groene infiltratiestrook (zogenaamde Wadi) in de wijk Drielanden
Waterbergingsgebieden: gebieden waar water kan infiltreren Het Waterschap Veluwe heeft in overleg met de betrokken gemeenten in de Stroomgebiedsvisie zoekgebieden aangewezen waar ruimte moet worden gevonden voor waterberging, dan wel inundatie in tijden van wateroverlast. Het gaat hier om forse pieken die zich gemiddeld eens per tien jaar
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
52
Milieu De opgave: Negatieve milieueffecten van ruimtelijke ontwikkelingen tot een minimum beperken De keuzen: waar mogelijk dragen ruimtelijke ontwikkelingen bij aan reductie van bestaande negatieve milieueffecten; In alle situatie maatwerk leveren om milieuhinder tot een aanvaardbaar niveau te beperken; bij alle ruimtelijke ontwikkelingen wordt energiebesparing en duurzaamheid nagestreefd; milieuhinderlijke activiteiten weren uit de directe woonomgeving. Het Milieubeleidsplan: gebiedsgericht en integraal Harderwijk heeft in het Milieubeleidsplan (2005) per milieuaspect aangeven wat haar ambities zijn voor de diverse milieuaspecten en hoe en op welke termijn zij deze wil bereiken. Hierbij wordt per milieuaspect bekeken wat de gevolgen zijn voor de thema’s bedrijven, wonen en natuur/recreatie. Uitgangspunt van het nieuwe milieubeleid is onder meer dat deze in toekomst meer gebiedsgerichter wordt. Voor elk milieuaspect kan per gebied (bijvoorbeeld een bepaalde wijk) een stelsel van milieunormen worden opgesteld, zodat beter maatwerk op locatie kan worden geleverd. Bij uitgifte van milieu-vergunningen wordt uitgegaan van het zogenoemde Alara-principe (‘as low as reasonable achievable’), wat inhoudt dat negatieve effecten worden beperkt tot het laagste niveau dat redelijkerwijs mogelijk is. In het onderstaande wordt het tot nu toe gehanteerde milieubeleid, alsmede de wettelijke veranderingen de komende jaren geschetst. Op stedelijk niveau wordt milieuhinder van industrie teruggedrongen door zware industrie (bv. Industrieterrein-haven, Weiburg) te verplaatsen naar bijvoorbeeld Lorentz en de overgebleven terreinen te benutten voor kleinschalige en lichtere bedrijvigheid die in sommige gevallen wel kunnen worden gecombineerd met bv. de woonfunctie. Verkeersstromen worden zo veel mogelijk gebundeld (bv. toeristisch verkeer Dolfinarium) en doorstroming (bv. op de N302) wordt bevorderd. Fiets en openbaar vervoer
53
worden gestimuleerd door hiervoor goede faciliteiten te bieden (bv. een vernieuwde stationsomgeving met intercitystatus en grotendeels vrijliggende fietsroutes in alle windrichtingen). Energie: energiezuinig bouwen, maar geen windmolens Harderwijk voert een beleid waarin onder meer in de woningbouw het gebruik van duurzame energiebronnen wordt gestimuleerd. Windenergie vormt een duurzame energiebron. In het streekplan Gelderland (2005) gaat de provincie uit van bundeling van windturbines op een beperkt aantal windmolenparken per regio. Het streekplan voorziet in een windmolenpark langs de randmeerkust ter hoogte van Putten. Geluid: gemeente kan meer zelf beslissen Wat betreft geluidhinder van verkeer kan worden gesteld dat verkeersstromen zo snel mogelijk worden afgewenteld op stedelijke hoofdwegen, zodat geluidhinder wordt gebundeld. Daarnaast worden gebieden met een hoge geluidsbelasting zoveel mogelijk gevrijwaard van geluidsgevoelige bestemmingen. Door de verplaatsing van industrie uit de stad richting de stadsranden wordt het aantal geluidsbelaste situaties sterk teruggedrongen. De rijksnormen voor geluidhinder komen in de toekomst te vervallen. De verantwoordelijkheid voor de toelaatbaarheid van geluidsbelastingen op geluidgevoelige functies, zoals woningen, komt meer dan nu bij de gemeente te liggen. Deze kan dan beslissingen nemen die tot gevolg hebben dat op een locatie hogere geluidsbelastingen worden geaccepteerd om op andere locaties lagere geluidsbelastingen te bereiken. Deze wijziging heeft tot gevolg dat soms dichter bij stedelijke infrastructuur kan worden gebouwd als de situatie daar om vraagt. Daarnaast kan in het ene gebied een hogere geluidsbelasting worden aanvaard dan in een ander gebied; in een binnenstad is het bijvoorbeeld luidruchtiger dan in landelijk gebied. De eerste stap van het nieuwe beleid is gevormd door de gemeentelijke Nota Geluidsbeleid voor de binnenstad.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Bodem: bodemkwaliteitsplannen in voorbereiding Het transformeren van gebieden biedt de gelegenheid bodemverontreinigingen aan te pakken. Zo bieden de plannen voor het Waterfront (asbestfabriek) en het toekomstige eendengebied (agrarische opstallen, wegverharding) de mogelijkheid omvangrijke asbestsaneringen uit te voeren. Ook kan de grondopbrengst bij binnenstedelijke ontwikkelingen deels worden aangewend om lokale vervuilingshaarden ten gevolge van vroegere bedrijfsactiviteiten op te ruimen. Het gemeentelijke bodembeleid is gebaseerd op verschillende landelijke en provinciale wettelijke kaders die beleidsmatig sterk in ontwikkeling zijn. Inmiddels kunnen voor verschillende functies verschillende kwaliteitsniveaus worden gehanteerd. Voor bedrijfsterreinen gelden bijvoorbeeld andere bodemkwaliteitsnormen dan voor bewoond gebied. Uitgangspunt is altijd dat op als schoon aangemerkte grond geen grond mag worden opgebracht van een slechtere kwaliteit. Momenteel heeft de gemeente de beschikking over een bodemkwaliteitskaart voor verontreinigingen die in Harderwijk veel voorkomen zoals asbest en arseen. Deze kaart kan worden gehanteerd bij het bepalen van de haalbaarheid van bepaalde bestemmingen op gronden gelet op de mate van verontreiniging ter plekke. In afwachting van landelijke regelgeving zal worden bezien of de bodemkwaliteitskaart wordt uitgebreid met alle soorten verontreiniging al dan niet in combinatie met een bodembeheerplan. Luchtkwaliteit: Harderwijk brengt situatie in kaart In 2001 is in Nederland het Besluit luchtkwaliteit van kracht geworden. Dit Besluit luchtkwaliteit bevat onder meer de wettelijke grens- en richtwaarden voor de luchtkwaliteit in Nederland. Gemeenten met meer dan 40.000 inwoners, zoals Harderwijk, moeten nagaan op welke plekken sprake is van overschrijdingen van de wettelijke normen. Het Harderwijkse onderzoek dient als instrument om te bepalen of in bepaalde situaties door middel van verkeerskundige maatregelen en/of milieuzoneringen in ruimtelijke plannen voorkomen kan worden dat wettelijke normen worden overschreden. In 2005 heeft een eerste inventariserend onderzoek plaatsgevonden. Hierbij zijn enkele knelpunten naar voren gekomen. Het gaat hierbij vooral om drukke ontsluitingswegen waarbij stagnerend verkeer optreedt of de bebouwing
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
dicht op de weg staat. Voor een aantal knelpunten moet op kortere termijn al gedacht worden aan maatregelen. In het algemeen geldt dat nieuwe ruimtelijke plannen geen verslechtering mogen opleveren voor de luchtkwaliteit. Bestemmingsplannen worden daarop getoetst. Middels ruimtelijke veranderingen kan op bepaalde plekken de luchtkwaliteit worden verbeterd. Te denken valt aan terugdringing van de agrarische sector (bv. in het eendengebied) en verplaatsing van milieuhinderlijke industrie uit binnenstedelijk gebied. Doorstroming (bv. op de N302) en bundeling van het verkeer wordt bevorderd en er wordt een beleid gevoerd ter stimulering van fiets en openbaar vervoer. Externe veiligheid: recent rijksbesluit Op 1 april 2004 is het ‘Besluit vaststelling milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen’ van kracht geworden. Uitgangspunt is het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeluk door activiteiten met gevaarlijke stoffen. Potentieel gevaarlijke situaties dienen op termijn te worden gesaneerd als ze boven een bepaald risico op slachtoffers uitkomen. Middels het beleid van segmentering van bedrijventerreinen - ‘het juiste bedrijf op de juiste plaats’ - worden waar nodig risico’s teruggedrongen. Ook kan door middel van zoneringen in ruimtelijke plannen rekening worden gehouden met potentieel onveilige situaties. Naast bedrijventerreinen geldt dit ook voor plangebieden die gelegen zijn langs routes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen zoals wegen en het spoor.
In de Waterfrontplannen maken milieubelastende bedrijven langs de havens plaats voor woningbouw
54
Beeldkwaliteit De opgave: zo groot mogelijke beeldkwaliteit realiseren en in stand houden Beeldkwaliteit: schoonheid, identiteit en herkenbaarheid Beeldkwaliteit is de aantrekkelijkheid van de gehele verschijningsvorm van een stad, een plek of een gebouw. Bij beeldkwaliteit gaat het niet alleen om de aantrekkelijkheid van het beeld (ziet het er mooi uit), maar ook om omgevingskenmerken (past het beeld bij de identiteit van een locatie), om bijzonderheid (onderscheidt het beeld zich) en om de herkenbaarheid (draagt het beeld bij aan duidelijkheid van de ruimtelijke structuur). Van belang is ook of de functie van een plek of een gebouw af te lezen is aan de verschijningsvorm. Niet alleen bebouwing is van belang voor de beeldkwaliteit, maar ook de inrichting van de open ruimte (straatmeubilair, bomen) en verstorende elementen zoals schuttingen en glasbakken. Uiteraard streven we naar een hoge beeldkwaliteit; dat houdt dus méér in dan dat het mooi moet zijn. Om dit te realiseren is een Welstandsnota opgesteld die richtlijnen geeft voor het maken van ruimtelijke plannen en voor de beoordeling daarvan door de Welstandscommissie.
-
-
ruimtelijke karakteristieken en op de samenhang binnen het gebied of object; welstandsniveau 2, regulier: de welstandsbeoordeling richt zich op het handhaven of gericht veranderen en verbeteren van de basiskwaliteit van het gebied; welstandsniveau 3, soepel: het welstandsbeleid is gericht op het handhaven van de basiskwaliteit van het gebied; beoordeeld wordt of het bouwplan zijn omgeving niet verstoort.
Naast de Welstandsnota hanteert de gemeente als nadere uitwerking van de Welstandsnota beeldkwaliteitsplannen, waarmee maatwerk kan worden geleverd voor specifieke situaties. Deze plannen worden soms gekoppeld aan privaatrechtelijke overeenkomsten met bouwers en vinden voor zover mogelijk hun weerslag in de voorschriften van bestemmingsplannen.
Welstandsnota: voortaan drie welstandsniveaus De Welstandscommissie beoordeelt of een bouwplan voldoet aan ‘redelijke eisen van welstand’, ofwel in hoeverre een bouwplan bijdraagt aan de kwaliteit van de openbare ruimte. De commissie toetst bouwplannen aan verschillende criteria die in de Welstandsnota (2004) zijn vastgelegd. Daarbij wordt getoetst aan een algemeen kwaliteitskader dat geldt voor alle bouwplannen ongeacht de plek of het soort bouwwerk, en aan gebiedscriteria die zijn afgestemd op kenmerken van verschillende gebieden in de stad. In de Welstandsnota is aan elk gebied een zogeheten welstandsniveau toegekend. Dit betekent in principe, dat hoe beter en vaker zichtbaar vanuit de openbare beleving, hoe zwaarder het welstandsniveau waaraan getoetst zal worden. Het welstandsbeleid in Harderwijk kent drie welstandsniveaus: welstandsniveau 1, zwaar: het welstandsbeleid is gericht op het handhaven, herstellen en versterken van gewaardeerde of gewenste
55
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Beeldkwaliteit binnenstad herstellen op basis van beeldkwaliteitplan Een van de belangrijke doelstellingen in dit structuurplan is het behoud en herstel van de aantrekkelijkheid en de historische waarden van de binnenstad. Oorspronkelijke kwaliteiten zijn in de loop der jaren aangetast door onder meer door verwaarlozing en het verloren gaan van oorspronkelijke bebouwing, door niet altijd goed ingepaste nieuwbouw en door weinig subtiele vernieuwing van winkelpuien. Ook de overvloed aan straat- en gevelreclames draagt niet bij aan het gewenste hoogwaardige straatbeeld. Het is daarom gewenst om een beeldkwaliteitplan voor de binnenstad op te stellen dat onder meer betrekking heeft op architectuur, straat- en gevelreclame, de inrichting van het openbare gebied, bewegwijzering en straatmeubilair en op de uitgangspunten voor realisering van passende nieuwbouw in de binnenstad. Belangrijke aandachtspunten zijn in dat verband: het zichtbaar houden en versterken van de oude vestingsstructuur; historisch verantwoord restaureren en reconstrueren; bij nieuwbouw letten op maat en schaal; inrichting van de openbare ruimte afgestemd op het historische karakter; terugdringen van gevelreclames; herstel van samenhang winkelpui en voorgevels bebouwing. Beeldkwaliteit A28: Harderwijkse kwaliteiten zichtbaar vanaf de snelweg De A28 loopt op de Noordwest-Veluwe grotendeels door bos. De Noordwest-Veluwse gemeenten presenteren zich langs deze weg, hetgeen mede de identiteit van deze regio bepaalt. Bij de wijze waarop Harderwijk zich presenteert langs de A28 is het van groot belang dat de unieke locatiekenmerken van de stad - het contrast tussen het open en water en het gesloten groen - herkenbaar tot uiting komen. Dit betekent enerzijds het behoud van onbelemmerd zicht op het Wolderwijd en anderzijds de wijk Drielanden, bijvoorbeeld door transparante geluidsschermen. Ter hoogte van de Veluwe krijgt de automobilist de indruk door het bos te rijden. Daarom dient de zone tussen de A28 en de Ceintuurbaan (Fazantlaan, Boekhorstlaan e.d.) gevrijwaard te blijven van grootschalige verstedelijking.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Kleinschalige stadsrandfuncties in een groene setting zijn hier wel mogelijk. Op inrichtingsniveau betekent een en ander dat aandacht moeten worden besteed aan bijvoorbeeld grondwallen, schermen, kunstwerken, bebouwing, doorzichten en beplanting. Beeldkwaliteit N302 en spoor: aantrekkelijk beeld van Harderwijk geven De reconstructie van de N302 schept kansen om tegelijkertijd de ruimtelijke kwaliteit rond de N302 te verhogen. De N302 doorsnijdt het stedelijk gebied van Harderwijk; hier toont de stad zich aan de ‘buitenwereld’. Daarom is het gewenst dat ook vanaf de N302 een aantrekkelijk beeld van Harderwijk bestaat. Dit stelt eisen aan de functies en bebouwing langs de weg, de inrichting van het wegprofiel, de vormgeving van de weg en van de daarbij behorende bouwwerken (zoals viaducten en geluidsschermen). Vanuit Flevoland wordt de Veluwe benaderd via de N302. Daarom is het gewenst in de vormgeving van de weg de overgang tussen het nieuwe land - Flevoland - en het oude land - de Veluwe - tot uiting te brengen. Harderwijk presenteert zich ook aan de vele treinreizigers die dagelijks door de stad worden vervoerd. Middels markante architectuur op specifieke plekken en een vernieuwde stationsomgeving wordt Harderwijk ook vanaf het spoor een aantrekkelijk ogende stad. Beeldkwaliteit stedelijke hoofdruimten, cq. dragers De beeldkwaliteit langs stedelijke hoofdruimten, cq. dragers (bv. Deventerweg, Oranjelaan, Verkeersweg) is van groot belang omdat de stad zich juist langs deze ruimten presenteert. Langs deze ruimten geldt dan ook het hoogste welstandsniveau. Uitgangspunt is een hoge kwaliteit van openbare ruimte en bebouwing passende bij het specifieke karakter van de drager. In hoofdstuk 6 is het beleid per drager uiteengezet. Ook beeldkwaliteit vanaf de randmeren van belang Harderwijk is niet alleen goed zichtbaar vanaf de weg of het spoor, maar ook vanaf het water. Door middel van de Waterfrontplannen wil Harderwijk de relatie tussen stad en water versterken. Uitgangspunt is onder meer dat de historische binnenstad zichtbaar blijft en dat het zicht op vervallen industrieterreinen wordt vervangen door levendige woonkades met
56
verfrissende architectuur. Langs de oevers van Lorentz en Stadsweiden toont Harderwijk haar groene gezicht. Langs Lorentz wordt de zogeheten Natte As tussen Veluwe en Flevoland zichtbaar. Met de situering, oriëntatie en vormgeving van bedrijfsbebouwing langs de randen van Lorentz moet rekening worden gehouden met deze groene aanblik. De openheid en het recreatieve karakter van de kuststrook langs Drielanden en Stadsweiden mag niet worden verstoord door opdringerige bebouwing of te dichte beplanting. De Crescent in Drielanden vormt in de groene aanblik een stedenbouwkundig oriëntatiepunt, die de wijk Drielanden aankondigt en een markante tegenhanger vormt van de historische binnenstad.
Voorbeeld van hoogwaardige architectuur op een beeldbepalende plek
57
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
58
Het raamwerk van Harderwijk 2020: de ontwikkeling van de dragers Bij de ruimtelijke analyse van het huidige Harderwijk kan onderscheid worden gemaakt tussen ‘dragers’ en ‘gebieden’. Wat we dragers noemen zijn de hoofdwegen en andere structurerende lijnen in de stad, zoals aaneengesloten groengebieden. Ze vormen samen als het ware het skelet van de stad, een structuur waaraan de rest van de stad is ‘opgehangen’. Dit hoofdstuk brengt de belangrijkste dragers in beeld. Algemene uitgangspunten In hoofdstuk 3 is al opgemerkt wat, ruimtelijk gezien, het belang is van de dragers. De herkenbaarheid van de verschillende dragers is belangrijk om in de stad de weg te kunnen vinden, en de beeldkwaliteit van de stad wordt in hoge mate bepaald door de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting van de dragers en van de bebouwing er langs. Langs de dragers geldt dan ook het hoogste welstandsniveau. Een hoofdkeuze bij de vormgeving van de dragers is eenheid in het ruimtelijk beeld voor elke drager afzonderlijk en duidelijke verschillen in de inrichting. Een belangrijke doorlopende weg moet bijvoorbeeld over de hele lengte eenzelfde sfeer uitstralen. En dat moet dan juist een andere sfeer zijn dan van een andere belangrijke weg. Die eenheid binnen de drager en het onderlinge onderscheid zorgt ervoor dat de ruimtelijke hoofdstructuur helder en herkenbaar is. Daarbij wordt uitgegaan van een hoge kwaliteit van de inrichting van de dragers en van de bebouwing. Bij de inrichting van een weg is dus beslist niet alleen van belang hoe bijvoorbeeld de bestrating en beplanting er uitziet, maar zeker ook wat de uitstraling is van de huizen en andere bebouwing aan weerszijden. De knooppunten onderscheiden zich door de inrichting en de vorm van de bebouwing, waardoor de toeschouwer ziet dat hier verschillende dragers elkaar kruisen.
59
A28: barrièrewerking verkleinen, hinder beperken, beeldkwaliteit vergroten De A28 ligt buiten het stedelijk gebied, en vormt daarvan de zuidelijke begrenzing. Er wordt van uitgegaan dat de weg in de periode tot 2020 niet behoeft te worden verbreed; wel zijn aanpassingen nodig aan op- en afritten van aansluitende wegen. Gewenste verbeteringen zijn: de oversteekbaarheid verbeteren - de A28 vormt met name voor langzaam verkeer een barrière tussen de stad en de Veluwe, tussen het noordelijke buitengebied en de Veluwe, tussen Drielanden en overig Harderwijk, en tussen Drielanden en de oeverzone langs het Wolderwijd; gewenst is het verminderen van de barrièrewerking door het maken van (fiets-)bruggen over de A28. milieuhinder beperken - bij ontwikkeling van plannen langs de A28 is het beperken van milieuhinder een belangrijk aandachtspunt. Dit leidt er onder meer toe dat de woningbouw in Drielanden-west op grotere afstand van de weg wordt gesitueerd dan oorspronkelijk was voorzien. een goede beeldkwaliteit - wie via de A28 over de Noordwest-Veluwe rijdt krijgt een beeld van dit gebied en ook van Harderwijk. Rijdend over de A28 krijgt men een goede indruk van de attractiviteit van het gebied, van de aanwezigheid van veel natuur, de ligging aan open water. Door het opstellen van een (regionaal) beeldkwaliteitplan voor de A28 kan worden bevorderd dat die kwaliteiten zo goed mogelijk zichtbaar blijven.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
verbinding vormt tussen de polder en de Veluwe is het gewenst dat in de vormgeving van de weg de overgang tussen het oude en het nieuwe land tot uiting komt. Spoorlijn Amersfoort-Zwolle Harderwijk presenteert zich ook voor de treinreiziger. Middels opvallende architectuur op specifieke plekken en een vernieuwde stationsomgeving kan ook vanuit de trein een herkenbaar beeld van de stad achterblijven. Mogelijk dient het spoor ter hoogte van het station te worden verdubbeld teneinde het station geschikt te maken als stopplaats voor intercitytreinen. N302: barrièrewerking verkleinen, hinder beperken, beeldkwaliteit vergroten De provinciale weg N302 vormt een belangrijke toegang van Harderwijk aan de noord- en de zuidzijde. Het wegtracé doorsnijdt de oostkant van het stedelijk gebied. Vanwege de toename van het verkeersaanbod is vergroting van de capaciteit van dit weggedeelte door wegverdubbeling noodzakelijk. Hiervoor worden plannen ontwikkeld, in nauwe samenspraak met de provincie. Uitgangspunten daarbij zijn: de barrièrewerking verminderen - de N302 vormt een barrière tussen de stadsdelen aan weerszijden van de weg, zowel voor het kruisende autoverkeer als voor het langzaam verkeer. De reconstructie mag niet leiden tot vergroting van de scheidende werking, ook niet in visuele zin. Het streven is om de weg zo vorm te geven dat de barrièrewerking vermindert en de oversteekbaarheid verbetert. milieuhinder beperken - bij de vergroting van de capaciteit van de N302 moet extra milieuoverlast (geluidhinder, luchtkwaliteit) zoveel mogelijk worden voorkomen. Aan de hand van een op te stellen milieu-effectrapport wordt gezocht naar een oplossing voor dit verkeersknelpunt die leidt tot een aanvaardbare milieubelasting. een goede beeldkwaliteit - de N302 doorsnijdt het stedelijk gebied; het is gewenst dat vanaf de N302 een aantrekkelijk beeld van Harderwijk zichtbaar is. Dit stelt eisen aan de bebouwing langs de weg, de inrichting van het wegprofiel, de vormgeving van de weg en van de daarbij behorende bouwwerken (zoals viaducten en geluidsschermen). Omdat de N302 de
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Verkeersweg: wegbreedte en fraaie bomen handhaven, bebouwing mag steviger De Verkeersweg is een van de belangrijkste binnenstedelijke verkeersroutes. Ook in de toekomst kan worden volstaan met tweemaal één rijstrook, zodat de karakteristieke laanbeplanting langs de weg gehandhaafd kan blijven. Bij vervanging van bestaande bebouwing door nieuwbouw wordt uitgegaan van een zekere schaalvergroting, met handhaving van het ruime profiel van de Verkeersweg, met bouwhoogten van drie tot vier bouwlagen en representatieve gevelwanden georiënteerd op de Verkeersweg. Hierdoor zal de Verkeersweg in de loop der jaren meer het karakter krijgen van een binnenstedelijk hoofdweg. Daarnaast wordt uitgegaan van het handhaven en versterken van een monumentale laanbeplanting langs beide zijden van de weg.
60
Newtonweg: vormgeven als invalsweg, beplanting belangrijk Het gedeelte van de Newtonweg ten westen van de N302 vormt feitelijk het begin van de Verkeersweg; voor de inrichting van dit wegvak gelden daarom ook dezelfde uitgangspunten. Overigens zou het aanpassen van de straatnaamgeving de duidelijkheid hier ten goede komen. Het grootste deel van de Newtonweg ligt ten oosten van de N302 en vormt de hoofdontsluiting van het bedrijvengebied Lorentz. Tevens vormt de Newtonweg de verbindende schakel tussen de Zuiderzeestraatweg en de binnenstad, en is daarmee een belangrijke invalsweg van Harderwijk.
De vormgeving van de weg moet primair worden afgestemd op de functie van invalsweg: uitgegaan wordt van begeleiding met bomenrijen in groene bermen aan weerszijden van de weg (voor zover de hoogspanningsleidingen dit niet onmogelijk maken). De bebouwing op het oudste deel van Lorentz is van de Newtonweg afgekeerd; van belang is hier het instandhouden en versterken van de afschermende beplanting. Bebouwing die wel zichtbaar langs de weg wordt gesitueerd moet op een representatieve wijze worden vormgegeven, met een terughoudende kleuren vormgeving. Dit geldt met name voor de te realiseren bebouwing in de westelijke rand van het regionale bedrijventerrein Lorentz-oost. Ontsluiting van afzonderlijke percelen vanaf de Newtonweg is ongewenst, zowel om verkeerskundige redenen als uit het oogpunt van beeldkwaliteit.
61
Stationslaan/Oranjelaan: karakteristieke straatbeeld behouden en versterken De Stationslaan en de Oranjelaan worden gekenmerkt door villa’s en andere bebouwing uit de eerste helft van de twintigste eeuw, in combinatie met monumentale bomen. Behoud en versterking van dit karakteristieke straatbeeld is een uitgangspunt. Nieuwbouw langs deze drager moet in schaal en vormgeving op dit behoudenswaardige straatbeeld worden afgestemd, evenals de inrichting van het openbare gebied. Dit geldt ook voor ontwikkelingen in Kranenburg-Noord en in de stationsomgeving. Ook de vormgeving en inpassing van een mogelijke tunnel onder de spoorlijn moet rekening houden met het karakteristieke straatbeeld van Stationslaan en Oranjelaan.
Hoofdweg / Deventerweg: opwaarderen tot de Groene Corridor naar de Veluwe Kenmerkend is het ruime profiel met groene bermen en bomen. Deze weg vormt de belangrijkste en meest rechtstreekse verbinding tussen de binnenstad en de Veluwe. De weg wordt opgewaardeerd als recreatieve fietsverbinding tussen de Veluwe en de binnenstad, en zal daarom worden ingericht als een "Groene Corridor". Daarbij wordt uitgegaan van het creëren van een typisch Veluws karakter door een gevarieerde, losse boombeplanting en een landschappelijke inrichting van de groene bermen en de rotondes met passende onderbegroeiing. De bebouwing blijft in het beeld zoveel mogelijk ondergeschikt aan het Veluwse karakter van het wegprofiel.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Ceintuurbaan: bosachtig karakter behouden De Ceintuurbaan verbindt de Groene Zoomweg aan de westzijde met de provinciale weg N302 aan de oostzijde van Harderwijk, en vormt zo een deel van de rondweg om Harderwijk. De weg ligt ten zuiden van de A28 en ligt daardoor feitelijk buiten het stedelijk gebied; de Ceintuurbaan heeft daardoor een uitgesproken bosachtig karakter. Er zijn geen plannen om daar verandering in aan te brengen. Het beleid is er op gericht om de bosstrook tussen de Ceintuurbaan en de A28 te behouden. In de bossen ten zuiden van de Ceintuurbaan liggen diverse complexen voor verblijfsrecreatie; verdere verstedelijking van dit gebied wordt niet mogelijk gemaakt.
Westermeenweg: herkenbaarheid versterken door samenhangende inrichting De Westermeenweg vormt de belangrijkste verbinding tussen de wijk Drielanden en overig Harderwijk; met het groeien van Drielanden neemt de verkeersbelasting op deze weg toe. Kenmerkend voor de Westermeenweg is het ontbreken van begeleidende bebouwingswanden, zoals langs de Stationslaan en de Oranjelaan. De bebouwing langs de Westermeenweg is veelal niet naar de weg gekeerd; de weg slingert tussen verschillende stadsdelen door die niet rechtstreeks vanaf de weg worden ontsloten. De weg heeft daardoor een ruim, groen en wisselend profiel. Het beleid is erop gericht om de herkenbaarheid van de Westermeenweg te versterken door realisering van een samenhangend inrichtingsbeeld van de groene bermen.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Zuiderzeestraatweg: karakteristieke beeld in stand houden en waar nodig herstellen Oorspronkelijk was de Zuiderzeestraatweg een deel van de Rijksweg tussen Zwolle en Amersfoort, destijds de belangrijkste invalsweg van Harderwijk. De verbinding met Harderwijk is doorsneden door de huidige N302 en de wijk Frankrijk; de Newtonweg vormt nu de belangrijkste oostelijke toegang tot de stad. De A28 heeft de verbindingsfunctie voor doorgaand verkeer overgenomen. De Zuiderzeestraatweg is een monumentale laan met boombeplanting, begeleid door lintbebouwing van overwegend vrijstaande huizen op ruime kavels, waaronder veel historische (voormalige) boerderijen. Er wordt naar gestreefd om dit karakteristieke beeld in stand te houden en waar nodig te herstellen, de bouwmogelijkheden langs de Zuiderzeestraatweg zijn daarom beperkt.
Groene Zoomweg: aandacht voor landschappelijke inpassing De Groene Zoomweg is de nieuwste hoofdweg in Harderwijk. Het tracé van de Groene Zoomweg valt ongeveer samen met de grens tussen de gemeenten Harderwijk en Ermelo, en vormt de zuidelijke begrenzing van de woonwijk Drielanden (in aanbouw). De weg markeert ook de overgang tussen verschillende landschapstypen: de beboste en heuvelachtige Veluwe en het vlakke open weidelandschap langs de oevers van het Wolderwijd. In het ontwerp van de weg is gekozen voor een landschappelijke aanleg: een meanderend tracé waarvan ook de hoogteligging varieert, dat begeleid wordt door brede groene bermen en grondwallen met een losse beplanting van streekeigen boomsoorten. Door de geluidswallen langs de weg is er van
62
de bebouwing in de wijk Drielanden vanaf de weg weinig te zien, wel is er voor gekozen om juist bij de toegangen van de wijk markante en hogere bebouwing te situeren, die zichtbaar is vanaf de rotondes in de Groene Zoomweg. Het beleid is gericht op het verder versterken van het attractieve landschappelijke karakter van de weg, en alleen bij knooppunten eventueel bebouwing op de weg te richten.
Burgemeester de Meesterstraat: hoogwaardige toegang tot de binnenstad van maken De Burgemeester de Meesterstraat is een van de twee invalswegen die vanaf de N302 toegang geeft tot de stad, en vormt met name voor de binnenstad een belangrijke entree. De ruimtelijke kwaliteit van de weg en de bebouwing daarlangs is nu onder de maat. De plannen voor het Waterfront voorzien ook in het realiseren van nieuwe bebouwing ten noorden van de Burgemeester de Meesterstraat. Het is gewenst om langs de weg een indruk te geven van de achterliggende nieuwbouw in het waterfront, en zo mogelijk ook doorzichten naar het water in dat gebied open te houden. Bij het opnieuw inrichten van de openbare ruimte is een uitgangspunt dat deze weg een aantrekkelijke en hoogwaardige toegang tot de binnenstad gaat vormen.
63
Boulevard: verlengen en opnieuw vormgeven met oog voor historie De Strandboulevard vormde oorspronkelijk een smalle rand tussen de historische binnenstad en het water van de Zuiderzee. Dat beeld is in de loop der jaren veranderd. De oeverlijn is geleidelijk verder van de stad af komen te liggen; waar ooit water was groeide het Dolfinarium, en de boulevard is veranderd in een breed parkeergebied, met laagwaardige horecabebouwing. De plannen voor het Waterfront brengen hier verandering in. Daarin wordt uitgegaan van aanleg van een brede waterpartij tussen de stad en het Dolfinarium, en het opnieuw vormgeven van de versmalde boulevard. Het project Waterfront geeft uitgangspunten aan voor de inrichting van de boulevard en van de nieuwe bebouwing grenzend aan de historische binnenstad. Daarbij wordt er van uitgegaan dat de oorspronkelijke stadsmuur zoveel mogelijk zichtbaar en herkenbaar moet blijven. Nieuwe bebouwing langs de boulevard moet passen in de historische schaal, waarbij aanbouwen aan de buitenzijde van de muur beperkt in omvang zijn en sober worden vormgegeven. Er worden richtlijnen gegeven voor kleur- en materiaalgebruik. Het project Waterfront voorziet in verlenging van de boulevard, ten noordoosten van de historische binnenstad. Ook voor de verschijningsvorm van de bebouwing langs de verlengde boulevard worden in het plan Waterfront uitgangspunten aangegeven. Daarbij wordt er van uitgegaan dat de bebouwing langs de nieuwe boulevard op een eigentijdse wijze in maat, schaal en sfeer zal refereren aan kwaliteiten van de oude stad. In de bebouwingswand komt dit onder meer tot uiting door parcellering en variatie. Kleur- en materiaalgebruik zal gevarieerder zijn dan in de bebouwing langs de oude boulevard, de architectuur is verrassend en van zeer hoge kwaliteit. Een markant punt vormt de locatie van het hotel IJsselmeer, waar de oude en de nieuwe boulevard elkaar ontmoeten. Dit is en blijft een zeer zichtbare, beeldbepalende locatie. Bij vervanging van het bestaande gebouw wordt een markante invulling verlangd van hoge architectonische kwaliteit, die zowel goed aansluit bij het historische stadsbeeld van de binnenstad als bij de architectuur van de nieuwbouw langs de havens.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
De Groene Mal: vrijwaren van verstedelijking, waar mogelijk ontbrekende schakels herstellen De stedelijke groenstructuur vormt een Groene Mal, een samenhangend geheel van groengebieden dat de bebouwing als het ware omsluit (zie ook hoofdstuk 5, onderdeel Groen en Landschap). Voor het ruimtelijk beleid is uitgangspunt dat de Groene Mal gevrijwaard wordt van verstedelijking en dat ontbrekende schakels waar mogelijk hersteld worden. In de inrichting van groengebieden wordt waar mogelijk de situering van de stad tussen water en bos voelbaar gemaakt door een bij de omgeving passende natuurlijk aandoende beplanting. Onderdelen van de Groene Mal zijn onder meer de Historische Stadszoom rondom de binnenstad, de Groene Long, de Waterzoom, bosstroken langs de Veldkamp en de Nassaulaan en enkele groene structuren in Drielanden: het Muziekpark en de Blauwe Long.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
64
De gebieden van Harderwijk 2020: ontwikkelingen per gebied Dit hoofdstuk beschrijft de verschillende gebieden in en om de stad, met name gebieden waarin belangrijke ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien. Zoals al eerder opgemerkt: ontwikkeling betekent zeker niet vanzelfsprekend nieuwbouw - vaak gaat het om meer, of andere manieren om de kwaliteit van gebieden te vergroten. Een aantal gebieden is overigens ook al aan de orde gekomen bij de bespreking van de beleidsthema’s in hoofdstuk 5. Binnenstad: kwaliteitsslag versterkt de aantrekkelijkheid en de historische sfeer Harderwijk heeft een historische binnenstad. Dat is voor de Harderwijkers zelf heel aantrekkelijk, en is ook van belang voor de toeristische betekenis van Harderwijk. Zo’n kostelijk bezit vraagt wel om een zorgvuldig beheer, en zo nu en dan om een flinke opknapbeurt. Enkele jaren geleden is de Vischmarkt aangepakt, waarbij de bestrating is vernieuwd en historische panden zijn gerestaureerd. Niet-historische panden zijn in stijl goed op die omgeving aangepast.
Andere delen van het centrum hebben die kwaliteit niet, of niet meer. In 2005 is daarom gestart met het programma ‘Kwaliteitsslag Binnenstad’; het doel hiervan is onder meer om de aantrekkelijkheid en de historische sfeer van het centrum te versterken.
65
Belangrijke actiepunten voor de fysieke kwaliteitsslag zijn onder meer: de parkeerproblematiek oplossen; het historische karakter herstellen; gevelreclames terugdringen; winkelpuien herstellen; versterken van de woonfunctie; het aanbod en de diversiteit van de winkels vergroten; de routing in het winkelgebied verbeteren; Vuldersbrink en omgeving verbeteren. Naast deze ruimtelijke doelstellingen van aard worden nog diverse andere verbeteringen nagestreefd, zoals: evenementen in de binnenstad stimuleren en promoten; een integraal horecabeleid; het cultureel aanbod in de binnenstad versterken.
Bouwen in de historische binnenstad Nieuwbouw in de binnenstad moet passen in het historische karakter, en mag het harmonische stadsbeeld niet verstoren, maar zou wel herkenbaar moeten zijn als een latere toevoeging. Aangepast bouwen is niet synoniem met historiserend bouwen; ook eigentijdse architectuur van hoge kwaliteit kan een waardevolle toevoeging vormen aan het historische stadsbeeld. Bouwplannen in de binnenstad moeten wel zeer zorgvuldig worden afgestemd op het karakter en de kwaliteiten van de oorspronkelijke bebouwing. Het inpassen van nieuwbouw begint met een grondige analyse van de kenmerken (bouwmassa's, parcellering, detaillering, materialen, kleuren, etc) van omliggende oorspronkelijke bebouwing. In beginsel moet het merendeel van die kenmerken in de nieuwbouw worden overgenomen. Op enkele aspecten van die kenmerken kan worden afgeweken om de toevoeging een herkenbare eigen (en eigentijdse) identiteit mee te geven. Inschakelen van een goede architect is beslist een voorwaarde, omdat het overnemen van het merendeel van de omgevingskenmerken zeker niet automatisch leidt tot een kwalitatief goed plan.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Het te voeren beleid voor de binnenstad is neergelegd in de Binnenstadsvisie (vastgesteld december 2005). In het volgende wordt nader ingegaan op de belangrijkste ruimtelijke doelstellingen voor de binnenstad. Parkeerproblematiek oplossen Een groot probleem dat op korte termijn moet worden opgelost is het tekort aan parkeerplaatsen rondom de binnenstad. De plannen voorzien daarom in de realisering op korte termijn van een grote parkeergarage op de Houtwal. Bij nieuwe ontwikkelingen in en rond de binnenstad wordt waar mogelijk uitgegaan van realisering van (inpandige of ondergrondse) parkeervoorzieningen op eigen terrein. Het historische karakter herstellen Gestreefd wordt naar behoud en herstel van het historisch karakter van de binnenstad. Om historische bebouwing op een verantwoorde wijze te restaureren en zo mogelijk te kunnen reconstrueren, is het van belang om meer kennis te vergaren over de oorspronkelijke voor harderwijk kenmerkende bouwstijlen, details en kleuren. Daarnaast dienen (in een beeldkwaliteitplan) uitgangspunten te worden opgesteld voor realisering van nieuwe bebouwing in de binnenstad die zich in maat, schaal en karakter goed voegt in het historische stadsbeeld. Ook de inrichting van de openbare ruimte moet goed worden afgestemd op het karakter van het historische stadsbeeld. Van belang is het zichtbaar maken van het historische karakter bij de toegangen van de binnenstad en vanaf omliggende wegen. Gevelreclames terugdringen Steeds grotere en meer opvallende gevelreclames ontsieren het straatbeeld en nemen het zicht weg op de vaak historische bebouwing. Er zijn daarom voor de binnenstad regels en richtlijnen voor de vorm en de afmetingen van licht- en gevelreclames opgesteld, gericht op het terugdringen van een te veel aan reclame. Op diverse plaatsen wordt al een dergelijk beleid gevoerd. Deze regels en richtlijnen voor gevelreclames zijn in overleg met de winkeliers tot stand gekomen. De regels gaan gelden voor nieuwe reclames; voor het aanpassen van bestaande reclames geldt een overgangsregeling. Essentieel is het zorgen voor handhaving van de nieuwe regels.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Winkelpuien herstellen De indeling en vormgeving van winkelpuien vertoont in veel gevallen weinig overeenstemming met het (oorspronkelijke) karakter van het gehele pand. Het streven is gericht op het herstellen van de architectonische samenhang tussen de winkelgevel en de rest van het (vaak historische) pand. In beginsel vindt uitvoering van dit beleid plaats bij de welstandstoetsing en de verlening van bouwvergunningen; in 2006 wordt een stimuleringsregeling ingesteld om verbetering van bestaande winkelpuien te bevorderen. Versterken van de woonfunctie Om de woonfunctie en de levendigheid van de binnenstad te versterken wordt het wonen boven winkels in de binnenstad bevorderd. In veel gevallen bestaan hiervoor technische en praktische belemmeringen. Bezien wordt of in overleg met belanghebbenden een beheersorganisatie kan worden opgezet die zorgdraagt voor het wegnemen van praktische bezwaren (bijvoorbeeld het ontsluiten van de bovenwoningen) en voor verhuur en beheer van de woningen. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt gestreefd naar versterking van de woonfunctie. Aanbod en diversiteit van de winkels vergroten Uit de binnenstadsgesprekken van 2002 / 2003 is duidelijk naar voren gekomen dat een grotere diversiteit in het winkelaanbod gewenst wordt. De omvang van Harderwijk noch van het verzorgingsgebied maken een aanmerkelijke uitbreiding van het winkelaanbod mogelijk, maar het beleid zal wel worden gericht op het stimuleren van een meer gevarieerd aanbod, waarmee de attractiviteit van de binnenstad wordt vergroot en Harderwijk zich ten opzichte van de regio kan onderscheiden. De routing in het winkelgebied verbeteren Door een juiste situering van winkels dienen de mogelijkheden om een aantrekkelijke winkelroute door de binnenstad te lopen te worden verbeterd; dit geldt met name voor het westelijke uiteinde van de Donkerstraat die de as van het winkelgebied vormt. Denkbaar is het creëren van rondloopmogelijkheden nabij het Klooster door het toevoegen van kleinschalige winkels. Ook de voetgangersverbindingen tussen de
66
Strandboulevard en de binnenstad moeten worden verbeterd, zodat bezoekers van het toekomstige Waterfront op een aantrekkelijke manier worden doorgeleid naar de binnenstad. Vuldersbrink en omgeving verbeteren De parkeergarage Vuldersbrink en het aansluitende winkelgebied missen de kwaliteit die in de binnenstad wordt verlangd, zowel in ruimtelijk als functioneel opzicht. Een ingrijpende reconstructie van dit deel van het centrum is zeer gewenst, waarbij bestaande bebouwing plaats zal maken voor een beter passende invulling. Een denkbare optie daarbij is het uitplaatsen van een of twee supermarkten uit het centrum. Een dergelijke herontwikkeling is waarschijnlijk pas op langere termijn mogelijk als fondsen kunnen worden gevonden om de ruimtelijke reconstructie te financieren. Een nieuw planologisch kader Als kader voor deze ontwikkelingen zal een nieuw bestemmingsplan voor de binnenstad worden opgesteld, dat gewenste verbeteringen en ontwikkelingen mogelijk maakt. Vooruitlopend daarop worden zonodig verkorte planologische procedures (artikel 19 WRO) gevoerd om op korte termijn verbeteringen door te kunnen voeren. Naast het bestemmingsplan zal ook een beeldkwaliteitplan worden opgesteld dat onder meer betrekking heeft op architectuur, kleur- en materiaalgebruik, straat- en gevelreclame, de inrichting van het openbare gebied, bewegwijzering en straatmeubilair en op de uitgangspunten voor realisering van passende nieuwbouw in de binnenstad. Waterfront: ambitieus en aantrekkelijk Masterplan uitvoeren In 2003 is het Masterplan Waterfront vastgesteld. Het is een ambitieus en aantrekkelijk ruimtelijk plan waarin wordt geprofiteerd van de unieke ligging van Harderwijk aan de randmeren, en de relatie tussen stad en water fors wordt versterkt, op een manier die profijtelijk is voor zowel de eigen inwoners als voor de bezoekers.
67
Het Masterplan Waterfront bestrijkt een kuststrook langs de Randmeren met een totale lengte van bijna vijf kilometer. Het is ook letterlijk veel omvattend: de Boulevard met Dolfinarium, het huidige (industrie)havengebied, de jachthaven, het grote bedrijventerrein Lorentz en kwetsbare natuurgebieden. Met dit plan worden verscheidene doelen nagestreefd: de relatie herstellen tussen de binnenstad en het open water van de voormalige Zuiderzee; de grote parkeer- en bereikbaarheidsproblemen rondom het Dolfinarium oplossen; zeer hoogwaardige woonmogelijkheden bieden op een unieke locatie aan het water, nabij de binnenstad; de milieuproblemen oplossen die worden veroorzaakt door oude industrieterreinen in de nabijheid van de binnenstad. Voor de uitwerking en realisering van de plannen werkt Harderwijk samen met een consortium van marktpartijen (projectontwikkelaars, beleggers, bouwers). Het plandeel Waterfront-zuid omvat onder meer het gebied tussen de historische binnenstad en het Dolfinarium, en het daaraan grenzende industriegebied Haven. Om dit gebied te kunnen ontwikkelen moeten eerst bestaande watergebonden bedrijven van de industrieterreinen Haven en Flevoweg worden verplaatst naar het nieuw aan te leggen bedrijventerrein LorentzHaven.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Het plan voorziet onder meer in realisering van een groot aantal parkeerplaatsen voor het Dolfinarium en ten behoeve van de in het plangebied te realiseren functies. De plannen gaan uit van gebouwde parkeervoorzieningen en een groot overloopterrein voor drukke dagen nabij nieuwe op- en afritten van de N302. De woningbouw vormt een belangrijk onderdeel van het programma van het Waterfront. Het totaal aantal woningen zal, afhankelijk van het gekozen programma, uitkomen op zo’n 1.600. In het plan wordt een veelheid aan heel verschillende woonsferen gecreëerd op bijzondere woonlocaties: aan het water én pal tegen de aantrekkelijke binnenstad. Het Masterplan gaat uit van een kleinstedelijke dichtheid van ongeveer 50 woningen per hectare. Gestreefd wordt naar een brede doelgroep en maximale differentiatie aan koop- en huurwoningen in de sectoren midden, duur en heel duur. Voor goedkope woningen is financieel weinig ruimte. De realisering van het Waterfrontplan bestrijkt een lange periode. Uitgegaan wordt van een gefaseerde realisatie van verschillende planonderdelen: Bedrijventerrein Lorentzhaven 2006-2010 Verplaatsen jachthaven 2007 Woningbouw vanaf 2009 Herinrichting Boulevard 2008 Aanleg overloopterrein 2012-2013 Als compensatie voor aantasting van waterbergend vermogen en natuurwaarden in de randmeren wordt uit de exploitatie van het plan Waterfront een belangrijke bijdrage geleverd om de natuurontwikkeling in De Mheenlanden mogelijk te maken (natuur- en watercompensatie). Het Masterplan Waterfront voorziet in de aanleg van een strandeiland aan het Wolderwijd. De juiste situering van dit strandeiland is nog onderwerp van studie. Daarbij is van belang dat het strand is bedoeld als recreatiestrand voor Harderwijkers, en dat voorkomen moet worden dat het alleen door toeristen zal worden gebruikt. Daarnaast is het gewenst om vanaf de boulevard zoveel mogelijk vrij zicht op het open water van het Wolderwijd te behouden. Een randvoorwaarde daarbij is, dat geen verstoring van natuurwaarden (Kranswieren) in het Habitatgebied mag optreden.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Drielanden: woonwijk voltooien met verscheidenheid in karakter Ten zuiden van de snelweg A28 ligt het nieuwste stadsdeel van Harderwijk: Drielanden. De plannen voorzien in de bouw van 4000 tot 4600 woningen (het uiteindelijke aantal is afhankelijk van het te realiseren woningbouwprogramma en de omvang van andere in het gebied te realiseren functies). Naast woningen worden hier de nodige winkel- en wijkvoorzieningen gerealiseerd.
Momenteel is ongeveer de helft van dat aantal woningen gerealiseerd; uitgaande van het huidige bouwtempo van ongeveer 200 woningen per jaar kunnen hier nog tot na 2010 woningen worden gebouwd. Kenmerkend voor Drielanden zijn de grote variatie in woningen, de aandacht voor het aanzien van de wijk (‘beeldkwaliteit’) en voor duurzaam bouwen. De wijk gaat bestaan uit drie delen, drie ‘landen’: Muziekland, Harderhout en Drielanden-west (dit is een voorlopige benaming). Centraal tussen deze wijken ligt het Centrumgebied en de noordrand langs de A28 wordt Drielanden-noord genoemd. Het plandeel Muziekland zal in 2006 worden voltooid; daarna volgt de afronding van Harderhout. Hier wordt overeenkomstig de oorspronkelijke intenties een woongebied gerealiseerd dat een zeker bosachtig karakter krijgt - voor zover dat mogelijk is binnen de beoogde bebouwingsdichtheid. In de oorspronkelijke plannen is uitgegaan van het handhaven en inpassen van een hoogspanningstracé dat Harderhout doorsnijdt. Thans is besloten dit tracé ondergronds buiten de wijk om te leiden.
68
Bij de ontwikkeling van woningbouwplannen voor Drielanden is het uitgangspunt dat de verschillende woonbuurten duidelijk van elkaar verschillen, waarbij elke woonbuurt een duidelijk herkenbaar eigen gezicht heeft. Aan de plannen voor nieuwste woonbuurten (Muziekland IV en Harderhout II) is dat heel goed te zien. In de plannen zal ook, meer dan tot dusver, ruimte zijn voor vernieuwende architectuur en niet-traditionele woonvormen. De plannen voor het westelijk deel van Drielanden zijn in voorbereiding. Naast woningen zullen in dit plandeel ook in beperkte mate wijkvoorzieningen worden gerealiseerd, waaronder mogelijk een extra basisschool. Deze voorzieningen worden bij voorkeur gesitueerd langs de centrale langzaamverkeersroute (de Waterplassteeg) die de verschillende wijkdelen verbindt. Voor de ontwikkeling van het stadsdeel Drielanden werkt de gemeente Harderwijk nauw samen met een consortium van projectontwikkelaars en bouwbedrijven. Bij de start van die samenwerking zijn diverse afspraken gemaakt over onder meer het ruimtegebruik en de woningdifferentiatie. Vanwege de lange looptijd van het project zal het soms nodig zijn om die afspraken aan te passen aan gewijzigde inzichten. Zo zal het wenselijk zijn om meer niet-woonfuncties in de wijk te situeren dan oorspronkelijk was gepland. Ook zal in toekomstige woonbuurten meer rekening gehouden moeten worden met de gevolgen van de vergrijzing. Centraal in de wijk Drielanden wordt een centrumgebied gerealiseerd, met naast een compleet winkelcentrum ook een ruim aanbod aan woon- en welzijnsvoorzieningen. Het centrum zal onder meer een wijkcentrum, een sporthal, een brede school, een mediatheek / bibliotheeksteunpunt en een eetcafé omvatten. Daarnaast is een woonzorgzone voorzien, met een permanent bemand steunpunt (‘zorgbaken’) om alle benodigde vormen van zorg dag en nacht te kunnen verlenen. Omdat de vraag naar zorgwoningen en wijkgerichte voorzieningen op het gebied van zorg en ontspanning groter is dan de fysieke ruimte in het Centrumgebied toelaat, wordt gedacht om in Drielanden-noord voor deze functies ruimte te creëren. Drielanden-noord leent zich in beginsel goed voor een op Drielanden en Stadsweiden gerichte multifunctionele ontwikkeling met onder meer zorgfuncties, stedelijke woonvormen en kleinschalige kantoorruimten.
69
De hoofdontsluiting van Drielanden wordt gevormd door de Groene Zoomweg, die door de (toekomstige) aansluiting op de A28 ook een belangrijke zuidelijke invalsweg van Harderwijk zal vormen. Vanaf de Groene Zoomweg worden de verschillende woonbuurten in Drielanden voor autoverkeer ontsloten. Binnen de wijk wordt een fijnmazig en hoogwaardig fietspadennet aangelegd waardoor de fiets voor veel verplaatsingen binnen en buiten de wijk een goed alternatief voor de auto zorgt. De fietsverbinding met de binnenstad zal worden bekort door aanleg van een fietsbrug over de A28 die aansluiting geeft op het Zeepad. Naast deze verkeersstructuur worden er in Drielanden enkele ‘groene dragers’ aangelegd, in de vorm van een wijkpark (het Muziekpark) en de Blauwe Long, een ruime groene zone langs een smalle beekloop; dit gebied krijgt een natuurlijke inrichting die goed aansluit bij oorspronkelijke omgevingskenmerken, met een streekeigen beplanting.
Groene Zoom De Groene Zoom vormt de stadsrandzone ten zuiden van Drielanden, gelegen aan weerzijden van de Fokko Kortlanglaan en Horloseweg. Het gebied ligt op de overgang tussen de oost-west georiënteerde zandruggen met landgoederen op Ermeloos grondgebied naar het van oudsher lager gelegen poldergebied Drielanden. De functie van het gebied wordt gekenmerkt door overwegend vrijstaande woningen op grote erven, die veelal overblijfselen vormen van agrarische bedrijven. Ook komen met name langs de Fokko Kortlanglaan kleinschalige bedrijven voor. De recreatie is vertegenwoordigd door een kleine natuurcamping en een groot
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
recreatieterrein op Ermeloos grondgebied. Aan de westkant van het gebied bevinden zich forse bospercelen aansluitend op het bos in de Ermelose landgoederen rond ’s Heerenloo. Door beide gemeenten is een masterplan opgesteld waarin het toekomstbeeld voor het gebied wordt geschetst. Uitgangspunt in dit Masterplan is dat het groene, open karakter van het gebied zoveel mogelijk wordt gehandhaafd en op sommige plekken wordt verstevigd. Sommige plekken kunnen een openbaar karakter krijgen, waardoor bewoners van Drielanden een uitloopmogelijkheid wordt geboden. Versterking van de groenstructuur kan onder meer door toepassing van het principe ‘rood voor groen’; nieuwe functies financieren mede de groenstructuur. Deze functies moeten uiteraard wel passen bij het karakter van het gebied. Te denken valt aan vrijstaande woningen op ruime boskavels aan de westkant (bijvoorbeeld in de vorm van een villabos), terwijl aan de oostkant van het spoor tussen de bedrijventerreinen Tonsel en Veldzicht-noord meer kan worden gedacht aan vrijstaande woningen met bijvoorbeeld een bedrijfje aan huis. In sommige gevallen kan nieuwe bebouwing worden ingeruild voor oude, in onbruik geraakte bebouwing. De Groene Zoom biedt tevens ruimte voor noord-zuid gerichte fietsroutes (vanuit de Blauwe Long en het Centrumgebied Drielanden) die belangrijke schakels vormen in de hoofdfietsstructuur tussen de binnenstad van Harderwijk en de dorpskern van Ermelo. Locatie De Harder: hoogwaardige invulling voor binnenstadsentree De kruising van de N302 met de Burgemeester de Meesterstraat is een belangrijk knooppunt van hoofdwegen in Harderwijk. Nabij dit knooppunt staat een grote hal met een recreatieve functie (partycentrum, kartbaan). De huidige invulling van het terrein (bebouwing en buitenruimte) heeft niet de hoge ruimtelijke kwaliteit die bij deze entree tot de binnenstad wordt verlangd. Er wordt gewerkt aan plannen voor een andere, hoogwaardige invulling van de locatie. Zowel voor de functies als voor de bebouwing geldt dat deze passend moeten zijn voor zo'n belangrijke zichtlocatie (representatief). Het complex zal worden ontwikkeld als een hoofdcluster voor thematische detailhandel op basis van het thema voor vrije tijd en wonen. De bestaande hal hierin volledig worden geïntegreerd. Verder
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
komen hier diverse grootschalige winkels, waarbij het accent zal liggen op recreatie en vrije tijd. Er kunnen ook grootschalige woonwinkels worden gevestigd. Daarnaast kan de functie “leisure” (vermaaksfuncties) verder worden ontwikkeld. Door de wegverdubbeling van de N302 krijgt het terrein meer het karakter van een snelweglocatie. Hier te realiseren functies dienen daarom met hun representatieve zijde naar de N302 te worden gericht. Het bestaande industriespoortje wordt opgeruimd. Hier zal het complex van De Harder worden afgezoomd met een attractieve bebouwingswand van woningen in verschillende prijsklassen.
Sportpark Parkweg en omgeving: groen en openheid bewaren Het sportpark Parkweg ligt centraal in het gebied dat wordt omsloten door de Stationslaan, de Verkeersweg, de Hoofdweg en de spoorlijn. Dit centraal gelegen gebied wordt gekenmerkt door veel groen en forse bebouwing los in de ruimte. Het gebied maakt deel uit van de Groene Long, de belangrijkste binnenstedelijke groene drager. In het gebied zijn ook bebouwde sportaccommodaties aanwezig (sporthal, zwembad). Langs de Verkeersweg en de Stationslaan zijn verschillende scholengemeenschappen gehuisvest. Daarnaast is er in het gebied woningbouw aanwezig. De combinatie van verspreide bebouwing en grootschalige groenvoorzieningen geeft het gebied een campusachtig karakter. Het beleid is er op gericht om dit groene en open karakter in stand te houden. Daarbij wordt er van uitgegaan dat binnen dit gebied kan worden voorzien in de eventueel nog benodigde ruimte voor aanvullende sport- en
70
vrije tijdsvoorzieningen; zonodig moet hiervoor ruimte worden gevonden door herschikking van functies. Denkbaar is dat de sportvelden op termijn intensiever kunnen worden benut door toepassing van kunstgras. Rekening moet worden gehouden met wenselijke uitbreidingen, of mogelijk zelfs verplaatsing van scholen rondom het sportpark. Het Cultureel Centrum Harderwijk, nabij de rotonde Westermeenweg / Verkeersweg / Stationslaan, zal op de huidige locatie worden gerenoveerd en uitgebreid, daarbij wordt ook de inrichting van buitenruimte en realisering van parkeervoorzieningen betrokken.
Bedrijventerrein Lorentz: moderniseren van de oudere delen Het bedrijventerrein Lorentz is het grootste bedrijventerrein van Harderwijk en is gefaseerd aangelegd vanaf de naoorlogse jaren tot aan het heden. Met name de oudste delen van het terrein voldoen qua functies en verschijningsvorm niet meer aan de eisen van een hedendaags bedrijventerrein. De prognoses geven aan dat ook na de realisatie van Lorentz-oost behoefte blijft bestaan aan bedrijventerrein. Naast het opvangen van deze vraag in Flevoland wordt gekozen voor het efficiënt benutten van de bestaande voorraad. Daarom is de gemeente samen met het bedrijfsleven en andere maatschappelijke partners gestart met een revitaliseringsproces. Uitgangspunt van revitalisering is onder meer intensiever en duurzamer grondgebruik en het toepassen van vormen van bedrijventerreinmanagement. Naar verwachting zal een en ander in 2006 uitmonden in een masterplan voor het terrein.
71
Lorentz-oost: regionaal bedrijventerrein als opvang voor zwaardere bedrijven Na het opstellen van de Ontwikkelingsvisie uit 1998 is de keuze gemaakt om ten oosten van het bestaande bedrijventerrein Lorentz het regionale bedrijventerrein Lorentz-oost te realiseren, omdat hiervoor elders in de regio geen geschikte locatie kon worden gevonden. Belangrijke uitgangspunten voor de inrichting van dit gebied waren onder meer: geen (nieuwe) bebouwing en infrastructuur in de Mheenlanden, het lint van de Zuiderzeestraatweg, alsmede de Hierdense Enk en het noordelijk deel van de Stadslanderijen (met sportpark en dorpshuis) als ruimtelijke buffer naar Hierden; rekening houden met ontwikkelingen die zijn aangegeven in de plannen voor het Waterfront, zoals de realisering van een locatie voor kleine watersport, de aanleg van het recreatieve (Zuiderzee)fietspad en de aanleg van waterpartijen en natuurontwikkeling als compensatie voor de uitbreiding van het bedrijventerrein Lorentz; ontsluiting van het plangebied primair vanaf de westzijde, aansluitend op de Newtonweg; een interne zonering van zware en lichte bedrijvigheid; rekening houden met eventuele toekomstig ontwikkelingen (woningbouw, bedrijvigheid) in het gebied Glindweg (westelijk van de Newtonweg).
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
De regionale functie van het bedrijventerrein houdt in, dat Lorentz-oost vooral bedoeld is voor bedrijven uit Harderwijk en uit andere plaatsen in de regio, die vanwege hun aard of omvang moeten worden verplaatst of niet elders kunnen worden gevestigd. Overigens is maar een gedeelte van Lorentz-oost geschikt voor de vestiging van zwaardere bedrijven; langs de zuidelijke en oostelijke randen kunnen alleen bedrijven worden gevestigd die weinig milieuhinder veroorzaken, vanwege de nabijheid van woningen. Bij de plannen hoort ook de aanleg van afschermende groene zones langs de noord-, oost- en zuidzijde. Aan de westzijde moet representatieve bebouwing worden gerealiseerd die met het gezicht naar de Newtonweg moet liggen. Bij de realisering wordt uitgegaan van intensief ruimtegebruik, en van het treffen van alle maatregelen die redelijkerwijs mogelijk zijn om milieu-overlast te beperken. De ontwikkeling van Lorentz-oost heeft (samen met het plan Waterfront) een belangrijke impuls gegeven aan het maken van plannen voor natuurontwikkeling in de Mheenlanden, oostelijk van het bedrijventerrein.
Bedrijventerrein Tonsel (Drielanden-oost): bedrijventerrein voor representatieve en schone bedrijven Aan de zuidkant van Harderwijk, omsloten door de A28, de spoorlijn, de Groene Zoomweg en de Harderwijkerweg, wordt het bedrijventerrein Tonsel gerealiseerd. Vanwege de nabijheid van woningen (langs de Weisteeg en in Drielanden) kunnen hier alleen bedrijven met een geringe milieubelasting worden gevestigd. Vanwege de zichtbare situering van het terrein langs belangrijke ontsluitingswegen (dragers) worden aan de verschijningsvorm
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
van de hier te realiseren bebouwing hoge eisen gesteld. Op dit terrein worden daarom overwegend representatieve en schone bedrijven gevestigd. Daarbij wordt onder meer uitgegaan van een concentratie van autobedrijven met showrooms. Daarnaast kan het terrein ook enige ruimte bieden aan perifere detailhandelsvestigingen (zoals een bouwmarkt of een tuincentrum). De noordelijke rand van het gebied, langs de Weisteeg, wordt gehandhaafd als woongebied met een groen en open karakter.
Mheenlanden / Hierdense poort: versterking van de aanwezige natuurwaarden Bij de uitbreiding van stad en infrastructuur moet aantasting van belangrijke natuurwaarden zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarnaast kan door aanpassing en verbetering van de natuurlijke omstandigheden de ecologische waarde van gebieden op diverse ruimtelijke schaalniveaus
72
worden verhoogd. Dit gebeurt in de plannen voor de Mheenlanden, de Hierdense Poort en de Natte As in het Veluwemeer. Op regionaal niveau vormen deze gebieden schakels in de ecologische verbindingszone tussen de Veluwe en de natuurgebieden in Flevoland, terwijl op lokaal niveau een grotere soortenrijkdom aan planten en dieren wordt bewerkstelligd. Het project De Natte As voorziet in de aanleg van drassige eilandjes in het Veluwemeer die als ecologische stapstenen fungeren tussen de natuur in de Mheenlanden en de natuurgebieden in Flevoland. In de Mheenlanden zullen de aanwezige kenmerken en natuurwaarden worden versterkt van dit gebied dat onder meer waardevol is weidevogels. Het plan omvat een gebied van zo’n 130 hectare. Een van de doelen is het verbeteren van de omstandigheden voor de gebiedseigen flora en fauna. Het zuidelijke kustgebied van de Mheenlanden krijgt een nat karakter. Hier wordt natte natuur (wetlands) aangelegd ter compensatie van landaanwinningen elders rond het Harderwijkse Waterfront. Aan de noordoostzijde behoudt het gebied zijn agrarische en open karakter. Het project Hierdense Poort sluit aan op de Mheenlanden en strekt zich meer in oostelijke richting uit in een breed gebied aan weerszijde van de Hierdense Beek. Doel is de ecologische verbinding tussen Veluwe en Randmeren te versterken door onder meer terugdringen van de barrièrewerking van infrastructuur en het doorvoeren van terreinverbeterende maatregelen en nieuwe beheersvormen. Een belangrijke schakel vormt het gewenste ecoduct over de A28 ter hoogte van de Hierdense Beek. Frankrijk / Walstein 2A: mooi wonen aan de rand van het buitengebied De wijk Frankrijk ligt aan de oostkant van de stad en wordt door de provinciale weg N302 gescheiden van overig Harderwijk. Het zuidoostelijk deel van de wijk Frankrijk (de bouwlocatie Walstein 2A) is thans nog niet bebouwd. Walstein 2A vormt de overgang tussen het stedelijk gebied van Harderwijk en het buitengebied rondom Hierden. Volgens de gemeentelijke Woonvisie (2004) is er is in Harderwijk behoefte aan meer mogelijkheden voor het zogeheten landelijk en dorps wonen. Van alle beschikbare woningbouwlocaties is Walstein 2A daarvoor het meest geschikt. In het kader van het opstellen van het woningbouwprogramma voor Walstein 2A
73
wordt overwogen (binnen de mogelijkheden van de grondexploitatie) uit te gaan van realisering van een informeel woonbuurtje met een landelijk karakter, waarmee wordt aangesloten bij het karakter van het gebied rondom de Grensweg.
Parallelweg e.o. (‘eendengebied’): sterke verandering naar bos en Veluws karakter Het gebied ten oosten van Frankrijk langs de spoorlijn en de A28 wordt gedomineerd door uitgestrekte bebouwing van intensieve veehouderijbedrijven. Van oorsprong waren dit vooral eendenbroederijen en -mesterijen, maar er komen nu ook kalvermesterijen en een palingkwekerij voor. Gestreefd wordt naar een aanmerkelijke transformatie van dit gebied, waarbij veel bebouwing verdwijnt om plaats te maken voor aanleg van een bosstrook met een Veluws karakter. Om deze ontwikkeling tot stand te kunnen brengen zal een integraal plan worden opgesteld dat voorziet in het terugbrengen van het karakter van het Veluwe-landschap. Om de kosten van de herontwikkeling te kunnen dekken wordt er van uitgegaan dat (op beperkte schaal en onder strikte voorwaarden) bebouwing in de bosrand mogelijk wordt gemaakt. Daarbij kan worden gedacht aan woningbouw in de vorm van enkele karakteristieke landhuizen met verscheidene wooneenheden. Een en ander vergt een integrale visie en ontwikkeling; hiervoor wordt samenwerking gezocht met diverse partijen, zoals eigenaren, marktpartijen en natuurbeschermingsorganisaties. Het is denkbaar dat in de aan te leggen bosstrook ook recreatieve voorzieningen kunnen worden geïntegreerd.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Kranenburg-noord: 200 woningen en regionale voorzieningen Het gebied Kranenburg-noord ligt nabij het station van Harderwijk, tussen de Oranjelaan, de spoorlijn, het bedrijvengebied Sypel en de woonbebouwing van de wijk Tweelingstad. Het is destijds in gebruik genomen als kazerneterrein; dit gebruik wordt beëindigd. Het ligt in de bedoeling om het gebied Kranenburg-noord in te richten als een woongebied met een groene en open opzet. Kranenburg-noord is goed bereikbaar per fiets, auto en trein; in het gebied kunnen dan ook, naast woningbouw, maatschappelijke functies een plek krijgen die gebaat zijn bij uitstekende verbindingen met de rest van de stad en de regio.
Het gebied zal worden ontsloten door een groene laan die met een rotonde wordt aangesloten op de Oranjelaan, die tevens de verbinding vormt tussen het te ontwikkelen stationsgebied en het bedrijventerrein Sypel. Langs deze laan kunnen de bijzondere functies in de wijk een plek krijgen. Deels kan hiervoor de bestaande bebouwing worden gebruikt. De groene laan maakt ook deel uit van de fietsroute van het station via de Deventerweg naar de Veluwe. Het is dan ook belangrijk om de inrichting van het stationsgebied, het Oranjepark, de Oranjelaan en de routes over Kranenburg en langs de Sypel goed op elkaar af te stemmen en als eenheid vorm te geven. Uitgangspunt bij de inrichting van het gebied is het zoveel mogelijk behouden en benutten van de bestaande groenstructuur op het kazerneterrein. De inrichting van deze gebieden vraagt veel aandacht, omdat ze ook een verkeers- en verblijfsfunctie hebben voor de omliggende woongebieden en de rest van de stad.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat op Kranenburg-noord ongeveer 200 woningen gebouwd kunnen worden. Daarnaast is het terrein geschikt voor gebouwen voor maatschappelijke doeleinden, zoals medische voorzieningen; bij voorkeur voorzieningen met een regionale functie en met een functie voor Harderwijk; voorzieningen met een regionale functie worden bij voorkeur dicht bij het station gesitueerd. Ook is er ruimte voor kleinschalige en lichte bedrijvigheid.
Dichterskwartier (voormalige California-fabriek): nieuw woongebied, 150 woningen Het Dichterskwartier aan de Verkeersweg is een van de toekomstige nieuwe woongebieden in de stad. Het gebied ligt temidden van vele verschillende stedenbouwkundige structuren: de jaren ’60-wijk Stadsdennen, een bedrijvengebied en de bebouwingslinten met vooroorlogse woningen. Het terrein vormde eerst een industriële enclave, het is de bedoeling dat het gebied beter wordt opgenomen in de omliggende stedelijke structuur. In aansluiting op het California-terrein wordt ook het bedrijvengebied tussen Hoofdweg en Handelsweg, en de aansluiting op de bestaande wijk Stadsdennen opnieuw ontwikkeld. Voor de invulling van de locatie wordt uitgegaan van realisering van een bebouwingswand in drie tot vier bouwlagen langs de Verkeersweg; hierin kunnen appartementen worden gemaakt. Deze wand van gestapelde woningbouw vormt de overgang tussen de oude bebouwingslinten (langs de Verkeersweg) en de grootschaliger bebouwing die zich ontwikkelt rond de hoofdwegenstructuur van Harderwijk. De rest van het gebied is voornamelijk ingevuld met
74
grondgebonden woningen die qua maat aansluiten op de woningbouw in Stadsdennen. Uitgegaan wordt van aanleg van een groene ruimte als overgang naar de bestaande wijk. Het deel langs de Hoofdweg kan worden ingevuld als locatie voor kantoorachtige schone bedrijven, zakelijke dienstverlening en kleinschalige bedrijvigheid mogelijk gecombineerd met wonen. Deze locatie markeert een belangrijk knooppunt van hoofdwegen in Harderwijk, en vormt een afronding van de bebouwingswand langs de Verkeersweg. In totaal kunnen op het voormalige California-terrein circa 150 woningen 2 worden gebouwd. Daarnaast kan enkele duizend m ruimte voor kantoren, bedrijven en aanverwante functies worden gecreëerd. Centrale Zone: stedelijke voorzieningen die niet in historische binnenstad passen Het gebied tussen de binnenstad en het station is de Centrale Zone genoemd. Voor de Centrale Zone is het beleid gericht op vestiging van maatschappelijke voorzieningen waarvan een centrale situering gewenst is, maar die vanwege aard of omvang niet in de historische binnenstad kunnen worden gevestigd. De belangrijkste functie in de Centrale Zone is het ziekenhuis St Jansdal. Uitgegaan wordt van uitbreiding van het ziekenhuis, en realisering van parkeervoorzieningen (inpandig) voor personeel, patiënten en bezoekers. De infrastructuur rondom het ziekenhuis moet worden aangepast; speciaal voor ambulances is een directe aansluiting op de Westermeenweg gemaakt. De ontsluiting vanaf het Westeinde is beter en veiliger gemaakt door aanleg van een rotonde. In de nabijheid van het ziekenhuis kunnen aanvullende (para-)medische voorzieningen worden gevestigd, waardoor bij het ziekenhuis en langs de Wethouder Jansenlaan een concentratie van zorgvoorzieningen (een ‘zorgfront’) kan ontstaan. Daarnaast zullen in de Centrale Zone andere maatschappelijke functies worden gevestigd, onder meer het politiebureau en Werkwereld (voorheen C.W.I.). Waar dat mogelijk is wordt in de Centrale Zone uitgegaan van realisering van voorzieningen en publieksfuncties in de onderste bouwlagen, en woningbouw op de hogere bouwlagen (onder meer voor senioren en andere doelgroepen waarvoor dit gebied een geschikte vestigingslocatie is).
75
Omdat de beschikbare ruimte in de Centrale Zone beperkt is en de parkeerdruk hoog (als gevolg van de nabijheid van ziekenhuis en binnenstad) wordt bij alle ontwikkelingen uitgegaan van intensief ruimtegebruik en realisering van parkeervoorzieningen op eigen terrein. Het Nachthok (tussen het spoor en bedrijventerrein Weiburg) vormt een karakteristieke, vooroorlogse woonbuurt met rietgedekte twee-onder-eenkap woningen in een landelijke bouwtrant. Uitgangspunt is handhaving en kwaliteitsverhoging van de karakteristieke en monumentale delen van dit buurtje.
Stationsomgeving: aanpassen aan gewenste IC-status Harderwijk streeft naar aansluiting op het intercity-net, waardoor de treinverbindingen met het westen en noorden worden verbeterd. De haalbaarheid hiervan is onderwerp van studie in het kader van het Tweede Provinciale Verkeer- en Vervoersplan. Een IC-status vergt aanpassingen van het treinstation; hiervoor zijn onder meer langere perrons en mogelijk een spoorverdubbeling nodig. Deze aanpassingen kunnen worden gecombineerd met de voorgenomen realisering van een verkeerstunnel onder het spoor nabij het NS-station; aan deze tunnel bestaat grote behoefte omdat de huidige gelijkvloerse spoorwegkruising een groot knelpunt voor het wegverkeer vormt. Uitgegaan wordt van realisering van een nieuwe stationstoegang en een nieuw stationsplein, waarop het (streek)busstation een plaats moet krijgen. Rondom het stationsplein kunnen kantoren en centrumfuncties worden
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
gerealiseerd. Daarnaast moet de nodige ruimte voor parkeren worden gevonden. Er wordt een integrale ruimtelijke visie opgesteld voor aanleg van verkeerstunnel, stationsplein en ander functies in dit gebied aan de noorden de zuidzijde van het station. In die visie wordt gestreefd naar het zo mogelijk behouden van de aanwezige kwaliteiten in het gebied, waaronder de grote bomen ten zuiden van het station en het karakteristieke straatbeeld van Stationslaan en Oranjelaan. De tunnel moet niet alleen een verkeersknelpunt oplossen, maar zal ook de voorwaarden creëren voor een markant stedelijk knooppunt binnen de stad en een uitnodigende poort voor alle verkeerssoorten. Bij de ontwikkeling van het stationsgebied wordt zorg besteed aan de voorzieningen voor fietsers, waardoor het station Harderwijk een aantrekkelijk startpunt wordt voor fietstochten in de omgeving. Er wordt voorzien in een groene fietsroute vanaf het station via Kranenburg-noord en de Deventerweg naar de Veluwe. Een ander aandachtspunt vormt de aansluiting van IC-treinen op lokaal openbaar (bus)vervoer.
Hierden-dorp: bestaande kwaliteiten in stand houden Hierden is een kleinschalig, deels nog vrij authentiek dorp, en het beleid is er op gericht om de bestaande kwaliteiten zo veel mogelijk in stand te houden. Dit houdt ook in dat de uitbreiding van Hierden beperkt blijft, maar er kunnen de komende jaren nog wel enige tientallen woningen in Hierden worden bijgebouwd om inwoners de gelegenheid te geven in het dorp te blijven wonen.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Een stabiel inwoneraantal draagt ook bij aan de levensvatbaarheid van aanwezige voorzieningen, de detailhandel en de sociale samenhang, onder meer via het verenigingsleven. Voor de woningbouw wordt uitgegaan van een schaal en architectuur die goed past bij het landelijke karakter van het dorp. Om te voorkomen dat het dorpse karakter van Hierden verloren gaat door het uitbreiden van Harderwijk in oostelijke richting is er voor gekozen om na Lorentz-oost geen nieuwe uitbreidingen aan de oostzijde van het bedrijventerrein Lorentz meer te realiseren. De plannen voor Lorentz-oost voorzien in een landschappelijke afscherming rondom dit nieuwe bedrijventerrein. Om de openheid van het aangrenzende gebied De Mheenlanden te waarborgen is gekozen voor duurzame natuurontwikkeling in dat gebied.
Stadsdennen: voortgaan met stedelijke vernieuwing In het oostelijk deel van de wijk Stadsdennen is een proces van stedelijke vernieuwing in gang gezet, waarbij naoorlogse woningen worden vervangen door nieuwbouw van een hogere kwaliteit en met een grotere toekomstwaarde. Dit proces wordt de komende jaren voortgezet. Een beoordeling van het woningbestand zal moeten uitwijzen of en in welke mate dit proces van vernieuwing ook in andere delen van de wijk noodzakelijk wordt. Ook in en rond het centrumgebied van Stadsdennen zal de komende jaren het nodige veranderen, door nieuwbouw en aanpassing van bestaande voorzieningen. Opruiming van de industriespoorlijn vraagt om een visie op de ontwikkelingsmogelijkheden van de gronden langs deze lijn.
76
Stadsweiden: geen ingrijpende ontwikkelingen voorzien Stadsweiden is een groene woonwijk waarvan de opzet kenmerkend is voor de ontstaansperiode, de jaren ’70. Er zijn geen concrete plannen voor ingrijpende ontwikkelingen in deze wijk. Wel is het nodig om de kwaliteit en de verhuurbaarheid van het woningbestand goed in de gaten te houden; nader onderzoek moet uitwijzen of en in welke mate een proces van stedelijke vernieuwing in delen van de wijk noodzakelijk wordt. Het is te verwachten dat het huidige niveau van de winkelvoorzieningen in Stadsweiden op termijn niet kan worden gehandhaafd. Naar verwachting zullen dagelijkse goederen wel verkrijgbaar blijven. Sypel: blijft bedrijventerrein, maar wel opgewaardeerd Het bedrijventerrein Sypel ligt centraal in het stedelijk gebied van Harderwijk, langs een belangrijke ontsluitingsweg (de Deventerweg) en dicht bij het station. Het is een locatie dus die zich eerder leent voor allerlei stedelijke, publieksgerichte of woonfuncties dan voor een bedrijventerrein. Toch wordt er voor gekozen om op deze locatie een bedrijventerrein te handhaven, omdat er op langere termijn een tekort dreigt te ontstaan aan vestigingsmogelijkheden voor bedrijven, en omdat er binnen het stedelijk gebied behoefte is aan een gebied waar kleinere, schone en weinig ruimte behoevende bedrijven gevestigd kunnen worden. Er wordt wel uitgegaan van het opwaarderen, hoogwaardiger maken, van het bedrijventerrein Sypel. Voor de (her)ontwikkeling van Sypel gelden onder meer de volgende uitgangspunten: milieuhinder van de bedrijven moet voldoen aan daaraan te stellen kwaliteitseisen; er mag geen sprake zijn van intensieve belasting van de omgeving door verkeer en transport, de ruimtelijke kwaliteit moet worden afgestemd op het beoogde karakter van de omgeving; de bedrijven dienen een representatieve uitstraling te hebben. Langs de randen van het terrein worden functies en bebouwing gerealiseerd die een goede overgang vormen naar aangrenzende gebieden; dat betekent dat aan de oostzijde kantoorachtige bebouwing gerealiseerd kan worden,
77
vergelijkbaar met de al aanwezige bebouwing langs de Deventerweg en aan de overkant. In de zuidelijke en westelijke rand van de Sypel kunnen functies worden gevestigd die bijdragen aan een goede overgang naar de aangrenzende woon- en groengebieden.
Bedrijventerrein Weiburg: functieverandering naar campus voor werken, voorzieningen en wonen Op het industrieterrein Weiburg (tussen de Westermeenweg en de spoorlijn) zijn enkele grote bedrijven gevestigd die qua aard en schaal niet thuishoren midden in een stedelijk gebied. Voor dit terrein wordt uitgegaan van een al dan niet geleidelijke functieverandering. De locatie is gunstig gelegen ten opzichte van het station, het ziekenhuis en de binnenstad, en is daardoor zeer geschikt als vestigingslocatie voor hoogwaardige stedelijke voorzieningen (zorginstellingen, onderwijs), kantoren en hoogwaardige representatieve bedrijven die gebaat zijn bij een centrale ligging, dichtbij het station. Bij de herinrichting van het terrein wordt mogelijk uitgegaan van een campus-achtige opzet, met gevarieerde gebouwen in een groene setting. Op deze locatie is ook woningbouw denkbaar voor senioren en andere specifieke doelgroepen die baat hebben bij een ligging bij het station en de zorgvoorzieningen rond St Jansdal. Wellicht kan wat wonen betreft aansluiting worden gezocht op het buurtje Nachthok ten zuiden van Weiburg. Het Nachthok vormt een karakteristieke, vooroorlogse woonbuurt met rietgedekte twee-onder-een-kap woningen in een landelijke bouwtrant. Uitgangspunt vormt handhaving en kwaliteitsverhoging van de karakteristieke en monumentale delen van dit buurtje.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Omgeving Glindweg: op langere termijn stedelijke functies Oostelijk van de wijk Frankrijk, omsloten door de Zuiderzeestraatweg en de Newtonweg, ligt een deel van het buitengebied dat steeds meer ingesloten wordt door stedelijke ontwikkelingen. Zeker na realisering van het regionale bedrijventerrein Lorentz-oost (ten oosten van de Newtonweg) is dit gebied feitelijk niet meer als buitengebied aan te merken, en het ligt dan ook voor de hand om de locatie op langere termijn te bestemmen voor een invulling met stedelijke functies. In het verleden zijn plannen opgesteld die voorzagen in bebouwing met woningen en bedrijven; het desbetreffende bestemmingsplan is destijds niet goedgekeurd. De locatie is door zijn ligging geschikt voor verschillende functies (wonen, werkgebied, stedelijke voorzieningen); volgens de huidige inzichten is het gebied binnen een periode van tien tot vijftien jaar echter niet voor één van deze functies nodig. Er is dan ook geen reden om nu al een definitieve keuze te maken voor de te zijner tijd aan het gebied Omgeving Glindweg te geven bestemming. Het is goed denkbaar dat zich in de komende jaren behoefte aan ruimte voor stedelijke functies manifesteert die nu nog niet is voorzien. In dat geval kan worden beoordeeld of het gebied Omgeving Glindweg voor (een van) die functies geschikt is. In dit structuurplan is het gebied daarom aangemerkt als een reservelocatie voor toekomstige stedelijke ontwikkelingen.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
78
De plankaart en beschrijving van het structuurplan Harderwijk 2020 Bij het structuurplan hoort op grond van artikel 11, lid 1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening een plankaart met een renvooi (een verklaring). Op de plankaart zijn de functies van gebieden in 2020 aangegeven. Aan de hand van het renvooi wordt de meest gewenste ruimtelijke ontwikkeling in hoofdlijnen van de gemeente beschreven. De plankaart geeft een globaal beeld van de toekomstige ruimtelijk-fysieke situatie in de gemeente. In verband met de wettelijke eisen is de officiële plankaart ook afzonderlijk beschikbaar op een schaal van 1: 25.000. Bij het maken van plannen voor de verschillende ontwikkelingen moet rekening worden gehouden met de beschrijving van de plankaart, zoals opgenomen in dit hoofdstuk. Deze beschrijving geeft een beeld van de meest gewenste ruimtelijke ontwikkeling in hoofdlijnen van de gemeente en is op 15 juni 2006 vastgesteld door de gemeenteraad. De plankaart en beschrijving in dit hoofdstuk gaan vergezeld van een toelichting welke wordt gevormd door de hoofdstukken 5, 6 en 7. In deze hoofdstukken zijn de aan de plankaart en beschrijving ten grondslag liggende overwegingen, de uitkomsten van onderzoek en het voor dit plan relevante beleid opgenomen, zoals bepaald in artikel 11, lid 2 van het Besluit op de ruimtelijke ordening. Bijzondere aandacht verdient de aanduiding ‘Gebied waarbinnen het structuurplan Waterfront van kracht is’. Op 14 oktober 2004 heeft de gemeenteraad voor dit gebied een structuurplan vastgesteld. Om overlap te voorkomen is dit plangebied buiten dit structuurplan gelaten. Wel wordt in het toelichtende gedeelte (de hoofdstukken 5 t/m 7) ruimschoots aandacht besteed aan het Waterfront.
79
Plankaart van het structuurplan Waterfront
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
80
renvooi behorende bij de plankaart van het structuurplan Harderwijk 2020
81
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Beschrijving van de plankaart (verklaring van de aanduidingen op de plankaart)
Wonen Centrum wonen Gebied met een grote diversiteit aan veelal aaneengesloten woonbebouwing op kleine tot middelgrote percelen in een relatief hoge woningdichtheid (> 40 wo/ha) vermengd met centrumvoorzieningen (winkels, dienstverlening, horeca, cultuur en ontspanning). Suburbaan wonen Gebied met een middelgrote woningdichtheid (25-40 wo/ha) gekenmerkt door overwegend eengezinshuizen op middelgrote percelen en op de betreffende wijk gerichte voorzieningen gebundeld in winkelcentra. Dorps wonen Gebied met een kleinschalig en landelijk karakter (10-25 wo/ha) gekenmerkt door overwegend vrijstaande eengezinshuizen op ruime percelen met op de lokale bevolking afgestemde verspreid liggende kleinschalige voorzieningen. Landelijk wonen Gebieden met een lage woningdichtheid (0-25 wo/ha) in een overwegend groen en agrarisch gebied met geen of weinig voorzieningen. De bebouwing is deels van agrarische oorsprong, deels betreft het solitaire (villa)bebouwing.
Kantoren / dienstverlening Gebied met een concentratie van gebouwde voorzieningen gericht op het leveren van private en publieke dienstverlening, al dan niet in combinatie met zorg- en woonfuncties. Dienstverlening Solitaire functie gericht op publieke dienstverlening. Gemengde bedrijven Gebied met overwegend kleine en middelgrote bedrijven in de lichtere milieucategorieën, voornamelijk in de sectoren handel, dienstverlening, distributie en reparatie. Verspreide bedrijven Gebied overeenkomstig aanduiding Gemengde bedrijven, echter met verspreid liggende bedrijfspanden in het groen. Grootschalige bedrijven Gebied met overwegend grootschalige bedrijven in de hogere milieucategorieën, voornamelijk in de sectoren productie, distributie/opslag, groothandel en bouwnijverheid. Militair terrein Gebied met kleinschalige gebouwde voorzieningen gericht op militaire oefeningen, waaronder schietoefeningen.
Verkeer Werken Centrum Gebied met een grote diversiteit aan voorzieningen en kleinschalige werkfuncties, zoals winkels, horeca, kleine ambachtelijke bedrijven, cultuurfuncties en dienstverlening.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Snelweg Meerbaans wegtracé ingericht op een hoge verkeersintensiteit bedoeld voor de verwerking van verkeersstromen op nationaal en regionaal niveau.
82
Bovenlokale weg Eenbaans wegtracé ingericht op een middelgrote verkeersintensiteit bedoeld voor de verwerking van verkeersstromen op regionaal niveau.
Onderwijs Gebied met een concentratie van gebouwde voorzieningen gericht op educatie en kennisoverdracht in georganiseerd verband.
Lokale weg Eenbaans wegtracé ingericht op een middelgrote verkeersintensiteit bedoeld voor de verwerking van verkeersstromen op lokaal/regionaal niveau.
Sport Gebied met gebouwde en aangelegde voorzieningen ten behoeve van de uitoefening van zaal- en veldsporten.
Fietsroute In twee richtingen berijdbaar tracé louter bedoeld voor de verwerking van lokaal en regionaal fietsverkeer.
Begraafplaats Gebied met aangelegde en kleinschalig gebouwde voorzieningen gericht op het begraven en cremeren van overledenen.
Spoorweg / station Meerbaans spoorwegtracé en halteplaats met gebouwde voorziening en parkeerruimte gericht op de verwerking van reizigersstromen.
Verblijfsrecreatie Gebied met kleinschalige gebouwde voorzieningen gericht op tijdelijk verblijf door recreanten die elders hun hoofdverblijf hebben.
Natuurtransferium Een op de dagrecreant gerichte voorziening gericht op het verkrijgen van informatie en educatie, het parkeren van vervoermiddelen, kleinschalige horeca en aanverwante faciliteiten.
Winkelcentra Gebied met een concentratie van wijkgerichte detailhandel en kleinschalige dienstverlening.
Voorzieningen
Perifere detailhandel Gebied met een concentratie van overwegend grote winkeloppervlakten in enkele specifiek benoemde branches.
Centrum Gebied met een grote diversiteit aan voorzieningen en kleinschalige werkfuncties, zoals winkels, horeca, kleine ambachtelijke bedrijven, cultuurfuncties en dienstverlening.
Cultuur Gebied met een concentratie van gebouwde voorzieningen gericht op diverse vormen van kunst- en cultuur, waaronder educatieve functies, expositie en theater.
Zorg Gebied met een concentratie van gebouwde voorzieningen gericht op geestelijk en lichamelijk welzijn.
Natuurtransferium Een op de dagrecreant gerichte voorziening gericht op het verkrijgen van informatie en educatie, het parkeren van vervoermiddelen, kleinschalige horeca en aanverwante faciliteiten.
83
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Groen en landschap Natuur / bos Gebied overwegend bestaande uit grootschalige percelen bos, heide en stuifzand gericht op natuurontwikkeling en recreatief medegebruik. Natuur / groen Gebied overwegend bestaande uit kleinschalige bospercelen, weidegrond en oevervegetatie gericht op natuurontwikkeling en extensief recreatief en landbouwkundig medegebruik. Stedelijk groen / Groene Mal Gebied overwegend bestaande uit parkachtige groengebieden en waterpartijen gericht op stadsverfraaiing, waterhuishouding en recreatief medegebruik. Landbouw Gebied overwegend bestaande uit weidegrond, akkers en verspreid liggende bebouwing van agrarische oorsprong, gericht op de teelt van gewassen, het houden van vee, kleinschalig wonen en werken alsmede recreatief medegebruik.
Natuurtransferium Een op de dagrecreant gerichte voorziening gericht op het verkrijgen van informatie en educatie, het parkeren van vervoermiddelen, kleinschalige horeca en aanverwante faciliteiten. Begraafplaats Gebied met aangelegde en kleinschalige gebouwde voorzieningen gericht op het begraven en cremeren van overledenen. Verblijfsrecreatie Gebied met kleinschalige gebouwde voorzieningen gericht op tijdelijk verblijf door recreanten die elders hun hoofdverblijf hebben. Militair terrein Gebied met kleinschalige gebouwde voorzieningen gericht op militaire oefeningen, waaronder schietoefeningen. Water Gebied met een grootschalig areaal oppervlaktewater.
Diversen Landelijk wonen Gebieden met een lage woningdichtheid (0-25 wo/ha) in een overwegend groen en agrarisch gebied met geen of weinig voorzieningen. De bebouwing is deels van agrarische oorsprong, deels betreft het solitaire (villa)bebouwing. Ecologische verbinding Gebied met groenvoorzieningen gericht op de natuurlijke verplaatsing van planten en dieren.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Gebied waarbinnen het Structuurplan Waterfront van kracht is Gebied waar het door de gemeenteraad op 14 oktober 2004 vastgestelde Structuurplan Waterfront van kracht is. Reservelocatie Gebied dat in de toekomst kan voorzien in de ruimtebehoefte van nader te bepalen stedelijke functies.
84
Uitvoering: fasering en financiële strategie De komende jaren zal het structuurplan in uitvoering worden genomen. In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de volgorde waarin alle projecten worden uitgevoerd en de wijze waarop de gemeente haar ambities financieel mogelijk maakt. Het structuurplan heeft geen eigen financiële onderbouwing. De projecten worden afzonderlijk financieel onderbouwd. Op de in dit hoofdstuk gevoegde toelichtende kaart zijn de belangrijkste ruimtelijke ontwikkelingen in de periode tot 2020 felgekleurd weergegeven. Hierbij staat vermeld wanneer de uitvoering is verwacht. In gebieden waarvoor op de plankaart geen ontwikkelingen zijn aangegeven blijft de bestaande hoofdfunctie in beginsel ongewijzigd. Deze gebieden zijn op de kaart in een lichte kleur afgebeeld. Faseringsstrategie: accent op identiteitsversterking Niet alles kan, maar hoeft ook niet tegelijk gerealiseerd te worden. Onder de Ontwikkelingsvisie Harderwijk 1998 heeft de stad voornamelijk ingezet op de doorgroei naar een stad met zo’n 40.000 inwoners, waarbij de infrastructurele versterkingen die hiermee gepaard gaan een centrale positie innamen. Dit blijft voorlopig nog zo, maar het accent komt de komende jaren meer en meer te liggen op het versterken van de identiteit en unieke kenmerken van de gemeente. Op de toelichtende kaart zijn de volgende ontwikkelingen aangeduid alsmede de verwachte uitvoeringstermijn: nieuwe ontwikkelingen: binnenstad: verhoging attractiviteit en transformatie Vuldersbrink; Dichterskwartier (Californiaterrein): realisering van een nieuw woongebied; Kranenburg-noord; realisering van een woon-werkgebied; Deventerweg: toeristische fietsverbinding binnenstad-Veluwe; N302: capaciteitsverhoging en betere inpassing; bedrijventerrein Weiburg: wordt campus voor werk en voorzieningen;
85
-
stationsgebied: onder meer realisering van een nieuw stationsplein en mogelijk ondertunneling van het spoor; ‘eendengebied’: integrale transformatie in bosmilieu; Hierdense Poort: ontwikkeling ecologische corridor; Glindweg: reservelocatie voor latere stedelijke ontwikkelingen.
realisering van "plannen in de pijplijn": Drielanden: afronding Harderhout, aanleg waterpartij in de Crescent, realisering van Drielanden-west; Waterfront: afronding en uitvoering van het Masterplan; Lorentz-oost: realisering regionaal bedrijventerrein; Lorentz-haven: aanleg bedrijventerrein; Bedrijventerrein Tonsel (Drielanden-oost): realisering werkgebied; Binnenstad: realisering parkeergarage; Frankrijk: afronding van het woongebied Walstein; Drielanden-noord: realisering kantorenlocatie; Centrale Zone: realiseren centrumvoorzieningen en kantoren; De Harder: hoogwaardige herontwikkeling met PDV; Groene Zoom: landschappelijke herinrichting en extensief wonen; Mheenlanden: natuurontwikkeling en waterberging. De accentverbreding van ‘kwantitatieve groei naar identiteitsversterking’ komt ook tot uiting in het thans geldende G.S.O.-programma (Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid), waaraan de provincie een forse geldstroom heeft gekoppeld. Het Harderwijkse G.S.O.-programma bestaat uit de volgende speerpunten: Kwaliteitsslag Binnenstad; Welzijn versterkt; Waterfront; (afronding) herstructurering Stadsdennen; Economie en Toerisme; Reconstructie Stationsgebied; Bodemsanering en geluidsisolatie railwoningen.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Het Regionaal Ontwikkelingsprogramma (R.U.P.), dat voorvloeit uit de provinciale omgevingsplannen (streekplan, milieubeleidsplan en Verkeer- en vervoersplan), betreft een programma voor de langere termijn met projecten die een regionale betekenis hebben. In dit R.U.P. zal de regio per jaar met de provincie afspreken welke plannen van regionale betekenis, dan wel van grote infrastructurele betekenis in uitvoering zullen worden genomen. Wat betreft ruimtelijke projecten heeft Harderwijk de herstructurering van de stationsomgeving en de revitalisering van bedrijventerrein Lorentz aangemeld. Op de fasering van de uitvoering van het structuurplan zal ook het R.U.P. van invloed zijn. Uitvoering: gemeente kan het niet alleen Voor een belangrijk deel kan voor wat betreft de uitvoeringsstrategie worden verwezen naar de bestaande en nog op te stellen ruimtelijke plannen en de daarbij behorende financiële paragrafen. De vierjaarlijkse beleidsprogramma’s tonen de concrete afspraken en prioriteitsstelling die de gemeenteraad hanteert. Bij die programma’s worden ook de financiële relaties gelegd om de uitvoering te dekken (jaarlijks in het meerjarenschema en de begroting). Het leidt tot doublures en inflexibiliteit het structuurplan een eigen afwegingskader te geven voor financiële dekking. De gemeente hanteert het uitgangspunt dat de kosten van de te realiseren plannen zoveel mogelijk moeten worden gedekt door de opbrengsten, die binnen het totaal van deze plannen worden gegenereerd. De gemeente hanteert hierbij in beginsel marktconforme grondprijzen. Voor investeringen die van belang zijn voor de totale stad (bv. de geplande parkeergarage Houtwal bij de binnenstad) is onder meer een gemeentelijk fonds Grote Infrastructurele Werken beschikbaar, die gevoed wordt door opbrengsten uit het grondbedrijf. Investeringen door private partijen zijn meer en meer niet alleen in de uitvoeringsfase van de bouw van een voorziening of bouwwerk aan de orde, maar ook in de fase van planvorming en beheer. Nieuwe wetgeving op het gebied van de grondexploitatie zal naar verwachting betere mogelijkheden bieden private partijen te laten meebetalen aan investeringen met een publiek doel. Tot nu toe hanteert de gemeente de exploitatieverordening als belangrijkste instrumenten voor kostenverhaal.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Om de ambities van de stad als regiohart mogelijk te maken is steun van hogere overheden onontbeerlijk. Zoals eerder gezegd is de gemeente aangewezen als programma-gemeente in het kader van het G.S.O. (Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid). Hiertoe heeft de gemeente voor de jaren 2005-2007 een M.O.P. opgesteld (een Meerjarenontwikkelingsprogramma). Dit programma betreft niet alleen ruimtelijk-fysieke, maar ook economische en sociale projecten. Dit programma kan worden gezien als een doorvertaling van de Harderwijkse Stadsvisie voor de eerstkomende jaren. Zoals beschreven in hoofdstuk 1 heeft de Stadsvisie ook als grondslag gediend voor dit structuurplan. Plannen zijn alleen uitvoerbaar als de consequenties van de instandhouding ook worden doorzien. Daarom is het ook van belang bij de ontwikkeling van de gemeente de sociaal-economische gevolgen op de langere termijn in beeld te houden. Evenwicht en duurzaamheid in bijvoorbeeld de ontwikkeling van de woningvoorraad en de werkgelegenheid zijn in de toekomst van invloed op de kosten van instandhouding van het brede scala aan publieke voorzieningen. De gemeente monitoort regelmatig de situatie op de woningmarkt en heeft plannen het economisch en toeristisch beleid grondig te actualiseren.
86
2007
2007-2010 2007-2015 2011-2018
2008-2012 Na 2010
2007-2010 2006-2007
2007-2010
Na 2010
Na 2010 Na 2010 Na 2010 2010-2015
2007-2010
2008-2012
Verwachte uitvoering belangrijke ruimtelijke ontwikkelingen tot 2020 Genoemde termijnen zijn indicatief en kunnen door diverse omstandigheden worden beïnvloed
87
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Begrippenlijst In de tekst van het Structuurplan Harderwijk 2020 komen soms vaktermen voor. In dat geval wordt er het volgende mee bedoeld. beeldkwaliteit: de aantrekkelijkheid van de verschijningsvorm van een stad, een plek of een gebouw, onder meer door zijn omgevingskenmerken, de bijzonderheid, de herkenbaarheid en de afleesbaarheid van de functie van de plek of het gebouw. bestemmingsplan: het volgens wettelijke procedures vastgestelde plan waarin voor ieder deel van het plangebied is vastgelegd welke bestemming is toegelaten (bepaalde vormen van wonen, verkeer, bouwhoogten, etc.). Een bestemmingsplan is voor iedereen bindend, particulier en overheid. Een voorgenomen afwijking van het bestemmingsplan vereist wijziging van (dat deel van) het plan. Blauwe Long: een nog aan te leggen ruime, groene zone langs een smalle beekloop in de wijk Drielanden; onderdeel van de Groene Mal. b.v.o.: bedrijfsvloeroppervlak, in m², de eenheid waarin de fysieke omvang van bedrijven(complexen) wordt uitgedrukt; een bedrijf met meer verdiepingen zal overigens meer m² b.v.o. tellen dan het grondoppervlak dat het inneemt. Centrale Zone: benaming voor het gebied tussen de binnenstad en het station. Consortium: samenwerkingsverband van projectontwikkelaars dat een groot deel van de woningbouw in de wijk Drielanden realiseert. dragers: de hoofdwegen en andere structurerende lijnen in de stad, zoals samenhangende groengebieden. De dragers vormen gezamenlijk als het ware het skelet van de stad, het raamwerk waarbinnen de verschillende gebieden liggen. dubbel grondgebruik: letterlijk twee functies op één plaats; in de praktijk wordt hiermee vaak op parkeren gedoeld: in plaats van een parkeerplaats op straat (wat enkelvoudig gebruik van de grond is) wordt er geparkeerd in een garage onder de grond of in een gebouw (waardoor er boven de auto’s nog bijvoorbeeld gewerkt of gewoond kan worden).
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
ecoduct: een viaduct dat (tevens) een verbinding vormt tussen twee delen van het leefgebied van een stelsel van planten en dieren, een ecosysteem. eendengebied: benaming in dit structuurplan voor het gebied tussen Grevenhof, de spoorlijn en de A28; van oorsprong een gebied vooral gekenmerkt door de eendenbroederijen en -mesterijen. extensief: geringe activiteit per oppervlak; extensieve woonvormen betekent dus relatief weinig woningen op een gebied benutten. Tegendeel van intensief. externe veiligheid: bescherming tegen (of voorkomen van) grootschalig onheil van buitenaf; bij het ‘Besluit vaststelling milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen’ gaat het dan vooral om bedrijfsactiviteiten die een gevaar kunnen vormen voor de omgeving. Fokuswoningen: bepaald soort aangepaste huurwoningen bestemd voor ernstig lichamelijk gehandicapten, veelal rolstoelgebruikers. functie: in de stedenbouwkunde de term voor de manier waarop grond, gebouwen of een gebied wordt gebruikt: meestal wonen, kantoren, bedrijven, voorzieningen. functieverandering: het proces waarbij de ene functie de plaats inneemt van de andere, bijvoorbeeld een nieuwe woonbuurt op een voormalig bedrijventerrein. Functieverandering gaat gepaard met (ruimtelijke) transformatie. Groene Corridor: de recreatieve groene route via de Hoofdweg / Deventerweg naar de Veluwe. Groene Long: een reeks van op elkaar aansluitende van groengebieden en groene routes die de stad van noord naar zuid doorsnijdt (vanaf het Wolderwijd via Plantagepark, park Frieschegracht, Sportpark Parkweg, Kranenburg-Noord en Kranenburg-Zuid naar een tunneltje onder de A28). Groene Mal: de gezamenlijke hoofdstructuur van het stedelijke groen in Harderwijk, een structuur die kan worden gezien als een soort mal rond de bebouwing. Groene Zoom: groene stadsrandzone ten zuiden van Drielanden langs de gemeentegrens met Ermelo. IC-status: de (voor station Harderwijk gewenste) status van InterCitystation.
88
inbreiding(slocaties): nieuwe woon- of werkgebieden die, in tegenstelling tot uitbreidingslocaties, worden gevonden binnen het bestaande stedelijke gebied, bijvoorbeeld op een voormalig kazerne- of fabrieksterrein. infrastructuur: verzamelnaam voor straten en wegen, fietspaden, voetpaden, openbaar-vervoerbanen etc., soms ook bedoeld met inbegrip van vaarwegen. Met ondergrondse infrastructuur worden overigens kabels en leidingen bedoeld. knooppunt: plaats waar veel verschillende verbindingen, veelal voor verschillende verkeerssoorten, samenkomen - zoals een station. Knooppunten zijn stedenbouwkundig en economisch vaak interessant. ontwikkelingsplanologie: aanduiding voor een andere aanpak van de ruimtelijke ordening. In plaats van toelatingsplanologie (overheid geeft aan wat er mag, de markt neemt initiatief tot ontwikkelingen) wordt er bij ontwikkelingsplanologie gestreefd naar samenwerking tussen plaatselijke overheden, maatschappelijke organisaties en private partijen rond de ruimtelijke ontwikkeling van een gebied, die plaatsvindt op basis van gezamenlijk geformuleerde kwaliteitsdoelstellingen. parcellering: verdeling in kleine stukken, met name: een gevelwand in verschillende kleine stukken (percelen) indelen om een afwisselender gevelbeeld te verkrijgen. PDV (afkorting van Perifere DetailhandelsVestiging): op consumenten gerichte - doorgaans omvangrijke - winkel buiten het stedelijk gebied; het zijn veelal bouwmarkten, woninginrichtingswarenhuizen of tuincentra. programma: de hoeveelheid functies die in een bepaald gebied aanwezig zijn of die er worden voorzien: aantal en type woningen, hoeveelheid m² aan bedrijven, kantoren, voorzieningen, etc. Recreatief Knooppunt: de voorgestelde combinatie van een bezoekerscentrum, horeca, voorzieningen voor fietsers en parkeermogelijkheden in de Veluwerand. structuurplan: een plan in hoofdlijnen, gericht op de ruimtelijke ontwikkeling van een gemeente op langere termijn. Een structuurplan geeft richting aan bestemmingsplannen, maar is voor de burger niet bindend. transformatie: het proces van (ruimtelijke) verandering van een locatie, meestal in samenhang met een functieverandering van dat gebied.
89
uitruilplanologie: het principe in de ruimtelijke ordening waarbij de (nadelige) effecten van de ene ontwikkeling door een andere ontwikkeling gecompenseerd mogen worden, bijvoorbeeld bouwen in het groen in ruil voor aanleg van een natuurgebied elders. voorzieningen: datgene wat in een stad of wijk nodig is behalve woningen, bedrijfsruimte, openbare ruimte en infrastructuur: winkels, horeca, scholen, culturele instellingen, medische en zorginstellingen, etc. wadi: een laagte, meestal beplant met gras of biezen, waarin het regenwater zich kan verzamelen en in de bodem kan infiltreren. Waterzoom: groene zone langs het Wolderwijd. woonmilieu: een bepaald soort woonomgeving met de bijbehorende woningen. Bijvoorbeeld, een typisch binnenstedelijk woonmilieu is druk, levendig en goed bereikbaar, met veel voorzieningen direct in de buurt maar weinig groen, en met woningen in relatief hoge dichtheid en betrekkelijk weinig buitenruimte. zelfstandige projectprocedure: sinds 1999 in de Wet op de ruimtelijke ordening opgenomen (snellere) procedure voor het verlenen van vrijstelling van het bestemmingsplan, voor een project dat met dat bestemmingsplan in strijd is. Een project kan de aanleg van een weg zijn of het bouwen van een woonwijk of winkelcentrum. In de zelfstandige projectprocedure wordt niet meer vooruitgelopen op een toekomstig bestemmingsplan, zoals vroeger nog nodig was.
colofon uitgave: gemeente Harderwijk, juni 2006 adviseur redactie: Hartog Communicatie, Haarlem vormgeving en eindredactie: gemeente Harderwijk Meer informatie? Gemeente Harderwijk, afdeling Ruimte & Economie 0341 – 411911 website: www.harderwijk.nl
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Bijlagen: Topografische kaart 2006 Geraadpleegd beleid Stadsvisie Harderwijk 2020 Woonmilieus Wateraspecten per ontwikkelingsgebied Watertoetskaart
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
90
Bijlage: topografische kaart 2006
91
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Bijlage: geraadpleegd beleid Gemeentelijk beleid Gemeentelijk milieubeleidsplan (2005) Waterplan Harderwijk (2005) Detailhandelsvisie (2005) Woonvisie (2004) Welstandsnota (2004) Gemeentelijk verkeer- en vervoersplan (2003) Kantoornota Harderwijk (2003) Nota Onderwijsvisie (2003) Projectplan Breedtesportvisie (2003) Kadernota Cultuur 2004-2008 (2003) Nota Gezondheidsbeleid (2002) Startnotitie Archeologiebeleid (2001) Integraal huisvestingsplan basisscholen (2001) Nota Revitalisering bedrijventerreinen (1998) Groenbeheerplan (1997) Nota Ouderenbeleid (1997) Landschapsbeleidsplan (1996) Bosbeleidsplan (1996) Nota Harderwijk Veelzijdig Bedrijvig (1995) Groenstructuurplan (1994) Speelruimteplan (1994)
Diverse instanties Regionale structuurvisie (Regio Noord-Veluwe, 2005) Bedrijventerreinvisie regio Noord-Veluwe (Regio NoordVeluwe, 2005) Omgevingsplan Flevoland (Contourennota, 2004) Fietstotaalplan Veluwe 2010 (diverse instanties, 2003) Stroomgebiedsvisie Veluwe (Waterschap Veluwe, 2003) Integraal inrichtingsplan Veluwe Randmeren (diverse instanties, 2001) Rijksoverheid Nota Ruimte (2005)
Beleid provincie Gelderland Streekplan Gelderland (2006) Reconstructieplan Veluwe (2005) Tweede provinciaal verkeer- en vervoersplan (2004) ontwerp-Gelders Milieuplan-3 (2004) Woonvisie (2003) Nota Trekkracht / Slagkracht (2003) Veluwe 2010 (2000)
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
92
Bijlage: Stadsvisie Harderwijk 2020 "Krachtig, Ambitieus, Zelfbewust en Vitaal" Geachte leden van de gemeenteraad van Harderwijk, Met trots presenteren wij u onze stadsvisie voor Harderwijk 2020! Wij zijn onder de noemer 'stadsforum van Harderwijk' door het college van burgemeester en wethouders uitgenodigd om een richtinggevende koers te formuleren voor de ontwikkeling van de gemeente Harderwijk. Op 8 september 2003 hebben wij deelgenomen aan het seminar "Spreek tot de Verbeelding". Op dit seminar gaven drie landelijk bekende sprekers hun visie op de ontwikkelingen in Nederland en de gevolgen daarvan voor Harderwijk. Op 22 en 29 september 2003 zijn wij twee avonden bij elkaar geweest en hebben intensief gewerkt en gediscussieerd. Tijdens deze bijeenkomsten hebben wij in een aantal uitspraken de koers voor Harderwijk geformuleerd. De letterlijke tekst van deze uitspraken is in deze visie opgenomen. Daarnaast is een begeleidende tekst geschreven die we na een correctieronde gezamenlijk hebben vastgesteld. De visie heeft zes hoofdthema's. Deze zijn: Fundament Fundament op orde Profiel Trots op de dynamische stad Rust en Ruimte De toekomst van het verleden Nationaal op de kaart Voorbeeld in samen leven Wij zijn trots op onze gemeente. Harderwijk heeft veel kwaliteiten en potenties. Mooi centraal gelegen, met uitstekende verbindingen naar de Randstad, een unieke ligging aan het water en een zeer aantrekkelijke groene woonomgeving. Nationaal bekend door het Dolfinarium. Deze kwaliteiten moeten zeker behouden blijven.
93
Harderwijk is op vele manieren een bijzondere gemeente. Bijzonder zijn bij voorbeeld de rust en de ruimte, de historie van Harderwijk maar ook de onderlinge saamhorigheid van de bevolking. Wij kiezen voor een profiel voor Harderwijk met een krachtige, ambitieuze, zelfbewuste en vitale uitstraling. Structuur van de visie: een sterk profiel en een stevig fundament Om structuur in de visie te brengen hebben we gekozen voor een onderscheid tussen het fundament en het profiel van de gemeente. Iedere gemeente, dus ook Harderwijk heeft de opdracht een goed woon-, leef- en werkklimaat te bieden aan haar eigen inwoners. Dat is wat wij "het fundament" noemen. Het fundament moet goed op orde zijn. Daarnaast heeft een gemeente ook een aantal specifieke kwaliteiten en potenties die het gezicht en de identiteit bepalen. Dat wordt hier "het profiel" genoemd. Het profiel geeft kleur aan de gemeente. Het fundament van Harderwijk bestaat uit haar huidige en toekomstige bewoners, de woningen, de wijken, het buitengebied, de werkgelegenheid en het voorzieningenpakket. Harderwijk is in de basis een gemeente voor de Harderwijkers en de Hierdenaren, maar heeft ook een regionale functie. Het profiel (het gezicht) van Harderwijk wordt op dit moment onder andere gevormd door de ligging aan het water en aan de Veluwe en de recreatiemogelijkheden (bos, water, historische binnenstad en Dolfinarium). Er zal zowel in het fundament als in het profiel moeten worden geïnvesteerd om de toekomst veilig stellen. Daarin een balans vinden is de kunst. Wij wensen u veel succes en wijsheid om samen met de bevolking, de organisaties en de bedrijven van onze gemeente iets moois te maken en hopen dat u deze visie als leidraad neemt bij de uitwerking in gemeentelijk beleid. Het stadsforum: Diny van Bruxvoort, Arnold van Eijk, Lex Groothengel, Ad Hendriks, Jan van de Hoef, Willem Hoekwater, Karel Hoenderdos, Evert ten Hove, Wouter Kleermaker, Janny Klein-Beishuizen, Jan Kraaij, Mohammed Labbari, Bea Mijnsbergen, Rijntje Poolen-Brouwer, Venhar Sariaslan, Laurens Sloot, Henri Staal, Egbert Veen, Peter Voorbergen
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Uitspraken van het stadsforum (letterlijke teksten in willekeurige volgorde) 1.
In Harderwijk is een klimaat waar originaliteit (creativiteit, ondernemingszin) gewaardeerd en beloond wordt.
11. Harderwijk heeft in 2020 een nationale attractie (een nieuwe attractie in plaats van of naast het Dolfinarium).
2.
Door expliciet te benoemen welke kwaliteiten we willen behouden en versterken wordt impliciet aangegeven dat er grenzen zijn aan de groei van Harderwijk
3.
Harderwijk streeft naar het behouden en versterken van scholingsmogelijkheden voor jong en oud met de bedoeling om jongeren te binden, ouderen up to date te houden en de boot in de diensteneconomie niet te missen. Opleidingen moeten aansluiten bij Harderwijkse thema's als bos en natuur, zeezoogdieren, filosofie/religie, toerisme en recreatie, e.a.
12. Gezien de toenemende mobiliteit van steeds groter wordende groepen actieve 55+-ers wil Harderwijk in het bijzonder streven naar een op nationale en regionale schaal veelzijdiger aanbod van voorzieningen waarin de behoefte van bewoners en bezoekers zich weerspiegelen, zoals flaneren langs water en historische stadsmilieus, culturele manifestaties, confrontatie met natuur, een verrassend winkel&horeca-aanbod én recreatieve vrijetijdsactiviteiten.
4.
5.
Harderwijk streeft naar versterking van het groene karakter in en buiten de stad. Dit kan o.a. worden bereikt door verregaande samenwerking met buurgemeenten en de onvermijdelijke samenwerking met Ermelo. De veelzijdigheid van het water moet worden gebruikt als toegevoegde waarde voor wonen en recreëren.
6.
Harderwijk heeft in 2020 een evenwichtige bevolkingssamenstelling (qua leeftijdsopbouw)
7.
Harderwijk is in 2020 een populaire pleisterplaats voor senioren vanwege de historische binnenstad, het uitgebreide winkelbestand, de goede voorzieningen scholingsmogelijkheden.
8.
Harderwijk is goed bereikbaar met eigen vervoer, openbaar vervoer en heeft goede parkeergelegenheden.
9.
Harderwijk investeert in historie.
13. Harderwijk is in 2020 een voorbeeld voor integratie van diverse bevolkingsgroepen. Onderlinge ontmoetingen worden mogelijk gemaakt om tolerantie te bevorderen. 14. Bij een toenemende vergrijzing dient Harderwijk te werken aan uitbreiding van ouderenhuisvesting met zorg op maat 15. Harderwijk is nu een stad aan de Veluwe. In 2020 zal de Veluwe (mede) geassocieerd worden met het bruisende Harderwijk.
10. Harderwijk is in 2020 het culturele hart van de Noordwest Veluwe.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
94
Fundament op orde Wij kiezen voor een gemeente waar iedereen, jong en oud met elkaar leeft, zich kan ontwikkelen en zich thuis voelt. Harderwijk is een vitale en levendige stad waar kansen en mogelijkheden zijn voor alle bevolkingsgroepen. Een stad waar gewoond én gewerkt wordt en waar recreanten welkom zijn. Om werk te kunnen blijven bieden aan de beroepsbevolking zal Harderwijk een omslag moeten maken van industrie naar diensteneconomie. Daarnaast is recreatie anno 2020 een belangrijk pijler onder de gemeentelijke economie. Harderwijk kiest voor een evenwichtige bevolkingsopbouw. De toenemende vergrijzing zal echter ook in Harderwijk zichtbaar zijn. Kennis vergroten en (nieuwe) vaardigheden ontwikkelen moet ook, of misschien wel juist voor ouderen mogelijk zijn onder de noemer "een leven lang leren". Jongeren wordt een aantrekkelijke woonomgeving geboden waar zij kunnen leren en werken aan hun toekomst. We moeten investeren in behoud van aanwezige opleidingen en het aantrekken van nieuwe beroepsopleidingen om ook jongeren goede kansen te bieden en optimale mogelijkheden voor de toekomst. (Beroeps)onderwijs dat aansluit bij de sectoren waar Harderwijk sterk in is zoals recreatie, horeca en toerisme, zeezoogdieren, bos en natuur zijn bijzonder welkom. Groen/blauwe stad Harderwijk kiest vooral voor groeien in kwaliteit en niet in kwantiteit. Daarom gaat een kwalitatieve strategie voor huisvesting en ruimte boven kwantitatieve expansie van de stad. Harderwijk kenmerkt zich in 2020 door een rustige, authentieke én vitale uitstraling. Deze kenmerken zijn terug te vinden op de woonlocaties. Daarbij benutten we het unieke groen/blauwe karakter van de stad. Na 2050 zal de bevolking volgens prognoses weer afnemen. Dit vraagt om flexibele oplossingen en oplossingsrichtingen bij het inrichten van de woonlocaties en het bouwen van woningen. De bevolking zal ook steeds weer anders samengesteld zijn. Meer ouderen dan gezinnen of een tijdelijke opleving van het aantal jonge starters op de woningmarkt. Dit vraagt om goede strategieën (flexibel en toekomstgericht bouwen) en nauwe samenwerking met alle partners op dit terrein. Ook ten aanzien
95
van het voorzieningenaanbod zal een flexibele en toekomstgerichte aanpak nodig zijn. Nederland vergrijst. Een toenemend aantal ouderen zal lang zelfstandig willen wonen en vraagt daarvoor adequate woningen in een goede, comfortabele en veilige woonomgeving met zorg op maat. Comfort, kwaliteit en veiligheid zeker in de woning en de directe woonomgeving is een basisvoorziening voor iedere inwoner van de stad. Voor ouderen hebben deze begrippen vaak een bijzondere betekenis. Harderwijk investeert in de toekomst van haar bewoners en zorgt voor een goede zorgstructuur voor de ouder wordende bevolking. Zij geeft daarmee een adequaat antwoord op de vraag naar keuzemogelijkheden voor de senior van morgen. De binnenstad van Harderwijk is uniek en kenmerkend voor Harderwijk. Het is een "huiskamer" waar je graag wandelt en waar bewoners én bezoekers graag winkelen. De historische binnenstad is gemakkelijk te bereiken via een goede infrastructuur zowel voor de voetganger als de automobilist. Goed kunnen parkeren en daarna rustig gaan winkelen horen bij elkaar. Harderwijk heeft een regionale taak in meerdere opzichten. Onderwijsinstellingen, het ziekenhuis en diverse dienstverlenende organisaties zetelen in het regiocentrum Harderwijk. Deze regiofunctie heeft Harderwijk ook in 2020. In 2020 staat Harderwijk bekend als het culturele hart van Noordwest Veluwe. Vanuit de gehele regio zullen bewoners gebruik maken en genieten van een aanbod aan activiteiten. Variërend van voorstellingen in de schouwburg tot jaarlijks terugkerende evenementen. Harderwijk is levendig en verfrissend en heeft het lef om te komen met wat bijzonders op cultureel gebied. Het aanbod is divers, voor iedereen wat wils, en net een tikkeltje meer zodat ook de groep van fijnproevers en ontdekkers aan zijn trekken komt. Profiel: Trots op de dynamische stad Profiel: "Trots op de dynamische stad" heeft betrekking op het klimaat in de stad in 2020. Een stad wordt gemaakt door haar inwoners. De inwoners vertegenwoordigen de waarde van de stad maar dragen ook in belangrijke mate bij aan de identiteit en eigenheid. Originele en creatieve geesten moeten daarom beloond te worden.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Harderwijk is in de toekomst een broedplaats voor nieuwe ideeën. Ideeën en initiatieven zijn niet meteen gek of overbodig maar kunnen rekenen op respect én ondersteuning. Voorbeelden van een positieve benadering voor originaliteit van bewoners zijn een jaarlijkse ondernemersprijs, het stimuleren van privaat opdrachtgeverschap en het aanmoedigen van burgerinitiatieven op bijvoorbeeld het gebied van wijkbeheer en democratisering. De stad kenmerkt zich door zichtbare betrokkenheid van de burgers bij ontwikkelingen in de stad. Bij het organiseren van de evenementen wordt gelet op de onderscheidende mogelijkheden die Harderwijk heeft. Haar ligging aan het water bijvoorbeeld. Zowel het water als de oevers zijn uitstekende gelegenheden om evenementen maar ook sportactiviteiten te organiseren die spraakmakend zullen zijn. Een nieuw cultureel én sportief elan voor Harderwijk. Bijzondere culturele en sportieve evenementen zullen grote aantallen bezoekers trekken die Harderwijk van een andere en misschien daardoor onverwachte kant leren kennen. Harderwijk ontwikkelt mede hierdoor steeds meer een eigen onafhankelijke identiteit. Harderwijk komt los van het traditionele imago van dat verbonden is aan de Veluwe. Profiel: Rust en Ruimte Zowel de 'eigen' bewoners als bezoekers profiteren van het unieke groen/blauwe karakter van Harderwijk. Niet alleen is er aandacht voor het groen buiten de bebouwde kom, de Veluwe en Hierden, maar ook in de stad is Harderwijk herkenbaar als een groene stad met bosachtige parken, plantsoenen en groenstroken. Het stadsforum ziet in de toekomst een toenemende behoefte aan rust en ruimte. De weidsheid van het water, de rustige uitstraling van de bosrijke omgeving, de open gebieden en zandverstuivingen op de Veluwe oefenen een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op de rust en ruimte zoekende mens anno 2020. Harderwijk biedt beide. Groen en blauw in één adem. In het bijzonder de (drukke) Randstadbewoners en het toenemende aantal ouderen zullen op zoek gaan naar plaatsen waar rust en ruimte werkelijk 'voelbaar' en 'beleefbaar' zijn. Harderwijk heeft een sterk voordeel door haar goede bereikbaarheid mede dankzij de
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
belangrijke verkeersader, de A-28. Een intercitystation in Harderwijk zal de bereikbaarheid voor toeristen nog vergroten. De kwaliteiten rust en ruimte zullen in 2020 optimaal benut worden. Hiervoor werkt Harderwijk samen met de buurgemeenten, in het bijzonder met Ermelo. Zo wordt de recreatieve attractiviteit van de gemeente en de regio verbeterd en wordt de rust van het Veluws natuurgebied optimaal benut. De openbare toegankelijkheid van de ruimte zal een thema op de agenda zijn. Voor alle mensen, rijk en arm, jong en oud moeten rust en ruimte vrij toegankelijk zijn. Wij zien een duidelijke rol voor het water bij recreatie en wonen. Hiervoor moet de stad meer gebruik maken van het front aan het water, waarbij het water "tegen de stadsmuren klotst". De boulevard is een plek om te ontspannen, te flaneren en te genieten van het weidse uitzicht. Het open en weidse karakter van de randmeren in combinatie met locaties voor zowel rustige als actieve watersportbeoefening zorgen ervoor dat de boulevard een plek wordt voor iedereen. Zowel de bezoeker als de bewoner profiteert van de unieke ligging van Harderwijk. De recreatieve, attractieve waarde is een belangrijke levensader van Harderwijk. Deze waarde wil Harderwijk versterken. Rust en ruimte zijn belangrijke pijlers onder dit beleid. In dat kader kan ook gedacht worden aan een versterking van het culturele, sportieve en spirituele aanbod met name gericht op die bevolkingsgroepen die in toenemende mate beschikken over meer vrije tijd of op zoek zijn naar verdieping in het leven. Profiel: De toekomst van het verleden Door de historische waarde van Harderwijk te koesteren en deze te versterken zal het verleden van Harderwijk een interessante toekomst bieden. Het benutten van de historische waarde gaat verder dan behouden wat je nu hebt. Het kenmerkt zich door oprechte aandacht voor de historie van de stad en het omliggende gebied op velerlei gebieden. Niet alleen de binnenstad en de haven maar ook het buitengebied heeft (cultuur)historische en archeologische waarden.
96
Harderwijk heeft een schitterende historische binnenstad. Het centrum is het toonbeeld van de authenticiteit van Harderwijk en de trots van menig Harderwijker. De monumenten worden gekoesterd en de straatjes goed onderhouden. De binnenstad heeft een attractieve waarde voor zowel bezoekers als bewoners. Beiden groepen voelen zich in de binnenstad thuis. De binnenstad is een plaats om rond te wandelen, te shoppen, mensen te ontmoeten, of op een terrasje te zitten. Rustig flanerend en winkelend ontdekken bewoners én bezoekers in 2020 een attractief winkelaanbod. In 2020 zal de binnenstad meer nog dan nu een gevarieerde uitstraling hebben. Winkelgevels sluiten goed aan bij de historische en levendige uitstraling van de binnenstad. Individuele ondernemers worden gestimuleerd om eigen initiatieven te ontwikkelen. Zo dragen de ondernemers samen met de stad bij aan een eigen en onderscheidende identiteit van Harderwijk. De binnenstad met haar historische karakter is en blijft het hart van de stad, ook als de bezoekers 's avonds weer verdwenen zijn. Harderwijk wil haar verleden een actieve rol laten spelen in haar toekomst. Een goed voorbeeld van hiervan is het verbouwen van het voormalige klooster tot centrum voor kunstzinnige vorming of het gebruik van het vroegere universiteitsgebouw, de Catharinakapel, als kunstcentrum en kleinschalig podium. Ook bij het organiseren van evenementen en het ontwikkelen van sportieve en culturele evenementen die in het bijzonder aantrekkelijk zijn voor het toerisme kan gekeken worden naar wat de historie te bieden heeft zonder dat heimwee en nostalgie de boventoon gaan voeren. Bij het ontwikkelen van gebouwen of woningen in het stadshart biedt de "retrobouwstijl" een goede koppeling tussen het bewaren van historische kenmerken en de gewenste moderne uitstraling van 2020. Harderwijk is een levende gemeente en mag geen openluchtmuseum worden. Profiel: Nationaal op de kaart Harderwijk staat stevig op de kaart van Nederland. Dat zal ook in 2020 zeker het geval zijn. Nu kent iedereen Harderwijk mede dankzij het Dolfinarium, de historische binnenstad, de waterrecreatie en de Veluwe. Recreatieve attracties met een nationale uitstraling horen bij Harderwijk. Of het Dolfinarium er in de toekomst nog zal zijn, zal de toekomst moeten uitwijzen. In het algemeen geldt dat zorgvuldig gewerkt zal moeten worden aan een goede
97
balans tussen het functioneren, de ligging en de aantrekkingskracht van nationale attracties en de stad door voorwaarden te stellen aan de vormgeving, de synergie en de versterking voor de economie van Harderwijk. Het imago van Harderwijk wordt nu sterk beïnvloed door de uitstraling van het Dolfinarium. Dit leidt tot een te sterke afhankelijkheid en kwetsbaarheid die anno 2020 zal zijn verdwenen. De uitstraling van recreatieve attracties anno 2020 overschaduwt niet langer de eigen identiteit van Harderwijk maar onderstreept deze. Harderwijk staat anno 2020 zichtbaar op eigen benen: de stad wordt herkend als een stad met een geheel eigen karakter, waar rust en ruimte te beleven zijn, historie overduidelijk wordt gerespecteerd en met inwoners die er werken én wonen met plezier. Profiel: Voorbeeld in samen leven Eigenheid, verscheidenheid én originaliteit zijn belangrijke karaktereigenschappen van Harderwijk. Harderwijk is een stad waar eigenheid er mag zijn, verscheidenheid kleur geeft aan de stad en originaliteit wordt beloond. Harderwijk kan met trots terugkijken op de geschiedenis van de stad en ommeland. Door de jaren heen zijn verscheidene bevolkings- en beroepsgroepen in Harderwijk neergestreken. Dit tekent de stad als een tolerante stad waar plaats is voor iedereen. Deze bindende kracht wil Harderwijk versterken. Sociale samenhang moet gekoesterd en gestimuleerd worden. Jongeren moeten leren om met elkaar een echte samenleving te zijn in de ware betekenis van dit woord. Initiatieven die dit mogelijk maken worden gestimuleerd en gefaciliteerd. Dit kan door plaatsen en gebeurtenissen te creëren waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, elkaar kunnen leren kennen -want onbekend maakt onbemind- en elkaar kunnen inspireren. Een interreligieus platform kan een nieuwe impuls geven aan het van oudsher aanwezige tolerante, religieuze leven in de stad. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar bevolkingsgroep of afkomst. Integendeel Harderwijk heeft in 2020 een voorbeeldfunctie op het gebied van integratie en tolerantie. Harderwijk is een stad voor je leven!
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Bijlage: Woonmilieus in Harderwijk 1. Centrum Stedelijk - dit woonmilieu is te vinden in de historische binnenstad en het tot woongebied te veranderen havengebied (Waterfront). Gebieden met een grote diversiteit aan woonbebouwing en centrumvoorzieningen (winkelen, horeca, cultuur, ontspanning). Juist de sterke functiemenging is typerend voor dit woonmilieu. 2. Stedelijk buiten centrum 1 - Het zijn de wijken rondom de binnenstad (Zeebuurt en Frieschegracht), alsmede de Centrale Zone tussen de binnenstad en het station. Veel diversiteit van woonbebouwing, ook in dit gebied menging van functies en de aanwezigheid van een aantal centrumvoorzieningen, zoals ziekenhuis en voortgezet onderwijs. 3. Stedelijk buiten centrum 2 - Dit zijn de wijken die gelegen zijn op enige afstand van de binnenstad (Stadsdennen). Overwegend woonfunctie met specifieke wijkvoorzieningen gebundeld op en rond centraal gelegen wijkcentra. Overzichtelijke stedenbouwkundige structuur met lanen, straten en woonpaden en centrale gebundelde groenstructuur. Relatief grote hoeveelheden van één soort woningen bij elkaar. Overwegend eengezinsrijenwoningen, hier en daar gemengd met complexen flatwoningen uit de jaren zeventig. 4. Stedelijk buiten centrum 3 - Ook dit zijn wijken op enige afstand van het centrum met overwegend woonfunctie met specifieke wijkvoorzieningen gebundeld op en rond centraal gelegen wijkcentra (Tweelingstad). Overzichtelijke stedenbouwkundige structuur met lanen, straten en woonpaden met gemengde soorten eengezinswoningen. De meergezinsbouw in stedelijk buiten centrum 3 is veelal anders van opzet en van meer recentere datum dan in het stedelijk buiten centrum 2 (veelal als gevolg van stadsvernieuwing en/of inbreiding). 5. Groen stedelijk - Dit zijn de uitbreidingswijken vanaf de jaren zeventig. Overwegend een monofunctioneel woonmilieu dat ruim en groen is van opzet. In eerste wijken met een minder samenhangende stedenbouwkundige structuur, zoals in Stadsweiden en Frankrijk. In Drielanden is sprake van een meer heldere structuur met langere lanen. In vergelijking met de woonmilieus Stedelijk Buiten Centrum een grote variatie in woningtypes en prijsklassen in kleinere stedenbouwkundige eenheden. 6. Groen stedelijk compact - Uitbreidingswijken vanaf de jaren zeventig. Het woonmilieu Groen Stedelijk 2 bevat in veel sterkere mate dan het groen stedelijk woonmilieu 1 complexen meergezinswoningen. De variatie in prijsklassen is minder groot. Dit woonmilieu komt weinig voor in Harderwijk. Alleen in de buurt Stromenwaard en de Drift in de wijk Stadsweiden. 7. Centrum Dorps - Groen woonmilieu met dorps karakter, met beperkte op de lokale bevolking afgestemde voorzieningen. Het betreft hier de bebouwde kom van Hierden. 8. Landelijk wonen - Dit woonmilieu kenmerkt zich door een lage bebouwingsdichtheid in een overwegend groen/agrarisch gebied met geen of weinig voorzieningen. De bebouwing is deels van agrarische oorsprong, deels betreft het meer recent gebouwde villawijken. Het buitengebied rondom Hierden valt onder dit woonmilieu.
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
98
Bijlage: Woonmilieus in Harderwijk
99
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
Bijlage: wateraspecten per ontwikkelingsgebied
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006
100
Bijlage: watertoetskaart
101
Structuurplan Harderwijk, vastgesteld 15 juni 2006