STICHTING EMERITAATSVOORZIENING (S.E.V.)
STATUTEN (zoals deze luiden per 23 december 2009)
en
REGLEMENT (in werking getreden per 1 januari 2010)
SEV - statuten per 23 december 2009
UIT AKTE STATUTENWIJZIGING Heden, drieëntwintig december tweeduizend negen, verschenen voor mij, Mr Jacobus Gerrit Haksteen, notaris te Kampen, 1. de heer Herman van Rees, (…) 2. mevrouw Antonia Helena Pool (…) ten deze handelend als bestuursleden van de stichting “STICHTING EMERITAATSVOORZIENING (“S.E.V.”), statutair gevestigd te Rotterdam (…), ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van Koophandel onder nummer: 41126110, hierna ook aan te duiden als “de stichting”, als zodanig aangewezen door het bestuur van de stichting en handelend ter uitvoering van na te melden bestuursbesluit. De verschenen personen, handelend als gemeld, verklaarden het navolgende: de stichting werd opgericht bij akte op vijfentwintig juni negentienhonderd zeventig verleden voor J.A. Maris, destijds notaris te Molenaarsgraaf; de statuten van de stichting werden nadien één maal, integraal gewijzigd bij akte op twaalf april negentienhonderd achtenzeventig verleden voor Mr P. Pel, destijds notaris te Kampen; vanwege overdracht van de emeritaatsvoorziening (inclusief de nabestaandenpensioenen) door de stichting aan Pensioenfonds Zorg en Welzijn te Utrecht, met ingang van één april tweeduizend negen, is de noodzaak ontstaan om de statuten van de stichting wederom te wijzigen; Het bestuur van de stichting heeft in haar vergadering van tweeëntwintig december tweeduizend negen, met inachtneming van hetgeen daaromtrent in de wet en in de statuten is bepaald, derhalve besloten de statuten van de stichting integraal te wijzigen, met uitzondering van de bepalingen in de artikelen 10 en 13 van de huidige statuten, welke onveranderbaar zijn. Het bestuur heeft besloten om genoemde artikelen te vernummeren, tot artikel 13 respectievelijk artikel 16. De notulen van genoemde vergadering werden door alle aanwezigen ondertekend. (…) Ter uitvoering van het hiervoor bedoelde besluit verklaarden de verschenen personen, handelend als gemeld, de statuten - zulks met ingang van heden - te wijzigen, zodat deze voortaan luiden als volgt:
STATUTEN
NAAM, ZETEL EN DUUR Artikel 1 1. De Stichting is genaamd ”STICHTING EMERITAATSVOORZIENING”, bij afkorting genoemd ”SEV”. Zij is gevestigd te Rotterdam. 2. De Stichting duurt voor onbepaalde tijd. 3. De Stichting is ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel te Rotterdam, onder nummer 41126110.
DOEL Artikel 2 De Stichting heeft ten doel de aangesloten Nederlands Gereformeerde Kerken te ondersteunen bij het voorzien in een behoorlijk levensonderhoud: a. van de predikanten, indien en voor zover deze door arbeidsongeschiktheid of ouderdom niet meer in staat zijn ambtelijk werk te verrichten; b. en na hun overlijden van de nabestaanden van de predikanten.
2
SEV - statuten per 23 december 2009
Artikel 3 De Stichting tracht haar doel te bereiken door: a. het aangaan van overeenkomsten tot verzekering van het (inkomens)risico bij arbeidsongeschiktheid ten behoeve van de predikanten van de aangesloten kerken, die in geval van arbeidsongeschiktheid, door de verzekeraar van een uitkering worden voorzien; b. de verevening tussen de aangesloten kerken van premielasten in verband met pensioenen van de predikanten; c. zorg te dragen voor een zorgvuldige afwikkeling van de oude bedeling, die is ontstaan doordat de Stichting de regeling voor de emeritaatsvoorziening per één april tweeduizend negen heeft overgedragen aan Pensioenfonds Zorg en Welzijn te Utrecht; d. het beheer van het vermogen van de Stichting; e. het aanwenden van alle andere middelen, die tot het bereiken van het in het voorgaande artikel omschreven doel zouden kunnen bijdragen.
VERMOGEN Artikel 4 Het vermogen van de Stichting zal worden gevormd door: a. het stichtingskapitaal; b. bijdragen van de aangesloten kerken; c. alle andere verkrijgingen en baten.
BESTUUR Artikel 5 1. De Stichting wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit ten minste vijf natuurlijke personen. 2. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van vier jaar en treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. 3. Aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar. Artikel 6 Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door einde van de zittingsduur, bedanken, overlijden, ontslag door de vergadering van de bij de Stichting aangesloten kerken of door de Rechtbank. Artikel 7 1. Wanneer te eniger tijd in het bestuur een vacature ontstaat, zal de hierna in artikel 13 bedoelde vergadering van aangesloten kerken daarin voorzien in de eerstvolgende vergadering. 2. Mochten in het bestuur om welke reden dan ook één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enige overblijvende bestuurslid niettemin een wettig bestuur. 3. De hierna in artikel 13 bedoelde vergadering van aangesloten kerken is een orgaan van de Stichting.
3
SEV - statuten per 23 december 2009
BESTUURSBEVOEGDHEID EN VERTEGENWOORDIGING Artikel 8 1. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten, tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en tot het beleggen van het vermogen van de Stichting.2. Het bestuur is niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de Stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. Artikel 9 1. De Stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter tezamen met de secretaris, dan wel de voorzitter tezamen met de penningmeester. 2. Bij ontstentenis of verhindering van één of meer hunner wijst het bestuur zo nodig een plaatsvervanger aan.
BESTUURSVERGADERINGEN Artikel 10 1. Het bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter of twee andere leden dit gewenst achten. 2. Besluiten worden, tenzij in deze statuten anders is bepaald, genomen met gewone meerderheid van stemmen. 3. Bij staking van stemmen wordt een tweede stemming gehouden. Indien ook dan de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. 4. Van de vergadering wordt een verslag gemaakt waarin de genomen besluiten zijn vastgelegd. Het verslag wordt ter vaststelling aangeboden in de volgende vergadering. 5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en zij allen schriftelijk hebben verklaard zich niet tegen deze wijze van besluitvorming te verzetten. Een besluit is genomen zodra de vereiste meerderheid van alle bestuurders zich schriftelijk vóór het voorstel heeft verklaard. Van een buiten de vergadering genomen besluit wordt een relaas opgemaakt, dat in de eerstvolgende vergadering wordt vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris wordt ondertekend. Het aldus vastgelegde relaas wordt samen met de in de eerste zin van dit lid bedoelde stukken bij het verslag gevoegd.
BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN Artikel 11 1. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar. 2. Het bestuur maakt jaarlijks na afloop van het boekjaar een balans en een staat van baten en lasten op. 3. Het bestuur laat de boeken van de Stichting onderzoeken door een registeraccountant, die van zijn bevindingen aan het bestuur verslag doet. 4. Het bestuur stelt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de jaarstukken vast, nadat het heeft kennis genomen van het door de registeraccountant uitgebrachte verslag. 5. Uiterlijk twee maanden vóór het einde van het boekjaar stelt het bestuur een begroting voor het volgende boekjaar op. 4
SEV - statuten per 23 december 2009
DE AANGESLOTEN KERKEN Artikel 12 1. Een plaatselijke Nederlands Gereformeerde Kerk kan zich aansluiten bij de Stichting. De aansluiting ontstaat door een overeenkomst met de Stichting. De bepalingen van deze statuten en de bepalingen van het reglement op grond van artikel 14, maken deel uit van deze overeenkomst. 2. Een aangesloten kerk kan haar overeenkomst met de Stichting slechts beëindigen met ingang van een kalenderjaar, met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. Artikel 13 1. De kerken, aangesloten bij de Stichting, zullen tenminste tweemaal per jaar, zo mogelijk in de maanden mei en oktober met het bestuur vergaderen. Elk van die kerken zal op die vergadering worden vertegenwoordigd door één of twee leden door de Raden dier kerken aan te wijzen. De oproep tot deze vergadering moet uitgaan van het bestuur en tenminste vier weken vóór de vergadering worden verzonden. 2. Het bestuur is voorts gehouden een vergadering van kerken uit te schrijven, te houden binnen zes weken nadat een met redenen omkleed verzoek van tenminste tien aangesloten kerken bij het bestuur schriftelijk is ingediend. Bij gebreke van deze uitschrijving zijn de laatstbedoelde kerken hiertoe bevoegd. 3. In die vergaderingen zal worden voorzien in eventuele vacatures in het bestuur. 4. Voorts zal in de voorjaarsvergadering een door een registeraccountant gecontroleerd financieel verslag over het afgelopen jaar worden uitgebracht, terwijl in de najaarsvergadering de begroting voor het dan komende jaar zal worden ingediend. 5. De in dit artikel bedoelde vergaderingen hebben het recht leden van het bestuur te ontslaan, echter alleen indien een dergelijk besluit wordt genomen met een meerderheid van drie/vierde van de uitgebrachte stemmen. 6. Namens elke aangesloten kerk kan slechts één stem worden uitgebracht.
REGLEMENT Artikel 14 1. Het bestuur stelt bij reglement de criteria vast om de hoogte te bepalen van de in artikel 4 sub b bedoelde bijdragen van de aangesloten kerken. 2. Het bestuur stelt bij reglement de criteria vast voor de in artikel 3 sub b bedoelde verevening. 3. Bij reglement informeert het bestuur de aangesloten kerken en hun predikanten over de voorwaarden van de arbeidsongeschiktheidsverzekering, voor zover relevant. Artikel 15 Een besluit tot vaststelling of wijziging van het reglement kan slechts worden genomen in een bestuursvergadering, waarin tenminste twee/derde van de bestuursleden aanwezig zijn en met een meerderheid van drie/vierde van de uitgebrachte stemmen, en niet dan nadat de aangesloten kerken hierover zijn gehoord.
5
SEV - statuten per 23 december 2009
STATUTENWIJZIGING Artikel 16 1. Het bestuur is bevoegd de statuten - met uitzondering van de bepalingen in artikel 13 en in dit artikel, die onveranderbaar zijn - te wijzigen bij notariële akte. 2. Het besluit daartoe zal slechts genomen kunnen worden in een als zodanig geconvoceerde bestuursvergadering, waarin tenminste twee/derde van de bestuursleden aanwezig zijn en met een meerderheid van tenminste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen.
ONTBINDING EN VEREFFENING Artikel 17 1. De Stichting wordt ontbonden: a. door een bestuursbesluit; b. door insolventie, nadat zij in staat van faillissement is verklaard; c. door de rechter in de gevallen in de wet bepaald. 2. Een besluit tot ontbinding kan slechts worden genomen door het bestuur met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen in een bestuursvergadering, waarin alle bestuursleden tegenwoordig of schriftelijk vertegenwoordigd zijn, en niet dan nadat de vergadering van aangesloten kerken hierover is gehoord. Artikel 18 1. De vereffening geschiedt door het bestuur met inachtneming van het te dezer zake in artikel 23 en 24 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde. 2. Het bestuur bepaalt welke bestemming, na betaling van alle schulden, aan de overgebleven bezittingen van de Stichting zal worden gegeven, met dien verstande, dat het saldo moet worden bestemd voor een doel, dat het doel van de Stichting zoveel mogelijk nabij komt.
SLOTBEPALING Artikel 19 In alle gevallen, waarin door de statuten of het reglement van de Stichting niet is voorzien, beslist het bestuur. Gevolgen van de akte De verschenen personen verklaarden zich bewust te zijn van de gevolgen van de onderhavige akte en op deze gevolgen door mij, notaris te zijn gewezen. Bekendheid der verschenen personen en slot van de akte De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend, terwijl de identiteit van de verschenen personen door mij, notaris, aan de hand van de gemelde identiteitsbewijzen werd vastgesteld. Waarvan akte in minuut is verleden in de gemeente Kampen, op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte aan de verschenen personen en een toelichting daarop, hebben de verschenen personen verklaard, dat zij tijdig van de inhoud van deze akte hebben kennisgenomen, met de inhoud daarvan instemmen, en op volledige voorlezing daarvan geen prijs stellen. Vervolgens is deze akte, na beperkte voorlezing, door de verschenen personen en mij, notaris ondertekend. J.G. Haksteen.
6
SEV - Reglement per 1 januari 2010
REGLEMENT STICHTING EMERITAATSVOORZIENING (bij afkorting genaamd "SEV") TER UITVOERING VAN ARTIKEL 14 STATUTEN 1 Het bestuur van de Stichting Emeritaatsvoorziening, hierna aangeduid als “de Stichting” overwegende: 1. dat de plaatselijke Nederlands Gereformeerde Kerken zich per 1 april 2009 hebben aangesloten bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn, welk fonds het ouderdomspensioen en het nabestaandenpensioen verzorgt ten behoeve van de predikanten; 2. dat de Stichting derhalve met ingang van 1 april 2009 niet meer fungeert als risicodrager voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen ten behoeve van de predikanten en hun nabestaanden; 3. dat de Stichting voorts per 1 juli 2009 met ASR Schadeverzekering N.V. een verzekeringsovereenkomst heeft gesloten om ten behoeve van de predikanten een arbeidsongeschiktheidspensioen te verzekeren; 4. dat de Stichting derhalve met ingang van 1 juli 2009 niet meer fungeert als risicodrager voor het arbeidsongeschiktheidspensioen; 5. dat de kerken met ingang van 1 januari 2010 de pensioenpremie voor hun predikant(en) rechtstreeks verschuldigd zijn aan Pensioenfonds Zorg en Welzijn; 6. dat de Stichting aan ASR Schadeverzekering N.V. de premie voldoet die is verschuldigd in verband met de arbeidsongeschiktheidsverzekering van alle daarvoor in aanmerking komende predikanten; 7. dat de Stichting, gezien de andere lastenverdeling die uit het voorgaande volgt, met de kerken afspraken heeft gemaakt over verevening van de premielasten in verband met de pensioenen van de predikanten, ingaande 1 januari 2010 en vooralsnog voor de duur van 5 jaar; 8. dat artikel 14 van de statuten van de Stichting luidt: 1. Het bestuur stelt bij reglement de criteria vast om de hoogte te bepalen van de in artikel 4 lid 2 bedoelde bijdragen van de aangesloten kerken. 2. Het bestuur stelt bij reglement de criteria vast voor de in artikel 3 lid 2 bedoelde verevening. 3. Bij reglement informeert het bestuur de aangesloten kerken en hun predikanten over de voorwaarden van de arbeidsongeschiktheidsverzekering, voor zover relevant. besluit vast te stellen het navolgende reglement “Reglement Stichting Emeritaatsvoorziening”:
1
7
op 23 december 2009 verleden voor IJsseloevers notarissen te Kampen.
SEV - Reglement per 1 januari 2010
§
I
Artikel 1:
ALGEMENE BEPALINGEN Begripsbepalingen
a. AKS b. c. d. e. f. g. h. i. j.
k.
§
: Akkoord van kerkelijk samenleven van de Nederlands Gereformeerde Kerken; Stichting : de Stichting Emeritaatsvoorziening (SEV); Bestuur : het bestuur van de Stichting; Kerk : de bij de Stichting aangesloten plaatselijke Nederlands Gereformeerde Kerk; 2 Predikant : de predikant als bedoeld in het AKS, met uitzondering van de in artikel 11 van het AKS genoemde predikant met een bijzondere opdracht; Leden : de belijdende leden en doopleden van een kerk; Activiteitsgraad : de afgesproken omvang van de werkzaamheden ten opzichte van de volledige dagtaak van een predikant; Pensioengevend salaris : het salaris zoals dit wordt bepaald overeenkomstig het Pensioenreglement van Pensioenfonds Zorg en Welzijn; Pensioengrondslag : de grondslag voor de vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspensioen; Arbeidsongeschiktheid : van arbeidsongeschiktheid is uitsluitend sprake als er in relatie tot ziekte of ongeval objectief medisch vast te stellen stoornissen bestaan waardoor de predikant beperkt is in zijn functioneren en als gevolg hiervan voor tenminste 25% ongeschikt is tot het verrichten van de werkzaamheden verbonden aan het beroep van predikant, zoals dat voor deze beroepswerkzaamheden in de regel en redelijkerwijs van hem kan worden verlangd; de verzekeraar kan het bestaan van deze stoornissen vaststellen aan de hand van rapportage van door de verzekeraar aangewezen deskundigen; aanpassing van werkzaamheden en werkomstandigheden alsmede taakverschuivingen binnen de kerk waaraan de predikant is verbonden, worden bij de bepaling van de mate van arbeidsongeschiktheid betrokken; Verzekeraar : de verzekeraar waarmee de Stichting een overeenkomst heeft gesloten inzake de verzekering van het arbeidsongeschiktheidspensioen.
II
Artikel 2:
ARBEIDSONGESCHIKTHEID
Werkingssfeer
De bepalingen van deze paragraaf zijn van toepassing op arbeidsongeschiktheid die is ingetreden na 1 juli 2009.
2
Waar in dit reglement in relatie tot de predikant wordt geschreven als “hij” resp. “zijn”, kan daarvoor in voorkomend geval ook worden gelezen “zij” resp. “haar”.
8
SEV - Reglement per 1 januari 2010
Artikel 3:
Verhouding tussen reglement en verzekeringsovereenkomst
De verzekeraar verzekert het arbeidsongeschiktheidspensioen in overeenstemming met dit reglement. In geval van tegenspraak is de verzekeringsovereenkomst leidend. Artikel 4:
Aanmelding van de predikant; wijzigingen; einde van de verzekering
1. De predikant die door de kerk is aangemeld als deelnemer in de pensioenregeling van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn en die jonger is dan 65 jaar, wordt door de kerk tevens aangemeld bij de Stichting, ten behoeve van de verzekering van het arbeidsongeschiktheidspensioen. 2. De kerk verstrekt daartoe, uiterlijk twee weken voor de datum waarop de predikant aan de kerk zal worden verbonden, aan de Stichting schriftelijk de volgende gegevens en stukken met betrekking tot de predikant: a. naam, adres, woonplaats, geboortedatum, BSN; b. de datum waarop hij aan de kerk zal worden verbonden; c. het aan het Pensioenfonds Zorg en Welzijn opgegeven pensioengevend salaris en de activiteitsgraad van de predikant; d. een verklaring van de predikant dat hij bij het aanvaarden van zijn ambt volledig arbeidsgeschikt is of, indien de predikant arbeidsongeschikt is in de zin van artikel 1 sub j eerste volzin, een verklaring over de mate van arbeidsongeschiktheid. 3. Na ontvangst van deze gegevens meldt de Stichting de predikant aan bij de verzekeraar. 4. De predikant is verplicht de verzekeraar direct, maar in ieder geval binnen 30 dagen kennis te geven: a. wanneer hij ophoudt zijn beroep daadwerkelijk uit te oefenen; b. wanneer de aan het beroep verbonden werkzaamheden een wijziging ondergaan; c. wanneer de predikant verplicht verzekerd wordt voor werknemersverzekeringen of enige andere verplichte voorziening die recht geeft op een uitkering in geval van arbeidsongeschiktheid. 5. Wanneer de predikant voornemens is om voor een periode langer dan 2 maanden naar het buitenland te gaan, is hij verplicht tijdig vooraf overleg te plegen met de verzekeraar. Wordt dit niet (tijdig) gedaan dan bestaat vanaf dat moment geen recht op uitkering. 6. De verzekering van het arbeidsongeschiktheidspensioen van de predikant eindigt met ingang van de datum waarop de pensioenopbouw als predikant in de zin van dit reglement bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn eindigt. Artikel 5:
Inlichtingen
1. De kerk doet jaarlijks vóór 1 februari aan het bestuur opgave van de volgende gegevens met betrekking tot de predikant: a. het pensioengevend salaris per 1 januari dat zij aan het Pensioenfonds Zorg en Welzijn heeft opgegeven; b. de activiteitsgraad per 1 januari; c. al die gegevens die het bestuur overigens noodzakelijk acht. 2. Indien ook na rappèl ten aanzien van een predikant geen tijdige en/of volledige opgave is ontvangen, zal zijn pensioengrondslag worden vastgesteld op de voor het lopende jaar geldende minimumpensioengrondslag als bedoeld in artikel 14 lid 1.
9
SEV - Reglement per 1 januari 2010
Artikel 6:
Pensioengrondslag
1. Het bestuur stelt de pensioengrondslag vast bij de aanmelding als bedoeld in artikel 4 en vervolgens elk jaar per de eerste januari. 2. De pensioengrondslag wordt vastgesteld op het pensioengevend salaris met inachtneming van de voor dat jaar geldende minimum- en maximumpensioengrondslag als bedoeld in artikel 14. 3. De aldus vastgestelde pensioengrondslag wordt door de Stichting aan de verzekeraar opgegeven. 4. Indien een predikant een activiteitsgraad heeft lager dan 100%, worden de minimum- en de maximumgrondslag vermenigvuldigd met die activiteitsgraad. Artikel 7:
Opgave van aanspraken
1. De verzekeraar doet jaarlijks aan de predikant opgave van diens aanspraak op arbeidsongeschiktheidspensioen. In de opgave is tevens vermeld de laatst vastgestelde pensioengrondslag op basis waarvan de aanspraak is berekend. 2. Op basis van de informatie die zij van de verzekeraar ontvangt, informeert de Stichting de kerk jaarlijks over de aanspraak op arbeidsongeschiktheidspensioen van de aan haar verbonden predikant. De Stichting is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden in deze informatie. Artikel 8:
Arbeidsongeschiktheidspensioen
1. Bij een mate van arbeidsongeschiktheid die overeenkomt met 25% of meer wordt aan de predikant een arbeidsongeschiktheidspensioen uitgekeerd. 2. Het arbeidsongeschiktheidspensioen bedraagt 80% van de pensioengrondslag zoals deze is vastgesteld per 1 januari voorafgaand aan de datum waarop de arbeidsongeschiktheid is ingetreden. 3. De uitkering van het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt bepaald met toepassing van de volgende tabel. Bij een mate van arbeidsongeschiktheid welke overeenkomt met een arbeidsongeschiktheidspercentage van: 25 tot 35% 35 tot 45% 45 tot 55% 55 tot 65% 65 tot 80% 80% en meer
bedraagt de uitkering in procenten van het arbeidsongeschiktheidspensioen: 30% 40% 50% 60% 75% 100%
4. Het arbeidsongeschiktheidspensioen stijgt jaarlijks met 3% samengesteld, te beginnen na 1 jaar arbeidsongeschiktheid. 5. Bij samenloop met WIA- dan wel WAZ- of WAO-uitkeringen behoudt de verzekeraar zich het recht voor naar redelijkheid en billijkheid tot verrekening over te gaan.
10
SEV - Reglement per 1 januari 2010
Artikel 9:
Vaststelling van het arbeidsongeschiktheidpensioen
1. De aard, de mate en de duur van de arbeidsongeschiktheid worden door de verzekeraar vastgesteld aan de hand van gegevens van door haar aangewezen en geraadpleegde medische en/of andere deskundigen. Mede op grond van deze gegevens stelt de verzekeraar het recht op uitkering en de duur en omvang van de uitkering vast. 2. Indien de predikant het niet eens is met de beslissing van de verzekeraar met betrekking tot de mate en/of de duur van de arbeidsongeschiktheid, kan hij een second opinion vragen. Afhankelijk van de achtergrond van het verschil van inzicht kan hij daartoe zowel een tweede (onafhankelijk) arts als een tweede arbeidsdeskundige raadplegen. Indien de arts resp. arbeidsdeskundige in tweede instantie tot andere bevindingen komt/komen dan de arts resp. arbeidsdeskundige in eerste instantie, dan zal de verzekeraar de beslissing heroverwegen met inachtneming van alle relevante feiten en omstandigheden. 3. Indien de predikant zich niet kan verenigen met de beslissing na second opinion, dan is er de mogelijkheid van arbitrage. De arbitragecommissie neemt een beslissing die voor partijen bindend is en bestaat uit drie leden: a. de arts c.q. arbeidsdeskundige op wiens bevindingen ASR zijn beslissing in eerste instantie heeft gebaseerd, b. de arts c.q. arbeidsdeskundige die de predikant voor de in lid 2 genoemde second opinion heeft ingeschakeld, c. een derde arts/arbeidsdeskundige, aan te wijzen door de beide eerder genoemde personen. Artikel 10:
Ingang en einde van het arbeidsongeschiktheidspensioen
1. Het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in na een wachttijd van 365 dagen, gerekend vanaf de dag waarop de predikant aan verzekeraar melding heeft gemaakt van zijn arbeidsongeschiktheid. 2. Bij het bepalen van het einde van de wachttijd worden achtereenvolgende perioden van arbeidsongeschiktheid samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. 3. Geen recht op uitkering bestaat indien de predikant de verplichtingen die zijn genoemd in artikel 11 lid 2 niet is nagekomen en daardoor de belangen van de verzekeraar heeft geschaad. 4. Elk recht op uitkering vervalt als de predikant opzettelijk onjuiste of onware gegevens heeft verstrekt of heeft laten verstrekken en/of feiten of omstandigheden heeft verzwegen. 5. Onverminderd het bepaalde in lid 3 en 4 eindigt de uitkering van het arbeidsongeschiktheidspensioen: a. op de eerste dag van de eerstvolgende maand na het bereiken van de 65-jarige leeftijd of b. bij overlijden voor de onder a genoemde datum: op de eerste dag van de derde maand na de overlijdensdatum van verzekerde, waarbij de uitkeringen na overlijden worden overgemaakt aan de echtgeno(o)t(e) van verzekerde en bij een alleenstaande predikant aan diens wettige erfgenamen of c. op de dag dat verzekerde niet meer arbeidsongeschikt is in de zin van dit reglement of d. als de predikant de belangen van de verzekeraar heeft geschaad door de verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid die zijn genoemd in artikel11 lid 2, niet na te komen of als de predikant opzettelijk onjuiste of onware gegevens heeft verstrekt of heeft laten verstrekken.
11
SEV - Reglement per 1 januari 2010
Artikel 11:
Rechten en plichten van de predikant bij arbeidsongeschiktheid
1. Voor de toekenning van een arbeidsongeschiktheidspensioen gelden de rechten en plichten die voor de predikant voortvloeien uit de tussen de verzekeraar en de Stichting gesloten verzekeringsovereenkomst inzake het arbeidsongeschiktheidspensioen. Een wijziging van deze rechten en plichten kan de predikant eerst worden tegengeworpen nadat deze schriftelijk aan hem is bekendgemaakt. 2. De predikant is verplicht in geval van arbeidsongeschiktheid: a. zich direct onder behandeling van een bevoegd arts te stellen, al het mogelijke te doen om zijn herstel te bevorderen en alles na te laten wat zijn herstel kan vertragen of verhinderen, en al het mogelijke te doen om zijn werkzaamheden te hervatten; b. op de eerste dag dat hij arbeidsongeschikt is hiervan melding te maken bij verzekeraar en de verdere aanwijzingen van verzekeraar in verband met de melding op te volgen; c. zich desgevraagd op kosten van de verzekeraar door een door de verzekeraar aan te wijzen arts te laten onderzoeken en aan deze alle gewenste inlichtingen te verstrekken; d. alle door de verzekeraar nodig geoordeelde gegevens te verstrekken of te doen verstrekken aan de verzekeraar of aan door haar aangewezen medische of andere deskundigen en daartoe de nodige machtigingen te verlenen; e. de verzekeraar onmiddellijk op de hoogte te stellen van zijn geheel of gedeeltelijk herstel of van de gehele of gedeeltelijke hervatting van zijn beroepswerkzaamheden en/of het verrichten van andere, al dan niet betaalde, arbeid; f. alle medewerking te verlenen bij aanpassing van de werkzaamheden, werkomstandigheden of taakverschuivingen binnen de kerk waaraan de predikant is verbonden, die in redelijkheid van de predikant kunnen worden verlangd ter bevordering van zijn herstel en vermindering van zijn arbeidsongeschiktheid. 3. De predikant onderhoudt vanaf de eerste ziektedag contact met de kerkenraad over zijn arbeidsongeschiktheid en de implicaties daarvan voor de vervulling van zijn normale taak, tenzij de aard van de ziekte dit niet mogelijk maakt of de verzekeraar dit vooralsnog niet raadzaam acht. Artikel 12:
Rechten en plichten van de verzekeraar bij arbeidsongeschiktheid van de predikant
1. De met voorafgaande toestemming van de verzekeraar gemaakte kosten, verbonden aan inspanningen ten behoeve van preventie en re-integratie in het arbeidsproces, die niet geacht worden te behoren tot de normale kosten van geneeskundige behandeling, zullen boven de uitkering voor arbeidsongeschiktheid worden vergoed. De predikant krijgt deze kosten niet vergoed als hij gebruik kan maken van andere, hiervoor bestaande regelingen en voorzieningen. 2. De verzekeraar verplicht zich tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid de predikant bedrijfsgeneeskundige en arbeidsdeskundige begeleiding te bieden en hem voorts (waar nodig en zinvol) mogelijkheden en voorzieningen aan te bieden die gericht zijn op herstel c.q. vermindering van de arbeidsongeschiktheid. De verzekeraar verplicht zich bij de keuze van deze mogelijkheden en voorzieningen in redelijkheid rekening te houden met wensen en voorkeuren van de predikant met betrekking tot de keuze van deze mogelijkheden en voorzieningen. Met inachtneming hiervan is de predikant gehouden medewerking te verlenen aan in redelijkheid aangeboden mogelijkheden en voorzieningen als bedoeld in de voorgaande zin. 3. De verzekeraar verplicht zich om tijdig vóór het einde van de wachttijd toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 9 lid 1 van dit reglement. De verzekeraar verplicht zich voorts om van de vaststelling van het recht op uitkering zo spoedig mogelijk na ontvangst van de voor de vaststelling noodzakelijke gegevens, aan de predikant mededeling te doen.
12
SEV - Reglement per 1 januari 2010
4. Bij het niet nakomen van de in artikel 11 lid 2 sub f omschreven verplichting heeft de verzekeraar het recht om, in afwijking van het bepaalde in artikel 1 sub j, bij de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid uit te gaan van passende arbeid. Als passende arbeid zijn te beschouwen beroepswerkzaamheden die voor de krachten en bekwaamheden van de predikant zijn berekend en die met het oog op zijn opleiding en vroegere werkzaamheden in redelijkheid van hem kunnen worden verlangd. Hierbij wordt geen rekening gehouden met een verminderde kans tot het verkrijgen van arbeid. 5. De verzekeraar is verplicht de in artikel 13 lid 4 bedoelde informatie aan de Stichting te verstrekken. Artikel 13:
Rechten en plichten van de kerk bij arbeidsongeschiktheid van de predikant
1. Onverminderd het bepaalde in de verzekeringsovereenkomst en dit reglement is de kerkenraad verantwoordelijk voor de zorg voor de predikant in geval van ziekte. 3 Hij onderhoudt vanaf de eerste ziektedag het contact met de arbeidsongeschikte predikant, tenzij de verzekeraar de kerkenraad laat weten dat hij dit laatste vooralsnog niet raadzaam acht. 2. Tenzij de verzekeraar dit niet raadzaam acht, zal de kerkenraad zich zowel tijdens als na afloop van de in artikel 10 lid 1 bedoelde wachttijd met de predikant inspannen voor diens re-integratie; kerkenraad en predikant zullen in samenspraak met verzekeraar zo mogelijk een reintegratieplan opstellen. 3. Indien voor de re-integratie dan wel voor het opvolgen van de adviezen van de verzekeraar de medewerking van de kerk nodig is, zal de kerkenraad die medewerking onverwijld en zonder voorbehoud of terughoudendheid verlenen; hij zal voorts de predikant stimuleren en in ieder geval in staat stellen de adviezen van verzekeraar op te volgen. 4. De Stichting stelt onverwijld de informatie aan de kerkenraad ter hand, die zij van de verzekeraar ontvangt over: a. de werkzaamheden waartoe de predikant nog wel of niet meer in staat is (functionele beperkingen, restmogelijkheden en implicaties voor het soort arbeid dat de predikant nog kan verrichten); b. de verwachte duur van de periode gedurende welke de predikant zijn normale taken niet kan verrichten; c. de mate waarin de predikant arbeidsongeschikt is (gebaseerd op functionele beperkingen, restmogelijkheden en implicaties voor het soort arbeid dat de predikant nog kan verrichten); d. de eventuele aanpassingen of werkvoorzieningen die de kerk in het kader van de reintegratie moet treffen; e. de uitkering van het arbeidsongeschiktheidspensioen. Artikel 14:
Minimum- en maximumpensioengrondslag; inflatiecorrectie
1. De voor enig jaar geldende minimumpensioengrondslag is het laagste bedrag in de voor dat jaar geldende traktementstabel van de WAP-regeling4, vermenigvuldigd met 12,96. 2. De voor enig jaar geldende maximumpensioengrondslag is het hoogste bedrag in de voor dat jaar geldende traktementstabel van de WAP-regeling5, vermenigvuldigd met 12,96.
3
Hoewel de predikant geen werknemer is, is de kerk is immers verantwoordelijk voor het materiële en immateriële welzijn van de predikant. Zie voor de uit deze verantwoordelijkheid voortvloeiende verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid: www.ngk.nl/WAP/waprichtlijn.pdf 4 Vindplaats: www.ngk.nl/WAP/regeling.pdf 5 Vindplaats: www.ngk.nl/WAP/regeling.pdf 13
SEV - Reglement per 1 januari 2010
§
III
Artikel 15:
BIJDRAGE EN VEREVENING Deelneming aan de verevening
De per 31 maart 2009 bij de Stichting aangesloten kerken hebben zich verbonden om zich aan te sluiten bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn, ten behoeve van de pensioenvoorziening van de predikanten. Zij nemen aldus deel aan de onderlinge verevening van de pensioenkosten als bedoeld in artikel 3 van de statuten. Artikel 16:
Begroting
1. Het bestuur neemt in de begroting de volgende bedragen op: a. de door de kerken aan de Stichting verschuldigde bijdrage per lid; b. het maximumbedrag aan pensioenkosten, omgerekend per lid, waarboven een aangesloten kerk in aanmerking komt voor een vereveningssubsidie; c. het percentage pensioenpremie dat het Pensioenfonds Zorg en Welzijn over het lopende jaar in rekening brengt over de pensioengrondslag alsmede de franchise, waarover het Pensioenfonds Zorg en Welzijn geen pensioenpremie in rekening brengt. 2. Nadat de kerken zijn gehoord, stelt het bestuur de bedragen onder 1 a en b vast. Artikel 17:
De aan de Stichting verschuldigde bijdrage per lid
Onverminderd het bepaalde in artikel 19 stelt het bestuur de aan de Stichting verschuldigde bijdrage als volgt vast: a. als per 1 januari van enig jaar aan een kerk een predikant is verbonden: door het ledental per 1 januari van dat jaar te vermenigvuldigen met de in artikel 16 lid 1 sub a bedoelde bijdrage per lid; b. als per 1 januari van enig jaar aan een kerk geen predikant is verbonden: door het ledental per 1 januari van dat jaar te vermenigvuldigen met drie maal de in artikel 16 lid 1 sub a bedoelde bijdrage per lid. Artikel 18:
Onderlinge verevening
1. De voor verevening in aanmerking te nemen bedragen worden per kerk op de volgende wijze berekend: a. de voor verevening in aanmerking te nemen pensioenpremie op jaarbasis wordt per predikant berekend door de pensioengrondslag, na aftrek van de met de activiteitsgraad vermenigvuldigde franchise als bedoeld in artikel 16 lid 1 sub c, te vermenigvuldigen met het daar genoemde percentage pensioenpremie; b. als aan een kerk meer dan één predikant is verbonden, worden de overeenkomstig lid 1 sub a voor ieder van hen berekende pensioenpremies bij elkaar opgeteld; c. de pensioenpremie per lid wordt berekend door de overeenkomstig lid 1 sub b berekende pensioenpremie te delen door het ledental per 1 januari; d. de voor een kerk in aanmerking te nemen pensioenkosten per lid worden berekend als de som van de pensioenpremie per lid als bedoeld in lid 1 sub c en de aan de Stichting verschuldigde bijdrage per lid als bedoeld in artikel 17 sub a. 2. Als de overeenkomstig lid 1 sub d berekende pensioenkosten voor een kerk groter zijn dan het voor dat jaar geldende maximumbedrag aan pensioenkosten als bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b, ontvangt de desbetreffende kerk een subsidie per lid. Die subsidie per lid is gelijk aan het verschil tussen de voor die kerk in aanmerking te nemen pensioenkosten per lid als bedoeld in lid 1 sub d en het geldende maximumbedrag aan pensioenkosten als bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b. 14
SEV - Reglement per 1 januari 2010
Artikel 19:
Mutaties
1. De per 1 januari voor een kerk vastgestelde bijdrage en - voor zover van toepassing - de subsidie worden lopende het jaar opnieuw berekend: a. indien een op 1 januari van dat jaar aan die kerk verbonden predikant lopende dat jaar vertrekt; b. indien lopende dat jaar in die kerk een nieuwe predikant wordt bevestigd; c. indien de activiteitsgraad van de aan die kerk verbonden predikant wijzigt. 2. Mutaties worden gerekend per de eerste van de maand waarin het vertrek dan wel de intrede heeft plaatsgevonden. De kerk meldt een mutatie aan de Stichting uiterlijk in de maand waarin de mutatie plaatsvindt. Artikel 20:
Betaling
1. De door de kerk aan de Stichting verschuldigde bijdrage per lid moet worden voldaan vóór 1 juni van het desbetreffende jaar. Bij latere betaling zal voor elke volle maand na 31 mei de geldende wettelijke rente (percentage voor niet handelstransacties) in rekening worden gebracht over het per de eerste van die maand nog openstaande bedrag. 2. Indien een kerk over enig jaar aanspraak kan maken op de in artikel 18 lid 2 bedoelde subsidie, zal de Stichting deze uitbetalen voor 1 juli van het desbetreffende jaar, mits de middelen van de Stichting dit toelaten. Indien de middelen van de Stichting betaling voor 1 juli niet mogelijk maken, zal het bestuur dit melden aan de kerk die het aangaat. 3. In alle andere gevallen zal het bestuur bij betaling na 1 augustus voor elke volle maand na 30 juni over het per de eerste van die maand nog openstaande bedrag de wettelijke rente (percentage voor niet handelstransacties) vergoeden.
§
IV
SLOTBEPALINGEN
Artikel 21:
Hardheidsclausule
Indien strikte toepassing van paragraaf III van dit reglement in een specifieke situatie naar het oordeel van het bestuur leidt tot onbillijkheid ten aanzien van een individuele kerk, kan het bestuur besluiten om van de bepalingen van dit reglement af te wijken. Artikel 22:
Geschillen
Een door de kerk of de predikant onbillijk geachte beslissing van het bestuur inzake toepassing van het reglement in individuele gevallen zal worden onderworpen aan het oordeel van een arbitragecommissie. Deze commissie zal bestaan uit drie leden. Beide partijen benoemen een arbiter en de aldus benoemde arbiters wijzen gezamenlijk een derde aan. De arbiters zullen naar billijkheid een voor beide partijen bindende uitspraak doen. Artikel 23:
Inwerkingtreding
Dit reglement is in werking getreden op 1 januari 2010. Per die datum vervalt het reglement zoals dat luidde met ingang van 1 juli 2004. Aldus vastgesteld in de bestuursvergadering van 22 december 2009, met inachtneming van het bepaalde in artikel 15 van de statuten (zoals vastgesteld in de bestuursvergadering van 22 december 2009) en gehoord de aangesloten kerken tijdens de najaarsvergadering van 18 november 2009. Het bestuur van de stichting “Stichting Emeritaatsvoorziening” drs B.P. Vreugdenhil, voorzitter drs J.G. van Dalen W.H. Martens MBA W. van Veen, secretaris ds J. van ’t Hof mr A.H. Pool drs A.J. van der Molen RE RA, penningmeester S. Klaver H. van Rees AAG
15
SEV - Reglement per 1 januari 2010
16