STICHTING DELTION COLLEGE ONDERZOEK KWALITEIT EXAMINERING 2009
Utrecht, maart 2010
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 2 van 69
VASTSTELLING RAPPORT Dit rapport bevat de resultaten van het onderzoek naar de kwaliteit van de examinering dat op 11, 16, 18, 22 en 25 september 2009 plaatsvond bij Stichting Deltion College. Het rapport is vastgesteld op 26 maart 2010. Zonder toestemming van de inspectie of de instelling mag dit rapport alleen in zijn volledige vorm vermenigvuldigd worden.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 3 van 69
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 4 van 69
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 7 1
INLEIDING 9
2
KWALITEIT EXAMINERING BIJ CLUSTER HANDEL, MODE EN BEAUTY 13
3
KWALITEIT EXAMINERING BIJ CLUSTER ICT 17
4
KWALITEIT EXAMINERING BIJ CLUSTER VERKEER EN VERVOER 23
5
KWALITEIT EXAMINERING BIJ CLUSTER WELZIJN EN EDUCATIE 35
6 7
KWALITEIT EXAMINERING BIJ CLUSTER METALLEKTRO EN INSTALLEKTRO 43 KWALITEIT EXAMINERING BIJ CLUSTER BOUW 49
8
KWALITEIT EXAMINERING BIJ CLUSTER KUNST, MEDIA EN DESIGN 55
9
CONCLUSIES EN VERVOLGTOEZICHT 61 BIJLAGE 1: EXAMENSTANDAARDEN EN NORMERING 63
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 5 van 69
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 6 van 69
SAMENVATTING Voor u ligt een rapport van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie). In dit rapport vindt u de bevindingen van het onderzoek naar de kwaliteit van de examinering bij Stichting Deltion College. Dit onderzoek vond plaats op 11, 16, 18, 22 en 25 september 2009. Voor het onderzoek was het Toezichtkader bve 2009 van toepassing. De inspectie concludeert dat de kwaliteit van de examinering van een aantal opleidingen voldoende is. Het gaat hierbij om de volgende opleidingen: • • • • • • • •
Ondernemer/Manager detailhandel, (10850), BBL; Eerste bedrijfsautotechnicus, (10205), BBL; Eerste autotechnicus, (10206), BBL; Sociaal dienstverlener (SD), (10744), BOL; Pedagogisch werk (Pedagogisch werker 4 kinderopvang), (92632), BOL; Middenkaderfunctionaris bouw en infra (Bouw), (90261), BOL; AV-productie (Lichttechnicus), (90087), BOL; Vliegtuigonderhoudstechnicus mechanisch, (10057), BOL.
De inspectie concludeert verder dat de examinering van de volgende opleidingen van onvoldoende kwaliteit is: • • • • • •
Medewerker beheer ICT, (10904), BOL; Logistiek medewerker (Logistiek medewerker), (90252), BOL; Monteur middenspanningsinstallaties (MMI), (10262), BBL; Meubelmaker, (10933), BOL; Koopvaardij officier alle schepen (Stuurman alle schepen), (91933), BOL; Koopvaardij officier kleine schepen (Stuurman-werktuigkundige kleine schepen), (91943), BOL.
Bij de opleiding Medewerker beheer ICT voldoet het exameninstrumentarium niet aan de toetstechnische eisen. Bij de opleidingen Logistiek medewerker, Koopvaardij officier alle schepen en Koopvaardij officier kleine schepen voldoet het exameninstrumentarium niet aan de uitstroomeisen en aan de toetstechnische eisen. Daarnaast voldoet het instrumentarium voor de talen niet. Bij de zeevaartopleidingen voldoet tevens de borging van de examenprocessen niet. Bij de opleidingen Monteur middenspanningsinstallaties en Meubelmaker voldoet het exameninstrumentarium niet aan de uitstroomeisen. Deze worden ingekocht bij respectievelijk de leveranciers Kenteq en SH&M. Van deze constateringen van onvoldoende examenkwaliteit 2009 wordt melding gemaakt aan de minister van OCW.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 7 van 69
Vanwege deze onvoldoende beoordeling zal de inspectie de examinering van deze opleidingen volgend jaar opnieuw onderzoeken. Wij zullen hierover te zijner tijd nadere afspraken maken. Bij de opleidingen waarvan de examenkwaliteit voldoende is zal de inspectie geen vervolgonderzoek doen. Wel kan zij door het trekken van een aselecte steekproef de opleidingen in een volgend onderzoek opnieuw onderzoeken.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 8 van 69
1
INLEIDING
Wat is het doel van dit rapport? De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op onderwijs en examinering in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Het doel van dit rapport is inzicht geven in de kwaliteit van de examinering in het mbo. Voor het onderzoek naar de kwaliteit van examinering trekt de inspectie jaarlijks een steekproef van opleidingen. In dit rapport vindt u de bevindingen van het onderzoek naar de kwaliteit van de examinering bij Stichting Deltion College. Welke opleidingen heeft de inspectie onderzocht? In de tabellen 1.1 en 1.2 hieronder ziet u een overzicht van de opleidingen die de inspectie in haar onderzoek betrokken heeft. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen eindtermgerichte en competentiegerichte opleidingen. In het kader van het Themaonderzoek Nautische en Luchtvaartopleidingen zijn de opleidingen Vliegtuigonderhoudstechnicus mechanisch, Koopvaardij officier alle schepen en Koopvaardij officier kleine schepen toegevoegd aan het onderzoek. Tabel 1.1. Overzicht van de onderzochte eindtermgerichte opleidingen en hun kenmerken Crebo Naam opleiding Leerweg Deelkwalificatie(s) Exameneenheid bezochte locatie en plaatsnaam 10850 Ondernemer/Manager BBL 54006 Deltion Campus detailhandel 54016 Gebouw, 54017 Zwolle 54018 10904 Medewerker beheer BOL 56096 Deltion Campus ICT 56097 Gebouw, 56098 Zwolle 10205 Eerste BBL 50779 Deltion Campus bedrijfsautotechnicus 50783 Gebouw, 50786 Zwolle 10206 Eerste autotechnicus BBL 50779 Deltion Campus 50782 Gebouw, 50784 Zwolle 10744 Sociaal dienstverlener BOL 52845 Deltion Campus (SD) 52849 Gebouw, 52862 Zwolle 52863 10262 Monteur BBL 50910 Deltion Campus middenspanningsinsta 50947 Gebouw, llaties (MMI) 50948 Zwolle 10933 Meubelmaker BOL 56249 Deltion Campus 56250 Gebouw, 56251 Zwolle
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 9 van 69
10057
Vliegtuigonderhoudst echnicus mechanisch
BOL
54521 54525 54528 54530
Deltion Campus Gebouw, Zwolle
Tabel 1.2. Overzicht van de onderzochte competentiegerichte opleidingen en hun kenmerken Crebo Naam opleiding Leerweg Exameneenheid bezochte locatie en plaatsnaam 90252 Logistiek medewerker BOL Deltion Campus (Logistiek medewerker) Gebouw, Zwolle 92632 Pedagogisch werk BOL Deltion Campus (Pedagogisch werker 4 Gebouw, kinderopvang) Zwolle 90261 Middenkaderfunctionaris BOL Deltion Campus bouw en infra (Bouw) Gebouw, Zwolle 90087 AV-productie BOL Deltion Campus (Lichttechnicus) Gebouw, Zwolle 91933 Koopvaardij officier alle BOL Deltion Campus schepen (Stuurman alle Gebouw, schepen) Zwolle 91943 Koopvaardij officier BOL Deltion Campus kleine schepen Gebouw, (StuurmanZwolle werktuigkundige kleine schepen) Hoe is het onderzoek opgezet? Dit onderzoek is gebaseerd op het Toezichtkader bve 2009 en de hierin opgenomen standaarden en normering voor examinering. Deze zijn vastgesteld in een ministeriële regeling. Het gaat hierbij om zeven standaarden, het vertrouwen van het beroepenveld in de examenkwaliteit, de borging van de deskundigheid van betrokkenen, de inhoudelijke uitstroomeisen en de toetstechnische eisen van het exameninstrumentarium, de deugdelijkheid van de examenprocessen van afname, de beoordeling en diplomering, de borging van de examinering en de wettelijke vereisten. De kwaliteit van de examinering is voldoende als 5 van de 7 standaarden voldoende zijn, waaronder in elk geval de inhoudelijke uitstroomeisen van exameninstrumenten (standaard 3), de toetstechnische kwaliteitseisen (standaard 4), de deugdelijkheid van de examenprocessen van afname, beoordeling en diplomering (standaard 5) en de naleving van wettelijke vereisten (standaard 7). Per standaard dient aan de genoemde criteria te worden voldaan. De standaarden en criteria zijn opgenomen in bijlage 1.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 10 van 69
De inspectie heeft de zelfbeoordeling van de onderzochte opleidingen gebruikt als uitgangspunt voor haar onderzoek. Daarnaast zijn op locatie gesprekken gevoerd met constructeurs, vaststellers, beoordelaars, vertegenwoordigers uit de examencommissie en het management. De voorlopige bevindingen van het onderzoek naar het exameninstrumentarium zijn besproken. Verder is er relevante documentatie onderzocht en is het exameninstrumentarium van de opleiding uitvoerig bekeken. Als het exameninstrumentarium voor bepaalde opleidingen is ingekocht bij examenleveranciers die de inspectie begin 2009 heeft onderzocht, heeft de inspectie bij de onderwijsinstelling niet naar dat exameninstrumentarium gekeken. Het oordeel dat uit het onderzoek bij de leverancier voortkwam is overgenomen in dit onderzoek. Dit geldt alleen als het ingekochte exameninstrumentarium onveranderd ingezet is. In dit onderzoek is het exameninstrumentarium ingekocht en onveranderd ingezet voor de volgende opleidingen: • • • • • • •
Ondernemer/Manager detailhandel, (10850), BBL; Eerste bedrijfsautotechnicus, (10205), BBL; Eerste autotechnicus, (10206), BBL; Pedagogisch werk (Pedagogisch werker 4 kinderopvang), (92632), BOL; Monteur middenspanningsinstallaties (MMI), (10262), BBL; Meubelmaker, (10933), BOL; Vliegtuigonderhoudstechnicus mechanisch, (10057), BOL.
De opleidingen Eerste bedrijfsautotechnicus, (10205), BBL, Eerste autotechnicus, (10206), BBL en AV-productie (Lichttechnicus), (90087), BOL zijn vorig jaar onderzocht. Het exameninstrumentarium voor enkele deelkwalificaties van de eindtermgerichte opleidingen en het beroepsgerichte deel van de competentiegerichte opleiding wordt dit jaar ongewijzigd ingezet. Daarom is het oordeel over dit deel van het exameninstrumentarium over de uitstroomeisen en de toetstechnische eisen uit het vorige onderzoek overgenomen. Ter afsluiting van het onderzoek is er een gesprek gevoerd met het college van bestuur van de instelling. Hoe is dit rapport opgezet? In hoofdstuk 2 t/m 8 vindt u de beoordeling van de inspectie voor de verschillende opleidingen van Stichting Deltion College. We geven daarbij eerst het algemene beeld en lichten dit vervolgens toe. In hoofdstuk 9 vindt u de conclusies en bespreken we eventueel vervolgtoezicht.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 11 van 69
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 12 van 69
2
KWALITEIT EXAMINERING BIJ CLUSTER HANDEL, MODE EN BEAUTY
In dit hoofdstuk bespreken we eerst het algemene oordeel van de inspectie over de examinering van de opleiding. Vervolgens lichten we dit oordeel toe. 2.1 Algemeen beeld De inspectie heeft de examinering van onderstaande opleiding op zeven standaarden beoordeeld. Een overzicht van de beoordeling vindt u in onderstaande tabel.
7
Ondernemer/Manager V V V V V V V detailhandel, (10850), BBL O = onvoldoende / V = voldoende / - = niet van toepassing
Moderne vreemde talen st 3 en 4
6
Nederlands standaard 3 en 4
5
3/4 3/4 -
Eindoordeel
4
Naleving wettelijke eisen
3
Borging examinering
2
Afname, beoordeling, diplomering
Borging deskundigheid
1
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Vertrouwen beroepenveld
Tabel 2.1 Overzicht van de beoordeling van de opleiding van cluster Handel, Mode en Beauty
-
V
De examinering van de opleiding is van voldoende kwaliteit. Op deze opleiding worden geen nieuwe deelnemers meer ingeschreven. Het exameninstrumentarium wordt ingekocht bij leverancier KC Handel. 2.2 Toelichting bij de beoordeling Hieronder gaan we in op de beoordelingen. Daarbij bespreken we in paragraaf 2.2.1 eerst de kwaliteit van het exameninstrumentarium en de afname, beoordeling en diplomering (standaarden 3, 4 en 5). In 2.2.2 komen vervolgens het vertrouwen van het beroepenveld, de deskundigheid en de borging van de examenkwaliteit aan de orde (standaarden 1,2 en 6) en de tevredenheid van de deelnemers aan bod. In 2.2.3 bespreken we vervolgens de naleving van de wettelijke vereisten (standaard 7).
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 13 van 69
2.2.1 Beoordeling exameninstrumenten en de afname, beoordeling en diplomering De inspectie beoordeelt het exameninstrumentarium en de afname, beoordeling en diplomering op drie standaarden: de inhoudelijke uitstroomeisen van de exameninstrumenten (standaard 3), de toetstechnische kwaliteit van de exameninstrumenten (standaard 4) en de afname, beoordeling en diplomering (standaard 5). In tabel 2.2 vindt u de oordelen op deelkwalificatie-niveau over de kwaliteit van het exameninstrumentarium. Standaard 3 en standaard 4. Inhoudelijke uitstroomeisen en toetstechnische eisen De onderzochte opleiding voldoet aan de inhoudelijke uitstroomeisen en aan de toetstechnische eisen.
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
54006 Ondernemingsplan 54016 Management 54017 Inkoop en administratief beheer 54018 Bedrijfseconomisch en juridisch beheer O = onvoldoende / V = voldoende
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Tabel 2.2. Overzicht van de beoordeling van de deelkwalificaties van Ondernemer/Manager detailhandel
3
4
V V V V
V V V V
Toelichting deelkwalificaties 54006 Ondernemingsplan, 54016 Management, 54017 Inkoop en administratief beheer en 54018 Bedrijfseconomisch en juridisch beheer: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen en aan de toetstechnische kwaliteitseisen. Dit oordeel is overgenomen uit het rapport van leverancier KC Handel dat is opgesteld na onderzoek in het voorjaar van 2009. Standaard 5. Afname, beoordeling en diplomering De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze satdnaard. De afname, de beoordeling en diplomering verlopen deugdelijk.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 14 van 69
Bij de opleiding Ondernemer/Manager detailhandel verlopen de examenprocessen deugdelijk. De ingekochte examens worden afgenomen en beoordeeld volgens de voorschriften van de leverancier. De teamleiders, leden van de examencommissie, zijn regelmatig aanwezig tijdens de afname van examens. Na afname vullen deelnemers en medewerkers een enquête in over het verloop van de examinering. De uitslagen worden in de commissie besproken. De examencommissie ziet er op toe dat de diploma’s op basis van aantoonbare prestaties worden afgegeven. 2.2.2 Beoordeling vertrouwen beroepenveld, deskundigheid en borging kwaliteit De inspectie beoordeelt de examinering ook op de volgende drie standaarden: het vertrouwen van het beroepenveld in de examinering (standaard 1), de borging van de deskundigheid (standaard 2) en de borging van de examinering (standaard 6). Standaard 1. Het vertrouwen van het beroepenveld in de examenkwaliteit De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. De Deltion Commissie Onderwijs Bedrijfsleven heeft haar vertrouwen over de examinering uitgesproken bij het team Handel BBL, zowel voor de producten als de processen. De jaarlijkse aselecte en gestratificeerde steekproef onder ongeveer dertig leerbedrijven en de interne audit bevestigen het vertrouwen van het beroepenveld. In het jaarverslag examinering wordt het vertrouwen van verschillende groepen uit het werkveld genuanceerd beschreven. Standaard 2. De deskundigheid van betrokkenen De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. De deskundigheid van binnenschoolse betrokkenen is door gerichte scholing en structurele gesprekken met medewerkers voldoende geborgd bij de opleiding Ondernemer/manager detailhandel. De examencommissie heeft een inventarisatie gemaakt van de competenties van medewerkers op het gebied van examinering. Binnen het team is intervisie bij praktijkexamens de gewoonte. De vaststellingscommissie krijgt door haar werkzaamheden zowel inzicht in het naleven van procedures als de kwaliteit van toetsen. De deskundigheid van buitenschoolse betrokkenen is geborgd doordat zowel KC Handel als Stichting Deltion College de praktijkopleiders effectief stimuleren om zich te scholen. De examencommissie heeft geïnventariseerd welke leerbedrijven in de laatste drie jaren hun opleiders hebben geschoold en houdt zicht op de deskundigheid. Standaard 6. Borging van de examinering De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. De examencommissie stelt alle toetsplannen vast en controleert daarbij of de examens aansluiten bij de uitstroomeisen. De leden van de Deltion Commissie Onderwijs Bedrijfsleven zijn betrokken bij het toezicht op de examinering. Onafhankelijk deskundigen zijn betrokken bij de beoordeling. De examencommissie stelt jaarlijks een verslag op waarin de kwaliteit van de examinering wordt verantwoord aan belanghebbenden en waarin verbeteracties worden beschreven.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 15 van 69
2.3 Beoordeling naleving wettelijke eisen Standaard 7. Naleving van de wettelijke vereisten rondom examinering De onderzochte opleiding voldoet aan de wettelijke vereisten. De opleiding voldoet aan de wettelijke vereisten betreffende: • informatie over het examen (in OER of ander document) (art.7.4.8 en art. 7.4.9 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de examencommissie (waar onder art. 7.4.5 en art. 7.4.8, vijfde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de commissie van beroep examens (art. 7.5.1 en art. 7.5.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de openbare verantwoording (art 1.3.6 van de Wet educatie en beroepsonderwijs).
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 16 van 69
3
KWALITEIT EXAMINERING BIJ CLUSTER ICT
In dit hoofdstuk bespreken we eerst het algemene oordeel van de inspectie over de examinering van de opleiding. Vervolgens lichten we dit oordeel toe. 3.1 Algemeen beeld De inspectie heeft de examinering van onderstaande opleiding op zeven standaarden beoordeeld. Een overzicht van de beoordeling vindt u in onderstaande tabel.
7
Medewerker beheer ICT, V V V O V V V (10904), BOL O = onvoldoende / V = voldoende / - = niet van toepassing
Moderne vreemde talen st 3 en 4
6
Nederlands standaard 3 en 4
5
3/4 3/4 -
Eindoordeel
4
Naleving wettelijke eisen
3
Borging examinering
2
Afname, beoordeling, diplomering
Borging deskundigheid
1
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Vertrouwen beroepenveld
Tabel 3.1 Overzicht van de beoordeling van de opleiding van cluster ICT
-
O
De examinering van alle opleidingen is van onvoldoende kwaliteit. De examinering van deze eindtermgerichte opleiding voldoet niet aan de toetstechnische eisen. Op deze opleiding worden geen nieuwe deelnemers meer ingeschreven. 3.2 Toelichting bij de beoordeling Hieronder gaan we in op de beoordelingen. Daarbij bespreken we in paragraaf 3.2.1 eerst de kwaliteit van het exameninstrumentarium, en de afname, beoordeling en diplomering (standaarden 3, 4 en 5). In 3.2.2 komen vervolgens het vertrouwen van het beroepenveld, de deskundigheid en de borging van de examenkwaliteit aan de orde (standaarden 1,2 en 6) en de tevredenheid van de deelnemers aan bod. In 3.2.3 bespreken we vervolgens de naleving van de wettelijke vereisten (standaard 7).
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 17 van 69
3.2.1 Beoordeling exameninstrumenten en de afname, beoordeling en diplomering De inspectie beoordeelt het exameninstrumentarium en de afname, beoordeling en diplomering op drie standaarden: de inhoudelijke uitstroomeisen van de exameninstrumenten (standaard 3), de toetstechnische kwaliteit van de exameninstrumenten (standaard 4) en de afname, beoordeling en diplomering (standaard 5). In tabel 3.2 vindt u de oordelen op deelkwalificatie-niveau over de kwaliteit van het exameninstrumentarium. Standaard 3 en standaard 4. Inhoudelijke uitstroomeisen en toetstechnische eisen De onderzochte opleiding voldoet aan de inhoudelijke uitstroomeisen en aan de toetstechnische eisen.
56096 Installeren en inrichten van hard- en software 3 56097 Beheren van hard- en software 3 56098 Ondersteunen van systeemgebruikers 3 O = onvoldoende / V = voldoende
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Tabel 3.2. Overzicht van de beoordeling van de deelkwalificaties van Medewerker beheer ICT
3
4
V V V
O O O
Toelichting deelkwalificaties 56096 Installeren en inrichten van hard- en software 3, 56097 Beheren van hard- en software 3 en 56098 Ondersteunen van systeemgebruikers 3: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen. De deelkwalificaties worden getoetst volgens de methode ICT-Flex, een methode die is ontwikkeld om zowel een flexibele als competentiegerichte opleiding per deelnemer mogelijk te maken. De examinering bestaat uit diverse theoretische toetsen en praktijkopdrachten, die zowel in de BPV als op school worden uitgevoerd. Per deelkwalificatie is een toetsplan aanwezig waar de eindtermen gekoppeld zijn aan de diverse toetsen.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 18 van 69
Tevens is te zien dat eindtermen in meerdere toetsen worden beoordeeld. In het BPV-boekje is de relatie met de eindtermen niet vast te stellen op basis van de opdrachten, maar wel op basis van de uiteindelijk beoordeelde prestaties van de deelnemer. In de BPV maakt de deelnemer hiertoe in overleg met de praktijkopleider een planning aan de hand van de te beoordelen eindtermen, conform de flexibele opzet. De opdrachten in de takenboeken komen voldoende overeen met de aangegeven eindtermen in het toetsplan. De toetsing is ingericht voor zowel het meten van de voortgang als voor het bepalen van het eindniveau. Bij de bepaling van het eindniveau is de eis gesteld dat de deelnemer een voldoende moet behalen per toetsing. Hierdoor wordt vermeden dat eindtermen die in meerdere toetsen voorkomen ondergewaardeerd kunnen blijven. Het exameninstrumentarium voldoet niet aan toetstechnische kwaliteitseisen. De deelnemer wordt voldoende geïnformeerd over de te leveren prestaties, maar voor de toetsing in de praktijk, waar de deelnemer de opdrachten in overleg met de praktijkopleider bepaalt, zijn geen richtlijnen aanwezig voor de afname. Hierdoor is het niet gewaarborgd dat de invulling van de opdrachten en de context waarin deze worden uitgevoerd voldoende gelijkwaardig zijn voor de deelnemers. De beoordeling is individueel per deelnemer. De takenboeken worden afgesloten met een overzicht van de beoordeling op takenkaarten en de praktijktoetsing wordt beoordeeld op basis van het voldoen aan uitvoeren van de opdrachten. De beoordeelde toetsen worden door de deelnemer in een portfolio opgenomen. Ter afsluiting wordt dit portfolio door twee docenten beoordeeld voor de bepaling van het eindresultaat per deelkwalificatie, zoals is aangegeven in de procedure voor de ICT-Flex toetsvormen. Omdat er geen andere beoordelingsvoorschriften zijn dan het vastleggen van de resultaten, is onvoldoende verzekerd dat de beoordeling gelijkwaardig verloopt. Een aandachtspunt daarnaast is dat, mede door de hoeveelheid documentatie, er soms verschillen zijn tussen de documenten. Een voorbeeld is het niet overeenkomen van het document Overdracht 3 (0907) en Kaartset 3 (0907) met het toetsplan, waar taak 8 ontbreekt. Een verder aandachtspunt betreft de actualiteit van de techniek. Zo zijn de vakmatige toetsen 2 t/m 5 nog gebaseerd op MS-DOS commando’s en Windows 98. Standaard 5. Afname, beoordeling en diplomering De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. De afname, de beoordeling en diplomering verlopen deugdelijk. Bij de opleiding Medewerker beheer ICT verlopen de examenprocessen deugdelijk. De afname wordt gemonitord met evaluatieformulieren. De afname en beoordeling worden steekproefsgewijs bijgewoond door leden van de examencommissie en er vindt beoordeling door docenten uit andere teams plaats. De uitslagen worden in de examencommissie besproken. De examencommissie ziet er op toe dat de diploma’s op basis van aantoonbare prestaties worden afgegeven.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 19 van 69
3.2.2 Beoordeling vertrouwen beroepenveld, deskundigheid en borging kwaliteit De inspectie beoordeelt de examinering ook op de volgende drie standaarden: het vertrouwen van het beroepenveld in de examinering (standaard 1), de borging van de deskundigheid (standaard 2) en de borging van de examinering (standaard 6). Standaard 1. Het vertrouwen van het beroepenveld in de examenkwaliteit De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. Het beroepenveld is betrokken bij de examinering door beoordeling van de praktijkopdrachten en projecten. Daarnaast is een adviesraad ingesteld en zijn er praktijkopleidersbijeenkomsten. Verder worden ouddeelnemers uitgenodigd om spreekbeurten te geven over hun ervaringen in de praktijk en worden enquêtes onder alumni uitgezet. Uit zowel de betrokkenheid als uit de verzamelde informatie komt het vertrouwen van het beroepenveld voldoende naar voren. In de zelfevaluatie wordt als verbeteractie genoemd het verder praktijkgericht invullen van de examinering. Standaard 2. De deskundigheid van betrokkenen De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. De deskundigheid van de betrokkenen is in kaart gebracht en er worden functioneringsgesprekken gehouden over de deskundigheid. Aan de hand van dit overzicht vindt bijscholing plaats, onder meer door assessortrainingen. Daarnaast vinden docentenstages plaats. Standaard 6. Borging van de examinering De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. De examencommissie evalueert de examenprocessen regelmatig. Daarnaast vinden interne audits plaats. Een aandachtspunt is dat het cluster vooral is gericht op de ontwikkelingen van de competentiegerichte inrichting van de opleidingen, terwijl er nog eindtermgerichte opleidingen worden gegeven. Hierdoor ontstaat het risico dat er minder aandacht is voor de specifieke vereisten van de respectievelijke eindtermdocumenten, die echter nog wel gelden voor de diplomering.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 20 van 69
3.3 Beoordeling naleving wettelijke eisen Standaard 7. Naleving van de wettelijke vereisten rondom examinering De onderzochte opleiding voldoet aan de wettelijke vereisten. De opleiding voldoet aan de wettelijke vereisten betreffende: • informatie over het examen (in OER of ander document) (art.7.4.8 en art. 7.4.9 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de examencommissie (waar onder art. 7.4.5 en art. 7.4.8, vijfde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de commissie van beroep examens (art. 7.5.1 en art. 7.5.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de openbare verantwoording (art 1.3.6 van de Wet educatie en beroepsonderwijs).
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 21 van 69
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 22 van 69
4
KWALITEIT EXAMINERING BIJ CLUSTER VERKEER EN VERVOER
In dit hoofdstuk bespreken we eerst het algemene oordeel van de inspectie over de examinering van de verschillende opleidingen. Vervolgens lichten we dit oordeel toe. 4.1 Algemeen beeld De inspectie heeft de examinering van onderstaande opleidingen op zeven standaarden beoordeeld. Een overzicht van de beoordeling vindt u in onderstaande tabel.
Naleving wettelijke eisen
4
5
6
7
V
V
V
V
V
V
-
-
V
V
V
V
V
V
V
-
-
V
V
O
O
V
V
V
O
O
O
V
V
V
V
V
V
-
-
V
V
O
O
V
O
V
O
O
O
V
O
O
V
O
V
O
O
O
Eerste bedrijfsautotechnicus, V (10205), BBL Eerste autotechnicus, V (10206), BBL Logistiek medewerker V (Logistiek medewerker), (90252), BOL Vliegtuigonderhoudstechnicus V mechanisch, (10057), BOL Koopvaardij officier alle V schepen (Stuurman alle schepen), (91933), BOL; Koopvaardij officier kleine V schepen (Stuurmanwerktuigkundige kleine schepen), (91943), BOL O = onvoldoende / V = voldoende /
3/4 3/4
Eindoordeel
Borging examinering
3
Moderne vreemde talen st 3 en 4
Afname, beoordeling, diplomering
2
Nederlands standaard 3 en 4
Borging deskundigheid
1
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Vertrouwen beroepenveld
Tabel 4.1 Overzicht van de beoordeling van de opleidingen van cluster Verkeer en Vervoer
- = niet van toepassing
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 23 van 69
Van deze opleidingen is de examinering van een aantal opleidingen van onvoldoende kwaliteit. Het gaat daarbij om de volgende opleidingen: • Logistiek medewerker (Logistiek medewerker), (90252), BOL; • Koopvaardij officier alle schepen (Stuurman alle schepen), (91933), BOL; • Koopvaardij officier kleine schepen (Stuurman-werktuigkundige kleine schepen), (91943), BOL. Bij deze opleidingen voldoet het beroepsgerichte exameninstrumentarium en de instrumenten voor de talen niet aan de inhoudelijke uitstroomeisen en aan de toetstechnische eisen. Daarnaast voldoet de borging van de examenprocessen niet bij de opleidingen Koopvaardij officier alle schepen en Koopvaardij officier kleine schepen. De examinering van de overige opleidingen is wel van voldoende kwaliteit. 4.2 Toelichting bij de beoordeling Hieronder gaan we in op de beoordelingen. Daarbij bespreken we in paragraaf 4.2.1 eerst de kwaliteit van het exameninstrumentarium, en de afname, beoordeling en diplomering (standaarden 3, 4 en 5). In 4.2.2 komen vervolgens het vertrouwen van het beroepenveld, de deskundigheid en de borging van de examenkwaliteit aan de orde (standaarden 1, 2 en 6) en de tevredenheid van de deelnemers aan bod. In 4.2.3 bespreken we vervolgens de naleving van de wettelijke vereisten (standaard 7). 4.2.1 Beoordeling exameninstrumenten en de afname, beoordeling en diplomering De inspectie beoordeelt het exameninstrumentarium en de afname, beoordeling en diplomering op drie standaarden: de inhoudelijke uitstroomeisen van de exameninstrumenten (standaard 3), de toetstechnische kwaliteit van de exameninstrumenten (standaard 4) en de afname, beoordeling en diplomering (standaard 5). Competentiegerichte opleidingen In tabellen 4.2 t/m 4.4 vindt u de oordelen op de vijf taalvaardigheden voor Nederlands; luisteren, lezen, spreken (productie), gesprekken voeren (interactie) en schrijven. Dit oordeel is opgenomen voor de competentiegerichte opleidingen, die gestart zijn vanaf cohort 2007/2008. In tabellen 4.5 t/m 4.7 vindt u de oordelen op de vijf taalvaardigheden voor Moderne Vreemde Talen; luisteren, lezen, spreken (productie), gesprekken voeren (interactie) en schrijven. Dit oordeel is opgenomen voor alle competentiegerichte opleidingen, die gestart zijn vanaf cohort 2007/2008.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 24 van 69
Oordeel
Tabel 4.2 Overzicht van de beoordeling Nederlands van Logistiek medewerker (Logistiek medewerker)
Gesprekken voeren, B1 Lezen, B1 Luisteren, B1 Schrijven, B1 Spreken, B1 Eindoordeel Nederlands O = onvoldoende / V = voldoende
O O O O O O
Oordeel
Tabel 4.3 Overzicht van de beoordeling Nederlands van Koopvaardij officier alle schepen (Stuurman alle schepen)
Gesprekken voeren, B2 Lezen, B2 Luisteren, B2 Schrijven, B2 Spreken, B2 Eindoordeel Nederlands O = onvoldoende / V = voldoende
O O O O O O
Oordeel
Tabel 4.4 Overzicht van de beoordeling Nederlands van Koopvaardij officier kleine schepen (Stuurman-werktuigkundige kleine schepen)
Gesprekken voeren, B1 Lezen, B1 Luisteren, B1 Schrijven, B1 Spreken, B1 Eindoordeel Nederlands O = onvoldoende / V = voldoende
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
O O O O O O
p. 25 van 69
Oordeel
Tabel 4.5.Overzicht van de beoordeling Moderne Vreemde Talen van Logistiek medewerker (Logistiek medewerker)
Gesprekken voeren, A2 Lezen, A2 Luisteren, A2 Schrijven, A1 Eindoordeel Moderne vreemde taal O = onvoldoende / V = voldoende
O O O O O
Oordeel
Tabel 4.6 Overzicht van de beoordeling Engels van Koopvaardij officier alle schepen (Stuurman alle schepen)
Gesprekken voeren, B1 Lezen, B1 Luisteren, B1 Schrijven, B1 Spreken, B1 Eindoordeel Engels O = onvoldoende / V = voldoende
O O O O O O
Oordeel
Tabel 4.7 Overzicht van de beoordeling Engels van Koopvaardij officier kleine schepen (Stuurman-werktuigkundige kleine schepen)
Gesprekken voeren, B1 Lezen, B1 Luisteren, B1 Schrijven, B1 Spreken, B1 Eindoordeel Engels O = onvoldoende / V = voldoende
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
O O O O O O
p. 26 van 69
Toelichting op de talen: Voor de opleiding Logistiek medewerker (Logistiek medewerker), (90252), BOL, mbo niveau 2, Koopvaardij officier alle schepen (Stuurman alle schepen), (91933), BOL, mbo niveau 4 en Koopvaardij officier kleine schepen (Stuurmanwerktuigkundige kleine schepen), (91943), BOL, mbo niveau 3. Bij deze opleidingen worden de talen geintegreerd getoetst of waren, ten dele, met behulp van het niet meer actieve Talencentrum afgenomen. Van deze toetsing onstaat wel meer algemeen de indruk dat de talen op het vereiste niveau worden behandeld. Het exameninstrumentarium maakt echter geen onderscheid in het beoordelen van de vijf taalvaardigheden op het juiste CEF-niveau en voldoet daardoor niet aan de inhoudelijke uistroomeisen en de toetstechnische eisen zoals deze door de standaarden 3 en 4 gesteld worden. Toelichting op het beroepsgerichte deel van het exameninstrumentarium Standaard 3. Inhoudelijke uitstroomeisen en Standaard 4. Toetstechnische eisen De onderzochte competentiegerichte opleidingen voldoen niet aan de uitstroomeisen en aan de toetstechnische eisen. De opleiding Logistiek medewerker (Logistiek medewerker), (90252), BOL wordt getoetst met een proeve van zestig minuten. De proeve is een simulatie die wordt uitgevoerd bij de Stichting Deltion College. De proeve bestaat uit drie omvangrijke opdrachten waarvoor een deelnemer steeds vijftien minuten krijgt en een reflectiegesprek van vijftien minuten. Hiermee is onvoldoende gewaarborgd dat de inhoud van de werkprocessen op het juiste niveau worden geëxamineerd. Het reflectiegesprek moet voldoende zijn. Er zijn met het reflectiegesprek geen directe punten te behalen, wel kan een goede verklaring of uitleg betekenen dat een onvoldoende minder zwaar wordt aangerekend of omgezet wordt in een voldoende. Het reflectiegesprek is niet de juiste toetsvorm voor werkprocessen waar vaardigheden vereist worden. De cesuur is onduidelijk. Er wordt gesteld dat de cesuur bij de proeves op 70% van de beoordelingscriteria ligt, het is echter niet geheel duidelijk hoe dit gerealiseerd wordt. Daarnaast is er een verkeerde telling (70 in plaats van 80) bij het totaal te behalen punten in opdracht 2. De informatie aan de deelnemer in de proeve is beperkt. De afnamecondities zijn niet anders aangegeven dan door te vermelden dat dit plaatsvindt in een gesimuleerde omgeving bij Deltion. Gezien de aard van de opdrachten en de korte tijdsduur van het examen blijft het hiermee onvoldoende duidelijk hoe de examinering is ingericht. Het beoordelingsvoorschrift is wel ingericht op basis van de werkprocessen uit het kwalificatiedossier, maar de relatie met het feitelijk examen is onvoldoende duidelijk. Daarnaast bevatten de beoordelingsvoorschriften niet nader gespecificeerde elementen als ‘bedrijfsinstructies’, ‘voorschriften’ en ‘normen’. Verder bevatten opdracht 1 en opdracht 3 criteria waarvoor ‘4 maal 2,5 punten’ zijn te behalen. Hoe deze punten behaald kunnen worden, dus waarmee steeds 2,5 punt behaald kan worden, is niet gespecificeerd. Het bestaande exameninstrumentarium voor de opleidingen Koopvaardij officier alle schepen (Stuurman alle schepen), (91933), BOL en Koopvaardij officier kleine
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 27 van 69
schepen (Stuurman-werktuigkundige kleine schepen), (91943), BOL, is vooral gebaseerd op toetsing van de internationale vereisten voor de zeevaart (STCW, Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers). De relatie tussen de toetsen en de huidige kwalificatiedossiers is echter niet voldoende vast te stellen. Het is nu vooral de beroepsdeskundigheid van de betrokkenen die bepalend is voor de inhoudelijke overeenkomst. Om deze reden voldoet het exameninstrumentarium niet aan de uitstroomeisen en aan de toetstechnische eisen. De afdeling Zeevaart is bezig om de relatie met het exameninstrumentarium voor deze twee kwalificatiedossiers in kaart te brengen. Aan de wettelijke vereisten wordt wel voldaan. Bij de niveau 4 opleiding Koopvaardij officier alle schepen (Stuurman alle schepen) bestaat de stageperiode uit 360 dagen, waarvan 180 bovendeks. Voltooide simulatietraining (certificaat 1, 2 en 3) bij MSTC (Maritiem Simulator Training Centrum) op Terschelling levert een reductie bovendeks op van 60 dagen. Bij de niveau 3 opleiding Koopvaardij officier kleine schepen (Stuurman-werktuigkundige kleine schepen) bestaat de stageperiode eveneens uit 360 dagen, waarvan 180 onderdeks en levert de simulatietraining (certificaat 1 en 2) 30 dagen reductie op. Daarnaast geldt voor de niveau 4 opleiding nog de eis dat certificaten behaald worden voor Marcom A, Basic Safety, Advanced Firefighting, Scheepgezondheidszorg beperkt en Radarwaarneming. Eindtermgerichte opleidingen In tabellen 4.8 t/m 4.10 vindt u de oordelen op deelkwalificatie-niveau over de kwaliteit van het exameninstrumentarium. Standaard 3 en standaard 4. Inhoudelijke uitstroomeisen en toetstechnische eisen De onderzochte opleidingen voldoen aan de inhoudelijke uitstroomeisen en aan de toetstechnische eisen.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 28 van 69
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
50779 Beroepsvorming m+c-branche 3 50783 Persoonlijke maatschappelijke vorming 2 50786 Bedrijfsautotechniek 2 O = onvoldoende / V = voldoende
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Tabel 4.8. Overzicht van de beoordeling van de deelkwalificaties van Eerste bedrijfsautotechnicus
3
4
V V V
V V V
Toelichting deelkwalificatie 50779 Beroepsvorming m+c-Branche 3: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen. Het exameninstrumentarium dekt de uitstroomeisen voor 75 % af. Van de twintig eindtermen worden de vijf eindtermen ORG 5, ORG 7, EX 3, COM 1 en COM 2 niet, onvoldoende of niet met de juiste toetsvorm geëxamineerd. De cesuur voldoet. Alle toetsen dienen minimaal met een 5 te worden afgesloten en de deelkwalificatie gemiddeld met een 5,5. Het exameninstrumentarium voldoet aan toetstechnische kwaliteitseisen. Toelichting deelkwalificatie 50783 Persoonlijke Maatschappelijke Vorming 2: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen en aan toetstechnische kwaliteitseisen. Het exameninstrumentarium voor deze deelkwalificatie is vorig jaar ook onderzocht en als voldoende beoordeeld. Deze beoordeling wordt derhalve overgenomen. Toelichting deelkwalificatie 50786 Bedrijfsautotechniek 2: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen en aan toetstechnische kwaliteitseisen. Dit oordeel is overgenomen uit het rapport van leverancier Stem/IBKI dat is opgesteld na onderzoek in het voorjaar van 2009.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 29 van 69
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
50779 Beroepsvorming m+c-branche 3 50782 Personenautotechniek 3 50784 Beroepsvorming m+c-branche 2 O = onvoldoende / V = voldoende
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Tabel 4.9 Overzicht van de beoordeling van de deelkwalificaties van Eerste autotechnicus
3
4
V V V
V V V
Toelichting deelkwalificatie 50779 Beroepsvorming m+c-Branche 3: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen. Het exameninstrumentarium dekt de uitstroomeisen voor 75 % af. Van de twintig eindtermen worden de vijf eindtermen ORG 5, ORG 7, EX 3, COM 1 en COM 2 niet, onvoldoende of niet met de juiste toetsvorm geëxamineerd. De cesuur voldoet. Alle toetsen dienen minimaal met een 5 te worden afgesloten en de deelkwalificatie gemiddeld met een 5,5. Het exameninstrumentarium voldoet aan toetstechnische kwaliteitseisen. Toelichting deelkwalificatie 50782 Personenautotechniek 3: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen en aan toetstechnische kwaliteitseisen. Dit oordeel is overgenomen uit het rapport van leverancier Stem/IBKI dat is opgesteld na onderzoek in het voorjaar van 2009. Toelichting deelkwalificatie 50784 Beroepsvorming m+c-branche 2: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen en aan toetstechnische kwaliteitseisen. Het exameninstrumentarium voor deze deelkwalificatie is vorig jar ook onderzocht en als voldoende beoordeeld. Deze beoordeling wordt derhalve overgenomen.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 30 van 69
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Tabel 4.10 Overzicht van de beoordeling van de deelkwalificaties van Vliegtuigonderhoudstechnicus mechanisch
3
4
V V V V
V V V V
54521 Elektronica (JAR-cat. B1) 54525 Wiskunde en natuurkunde (JAR-cat. B1) 54528 Human factors en luchtvaartwetgeving (JAR-cat. B1) 54530 Propellers (JAR-cat. B1) O = onvoldoende / V = voldoende
Toelichting deelkwalificatie 54521 Elektronica (JAR-cat. B1), 54525 Wiskunde en natuurkunde (JAR-cat. B1, 54528 Human factors en luchtvaartwetgeving (JARcat. B1) en 54530 Propellers (JAR-cat. B1): Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen en aan toetstechnische kwaliteitseisen. De opleiding heeft twee uitstroomniveau’s, één voor het WEB diploma, hierbij is de cesuur bepaald op 55% en één voor het door Inspectie van Verkeer en Waterstaat te vertrekken certificaat Part-66 (voorheen JAR-66), waarbij de cesuur ligt op 75% per module. De beroepsvereisten zoals vastgelegd in de Europese wet- en regelgeving zijn volledig opgenomen in de examinering. De deelkwalificatie Human factors en luchtvaartwetgeving wordt naast theoretisch ook nog getoetst met een casus. Hiervoor is als opdracht een praktijksituatie beschreven waarover de deelnemer een aantal vragen moet kunnen beantwoorden. De overige deelkwalificaties worden theoretisch getoetst. Tijdens de BPV krijgen de deelnemers binnen een Part145 bedrijf een "Company Procedure Training" met een afsluitend examen. Dit is een onderdeel van de "on the jobtraining", maar heeft voor de examinering van de deelkwalificatie geen dekking. Eindtermgerichte en cgo-opleidingen Standaard 5. Afname, beoordeling en diplomering De onderzochte opleidingen voldoen aan de eisen van deze standaard. De afname, de beoordeling en diplomering verlopen deugdelijk.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 31 van 69
Na afloop van van de toetsperiodes worden conclusies en verslagen van de afname en de beoordeling besproken in de examencommissie. Na afloop van de examens worden de beoordelingen besproken met leerlingen. Problemen of vragen worden voorgelegd aan de examencommissie. De examencommissie ziet er op toe dat de diploma’s op basis van aantoonbare prestaties worden afgegeven, Leren, Loopbaan en Burgerschap Deltion College heeft in een verantwoordingsdocument vastgelegd hoe zij de examinering voor de zeven kerntaken van het brondocument leren, loopbaan en burgerschap heeft ingericht. 4.2.2 Beoordeling vertrouwen beroepenveld, deskundigheid en borging kwaliteit De inspectie beoordeelt de examinering ook op de volgende drie standaarden: het vertrouwen van het beroepenveld in de examinering (standaard 1), de borging van de deskundigheid (standaard 2) en de borging van de examinering (standaard 6). Standaard 1. Het vertrouwen van het beroepenveld in de examenkwaliteit De onderzochte opleidingen voldoen aan de eisen van deze standaard. Het beroepenveld is op diverse manieren betrokken bij de onderzochte opleidingen. Bij de luchtvaart- en zeevaartopleidingen is daarnaast, mede door de wettelijke vereisten, een intensieve vorm van betrokkenheid aanwezig. Bij zeevaart zijn de docenten deels ook afkomstig uit of werkzaam in het beroep. Standaard 2. De deskundigheid van betrokkenen De onderzochte opleidingen voldoen aan de eisen van deze standaard. De deskundigheid wordt door een jaarlijkse interne beoordeling in kaart gebracht. Aan de hand hiervan wordt een scholingsplan opgesteld. Bij de opleidingen voor autotechniscus worden cursussen gevolgd door de praktijkopleiders, waarin een onderdeel beoordelen is opgenomen. Deze cursussen worden verzorgd door Innovam. Bij de afdeling logistiek worden door KCHandel cursussen gegeven aan praktijkopleiders en erkende leermeesters. Standaard 6. Borging van de examinering De onderzochte opleidingen, behalve de opleidingen van zeevaart, voldoen aan de eisen van deze standaard. De kwaliteit van de examenprocessen wordt geborgd door interne audits waarbij een vertegenwoordiger van het beroepenveld aanwezig is. Daarnaast wordt steekproefsgewijs de examenkwaliteit bepaald. De exameninstrumenten worden vastgesteld, hoewel dit in hoofdzaak op procedurele criteria is gebaseerd. Afname van proeves wordt geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Bij de opleidingen van zeevaart is er nog onvoldoende borging. Het ontbreekt hier aan een structurele vorm van informatieverzameling over de examenprocessen.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 32 van 69
4.3 Beoordeling naleving wettelijke eisen Standaard 7. Naleving van de wettelijke vereisten rondom examinering De onderzochte opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. De opleiding voldoet aan de wettelijke vereisten betreffende: • informatie over het examen (in OER of ander document) (art.7.4.8 en art. 7.4.9 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de examencommissie (waar onder art. 7.4.5 en art. 7.4.8, vijfde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de commissie van beroep examens (art. 7.5.1 en art. 7.5.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de openbare verantwoording (art 1.3.6 van de Wet educatie en beroepsonderwijs).
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 33 van 69
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 34 van 69
5
KWALITEIT EXAMINERING BIJ CLUSTER WELZIJN EN EDUCATIE
In dit hoofdstuk bespreken we eerst het algemene oordeel van de inspectie over de examinering van de verschillende opleidingen. Vervolgens lichten we dit oordeel toe. 5.1 Algemeen beeld De inspectie heeft de examinering van onderstaande opleidingen op zeven standaarden beoordeeld. Een overzicht van de beoordeling vindt u in onderstaande tabel.
7
Sociaal dienstverlener (SD), V V V V V V V (10744), BOL Pedagogisch werk V V V V V V V (Pedagogisch werker 4 kinderopvang), (92632), BOL O = onvoldoende / V = voldoende / - = niet van toepassing
Moderne vreemde talen st 3 en 4
6
Nederlands standaard 3 en 4
5
3/4 3/4
Eindoordeel
4
Naleving wettelijke eisen
3
Borging examinering
2
Afname, beoordeling, diplomering
Borging deskundigheid
1
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Vertrouwen beroepenveld
Tabel 5.1 Overzicht van de beoordeling van de opleidingen van cluster Welzijn en Educatie
-
-
V
O
V
V
De examinering van alle opleidingen is van voldoende kwaliteit. Voor de taalvaardigheden Gesprekken voeren, Schrijven en Spreken voor Nederlands op CEF-niveau B2 is geen exameninstrumentarium aangetroffen. 5.2 Toelichting bij de beoordeling Hieronder gaan we in op de beoordelingen. Daarbij bespreken we in paragraaf 5.2.1 eerst de kwaliteit van het exameninstrumentarium en de afname, beoordeling en diplomering (standaarden 3, 4 en 5). In 5.2.2 komen vervolgens het vertrouwen van het beroepenveld, de deskundigheid en de borging van de examenkwaliteit aan de orde (standaarden 1,2 en 6) en de tevredenheid van de
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 35 van 69
deelnemers aan bod. In 5.2.3 bespreken we vervolgens de naleving van de wettelijke vereisten (standaard 7). 5.2.1 Beoordeling exameninstrumenten en de afname, beoordeling en diplomering De inspectie beoordeelt het exameninstrumentarium en de afname, beoordeling en diplomering op drie standaarden: de inhoudelijke uitstroomeisen van de exameninstrumenten (standaard 3), de toetstechnische kwaliteit van de exameninstrumenten (standaard 4) en de afname, beoordeling en diplomering (standaard 5). Competentiegerichte opleiding In tabel 5.2 vindt u de oordelen op de vijf taalvaardigheden voor Nederlands; luisteren, lezen, spreken (productie), gesprekken voeren (interactie) en schrijven. Dit oordeel is opgenomen voor de competentiegerichte opleidingen, die gestart zijn vanaf cohort 2007/2008. In tabel 5.3. vindt u de oordelen op de vijf taalvaardigheden voor Moderne Vreemde Talen; luisteren, lezen, spreken (productie), gesprekken voeren (interactie) en schrijven. Dit oordeel is opgenomen voor alle competentiegerichte opleidingen, die gestart zijn vanaf cohort 2007/2008.
Oordeel
Tabel 5.2. Overzicht van de beoordeling Nederlands van Pedagogisch werk (Pedagogisch werker 4 kinderopvang)
Gesprekken voeren, B2 Lezen, B2 Luisteren, B2 Schrijven, B2 Spreken, B2 Eindoordeel Nederlands O = onvoldoende / V = voldoende
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
O V V O O O
p. 36 van 69
Oordeel
Tabel 5.3. Overzicht van de beoordeling Moderne Vreemde Talen van Pedagogisch werk (Pedagogisch werker 4 kinderopvang)
Gesprekken voeren, B1 Lezen, B1 Luisteren, B1 Schrijven, B1 Spreken, B1 Eindoordeel Nederlands O = onvoldoende / V = voldoende
V V V V V V
Toelichting talen: De onderzochte opleiding Pedagogisch werk (Pedagogisch werker 4 kinderopvang) is op mbo niveau 4. De opleiding is ingericht als een kopjaar met de voorwaarde dat de deelnemers alleen na het behalen van het niveau 3 diploma worden ingeschreven op deze opleiding. Bij de beoordeling van de talen wordt derhalve uitgegaan van de reeds aangetoonde taalbeheersingen behorend bij het diploma van de niveau 3 opleiding. Uit de vastgestelde vergelijking tussen het niveau 3 diploma en het niveau 4 diploma blijkt dat bij Nederlands het diploma niveau 3 vrijstelling geeft voor luisteren en lezen (B2), maar niet voor de overige taalvaardigheden. Deze zijn bij niveau 3 op B1 en bij niveau 4 op B2 van het CEF-niveau. Voor de beoordeling van deze taalvaardigheden is geen exameninstrumentarium aanwezig. Het beheersingsniveau van de taalvaardigheden (B1) van de moderne vreemde talen komt volledig overeen tussen het niveau 3 diploma en het niveau 4 diploma. De beoordeling is gebaseerd op de vereisten die verbonden zijn aan het diploma van niveau 3. Toelichting beroepsgerichte deel: Standaard 3. Inhoudelijke uitstroomeisen De onderzochte opleiding voldoet aan de uitstroomeisen. Dit oordeel is overgenomen uit het rapport van leverancier RBA-4 dat is opgesteld na onderzoek in het voorjaar van 2009. Standaard 4. Toetstechnische eisen De onderzochte opleiding voldoet aan de toetstechnische eisen. Dit oordeel is overgenomen uit het rapport van leverancier RBA-4 dat is opgesteld na onderzoek in het voorjaar van 2009.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 37 van 69
Eindtermgerichte opleiding In tabel 5.4 vindt u de oordelen op deelkwalificatie-niveau over de kwaliteit van het exameninstrumentarium. Standaard 3 en standaard 4. Inhoudelijke uitstroomeisen en toetstechnische eisen De onderzochte opleiding voldoet aan de inhoudelijke uitstroomeisen en aan de toetstechnische eisen.
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Tabel 5.4 Overzicht van de beoordeling van de deelkwalificaties van Sociaal dienstverlener (SD)
3
4
V V V V
V V V V
52845 Organisatorische vaardigheden 1 52849 Engels 2 52862 Dienst verlenen 52863 Begeleiden SD O = onvoldoende / V = voldoende Toelichting deelkwalificatie 52845 Organisatorische vaardigheden 1, 52862 Dienst verlenen en 52863 Begeleiden SD: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen.
De deelkwalificaties worden geëxamineerd met een theorietoets en de praktijkdelen worden in de BPV getoetst. De aard van de eindtermen verlangt dat de praktijktoetsing laat zien dat de deelnemer voldoende ontwikkeld is in de gevraagde vaardigheden. De toetsing van de praktijk heeft om die reden een voortraject met tussentijdse beoordelingen die voldoende dienen te zijn om door te gaan. Bij de eindbeoordeling wordt middels verslagen, evaluatie en eindgesprekken bepaald of de vaardigheden voldoende zijn ontwikkeld. In deze eindbeoordeling worden ook de tussentijdse beoordelingen meegenomen om de vereiste ontwikkeling vast te stellen. Op deze wijze worden de eindtermen inhoudelijk en met de juiste toetsvorm geëxamineerd. Een aandachtspunt is het verhelderen van de cesuur. Er zijn verschillen in de aangegeven cesuur per toets en de aangegeven cesuur in het toetsplan. Uit het geheel kan wel worden afgeleid dat de cesuur voldoet.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 38 van 69
Het exameninstrumentarium voldoet aan toetstechnische kwaliteitseisen. De informatie voor de deelnemers en de afnamecondities zijn voldoende duidelijk beschreven. De beoordeling geschiedt door de docent, waarbij deze zich laat adviseren door de praktijkopleider. Er zijn beoordelingslijsten met beoordelingscriteria per opdracht aanwezig. Een aandachtspunt is dat de uiteindelijke besluitvorming, waarbij verslagen, reflectiegesprekken en eindgesprekken mede teruggrijpen op de tusentijdse beoordelingen om de ontwikkeling te bepalen, niet duidelijk uit de exameninstrumenten naar voren komt. Voor de transparantie van de eindbeoordeling is het nodig dat de werkelijke, en in dit geval samengestelde, besluitvorming goed beschreven is, opdat het zicht op een gelijkwaardige en zo objectief mogelijke beoordeling helder is. Toelichting deelkwalificatie 52849 Engels 2: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen. De toetsing van de deelkwalificatie bestaat uit het maken van een portfolio en het presenteren van het portfolio. De gevraagde inhoud van het portfolio en de presentatie hiervan is beschreven en dekt de eindtermen inhoudelijk en met de juiste toetsvorm af. De cesuur in de exameninstrumenten ligt op een niveau, waarop de deelnemer voldoet aan de vereisten die in de exameninstrumenten zijn verwerkt. Het exameninstrumentarium voldoet aan toetstechnische kwaliteitseisen. De exameninstrumenten bevatten voldoende informatie op grond waarvan de deelnemer weet wat er in het examen van hem verlangd wordt en hoe de puntentoekenning tot een voldoende leidt. De afnamecondities zijn beschreven. De beoordelingsvoorschriften en puntentoekenning zijn duidelijk bij zowel de beoordeling van het portfolio als van de presentatie. Eindtermgerichte en cgo-opleidingen Standaard 5. Afname, beoordeling en diplomering De onderzochte opleidingen voldoen aan de eisen van deze standaard. De afname, de beoordeling en diplomering verlopen deugdelijk. De afname wordt vastgelegd in protocollen en bij de BPV-beoordeling wordt de toetsafname besproken. De beoordeling in de praktijk wordt toegekend door de docent. De conclusies en verslagen van de afname en de beoordeling worden besproken in de examencommissie. Na afloop van de examens worden de beoordelingen besproken met leerlingen. Problemen of vragen worden voorgelegd aan de examencommissie. De examencommissie ziet er op toe dat de diploma’s op basis van aantoonbare prestaties worden afgegeven, ook in geval van vrijstellingen.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 39 van 69
Leren, Loopbaan en Burgerschap Deltion College heeft in een verantwoordingsdocument vastgelegd hoe zij de examinering voor de zeven kerntaken van het brondocument leren, loopbaan en burgerschap heeft ingericht. 5.2.2 Beoordeling vertrouwen beroepenveld, deskundigheid en borging kwaliteit De inspectie beoordeelt de examinering ook op de volgende drie standaarden: het vertrouwen van het beroepenveld in de examinering (standaard 1), de borging van de deskundigheid (standaard 2) en de borging van de examinering (standaard 6). Standaard 1. Het vertrouwen van het beroepenveld in de examenkwaliteit De onderzochte opleidingen voldoen aan de eisen van deze standaard. Het vertrouwen wordt regelmatig gepeild en is, zo blijkt uit verslagen van werkveldbijeenkomsten, voldoende. In de examencommissie worden de resultaten van peilingen besproken. Bij de opleiding Sociaal dienstverlener verantwoordt het cluster Welzijn en educatie zich over de mate van vertrouwen naar het beroepenveld in een periodieke nieuwsbrief. De leverancier van de examenproducten voor opleiding Pedagogisch werk betrekt het beroepenveld bij de constructie van examens. Standaard 2. De deskundigheid van betrokkenen De onderzochte opleidingen voldoen aan de eisen van deze standaard. De deskundigheid van binnenschoolse betrokkenen is door gerichte scholing en structurele gesprekken met medewerkers voldoende geborgd bij de opleidingen Sociaal dienstverlener en Pedagogisch werk. Via enquêtes onder medewerkers worden de eigen percepties van deskundigheid geïnventariseerd, op basis waarvan eventueel training wordt aangeboden. Nieuwe docenten worden gecoacht. Via jaarlijkse steekproeven worden producten, en daarmee indirect de competenties van constructeurs, beoordeeld. De praktijkopleiders zijn geschoold door de leverancier RBA-4 en ontvangen hiervan een certificering. Een overzicht hiervan wordt bijgehouden. Standaard 6. Borging van de examinering De onderzochte opleidingen voldoen aan de eisen van deze standaard. De examencommissie vergewist zich van de integrale kwaliteit van de examinering. De examencommissie maakt daarbij gebruik van informatie die afkomstig is van andere partijen zoals de interne auditcommissie, de onderwijsinspectie en de vaststellingscommissie, en voert zelf steekproeven bij examenproducten uit. De examencommissie wil de borging van examenkwaliteit verbeteren door automatisering van de gegevensstroom en het verdiepen van interne audits.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 40 van 69
5.3 Beoordeling naleving wettelijke eisen Standaard 7. Naleving van de wettelijke vereisten rondom examinering De onderzochte opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. De opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten betreffende: • informatie over het examen (in OER of ander document) (art.7.4.8 en art. 7.4.9 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de examencommissie (waar onder art. 7.4.5 en art. 7.4.8, vijfde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de commissie van beroep examens (art. 7.5.1 en art. 7.5.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de openbare verantwoording (art 1.3.6 van de Wet educatie en beroepsonderwijs).
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 41 van 69
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 42 van 69
6
KWALITEIT EXAMINERING BIJ CLUSTER METALLEKTRO EN INSTALLEKTRO
In dit hoofdstuk bespreken we eerst het algemene oordeel van de inspectie over de examinering van de opleiding. Vervolgens lichten we dit oordeel toe. 6.1 Algemeen beeld De inspectie heeft de examinering van onderstaande opleiding op zeven standaarden beoordeeld. Een overzicht van de beoordeling vindt u in onderstaande tabel.
7
Monteur V V O V V V V middenspanningsinstallaties (MMI), (10262), BBL O = onvoldoende / V = voldoende / - = niet van toepassing
Moderne vreemde talen st 3 en 4
6
Nederlands standaard 3 en 4
5
3/4 3/4 -
Eindoordeel
4
Naleving wettelijke eisen
3
Borging examinering
2
Afname, beoordeling, diplomering
Borging deskundigheid
1
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Vertrouwen beroepenveld
Tabel 6.1 Overzicht van de beoordeling van de opleidingen van cluster Metallektro en Installektro
-
De examinering van de opleiding is van onvoldoende kwaliteit. Het exameninstrumentarium van de deelkwalificaties Installeren middenspanningsinstallaties en Monteren railsystemen middenspanning voldoet niet aan de inhoudelijke uitstroomeisen. 6.2 Toelichting bij de beoordeling Hieronder gaan we in op de beoordelingen. Daarbij bespreken we in paragraaf 6.2.1 eerst de kwaliteit van het exameninstrumentarium, en de afname, beoordeling en diplomering (standaarden 3, 4 en 5). In 6.2.2 komen vervolgens het vertrouwen van het beroepenveld, de deskundigheid en de borging van de examenkwaliteit aan de orde (standaarden 1,2 en 6) en de tevredenheid van de
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 43 van 69
O
deelnemers aan bod. In 6.2.3 bespreken we vervolgens de naleving van de wettelijke vereisten (standaard 7). 6.2.1 Beoordeling exameninstrumenten en de afname, beoordeling en diplomering De inspectie beoordeelt het exameninstrumentarium en de afname, beoordeling en diplomering op drie standaarden: de inhoudelijke uitstroomeisen van de exameninstrumenten (standaard 3), de toetstechnische kwaliteit van de exameninstrumenten (standaard 4) en de afname, beoordeling en diplomering (standaard 5). In tabel 6.2 vindt u de oordelen op deelkwalificatie-niveau over de kwaliteit van het exameninstrumentarium. Standaard 3 en standaard 4. Inhoudelijke uitstroomeisen en toetstechnische eisen De onderzochte opleiding voldoet niet aan de inhoudelijke uitstroomeisen.
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
50910 Veilig werken en meten in de elektrotechniek 50947 Installeren middenspanningsinstallaties 50948 Monteren railsystemen middenspanning O = onvoldoende / V = voldoende
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Tabel 6.2. Overzicht van de beoordeling van de deelkwalificaties van Monteur middenspanningsinstallaties (MMI)
3
4
V O O
V V V
Toelichting deelkwalificatie 50910 Veilig werken en meten in de elektrotechniek: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen. De eindtermen worden theoretisch getoetst en in de praktijk in de BPV getoetst tijdens de uitvoering van projecten of tijdens de lopende werkzaamheden. Een aandachtspunt is het taalgebruik van de toets KCAmbk, dat eerder bij niveau 3 past. De cesuur van de theoretische toetsen voldoet. De praktijktoetsing in de BPV heeft als cesuur dat de eindtermen moeten voldoen, met de onderliggende toetstermen die ook alle moeten voldoen.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 44 van 69
Het exameninstrumentarium voldoet aan toetstechnische kwaliteitseisen. De praktische toetsing van de eindtermen van deze deelkwalificatie is gekoppeld aan projecten of lopende werkzaamheden die door de praktijkopleider worden bepaald. De toetsing is beschreven in het BPV-werkboek, waardoor de deelnemer weet wat er in het examen van hem verlangd wordt en welke punten hij waarmee kan behalen. De deelnemer weet wanneer hij wat moet doen om een voldoende te behalen. De beschrijving van het gewenste resultaat, de beoordelingscriteria, de wijze van beoordeling en de cesuurbepaling zijn bekend voor de deelnemer. De exameninstrumenten bevatten voldoende informatie op grond waarvan voor de deelnemer en beoordelaar duidelijk is onder welke omstandigheden een examen moet worden afgenomen. De te treffen voorbereidingen, de toegestane hulpmiddelen, de omschrijving van de context/setting van de examenopdracht en de inrichting van de examenlocatie zijn bekend voor deelnemer en beoordelaar. De exameninstrumenten zijn voorzien van een beoordelingsvoorschrift in de vorm van toetstermen per eindterm, waaruit de beoordelaar duidelijk kan opmaken op grond waarvan een antwoord of prestatie van een deelnemer als voldoende moet worden gewaardeerd. Er is beschreven hoe een zo objectief mogelijke beoordeling tot stand komt. Toelichting deelkwalificatie 50947 Installeren middenspanningsinstallaties en 50948 Monteren railsystemen middenspanning: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk niet aan de uitstroomeisen. De eindtermen worden in onvoldoende mate gedekt door het exameninstrumentarium. In deze deelkwalificaties bepaalt een component ‘vakkennis’ steeds maximaal 20% van het eindcijfer van de deelkwalificatie. ‘Vakkennis’ wordt op het leerbedrijf geëxamineerd door de begeleider van de deelnemer, zonder dat duidelijk is hoe en onder welke omstandigheden dat gebeurt. Het exameninstrumentarium voldoet aan toetstechnische kwaliteitseisen. Er is geen goed beoordelingsvoorschrift voorhanden voor de beoordeling van de component ‘vakkennis’. Deze constatering heeft door zijn beperkte impact (20% van het eindcijfer) geen gevolgen gehad voor de beoordeling van de toetstechnische kwaliteit van de genoemde deelkwalificaties, maar is een duidelijk verbeterpunt. Het oordeel over deze twee deelkwalificaties is overgenomen uit het rapport van leverancier Kenteq dat is opgesteld na onderzoek in het voorjaar van 2009. Standaard 5. Afname, beoordeling en diplomering De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. De afname, de beoordeling en diplomering verlopen deugdelijk. Bij de opleiding Monteur middenspanningsinstallaties verlopen de examenprocessen deugdelijk wat blijkt uit de evaluaties met studenten na ieder examen en de steekproefsgewijze controle door de teamleider van een andere afdeling binnen het cluster. De vaststellingscommissie stelt de toetsen vast na een zorgvuldige controle.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 45 van 69
De gemaakte examens worden volgens protocol altijd door twee docenten nagekeken. De examencommissie ziet er op toe dat de diploma’s op basis van aantoonbare prestaties worden afgegeven, ook in geval van vrijstellingen. 6.2.2 Beoordeling vertrouwen beroepenveld, deskundigheid en borging kwaliteit De inspectie beoordeelt de examinering ook op de volgende drie standaarden: het vertrouwen van het beroepenveld in de examinering (standaard 1), de borging van de deskundigheid (standaard 2) en de borging van de examinering (standaard 6). Standaard 1. Het vertrouwen van het beroepenveld in de examenkwaliteit De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. Het cluster Metallektro en Installektro overlegt iedere twee maanden, samen met vertegenwoordigers van andere ROC’s, met het beroepenveld om leerstof en examens te ontwikkelen. De leerbedrijven zijn daadwerkelijk betrokken bij de examinering van de opleiding Monteur middenspanningsinstallaties. Tijdens het inspectiebezoek hebben twee vertegenwoordigers uit het beroepenveld, beiden actief in het samenwerkingsverband van de branche in Noord-Nederland (NONED) hun positieve waardering hierover uitgesproken. Standaard 2. De deskundigheid van betrokkenen De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. De deskundigheid van binnenschoolse betrokkenen is door gerichte scholing en structurele gesprekken met medewerkers voldoende geborgd bij de opleiding Monteur middenspanningsinstallaties. Binnen het cluster Metallektro en installektro controleert de teamleider van een ander team één keer per jaar steekproefsgewijs de deskundigheid van examinatoren door aanwezig te zijn bij de afname en rapporteert hierover aan de examencommissie. De vaststellingscommissie krijgt door haar werk ook inzicht in de competenties van medewerkers en rapporteert eveneens aan de examencommissie. De deskundigheid van buitenschoolse betrokkenen wordt bewaakt doordat er altijd een controlerend secretaris van het team aanwezig is bij de praktijkexamens. Standaard 6. Borging van de examinering De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. De examencommissie vergewist zich van de integrale kwaliteit van de examinering. De examencommissie maakt daarbij gebruik van informatie die afkomstig is van andere partijen zoals de interne auditcommissie, de onderwijsinspectie en de vaststellingscommissie, en voert zelf intercollegiale visitaties uit. De examencommissie stelt jaarlijks, als onderdeel van een kwaliteitscyclus met betrokkenheid van het beroepenveld, een verslag op waarin de kwaliteit van de examinering wordt verantwoord. Bij het beoordelen van de integrale kwaliteit worden geen onafhankelijke deskundigen ingezet. De examencommissie wil dat verbeteren.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 46 van 69
6.3 Beoordeling naleving wettelijke eisen Standaard 7. Naleving van de wettelijke vereisten rondom examinering De onderzochte opleiding voldoet aan de wettelijke vereisten. De opleiding voldoet aan de wettelijke vereisten betreffende: • informatie over het examen (in OER of ander document) (art.7.4.8 en art. 7.4.9 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de examencommissie (waar onder art. 7.4.5 en art. 7.4.8, vijfde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de commissie van beroep examens (art. 7.5.1 en art. 7.5.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de openbare verantwoording (art 1.3.6 van de Wet educatie en beroepsonderwijs).
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 47 van 69
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 48 van 69
7
KWALITEIT EXAMINERING BIJ CLUSTER BOUW
In dit hoofdstuk bespreken we eerst het algemene oordeel van de inspectie over de examinering van de verschillende opleidingen. Vervolgens lichten we dit oordeel toe. 7.1 Algemeen beeld De inspectie heeft de examinering van onderstaande opleidingen op zeven standaarden beoordeeld. Een overzicht van de beoordeling vindt u in onderstaande tabel.
7
Meubelmaker, (10933), BOL V V O V V V V Middenkaderfunctionaris bouw V O V V V O V en infra (Bouw), (90261), BOL O = onvoldoende / V = voldoende / - = niet van toepassing
Moderne vreemde talen st 3 en 4
6
Nederlands standaard 3 en 4
5
3/4 3/4 -
Eindoordeel
4
Naleving wettelijke eisen
3
Borging examinering
2
Afname, beoordeling, diplomering
Borging deskundigheid
1
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Vertrouwen beroepenveld
Tabel 7.1 Overzicht van de beoordeling van de opleidingen van cluster Bouw
-
O V
Van deze opleidingen is de examinering van de opleiding Meubelmaker (10933), BOL, van onvoldoende kwaliteit. Het exameninstrumentarium voor deze opleiding, ingekocht bij de leverancier SH&M, voldoet niet aan de uitstroomeisen. De examinering van Middenkaderfunctionaris bouw en infra is wel van voldoende kwaliteit, hoewel hier de deskundigheid en de borging van de examenprocessen als onvoldoende zijn beoordeeld. 7.2 Toelichting bij de beoordeling Hieronder gaan we in op de beoordelingen. Daarbij bespreken we in paragraaf 7.2.1 eerst de kwaliteit van het exameninstrumentarium, en de afname, beoordeling en diplomering (standaarden 3, 4 en 5). In 7.2.2 komen vervolgens het vertrouwen van het beroepenveld, de deskundigheid en de borging van de
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 49 van 69
examenkwaliteit aan de orde (standaarden 1,2 en 6) en de tevredenheid van de deelnemers aan bod. In 7.2.3 bespreken we vervolgens de naleving van de wettelijke vereisten (standaard 7). 7.2.1 Beoordeling exameninstrumenten en de afname, beoordeling en diplomering De inspectie beoordeelt het exameninstrumentarium en de afname, beoordeling en diplomering op drie standaarden: de inhoudelijke uitstroomeisen van de exameninstrumenten (standaard 3), de toetstechnische kwaliteit van de exameninstrumenten (standaard 4) en de afname, beoordeling en diplomering (standaard 5). Competentiegerichte opleiding De onderzochte opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra (Bouw), (90261), BOL is gestart vanaf cohort 2005-2006. De beoordeling van de talen is daarom niet opgenomen in het onderzoek. Standaard 3. Inhoudelijke uitstroomeisen De onderzochte opleiding voldoet aan de uitstroomeisen. Standaard 4. Toetstechnische eisen De onderzochte opleiding voldoet aan de toetstechnische eisen. Een aandachtspunt is het verder specificeren van criteria waarop de beoordeling is gebaseerd. Eindtermgerichte opleiding In tabel 7.2 vindt u de oordelen op deelkwalificatie-niveau over de kwaliteit van het exameninstrumentarium. Standaard 3 en standaard 4. Inhoudelijke uitstroomeisen en toetstechnische eisen De onderzochte opleiding voldoet niet aan de inhoudelijke uitstroomeisen maar wel aan de toetstechnische eisen.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 50 van 69
56249 Ondersteunende vorming houtberoepen 2 56250 Productietechniek meubelmaker 56251 Procesbeheersing meubelmaker O = onvoldoende / V = voldoende
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten
Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Tabel 7.2 Overzicht van de beoordeling van de deelkwalificaties van Meubelmaker
3
4
O O O
V V V
Toelichting deelkwalificatie 56249 Ondersteunende vorming houtberoepen 2, 56250 Productietechniek meubelmaker en 56251 Procesbeheersing meubelmaker: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk niet aan de uitstroomeisen. De desbetreffende exameninstrumenten zijn deelkwalificatie-overstijgend ingericht. Hierbij wordt gebruik gemaakt van geïntegreerde toetsen die verdeeld zijn over drie deelkwalificaties: Ondersteunende vorming houtberoepen, Productietechniek en procesbeheersing. De afzonderlijke toetsonderdelen binnen de geïntegreerde toetsen zijn op zichzelf genomen te herleiden tot de deelkwalificaties van de desbetreffende opleidingen. Door de verstrengeling is er echter geen sprake meer van afzonderlijk certificeerbare deelkwalificaties, zoals WEB artikel 7.4.3, lid 2 vraagt. Bij het berekenen van de score van een geïntegreerde toets worden de scores van alle drie de onderdelen meegeteld. Hierdoor is het zelfs mogelijk dat ten onrechte een voldoende aan een deelkwalificatie wordt toegekend. De deelnemer kan daardoor een diploma krijgen zonder dat alle deelkwalificaties zijn behaald. Het exameninstrumentarium voldoet aan toetstechnische kwaliteitseisen. Een aandachtspunt is dat bij de schriftelijke toetsen de deelnemer niet wordt geïnformeerd over de deelscores die kunnen worden behaald bij de beantwoording van de open vragen. Het oordeel is over deze drie deelkwalificaties is overgenomen uit het rapport van leverancier SH&M dat is opgesteld na onderzoek in het voorjaar van 2009.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 51 van 69
Eindtermgerichte en cgo-opleidingen Standaard 5. Afname, beoordeling en diplomering De onderzochte opleidingen voldoen aan de eisen van deze standaard. De afname, de beoordeling en diplomering verlopen deugdelijk. Zowel bij de opleiding Meubelmaker als de opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra verlopen de examenprocessen deugdelijk. De ingekochte examens worden afgenomen en beoordeeld volgens de voorschriften van de leverancier. Zowel de ingekochte alsook zelf ontwikkelde examens worden steekproefsgewijs gecontroleerd. Bij de opleiding Meubelmaker voert de toetscoördinator de steekproeven uit. Bij de opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra is soms een externe deskundige aanwezig bij de portfoliogesprekken. De examencommissie ziet er op toe dat de diploma’s op basis van aantoonbare prestaties worden afgegeven. Leren, Loopbaan en Burgerschap Deltion College heeft in een verantwoordingsdocument vastgelegd hoe zij de examinering voor de zeven kerntaken van het brondocument leren, loopbaan en burgerschap heeft ingericht. 7.2.2 Beoordeling vertrouwen beroepenveld, deskundigheid en borging kwaliteit De inspectie beoordeelt de examinering ook op de volgende drie standaarden: het vertrouwen van het beroepenveld in de examinering (standaard 1), de borging van de deskundigheid (standaard 2) en de borging van de examinering (standaard 6). Standaard 1. Het vertrouwen van het beroepenveld in de examenkwaliteit De onderzochte opleidingen voldoen aan de eisen van deze standaard. Zowel bij de opleiding Meubelmaker als de opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra is altijd een examinator uit het beroepenveld betrokken bij de praktijkexamens. De examinering van beide opleidingen wordt structureel geëvalueerd met het beroepenveld. De laatste tijd is het vertrouwen van het beroepenveld gestegen omdat de evaluaties hebben geleid tot daadwerkelijke verbeteringen. Standaard 2. De deskundigheid van betrokkenen De onderzochte opleiding Meubelmaker, (10933), BOL voldoet aan de eisen van deze standaard. De deskundigheid van binnenschoolse betrokkenen is door gerichte scholing, bedrijfsstages en structurele gesprekken met medewerkers voldoende geborgd. De deskundigheid van buitenschoolse betrokkenen is bij de opleiding Meubelmaker geborgd door de afname van examens bij de Stichting Hout en Meubel. De onderzochte opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra (Bouw), (90261), BOL voldoet niet aan de eisen van deze standaard. Bij de opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra is de deskundigheid van examinatoren in leerbedrijven niet geborgd.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 52 van 69
Deltion college beperkt zich bij deze opleiding tot het persoonlijk informeren van praktijkopleiders door de BPV-leraren en dat leidt niet tot voldoende garantie over de deskundigheid, temeer omdat de praktijkopleiders een kernrol vervullen bij zowel het bepalen van de afnamecondities als de beoordeling van het examen. Standaard 6. Borging van de examinering De onderzochte opleiding Meubelmaker voldoet aan de eisen van deze standaard. Bij de opleiding Meubelmaker is de examenkwaliteit geborgd door inkoop van zowel product als afname en beoordeling. De leverancier evalueert de integrale examinering met Stichting Deltion college en er is sprake van een geroutineerde verbetercyclus. De onderzochte opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra (Bouw), (90261), BOL voldoet niet aan de eisen van deze standaard. Bij de opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra wordt de integrale kwaliteit van de examinering niet grondig onderzocht. De examencommissie heeft niet vastgesteld welke instrumenten zij daarvoor nu en in de toekomst wil gaan inzetten. Er is wel ad hoc een enquête onder leerbedrijven uitgezet om eerste signalen te ontvangen over het verloop van de nieuwe vorm van examinering. 7.3 Beoordeling naleving wettelijke eisen Standaard 7. Naleving van de wettelijke vereisten rondom examinering De onderzochte opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. De opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten betreffende: • informatie over het examen (in OER of ander document) (art.7.4.8 en art. 7.4.9 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de examencommissie (waar onder art. 7.4.5 en art. 7.4.8, vijfde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de commissie van beroep examens (art. 7.5.1 en art. 7.5.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de openbare verantwoording (art 1.3.6 van de Wet educatie en beroepsonderwijs).
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 53 van 69
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 54 van 69
8
KWALITEIT EXAMINERING BIJ CLUSTER KUNST, MEDIA EN DESIGN
In dit hoofdstuk bespreken we eerst het algemene oordeel van de inspectie over de examinering van de opleiding. Vervolgens lichten we dit oordeel toe. 8.1 Algemeen beeld De inspectie heeft de examinering van onderstaande opleiding op zeven standaarden beoordeeld. Een overzicht van de beoordeling vindt u in onderstaande tabel.
7
AV-productie (Lichttechnicus), V V V V V V V (90087), BOL O = onvoldoende / V = voldoende / - = niet van toepassing
Moderne vreemde talen st 3 en 4
6
Nederlands standaard 3 en 4
5
3/4 3/4 O
Eindoordeel
4
Naleving wettelijke eisen
3
Borging examinering
2
Afname, beoordeling, diplomering
Borging deskundigheid
1
Inhoudelijke uitstroomeisen exameninstrumenten Toetstechnische kwaliteit exameninstrumenten
Vertrouwen beroepenveld
Tabel 8.1 Overzicht van de beoordeling van de opleidingen van cluster Kunst, Media en Design
V
V
De examinering van de opleiding is van voldoende kwaliteit. Voor de beoordeling van Nederlands op de taalvaardigheden Gesprekken voeren, Schrijven en Spreken op CEF-niveau B2 is geen exameninstrumentarium aanwezig. 8.2 Toelichting bij de beoordeling Hieronder gaan we in op de beoordelingen. Daarbij bespreken we in paragraaf 2.2.1 eerst de kwaliteit van het exameninstrumentarium, en de afname, beoordeling en diplomering (standaarden 3, 4 en 5). In 2.2.2 komen vervolgens het vertrouwen van het beroepenveld, de deskundigheid en de borging van de examenkwaliteit aan de orde (standaarden 1,2 en 6) en de tevredenheid van de deelnemers aan bod. In 2.2.3 bespreken we vervolgens de naleving van de wettelijke vereisten (standaard 7).
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 55 van 69
8.2.1 Beoordeling exameninstrumenten en de afname, beoordeling en diplomering De inspectie beoordeelt het exameninstrumentarium en de afname, beoordeling en diplomering op drie standaarden: de inhoudelijke uitstroomeisen van de exameninstrumenten (standaard 3), de toetstechnische kwaliteit van de exameninstrumenten (standaard 4) en de afname, beoordeling en diplomering (standaard 5). Competentiegerichte opleiding In tabel 8.2 vindt u de oordelen op de vijf taalvaardigheden voor Nederlands; luisteren, lezen, spreken (productie), gesprekken voeren (interactie) en schrijven. Dit oordeel is opgenomen voor de competentiegerichte opleidingen, die gestart zijn vanaf cohort 2007/2008. In tabel 8.3vindt u de oordelen op de vijf taalvaardigheden voor Engels; luisteren, lezen, spreken (productie), gesprekken voeren (interactie) en schrijven. Dit oordeel is opgenomen voor alle competentiegerichte opleidingen, die gestart zijn vanaf cohort 2007/2008.
Oordeel
Tabel 8.2 Overzicht van de beoordeling Nederlands van AV-productie (Lichttechnicus)
Gesprekken voeren, B2 Lezen, B2 Luisteren, B2 Schrijven, B2 Spreken, B2 Eindoordeel Nederlands O = onvoldoende / V = voldoende
O V V O O O
Oordeel
Tabel 8.3 Overzicht van de beoordeling Engels van AV-productie (Lichttechnicus)
Gesprekken voeren, A2 Lezen, B1 Luisteren, B1 Schrijven, A2 Spreken, B1 Eindoordeel Engels O = onvoldoende / V = voldoende
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
V V V V O V
p. 56 van 69
Toelichting: De onderzochte opleiding AV-productie (Lichttechnicus) is op mbo niveau 4. De opleiding is ingericht als een kopjaar. Dit betekent dat de deelnemers alleen na het behalen van het niveau 3 diploma worden ingeschreven op deze opleiding. De voorafgaande niveau 3 opleidingen zijn respectievelijk Theatertechniek (10694) en Audiovisueel medewerker (10344). Vanaf cohort 2009 kunnen ook deelnemers van de niveau 3 opleidingen Audiovisueel medewerker (90061) en Podiumtechnicus (90330), na het behalen van het diploma, instromen op de onderzochte opleiding. Bij de beoordeling van de talen wordt derhalve uitgegaan van de reeds aangetoonde taalbeheersingen behorend bij het diploma van de niveau 3 opleiding. Uit de vastgestelde vergelijking tussen het niveau 3 diploma en het niveau 4 diploma blijkt dat bij Nederlands het diploma niveau 3 vrijstelling geeft voor luisteren en lezen (B2), maar niet voor de overige taalvaardigheden. Deze zijn bij niveau 3 op B1 en bij niveau 4 op B2 van het CEF-niveau. Voor deze taalvaardigheden is geen exameninstrumentarium aanwezig, waardoor de examinering van Nederlands als onvoldoende is beoordeeld. Bij Engels geeft het niveau 3 diploma vrijstelling voor alle taalvaardigheden, behalve voor Spreken. Dit is bij niveau 3 op A2 niveau en bij de onderzochte opleiding, niveau 4, op B1 niveau. Voor deze taalvaardigheid ontbreekt een exameninstrument. Omdat vier van de vijf taalvaardigheden voldoen is de examinering van Engels als voldoende beoordeeld. Toelichting beroepsgerichte deel van het exameninstrumentarium Standaard 3. Inhoudelijke uitstroomeisen De onderzochte opleiding voldoet aan de uitstroomeisen. De beoordeling van het exameninstrumentarium voor het beroepsgerichte deel is overgenomen van het onderzoek dat vorig jaar heeft plaatsgevonden. Standaard 4. Toetstechnische eisen De onderzochte opleiding voldoet aan de toetstechnische eisen. De beoordeling van het exameninstrumentarium voor het beroepsgerichte deel is overgenomen van het onderzoek dat vorig jaar heeft plaatsgevonden. Standaard 5. Afname, beoordeling en diplomering De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. De afname, de beoordeling en diplomering verlopen deugdelijk. Bij de opleiding AV productie verlopen de examenprocessen deugdelijk. Zowel de afname als de beoordeling worden door protocollen, aftekenlijsten en evaluaties gestuurd en begeleid. De examencommissie ziet beter toe op de kwaliteit van afname, beoordeling en diplomering bij de opleiding AV productie, nadat bij de interne audit in het voorjaar 2009 tekorten waren vastgesteld. De examencommissie ziet er op toe dat de diploma’s op basis van aantoonbare prestaties worden afgegeven, ook in geval van vrijstellingen.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 57 van 69
Leren, Loopbaan en Burgerschap Deltion College heeft in een verantwoordingsdocument vastgelegd hoe zij de examinering voor de zeven kerntaken van het brondocument leren, loopbaan en burgerschap heeft ingericht. 8.2.2 Beoordeling vertrouwen beroepenveld, deskundigheid en borging kwaliteit De inspectie beoordeelt de examinering ook op de volgende drie standaarden: het vertrouwen van het beroepenveld in de examinering (standaard 1), de borging van de deskundigheid (standaard 2) en de borging van de examinering (standaard 6). Standaard 1. Het vertrouwen van het beroepenveld in de examenkwaliteit De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. Het beroepenveld van de opleiding AV productie geeft in het overleg van de werkveldcommissie haar vertrouwen weer over de inhoud van de examens en de wijze waarop geëxamineerd wordt. De evaluaties van stages en de interne audit (voorjaar 2009) bevestigen het vertrouwen van het beroepenveld. De leerbedrijven zijn daadwerkelijk betrokken bij de examinering. De examencommissie overweegt om alumni-onderzoeken te starten om een nog beter beeld te krijgen van het vertrouwen van het beroepenveld. Standaard 2. De deskundigheid van betrokkenen De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. De deskundigheid van binnenschoolse betrokkenen wordt door gerichte scholing en training bevorderd bij de opleiding AV productie. De examencommissie heeft in het kader van personeelsbeleid een inventarisatie gemaakt van de competenties van medewerkers, onder andere op het gebied van examinering. De vaststellingscommissie krijgt via haar werkzaamheden vooral inzicht in het naleven van procedures, maar als er aanleiding toe is worden ook de toetsinhoudelijke en toetstechnische kwaliteiten gecontroleerd. De deskundigheid van buitenschoolse beoordelaars is niet geïnventariseerd maar bij elk praktijkexamen is de toetsleiding en beoordeling in handen van een Deltionexaminator. Standaard 6. Borging van de examinering De onderzochte opleiding voldoet aan de eisen van deze standaard. De examencommissie vergewist zich van de integrale kwaliteit van de examinering. Een aandachtspunt is de mate waarin de examencommissie afhankelijk is van bevindingen van andere partijen, zoals de interne auditcommissie, de onderwijsinspectie en de vaststellingscommissie. Zo voert de vaststellingscommissie vooral controles uit op procedures en minder structureel op uitstroomeisen en toetstechnische kwaliteiten van de in te zetten exameninstrumenten.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 58 van 69
De examencommissie stelt jaarlijks, als onderdeel van een kwaliteitscyclus met betrokkenheid van externen waaronder het beroepenveld, een verslag op waarin de kwaliteit van de examinering wordt verantwoord. 8.3 Beoordeling naleving wettelijke eisen Standaard 7. Naleving van de wettelijke vereisten rondom examinering De onderzochte opleiding voldoet aan de wettelijke vereisten. De opleiding voldoet aan de wettelijke vereisten betreffende: • informatie over het examen (in OER of ander document) (art.7.4.8 en art. 7.4.9 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de examencommissie (waar onder art. 7.4.5 en art. 7.4.8, vijfde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de commissie van beroep examens (art. 7.5.1 en art. 7.5.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de openbare verantwoording (art 1.3.6 van de Wet educatie en beroepsonderwijs).
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 59 van 69
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 60 van 69
9
CONCLUSIES EN VERVOLGTOEZICHT
De inspectie concludeert dat de kwaliteit van de examinering van een aantal opleidingen voldoende is. Het gaat hierbij om de volgende opleidingen: • • • • • • • •
Ondernemer/Manager detailhandel, (10850), BBL; Eerste bedrijfsautotechnicus, (10205), BBL; Eerste autotechnicus, (10206), BBL; Sociaal dienstverlener (SD), (10744), BOL; Pedagogisch werk (Pedagogisch werker 4 kinderopvang), (92632), BOL; Middenkaderfunctionaris bouw en infra (Bouw), (90261), BOL; AV-productie (Lichttechnicus), (90087), BOL; Vliegtuigonderhoudstechnicus mechanisch, (10057), BOL.
De inspectie concludeert verder dat de examinering van de volgende opleidingen van onvoldoende kwaliteit is: • • • • • •
Medewerker beheer ICT, (10904), BOL; Logistiek medewerker (Logistiek medewerker), (90252), BOL; Monteur middenspanningsinstallaties (MMI), (10262), BBL; Meubelmaker, (10933), BOL; Koopvaardij officier alle schepen (Stuurman alle schepen), (91933), BOL; Koopvaardij officier kleine schepen (Stuurman-werktuigkundige kleine schepen), (91943), BOL.
Van deze constateringen van onvoldoende examenkwaliteit 2009 wordt melding gemaakt aan de minister van OCW. Vanwege deze onvoldoende beoordeling zal de inspectie de examinering van deze opleidingen volgend jaar opnieuw onderzoeken. Wij zullen hierover te zijner tijd nadere afspraken maken. Bij de opleidingen waarvan de examenkwaliteit voldoende is zal de inspectie geen vervolgonderzoek doen. Wel kan zij door het trekken van een aselecte steekproef de opleidingen in een volgend onderzoek opnieuw onderzoeken.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 61 van 69
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 62 van 69
BIJLAGE 1: EXAMENSTANDAARDEN EN NORMERING DE STANDAARDEN Onderstaand worden 7 standaarden voor de examenkwaliteit gegeven. Bij elk van deze standaarden is een portret gevoegd. Deze portretten zijn zodanig opgebouwd dat wordt aangegeven wanneer toereikend aan een standaard wordt voldaan. Indien een standaard meer criteria omvat, wordt bij elk afzonderlijk criterium een portret gevoegd. Standaard 1: Het beroepenveld heeft vertrouwen in de examenkwaliteit Criterium:Vertrouwen beroepenveld examinering Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. Het representatieve beroepenveld heeft voldoende vertrouwen in de kwaliteit van de examinering. De examencommissie vergewist zich met een gepaste frequentie en grondigheid van de voldoende mate van vertrouwen van het beroepenveld in de kwaliteit van de examinering. Zij treft zo nodig maatregelen om het vertrouwen van het beroepenveld in de kwaliteit van de examinering te verbeteren en ziet toe op de effectiviteit daarvan. Het vertrouwen kan onder andere worden opgemaakt uit een representatief onderzoek, uit ervaringsgegevens die voortkomen uit de betrokkenheid van het beroepenveld bij de constructie en/of afname van de examens, of uit de gebleken tevredenheid van het beroepenveld over de kwaliteit van de net gediplomeerde nieuwe werknemer. Standaard 2: de deskundigheid van betrokkenen is geborgd Criterium:Borging deskundigheid Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De examencommissie vergewist zich met een gepaste frequentie en grondigheid van de deskundigheid van de betrokkenen bij examinering, bijvoorbeeld aan de hand van gegevens uit de constructie en vaststelling van exameninstrumenten, de beoordeling en afname van examens en deelnemerevaluaties. Zij ziet erop toe dat betrokkenen, zowel binnenschools als buitenschools, voldoen aan de door haar vastgestelde vereisten inzake de gewenste deskundigheid voor examinering. Zij maakt voor zichzelf inzichtelijk in welke mate de betrokkenen aan de deskundigheidscriteria voldoen, treft zo nodig verbetermaatregelen en ziet toe op de effectiviteit daarvan. Er zijn wel elementen in de deskundigheid die verbeterd kunnen worden, maar er vallen als gevolg hiervan geen grote gaten in de examinering.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 63 van 69
Standaard 3: Het exameninstrumentarium voldoet inhoudelijk aan de uitstroomeisen Criterium 1:Dekkingsgraad Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De exameninstrumenten dekken de kwalificatievereisten die zijn aangegeven in het eindtermendocument of het kwalificatiedossier zodanig af dat recht wordt gedaan aan het integrale kwalificatieprofiel. Van een toereikende dekking is alleen sprake indien de examinering uitgaat van een toetsvorm die past bij het beheersingsniveau van de vereisten. Uitgangspunt voor de beoordeling van dekkingsgraad is dat alle vereisten uit het kwalificatiedossier onderdeel zijn van het examenprogramma. Er wordt over het geheel van het examen genomen geëxamineerd op het vereiste kwalificatieniveau. •Eindtermgerichte opleiding Minimaal 75% van de eindtermen van de deelkwalificatie is geëxamineerd met examens die qua inhoud en qua toetsvorm passen bij de eindtermen van de deelkwalificatie. Daarnaast is 100% van de eventuele, relevante wettelijke beroepsvereisten opgenomen in de examinering. •Competentiegerichte opleiding 1e generatie kwalificatiedossier Alle kerntaken en de bijbehorende relevante competenties (optellend tot minimaal 75% van de competenties) zijn geëxamineerd met examens die qua inhoud en qua toetsvorm passen bij die kerntaken en competenties. Daarnaast is 100% van de eventuele, relevante wettelijke beroepsvereisten opgenomen in de examinering. •Competentiegerichte opleiding 2e generatie kwalificatiedossier Minimaal 75% van de werkprocessen per kerntaak is geëxamineerd met examens die qua inhoud en qua toetsvorm passen bij de werkprocessen. Daarnaast is 100% van de eventuele, relevante wettelijke beroepsvereisten opgenomen in de examinering. Criterium 2:Cesuur Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. •Eindtermgerichte opleiding - De cesuur van ieder exameninstrument ligt op een niveau waarop de deelnemer gemiddeld voldoet aan de vereisten die in de examinering zijn verwerkt. Dit niveau kan zijn aangegeven als 'voldoende' als ondergrens. - Er is sprake van een evenwichtige, niet oneigenlijke puntentoekenning die recht doet aan het belang van de eindtermen. - Er is bij een deelkwalificatie sprake van een weging van de opdrachten/toetsen onderling die geen afbreuk doet aan de gehanteerde cesuur.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 64 van 69
- De cesuur voor de zak/slaagbeslissing ten aanzien van het diploma is dat alle deelkwalificaties die verplicht zijn voor het behalen van het diploma, met gunstig gevolg moeten zijn afgelegd. •Competentiegerichte opleiding gericht op 1e generatie kwalificatiedossier - De cesuur van ieder exameninstrument ligt op een niveau waarop de deelnemer gemiddeld voldoet aan de vereisten die in de examinering zijn verwerkt. Dit niveau kan zijn aangegeven als 'voldoende' als ondergrens. - Er is sprake van een evenwichtige, niet oneigenlijke puntentoekenning die recht doet aan het belang van de competenties en kerntaken. - Er is sprake van een weging van de opdrachten/toetsen onderling die geen afbreuk doet aan de bovengenoemde cesuur. •Competentiegerichte opleiding gericht op 2e generatie kwalificatiedossier - De cesuur van ieder exameninstrument ligt op een niveau waarop de deelnemer gemiddeld voldoet aan de vereisten die in de examinering zijn verwerkt. Dit niveau kan zijn aangegeven als 'voldoende' als ondergrens. - Er is sprake van een evenwichtige, niet oneigenlijke puntentoekenning die recht doet aan het belang van de werkprocessen. - Er is sprake van een weging van de opdrachten/toetsen onderling die geen afbreuk doet aan de gehanteerde cesuur. Standaard 4: Het exameninstrumentarium voldoet aan de toetstechnische eisen Criterium 1:Informatie deelnemer Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De exameninstrumenten bevatten voldoende informatie op grond waarvan de deelnemer weet wat er in het examen van hem verwacht wordt en welke punten hij waarmee kan behalen. De deelnemer weet wanneer hij wat moet doen om een voldoende te behalen. Dit betekent dat de beschrijving van een opdracht en/of gewenst resultaat, de beoordelingscriteria, de wijze van beoordeling en de cesuurbepaling bekend zijn voor de deelnemer. Criterium 2:Afnamecondities Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De exameninstrumenten bevatten voldoende informatie op grond waarvan voor de deelnemer en de beoordelaar duidelijk is onder welke omstandigheden een examen moet worden afgenomen. De te treffen voorbereidingen, de toegestane hulpmiddelen, de omschrijving van de context/setting van de examenopdracht en de inrichting van de examenlocatie zijn bekend voor de deelnemer en de beoordelaar.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 65 van 69
Criterium 3:Beoordelingsvoorschrift Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De exameninstrumenten zijn voorzien van een beoordelingsvoorschrift waaruit de beoordelaar duidelijk kan opmaken op grond waarvan een antwoord of prestatie van een deelnemer met een bepaalde (deel)score moet worden gewaardeerd. Er is beschreven hoe een zo objectief mogelijke beoordeling tot stand komt. Dit betekent dat het exameninstrumentarium de volgende zaken bevat: - een inhoudelijk correct antwoordmodel of een beoordelingsschema (met beoordelingscriteria). - een scoringsvoorschrift dat beschrijft welke antwoorden goed, gedeeltelijk goed en welke als fout moeten worden beschouwd, inclusief daarbij behorende waardering (punten). - een beschrijving van hoe eventuele deelwaarderingen leiden tot een eindwaardering. - een beoordelaarsinstructie met algemene richtlijnen over de wijze waarop de prestaties van deelnemers beoordeeld moeten worden. Standaard 5: De examenprocessen van afname, beoordeling en diplomering zijn deugdelijk Criterium 1:De afname Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De afname verloopt deugdelijk. De examencommissie vergewist zich met een gepaste frequentie en grondigheid van het verloop van de afname van examens, bijvoorbeeld aan de hand van processen verbaal en/of deelnemerevaluaties. De examencommissie maakt voor zichzelf inzichtelijk of het examenproces naar wens verloopt, en analyseert wat mogelijke oorzaken zijn als processen niet naar wens verlopen. Criterium 2:De beoordeling Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De beoordeling verloopt deugdelijk. De examencommissie vergewist zich met een gepaste frequentie en grondigheid van de beoordeling van examens, bijvoorbeeld aan de hand van resultatenanalyses, deelnemerevealuaties en gegevens uit (steekproefsgewijze) dubbele beoordelingen, op grond waarvan zij voor zichzelf inzichtelijk maakt of de beoordeling naar wens verloopt. Ook houdt zij bij wanneer zij beoordelingsresultaten aanpast en tot welke verbeteracties deze correcties leiden of hebben geleid. De examencommissie analyseert wat mogelijke oorzaken zijn als de beoordelingen niet naar wens verlopen.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 66 van 69
Criterium 3:Diplomering en/of certificering Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. Diploma's en certificaten worden op deugdelijke gronden afgegeven. De examencommissie vergewist zich daarvan. De examencommissie kan zich desgevraagd verantwoorden over haar besluiten in deze. Standaard 6: De examenkwaliteit is voldoende geborgd Criterium:Kwaliteitsborging Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De examencommissie vergewist zich met een gepaste frequentie en grondigheid van de integrale kwaliteit van de examinering. Zij doet dit met medewerking van onafhankelijke deskundigen. De examencommissie legt van de uitkomsten van deze beoordeling verantwoording af aan belanghebbenden, treft zo nodig verbetermaatregelen en ziet toe op de effectiviteit daarvan. Standaard 7: De instelling voldoet aan de wettelijke vereisten rondom examinering Criterium:Naleving wettelijke vereisten Een opleiding scoort 'voldoende' op dit criterium wanneer de examinering overeenkomt met het volgende portret. De opleiding voldoet aan de wettelijke vereisten betreffende: • informatie over het examen (in OER of ander document) (art.7.4.8 en art. 7.4.9 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de examencommissie (waar onder art. 7.4.5 en art. 7.4.8, vijfde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de commissie van beroep examens (art. 7.5.1 en art. 7.5.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs); • de openbare verantwoording (art 1.3.6 van de Wet educatie en beroepsonderwijs).
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 67 van 69
NORMERING De kwaliteit van de examinering is voldoende wanneer vijf van de zeven standaarden voldoende zijn, waaronder in elk geval 3, 4, 5 en 7. Deze normering geldt voor zowel eindtermgerichte als competentiegerichte opleidingen. De normering vindt direct op het niveau van de standaard plaats. Per standaard wordt een oordeel uitgesproken op een tweepuntschaal (onvoldoende-voldoende) met een duidelijke grens tussen onvoldoende en voldoende. Per standaard is een beschrijving gemaakt van het oordeel 'voldoende': de zogenoemde portretten (zie de bijlage). De examenkwaliteit van een opleiding voldoet in voldoende mate aan de betreffende standaard als de examenkwaliteit overeenkomt met het bijbehorende portret of portretten in geval van meer criteria. Per standaard dient aan alle bijbehorende criteria te worden voldaan. In het geval de examenkwaliteit niet overeenkomt met het portret dan wel de portretten of indien onbekend is of de examenkwaliteit overeenkomt met het portret dan wel de portretten (het kan niet worden aangetoond), voldoet het examen in onvoldoende mate aan de standaard. Deze portretten vormen het referentiekader voor de beoordeling.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 68 van 69
TOEZICHT OP EN NORMERING VAN NEDERLANDS EN MODERNE VREEMDE TALEN Voor het onderzoek naar de kwaliteit van examinering van Nederlands en moderne vreemde talen volgt de inspectie in 2009 de aanpak en normering zoals hieronder beschreven. De inspectie heeft hierbij de brief van de staatssecretaris van OCW van 22 december 2008 (met kenmerk BVE/2008/88699) als leidraad genomen. Toezicht op Nederlands en moderne vreemde talen De inspectie houdt toezicht op de kwaliteit van examinering voor Nederlands en moderne vreemde talen op basis van het Toezichtkader bve 2009, het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap 2007 (inclusief het addendum Nederlands in het kader van burgerschap 2007) en de beheersingsniveaus (CEF) zoals vastgelegd in de kwalificatiedossiers. Indien de eisen voor Nederlands vanuit het addendum of het brondocument verschillen van de eisen uit het kwalificatiedossier, geldt het hoogste niveau. Voor Nederlands en de moderne vreemde talen is het toezicht van toepassing indien de deelnemers gestart zijn vanaf het studiejaar 2007 op basis van zowel de eerste- als de tweede generatie kwalificatiedossiers en wanneer diplomering voor die dossiers plaatsvindt vóór 1 oktober 2009. Normering voor de talen Er worden vijf taalvaardigheden onderscheiden: luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven. Deze taalvaardigheden worden door de inspectie getoetst aan de hand van de standaarden 3 (uitstroomeisen) en 4 (toetstechnische eisen). Er is sprake van een voldoende oordeel voor Nederlands en/of moderne vreemde talen, indien drie of meer taalvaardigheden voldoende zijn. Er is derhalve sprake van een onvoldoende oordeel voor Nederlands en/of moderne vreemde talen indien drie of meer vaardigheden onvoldoende zijn. Invloed van het oordeel voor de talen op het oordeel over de hele opleiding Het oordeel over talen is in het onderzoeksjaar 2009, dat loopt tot 1 maart 2010, nog niet van invloed op de beslissing over de examenkwaliteit van de betreffende opleiding. Een onvoldoende voor uitsluitend talen (Nederlands en/of moderne vreemde talen) leidt derhalve niet tot een onvoldoende voor de hele opleiding.
Rapportage kwaliteit examinering Stichting Deltion College 2009
p. 69 van 69