Startnotitie Uitdagingen Achterhoek 2020
September, 2012 Opgesteld door Public Result op verzoek van de regio Achterhoek en het ministerie van BZK.
Voorwoord Voor de Achterhoek Agenda 2020 trekken we als overheid, ondernemers en maatschappelijke organisaties samen op om te werken aan een toekomstbestendige Achterhoek. Een regio waar het mooi wonen, werken en recreëren is én moet blijven voor iedereen. Om tijdig in te spelen op demografische en economische ontwikkelingen is een omslag in denken en handelen nodig. Alleen door samenwerking staan we sterk en kunnen de goede dingen tot stand worden gebracht. Werkplaatsen zijn inmiddels al hard aan de slag gegaan met belangrijke opgaven op allerlei terreinen. Vragen die beantwoord moeten worden zijn onder meer hoe houden we de werkgelegenheid in de Achterhoek op peil en hoe houden we voldoende arbeidskrachten? Hoe kunnen we ons gebied meer promoten en zorgen dat ook mensen van buiten de regio zien hoe mooi het hier is? Hoe houden we de kleine dorpen en kernen leefbaar en hoe organiseren we de voorzieningen op een slimme manier? Echter, om op koers te blijven is focus nodig. Zeker als zoveel verschillende partijen met elkaar samenwerken, moet er overeenstemming zijn over de belangrijkste opgaven en prioriteiten. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken ondersteunt de werkplaatsen op verschillende manieren, waaronder een inventarisatie in de vorm van een zogenaamde ‘startnotitie’. Deze startnotitie bevat niet alleen informatie over de huidige situatie in de Achterhoek; tevens zijn per thema enkele belangrijke vragen en opgaven geformuleerd. Op 17 april jl. zijn deze vragen en opgaven aan de stuurgroep 3 O’s, voorzitters en procesmanagers voorgelegd en besproken. Dat was een intensieve discussie die eens te meer duidelijk maakte hoe belangrijk het is om het dak te repareren terwijl de zon nog schijnt. Elke werkplaats heeft in de discussie aanknopingspunten gezien voor hun werkzaamheden. Aanvullingen en opmerkingen zijn hierna verwerkt in de startnotitie. Met dank aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken ligt het uiteindelijke resultaat nu voor u. Ik hoop dat het richting zal geven aan alle inspanningen die worden verricht in het kader van de Agenda 2020. Het is geen allesomvattend document, maar het biedt wel handvatten daar waar ze nodig zijn en een inspiratiebron voor alle partijen die samen werken aan een mooie toekomst voor de Achterhoek!
Herman Kaiser Voorzitter Stuurgroep 3 O’s
2
INHOUDSOPGAVE
1.
INLEIDING
4
1.1 De bevolkingstransitie en de Achterhoek
4
1.2 De Agenda 2020
4
1.3 De Agenda 2020 en de demografische transitie
6
1.4 Leeswijzer
7
2.
MANAGEMENT SAMENVATTING
8
3.
REGIONALE IDENTITEIT EN TRENDS
12
3.1 Regionale identiteit en sterkte- zwakteanalyse
12
3.2 Trends en ontwikkelingen
14
3.2.1
Demografie
14
3.2.2
Wonen
15
3.2.3
Zorg en welzijn
17
3.2.4
Onderwijs
18
3.2.5
Overige voorzieningen
20
3.2.6
Economie en arbeidsmarkt
22
3.2.7
Ruimtelijke ontwikkeling en duurzaamheid
24
3.2.8
Fysieke en digitale bereikbaarheid
25
4.
KRACHTENVELD EN FINANCIEN
27
4.1 Samenwerking met bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld
27
4.2 Bestuurlijke organisatie
28
4.3 Financiën
29
BIJLAGE 1: Regionale identiteit: gegevens regio Achterhoek
31
3
1
Inleiding
1.1 DE BEVOLKINGSTRANSITIE EN DE ACHTERHOEK Regio’s in Nederland bereiden zich voor op de transitie van bevolkingsgroei naar bevolkingsdaling. Structurele krimp op regionale schaal zal, in combinatie met ontgroening en vergrijzing, gevolgen hebben voor terreinen als wonen, ruimte, onderwijs, zorg- en welzijnsvoorzieningen en werk. Het dalend inwonertal en aantal huishoudens zet de sociaal-economische vitaliteit van deze regio’s onder druk en kan tot verschraling van de leefbaarheid leiden. Het gaat er in deze regio´s om de gevolgen van de transitie aan te pakken, de ongewenste effecten te beperken en kwaliteit aan het gebied toe te voegen. Het voorbereiden op deze negatieve effecten en inzetten op kansen voor groei vragen om een goede balans. Het streven is het gebied op duurzame wijze te blijven ontwikkelen. Het Rijk faciliteert de regio om hen in positie te brengen om te anticiperen op de transitie. De transitie van bevolkingsgroei naar bevolkingsdaling betekent meer dan alleen maar minder inwoners.. Andere bevolkingsgroepen domineren de demografie en hun wensen en behoeften veranderen. Ontwikkelingen als ontgroening en vergrijzing zorgen voor een andere dynamiek in de regio. Het biedt de regio uitdagingen en kansen. De Achterhoek is een van de regio’s die te maken krijgt met de bevolkingstransitie. De Regio onderkent deze ontwikkeling in haar visie op de toekomst, de Agenda 2020. Zij werkt vanuit deze visie al hard en voortvarend aan de ontwikkeling van concrete programma’s en projecten om de bevolkingstransitie te ondervangen. Het uitgangspunt voor de regio is het gebied duurzaam en vitaal te houden. De gemeenten werken samen middels een intergemeentelijke samenwerking (WGR). Zij hebben in de ontwikkeling van de Agenda 2020 samen opgetrokken met andere overheden, ondernemers en (maatschappelijke) organisatie’s. Dit zogenoemde Achterhoekse model waarbinnen de drie O’s samen werken aan de uitvoering van de Agenda 2020 is cruciaal voor een slagkrachtige uitvoering. Deze startnotitie is opgesteld door Public Result op verzoek van de regio Achterhoek en het ministerie van BZK/WWI en heeft de functie samen met de Regio verdere stappen te zetten in het aanscherpen van keuzes. Dit document overziet de ontwikkelingen bij de betrokken partijen in de regio in het licht van de Agenda 2020, biedt kritische nuances, geeft de relevante vraagstukken weer en reikt concrete handvatten aan voor de uitvoering. Uiteindelijk hangt de succesvolle uitvoering van de agenda af van lokale partijen, organisaties en enthousiasme bij de betrokken personen. Het Rijk kan op onderdelen ondersteunen waar noodzakelijk en gewenst is zoals afgesproken in de ‘agreement of support’ eind 2011. 1.2 DE AGENDA 2020 Naar aanleiding van de economische crisis in 2008 werd er in de Achterhoek door verschillende spelers onderkend dat ze elkaar nodig hadden om de crisis het hoofd te bieden. Het regionale innovatieplatform en de Regio Achterhoek hebben hier toen het voortouw in genomen. Op basis van de succesvolle samenwerking in de regio met het Aanvalsplan in 2009 is de samenwerking van gemeenten, bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld verstevigd met het formuleren van een gezamenlijke regionale agenda. Het resultaat van dit interactieve proces in 2010 was de Agenda 2020 waarin de Regio anticipeert op de toekomstige ontwikkelingen en in het visiedeel van de agenda een 4
gezamenlijke koers uitzet. Het streven van de agenda is om in 2020 een duurzame regio te zijn met een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving. De Agenda 2020 bestaat uit vier inhoudelijke kaders die de bandbreedtes bepalen waarbinnen de projecten worden uitgevoerd. Organisatorisch vindt dit plaats binnen de zogenoemde werkplaatsen. De projecten binnen de kaders liggen nog niet vast. Deze worden binnen de samenwerking in de regio Achterhoek verder uitgewerkt in een investeringsagenda. De agenda is dynamisch en er wordt naar gestreefd concrete afspraken te maken over de onderliggende projecten en programma’s. Tegelijkertijd zien we dat de regio nu al meters aan het maken is op de projecten en programma’s. Bij het opstellen van de startnotitie beschikten we over een globale indicatie en beschrijving van de projecten en programma’s die opgenomen zouden kunnen worden in de investeringsagenda op basis van het concept regiocontract met de provincie Gelderland. Projecten uit de Achterhoek Agenda 2020 Inhoudelijk kader
Beschrijving
Projecten investeringsagenda
Innovatie en duurzame
Het realiseren van
1. Innovatiestructuur en –fonds
economie
nieuwe economische 2. Achterhoekse Groene Energie Maatschappij
bedrijvigheid door in te zetten op innovatie en
3. Biogas
duurzame energieopwekking
4. Zonne-energie
Het vitaal en inzetbaar
5. Toekomstbestendig wonen
houden van de huidige beroepsbevolking en
6. Revitalisering bedrijventerreinen
toekomstbestendig
Vitale leefomgeving
werven en opleiden.
7. Industrieel erfgoed
Realisatie van
1. Regionale sociale atlas
toekomstbestendige 2. Toekomstbestendige kernen
sociale en zorginfrastructuur.
3. Juiste woning op de juiste plaats Zorg voor bereikbare en bij hun schaal passende
4. Gezondheid, toegankelijkheid en
voorzieningen voor
zorgmanagement
onderwijs, cultuur en sport. Slim en snel verbinden
e
Verbeteren van de
e
1. A18 en 1 /2 fase N18
fysieke (ontbrekende 2. HOV
schakels in het wegennet en hoogwaardig
3. Regiodekkend glasvezelnetwerk
openbaar vervoer) en digitale bereikbaarheid 5
(Economische)
1. Groenblauwe diensten
ontwikkelingen en Kansrijk platteland
2. Vrijkomende agrarische bebouwing
gevolgen van de klimaatverandering
3. Verbreding van de landbouw
benutten voor een transitie naar een kansrijk
4. Herstructurering van de landbouw
en nieuw platteland
1.3 DE AGENDA 2020 EN DE DEMOGRAFISCHE TRANSITIE De Regio wil met de Agenda 2020 ruimte geven aan sociaal-economische en ruimtelijke ontwikkelingen die de regio toekomstbestendig maken. De gekozen thema’s binnen de agenda sluiten aan bij de doelstellingen van de provincie Gelderland en het Rijk. Daarnaast wordt er gekeken naar verbanden buiten de regio, zoals het Duitse Kreis Borken en de Europese Agenda 2020. De in 2011 vastgestelde Ruimtelijke Structuurvisie 2020 geeft ruimte en verdere uitwerking aan de opgaven voor de transitie van het landelijk gebied, de energietransitie en de spreiding van de voorzieningen. In dit startdocument worden de relevante trends beschreven en vervolgens wordt in de vorm van een gevoeligheidsanalyse aangegeven in hoeverre het in de regionale agenda verwoorde beleid inspeelt op deze trends. Een belangrijk doel van deze notitie is het aangeven in hoeverre Agenda 2020 en de projecten die hieruit voortkomen in voldoende mate een antwoord geven op de te verwachten kwantitatieve en kwalitatieve gevolgen van de demografische transitie. Belangrijk is om aan de hand van deze notitie met elkaar te onderzoeken aan welke knoppen gedraaid kan worden om de gevolgen van de demografische transitie in goede banen te leiden en mogelijk te beperken. De krimpbestendigheid van de Agenda 2020 onderzoeken we in deze notitie aan de hand van drie onderzoeksvragen: 1. Welke trends doen zich naar verwachting de komende jaren voor en in hoeverre strookt het verwoorde beleid in de Agenda 2020 hiermee? 2. Door welke bandbreedte kenmerken de trends zich en is de inzet vanuit de projecten voldoende? Als de ontwikkelingen negatiever zijn dan voorzien, kan het beleid hier dan alsnog op inspelen c.q. de ontwikkeling keren? Als de ontwikkelingen positiever zijn dan verwacht, kan hier dan tijdig op worden ingespeeld? 3. Vormen de uitwerkingen van het beleid (de projecten) een voldoende antwoord op de geschetste trends? Welke oplossingen zijn goed of kwetsbaar en welke zijn prioritair om de doelen te kunnen bereiken? Aan de hand van de uitkomsten van de gehouden dialoogtafel is de startnotitie aangepast voor de regio Achterhoek. Het uiteindelijke doel is om samen te komen tot slimme, kansrijke coalities en business cases om de geformuleerde doelen van de regionale agenda te realiseren.
6
1.4 LEESWIJZER In hoofdstuk 2 presenteren we als eerste de uitkomsten van de analyse naar aanleiding van de vragen die zijn geformuleerd en geven we een overzicht van de verschillende vragen die ten behoeve van de dialoogtafel zijn geformuleerd. U kunt hoofdstuk 2 beschouwen als een management samenvatting van dit document. Vervolgens gaan we vanaf hoofdstuk 3 de diepte in. We behandelen eerst de regio Achterhoek zelf. We geven een korte schets van de regionale identiteit, geven een beeld van de sterkte- en zwakteanalyse en gaan vervolgens in op de verschillende trends en ontwikkelingen op de verschillende relevante beleidsterreinen. Aan het eind van elk beleidsterrein geven we de gevoeligheidsanalyse weer op basis van de ontwikkelingen in relatie tot de bevolkingstransitie en formuleren we relevante vraagstukken. Op basis hiervan willen we toewerken naar concrete doorbraken binnen de Agenda 2020. In hoofdstuk 4 gaan we tot slot in op het regionale krachtenveld, de wijze van samenwerken en uitvoeren van de regionale agenda en behandelen we kort de financiële consequenties.
7
2
Management samenvatting
De Regio Achterhoek werkt in een stevige vorm en met ambitie binnen de Agenda 2020 samen om een vitale en duurzame regio op lange termijn te realiseren. Aan de hand van de drie hoofdvragen van deze startnotitie en de gesprekken aan de dialoogtafel constateren we het volgende: 1. De Agenda 2020 onderkent de trends en ontwikkelingen ten aanzien van de bevolkingstransitie in haar verschillende beleidsdocumenten. Enerzijds zijn de opgaven wat betreft de gevolgen voor de woningmarkt, bedrijventerreinen en commercieel vastgoed duidelijk en hiervoor worden maatregelen getroffen wat betreft de overtollige plancapaciteit. Ook wordt het belang onderkend van de risico’s op de arbeidsmarkt en wordt ingezet op het toekomstbestendig maken van de zorg, onderwijs en andere voorzieningen in de regio. Tegelijkertijd zien we dat de problematiek in sommige gemeenten al zichtbaar is, bijvoorbeeld door leegstand in winkelcentra en het feit dat de leefbaarheid in sommige kernen nu al onder druk komt te staan. De vraag komt op of de uitgangspunten en de visie in Agenda 2020 niet te algemeen zijn voor de omvang van de vraagstukken op lokaal en regionaal niveau. Ook bestaat het gevoel dat er meer ambities worden geformuleerd dan er met de bestaande (financiële) middelen kunnen worden gerealiseerd. Naar ons gevoel zou het voor de regio meerwaarde opleveren als er op elk beleidsterrein steeds kritisch gekeken wordt naar de toegevoegde waarde van de projecten en programma’s in relatie tot de doelstellingen. Bij elk beleidsterrein zouden er dan steeds vier stappen gezet kunnen worden om te komen tot onderbouwde keuzen: •
Het (gezamenlijk) opstellen van een programma binnen het beleidsterrein, en het zoeken naar verbindingen met andere beleidsterreinen;
•
Het vaststellen en doorrekenen van de consequenties hiervan;
•
Het zoeken naar vernieuwende en slimme samenwerkingsvormen en businesscases, wanneer dit mogelijk en nodig is;
•
Het maken van duidelijke afspraken over uitvoering, organisatorische en financiële kaders en eventuele fondsvorming.
Samen met het ministerie van BZK zou hiermee in combinatie met het uitvoeren van een MKBA ervaring kunnen worden opgedaan, vooral voor het woonprogramma en de voorzieningen. Dit zou een bijdrage kunnen leveren voor het inzicht van de meerwaarde van de projecten en programma’s in relatie tot de beschikbare investeringsmiddelen. 2. Er wordt in de verschillende documenten niet uitgegaan van bandbreedtes van de bevolkingstransitie en de consequenties van samenhang daartussen. Het is goed mogelijk dat verschillende typen problematieken elkaar versterken in bepaalde gebieden in de regio, bijvoorbeeld daar waar bevolkingskrimp, leegstand, leefbaarheid en sociaal-economische problematiek samenkomen.
8
De huidige geformuleerde ambities en projecten in de agenda gaan uit van positieve en maakbare uitkomsten. Dat is zeer goed begrijpelijk, het is echter ook aannemelijk dat er gebieden zijn in de regio waar bovenstaande problematiek gaan samenkomen. Daarvoor zal er in de planvorming nu al rekening gehouden moeten worden met minder wenselijke bandbreedtes van eventuele uitkomsten. Een selectieve inzet van de middelen op de grootste probleemgebieden kan een gerichte en werkbare strategie zijn. 3.Naar aanleiding van het bovenstaande lijkt het ons zinvol om in het gezamenlijke besluitvormingsproces richting de Investeringsagenda Achterhoek 2020 kritisch te kijken naar de toegevoegde waarde en samenhang van de verschillende projecten en programma’s in het licht van de bevolkingstransitie. Het is van belang om in navolging van het vorige een prioritering aan te brengen in de uitvoering van het investeringsagenda waarin de urgentie, uitvoerbaarheid, samenwerking en financierbaarheid worden meegenomen.
Dialoogtafelvragen Op basis van de analyse die we hebben gemaakt zijn er vragen geformuleerd naar aanleiding van de verschillende beleidsterreinen en de regionale samenwerking. In deze startnotitie zijn deze vragen steeds weergegeven aan het eind van een paragraaf over de trends en ontwikkelingen binnen een beleidsterrein. Voor het overzicht geven we alle dialoogvragen weer op de volgende twee pagina’s (figuur 2.1 en figuur 2.2). Deze vragen zijn behandeld tijdens de dialoogtafel. Meer informatie over de achtergrond van de vraagstukken is te vinden in hoofdstuk 3.
9
Demografie Wonen Kwaliteit Hoe voorkom je als regio dat er nu keuzen worden gemaakt op basis van financiele afwegingen in plaats van een afweging waarbij wordt gekeken naar de juiste plek voor de ontwikkeling van woningen? Voor de bestaande voorraad is het een belangrijke vraag hoe je de kwaliteit op orde kunt houden bij het ontbreken van extra financiering.
Is er beschikking over en is het mogelijk om te werken met bandbreedtes van de demografische veranderingen, zodat het ook mogelijk is om scenario’s te ontwikkelen waarin diverse problematieken in delen van de regio samenkomen? Wat is de invloed van de Europese ontwikkelingen op de regio, hoe beïnvloedt de Euregio de ontwikkeling in de Achterhoek en wat zijn de positieve en negatieven effecten van migratie vanuit Midden- en Oost-Europa?
Zorg en welzijn Programmeren Kostenbeheersing en organisatie In hoeverre beschikt de Regio over inzicht in de wenselijke programmering en de randvoorwaarden die nodig zijn om de verschillende ambities en opgaven te realiseren? En in hoeverre is zij in staat deze (mede) te helpen financieren en wat is de rol van de corporaties en projectontwikkelaars? Op welke wijze wil de Regio toezien op de programmeringsafspraken ten aanzien van de nieuwbouw en herstructurering, en kan regionale verevening daarbinnen en rol spelen?
Hoe maken gemeenten het zorgsysteem en hun takenpakket passend en efficiënt met minder middelen en meer zorgvraag? Hoe kan concentratie en spreiding slim georganiseerd worden in de regio? Voldoende personeel Hoe wordt er voor gezorgd dat het verwachte tekort aan zorgpersoneel op de lange termijn wordt opgevuld?
Hoe ziet zij daarin de monitoring en sturing op particuliere of professionele projectontwikkeling?
Onderwijs
Particulier woningbezit
Perspectief
In hoeverre zijn de particuliere huiseigenaren zich bewust van de problematiek op de woningmarkt op de langere termijn? En willen de gemeenten specifieke instrumenten inzetten om de problematiek te ondervangen? Bijvoorbeeld via een Particulier Woningverbeteringsfonds of anders slimme interventies?
Wat is het toekomstperspectief van lager en hoger onderwijs en hoger opgeleid personeel in de Achterhoek? Hoe wordt hier op ingespeeld in de Agenda 2020?
Instrumenten In hoeverre spelen de geformuleerde instrumenten binnen het programma Toekomstbestendig wonen al voldoende specifiek in op particulier woningbezit, is er al zicht op de te verwachte problematiek, concrete afspraken en effectieve instrumenten? Zijn de gemeenten in staat om hiervoor voldoende financiële middelen te reserveren?
Organisatie Welke samenwerkingspartijen liggen voor de hand en op welke wijze kan dit slim en kosteneffectief worden georganiseerd? Liggen hierin tevens kansen voor bovenregionale en grensoverschrijdende samenwerking?
Overige voorzieningen Voorzieningenaanbod Hoe wil de Regio inzicht krijgen en uiteindelijk sturen op het gewenste commerciële en niet-commerciële voorzieningenaanbod, en op welke wijze wil zij omgaan met concurrende voorzieningen binnen de regio bij een dalende vraag? Regionale afspraken Hoe kunnen regionale afspraken ten aanzien van voorzieningen worden gemaakt op basis van heldere criteria, waaraan de afzonderlijke gemeenten10zich verbinden?
Economie en arbeidsmarkt Strategie en afstemming onderwijs Op welke terreinen kan er effectief een meerwaarde gerealiseerd worden voor de economie en arbeidsmarkt? Samenwerking en financiën Hoe kunnen het onderwijs en arbeidsmarkt beter samenwerken om een mismatch op de (lange termijn) arbeidsmarkt te voorkomen?
In hoeverre is de succesvolle regionale samenwerking voldoende uitgerust om complexe besluiten te nemen naarmate de vraagstukken over programmering en financiering van woningen, commerciële en nietcommerciële voorzieningen, investeringen in leefbaarheid en regionale economie concreet vertaald zijn naar programma’s en projecten op lokaal en regionaal niveau?
Innovatiekracht Aangegeven wordt dat de innovatiekracht een belangrijke eigenschap is van de Achterhoek. Op welke wijze kan de regio de innovatiekracht omzetten in slagkracht voor economische ontwikkeling?
Begrotingsruimte In hoeverre hebben de gemeenten in de eigen begroting al rekening gehouden met de investeringen die nodig zijn om de geformuleerde programma’s en projecten uit de Regionale Agenda te financieren?
Kansen voor Energie Op de arbeidsmarkt rijst de vraag op welke wijze de regio jonge mensen meer kan interesseren voor de energiemarkt, en hoe kunnen oudere werknemers beter ondersteund en begeleid worden naar een volgende baan hierbinnen?
Besluitvorming en vernieuwing Hoe wordt binnen de regionale samenwerking besloten over de prioritering en fasering van projecten en programma’s naar aanleiding van de verschillende onderzoeken en analyses die er de komende tijd in het kader van de Regionale Agenda binnen de verschillende werkplaatsen plaatsvinden?
In de Regionale Agenda wordt sterk ingezet op de energietransitie in de regio. In hoeverre zijn de business cases al voldoende doorgerekend op haalbaarheid?
In welke mate willen de samenwerkende partijen binnen de regio Achterhoek op zoek gaan naar vernieuwende oplossingen binnen projecten ten aanzien van organisatie en financiën? Staan de partijen open voor het formuleren van business cases met uitvoerende organisaties en private partijen? Op welke wijze is de bijdrage van derden zoals deze is opgenomen in de bijlage van het regiocontract nu georganiseerd?
Ruimte en bereikbaarheid Strategische projecten Welke ruimtelijke of infrastructurele projecten zouden de meeste economische en/of maatschappelijk toegevoegde waarde opleveren voor de regio? Wat zouden kansrijke(voorbeeld) projecten buiten de regio zijn om mee aan de slag te gaan of in samen te werken? Benutten plattelandseconomie en transitie Op welke wijze kan het platteland betrokken worden bij de economische ontwikkeling en het leefbaarheidsvraagstuk? Wat zijn daarin de bepalende criteria voor ruimtelijke kwaliteit en economische ontwikkeling c.q. het aanjagen daarvan? En op welke wijze combineert de regio het streven naar behoud van het bestaande met de transitieopgave en (eventuele) economische ontwikkeling in het buitengebied of de kleine kernen? Hoe kunnen de burgers worden betrokken in dat proces en kan er een omslag in denken worden georganiseerd? 11
3
Regionale identiteit en trends
In dit hoofdstuk wordt in paragraaf 3.1 een beknopte schets gegeven van de Achterhoek en vervolgens wordt de analyse weergegeven van de regio waarin we hebben gekeken naar de sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen van en voor de regio. In de tweede paragraaf gaan we uitgebreid in op de trends en ontwikkelingen in de regio en de wijze waarop hier door de regio, gemeenten en andere organisaties op ingespeeld wordt. 3.1 REGIONALE IDENTITEIT EN STERKTE- ZWAKTEANALYSE De Regio Achterhoek – de samenwerkende gemeenten binnen de WGR - bestaat uit de gemeenten Aalten, Bronckhorst, Winterswijk, Berkelland, Montferland, Doetinchem, Oost Gelre en Oude IJsselstreek. In het gebied wonen en werken ongeveer 300.000 inwoners. Het Achterhoekse landschap is een kleinschalig landschap dat volgens de Ruimtelijke Structuurvisie wordt gekenmerkt door rust, ruimte en een grote diversiteit in landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten en cultuurhistorische waarden. Aangegeven wordt dat water een belangrijke drager is van het landschap in de Achterhoek. Water is de verbindende schakel als het gaat om het behouden en realiseren van een goede ruimtelijke kwaliteit. De Achterhoekse kernwaarden, onderdeel van de identiteit, zijn gastvrijheid, innovatief vakmanschap en arbeidsmoraal, kleinschaligheid en naoberschap, groen en gezond leven. Aangegeven wordt dat de menselijke maat, de kenmerkende mentaliteit en de hoog gewaardeerde omgeving zorgen voor een vitale regio. Volgens de Regionale Structuurvisie is er op dit moment een goed voorzieningenniveau in de grotere kernen en de centrumstad Doetinchem. Uit de analyse blijkt dat in verschillende delen van de regio het voorzieningenniveau al onder druk komt te staan. Grotere stedelijke knooppunten met de bijbehorende voorzieningen liggen in de nabijheid wat betekent dat de oriëntatie op de centrumstad verschilt per gemeente binnen de regio. Op basis van de verschillende achtergronddocumenten hebben we een analyse gemaakt van de Regio Achterhoek waarbij we hebben gekeken naar de sterke en de zwakke punten, en naar de toekomstige kansen en bedreigingen voor het gebied. Op de volgende pagina wordt in het schema een kort en bondig overzicht gegeven.
12
Schema 1.1 SWOT-analyse Regio Achterhoek
STERKTES
ZWAKTES
•
• • • • • •
• • • • • •
Betrokken bedrijven en maatschappelijk middenveld en bedrijven Aanwezigheid van samenwerkingsverbanden op verschillende gebieden Lage werkloosheid Cultuur van naoberschap Kwaliteit van de ruimtelijke omgeving Aantrekkelijke geprijsde woningen Sterk verenigingsleven
•
Perifere ligging ten opzichte van Randstad Relatief weinig hoogopgeleiden Vergrijzingen en ontgroening Leegstand in sommige kernen Financiële positie overheden Doorwerking van de regionale agenda naar concrete projecten Slechte bereikbaarheid hoofdwegen en hoogwaardig openbaar vervoer
KANSEN
BEDREIGINGEN
• •
•
• • • • • • •
Recreatie en toerisme De toenemende zorgvraag biedt kansen voor de werkgelegenheid Krimp van huishoudens biedt kansen voor ruimere opzet woonomgeving Digitalisering Alternatieve energie Goede samenwerkingsverbanden bieden kansen voor clusteren van voorzieningen Versterking profiel van de regio door groter en breder aanbod van culturele activiteiten. Europese financiering Grensoverschrijdende samenwerking
• • • • • •
13
Wegtrekkende jongeren en vergrijzing van de bevolking Elkaar versterkende ontwikkelingen voor bevolkingstransitie Concurrentie tussen gemeenten en scholen kan averechts werken Afhankelijkheid van derde partijen voor investeringen op verschillende dossiers Toekomstig tekort aan beroepsbevolking, en specifiek hoogopgeleiden en zorgpersoneel Geen draagvlak voor voorzieningen met als gevolg: onbereikbaarheid van voorzieningen Onvoldoende zicht op dekking van projecten
3.2 TRENDS EN ONTWIKKELINGEN In deze paragraaf gaan we per thema of beleidsterrein in op de trends en ontwikkelingen, zowel kwantitatief als kwalitatief. Vervolgens geven we onze observaties weer over op welke wijze de gemeenten en/of de Regio hiermee omgaan in de Agenda 2020 of ander beleid, geven we voorbeeldprojecten of aanzetten voor experimenten en geven we tot slot de vragen weer die aan de dialoogtafel zijn behandeld. 3.2.1
Demografie
Kwantitieve informatie In 2010 is het aantal inwoners van de Regio Achterhoek gedaald tot onder de 300.000. De verwachting is dat het aantal in 2040 ongeveer 275.000 zal zijn. Dat betekent een daling van 8,2% terwijl heel Nederland in dezelfde periode groeit met 5,7% De te verwachten daling varieert tussen de gemeenten van de Achterhoek. In de gemeente Oude IJsselstreek is deze met -3,6% het kleinst, in de gemeente Berkelland is deze met -16,2% het grootst. De leeftijdsgroep 0 – 20 jaar zal tot 2040 dalen met 16% en de leeftijdsgroep 20 – 65 met 23%. Daartegenover staat dat de leeftijdscategorie 65+ zal toenemen met 53%. Het aantal huishoudens zal in de regio tot 2025 nog toenemen waarna er direct een sterke daling wordt ingezet richting 2040. Er is hierbinnen wel sprake van differentiatie tussen de gemeenten. Het aantal eenpersoonshuishoudens zal toenemen met 37% en het aantal meerpersoonshuishoudens neemt af met 13%.
•
Belangrijk voor de ruimtelijke ontwikkeling en de vraag naar voorzieningen is de samenstelling van de bevolking en het aantal huishoudens. Naast de genoemde bevolkingsdaling zal de grijze druk toenemen in combinatie met de ontgroening van de bevolking. Dit heeft gevolgen voor de verschillende beleidsterreinen van de gemeenten en de sociaal-economische ontwikkeling in het algemeen.
•
De oorzaken voor de krimp zijn binnen de regio niet kwalitatief of kwantitatief eenduidig en de omvang van de krimp scheelt per gemeente. Er is geen sprake van een sterkere of minder sterke daling in relatie tot het aantal inwoners van de gemeente.
•
De flinke toename van de huishoudens met de leeftijdscategorie 65+ en de afname van het aantal jongere huishoudens betekent dat de gemeenten kritisch zullen moeten kijken naar het gewenste en mogelijke voorzieningenaanbod binnen de gemeente en in de regio. De veranderende vraag naar het aanbod van zorg, cultuur, onderwijs en sport maakt deze opgave complex.
Vragen voor de dialoog •
Is er beschikking over en is het mogelijk om te werken met bandbreedtes van de demografische veranderingen, zodat het ook mogelijk is om scenario’s te ontwikkelen waarin diverse problematieken in delen van de regio samenkomen?
•
Wat is de invloed van de Europese ontwikkelingen op de regio, hoe beinvloedt de Euregio de ontwikkeling in de Achterhoek en wat zijn de positieve en negatieven effecten van migratie vanuit Midden- en Oost-Europa?
14
3.2.2
Wonen
Kwantitatieve informatie Het eigenwoningbezit in de regio lag in 2010 op 65%, dat is boven het landelijk gemiddelde. 32% van het woningenbestand bestaat uit huurwoningen. Op lange termijn wordt een verdere toename van het eigenwoningbezit voorzien. Binnen de gemeenten in de Achterhoek is er geen sprake van grote afwijkingen van dit regionaal gemiddelde.De waardeontwikkeling in periode 2000 – 2010 verschilt sterk ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Waar in Doetinchem e.o. de waarde met 10% steeg was de waardeontwikkeling in Nederland gemiddeld 29%. De huidige nieuwbouwplannen overschrijden de voorspelde behoefte fors. Er zijn plannen voor circa 14.000 nieuwbouwwoningen, terwijl de behoefte ligt rond de 5.900 extra woningen.
In de toekomst zal rekening gehouden moeten worden met een kleinere vraag naar woningen in de regio. In de Agenda 2020 en de Regionale Woonvisie is hier door de Regio al invulling aan gegeven door te erkennen dat de capaciteit van de nieuwbouwplannen groter is dan de toekomstige vraag. De krimpende bevolking in combinatie met een eerst groeiend aantal huishoudens en vanaf 2025 een sterk dalend aantal huishoudens maakt dit tot een complexe opgave. In de visie wordt aangegeven dat door de huidige economische crisis de vraag naar betaalbare woningen, huur en koop, groter wordt. Aangezien er vanuit het Rijk, de gemeenten en de corporaties bezuinigingen gepleegd worden verkleint dit de investeringsmogelijkheden drastisch. De opgave, vooral door het particulier woningbezit, is groter, de mogelijkheden voor particuliere en collectieve ondersteunende (financiële) instrumenten zijn kleiner. Aangegeven wordt dat er nu al sprake is van verrommeling in sommige wijken en kernen en er veel onverkoopbare woningen staan in het lagere segment, waardoor de leefbaarheid van voorheen leefbare wijken onder druk komt te staan. •
Gezien het relatief hoge aandeel eigenwoningbezit in de regio zullen de negatieve financiële effecten, dus vooral de dalende huizenprijzen en een eventuele restschuld op de hypotheek, van de dalende vraag vooral terecht komen bij de woningeigenaren.
•
Binnen de Regionale Agenda programmalijn ‘Toekomstbestendig maken van woningen’ moet verder worden uitgewerkt op welke wijze de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad moet worden aangepakt. Belangrijker is de rol van de eigenaar bewoners en corporaties. Het gaat daarbij om het levensloopbestendig maken en de verduurzaming (energiemaatregelen) van de woningvoorraad. Onderdeel van de uitwerking moet worden wat hiervan de effecten zijn voor deze eigenaren en in hoeverre dit tot problematische particuliere of collectieve situaties zal leiden.
•
Landelijk gezien zijn er momenteel veel knelpunten op de woningmarkt. De toekomstige bevolkingstransitie zal leiden tot een afname van de kwantitatieve vraag naar woningen maar ook tot verandering van de kwalitatieve vraag.
•
De mogelijke maatregelen op het gebied van wonen worden in grote mate bepaald door de beschikbaarheid van financiële middelen, van zowel gemeenten als corporaties en ontwikkelaars. De gemeenten worden geconfronteerd met financiële vraagstukken die voortkomen uit renteverlies op aangekochte gronden en minder opbrengsten van
15
vastgoedontwikkeling, daarnaast heeft de particuliere sector te maken met leegstand en overaanbod. •
Unieke woonmilieus kunnen inspelen op de wens naar ‘landelijk wonen’, zoals binnen de programmalijn Kansrijk Platteland is opgenomen. Uit onderzoek blijkt dat men graag landelijk woont, zij het nabij stedelijke centra en in een als aantrekkelijk beschouwd plattelandsgebied.
•
De bevolkingsafname is geen eenzijdige ontwikkeling. Verschillende verhuismotieven zijn daarbij aan de orde. Het vertrek van jongeren zal in belangrijke mate het gevolg zijn van een gebrek aan aanbod van hoger onderwijs en/of een mismatch op de arbeidsmarkt.
Vragen voor de dialoog
Gevoeligheidsanalyse wonen Een open vraag blijft op welke wijze er door de gemeenten invulling gegeven gaat worden aan het verminderen van de plancapaciteit van nieuwbouw woningen en hoe de eventuele winsten en (rente)verliezen op de grond(exploitatie) al dan niet onderling verdeeld zullen worden. De concretisering hiervan vindt plaats via de Regionale Woonvisie. De uitwerking van deze visie is in ontwikkeling. De ontwikkeling van de woningwaarde loopt de afgelopen tien jaar fors achter bij de nationale ontwikkeling; indien deze relatief negatieve ontwikkeling – zeker in de afgelopen jaren – verder wordt versterkt door de demografische transitie kan dit de lokale problematiek flink versterken. Verder onderzoek over de eventuele consequenties voor (persoonlijke) financiën, investeringsmogelijkheden en leefbaarheid kan hierover meer inzicht en handreikingen opleveren.
•
Hoe voorkom je als regio dat er nu keuzen worden gemaakt op basis van financiële afwegingen in plaats van een bredere afweging waarbij tevens wordt gekeken naar de juiste plek voor de ontwikkeling van woningen? Voor de bestaande voorraad is het een belangrijke vraag hoe je de kwaliteit op orde kunt houden bij het ontbreken van extra financiering. De samenhang met andere deelterreinen zoals de regionale arbeidsmarkt en voorzieningen verdient hierbij aandacht.
•
In hoeverre beschikt de Regio over inzicht in de wenselijke programmering en de randvoorwaarden die nodig zijn om de verschillende ambities en opgaven te realiseren die zijn opgenomen in de Agenda 2020? En in hoeverre is zij in staat deze (mede) te helpen financieren en wat is de rol van de corporaties en projectontwikkelaars?
•
Op welke wijze wil de Regio, of de verschillende gemeenten binnen de regio, toezien op de programmeringsafspraken ten aanzien van de nieuwbouw en herstructurering, en kan regionale verevening daarbinnen een rol spelen?
•
Hoe ziet zij daarin projectontwikkeling?
•
Gezien de eigendomssituatie in de regio is er specifieke aandacht en inzet nodig voor particuliere huiseigenaren, daar zal een groot deel van de opgaven en effecten neerslaan. In
de
monitoring
en
16
sturing
op
particuliere
of
professionele
hoeverre spelen de geformuleerde instrumenten daar binnen het programma Toekomstbestendig wonen al voldoende specifiek op in, is er al zicht op de te verwachte problematiek, concrete afspraken en effectieve instrumenten? Zijn de gemeenten in staat om hiervoor voldoende financiële middelen te reserveren? •
In hoeverre zijn de particuliere huiseigenaren zich bewust van de problematiek op de woningmarkt op de langere termijn, en in hoeverre is er sprake van een financieel of andersoortig probleem voor deze doelgroep? En willen de gemeenten specifieke instrumenten inzetten om de problematiek te ondervangen? Bijvoorbeeld via een Particulier Woningverbeteringsfonds of anders slimme interventies?
3.2.3
Zorg en welzijn
Het huidige voorzieningenaanbod van zorg en welzijn is goed, maar door de vergrijzing zal de vraag naar zorg en welzijn toenemen. Door afname van de beroepsbevolking in de regio is het grootste probleem dat zal optreden een tekort aan personeel in de zorg. Ook de (fysieke) bereikbaarheid van zorg- en welzijnsvoorzieningen staat in de toekomst onder druk. •
De provincie Gelderland is ten opzichte van het landelijk gemiddelde royaal voorzien van algemene zorgvoorzieningen. De regio Achterhoek beschikt echter over een gemiddeld beperkt aanbod van zorgvoorzieningen, zoals huisartsen, apotheken, verloskundigen en tandartsen. Uit de analyse blijkt dat het aantal huisartsen, vooral door vergrijzing, onder druk komt te staan in de regio.
•
De vraag naar zorg zal in de toekomst toenemen, vooral door een stijgend aantal ouderen in de regio. Deze bevolkingsgroep zal gemiddeld ook steeds meer ouderen van 85+ omvatten die zelfstandig willen blijven wonen. De zelfredzaamheid van, onder meer, deze groep beïnvloedt de aard van de zorgvraag: meer faciliterend en ondersteundend. Andere zaken worden van belang zoals geschikte woningen, informatie en vrijwillige zorg. De toegang tot en bredere kennis van het internet biedt mogelijkheden om deze zorgvraag op andere manier dan de reguliere weg te beantwoorden, al gelden hier ook duidelijke beperkingen.
•
Een kans voor de regio is de bijdrage die vrijwilligers kunnen leveren, dit kan bijvoorbeeld worden versterkt door de Zilveren Kracht conferenties. De gemeente faciliteert hiermee dat jonge ouderen (bijvoorbeeld net met (vroeg)pensioen) zich actief inzetten voor diverse maatschappelijke opgaven binnen de gemeente en de regio. Dit kan een potentieel bieden om eventueel een tekort aan zorgpersoneel te ondervangen in de preventieve sfeer van de zorg.
•
Uit analyse van de Regio blijkt dat er op dit moment een goede fysieke spreiding van basisvoorzieningen in de zorg is. Een belangrijk vraagstuk is op welke wijze dit op de lange termijn georganiseerd kan worden. Spreiding of concentratie van de zorg binnen de regio is daar onderdeel van, evenals de verschillende onderlinge en externe verbindingen binnen de Achterhoek.
•
In de Regionale Agenda is de ambitie geformuleerd om de zorginfrastructuur zo te organiseren dat de inwoners in elke levensfase in hun eigen omgeving kunnen beschikken over een passend arrangement. Door middel van de inzet van het Field Lab Zorg wordt samen met regionale ondernemers en zorginstellingen onderzocht op welke wijze technologisch geavanceerde oplossingen en slimme inzet van apparatuur nieuwe manieren van denken mogelijk maken voor de organisatie en inrichting van zorg binnen de Achterhoek. Het richt 17
zich op vraaggestuurde ontwikkeling en implementatie van zorgproducten in de regio en wordt ondersteund vanuit het regiocontract en de EFRO-subsidie. •
Nieuwe en creatieve concepten in de zorg zijn denkbaar in het licht van de bevolkingstransitie en decentralisatie van taken vanuit het Rijk en de provincie. Dit laatste biedt kansen om verschillende gemeentelijke taken te herzien en opnieuw te organiseren en slim in te richten, bijvoorbeeld in relatie tot de uitvoering van de WMO, ZVW en AWBZ. Zoals door de mogelijkheden te onderzoeken van collectieve ingrepen aan particuliere woningen (toekomstbestendig maken).
Gevoeligheidsanalyse zorg Het regionaal zorgaanbod ligt onder het landelijk en provinciaal gemiddelde, bij een sterk(ere) bevolkingsdaling kan de rendabiliteit van het zorggebied verder afnemen en kunnen zorgaanbieders maatregelen nemen. Het wordt dan voor de regiogemeenten moeilijk en kostbaar om de ambitie van het organiseren van zorg op korte afstand te realiseren, middels het Field Lab Zorg wordt in de regio onderzocht of hier innovatieve oplossingen en experimenten gevonden kunnen worden en wat de kosten daarvan zullen zijn voor het investeringsprogramma. Hierbinnen kan ook worden gekeken naar de organisatie van vervoersstromen van mensen met een specifieke zorgvraag binnen de regio. De mogelijkheden van zorg op afstand kent echter haar beperkingen. Verzorgend personeel en persoonlijke aandacht blijft essentieel, voldoende aanbod hiervan in de regio blijft een belangrijke opgave. Het vraagstuk van concentratie of spreiding van zorg in de regio wordt een belangrijke vraagstuk gezien de beperkte financiële middelen, de rol van de zorgaanbieders (en - verzekeraars) en de stijgende kosten. Concentratie in zorgclusters lijkt gezien de ruimtelijke spreiding van de kernen een kansrijke mogelijkheid mits goede bereikbaarheid gegarandeerd kan worden.
Vragen voor de dialoog •
In hoeverre heeft de Regio inzicht in de ontwikkeling van de verschillende typen zorgvraag in de verschillende grotere en kleinere kernen binnen de regio en de consequenties hiervan voor uitvoering van het takenpakket van de gemeenten?
•
Zijn de kosten die de gemeenten moeten maken voor zorg beheersbaar als er geen duidelijk keuze gemaakt wordt voor concentratie of spreiding van het zorgaanbod? Is zorg en wonen op maat een realistische ambitie op lange termijn gezien het verwachte tekort aan zorgpersoneel?
3.2.4
Onderwijs
Door de Regio wordt aangegeven dat de bewustwording van de krimp en de gevolgen daarvan voor het onderwijs in de regio varieert. Er moet nog veel energie worden gestoken in dit proces om de samenwerking te verbeteren en de concurrentie te beperken. Voor de regio is dit vanwege een aantal trends van belang.
18
•
Het gemiddelde opleidingsniveau ligt in de Achterhoek lager dan in de provincie Gelderland als totaal. Het percentage dat enkel een lagere opleiding heeft genoten ligt ongeveer gelijk, echter 30% van de bevolking van de provincie heeft een hogere opleiding afgerond tegen 21% van de bevolking in de Achterhoek.
•
Uit de cijfers blijkt dat het aantal leerlingen in de kleine kernen binnen de regio snel terugloopt. De kleine scholen komen soms al onder de kritische grens van 100 leerlingen en daarnaast zijn er scholen die kleiner worden dan 50 leerlingen. Een flink aantal basisscholen zal de effecten van de bevolkingskrimp, en de ontgroening, gaan voelen. Uit de documenten wordt nog onvoldoende helder hoe hiermee in de gemeenten op langere termijn wordt omgegaan.
•
Er wordt wel aangegeven dat de regio op dit moment een inventarisatie uitvoert naar de effecten van het afnemend aantal leerlingen in de Achterhoek, mede met als doel te komen tot het versterken van de samenwerking in de regio. Mede hiervoor is door de regio een kerngroep Krimp opgericht die zich zal richten op de toekomst van het onderwijs in het licht van de bevolkingstransitie.
•
Het hoger onderwijs ontbreekt in belangrijke mate in de regio. Afgezien van specialistisch (hoger) onderwijs is het niet realistisch te verwachten dat het aantrekken van instellingen een optie is. Dit betekent dat het realistisch is dat jongeren die een hogere of universitaire opleiding willen volgen de regio zullen verlaten. De regio heeft het aantrekken van hoger onderwijs wel als beleidsdoel benoemd. Strategisch gezien is dit een goed beleidsdoel, de vraag is op welke wijze dit in de praktijk gerealiseerd kan worden en tegen welke randvoorwaarden.
Bij (deels) vrijkomende ruimte of nieuwbouw in basis- en middelbare scholen in de regio kan goed worden ingezet op het combineren van verschillende functies binnen de huisvesting, dan kan vooral gedacht worden aan sport, cultuur en onderwijs.
Gevoeligheidsanalyse onderwijs De regio Achterhoek werkt op dit moment aan meer kennis en inzicht over de effecten van de krimp in het onderwijs. Binnen de Regionale Agenda wordt dit onderwerp in samenhang bezien met voorzieningen als cultuur en sport in de Regionale Atlas Achterhoek. De analyse en oplossingsrichtingen kunnen belangrijke handvatten bieden voor maatregelen om om te gaan met de krimp en voor de regionale samenwerking op dit gebied. Voor de relatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt werkt de regio aan verschillende projecten om dit te versterken. Dit komt verder terug in de analyse van de economie en arbeidsmarkt.
Vragen voor de dialoog •
Wat is het toekomstperspectief voor hoger onderwijs in de regio Achterhoek? Welke samenwerkingspartijen liggen voor de hand en op welke wijze kan dit slim en kosteneffectief worden georganiseerd? Liggen hierin tevens kansen voor bovenregionale en grensoverschrijdende samenwerking? 19
•
In hoeverre wordt er in regionaal verband geanticipeerd op de ontgroening van de regio en wat is de betekenis daarvan voor het lager en middelbaar onderwijs?
3.2.5
Overige voorzieningen
In de toekomst zullen voorzieningen vooral in dorpen onder druk komen te staan. Dit wordt onder andere geïllustreerd door de berichtgeving in de Gelderlander over de leegstaande winkelstraten in de kernen van de Achterhoek. De demografische transitie brengt onontkoombaar negatieve effecten met zich mee, zeker ook voor het draagvlak van commerciële en niet-commerciële voorzieningen en de veranderende kwalitatieve wensen ten aanzien van het aanbod. De binding met een gemeente of een regio neemt voor grotere ondernemingen steeds verder af in overwegingen voor vertrek of vestiging. Nieuwe ontwikkelingen zoals digitalisering, en de verbetering van de fysieke en digitale bereikbaarheid van voorzieningen in de grotere kernen kunnen het verlies aan reguliere voorzieningen in de regio zoals gemeentelijke loketten, supermarkten en boekenwinkels, deels opvangen. Voor een groot deel van de voorzieningen is fysieke nabijheid en goede bereikbaarheid van belang voor de leefbaarheid van de kern en de regio. •
Door de bevolkingstransitie neemt de kwantitatieve vraag naar voorzieningen niet alleen af, maar verandert deze vraag naar en functie van voorzieningen ook. Door de verwachte bevolkingsdaling en de economische rendabiliteit zal er in een groot deel van de regio druk komen te staan op het gebruik van commerciële en niet-commerciële voorzieningen.
•
Naast de demografische transitie zijn ook de schaalvergroting in de detailhandel, het aanbod van digitaal winkelen en digitale diensten en de bedrijfsbeëindiging van zelfstandige winkels van invloed op het toekomstig winkelaanbod. In samenwerking met de Rijksbouwmeester vindt er een onderzoek plaats naar de programmatische en kwalitatieve invulling voor het toekomstbestendig houden van Aalten, Groenlo en Winterswijk. De lessen die in dit proces worden opgedaan kunnen worden gebruikt voor de andere kernen en gemeenten in de regio.
•
De ontwikkeling dat de grote, vaak landelijke, ketens als enige economisch rendabel weten te blijven en als gevolg daarvan het voorzieningenaanbod bepalen is een landelijke ontwikkeling maar kan zich in een anticipeerregio nadrukkelijker manifesteren. Naast deze meer macroeconomische ontwikkeling is het tevens de vraag op welke wijze welzijnsorganisaties aankijken tegen de lokale en regionale spreiding van het zorgaanbod,
•
Op welke wijze wil de Regio Achterhoek de keuzen binnen het voorzieningenprogramma innovatief realiseren? Welke voorzieningen denken de publieke partijen (gemeenten, provincie, Rijk) zelf te kunnen realiseren en voor welke voorzieningen kan de regio samen met ondernemers en maatschappelijke organisaties op zoek naar slimme coalities en business cases?
Regionale afstemming en samenwerking zijn essentieel om deze opgaven te beantwoorden, waaronder het aanvaarden van het clusteren en opheffen van voorzieningen in dorpen, om de vitaliteit te behouden. In de Agenda 2020 wordt getracht hier meer inzicht in te krijgen en een visie op het uitvoeringsprogramma te ontwikkelen voor het wenselijke regionaal voorzieningenpakket. Hiervoor is gestart met de ontwikkeling van het Fact Finding Onderzoek binnen de regio. Net als in andere regio’s is het belangrijk om te onderzoeken wat de beschikbaarheid, de bereikbaarheid en het niveau van het functioneren van de voorzieningen nu is en wat een wenselijk programma is voor in de toekomst. De aanzet tot strategische keuzen op het gebied van bepaalde voorzieningen, zoals onderwijs, is al gedaan. Alleen moeten de samenwerkende krachten elkaar nog vinden. Er wordt aangegeven dat er 20
nu nog teveel een gevoel van vrijblijvendheid heerst in de regionale samenwerking en planning. De emoties van de bewoners en het verwachtingspatroon spelen in dit proces ook een belangrijke rol. Om binnen de uitvoering van de Agenda 2020 concrete vervolgstappen te kunnen zetten reiken we de volgende stappen in het proces aan: •
In de eerste fase wordt een uitgebreide inventarisatie gemaakt van de commerciële en nietcommerciële voorzieningen in de regio. Vervolgens zal een gezamenlijk visie op een programma van voorzieningen worden geformuleerd;
•
Het vaststellen en doorrekenen van de consequenties hiervan door middel van de MKBA op het niveau van de voorzieningen;
•
Het zoeken naar slimme en vernieuwende coalities om te komen tot uitvoering van de gewenste voorzieningen binnen het programma;
•
Het maken van duidelijke afspraken over uitvoering, financiële kaders en eventuele fondsvorming.
Gevoeligheidsanalyse overige voorzieningen In verschillende regio’s wordt er in het kader van de bevolkingstransitie een ondersteunde MKBA uitgevoerd waarin verschillende scenario’s van het voorzieningenaanbod worden meegenomen en onderzocht. Ook voor de regio Achterhoek zullen er uit de Atlas verschillende beleidsopties komen die verder kunnen worden gewogen met behulp van een MKBA. Alhoewel dit kan helpen om afwegingen op regionaal niveau te maken zullen de consequenties en politieke discussies vaak op lokatie- en gemeentelijk niveau worden gevoeld en gevoerd. Het zoeken naar slimme en vernieuwende manieren om voorzieningen te organiseren en financieren kan helpen deze spanningen te verminderen. Aandachtspunt is dat de regio soms sterke en soms beperkte invloed heeft op de ontwikkeling van (niet) commercieel aanbod in de kernen. De processen van schaalvergroting en rendabiliteit zijn redelijk autonoom. De vraag is op welke wijze de beperkte invloed kan worden aangewend in het kader van een gewenst regionaal voorzieningenaanbod. Vanuit de regio en/of gemeente zou een regionaal of lokaal voorzieningenfonds een bijdrage kunnen leveren.
Vragen voor de dialoog •
Hoe wil de Regio inzicht krijgen en uiteindelijk sturen op het gewenste commerciële en nietcommerciële voorzieningenaanbod, en op welke wijze wil zij omgaan met concurrende voorzieningen binnen de regio bij een dalende vraag?
•
Welke niet-commerciële voorzieningen zijn noodzakelijk voor een toekomstbestendige kern?
•
Op welke wijze kunnen de gemeenten in de regio er voor zorgen dat als er een passende visie op het voorzieningenniveau is opgesteld, de gemeenten dit vanuit dezelfde criteria bekijken en zij zich in dezelfde richting bewegen? Hoe kunnen hierover regionale afspraken worden gemaakt? Is het een mogelijkheid om over dit onderwerp masterclasses te organiseren voor de gemeenteraden zodat dezelfde afwegingskaders kunnen worden gehanteerd? 21
3.2.6
Economie en arbeidsmarkt
Kwantitatieve informatie •
De grootste bedreiging voor de arbeidsmarktontwikkeling in de Achterhoek ligt in de ontgroening en vergrijzing van de regio. De leeftijdsgroep 0 tot 20 jaar zal in de periode 2010-2040 met ruim 16 procent dalen en ook de leeftijdsgroep 20 tot 65 kent een forse daling van 23 procent. Terwijl deze twee groepen een daling kennen, stijgt de leeftijdsgroep 65 jaar of ouder erg sterk met 53 procent in de periode 2010-2040. Dit heeft onder meer grote gevolgen voor het onderwijs, de arbeidsmarkt, de zorgsector en de woningbouw. Het voorgaande betekent dat de beroepsbevolking een extra krimp zal laten zien. Niet alleen zal het aantal inwoners van 20 t/m 64 jaar flink dalen, ook zal het aandeel van categorie 45+ binnen de beroepsbevolking toenemen. Deze groep kent een lagere participatiegraad dan gemiddeld.
•
De sectoren industrie (17%), de gezondheidszorg (17%) en de detailhandel (12%) verzorgen een groot deel van de werkgelegenheid in de regio. De industrie is hiermee relatief oververtegenwoordigd ten opzichte van het gemiddelde van de provincie Gelderland. De zakelijke dienstverlening is als sector binnen de regio relatief ondervertegenwoordigd.
•
De werkloosheid is met 4,7% relatief laag. De gemiddelde werkloosheid in de provincie Gelderland is 5,6% en het landelijk gemiddelde is 5,8%. Ruim een kwart hiervan wordt gevormd door ongeschoold werkzoekenden.
•
De daling in de leeftijdgroep 20 tot 65 jaar zal in de toekomst zorgen voor een structurele krapte op de arbeidsmarkt. Dit betekent onder meer dat de groter wordende vraag voor zorg door de stijging van het aantal ouderen niet goed opgevangen kan worden. De huidige instroommogelijkheden voor jongeren in de zorg sluit slecht aan bij de lange termijn behoefte.
•
De regio Achterhoek kent een relatief groot aantal laaggeschoolden. De kwetsbaarheid van deze laaggeschoolde werkzoekenden neemt toe door hogere eisen van werkgevers (MBO als bodem) , verdere verdringing, meer uitstroom vanuit Sociale Werkvoorziening, toestroom vanuit WAO en grotere concurrentie(werknemers) uit nieuwe EU-landen
•
De Nederlandse kantorenmarkt staat er slechter voor dan tot nog toe werd aangenomen, met grootschalige leegstand als belangrijkste gegeven. Hierbij komt het feit dat het aantal kantoorarbeidsplaatsen niet groeit en het aantal meters gebruik per persoon afneemt, vooral als gevolg van ontwikkelingen als de toename van het aantal zelfstandigen en het (flexibele) werken op afstand.
•
Ondanks de dreigende leegstand is het behoud van bedrijven en het aantrekken van nieuwe bedrijven van groot belang voor de economische vitaliteit van de regio. Een kans hierin kunnen de hooggespecialiseerde en kleinschalige bedrijven zijn. Dit type bedrijvigheid vraagt om nieuwe woonwerkmilieus, zoals karakteristiek cultuurerfgoed waarop wordt ingezet in de Regionale Agenda 2020.
22
De voorziene bevolkingsdaling en de vergrijzing kan grote effecten hebben op de economische ontwikkeling van de regio. Het goed opleiden, verbindingen leggen tussen ondernemers, onderwijs en overheid en het vasthouden van bedrijven en de beroepsbevolking is een belangrijke opgave. Dit wordt nu onder andere gedaan door het Platform Onderwijs Arbeidsmarkt (POA Achterhoek) en met de regionale vacaturesite Achterhoek Werkt! Duurzame regionale samenwerking tussen de verschillende betrokken organisaties is van groot belang. Daarnaast wordt er via de binding van de vier B’s – bewoners, bezoekers, bedrijven en bollebozen – getracht te werken aan het versterken van het imago van de regio als aantrekkelijk werkgebied, Dit kan versterkt worden door bijvoorbeeld op regionaal niveau de vroegtijdige aansluiting goed te organiseren tussen MBO-opleidingen en de specifieke wensen van de regionale arbeidsmarkt. Kansen liggen er voor de Regio nog op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking en ‘out of the box’ denken. De provincie Gelderland werkt met een (top)sectorenbeleid maar de provincie Overijssel heeft bijvoorbeeld een sector opgenomen die goed aansluit bij de Achterhoek. Waarom geen alliantie aangaan met een andere provincie? De expertise van het Rijk kan worden benut om dit verder invulling te geven en hier mogelijk een economische conferentie over te organiseren.
Gevoeligheidsanalyse economie en arbeidsmarkt Voor de bedrijventerreinen is aangegeven dat zal worden ingezet op herstructurering. Er zijn geen nieuwe zoeklocaties aangewezen in de structuurvisie. Dit sluit aan bij de wens in te zetten op groenblauwe diensten, de vrijkomende agrarische bebouwing te benutten en de landbouw te herstructureren. Een pro-actieve rol van de Regio Achterhoek in werving en acquisitie van bedrijvigheid kan mogelijk een ondersteunende rol bieden in de ontwikkeling van het gebied. De vraag is of de effectiviteit voldoende is en er voldoende gekwalificeerd personeelsaanbod is. Een belangrijke opgave is om opgeleid en gespecialiseerd personeel te behouden voor de regio en kwalitatief aanbod van huisvesting en banen te behouden. Hierin ligt een belangrijk aandachtspunt voor het POA en de regio en daar zijn verschillende instrumenten voor beschikbaar. De verwachte bevolkingsdaling in de regio betekent dat de potentiële beroepsbevolking zal afnemen. Het zorgt ervoor dat bedrijven moeilijker aan goed geschoold personeel kunnen komen en het kan een negatieve uitwerking hebben op het aanbod van bedrijven en het vestigingsklimaat in de regio, wat vervolgens weer de bevolkingstransitie kan versterken.
Vragen voor de dialoog •
Op welke terreinen en hoe zou de Regio effectief een meerwaarde kunnen realiseren voor de economie en gerelateerde arbeidsmarkt?
•
In hoeverre kunnen het onderwijs en het regionale bedrijfsleven beter samenwerken om een mismatch op de (lange termijn) arbeidsmarkt te voorkomen?
•
Aangegeven wordt dat de innovatiekracht een belangrijke eigenschap is van de Achterhoek. Op welke wijze kan de regio de innovatiekracht omzetten in slagkracht voor economische ontwikkeling? 23
•
In de Regionale Agenda wordt sterk ingezet op de energietransitie in de regio, hier liggen belangrijke kansen voor economische en duurzame ontwikkeling. Deze vraagstukken zijn echter complex en vergen veel investeringen c.q. subsidies. In hoeverre zijn de business cases voldoende doorgerekend op haalbaarheid?
•
Op de arbeidsmarkt rijst de vraag op welke wijze de regio jonge mensen meer kan interesseren voor de energiemarkt, en hoe kunnen oudere werknemers beter ondersteund en begeleid worden naar een volgende baan?
3.2.7
Ruimtelijke ontwikkeling en duurzaamheid
Gezien de opgaven die op de regio afkomen is het van belang dat de regio goed wordt ontsloten ten opzichte van Nederland en de externe omgeving. De gevolgen van de bevolkingsdaling heeft duidelijke ruimtelijke consequenties. Binnen de regio is de Agenda 2020 uitgangspunt geweest voor de ruimtelijke structuurvisie. In de regio Achterhoek is in 2011 een nieuwe ruimtelijke structuurvisie vastgesteld die inspeelt op de veranderingen in de demografie, energietransitie, landbouw en de functie van het landelijk gebied. Concreet gevolg van de nieuwe insteek is dat er niet meer wordt gezocht naar nieuwe zoekgebieden voor stedelijke functies. De nieuwe sturingsfilosofie is dat het ruimtelijk beleid meer faciliterend moet zijn aan sociale en economisch gewenste ontwikkelingen. In de regionale visie zijn een viertal speerpunten genoemd, dat zijn de volgende: omgaan met de verwachte krimp, externe relaties, veranderingen in het landelijk gebied en het maken van een overstap naar duurzame energie. Concreet betekent dit dat de volgende maatregelen verder uitgewerkt moeten worden in het ruimtelijk domein. •
In regionaal verband is de planvoorraad woningen teruggebracht van 15.000 woningen naar 5.900. De aandacht komt te liggen bij de (bestaande) particuliere woningvoorraad. Een belangrijke opgave is om deze voorraad aan te passen aan de toekomstige kwalitatieve woningbehoefte. De uitwerking vindt plaats via de Regionale Woonvisie.
•
Voor de regionale bedrijventerreinen zijn er afspraken gemaakt in een gezamenlijk Regionaal Programma Bedrijventerreinen. Hierin zijn afspraken opgenomen over acquisitie, herstructurering, grondprijsbeleid en planning. Het betekent dat er geen nieuwe zoekgebieden zijn opgenomen in de regio.
•
In de ruimtelijke visie wordt aangegeven dat de grootste uitdaging ligt in het ruimtelijk faciliteren van gewenste aanpassingen van organisaties, producten en voorzieningen op de ontgroening en vergrijzing in de regio. Er bestaat veel behoefte aan regionaal en lokaal maatwerk. De discussie over spreiding of concentratie zal hierin centraal staan.
•
De Achterhoekse gemeenten kiezen er voor om vooral het voorzieningenniveau in de grotere kernen te bevorderen. Het ruimtelijk beleid voor deze kernen is in belangrijke mate gericht op het behouden en versterken van het draagvlak voor de voorzieningen.
•
In de Agenda 2020 en de ruimtelijke visie wordt gekozen om de weg in te zetten naar duurzame energieproductie middels energietransitie. De Achterhoek zet vooral in op biogas en zonne-energie.
24
Gevoeligheidsanalyse Ruimtelijke ontwikkeling en duurzaamheid De ambities van de Ruimtelijke Agenda ten aanzien van duurzaamheid en energietransitie binnen het ruimtelijk domein zijn hoog en sluiten aan bij een landelijke tendens, tegelijkertijd zijn de investeringen om duurzaamheid en de transitie te realiseren enorm. Deze investeringen moeten plaatsvinden in een periode van bezuiningen en demografische transitie. Dit vraagt om het selectief prioriteren van de investeringen in relatie tot de opbrengsten voor de regio m.a.w. waar levert deze investering het meeste op, zowel maatschappelijk en/of economisch? De uitwerking van (het schrappen van) plancapaciteit van woningen en bedrijventerreinen wordt expliciet genoemd in het kader van de bevolkingstransitie. De regio is daar helder over, het is minder duidelijk op welke wijze dit concreet wordt vormgegeven in de uitwerking van de regionale structuurvisie en woonvisie en hoe de (rente)verliezen worden verdeeld binnen de regio. De regio geeft in het regiocontract met de provincie aan dat de investeringen die nodig zijn voor de gevolgen van de demografische transitie immens zijn en dat zij deze niet kunnen dragen. Daarom vragen zij de provincie Gelderland een Urgentiefonds Demografische Ontwikkeling op te richten van waaruit investeringen kunnen worden gedaan om projecten te financieren die voortkomen uit demografische ontwikkelingen en een duidelijk positief effect hebben voor de samenleving. Er wordt dan vooral gedacht aan het toekomstbestendig maken van de kernen, de uitwerking van dit begrip verdient verdere aandacht van de regio om de consequenties en de maatregelen concreet te maken.
3.2.8
Fysieke en digitale bereikbaarheid
Het uitgangspunt van de Agenda 2020 is het verbeteren van de bereikbaarheid door het realiseren van de ontbrekende schakels in het (hoofd)wegennet, het verhogen van de kwaliteit en de betrouwbaarheid van het openbaar vervoer. Daarnaast wordt ingezet op het verbeteren van de digitale bereikbaarheid van de kernen. Door middel van bereikbaarheidsprojecten wordt door de Regio gepoogd de woon-, werk- en voorzieningenkwaliteit van het gebied te behouden en te verbeteren. Het is niet te verwachten dat hiermee de demografische transitie ongedaan gemaakt kan worden, het biedt echter wel de garantie voor goede interne en externe bereikbaarheid van de regio en daarmee een goede basiskwaliteit voor de (toekomstige) bevolking. De tijd waarin voorzieningen te bereiken zijn, is belangrijker dan de afstand tot voorzieningen. Vragen voor de dialoog •
Welke ruimtelijke of infrastructurele projecten zullen de meeste economische en/of maatschappelijk toegevoegde waarde opleveren voor de regio?
•
Wat zullen kansrijke(voorbeeld) projecten buiten de regio zijn om mee aan de slag te gaan of in samen te werken?
•
Op welke wijze kan het platteland betrokken worden bij de economische ontwikkeling en het leefbaarheidsvraagstuk? Wat zijn daarin de bepalende criteria voor ruimtelijke kwaliteit en economische ontwikkeling c.q. het aanjagen daarvan? En op welke wijze combineert de regio het streven naar behoud van het bestaande met de transitieopgave en (eventuele) 25
economische ontwikkeling in het buitengebied of de kleine kernen? Hoe kunnen de burgers worden betrokken in dat proces en kan er een omslag in denken worden georganiseerd?
Gevoeligheidsanalyse bereikbaarheid De regio is voor de geformuleerde projecten voor het verbeteren van de bereikbaarheid sterk afhankelijk van besluitvorming van externe partijen, zoals het Rijk en de provincie Gelderland. De vraag is reëel of zij zullen extra financiële middelen investeren in het verbeteren van openbaar vervoer in een krimpende regio. Over de haalbaarheid van de verschillende projecten op dit terrein kan nog onzekerheid blijven bestaan. In het kader van de Agenda 2020 heeft de regio een kwartiermaker aangesteld voor het realiseren van een breedbandnetwerk. Onderzocht zal moeten worden wat de meerwaarde is van het potentiële gebruik van een glasvezelnetwerk in de regio ten opzichte van de investeringskosten (voor de regionale overheid of afzonderlijke gemeenten). En weegt deze meerwaarde op tegen andere investeringen in leefbaarheid en kwaliteit van de regio?
26
4
Krachtenveld en financiën
In deze analyse van het krachtenveld bekijken we vooral de samenwerking en uitvoering in regionaal perspectief. Zoals eerder aangegeven zijn de doelen die geformuleerd zijn in de Ruimtelijke Agenda richtinggevend en dus niet SMART geformuleerd. De projecten en programma’s die hieruit voortkomen in de Investeringsagenda worden verder vormgegeven, georganiseerd en uitgevoerd via de Werkplaatsen. Het is helder dat de Agenda 2020 niet uitputtend is, op lokaal niveau zijn er in de gemeenten verschillende initiatieven en projecten die tevens bijdragen aan de kwaliteit en leefbaarheid in de gemeenten en daarbij in de regio. Daarnaast is de Agenda 2020 ook een interactieve agenda, de projecten worden vastgesteld binnen de werkplaatsen en de agenda biedt de inhoudelijke kaders waarbinnen ze dienen te vallen. In de verschillende regionale documenten wordt aangegeven dat de opgaven die zijn geformuleerd vragen om flinke investeringen die de gemeenten zelf niet alleen kunnen opbrengen. Voor de expertise, samenwerking en financiering wordt dan ook nadrukkelijk gekeken naar de provincie, het Rijk, eventuele Europese fondsen en ook naar bijdragen van het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Brede coalities kunnen hiervoor op diverse beleidsterreinen binnen de Agenda 2020 worden gevormd. De projecten en programma’s uit de Agenda 2020 moet worden gerealiseerd door het bedrijfsleven, de gemeenten en de maatschappelijke ondernemers in de Achterhoek. Zij nemen hiervoor gezamenlijk de verantwoordelijkheid. De projecten en programma’s worden uitgewerkt binnen de hiervoor opgerichte werkplaatsen. In de beschrijving van de samenwerking met het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties wordt deze aanpak verder toegelicht.
4.1 SAMENWERKING MET BEDRIJFSLEVEN EN HET MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD Samenwerking binnen de Agenda 2020 •
In 2011 is gewerkt aan de bestendiging van de samenwerking. Op dat moment is hieraan de werktitel Achterhoek Coöperatie 2020 gegeven. Het is geen coöperatie in juridische zin, het belangrijkste is dat de verschillende organisaties goed vertegenwoordigd zijn en dat de projecten voldoende aangesloten zijn bij de partners. Het is een samenwerkingsmodel in ontwikkeling waarop zo nu en dan wordt gereflecteerd met kennis- en onderwijsinstellingen.
•
In het beoogde verband werken de drie partijen samen om de geselecteerde projecten en programma’s uit de Investeringsagenda te realiseren. Dit gaat volgens het Achterhoeks model: een coöperatieve regio waarin organisaties en personen slimme verbindingen maken en breder kijken dan hun eigen doelen en belangen. Kern van dit model is volgens de Regio dat dit leidt tot creatieve en onverwachte oplossingen.
•
Per project of programma uit de Agenda 2020 worden vooraf duidelijke samenwerkings- en financiële afspraken gemaakt. Het is niet noodzakelijk voor elke organisatie om bij elk project betrokken te zijn. De projecten en programma’s worden projectmatig ingestoken vanuit de Investeringsagenda en worden gecoördineerd binnen werkplaatsen en ook afzonderlijk ingestoken door gemeenten of andere initiatiefnemers.
27
•
Vanuit de samenwerking binnen de Agenda 2020 zijn er verschillende samenwerkingsverbanden en initiatieven opgericht die zich richten op verschillende thema’s, bijvoorbeeld Platform Onderwijs Arbeidsmarkt Achterhoek en Achterhoek Werkt (achterhoekwerkt.nl).
4.2 BESTUURLIJKE ORGANISATIE Intergemeentelijke samenwerking •
De gemeenten werken binnen een WGR verband samen, met deze samenwerking wordt getracht de inhoudelijke samenhang en regionale betrokkenheid te versterken en daarnaast een focus aan te brengen op het uitvoeren van projecten en programma´s die mede voortkomen uit de Agenda 2020.
•
De afzonderlijke gemeenteraden bepalen de inhoudelijke en bestuurlijke kaders waarbinnen wordt samengewerkt waarbij de financiering van projecten op projectbasis geschiedt. De regie van de portefeuillehoudersoverleggen ligt bij de gemeenten, in de overleggen worden de lokale belangen verbonden met de regionale belangen. Het is duidelijk dat de beslissingsmacht ligt bij de gemeenteraden.
•
Vanuit de regionale samenwerking wordt aansluiting gezocht, en coördinatie georganiseerd voor en van de inbreng van de acht gemeenten binnen de samenwerking in het drie O’s verband. Dit laatste is vastgelegd in een convenant.
Regiocontract met de provincie Gelderland •
De Regio Achterhoek heeft een subsidieaanvraag gedaan bij de provincie Gelderland in de vorm van een regiocontract 2011 - 2015. In dit regiocontract zijn verschillende projecten en programma´s opgenomen die voortkomen uit de Agenda 2020 en verder zijn uitgewerkt, of nog moeten worden uitgewerkt, in de Investeringsagenda 2020.
•
De subsidieaanvraag die is opgenomen in het concept Regiocontract met de provincie Gelderland is totaal € 13.768.500, een bedrag dat zal worden ingezet op verschillende programma´s en projecten. Uit de aanvraag wordt duidelijk dat de gemeenten uit de regio aan dezelfde projecten een bijdrage leveren van € 20.115.750, van derden wordt nog een bijdrage verwacht van € 14.603.500. Over het toekennen van deze subsidieaanvrag moet nog door PS worden besloten.
•
Naast de subsidieaanvraag is bij de provincie het verzoek neergelegd om een Urgentiefonds Demografische Ontwikkeling op te richten. De Regio Achterhoek meent dat dit fonds investeringen zou kunnen doen die er voor zorgen dat er in Gelderland geen gebieden in een negatieve spiraal kunnen komen door de gevolgen van de bevolkingstransitie.
Het Rijk en Europese middelen •
Met het ministerie van Binnenlandse Zaken is eind november 2011 een ’agreement of support’ ondertekend in het kader van de Agenda 2020. In dit kader zijn afspraken gemaakt over onder andere het doen van een onderzoek naar grensoverschrijdende samenwerking en het uitvoeren van een maatschappelijke kosten-baten analyse voor de voorzieningen in de regio.
28
•
Aangegeven wordt dat er ook gekeken zal worden naar de mogelijkheden van nationale en Europese financiële middelen om de realisatie van de investeringsagenda Agenda 2020 mogelijk te maken. In de verschillende documenten wordt door de regio geconstateerd dat de Agenda 2020 zonder extra financiële middelen niet uit te voeren valt.
4.3 FINANCIEN Uit de verschillende documenten die opgesteld zijn door (partijen uit) de Regio kunnen we de volgende observaties doen betreffende de financiën: •
De uitvoering van de Agenda 2020 vergt enorme investeringen, om deze te kunnen doen is financiële steun van provincie, Rijk en de Europese Unie een noodzakelijke randvoorwaarde.
•
Het is voor de regionale partijen nog onduidelijk welke (financiële) middelen er beschikbaar zijn vanuit het Rijk. Volgens de financiële bijlage van het regiocontract is de gewenste Rijksbijdrage vooral groot bij de infrastructuurprojecten, in totaal vormen zij € 2,1 mld van de € 2.75 mld die de uitvoering van de projecten uit de Agenda 2020 (volgens de financiële bijlagen van het regiocontract) zou moeten kosten.
•
Daarnaast zal vanuit de gemeenten zelf nog een flinke bijdrage geleverd moeten worden aan de verschillende projecten en programma’s binnen het investeringsprogramma. Daarnaast zullen sommige reguliere uitgaven toenemen, bijvoorbeeld door een hogere druk op de middelen voor de WMO.
•
De inschatting die door de Regio is gemaakt staat los van een doorberekening van de kosten op basis van een gewenste programmatische vertaling van de verschillende onderdelen van de Agenda 2020. Deze programmatische vertaling van projecten en programma’s naar de financiele en organisatorische consequenties is nog onvoldoende gemaakt. Het is om deze reden dan ook nog prematuur om aan te geven dat er onvoldoende dekking is voor de uitvoering van de agenda. De Regio zou eerst het uitvoeringsprogramma verder invulling moeten geven en daarin tevens de fasering, organisatie en financiering opnemen.
•
De kosten of eventuele verliezen door waardedalingen van vastgoed zullen vooral komen te liggen bij de particulieren huiseigenaren. Verdere waardedalingen en leegstand van woningen zou kunnen leiden tot lagere inkomsten vanuit de OZB.
•
De sterk gedaalde behoefte aan woningbouw en ontwikkeling van bedrijventerreinen leidt tot minder gemeentelijke inkomsten: minder leges en minder inkomsten c.q. meer verliezen op de grondexploitatie. De financiële positie van veel overheden is slecht, daarbij komt nog dat het Rijk extra bezuinigingen wil doorvoeren en middels decentralisatie van verschillende taken naar gemeenten extra druk op de gemeentelijke begroting valt te verwachten.
•
Daarnaast moeten we constateren dat de financiële uitgangsposities van woningcorporaties, zorgaanbieders en andere maatschappelijke ondernemingen ook niet rooskleurig zijn.
•
Het regiocontract met de provincie Gelderland zorgt er voor dat naar alle waarschijnlijkheid een selectie van projecten uit het Investeringsprogramma (deels) zijn gefinancieerd. Het Urgentiefonds zal voorlopig niet door de provincie worden opgericht.
29
Gevoeligheidsanalyse krachtenveldanalyse De regionale samenwerking is goed geborgd en lijkt op basis van de analyse ogenschijnlijk soepel te verlopen. Een volgende slag voor de uitvoering van de Agenda 2020 dient gemaakt te worden door scherper en selectiever keuzen te maken richting de Investeringsagenda. Verdere uitwerking en concretisering van het Investeringsagenda moet laten zien welke selectie van projecten en programma er in de komende periode in het kader van de Agenda 2020 gerealiseerd kunnen worden. Middels een MKBA kan er kritisch gekeken worden naar de toegevoegde waarde van de verschillende projecten en programma’s voor de ontwikkeling van de regio. De regionale samenwerking lijkt zich vooral te richten op het bestuurlijke niveau. Voor de uitvoering van de agenda zou de betrokkenheid van de gemeenteraden vergroot moeten worden. Op dat niveau zal uiteindelijk de besluitvorming plaatsvinden over de consequenties van de keuzen die er in de Agenda 2020 en daaruit voortvloeiende investeringen en/of bezuinigingen op voorzieningen of projecten op regionaal of lokaal niveau.
Vragen voor de dialoog •
De samenwerking in de regio is in de onderzoekende en visievormende fase van het besluitvormingsproces stevig geweest. In hoeverre is de succesvolle regionale samenwerking voldoende uitgerust om complexe besluiten te nemen naarmate de vraagstukken over programmering en financiering van woningen, commerciële en niet-commerciële voorzieningen, investeringen in leefbaarheid en regionale economie concreet vertaald zijn naar programma’s en projecten op lokaal en regionaal niveau?
•
In hoeverre hebben de gemeenten in de eigen begroting al rekening gehouden met de investeringen die nodig zijn om de geformuleerde programma’s en projecten uit de Regionale Agenda te financieren? In welke mate zijn ze afhankelijk van externe financieringsbronnen en staan de gemeenten en de Regio open voor het zoeken naar vernieuwende oplossingen met uitvoerende organisaties en private partijen?
• Hoe wordt binnen de regionale samenwerking besloten over de prioritering en fasering van projecten en programma’s naar aanleiding van de verschillende onderzoeken en analyses die er de komende tijd in het kader van de Regionale Agenda binnen de verschillende werkplaatsen plaatsvinden, en hoe wordt de toegevoegde waarde van de verschillende initiatieven onderling beoordeeld en wat zijn de criteria?
•
In welke mate willen de samenwerkende partijen binnen de Regio Achterhoek op zoek gaan naar vernieuwende oplossingen binnen projecten ten aanzien van organisatie en financien? Staan de partijen open voor het formuleren van business cases met uitvoerende organisaties en private partijen? Op welke wijze is de bijdrage van derde zoals deze is opgenomen in de bijlage van het regiocontract nu georganiseerd
30
BIJLAGE 1 Regionale identiteit: gegevens regio Achterhoek 1.
Demografie
Ontwikkeling inwonertal 305.000 300.000 295.000 290.000 285.000 280.000 Achterhoek
275.000 270.000 265.000 260.000 2005 (CBS)
2010
2015
2020
2025
2030
2040
Ontwikkeling aantal huishoudens 132.000 130.000 128.000 126.000 124.000 122.000 120.000 118.000 116.000 114.000 112.000
Achterhoek
2005 (CBS)
2010
2015
2020
2025
2030
2040
Procentuele ontwikkeling bevolking naar leeftijdsklassen 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% -10,0% -20,0% -30,0%
2005-2010 2010-2020 2020-2040
Bevolking Bevolking Bevolking leeftijd -4 leeftijd 5 tm leeftijd 15 jaar 14 jaar tm 19 jaar
Bevolking Bevolking Bevolking Bevolking leeftijd 20 leeftijd 25- leeftijd leeftijd 75+ tm 24 jaar 64 jaar 65-74 jaar
31
2.
Wonen Ontwikkeling woningvoorraad 140.000 120.000 100.000 80.000
koop huur
60.000
totaal
40.000 20.000 0 2005
3.
2010
2020
2030
Voorzieningen
Gemiddelde afstand tot voorzieningen (km)
Afstand tot zwembad
Afstand tot bibliotheek
Afstand tot HAVO/VWO
Afstand tot huisartsenpraktijk 7 6 5 4 3 2 1 0
Afstand tot VMBO Afstand tot basisschool
Afstand tot apotheek
Afstand tot ziekenhuis Krimpregio Afstand tot grote supermarkt
Afstand tot kinderdagverblijf Afstand tot buitenschoolse opvang
32
Nederland
4.
Onderwijs
Percentage leerlingen naar leerweg, 2011
45 40 35 30 25 20
Achterhoek
15
Nederland
10 5 0 Leerlingen VMBO - Leerlingen VMBO - Leerlingen HAVO gemengde leerwegtheoretische totaal totaal leerweg- totaal
5.
Leerlingen VWO totaal
Economie
Gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner, * 1000.
Gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner *1000 € 16 € 15 € 14 € 13 € 12
Nederland Achterhoek (CR)
€ 11 € 10 €9 €8 2005
2006
2007
2008
2009
33