Standpunten
AOb Standpunten
Standpunten AOb In de loop der tijd zijn binnen de AOb heel veel zaken aan de orde gekomen en besproken. Niet alle AOb’ers zijn altijd even goed op de hoogte van wat er over bepaalde zaken wordt gedacht. Toch krijgt iedere AOb’er van tijd tot tijd te maken met vragen naar standpunten van de bond. Daarom hieronder in alfabetische volgorde een beknopt overzicht.
Agressie en geweld op school In de hele maatschappij komen agressie en geweld voor. Helaas dus ook op scholen. Geweld en agressie hebben een grote impact op leerlingen en personeel. De AOb wil dat de school een veilige omgeving is. Daarom is het belangrijk dat scholen een goed veiligheidsplan hebben. Een veiligheidsplan geeft geen garantie dat er nooit iets gebeurt. Wel weten scholen met een sluitend veiligheidsbeleid hoe ze risico’s kunnen inperken. Meer weten over hoe scholen een adequaat veiligheidsplan kunnen invoeren? Ga naar www.aob.nl en download de brochure ‘Je staat er niet alleen voor’.
Autonomie van instellingen Onderwijsinstellingen zijn voor een groot deel autonoom. Ze mogen zelf hun koers bepalen. Met zoveel autonomie is het belangrijk dat er voldoende toezicht is. De AOb vindt dat de overheid eindverantwoordelijk ís en blíjft voor het onderwijs.
3
AOb Standpunten
De AOb wil dat de overheid toeziet op drie belangrijke punten: • de toegankelijkheid van het onderwijs • de kwaliteit van het onderwijs • een juiste besteding van het geld dat voor onderwijs is bedoeld.
Beloningsbeleid De AOb wil een eerlijk en eenduidig beloningsbeleid voor iedereen in het onderwijs: voor docenten, ondersteuners én bestuurders. Alleen de cao voorziet in zo’n systeem. De AOb wijst andere beloningsleidraden of -systemen af. Deze zijn onrechtmatig en dus niet rechtsgeldig. Topsalarissen die het ministersalaris overstijgen horen niet thuis in het onderwijs. Ook niet bij grote schoolbesturen. Zie ook salarissen van bestuurders op www.aob.nl.
Bijzonder onderwijs Nederland heeft een voor Europa uniek onderwijssysteem. Naast openbare scholen, die bestuurd worden door (gemeentelijke) overheidsinstanties, bestaan er bijzondere scholen, die uitgaan van (levensbeschouwelijk of pedagogisch-didactisch geïnspireerde) stichtingen of verenigingen. Als dergelijke scholen voldoen aan de kwaliteitscriteria die de overheid aan scholen stelt, worden ze door de overheid bekostigd. Als Algemene Onderwijsbond is de AOb er ook voor het bijzonder onderwijs. Via de levensbeschouwelijke afdelingen en de groepen Algemeen bijzonder onderwijs en Openbaar onderwijs kunnen werknemers in het bijzonder onderwijs elkaar specifiek ondersteunen en inspireren.
4
AOb Standpunten
Carrière Ook binnen het onderwijs moet het mogelijk zijn om carrière te maken. Zo blijft het vak van leraar uitdagend en aantrekkelijk voor docenten. Dat kan weer bijdragen aan het verminderen van het lerarentekort. Carrière maken in het onderwijs moet meer zijn dan het doen van extra leidinggevende taken. Ook docenten die ‘alleen maar’ voor de klas staan, moeten carrièrekansen krijgen. Hiervoor zijn genoeg mogelijkheden: een hogere bevoegdheid halen, een masteropleiding volgen. Opleiden is investeren. Het geld voor die investering is beschikbaar gekomen dankzij het Convenant LeerKracht. Met de lerarenbeurs uit dit convenant kunnen docenten eenmaal in hun loopbaan geld en tijd krijgen voor een flinke bijscholing. De beurs voorziet ook in de kosten van vervanging op school.
Citotoets Naast het advies van de docent is de citotoets een prima meetinstrument om het niveau van een kind mee te bepalen. Maar de toets blijft een momentopname. Bij de docent ligt de taak om het resultaat van de toets (in overleg met de ouders) te interpreteren. De docent kent de prestaties van de leerling over een langere periode. Het resultaat van de citotoets mag nooit allesbepalend zijn. Er is veel te doen geweest over het moment waarop de toets wordt afgenomen. Instanties en politici opperden om kinderen aan het einde van het schooljaar te toetsen. De AOb vindt dit een sympathiek voorstel. Wel denkt de bond dat een latere eindtoets niet de problemen zal oplossen die er zijn bij de aanmelding voor middelbare scholen.
5
AOb Standpunten
Competentiegericht onderwijs Er is een hoop te doen geweest over de invoering van competentiegericht onderwijs (cgo) in het mbo. Uit onderzoek van de AOb bleek dat 60% van de mbodocenten voorstander is van het concept. Maar tegelijkertijd maakt een groot deel van de docenten zich zorgen over de invoering ervan. De AOb wil daarom dat docenten zelf kunnen meebeslissen over invoering van het cgo. Immers, alleen docenten kunnen dit systeem tot een succes maken. Zij zijn de professionals, zij kennen hun leerlingen en het onderwijs. Docenten moeten kunnen bepalen welke aanpak nodig is. Daarnaast kan invoering alleen slagen: • als docententeams genoeg zeggenschap en (financiële) middelen hebben • als er voldoende docenten zijn • als het onderwijs kleinschalig is georganiseerd.
Conciërge Iedere school zou een eigen conciërge moeten hebben, ook in het primair onderwijs. Daarvoor maakt de AOb zich sterk. Want conciërges zijn van groot belang binnen de school. Te vaak komen ondersteunende taken terecht bij een docent of schoolleider: even het vuilnis buitenzetten, de telefoon opnemen, of in lestijd de deur openen. Belangrijke zaken, maar geen taken voor de docent. Hij moet zich op de klas kunnen richten.
6
AOb Standpunten
Door conciërges: • neemt de veiligheid op school toe (er is betere controle wie de school binnenkomt) • komen docenten en schoolleiders beter toe aan het verzorgen van goed onderwijs • komt er binnen het onderwijs ruimte aan de onderkant van de arbeidsmarkt.
Convenant LeerKracht! Het Convenant LeerKracht is afgesloten nadat de commissie Leraren onder leiding van Alexander Rinnooy Kan constateerde dat er een dubbel lerarentekort dreigde: zonder ingrijpen zou een groot tekort ontstaan aan goede docenten, zowel kwantitatief als kwalitatief. In het convenant wordt onder andere voorzien in de volgende punten: • in basis- en voortgezet onderwijs gaan veel docenten naar een hogere salarisschaal • de percentages leraren in hogere schalen worden per bestuur of school vastgelegd • docenten kunnen sneller naar het maximumsalaris. De AOb vindt dat de uitvoering van het convenant te traag gaat. Het is dan ook geen definitieve oplossing voor het lerarentekort. Wél een eerste stap in de goede richting. In het convenant is overigens afgesproken dat er nieuwe stappen volgen, als in de praktijk blijkt dat de maatregelen niet genoeg zijn.
7
AOb Standpunten
Meerdere plannen uit het convenant zijn inmiddels gerealiseerd. Zo is er een scholingsfonds gekomen, de lerarenbeurs. Ook is de functiemix gerealiseerd, waarmee meer docenten in hogere schalen kunnen komen.
Crisis Juist nu het economisch slecht gaat, is het allerbeste onderwijs nodig. Uit onderzoek van de OESO komt jaar na jaar naar voren: investeren in onderwijs loont. Het betaalt zich terug in economische groei. De AOb vindt dat er juist nu in kennis moet worden geïnvesteerd. Drie manieren om dat NU te doen: Investeer in de klas Geld moet rechtstreeks naar de leerling. Nu zijn er te veel omwegen voordat het geld in de klas komt. Besturen leggen te grote reserves aan, creëren logge bestuursbureaus, geven bestuurders topsalarissen. Door de overhead te verminderen komen miljarden vrij voor het onderwijsproces; tijd voor de leerling dus. De AOb wil extra aandacht voor het beroepsonderwijs: meer bevoegde leraren en meer carrièremogelijkheden voor het personeel. Een klas mag bestaan uit maximaal 24 leerlingen, met één bevoegde leraar. Dat moet uitgangspunt zijn voor de financiering van een school. Investeer in onderwijspersoneel Het beroep van leraar moet aantrekkelijker worden: door tijd om door te studeren, een marktconform salaris en loopbaankansen. En er moet meer tijd per leerling beschikbaar zijn. Nederlandse leraren zijn nu super productief in vergelijking tot hun buitenlandse collega’s: ze hebben vollere klassen dan gemiddeld en draaien
8
AOb Standpunten
veel uren. Daarom wil de AOb het Convenant LeerKracht uitbreiden met een beurs om onbevoegde leraren hun bevoegdheid te laten halen, en bevoegde docenten op te leiden tot het masterniveau. Verder wil de AOb een scholingsbeurs voor oop’ers, op elke school een conciërge en verkorting van de lestijd van leraren tot het OESO-gemiddelde. Houd het onderwijs publiek Onderwijs is een publieke zaak, waar de hele maatschappij van profiteert. Onderwijs moet daarom door de overheid worden bekostigd. Meer marktwerking leidt tot minder kwaliteit, het uitsluiten van groepen en slechtere werkomstandigheden. De AOb wil stoppen met marktwerking in de inburgering en educatie. Het hoger onderwijs moet toegankelijk blijven.
Doorlopende leerlijnen De AOb vindt de invoering van doorlopende leerlijnen een goede zaak. Door de invoering van deze leerlijnen wordt duidelijker wat een leerling op een bepaalde leeftijd moet kennen en kunnen. Momenteel ontbreken zulke duidelijke kaders nog. Daardoor sluiten schoolsystemen niet goed op elkaar aan en komen leerlingen in de problemen. Zo moeten hbo-studenten nu bijvoorbeeld nog worden bijgespijkerd op het gebied van spelling. Met de nieuwe referentiekaders moet duidelijk worden wat elke leerling op een bepaalde leeftijd moet weten en kunnen: op de leeftijd van 12 jaar, 16 jaar en 18 jaar. Zulke duidelijke referentiekaders kunnen ervoor zorgen dat echt iedereen voldoende kennis en kunde in huis heeft om goed mee te draaien in de maatschappij.
9
AOb Standpunten
Educatieve minor Studenten van bepaalde opleidingen mogen sinds kort na een educatieve minor lesgeven op de vmbo-t en in de eerste drie jaren van havo en vwo. Deze minor is door staatssecretaris Van Bijsterveldt in het leven geroepen om meer universitair geschoolden voor de klas te krijgen. Meer academici voor de klas: het is een nobel streven. De AOb vindt deze minor alleen de verkeerde manier om dat doel te bereiken. Lesgeven door studenten is geen structurele oplossing voor het lerarentekort. De AOb vreest dat door de minor halfbevoegde studenten voor de klas belanden. Een half jaar stage biedt immers geen vervanging voor een complete lerarenopleiding. De opleiding mag hooguit dienen om studenten te interesseren voor een baan in het onderwijs. Daarna behoren ze alsnog een volwaardige lerarenopleiding te volgen.
Examinering / eindexamens Zowel de schoolexamens als het centraal schriftelijk examen hebben een belangrijke rol in de schoolcarrière van een leerling. Beide examens zijn belangrijk, maar ze hebben alleen waarde als er eerlijk en zorgvuldig wordt getoetst en beoordeeld. Docenten moeten daarom de tijd en mogelijkheden hebben om grondig na te kijken. Bij de tweede correctie moet er per nagekeken werk een reële beloning zijn. Uit onderzoek van de Onderwijsraad bleek in 2008 dat het verschil tussen de uitslag van het schoolexamen en het centraal examen groeit. Dit verschil groeit omdat de gemiddelde cijfers voor de schoolexamens steeds hoger worden. Als
10
AOb Standpunten
scholen jaar na jaar te hoge cijfers geven voor schoolonderzoeken moeten ze hierop worden aangesproken, vindt de AOb.
Functiemix De functiemix is een maatregel uit het Convenant LeerKracht. De functiemix omvat een nieuwe verdeling van LB-, LC- en LD-lerarenfuncties op alle scholen volgens streefcijfers. Met de functiemix moeten meer docenten naar hogere salarisschalen doorstromen. Een belangrijke zaak. Want zo wordt het ook voor docenten die het grootste gedeelte van hun werktijd voor de klas staan mogelijk om carrière te maken. Docenten die door willen groeien zijn dus niet meer veroordeeld tot het doen van managementtaken. De functiemix stimuleert docenten om zich verder te ontwikkelen. Leraren krijgen niet zomaar een hogere schaal; ze moeten zich hiervoor specialiseren of bijscholen. Dit kan bijvoorbeeld door met de Lerarenbeurs een opleiding te volgen. Zo komen er kwalitatief betere docenten, met als resultaat beter onderwijs. Het vak van leraar wordt door de functiemix aantrekkelijker. En dat is met het oplopende lerarentekort hard nodig. Meer weten over de functiemix? Lees de veelgestelde vragen uit het Onderwijsblad op www.aob.nl.
Functiewaardering Bij de invoering van de functiewaardering in de verschillende onderwijssectoren werden docenten opnieuw ingeschaald. De AOb is nooit een voorstander van dit systeem geweest, maar is niet de enige die het beleid bepaalt. Al snel na de invoering van het nieuwe systeem werden de pijnlijke gevolgen duidelijk. Docenten
11
AOb Standpunten
belandden in lagere schalen: het percentage docenten in hogere schalen kelderde. De zogeheten ‘downgrading’ was een feit. Voor academisch geschoolde docenten bleef zo weinig carrièreperspectief over. Wie wel een hogere salarisschaal wilde, moest zijn heil zoeken in coördinerende taken. De AOb heeft altijd al gepleit voor een ander systeem van functiewaardering. Voor een eerlijker systeem, waarin leerkrachten worden beoordeeld op hun belangrijkste taak: het geven van onderwijs. Een seniordocent met veel ervaring en een specialisme op zak moet ook als zodanig worden beloond. In het Convenant LeerKracht is voorzien in de invoering van de functiemix. Door de functiemix wordt het ook voor docenten met alleen lesgevende taken weer mogelijk om een hogere schaal te bereiken.
Fusietoets De menselijke maat moet leidend zijn in het onderwijs. De fusietoets kan een goed instrument zijn om dat te bereiken. De fusietoets is niet de enige manier om de menselijke maat terug te krijgen. De manier waarop het onderwijs is ingericht speelt daarin een beslissende rol. Uit onderzoek blijkt dat ouders en leerlingen zich niet zozeer druk maken om de grootte van de school. Vooral de kwaliteit van het onderwijs in de eigen klas heeft hun aandacht. Lesuitval is bijvoorbeeld een doorn in het oog. De AOb wil dat het onderwijs zo wordt ingericht dat de kwaliteit van de lessen het belangrijkste uitgangspunt wordt. Om fouten uit het verleden te herstellen, moeten scholen de mogelijkheid krijgen om ongewenste fusies ongedaan te maken.
12
AOb Standpunten
Gratis schoolboeken De invoering van de ‘gratis’ schoolboeken is volgens de AOb niets meer dan een koopkrachtmaatregel, betaald uit de onderwijsbegroting. Gratis zijn de schoolboeken dus niet. De AOb vindt het goed dat gezinnen die dat nodig hebben, worden gecompenseerd. Volgens de bond is het niet nodig om voor iedereen schoolboeken te subsidiëren. Daarnaast moeten volgens de AOb leraren de zeggenschap behouden over de voor het onderwijs te gebruiken boeken. Het is ongewenst dat directies daarover beslissen met kostenbeheersing als voornaamste drijfveer.
Huisvesting van scholen Leerlingen verdienen goed onderwijs in een goed onderhouden en schoon gebouw. Helaas is de praktijk vaak anders. Veel scholen hebben een slecht binnenklimaat of kampen met achterstallig onderhoud. Ondertussen blijft er bij de gemeentes wel geld voor scholenbouw op de plank liggen, zo blijkt uit onderzoek van de AOb. In 2009 ging het om zo´n 300 miljoen euro. Geld dat bedoeld is voor onderwijshuisvesting. De AOb wil dat dit verandert. Scholen, gemeenten en het Rijk moeten stoppen elkaar de schuld te geven. Het probleem ligt op tafel, wij willen dat het opgelost wordt. Blijft er geld liggen in de gemeente? Dat is te vinden op www.hoegulismijngemeente.nl.
Internationale samenwerking Internationale samenwerking is belangrijk. Door krachten te verenigen en kennis uit te wisselen kan er meer worden bereikt. De AOb is daarom aangesloten bij de internationale organisatie Education International.
13
AOb Standpunten
In zijn strijd voor goed onderwijs beperkt de AOb zich niet tot Nederland. De bond zet zich ook in voor leerlingen en leraren in de tweede en derde wereld. Lees meer hierover bij AOb Internationale Zaken op www.aob.nl.
Klassengrootte Kleinere groepen bieden een betere garantie voor goed onderwijs. Niet voor niets worden de masterclasses die universiteiten aanbieden, in kleine groepen gegeven. Voor de AOb zijn kleinere klassen geen doel op zich. Maar kleinere groepen zijn wel een middel om het allerbeste onderwijs te kunnen geven. De AOb wil dat Nederlandse docenten geen grotere klassen hebben dan hun collega’s in omliggende landen. Nu is dat wel het geval, zo blijkt uit cijfers van bijvoorbeeld de OESO, de Europese Organisatie voor Samenwerking en Ontwikkeling. In Nederland zijn er per fulltime docent meer leerlingen die les moeten krijgen dan in andere OESO-landen. Bovendien draaien Nederlandse docenten meer uren dan hun Europese collega’s. De AOb wil dat de Nederlandse situatie aansluit op het Europees gemiddelde. Bovendien wil de bond maximaal 24 leerlingen in een klas of groep.
Kleine scholen / kleine kernen Ook op het platteland moeten kinderen op redelijke afstand van hun huis naar school kunnen gaan. De gemeentes zijn hiervoor verantwoordelijk. Om kleine scholen open te houden mogen eventueel onorthodoxe maatregelen worden genomen, zoals bijvoorbeeld een bovenformatieve aanstelling.
14
AOb Standpunten
Krimp Het aantal leerlingen van basisscholen in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Gelderland en Limburg daalt de komende jaren naar verwachting met twaalf procent. Door krimp van het leerlingenaantal kunnen scholen in de problemen komen. Krimp van het aantal leerlingen betekent een lagere rijksbijdrage. Deze is namelijk gebaseerd op het aantal ingeschreven leerlingen. De onderwijskwaliteit komt onder druk te staan en leraren dreigen hun baan te verliezen. Vanaf 2015 krijgt waarschijnlijk ook het voortgezet onderwijs met een daling te maken. De AOb voert hierover overleg met het ministerie. De regering kan niet wegkomen met het idee dat het probleem zich oplost doordat leraren die zonder werk komen te zitten gaan verhuizen naar regio’s waar een tekort aan leraren is, vindt de AOb. De krimp is zeer regionaal bepaald. De lerarentekorten zijn vooral in de Randstad, terwijl de krimp zich vooral in het noorden en zuiden voordoet. Oplossingen voor de problemen door leerlingenkrimp liggen vooral in samenwerking van scholen en het samengaan met andere scholen.
Leeftijdsbewust personeelsbeleid De AOb wil een rechtvaardige (arbeidsvoorwaardelijke) verdeling tussen de diverse generaties. De cao moet voor jongeren, middenleeftijd en ouderen genoeg te bieden hebben. Bij iedere cao-inzet wordt getoetst of het om een evenwichtig pakket gaat, dat ook jonge leden aanspreekt. Alle regelingen (voor jong, middengroep en ouderen) dienen in één samenhangend leeftijdsfasebewust personeelsbeleid te worden ondergebracht.
15
AOb Standpunten
Leven Lang Leren Het belang van educatie voor volwassenen kan niet voldoende worden onderstreept, vindt de AOb. De tweede kans op het behalen van een startkwalificatie, het beter leren lezen en schrijven om een kans te maken op de arbeidsmarkt of op deelname aan een beroepsopleiding is van groot belang voor samenleving en economie. Bovendien wil Nederland naar de top 5 van kenniseconomieën. Als je dit wilt bereiken, moet je daarin ook investeren.
Lerarenbeurs De lerarenbeurs is in het leven geroepen na het Convenant LeerKracht. De lerarenbeurs maakt het voor iedere docent van primair onderwijs tot en met hbo mogelijk om eenmaal in zijn of haar carrière een stevige bijscholing te volgen. Met het geld uit de beurs worden studiekosten betaald en in de meeste gevallen ook de vervanging op school. De AOb vindt het belangrijk dat docenten zich verder ontwikkelen: zo kan een baan in het onderwijs een echte carrière worden. Doordat leraren zich ontwikkelen, kunnen ze doorgroeien. Dit komt ook de kwaliteit van het onderwijs ten goede. De AOb vindt het belangrijk dat de lerarenbeurs slim wordt ingezet. Docenten kunnen de beurs het beste inzetten voor langere en duurdere bijscholingen. Houd er rekening mee dat de keuze voor een bepaalde opleiding bij de docent ligt, en niét bij de directie van een school. Het is uiteraard ook niet de bedoeling dat de beurs wordt ingezet in plaats van het scholingsbudget van de school. Kortere cursussen kunnen nog steeds uit dit scholingsbudget worden betaald.
16
AOb Standpunten
Lerarenopleidingen Op een zwak fundament kan geen huis worden gebouwd: de kwaliteit van de lerarenopleidingen moet dus op orde zijn. Om de kwaliteit van de opleidingen te garanderen ziet de AOb een belangrijke rol weggelegd voor docenten uit het veld. Ook zij moeten intensief betrokken worden bij de scholing van nieuwe docenten op de lerarenopleidingen. Het is een goede zaak als er landelijk vastgestelde eindtermen worden ingevoerd. Als zulke eindtermen er zijn, moeten alle afgestudeerden voldoen aan dezelfde eisen. Ook is de AOb een groot voorstander van de zogeheten kennisbasis op lerarenopleidingen. Dat houdt in dat van tevoren vaststaat wat een student aan het einde van de opleiding moet kunnen en kennen. De academische pabo is een goede ontwikkeling om hoger opgeleide docenten voor de klas te krijgen. De AOb ziet niets in het plan om studenten voor de klas te zetten met een educatieve minor.
Lerarentekort De AOb waarschuwde de politiek al in de jaren negentig voor het oplopende lerarentekort. Maar concrete maatregelen volgden pas na het Convenant LeerKracht van de commissie-Rinnooy Kan uit 2007. Hierin waarschuwde de commissie voor het dubbel lerarentekort: Nederland stevende af op een dramatisch tekort aan kwalitatief goede leraren. De AOb is tegen onorthodoxe kortetermijnoplossingen om het lerarentekort aan te pakken. Het voor de klas zetten van meer onbevoegden is bijvoorbeeld geen oplossing.
17
AOb Standpunten
Lumpsum De lumpsumfinanciering is in het leven geroepen om scholen autonomer te maken. Met deze vorm van financiering krijgen schoolbesturen een eigen budget van de overheid, waarmee zij al hun personeel en materiële voorzieningen moeten betalen. De AOb vindt dat de overheid te allen tijde de eindverantwoordelijkheid moet hebben over de onderwijsbudgetten. De overheid moet controleren of geld dat is bestemd voor onderwijs, ook daadwerkelijk daaraan wordt besteed. Dit geld is immers niet bestemd voor prestigeprojecten of ontslagvergoedingen van bestuurders. De lumpsumfinanciering mag er ook niet toe leiden dat schoolbesturen grote bedragen oppotten. De lumpsumbekostiging vergt heel veel professionaliteit van het management en het bestuur, en van de MR natuurlijk. AOb Scholing biedt daarom cursussen Lumpsum aan, speciaal voor medezeggenschapsraden.
Management De kerntaak van een school is onderwijs. De school kiest vervolgens een organisatiestructuur die past bij dat onderwijs. Goed management is faciliterend; niet managen om het managen dus. De docent is binnen het onderwijs de belangrijkste schakel en moet als zodanig worden erkend. Alleen zo kan de kwaliteit van het onderwijs worden gegarandeerd.
18
AOb Standpunten
De laatste jaren is er op de scholen steeds meer organisatiepersoneel bij gekomen, terwijl het onderwijspersoneel in aantal afnam. De AOb wil dat het op scholen weer draait om het geven van goede lessen.
Medezeggenschap Goed beleid kan niet zonder medezeggenschap. Alleen een slagvaardige, competente medezeggenschapsraad kan het bevoegd gezag goed controleren en meedenken over beleid. De AOb vindt het belangrijk dat mr’en goed gefaciliteerd en goedgeschoold zijn en de juiste begeleiding krijgen. AOb Scholing ondersteunt medezeggenschapsraden. Met cursussen, advies, coaching en, als het nodig is, met mediation.
Nascholing Alleen een goed opgeleid docentencorps staat garant voor een hoge kwaliteit van onderwijs. Het ROA heeft in 2007 becijferd dat het onderwijs de sector is waar het minst wordt bijgeschoold. De AOb vindt het belangrijk dat docenten zich blijven ontwikkelen; ook als ze al langere tijd voor de klas staan. Dit kan worden bekostigd met het scholingsbudget van de instelling of met een Lerarenbeurs. LOOK heeft in samenwerking met de AOb in 2012 onderzoek gedaan naar de bij- en nascholing van leraren. Het blijkt dat er niet veel wordt geschoold maar dat er wel budget beschikbaar is in de lumpsum van scholen. Dit wordt vaak aan andere doeleinden uitgegeven.
19
AOb Standpunten
Nullijn Leerkrachten de komende jaren harder werken voor minder loon? De AOb is tegen het kabinetsbeleid om een nullijn te hanteren voor salarissen in het onderwijs. Om het lerarentekort te bestrijden moeten we het beroep aantrekkelijker maken, niet onaantrekkelijker. Een nullijn zal juist mensen wegjagen uit het onderwijs.
Onbevoegdheid / bevoegdheid Topscholen in Nederland hebben veel hoogopgeleide docenten in dienst en geen onbevoegden voor de klas. Ze geven iedere scholier de aandacht die hij verdient. De AOb wil graag dat er geïnvesteerd wordt in goed opgeleide docenten. Gemotiveerde zij-instromers moeten binnen twee jaar hun bevoegdheid kunnen halen. De overheid moet dit goed faciliteren.
Onderwijscoöperatie De Onderwijscoöperatie is van start gegaan op 1 oktober 2011 en de AOb is als grootste onderwijsvakorganisatie een van de vijf partijen die de coöperatie vorm geven. De andere deelnemende partijen zijn Beter Onderwijs Nederland (BON), CNV Onderwijs, de Federatie van Onderwijsvakorganisaties (FvOv) en het Platform Vakinhoudelijke Verenigingen Voortgezet Onderwijs. De AOb investeert flink in de coöperatie en zou graag zien dat hierdoor de stem van de leraren beter doorklinkt in het onderwijsbeleid.
20
AOb Standpunten
Onderwijsondersteunend personeel (oop) Oop’ers zijn onmisbaar in het onderwijs. Honderdduizend ondersteuners zorgen ervoor dat het onderwijs in Nederland soepel draait. Vanwege hun belangrijke rol moet er budget zijn voor voldoende ondersteuners. Net als docenten moeten ook onderwijsondersteuners in staat worden gesteld om hun vak zo goed mogelijk te kunnen uitoefenen. De AOb constateert dat er nog steeds veel kan worden verbeterd voor het onderwijsondersteunend personeel. De AOb wil dat de volgende punten worden aangepakt: • iedere school een conciërge • maak de overstap van gesubsidieerd werk naar een echte baan soepeler • ruimte voor ambities; niet beknibbelen op scholing en inschaling • vakantie is echt vrije tijd, ook voor oop’ers • betere ondersteuning voor ondersteuners die te maken krijgen met geweld.
Passend onderwijs Door invoering van passend onderwijs krijgen schoolbesturen de verantwoordelijkheid om alle leerlingen een passend onderwijsarrangement aan te bieden. Inzet van het vernieuwingstraject is: geen leerling tussen wal en schip, voor elke leerling een passende plek in het onderwijs. Geen thuiszitters, wachtlijsten, ingewikkelde indicatieprocedures en bureaucratische belasting. De personeelsvakorganisaties ondersteunen dit.
21
AOb Standpunten
Pensioenen De AOb streeft naar een eerlijke verdeling tussen deelnemers van alle generaties in relatie tot zekerheid. Bij de uitwerking van het pensioenakkoord in het ABPreglement zal deze eerlijke verdeling het uitgangspunt van de AOb zijn. De AOb blijft streven naar een welvaartsvast pensioen. Gezien de huidige rentestand en de ontwikkelingen op de financiële markten zal het moeilijk zijn deze doelstelling te verwezenlijken. Ook hier geldt weer dat de lasten en lusten eerlijk tussen de deelnemers van alle generaties moeten worden verdeeld.
Prestatiebeloning Dankzij de functiemix is het mogelijk om leraren volgens de cao te belonen voor bijzondere onderwijsprestaties met een hogere schaal in plaats opschaling naar functies met vooral managementverantwoordelijkheid. De cao biedt zo voldoende ruimte voor goed personeelsbeleid. De AOb is sceptisch over andere vormen van prestatiebeloning. Bovendien is niet objectief vast te stellen wat de toegevoegde waarde is van de docent op de leerprestaties van leerlingen, zo blijkt uit internationaal onderzoek.
Productiviteitsindex Met de productiviteitsindex van de AOb is het mogelijk om de productiviteit van leraren internationaal te vergelijken. Daarvoor gebruikte de bond cijfers van de OESO, de Organisatie voor Europese Samenwerking en Ontwikkeling. De AOb liet een berekening los op de gegevens die een rol spelen in het werk van leraren.
22
AOb Standpunten
Essentieel is natuurlijk het aantal leerlingen per fulltime docent, de leerling-leraar ratio. Daarnaast is het aantal uren per jaar dat er een leraar lesgeeft bepalend. Door die twee met elkaar te vermenigvuldigen ontstaat de ‘jaaromzet’ van een standaardleraar. Die is vervolgens geïndexeerd, waarbij het OESO-gemiddelde als norm op 100 is gesteld. Wat blijkt? Nederlandse docenten zijn super productief: ze hebben relatief grote klassen en draaien veel uren. De leraren in het primair en voortgezet onderwijs moeten tussen de 14 tot 44% meer ‘omzet draaien’ dan hun buitenlandse collega’s. Ze moeten veel meer onderwijs geven in dezelfde tijd. Deze efficiency gaat ten koste van de tijd om lessen voor te bereiden en de individuele aandacht voor de leerling. Daarmee is te verklaren dat de kwaliteit van het onderwijs onder druk staat. De AOb wil dat er weer naar kwaliteit wordt gekeken. De oplossing daarvoor: meer leerkrachten inzetten.
Professionele ruimte De AOb vindt het belangrijk dat docenten verantwoordelijkheid krijgen binnen een instelling en deze ook nemen. Veel docenten vinden dat zij de zeggenschap over hun vak zijn kwijtgeraakt. De AOb pleit daarom al jaren voor meer zogeheten ‘professionele ruimte’. Daarmee kan de docent als professional een waardevolle bijdrage leveren aan de invulling van het onderwijs. Met meer verantwoordelijkheden heeft de docent meer plezier in het werk. De besturen kunnen zich zo weer gaan richten op hun kerntaak: het organiseren van het onderwijs. Het Convenant Leerkracht doet een aantal bruikbare suggesties om de verantwoordelijkheid voor het onderwijs weer bij de docent en het team neer te leggen.
23
AOb Standpunten
De AOb wil dat de positie van de leraar wordt vastgelegd in de wet. Het initiatiefwetsvoorstel “Versterking positie leraren” is tijdens het AOb congres van september 2012 aangeboden aan het ministerie van Onderwijs en de Tweede Kamer.
Registratie van leraren De AOb is via de Onderwijscoöperatie begonnen met de instelling van een landelijk lerarenregister. Leraren die zich willen registreren, moeten voldoen aan een aantal harde kwaliteitseisen, zoals adequate opleiding en een minimaal aantal lesuren. De inschrijving is gratis en gebeurt op basis van vrijwilligheid. Het is de persoonlijke verantwoordelijkheid van leraren om zich te registreren. Zij kunnen in het register aangeven hoe zij, bijvoorbeeld met nascholing, of een andere persoonlijke vorm van professionalisering, hun kwaliteit op peil houden of verbeteren. De inschrijving is vier jaar geldig. Het register moet leraren uitnodigen om te professionaliseren; het doet een appèl op hun beroepstrots. Het gaat niet om dwang of ‘afvinken van behaalde puntjes’. Leraren kunnen zich inschrijven via www.registerleraar.nl.
Reserves van scholen Sommige scholen zitten er warmpjes bij, zo blijkt al enkele jaren uit onderzoek van het Onderwijsblad van de AOb. En ook de Commissie-Don constateerde dat scholen te voorzichtig zijn en te veel sparen. Door de bezuinigingen van de afgelopen jaren in het onderwijs zijn de scholen met grote reserves wel flink afgenomen. Maar terwijl de bankrekeningen van sommige scholen goedgevuld zijn, zeggen
24
AOb Standpunten
deze scholen dat er geen geld is. Simpele dingen moeten daarom soms uit de eigen zak van ouders of docent worden betaald: nieuwe wc’s omdat de oude echt aan vervanging toe zijn of knutselmaterialen voor de kleuters. De AOb is zeker niet zomaar tegen alle reserves bij scholen. Wel is duidelijk dat een aantal instellingen te veel spaart. Jaar in jaar uit geld overhouden en oppotten is onwenselijk. Dit geld moet worden gebruikt waarvoor het bedoeld is: voor onderwijs! Het Onderwijsblad heeft de cijfers over de vermogens gepubliceerd op www.hoerijkismijnschoolbestuur.nl. Zo kunnen ouders en personeel zelf zien hoe arm of rijk hun school in werkelijkheid is.
Salarissen van bestuurders De AOb wil eerlijke salarissen voor al het personeel in het onderwijs, volgens de cao. Topsalarissen die het gemiddelde ministersalaris benaderen of zelfs overstijgen, passen niet binnen het onderwijs. Je zit niet in het onderwijs om boven de Balkenendenorm te verdienen. De AOb wil dat ook bestuurders gewoon worden betaald volgens de cao. Onderlinge afspraken van schoolbestuurders moeten van tafel. Volgens de AOb biedt de cao voldoende mogelijkheden voor een passend inkomen voor bestuurders. De Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) geeft inzicht in het aantal overheidswerknemers dat meer verdient dan de minister-president, en hoe hoog hun inkomens zijn. Het Onderwijsblad publiceerde een artikel waaruit bleek dat in 2009 zestig onderwijsbestuurders de WOPTnorm overschreden.
25
AOb Standpunten
Salarissen van docenten en ondersteunend personeel De AOb is overlegpartner in de onderwijscao’s voor het po, vo, mbo en hbo. Inzet is altijd een eerlijke beloning voor al het onderwijspersoneel. Een goede beloning is van groot belang om docenten te behouden voor het vak. De eerste stappen zijn al gezet: dankzij het Convenant LeerKracht kunnen docenten sneller doorgroeien naar een hoger salaris. Helaas doet de inmiddels meerjarige nullijn een deel van de verbetering teniet. Ook oop’ers moeten de erkenning krijgen die ze verdienen. Bij de caoonderhandelingen zet de AOb daarom in op extra voordelen voor deze groep, zoals scholing en een eindejaarsuitkering.
Schaalvergroting De schaalvergroting in het onderwijs is doorgeschoten. De AOb wil dat hieraan een einde komt: de menselijke maat moet terug op school. Door fusies van schoolbesturen is het onderwijs steeds onpersoonlijker geworden. Er ontstaan steeds meer managementlagen. Besturen staan daardoor te ver weg van de werkvloer. Dat is niet goed voor het onderwijs en niet in het belang van leerlingen en onderwijspersoneel. De AOb is voorstander van een fusietoets. De bond constateerde al eerder dat de schaalvergroting in het onderwijs is doorgeschoten. De AOb wil ook dat er een tussentijdse fusietoets komt waarmee lopende fusies eventueel kunnen worden teruggedraaid.
26
AOb Standpunten
Seniorenregelingen / ouderenbeleid Voor oudere werknemers in het onderwijs moeten er goede maatregelen zijn zodat zij actief kunnen blijven in het onderwijs. Bezuinigen op het budget voor seniorenregelingen (BAPO- en SOP-regeling) is voor de AOb niet aan de orde. Deze regelingen hebben hun waarde voor het behoud van ouderen in het arbeidsproces bewezen. Lesgeven is een intensief beroep en door oudere werknemers meer rust te bieden, kunnen zij gezond en energiek aan het werk blijven. Er bestaat volgens de AOb een verband tussen leeftijd, werkdruk en inzetbaarheid in het onderwijs. Ouderenbeleid betreft naast inzet van de seniorenregelingen ook de doorstroomen loopbaanmogelijkheden, inzet van scholingsmiddelen, duurzame inzetbaarheid en intensivering arbo en gezondheidsmanagement. Doel is dat oudere werknemers langer kunnen en willen doorwerken. Tijdens loopbaan- en functioneringsgesprekken dient meer aandacht te komen voor het tweede deel van de loopbaan.
Staken De meeste docenten staken niet graag. Ze hebben een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Ze willen er zijn voor hun leerlingen. Maar soms is het juist in het belang van de leerling dat docenten hun stem laten horen. Een betere positie voor de docent betaalt zich immers uit in beter onderwijs. De AOb ziet staken als een laatste redmiddel. De bond wil alleen staken als er bij een conflict echt geen zicht meer is op andere oplossingen.
27
AOb Standpunten
Starters Starters zijn de toekomst van het onderwijs. Daarom geeft de AOb extra begeleiding aan deze groep. Voorbeelden hiervan zijn de voorlichtingsmiddagen op de lerarenopleidingen, het evenement AOb Live en de website www.straksvoordeklas.nl. Om ook in de toekomst goed onderwijs te kunnen garanderen, moeten er voldoende goed-opgeleide starters zijn. De AOb vindt het belangrijk dat de kwaliteit van het onderwijs op de pabo’s op orde is. Het is niet alleen belangrijk dat starters in het onderwijs begínnen, ze moeten ook in het onderwijs blíjven werken. Een kwart van de nieuwe leraren verlaat binnen vijf jaar het onderwijs. De AOb wil fatsoenlijke contracten en een goed loopbaanperspectief om deze leraren te behouden. De bond ondersteunt ook de actiegroep van jonge leraren, De Groene Golf. Docenten die net voor de klas staan moeten vanuit de school worden begeleid.
Toponderwijs nu Investeren in onderwijs loont. Goed onderwijs is het beste medicijn tegen crisispijn. Heel Nederland wil naar de top 5 van kenniseconomieën. Het kabinet-Rutte bezuinigt juist: het zet het onderwijs op nul en het personeel ook. De AOb wil Toponderwijs.NU! en roept de collega’s op het kabinet te laten zien dat het beter kan: Onderwijs in de top 5 en niet op nul!
28
AOb Standpunten
Verplichte taal- en rekentoets pabo Er is maatschappelijke onrust over het taal- en rekenniveau van pabo-studenten. De AOb is voorstander van de toetsen. Met een entreetoets en afsluitende toets is er meer zekerheid dat docenten met voldoende kennis en kunde voor de klas komen te staan.
Vrijheid van onderwijs Volgens de Nederlandse Grondwet (artikel 23.2) is het geven van onderwijs vrij, behoudens het toezicht van de overheid en het onderzoek naar de bekwaamheid en de zedelijkheid van hen die onderwijs geven. Als bijzondere scholen, niet in het leven geroepen door een overheidsorgaan maar door een particuliere vereniging of stichting, voldoen aan de kwaliteitscriteria die ook voor het openbaar onderwijs gelden, komen ze in aanmerking voor bekostiging door de overheid. Onlangs heeft de Raad van State bepleit, deze vrijheid van onderwijs ruimhartig te interpreteren. Dat houdt in dat niet alleen erkende geloofsrichtingen of ingeburgerde pedagogisch-didactische benaderingswijzen tot gesubsidieerde schoolstichting kunnen overgaan. Deze vrijheid van onderwijs wordt door de AOb als waardevol voor het Nederlandse onderwijssysteem erkend.
Werkdruk Op verjaardagsfeestjes wordt vaak smalend gedaan over de werkdruk in het lerarenvak. ‘Ik wou dat ik zoveel weken vakanties had’ is een veelgemaakte opmerking. Wat veel mensen niet weten is dat de werkdruk van docenten in Nederland hoog is. Dat blijkt bijvoorbeeld uit internationaal OESO-onderzoek. Nederlandse docenten zijn super productief, ze hebben relatief grote klassen en draaien veel
29
AOb Standpunten
uren. Docenten geven aan dat ze ‘nooit klaar zijn’. Altijd ligt er wel een taak te wachten. Veel docenten zijn geregeld ook in de avonduren en in weekenden nog druk. Het is belangrijk dat de werkdruk wordt verlaagd; te hoge werkdruk is slecht voor het onderwijs. Docenten die gebukt gaan onder spanning kunnen niet garant staan voor goed onderwijs. Veel docenten verlaten al na een paar jaar het onderwijs vanwege de te hoge werkdruk. De AOb wil dat in de cao’s sluitende afspraken worden opgenomen om de werkdruk te verlagen.
Zij-instromers Topscholen in Nederland hebben veel hoogopgeleide docenten in dienst en geen onbevoegden voor de klas. Ze geven iedere scholier de aandacht die hij verdient. De AOb wil graag dat er geïnvesteerd wordt in goed opgeleide docenten. Gemotiveerde zij-instromers moeten binnen twee jaar hun bevoegdheid kunnen halen. De overheid moet dit goed faciliteren
30
Jaarbeursplein 22
0900 463 62 62
Postbus 2875
[email protected]
3500 GW Utrecht
www.aob.nl
maart 2013