Standaardzinnen in het kader van toezicht en advisering handhaving brandveiligheid Bouwbesluit 2012
Vakgroep Veilig Gebruik, sector Toezicht en Handhaving Maart 2012
Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ........................................................................................................................... 3 AFDELING 1.4 BIJZONDERE BEPALINGEN .............................................................................. 3 AFDELING 1.5 GEBRUIKSMELDING ....................................................................................... 3 HOOFDSTUK 2 ........................................................................................................................... 4 AFDELING 2.2 STERKTE BIJ BRAND ...................................................................................... 4 AFDELING 2.3 AFSCHEIDING VAN VLOER, TRAP EN HELLINGBAAN ........................................ 4 AFDELING 2.4 OVERBRUGGING VAN HOOGTEVERSCHILLEN .................................................. 5 AFDELING 2.5 TRAP ............................................................................................................ 5 AFDELING 2.6 HELLINGBAAN............................................................................................... 5 AFDELING 2.7 BEWEEGBARE CONSTRUCTIEONDERDELEN ..................................................... 6 AFDELING 2.8 BEPERKING VAN HET ONTSTAAN VAN EEN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE ....... 6 AFDELING 2.9 BEPERKING VAN HET ONTWIKKELEN VAN BRAND EN ROOK ............................ 7 AFDELING 2.10 BEPERKING VAN UITBREIDING VAN BRAND..................................................... 7 AFDELING 2.11 VERDERE BEPERKING VAN UITBREIDING VAN BRAND EN ROOK ........................ 9 AFDELING 2.12 VLUCHTROUTES.......................................................................................... 10 HOOFDSTUK 6 ......................................................................................................................... 12 AFDELING 6.1 VERLICHTING, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW ....................................... 12 AFDELING 6.2 VOORZIENING VOOR HET AFNEMEN EN GEBRUIKEN VAN ENERGIE, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW ................................................................................. 13 AFDELING 6.5 TIJDIG VASTSTELLEN VAN BRAND, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW ......... 13 AFDELING 6.6 VLUCHTEN BIJ BRAND, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW........................... 14 AFDELING 6.7 BESTRIJDEN VAN BRAND, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW ....................... 16 AFDELING 6.8 BEREIKBAARHEID VOOR HULPVERLENINGSDIENSTEN, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW ...................................................................................... 17 AFDELING 6.9 AANVULLENDE REGELS TUNNELVEILIGHEID, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW ......................................................................................................... 18 HOOFDSTUK 7 ......................................................................................................................... 19 AFDELING 7.1 VOORKOMEN VAN BRANDGEVAAR EN ONTWIKKELING VAN BRAND, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW ............................................................. 19 AFDELING 7.2 VEILIG VLUCHTEN BIJ BRND, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW .................. 21 HOOFDSTUK 8 ......................................................................................................................... 23 AFDELING 8.1 HET VOORKOMEN VAN ONVEILIGE SITUATIES EN HET BEPERKEN VAN HINDER TIJDENS HET UITVOEREN VAN BOUW- EN SLOOPWERKZAAMHEDEN .............. 23
2
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
HOOFDSTUK 1 AFDELING 1.4
BIJZONDERE BEPALINGEN
Overtreding:
De aanwezige installatie
< wordt niet adequaat beheerd, onderhouden en gecontroleerd>< wordt niet veilig gebruikt>
Voorschrift:
Artikel 1.16 lid 1 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient aangetoond te worden dat de aanwezige installatie voldoet aan de gestelde voorschriften en eisen.
Overtreding:
Er kan niet worden aangetoond dat doorvoeren na het aanbrengen of wijzigen op adequate wijze zijn gecontroleerd.
Voorschrift:
Artikel 1.16 lid 2 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De doorvoeren van leidingen, kabels en kabelgoten in de brandwerende scheidingen dienen op adequate wijze te worden gecontroleerd. Indien uit deze controle blijkt dat niet meer aan de vereiste brandwerendheid wordt voldaan, dan moet dit direct worden hersteld.
AFDELING 1.5
GEBRUIKSMELDING
Overtreding:
Er is geconstateerd dat er geen gebruiksmelding is ingediend voor het gebruik van de huidige situatie.
Voorschrift:
Artikel 1.18 lid 1 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient binnen de gestelde termijn een gebruiksmelding ingediend te worden.
Toelichting:
Een gebruiksmelding kan ingediend worden bij het Omgevingsloket online (www.omgevingsloket.nl).
Overtreding:
Bij de gebruiksmelding zijn geen of onvolledige gegevens en bescheiden gevoegd, waarmee de gelijkwaardigheid voldoende aannemelijk gemaakt wordt.
Voorschrift:
Artikel 1.19 lid 1 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient binnen de gestelde termijn aanvullende gegevens / bescheiden aangeleverd te worden.
Toelichting:
Het betreft hier gegevens met betrekking tot <…>
Overtreding:
Bij de gebruiksmelding zitten tekeningen die niet aan de indieningvereisten voldoen.
Voorschrift:
Artikel 1.19 lid 5 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Deze tekeningen dienen binnen de gestelde termijn alsnog aangeleverd te worden.
Toelichting:
De tekeningen dienen te worden voorzien van
3
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Overtreding:
Er is geconstateerd dat er wordt gehandeld in strijd met de nadere voorwaarden welke
Voorschrift:
Artikel 1.21 lid 2 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De geconstateerde situatie dient beëindigd te worden.
Toelichting:
Het betreft
zijn gesteld aan de gebruiksmelding, als bedoeld in artikel 1.21 lid 1 Bouwbesluit.
HOOFDSTUK 2 AFDELING 2.2
STERKTE BIJ BRAND
Overtreding:
Er is niet aantoonbaar gemaakt dat de< vloer>< trap>< hellingbaan> waarover of waaronder een vluchtroute voert, niet binnen <30>< 20> minuten bezwijkt bij brand in <een subbrandcompartiment waarin die vluchtroute niet ligt>.
Voorschrift:
Artikel <2.10 lid 1 > <2.14 lid 1> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient aangetoond te worden dat de betreffende < vloer>< trap>< hellingbaan> bij brand niet binnen <30 ><20> minuten bezwijkt.
Overtreding:
Er is niet aangetoond dat de bouwconstructie niet binnen <60><90><120><30> minuten bezwijkt bij brand in <een brandcompartiment waarin die bouwconstructie niet ligt> door het bezwijken van een bouwconstructie binnen of grenzend aan dat brandcompartiment.
Voorschrift:
Artikel <2.10 lid 2> <2.14 lid 2> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient aangetoond te worden dat de bouwconstructie in de hierboven genoemde situatie niet binnen<60><90><120><30> minuten bezwijkt.
AFDELING 2.3
AFSCHEIDING VAN VLOER, TRAP EN HELLINGBAAN
Overtreding:
Een voor personen bestemde < vloer>< trap>< hellingbaan>< locatie> is niet voorzien van een niet beweegbare afscheiding
Voorschrift:
Artikel <2.17 lid 1,2 en 3> <2.23 lid 1,2 en 3> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een niet beweegbare afscheiding aangebracht te worden.
Overtreding:
De vloerafscheiding heeft niet de juiste hoogte.
Voorschrift:
Artikel <2.18 lid 1> <2.24 lid 1> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een vloerafscheiding van minimaal <…> meter aangebracht te worden.
Overtreding:
De openingen van de vloerafscheiding zijn te groot.
Voorschrift:
Artikel <2.19 lid 1> <2.25 lid 1> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De openingen dienen aangepast te worden naar
4
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Overtreding:
De afscheiding heeft opstapmogelijkheden tussen 0,2 en 0,7 meter boven
Voorschrift:
Artikel 2.20 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De betreffende afscheiding dient zodanig aangepast te worden dat deze geen
de vloer.
overstapmogelijkheden heeft tussen 0,2 en 0,7 meter boven de vloer.
AFDELING 2.4
OVERBRUGGING VAN HOOGTEVERSCHILLEN
Overtreding:
Er is een hoogteverschil van meer dan <0,21m>< 0,22 m> dat niet wordt overbrugd door een vaste trap of een vaste hellingbaan.
Voorschrift:
Artikel <2.27 lid 1> <2.31 lid 1> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een vaste < trap>< hellingbaan> aangebracht te worden.
AFDELING 2.5
TRAP
Overtreding:
De trap voldoet niet aan de vereiste afmetingen.
Voorschrift:
Artikel <2.33 lid 1> <2.39 lid 1> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een trap aangebracht te worden die voldoet
Overtreding:
De trap overbrugt een hoogteverschil van meer dan 4 meter.
Voorschrift:
Artikel 2.33 lid 2 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De trap dient aangepast te worden zodat het hoogteverschil niet meer dan 4 meter bedraagt.
Overtreding:
De trap sluit bij de bovenste trede niet aan op een vloer met voldoende
Voorschrift:
Artikel <2.34> <2.40> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De aansluiting van de bovenste traptrede dient zodanig aangepast te worden dat
oppervlakte.
bovenaan de trap over de breedte van de trap een vloeroppervlakte aanwezig is van ten minste <0,8m x 0,8 m><0,7m x 0.7 m>.
AFDELING 2.6
HELLINGBAAN
Overtreding:
De hellingbaan voldoet niet aan de vereiste afmetingen.
Voorschrift:
Artikel <2.43> <2.48> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De hellingbaan dient zodanig aangepast te worden, dat deze voldoet aan de vereiste afmetingen van
Overtreding:
De hellingbaan sluit aan de bovenzijde, over de breedte van de hellingbaan, niet aan op een vloer met voldoende oppervlakte
Voorschrift:
5
Artikel <2.44> <2.49> van het Bouwbesluit.
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Maatregel:
De hellingbaan dient zodanig aangepast te worden dat deze aan de bovenzijde, over de breedte van de hellingbaan, aansluit op een vloer met een oppervlakte van ten minste <1,4 m x 1,4m><0,7 x0,7m>
AFDELING 2.7
BEWEEGBARE CONSTRUCTIEONDERDELEN
Overtreding:
De vrije doorgang van een beschermde vluchtroute wordt belemmerd door een beweegbaar constructieonderdeel in geopende stand.
Voorschrift: Maatregel:
Artikel 2.51 lid 3 van het Bouwbesluit. Er dient een vrije doorgang gerealiseerd te worden met een breedte van ten minste 0,6 m en een hoogte van ten minste 2,2 m.
AFDELING 2.8
BEPERKING VAN HET ONTSTAAN VAN EEN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE
Overtreding:
Het materiaal ter plaatse van of nabij de stookplaats
brandklasse> . Voorschrift:
Artikel <2.57> <2.63> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Het betreffende materiaal dient
Overtreding:
Het toegepaste materiaal aan de binnenzijde van een schacht, een koker of een kanaal grenzend aan meer dan een brandcompartiment of subbrandcompartiment voldoet niet aan brandklasse A2.
Voorschrift:
Artikel 2.58 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Het betreffende materiaal dient te voldoen aan brandklasse A2, bepaald volgens NENEN 13501-1
Overtreding:
De afvoervoorziening voor rookgas is niet brandveilig.
Voorschrift:
Artikel <2.59 lid 1> < 2.64 lid 1> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De afvoervoorziening voor rookgas dient brandveilig uitgevoerd te worden volgens .
Overtreding:
De horizontale afstand tussen de uitmonding van de afvoervoorziening voor rookgas van een op vaste brandstof gestookt toestel en een brandgevaarlijk dak van een ander bouwwerk is onvoldoende conform NEN 6063.
Voorschrift:
Artikel <2.59 lid 2> <2.64 lid 2> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een horizontale afstand van ten minste 15 meter aangehouden te worden.
Overtreding:
Een opstelplaats voor een open verbrandingstoestel is in een geplaatst.
Voorschrift:
Artikel <2.60> <2.65> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De opstelplaats voor een open verbrandingstoestel dient buiten een< toiletruimte> geplaatst te worden.
6
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
AFDELING 2.9
BEPERKING VAN HET ONTWIKKELEN VAN BRAND EN ROOK
Overtreding:
De zijde van een constructieonderdeel die grenst aan de binnenlucht voldoet niet aan geëiste brandklasse en / of rookklasse.
Voorschrift:
Artikel <2.67 lid 1> <2.69 lid 1> <2.76 lid 1> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De zijde van het betreffende constructieonderdeel dient te voldoen aan en
Overtreding:
De zijde van een constructieonderdeel die grenst aan de buitenlucht voldoet niet aan de geëiste brandklasse.
Voorschrift:
Artikel <2.68 lid 1> <2.69 lid 2> <2.77 lid 1> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De zijde van een constructieonderdeel die grenst aan de buitenlucht dient te voldoen aan
Overtreding:
De bovenzijde van het dak van het bouwwerk is brandgevaarlijk
Voorschrift:
Artikel 2.71 lid 1 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De bovenzijde van het dak dient niet brandgevaarlijk uitgevoerd te worden bepaald
< vanwege….>
volgens NEN 6063 AFDELING 2.10 BEPERKING VAN UITBREIDING VAN BRAND Overtreding:
Een besloten ruimte ligt niet in een brandcompartiment.
Voorschrift:
Artikel <2.82 lid 1> <2.88 lid 1> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De brandscheidingen van de bovengenoemde ruimte dienen zodanig gewijzigd te worden dat deze in een brandcompartiment komt te liggen.
Overtreding:
De wegtunnelbuis ligt niet in een brandcompartiment
Voorschrift:
Artikel <2.82 lid 2> <2.88 lid 2> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De wegtunnelbuis met een lengte van meer dan 250 m dient in een brandcompartiment geplaatst te worden.
Overtreding:
Een niet besloten gebruiksgebied ligt niet in een brandcompartiment.
Voorschrift:
Artikel <2.82 lid 5> <2.88 lid 5> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Het niet besloten gebruiksgebied dient in een brandcompartiment geplaatst te worden.
Overtreding:
Het brandcompartiment overschrijdt de maximum toegestane gebruiksoppervlakte.
Voorschrift:
Artikel <2.83 lid 1> <2.89 lid 1> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een extra brandscheiding aangebracht te worden, zodanig dat er een brandcompartiment ontstaat waarvan de gebruiksoppervlakte voldoet aan de geëiste afmetingen van
7
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Overtreding:
In het brandcompartiment liggen meer dan vier woonwagens en nevenfuncties
Voorschrift:
Artikel <2.83 lid 2> <2.89 lid 2> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
In het brandcompartiment dienen ten hoogste vier woonwagens en nevenfuncties
daarvan, en / of de gebruiksoppervlakte overschrijdt de <500 m2> <1000 m2>
daarvan geplaatst te worden, met een totale gebruiksoppervlakte van ten hoogste <500 m2> <1000 m2> Overtreding:
Het brandcompartiment strekt zich uit over meer dan een perceel.
Voorschrift:
Artikel <2.83 lid 3> <2.89 lid 3> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Het brandcompartiment dient op één perceel geplaatst worden.
Overtreding:
Het brandcompartiment strekt zich uit over meer dan een wegtunnelbuis.
Voorschrift:
Artikel <2.83 lid 4> <2.89 lid 4> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Het brandcompartiment dient om één wegtunnelbuis geplaatst te worden.
Overtreding:
In een brandcompartiment liggen niet-gemeenschappelijke ruimten van meer dan een woonfunctie en nevenfuncties daarvan.
Voorschrift:
Artikel <2.83 lid 5> <2.89 lid 5> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
In het brandcompartiment dienen niet-gemeenschappelijke ruimten van niet meer dan één woonfunctie en nevenfuncties daarvan geplaatst te worden.
Overtreding:
De technische ruimte is niet in een afzonderlijk brandcompartiment geplaatst.
Voorschrift:
Artikel <2.83 lid 7> <2.89 lid 7> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De betreffende technische ruimte dient in een afzonderlijk brandcompartiment geplaatst te worden.
Overtreding:
Het brandcompartiment voor aan bedgebonden personen is groter dan
Voorschrift:
Artikel <2.83 lid 10> <2.89 lid 10> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
dient beperkt te worden tot maximaal 77% van de gebruiksoppervlakte van
toegestaan is.
de bouwlaag waarop dit brandcompartiment ligt. Overtreding:
De WBDBO tussen en is onvoldoende
Voorschrift:
Artikel 2.84 lid 1 en 2 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De scheidingsconstructie tussen en dient zodanig aangepast te worden dat de WBDBO ten minste <60><30> minuten is.
Toelichting:
8
WBDBO weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Overtreding:
De WBDBO van een woonwagen naar een andere woonwagen is minder dan 30
Voorschrift:
Artikel 2.84 lid 8 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De WBDBO van een woonwagen naar andere woonwagen dient ten minste 30 minuten
minuten.
te zijn. Toelichting:
WBDBO weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag
Overtreding:
De WBDBO en is geen 20 minuten.
Voorschrift:
Artikel 2.90 lid 1 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De scheidingsconstructie tussen en dient zodanig aangepast te worden dat de WBDBO ten minste 20 minuten is.
Toelichting:
WBDBO weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag
AFDELING 2.11 VERDERE BEPERKING VAN UITBREIDING VAN BRAND EN ROOK Overtreding:
De ruimte ligt niet in een beschermd subbrandcompartiment.
Voorschrift:
Artikel <2.92 lid 4, 5, 6 en 7> <2.98 lid 4, 5, 6 en 7> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De betreffende ruimte dient te worden uitgevoerd als of te worden geplaatst in een beschermd subbrandcompartiment .
Overtreding:
De beschermde vluchtroute ligt in een subbrandcompartiment.
Voorschrift:
Artikel <2.92 lid 2> <2.98 lid 2> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De beschermde vluchtroute dient buiten het subbrandcompartiment gesitueerd te worden.
Overtreding:
Het beschermd subbrandcompartiment overschrijdt de maximale gebruiksoppervlakte.
Voorschrift:
Artikel <2.93 lid 1> <2.99 lid 1>van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De betreffende ruimte dient te worden uitgevoerd als of te worden geplaatst in een beschermd subbrandcompartiment .
Overtreding:
Het beschermd subbrandcompartiment bevat meerdere gebruiksfuncties of nevenfuncties van die gebruiksfunctie.
Voorschrift:
Artikel <2.93 lid 3> <2.99 lid 3>van het Bouwbesluit.
Maatregel:
In het beschermd subbrandcompartiment dienen niet meer dan een gebruiksfunctie en nevenfuncties van die gebruiksfunctie te liggen.
Overtreding:
De cel is geen afzonderlijk beschermd subbrandcompartiment.
Voorschrift:
Artikel <2.93 lid 4> <2.99 lid 4>van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De cel dient in een afzonderlijk beschermd subbrandcompartiment gelegen te worden.
9
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Overtreding:
Het logiesverblijf ligt niet in een afzonderlijk beschermd
Voorschrift:
Artikel <2.93 lid 7> <2.99 lid 7>van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Het logiesverblijf dient in een afzonderlijk beschermd subbrandcompartiment gelegen
subbrandcompartiment.
te worden. Overtreding:
Het subbrandcompartiment heeft niet de vereiste weerstand tegen branddoorslag volgens NEN 6068 naar een andere ruimte in hetzelfde brandcompartiment van ten minste 20 minuten.
Voorschrift:
Artikel 2.94 lid 1 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Het subbrandcompartiment dient een weerstand van ten minste 20 minuten te hebben tegen branddoorslag.
Overtreding:
Het subbrandcompartiment heeft niet de juiste weerstand tegen rookdoorgang van ten minste 20 minuten.
Voorschrift:
Artikel 2.100 lid 1 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Het subbrandcompartiment dient een volgens NEN 6075 bepaalde weerstand van ten minste 20 minuten te hebben tegen rookdoorgang.
Overtreding:
De volgens NEN 6068 bepaalde WBDBO van het beschermd subbrandcompartiment naar een andere ruimte in het brandcompartiment is onvoldoende.
Voorschrift:
Artikel <2.94 lid 2> <2.100 lid 2> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Het beschermd subbrandcompartiment dient een volgens NEN 6068 bepaalde WBDBO van ten minste <30> <20> minuten te hebben.
Toelichting:
WBDBO weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag
AFDELING 2.12 VLUCHTROUTES Overtreding:
Er kan niet worden gevlucht naar het aansluitende terrein en vandaar naar de openbare weg.
Voorschrift:
Artikel <2.102 lid 1> <2.112 lid 1> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient te kunnen worden gevlucht naar het aansluitende terrein en vandaar naar de openbare weg. Het betreft
Overtreding:
Niet op elk punt van een voor personen bestemd gedeelte van een vloer begint een vluchtroute die, al dan niet via een buitenruimte, leidt naar een ander brandcompartiment.
Voorschrift:
Artikel <2.102 lid 2> <2.112 lid 2> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Op elk punt van een voor personen bestemd gedeelte van de vloer, dient een vluchtroute te beginnen die, al dan niet via een buitenruimte, leidt naar een ander brandcompartiment.
10
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Overtreding:
Niet op elk punt van de rijbaan begint een vluchtroute die leidt naar het aansluitende terrein en vandaar naar de openbare weg.
Voorschrift:
Artikel <2.102 lid 3> <2.112 lid 3> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Op elk punt van de rijbaan dient een vluchtroute te beginnen die leidt naar het aansluitende terrein en vandaar naar de openbare weg.
Overtreding:
De loopafstand tussen een punt in een gebruiksgebied en een uitgang van het subbrandcompartiment waarin dat gebruiksgebied ligt, overschrijdt de maximaal toegestane afstand.
Voorschrift:
Artikel <2.102 lid 4> <2.112 lid 4> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De loopafstand dient niet groter te zijn dan
Overtreding:
In een vluchtroute wordt een hoogteverschil overbrugt van meer dan 4 meter.
Voorschrift:
Artikel 2.102 lid 9 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
In de betreffende vluchtroute dient geen hoogteverschil te worden overbrugd van meer dan 4 meter.
Overtreding:
De ruimte, bestemd voor meer dan <150> <225> personen, heeft geen twee uitgangen waardoor een vluchtroute loopt en / of de onderlinge afstand tussen de uitgangen is minder dan 5 meter.
Voorschrift:
Artikel 2.102 lid 10 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient te kunnen worden gevlucht via minimaal twee uitgangen waardoor een vluchtroute loopt / de uitgangen dienen op ten minste 5 meter van elkaar te liggen.
Overtreding:
De vluchtroute waarop meer dan <150> <225> personen zijn aangewezen is vanaf de uitgang van het subbrandcompartiment waarin de vluchtroute begint geen veiligheidsvluchtroute.
Voorschrift:
Artikel <2.105 lid 1> <2.115 lid 2> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De betreffende vluchtroute dient uitgevoerd te worden als veiligheidsvluchtroute.
Overtreding:
De vluchtroute is geen veiligheidsvluchtroute.
Voorschrift:
Artikel <2.105 lid 2> <2.115 lid 1> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De betreffende vluchtroute dient uitgevoerd te worden als veiligheidsvluchtroute.
Overtreding:
De WBDBO tussen een beschermde of extra beschermde vluchtroute en de in de vluchtrichting aansluitende besloten ruimte is onvoldoende.
Voorschrift:
Artikel <2.107 lid 1> <2.117 lid 1> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De WBDBO tussen de beschermde of extra beschermde vluchtroute en de in de vluchtrichting aansluitende besloten ruimte dient ten minste 20 minuten te bedragen.
11
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Overtreding:
De WRD/WBDBO van de constructie is ter plaatse van niet ten minste 20 minuten, of dit kon tijdens de controle niet aangetoond worden.
Voorschrift:
Artikel 2.117 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient aangetoond te worden dat de betreffende constructie een WRD/WBDBO heeft van ten minste 20 minuten, of de constructie dient zodanig aangepast te worden dat de WRD/WBDBO van 20 minuten aantoonbaar is.
Toelichting:
WRD weerstand tegen rookdoorgang WBDBO weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag
Overtreding:
De vrije doorgang van de vluchtroute heeft ter plaatse van niet de geëiste afmetingen.
Voorschrift:
Artikel <2.107 lid 8> <2.117 lid 4> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De vluchtroute dient zodanig aangepast te worden dat de vrije doorgang de geëiste afmetingen heeft van
Overtreding:
De capaciteit van de vluchtroute is niet voldoende.
Voorschrift:
Artikel <2.108 lid 1 en 2> <2.118> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De vluchtroute dient zodanig aangepast te worden dat de capaciteit voldoet aan de voorschriften
HOOFDSTUK 6 AFDELING 6.1
VERLICHTING, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
Overtreding:
De verlichtingssterkte van de aanwezige verlichtingsinstallatie is onvoldoende.
Voorschrift:
Artikel 6.2 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De verlichtingsinstallatie dient zodanig aangepast te worden, dat deze voldoet aan
Overtreding:
De noodverlichting
Voorschrift:
Artikel 6.3 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De noodverlichting dient te worden
Overtreding:
In ruimte is tijdens verduistering redelijke oriëntatie niet mogelijk.
Voorschrift:
Artikel 6.5 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dienen voorzieningen getroffen te worden waardoor redelijke oriëntatie mogelijk is in de betreffende ruimte
12
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
AFDELING 6.2
VOORZIENING VOOR HET AFNEMEN EN GEBRUIKEN VAN ENERGIE, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
Overtreding:
De voorziening voor <elektriciteit> voldoet niet aan de
Voorschrift:
Artikel <6.8> <6.9> <6.10> van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De installatie dient zodanig aangepast te worden dat deze voldoet aan
voorschriften.
AFDELING 6.5
TIJDIG VASTSTELLEN VAN BRAND, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
Overtreding:
Het bouwwerk is niet voorzien van een brandmeldinstallatie.
Voorschrift:
Artikel 6.20 lid 1 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Het bouwwerk dient te worden voorzien van een brandmeldinstallatie met bewaking conform de NEN 2535.
Overtreding:
zijn niet voorzien van een brandmeldinstallatie met ruimtebewaking als bedoeld in NEN 2535.
Voorschrift:
Artikel 6.20 lid 5 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De betreffende ruimten dienen te worden voorzien van een brandmeldinstallatie met ruimtebewaking als bedoeld in NEN 2535.
Overtreding:
De brandmeldinstallatie dient voorzien te zijn van een geldig inspectiecertificaat dat is afgegeven op grond van het CCV-inspectieschema Brandmeldinstallaties. Dit kan tijdens de controle niet worden getoond.
Voorschrift:
Artikel 6.20 lid 6 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een geldig inspectiecertificaat afgegeven op grond van het CCVinspectieschema Brandmeldinstallaties te worden overlegd.
Overtreding:
Er kan tijdens de controle geen onderhoudsrapport worden overgelegd waaruit blijkt dat de brandmeldinstallatie wordt beheerd, gecontroleerd en onderhouden.
Voorschrift:
Artikel 6.20 lid 7 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient aangetoond te worden, door een onderhoudsrapport, dat de brandmeldinstallatie wordt beheerd, gecontroleerd en onderhouden conform de NEN 2654-1.
Overtreding:
Een of meerdere besloten ruimten waardoor een vluchtroute voert tussen de uitgang van een verblijfsruimte en de uitgang van de woonfunctie zijn niet voorzien van rookmelders volgens NEN 2555.
Voorschrift:
Artikel 6.21 lid 1van het Bouwbesluit.
Maatregel
Er dienen een of meerdere rookmelders, die voldoen aan en geplaatst zijn volgens NEN 2555, in de betreffende ruimtes geplaatst te worden.
Toelichting:
Dit geldt niet indien de woonfunctie uitgevoerd is met een brandmeldinstallatie (volgens NEN 2535)
13
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Overtreding:
Een of meerdere verblijfsruimten hebben geen rookmelders volgens NEN 2555.
Voorschrift:
Artikel 6.21 lid 3 van het Bouwbesluit.
Maatregel
Er dienen een of meerdere rookmelders, die voldoen aan en geplaatst zijn volgens NEN
Toelichting:
Dit geldt niet voor een verblijfruimte in een wooneenheid indien elke wooneenheid in
2555, in de betreffende ruimtes geplaatst te worden. de woonfunctie in een afzonderlijk subbrandcompartiment ligt met een volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag vanuit dat subbrandcompartiment naar een andere ruimte in het brandcompartiment van ten minste 30 minuten. . AFDELING 6.6
VLUCHTEN BIJ BRAND, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
Overtreding:
Het bouwwerk is niet voorzien van een ontruimingsalarminstallatie conform de NEN 2575.
Voorschrift:
Artikel 6.23 lid 1 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Het bouwwerk dient te worden voorzien van een ontruimingsalarminstallatie conform de NEN 2575. Er dient voor het aanbrengen van een ontruimingsalarminstallatie een programma van eisen (PvE) ter goedkeuring bij ingediend te worden.
Overtreding:
Er kan tijdens de controle geen onderhoudsrapport worden overgelegd waaruit blijkt dat de ontruimingsalarminstallatie wordt beheerd, gecontroleerd en onderhouden.
Voorschrift:
Artikel 6.23 lid 3 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient aangetoond te worden, door een onderhoudsrapport, dat de ontruimingsalarminstallatie wordt beheerd, gecontroleerd en onderhouden conform de NEN 2654-2.
Overtreding:
De ontruimingsalarminstallatie dient voorzien te zijn van een geldig inspectiecertificaat dat is afgegeven op grond van het CCV-inspectieschema Ontruimingsalarminstallaties. Dit kan tijdens de controle niet worden getoond.
Voorschrift:
Artikel 6.23 lid 4 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een geldig inspectiecertificaat te worden overgelegd.
Overtreding:
Er kan geen ontruimingsplan worden overgelegd.
Voorschrift:
Artikel 6.23 lid 6 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een ontruimingsplan voor het bouwwerk opgesteld te worden.
Toelichting:
Bij het opstellen van dit ontruimingsplan kan gebruik worden gemaakt van de Nederlandse Technische Afspraken (NTA 8112).
Overtreding:
is niet voorzien van vluchtrouteaanduidingen.
Voorschrift:
Artikel 6.24 lid 1 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
dient te worden voorzien van vluchtrouteaanduidingen die voldoen aan NEN 6088 en aan de zichtbaarheidseisen als bedoeld in de artikelen 5.2 tot en met 5.6 van NEN-EN 1838.
14
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Overtreding:
De vluchtrouteaanduidingen zijn niet aangebracht op een duidelijk waarneembare plaats.
Voorschrift:
Artikel 6.24 lid 3 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De vluchtrouteaanduidingen dienen zodanig verplaatst te worden dat ze duidelijk waarneembaar zijn.
Overtreding:
De deur gelegen op de vluchtroute van naar draait tegen de vluchtrichting in.
Voorschrift:
Artikel 6.25 lid 1, 3 en 5 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De bovengenoemde deur dient zodanig te worden aangepast dat deze met de vluchtrichting mee draait.
Toelichting:
<60> personen op zijn aangewezen>
Overtreding:
De deur vanaf de uitgang van een wooneenheid naar de uitgang van de woonfunctie kan niet in de vluchtrichting worden geopend door een lichte druk tegen de deur of met behulp van een ontsluitingsmechanisme dat voldoet aan NEN-EN 179 of aan NENEN 1125.
Voorschrift:
Artikel 6.25 lid 2 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De betreffende deur dient aangepast te worden zodat deze in de vluchtrichting kan worden geopend door een lichte druk tegen de deur, of de deur dient te worden voorzien van een ontsluitingsmechanisme dat voldoet aan NEN-EN 179 of aan NEN-EN 1125.
Overtreding:
De deur waarop bij het vluchten meer dan 100 personen zijn aangewezen, gelegen , is niet door een lichte druk te openen, noch voorzien van een panieksluiting.
Voorschrift:
Artikel 6.25 lid 6 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De betreffende deur dient aangepast te worden zodat deze in de vluchtrichting kan worden geopend door een lichte druk tegen de deur, of de deur dient te worden voorzien van een panieksluiting (pushbar).
Overtreding:
Er kan niet worden aangetoond dat de automatisch werkende deur bij het uitvallen van de netspanning handmatig te openen is, dan wel automatisch in geopende stand wordt gebracht / het vluchten anderszins niet belemmert.
Voorschrift:
Artikel 6.25 lid 8 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient aangetoond te worden dat de automatisch werkende deur die wordt gepasseerd bij de ontvluchting van het bouwwerk bij het uitvallen van de netspanning handmatig te openen is, dan wel automatisch in geopende stand wordt gebracht.
Overtreding:
De deur(en) die toegang geven aan het overdruktrappenhuis zijn niet voorzien van de juiste aanduiding.
Voorschrift:
Artikel 6.25 lid 9 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De deur(en) dienen voorzien te worden van een aanduiding, waaruit blijkt dat hard duwen noodzakelijk kan zijn.
15
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Overtreding:
De nooddeur is aan de buitenzijde niet voorzien van het opschrift “nooddeur vrijhouden” of “nooduitgang”.
Voorschrift:
Artikel 6.25 lid 10 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Aan de buitenzijde van de bovengenoemde nooddeur dient het opschrift “nooddeur vrijhouden” of “nooduitgang” te worden aangebracht conform de NEN 3011.
AFDELING 6.7
BESTRIJDEN VAN BRAND, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
Overtreding:
is geen brandslanghaspel aanwezig.
Voorschrift:
Artikel 6.28 lid 1 en 2 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
dient een brandslanghaspel aangebracht te worden.
Overtreding:
De brandslanghaspel(s) worden niet periodiek gecontroleerd en onderhouden.
Voorschrift:
Artikel 1.16 lid 1 van het Bouwbesluit
Maatregel:
De brandslanghaspel(s) dienen ten minste eenmaal per jaar op adequate wijze te worden gecontroleerd en onderhouden.
Overtreding:
is niet voorzien van een blusleiding die voldoet aan gestelde voorschriften.
Voorschrift:
Artikel 6.29 lid 1 en 5 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient aangetoond te worden dat de blusleiding voldoet aan NEN 1594
Overtreding:
De brandslangaansluiting in de hulppost levert niet de geëiste capaciteit.
Voorschrift:
Artikel 6.29 lid 3 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De brandslangaansluiting dient een capaciteit te hebben van ten minste 120 m3/h.
Overtreding:
De droge blusleiding en de pompinstallatie zijn niet getest.
Voorschrift:
Artikel 6.29 lid 7 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De blusleiding en de pompinstallatie ter plaatse van dienen getest te worden volgens NEN 1594.
Overtreding:
De bluswatervoorziening is niet toereikend/levert niet de geëiste capaciteit.
Voorschrift:
Artikel 6.30 lid 1 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een toereikende bluswatervoorziening aanwezig te zijn die onbeperkt toegankelijk is voor bluswerkzaamheden.
Overtreding:
De bluswatervoorziening is beperkt toegankelijk.
Voorschrift:
Artikel 6.30 lid 4 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De bluswatervoorziening dient onbeperkt toegankelijk te zijn.
16
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Overtreding:
Er zijn onvoldoende blustoestellen aanwezig.
Voorschrift:
Artikel 6.31 lid 1,2 en 3 van het Bouwbesluit
Maatregel:
Er dient (bij kamergewijze verhuur) In de gezamenlijke keuken en de verkeersruimte (gezamenlijke gang, overloop) op iedere bouwlaag een draagbare of verrijdbaar blustoestel geplaatst te worden.. Er dienen draagbare blustoestellen geplaatst te worden (type/inhoud) in (ruimte)/ de hulppost.
Overtreding:
is een draagbaar blustoestel aangetroffen waarvan niet kon worden aangetoond dat het ten minste eenmaal per twee jaar overeenkomstig NEN 2559 op adequate wijze het nodige onderhoud krijgt en dat de goede werking is gecontroleerd.
Voorschrift:
Artikel 6.31 lid 4 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Het draagbare blustoestel dient gekeurd of vervangen te worden.
Overtreding:
De automatische brandblusinstallatie is niet voorzien van een geldig inspectiecertificaat afgegeven op grond van het CCV-inspectieschema Vastopgestelde Brandbeheersings- en Brandblussystemen.
Voorschrift:
Artikel 6.32 lid 1 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een geldig inspectiecertificaat betreffende de <sprinklerinstallatie> te worden overgelegd.
Overtreding:
De rookbeheersingsinstallatie is niet voorzien van een geldig inspectiecertificaat op grond van het CCV-inspectieschema Rookbeheersingsinstallaties.
Voorschrift:
Artikel 6.32 lid 2 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een geldig inspectiecertificaat betreffende de te worden overgelegd.
Overtreding:
is een aangetroffen dat niet duidelijk zichtbaar is opgehangen of aangeduid wordt door een pictogram.
Voorschrift:
Artikel 6.33 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
dient te worden verplaatst zodat deze duidelijk zichtbaar is, of <de brandslanghaspel> dient te worden aangeduid door een pictogram volgens NEN 3011.
AFDELING 6.8
BEREIKBAARHEID VOOR HULPVERLENINGSDIENSTEN, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
Overtreding:
Er is geen brandweeringang aanwezig/de aanwezige brandweeringang voldoet niet aan de eisen.
Voorschrift:
Artikel 6.36 lid 1 en 3 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een brandweeringang aangebracht te worden en deze dient automatisch te worden ontsloten bij brand.
17
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Overtreding:
Er is geen geschikte verbindingsweg aanwezig/de aanwezige verbindingsweg voldoet niet aan de eisen.
Voorschrift:
Artikel 6.37 lid 1van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een verbindingsweg aangebracht te worden/de aanwezige verbindingsweg dient zodanig aangepast te worden dat deze aan de eisen voldoet .
Overtreding:
Er is geen doeltreffende opstelplaats voor een brandweervoertuig aanwezig/de opstelplaats voor brandweervoertuigen voldoet niet aan de eisen.
Voorschrift:
Artikel 6.38 lid 1, 3,4 en 5 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een opstelplaats voor een brandweervoertuig aangelegd te worden, zodat een doeltreffende verbinding tussen de brandweervoertuigen en de bluswatervoorziening kan worden gelegd./De opstelplaats dient aangepast te worden
Overtreding:
Het bouwwerk is niet voorzien van een brandweerlift.
Voorschrift:
Artikel 6.39 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Het bouwwerk dient voorzien te worden van een brandweerlift.
Overtreding:
Er is geen goedgekeurde installatie voor mobiele radiocommunicatie aanwezig.
Voorschrift:
Artikel 6.40 lid 1 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een (door het bevoegd gezag) goedgekeurde installatie voor mobiele radiocommunicatie aangebracht te worden.
AFDELING 6.9
AANVULLENDE REGELS TUNNELVEILIGHEID, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
Overtreding:
Er is geen noodtelefoon en/of wandcontactdoos met een elektrische spanning van 230 volt aanwezig in de hulppost.
Voorschrift:
Artikel 6.42 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Er dient een <noodtelefoon> <wandcontactdoos> aangebracht te worden.
Overtreding:
De wegtunnel is niet aangesloten op een bedieningscentrale met een voorziening voor permanente videobewaking en automatische detectie van ongevallen bij brand.
Voorschrift:
Artikel 6.43 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De genoemde voorziening dient alsnog aangebracht te worden.
Overtreding:
De voorziening voor de afvoer van brandbare en giftige vloeistoffen ontbreekt/voldoet niet aan de eisen.
Voorschrift:
Artikel 6.44 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De genoemde voorziening dient alsnog aangebracht te worden.
Overtreding:
De communicatievoorzieningen voldoen niet aan de eisen, omdat .
Voorschrift:
Artikel 6.46 lid 1 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De genoemde gebreken dienen hersteld te worden.
18
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Overtreding:
De noodstroomvoorziening ontbreekt/voldoet niet aan de eisen.
Voorschrift:
Artikel 6.47 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
De noodstroomvoorziening dient alsnog te worden.
HOOFDSTUK 7 AFDELING 7.1
VOORKOMEN VAN BRANDGEVAAR EN ONTWIKKELING VAN BRAND, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
Overtreding:
<Er wordt gerookt> <Er is open vuur> in <de opslagruimte voor brandgevaarlijke stoffen> .
Voorschrift:
Artikel 7.2 lid 1 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Het verbod voor roken en open vuur dient opgevolgd te worden en duidelijk zichtbaar aangegeven te worden , door het aanbrengen van een gestandaardiseerd symbool overeenkomstig NEN 3011.
Overtreding:
Er is niet aangeduid dat in <de opslagruimte voor brandgevaarlijke stoffen> een verbod voor roken en open vuur geldt.
Voorschrift:
Artikel 7.2 lid 2 van het Bouwbesluit.
Maatregel:
Het verbod voor roken en open vuur dient duidelijk zichtbaar aangegeven te worden , door het aanbrengen van een gestandaardiseerd symbool overeenkomstig NEN 3011.
Overtreding:
De zelfsluitende <deur> in de scheidingsconstructie tussen en wordt opengehouden door <materiaal>.
Voorschrift:
Artikel 7.3 van het Bouwbesluit
Maatregel:
De bovengenoemde <materiaal> dient te worden verwijderd en verwijderd gehouden te worden.
Toelichting:
Een zelfsluitend constructieonderdeel als bedoeld in artikel 6.26, eerste lid, mag niet in geopende stand zijn vastgezet, tenzij het constructieonderdeel bij brand en bij rook automatisch wordt losgelaten (bijvoorbeeld door toepassing van kleefmagneten)
Overtreding:
zijn / aangetroffen. Er kan niet worden aangetoond dat deze aankleding onbrandbaar of brandvertragend (behandeld) is.
Voorschrift:
Artikel 7.4 lid 1 van het Bouwbesluit
Maatregel:
Er dient te worden aangetoond dat de / onbrandbaar zijn , bepaald volgens NEN 6064,of brandvertragend behandeld zijn. Indien dit niet kan worden aangetoond, dienen <de gordijnen> / brandvertragend behandeld te worden of te worden verwijderd.
19
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Overtreding:
bevinden zich op zeer geringe afstand van de gordijnen>. Er kan tijdens de controle niet worden aangetoond dat deze aankleding onbrandbaar is.
Voorschrift:
Artikel 7.4 lid 3 van het Bouwbesluit
Maatregel:
Er dient te worden aangetoond dat <de gordijnen>voldoen aan brandklasse A1 of onbrandbaar zijn, bepaald volgens NEN 6061. Indien dit niet kan worden aangetoond, dienen <de spotjes of de gordijnen> te worden verplaatst of verwijderd.
Overtreding:
zijn met brandbaar gas gevulde ballonnen aangetroffen.
Voorschrift:
Artikel 7.4 lid 4 van het Bouwbesluit
Maatregel:
De met brandbaar gas gevulde ballonnen dienen per direct te worden verwijderd.
Overtreding:
Bij ministeriele regeling zijn nadere voorschriften gegeven over de bijdrage aan brandgevaar van de aankleding . Er kan tijdens de controle niet worden aangetoond dat hieraan voldaan wordt.
Voorschrift:
Artikel 7.4 lid 6 van het Bouwbesluit
Maatregel:
Er dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de voorschriften of de betreffende aankleding dient te worden te worden verplaatst of verwijderd.
Overtreding:
De <stands><podia> zijn niet brandveilig.
Voorschrift:
Artikel 7.5 lid 1 van het Bouwbesluit
Maatregel:
De <stands> <podia> dienen brandveilig te worden uitgevoerd of te worden verwijderd.
Overtreding:
zijn brandgevaarlijke stoffen aanwezig. Hierdoor ontstaat bij brand mogelijk een onveilige situatie.
Voorschrift:
Artikel 7.6 lid 1 van het Bouwbesluit
Maatregel:
De brandgevaarlijke stoffen dienen te worden verplaatst naar een andere locatie op het perceel of te worden afgeschermd, zodanig dat bij brand geen onveilige situatie ontstaat.
Toelichting:
Brandgevaarlijke stoffen volgens Tabel 7.6 Bouwbesluit 2012.
Overtreding:
De bedrijfsmatige opslag is zodanig dat er bij brand een onveilige situatie kan ontstaan.
Voorschrift:
Artikel 7.7 lid 1 van het Bouwbesluit
Maatregel:
De bedrijfsmatige opslag dient te worden verplaatst naar een andere locatie op het perceel of te worden afgeschermd door bijvoorbeeld een muur, zodanig dat bij brand geen onveilige situatie ontstaat.
Toelichting:
Er mag geen grotere stralingsbelasting dan 15 KW/m² op de uitwendige scheidingsconstructie van een op het aangrenzend perceel gelegen gebouw ontstaan.
20
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Overtreding:
In de stookruimte (>130 kW) zijn brandbare goederen opgeslagen of opgesteld.
Voorschrift:
Artikel 7.8 van het Bouwbesluit
Maatregel:
De brandbare goederen welke zijn opgeslagen in de stookruimte, dienen verwijderd te worden.
Overtreding:
De opening ten behoeve van <de toevoer van verbrandingslucht>/ <de afvoer van rook> is gedeeltelijk afgesloten door .
Voorschrift:
Artikel 7.9 lid 1 van het Bouwbesluit
Maatregel:
dient verwijderd te worden zodat de opening ten behoeve van <de toevoer van verbrandingslucht> / <de afvoer van rook> niet is afgesloten.
Overtreding
<worden handelingen verricht of nagelaten> die brandgevaar of bij brand een gevaarlijke situatie veroorzaken.
Voorschrift:
Artikel 7.10 van het Bouwbesluit
Maatregel:
Er dienen zodanige maatregelen getroffen te worden dat er geen brandgevaar of bij brand een gevaarlijke situatie wordt veroorzaakt.
AFDELING 7.2
VEILIG VLUCHTEN BIJ BRND, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
Overtreding:
De deur gelegen in de vluchtroute van naar < is bij aanwezigheid van personen
Voorschrift:
Artikel 7.12 lid 1 van het Bouwbesluit
Maatregel:
De bovengenoemde deur dient te worden voorzien van een paniekslot of een andere voorziening zodat de deur bij aanwezigheid van personen te allen tijde onmiddellijk zonder sleutel in de vluchtrichting over de ten minste vereiste breedte kan worden geopend.
Overtreding:
De inrichting van ruimte voldoet niet aan de gestelde eisen.
Voorschrift:
Artikel 7.13 lid 1 van het Bouwbesluit
Maatregel:
De ruimte dient zodanig ingericht te worden dat voor elke persoon met zitplaats ten minste 0,5 m2 vloeroppervlakte beschikbaar is, indien inventaris kan verschuiven of omvallen als gevolg van gedrang>
21
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
Overtreding:
De in rijen opgestelde stoelen zijn niet gekoppeld of aan de vloer bevestigd.
Voorschrift:
Artikel 7.13 lid 2 van het Bouwbesluit
Maatregel:
De stoelen dienen te worden gekoppeld of aan de vloer bevestigd, zodanig dat deze niet kunnen verschuiven of omvallen als gevolg van gedrang.
Overtreding:
De gangpaden tussen <stands><podia> zijn minder dan 1,1 meter breed.
Voorschrift:
Artikel 7.14 lid 1 van het Bouwbesluit
Maatregel:
De betreffende gangpaden dienen ten minste 1,1 meter breed te zijn.
Overtreding:
Voor de uitgang is te weinig vrije ruimte.
Voorschrift:
Artikel 7.14 lid 2 van het Bouwbesluit
Maatregel:
De lengte en breedte van de vrije vloeroppervlakte voor de betreffende uitgang dient ten minste de breedte van de uitgang te zijn.
Overtreding:
Het het plafond aangebrachte glas in <de ruimte> .
Voorschrift:
Artikel 7.15 lid 1 van het Bouwbesluit
Maatregel:
Het glas dient vervangen te worden door . of het glas dient verwijderd te worden.
Overtreding:
Het het plafond aangebrachte in <de ruimte> is niet onderspannen met metaaldraad.
Voorschrift:
Artikel 7.15 lid 2 van het Bouwbesluit
Maatregel:
Het onderspannen met metaaldraad op een onderlinge afstand van ten hoogste 0,35 m, of metaaldraad in twee richtingen met een max. maaswijdte van 0,7 m.
Overtreding:
is aangetroffen. Er kan tijdens de controle niet worden aangetoond dat deze aankleding onbrandbaar of brandvertragend (behandeld) is en bij brand geen druppelvorming veroorzaakt boven een gedeelte van de vloer dat bestemd is voor gebruik door personen.
Voorschrift:
Artikel7.15 lid 3 van het Bouwbesluit
Maatregel:
Indien niet kan worden aangetoond dat onbrandbaar of brandvertragend ( behandeld) is en geen druppelvorming veroorzaakt,
22
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012
dient brandvertragend behandeld te worden of te worden verwijderd. Overtreding:
Aan of nabij het bouwwerk zijn <stoffen geplaatst / aanwezig>, <worden handelingen verricht of nagelaten>, <werktuigen, middelen of voorzieningen gebruikt> waardoor <melding van, alarmering bij of bestrijding van brand wordt belemmerd>
Voorschrift:
Artikel 7.16 van het Bouwbesluit
Maatregel:
De aangetroffen situatie dient beëindigd te worden zodat <melding van, alarmering bij of bestrijding van brand niet wordt belemmerd>
HOOFDSTUK 8 AFDELING 8.1
HET VOORKOMEN VAN ONVEILIGE SITUATIES EN HET BEPERKEN VAN HINDER TIJDENS HET UITVOEREN VAN BOUW- EN SLOOPWERKZAAMHEDEN
Overtreding:
De verbindingsweg tussen de toegang van het bouwwerk en het openbare wegennet wordt
Voorschrift:
Artikel 8.3 van het Bouwbesluit
Maatregel:
De verbindingsweg tussen de toegang van het bouwwerk en het openbare wegennet dient over de voorgeschreven hoogte en breedte vrij gehouden te worden voor brandweervoertuigen.
23
Standaardzinnen toezicht en advisering handhaving Bouwbesluit 2012