Stadsdeeltafel Stationsbuurt, gehouden op woensdag 8 juli 2015, Parade, Van Limburg Stirumstraat, te Den Haag, van 19.30 tot 21.30 uur. Aanwezig: Hans Hoogvorst
gespreksleider namens de gemeente Den Haag
Ingrid Wendt
verslag
1. Opening De heer Hoogvorst opent de eerste ronde van de stadsdeeltafel ‘Buurtsamenstelling en bewonersinitiatieven’ om 20.19 uur. Hij start met een inventarisatie van de thema's, waarna bepaald kan worden op welke thema's de bewoners dieper willen ingaan. Aan de eerste ronde van de stadsdeeltafel nemen vijf bewoners deel, van wie een deel tevens professional is in de wijk, en twee professionals. Van de inventarisatie wordt een verslag gemaakt dat wordt rondgestuurd. Op basis van de input van vanavond stelt de gemeente een conceptprogramma op. Dit zal aan de bewoners gepresenteerd worden met de vraag of de punten goed in het programma vertaald zijn. 2. Inventarisatie van kansen en problemen De bewoners hebben zelf aangegeven dat zij de onderwerpen ‘buurtsamenstelling’ en ‘bewonersinitiatieven’ willen behandelen. De samenstelling van de buurt is een belangrijk onderwerp. Volgens de ene bewoner kan de gemeente hier weinig in sturen, maar een andere bewoner denkt dat dit wel degelijk kan, bijvoorbeeld door middel van brancheringsbeleid. Vroeger was de Stationsbuurt een heel gemêleerde wijk, maar de laatste jaren is een disbalans ontstaan. Doordat er weinig woningen voor gezinnen en ouderen zijn, verandert de wijk. De gemeente wil(de) van de Stationsbuurt een studentenbuurt maken, maar dat is niet wat de wijkbewoners zelf willen. Alle panden die leeg komen of nieuw gebouwd worden, worden bewoond door studenten. De studenten vormen echter geen onderdeel van de wijk. Doordat de wijk heel dicht bij het centrum zit, gaan ze daar naartoe om te winkelen en uit te gaan. Ze hebben niet voor de opleving van de wijk gezorgd die de gemeente voorzien had. Bewoners vinden het vreemd dat er zo veel studenten worden gehuisvest, terwijl dat niet in het bestemmingsplan is opgenomen. Huisvesting voor ouderen is er nauwelijks. Ouderen verhuizen naar buiten de wijk omdat er geen ouderenvoorzieningen zijn en de gemeente zeer terughoudend is met het aanpassen van woningen. 3. Toekomstperspectief De bewoners zouden graag meer diversiteit van voorzieningen in de wijk willen, niet alleen qua leeftijd van inwoners, maar ook qua herkomst. Waarom zijn er geen Italiaanse en Turkse winkeltjes? Een bewoonster zou de internationaliteit naar een hoger plan willen trekken. Een andere bewoonster wil ook graag de gewone Nederlandse middenstand zien: een ambachtelijke bakker, slager of kaaswinkel. Door een gevarieerdere middenstand wordt de wijk ook weer aantrekkelijker voor gezinnen.
Er zijn diverse bewonersinitiatieven die goed aanslaan. Lunchroom De Overkant is hier een voorbeeld van. Bewoners willen niet wachten totdat de gemeente met brancheringsbeleid begint. Bewoners zijn het erover eens dat de wijk een mooie straat met leuke internationale en ambachtelijke winkeltjes nodig heeft. Opgemerkt wordt dat initiatieven die in de buurt ontstaan maar niet vanuit bedrijven worden gepresenteerd, weinig kans krijgen. Een van de bewoners noemt als initiatief een verzamelwinkel, een nieuw concept waarbij buurtbewoners een of meerdere kastplanken kunnen huren om hun (zelfgemaakte) waren te verkopen. Op de vraag of er maatschappelijke ondernemers in de buurt zijn die zo'n winkel kunnen en willen runnen, antwoorden bewoners dat een dergelijk traject al loopt: Haagse Makers, maar dat iemand moet durven investeren. Het is belangrijk dat dergelijke initiatieven door de gemeente en/of corporaties worden gefaciliteerd, bijvoorbeeld door met een lage winkelhuur te beginnen. Een andere suggestie is dat de gemeente panden vasthoudt als ze leeg komen, om vervolgens een groep ondernemers te vragen om een gezamenlijke visie op te stellen en allemaal tegelijk te starten. Afzonderlijk durven veel ondernemers het niet aan om een bedrijf te starten, maar samen kunnen ze dat wel. Een ander concept dat wordt genoemd is het bij elkaar brengen van commerciële ontwerpers met buurtbewoners die graag handwerken. Nu worden vaak de prachtigste dingen gemaakt, maar niemand weet het, dus niemand koopt het. De professionals benadrukken dat de Stationsbuurt ook veel armoede kent. Het is belangrijk om een brug te slaan tussen deze groep en de creatieve ondernemers die initiatieven willen ontplooien. Zo wordt de Stationsbuurt voor iedereen leuk en ontstaat de diversiteit die zo gewenst is. Verder kan de openbare ruimte heel aantrekkelijk gemaakt worden, zodat arme en rijke buurtbewoners samen kunnen genieten zonder dat het geld kost. Het project strandstoelen is daar een voorbeeld van. De diversiteit aan voorzieningen moet voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn, maar tegelijkertijd kwaliteit hebben. Een bewoonster benadrukt dat ouderen graag in de buurt willen blijven wonen, met aanpassingen aan de woning. Op de vraag wat de reden zou zijn voor ouderen om hier te blijven wonen, antwoordt een bewoner dat alle voorzieningen aanwezig zijn. Er zijn alleen geen geschikte woningen voor senioren. Veel ouderen staan heel lang ingeschreven voor een geschikte woning. Van het pand boven AH zou je goede seniorenwoningen kunnen maken. Het lijkt wel of de gemeente liever geld uittrekt voor studenten- dan voor ouderenhuisvesting. Tot slot wordt opgemerkt dat de bewoners vinden dat er echt genoeg studenten in de wijk wonen. Ze pleiten voor een studentenstop. Alle deelnemers krijgen vijf stickers waarmee zij de prioriteit van de genoemde punten mogen aangeven. Dit resulteert in de volgende prioriteitstelling. Prioriteitstelling: 1. Toegankelijke woningvoorraad voor ouderen. 2. Toegankelijkheid en betaalbaarheid van voorzieningen koppelen aan kwaliteit. 3. Studentenstop. 4. Diversiteit van voorzieningen en winkels.
5.
Leuke winkels / verzamelwinkel.
Tweede ronde Er wordt geen tweede ronde gehouden. Sluiting om 21.30 uur.
Haagse Kracht bijeenkomst Stationsbuurt gehouden op woensdag 8 juli 2015, Parada, Van Limburg Stirumstraat 280 te Den Haag, van 19.30 tot 21.30 uur. Aanwezig: Marja van Tol
Welzijn Jeugd en Participatie, gemeente Den Haag (gespreksleider)
Inge Vos
verslag
4. Opening Mevrouw Van Tol opent om ca. 20.00 uur de eerste ronde van de werkconferentie met als thema ‘Jeugd’. Er volgt een korte voorstelronde. Aan de eerste ronde van de stadsdeeltafel nemen twee bewoners en vier professionals deel. Het doel van deze bijeenkomst is dat betrokkenen aangeven wat er speelt in de wijk rond het thema Jeugd en welke kansen zij zien. Welke zaken en voorzieningen brengen veranderingen voor de jeugd in deze wijk? Onder jeugd wordt verstaan: personen van 0 tot 25 jaar. NB: tijdens de inleiding van deze Haagse Kracht-bijeenkomst was er enige verwarring over de grenzen van de wijk Stationsbuurt. Zo hanteren de hulpdiensten andere wijkgrenzen dan bijvoorbeeld de gemeente. Bij het verslag zal een kaartje worden gevoegd met daarop de wijkgrenzen, zoals die worden gehanteerd door de gemeente Den Haag. Actie: gemeente 5. Inventarisatie van problemen en kansen Belangrijk is om jongeren trots te laten zijn op hun wijk. Zij moeten zich betrokken voelen. Worden jongeren betrokken bij een activiteit of voorziening dan zijn ze daar ook trots op. Jeugd lijkt vaak een negatieve bijklank te hebben. Een aanwezige bewoonster was initiatiefnemer voor een skatebaan in het Huijgenspark. Alleen het plan al leidde tot bedreigingen aan het adres van de initiatiefneemster. Het heeft jaren geduurd voor de skatebaan kon worden gerealiseerd. Uiteindelijk was het een idee van haar kinderen. De bewoonster probeerde iets tot stand te brengen voor jongeren, maar ondervond heel veel tegenstand. Jongeren moeten een luisterend oor hebben. Is die plek er? Kinderen moeten bepaalde vaardigheden worden geleerd. Daar hoort ook een goede voorlichting bij. Een schrijnend voorbeeld van het belang van goede voorlichting was de dagelijkse situatie waarin 10 à 15 jaar geleden dealers en spelende kinderen samen kwamen op het Oranjeplein. Jonge kinderen werden geconfronteerd met onveilige en ongewenste situaties. Ook specifiek voor jonge meiden moet jeugdwerk een ruimte kunnen bieden, waar deze meiden met hun vragen terecht kunnen over zaken waar ze in het dagelijks leven tegenaan lopen, zoals onder meer vragen op het gebied van seksualiteit. Jongeren moeten eigenaar worden gemaakt van hun omgeving. Zij moeten hun trots kunnen uitdragen. In de wijk is het niet altijd mogelijk om veilig over straat te fietsen. Het verkeer maakt het gevaarlijk voor (jonge) kinderen om lekker rond te fietsen. De verkeerssituatie zou aangepast moeten worden op deze wijk met relatief veel jonge bewoners.
In de wijk is ook geen basisschool aanwezig. Het laatste kinderdagverblijf (Pollewop) staat op omvallen. De voorzieningen voor kinderen nemen af. Studenten die in de wijk wonen, zorgen voor de nodige levendigheid en bedrijvigheid. De ene bewoner ervaart dit als hinderlijk, terwijl een ander het juist prettig vindt. Helaas is de akoestiek in het ‘rooie dorp’ slecht, wat al snel geluidsoverlast oplevert. Wat wel jammer is, is als de studenten alleen in de wijk aanwezig zijn om er te wonen, maar voor de rest elders vertoeven. Een kans voor de wijk zou zijn om meer te ‘profiteren’ van de studentenpopulatie. Het Belastingkantoor zou kunnen worden getransformeerd tot studentenhuisvesting, of juist platgegooid moeten worden. Een aanwezige wijkverpleegkundige werkt in de wijk Stationsbuurt en is geen bewoner. Overigens komt ze tijdens haar werk weinig in aanraking met de doelgroep 0 tot 25 jaar. Zij is van mening dat de wijk Stationsbuurt wat onderbelicht is. Via ouders verneemt men wellicht de problemen waarmee de jeugd te maken heeft, onder meer vanwege hun cultuur en gewoontes. Door middel van voorlichting kunnen de nodige problemen al worden weggenomen. In de wijk leeft een groep radeloze Somalische moeders. Zij klagen dat hun kinderen, in de leeftijd van 18-plus, niets doen, zijn gestopt met hun studie en niet (financieel) bijdragen aan het huishouden. Deze groep jongeren zou moeten worden begeleid in het vormen van een toekomstperspectief. Een jeugdwerker werkt al aan het geven van de nodige voorlichting aan jongeren. Voor met name jongens in de leeftijd 12-plus zou een plek of ruimte moeten worden gerealiseerd waar zij kunnen samenkomen. Een dergelijke voorziening is aanwezig in de Rivierenbuurt, maar dat gaat deze groep jongeren net een stap te ver om daar naar toe te gaan. Het zou ook niet moeten dat de jeugd in andere wijken activiteiten en voorzieningen moet zoeken. De jongeren moeten in hun eigen wijk actief kunnen zijn. Goede sportgelegenheid is belangrijk. Er is een sporthal in de wijk aanwezig. ZVSL is echter gericht op jongeren met de basisschoolleeftijd. Op het Oranjeplein zouden sportfaciliteiten kunnen worden geboden, zoals voetbal. Sport is een middel om contact te leggen. Voor het beoefenen van veel sporten moeten jongeren de wijk uit. De jongeren kan de vraag worden voorgelegd aan welke sportvoorziening zij behoefte hebben. Ook valt te denken aan het door jongeren laten organiseren van een toernooi, zoals tafeltennis. In de wijk ontbreekt een buurthuis voor jongeren. Er is ook geen hangplek. In de wijk wordt veel geklaagd over ‘lopende jeugd’. Kinderen jonger dan 15 jaar bezoeken shisha bars om te roken. Kinderen die elders in de stad een school bezoeken, bouwen daar een netwerk op. Ook hier in de wijk moet een ontmoetingsplek worden gecreëerd. Tot 12 jaar draait feitelijk alles om en rond de school als het gaat over spelen en activiteiten. Om jongeren trots te laten zijn is het belangrijk om hen zelf hun idee te laten realiseren of organiseren. De jongeren moet de bijbehorende verantwoordelijkheid worden gegeven. Diverse leeftijdsgroepen zou men kunnen laten samenwerken. Denk aan studentenleeftijd en basisschoolleeftijd. Een voorbeeld van dergelijk samenwerken is een onlangs georganiseerd sporttoernooi voor 10- tot 12-jarigen, waarbij 15- en 16-jarigen begeleiding boden en wedstrijden floten. De jongeren zorgden zelf voor gezonde hapjes. In de winter kan een dergelijk initiatief naar binnen worden gehaald.
Studenten kunnen worden ingezet voor bijles. Op deze manier doen zij iets terug voor de Stationsbuurt. Een goede interactie tussen studenten en jongeren in de wijk is mogelijk. Op de vraag hoe de jeugd een luisterend oor kan worden geboden wordt door de jongerenwerker geopperd een bazar met een inloopspreekuur in te stellen, op vaste tijden, voor jongeren. Dit moet laagdrempelig en anoniem zijn. Via een website kan aan jongeren online hulp worden geboden. Bij de leeftijdscategorie 18-plus lopen ouders soms aan tegen opvoedproblemen. Via de moeder/ouder kan in gesprek worden gegaan met de betreffende jongere, zonder dat hij of zij weet dat zijn of haar moeder de problematiek heeft aangekaart. Te denken valt aan een coachingtraject. Via een stage maakt een jongere meer kans op het vinden van werk. Ouders kunnen jongeren coachen bij het ontwikkelen van vaardigheden. Een ouder kan worden begeleid door middel van coaching, zodat zij leert om te gaan met opvoedproblematiek. De aanpak van onveilige verkeers-/fietssituaties kan door middel van voorlichting op scholen en door de politie. Een kind moet zich veilig en vrij kunnen bewegen in de wijk. Alle deelnemers krijgen vijf stickers waarmee zij de prioriteit van de genoemde punten mogen aangeven. Dit resulteert in de volgende prioriteitstelling. 1. Jongeren trots laten zijn op hun eigen wijk door hen hun eigen ideeën te laten realiseren en een goede interactie tussen bijvoorbeeld studenten en basisschoolkinderen. 2. Een eigen ontmoetingsruimte voor jongeren bieden. De jeugd is nu straatgebonden. Ze gaan niet naar een andere wijk om hun vertier te zoeken. 3. Aanpak van opvoedproblemen met name in de leeftijdsgroep 18-plus, onder meer door het coachen van ouders. Nu worden alleen de jongeren ‘aangepakt’. 4. Voorlichting over cultuurverschillen en gewoontes. Bijvoorbeeld: een gouden tand, een gouden ketting, kleding of een tatoeage werken tegen je als je solliciteert of een stageplaats zoekt. 6. Tweede ronde: inventariseren van problemen en kansen De tweede ronde van de stadsdeeltafel kent drie deelnemers, waarvan een bewoonster en twee professionals. Een bewoonster merkt dat op de Hollandse ‘wit georiënteerde’ scholen een zekere zachtheid ontstaat. Er mag veel (bijvoorbeeld op pantoffels naar school). Dit staat haaks op de straatcultuur, waarbij men zijn of haar ego in stand moet zien te houden. De bewoonster ziet een zekere polarisatie ontstaan, al is homo- of transseksualiteit geen issue meer. Een jeugdwerkster merkt op dat op de Johan de Witschool seksualiteit tussen mensen van hetzelfde geslacht totaal onbespreekbaar is. Een jongen met homoseksuele gevoelens wordt dagelijks gepest en heeft zelfs zelfmoordneigingen. Belevingswerelden van jongeren groeien uit elkaar. Hoger opgeleide en links georiënteerde wijkbewoners voelen zich verwant bij een bepaalde onderwijsstroom, zoals een Vrije school. Als omgeving en wijk moet men in staat zijn om een eigen leven te organiseren. Op maatschappelijk niveau wordt het triest als de verbinding er niet meer is.
Een fantasie van een bewoonster is een estafette met kano’s door de gracht in de wijk, waarna de kinderen van de Zuidwalschool uitstappen bij de HSV-school. Daar vindt vervolgens een uitwisseling plaats waarbij de kinderen naar het gezin van een ander kind gaan om te lunchen. Op basis van ouderparticipatie zou een dergelijk idee kunnen worden aangedragen voor de wijk. De bewoonster zou bijvoorbeeld het hockeytalent van kinderen in deze wijk willen gebruiken. Veel kinderen uit de wijk komen nooit op een hockeyclub. Voor hen zouden kansen moeten worden gecreëerd, zodat zij wel hun hockeytalent kunnen doen laten gelden. Op het Oranjeplein zouden hockeylessen aangeboden kunnen worden. Hockeyclubs van elders in de stad kunnen worden uitgenodigd om hier trainingen te verzorgen. De faciliteiten zijn er. Een jeugdwerker weet uit ervaring dat de sport hockey niet populair is onder veel jongeren in de wijk. Voetbal is wel enorm populair. Het is moeilijk om de interesse van jongeren voor andere sporten dan voetbal vast te houden. De bewoonster ziet ontwikkel- en netwerkkansen. Nu wordt veel sporttalent niet benut. Over veiligheid wordt opgemerkt dat de Stationsweg een racebaan is. Het is niet veilig om daar te fietsen. De bewoners zijn blij met de herinrichting van de Stationsweg. Een bewoonster komt met het idee om peuter- en kleuterfietslessen te verzorgen in de wijk. Er zijn te weinig kinderen die kunnen fietsen of steppen. Een jeugdwerker merkt op dat het in deze wijk nog niet zover is. Hier worden nog fietslessen voor moeders gegeven. Opvallend is dat veel kapperszaken zijn verworden tot jeugdhonken, onder meer voor etnische groepen. Meisjes zijn hier overigens niet welkom. Te denken valt aan een ‘meidenhuis’. Nu lopen veel meiden verloren rond in de wijk, terwijl ze in een meidenhuis kunnen tutten zonder dat broers of moeder meekijken. Om circa 21.35 werd de tweede ronde van de werkconferentie ook afgesloten.
Haagse Kracht – Stationsbuurt Parade, Van Limburg Stirumstraat 280 8 juli 2015 Groep: Leefbaarheid, Verkeer, Veiligheid, Handhaving Gespreksleidster: Hettie Verheijen Aanwezig: 6 bewoonsters van de buurt, 3 mensen van handhaving Wat kunnen wij als aanwezigen doen om de wijk leefbaarder, veiliger, beter te maken dan het nu is? Iedereen krijgt de gelegenheid om zijn of haar mening te geven. Groep I Bewoonsters Jan Blankenstraat / Kraijenhoffstraat / rest van de wijk De paaltjes die de auto’s moeten tegenhouden moeten er goed in gezet worden en er moeten geen reservesleutels uitgeleend worden aan de bewoners van de straat, want die halen de paal uit de straat en zetten die niet meer terug. Er wordt veel groot vuil gedumpt en er wordt niet op gehandhaafd. Zien nooit politie of handhavers in de straat. Fietswrakken. Studenten veroorzaken veel overlast en gooien de vuilniszakken gewoon neer, terwijl het er zo mooi uitziet (Rode Dorp). De beheerder van de studentenflat doet niets voor de bewoners. Overlast van ratten en meeuwen. Er wordt niet gehandhaafd op het eenrichtingsverkeer. Dat geldt voor de hele Stationsbuurt. Een fietspad (alleen voor fietsers en zonder auto’s) wordt gewenst. Meer speeltoestellen voor kinderen (van 0 t/m 12 jaar) – 35 tot 40 kinderen. Tafeltjes en stoeltjes, zoals in het Huijgenspark werken heel goed. Een grote aanwinst! Daar zouden er wat meer van moeten komen. Men wil heel graag een vrouwencafé op het Bazaarplein, omdat er geen terrasjes (horeca) zijn waar vrouwen rustig kunnen zitten. In de zijstraten langs het Oranjeplein moet veel vaker schoongemaakt worden. Maar de handhavers benadrukken dat daar alle dagen wordt schoongemaakt. Het onkruid moet beter bestreden worden, want als het nat is kan men erover vallen. Bovendien trekt het meer vuil aan. Vaker verwijderen! (Handhaving: budget voor één keer per jaar). In de buurt wordt nooit rekening gehouden met het voetgangerspad. De voetganger krijgt geen voorrang (m.n. Stationsweg). Er moeten camera’s komen! De automobilisten vertikken het om te stoppen voor mensen op de zebra’s. Het is een mentaliteit. Er moet niet geblowd worden in de speeltuin (binnenterrein achter Van Limburg Stirumplein). Handhaven! (Google: Meldpunt Woonoverlast)
Meer groen in de wijk (plantenbakken) zoals op het Rabbijn Maarsenplein. Sporttoestellen voor ouderen en jongeren op het Oranjeplein. Het waterfontein/badje terug op het Oranjeplein. Grote, houten stoelen op straat (vast liggend, zodat ze niet makkelijk mee te nemen zijn) in plaats van banken. Draadstoelen in het Huygenspark in plaats van houten banken, die ieder jaar geverfd moeten worden.
Dan wordt er gestickerd. Groep II Aanwezig: 10 bewoners Er kan gereageerd worden op de reeds genoteerde punten. De punten kunnen ook aangevuld worden.
Een bewoonster heeft vorig jaar een plan ingediend voor een jeu-de-boulesbaan in het Huygenspark. Dat is niet doorgegaan, omdat de ontwerper van het park het niet wilde. Idee: Stationsweg eenrichtingsverkeer en verkeersluw maken. Niet iedereen is het daarmee eens, want er is ook de ervaring dat door verkeersbelemmerende maatregelen het bezoek wegblijft. Dit laatste bezwaar zou door bepaalde maatregelen opgeheven kunnen worden. Een laagdrempelig vervoermiddel door de straten van het Stationskwartier. Het gebied bij Hollands Spoor gaat heringericht worden, dus daar kunnen nu ideeën voor aangeleverd worden. Er is een aparte werkgroep voor. De winkeliers missen omzet als er minder of geen auto’s meer bij de winkel kunnen komen. Duurzaamheid (daktuinen, hittebestrijding, duurzame straatverlichting) en vergroening worden gewenst. Blij dat de bus niet langer door de Stationsweg rijdt. De situatie is erop vooruitgegaan en het is verkeersveiliger geworden. Er zijn verkeersknelpunten in de wijk waar nog eens naar gekeken moet worden. Dan wordt er gestickerd.
Haagse Kracht bijeenkomst Stationsbuurt, gehouden op woensdag 8 juli 2015, Parada, Van Limburg Stirumstraat 280 te Den Haag, van 19.30 tot 22.00 uur. Aanwezig: Frans Werter Jasper den Heijer overige ambtenaren
- gespreksleider - beleidsmedewerker
In de zaal zitten ongeveer 30 mensen. De helft is bewoner. Er zijn een paar ondernemers en de overige aanwezigen zijn professionals. Notuleerservice Nederland
- verslag
Opening Om 19.30 uur wordt de bijeenkomst geopend. Opvallend in deze wijk is dat 37% van de bewoners jonger is dan 25 jaar. Ondanks de vele studenten die hier wonen, is het opleidingsniveau laag. De jeugdwerkeloosheid is in de Stationsbuurt bovengemiddeld hoog. Er wonen veel zzp’ers. Het inkomen is laag en veel bewoners hebben schulden. Verder scoren de leefbaarheid en de (verkeers)veiligheid lager dan gemiddeld. Doordat 50% van de bewoners hier korter dan vijf jaar woont, ontbreekt het aan een sociale samenhang. Er worden vier gespreksleiders voorgesteld, die ieder een onderwerp gaan bespreken. De aanwezigen kunnen daar in twee ronden bij aansluiten. De onderwerpen zijn Werk en Inkomen, Leefbaarheid en Veiligheid, Jeugd en Sociale Cohesie. Bewoners geven aan dat zij naast werk en inkomen ook branchering willen bespreken. Dit onderwerp wordt toegevoegd. Tafel werk, inkomen en branchering In twee rondes wordt nagedacht over verbeterpunten. Beide groepen bestaan uit vijf personen. Er is een voorzitter van de ondernemersvereniging, een voorzitter van de bewonerscommissie, twee stagiaires van de gemeente Den Haag, maatschappelijk werkers, ondernemers en een bewoonster die veel vrijwilligerswerk doet. Winkels - Er moet meer diversiteit aan winkels komen. De gemeente heeft hierover geen zeggenschap, maar kan wel met de eigenaren het gesprek aangaan. - Winkeliers en bedrijven moeten jongeren uit de wijk te werk stellen zodat zij over en weer meer binding krijgen. Hierdoor wordt ook de buurteconomie gestimuleerd (voorbeeld hiervan is Albert Heijn en het Studentenhotel). - Door een verbeterde binding komt er meer sociale controle waardoor bedrijfsafval niet zomaar meer op straat wordt gezet. - De gemeente moet een interessant pand zelf kunnen kopen en daar een tentoonstellingsruimte inrichten en activiteiten organiseren. - Winkeliers moeten zich beter presenteren. Zo moet de Marokkaanse bakker meer reclame voor de rijkdom van Marokko maken. - De ondernemers van verschillende etnische achtergronden klitten onderling samen. Beter is het om zich gezamenlijk in te zetten voor het algemeen belang van de winkelstraat. - De Wijk Ontwikkelings Maatschappij (WOM) moet meer sturen op kansen voor de wijk in
plaats van alleen panden op te knappen en door te verkopen. Een WOM 2.0 moet meer doen aan verbetering van de buurt. - De ondernemersvereniging heeft te hoog ingezet en moet de prioriteiten bijstellen. - Door de contributie te verlagen worden meer winkeliers lid. - Het verbeteren van de onderlinge samenwerking kan op ludieke wijze door wedstrijden te organiseren waarbij de kappers tegen de nagelstylisten strijden of door etalagewedstrijden te organiseren. - De wijk moet levendiger worden door kunst in de wijk. Stationsweg - Het plein is nu meer een doorgangsgebied dan een verblijfsgebied. Na de opening van het restaurant tegenover het station zal dit verbeteren. - De ondernemers moeten de omgeving beter inrichten als een stationsbuurt. Als voorbeeld wordt Chinatown genoemd. Werkgelegenheid - Er moeten meer leer- en werkplekken voor mensen uit de buurt komen. - Er moet een app of facebookpagina komen voor bewoners en winkeliers. - Er moet een kantoor komen waar jonge ondernemers uit de buurt zelf een bedrijf kunnen starten (startersbroedplaats). - De gemeente moet jonge ondernemers faciliteren of helpen met hun businessplan. - Ervaren ondernemers kunnen jongeren coachen. - De gemeente moet panden kopen en deze verhuren aan starters of kleine ondernemingen. Hierbij moet men wel zorgen voor branchering door middel van een vergunningenbeleid. Afsluiting Na de tweede ronde wordt door de voorzitters van de tafels een korte toelichting gegeven over de ideeën die door de aanwezigen zijn aangedragen. Door middel van het plakken van stickers is er een prioritering gegeven aan die voorstellen. Alle ideeën en suggesties worden gebruikt bij de samenstelling van het gebiedsprogramma. Indien de aanwezigen nog andere onderwerpen belangrijk vinden die niet zijn besproken, dan kunnen zij die noteren op een flap-over. Wanneer zij nog verder willen meedenken over het gebiedsprogramma, dan kunnen zij dat kenbaar maken door hun gegevens op een lijst achter te laten. De voorzitter dankt alle aanwezigen voor hun inbreng en sluit de bijeenkomst om 22.00 uur af.