Leisure
Een weekend in de hometown van Bocuse
Smullen van Lyon Denk je aan Lyon, dan denk je aan eten. Met kenmerkende Franse bescheidenheid noemen de inwoners van Lyon hun stad de gastronomische hoofdstad van de wereld. Dat blijkt echter geenszins overdreven. De hometown van grootmeester Paul Bocuse heeft de grootste Michelinsterrendichtheid van Frankrijk, telt daarnaast nog eens ontelbare niet-besterde etablissementen en is rijk aan lekkere winkels en pittoreske marktjes. door Karin Luiten – Fotografie Jan Zwart
32
nr.2 Flying Dutchman Magazine 2007
nr.2 Flying Dutchman Magazine 2007
33
Leisure
In de passage Thiaffait in de wijk La Croix-Rousse
Een populaire fotolocatie: de trompe-l’oeuil-muurschildering
is het even klimmen.
W
ie naar Lyon gaat, kan naast een lege maag het beste ook goede schoenen meenemen. Deze tweede stad van Frankrijk blijkt al snel omvangrijker dan gedacht. Lyon bestaat uit een verzameling zeer ver schillende wijken met elk een geheel eigen sfeer en charme. Doorkruist door de rivieren de Rhône en de Saône en begrensd door twee heuvels is het gelukkig onmogelijk om de weg kwijt te raken. Le Vieux-Lyon is het oude stadscentrum dat tegen de heuvel van Fourvière is aangebouwd. Enigszins platgelopen door toeristen, maar met genoeg smalle straatjes, verstopte binnenpleintjes en mooie huizen uit de Renaissance om aantrekkelijk te blijven. Charcutier en halal slager
Het Presqu’île (schiereiland) is het gedeelte ingeklemd tussen de twee rivieren, het levendigste stuk van Lyon met stadhuis, opera, grote pleinen, volop winkelstraten 34
Je kunt in Lyon prima fietsen, ook op het Presqu’île (schiereiland).
én de grootste concentratie van restaurants. In het noorden begrensd door de heuvel van het gemoedelijk-dorpse en momenteel helemaal up and coming La Croix-Rousse. Ten oosten, aan de andere kant van de Rhône, ligt het moderne Lyon met een van de twee stations, kantoren, de universiteit, bouwputten maar ook het foodmekka van Lyon, les Halles, en de wijk la Guillotière, waar je ineens het buitenland instapt. Turkse, Vietnamese en Koreaanse restaurantjes vleien zich zij aan zij en de charcutier zit gemoedelijk naast de halal slager. Op ontdekkingstocht door de traboules
Een grote stad met veel gezichten dus, maar dan zonder het hectische van Parijs, veel gemoedelijker, zuidelijker. De bijnaam petit Paris lijkt niet onterecht. Alhoewel? Met al die geel-oranje huizen langs het water heeft de stad eerder iets weg van Praag en van bovenaf doen de rode en bruin grijze dakpannen juist weer heel Toscaans
nr.2 Flying Dutchman Magazine 2007
aan. De architectuur van Lyon kent meer verrassingen. Voorop de traboules, doorgangen tussen verschillende straten bij wijze van privé-steegjes. Le Vieux-Lyon maar ook la Croix-Rousse zit er vol mee. Verstopt achter voordeuren slingeren ze soms wel door vier verschillende huizenblokken heen. Onderweg kom je door minuscule binnenplaatsjes en langs sierlijk gedraaide trappenhuizen. Op stadsplattegronden staat er steevast een aantal aangegeven, maar aardiger is om zelf op ontdekkingstocht te gaan en te kijken waar je naar binnen kunt glippen. Dichte deuren springen vaak mirakels open door ergens op een knopje te drukken en anders is er wel een behulpzame buurman die de weg wijst. Omgevallen olifant
Hoog boven de oude stad torent de basiliek van Fourvière. Het gemakkelijkst te bereiken met een steil kabelbaantje dat la ficelle (het touwtje) genoemd wordt. Het impo-
Het kleine en dromerige Ile Barbe, net buiten de stad.
nerend witte gebouw uit 1872 heet in de oneerbiedige volksmond de omgevallen olifant. Toch komen er anderhalf miljoen bezoekers per jaar, hoewel die wellicht niet zozeer aangetrokken worden door het rijke interieur met hoge pilaren, veel goud en lichtgroen getinte mozaïeken als wel door het ongeëvenaarde uitzicht. Achter de kerk, langs de wonderlijke mini-kopie van de Eiffeltoren, voert de wandelroute over een vervaarlijk hoge hangbrug naar de oude begraafplaats. Naar beneden kun je kiezen tussen een slingerend paadje door tuinen vol geurende rozen en hortensia’s, en steile trappen met af en toe een doorkijkje tussen de huizen. In beide gevallen eindig je al slenterend onvermijdelijk bij de lekkerste ijswinkel van Lyon: Nardone. Herkenbaar aan de rij wachtenden en die andere lokale specialiteit: een enorme trompe-l’oeuil muurschildering. Begin jaren ’80 namen twee kunstenaarsgroeperingen het initiatief om de stad kleur en leven in te blazen. Met behulp
La Fresque des Lyonnais. Wie is echt en wie is nep?
van sponsors en medewerking van de gemeente zijn er inmiddels zo’n 150 fresco’s door heel Lyon. Bijkomend voordeel: nooit grafitti. Een plein dat schreeuwt om terrasjes
Voor het roemruchte verleden van Lyon als stad van de zijde moet je in het Musée des Canuts zijn in La Croix-Rousse. De heuvel kun je het beste tackelen door de metro naar boven te nemen, over de levendige markt te dwalen en dan naar beneden af te zakken. Her en der vind je verstopte traboules en onverwachte uitzichtpunten, zoals vanaf het fors bemeten glooiende plein zonder naam op de hoek van de Rue Bon Pasteur. Als je van pleinen houdt, kun je in Lyon trouwens je hart ophalen. Ze zijn er van klein en intiem als de Place Sathonay tot groots en meeslepend als de Place Bellecour, een immense, stoffig rode rechthoek van 310 bij 200 meter. In het midden staat een bedrieglijk klein en verloren lijkend reus-
nr.2 Flying Dutchman Magazine 2007
achtig standbeeld van Lodewijk XIV als ridder te paard. Een plein dat schreeuwt om terrasjes, maar daarvan vind je er slechts enkele, verstopt aan de zuidkant onder de eikenbomen. Wel overal langs het plein lekkere winkels, van traiteur Pignol tot quenellenkoning Giraudet. Van chocolaterie Voisin (uitvinder van de groene coussins met zoete praliné) tot zijn meer kunstzinnige concurrent Richart. Om de ene hoek zit de respectabele taartjeswinkel Le Casati, om de andere hoek begint de grootste markt van Lyon, langs de Quai Saint-Antoine. Verbannen pronkstuk
Ook het Hôtel de Ville, in het midden van de stad, grenst aan een groot plein. De Place des Terreaux is een aantal jaren geleden onder handen genomen door kunstenaar Daniel Buren, bekend van zijn prachtige zwart-witte pilaren in het Palais Royal in Parijs. Hier heeft zijn ontwerp minder overtuigend uitgepakt. Als de p 35
Leisure Halverwege de ochtend is
poissonnerie Vainey al bijna door de voorraad oesters heen
Leisure
La Fresque des Lyonnais, de bekendste trompe-l’oeuilmuurschildering. Voor wie de personages niet kent, staat om de hoek gelukkig een ‘who is who’.
’s Avonds is het in Lyon prima eten op een van de vele terrassen Madame Sibilia prijst de lokale worstspecialiteiten aan.
Lokale specialiteit: les saucissons de Lyon.
minifonteintjes het niet doen, wat geregeld het geval is, is het een wat kale grijze vlakte. Het pronkstuk van het plein, een fontein van Vrijheidsbeeldmaker Bartholdi uit 1892, is naar de zijkant verbannen en de vier woest steigerende paarden staan nu wat ongemakkelijk ingeperst tussen de terrasjes, pal voor een filiaal van een fastfoodketen. Het ertegenovergelegen Musée des Beaux Arts huist met zijn omvangrijke collectie Europese schilderkunst en kunstschatten uit het oude Egypte in een voormalig zeventiende-eeuws klooster. Zelfs nietmuseumgangers moeten op z’n minst even de binnentuin bezoeken, de spreekwoordelijke oase van rust in de drukke stad, waar lunchpauzerende Lyonnezen en kwetterende mussen de dienst uitmaken tussen fraai kopergroen uitgeslagen beelden van Rodin en consorten. Hier willen we wel wonen
De ultieme rust vinden we op het eilandje 38
Lekker buiten eten in Le Vieux-Lyon. Hier op het Place Neuve-Saint-Jean.
Ile Barbe, vlak buiten de stad. Ooit een Benedictijnerklooster is het nu een sprookjesachtig romantische plek, vooral in het ochtendlicht. Achter hoge bemoste muren gaan riante huizen met enorme tuinen schuil, zoals blijkt als een aardige bewoner ons een blik gunt. Bij het tweesterrenrestaurant Auberge de l’Ile wordt het kiezelterras aangeharkt. De kok rookt een sigaretje. De vogels tjilpen. Er schiet een eekhoorn weg langs de dakgoot. Hier willen we wel wonen... De overbuurvrouw, Mme Jaillard, heeft de sleutel van het kapelletje uit de twaalfde eeuw, dat ze speciaal voor ons opendoet. Terwijl ze wat mos en takjes van de vloer veegt, vertelt ze over de geschiedenis van het eiland: “De naam heeft niks te maken met een baard, maar komt van Insola Barbara, eiland van de barbaren, wat verwijst naar de oude Kelten die hier mensenoffers brachten. Twee christenen op de vlucht stichtten er in de derde eeuw een kerkje dat uitgroeide tot een groot klooster waar
nr.2 Flying Dutchman Magazine 2007
veel pelgrims op afkwamen.” Haar familie woont al 200 jaar op het eiland maar heeft steeds meer moeten verkopen. Nu is er alleen nog la Dimerie waarin ze zelf woont. ‘La dime is het tiende deel belasting dat hier betaald moest worden”, legt ze desgevraagd uit. Het kapelletje is niet meer helemaal in originele staat. “In de negentiende eeuw is er in Frankrijk helaas veel verpest”, moppert ze. Klein geluk in Les Halles
Wandelen maakt hongerig. Tijd voor een bezoek aan Les Halles de Lyon. Onlangs geheel verbouwd, voorzien van een nieuwe glazen voorgevel en sindsdien vernoemd naar Paul Bocuse, die er naar verluidt zelf z’n boodschappen doet. Helaas geen imposant gietijzeren bouwwerk zoals de naam doet hopen, maar een saaie grote doos die stilletjes is weggestopt tussen degelijk beton. Maar eenmaal binnen kijk je je ogen uit. Beroemd zijn de vleeswaren van Mme Sibilia, een struise dame op leef- p
nr.2 Flying Dutchman Magazine 2007
39
Leisure Op de dagelijkse markt in Croix-Rousse liggen de heerlijkste worstjes, kazen en superverse vis uitgestald
Tips voor Lyon Eten en drinken
De chef aan het werk in brasserie l’Est.
• Je moet minstens één keer in een bouchon lyonnais gaan eten, maar pas op voor de vele toeristenfuiken. Aanraders: Le café des Fédérations (10, Rue Major Martin), een bekend adres en derhalve vaak vol. Schuin er tegenover zit Chez Paul (11, Rue Major Martin) en om de hoek Le Garet (7, Rue du Garet). Alledrie vergelijkbaar qua ratjetoe-interieur, sympathieke sfeer en uitstekende kwaliteit. • De fameuze driesterrenrestaurants van Lyon (Paul Bocuse, Georges Blanc en Michel Troisgros) zitten allemaal buiten de stad en dienen ver vooraf gereserveerd te worden.
Saint-félicien en Saint-marcellin zijn bekende zachte en romige kaasjes.
tijd die nog altijd hoogstpersoonlijk haar lokale worstspecialiteiten aanprijst: “Dit is de Jésus, dit de Rosette, die is dikker aan het eind ziet u wel, en die grote ronde is de Sabodet.” La Mère Richard biedt kaasjes in alle soorten en maten. De aardbeien liggen voorbeeldig gerangschikt in kistjes, de sla wordt elke twee minuten besproeid door een fijn neveltje water. Lekker voor de zoete trek: de mooie mini-dessertglaasjes bij Cybelle, klein geluk voor nog geen twee euro. Glanzende bollen en piramides van foie gras pronken naast kikkerbilletjes, kwartelpootjes, superverse coquilles en gerookte wilde zalmen die ter plekke worden getrancheerd. Als je nog geen lekkerbek was, word je het hier alsnog. Het varken in al zijn facetten
We zijn zo langzamerhand klaar voor het echte werk, op naar de bouchon lyonnais. Dat is geen verwijzing naar de roemruchte tunnelfiles richting Franse zuidkust, maar een authentiek restaurantje gespecialiseerd 40
in cuisine lyonnaise. Gemoedelijk, eenvoudig, goedkoop en overvloedig. De voorgerechtenparade begint al goed met schaal na schaal vol salades en heerlijke vleeswaren. Geen lichte kost overigens. Het is vooral cochonailles wat de klok slaat, het varken in al zijn facetten. Plus orgaanvlees, wat wij Nederlanders slachtafval noemen. Hier kun je maar beter geen vegetariër zijn. Naast ons doet een gezelschap zich tegoed aan de lokale specialiteit, de tablier du sapeur oftewel het schort van de brandweerman. Een plak runderpens vermomd als wienerschnitzel. “Je moet er van houden”, geeft de kok Julien Emanuelli goedmoedig toe. Deze Lyonnees met Italiaanse voorouders werkt al zeventien jaar in het restaurant. Met veel plezier: “Vroeger zat ik in de gastronomie, maar nu in de bouchon heb ik veel meer contact met de gasten.” Ravioli gevuld met flinke klonten foie gras
Om de gastronomie zelf in de vingers te krijgen, is er geen betere plek dan het
nr.2 Flying Dutchman Magazine 2007
Institut Paul Bocuse, een hotelschool gevestigd in een beeldschoon chateautje (1884) in Ecully, iets ten westen van Lyon. Studenten uit de hele wereld worden er klaargestoomd tot de sterrenchefs van morgen, maar ook amateurs kunnen er terecht voor korte cursussen variërend van een dag tot een paar weken. Vandaag helaas geen beroemde klassiekers uit de Franse keuken op het menu, maar pasta en risotto. Onder leiding van de energieke chef Bertrand Muci leren we samen met een zevental amateurcursisten in sneltreinvaart de finesses van pastadeeg kneden. Onder onze handen ontstaan scheepsladingen fleurig gekleurde tagliatelle met morilles, basilicum en inkt, en ravioli gevuld met flinke klonten foie gras. Intussen rijdt een patisseriestudent uit het belendende leslokaal een wagen vol beeldschone taarten naar binnen, of we soms willen proeven. Dat laten we ons geen twee keer zeggen. Want in Lyon ben je immers om te eten? q
• Bocuse runt ook een serie themabrasserieën verspreid over de stad getiteld Nord, Sud, Est, Ouest en Argenson. Onderling zeer verschillend van interieur, uitstraling en keuken. Vooral l’Est, gewijd aan la cuisine des voyages, is prachtig gesitueerd in een gerestaureerd voormalig station (Gare des Brotteaux).
To do • Les Halles de Lyon zijn een must voor lekkerbekken. Beroemd zijn de vleeswaren van Mme Sibilia en de kaas van La mère Richard. Doe eens een oesterproeverij bij Chez Léon. • Ga op ontdekkingstocht langs de traboules, verstopte doorgangen in Le Vieux-Lyon en La Croix-Rousse. • Op diverse plekken in de stad zijn complete gevels voorzien van een trompe-l’oeuil. La Fresque des Lyonnais is de bekendste en beslaat maar liefst drie zijden van een huizenblok aan de place Saint Vincent. Volgeschilderd met BL’ers (Bekende
Lyonnezen) als de onvermijdelijke Paul Bocuse, de gebroeders Lumière en Antoine de Saint-Exupéry, geestelijk vader van Le petit prince. De Mur des Canuts vind je aan de gelijknamige boulevard in La Croix-Rousse. • Volg een kookcursus op het Institut Paul Bocuse. Vanaf 185 euro waan je je chef op het kasteel van de gerenommeerde grootmeester. Kijk op www.institutpaulbocuse.fr
Minicursus culinair Lyon • Saucisson chaud: een vuistdikke roze worst geserveerd met gekookte aardappels. • Quenelles: een soort zachte, ongepaneerde kroketten op basis van bloem, eieren, melk en fijngemalen vis of vlees. Worden loeiheet geserveerd in een ovenschaaltje met romige saus. • Grattons: knapperige kaantjes als aperitiefhapje. • Le tablier du sapeur: het schort van de brandweerman. Klinkt pittoresk, ziet eruit als een wienerschnitzel maar bevat een vet stuk runderpens. • La cervelle du canut: ‘de hersenen van de zijdewever’ klinkt enger dan het is. De roomkaas met veel knoflook en groene kruiden is onschuldig maar niet echt bijzonder. Neem dan liever zo’n heerlijke Saint Marcellin, een romig zacht-pittig kaasje. • Andouillette: een worst met zeer uitgesproken smaak, gemaakt van varkensingewanden en geserveerd in een lekkere mosterdsaus. • Boire un pot: in Lyon bestel je wijn in een pot (spreek uit: ‘po’). Een zware glazen fles met dikke bodem waardoor er altijd minder huiswijn in blijkt te zitten (0,46 liter) dan je denkt, zodat er niets anders opzit dan maar weer een nieuwe te bestellen. • In Lyon draait alles om eten, maar hou wel de tijd in de gaten. Geluncht wordt er tussen 12 en 2. Wie om half 3 pas trek krijgt, vindt de hond in de pot. • Moegewandeld? Lyon heeft een uitgebreid netwerk van bus, trolleybus,
tram en metro. Koop een carnet van tien kaartjes en je kunt overal instappen. Helaas is het rode-fietsenplan Velo’ve (vooralsnog?) slechts toegankelijk met een Franse creditcard.
Slapen • Het trendy Collège Hotel (5, Place Saint-Paul, www.college-hotel.com) in Vieux-Lyon is helemaal ingericht als een school uit de jaren ’50, maar de kamers zijn verrassend hypermodern en hagelwit. • In Villa Florentine (25, Montée SaintBarthélémy, www.villaflorentine.com) waan je je in Toscane. Vanaf de terrastuin heb je weelderig uitzicht over de daken van de oude stad. Slechts één straat verwijderd van de toeristisch-hectische Rue du Boeuf is het hier dromerig rustig. Het restaurant heeft een Michelinster. • La cour des loges (2-8, Rue du Boeuf, www.courdesloges.com) is het beroemdste hotel van Lyon. Bestaande uit een labyrint van vier verschillende gebouwen van de renaissance tot de zeventiende eeuw. Met befaamd restaurant en dakterras. • Hotel Lyon Metropole (85, quai Joseph-Gillet, www.lyonmetropoleconcorde.com) ligt aan de Saône een
beetje buiten de stad, maar wel met binnen- en (groot) buitenzwembad. En vlakbij het idyllische Ile Barbe. • Park & Suites (111-113, Boulevard Vivier Merle, www.lyon.parkandsuites. com) is een modern zakenhotel met appartementfaciliteiten vlakbij het station van La Part-Dieu.
Meer informatie over reizen naar Lyon Het Frankrijk Huis kent Frankrijk als zijn broekzak en heeft er vele bijzondere vakantieadressen. Van eenvoudig tot super-de-luxe met altijd nét dat ietsje meer. Zie voor meer informatie en o.a. Lyon arrangement: www.frankrijk.nl of bel (023) 551 22 91.
Vliegen naar Lyon • Vluchtuitvoering: 4x per dag • Vliegtijd: 1 uur en 40 minuten • Vliegveld: Satolas Te ontvangen Miles per retourticket: Ivory Silver Gold Platinum
Economy Class
KLM Europe Select
750 1.125 1.312 1.500
1.500 1.875 2.062 2.250
Retour Award ticket vanaf Amsterdam 20.000 Award Miles Economy Class; 30.000 Miles KLM Europe Select; 10.000 upgrade enkele reis. Lounge: Mont Blanc Lounge Locatie: Vertrekhal
nr.2 Flying Dutchman Magazine 2007
41