Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 - P602704
nieuwsbrief
inhoud
Slimme
pagina 1
Het regionaal beleid uitgedaagd
pagina 2
Interreg-project ‘SMART ECONOMIC GROWTH’ nadert voltooiing
pagina 3
Logistieke strategie voor de provincie Vlaams-Brabant
pagina 4-5
Vlaams-Brabant: Europese topregio
pagina 6
POM organiseert actualisering mobiliteitsstudie van de werknemers op de luchthaven
pagina 7
Schoolverlaters, sneller aan de bak!
pagina 8
Werkwinkels nieuwe stijl
pagina 9-10
Interregionale mobiliteit
pagina 11
Europa investeert in kenniseconomie en innovatie
pagina 12
Slimme weetjes
Nr. 8 september 2008
werk en economie in Vlaams-Brabant
Het regionaal beleid uitgedaagd In dit nummer van ‘Slimme streken’ bespreken we de bevindingen van het vijfde voortgangsverslag van de Europese commissie over de economische en sociale cohesie onder de titel “Groeiende regio’s, groeiend Europa”. Om het een en het ander in een juiste context te kunnen plaatsen werden 271 Europese regio’s onderverdeeld in drie categorieën. Vlaams-Brabant bevindt zich volgens het rapport van de Europese commissie in de topcategorie. Met een beduidend hoger bruto binnenlands product (bbp) per inwoner dan het Europese gemiddelde, een relatief hoge arbeidsparticipatie en een gemiddelde lage werkloosheid, scoort Vlaams-Brabant bij de top in de hoogste categorie.
Brabantse actoren. Ook POM Vlaams-Brabant blijft ijveren en onderzoek verrichten om de potenties van de logistieke sector in onze provincie te optimaliseren. Dit gebeurt op 2 manieren, door het opstellen van een logistieke strategie i.s.m. het Vlaams Instituut voor de Logsitiek (VIL) en door de actualisering van het mobiliteitsprofiel van de werknemers op de luchthaven om het gebruik van het openbaar vervoer te optimaliseren. Inzake arbeidsmarktbeleid is er een stroomversnelling in de interregionale mobiliteit. De werkwinkels nieuwe stijl willen de werklozen alle kansen bieden om een job op maat te vinden. Lees en oordeel zelf.
Verder in dit nummer lezen we dat nog nooit Vlaamse jongeren zo snel werk vonden binnen het jaar na het verlaten van de schoolbanken. In de economische pers lezen we dat het 3D-metrologiebedrijf Metris uit Leuven dit jaar de Leeuw van de Export, de belangrijkste exportprijs van Vlaanderen, krijgt. De jury van de Leeuw van de export is van oordeel dat Metris als rolmodel kan fungeren voor Vlaamse ondernemingen die bereid zijn om internationaal actief te zijn. In de periode 2003-2007 vervijftienvoudigde Metris immers zijn omzet bij nietBelgische klanten. Allemaal goed nieuws dus? Is er dan nog wel nood aan een regionaal sociaal-economisch beleid? We kunnen niet ontkennen dat ons welvaartsmodel onder spanning staat. De gevolgen van de vergrijzing en alsmaar verderschrijdende globalisering vormen de belangrijkste uitdagingen. Met de kredietcrisis en de escalerende prijzen voor olie, grondstoffen en voeding kwamen er de jongste tijd nog flink wat spanningsvelden bij. Geen reden dus om bij de pakken te blijven zitten. Het is belangrijk dat de bestaande troeven verder ontwikkeld en uitgespeeld worden om Vlaams-Brabant aan de top te houden. De dienst Europese zaken werkt hard aan het aantrekken van Europese gelden voor de stimulering van innovatie en dit ten voordele van nog meer Vlaams-
Jean-Pol Olbrechts Gedeputeerde bevoegd voor economie Voorzitter ERSV Vlaams-Brabant Lodewijk De Witte Gouverneur Voorzitter POM Vlaams-Brabant
2
Slimmestreken
Interreg-project ‘SMART ECONOMIC GROWTH’ nadert voltooiing Intercommunales Haviland en Interleuven nemen samen met de provincie Vlaams-Brabant deel aan ‘Smart Economic Growth’ (SEG), een onderzoeksproject dat via het Interreg IIIB-programma steun geniet van de Europese Unie. In het SEG-project gaan overheden en academici uit vooraanstaande West-Europese groeiregio’s op zoek naar slimme manieren om de economie verder te laten ontwikkelen. Er wordt gezocht naar ontwikkelingen die regio’s competitief houden, zonder dat deze ten koste gaan van het leefmilieu, de ruimtelijke kwaliteit van onze omgeving, of de kwaliteit van het leven.
Alle deelnemende partners worden in hun stad of streek geconfronteerd met gelijkaardige uitdagingen, die het gevolg zijn van de economische groei, de aantrekkingskracht van de betrokken gebieden en van de steeds wijzigende economische structuur. Vragen zijn dan ook: “Hoe vinden we nog ruimte om economische activiteiten te huisvesten? Wat doen we met verlaten, verwaarloosde of vervuilde bedrijfssites? Hoe ontwarren we de mobiliteitsknoop die de hoge ontwikkelingsdichtheid van onze regio met zich meebrengt” Het resultaat van deze samenwerking wordt nu samengevat in de SEGDEG, of Smart Economic Growth Development Guide. De ambitie is groot: ‘een handleiding voor wie zijn regio op een slimme manier wil laten groeien!’ Een project met dergelijke brede scope “hoe groeien we op een slimme manier?” kan natuurlijk niet alle antwoorden bieden, laat staan dat alle antwoorden dan nog in een compacte gids verwerkt kunnen worden. Wat werd er dan wel gedaan? Men is er in geslaagd om ideeën uit te wisselen, om mensen samen te brengen die bereid waren om hun goede praktijken kenbaar te maken aan anderen, en die geïnteresseerd waren om te leren van hun Europese buren. In de SEGDEG wordt dan ook veel aandacht besteed aan goede voorbeelden van intelligente groeistrategieën, ontwikkelingsprojecten…
Wetenschapspark Arenberg: voorbeeld van slimme economische groei (foto’s: Interleuven)
De gids gaat in op drie grote thema’s: Strategie en beleid, Slimme ontwikkelingen en Slimme organisaties. De (Engelstalige) SEGDEG beschrijft een hedendaagse, West-Europese visie op deze thema’s, geïllustreerd met een heleboel concrete voorbeelden. Naast heel wat VlaamsBrabantse ‘case studies’ verneemt u onder meer hoe men met ‘deutsche Gründlichkeit’ een heel stadsdeel herontwikkelt, hoe de immer zuinige Nederlanders ruimte sparen, en hoe men in de (schandalig dure) omgeving van Londen de kantoorruimte optimaal benut, zonder dat werknemers bij elkaar op schoot moeten voor de ‘tea time’. De lezer die dan meer wil vernemen over deze inspirerende voorbeeldprojecten, wordt op weg geholpen met internetlinks, contactgegevens… Op 22 oktober 2008 wordt de SEGDEG aan het publiek voorgesteld. Plaats van het gebeuren is Ijzerlaan 19 te 1040 Brussel (het gebouw van de vertegenwoordiging van de Duitse deelstaat Hessen bij de Europese Unie, nabij het Jubelpark). Om in te schrijven voor dit evenement: stuur een mailtje naar
[email protected]. Gelieve er rekening mee te houden dat de volledige voorstelling in het Engels zal gebeuren. Voor meer informatie:
Tom Vanquaethem - tel.: 016 26 72 95
[email protected]
nieuwsbrief
3
Efficiënter en Slimmer: Logistieke strategie voor de provincie Vlaams-Brabant Logistiek als één van de bedrijfssectoren van de toekomst voor Vlaams-Brabant? Het valt niet moeilijk te begrijpen dat daarover discussie kan ontstaan. Logistiek is dan meer dan transport. Logistiek blijft de verbindende schakel tussen productie en consumptie: afwerking van producten, onderdelencentra en hersteldiensten zullen steeds in en rond onze steden geconcentreerd blijven. Om in te spelen op de economische realiteit dat logistiek tot een zeer belangrijke economische pijler in onze provincies is uitgegroeid, lanceerde de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Vlaams-Brabant een studieopdracht voor het opstellen van een strategie om de logistieke potenties van de provincie op een duurzame, inventieve wijze verder te ontwikkelen. Dit werd mee ondersteund door Brussels Airport Company, Infrabel, Waterwegen & Zeekanaal nv en de intercommunales Haviland en Interleuven. De studie was in handen van het consortium Buck Consultants International, VUB vakgroep MOSI-T en Randstad. Het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) zorgde voor de coördinatie en de integratie tussen de gelijkaardige studies in de andere provincies De studie is afgerond en de conclusies en aanbevelingen liggen klaar. In de studie wordt o.a. de aantrekkelijkheid van Vlaams-Brabant voor logistieke bedrijvigheid aangetoond. Vlaanderen is als regio al een aantrekkelijke vestigingslocatie voor logistieke bedrijvigheid, dit gegeven is al aangetoond in verscheidene internationale studies. Deze aantrekkelijkheid heeft spill-over effecten op alle provincies. Daarnaast wordt de aantrekkelijkheid van onze provincie nog versterkt door enkele specifieke kenmerken. Zo speelt de aanwezigheid van de luchthaven van Zaventem bij de locatiekeuze van internationale bedrijven. Deze bedrijven trekken op hun beurt dan weer andere spelers aan, bijvoorbeeld ketengerelateerde bedrijven. Een bijkomend aspect is de bediening van de hoogwaardige consumentenmarkten van Vlaams-Brabant, Brussel en Waals-Brabant ( en meer uitgebreid de Vlaamse Ruit en de rest van Europa). Aan de andere kant zijn er de belangrijke problemen en vragen over mobiliteit en congestie, over ruimtebeslag, over kwaliteit van de omgeving en hinder. Rekening houdend met bovenstaande problemen en vragen beveelt de studie een tweesporenbeleid aan: - het efficiënter inzetten en aanwenden van de beschikbare ruimte en de voor handen zijnde vervoersinfrastructuren. Bovendien moet een doorgedreven coördinatie van de aanwending van de vervoersmiddelen nog bijkomende winst opleveren; - het inzetten van onze kennis en know-how in de logistieke processen, zowel op het vlak van technieken (opslag, overslag, opvolging en dergelijke) als op het vlak van de integratie van de verschillende stappen in de logistieke keten (het zogenaamde smart supply chain management).
Door in te zetten op de combinatie van kennis & innovatie en duurzaamheid, en deze door te trekken over alle beleidsdomeinen en logistieke specialisaties, kan de provincie zich nog beter positioneren als duurzaam innovatieve logistieke topregio. In navolging van de studie organiseert POM Vlaams-Brabant op vrijdag 17 oktober in de Brabanthal te Leuven (Haasrode) een colloquium waar de resultaten van deze studie worden toegelicht en besproken. Naast de voorstelling van de studie en de positionering ervan binnen het Vlaamse beleid staan ook nog een concrete case van slimme logistiek en een paneldiscussie op het programma. Vlaams minister-president Kris Peeters komt de studiedag afsluiten. Meer inlichtingen en inschrijven Tom Philips,
[email protected] of tel. 016-26 71 98). De deelname is gratis.
Progr amma Colloquium 17 oktober - Brabanthal te Leuven (Haasrode)
14.00 [ Ontvangstrede: Gedeputeerde Economie Jean-Pol Olbrechts 14.10 [ Openingsrede: Gouverneur Lodewijk De Witte (voorzitter POM Vlaams-Brabant) 14.30 [ Voorstelling resultaten studie: Karel Vanroye (Directeur BCIglobal België) 15.00 [ Slimme logistiek in de praktijk: Jan Deltour ( Managing Director DHL Exel Supply Chain Belgium) 15.30 [ FLASH (Flanders Smart Hub) : Koppeling logistiek en kenniseconomie Gudrun Denhaen (Diensthoofd provinciale dienst economie) 15.45 [ De link met het Vlaams beleid: Prof. Dr. Alex Van Breedam (Algemeen directeur VIL) 16.00 [ Debat: Logistiek in Vlaams-Brabant: uitdagingen voor kenniseconomie, arbeidsmarkt, mobiliteit en luchthaven Moderator: Mark Van De Looverbosch (VRT) Deelnemers: Jan Deltour, (Managing Director DHL Exel Supply Chain Belgium), Prof. Dr. Cathy Macharis (VUB, Mobiliteitsraad), Philippe Fierens, (Manager Cargo Business Development- BAC), Marleen Deleu (project manager logistics Randstad), Paul Hegge (Algemeen Directeur -VOKA Halle-Vilvoorde), Prof. Dr. Ben Immers (KUL) 16.45 [ Slottoespraak: Minister-President Kris Peeters
4
Slimmestreken
Vlaams-Brabant: Europese topregio
In juni 2008 publiceerde de Europese Commissie het vijfde voortgangsverslag over de economische en sociale cohesie onder de titel “Groeiende regio’s, groeiend Europa”. Belangrijkste doelstelling van het Europese cohesiebeleid bestaat uit het verminderen van de economische en sociale verschillen tussen de verschillende Europese regio’s.
Om het een en het ander in een juiste context te kunnen plaatsen werden 271 Europese regio’s onderverdeeld in drie categorieën.
deze hoge score behaalt. Deze groeisector met een duidelijke specialisatie verschaft werk aan hoog gekwalificeerde en productieve mensen.
> Vlaams-Brabant in de topcategorie Met een beduidend hoger bruto binnenlands product (bbp) per inwoner dan het Europese gemiddelde, een relatief hoge arbeidsparticipatie en een gemiddelde lage werkloosheid, scoort VlaamsBrabant bij de top in de hoogste categorie. Het bbp per inwoner ligt 26,6 % hoger dan het Europese gemiddelde. Hiermee sluit Vlaams-Brabant de top-40 op 271 Europese regio’s. Het Vlaams-Brabantse werkloosheidscijfer bedraagt minder dan de helft van het Europese gemiddelde. Daardoor situeert Vlaams-Brabant zich in de top-50. En met een arbeidsparticipatie van gemiddeld 68 % scoren Vlaams-Brabant en de andere topregio’s beduidend beter dan gemiddeld. Verder wordt in het Europese rapport een analyse gemaakt van een aantal dominante groeisectoren binnen de EU, en worden enkele macro-economische indicatoren ontrafeld. De Vlaams-Brabantse cijfers geven een beeld van 3 fundamentele pijlers die ook aan bod kwamen in de streekcharters: Vlaams-Brabant als dienstencentrum, het belang van logistiek en van de kenniseconomie.
> Tertiaire groeipool Als eerste groeisector wordt de sector ‘financiële en zakelijke dienstverlening’ doorgelicht. Deze sector die subactiviteiten omvat zoals financiële dienstverlening, verzekeringen, immobiliën, consultancy en R&D, is een sleutelsector van de Europese economie en staat in voor 28 % van de totale toegevoegde waarde van de Unie. Met een aandeel van 34,5 % van deze sector staat Vlaams-Brabant op een 10de plaats in de ranking van 271 Europese regio’s (tabel 1). Vlaams-Brabant is daarbij de enige Vlaamse provincie die
> Logistieke draaischijf Ook in de tweede groeisector ‘handel, vervoer en communicatie’ scoort Vlaams-Brabant en meer bepaald Halle-Vilvoorde meer dan gemiddeld. Zo hebben deze subsectoren in Vlaams-Brabant een aandeel van 30% in de totale tewerkstelling (Halle-Vilvoorde 37%). Dit is beduidend hoger dan het Vlaamse gemiddelde (20,6%). Deze positie is vooral te danken aan de centrale ligging rond Brussel, aan de aanwezigheid van de internationale luchthaven en aan het dichte wegennet. Gelet op de toenemende verschuiving van de secundaire sector naar andere Europese en niet-Europese groeipolen kan het belang van deze distributie-activiteiten in West-Europa alleen nog maar verder toenemen.
> Kenniscentrum Nog een top-10 plaats in de Europese ranking verdient VlaamsBrabant met het aandeel van de zogenaamde ‘kenniswerkers’ in de totale tewerkstelling (tabel 2). Deze categorie omvat kennisgerelateerde jobs zoals managementfuncties, hoog opgeleide beroepsmensen en technische en wetenschappelijke functies. Een hoog en groeiend aandeel van dit soort jobs is een kenmerk van de verschuiving van een traditionele naar een kenniseconomie, en de potentie van een samenleving voor een meer intensief gebruik van technologie en nieuwe productiemethoden. Met een aandeel van 50,5% staat Vlaams-Brabant op een negende plaats. De mogelijkheden tot ontstaan van spinoff bedrijven en het aantrekken van buitenlandse researchgerichte bedrijven betekenen een duidelijke opportuniteit voor de uitbouw van Vlaams-Brabant als kennisregio.
nieuwsbrief
5
> TABEL 1 > Troeven uitspelen Het is belangrijk voor de verdere ontwikkeling om de troeven waarover VlaamsBrabant beschikt verder uit te spelen. Verschillende actoren sloegen hiervoor de handen in elkaar, en willen met een recent project dat de naam Flanders’ Smart Hub (FLASH) meekreeg de sleutelkarakteristieken logistiek en kennis versterken en verder profileren. FLASH zal in de nabije toekomst als platform uitgebouwd worden om te functioneren ter ondersteuning van de ontwikkeling van Vlaams-Brabant tot een ‘brainport’, een slimme internationale toegangspoort.
Voor meer informatie: Rudi Van Mellaert tel. 016-26 71 96,
[email protected]
Land
Top tien regio’s
LU
Groot-hertogdom Luxemburg
45,7
FR
Ile de France
42,1
DE
Darmstadt
40,8
BE
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
38,3
NL
Utrecht
37,8
DE
Hamburg
37,2
DE
Oberbayern
37,1
SE
Stockholm
36,7
NL
Noord-Holland
35,4
BE
Vlaams-Brabant
34,5
bron: Fifth Progress Report on Economic and Social Cohesion
> TABEL 2 Land
Het volledige rapport is beschikbaar op www.ec.europa.eu/regional_policy
Aandeel ‘financiële en zakelijke dienstverlening’ in totale toegevoegde waarde, %
Top tien regio’s
CZ
Praha
Aandeel ‘kenniswerkers’ in totale tewerkstelling, % 60,7
BE
Waals-Brabant
57,7
UK
Inner London
57,3
SE
Stockholm
56,9
NL
Utrecht
54,1
FR
Ile de France
53,8
DE
Berlin
52,5
BE
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
51,1
BE
Vlaams-Brabant
50,5
SK
Bratislavsky kraj
50,2
bron: Fifth Progress Report on Economic and Social Cohesion
6
Slimmestreken
POM organiseert actualisering mobiliteitsstudie van de werknemers op de luchthaven
De studie ‘prospectief arbeidsmarktinstrument voor de luchthaven van Zaventem’ verscheen in het voorjaar van 2008. Daaruit bleek dat de arbeidsmarkt in de luchthavenregio met een aantal zeer specifieke uitdagingen geconfronteerd wordt voor het invullen van de arbeidsplaatsen. De vereiste talenkennis, problemen inzake arbeidsorganisatie en de bereikbaarheid van de luchthaven zouden de instroom van nieuwe arbeidskrachten bemoeilijken. Voor een betere bereikbaarheid van de luchthaven is er enerzijds nood aan een verdere uitbreiding van de nachtelijke vervoersmogelijkheden voor de werknemers en anderzijds moet het gebruik van de bijgekomen buslijnen en de noodzaak aan bijkomende (trein)verbindingen worden onderzocht.
Waarom een nieuwe studieopdracht? In 2000 werd op de luchthaven door de luchthavenbeheerder een werknemersdatabank voor de luchthavengemeenschap opgesteld i.s.m. de grootste bedrijven op de luchthaven. Het feit dat meer dan 70% van de werknemers op dat moment in de database waren opgenomen heeft dankzij een intense samenwerking met De Lijn en de NMBS geleid tot een aantal gerichte initiatieven op het vlak van openbaar vervoer. De huidige nieuwe buslijnen die De Lijn heeft kunnen realiseren in het kader van het START-project zijn onder meer gebaseerd op dit onderzoekswerk. Maar de gegevens zijn gedateerd. De mobiliteitstudie van 2000 moet worden geactualiseerd. De doelstelling van deze opdracht is tweeledig: 1. het in kaart brengen van de huidige vervoerswijze van de werknemers op de luchthaven waarbij zowel de werkuren, de woonplaats en de vervoerswijze in kaart worden gebracht; 2. het vergelijken van deze gegevens met het huidige (vernieuwde) collectief vervoersaanbod van De Lijn en NMBS waarbij rekening gehouden wordt met zowel de bijgekomen buslijnen uit het START-project als met de toekomstige versterkte spoorontsluiting van de luchthaven. (Diablo-project) In het kader van het Strategisch Actieplan voor de Reconversie en Tewerkstelling in de luchthavenregio (START) werd hiervoor een beroep gedaan op de POM VlaamsBrabant. De financiering gebeurt door de Brussels Airport Company en de Vlaamse Overheid.
De databank en de analyses moeten toelaten om leemten en mogelijke bijhorende voorstellen te formuleren. Ook voorstellen waardoor het individueel autogebruik nog verder kan worden teruggedrongen. Een open visie is hierbij belangrijk. Voor de uitvoering van de opdracht wordt gewerkt via een samenwerkingsverband tussen de luchthavenbeheerder (Brussels Airport Company), het overlegplatform van luchthavengebruikers (SCALE-werkgroep van Voka Halle-Vilvoorde) en de POM Vlaams-Brabant. Dit samenwerkingsverband zal instaan voor de sensibilisering en de medewerking van de betrokken bedrijven. Tegen 15 december 2008 moeten de resultaten gekend zijn.
Voor meer informatie: Erwin Lammens - tel. 016-26 71 93
[email protected]
nieuwsbrief
7
Schoolverlaters, sneller aan de bak!
Nog nooit vonden Vlaamse jongeren zo snel werk binnen het jaar na het verlaten van de schoolbanken. Dat blijkt uit het 23ste rapport over de werkzoekende schoolverlaters. VDAB volgde een jaar lang zo’n 80.000 jongeren die in 2006 de school verlieten. Van de 12.028 schoolverlaters in Vlaams-Brabant, was 9,3% nog werkzoekend na 1 jaar en had 3% nog geen enkele werkervaring opgedaan. Daarmee haalt onze provincie na West-Vlaanderen de beste score. Dankzij de economisch gunstige conjunctuur en de meer persoonlijke opvolging van jonge werkzoekenden door VDAB was de werkloosheid bij de jongeren nog nooit zo laag. De werkloosheid bij de laaggeschoolden is minder sterk gezakt. In Vlaams-Brabant komen nog 242 schoolverlaters op de arbeidsmarkt zonder zelfs de tweede graad van het secundair onderwijs beëindigd te hebben. Daarvan is 27% nog werkzoekend na 1 jaar. De leertijd (waarbij een jongere het beroep aanleert bij een ondernemer) blijft globaal een goede opstap naar de arbeidsmarkt, mede dankzij de combinatie van leren en werken. De doorstroming vanuit het beroepssecundair onderwijs tweede graad blijft samen met het deeltijds beroepssecundair onderwijs problematisch. In Vlaams-Brabant zijn voor beide studieniveaus 29% van deze schoolverlaters na 1 jaar nog werkzoekend. De schoolverlaters uit het deeltijds beroepssecundair onderwijs zijn door negatieve schoolervaringen en demotivatie dikwijls het slachtoffer van het ‘watervalsysteem’. Voor deze jongeren wil men een zinvolle voltijdse activiteit van minimaal 28 uur per week. Dit betekent dat zij - naast de twee dagen school - de rest van de week gaan werken of actief zijn in aangepaste trajecten. Op die manier behalen zij toch de nodige startkwalificaties. Het technisch en beroepsonderwijs van de 3de en 4de graad blijven het goed doen op de arbeidsmarkt. Wie daarenboven nog een 7de specialisatiejaar volgt, ziet zijn kansen sterk verbeterd. Hoewel het aantal Vlaamse schoolverlaters met een ASO-diploma is gezakt, zijn er in onze provincie 1.132 van dergelijke jongeren. Daarvan is 9,5 % na 1 jaar nog werkzoekend. De meesten onder hen hebben dan al kennis gemaakt met het hoger onderwijs maar zonder succes. Omdat deze schoolverlaters beschikken over een goede algemene kennis vinden zij blijkbaar vrij vlot werk. Maar het leidt geen twijfel dat er hier een potentieel verloren gaat aan hogergeschoolde arbeidskrachten. De hooggeschoolden hebben het nog nooit zo goed gedaan op de arbeidsmarkt. Vooral de masteropleidingen scoren goed. Van de afgestudeerde ingenieurs, apothekers en tandartsen heeft één jaar later iedereen zonder uitzondering werk gevonden. De professioneel gerichte bachelo-
ropleidingen moeten nipt de duimen leggen voor de masteropleidingen maar blijven niettemin een goed rapport voorleggen. Dit studieniveau wordt overwegend bevolkt door vrouwen. Hun studiekeuze wordt traditioneel gedomineerd door de non-profit en het onderwijs. De academisch gerichte bacheloropleidingen zijn eveneens succesvol voor wie op zoek is naar een eerste job. Verwacht wordt dat de komende generatie die nu in de hogescholen en universiteit haar opwachting maakt, mogelijk nog zekerder is van een job. Vanaf 2010 komen er minder jongeren op de arbeidsmarkt dan dat er ouderen uitstromen. Dat heeft te maken met de generatie babyboomers die dan met pensioen gaat én met de daling van het geboortecijfer in de jaren ‘90.
Voor meer informatie: Katrien Denecker, beleidsmedewerker RESOC Leuven, 016-26 74 47,
[email protected].
8
Slimmestreken
Werkwinkels nieuwe stijl Op 18 juni 2008 stelden vertegenwoordigers van de Vlaamse administratie, VDAB en VVSG in het provinciehuis in Leuven het nieuwe werkwinkelconcept voor. RESOC Leuven en RESOC Halle-Vilvoorde nodigden tegelijkertijd enkele mensen uit om te vertellen over hun ervaringen met de lokale werkwinkel.
In het nieuwe werkwinkelconcept wordt benadrukt dat de lokale werkwinkel niet enkel een plaats is waar verschillende organisaties samenzitten, maar dat die werkwinkel ook een eigen missie en gezicht moet hebben. Dit betekent dat de dienstverlening van de verschillende partners meer op elkaar moet worden afgestemd. De samenwerking met andere partners zoals de interimsector en de OCMW’s, kan beter. Voor de werkzoekenden is nieuw dat zij vanaf nu voor begeleiding ook terecht kunnen in een werkwinkel in een aangrenzend zorggebied en niet enkel in het eigen zorggebied. De werkwinkel zal zich bovendien niet enkel richten naar werkzoekenden en werkgevers maar ook naar werkenden. Er loopt een experiment in Antwerpen waarbij loopbaanbegeleiding wordt aangeboden. Verder komt er een versterking van de zogenaamde contactpunten als filialen van de werkwinkel. Er zullen middelen ter beschikking worden gesteld voor het opleiden van bijvoorbeeld OCMW- of PWA-personeel die deze punten momenteel open houden. Ten slotte zijn er nog financiële nieuwigheden. De gebouwgebonden zaken zullen centraal worden beheerd en dit om de verschillen weg te werken tussen de vele lokale werkwinkels. Met de overschotten van de werkingsmiddelen van de lokale werkwinkels wordt er een solidariteitsfonds opgericht waarmee eenmalige infrastructuurwerken kunnen worden gefinancierd maar ook inhoudelijke projecten. Deze projecten kunnen worden aangebracht door lokale besturen. Zie kader.
Naast de voorstelling van de nieuwe krachtlijnen was er ook plaats voor enkele getuigenissen uit de regio. Marleen Van Meeuwen, raadslid in Scherpenheuvel-Zichem, zag een duidelijke meerwaarde in de aanwezigheid van VDAB in het contactpunt. Mieke Dury van ACV regio Leuven benadrukte het belang van het werkgelegenheidsforum voor het uitbouwen van een lokaal werkgelegenheidsbeleid maar stipte de nood aan bijkomende ondersteuning van de fora aan. Zij vond dat de loopbaandienstverlening niet ten koste mag gaan van de aandacht voor de zwakste werkzoekenden. Sylvia Mazzarese van de lokale werkwinkel Leuven uitte de verzuchting dat de verschillende partners van de werkwinkel als één entiteit naar buiten treden. Zo is de functie van vestigingsverantwoordelijke als vertegenwoordiger van alle partners in de lokale werkwinkel van cruciaal belang terwijl deze in de praktijk onbestaande blijkt. Daan Vanderhulst uit Steenokkerzeel ervaarde dat een kleinere gemeente profiteert van de intergemeentelijke samenwerking die tot stand komt via het forum bijvoorbeeld door deelname aan tewerkstellingsprojecten. Voor meer informatie: Famke Soenen, stafmedewerker werk RESOC Leuven, 016-26 74 48 en Jan Creten, stafmedewerker RESOC Halle-Vilvoorde, 02-2559276.
Solidariteitsfonds Werkwinkels: permanente oproep Soorten projecten
- beleidsacties: jobdatings, jobbeurzen, acties ter bevordering van integratie kansengroepen op arbeidsmarkt, projecten lokale diensteneconomie (cofinanciering), ... - informatie en communicatie: studiedagen, brochures, toeleidingsacties, ... - optimaliseren interne werking lokale werkwinkel Criteria
- aard van het project impliceert samenwerking tussen meerdere partners van lokale werkwinkel - maximaal 50% van subisidiëring voor loonkosten - eenmalige projectfinanciering, maximale duurtijd van project is 2 jaar - project omvat volledige zorggebied Indiening
- alle projecten worden gebundeld in één jaarlijkse aanvraag door dagelijks bestuur - advies van forum is een meerwaarde
nieuwsbrief
9
Interregionale mobiliteit Op de algemene vergadering van ERSV Vlaams-Brabant VZW op woensdag 25 juni 2008 sprak Fons Leroy, gedelegeerd bestuurder van VDAB, de aanwezige lokale bestuurders en sociale partners toe over de initiatieven van VDAB om de interregionale mobiliteit (tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië) op de arbeidsmarkt te verhogen. Slimme Streken vroeg hem om uitleg.
Vanwaar dit nieuwe beleid? Het uitgangspunt is de krapte op de Vlaamse arbeidsmarkt. Als men de spanningsgraad (het aantal werkzoekenden ten opzichte van het aantal vacatures) in Vlaanderen voor het jaar 2007 bekijkt, is het duidelijk dat die krapte alsmaar groter wordt. In Vlaams-Brabant, in regio Leuven en nog meer in regio Halle-Vilvoorde, is de situatie zelfs nog iets precairder. Terwijl hier een schaarste op de arbeidsmarkt heerst, zijn in de andere gewesten meer werklozen. Het is werkelijk frappant hoe de werkloosheidsgraden van de drie gewesten verschillen. Er is dus nog een enorm potentieel aan Brusselse en Waalse werkzoekenden dat tot vandaag te weinig werd aangesproken. Vandaar dat we de arbeidsmobiliteit tussen de verschillende gewesten moeten verhogen.
behoefte zijn aan relatief laaggeschoolde werknemers. De basistaal op de luchthaven is echter het Nederlands en van veel werknemers wordt verwacht dat ze twee, soms drie talen spreken.
Wat is er zo speciaal aan regio Halle-Vilvoorde? De aanwezigheid van de luchthaven - met 262 bedrijven, een directe tewerkstelling van meer dan 20.000 werknemers en permanent ongeveer 500 vacatures op de website van Brussels Airport Company - heeft een belangrijke impact op de werkgelegenheid in deze regio. Het zwaartepunt van de tewerkstelling in de luchthavenregio ligt duidelijk in de sector van vrachtverkeer met 41% van de arbeidsplaatsen en de luchtvaartmaatschappijen met 25 % van de arbeidsplaatsen. Kleinhandel en commerciële activiteiten zijn goed voor 17% van de werkgelegenheid. Een recente studie heeft aangetoond dat het werknemersvolume op de luchthaven kan stijgen tot 30.000 in 2015 en kan verdubbelen tegen 2025. Er zal in de toekomst dus een grote
Hoe wordt die interregionale mobiliteit in de praktijk georganiseerd? Het beleid krijgt stilaan vorm. Ten eerste is er de uitwisseling van vacatures tussen de Vlaamse en de Waalse bemiddelingsdiensten, VDAB en FOREM. Daarbij hoort ook het op elkaar afstemmen van computerprogramma’s en computersystemen. Het opzet is 5.000 gevalideerde Vlaamse vacatures over te maken aan de FOREM die er zich toe verbindt 50.000 Waalse werkzoekenden te sensibiliseren en 9.000 Waalse werkzoekenden in een ‘mobiele’ arbeidsreserve onder te brengen. Dat laatste betekent dat deze werkzoekenden zijn gescreend op hun technische competenties en taalvaardigheid en bereid zijn gevonden om te werken in Vlaanderen. Om dit te realiseren is het belangrijk dat
Waarom neemt VDAB het voortouw? VDAB heeft als opdracht ervoor te zorgen dat er een goede afstemming is tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Daarbij volstaat het niet langer om alleen in te zetten op de verhoging van de tewerkstellingsmogelijkheden van de kansengroepen. We moeten ons ook tot de werkzoekenden in de andere gewesten richten. We hebben een goed zicht op vraag en aanbod. Als VDAB de werkaanbiedingen voor de luchthavenregio onderzoekt, dan stellen we vast dat in 2008 tot en met de maand mei 17.568 vacatures werden ontvangen in het normaal economisch circuit. Het gaat wel vaak over interimjobs. De vervullingsgraad van de vacatures bedroeg in mei 2008 82,5%. 1 op 4 vacatures situeert zich binnen de gemeente Zaventem. Er is echter ook veel vraag in Vilvoorde, Halle, Asse, Dilbeek, Grimbergen en Machelen. Voor 50% van de vacatures is enkel kennis Nederlands vereist, voor 25% van de vacatures vraagt men tweetaligheid en voor 20% drietaligheid. Als we de aanbodzijde onderzoeken, dan stellen we vast dat er in de regio toch nog 11.883 werkzoekenden werden genoteerd in mei 2008. 15% van de werkzoekenden is jonger dan 25, 30% is 50 of ouder. 47% van de werkzoekenden is laaggeschoold en 28% van de werkzoekenden is langdurig (meer dan 2 jaar) werkloos. De helft is anderstalig of Nederlandsonkundig, de helft daarvan zijn autochtone Franstaligen.
10
Slimmestreken
www.vdab.be
info
de diensten kennis hebben van elkaars arbeidsmarkt en dat ze taalondersteuning en sollicitatietraining voorzien. Om dit alles vlot te laten verlopen is er een project opgezet met gemengde teams van VDAB-consulenten en consulenten van de Waalse opleidings- en tewerkstellingsdienst FOREM. Daarnaast is er ook de samenwerking tussen VDAB, de Brusselse bemiddelingsdienst Actiris en Bruxelles Formation waardoor men 6.000 Brusselse werkzoekenden probeert te mobiliseren voor 1.000 Vlaamse vacatures. Dit gebeurt door middel van een aantal acties, zoals jobdatings, actieve bemiddeling, gewone beroepsopleidingen, opleidingen Nederlands op de werkvloer, speciale Individuele Beroepsopleidingen gericht op taal en gewone Individuele Beroepsopleidingen binnen bedrijven. Maar er is ook een screening van chauffeurs C en E bij Brusselse werkzoekenden, de activering van de Brusselse cursisten die uitstromen bij Bruxelles Formation of de Regionale Dienst Brussel en de samenwerking met de Brusselse Werkwinkels. Is er een sense of urgency? Zeker, want onze economie kan niet groeien indien er onvoldoende arbeidskrachten beschikbaar zijn. Dat blijkt ook voor de luchthavenregio. Speciaal voor Vilvoorde en omgeving is er het Luchthavenactieplan dat werd voorgesteld binnen het bredere Strategische Actieplan voor de Reconversie en Tewerkstelling in de luchthavenregio of START. De luchthavenbedrijven krijgen een extra opvolging. Ze zullen beroep kunnen doen op een speciaal daarvoor aangestelde contactpersoon bij de VDAB of servicecenter. Verder is er de mogelijkheid van een vacaturescan zodat de bedrijven hun vacatures zo realistisch mogelijk opstellen, van de taalscan om na te gaan wat het vereiste taalniveau is, (taal-)jobdatings met sollicitatiecoaching, de arbeidsmarktreserve luchthaven, de mobiele setting ‘service- (en talen)centrum’, een informatie- en sensibiliseringscampagne (‘de luchthaven dichter dan je denkt!’), een open leer cockpit, de Brussels Airport Academy, oriëntatie naar het regionale VDAB-opleidingsaanbod, testbatterijen talenkennis & taaldesk voor werkzoekenden, functie- en sectorgerichte taaltrajecten Nederlands en taalondersteuning op de werkvloer, enzovoort. Heeft u een goed oog in het verdere verloop? Het is mijns inziens duidelijk welke de drempels zijn. Er is een ontoereikend taalbeleid in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Er is een gebrekkige fysieke mobiliteit met verkeerscongestie en een nog ontoereikend openbaar vervoer. Er is de angst bij sommige Waalse werkzoekenden om in Vlaanderen te komen werken, wat samenhangt met het Vlaamse imago, én er is de weerstand bij sommige Vlaamse werkgevers tegen het aanwerven van Waalse werkzoekenden. Momenteel wordt er gewerkt aan het wegwerken van deze knelpunten. We zijn op de goede weg, al moeten we stap voor stap gaan.
Kan het RESOC iets bijdragen? De Regionaal Sociaal-Economische Committees kunnen een eigen rol spelen door bijvoorbeeld het draagvlak bij werkgevers te creëren (met campagnes à la “N’ayez pas peur”) en door matchingproblemen te signaleren. Maar men mag niet uit het oog verliezen dat de organisatie van de interregionale mobiliteit tijd en geduld vraagt. In Brussel zijn er na jaren overleg nu eindelijk werkwinkels geïnstalleerd volgens het Vlaamse model. De werkgeverorganisaties UNIZO en VOKA zijn al partners in het nieuwe beleid. Er is een voorstel, in samenwerking met Jobkanaal, dat bestaat uit de organisatie van jobdatings zodat de werkgeversorganisaties en de publieke bemiddelingsdiensten onmiddellijk kunnen tussenkomen en kunnen bemiddelen wanneer een werkzoekende volgens een werkgever niet in aanmerking komt. Er kunnen dan ook onmiddellijk oplossingen worden gezocht en gevonden. Er is het voorbeeld aangehaald van een Vlaamse werkgever die absoluut geen Franstalige vacature mag doorgeven aan VDAB, hoewel die werkgever uitdrukkelijk op zoek is naar een Franstalige medewerker. Ik geef toe dat dit beleid en deze acties vaak botsen op institutionele regels en taalwetten. Bovendien is dit een politiek gevoelig thema. Maar vanuit de arbeidsmarkt bekeken ben ik voorstander van een pragmatisch houding bij de organisatie van arbeidsbemiddeling en beroepsopleidingen. De gewesten hangen nog steeds aan elkaar vast. Bovendien is er de toenemende mondialisering. Ik pleit voor een functionele interpretatie ten gunste van werkzoekenden en werkgevers. Taal is in eerste instantie een cultureel gegeven en niet per definitie een sociaal-economisch element. Mensen met verschillende competenties en culturen samen aan het werk zetten, zal op termijn voor meer integratie, samenhang en wederzijds begrip zorgen. Meneer Leroy, bedankt voor dit gesprek.
nieuwsbrief
11
Europa investeert in kenniseconomie en innovatie
Kenniseconomie en innovatie zijn de centrale prioriteiten in het Europees doelstelling 2 programma. Vlaams-Brabant heeft door de aanwezigheid van gerenommeerde kennisinstellingen, onderzoekscentra, en wereldleiders op het vlak van innovatie troeven om op die Europese prioriteit in te spelen. Vanuit de regio hebben er heel wat promotoren met succes ingetekend op de afgelopen Europese projectoproep.
Belangrijke spelers Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, doelstelling 2, steunt verschillende projecten uit de Vlaams-Brabantse regio. Heel wat belangrijke spelers zijn betrokken in deze projecten. Zowel overheden, universiteiten, organisaties als privé-partners nemen deel: o.a. provincie Vlaams-Brabant, het Innovatiecentrum Vlaams-Brabant, VoKa Leuven, VoKa Halle-Vilvoorde, InterLeuven, Boerenbond Consult, Leuven. Inc, Spin-Off Kwadraat, Leuven Research & Development, KU Leuven, BAC, VUB enz. Focus ligt steeds op kenniseconomie en innovatie. De concrete inhoud van de projecten kan echter verschillen. Zo zijn er projecten die bedrijven en sectoren sensibiliseren, andere projecten voorzien in begeleiding of stimuleren samenwerking. Nog andere stimuleren internationalisering, creëren vernieuwende voorbeelden van kennisvalorisatie of stimuleren innovatie in de plattelandseconomie.
Vlaams-Brabant innoveert Het mag duidelijk zijn dat het programma Doelstelling 2 in Vlaams-Brabant alleszins zijn effect niet heeft gemist. Zo richt het Innovatiecentrum Vlaams-Brabant uit Leuven zich naar de dienstensector. Leuven.Inc uit Heverlee adviseert innovatieve groeibedrijven. Spin-off Kwadraat zal met de Europese steun kennismedewerkers, doctoraatsstudenten en studenten die bijna afstuderen aanzetten tot ondernemen. Daarnaast zal het nieuwe spin-off bedrijven begeleiden bij hun start. VOKA Halle-Vilvoorde tesamen met KU Leuven Research & Development gaan een samenwerkingsplatform creëren om Vlaams-Brabant uit te bouwen en te profileren als Flanders’ Smart Hub (FLASH). Deze smart hub moet de koppeling maken tussen de Leuvense kennisregio en de logistieke luchtha-
venregio. Interleuven ontvangt steun voor de vernieuwende concepten voor energiebesparing die ze gaan toepassen in de nieuwe kantoorsites van het onderzoekspark in Arenberg. BB Consult uit Leuven wordt gesteund bij de ontwikkeling van nieuwe marktgerichte activiteiten en ontwikkelingsstrategieën voor plattelandsgebieden. Tenslotte krijgt RURANT voor zijn samenwerking met Pajottenland+ een subsidie om de streekidentiteit maximaal uit te spelen ten gunste van de Pajotse plattelandsondernemers. Omvangrijke subsidiestroom In totaal wordt er zo voor ruim 1,3 miljoen euro aan Europese middelen vastgelegd om onze regio duurzaam te verbeteren. Vlaanderen en Europa mikken via deze steun op een versterking van het regionaal concurrentievermogen en het behouden van de werkgelegenheid. Zo kan de VlaamsBrabantse regio haar poolpositie verder verstevigen. Het programma loopt nog tot 2013. In de komende jaren zullen er nog oproepen volgen voor nieuwe projectvoorstellen. Er is immers nog heel wat geld beschikbaar voor de Vlaams-Brabantse regio. Zeker rond de thema’s kenniseconomie, innovatie en ondernemerschap loont het de moeite om de website www.efro.be permanent in het oog te houden om het inzetten van Europese middelen voor onze regio te optimaliseren.
Voor meer informatie Jeroen Ampe, Provinciaal Contactpunt Vlaams-Brabant D2,
[email protected], 016-26 72 10 Frank Schoenmakers, Provinciaal Contactpunt Vlaams-Brabant D2,
[email protected], 016-26 72 19
12
Slimmestreken
Slimme weetjes
In regio Leuven telt elk talent! Op 16 mei 2008 vond in de Brabanthal in Leuven het VIA-atelier ‘Talent’ plaats. Binnen het sociaal-economisch plan ‘Vlaanderen in actie’ (VIA) staan vier uitdagingen centraal: talent, logistiek & mobiliteit, innovatie en internationalisering. Bedoeling is om Vlaanderen tegen 2020 op een duurzame manier tot het keurkorps van Europese regio’s te laten behoren. Ook voor RESOC Leuven staat het lokale werkgelegenheidsbeleid en de noodzakelijke talentontwikkeling bovenaan de agenda. In het Streekpact worden ambitie en actie op elkaar afgestemd, met als resultaat tal van concrete projecten. Vijf van deze regionale projecten brachten tijdens het VIA-atelier in een korte film de slogan ‘Elk talent telt’ tot leven. Deze film kan u bekijken op de website van ERSV Vlaams-Brabant. Surf naar www.ersvvlaamsbrabant.be, klik door op de tab ‘Evenementen’ en laat u inspireren door de projecten ‘Werkplekleren’, ‘Technologie en Innovatie in de lagere school’, ‘United Colours of Nursing’, ‘Competentiemanagement’ en ‘Mooi & Cool met Chemie’.
COLOFON Nieuwsbrief Slimme Streken over werk en economie in Vlaams-Brabant juli-augustus-september 2008 P602704 verschijnt driemaandelijks Afgiftekantoor: 3000 Leuven 1 redactie Alain Mosselmans Cil Cuypers Gudrun Denhaen v.u. Gudrun Denhaen, dienst economie, Provincie Vlaams-Brabant, Provincieplein 1, 3010 Leuven. (Ondernemingsnummer: 0253-973-219) adres Provincieplein 1 3010 Leuven tel. 016-29 86 07 fax 016-22 91 97 www.vlaamsbrabant.be www.pomvlaamsbrabant.be www.ersvvlaamsbrabant.be layout informatiedienst provincie Vlaams-Brabant drukwerk Van der Poorten
Personen met een arbeidshandicap Nieuw op www.ersvvlaamsbrabant.be: praktische infobrochures voor werkgevers over tewerkstelling van (ex)gedetineerden en begeleiding bij tewerkstelling van personen met een arbeidshandicap. Even doorklikken op ‘downloads’ en ze staan ter uwer beschikking onder de titel ‘Personeelsbeleid met aandacht voor diversiteit’. Met een peter wordt het beter! RESOC Leuven organiseert in samenwerking met de vzw WEB Consult de peterschapstraining ‘Met een peter wordt het beter!’ Deze training wil begeleiders op de werkvloer aangepaste technieken aanreiken zodat zij jongeren uit het deeltijds onderwijs een optimale begeleiding tijdens de tewerkstelling kunnen bieden. De training vindt plaats op woensdag 19 november en woensdag 26 november in het Provinciehuis, Provincieplein 1, 3010 Leuven. Er wordt ook een training gepland in Vilvoorde. Informatie en inschrijving bij:
[email protected] of 016-26 74 47.
In het derde kwartaal van 2008 was er heel wat beweging in de Vlaams-Brabantse bedrijvencentra. • BC Zennevallei noteerde als nieuwe huurder de Nederlandse firma Tallpack International (verpakkingsapparaten en -machines). • In BC Vilvoorde vertrokken Hytec (drankautomaten), Accent (interimkantoor) en RDB (bouwonderneming). Nieuw in het BC Vilvoorde is de firma Arhem (medische consulting). • In het BC Tienen nam de Tiense Suikerraffinaderij enkele kantoren in gebruik. Deze worden gebruikt door Lee Hecht Harrison, als tewerkstellingscel voor de mensen die door reorganisatie binnen het bedrijf afvloeiden. • In het BC Leuven kwam er een einde aan het verblijf van volgende bedrijven: Questback (software), Hoist Kredit (bankdiensten), Air Quality (luchtkwaliteitverbetering en emissiebehandeling) en Europa Koyo (verkoop van technisch verfijnde lagerprodukten). Hun plaats werd ingenomen door Geotate (software), Loki Consult (IT Consultancy), Alfavisio (IT), Refasol (facilitaire systemen) en advocatenkantoor De Kaesteker. • In BC Zaventem kwam een einde aan het verblijf van adviesbureau ASI. Luna (communicatiebureau) en GCV MCB (management & advies) verhuisden naar een andere vestiging in de regio. Nieuwkomers in Zaventem: RE.Con (consultancy), Beco (dakwerken), Personeelsextras (evenementen & incentives), Symonn (systemen voor telemonitoring), Procurion Consulting (ICT), CreAlogos (import/export) en Debackere (transport).