:j=g^iJlX^^yr^^-~;,^—:-■■? ^- -
: -yMggljgMjpJpa
.:■ .V„—,:-I_-^^^IL.-^: ■ ;■---,■-, -^_:
■'■>iv--—r-, -h
.'
'r .^,.1 _,■'.',;;.,«,'»„^.r;';,, ■'
QGNCXCSJCTv©
0(r>OsCM7x, O/rtKtV^^t) 0
Q <<ïl^lXTiXc> O
^^^^^
, v
HET ^W^OMOBRJLANO (EEN LACHLIEDJE)
Woordeo van W. J. Nobeb
Minziek vao W. P. A. Franse
o
$
PS? ^fe
■fyaJpa/fyv, fyafyafafafafafa,- S&
^S flij- P
pircc-ivUwa.
Wij waren eens in 't wonderland, ha ha ha ha, ha ha ha ha ha, ^ Daar was rechts aan den linkerkant, ha ha ha, ha ha ha ha ha, Beneden was daar boven, Op zee groeide het graan, Verdriet dat is er onbekend, Wijl vreugde er geen grenzen kent.
Een ezel was daar president, ha ha ha ha, ha ha ha ha ha. De wijn kost er geen rooie cent, ha ha ha, ha ha ha ha ha. Een haantje fijn gebraden Liep vroolijk in het rond, En overal, den ganschen dag. Klonk frissche zang en blijde lach.
Daar dansten vroolijk hand in hand, ha ha ha ha, ha ha ha ha ha. De zebra, koe en olifant, ha ha ha, ha ha ha ha ha. Twee kleine witte muisjes Speelden een quatre-main. En onder in den regenton Daar zong een uil zoo schoon hij kon.
REFREIN.
REFREIN
REFREIN.
0
©-t^'
&%>
©O-TVTïy'TVDO
voor voor voor voor voor voor
den Uw den Uw den Uw
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME.
0 CX!>t2>'t2>^ON^<£KS>0 O
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL een "EDISON" of NIETS CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE BIJ
DE
KUNSTZAAL "EDISON" AMSTERDAM LEIDSCHESTRAAT 84 DEN HAAG ..... . - . . .LANGE POTEN 15 ROTTERDAM .... WITTE DE W1THSTRAAT 88 N
^n dit nummer bevindt aich een aardig liedje met woorden en muaiek van £)umas >ïdres van Red. en >rdm.: Galgewater 22, fielden. Qiro no. 418èO - Wet Cinema fi'Theater-gedeelte staat onder redactie van pief Westerbaan
v
;0 G~ ONO
0
^H^^^HM^
;>»'*. -^
^H
si» OF HET WITTE DOEK In een kouden, guren winternacht is de voddenraper Jean op den stillen Seine-oever de onmachtige getuige van een aanval op den kassier Jacques Didier. Terwijl de bandieten met het geld vluchten, buigt Jean zich over het slachtoffer, dat hem met gebroken stem vraagt zich over zijn dochter te ontfermen. Doch dan neemt Jean haastig de vlucht, omdat hij bang is door de politie bij het lijk verrast te worden. Twintig jaar zijn voorbijgegaan, door Jean opgevoed, is Marie Didier een bekwame naaister geworden. Wij vinden haar in haar atelier bezig met een japon voor de dochter van den schatrijken baron Hoffmann. Op 't moment, dat zij de japon aantrekt om te zien of er nog iets aan mankeert, gaat de deur open en stormen de vriendinnen van Marie binnen. Zij vinden haar zoo mooi, dat zij haar overhalen om mee te gaan naar het Carnavalsfeest. Onder het souper tracht Graaf Frinlair Marie te kussen. Henri de Berville, een cavalerie-offider, verdedigt Marie. Zij verlaat wanhopig het restaurant, nadat zij heeft gezien, dat haar japon onherstelbaar gescheurd is. Zij besluit een einde aan haar leven te maken, maar plotseling hoort zij een kindje builen. Marie besluit de kleine tot zich te nemen. Haar vreugde is echter van korten duur, want eenige dagen daarna is het kindje spoorloos verdwenen. De politie komt haar arresteeren, want men heeft in een put het kinderlijkje gevonden. De ware schuldige is echter niemand anders dan Baron Hoffmann er het kind is van zijn dochter ^n Graaf de Frinlair. Hij is ook degene, die de twist uitlokte tusschen deze en Henri de Berville, tengevolge waarvan de verloofde zijner dochter werd gedood. Al deze intriges hebben ten doel Claire met Berville te doen huwen, wiens voogd hij is en over wiens fortuin hij gaarne wil beschikken. Vader Jean doet intusschen alles om .Marie te redden. Door een toeval komt hij achter de waarheid en hij begeeft zich naar den baron en in deze herkent hij den moordenaar van Didier. Weldra is hij bij den commissaris van politie en doet daar mededeelingen. Baron Hoffmann is inderdaad een gevaarlijk misdadiger, zijn eigenlijke naam is Pierre Garousse, dezelfde, die twin
tig jaar geleden Jacques Didier heeft vermoord. Van zijn voetstuk gevallen, bekent de baron zijn vele misdaden en Henri de Berville gaat met Marie trouwen, het eenvoudige, lieftallige meisje, dat hem oprecht liefheeft.
MIEN GOSSCHALK
zijn aanzienlijk vermogen zou nalaten. Hij herinnerde zich plotseling, dat hij een neef bezat, een jong heerschap in Arizona, die het nobele vak van Cowboy uitoefende. Toevallig was neef Tom een even groote driftkop als zijn waardige oom Op zekeren dag, toen er weer eens flink geknokt werd, besloot hij naar de stad te gaan, en voortaan een kalm leven te gaan leiden. Op jacht naar verschillende baantjes in de stad, kwam hij eindelijk in een damesschoenen-zaak terecht, waar weer zulke hooge eischen aan zijn „kalm" temperament gesteld werden, dat de baas hem toch maar liever buiten de deur zette. Oom Steele had zijn trouwen vriend Krom uitgezonden om Tom's karakter te bestudeeren, en noodigde hem na eenige dagen uit om met hem mede naar zijn oom te gaan. Op den dag van Tom's aankomst zat oom in afwachting met zijn trouwen huisknecht Bloker. Nero, de hond, zat ook te wachten op de dingen, die komen zouden. Tom stapte uit de auto en Nero begon uit alle macht zijn instemming met den nieuwen bezoeker te betuigen. Tusschen oom en neef botterde het niet al te best. Hun beider driftig karakter kwam spoedig met elkaar in botsing. Oom Steele was mede-bezitter van het Dixie-Restgurant, een mondaine gelegenheid, waar het met de drankwet niet al te nauw werd genomen. Toen Tom dit toevallig te weten kwam, begon hij hem te verwijten, dat hij mede-eigenaar was van zulk een drinkpaleis. Toen besloot oom zijn neef eens op de proef te stellen om tt weten te komen, of hij er werkelijk zulke nobele principes op na hield. Tom ontving plotseling de boodschap, dat oom overboord was gevallen en hem tot eenige erfgenaam had benoemd, mits hij aan eenige voorwaarden zou kunnen voldoen. Die voorwaarden waren: een maand lang zich zelf beheerschen, niet driftig worden, niet vechten, en directeur worden van het meergenoemde DixieRestaurant. Indien hij niet aan de eischen zou voldoen,-kwam de erfenis in andere handen. Hoc Tom zich van deze opdrachten kweet,-wel hij deed het, zooals men dat van Tom niet anders zou kunnen verwachten. In ieder geval werd de liefde ook niet vergeten, en eindigde het geval met een vroolljke huwelijksreis op Oom's pleizierjacht.
/=<*> Com
Van onzen correspondent uit Batavia ontvingen we het portret van Mien Gosschalk. Zij soeeide met zeer groot succes de vrouwelijke hoofdrol In .beDuivei", In Medan en Batavia wist zij alle harten te winnen. We hopen spoedig meer van onzen correspondent te vernemen en onze lezers van de tournie van het gezelschap .Stad en Lande", artistiek leider Hubert Laroche, mede te deelen.
+-
Mensch erger Je niet John Steele, een hevige driftkop, voelde dat hij langzamerhand een dagje ouder werd en dat hij er wel eens over na mocht denken, wien hij
zij er eens een was, te helpen. Om over meer geld te kunnen beschikken, verkoopt zij bij opbod het voorrecht van haar gezelschap. Henri
FILMsTMPTïBKiES V3L
Er is een lijd geweesl, dal Ellen Richter hier in vele films tegelijk Ie nnnschouwen was. Naderhand is ze minder veelvuldig voor de lens opgetreden en weinig nieuwe films met deie actrice zagen het licht. Op 't oogenblik is ze weer meef in de studio's aart het werk getogen en we zullen haar dus wel weer spoedig op het witte doek kunnen aanschouwen. ■•
■
■
' •~^*F7fi-. ■
r*
dansleeraar zal introduceeren, om daar haar dansstudiën te voleindigen. Na lang aanhouden stemt zij er in toe. Zij vertrekken en in Parijs aangekomen, brengt hij haar zoogenaamd naar het huis van zijn zuster. De man, die haar daar ontvangt, is evenwel een oude boemelaar, die er mannen zooals degene, die haar hier gebracht heeft, op uit stuurt om jonge onschuldige meisjes onder valsche voorwendsels naar Parijs mee te lokken. Eenige jaren later is Cleo een beroemde danseres geworden in Parijs. Mannen liggen aan haar voeten, maar zij haat en veracht ze. Alleen geld verlangt ze van hen, dat zij gebruikt, om gevallen meisjes, zooals
liefde te kunnen winnen. Op een studentenfeest geeft hij haar het gestolen geld, dat zij gebruikt voor een gift ten bate van de arme studenten van Parijs. Als de diefstal ontdekt wordt, dreigt Duval hem te laten arresteeren. Dan komt Cleo plotseling tot het besef, dat zij hem liefheeft en zij smeekt Duval Georges
niet te laten gevangennemen, voelende dat zij alleen de schuld van Georges' misstap draagt Als al haar smeeken tevergeefs is, biedt zij zich zelf aan in ruil voor Georges' vrijheid. Duval accepteert, maar als hij getuige is van een laatste ontmoeting tusschen de beide jonge menschen, wordt hij getroffen door hun groote liefde voor elkaar; hij geeft toe en maakt hen gelukkig. Een interessante Paramount-film met Pola Negri in de hoofdrojl, waarvan Dimitri Buchowetzki de regie heeft gevoerd.
.., , J,..i .... L.MJIJ. , J,|U,,..,J
i© DJyRDY IN IWJkNim W© Ml Ml I.
•
—
• #
■
»
•
—
•—i
• ■
III
—'
•
^
■
•
■
IIMI
■» •
*•"
' '
'
J
• —^—™—
• —i
i
*•—'
Als ik iets nieuws wil weten op dansgebied, ga ik altijd naar Dardy, die voor mij hier in Holland de dansexpert is en daarom was mijn tocht .■;aar de ..MJlle Colonnes", waar hij en zijn partnerin triomfen vieren. Onaangediend kom ik zijn loge binnenvallen, waar hij zich aan het omkleeden was en met een hem eigen jovialiteit vroeg hij onmiddelijk : „Wat is er van je dienst?" Hij liet me niet eens aan het woord komen, want direct erop : „Het gaat natuurlijk om de Charleston; heb ik 't geraden?'' En daar ging het ook om. ,,Het is jammer, dat ik mijn smoking niet heb en dan: waar moet ik de passen laten fotografeeren?" Echter was de sympathieke directeur van de „Milles", de heer Koenderman, dadelijk zoo vriendelijk om na twaalf uur de zaal voor de opnamen beschikbaar te stellen en hier volgt de beschrijving van de echte Charleston Charleston. Om deze dans te leeren, eerst de te oefenen Charlestonbeweging. De voeten plaatsen als in foto I: Heer linkervoet achter den rechter, linkerteen aan rechterhiel; beide teenen buitenwaarts. Dame rechtervoet voor linker, rechterhiel aan de teen van linkervoet; beiden teenen buitenwaarts. Heer 'icht linkervoet op en gaat terzelfder tijd op de bal van zijn rechtervoet staan, draait op de bal van zijn rechtervoet; beiden voetpunten binnenwaarts gedraaid. Dame licht de rechtervoet op, gaat tegelijkertijd op de bal van linkervoet staan, draait op de bal van linkervoet, met de teenen binnenwaarts. Foto 11. Voor 4/4 muziek in Fox-trot, tel 1. Met de voeten in de positie, draai beide voetpunten buitenwaarts, met de linkerhiel (heer) voor rechterteen. Dame rechterhiel voor linkerteen. Voor 4/4 muziek in Fox-trot, tel 1. Heer licht linkervoet op, gaat tegelijkertijd op de bal van de rechtervoet staan en draait beide teenen in, zat dan de linkervoet achter de rechter en draait dan op beide ballen der voeten de teenen buitenwaarts. Zijn linkerteen achter rechterhiel. Voor de dame omgekeerd, d.w.z. links wordt rechts en achter wordt voorwaarts. Dit is de enkelvoudige Charleston en wordt aan een kant met dezelfde voet voor- en achterwaarts gedaan. Oefen nu ook deze pas met de andere voet voor en achterwaarts. Een schommelbeweging wordt door alle Charleston passen gemaakt, naar den kant van de voet waarop het gewicht rust. Overdrijf echter niet, deze dans wordt in eiken ballroom door first-class publiek geëxecuteerd I Double Charleston. Zelfde positie als enkelvoudige Charleston. 1 en 2 maak enkelvoudige Charleston met linkervoet voor- en achterwaarts en hierna een enkelvoudige Charleston .met rechtervoet achter- en voorwaarts en gij staat weer in beginpositie (linkervoet met de hiel voor rechterteen). Voor dame omgekeerd. Foxtrot-oefeningen met enkele en dubbele Charleston. Oef. I (passen voor heer, voor dame omgekeerd). 4 passen voorwaarts, begin linkervoet, tel 1, 2, 3 en 4, dan 2 enkele Charleston-passen met linkervoet voor, achter, voor, achter, tel 5, 6, 7, 8. (Dit zijn in 't geheel 4 maten). Oef. II. 4 passen voorwaarts met linkervoet, tel 1, 2, 3, 4, dan de dubbele Charleston met linkervoet voor en achter, gevolgd door rechtervoet achter en voor, tel 5, 6, 7, 8 (4 maten). Oef. lil. 2 passen voorwaarts met linkervoet, tel 1, 2, dan 3 korte passen zijwaarts links (linker, rechter en linkervoet) pas, sluit, pas eindigend met een „knik" van het rechterbeen vanaf knie tot voet. Foto III. Na beëindiging 3e pas, tel 3, 4. Herhaal 3 korte passen naar rechts (rechter, linker en rechtervoet) pas, sluit, pas eindigend met een „knik van het linkerbeen, tel 5, 6. Hier een enkele Charleston met linkervoet voor enachterwaarts tel 7, 8, (4 maten). — Oef. IV. Herhaal oef. III met rechts beginnen. En hiermede eindigde dit intervieuw over de Charleston en ik hoop, dat heel Nederland deze mooie dans zal brengen. Eric W. Heer begint mei linker, dame met rechtervoet. De possen moeien klein uitgevoerd worden, eerst de bal. daarna de hiel der voel neerzetten. Accentueer het plaatsen der hiel mei een lichte plié.
4 Walk sleps.Linkervoet in 4c pas vóór. Linkervoet in 4e pas achter. Linkervoet in 4e pas vóór. Linkervoet in 4e pas achter, 't Geheel herhalen. Folo's E
4 Walk sleps. '/a draai links om op linkervoel.Rock terug op rechtervoet. '/z draai links om op linkervoet. Rock terug op rechtervoet, 't Geheel herhalen.
4 Walk steps. Linkervoet voor in 4e pas. Linkervoet achter in 4e pas met. dégagé- Rechtervoet achter in 4e pas met dégagé. Rechtervoet vóór in 4e pas met dégagé- 't Geheel herhalen.
2 WaFk steps. 1 chassé zijwaarts mei linkervoet: Kick met rvl. 1 chassé atir waarts met rechtervoet: Kick met l.vt. Linkervoet voor in 4e pas. Linkervoel achter in 4e pas. 'f Geheel herholen.
Winter
j^jgagjiliBliiiHBi
■ÜMHHHHMMH
mmmmÊtmmmmÊÊIIm^
^^
^^^^^^^^B^^^^^^^MBH
^
' "
^^^^"^^^—
^^^^"■■i«i^
^^^■^^■^^^^^^^^^^^^^"■ü^^^"^^^"
belangrijk deel, slaagden erin, deze instrumenten tot grootere volmaaktheid te brengen.
^^^^
DBE ZE1LVE M^RE IMOBDIN WBllIN M^vKEN
f?« r^ws
♦
de hemellichamen. Een heel oude anecdote, welke wellicht voor de jongeren onder onze lezers de aantrekkelijkheid van het nieuwe, heeft, omdat het al zoo lang geleden is, dat ik haar voor 't eerst hoorde, vertelt van een jonge dame, die tijdens 'n bezoek aan 'n sterrewacht, door den kijket naar de sterrengroep van den Kleinen beer mocht kijken. Natuurlijk zag ze niets. Wat haar niet belette, om vol extase uit te roepen: Is dat de Kleine beer, professor ? Och wat is dat een aardig beestje. O/ï^/'
Met behulp hiervan is de sterrenkundige Pease der sterrewacht van Mount Wilson erin geslaagd, om vast te stellen, dat de grootste der bekende sterren Mira, uit het sterrenbeeld de Walvisch is, welk sterrebeeld op het ziuidelijk halfrond te zien is, dus voor ons in Europa niet. Mira, de wonderlijke, ook wel Omicron genaamd, dankt deze eerste vermelde onderscheiding aan het teit, dat zij eens in de 333 dagen een bijzondere helderheid vertoont. *
**♦
Natuurlijk zag ze niets, schreef ik. Want het gebruik van de machtige telescoop, welke den geleerde in staat stellen om de geheimen van het heelal te
bestudeeren, zijn geen aparaten, waarvan elke leek gebruik kan maken, hiervoor behoort studie en ervaring. Tegenwoordig worden de opnamen slechts bij uitzondering met het oog direct, meestal met het fotografisch apparaat, dus indirect, genomen. Deze laatste methode is, mits de astronomische- zoowel als de photografische instrumenten zoo volmaakt mogelijk zijn, 'n werkwijze, welke verre den voorkeur verdient. * Een der belangrijkste voordeden is, dat men een bepaald moment kan vasthouden en telkens weer het nauwkeurig beeld kan terugvinden ter vergelijking, vergrooting en nauwkeurige bestudeering. ♦
*
*
De sterrenkunde is voor leekcn een wel zeer wonderlijke studie. Zoo aantrekkelijk het ook lijkt om in de wonderen van den hemel een oplossing te zoeken, zoo moeilijk is het werkelijk om er in wegwijs te worden. De ernst waarmee de mannen van het vak hi'n onderzoekingen zeli en on.lerling controleeren, de verrassende wijze waarop de natuur hun l^erekeningen tot waarheid maakt, geeft den leek de overtuiging, dat de stellingen, waarop men de onderzoekingen baseert, de berekeningen, welker uitkomsten hij leert kennen.
*
Een historische tocht Op onze foto ziet men van links naar rechts de duitsche minister Gessier (riiksweer). Dr. Luther (rijkskanselier). en Stresemann (buitenlandsche zaken), op weg naar Engelana ter onderteckening van net Locarno-verdrag,
waarlijk wetenschappelijk betrouwbaar zi'n.
Moderne telescoop
♦
De nieuwe onderzoekingen hebben nu vastgesteld, dat M;ra een doorsnee van onge-
en
De eigenaardige verschillen, die er schuilen in het aanschouwen van een ster met 't bloote oog en met een van de machtige sterrekijkers geven den leek een groote teleurstelling. Hij gelooft, dat zijn oog door den kijker een veel groeier beeld zal zien. Doch meestal is zulks niet het geval. * * Wat gemakkelijk verklaarbaar is. Met het bloote oog ziet men niet de ster alleen, men neemt ook in zich op, de uitstralingen
en lichtbrekingen, welke door allerlei oorzaken de ster veel grooter doen lijken, dan het oog het hemellichaam werkelijk ziet. Door den kijker aanschouwt men alleen het schijfje, zonder de uitstralingen, en dit lijkt daardoor kleiner.
Daarom is het onmogelijk, om de grootte van de sterren „op het oog" te meten. Daarvoor zijn zeer ingewikkelde en vernuftige instrumenten noodig. De amcrikaan Michclson en meerderen met hem, onder anderen had de franschman Fizeau hierin een
Myra In het sterrenbeeld de Walvisch
veer 200 heeft.
millioen *
*
kilometer
*
Die maat zegt u wellicht, zoo op het eerste hooren, heel weinig. Alles is betrekkelijk en op de oneindigheid van het heelal betcekenen ook 200 mülioer» kilometers niets. Doch ge krijgt een beter begrip van wat het beduidt, wanneer ge hoort, dat deze maat ongeveer 150 maal zoo groot is als de zon! * * Mira Ccti. zooals de sBL^met voor en achternaam heelReefjlt een volume van 3000 maal onze zon. * Het is maar gelukkig, dat dit monster, waarin de heele zon en alle, tot 't zonnestelsel behoorende planeten, als'nnietsje zouden verdwijnen, ons niet van al te na beloerd. Deze ster is een 72 lichtjaren van ons verwijderd. Wanneer ze dus in 1883 verdwenen was, zouden we het nu pas merken. Doch de wetenschap alleen, dat dergelijke lichamen bestaan, geeft ons de overtuiging van onze nietigheid en van de onbegrijpelijke grootheid der schepping, waarvan zij en wij deel uitmaken. M. E. R, CUR1US.
WEES SLIM GEBRUIK GLIM
-^
■
:
■.
WAT DE DOKTER ZEQT ö^ EN Naar aanleiding van een ontvangen vraag, wil ik dezen keer het een en ander mededeelen over het oog. Een lezeres wendt zich n.1. tot mij om raad en hulp voor een eenvoudige, maar toch hinderlijke en hardnekkige kwaal, en wel het voorkomen van dikke roode randjes om de oogleden, tenminste ik veronderstel, dat zij de oogleden bedoelt (zij schrijft „de oogen"). Een dergelijk verschijnsel nu kan op verschillende oorzaken berusten. In de eerste plaats kunnen we te doen hebben met een werkelijk sleepende en hardnekkige ontsteking van de ooglidranden, een verschijnsel, dat zeer veel voorkomt en zich uit in het rood en verdikt zijn van die randen, terwijl vaak kleine, moeilijk te verwijderen roofjes zichtbaar zijn. De oogharen lijden er niet zelden ook onder, zijn dan in groepjes met elkaar verkleefd, onregelmatig gerangschikt en vallen op sommige plekken uit. Het is duidelijk, dat dit alles het fraaie voorkomen van het oog ten zeerste benadeelt; terwijl bovendien, die randjes pijnlijk zijn, vaak hardnekkig jeuken en dus vrij hinderlijk zijn. Er zijn vele oorzaken voor een dergelijke ooglidrandontsteking. Merkwaardig is, dat sommige menschen er veel meer „aanleg" voor hebben dan andere, en opmerkelijk vaak door een dergelijke, ontsteking worden gehinderd, tot het zoo erg is, dat ze er eigenlijk nooit vrij van zijn. Het hangt b.v. dikwijls samen met het geheele gestel; zoo vindt men het vaak bij „klierachtigheid", bloedarmoede, suikerDe meest algemeene vorm van 'n paddenstoel is een steel met een hoedje. Op een tuinbouwtentoonstelling, waar ook een paddenstoelenstand was, hoorde ik een jongentje van een jaar of vijf — wijdende naar een dergelijken paddenstoel — dan ook tegen zijn moeder zeggen: „Zie moeder, dai is de paddenstoel, dien de kaboutertjes gebruiken als parapluetje". Hij wist het heel zeker, dit was hem en geen ander. • Een heel mooi type van dit genre zijn wel 'de alleraardigste kleine slanke mycena's, waarvan er vele verschillende soorten zijn, die lang niet altijd gemakkelijk te onderkennen zijn. Op de foto zijn twee soorten afgebeeld en 'voorts staan nog op het eikenstompje eenige andere wonderlijk gevormde paddenstoeltjcs, n.1. de geweizwam (Xylaria hypoxylon), een centimeter of 5 hoog, van onderen zwart behaard, van boven wit bestoven en geweiachtig vertakt. Men kan ze jarenlang bewaren doordat ze houtig zijn, evenals de elfenbankjes (Polyporus versicolor), waarvan de foto al een bijzondere fraaie groep geeft. Zij hebben een hoed met verschillende gekleurde banden, in allerlei tinten als wit. bruin, blauw en roodachtig. Er zijn wel dames, die enkele mooie exemplaren op haar hoed dragen en 't trekt veel bewondering! En dan ons gasgloeikousje.
ziekte, e.d. Algemeen komen deze versohijnselen voor bij patientjes, die de mazelen hebben. Ieder weet, hoe die met roode, pijnlijke oogen liggen en bij goed toezien blijken de ooglidranden ontstoken te zijn. Een andere groep van oorzaken vormen gebreken van het oog zelf. Zoo komen de verdikte, roode ooglidranden ook wel voor bij menschen, die niet scherp zien en een bril moeten dragen. Het toepassen van een goeden bril doet dan de ooglidkwalen verdwijnen. Verder kan het zijn, dat ar een stoornis is in den afvloed van het traanvocht. Ook dit kan een hardnekkige roodheid van de ooglidranden veroorzaken. Tenslotte is er nog een reeks van oorzaken, die meer in de levenswijze van de betrokken personen te vinden zijn. B.v. het veel verkeeren in rookerige vertrekken, loopen in droog winderig weer, zeer stoffige omgeving. Een belangrijke oorzaak is tenslotte nog een ongezonde levenswijze. Vooral het geregeld te laat naar bed gaan moet huter genoemd worden; toestanden van overwerkt zijn; te veel binnen zitten; te lang en te ingespannen lezen en studeeren; ook het ontbreken van een geregelden en voldoenden stoelgang moet hier genoemd worden. Wanneer mijn lezeres deze lange lijst van oorzaken bestudeert, ziet ze dus wel in, dat de zaak nog zoo eenvoudig niet is. Ik heb al gezegd, dat 't verschijnsel soms zeer hardnekkig is en dat genezing veel geduld
—r—
fl!r
Jf
fw* /
J2
Mycena's en gewelzwammetjes rt
■**:
■
mèmÉ *
n
1
■"'ÜIBM
^1
1
' -
HET VERDRAG VAN LOCARNO EN DE DIRECTE GEVOLGEN
vereischt, maar men geve den moed niet op. Natuurlijk is het eerste wat noodig is het raadplegen van arts "of oogarts. Hij alleen kan uitmaken, welke oorzaak of hier in het spel is en wat dus de bestrijdingswijze 'zal zijn. Vaak zal een zeer langdurige behandeling moeten volgen, die men trouw dient vol te houden, wil men resultaat zien. Eenige algemeene wenken kan men uit het voorgaande vanzelf begrijpen: op tijd naar bed, matig met lezen, niet te veel in stof en rook, zorg voor geregelden stoelgang, etc. Zijn de oogen wat droog en ontstoken, dan is het vaak prettig en nuttig ze wat te bevochtigen. Dit doet men dan het beste met bod-water (of gekookt water, geen gewoon water echter) en onder het betrachten van de uiterste zindelijkheid. Men neemt b.v. een watje, nadat men eerst de handen heeft gewasschen, bevochtigt dit met boorwater en knijpt het uit boven het goed open en achterover gehouden oog, zoodat de vloeistof over het oog loopt -zonder dat men behoeft te wrijven of het zelfs aanraakt. Ook met een oogbadje kan men het doen, als men er maar aan denkt dat dit telkens voor het gebruik keurig schoongemaakt dient te worden. Een oog is een kostbaar en teer oigaan, dat met de grootste voorzichtigheid behandeld dient Je worden. In het algemeen kan ik er niet genoeg op wijzen, om bij oogklachten toch vooral tijdig deskundige hulp in te roepen. Dat kan veel latere ellende besparen. H. L. S.
f*m\tmmrr\\
lüj : yk
.
OORVERZORQINQ
WANDELINQEN IN DE NATUUR MK nr|
<
stoel al zoo goed als klaar — door veel slijm omgeven — zit. Vandaar dat de paddenstoel bij regenachtig weer in weinige uren volledig kan uitgroeien. En dan de merkwaardigste van alle, de vogelnestjeszwammen, afgebeeld op de 4e foto, welk exemplaar afkomstig is van den paddenstoelenstand van de G. O. C. „Turdus". Wat zijn die moeilijk te vinden in 't herfstbosch met zijn vele dorre bladeren en takjes. Hun kleur is n.1. ongeveer gelijk met dat van het takje waarop zij groeien en hun grootte is niet veel meer dan een halve centimeter. Alleen als men toevallig van boven in het „nestje" kijkt, dan zijn ze te ontdekken, want de „eitjes" zijn wit en vallen daardoor wel op. Ook deze kan men jarenlang in gedroogden toestand bewaren.
\ w ^
"■™-w^—^"■ra™^» ^
iiÉMiJMÉWni<
f f^V ¥'
W^
^■w
«^^Jy
■ 1
—Ü- -
Sir Austen Chamberlain de engeische minister, die ter gelegenheia van het tot stand komen van het Lqcarno-verdrag, ridder in de orde van den Kousenband wera.
*fr'Mi»W| mm^i
.^ •* ~ fJt** -vr^a|p:W| f^W 1 ' ""ij
M
■
Het onderteekenen van het verdrag te Londen t
j t h , hoofd van de tafel den engelschen oremier Baldwin, die met Sir Austen Chamberlain oraat. .,,,., r^ . . J . ... , ,. , L terwijl in het midden links Jr. Lutner, de duitsche njkskanselier, net contract onderteekent.
H
■■
De ontruiming van Keulen Ais gevolg van de overeenkomst van Locarno werd de ontruiming van Keulen door de engelschen bespoedigd. Links 2iet men de engelsche troepen zich naar het station begeven, rechts manschappen in een sooorwagen waarop staat „Good-Bye Cologne", vaarwel Keulen.
Blgte
^^'jp-'-~' '"Tr.'r""iL *<'
De ingestorte huizen te Rotterdam
Spoorwegongeluk bij Zaltbommei
Zaterdagavond stortten aan het Hang te Rotterdam eenige huizen in. gelukkig zonder persoonlijke ongelukken.
De D-trein uit Bazel reed op een geaeelte van een goederentrein, waarooor zeer aanzienlijke materteeie schade ontstond. Foto van een totaal veröielde goederenwagen.
ONS KEHSTNUMMEH IS IN DEWEBKINQ
mp
i
Het sloeikousie de groote Sünkzwam (Phallus impudicus) aardig van vorm, maar afschuwelijk van geur. Die stank schijnt te dienen om aasvliegen te lokken, 't wordt veroorzaakt door een donkergroen sporensliim, dat spoedig
na het uitkomen, van den hoed begint af te druipen. Uitkomen ? Ja I Het eerste wat er van den paddenstoel aan het myceleum ontstaat, is n.1 een soort ei ter grootte van !n eendenéi, waarin de padden-
M00R i
Een tragisch gevolg
F>OT" LOO D
HET
Door de gladheid raakte een petroleumtankwagen te Amsterdam in de Keulsche vaart, bij het reddingswerk liet brandmeester de Vries het leven, terwijl een der arbeiders van de reiniging werd gewond. Op onze foto ziet men het binnen brengen der slachtoffers.
Eentje, die met schrik de kerstdagen ziet naderen
Het eilandje In den haagschen vijver dat op voorstel van Dr. Berlage zou verdwijnen, tegen welk voorstel van verschillende zijden bezwaren werden gemaakt.
:
^
:
:
AVONTUREN VAN Dr. WILSON
»»«■«■«■««■«mmmmmmn» »■■«»■■«•««««"«»«"""""""
Wat leert ons een Pluimveetentoonstelling ■•>*•••••»*••■<>•>>•■*•
De pluimveeteelt is in de laatste jaren van groote economische beteekenis geworden in ons land. Ze is een bron van inkomsten geworden voor duizenden, niet als hoofd- maar als bijbedrijf, vooral in de zandstreken is het een belangrijk onderdeel van het klein-landbouwbedrijf. Als gevolg van dien vooruitgang is de belangstelling en liefhebberij voor de pluimveeteelt ook sterk vermeerderd en trekken de pluimveetentoonstellingen, die ieder jaar in aantal en omvang toenemen, steeds meer bezoekers. Deze bezoekers een weinig wegwijs te maken op de tentoonstellingen, waarvoor het seizoen nu juist is aangebroken, is het doel van dit artikel. In de eerste plaats wil ik meedeelen, waarom die tentoonstellingen bij voorkeur in de wintermaanden worden gehouden; het eigenlijke tentoonstellingsseizoen duurt n.1. van i November tot i Februari. De reden daarvan is, dat in die periode de dieren het mooist zijn, ze zijn dan „het best in conditie" zeggen de pluimvee-mcnschen. De jonge hoenders in Maart, April en begin Mei geboren zijn in October volwassen. De hennen zijn op haar mooist zoo tegen dat ze geslachtsrijp worden en aan het leggen van eitjes gaan denken, dan krijgen ze mooie volle vormen, frissche roode kammen en lellen en hebben ook de veeren een mooien glans, in het kort: ze vertoonen een maagdelijke schoonheid. Wannéér er een aantal eitjes gelegd zijn. raken de fijne puntjes er zachtjes aan af, de veeren verliezen haar glans, de beenkleur verbleekt en hoe langer ze leggen en hoe meer eieren er geproduceerd zijn des te vcrwaarloosder wordt het uiterlijk, waaruit volgt, dat aan het eind van 't leggen, de beste legsters er het minst mooi uitzien. Niet alleen de jonge hennen, maar ook de hennen die 't vorig jaar geboren werden en nog oudere, beginnen in Nov. weer in conditie te komen. In Augustus en September zijn de meeste leggende hennen in den rui gegaan, sommige al vroeger in Juli en zelfs in Juni, maar dat zijn geen beste legsters. Andere beginnen pas in October te ruien, er zijn er zelfs, die nog later beginnen, en dat ziet de bedrijnspluimveehouder wel graag, want die late ruisters zijn juist de beste legsters. Die rui duurt in den regel een maand of drie en daarna zien de oude hoenders er ook weer heel goed . uit. Die nieuwe jas heeft de beesten geheel opgeknapt, maar zoo mooi als jonge dieren worden ze toch zelden meer. Op 'n pluimveetentoonstelling worden de verschillende lassen ieder in aparte klassen tentoongesteld, evenwel steeds jong bij jong en oud bij oud. De rassen worden weer in enkele hoofdgroepen verdeeld, n.1. in zware rassen, waartoe behooren de Brahma's, Cochins en Langstons. Dit zijn geweldig groote hoenders en deze hebben alle zwaar bevederde beenen, behalve de Langstons. Verder heeft men de middelzware rassen: de Bamevelders, de Rhode Island Reds, Wyandottes, Orpingtons, Plymouth Rocks enz. Ten derde de lichte rassen: de Leghorns, Minorca's, Braekels, Hollandsche hoenders, enz. en ten vierde de sierrassen, waaronder in hoofdzaak de krielhoenders vallen. Die groepeering moet men vasthouden want er zijn nog meer indeelingen, men krijgt n.1. inzendingen hanen alleen (i—o).
Een keeper op sneeuwdagen Een aardige kielc, genomen op den sneeuwzondag. Grappenmakers hadden op het Ajaxterrein te Amsterdam een sneeuwOOD gerold en deze met een Ajax-shirt aangekleed.
hennen alleen (o—i). Vervolgens een haan en een hen te samen (duo's i—i), dan een haan en twee hennen (trio's i—2) en ten slotte een haan en vier, soms meer hennen (toomen 1—4 of 1—6); steeds echter volgen bij de indeeling eerst de zware, dan de middelzware en vervolgens de lichte rassen. Die indeeling in enkel nummers, duo's, trio's en toomen noemt men klassen en die worden weer onderscheiden in klassen jonge dieren en klassen oude dieren, men heeft dus klassen hanen jong en klassen hanen oud, trio's jong en trio's oud, van elk ras en eiken kleurslag afzonderlijk. Maar wat is nu kleurslag alweer, zal men vragen, wel dat is niet moeilijk te zeggen, want dat zijn de verschillende variëteiten, waarin een ras voorkomt. Zoo heeft men bijv. van het ras Leghorns de volgende variëteiten of kleurslagen: Witte Leghorns, Patrijs Leghorns, Zwarte Leghorns, Buff (gele) Leghorns, Zilver Duckning (Zilverkleurig) Leghorns, koekoek (zwart en wit gestreepte) Leghorns enz., zal ik maar zeggen, want er zijn er nog meer. Het ras wyandottes is ook zeer gevarieerd en kent men: Witte Wyandottes, goud Wyandottes zilverWyandottes. Patrijs Wyandottes Zwarte Wyandottes, Buff wyandottes. Koekoek Wyandottes, enz. Al die verschillende rassen en al die verschillende kleurslagen worden door de keurmeesters klasse voor klasse beoordeeld en vallen er dus in al die klassen prijzen. Die prijzen worden verdeeld in klasseprijzen en eereprijzen, ook worden nog zeer eervolle en eervolle vermeldingen toegekend. In de klasse-prijzen heeft men iste, 2e en 3e prijzen, waaraan medailles, geldprijzen of diploma's zijn verbonden.
M ^H ^ws ■»'^B ^^L
JB
.^^H
w |B ■
1
^^K
'^K'^H
Sneeuwsport In het hooge noorden
Het „scheu^lloopen" in de groningsche straten
Eereprijzen zijn extra prijzen, die kunnen alleen gegeven worden aan eerste of tweede, prijswinners. Die prijzen worden als regel niet door het bestuur der tentoonstelling beschikbaar gesteld, maar door personen of vereenigingen, die de tentoonstelling steunen willen. Hoe meer eereprijzen er beschikbaar gesteld kunnen worden, hoe meer inzendingen er komen op een tentoonstelling. Zeer eervolle en eervolle vermeldingen wórden gegeven aan dieren, die aan de eischen van het ras voldoen, maar niet voor een prijs in aanmerking komen, omdat er andere inzendingen zijn, mooiere. Men kan zulke bekroningen aanmoedigingsprijzen noemen. Aan die vermeldingen zijn geen prijzen verbonden, soms worden er diploma's voor uitgereikt. De keuring geschiedt op het oog en door vergelijking, dus niet op punten. De keurmeester kijkt e'erst alle dieren na, klasse voor klasse, schrapt alle inzendingen, die groote fouten of afwijkingen vertoonen aan en dan blijven deze verder buiten beschouwing. Nu gaat hij vergelijken, welke inzending van de overgeblevene het meest aan de eischen van het ras voldoet; de beste krijgt den eersten prijs, de volgende den tweeden, dan den derden en daarna komen nog de vermeldingen. Nadat alle klassen op die manier zijn behandeld, worden de extra prijzen, de eereprijzen tpegekend. Daarbij komt het heel vaak voor, dat meerdere eereprijzen op dezelfde inzending vallen. Het gebeurt wel, dat twee personen voor hetzelfde ras een eereprijs beschikbaar hebben gesteld, het kan echter ook zijn, dat voor een bepaalde klasse, laten we zeggen Wit Wyandotte jong een eereprijs is gegeven, maar dat er ook één is uitgeloofd voor de mooiste Wyandotte, dus een Wyandotte onverschillig van. welke kleair, dan kan het plaats hebben, dat die prijs ook toevallig valt op die jonge witte Wyandotte; wanneer die hen nu eens de mooiste hen van de tentoonstelling is en daarvoor ook een eereprijs werd uitgeloofd, dan komt zij, al voor 3 eereprijzen in aanmerking. Die groote verscheidenheid van rassen en kleurslagen en het groote aantal klassen is oorzaak, dat op een pluimveetentoonstelling zooveel prijzen worden toegekend; de meeste klassen bestaan daardoor ook maar • uit een klein aantal inzendingen. Alleen v^n de meest populaire rassen, als bijv. Witte Leghorns, Rhode Island Reds, BaVnevelders komt het aantal inzendingen in één klasse wel eens boven de tien. Tot slot wil ik er nog op wijzen, dat er nog een classificatie is van de tentoonstellingen, men kent clubtentoonstellingen, waar alleen leden der club of vereeniging kunnen inzenden; men heeft plaatselijke tentoonstellingen uitsluitend voor inzenders in de gemeente; provinciale voor pluimveehouders uit een bepaalde provincie, nationale, waar alle pluimveehouders uit het land kunnen inzenden en internationale, waar ook buitenlandsche inzendingen worden toegelaten. Ik zal in een volgend artikel van enkele rassen de raseigenschappen en raskenmerken beschrijven en dan hoop ik, dat ik een aantal lezers, die niet op de hoogte waren, daarmede een weinig zal hebben ingewijd in de details eener pluimveetentoonstelling.
PLUIMVEEËR.
Mei litteeken. Over alle landen in Europa en hun bijaonderheden, was alreeds gesproken. En we waren op het punt gekomen, dat, om nog eenige spanning in het gesprek te brengen, het beslist noodig was om een ander werelddeel erbij te halen. Ik zat met 'n zekere benieuwd heid te wachten, wie den sprong zou wagen en waarheen we zouiden trekken. Ik vermoedde, dat het Amerika zou wezen, Noord-Amerika. Want onder de gasiten, welke dien avond bij mijn vriend Dr. Wilson om den gastvrijen haard zaten, waren er verschillende, die de „States" hadden bezocht en, zooals dit te doen gebruikelijk is, wie in de Vereenigde Staten is geweest, die heeft van zoo'n reis, evenals wijlen heer Juriaan, wel wat te verhalen. Tot mijn verwondering was het Dr. Wilson zelf, die, met zijn avontuurlijk verhaal dan, den oceaan overstak. Die verwondering had alleen zijn grond in het feit, dat de anecdotes en vertellingen dien avond een graad van onwaarschijnlijkheid hadden bereikt, welke niet tot 't genre behoorde, waartoe mijn bereisde en geleerde vriend zich voelde aangetrokken. We zijn zoo geleidelijk aan het onderwerp reisavonturen gekomen, misschien mag ik ook iets vertellen omtrent datgene, wat ik zelf heb ontmoet.... Van alle kanten klonk het „heel graae;", „o zeker" en wat dies meer zij,, op de mededeeling van den dokter en wij schaarden ons om. hem heen. Eenige jaren voor den oorlog vertoefde ik eenigen tijd in Zuid-Amerika, om de inheemsche ziekten te bestudeeren. Enkele maanden werkte ik in het hospitaal te Guatemala. Het Imperial-hotel was daar mijn verblijfplaats en tusschen en na mijn werk bestudeerde ik, behalve de ziekten van 't land, ook de bevolking in haar nog al genuanceerde variëteit. Reeds kort nadat ik aangekomen was, had een type mijn aandacht getrokken, dat men waarlijk niet gemakkelijk over het hoofd kon zien. Daarvoor was hij een veel jte groote kerel. Voor het overige had hij nog enkele andere eigenaardigheden, die hem bijzonder opvallend maakten. Zijn kleeren waren sjofel en armelijk. Doch op zijn hoofd prijkte de sombrero, de groote zuid-amerikaansche hoed, met kleurige gameering afgezet, welke, in tegenstelling met zijn kleeding, er altijd fleurig en welverzorgd uitzag. Doch de meest krasse tegenstelling tot zijn geweldige figuur, was het goedmoedige, ronde gezicht met de kinderlijke uitdrukking, waartoe de glinsterende oogjes, eenglinste-
HOE MEN DANST IN HET DUITEN. LAND EN IN ON3 LAND De dans heeft de wereld veroverd. Men danst in Londen en in Berlijn, in Assen en in Tokio. De wijze, waarop men echter in de verschillende werelddeelen en landen danst, loopt nogal uiteen. De wijze van dansen hangt ten nauwste samen met den aard en het temperament van een volk. Elk volk drukt op eiken dans den stempel van zijn nationaal karakter. En wie de tegenwoordige gezelschapsdansen in dit licht beschouwt, komt fot even merkwaardige, als amusante conclusies. Vergelijken wij eens den slanken, sportief rechtop loopenden en eenigszins einstigen en stijven engelschman met den kwieken, temperamentvollen franschman in al zijn bewegelijkheid. De engelschman is de Blues-danser. Met groote, langzame en rustige passen danst hij op de blues-muziek, die wel een vierde langzamer wordt gespeeld, dan de gewone Fox Trott. Ook in Frankrijk danst men Blues. Maar zoo langzaam te dansen, dat kan de franschman niet met zijn temperament overeen brengen. Hij maakt, waar de engelschman één pas uitvoert, twee bewegingen, een pas en een tik met de voetpunt op den grond en breekt aldus den langen tusschantijd tusschen twee passen. De Tango, wiens spaansche en zuid-amerikaansche afkomst reeds op een groote vurigheid duidt, vindt in Parijs de meeste liefhebbers. Waar vindt hij, behalve in zijn moederland, zooveel temperament! In Engeland kan men het rhythme van den Tango niet apprecieeren en is de typische zuidelijke syncope afgesleten. Het is ook typisch, dat de beste engelsche jazz-bandsi en dansorkesten geen kans zien een Tango te spelen volgens ds regelen der kunst. In Londen viert de Fox-Trott hoogtij. Zelfs de one step wordt daar als „Quick-Föx" gedyist. Met groote passen glijdt men over den dansvloer, afwisselend met korte en vlugge passen (three steps). Ge hebt gelijk, lezer, dat komt, omdat de engelschen lange beenen hebben en groote menschen groote passen maken. Maar toch zie ik er nog een andere oorzaak in. De Londensche danspaleizen n.1. zijn werkelijk palei/en aan den dans gewijd. Geen café's met een klein dansparket, waar men hooge prijzen voor de consumptie moet betalen, omdat men er dansen kan, maar geweldig groote en schitterend ingerichte danszalen, waarvoor men een toegangsprijs betaalt om te mogen dansen. Men heeft er vele malen zooveel ruimte op den dansvloer, als hier en men danst er veel beter. Een groote dansvloer en veel ruimte geven ruimschoots gelegenheid voor groote en vlugge passen. Wat wonder, dat deze een kenmerk van den engelschen dans zijn geworden. Amerika neemt een geheel aparte plaats in. De amerikaan danst stug, stootend en allesbehalve mooi. Hij houdt geen rekening, met wat elegant is, maar danst even businesslike, grof en zelfingenomen, als hij in het dagelijksch leven is. Daar het echter een feit is, dat men in Europa en in het. bijzonder in Duitschland een groote bewondering heeft, voor alles, wat uit de nieuwe wereld komt, is de amerikaansche wijze van dansen, op vele plaatsen mode. En hoe danst men in ons land? Zij die zeggen, dat de hollanders een eigen stijl hebben, spreken gedeeltelijk dé waarheid. Een geheel eigen stijl hebben wij niet, maar toch dansen wij de buitenlandsche dansen echt-hollandsch, met een eigen karakter. Een opmerkelijk verschijnsel is, dat bij de society de engelsche stijl het meest geliefd is. De middenstanders voelen meer voor den fransten, welke zij echter nooit die gratie-volle deining kunnen geven, die de franschman er in weet te leggen en het vrlk ^anst voornamelijk op z'n amerikaansch. Hoewel hier in het algemeen niet slecht gedanst wordt, is de groote fout van de hollanders, dat zij zich te weinig moeite geven om behoorlijk dansen te leeren. In het buitenland heeft men daar vrij wat meer tijd, geld en moeite voor over. Wij geneeren ons om aan dergelijke futiliteiten veel aandacht te schenken, maar wanneer het er op aankomt, dan doen wij aan diezelfde futiliteiten eens zoo hard mee als de buitenlander.
ALFRED HERFERD.
ring, waaraan de invloed van den alcohol 'niet vreemd was^ Over zijn wang liep een geweldig litteeken. Het leek wel een sabelhouw of een wond door een situk van een shrapncll. Deze dikke vriend verscheen eiken dag in de bar van hotel Imperial. Hij poogde daar met den verkoop van loten z'n kost te verdienen. Zoover ik kon nagaan, was het resultaat werkelijk niet groot. Het eenige wat hij bij mijn weten wel ereis bemachtigde, was een borrel, dien hij mot groote dankbaarheid accepteerde. Op een avond stond ik met een van de doktoren van het ziekenhuis aan de bar, toen de dikkerd met zijn sombrero en het litteeken, binnenstapte. Hij bood ons zijn lootjes aan. Ik weigerde. Doch mijn vriend sprak hem aan. Hoe gaat 't er mee, generaal, vroeg hij. Och, zoo zoo, de zaken konden 1 beter zijn, maar ik treur niet. Wat mag ik je offreeren, generaal ? Een cognac. En met een „Gracias" dronk hij het hem geboden glas snel leeg, nam daarop met een hoffelijk gebaar zijn hoed af, waarop "hij verder trok, zijn lootjes aanbevelend. Wie is die vriend, vroeg ik belangstellend aan mijn collega. Hoe komt hij aan dat groote litteeken ? Het maakt hem niet mooier, merkte de ander droogjes op. Och, 't is geen kwaje vent. Hij komt uit een der naburige republieken, vanwaar hij is verbannen. In zijn goeien tijd was hij generaal van een revolutionnair leger en als 't toeval had gewild, dat hij een dag langer ammunitie had gehad, dan het armee van den anderen pretendent, och dan was hij nu misschiien minister van oorlog of iets dergelijks, inplaats van met lootjes te loopen leuren. Het is een schavuit, een scharrelaar, maar een kerel met een goed hart. Hij krijgt zoo nu en dan een kleinigheid van mij en daardoor zijn we de beste vrienden. Kent ge zijn levensgeschiedenis? O zeker! Zooals ik reeds vertelde, wanbofte hij tijdens den opstand, doordat de ammunitie, waarover hij de beschikking had gekregen, een dag vroeger
OP TOURNEB1MBT ALI AKA Maandagmiddag op de wereldbekende artistenbeurs (of moet het wereldberucht zijn) in „de Kroon" ontmoette ik mijn vriend, den impressano Jo Gosschaik, die me inviteerde den daarop volgenden avond een telepatische seance mede te maken met Ali Aka, den indischen telepaat en fakir, waarmede hij op 't oogenblik op tournee is. Al ras zaten wij in een zeer comfortabele auto, die ons met een tempo van 60 K.M. naar een onzer Noord-Hoilandsche plaatsjes voerde. Men kan begrijpen dat de snelrijdende auto met de schilderachtige figuur van Ali Aka, vrij wat opzien baarde. De dorpsjeugd riep ons allerhande aangename en onaangename verwelkomingen toe. In O. werden wij door den veldwachter aangehouden. „Weet u wel", voegde hij den heer Ali-Aka toe, ,,dat het verboden is in maskerade-costuum door onze gemeente te rijden." Toen wij dezen dienaar van den heiligen Hermandad aan zijn verstand brachten, dat deze heer een indische prins was, die incognito in Holland vertoefde, bracht hij ons met groot eerbetoon door de aan zijn zorgen toevertrouwde gemeente, verzocht mij fluisterend om portret met handteekening van Z.K.H., hetwelk Aü Aka hem dan ook meteen welwillend gebaar ter hand stelde. „Een hemelsbreed verschil met onzen Prins" was dan ook het oordeel van dezen snuggere veldwachter. Zonder verder oponthoud vervolgden wij onzen weg, en bereikten spoedig de zaal waar de seance zou plaats vinden. De zaalhouder had gepoogd zijn zaal een indisch cachet te geven. Boven aan de lampen hingen ter opluistering versierde kokosnoten en bananen. Het tooneel was behangen met eenige perzische tapijten, welwillend afgestaan door den dokter en burgemeester dezer gemeente. Een tante van den zaalhouder had zelfs haar papegaai afgestaan, daar zij meende dat Ali-Aka zich met dergelijke indische requisieten beter thuis zou gevoelen. Het beest ontving ons dan ook met eenige krachtige hollandsche vloeken, waarvoor een indisch oud-strijder zich niet behoefde had te schamen. ,,Zie jê wel", zeide de tante verheugd, ,,het beest merkt direct dat u een landgenoot van hem is." Waarop onze heer Gosschaik het lievf diertje (hiermede is niet de tante bedoeld) dadelijk in de kleedkamer deponeerde. Helaas heerschte in de zaal geen indische temperatuur. Hierop
pen beluste publiek voor. Hij verzocht aenige personen uit het publiek op het tooneel te komen Daarop volgden ongeveer de volgende uitroepen: „Wij laten ons niet beheksen", „Ik kom niet, want de duivel kan wel in hem zitten" en dergelijke. Na een kalmeerende toespraak, stapte dan toch eindelijk het hoofd der school, en de hoefsmid op het tooneel. Laatstgenoemde wilde wel eens precies weten hoe .,tri Iepat er ie" precies ging. Toen volgden de experimenten. Als eerste de „Massa-suggestie". Dit nummer had kolossaal succes. Heel de goede gemeente zat met haar handen vast en keken vol bewondering in Ali Aka's wijd geopende oogen, waaruit als 't ware de indische mysterie straalde. Tot de pauze verliep de avond zonder stoornis. Toen wij in de kleedkamer zaten te praten en uit te rusten, werden wij plotseling gestoord door een hevig kloppen. Voordat wij antwoord konden geven, riep de door ons geheel vergeten papegaai ,.VaI d..d". Dit scheen voor de bezoeker het teeken te zijn om binnen te komen, want er verscheen in de deuropening een robuste Noord-Hollandsche boer. Hij verzocht den heer Ali Aka met hem mede te gaan naar zijn boerderij, om een zieke koe te genezen die sinds acht dagen geen melk meer had gegeven. Ali-Aka gaf hem den goeden raad zich tot een veearts te wenden, daar een koe noch voor telepatie noch voor hypnose ontvankelijk is. De boer scheen zeer teleurgesteld,, daar hij na 't zien van al zijn wonderen alleen . nog van hem genezing verwachtte. Een tafelbel gaf het teeken dat de pauze was afgeloopen. Thans begon het nummer hypnose. Een vrouw verklaarde zich bereid om als medium dienst te Ali Aka en zl|n wonderlijke experimenten doen. Net stonden beiden oog in oog toen het ücht uitflapte. Kortsluiting. „Lieve goedheid, ik zie niets meer", sprak het bleek het publiek gerekend te hebben, daar vermedium met angstige stem. schillende dames een warme stoof meebrachten. „Ik ook niet", was het lakonieke antwoord Om 8 uur was de zaal reeds tjokvol. Eenige van Ali-Aka. toeschouwers moesten een goed heenkomen op Na vijf minuten was het lesd geleden, door het buffet zoeken. Zij balanceerden dan ook den toedoen van een nieuwe zekeringstop. Zoo naderde geheelen avond kunstig tusschen bierflesschen en het einde van het programma. Het publiek was andere spiritualen. Juist zou de sceance beginnen hoogst voldaan en bracht Ali-Aka een schitterende toen één der kokosnooten met daverend geweld ovatie. Na het tellen van de kas was ook de tusschen de menigte viel. Ik heb mijn woordenheer Gosschaik voldaan, doch zonder ovatie. boek weer met eenige van te voren nooit geOm elf uur zaten wij weer in de prinselijke hoorde uitdrukkingen kunnen verrijken. Na dit auto, die ons langs de vredige maar kromme incident kon de voorstelling beginnen. wegen van onze Zaanstreek huiswaarts voerde. De heer Gosschaik sprak het openingswoord ERIC WINTER en stelde Ali Aka aan het op occulte wetenschap-
The Internationals De.Jazz-band van de Deca-dancing te 's Gravenhage.
De bonbonnlére Jazz-bana die in de Bonbonniere (Mille Colonnes) te Amsterdam speelt.
op was, dan die van rijn opponent. Het leger werd uit elkaar geslagen en hij werd, mét nog een aantal andere officieren, gevangen genomen. Zij wisten precies wat hun te wachten stond, doch dat was nu eenmaal d« krijgskans. Met hun vijiven werden ze in de gevangenis gegooid. Den volgenden morgen zouden ze worden terechtgesteld. Den heelen nacht door speelden ze poker en lucifers dienden tot fiches. Mijn generaal had nog nooit in z'n leven zulke slechte kaarten gehad als dien nacht. Hij verloor spel op spel. Toen de soldaten hem 's morgens, biji het aanbreken van den dag, kwamen halen, had hij meer lucifers verloren, dan hij ooit van zijn leven had verbruikt. Wat iets zeggen wilde, gerekend met 't feit, dat hij een hartstochtelijk rooker was. Zij werden meit hun vijven op de binnenplaats van de gevangenis gebracht en tegen den muur gezet. Het peleton, dat met de uitvoering van het vonnis belast was, stond tegenover hen. Toen het eenigen tijd duurde voordat zij zich van hun plicht kweten, vroeg onze vriend, waarom ze nou eigenlijk wachtten. De officier, die het commando over het peleton voerde, antwoordde, dat ze op den opperbevelhebber van de regeerdngstroepen wachtten en dat die nog niet was aangekomen. Nou dan heb ik nog wel den tijd om een sigaret te rooken, had de dikke gezegd, die generaal was akijd een slordige man. Doch ternauwernood had hij de sdgaret aangestoken, of, tegen zijn verwachting, arriveerde zijn tegenstander, vergezeld van zijn adjudant. De gewone formaliteiten werden vervuld en de opperbevelhebber liet aan de terdoodveroordeelden vragen, of zij nog iets te wenschen hadden, voordat de executie plaats had. Vier van de vijf schudden het hoofd van neen. Onze vriend echter vroeg of hij afscheid van zijn vrouw mocht nemen. Bueno, zei de opperbevelhebber, dat verzoek is toegestaan. Waar is je vrouw? Aan de deur van de gevangenis. Dat is goed. Het zal dus niet lang duren ? Hoogstens vijf minuten. Laat hem zoolang even apart staan. Twee soldaten brachten hem naar de aangewezen plaats. Middels gaf de officier van het peloton het „geeft-vuur" bevel en achter elkaar vielen de vier veroordeelden als ledepoppen neer. Onze vriend zag het van uit de verte toe en rookte rustig zijn sigaret op. Plotseling ontstond er beweging aan de poort van de binnenplaats, een jonge vrouw, vergezeld van een soldaat, kwam naar voren. Zij was beeld-
iiiiiiiiiiiHiiiHiiiiniiin
HAAGSCHE TOONEELKRONIEK.
niuiiumiiiHiiiini
4
7
De „Nieuwe beeren"
bij het Rotterdamsch Hofstad-tooneel. V.l.n.r. Anton Roemer (Dumont), Dr. Royaards (Graaf de Montoire Grandpré). mevr. v. d. Lugt MeUert-van'Ees (Suzanne Verrier).
Nieuwe tijden, nieuwe Heeren. Zoo is nu eenmaal 's werelds loop. Zij, wier voorouders eenmaal tot de regeerende klasse behoorden, tot de klasse, welke leefde en liet leven met zichzelf als het egoïstische middelpunt, zij moeten er aan wennen, dat er veranderingen in de maatschappelijke verhoudingen gekomen zijn- De knechten van gisteren zijn de bazen van vandaag. Dat is een steeds weer In de historie terugkeerend verschijnsel. Voor wie dat niet bedenken en dan plots de nuchtere werkelijkheid aanschouwende, zich als het ware in hun zoeten machtsdroom wreed gestoord voelen, is dan dikwerf het lot hard tedragen. Anderen vatten de gewijzigde situatie vroolijk en van den luchtigsten kant op. Met een fijnen glimlach, met een aardige spotternij, leggen ze zich bij het feit, dat nieuwe heeren aan het bewind zijn gekomen, neer. Vroeger permitteerden alleen telgen van het oude patricische en meestal dan ook nog rijke families zich de luxe, de lakens uit te deelen, zoowel •in het dorre dagelijksche leven, waar de politiek zulk een belangrijke plaats inneemt, els op het terrein van min of meer romantische avontuurtjes- En waarempel, heden ten dage is het, neem b.v. Parijs, geen ongewoon verschijnsel meer, dat-een door de politiek in een zekere positie gekomen burgerjongen van eenvoudige afkomst, den grooten mijnheer uithangt, in alle aangelegenheden, waarin dat maar mogelijk is. Dat alles bood het tweetal auteurs van wie de Fiers een naam van beteekenis als geestig comedieschrijver bezit, de gelegenheid om een vermakelijk stuk in elkaar zetten, op het thema van nieuwe heeren gebouwd. De inhoud komt in het kort op het volgende neer. De deftige senator. Graaf de Montoire-Grandpré heeft een allerbekoorlijkst vriendinnetje, dat hij steeds hooger op weet te brengen, dat hij met weldaden en ook wel met bezigheden (opdat zij geen tijd vinde, haar wel wat op jaren zijnden vriend met een jeugdigen aanbidder ontrouw te worden) overlaadt. Door een samenloop van omstandigheden komt zij, Suzanne Verrier, met den frisschen, aardigen, open-eenvoudigen lacques Gaillac, electricien, tweede secretaris van den lnter«otionalen Arbeidersbond in aanraking. Dit tweetweetal vat op het eerste gezicht liefde voor elkaar op, d.vC-.z. Suzanne wordt verliefd, bij Jacques blijkt het dieper te zitten. Ter wille van Suzanne neemt lacques — wiens macht als leider der vakvereenigingen zoo groot is. dat de deftige senator hem, bij een bezoek aan het Secretariaat, zijn bewondering te kennen geeft voor de manier waarop hij als een Lodewijk XIV weet te heerschen! - een kamercandidatuur aan. Weldra ziet hij zich minister van arbeid worden. Suzanne komt hem dan opzoeken, zonder dat haar oude beschermer dit weet en .... blijft tot den volgenden morgen bij Zijne Excellentie, die inmiddels weer Excellentie is afgeraakt, 's Avonds brengt de senaat het ministerie ten val en juist de Graaf geeft de beslissende stem, wat hij volgaarne doet, als hij inmiddels er achter is gekomen, dat Suzanne haar zinnen op den eermaligen electricien, nu minister, gezet heeft. Ter wille van Suzanne, gaat deze dan aanvankelijk op een bedenkelijk aanbod eener financieele onderneming in, ten einde zoo Suzanne aan zich te kunnen binden, doch tenslotte bemerkt hij, dat het meisje dit offer niet waard is. Met diplomatiek beleid slaagt n.l. de Graaf er toch nog in de overwinning op den jongen concurrent te behalen en deze zoekt zijn troost bij den Volkenbond. Er komen in dit stuk vele aardige zetten voor, maar groote kunstwaarde is er al evenmin aan toe te kennen, als een zuiver doorgevoerde persiflage op de Nieuwe Heeren. Goed beschouwd toch, speelt de Graaf en het doorhem bedorven vriendinnetje, een heel wat minder sympathieke rol dan hij, die als type der nieuwe heeren een uitstekend moreel figuur maakt. Bovendien, het idee van de* Nieuwe Heeren is niet verder uitgewerkt. Enfin, nu moet men een stuk van de Fiers ook nooit zoo precies nemen en wanneer men dat niet doet, dan Is er alle reden om te zeggen, dat het veel. zeer veel vermaak schenkt aan den toeschouwer, die intusschen" noq meer genot ontvangt van het spel van het echtpaar v.d, Lugt Melsert ((acques en Suzanne), Roemer als de grafelijke kamerdienaar, Bron als de dubieuze financier en nog verschillende goed bezette bijrollen, v, d. Lugt was voortreffelijk en ook zijn vrouw heeft een zeer goede en aardige Suzanne gegeven. Ook Rooyaards, die een zeer gefcstig geschreven rol had te vervullen, mocht bij het publiek veel geestdrift verwekken. Zoo nu en dan deed hij mij in zijn bewegingen meer aan Mare Violier, dan aan een adelijken Franschen Senator denken! Van de regie, die ditmaal In Rooyaards' handen was. valt speciaal te roemen de de scène in het hoofdkwartier der I. A. B. Dat was uitnemend, wat ook 'n hulde beteekent aan hen. die als helpers van 't Secretariaat speeldeji. T. K.
schoon. Zij droeg de spaansche kleedij en was geheel in het zwart. Heur gelaat was lijkbleek. Toen zij haar man zag staan, slaakte ze een kreet, hield het hart vast, aarzelde even, strekte toen haar armen uit en met den kreet „o lieveling", liep zij naar hem toe. Hij drukte haar aan zijn hart en kuste haar hartstochtelijk. En tegelijkertijd greep hij yan onder zijn hemd een mes, waarmee hij haar in den hals stftk. Het bloed spatte uit de aderen en bevlekte zijn kleeren. Toen sitak hij het mes wtjer bij zich en sloeg ook den anderen arm om haar heen. Zijn lippen waren nog steeds op de hare gedrukt. De daad was 200 snel ven richt, dat de personen vlak bij het eerst merkten, toen het' bloed rijkelijk vloeide. Zij snelden toe en wilden haar uit zijn armen bevrijden. Toen hun dit lukte, was de jonge vrouw reeds bewusteloos. De adjudant van den opperbevelhebber ving haar ' op. De stoot was met groote zekerheid aangebracht, er was aan redden geen denken. Men legde het vrouwtje op den grond en de adjudant, die over haar heen boog, constateerde dat zij dood was. Daarop maakte haar man het teeken des kruises en bad stil voor zich heen. Waarom heb je dat gedaan ? riep de opperbevelhebber. /k hield van haar. Dit antwoord, zoo kort, werd op een toon gezegd, dje eenvoudig doch veelzeggend was. De aanwezigen begrepen het en keken den man met een zekeren eerbied aan. De opperbevelheb-' ber staarde eenige minuten stilzwijgend voor zich uit. Het was, ondanks alles, een nobel gebaar, zei hij. Ik kan dezen man niet laten doodschieten. Laat een paard zadelen en breng hem naar de grens. En zich tot onzen vriend wendend, bood hij hem de hand. — Senor! Ik bied u de hulde, die een dapper man aan een ander verschuldigd is. Een gemompel van tevredenheid toonde hoe de omstanders deze edelmoedige daad apprecieerden. De adjudant klopte den Opstandeling op den schouder en tusschen twee soldaten werd hij. naar buiten gebracht, waareen paard en twee ruiters hem wachtten. Dr. Wilson zweeg. Een oogenblik heerschte er stilte. Toen vroeg een van ons: En hoe kwam hij aan dat Iritteeken ? '. O, zei Wilson, met dien fijnen spot, die zijn gezicht zoo geestig kon belichten, dat 'litteeken kreeg hij doordat een fleschje met gemberbier udt elkaar sprong. Gemberbier heb ik altijd voor vreesefijk gevaarlijk goedje gehouden.... •
HAAR, Modern sprookje. Een mijnheer ging met zijn zoomtje naar een museum en werkelijk raakten ze geen van beiden een van de tentoongestelde voorwerpen aan. Het recht van den sterkste. De oude mevrouw van Vriendelijkheid reisde voor 't eer«t in het Schwarzwald en zag op zekeren dag, hoe twee menschen bezig waren hout te zagen. Ze gebruikten daarvoor de lange zaag met twee handvaten. De eene arbeider was een sterke, groote kerel, de ander blijkbaar een min ventje. Mevrouw van Vriendelijkheid keek een tijdlang het werk zwijgend aan. Maar toen kon ze zich niet langer bedwingen. Schaam je je niet, zei ze eindelijk tot den grooten man, schaam je je niet om dien kleinen kameraad van je te plagen. Geeft dien man toch de zaag terug en trek hem niet telkens terug naar jou toe ... Uit de „States". Maandagochtend stond in de Connecticut Eagle de doodstijding van Mister Swanson. Maandagavond volgde het berichtje: Wij waren als altijd hedenmorgen het eerst met de vermelding van den dood van Mister Swanson. Vanavond zijn wij weer de eerste met de tijding, dat dit bericht op een vergissing berust. Onze lezers kunnen hieruit constateeren, dat de Eagle altijd het blad is dat het eerste het nieuws brengt. De lichtzijde. Ze zaten met hun vieren in den trein. Het was maandagmorgen en het ochtendblad stond vol van ongelukken die op zondag met auto's waren gebeurd. De vier gingen te keer en stelden allerlei drastische middelen voor tegen het gevaarlijke vervoermiddel. De vijfde had niets gezegd. Wat is uw meening in deze kwesitie, vroeg één van de vier. Och, zei hij, ik ben bevooroordeeld. Mijn belangen zijn aan den auto innig verbonden. Is u dan automobielhandelaar of -fabrikant ? Neen. Wat is u dan ? Ik ben de chirurg Snijgraag. Mijn neef Janssen liet zich onlangs z'n haren knippen. De kapper deed z'n uiterste best, doch Janssen vertrok geen spier. Toen de operatie afgeloopen was, gaf de kapper mijn neef een handspiegel. Wilt u ereis kijken of zoo alles naar uw genoegen is gedaan ? janssen onderzocht z'n bol van voren en van achter. Is het naar uw zin, of wil ik nog wat veranderen ?
Hoe menig bar solide pa Heeft ergens in een Hast of la Een goec^. verborgen vakje Met souvenlrtjes, eens vergaard. Die hij heel zulnlgles bewaart In een verzegeld paKJe. Wanneer het leugdvuur Is gebluscht. BeKrulpt hem vroeg of laat de lust, Het zegel te verbreken. Dan monstert hij -weer stuk vöbr stuk De dingen, die van jeugdgeluk En van 't verleden spreken. Het zijn portretten die hij vindt; Een haarspeld, een verschoten lint. Verliefde, teed're briefjes. Een poederdonsj e, dat hij stal. En verder lokken zonder tal Van lang vergeten liefjes. Het beeld, dat voor zijn oog verrijst, Van lieve kopjes, eens omlijst Door die satijnen haren, Het doet hem denken aan den üjd Der hope en der zorg'loosheid, Den tijd der jongensjaren, Misschien ook, wordt door hem gedacht, Als hij zich door die lokkenpracht En oogenblik laat boeien: „Voorbij 1 Voorbij l Ach, mocht toch maar De helft van zoo'n hoeveelheid haar Nog op mijn knikker groeien l" DIRK DE BOER.
f
11 Ik hoop, dat ik u niet derangeer. Och, er zijn oogenblikken, waarop iedereen, wie het ook zij, welkom is.
Ja, zei Janssen. Wat dan.... Ik wou tn'n haar wat langer hebben. Een moeilijke kwestie. Jantje zat diep in gedachten. Blijkbaar was er iets, dat hij niet kon snappen. Waarover zit je te studeeren. Jan? vroeg z'n vader. Is het waar vader, dat ik in Den Haag ben geboren ? Zeker, Jan. En u in Leeuwarden ? Ja jongen. Moeder in Maastricht ? Wat zou dat. Jan? Ik kan maar niet begrijpen, hoe we elkaar tenslotte dan toch getroffen hebben. Een veelbelovende knaap. John Pluck was amerikaan. Johnnie Pluck was z'n zoon. John Senior had een tuin, geen groote, maar één in slechten toestand. Dies zei hij tot John Junior: Wil jij een dollar verdienen ? Graag, guv'nor, antwoordde de „spruit".
^ «H
\
}B
P
|
■KAV Diplomatie
ijji
Zij. Heb je dat artikel over het bewaren van t ontmantels gelezen? Hij Wat intresseert jou dat. Je hebt toen geen mantel. zu. Och, ik dacht alleen maar, dat het van oelan g kan zijn voor het geval je mij er een g even wou.
Spit dan den tuin om en als je klaar bent, geef ik je een dollar. Geaccepteerd. Maar ik moet een quarter (1/4 dollar) vooruit hebben. Waarom ? Dat zal ik je zeggen, vader, aangezien ons contract nu eenmaal perfect is. Ik stop dien quarter in den grond en roep al m'n vriendjes erbij en vertel hun, dat een oude spaansche landverhuizer in onzen tuin een schat heeft verborgen en dat wie het geld vindt, dit mag houden. Op die manier doen zij het werk voor mij. Vindt een van hen den quarter, dan houd ik nog drie quarter over en heb met één quarter 300 procent verdiend. Op z'n ongunstigst .... Is er dan nog een andere mogelijkheid ? Zeker, ik kan den quarter, dien ik zelf verstopt heb, ook zelf vinden en dan is alles winst. Toen John Jr. dit gezegd had, omhelsde John Sr. hem en zei: Sonny, jij bent allright
en je wordt nog eens een der steunpilaren van Wallstreet. Een onverwachte wending. Pietersen, die in Klein Buitendorp woonde, was ter gelegenheid van een bruiloft bij zijn neef in Amsterdam komen logeeren. De bedoeling was, dat hij maar een paar dagen zou blijven, doch na acht dagen toonde hij nog niet den minsten lust om te vertrekken, waarop z'n gastheer vol tact zei: Zeg, neef Pietersen, mis je je vrouw en je kind niet? Ja, zei de gast, daarover heb ik ook gedacht. En.... om je de waarheid te zeggen, ik heb vanmorgen geschreven, of ze ook naar hier wilden komen! Ongelukkig. Ik geloof beslist, dat ik voor 't ongeluk geboren ben. Hoe kom je daartoe ? Dat zal ik je zeggen. Vorige week ging ik naar een voetbalmatch. D'r waren twee elftallen, een scheidsrechter en een aantal fotografen op het veld, 1500 menschen zaten op de banken, bijkans 2000 stonden en ik zat alleen boven op een schutting en kreeg den bal tegen m'n kop! Z'n uitspraak. Zij was héél muzikaal en ze hadden maar een gewone piano. Daarom deed ze alles om van hem een nieuwen vleugel te krijgen. Hij had alle excuses al geprobeerd, doch op alles wist ze een antwoord. Eindelijk zei hij teneinde raad: Maar lieve schat, vind je het nou niet onhannonieus, om alle oude muziek, waarvan je zoo houdt, op een nieuwen vleugel te spelen ? Onbillijk toch. Ik wou maar, dat de groote menschen niet zoo raar deden, zei kleine Tom. 't Is zoo niet udt te houden. Wanneer ik op wil blijven, zegt moeder, dat ik nog te jong ben om zoo laat naar bed te gaan en wanneer ik 's morgens nog slaap heb, dan ben ik te oud om lang in bed te blijven. Goed is 't nooit. Raad had hij niet noodig. Jesse L. Lasky, de bekende cinemakoning, vertelde onlangs in gezelschap over wat hem in Spanje gebeurd is. De Spanjaarden zijn hoffelijke menschen, zelfs de bedelaar is gewend om in bloemrijke taal te spreken. Terwijl Lasky op weg was en in gedachten verdiept, werd hij aangesproken door een jongen kerel, die hem begroette met: moge de hemel u zegenen, mijnheer, zoo gij mij een aalmoes geeft.... Schaam je je niet, zei de amerikaan, zoo'n jonge man, en dan bedelen, ga naar de stad en zoek werk. Ik vetzoek om vergeving, mijnheer, maar ik vroeg om een aalmoes en niet om raad.
DE WEQ TOT HET PUBLIEK Alweer begin ik met er aan te herinneren, dat door allerlei middelen, de meest uiteenloopende, de aandacht van het publiek te trekken is. De beroemde Alcibiades uit de oudheid, die met een hondje, waarvan hij den staart had afgesneden, de straten van Athene doorwandelde, kende zijn pappenheimers en wisl hoe het singuliere de aandacht trekt. Dat verhaaltje van den „nobelen" griek, heb ik nooit met buitengewoon veel appreciatie voor „Mr. A." kunnen lezen. Van uit een reklame standpunt bekeken, leek mij zijn annonce een mislukt iets. Wanneer zijn tijdgenooten niet veel van de mijnen verschillen (en waarom zouden ze dat ?) dan was het oordeel over den hondenstaartsnijder zeker niet gunstig en op zijn vriendelijkst: „Wat denkt die kwast wel van ons, gelooft hij heusch nou, dat we zooveel verstand niet hebben, dat wij den kwibus wel doorzien, den akeligen dierenmartelaar. Ook al kan men door een zekere actie de aandacht trekken, daarmee is volstrekt niet gezegd, dat men er het gewenschte resultaat meê bereikt. Het verdient altijd aanbeveling, om den vorm waarin men zijn reklame wil vatten, niet in strijd te doen zijn met waardigheid, schoonheid en menschelijkheid. Sierlijkheid, bevalligheid, een beeld dat het oog aangenaam treft, dat zijn de middelen, waarmee men tot den weg naar het publiek lichtelijk toegang krijgt. Heel mooi gezegd, hoor ik mij al tegenwerpen, doch maak jij hu maar eens voor geldersche worst een sierlijke, bevallige
reklame, die het oog aangenaam aandoet! Afgescheiden nog van het feit, dat een uitzondering volstrekt nog niet de juistheid van het voorbeeld weerspreekt, kan men gemakkelijk ook hiervoor een oplossing vinden. Een keurig geteekend interieur, waarin aan tafel een allerbevalligst jong vrouwtje druk bezig is het middagmaal gereed te zetten, waartoe ook de worst behoort, kan die combinatie het oog niet aangenaam aandoen ? Het eene vraagstuk is moeilijker op te lossen dan het andere. Wat nog niet zeggen wil, dat de oplossing niet bestaat. Het is te begrijpen dat voor het hier be-' sproken genre van reklame veelal kinderof vrouwenfiguren worden gebruikt. Men hoede zich nu voor overdrijving, gebruike geen al te mooie, al te banale „schoonheden." Sinds geruime« tijd maakte ik elk jaar' voor een firma, wier artikelen vooral onder de aandacht van de moeders moeten worden gebracht, een kalender. Jaren achtereen was het mij gelukt om aardige kinder-motieven ervoor te vinden. Foto's en teekeningen, die bevallig en sierlijk waren, doch niet al te mooi. Toen kwam de inflatie-tijd. In Duitschiarad was het drukwerk bar goedkoop, eigenlijk te geefs. Mijn cliënt bestelde er ook zijn kalender. Hij kreeg kinderkopjes, zeker, maar van die dingen, die je op de cents-prentbriefkaarten ziet: Zoet tot 't akelig-worden toe. iNa die eene maal is de opdracht weer in Nederland gebleven.
Waarmee ik alleen maar bewijzen wilde, dat een reklame, met een sierlijk, bevallig, aantrekkelijk motief, niet banaal mag worden, niet mag gevuld worden met zouteloozc „mooie" snuitjes. Er is eens een tijd geweest, dat dergelijke prentjes opgang maakten. Doch (gelukkig) het publiek is wat veeleischcnder geworden, het wil geen Schablonen van mooiigheid meer. Dat dwingt hen, die goede reklame maken, tot meerdere inspanning. Wat heelemaal niet erg is. Want ook hier geldt de spreuk: „voor wat, hoort wat." In ons land veel minder dan b.v. in de groote naburige rijken hebben de kunstenaars zich aangepast aan de eischen van de reklame. Er zijn maar weinig schilders en teekenaars, die goede figuur-vormen voor de reklame kunnen schilderen of teekenen. Vergelijk b.v. eens de engelsche en amerikaansche maandbladen en de daarin voorkomende allersieilijkste figuurteekeningen met datgene wat men hier ziet. Wanneer men van dat laatste nog aftrekt, datgene wat van vreemden bodem komt, dan zult ge met mij moeten erkennen, dat we op dit punt nog achter zijn. Ik betreur dit. Over het algemeen hebben wij humor en schoonheid in de vaderlandsche reklame nog heel erg noodig. Dat er gunstige uitzonderingen op dit gebied zijn, bewijst het model, dat bij dit artikel is afgedrukt. M. E.R. CURIUS. Habt ge raada aan nieuwen Abonne aangebracht T
-:■- -.-,-^-:-.-:~:--,-:~-:,:-■ -■ -- .;^:.:.^-.^---.^.w^^g™
ONS SPORTHOEKJE
DAGEN VAN IJS VERMAAK
De huidige positie der eerste klassers.
•
0
o
•0 •
0
a
•
a
o
.Jr^,
o
o
wolkten hemel kan zien. Het apparaat bestaak uit acht stralen werpers, ieder met een. lamp van 120 ampère. Bij helder weer moet het licht van Avignon in het zuiden van Frankrijk tot Brussel in België kunnen worden gezien. In Parijs is een moskee geopend, welke een oppervlakte van 7600 vierkanten meter beslaat, waarvan 3600 vierkanten meter tuin.
Adelijke dames in Londen besturen allerlei zaken meestal onder een aangenomen naam. De omstandigheden dwingen er haar toe om haar „kost" te verdienen. Viscountess Falkland heeft een dames-costumesatelier geopend, dat zij onder haar eigen naam voert. Reizigers, welke Venetië bezochten, hebben zich geamuseerd met het aardige gezicht, dat de duiven van 't St. Marcus-plein, bieden. Verschillende van hen zullen ook voedsel voor die vogels gekocht hebben van den „mijnheer" die voor de kerk zijn standplaats heeft. Doch weinigen zullen weten, dat deze man met dit baantje een inkomen van f 12.000 per jaar heeft. En toch is het zoo. Na den strijd tegen den alcohol begint er in Amerika een beweging tegen het rooken te komen. Z.g. stop-smoking societies trachten hun aanhang in verschi^Jende kringen te krijgen en het is merkbaar, dat het gebruik aan tabak afneemt. De nieuwe Lord-mayor van Londen, is z'n loopbaan als boodschappenjongen begonnieji. Hij is nu het hoofd van een der grootste firma's in bouwmaterialen.
Gloria Swanson is in New-York gearresteerd, omdat zij een boete van £ 50~ •niet had betaald.
«Q o
«Q «
In Dyon is een vuurtoren opgericht, welke bestemd is om den aviateurs den weg te wijzen. Het licht is zoo geweldig sterk, dat men het 400 kilometers ver bij helder weer en 200 kilometers ver bij meer be-
De weduwe van wijlen Caruso, die indertijd met een engelschman, kap. Ingram, hertrouwde, is thans van dezen gescheiden. Tijdens het diner ter gelegenheid van het congres van het „Permanent Way Institution", onlangs te Sheffield gehouden, kregen de gasten het eenigszins romantisch verhaal te hooren van het leggen van de eerste stalen rail in Engeland. De held van de geschiedenis is wijlen Sir John Brown, de stichter van de firma John Brown & Co. en een pionier op het gebied van de commercieele toepassing van het Bessemerproces. Brown had al verscheidene pogingen gedaan om de conservatieve spoorwegautoriteiten uit dien tijd van meening te doen veranderen ten opzichte van het gebruik van stalen rails, doch had het zelfs nog niet zoover weten te brengen, dat men met dit nieuwe materiaal een proef wilde nemen. Den strijd moede nam hij eindelijk zijn toevlucht tot een list. Het traject van de „Midland Railway" liep n.1. over het grondgebied van zijn onderneming en op een donkeren nacht liet hij een ploeg van zijn werklui één der ijzeren rails uit de baan lichten en vervangen door een stalen rail. Deze „onwettige daad" werd met succes volbracht, zonder dat de spoorwegautoriteiten er iets van gewaar werden. Dientengevolge viel het hun na verloop van eenigen tijd bijzonder op, dat één rail van dit gedeelte van het traject zijn oorspronkelijken vorm bleef behouden, terwijl de andere onmiskenbare teekenen van slijtage vertoonden . Nasporingen omtrent • dit vreemde verschijnsel brachten de waarheid aan het licht. Hoewel de autoriteiten deze met gemengde gevoelens zullen hebben ontvangen, was nu de superioriteit van de stalen rails boven de ijzeren zóó duidelijk gebleken, dat men den tegenstand opgaf en de spoorwegmaatschappijen dus spoedig tot toepassing van het nieuwe materiaal overgingen. Op de blaarttde van „Voor onze vxlen4)e* en vriendinnetje«" vindt tfe den nltslatf van den nedstzijd „DE WITTE POES"
Bij den aanvang van het seizoen hebben we van elke afdeeling de kansen van slagen der voornaamste clubs besproken. Als een tweede Loebé voorspelden we welke clubs kans op een kampioenschap hadden en welke degradatie hadden te vreezen. Nu vele clubs zoo ongeveer de helft van hun programma hebben afgewerkt' lijkt 't ons niet onaardig de standen der 5 afdeelingen eens na te gaan en onze voorspellingen (e toetsen aan de behaalde resultaten. — In de eerste plaats valt ons direct op, dat van de vijf kampioenen van het vorige seizoen er slechts één in de nieuwe competitie op dit oogenblik aan het hoofd gaat. Noch H.B.S., noch Go Ahead of N.AC- en Frisia hebben kans gezien zich te handhaven en al behooren ze alle vier nog wel tol de leidende clubs in hun afdeeling, toch gelooven we, dat misschien met uitzondering van H.B.5., geen van alle aan de a-s- kampioens-competilie zullen deelnemen. H.B.5., dat in 51 wedstrijden in successie ongeslagen bleef, maakte tegen de nieuwe Amsterdamsche eerste klasser, de Spartaan, al een heel droef figuur door met niet minder dan 4 — 1 te verliezen. In dezen wedstrijd faalde de achterhoede van H.B.S-, zooals de 4 doelpunten duidelijk aangeven. Waar in deze achterhoede twee internationaals spelen en zelfs Hollands beste back, Denis, er deel van uitmaakt, vielen deze 4 doelpunten in 1 wedstrijd des te meer op. Achteraf bleek, dat deze eclatante overwinning der Spartaners moet geweien worden aan de eigenaardige speel wijze.dit hoofdstedelijke polderbewoners er op na houden- Het is den leiders van de Sp'artaan blijkbaar duidelijk geworden, dat de veranderde buitenspelregel een verandering in speelwijze noodzakelijk maakte. Fungeerden de 3 halfs vroeger als brug tusschen de backs en de voorhoede, zoodat de hatfback zoowel aanvallend als verdedigend had op Ie treden, bij de Spartaan wordt nu vrijwel met -5 backs gespeeld en de voorhoede opereert los van de achterhoede- De kloof die nu tusschen voor-en achterhoede ontslaat wordt door de backs met verre, forsche frappen overbrugd. Of dit de ecnig juiste methode is om met den nieuwen spelregel succes te hebben is voorshands nog niet uil Ie maken, feil is 't evenwel, dal het physiek van deSparlaanspelers een dergelijke opstelling tolereert. In hel Noorden is Frisia door een nederlaag op eigen terrein nog wel tegen Velocitas bij de leiders achtergeraakt. De Groningsche groenwillen krijgen nu een prachlkans op hel kampioenschap, al gaat Be Quick voorloopig nog door mei regelmatig lederen tegenstander Ie slaan. Be Quick heeft o-i. echter te veel .veteranen" in haar elftal: we hebben hier hel oog op Van Linge, Rodermond, Legger en Mr. E. Bulder, om den strijd op den duur tegen de enthousiast spelende Velocilanen vol Ie houden.
5^*
De kleine „Volendammers"
Wedstrijd te Nijmegen
die noq niet op de schaats kunnen staan, behelpen-zich met de orikslee.
Verschillende bekende rijders op de baan, v.l.n.r.: Lex Haag, L. Wildervank de Bleco'un. J. Roelofsema. Haaq Sr.. Blaiss Sr.. T. Hartman, C. C. J. Koning, C. jongert en Gebr. Bia'rsse.
I*" vT-%, * 1
Last nol least, de andere Westelijke afdeeling. Hier domineert Sparta- In dezeafdeeling had V.O-C,dal verleden jaar ternauwernood aan degradatie ontkwam,aanvankelijk groot succes- De 6-0 nederlaag legen Sparta heeft de roodzwarten echter een geduchte opslopper gegeven. Bij den „Wassenaarschen leeuw" mangelt het aan een spil en een bruikbaren rechtsbuiten. Hadden de. geelzwarlen daarover de beschikking, dan was de kans op een Haagsch kampioenschap zeer groot geweest. Nu is H.V.V. geslagen, als de achterhoede een off-day heeft. Ziedaar de stand der huidige-eersteklassers op Sinterklaas 1925VETERAAN
i
Het van ouds bekende „Koek en zoopje'
i
Overzicht van de A.3.C te Amsterdam
een graag gezochte aanlegplaats.
Een aardig sneeuwlandschap uit Delft Arresieden In de buurt van Amstelveen
in hel Zuiden hokt 'l bij N.A.C- al heel erg en zal 't ten slotte tusschen Wilhelmina en M.V.V. gaan. Het succes van Wilhelmina verheugt ons bovenmate.,Uil onze scheidsrechtersloopbaan hebben we zeer sympathieke herinneringen aan de ,,Kanaries''. Tóen indertijd de oude Bossche club uil het Oosten bij het Zuiden werd ingedeeld, was het Wilhelmina's woordvoerder, de heer Lobach, die pessimistisch aankondigde,dat dit de ondergang der club beleekende- Aanvankelijk leek hel dan ook of de club van van den Meerendonk, eens kampioen van hel Oosten, hef werkelijk bij de Zuidelijke broeders niet zou bolwerken. 'I Zou al heel raar moeten loopen als hel Oostelijk kampioenschap ditmaal niet in Enschedé terecht kwamDe nieuwe Devenlersche eerste klasser, DOT-O-, de geheel onthoudersclub, blijkt haaropname in deeerste klasse wel waard. Vooral haar voorhoede schijnt den weg naar hel doel best Ie kunnen vinden. Op het moment heeft Wageningen de meeste kans om te degradeeren. De „landbouwers'' krijgen echter ijog heel wat thuiswedstrijden en wal een wedstrijd op de Wageningsche klei beteekent weten we van ouds. Hel Nijmeegsche Quick speelt al heel wisselvallig. Thuis zijn de beeren voor geen kleintje vervaard uit een gemakkelijke prooi. Onvolledigheid ?
Een vlieger of zellrljder op de poel bij Amstelveen.
TOONEELNIEUWS
Kleine kleuters laten de schaatsen onderbinden
„Blik en geen geld" opgevoerd door het Schouwtooneel
Links: Ezerman, Mevr. Rijken en Jac de Haas. Midden; Enny de Leeuwe en Jac. de Haas, Rechts: een aardige scène.
„De vrouwe van Belmonte
werd te Amsterdam door Me Amsterdamsche studenten tooneel vereeniging opgevoerd
De 50ste voorstelling van „Blanke ballast"
in de Hollandsche schouwburg te Amsterdam. De spelers in de feestbloemen.
I ■■Il™1
MICHE
i—ii—i
Graaf d'Erdéval, een zeer trotsch edelman, bewoont met zijn familie bet familiekasteel. In het dorp leefde een vrouw, die een kindje had, deze vrouw stierf en het kindje wordt in het huis van Graaf d'Ërdival's zoon opgenomen. Het kind is zeer gehecht aan den oudsten klemzoon van den graaf Jean. Zij is een mooi kind. De oude markies neemt een nieuwen rijknecht in dienst. Ben brutaal heerschap, zekere Aoatole. Kennissen van den Ma ies die bil hem logeeren kunnen er niet over uit, dat deze man zoo'n rol speelt. Miche groeit op als een bijzonder mooi kind. Zij heeft op zich genomen, de boekenverzameling te sorteeren en zij doet dit prachtig, tot verbazing van den ouden Markies. Doch zij moet ook dit tersluiks. doen uit vrees voor Anatole, die ledereen bedreigt, zelfs den ouden Markies ook, Wien hij geld afzet. Mevr. d'Erdéval raadt haar man iemand aan te stellen die toezicht houdt. Miche biedt zich aan de familie op de hoogte te houden. Zij spreekt er met Jean .over, die haar nog altijd als een kind beschouwt. Steeds meer blijkt hoe de oude markies veranderd Is en alles in zijn omgeving ook. De dieren zijn doodsbang voor Anatole en als Miche een hond wil beschermen dreigt Anatole haar met een stok. Tegelijkertijd klinkt een heftige , donderslag. Door beide doodelijk verschrikt, verliest Miche haar spraak, Jean is wanhopig. Gelukkig ontmoet hij op weg om zijn vriend te halen Dr. Bouvier wien bij naar Miche vraagt. De dokter stort zijn hart eens uit en waarschuwt Jean voor wat er op het kasteel gebeurt. De familie gaat weer weg. Miche thans doofstom, gaat naar het vertrek boven in de bibliotheek. De familie van rminheer d'Erdéval kwam het volgend jaar niet terug» alleen de jonge Markies, die zijn vader wilde bezoeken. Anatole Is nog meer meester van het huis dan vroeger, hij eet aan tafel en scheldt op de bretonsche vrouw, de eenige bediende. Mijnheer d'Erdéval ontmoet in het park Miche, die hem een teeken geeft haar te volgen. Zij brengt hem bij dokter Bouvier, met wien hij een onderhoud heeft. De zoon eet daarna bij zijn vader en ergert zich weer over de onbeschaamde houding van den palfrenier, die alle bedlenden tegenwerkt, behalve Miche. daar deze doofstom is en dus volgens zijn opvatting ongevaarlijk. Eenige jaren later bezoekt Jean zijn grootouders. Hij ontmoet met zijn vriend Yves de Bray Miche weder. Beftle jongelui verbazen zich over de schoonheid van het meisje. De Bray merkt hoe Miche Jean nog bemint eo waarschuwt zijn vriend. Deze ontkent bet. Eenigen tijd daarna komt de oude Markies onverwachts naar Parijs, blijkbaar heeft zijn knecht hem gedwongen erheen te gaan. Zij vertrekken weer spoedig. Miche ontdekt dat Anatole den Markies bedreigt.
„Ja," huilde de dronken palfrenier, „ik ga heen; ik heb genoeg van dat leven hier en als ik er niet meer ben, om je te beschermen, zullen ze je vermoorden, ze zullen je letterlijk in stukken snijden." Mijnheer Anatole zag wel, dat hij zijn doel bereikt had. Bleek en verschrikt, bevend en klappertandend, strekte de markies smeekend de handen uit: „Neen, blijf, ik bid je, Anatole, verlaat me niet." „Neen, het is uit. Nu kan ik je naloopen en bedienen en als je gestorven zult zijn, zet je familie te Auteuil mij zonder een cent op straat." „Ik zal je een legaat schenken 1" „Dat heb je al zoo vaak beloofdl" „Ik zal het nu dadelijk beschrijvenI" „Er is papier op zegel voor noodig." „Dat heb ik hier niet; maar je kunt het morgenochtend halen en tijdens het ontbijt van de bedienden kunnen wij alles in ordo maken." „Ik zal er over nadenken; morgen om dezen tijd is het vroeg genoeg; ik kan dan 's middags het papier halen, als ik er tenminste toe besluit," zei de man heengaande. Zoodra Miche hem zag vertrekken, stond zij op, kleedde zich in haar Zondagsche spullen en liep vlug de trap af. Voorzichtig schoof zij den ijzeren grendel van de deur en verliet het kasteel. Een kwartier later liep Miche in den donkeren nacht op den weg naar Saint-Ló. XVI. 's Nachts om een uur werd een dringend telegram in het buitenhuisje te Auteuil gebracht. Van het parket te St. Ló. „Van het parket te St. Ló," herhaalde de graaf, bevreesd te vernemen, dat zijn vader een ongeluk was overkomen. Het telegram stelde hem gerust. Het vermeldde in de eerste plaats, dat de oude markies zich in den besten welstand bevond en dat het alleen hoog noodig was, hem een belangrijken dienst te bewijzen. Men verzocht mijnheer d'Erdéval te St. Ló te komen en wel zoo spoedig mogelijk, opdat hij den volgenden dag om vier uur in het kabinet van den Procureur der Republiek zou wezen.
ONZE NIEUWE PRIJSVRAAG
Zend ons voor 18 Dec. een onderschrift bij dit plaatje. Dit onderschrift moet betrekking hebben op het plaatje en tegelijkertijd in verband staan met de goede werking der Togallabletten mor rheumatiek. verkoudheid, slapeloosheid, injiuenza, ischias, griep, jicht, spit, hoofd- en ienuwpijn. Elke week wordt aan de beste inzending een orijs van f2.50 in contanten uitbetaald. Teneinae echter ook meerderen goeden inzendingen tegemoet te komen stellen wij bovenoien ten hoogste 10 troostprijzen ter beschikking. Zendt uw antwoord voor 18 Dec. aan oe Redactie, Galgewater 22, a(d. Prijsvragen no. X, Leiden
Wij vroegen een onderschrilt voor bijgaand plaatje. De orijs van/7 2.50 werd toegekend aan den neer J. G. M. Hooft te Amsterdam met het navolgende onderschrilt: HIJ WIST HET. Rechter: Ik veroordeel je tot 4 maanden. Nog iets te zeggen? Beklaagde : Jawel Edelachtbare. Ik zou graag dat fleschje met Toflal-tabletten, dat ik qestoier. neb, bij me willen houden. Ik ben dan in een wip van die zenuwpijnen in mijn mond af en kan meteen 4 maanden rustig slapen. Rechter: Gaat je gang, ik weel dat het helpt. Troostprijzen aan de beeren H. A. Metselaar, Terwoidc; Th. v.'Rossum, K. Scheliekens, S.J.Fels, Amsterdam: I. Masset. Maastricht en C. V, Kranenburg. Rotterdam.
Men moest dus den eersten trein nemen en Jean en Olivier gingen met hun vader mee. De trein had een belangrijk oponthoud en eerst te half vijf kwamen de Erdévals aan de, afgesproken plaats. De procureur der republiek bleek reeds vertrokken en had een schrijven van den graaf achtergelaten. Deze huurde een rijtuig en gebood den koetsier zoo vlug mogelijk naar St. Blaise te rijden, daar hij toch bevreesd was, dat zijn vader een ongeluk overkomen was. „Wees kalm, papa," troostte Olivier, daar hij de onrust van zijn vader bemerkte, „in het telegram stond toch, dat grootvader het goed maakte en over Anatole behoeft u toch geen zorg te hebben 1" „Dat is waar," antwoordde mijnheer d'Erdéval, door deze woorden eenigszins gekalmeerd, „het zal waarschijnlijk Anatole zijn, dien men eindelijk te pakken gekregen heeft." Dienzelfden dag, om half zeven 's avonds, klom Miche naar haar geheimen schuilhoek. En dadelijk legde zij zkh op den grond neer, haar oog gericht door de spleet van den vloer. Zij zag mijnheer Anatole binnen komen met een groote portefeuille onder den arm. De markies zat aan zijn bureau en las de courant. „Hier is het papier," sprak de man, terwijl hij een dichtgevouwen blad aan den markies overhandigde.
Deze wierp er een blik in en vroeg: „Wat beteekent dat?" „Het beteekent, dat ge teekenen moet." Hij duwde hem den penhouder in de hand, doch de markies aarzelde. „ Ik vind.... er zijn enkele voorwaarden enfin, vóórdat ik teeken, wil ik het eerst mijn notaris laten zien." „Vooruit.... geen onzin .... teeken 1" Maar thans richtte de markies zich op, geheel buiten zich zelve. „Neen," sprak hij onverschillig, „ik teeken niet.... tenminste vandaag niet!" „Ha, oude schelm; je zult " Miche vloog de zoldertrap af, de markies hoorde het. „Daar loopt iemand," zeide hij, deels verheugd, dat er iemand in de nabijheid was; deels onrustig, dat men gehoord had, wat hier was voorgevallen. „Wees stil, Anatole; ik bid je." Maar woedend duwde deze den markies in zijn leunstoel, haalde een revolver uit zijn zak en hield deze voor het gezicht van den ouden man. „Komaan, zul je gehoorzamen ?" Maar plotseling voelde hij zkh bij beide armen gegrepen en werd hem het wapen ontrukt. Dat deed Miche, die ongemerkt de kamer was binnen gekomen en stil nabij geslopen was. Anatole spartelde tegen en trachtte te ontsnappen. Maar het meisje, gewend op het land te werken, was veel sterker dan de aan den drank verslaafden luiaard, dié hevig te keer ging en beestachtige geluiden uitstiet. Er was slechts een zeer korte strijd. De man vluchtte achter het bureau, Miche met zich sleepend en zoo kwam hij bij het venster, waar hij met zijn rug tegenaan leunde. Toen met de behendigheid van een aap, liet Miche zijn armen los, greep hem bij de beenen en gooide hem achterover het raam uit. Beneden hoorde men vloeken. „Wel alle duivels. Bijna had dat zwijn on$ gedood I" Terwijl in de kamer van den ouden markies Jean opgewonden uitriep: „Bravo, Michel" Plotseling keerde het jonge meisje zich wild om en bemerkte Jean. En zij, die geen oogenblik tijdens de worsteling met den palfrenier bevreesd geweest was, die moedig gebleven was, terwijl haar leven op het spel stond, begon nu te beven en keek rnet een bleek gezichtje verschrikt naar Jean, die stralend van geluk naar haar toe kwam loopen. „Miche, kleintje I Wat zijn wij allen je veel verschuldigd. De oude markies had zich langzaam hersteld en zag nu ook zijn zoon en beide kleinzoons. Hij begreep niets van dit alles 1 Er was nog een vreemde heer meegekomen, die hem als de Procureur der Republiek werd voorgesteld. „Waar is Miche toch gebleven?" vroeg Jean, die het jonge meisje miste. De procureur der Republiek vroeg: „Miche ? Is dat juffrouw Fanel ?" „Juffrouw Fanel ?" „Ja; dat is waar; u weet nog niets. Ik zal u eerst alles moeten uitleggen". „Kom, laten wij eerst gaan dineeren," sprak de markies; „en dan zult gij ook mij alles moeten verklaren; want ik ben bang, gek te worden ...." XVII. Toen de knecht het blad met de koffie in het 'salon gebracht had, vroeg mijnheer d'Erdéval aan den Procureur der Republiek: „U hebt ons beloofd, te zullen vertellen." r (Wordt vervolgd.)
t^l^l^J^UU WM^i
■ 4
EEN ROMAN VAN DEN % EEBSTEN CONSUL S DOOR
fijj
MATHILDA MALLINQ
f
Het was een gure, stormachtige dag in den laten herfst van het jaar 1800 dat Edméc de la t-euillade een dochter uit een adelljk geslacht in de Vend£e. van den Abbé bernler verneemt, dat zij den volgenden dag naar Parijs zou gaan vergezeld door Monsieur de Chantlllon. De konlngsgezinde partijen hebben vrede met de republikeinen gesloten en daardoor is deze reis mogelijk. Het joage meisje is geschrokken met het bericht. Doch staat haar tegen, dat men, blijkbaar zonder haar voorkennis terug wil komen op de mogelijkheid haar uit te huwelijken aan Louis de Chateauncnf voor wien zij als kind bestemd was. Het was voor haar eene vernederende gedachte, dat hare bloedverwanten haar bij de eerste beste gelegenheid wegzonden en eenen man wilden opdringen, die weliswaar sedert jaren tot haar gemaal was bestemd, maar die haar wellicht vergeten was. Buitendien zou zij tot hem komen, ontbloot van alle middelen, en zonder eenig ander vermogen, dan hare aanspraken op goederen, waarop beslag gelegd was, en die zij waarschijnlijk nooit zou terugkrijgen. Ja. zij bezat zelfs niet eene ordentelijke reisjapon, waarin zij voor hart familieleden zou kunnen verschijnen. Lang ca breed wordt over Parijs gesproken. De reis daarheen duurde 14 dagen. Gedeeltelijk legde men den afstand in de koets af, ook reed Edmée wel achter op het paard van Monsieur de Chantlllon. Zij hoorde voor het eerst met bewondering over Napoleon Bonaparte den eersten Consul, spreken. Ëdmèe moest zich wel wennen aan de veranderingen die het nieuwe regime had veroorzaakt. Vroeg in den morgen vertrok het gezelschap op weg naar Parijs na een hartelijk afscheid van de bloedverwanten. In Panis ziet het meisje niet alleen een nieuw leven maar een nieuwe wereld. De „legitimisten" de aanhangers dus van het koningschap, zien in den Eersten Konsul Napoleon den man, die hun idealen zal helpen herstellen, Edmic woont een parade bij en is zeer getroffen door het optreden van Napoleon, Tegen haar wil juicht zij mee Kort daarop wordt zij door Abbt Beraler aan den eersten Konsul voorgesteld. Deze zegt: „Ik heb u vroeger al eens gezien. Het was bij de voorlaatste parade". Napoleon heeft op buitengewoon welwillende wijze Edmee» belangen behartigd. Zi) maakt kennis met de heerschende kringen en hoort hoe Josephine, Bonaparte's vrouw, haar man bedriegt met een onbeteekenenden (at, zekeren Monsieur Charles. Bonaparte maakt een einde aan de feestelijke samenkomsten, welke zijn vrouw organiseert tijdene zijn afwezigheid. Hij berispt Josephine ernstig en denkt aan echtscheiding. Hij wil baar nog een kans geven en geeft haar daarom een jaar tijd. De toestand is voor Frankrijk zeer ernstig geworden en Bonaparte volgt met spanning de ontwikkeling zijner militaire plannen. Op een zekere dag gaat hij ter ontspanning in de Jardin des Plantes wandelen en ontmoet daar Edmte de la Feuillade met haar tante en neef. Hij spreekt met haar en het meisje uit op naïve wijze haar bewondering voor hem. Napoleon vertrekt daarop aaar lull«. Louis de Cbateauneuf. Edmée's neef, heeft bemerkt hoe het meisje zich voor den Eersten Consul interesseert en hij Is jaloersch. Aan tafel maakt hij hierover een seine, die eindigt met een liefdesverklaring zijnerzijds. Edmte antwoordt hierop niet In toestemmenden geest, doch laat hem heel veel hoop. Zij is In Louis gezelschap en dat van zijn vrienden en amuseert zich. Voor het naar bed gaan staart zij door het venster. Haar kamenier komt met een brief binnen. Deze blijkt afkomstig te zijn van den Eersten Consul, die het meisje in hartstochtelijke woorden zijn liefde verklaart. In Edmee's hart vindt deze liefde weerklank. Geheel Frankrijk volgt den veldtocht in Itali« met spanning. Napoleon heeft tegen aller verwachting de overwinning behaald. Edmte is gelukkig. Zij vindt thuisgekomen een brief van den Eersten Konsul. Zij gaat met hare familie naar het buitengoed Belles Rlves, Napoleon zendt een van zijn bedlenden erheen en komt spoedig zelf. Op zijn eigen onstuimige wijze verklaart hij het meisje zijn liefde. En zij kan zich niet weerhouden om hem haar wederliefde te bekennen. Hij moet het wederzien wel tot haar terugkomst naar Parijs uitstellen. Door een ongeval dat haar tante overkomt it Edmte echter aan Belles Kives gebonden. Zij schrijft Napoleon een brief, doch hoort niets van hem. Terwijl zij op een dag op het terras staat ziet zi) hoe het paard van haar neef Louis nadert. Louis bemerkte hoe Edmte's hart niet meer vrij ia en ook zijn moeder verbaast zich dat de kinderen hun huwelijk zoolang uitstelden. Na eenigen tijd gaat het meisje weer naar Parijs, waar zij op een bal wordt genoodigd, dat ook door den Eersten Konsul wordt bezocht. Zij houdt zich op den achtergrond, doch Napoleon ziet haar en komt dan naar haar toe. Met moeite kan hij zijn liefde verbergen, doch zij weet hem te bedwingen, daar Louis naar hen kijkt. Napoleon dwingt haar de toezegging af dat zij hem zal ontmoeten. Dienzelfden avond zegt Louis de Chateauneuf aan zijn nicht, dat hij haar moet spreken. Hij vertelde haar, dat hi) door het Ministerie van Bultenlandsche Zaken naar Londen gezonden wordt en neemt nu afscheid van zijn moeder. Op het laatste oogenblik, voordat hij het huls verlaat, spreekt hij nog met Edmte Op zijn vraag of er nog eenige hoop voor hem bestaat, antwoordt zij vol smart „neen". Edmte gaat daarna bij Mad, Junot logeeren. Denzelfden dag brengt Bonaparte zijn ouden kameraad een bezoek. Mad. Junot is erg geagiteerd door dit eerste bezoek van den groeten man, Edmte wil liefst 'n ontmoeting methem vermijden en verlaat't vertrek. Doch Bonaparte volgthaar en op hartstochtelijke wijze spreekt hij van zijn liefde .Edmte toont hem hoe ook hij alles voor haar is. Spoedig daarop ontmoet zij Bonaparte weer bij Mad. Bonaparte en ook daar toont zij hem hoe gelukkig zij met zijn liefde is.
De Eerste Konsul zat tusschen twee jonge, pas gehuwde generaalsvrouwen: Madame Junot en Madame Lannes. Hij schertste vroolijk, wel wat ondeugend met haar en liet haar menig^naal blozen. Hij was in eene~ hoogst opgewekte stemming, en zij, wie zijn vaste, tintelende blik en zijn vroolijke, stralende glimlach gold, voelde zich als door eene tooverkracht eveneens in dezelfde gelukkige, overmoedige stemming gebracht. Na het déjeuner had Madame Bonaparte „mystificaties" gearrangeerd, en hoewel de Eerste Konsul, zooals allen wisten, dit moderne vermaak verafschuwde, bleef hijtoch zitten. Eene bekende waarzegster
^# '"ff^'"
Napoleon en Keizer Frans I trad binnen, die ter wille van het effect als Zigeuner vrouw gekleed was. Zij voorspelde verscheiden dames de toekomst, en verzocht daarop eerbiedig de hand van den Eersten Konsul te mogen zien. Nadat hij eerst geweigerd had, gaf hij eindelijk toe, toen men niet ophield, er bij hem op aan te dringen. „Maar ik heb in het oosten gehoord, dat men, als men zich het waarzeggen, de hand op het hart eener vrouw moest leggen; dan keert zich het lot ten goede." „Dat heb ik ook gehoord," Voegde Eugene de Beauharnais hier bij. „Dit moet waarschijnlijk symbolisch uitdrukken, dat de liefde van eene vrouw den man zoo sterk maakt, dat hij, wanneer hij deze als steun heeft, over zijn lot kan heerschenl" Terwijl Eugene sprak, had de Eerste Konsul zich omgewend, zijn blik gleed zoekend over de dames, die in groepen verspreid stonden. „Mademoiselle de la Feuillade," zeide hij plotseling op een toon, die schertsend moest zijn, „wil u, die nog vrij is en geen jaloerschen man heeft, mij uiw klein hart leenen ?" Edmée kleurde sterk, zij durfde de oogen niet opslaan. Maar kalm, bevallig, met opgeheven hoofd trad zij uit de rij der dames, en plaatste zich naast den Eersten Konsul, Met beide handen nam zij zijne hand, die hij haar reikte, en legde deze op haar hart. Het bonsde hevig. Bonaparte glimlachte terwijl hij de oogen hield neergeslagen en stak der Zigeunerin zijne rechterhand toe. „Nu, Madame, probeer, of u mijn lot kan ontcijferen. Het is evenwel nog nooit sterker geweest dan mijn wil," voegde hij er overmoedig met een blik op Edmée bij. Josephine v^cas zeer bleek geworden. Zij glimlachte gedwongen met vast samengeperste lippen en gebruikte zenuwachtig haar waaier. Hortense leunde op den stoel harer moeder, wier hals zij met een aim omstrengeld hield. Eugène echter stond aan de andere zijde van den Eersten Konsul en volgde met belangstelling het waarzeggen. „Van politieke voorspellingen verzoek ik verschoond te blijven," zeide Bonaparte tot de sybille, die juist wilde beginnen te spreken. Zij boog zich weder over zijne hand:
t
„Ik zie eene lange levenslijn, geluk, eer en liefde ..." Hij trok snel de hand terug. „Dank ui nu weet ik alles, wat ik weten wilde. Het is goed, en het is genoeg." Hij 'keerde zich tol Mademoiselle de la Feuillade, die zijne hand had losgelaten. „Sta mij toe, u te danken. Mademoiselle 1 De slag van uw jong, onschuldig hart heeft zonder twijfel het kwaad ontwapend. Thans mag ik dus eene gelukkige toekomst tegemoet zien, nietwaar ?" Edmée glimlachte onder zijn veelbeteekenenden blik, en trok zich met eene lichte buiging terug. „Ik vermoed, generaal!'' gaf zij gevat ten -antwoord, „dat u reeds voor een jaar, op den i8den Brumaiie, aan uw lot de richting gewezen heeft, die gij wilt dat het nemen zal." „Bravo, Mademoiselle de la Feuillade!" riep Eugène de Beauharnais en klapte lachend in de handen. „De energie van den man bepaalt zijn lot." De Eerste Konsul wendde zich om, en keek zijn stiefzoon scherp aan. „Ik heb nog nooit zulk een geestige opmerking van je gehoord, Eugène! Het schijnt wel alsof je door Mademoiselle de la Feuillade wordt geïnspireerd." Daarop keerde hij zich om, en verliet de kamer. Kort daarop, toen de dames begonnen afscheid te nemen, en op het punt waren heen te gaan, kwam Bonaparte nog eens voor een oogenblik binnen. Hij schertste vroolijk, en drukte elk ten afscheid de hand. Toen Mademoiselle de la Feuillade in haar rijtuig steeg, merkte Madame Junot op, dat zij er zeer bleek en moe uitzag. Zij lachte: „Je bent. nog niet aan ons Parijsch leven gewoon, lieve Edmée I" Zij richtte zich met al de waardigheid eener zeventienjarige dame uit de groote wereld op. „Van een déjeuner zoo afgemat te zijn!" Edmée antwoordde niet. Zij hield krampachtig de smalle strook "papier omklemd, die zij in haar handschoen verborgen had. In het haastige, bijna onleesbare schrift van den Eersten Konsul bevatte deze de volgende woorden: „Ik kom heden avond om elf uur. Wees gereed. Niets kan mij weerhouden." In hare slaapkamer in een afgelegen gedeelte van het oude huis in de Rue du Bac zat Edmée de la Feuillade. Het was een groot ouderwctsch vertrek met eene prachtige plafondschildering van Boucher, waarop Aurora in haar gouden wagen, omfladderd door kleine amors, afgebeeld was. Aurora had eene opvallende gelijkenis met de hertogin van Chäteauroux. De meubels — waarmede de kamer, dank zij de plundering en de „agiotage" der Revolutie niet overladen was — waren in den stijl van Lodewijk XV, rijk verguld en met glanzende, paarlgrijze zijde overtrokken. De in velden verdeelde wanden waren eveneens paarlgrijs en met kleine schilderingen, hoofdzakelijk herderstooneelen, versierd. Tusschen de vensters hing een groote, ovale spiegel met breede, vergulde, lijst. Het bovenste gedeelte van het glas ging verborgen achter amors, die eene groote kroon met vijf punten droegen. Aan den muur tegenover de vensters stondeen breed ledekant met hemel, dat eveneens rijk verguld en met licht blauwe brokaat gedrapeerd was. Edmée droeg eene' soort van huisgewaad van gele, zachte zijde, dat als eene tunica los over de borst viel en alleen opi de schouders door groote camées vastgehouc' n werd. Aan de voeten had zij een paar schoenen, die veel van sandalen hadden, en over het achteloos opgestoken haar
'.
■
-
■
lag een prachtige sluier van oude points d'Angleterre, daen zij ä la Pompadour onder de kin had vastgemaakt, zoodat hij haar gedecolleteerden hals geheel bedekte. Zij zat aan de groote ronde tafel midden in de kamer en leunde met de armen op het donkere blad van Florentijnsch mozaïkwerk, terwijl zij het gelaat in de handen verborgen hield. Het was eenige minuten vóór elf uur. Zij had een gevoel als de misdadigers in de middeleeuwen, die de mannen van het geheime gerecht verwachten. Zij wist, dat hij komen zou, zij wist, dat slot noch grendel een beletsel voor hem zouden zijn. Zij verwachtte hem, evenals Semele Zeus verwachtte — met gesloten oogen, om niet door den doodenden aanblik der godheid verblind te woraen
-
;
,
o-
■".^•' ** J ♦
DE „NEW EDISON" =
NEWWlSON . COMPARISON W1IH| ihr LIVING AUFIST ^ REVtALS NO DIFf.ERKNCE ^^
Wij noodigen U uit tot een bezoek
KUNSTZAAL EDISON
| MUZIKALE KRONIEK] I DOOR RICHARD HEUCKEROTHf I DIRIGENT REMBRANDT-ORKEST I
Over de Italiaansche Opera en hare voornaamste componisten. De Opera Italiana is er weer I Verblijdend verschijnsel — even zcnnig als de enthousiaste belangstelling, uitstralend naar haar, van de zijde van 't publiek. 'k Wil mij nu niet wagen aan den normalen vorm van 'n verslag, waarbij 't zij in stijgende of dalende richting zangeressenen zangers met hunne dirigenten „onder handen" genomen worden, maar het instituut „betasten" in de grondvesten zan zijn oorsprong. Want dät is 'n feit, en er wordt te weinig aan gedacht: Zonder componist geen Opera. En vooral wat dicht bij ons staat, wordt 't allerminst gewaardeerd. Ter verontschuldiging allicht wordt daarom bijziendheid als 'n gebrek aangemerkt en 't woord „perspectief" klinkt zoo fraai. Daarom is 't te snappen, dat onze tijdgenoot Catalani zoo weinig aandacht geniet. Slechts als componist van „La Wally" werd hij hier te lande eenmaal bekend. Toch weten wij, dat er een Italiaansche zangeres van dien naam, geb. i 77916 Sinagaglhia, overl. te Parijs in 1849, aan de cholera, reeds op ló-jarigen leeftijd als zangeres gevierd
..,,,.
i.
Een echt frlesch landschap. Gezicht op de onlangs geheel gerestaureerde kerk van Goulum, een doro in de nabijheid van Leeuwarden. Foto Rolkma, Ueuwardtn
was in Italië en zelfs in Frankrijks hoofdstad directrice was van het Theatre Italien. Zulk bloed stroomt onzen hierbovengenoemden componiM in de aderen. Hij is te beschouwen als de meest raszuivere navolger van Qiacomo Puccini, geb. te Lucqnes in 1858; en ofschoon eerst kortelings, 29 Nov. 1924 te Brussel overleden, mag hij zich nu in onze perspectieven verheugen. Wij zien hem nu als eerf „groot man", die zijn moeilijkheden moest doorworstelen. Wiens Tosca eersit min of meer uitgefloten in de Opera Comique te Parijs, bij later opvoeren in Italië succes verwierf. Zooals meer gebeurt, 'n ongeluk komt zelden alleen, Puccini brak in dien tijd v^n pech een been en moest bedlegerig nu zijn bezigheid vinden met 't schrijven van memoires in den vorm van feuilletonnetjes. Dit en zoo meer maakt hem aantrekkelijk; wat echter niet bedacht wordt is, dat Puccini juist toen de opera Italiana in 'n nieuweren vorm gebracht had. Het „Drama Lyrica", ontstaan uit Verdi's twee vormen van compositie, welke zoo duidelijk eenerzijds Aïda, Othello en Falstaff, anderzijds Troubadour, Traviata, Rigoletto karakteriseeren. De twee vormen welke in het fransche theater zich afspiegelden als „drama musical" en „opera comique" welke laatste niets komisch evenwel meer beteekende, maar alleen den „vorm" der compositie beduidde
in navolging van een inmiddels geijkt genre uit Italië, stammend de „Opera Bouffe". Guisseppe Verdi, geboren te Roncole in 1813, overl. te Milaan 1901, spiegelde zich geheel af in beginsel in Goetano Donizetti, geboren te Bergamo in 1797 en overleden in diezelfde stad . in 1848. Bij hem herkent ge duidelijk de twee bovenbedoelde vormen in „Lucia di Lammermoor" en „Don Pasquale". Bij deze laatste is inderdaad de „opera bouffe", het zuiver komische element als compositievorm bedoeld naast de „opera seria". Die twee operaeenheden vinden wij 't eerst in meest oorspronkelijken vorm * bij Qioaechino Rossini, geboren te Pesaro als zoon van 'n onbeduidend trompetblazer, uit wiens echt echtelijk samenzijn met eene zangeres van „twijfelachtige herkomst" ('t woord is van den chroniquer) het talent gesproten is aan wiens aardsch bestaan te Parijs in 1868 een einde kwam. Deze zeldzame figuur, welke zoo krachtig in „Willem Teil" (1829) de ,,opera seria" met haren recitatieven spreekzang naast de zuiver lyri-sehe aria-duetten en ensemblevorm schiep, stelde naast dit werk van grootschen stijl, de opera Bouffe, van welke genre hier wel 't meest bekend „De Barbier vaïi Sevilla" li 816). Dleri oorsprong der opera vóór Rossini na te gaan zou beteekenen de geschiedenis van het ontstaan der opera te publiceeren. Hierover een volgend maal.
—————
i ,
door F. MONTGOMERY Verteld voor de jonge lezeressen en lezers van ons blad
(Wordt vervolgd.)
..... LEIDSCHESTRAAT 84 LANGE POTEN 15 . . WITTE DE W1THSTRAAT 88
A
Verkeerd begrepen
WIE ZINGT DAAR?
AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM
•
Wäär Rossini, nadat hij als leerling van Mattei het muzieklyceum te Bologna verliet, zijn ontelbare meesterwerken schreef? en onder welken invloed? Ook hier was de slaapkamer de plaats der incubatie. En lieve lezeressen en waarde lezers, wanneer gij bedenkt hier de „orgias-tische openbaringen van een componist" te zullen lezen, sla 't slot van dit artikel over. Rossini vond alleen in zijn bed met satijnen kussens en zijden gewatteerde dekens ineen kamer, zwaar met gordijnen behangen, die stilte waarin geen geluid van buiten doordringt. Hier schreef deze geniale zonderling zijn latere meesterwerken in 'n ledikant waaruit hij dagen en nachten lang niet kwam, met als eenig ingrediënt een klein tafeltje naast zich waarop muziekpapier, inktpot en ganzeveders. Dit verklaart waarom van zekere matengroep .in de vermaarde Rosine Aria uit de Barbier twee authentieke vormen bestaan: Bij het componeeren gleed een blad muziekpapier, ten deele beschreven, op den grond en Rossini ('t genie is traag) te lui om op te staan, nam een nieuw blad en begon opnieuw rustig" verder te schrijven. Dit blad werd in zijn nalatenschap teruggevonden, toen Rossini na zijn dood woning en bibliotheek aan de stad Parijs vermaakte, om er een thuis voor behoeftige kunstenaars in te vestigen.
Baron Everard verloor Jong il)n vrouw, die hem twee joogeoi naliet, Humphrey, een wildzang, en Alfred, een zwakker ventje. Hun franiche kinderjuffrouw heet Vlrglnie. Oe baron la lid van het Parlement, wanneer hl) thuli komt zijn de Jongen» erg blij. Aan tafel vertelt de baron aan zijn zwager, die met hem meegekomen is. dat hij van plan !• de adel uit de buurt op een dlnei te vragen. Wat la dat adel, Informeert Humphrey. Oom Charlie houdt hem voor den mal en zegt dat het halve wilden zijn. Den volgenden dag gaat de baron met zijn zwager en Humphrey naar de kerk. Oom Charlie verbaast zich er over dat Humphrey zoo stil en gehoorzaam la. Hij weet niet hoe het knaapje, gedurende den kersttijd nog altijd vol van de gedachte aan zijn moeder ia. Na de kerk gaan vader en oom met de kinderen wandelen. De kleine Alfred ia vadera lieveling. Oom Charlie vermoedt dat Humphrey een weinig jalociach ia. Na dat oom weg ia. ameedt Humphrey plannen om voor de „wilden" die bij zijn vader zullen komen eten champignon« te verzamelen. Hij weet Alfred te overhalen om hem te volgen. Het lesuurtje van Virginie valt hem w^t zwaar. Zij plukken de paddenatoelen, doch het avontuur ia bif langena niet zoo prettig ala vooral Humphrey zich dat heeft gedacht. Alfred i> voot dien taak niet berekend. Virginie ontdekt lot haar grooten schrik dat de jongena voor dag en dauw weg zijn gegaan. Natuurlijk worden ze ontdekt en Virginie ia doodabang dat de kleine Alfred vergiftige paddestoelen heeft gegeten. De adellijke vrienden van den baron komen op vialte. Humphrey mag bij de ontvangat xijn. doch tegen zijn gewoonten In la hij heelemaal niet wellevend. Hij meent toch dat al die menschen wilden zijn en staart ze aan. Gelukkig weet z'n vader hem die gedachte uit het hoofd te praten. Humphrey neemt afscheid vsn alle beeren. Wat vreeselljk lang duurt. Eindelijk gaat hij naar bed. Als zijn vader 'aavonds naar de kinderen komt kijken ligt Humphrey in zijn bedje te snikken. Hij ia bang dat zijn oom in de hel komt voor zijn liegen. Virginie klaagt over hem en de baron moet Humphrey beknorren, doch al zijn pogingenatulten af op Humphry'santwoorden. De baron gaat met zijn ondate zoon uit rijden. Humphrey krijgt het denkbeeld om deze gelegenheid te gebruiken teneinde voor zijn vader iet« voor dlena verjaardag te koopen. Hij gaat er een klein winkeltje binnen doch zijn bezoek is niet fortuinlijk. Tenslotte vindt hij eenalgarenkoker dien hij koopt al rookt zijn vader niet. Hij vindt het vreeselljk om zijn geheim te bewaren. Hij krijgt van zijn vader een stuiver en belooft hem dat geld te bewaren om den dooveo Dyson van het opgespaarde geld een hoorn te koopen, Humphrey i« z66 vol yan het geheim, dat hij zijn vader maar niet mag vertellen, dat hij het met alle geweld aan een dame van de kennissen van zijn vader wil mededeelen, bij welke familie zij een visite maken. Bij het naar huls gaan hoort Humphrey van zijn vader dat er twee beeren op bezoek komen. Deze blijken heel aardig tegen de jongena. Na het ontbijt worden zij echter alleen gelaten tot dat Virginie komt roepen. Daar het weer te slecht la om naar de kerk te gaan. wordt er tfaula een godadlenatoefenlng gehouden, 'a middags wordt het huis bezichtigd en vindt een der gasten op de kinderkamer den sigarenkoker, tot grooten schrik van Humphrey.
De kolonel was nu haast bevreesd nog naar iets anders te zien, toch trok een geldstukje, in een glas verborgen, zijne aandacht. „O dat is mijn geld", zeide Humphrey, „dat bewaar ik om voor den ouden Dyson een horen te koopen. Dit was de eenige veilige plaats, die ik er voor vinden kon." „Hoeveel kost die horen?" vroeg de kolonel. „Zeventien stuivers, geloof ik." „En hoeveel heht gij reeds ?" „Nog maar één", antwoordde de knaap, op het geldstuk wijzende, „maar ik ben ook pas gisteren begonnen." Kolonel Stuart deed eene menigte vragen aangaande den ouden Dyson en nam toen een geldstuk uit zijne beurs endeed het in het glas. „Dat is mijne bijdrage", zeide hij. Humphrey was te opgewonden b-ij deze onverwachte vrijgevigheid, om beleefd zijnen dank te betuigen, maar zijne
Groot was het aantal geteekende poesjes, dat wij voor onze prijsvraag ontvingen. Er waren keurige bij, zelfs teekeningen die een waar portret van een mooie, witte poes geven, maar er waren ook minder goede bij, en ook leelijke, maar zelfs de niet gelukte gaven toch het bewijs aan van moeite gedaan t.e hebben, en ik kan me goed begrijpen, dat niet elk kind al vlot een poes kan
dat is beter dan een verkeerde kleur, maar mooi kan ik de lijnen niet vinden. Comelis Koppen uit Utrecht heeft de poes een dik gezicht gegeven, waardoor het mondje scheef getrokken is. Toos Pinters uit Arnhem keurt haar eigen werk af, ik vind het zoo slecht niet, en het versje is aardig, zoo is het ook met Greta Staal uit Ginneken, het versje beter dan de poes.
teekenen. Bij een volgende prijsvraag dus maar weer met moed aan den gang, eiken keer gaat het wat beter. De beste inzending vond ik van L. Capelje, Rotterdam, dat is een echte mooie poes, en vooral zijn velletje heb je zoo aardig weergegeven, ook Willy Seyller ui/t Amsterdam is uitstekend, haar ooren, oogen, snor rijn bijzonder goed getroffen en aardig getint. Dan ver-
had haar maar niet .zoo- een leelijken baard gegeven en een rechthoekigen kop en Cornelia v. Putten, jij hebt heusch je best gedaan, de opzet en kleuren zijn aardig, maar je poesje niet. Prijeen ontvingen: Willy Seyller, Nieuwendijk 112 I, Amsterdam, L. Capelle, Oostewantatraat 7b (2 X bellen), Rotterdam en G. J. Grooters, Zuiderhagen 72, Enschedé. Troostprijizen ontvingen: Ger-
dienen een extra woordje en lof G. J. Grooitera uit Enschedé, To Boot uit Scheveningen. Daar tusschen vind ik een groote teekening van A. v. d. Laan uit Leiden, maar heb jij ooit een rose-roode poes ontmoet, ik nooit, en het snuitje kon ik ook niet erg bewonderen. Zet het een volgenden keer liever wat kleiner op en bedenk dan eens welke kleuren het dichtst bij de waarheid komen. Jo Weyman uit Arnhem heeft de teekening ook groot opgezet, die is zwart en wit gehouden.
rit Piek, Steenhouwerskade 6, Groningen, Charles Verhaert, Prinshendrikkade 23, Woerden, Bern. Essink, Paviljoen Zaal B, Wilhelminagasthuis, Amsterdam, Annie Koler, Postweg 2a—b, Lonneker, Herrn. Bots, Buisdersemid 42, Helmond, Jansje Blokpoel, Verwereijstraat 129, Middelburg, J. Bronkhorst, Retiefstr. 991, A'dam, D. Blok, Jan Schoutenstraat 15, Dordt, C. Timmer,, Zonnepad 1, Zaandijk, Gerrit Harjer, Schagenstraat 17, Helder. TANTE LIZE.
onmiskenbare verwondering en verrukking waren meer waard dan de schoonste dankbetuiging. Hij liep naar zijnen vader om zijn schat te v*rtoonen en keerde , ademloos terug. „Denk eens," zeide hij tot den kolonel, „die andere heer heeft mij zes stuivers gegeven; nu kan ik den horen dadelijk koopen en ik dacht, dat het wel weken zou moeten duren." Nu moesten de kinderen theedrinken en den beeren goeden nacht wenschen, daar zij niet weder beneden kwamen. Maar eerst verkreeg Humphrey de belofte van den kolonel, dat hij terstond bij zijne aankomst te Londen naar eenen winkel zou gaan om eenen horen te koopen en dien terstond over zou zenden. De baron was eenigen tijd daarna gereed met zijn toilet, toen de deur zijner kamer opengeworpen werd en de 'beide knaapjes naar binnen stormden. „Daar, vader!" zeide Humphrey, den sigarenkoker omhoog houdende, „dat is voor u, dat is uw verjaringsgeschenk, het groote geheim! Het helpt ni'et of wij al beproeven het langer te verzwijgen, wij kunnen het met!" „Zij* gij verrast, Paatje ?" vroeg de kleine Alfred, in de handjes klappende, en Humphrey herhaalde gretig deze vraag. > De baron kon den kinderen gerust verzekeren, dat hij in zijn gansche leven nog nooit zoo verrast was geweest, want daar hij niet rookte, was een sigarenkoker zeker het laatste geschenk dat hij verwachtte. Maar zijn vergenoegdheid en dankbaarheid waren zoo natuurlijk, dat de kinderen naar bed gingen, vol vreugde over hun mooi verjaringsgeschenk. HOOFDSTUK VIII. „Vaarwel, Humpty-Dumpty ? De baron zal zonder mankeeren om vijf uur van middag aan 't station zijn." Zoo sprak kolonel Sturt, toen de baron den volgenden morgen met zijn gasten wegreed. Humphrey wuifde met zijn hoed tot antwoord en liep ijlings heen, om met Virginie te overleggen, hoe de horen des namiddags van het station gehaald zou worden. Zijn vader had hem verlof gegeven er met Alfred en den koetsier heen te rijden en zich vervolgens bij den ouden Dyson te laten brengen, waar Virginie hen zou halen en mede naar huis nemen. Dit was onverbeterlijk overlegd. Ongeveer te half vijf kwam het rijtuig voor, en reden zij weg, voorzien van vele waarschuwingen van Virginie, om toch voorzichtig in en uit te stappen en stil te zitten. Aan het station vonden zij volgens afspraak den horen. Op weg naar Dyson opende Humphrey het pakje en vertoonde .den inhoud aan Alfred. (Wordt vervolgd.)
■■■-,
V ®
NIEUWE BOEKEN WURDE DOOAHBOOMEN
-j.j
/. /. Groeneweg. Waarde doornboomen fluisteren, geb. f 2.75, uitg. G. B. van Goor Zonen, Gouda. De statistiek heeft onlangs uitigernaakt, dat reisverhalen nog immer meetellen onder de meesit geliefde vormen van ontspanningslectuur. Het hier geboden werk behoort tot deze categorie. Het voert ons naar tropische streken, waar de kaaiman in de sitroomen loert en de kannibalenpriester z'n tooverformulieren uitspreekt. Voor de jongeren een spannend verhaal, doch ook een waaruit te leeren valt. Een mooi geschenk dus-, dank zij ook de plaatjes van F. van Noordt. GTOACvnMówTvDooos
JTO
ü
i
\
GULDEN WEKEN
Gerda C. v. d. Horst v. Doorn. Gulden weken. Prijs geb. f 2.75, uitg. G. B. v. Goor Zonen, Gouda. Er ligt ook voor meisjes een zekere bekoring in verhalen in de tropen, het tweede vaderland van vele nederlandsche families. De meesten onzer hebben kennissen en familie, waardoor zij een tipje van den sluier, welke dit leven bedekt, zagen opgetild. In Gulden weken vertelt Mevr. v. d. Horst op een prettige manier over het indische leven. Het is goed, dat onze jonge meisjes op die wijze er een gezond en eerlijk oordeel over krijgen. Tiet werk is bestemd voor kinderen van 9—12 jaar. De illustraties van Mevr. Coster zijn vlot en prettig om te bekijken. ^
■.
■:■■■
NUTTIGE WENKEN
C. Z. te Amsterdam vraagt: Kunt u mij ook een middel aan de hand doen om zwarte of vuile bierfleschringen schoon te maken ? Antwoord. Tot onze spijt
Recepten van Luculliu Mayonnaise saus. 2 dooiers; 2 d.L. slaolie; zout, peper, azijn. Bereiding: de dooiers in een kom goed roeren met den eiwitklopper. Wat zout toevoegen en eenige druppels azijn. Daarna druppelsgewijze de slaolie, steeds goed roerende er door, bij tusschenpoozen onderbroken om eenige' druppels azijn toe te voegen. Breng ze op smaak met wat peper. Het welslagen dezer mayonnaise berust in hoofdzaak op: goed droge kom, geen eiwit bij de dooiers en éérst deze goed roeren voor azijn of olie wordt toegevoegd. Door aan deze saus toe te voegen: gehakte augurken, dra-
gon, pieterselie en ©en tikje .mosterd, verkrijgt men de z.g. Ravigotte saus. Mayonnaise saus, anders: Kook een papje van aardappelmeel met water, b.v. 3 d.L. water met 60 gram aardappelmeel, laat dit even doorkoken en blijf roeren totdat het koud is. Breng het op smaak met zout en peper, klop er twee dooiers doorheen en een flinke scheut slaolie en de saus is gereed. Mayonnaise saus om schotels op te spuiten. Roer een stukje- boter goed luchtig, door het telkens heel even te warmen en te kloppen, voeg er peper bij, en, 41 kloppende azijn en slaolie, totdat het den vereischten stand heeft om als gameercrême te dienen.
WELDON MODELLEN No. 73818 , Keurige moderoe namiddagiapon met klokkende godets aan weerszijden. Benoodiqd van 100 cM. breede stof 3.60 M. of 70 cM. fluweel 5.25 M.. van 95 cM. breed georgette 050 M., kantje 1.80M. Verkrijgbaar alleen in maat 40. 42 of 44. overeenkomend met bustemaat 85. 90 of 95 cM. No. 73995 Moderne namiddagjapon met lang glad lijf en wijde vaulant rok. voor gedrukt of effen marocain of zijde. Ben oodigd van lOOcM. breede stof 3,25 M . lint 1.25 M. Verkrijgbaar in maat 42, 44, 46 of 48, overeenkomend met nustemaat 90, 95. 100 01 HOcM. Van deze twee afbeeldingen zijn franco o.p. geknipte patronen verkrijgbaar, tegen toezending van fO.75 en vermelding van het no. aan Mevr.Milly Simons.2eSchuytsttaat261, Den Haag
kunnen wij geen afdoend middel opgeven, omdat wij niet weten waarvan de ringen geqiaakt zijn en ook niet waarvan ze vuil zijn. Zijn ze van gummi en is de aanslag een neerslag uit 't bier, dan is 't misschien met alcohol te verwijderen; ook voorzichtig schuren met brusselsch aarde of Vim, of uitkoken in sodawater is te probeeren. Het beste is wel 't met één ring te probeeren en zien of die er tegen kan.
CORRESPONDENTIE
'M
Een lezeres. Voor mayonnaisesaus zie onze smul rubriek. Mej. H. te 's-Hage. Dank voor het ons toegezonden recept van trommelkoek. Ter voorlichting van anderen namen wij het gaarne op. Mevr. D. te 's-H. Dank voor het ons toegezonden recept, als boven. Het doet ons genoegen dat u zoo nu en dan onze recepten met succes toepast. Het appelbeignetsrecept vindt u omslachtig. Dit lijkt wel zoo, maar 'tis toch zeer eenvoudig. Alléén moet 't even rijzen, maar het resultaat is schitterend en te verkiezen boven het bierbeslag, ook meermalen door ons toegepast. Probeert u 't eens en vergelijk. Het bakken van ongewasschen pieterselie prefereeren
wij niet en kunnen het werkelijk niemand aanraden. Men zorge slechts dat ze goed droog wordt uitgeknepen en het bakvet kokend heet is. Gevulde Jodcnkoek of "Boterkoek maakt u als volgt: 250 gram boter vermengen met 200 gram lichte basterdsuiker, i ei, 50 gram melk (i/g d.L.) en 350 gram tarwebloem. Laat 't deeg rusten op koele plaats. Stamp 1 50 gram amandelen fijn met 150 gram basterdsuiker en 1 ei, voeg er zoo noodig wat water aan tóe en 50 gram gehakte sucade. Verdeel het deeg in tweeen. Rol het uit en leg het als een dunne plak op het bakplaat je. Druk de vulling plat erop, beleg .ze met het andere uitgerolde deel, bestrijk het met ei of melk en bak het in matig warmen oven. Het mag niet hard afgebakken worden en moet in stukjes gesneden worden als het eenigszins is afgekoeld. /. C. C. te Maastricht. Alle lezers van ons blad hebben het recht mede te doen aan de prijsvragen. Dat u geen prijs heeft ontvangen ligt dus niet aan het feit, dat u geen abonné is. Uit dien aard kunnen niet alle inzendingen met een prijs worden bekroond. Adr. recht. briefje tuurlijk
D. B. v. d. V. te DordTante Lize heeft je aan mij gegeven. Nawil ik je teekeningen
■.
..'
■ ■—"—•
■
"■'■n
■
,
!
—
heel graag zien, doch ik geloof dat je nog veel te jong bent om nu reeds van je werk te zeggen of je werkelijk zoovéél talent hebt, dat je je heelemaal aan het teekenen kunt wijden. /. S. te Rotterdam. Het spijt |mij u geen goed nieuws te kunnen geven. Schoonmaken van toetsen van een piano is een werkje, dat niemand, zeker geen leek kan doen. Misschien dat degeen, van wien u de piano heeft, er iets op weet. N.. W. te 'A. Op uw leeftijd is het een beetje gevaarlijk om zelf te kwakzalveren, ook wanneer het 't haar betreft. De zeep die u noemt is zeker voor het doel niet goed. Gebruik z.g. overvette zeep, of speciaal shampooing zeep. De oorzaak van het „dor" worden van het haar kan in allerlei gronden liggen. Mijn ervaring is, dat gij in een dergelijk geval wel het beste doet uw dokter of een huidspecialist te raadplegen. Mej. G. S. te Rotterdam. Het door u vermelde versje heb ik nooit gelezen, doch afgaand op uw gegevens zou ik meenen dat het moest zijn: A^cerlands geesel /Irmoed zaaier Ptst der menschheid Oorlog kweeker /.evens vernieler fllende verspreider Ongeluk verwekker A^adeel stichter Mej. G. S. te Rotterdam geeft het volgende recept tegen het uitvallen van de haren. Men neemt een fleschje Bijloos haar eau de cologne en de helft van een halve kan petroleum. Schudt dit door elkaar en wrijft lederen avond met de toppeu van de vingers de hoofdhuid in. E. Sch., Den Haag. Wij hebben van Lola Comero herhaaldelijk foto's geplaatst, doch benutten graag weer de gelegenheid om die mooie foto's van de algemeen geliefde actrice te brengen. Wij brengen ook van het door ir bedoelde gezelschap geregeld foto's, doch moeten het „elck wat wils" in toepassing brengen. Het eenige wat ik u in die „stofdoekenkwestie" zou kunnen raden, zoo al uw pogingen om langs vriendschappelijken weg tot een oplossing te komen mislukken, is, den wijkagent eens te vragen om uw buren onderhanden te nemen. R. /., Lausanne. Wij hebben, zooals u zien zult, aanv uw verzoek voldaan. H.A. L. te Amsterdam. Wij zouden u in uw eigen belang raden in uw geval uw dokter te raadplegen. Alleen een medicus kan in deze* beoordeelen wat voor u het beste is. M. v. a. M. Heekeringen. Uw vraag hebben wij aan onzen medischen medewerker voorgelegd.
.,
—
ndien gij prijs stelt op een hygiënische en vlugge wijze van inzeepen, gebruik dan \
: ' Vv- .
is direct voor het gebruik gereed en magkt water overbodig, waardoor het schuimslaan geheel vervalt. is volkomen Alkali vrij en anti, septisch, maakt de huid blank en elastisch, terwijl zelfs bij het ruwste weder, het gelaat na het scheren zacht en gaaf blijft. wordt liefst met de vingers ingewreven, waardoor zelfs 't geringste cream-verlies vermeden wordt. spaart door zijn volkomen zuivere alkali-vrije samenstelling het scheermes of apparaat en houdt dit v?el langer scherp dan bij gebruik van de bijtende scheerzeep. vermijdt ieder pijnlijk gevoel en is dus geschikt voor een delicate huid.
Een groote pot bevattend EEN Kg. kost franco door het geheele land f3.— Bij alle Coiffeurs verkrijgbaar of direct na toezending van postwissel
Haagsche Zeepziederij Een dunne laag, met de vingers op de baard gebracht, maakt haar zoo
het
„DE OOIEVAAR" Z. BINNENSINGEL 211, DEN HAAG POSTCHEQUE No. 63197
zacht, dat
het scheren geen pijn veroorzaakt
i
^
Jst&asé Cjeen. oe&fTU&êtinas o
C
!~
ë ^
-
.
. , ■ ■
■ .■,, .
v
.
::
-
HET BESTE CADEAU, voor de a.s. St. Nicolaas- en Kerstfeesten l'AMI DE LA MAISON
PATHÉ-BABY CAMERA en PROJECTIE-TOESTEL EEN NUTTIG, ZEER INTERESSANT GESCHENK VOOR GROOT EN KLEIN
TE VERKRIJGEN IN IEDER FOTOslVlAGAZ IJN EN BIJ DEN
Importeur voor Nederland: Raadhuisstr. 42, Amsterdam Slapeloosheid Prikkelbaarheid Examenvrees
ACADEMIE DE DANSES ROCCO - DUBOIS DE GROOT FRANSCH SPECIALIST DANS- EN MAINTIEN LESSEN
34 3an Pietersz. Coenstr., Den Haag. Telef. 71909 PRIVAATLESSEN - BESLOT N CLUBS INSCHRIJVING DAGELIJKS (VOOR ELKEN LEEFTIJD)
Gebruik hiertegen de Zenuwstillende en Zenuwsterkende
QE QANCING QECA
Zenuw tabielten
PALAIS DE DANSE - Den Haas, Bezuidenhout 11
Mijnhardt*
kan wedijveren met de bekendste inrichtingen in het buitenland
Berijdt Humber- en Good-Luck-rijwielen en U is tevreden Vraagt den berijders Humberrijwielen vanaf f 135 Good-Luck-rijwielen vanaf f 75 (prijzen voor 1925) 1ste klas reparatie - afdeeling Bondsrijwielhersteller A.N.W.B.
J. E. BAANK Prins Hendrikstr. h. Barentszstr. Den Haag • Tel. 31709 Naaml. Vennootschap
Directeur E. BOERMA DAMES- EN HEERENKLEEDERMAKERtt De Coupe in nieuwe banen Wil zeegen : De lot nog loc onopigcloslc moeilijkheid do or if ilm en projectie opgelost omdat de coupeurs. tijjdcns het snijden rekening kunnen houden met den individueelen lichaamsvorm. Groninqen Heerrnstraat 58 Telefoon 755 Amsterdam. Rokln 70. Telefoon35808
NVZAÄDHÄNDEL
„THE INTERNATIONALS" SPELEN ER Hunne muziek hoeren is.... dadelijk er op dansen!
„TIHIi €mE BäMQMQ" MASCOTTE WAGENSTRAAT 68 Tel. 14172 V/H
DEN HAAG
== Dir.-Eigenaar: C. F. HACK
HET WINTERSEIZOEN 1925-1926 IS HEROPEND met medewerking van de schitterende
THE ROT AL DANCING BAN» Kapelmeester 3. C. v. bRDCK
OPTREDEN VAN EERSTE KLASSE ARTISTEN Matinee van 4-8 uur
Soiree van 81/2 -Vl2 uur
Restaurant geopend van 4—1 uur n.m. Zaterdags. Zon- en feestdagen 50 ets. entree.
Roode Port Witte Port Samos . . . Bloedwijn . Medoc . . .
flIOp.flesch -1.10 .. „ ■ 1.10 „ „ -1.10 „ -0.80,, „
PALESTINAWDNEN C©MP^<SIMÖ ROTTERDAM PAVILLON ORIENTAL
^^HABLE^^ GEVERS DEYNOOTWEQ 17-19 SCHEVENINGEN TELEFOON S0474 Geopend een naarde eischen des tij ds ingerichte Saion van de ouds gerenommeerde
HABLE-WAFELS LUNCH- EN TEA-ROOH Aangenaamsten rus'igstzitjevan Scheveningen. haite lijn8.tegenoverdenSeinpost' RIJWIELBEWAAR PLAATS Zelfde firma ais oo de Boulevard Zeekant 9
-
Telefoon 50318
HET „BUREAU-PISUISSE" 2e Schnytstraat 65 - Den Haag
Godfried de Groot yTmstellaan 64 - Telefoon 28474
Amsterdam
Specialiteit in:
Telefoon 36644 Belast zich mei het SAMENSTELLEN van Cabaret- pronramraa's en het organiaeeren van Feestavonden, Concerten, Drawingroom-Entertain ment s, Soirees particui ièr es KindervoorsteiUngen, etc. etc.
ffiuïiematuhn-Wlni^Voekn
T^oderne en artistieke foto's TAen sie de vele reproducties van ons werk in ,.Het Weekblad" Cinema SSheater
fluhjoi gmeesé
ENZAAOTEELT
YHAHOBBEL Ezxzaa
OOLTGENSPLAAT
Levcrin« aan landbouwers en tvinbeziHers Men vrage prijscourant Op biioa alfe plaatsen vertegenwoordigd
CHEMISCHE WASSCHERU „DÜINOORD" Begoniastraat 188 en 190 ■ Den Haag ■ Tel. 36048
(Nieuwste Modedans) Onderwijs dagelijks
lt<~inóé* «n vc^fi alles
INSTITUUT C. KUNKERT
BINNEN 4 DAGEN ZONDER PRI3SVERHOOGINQ SPECIAAL IN HET REINIGEN VAN FIJNE DAMESTOILETTEN VRAAGT
ONZE
PRIJSCOURANT
SIX-FOUR
Stadhouderskade 152 Tel. 24232
Amsterdam
VOOR ADVERTENTIES WENDE MEN ZICH TOT HET CENTRAAL ADVERTÈNTiE-BUREAU LOUIS BENJAMIN. STATIONSWEG 61 b, ROTTERDAM
De jonge danseres Ingeborg Torselli weet door haar kunst en haar lieftalligheid iri Weenen aller harten te veroveren. Op een feest maakt zij kennis met graaf Erik von Arenheim en zijn vriend Harald gezantsohapsattaché. Beiden worden verliefd op het bekoorlijke meisje tot wanhoop van Inge's vader, die zich twintig jaar lang had opgeofferd om van zijn dochter een beroemde danseres te maken. Op het eeuwenoude slot van de von Arenheims deelt Harald Erik's moeder mede, dat haar zoon van plan is met de schoone Inge in het huwelijk te treden. In vurige woorden tracht hij Erik's keuze te verdedigen, hoewel hij zelf het eens gedroomde geluk moet prijs geven. Inge komt met haar vader op het slot, en het toeval komt het jonge meisje te hulp; zij komt namelijk in de gelegenheid het hart der moeder te winnen door een nichtje te redden met eigen levensgevaar. Het huwelijk zal tot stand komen, maar Inge moet beloven het tooneel op te geven. Bevend van woede staat Torselli voor de oude gravin, maar zij kan hem niet begrijpen. De liefde voor Erik zegeviert bij Inge en Torselli wil het geluk van zijn. kind niet in den weg staan ; heimelijk verlaat hij het slot.... Een half jaar later is hij bezig een nieuwe dans te componeeren, die hij titelt: „Doodendans" en die eigenlijk door niemand dan door zijn dochter
■' _
-■—- - ^'glR'jg^j^'^-^wg?
kan worden uitgevoerd. Op zekeren dag ontn.oet hij Harald en deelt deze zijn hartewensch mede. Op een bal zien Inge en Harald elkaar voor het eerst weder en hij vertelt haar, dat haar vader het niet zoo erg goed maakt. Zij aarzelt geen oogenblik en snelt naar het huis van haar vader, die haar zijn nieuwe compositie laat zien. Plotseling ontwaakt de oude liefde voor het tooneel weer en zij belooft bij de première de pantomime te zullen dansen. Harald belooft haar Erik voor een berenjacht naar Hongarije te lokken ; Erik vertrekt inderdaad, maar Harald blijft en tracht Inge het hof te maken, wat zij echter verontwaardigd van de hand wijst. Op den avond van de première ontvangt zij van hem een groote bouquet rozen met een briefje om vergeving. Onverwacht komt Erik dien avond thuis, vindt het briefje en hoort, dat zijn vrouw in het theater is. Hij snelt daar heen en zoekt zijn vrouw onder de toeschouwers. Tot zijn verbazing ontwaart hij haar plotseling in al haar schoonheid op et tooneel. Een vreeselijk visioen ichijnt voor zijn oogen, maar het is slechts een visioen en als de voorstelling geloopen is, drukt hij zijn lief vrouwtje ;ijn -hart en vergeeft haar van harte, omdat wat zij deed ter wille van haar vader was. Het is de-bekoorlijke Duitsche filmactrice Liane Haid, die in deze Ufa-film, die door het Ufa-kantoor te Amsterdam wordt uitgebracht, de hoofdrol vertolkt.
.
-..r"?-']L~^--:*--■■■'
iiililijjji 11111111,11; iiij|l|i|iii|iiii
:
^rgJg^gWjjWEMH^
i
i.l^ijM
•: .«^/»V^O^^^Vä*::
Di lUilF©
JO(&.iM$ MtM^.^iaHè^
PP B
^ ^^
M WQEêlUM-SPmm
M.^Mffimgipj énmn/
[§
?
iÉ r ^
4^itofkc^.'W^ife|i^ ^c^fcwi^^tóei?...2to^ wi^.^.i^éii/Jl^^ïaA
^ r^ r^ p f 5
E? E) ^ P:) !
AC.
MM' i EN J^^ I
[" ouise Glaum en House Peters »-' vervullen de hoofdrollen in een spannend Amerikaansch drama, dat door het filmverhuurkantoor F.A.N, te Amsterdam onder den titel „De Liefde van een Woestijn-spion" naar ons land is gebracht. De bekoorlijke Louise Glaum speelt de rol van Bella Donna, een betaalde spion van een groote mogendheid. John Culbertson, een ontdekkingsreiziger krijgt van het Engelsche gouvernement opdracht een expeditie uit te rusten naar het rijk van den Zoeloe-koning Mutela om met dien vorst een bondgenootschap te sluiten. Bella Donna wordt door haar regeering opgedragen Gulbertson te beletten Mutela te be-
Doch dien avond bezwijkt Culbertson en ligt in de armen van de overgelukkige Bella Donna. Zij kan Chakee niet meer vinden en deze komt haar na verloop van eenige uren zeggen, dat hij zijn opdracht heeft uitgevoerd, 't Blijkt evenwel een vanCulbertson's mannen te zijn, die gevallen is en Culbertson wil Chakee ter dood veroordeelen.Dan bekent BeüaDonna dat zij het was, die de opdracht gaf. Culbertson begrijpt welke zending zij vervult, maar zijn liefde weerhoudt hem iets tegen haar te ondernemen. Den volgenden morgen wordt Culbertson door 't felle zonlicht blind geslagen ; hij verzoekt Bella Donna uit zijn reis apotheek een fleschje te nemen,
/mm/dcM/^JdeMÄoow: 0&siMdfa qfytiodyp. fyiobuxKd,2ü?idbde/ SUw&.tecb/m/sfaew. ^^
^
^^
^
Wanf de vroede vod ren waken! Beoordeelen bovendien Voor een man met grijze haren Welke film of hij mag zien Weg pikanle avontuurtjes! Weg het stoute decoll'té! Weg gebadcostuumde beelden Van ons Zandvoort bij de Zee !
*
iüP ■nrj-JIJ.JJ. J ^ -1^ i? É
i
*
Poia Negri. Mary Pickford. Houden rekening voorlaan. Kleeden zich voor ónze films Extra hyper-zeed'lijk aan .... In de film ,,'t Ontstaan der Menschheid' Ziet U op het witte doek. Moeder Eva in pyama. Adam in een chambre-cloack!
Weg met alle naakt-figuren! t Is met de plastiek gedaan. Zelfs de ballet-danseressen Krijgen watcrlaarzen aan Eerstdaags zie j in bioscopen, 't Duyrt misschien nog maar een jaar. Links de mannen, rechts de vrouwen. Aldus niet meer naast elkaar.
—O
I^Ca,* &t^
voor voor voor voor voor voor
den Uw den Uw den Uw
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME.
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL een "EDISON" . of NIETS CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE Ö1J DE
KUNSTZAAL "EDISON" AMSTERDAM '■DEN HAAG ROTTERDAM
LEIDSCHESTRAAT 84 .LANGE POTEN 15 .... WITTE DE WITHSTRAAT 88
reiken. Bella Donna die eerst tracht Culbertson te laten vermoorden, wat mislukt, trekt dan ook de Sahara in, maar haar karavaan raakt uitgeput, dat zij haar knecht Chakee moet uitzenden om te trachten hulp te vragen van Culbertson. Zulks geschiedt, en zij krijgt den ontdekkingsreiziger lief, zoodat zij er dagen nacht over begint te peinzen hoe zij hem kan redden zonder haar eed te breken. Hij schijnt totaal onverschillig voor de betoovering van de beeldschoone vrouw zoodat zij in haar wanhoop Chakee opdraagt hem te vermoorden.
1' r**
t: .é '
mt y
\
dat hem van deze tijdelijke ziekte zal kunnen genezen.Zij gooit evenwel de flacon stuk in de hoop hem zoo te beletten bijMutela te komen. Culbertson weet van geen opgeven en tenslotte begeleidt zij hem en dank zij haar hulp kan hij met Mutela een gunstig verdrag afsluiten. Intusschen had zij Chakee naat een officier van gezondheid van de Engelsche expeditie gezonden en Culbertson wordt van zijn blindheid genezen. Bella Donna had haar eed gebroken, maar het geluk aan de zijde van den man, dien zij boven alles liefheeft stelt haar ruimschoots schadeloos.
ONS
WEKELIJKSCH
l_l EDJ E
BE VIN DT
ZICH
OP
PAGINA 26 ,
____^___^