Voorganger: drs. Greet Bijl Ouderling: Greet Bakker Collectant: Coby van Duinen Beamer: André Meegdes
Organist: Kees Brinkman. Diaken: Greet Bakker. Geluid: Geert Tibboel. Koster: Gerda en Arjan van Rijn.
Koor:
See amid the winter’s snow; J. Goss. Sans Day Carol; J. Rutter.
Koor en gemeente: Stille nacht. 1) Stille nacht, heilige nacht! Davids Zoon, lang verwacht, die miljoenen eens zaligen zal, wordt geboren in Bethlehems stal, Hij, der schepselen Heer, Hij, der schepselen Heer. 2)
Hulploos Kind, heilig Kind, dat zo trouw zondaars mint, ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd, wordt Ge op stro en in doeken gelegd. Leer me U danken daarvoor. Leer me U danken daarvoor.
3)
Stille nacht, heilige nacht! Vreed' en heil wordt gebracht aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij eer! Amen, Gode zij eer!
Welkom. Aansteken kaarsen en gedicht. Zingen: Nu zijt wellekome. (lied 476: 1, 3, 4) 1)
Nu zijt wellekome Jesu, lieve Heer, Gij komt van alzo hoge, van alzo veer. Nu zijt wellekome van de hoge hemel neer. Hier al op dit aardrijk zijt Gij gezien nooit meer. Kyriëleis
3)
Herders op den velde hoorden een nieuw lied, dat Jezus was geboren, zij wisten 't niet. `Gaat aan gene straten en gij zult Hem vinden klaar. Bethlem is de stede, daar is 't geschied voorwaar.' Kyriëleis.
4)
Wijzen uit het Oosten, uit zo verren land, zij zochten onzen Here met offerand. Ze offerden ootmoediglijk mirr', wierook ende goud te eren van dat kinde, dat alle ding behoudt. Kyriëleis.
Moment van stilte. Bemoediging en groet. Koor: The Christmas Calypso; R. W. Jones. Gebed. Zingen: Ik kniel aan Uwe kribbe neer. (gezang 141: 1, 2) 1) Ik kniel aan uwe kribbe neer, o Jezus, Gij mijn leven! Ik kom tot U en breng U, Heer, wat Gij mij hebt gegeven. O, neem mijn leven, geest en hart, en laat mijn ziel in vreugd en smart bij U geborgen wezen. 2)
Voor ik als kind ter wereld kwam, zijt Gij voor mij geboren. Eer ik een woord van U vernam, hebt Gij mij uitverkoren. Voor dat uw hand mij heeft gemaakt, werd Gij een kindje, arm en naakt, hebt Gij U mij gegeven.
Eerste lezing: Lucas 2: 1 – 7. 1 In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. 2 Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. 3 Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. 4 Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, 5 om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. 6 Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, 7 en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad.
Zingen: De herdertjes lagen bij nachte. (Johannes de Heer: nr. 609: 1, 2) 1) De herdertjes lagen bij nachte. Zij lagen bij nacht in het veld. Zij hielden vol trouwe de wachte. Zij hadden hun schaapjes geteld. Daar hoorden zij 'd engelen zingen Hun liederen vloeiend en klaar De herders naar Bethlehem gingen 't liep tegen het nieuwe jaar
2)
Toen zij er te Bethlehem kwamen daar schoten drie stralen dooreen Een straal van omhoog zij vernamen een straal op het kribje benee Daar vlamd' er een straal uit hun ogen En viel op het Kindeke teer Zij stonden tot schreiens bewogen en knielden bij Jesus neer.
Tweede lezing: Lucas 2: 8 – 20. 8 Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. 9 Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. 10 De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: 11 vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. 12 Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ 13 En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: 14 ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’ 15 Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ 16 Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. 17 Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. 18 Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, 19 maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. 20 De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd.
Koor: Son of Maria; K. Jenkins. Overdenking. Koor: Season of Light; Mark Hayes. Gedicht Zingen: Hoor de eng’len zingen de eer. (lied 481) 1)
Hoor, de englen zingen de eer van de nieuw geboren Heer! Vreed' op aarde, 't is vervuld: God verzoent der mensen schuld. Voegt u, volken, in het koor, dat weerklinkt de hemel door, zingt met algemene stem voor het kind van Bethlehem! Hoor, de englen zingen de eer van de nieuw geboren Heer!
2)
Hij, die heerst op 's hemels troon, Here Christus, Vaders Zoon, wordt geboren uit een maagd op de tijd die God behaagt. Zonne der gerechtigheid, woord dat vlees geworden zijt, tussen alle mensen in in het menselijk gezin. Hoor, de englen zingen de eer van de nieuw geboren Heer!
3)
Lof aan U die eeuwig leeft en op aarde vrede geeft, Gij die ons geworden zijt taal en teken in de tijd, al uw glorie legt Gij af ons tot redding uit het graf, dat wij ongerept en rein nieuwgeboren zouden zijn. Hoor, de englen zingen de eer van de nieuw geboren Heer!
Gebed, eindigend in gezamenlijk “Onze Vader.” Koor en gemeente: Eer zij God in onze dagen. ( lied 487) 1) Eer zij God in onze dagen, eer zij God in deze tijd. Mensen van het welbehagen, roept op aarde vrede uit. Gloria in excelsis Deo, Gloria in excelsis Deo. 2)
Eer zij God die onze Vader en die onze Koning is. Eer zij God die op de aarde naar ons toe gekomen is. Gloria in excelsis Deo, gloria in excelsis Deo.
3)
Lam van God, Gij hebt gedragen alle schuld tot elke prijs, geef in onze levensdagen peis en vreê, kyrieleis. Gloria in excelsis Deo, gloria in excelsis Deo.
Collecte
Slotlied: Ere zij God. (Johannes de Heer: nr. 48) Ere zij God, ere zij God in den hoge, in den hoge, in den hoge, vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. Ere zij God in den hoge, ere zij God in den hoge! Vrede op aarde, vrede op aarde, vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen, in de mensen een welbehagen, in de mensen een welbehagen, een welbehagen. Ere zij God, ere zij God, in den hoge, in den hoge, in den hoge! Vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. Amen, amen. Zegen Zingen: Eeuwen geleden. (wie zingt mee: nr. 57: 1, 2) 1)
Eeuwen geleden Kwamen getreden Herders in Bethlehems arme stal. Zacht ziet de moeder neer Op ’t kindje klein en teer; ’t hemelse licht schijnt overal.
2)
Kindje – in de heil’ge nacht, Dat ons Gods liefde bracht, Ook wij staan om Uwe krib geschaard. Lief heilig kindekijn, Nu wij zo stille zijn Klinkt zacht en teder: “Vrede – op aard!”
Zingen: Midden in de winternacht. (lied 486: 1, 2, 3) 1)
Midden in de winternacht ging de hemel open; die ons heil ter wereld bracht, antwoord op ons hopen. Elke vogel zingt zijn lied, herders, waarom zingt gij niet? Laat de citers slaan, blaas de fluiten aan, laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren.
2)
Vrede was het overal, / wilde dieren kwamen bij de schapen in de stal / en zij speelden samen. Elke vogel zingt zijn lied, / herders waarom speelt gij niet? Laat de citers slaan, / blaas de fluiten aan, laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren!
3)
Ondanks winter, sneeuw en ijs / bloeien alle bomen, want het aardse paradijs / is vannacht gekomen. Elke vogel zingt zijn lied, / herders waarom danst gij niet? Laat de citers slaan, / blaas de fluiten aan, laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren!
Zingen: Dank u voor deze nieuwe morgen. (Geroepen om te zingen: lied 163: 1, 2, 3)
Zingen: O denneboom. O, denneboom O, denneboom Wat zijn je takken wonderschoon Ik heb je laatst in 't bos zien staan Toen zaten er geen kaarsjes aan O, denneboom O, denneboom Wat zijn je takken wonderschoon
Zingen: We wish you a merry Christmas. We wish you a Merry Christmas; We wish you a Merry Christmas; We wish you a Merry Christmas and a Happy New Year. Good tidings we bring to you and your kin; Good tidings for Christmas and a Happy New Year. Oh, bring us a figgy pudding; Oh, bring us a figgy pudding; Oh, bring us a figgy pudding and a cup of good cheer We won't go until we get some; We won't go until we get some; We won't go until we get some, so bring some out here We wish you a Merry Christmas; We wish you a Merry Christmas; We wish you a Merry Christmas and a Happy New Year.
Tijd voor ontmoeting bij glühwein
en warme chocomel.