SCOPE Een programma voor competentieontwikkeling voor intensive care verpleegkundigen
Juli 2011
1
Inleiding
De dienst Verpleegkundig Onderwijs & Advies van het academisch ziekenhuis Maastricht heeft een programma ontwikkeld voor bij- en nascholing voor IC-verpleegkundigen. Ontwikkelingen in de zorg en verwachtingen die gesteld worden aan de zorg gaan razendsnel. Deze constateringen maken duidelijk dat van professionals in de zorg verwacht mag worden dat zij verantwoordelijkheid nemen en dragen ten aanzien van het op peil houden van hun beroepscompetenties. De wet B.I.G. geeft daarin wel kaders aan, maar legt de verantwoordelijkheid duidelijk bij de individuele beroepsbeoefenaar. Daarnaast bestaat er een duidelijke behoefte in de praktijk van de intensive care verpleegkundige aan een programma dat invulling geeft aan onderhoud van competenties én het verder ontwikkelen van competenties. Een belangrijk aspect bij de ontwikkeling van het programma voor IC-verpleegkundigen is de samenwerking tussen de ontwikkelaars van het programma en hen die in de dagelijkse praktijk op de IC werkzaam zijn. Deze samenwerking komt tot uitdrukking door de participatie van het Regionaal Hoofdenoverleg (RHIC) en Regionaal Overleg Intensive Care in de projectorganisatie. De samenwerking wordt gerealiseerd met de intensive care afdelingen van Academisch ziekenhuis Maastricht Atrium Medisch Centrum, Heerlen Maasland Ziekenhuis, Sittard St. Laurentius Ziekenhuis, Roermond St. Jans Gasthuis, Weert VieCuri Medisch Centrum, Venlo Maxima Medisch Centrum, Eindhoven/Veldhoven St. Anna Ziekenhuis, Geldrop In deze brochure wordt u geïnformeerd over de doelstellingen van SCOPE, de inhoud, de werkwijze, de organisatie en de ontwikkelingen in de komende jaren.
Indien deze brochure aanleiding geeft tot vragen, kunt u contact opnemen met Verpleegkundig Onderwijs & Advies azM de heer L. Mulders, programmamanager telefoon 043-3871645 of e-mail
[email protected] de heer R. Vondenhoff, cursusleider SCOPE telefoon 043-3872121 of e-mail
[email protected]
2
SCOPE SCOPE is een Engels woord en betekent letterlijk gezichtsveld. Wij gebruiken SCOPE figuurlijk en dan betekent het ‘wat men zich kan voorstellen, waarvan men begrip heeft’. Met SCOPE zetten wij in op het vergroten van wat men zich kan voorstellen of waarvan men begrip heeft. Met andere woorden het blikveld van de intensive care verpleegkundige vergroten. SCOPE is een competentiegericht programma ontwikkeld door Verpleegkundig Onderwijs & Training azM voor intensive care verpleegkundigen dat voldoet aan de nieuwste inzichten op het gebied van leren in de praktijk. De uiteindelijke doelstelling van SCOPE is dat verpleegkundigen hun verworven competenties kritisch leren onderzoeken / evalueren en het niveau van de beroepsuitoefening zichtbaar maken en verbeteren. Het draagt bij tot een ‘levenslang leren’. Uitgangspunt is dat de verpleegkundigen vervolgens initiatief nemen in het proces van zelfontwikkeling. De uit (zelf)onderzoek verkregen informatie vormt de basis voor verdere professionalisering. Om deze doelstelling te bereiken wordt een programma aangeboden van vier jaar waarbij IC-verpleegkundigen in toenemende mate zelf verantwoordelijk worden voor de eigen professionalisering. Na vier jaar wordt het programma gecontinueerd met de bestaande thema’s uit het programma en nieuwe thema’s. SCOPE is er op gericht om (informeel) leren te stimuleren en te komen tot een vorm van levenslang leren. Het betreft hier dus een niet aan tijd gebonden programma ter ondersteuning van de zelfontwikkeling van verpleegkundigen. Belangrijk is om te vermelden dat SCOPE een onderhoud- en ontwikkelingsprogramma is dat in het verlengde ligt van de vervolgopleiding tot gespecialiseerd IC-verpleegkundige. Dat komt tot uitdrukking door verdere verdieping van de competentiedomeinen van de IC-verpleegkundigen die in de IC-opleiding aan de orde komen, te weten vakinhoudelijk handelen, communicatie, samenwerken, kennis en wetenschap, maatschappelijk handelen, organisatielidmaatschap en professionalisering1.
Doelstellingen De doelstellingen van SCOPE richten zich op het ontwikkelen en uitvoeren van een scholingstraject voor ‘levenslang leren’ voor gediplomeerd IC-verpleegkundigen dat een bijdrage levert aan de verdere professionalisering van IC-verpleegkundigen; het opfrissen van kennis/vaardigheden en nieuwe ontwikkelingen (competentieontwikkeling); het ontwikkelen van een leercultuur voor levenslang en informeel leren; een systeem voor accreditatie van IC-verpleegkundigen; kwaliteitsverbetering op de Intensive Care; het verder ontwikkelen van de professionele relatie verpleegkundigenintensivisten.
1
Zie bijlage 2
3
Resultaten SCOPE realiseert uiteindelijk de volgende resultaten (na vier jaar): een cyclisch aanbod van leertaken; o waarbij de werkwijzen in toenemende mate stimuleren tot eigen verantwoordelijkheid voor leren, zelfreflectie, intercollegiale toetsing en informeel leren; o waarbij binnen gestelde kaders de mogelijkheid bestaat voor het bepalen van eigen studietempo, studieplaats, leerinhoud en leervoorkeur; o die voldoen aan de eisen voor accreditatie en herregistratie bij de NVICV (Nederlandse Vereniging Intensive Care Verpleegkunde); o waarbij in toenemende mate keuzemogelijkheden zijn op basis van aanwezige competenties; in toenemende mate een systeem van (intercollegiale) toetsing voor het vaststellen van het huidige competentieniveau en het competentieniveau na de leerinterventie als grondslag voor de eigen ontwikkeling; een model voor een portfolio. Een portfolio is een persoonlijke (soms digitale) map waarin je beschrijft wat je kan, waaruit dat blijkt en hoe je jezelf verder wilt ontwikkelen.
Ontwikkeltraject SCOPE wordt ontwikkeld via een projectorganisatie. Dat houdt o.a. in dat binnen een vastgesteld tijdskader, met een aantal vertegenwoordigers van de verschillende belanghebbenden (IC-verpleegkundigen, intensivisten, afdelingsmanagers en andere inhoudsdeskundigen) SCOPE wordt ontwikkeld. SCOPE wordt gestuurd door de stuurgroep. In de stuurgroep zijn vertegenwoordigd verpleegkundig onderwijs azM (voorzitter) 3 afdelingsmanagers (azM, Atrium Medisch Centrum en VieCuri) 2 intensivisten (azM en VieCuri) In de stuurgroep zitten dus vertegenwoordigers van het Regionaal Hoofdenoverleg IC en het Regionaal Overleg Intensive Care. De stuurgroep stuurt de projectgroepen aan. Iedere projectgroep ontwikkelt een leertaak. De projectgroep wordt, afhankelijk van de leertaak, samengesteld uit ICverpleegkundigen, nurse practitioners, intensivisten en andere inhoudsdeskundigen. De leden van de projectgroepen worden gerekruteerd uit de deelnemende ziekenhuizen. Hierbij zal gestreefd worden naar evenredige verdeling en betrokkenheid.
Inhoud en organisatie De inhoud is vastgesteld door de stuurgroep. De inhoud wordt gevormd door leertaken. In een leertaak wordt in meer of mindere mate gedetailleerd beschreven welke activiteiten de cursisten moeten doorlopen, wat hiervoor van hen verwacht wordt qua basiskennis en vaardigheden, welke nieuwe kennis en vaardigheden de cursisten moeten kunnen verwerven en welke studiebronnen hierbij gebruikt kunnen worden. Tot slot wordt nog aangegeven op welke manier bepaald wordt of de cursisten de leertaak succesvol uitgevoerd hebben.
4
In SCOPE worden de volgende leertaken aangeboden2: Leertaken 1e jaar 1. initial assessment 2. resuscitatie en initiële stabilisatie 3. orgaansysteemondersteuning en veilig gebruik apparatuur Leertaken 2e jaar 4. sepsis- en infectiepreventie 5. transport care 6. comfort care Leertaken 3e jaar 7. pré- en post-IC care 8. peri-operatieve zorg 9. ‘end of life’ zorg Leertaken 4e jaar 10. onderzoek, data-interpretatie en verpleegkundige diagnose 11. trauma en verbrandingen 12. Pediatrische (& Geriatrische Care?)
Organisatie Iedere leertaak heeft een doorlooptijd van 3 maanden en wordt afgesloten met een inschoolse dag. Tijdens de inschoolse dag zal vooral ingezoomd worden op één of meerdere contextgerelateerde casussen van wisselende complexiteit. Bij bepaalde leertaken kan gebruik gemaakt worden van het simulatiecentrum in het azM. Leertaken zetten aan tot integratief denken en handelen, waarbij de IC-verpleegkundige gebruik maakt van eerder én nieuw verworven kennis en vaardigheden en deze samenbrengt tot een groter begrip en overzicht. Elke leertaak is weer opgebouwd uit leereenheden. Een leereenheid is de kleinste afgeronde eenheid binnen een leertaak en wordt zelfstandig doorlopen. Ze is zo opgebouwd dat de student per kortere of langere studiesessie (max. 4 uur) één leereenheid kan doorwerken en zodoende één of meer afgebakende leerdoelen kan realiseren. Een leereenheid bevat nieuwe leerstof t.b.v. de realisatie van nieuwe leerdoelen Een leereenheid kan zowel helemaal in de vorm van schriftelijk materiaal worden aangeboden als in een combinatie daarvan met audiovisueel-materiaal, computerprogrammamateriaal (e-learning) of ander studiemateriaal. Het aanbod van het onderwijs binnen SCOPE houdt rekening met de leerstijlen van de deelnemers en zal in de loop van vier jaar opgebouwd worden van ‘klassieke’ naar meer ‘hedendaagse’ onderwijsmethoden, waarbij de werkwijzen in toenemende mate stimuleren tot eigen verantwoordelijkheid voor leren, zelfreflectie, intercollegiale toetsing en informeel leren.
2
Voor inhoudelijke beschrijving zie bijlage 1
5
Toetsing Toetsing is een vast onderdeel binnen de leertaak. Deze toetsing ontwikkelt zich in vier jaar van ….. via …..naar - diagnostische kennistoetsen (in de leereenheden) - integratieve casusbesprekingen (mondeling tijdens themadagen) - presentaties door deelnemers - hands-on (simulatie / bedside-toetsing) - feedback van collega naar collega op basis van een overeenkomst (samen leren) Toetsing heeft als functie inzicht te geven aan de IC-verpleegkundige in zijn eigen ontwikkelproces en dient dus als grondslag voor de eigen ontwikkeling en niet als beoordeling. SCOPE is in eerste instantie een op het individu gericht ontwikkelingsprogramma. In de verdere ontwikkeling van het programma (jaar 2 en verder) zal het samen (multidisciplinair) leren een steeds belangrijker aandeel krijgen in het programma. Hierdoor wordt beter tegemoet gekomen aan het delen van kennis en ervaringen, visieontwikkeling en het verder ontwikkelen van gezamenlijke waarden en normen van het beroep van IC verpleegkundige. Hierdoor zal het leren door sociale interactie ofwel informeel leren een belangrijk onderdeel zijn van de verdere professionalisering.
Studiebelasting Elke leertaak (duur 3 maanden) heeft een studiebelasting van maximaal 32 uren, inclusief inschoolse dag. Concreet houdt dat in dat de student binnen elke leertaak een aantal leereenheden krijgt aangeboden met een studiebelasting van maximaal 24 uren en de inschoolse dag van 8 uren. De leereenheden zijn voorwaardelijk voor de inschoolse dag.
Accreditatie Scope is vanaf 01-01-2011 opgenomen in het Kwaliteitsregister Verpleegkundigen en Verzorgenden. De toegekende accreditatiepunten kunnen gebruikt voor worden herregistratie.
Planning In het 1e jaar worden leertaak 1 t/m 3 aangeboden. In het 2e leerjaar worden zowel leertaak 1 t/m 3 én leertaak 4 t/m 6 aangeboden. In het 3e jaar worden leertaak 1 t/m 6 én leertaak 7 t/m 9 aangeboden. En tenslotte in het 4e jaar worden leertaak 1 t/m 9 én leertaak 10 t/m 12 aangeboden. Afhankelijk van de behoefte van de deelnemende ziekenhuizen zullen de leertaken meerdere keren per jaar worden aangeboden. Na vier jaar wordt elke leertaak jaarlijks aangeboden en biedt een grote mate van flexibiliteit in de keuzemogelijkheden van de IC-verpleegkundigen. Uiteraard vindt er voortdurend updating plaats van de leertaken en indien nodig worden nieuwe leertaken ontwikkeld.
6
Certificaat Iedere deelnemer aan een leertaak ontvangt na afloop een certificaat met daarop de toegekende accreditatiepunten.
Inschrijving / Annulering Inschrijving Iedere IC-verpleegkundige kan, in overleg met de afdelingsleiding uiterlijk 2 maanden van te voren inschrijven op elke leertaak die wordt aangeboden. Het maximaal te volgen leertaken per jaar bedraagt drie. Inschrijven via het digitaal inschrijfsysteem: www.vvo-regiozuid.nl Annulering Afmelden tot 2 maanden voor de start van de inschoolse dag. Indien de Afmelding plaatsvindt na de uiterste afmeldingstermijn van 2 maanden wordt de deelname gefactureerd. De deelnemer heeft geen recht op een inhaaldag. Inschrijving zal opnieuw moeten plaatsvinden. Eventuele uitzonderingen worden gemaakt indien er sprake is van overmacht zoals ziekte of anderszins. De afdelingsmanager zal dit dan persoonlijk kenbaar moeten maken. Annulering inschoolse dag 2 maanden voorafgaand aan een inschoolse dag wordt gekeken of er minimaal 8 deelnemers zijn ingeschreven. Indien er minder inschrijvingen zijn wordt de lesdag geannuleerd.
Prijs De prijs van één leertaak bedraagt € 120,-
7
BIJLAGE 1 Inhoud leertaken 1. Leertaak initial assessment Het medisch en verpleegkundig onderzoek in acute situaties binnen de Intensive Care. In deze leertaak staan competenties centraal die te maken hebben met de beeld- en oordeelsvorming bij zorgvragers met acute stoornissen die geleid hebben óf kunnen leiden tot problemen van de vitale functies. 2. Leertaak resuscitatie en initiële stabilisatie Het medisch en verpleegkundig handelen in acute situaties binnen de Intensive Care. In deze leertaak staan competenties centraal die te maken hebben met het klinisch redeneren en het verpleegkundig handelen in acute zorgsituaties. 3. Leertaak paediatrische care (& geriatrische care?) Op de intensive care volwassenen worden regelmatig kinderen met een dreigende of aanwezige ernstige stoornis van één of meerdere vitale functies behandeld. Een dreigende of aanwezige ernstige stoornis van één of meerdere vitale functies veroorzaakt bij het kind een grote diversiteit aan problemen. Deze problemen liggen op het fysieke en psychosociale vlak en op het gebied van groei en ontwikkeling. Ook heeft de IC-verpleegkundige te maken met ouders en gezinsleden. Voor beiden heeft hij een specifieke verantwoordelijkheid, omdat kind en ouders / gezin een onlosmakelijke eenheid vormen. 4. Leertaak orgaansysteemondersteuning en veilig gebruik apparatuur Het medisch en verpleegkundig ondersteunen dan wel overnemen van vitale lichaamsfuncties bij zorgvragers binnen de Intensive Care. In deze leertaak staan competenties centraal die te maken hebben met combinaties van algemeen ondersteunende maatregelen, het gebruik van geavanceerde instrumenteel-technische voorzieningen en complexe farmacotherapeutische behandelingen. 5. Leertaak transport care Het vervoer van de IC-patiënt is nooit zonder risico. Deze procedure dient dan ook zeer zorgvuldig te worden overwogen, voorbereid en uitgevoerd. Ook een evaluatie van het transport is van groot belang. In deze leertaak staan competenties centraal die te maken hebben met het voorbereiden en uitvoeren van een transport van de IC-patiënt, wat betreft het scheppen van de juiste randvoorwaarden op het gebied van: de begeleiding, benodigde apparatuur, monitoring, organisatie en gegevensoverdracht. 6. Leertaak sepsis- en infectiepreventie Infectiepreventie is een belangrijk element bij de preventie van multi-orgaanfalen / disfunctie. Onder de algemeen geldende hygiënische maatregelen vallen onder andere aseptische technieken die bijvoorbeeld de incidentie van nosocomiale infecties moeten verminderen, dan wel voorkomen. In deze leertaak staan competenties centraal die te maken hebben met het voorkomen van complicaties welke een gevolg zijn van ontoereikende hygiënische maatregelen. 7. Leertaak peri-operatieve care Er bestaat een grote variëteit in patiënten op de IC. Aan mensen die acute traumazorg vragen of patiënten die invasieve / operatieve behandelingen moeten ondergaan als gevolg van een ziekteproces, dient inhoud te worden gegeven aan efficiënte en kwalitatief hoogwaardige patiëntgerichte IC-zorg. In deze leertaak staan competenties centraal die te maken hebben met realiseren van een goede zorg voor patiënten die invasieve / operatieve behandelingen moeten ondergaan.
8
8. Leertaak comfort care De Intensive Care heeft als belangrijkste doel “state of the art” geneeskundige / verpleegkundige zorg te verlenen aan de (acuut) bedreigde patiënt, die daarmee optimale kansen tot herstel moet worden geboden. Waar het verlenen van deze zorg ten koste gaat van het lichamelijk en psychosociaal welzijn van de patiënt en familie, moet dit zoveel mogelijk worden beperkt. In deze leertaak staan competenties centraal die te maken hebben met het voorkomen, dan wel behandelen van complicaties op lichamelijk en/of psychosociaal terrein als gevolg van ernstig trauma of ziekte. Hiertoe behoort ook het realiseren van veilige zorg. 9. Leertaak pré- & postcare De Intensive Care verpleegkundige kan een belangrijke rol spelen in de begeleiding van patiënten die het risico lopen om opgenomen te worden op de IC en aan patiënten aan een klinische afdeling zijn overgedragen. Bij de eerste groep kan door consultatie van de IC-verpleegkundige een ICopname mogelijk worden voorkomen. Patiënten die soms al weken op de Intensive Care hebben doorgebracht, lopen het risico om opnieuw opgenomen te moeten worden op de IC. Terugkeer naar de IC is voor een patiënt vaak een forse belasting. In deze leertaak staan competenties centraal die te maken hebben het met realiseren van een goede nazorg waarmee kan worden voorkomen dat patiënten opnieuw terug moeten naar de IC. 10. Leertaak ‘end of life’ care Vaker zal het medische handelen als zinloos in de zin van disproportioneel worden beoordeeld. De middelen die nodig zijn om de patiënt in leven te houden of om te pogen verbetering in de toestand te bewerkstelligen staan voor sommigen niet meer in verhouding tot het mogelijk haalbare resultaat. Het inzicht dat een niet te verwaarlozen percentage patiënten na langdurig verblijf op de IC na ontslag alsnog vrij snel komen te overlijden zet vraagtekens bij de effectiviteit en proportionaliteit van IC-zorg. In deze leertaak staan competenties centraal die te maken hebben met ethische en juridische besluitvorming in relatie tot niet-curatieve IC-zorg. 11. Leertaak trauma & verbranding Het gouden uur heeft concreet betrekking op medisch levensreddende handelingen in het eerste uur volgend op het ontstaan van een trauma. De in dit tijdsframe verrichte handelingen en geleverde standaard in de keten van traumazorg zijn bepalend voor de verdere levenskwaliteit van de patiënt voorbij dit "gouden uur". Het keten-denken wordt sterk gepropageerd in het advies "Verpleegkundige toekomst in goede banen". Daarin wordt gepleit voor keten-denken (ook in opleidingen) zodat bijvoorbeeld ambulance-verpleegkundigen, SEH en IC verpleegkundigen wederzijds inzetbaar zijn. In deze leertaak staan competenties centraal die te maken hebben met communicatie en samenwerking in relatie tot ketenzorg en trauma. 12. Leertaak onderzoek & data-interpretatie en verpleegkundige diagnose Ook verpleegkundigen kunnen deel uit maken van een onderzoeksgroep binnen de IC. Onderzoek draagt bij aan het beoefenen van evidence based practice. Dat is een benadering van de zorgverlening die niet zozeer uitgaat van ervaring en aloude wijsheden, maar van wetenschappelijk bewijs. Dit houdt in dat stelselmatig kritisch wordt gekeken naar het eigen verpleegkundig handelen. De resultaten van wetenschappelijk onderzoek worden vertaald in richtlijnen en protocollen en worden op die manier ingebed in de dagelijkse praktijk van de IC volwassenen. In deze leertaak staan competenties centraal die te maken hebben met het (zo mogelijk) toepassen van evidence based practice.
9
BIJLAGE 2 CanMEDS-rollen In de nieuwe erkenningsystematiek van de Intensive Care Opleiding zal voor de formulering en de indeling van de eindtermen gebruik gemaakt worden van de CanMEDS-rollen. In de jaren 90 zijn in Canada op basis van breed onderzoek zeven rollen geformuleerd. Dit zijn de eisen waaraan de medisch specialist moet voldoen en daarmee vormen zij de leidende indeling voor de eindtermen van de opleidingen. Deze rollen zijn in Nederland inmiddels ook de standaard in de medische specialistenopleidingen. Het College Ziekenhuis Opleidingen (CZO)3 sluit hierbij aan en hanteert dezelfde zeven rollen, met een iets aangepaste onderstaande omschrijving voor de ziekenhuisprofessional, voor de indeling van de eindtermen. CanMEDS-rollen Het functioneren van de ziekenhuisprofessional (in dit geval de IC-verpleegkundige) wordt beschreven in eindtermen en verdeeld in de volgende gebieden Vakinhoudelijk handelen
De ziekenhuisprofessional integreert alle vakinhoudelijke kennis en vaardigheden en een professionele attitude ten behoeve van optimale patiënt - gecentreerde zorg en / of werkprocessen ten behoeve van optimale patiënt - gecentreerde zorg.
Communicatie
De ziekenhuisprofessional faciliteert op een effectieve wijze de patiënt – professional relatie en de communicatie voor, tijdens en na de het directe patiënten contact.
Samenwerking
De ziekenhuisprofessional werkt effectief samen binnen een multidisciplinair team ten behoeve van optimale patiëntenzorg.
Kennis en wetenschap
De ziekenhuisprofessional committeert zich aan het werkzame leven met reflectief leren evenals met het creëren, verspreiden en toepassen van (wetenschappelijke) kennis.
Maatschappelijk handelen
De ziekenhuisprofessional gebruikt op een verantwoorde wijze haar of zijn expertise en invloed ten voordele van de gezondheid en het welzijn van individuele patiënten, de gemeenschap en de bevolking.
Organisatielidmaatschap
De ziekenhuisprofessional draagt als organisatielid bij aan de continuïteit en effectiviteit van de ziekenhuisorganisatie en de gezondheidszorg.
Professionaliteit
De ziekenhuisprofessional committeert zich aan de gezondheid en het welzijn van individuen en de samenleving door een ethische beroepsuitoefening, door de professie geleide regulatie van het beroep en hoge persoonlijke gedragsstandaarden.
3
Het College Ziekenhuis Opleidingen (CZO) is het orgaan dat op afstand landelijk toezicht houdt op de medisch ondersteunende en verpleegkundige vervolgopleidingen. De organisatie bewaakt de kwaliteit van ziekenhuisopleidingen door opleidingen een landelijke erkenning te geven in de vorm van een CZO keurmerk. Een belangrijk deel van de werkzaamheden van het CZO is dan ook het beoordelen van verzoeken voor erkenning. Het CZO bewaakt de kwaliteit en de relevantie van de ziekenhuisopleidingen ook door de regie te voeren over de inhoud van deze opleidingen. Een goed scholingsaanbod moet steeds aangepast worden aan de ontwikkelingen in de sector.
10