Schriftelijke en digitale (laag)geletterdheid Presentatie voor landelijke dag laaggeletterdheid en digitale vaardigheden’ 13 november 2014 Willem Houtkoop (
[email protected]
Vooruitblik • Laaggeletterden breed; Verschillende groepen met verschillende kenmerken • Digitale geletterdheid • Gevolgen voor bereik • Gegevens grotendeels afkomstig van PIAAC (Programme for the International Assessment of Adult Competencies), www.piaac.nl
Verschillende groepen
Basis voor indeling in groepen naar niveau • PIAAC (en IALS en ALL) niveau-indeling maatgevend voor de Nederlandse en internationale discussie over laaggeletterdheid (5 niveaus, niveau 1 = laaggeletterd) • Indeling gebaseerd op kenmerken van de test (moeilijkheidsgraad teksten, complexiteit van opdrachten, aanwezigheid van afleiders) • En niet op de problemen die mensen in werk en leven tegenkomen • Er is uiteraard wel een (sterke) relatie tussen vaardigheidsniveau en (eventuele) problemen, maar niet één op één • Daarom soms overschatting van de problemen van laaggeletterden (en soms ook onderschatting)
Trends in laaggeletterdheid en excellentie 1994 – 2012 16-65 jr. 20,0 18,6
18,0 16,0
16,2
14,0 12,0 10,0
11,9
9,4
8,0 6,0 4,0 2,0 0,0 1994 (IALS)
2012 (PIAAC) Laaggeletterd
Excellent
Verschillen naar niveau • Laaggeletterd = niveau 1 schaal taalvaardigheid; 11,9% Nederlandse bevolking 16-65 jaar, 1.3 miljoen mensen – Onderkant laaggeletterd = laag niveau 1, 2.6% 16-65 jarigen, 300.000 mensen, ongeveer niveau A1 – Midden/bovenkant laaggeletterd = hoger niveau 1, 9.3% 16-65 jarigen, 1.000.000 mensen, ongeveer niveau A2/1F
• Matig geletterd = niveau 2 van schaal taalvaardigheid, 27% 16-65 jarigen, 3.000.000 mensen, niveau 2F ‘ergens’ binnen dit niveau 2 (NB Niveau 2F is burgerschapsniveau)
Verdeling van taalvaardigheidsscores en niveau indelingen
Niveau 2
Hoger niveau 1 Lager niveau 1
Verschillende groepen laaggeletterden • Differentiëren naar taalniveau, leeftijd, opleiding, etniciteit • Grootste groep; autochtoon, werken meestal, (laag) middelbare opleiding, 45+’ers, 540.000 • Twee andere grote groepen; werken niet, allochtoon en autochtoon, laagopgeleid, 230.000 • Maar ook; • Groep op laag niveau 1, vaak ook digibeet, veel 55+’ers, 330.000 (vaak bepalend voor beeld laaggeletterden) • Zeer grote groep op niveau 2
Groepen laaggeletterden naar een aantal achtergrondkenmerken 400.000 350.000
336.000
300.000 252.000 250.000 204.000 200.000 158.400 150.000 120.000 100.000 50.000 0
108.000
Digitale Geletterdheid
Nederland sterk gedigitaliseerd • 97% heeft wel eens computer gebruikt • 80% ervaring met computers op werk • 94% gebruikers op het werk heeft de ict-ervaring die nodig is • Alleen Scandinavische landen kennen hogere percentages • Kleine groep (3%) heeft geen computerervaring
Geldt ook voor laaggeletterden • 87% laaggeletterden gebruikt wel eens een computer • 44% laaggeletterde werkenden gebruikt wel eens computer op het werk • Wel geringere intensiteit dan mensen met een hoger vaardigheidsniveau • Ook iets ander gebruikspatroon; minder WORD en EXCEL • Maar laaggeletterden bijna net zo actief als hooggeletterden als het gaat om e-mailen en het online opzoeken van informatie
Computer- en internetactiviteiten van laaggeletterden en excellenten E-mailen 100 90 80 70
Chatten
Online informatie zoeken
60 50 40 30 20 10 0
Programmeren
Internetbankieren
Spreadsheet
Tekstverwerking
Niveau 1
Niveau 4
Trend computergebruik in Nederland
Taalvaardigheid van mensen zonder computer
Trends in computergebruik van laaggeletterden
Operationele en informatievaardigheden • Knoppenkennis; omgaan met een muis, aanklikken van informatie, drag and drop, scrollen in een tekst en highlighten van informatie • Informatievaardigheden; zijn volwassenen in staat om met behulp van internet, E-mail en spreadsheets afspraken te plannen, online aankopen te doen, of zich in te schrijven bij een uitzendbureau? En zijn ze in staat informatie uit verschillende online bronnen te vinden, te integreren en te beoordelen op betrouwbaarheid en bruikbaarheid?
Knoppenvaardigheid van volwassenen en laaggeletterden
Digitale informatievaardigheden van Nederlandse volwassenen
Informatievaardigheden bevolking en laaggeletterden (voorlopige cijfers) Bevolking 16 65
Laaggeletterden 16 65
Geen ict ervaring
3
13
Onvoldoende knoppenkennis
4
17
Geen zin/angst
4
10 (schatting)
Lage dig. informatievaardigheden
44
45
Gemm. dig. informatievaardigheden
34
14
7
1
Hoge dig. informatievaardigheden
Het bereiken van laaggeletterden Maar eerst iets over de ouderen
Ouderen belangrijk(st)e doelgroep • Vergrijzing • ‘Biologisch’ leeftijdseffect; ook als je rekening houdt met andere factoren, nemen vaardigheden af • Onder ouderen relatief veel laaggeletterden (21,5% van 55-65 jarigen) • In groep 55-65; 500.000 • Grotere aantallen als je kijkt naar 65+’ers; 700.000
Over ouderen • Welk aanbod is er voor ouderen en welk aanbod is geschikt? • Verschillen binnen de groep ouderen groter dan onder jongeren • Van oudere allochtonen eerste generatie is helft laaggeletterd • Informatievaardigheden voor ouderen zeer belangrijk
Informatievaardigheden van 55-65 jarigen
Hoe bereik je de mensen • Een paar ontnuchterende cijfers • Voor laaggeletterden die bereikbaar en schoolbaar zijn • 98% vindt eigen taalvaardigheid voldoende
• Voor werkende laaggeletterden • 80% zegt dat ze geen verdere scholing nodig hebben • 46% zegt dat leesvaardigheden op het werk nauwelijks worden gebruikt
Geen vanzelfsprekende deelnemer • Mensen ervaren vaak geen tekorten en vaak ook weinig problemen • Voor een deel berust dat op realiteit • Mensen aanspreken op hun laaggeletterdheid werkt voor velen weinig motiverend • Een ander verhaal is dan nodig, functioneel en gericht op specifieke vragen en leefgebieden • Niet zozeer vanuit het tekort, maar vanuit de uitbreiding van de eigen mogelijkheden
Bibliotheekbezoek en laaggeletterdheid, bron ALL onderzoek Laaggeletterd
Niet-laaggeletterd
72
51
19
6
8
12
10
9
10
3 Wekelijks
Maandelijks
Meerdere keer afgelopen 1 of 2 keer afgelopen jaar jaar
Nooit
Via bibliotheken • 29% van de laaggeletterden bezocht het afgelopen jaar een bibliotheek (ALL gegevens) • Het bereik van de bibliotheken onder laaggeletterden (van 1665) is rond 300.000, maar mensen op niveau 2 zijn ook relevant • Op welke groepen richt je je vooral (ouderen belangrijk)? • Wat biedt je aan (informatievaardigheden belangrijk)? • Wie komen er als je faciliteiten biedt (nu vaak allochtonen)? • Waaraan bestaat behoefte bij verschillende doelgroepen?
Bronnen • Buisman, Allen, Fouarge, Houtkoop, van der Velden, PIAAC: Kernvaardigheden voor Werk en Leven, den Bosch, ECBO, 2013. • Buisman, Houtkoop, Laaggeletterdheid op de Kaart, Stichting Lezen en Schrijven/ECBO, 2014. • Buisman, Rekenniveaus in het mbo, den Bosch, ECBO, 2014. • Te verschijnen; Taalvaardigheid in het mbo, Informatievaardigheid in het mbo, Digitale geletterdheid. • www.ecbo.nl