(Of met andere woorden een greep uit de praktische aanpak in het tweede leerjaar)
Schooljaar 2015–2016
Op 1 september namen we al meteen een artistieke start en werden er door de aanwezige kinderen al kunstwerken gecreëerd vóór de eerste schoolbel. Zo kon ons eerste pop-up museum onder de naam ‘Galerie Marie’ officieel geopend worden. We hebben met het tweede leerjaar kennisgemaakt met een vriendje van de nachtwaker van het ‘national museum’: Fredje Skeletje’. Hij had een brief bij zich van Larry, de nachtwaker, waarin hij ons smeekt hem te helpen met een belangrijke missie: ervoor te zorgen dat de deuren van zijn museum niet definitief sluiten (omwille van minder bezoekers… minder subsidies… minder aanbod van kunstwerken…). Na een stemmingsronde kozen we voluit voor deze moeilijke opdracht met heel wat consequenties... dát belooft (gelukkig hebben we tien maanden)!
Nu zondag, met volle maan, verwachten we trouwens dat er iets te gebeuren staat …
Organisatie en klaswerking In het tweede leerjaar willen we zoveel mogelijk klas overschrijdend werken. Daarom werken we samen aan de opdrachten van ons jaar-thema. 2A telt 17 leerlingen en meester Ivan is de klastitularis. 2B telt 17 leerlingen, waarvan meester David de klastitularis is. Ons containerklasje biedt zeker voordelen: rustig gelegen, snel binnen/ buiten, rolluiken bij hinder van zonlicht, airco wanneer er tropische temperaturen gemeten worden, verwarming bij koude, ligging nabij de speelplaats, de moestuin en het gezellige, houten 'clubhuis'. Het eerste halfuurtje van de dag verzorgt juf Lief (zorgjuf) extra individuele leesmomenten voor kinderen die hier nood aan hebben. In de voormiddagen behandelen we vakken als rekenen en taal (spelling, lezen, schrijven, …). In de namiddag staan vooral w.o. en de muzische vakken op het programma. Op donderdagvoormiddag gaan de twee klassen afzonderlijk turnen in Berentrode o.l.v. meester Mimo. Vrijdagnamiddag blijft de zwembeurt behouden in de Nekkerpool te Mechelen en dit vanaf 4 maart. U krijgt nog een lijst met de juiste data. U kan uw kind (en ons) een plezier doen hem of haar op deze dag van makkelijke kledij en schoenen te voorzien. Teensokjes, spannende kousenbroekjes,... altijd fun...;) Kinderen met nood aan extra begeleiding kunnen op de hulp van meester Bart rekenen.
Vakken inhoudelijk bekeken A. Wiskunde 1 Getallenkennis Je kind moet: de getallen tot 100 juist kunnen lezen (eerst de eenheden en dan de tientallen) en schrijven (eerst de T en dan de E). de symbolen E (lossen of eenheden of énen), T (groepjes van tien of tientallen of tienen) en H (honderdtal) kennen en in elk getal tot 100 de betekenis van elk cijfer kunnen verwoorden, bv. in 35 zitten 3 groepjes van 10 en 5 lossen. de getallen op de juiste plaats kunnen situeren in het 10-veld, het 20-veld en het 100veld. de begrippen de helft, een kwart, één en een kwart en anderhalf kennen en kunnen gebruiken in de realiteit.
2 Bewerkingen
2.1 Optellen en aftrekken We splitsen het eerste getal niet in T en E maar laten het samen. Wat we bijdoen of wegdoen wordt wél gesplitst in T en E, en rond de bewerking die eerst wordt uitgevoerd trekken we een kring. Bij oefeningen met brug werken we net zoals in het eerste leerjaar door de eenheden van de tweede term te splitsen zodat het vorige of volgende tiental gemaakt kan worden.
2.2 De tafels Het leerplan vraagt uitdrukkelijk dat alle kinderen van het tweede leerjaar de vermenigvuldigingstafels tot en met 10 paraat kennen! Naast inzicht en inoefenen is het memoriseren dus echt wel een ‘must’. Het is belangrijk dat we hier van bij de tafel van 2 mee starten. Als je dit tè lang uitstelt, wordt het onbegonnen werk, zeker voor de zwaksten. Automatiseren is een kwestie van VAAK (dagelijks) en KORT (5 à 10 minuten) te oefenen. Graag willen we vragen dit thuis mee op te volgen. Van elke nieuw aangebrachte tafel krijgt uw kind inoefenkaartjes mee waar hij/ zij mee aan de slag kan. Er zijn gelukkig tal van andere inoefenkansen... meezingen met een cd, sprongen: 0,4,8,12,..., springen, speelleerboekjes, computerprogramma’s, het internet (Bingel.be, maaltafels.be,... ). De parate kennis van de deeltafels die bij de vermenigvuldigingstafels horen is leerstof voor het derde leerjaar. In het tweede leerjaar is er enkel een aanzet, het is voldoende dat de kinderen inzien dat de deeltafels afgeleid worden uit de vermenigvuldigingstafels.
2.3 Meten en metend rekenen Wat je kind moet weten is dat: de lengte, de hoogte, de breedte, de dikte van iets uitgedrukt kan worden in meter (m) en/of centimeter (cm). de inhoud van iets uitgedrukt kan worden in liter (l) en/of centiliter (cl). het gewicht van iets uitgedrukt kan worden in kilogram (kg) en/of gram (g). En
verder: de tijd kunnen aflezen tot op een kwartier nauwkeurig. de dagen van de week en de maanden van het jaar kennen. de datum kunnen zeggen en schrijven. alle biljetten en muntstukken tot 100 euro kunnen benoemen. bedragen kunnen lezen en verwoorden in cent. prijzen met twee cijfers na de komma kunnen lezen als ... euro (en) ... cent.
Meten en metend rekenen is voor heel wat kinderen een struikelblok. Thuis ervaringen laten opdoen is zeer zinvol: metingen uitvoeren, inhoud van flessen of brikken controleren, de keukenweegschaal en kalender gebruiken, vragen naar voorbije gebeurtenissen of geplande activiteiten. Als de klok het uur, half uur of kwart voor of over aangeeft, vraag dan je kind hoe laat het is. Laat je kind prijzen lezen, iets kopen en zelf betalen.
B. Taal 1 Lezen In het 2de leerjaar wordt er vooral gewerkt aan het opkrikken van het AVI-niveau (technisch lezen). Op regelmatige tijdstippen wordt dit AVI –niveau getest en meegedeeld via het rapport. Wat zijn onze normen die we beogen? Kerstmis: AVI 3 Pasen: AVI 4 Eind tweede: AVI 5 De normen worden als gewenst minimum (GEW) op het rapport ingegeven. We proberen zoveel mogelijk leeskansen aan te bieden op school. Op maandag gaan we het laatste halfuurtje van de voormiddag op zoek naar hun leesplezier (lezen in een boekje naar eigen interesse), op woensdag lezen we het laatste halfuurtje met leesouders (in niveau-groepjes) en op vrijdag lezen we het laatste halfuurtje van de voormiddag (met kinderen uit hogere klassen). We geven ook regelmatig leesopdrachtjes mee naar huis en driewekelijks brengen we een bezoek aan de bib. Wij hopen van harte dat er thuis de nodige aandacht kan geschonken worden aan lezen en dat dit een plaatsje krijgt binnen de vaak drukke agenda. Lezen kan best wel gezellig, plezierig, fijn zijn en rust brengen!
2 Spelling Om het correct schrijven in te oefenen maken we gebruik van woordpakketten (WP). Hoe wordt zo’n woordpakket opgebouwd? maandag: aanbreng van de 20 woorden en bespreking van de moeilijkheid of regel (oefenschrift) + thuis kopiëren van de woorden op de voorkant van het huistakenblad. dinsdag: inoefening van de woorden in de klas (werkschrift) + thuis inoefenen aan de achterkant van het huistakenblad, eventueel via Bingel.be of door zelf enkele woorden te dicteren aan uw kind. woensdag: dictee (losse woorden en zinnen) Tijdens dit dictee komen niet alleen woorden uit het WP aan bod, maar ook woorden met dezelfde moeilijkheid. Donderdagnamiddag maakt meester Bart een momentje vrij om spellingzwakkere kinderen al eens te laten kennismaken met het woordpakket dat zal volgen.
Er worden in de loop van het schooljaar ook een aantal regels aangeleerd die telkens meegedeeld zullen worden via het huistakenblaadje.
We zetten er toch al een paar voor u op een rijtje:
Aai, ooi en oei schrijf je altijd met een i. (vb: haai, kooi, boei, …) Eeuw en -ieuw schrijf je altijd met een u net voor de w. (vb: leeuw, kieuw, …) Hoor je op het einde van een woord –t of –p? Dan moet ik verlengen om de juiste eindletter te weten. Als een woord in het ei-lied komt dan schrijf je het met ei:
Ik ga op reis met de trein zei de meid van het plein. In mei zoekt een geit klei in haar eigen wei. Het is geen geheim. Je vindt op de heide geen kleine kei, ook geen boot met een zeil. Einde!
Als een woord in het au-lied komt dan schrijf ik het met au.
Laura heeft de auto van de paus met blauwe saus overgoten. Ze pikte ook een veer van een mooie pauw. Dat vond iedereen wel flauw.
Wanneer schrijf je –cht of –gt? (Deze moeilijke regel ga ik u nog even onthouden.)
Wanneer schrijf je –ch of –g? Meestal schrijf je –g! Pech, lach en zich schrijf je met –ch. Die woorden moet je onthouden.
Tot slot de regels i.v.m. verenkelen en verdubbelen.
Bij het vorige schema van verenkelen en verdubbelen wordt verwezen naar drie soorten klanken: korte, lange en andere klanken. korte klanken: a, e, i, o, u (Zatte, vette kippen stoppen bussen.) lange klanken: aa, ee, oo, uu (Apen zweven over muren.) andere klanken: ie, ei, ij, oe, eu, ui, aai, oei, r, k, t, m, z, … Deze regels worden in de volgende leerjaren herhaald en uitgebreid.
C. Schrift In het tweede leerjaar wordt er specifiek geoefend op de vorming van de hoofdletters. Telkens er een nieuwe hoofdletter wordt aangeleerd in de klas worden de kinderen aangespoord deze mee te gebruiken in hun schrijven. Een goede schrijfhouding en een goede pengreep zijn onze aandachtspunten.
D. Wereldoriëntatie (W.O.). W.O. is erop gericht dat kinderen zichzelf en hun omgeving verder en diepgaander gaan exploreren, interesse ontwikkelen voor het leven van mensen nu en in het verleden, hier en elders in de wereld; openheid en respect ontwikkelen tegenover natuur, mens en maatschappij en zelfstandig met informatie leren omgaan. We doen ons best om een gezonde mix te maken van de handleiding Mundo en waar mogelijk te laten aansluiten bij de taalmethode, de actualiteit, de interesse van kinderen,... Wat er getoetst wordt, zouden de kinderen doorgaans nog moeten weten uit de lessen. Wanneer er een blaadje wordt meegegeven ter inoefening, is het dus niet de bedoeling dit thuis te ‘blokken’. Op woensdagmorgen volgen we de belevenissen van Fayd, Carlijn en Raaf in het programma Huisje, boompje, beestje . De internetsite www.schooltv.nl/hbb sluit aan bij de geziene onderwerpen en is best wel leuk. Tijdens het hoekenwerk proberen we ook de kinderen de actualiteit van de laatste week mee te geven. Dit doen we door ze naar een aflevering van Karrewiet te laten kijken. Nieuwe omgevingen exploreren, experimenteren, andere ervaringen opdoen, hechter samenleven,... gebeurt intens tijdens openluchtklassen. Om de kosten van de schoolloopbaan van uw kind wat te drukken organiseren we dit tweejaarlijks. We zijn dit jaar bij de gelukkigen, we vertrekken op 25 april.
E. Muzische vorming Vroeger: individueel gegeven en 2 domeinen - vooral beeld (knutselen) en muziek (zang) - individueel, ieder maakte zijn eigen werkje - product, resultaat en techniek was belangrijk – moest mooi zijn - juf toonde voorbeeld of model, kinderen ‘maakten na’ - creativiteit werd minder gestimuleerd, mooiste werk meeste punten - competitief: ‘mooiste’ werkjes werden opgehangen of getoond (subjectief…) - punten op het rapport, er werd vergeleken tussen de kinderen - speelde zich af IN de school.
Nu: sociaal gegeven, ontmoeten is belangrijk en er zijn 5 domeinen:
- Beeld: knutselen maar ook kunst bekijken en waarderen (beeldhouwen, schilderkunst, kunstenaars, kunststromingen …) - Muziek: niet allen zang, ook met instrumenten werken, stemgebruik, muziek beluisteren, klankspel maken, zelf muziek maken, muzikale stromingen en componisten…) - Drama: toneel, rollenspel, schimmenspel,… - Bewegingsexpressie: expressief en creatief bewegen op bvb. muziek of geluiden - Muzisch taalgebruik: creatief omgaan met taal (bvb .rijm, gedicht, haiku, droedel) We proberen een gezond evenwicht te bewaren tussen deze verschillende domeinen. Niet alleen dingen maken, maar ook luisteren (muziek), voelen, emoties beleven, creatief uit de hoek komen, dingen ervaren (vb. toneel), je emoties en gevoelens kunnen uiten door het muzische, een oordeel geven.. Kinderen worden geprikkeld om zelf creatief te zijn en te experimenteren met materialen. We willen hun creativiteit ontwikkelen en laten ontplooien en ze laten ‘openstaan’ voor de kunstwereld. Daarom is het eindproduct minder belangrijk. Klemtoon ligt niet op een mooi en perfect eindresultaat (eerder nog wel bij vader-en moederdag of grootouderfeest ), wel op het proces dat het kind maakt. Niet de hoeveelheid werkjes is belangrijk maar wel de wetenschap dat uw kind in alle vrijheid een eigen creatie mag scheppen in woord of beeld, in muziek of schrijftaal. De leerkracht begeleidt, stimuleert, biedt kansen. Technieken worden aangeleerd als middel, niet als doel. Kinderen leren het werk van anderen beoordelen maar zijn ook in staat om zichzelf te evalueren en bij te sturen. De kinderen beleven het muzische ook buiten de klas (uitstap toneel, tentoonstelling, workshop…). Ook van buitenaf ‘het muzische in de klas brengen’ is belangrijk. Zijn er ouders die iets kunnen bieden? (bv. bespelen van een muziekinstrument, hobby die een leuke les beeld kan opleveren? Daarom vragen we jullie om de hulpcheque in te vullen.) We hebben dit jaar ook twee talentendagen en een muzische projectweek.
Taken en lessen De taken en lessen die uw kind thuis moet maken hebben een dubbele bedoeling. Op deze manier wordt de leerstof van de klas nog eens extra ingeoefend en anderzijds heeft u als ouder zo een beeld van wat er van uw kind verwacht wordt. Op maandag geven we een spellingblaadje mee naar huis dat verwacht wordt tegen woensdag klaar te zijn. Donderdag volgt een rekenblaadje dat afgegeven wordt op maandag. Op deze manier kunnen de kinderen (zelf) mee leren plannen. Normaal zouden de meegegeven taken geen probleem mogen zijn voor uw kind. Merkt u toch dat het niet zo vlot loopt, aarzel dan niet om dit op de huistaak te noteren zodat wij daaraan extra aandacht kunnen schenken. De taken en lessen staan steeds vermeld in de schoolagenda. Het is daarom ook wenselijk om deze dagelijks te controleren en ev. te handtekenen.
Toetsen en rapporten De toetsen worden op regelmatige tijdstippen met uw kind mee naar huis gegeven in het toetsenmapje. Soms krijgen de kinderen ook de taak om deze toetsen te verbeteren met groene balpen. We willen u vragen de toetsjes te voorzien van een handtekening. De rapporten worden meegegeven: 30 oktober 16 december (oudercontact op 16 en 17 december) 4 februari 23 maart (+ oudercontact op aanvraag) 26 mei Op 27 of 28 juni wordt het rapport meegegeven bij het oudercontact. Er worden drie individuele oudercontacten voorzien per schooljaar: Kerstmis, Pasen en juni. Mochten er zich tussentijds problemen voordoen wordt u extra uitgenodigd om deze te bespreken. Op het rapport staat telkens het gewenst minimum (GEW) vermeld. Dit is de norm die ieder kind zou moeten behalen. Indien uw kind minder dan dit GEW behaalde is dit een teken dat dit leerstofonderdeel nog extra ingeoefend moet worden.
Ziekte of afwezigheid Elke afwezigheid (zelfs een halve dag) moet schriftelijk worden meegedeeld op een apart briefje. U kreeg reeds een voorgedrukt blad met 4 genummerde uitknipstroken mee als 'gesneden brood'. Dit is meteen het wettelijk bepaald maximum aantal afwezigheden dat u zelf mag verantwoorden. Op doktersbriefjes staat geen beperking. Vanaf 4 opeenvolgende dagen afwezigheid moet er eveneens een doktersbriefje zijn. Er is ook een nieuwe -verstrengde- regelgeving omtrent afwezigheden in de week vóór of ná een vakantie. Elke afwezigheid moet hier met een doktersattest gestaafd worden.
Algemeen
Er wordt met potlood én vulpen gewerkt in de klas. Een 'tintenkiller' mag gebruikt worden door de lln. in samenspraak met de leerkracht. Er mag steeds water gedronken worden tijdens de les, maar dan wel van en aan het kraantje. Graag een gewone drinkbeker voorzien die uw kind kan bewaren in of op de bank. Bij verjaardagen is het handig dat u vooraf even laat weten wanneer u uw kind iets wil meegeven om dit te vieren in de klas. Gelieve geen snoep, chips, geschenkjes mee te geven. Een stukje cake, een wafeltje, een drankje, een stuk fruit, een ijsje … zien we liever. De Eerste Communie gaat door op 5 mei. De viering begint om 10 uur, duurt een uurtje en wordt afgesloten met een groepsfoto en een receptie aangeboden door de parochie. Er wordt een infoavond gegeven door de parochie – u krijgt een uitnodiging via de school - waarbij uw engagement gevraagd wordt bij de uitwerking van deze viering. Er gaat - bij het klaarmaken van de boekentassen - vaak veel tijd verloren bij het terugbezorgen van brooddozen, koekendoosjes, drinkbussen, (regen)jassen, die blijven rondslingeren en niet voorzien zijn van een naam. Niet elk kind blijkt z'n spullen goed te (her)kennen. Later dit jaar scheppen mutsen en handschoenen ook vaak problemen wanneer ze niet getekend zijn. Graag voorkomen! Foto’s kan u op de schoolwebsite bekijken. Deze worden maandelijks geplaatst. Ook werken we in de klas 2-wekelijks aan een ‘klaskrantje’. Op het einde van de maand hebben we dan een mooie verzameling van foto’s en tekstjes bij elkaar en wordt ’t krantje met uw kind mee naar huis gegeven. En tenslotte: een vraagje, een mededeling naar ons toe, kan en mag op verschillende manieren: ons even aanspreken op school (bij brengen of afhalen van uw kind), via de schoolagenda, d.m.v. een briefje, een telefoontje (Ivan: 015/550851) (David: 015/340242) of per mail:
[email protected] of
[email protected]