SCHOOLGIDS 2012-2013
deel B Interessant om te weten: algemene informatie over de Villa Novaschool Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 1
INHOUD 1
2
3
4
5
6
7
Interessant om te weten: algemene informatie over de Villa Novaschool De school 1.1 Geschiedenis van de school 1.2 De schoolbevolking 1.3 School- en groepsgrootte 1.4 In en rond het schoolgebouw Waar de school voor staat 2.1 Waarom bestaan we? 2.2 Wat willen we zijn? 2.3 Waar geloven we in en wat willen wij? 2.4 Hoe zien die uitgangspunten er in de praktijk uit? 2.5 Omgaan met elkaar 2.6 Pesten De organisatie van het onderwijs 3.1 De organisatie van de school 3.2 Leergebieden en lesmethoden 3.3 Schoolontwikkeling 3.4 Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) 3.5 Werken in hoeken 3.6 Zelfstandig werken 3.7 Computers in het onderwijs 3.8 Ouderbetrokkenheid 3.9 Vervanging leerkracht Informatieverstrekking 4.1 Informatieavond 4.2 Open Ochtend 4.3 Kijkmorgen 4.5 Nieuwsbrief, schoolkalender en de website De ontwikkeling van het kind 5.1 Peutergroep Portes 5.2 De opvang van nieuwe leerlingen op school 5.3 De ontwikkeling volgen van het kind 5.4 Toetsen 5.5 Blijven zitten en versnellen 5.6 Overgang naar het voortgezet onderwijs 5.7 Ons onderwijs De zorg voor het kind 6.1 Het zorgteam en de gedragsspecialist 6.2 De schoolarts 6.3 Schoolmaatschappelijk werk 6.4 Kinderoefentherapeut Cesar Bijlagen 7.1 Basisprofiel 7.2 Beleid kinderen met een PGB 7.3 Intern contactpersoon 7.4 Klachtenregeling 7.5 Medezeggenschapsraad 7.6 Organogram KSU 7.7 Passend onderwijs 7.8 Schorsing en verwijdering van leerlingen 7.9 Toelating en weigering van leerlingen 7.10 W.S.N.S. 7.11 Zorgstructuur
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 3
4 5
6 7 8 9 10 11
12
13 15
16 17 18 20 21 22 23
Pagina 2
1.
De School
1.1
Geschiedenis van de school
Het markante schoolgebouw van de Villa Nova is in 1995 gebouwd. Voor 1 januari 1995 bestonden er drie scholen voor katholiek basisonderwijs in de wijken Nieuw Engeland, Lombok en Majella: De St. Thomas à Villanovaschool aan de Bosboom Toussaintstraat De St. Antoniusschool aan de Malakkastraat De Majellaschool aan de Vleutenseweg Deze scholen zijn in 1995 en 1996 gefuseerd tot één school met twee locaties: de Villa Nova aan de Staringstraat en de Kameleon aan het eind van de Vleutenseweg. De namen Kameleon en Villa Nova zijn gekozen door de kinderen van de scholen, nadat ouders en kinderen allerlei namen hadden bedacht.
KSU De Villa Nova is onderdeel van de Katholieke Scholenstichting Utrecht (KSU). De KSU telt 23 scholen, waaronder één school voor speciaal onderwijs met 6000 leerlingen en bijna 600 leerkrachten. De 23 scholen en dependances zijn verdeeld in 4 clusters. Iedere cluster wordt geleid door een clusterdirecteur. De clusterdirecteur van onze school is Jansje Dekker. Zij is bereikbaar via
[email protected] . Meer over de KSU: www.ksu-utrecht.nl. Zie verder bijlage 1 Bron: KSU
1.2
De schoolbevolking
De Villa Nova is een gemengde school en is daarmee een afspiegeling van de samenstelling van de wijk. De meeste kinderen komen uit gezinnen met een Nederlandse, Marokkaanse of Turkse achtergrond. Daarnaast zijn er nog acht andere nationaliteiten De school ziet de invloed van allerlei verschillende culturen als een meerwaarde. Zo vieren wij bijvoorbeeld zowel het Sinterklaasfeest als het Suikerfeest.
1.3
School- en groepsgrootte
De Villa Nova telt tien groepen met in totaal zo’n 200 kinderen. Bij de start van het schooljaar hebben wij een gemiddelde groepsgrootte van 22 kinderen. Bij de start van het schooljaar 2012 - 2013 zijn de leerlingenaantallen als volgt: instroom 1-2 a 1-2 b 1-2 c 3 4 5 6 7 8
10-23 22 22 23 17 29 29 20 19 17
Voor de instroom van nieuwe kinderen wordt er dit schooljaar een instroomgroep gevormd, die op 1 oktober start met 10 kinderen. Dit aantal zal groeien tot 23 aan het einde van het schooljaar. De middengroepen 4 en 5 zijn het grootst. Deze groepen hebben naast de groepsleerkrachten ook begeleiding van een onderwijsassistent. Het schoolteam bestaat uit 15 groepsleerkrachten. Verder is ook personeel aan de school verbonden met andere taken, zoals een intern begeleider, remedial teacher, onderwijsassistenten, een schoolmaatschappelijk werker, gedragsspecialist, caesartherapeut, en een conciërge. Meer informatie over het personeel vindt u in hoofdstuk 3.
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 3
1.4
In en rond het schoolgebouw
In het schoolgebouw bevindt zich een goed uitgeruste gymzaal. Deze zaal wordt niet alleen voor bewegingsonderwijs gebruikt. Op het podium in de zaal worden zogenaamde ‘open podia’ gehouden. De ene helft van de school treedt dan op voor de andere helft en de ouders. Buiten schooltijd wordt de gymzaal regelmatig verhuurd, bijvoorbeeld voor judolessen, aan een zangkoor en verschillende sportclubjes. Het schoolgebouw ligt aan het Schimmelplein, een centrale ontmoetingsplek in de wijk Nieuw-Engeland en het grootste schoolplein van Utrecht. Er vinden ook evenementen plaats voor de wijk, waaraan de Villa Nova zo mogelijk meewerkt.
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 4
2.
Waar de school voor staat
2.1
Waarom bestaan we?
Als belangrijkste taak ziet de Villa Nova om kinderen te begeleiden op weg naar volledige deelname aan de maatschappij, als zelfstandige burgers. Mee kunnen doen en mee mogen doen staan voor de school centraal. De school biedt niet alleen kennis, maar helpt kinderen om zelfvertrouwen en zelfkennis te verwerven en verantwoordelijkheid te durven nemen.
2.2
Wat willen we zijn?
De Villa Nova wil een buurtschool zijn, waar kinderen opgroeien in een omgeving waarin mensen elkaar kennen. Daarom doet de school actief mee aan bewonersinitiatieven in de buurt. Onze droom is dat de buurt voor kinderen één geheel is van wonen, spelen en naar school gaan. Het schoolgebouw is een ontmoetingsplaats. De school wil een afspiegeling zijn van de wijk. In Nieuw Engeland en omgeving wonen mensen uit allerlei culturen. Daarom hecht de Villa Nova grote waarde aan een multiculturele schoolbevolking. De school wil goed aansluiten bij de verschillende achtergronden en leerbehoeften van de kinderen. Door kinderen de juiste ondersteuning te bieden, willen we ze helpen hun talenten te ontwikkelen. Maar de Villa Nova wil kinderen ook gewoon een fijne, leerzame schooltijd bieden, die uitdaagt en inspireert om een leven lang te blijven leren.
2.3.
Waar geloven we in en wat willen wij?
De school heeft een katholieke traditie. Daarbij zijn respect voor de ander en je omgeving belangrijk, net als verdraagzaamheid ten opzichte van andersdenkenden. De school biedt ruimte voor allerlei religies, alle kinderen zijn welkom op de Villa Nova. Het merendeel van de kinderen heeft een ander geloof dan het katholieke of geen religieuze achtergrond. Belangrijk is dat iedereen elkaar kan vinden in normen en waarden betreffende opvoeding, onderwijs, verdraagzaamheid en respect. Zie verder bijlage 7.1 Basisprofiel
2.4
Hoe zien de uitgangspunten er in de praktijk uit?
Hoe de Villa Nova uitgangspunten als respect, zelfstandigheid en geloof vorm geeft in de dagelijkse praktijk, is niet even in een paar alinea’s te vertellen. Een paar voorbeelden maken al vrij veel duidelijk. De Villa Nova stimuleert kinderen om zelfstandig keuzes te maken. Zelfstandig leren zien wij als een proces waarbij de ontwikkeling van de zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid daarbij heel erg belangrijk zijn. Om dat proces zo goed mogelijk vorm te geven zijn we ons ervan bewust dat een gestructureerde en doorgaande didactische en opvoedkundige aanpak in de groep belangrijk zijn. Wij hebben hoge verwachtingen van het kind en gaan er daarbij van uit dat elk kind in de basis een wil heeft om te leren, dat er sprake is van een innerlijke motivatie. Daarvoor wordt bijvoorbeeld een kiesbord gebruikt, en werken de kinderen met weektaken. De groepsleerkrachten volgen de ontwikkeling van de kinderen bij het maken van keuzes, en geven instructie als dat nodig is. Aan sociaal-emotionele ontwikkeling besteedt de school veel aandacht; pesten wordt aangepakt. Lessen die gaan over geloof en identiteit leggen de nadruk op universele waarden als gerechtigheid en verdraagzaamheid. Trefwoorden die bovenstaande samenvatten: inspireren – ondersteunen – sturen.
2.5
Omgaan met elkaar
De school streeft er naar dat de kinderen zich veilig en vertrouwd voelen, in een omgeving met orde en regelmaat. In zo’n klimaat kunnen kinderen zich het best ontwikkelen. Hierbij is voorspelbaar gedrag van de leerkracht belangrijk. Weten waar je aan toe bent zorgt voor rust in de groep. Het is de bedoeling dat iedereen de omgangsregels respecteert. Deze regels worden besproken tijdens de zogeheten Soem-lessen (Sociaal-emotionele ontwikkeling). Belangrijk is dat kinderen zelf de waarde van de regels leren inzien. Wij leren kinderen met elkaar omgaan, verdraagzaam te zijn, kennis op te doen van andere culturen en andere opvattingen. Kinderen bouwen zo een positieve levenshouding op. Ze leren om hun eigen mening te vormen en durven en kunnen daar uiting aan geven. De volgende regels hanteren wij op school, die vooral tijdens de eerste schoolweken in het groepsplan Soem aan de orde worden gesteld: Ik doe mijn werk zo goed ik kan Wat ik doe is goed voor de groep
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 5
Ik ga goed om met het (school)materiaal Ik loop in de gang Ik spreek in de school Nederlands Ik mag alleen snoepen met feesten en verjaardagen Ik noem een ander bij de naam
2.6
Pesten
Helaas wordt er net als op andere scholen ook op de Villa Nova wel eens gepest. De school probeert pesten tegen te gaan, omdat gepest worden een heel akelige ervaring is die nu, maar ook later van invloed kan zijn. Van pesten spreken wij als een kind stelselmatig getreiterd wordt en daar slachtoffer van wordt. Dat is wat anders dan plagen. Bij plagen is er nog sprake van een gelijkwaardige situatie tussen kinderen, bij pesten niet. De school hanteert de volgende omgangsregels: de kinderen noemen elkaar bij de voornaam we hebben respect voor elkaars eigendommen we hebben respect voor elkaars lichaam we sluiten elkaar niet buiten we hebben respect voor elkaars gevoelens en opvattingen we respecteren ieder zoals die is Mocht er toch gepest worden, dan gelden de volgende uitgangspunten: elk kind kan bij iedere groepsleerkracht terecht als het gepest wordt en er op rekenen dat de groepsleerkracht er iets mee doet de groepsleerkracht neemt contact op met de ouders aan pesten wordt zo snel mogelijk een eind gemaakt kinderen worden gestimuleerd om het pesten te melden of zelf mee te helpen er een eind aan te maken. ieder kind kan zich wenden tot onze interne begeleider (Nicole Kerckhoff) zeggen dat er gepest wordt is geen klikken De school is in het bezit van een pestprotocol.
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 6
3.
De organisatie van het onderwijs
3.1
De organisatie van de school
De schoolleider
Is onder meer verantwoordelijk voor de algehele organisatie en met name voor het onderwijskundige en personele gedeelte.
Bouwcoördinatoren
Twee groepsleerkrachten coördineren de onderbouw (groep 1 t/m 4) en bovenbouw (groep 5 t/m 8) op onze school. Zij zorgen ervoor dat er binnen de onderbouw en bovenbouw en tussen de onder- en bovenbouw regelmatig overleg plaatsvindt. Samen met de schoolleider vormen de bouwcoördinatoren het managementteam van de school.
De groepsleerkrachten
Dragen zorg voor het onderwijs aan de kinderen. Daarnaast heeft elke leerkracht een aantal taken die noodzakelijk zijn voor een goede organisatie van de hele school.
Intern Begeleider
Ondersteunt de groepsleerkracht als er extra zorg nodig is voor een kind. Bespreekt de toetsresultaten en helpt bij het opstellen van een handelingsplan. Heeft contact met externe instanties zoals de schoolbegeleidingsdienst (Eduniek) en de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Heeft een centrale rol in de procedure voor de verwijzing naar het speciaal onderwijs. Ook geeft de intern begeleider leiding aan het zorgteam, dat verder bestaat uit de remedial teacher(s) en de gedragsspecialist.
Remedial Teacher
Helpt kinderen die extra zorg nodig hebben en zorgt voor ondersteuning van de groepsleerkracht.
Gedragsspecialist
Deze leerkracht ondersteunt de leerkrachten bij de sociaal-emotionele ontwikkeling in de groepen. Ook houdt zij zich bezig met individuele kinderen.
Interne vertrouwenspersonen
In het team is een interne vertrouwenspersoon. Kinderen en ouders kunnen bij de vertrouwenspersoon terecht met vertrouwelijke zaken.
Onderwijsassistente
Geeft aan één of enkele leerlingen gericht onderwijs, onder begeleiding van een groepsleerkracht. Verzorgt ook een aantal kringactiviteiten. Biedt extra hulp aan kinderen die dat nodig hebben.
Schoolmaatschappelijk Werker
Uitgebreide informatie hierover vindt u op pagina 15
Kinderoefentherapeut
Uitgebreide informatie hierover vindt u op pagina 16
Stagiaires
De Villa Nova heeft geregeld stagiairs van de opleiding tot onderwijs- en klassenassistenten en de pabo.
Conciërge
Draagt zorg voor het schoolgebouw en de directe omgeving en verricht ondersteunende werkzaamheden voor de groepsleerkrachten.
Clusterdirecteur
Is eindverantwoordelijk voor alle scholen binnen een cluster. Ondersteunt de schoolleider en stuurt deze aan. Heeft nauw contact met het schoolbestuur.
3.2
Leergebieden en lesmethoden
De wet schrijft scholen een aantal leergebieden voor. De school mag zelf kiezen welke onderwijsmaterialen en lesmethoden zij gebruikt. Hieronder vindt u een overzicht van de methoden die de Villa Nova per leergebied gebruikt.
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 7
Leergebieden Aardrijkskunde Bewegingsonderwijs Identiteit Dans & Drama Engels Geschiedenis Handvaardigheid Lezen Muziek Natuuronderwijs Rekenen Schrijven Sociale Redzaamheid Taal Tekenen Verkeer Woordenschatverrijking
3.3
Methode Hier en Daar Bewegingsonderwijs voor de basisschool Projecten in hoeken Dans & drama moet je doen Hello World Tijdstip Handvaardigheid moet je doen Veilig Leren Lezen (gr. 3), Estafette lezen (gr. 4 t/m 6) Muziek moet je doen projecten Wereld in Getallen Schriftl Kinderen en hun sociale talenten Ik & Ko, Schatkist, Taalleesland Tekenen moet je doen Klaar…….over! Met woorden in de weer
Schoolontwikkeling
De lesmethoden en de onderwijskundige aanpak zijn uiteraard voortdurend in ontwikkeling. Plan van aanpak voor het schooljaar 2012-2013 ziet er als volgt uit: Borging van de nieuwe methode rekenen (Wereld in Getallen) in de groepen 3 t/m 8; Invoering van de methode rekenen (Wereld in Getallen) in de kleutergroepen Invoering van methode Schrift (schrijven) Oriëntatie methodes en daarna mogelijke invoering schooljaar 2012-2013 van o Begrijpend lezen o Taal Beleid maken en uitvoeren voor (hoog)begaafde kinderen 2e jaar teamscholing op het gebied van klassenmanagement (De leerkracht centraal) 2e jaar trainen van een leerkracht als iCoach; ICT-ontwikkeling aanpassen op de verschillende leerbehoeften van onze leerlingen Ouderparticipatie- en betrokkenheid: samen met ouders en team beleid maken
3.4
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)
De Villa Nova doet mee met het project Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Hierbij ligt de nadruk op de mondelinge taalvaardigheid en woordenschatuitbreiding. De Villa Nova gebruikt het taalprogramma Ik & Ko. Kinderen die extra taalstimulans nodig hebben gaan met de onderwijsassistent in kleine groepjes aandacht besteden aan woordenschatuitbreiding en taalvaardigheid. De kinderen worden met kleine stapjes vertrouwd gemaakt met zelfstandig werken en een weektaak.
3.5
Werken in hoeken
De kinderen in de onderbouw werken onder meer in hoeken. Hier kunnen ze allerlei basisvaardigheden leren. Een aantal hoeken die te vinden zijn in de onderbouw: bouw- & constructiehoek rekenhoek computerhoek
Schoolgids deel B 2012-2013
zand- en watertafel hoeken met ontwikkelingsmaterialen creahoek
taal-, lees- en schrijfhoek themahoeken motoriekhoek
Pagina 8
Deze activiteiten ondersteunen het (voorbereidend) taal-, reken- en schrijfonderwijs. Bij de kleuters worden bijvoorbeeld de thema’s die aan de orde komen in het taalprogramma Ik & Ko gebruikt bij het werken in hoeken.
3.6
Zelfstandig werken
Vanaf groep 2 krijgen de kinderen een weektaak. Zo kunnen ze zelf kiezen op welk moment ze in welke hoek willen werken. Op een kiesbord geven ze hun keuze aan. In de bovenbouw hebben de kinderen week- en dagtaken. De kinderen krijgen meer verantwoordelijkheid: ze corrigeren hun eigen werk, controleren elkaar, en bespreken de resultaten met medeleerlingen en de leerkracht.
3.7
Computers in het onderwijs
De computer is een goed middel om tegemoet te komen aan de verschillende leerbehoeften van kinderen. De Villa Nova werkt vanaf groep 1 wekelijks met de computer. De school heeft een uitgebreid assortiment aan educatieve software. De programma’s ondersteunen diverse leergebieden. Kinderen leren ook gangbare toepassingen te gebruiken als Word, Prezi en Powerpoint. Verder worden de computers ingezet om werkstukken en presentaties te maken. De kinderen kunnen op kennisnet en internet antwoorden zoeken op hun vragen. De school draagt er zorg voor dat kinderen leren internet veilig te gebruiken. Hiervoor is een internetprotocol. Kinderen in de bovenbouw krijgen hierover uitleg. Elke groep op onze school heeft de beschikking over een digitaal schoolbord.
3.8
Ouderbetrokkenheid
De Villa Novaschool vindt het belangrijk dat ouders betrokken zijn bij wat er op school gebeurt. De school investeert daarom in: de contacten met ouders het informeren van ouders ouders actief betrekken bij het onderwijs ouders betrekken in het ontwikkelen van beleid op onze school. Elke groep heeft één of meer contactouders. Zij ondersteunen de groepsleerkrachten en zijn tevens de link tussen ouders en school. Regelmatig hebben deze ouders contact met de groepsleerkrachten. Zij bespreken de voortgang van activiteiten binnen een groep. Tijdens dit schooljaar zal i.s.m. team en ouders een taakomschrijving gemaakt worden voor de contactouders. Het is verder de bedoeling dat er 1 of 2 themaouderavonden georganiseerd zullen worden.
Ouderraad De ouderraad bestaat uit ouders die zich ten doel stelt de samenwerking tussen ouders en de school te bevorderen. Zij ondersteunen de werkgroepen, zoals sinterklaas, kerst, carnaval, etc. Indien u ook een bijdrage wilt leveren in de ouderraad, dan kunt u zich melden bij de contactpersoon Jojanneke Mulder (leerkracht groep 7). Wie zitten in de Ouderraad? Janine Batterink Marten van der Hoeve Nicole van Klink Jojanneke Mulder Bethany le Sager
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Medezeggenschapsraad (MR) In de medezeggenschapsraad kunt u meedenken en meepraten over het schoolbeleid. U kunt zich hiervoor kandidaat stellen. De MR is een wettelijk ingesteld overleg tussen ouders, personeel en bestuur. De MR bestaat uit 4 leden; 2 ouders en 2 teamleden. De leden van de MR worden gekozen voor de periode van twee jaar. In het reglement van de MR staat precies wie op welk moment advies-, instemmings- of beslissingsrecht heeft. De schoolleider woont, indien nodig en gewenst, de vergadering bij. De vergaderingen zijn openbaat en kunnen dus door u bijgewoond worden. (voor vergaderdata zie onze kalender op onze website).
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 9
Naast de MR is er dan nog de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). De GMR behandelt vraagstukken die van belang zijn voor alle scholen van onze stichting. Zie verder bijlage 7.3 Wie zitten in de MR? oudergeleding Ans de Jong Katinka Jesse
06-2257 2579 06-4120 4145
[email protected] [email protected]
teamgeleding Marjan Kalden Marga Edelenbosch
030-293 1582 030-293 1582
[email protected] [email protected]
3.9
Vervanging leerkracht
Als er een leerkracht ziek is proberen we in eerste instantie invallers te vinden. Dat lukt helaas niet altijd. Soms gaan de schoolleiders, IB-ers en RT-ers voor de groep om te vervangen, Soms kiezen we een van de volgende noodmaatregelen: Een klas wordt opgedeeld over andere groepen. In groepjes van ongeveer drie gaan de kinderen naar een andere groep. Ze nemen dan hun eigen werk mee. We zetten stagiaires in die, afhankelijk van hun vorderingen, alleen of met z'n tweeën een groep gaan draaien. Er is dan altijd een leerkracht op de achtergrond aanwezig om bij te springen. Deze studenten gaan niet met de groep naar gym of activiteiten buiten de speelplaats. Indien we besluiten een groep een dag naar huis te sturen, worden ouders daarover tijdig en schriftelijk geïnformeerd. Het kan voorkomen dat een klas naar huis wordt gestuurd die van een leerkracht is die moet invallen in de groep van een zieke collega. We doen dat als de groep van de zieke leerkracht al twee keer naar huis is gestuurd. We sturen een groep nooit meer dan twee dagen per jaar naar huis. Bron: KSU
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 10
4.
Informatieverstrekking
4.1
Informatieavond
Aan het begin van elk schooljaar houdt de Villa Nova een informatieavond. Op die avond vertelt de groepsleerkracht hoe het programma van het schooljaar in elkaar zit. Het is ook een gelegenheid om kennis te maken met de groepsleerkracht. Zo mogelijk worden ook de contactouders voorgesteld.
4.2
Open ochtend
Voor de ouders van nieuwe leerlingen en ouders die overwegen hun kinderen aan te melden op de Villa Nova, worden per schooljaar drie open ochtenden georganiseerd. Ouders, leerkrachten en schoolleider leiden u rond door de school, zodat u de school in bedrijf kunt zien. Aarzel niet om een keer mee te doen. De data zijn te vinden op de website en op de schoolkalender.
4.3
Kijkmorgen
Drie keer per jaar is er een kijkmorgen. Tussen 08.00 en 09.00 uur zijn de ouders van harte welkom in de klas. Kinderen kunnen dan hun werkstukken, schriftjes en andere producties laten zien, zodat ouders een goed beeld krijgen van waarmee ze bezig zijn.
4.4
Nieuwsbrief, schoolkalender en de website
De school geeft om de twee weken een nieuwsbrief uit. Daarin kunt u actuele informatie vinden over allerlei zaken die de school betreffen. Voor de nieuwsbrief kunnen ook ouders kopij aanleveren. De nieuwsbrieven worden per e-mail verstuurd en ook gepubliceerd op de website van de school: www.ksu-villanova.nl. Elk gezin krijgt aan het begin van het schooljaar een schoolkalender. Daarop staat de planning van de school.
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 11
5.
De ontwikkeling van het kind
5.1
Peutergroep Portes
Een voorschool is een peuterspeelzaal op een basisschool, bedoeld voor 2 ½ tot 4– jarige kinderen die op deze basisschool naar groep 1 gaan. Er is op de voorschool veel aandacht voor de taalontwikkeling en de ontwikkeling van kinderen. Voor informatie kunt u zich terecht bij de leidsters van de voorschool: 2990540. De voorschool is op de volgende tijden open: Maandag 08.30-11.45 uur Dinsdag 13.00-15.00 uur Woensdag 08.30-11.45 uur Donderdag 13.00-15.00 uur
5.2
De opvang van nieuwe leerlingen op school
Ongeveer twee maanden voordat een kind 4 jaar wordt mag het gaan wennen op school. De ouder mag hier bijblijven. In overleg met de ouder worden de wen-ochtenden afgesproken. U krijgt hierover bericht van de school. Kleuters die naar school gaan moeten zindelijk zijn en zelfstandig naar de wc kunnen. Iedere ouder van een nieuwe leerling krijgt het ABC-boekje. In dit boekje staan allerlei wetenswaardigheden voor de nieuwe ouder.
5.3
De ontwikkeling volgen van het kind
Soms is het noodzakelijk gedurende een bepaalde tijd speciale aandacht aan de leerling te schenken. Alle gegevens die het volgen van een bepaalde leerling met zich meebrengt, worden verzameld in een leerling-dossier. De maatregelen die genomen worden en de activiteiten die ontwikkeld worden voor leerlingen met achterstand en de leerlingen die veel meer aankunnen worden met het zorgteam besproken. De leerling-bespreking vormt hiervoor de basis. Het kan zijn dat er voor leerlingen een hulpplan wordt gemaakt. Ouders worden hiervan op de hoogte gesteld.
5.4
Toetsen
In groep 1 en 2 wordt de ontwikkelingen van de leerlingen gevolgd met het observatie-instrument ‘Kijk’. Zodra kinderen met lezen of rekenen het beginniveau voorbij zijn, worden zij getoetst op deze vakgebieden. In alle groepen worden toetsen afgenomen op het gebied van lezen, rekenen, woordenschat, begrijpend lezen en spelling. De Villa Nova gebruikt hiervoor de Cito-toetsen.
CITO entree- en eindtoets In de tweede helft van groep 7 wordt de CITO entreetoets afgenomen, in groep 8 de CITO eindtoets. Deze toetsen worden landelijk afgenomen en genormeerd en worden centraal gecorrigeerd. De uitslagen van deze toetsen geven een indicatie (entreetoets) dan wel uitsluitsel over het volgen van vervolgonderwijs. In en om Utrecht hechten de scholen voor voortgezet onderwijs sterk aan de CITO-score van de Eindtoets.
5.5
Blijven zitten en versnellen
Af en toe is de conclusie dat een kind erbij gebaat is om een jaar over te laten doen. Dit besluit wordt genomen volgens een protocol, door de school. Doel van het zittenblijven kan zijn dat het kind beter gaat presteren of zich sterker voelt. Het komt ook voor dat kinderen versnellen, dus een klas overslaan. De besluitvorming omtrent zittenblijven of versnellen gebeurt in nauw overleg met kind en ouders. Zie ook bijlage 7.7 Zorgstructuur)
5.6
Overgang naar het voortgezet onderwijs
Kinderen in groep 8 bereiden zich voor op de overgang naar het voortgezet onderwijs met de zogenaamde Utrechtse keuzelessen. Die lessen worden aangeboden in de periode september-februari. De ouders worden aan het begin van het schooljaar uitgenodigd voor een ouderavond. De groepsleerkracht geeft dan aan hoe de schoolkeuzeprocedure eruit ziet en welke mogelijkheden er zijn in het voortgezet onderwijs.
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 12
5.7
Ons onderwijs
Stimuleren en ontwikkelen van uw kind De ontwikkeling van uw kind wordt niet alleen gestimuleerd op school, maar ook door ouders, familie en vriendjes in de eigen omgeving. School en ouders dragen bij aan deze ontwikkeling,die gericht is op het aanleren van kennis, vaardigheden en houding van kinderen. Daarom vinden wij het belangrijk van ouders te horen hoe het thuis gaat en welke aanpak past bij hun kind. Want elk kind heeft een eigen manier van leren en een eigen belangstelling. Daar willen we zo goed mogelijk op afstemmen binnen de mogelijkheden van het schoolaanbod. Het werken en spelen in een grote groep gebeurt anders dan thuis. Uitwisseling van informatie tussen ouders en school is in het belang van de kinderen. We hebben daarom vele oudercontactmomenten om met ouders over hun kind te spreken. Kwaliteit van ons onderwijs afgestemd op de onderwijsbehoefte van leerlingen Werken met groepsplannen Op de Villa Nova school bieden we onderwijs aan met aandacht voor het individuele kind. Van belang is de heldere uitleg van de leerkracht, het oefenen van de leerstof en de inbreng van het kind. We werken met het zogenaamde ‘directe instructiemodel’. Dit houdt in dat gekeken wordt wat de kinderen al weten en aan het eind van de les bekijken we opnieuw wat zij hebben geleerd. We willen de leergierigheid van kinderen prikkelen door met hen te bespreken wat ze geleerd hebben. Daarom laten we ook de kinderen hun eigen werk nakijken. Daardoor weten ze direct of ze het goed gedaan hebben en of ze nog extra uitleg nodig hebben. Kinderen kunnen in kleine groepjes les krijgen. In groep 1 en 2 noemen we dit de kleine kring. De leerkracht heeft de klas dan zo georganiseerd, dat de leerkracht en de kinderen ongestoord in de kleine kring kunnen werken. Vanaf groep 3 wordt extra uitleg aan de instructietafel gegeven. Deze tafel staat voorin de klas. De rest van de klas is aan het werk. Het werken met dag- en weektaken zorgt ervoor dat de kinderen leren plannen en kunnen omgaan met keuzes maken. Zelfstandig werk en instructie aanpassen aan het niveau van de kinderen, hoort bij het zogenaamde ‘Passend Onderwijs’. Het omgaan met verschillen krijgt de komende jaren veel aandacht op studiedagen van de leerkrachten zelf. Leerdoelen We willen kinderen goed onderwijs aanbieden, waarin ieder kind uitgedaagd en ondersteund wordt. Eigenlijk willen we altijd net boven hun niveau uitstijgen en ze uit dagen. Daarom is het belangrijk om kinderen goed te volgen in hun ontwikkeling: op sociaal-emotioneel gebied en in de ontwikkeling van hun prestaties waarmee uiteindelijk de kerndoelen behaald gaan worden. Wij gebruiken lesmethodes om de leerstof goed en gestructureerd aan te bieden. Een lesmethode werkt met thema’s en onderwerpen passend bij de kerndoelen die door de overheid gesteld zijn. Het volgen van de ontwikkeling van uw kind gebeurt door observaties en toetsen van de lesmethode. Elke lesmethode heeft toetsen om na een bepaalde, korte, periode inzicht te geven in wat kinderen al wel of niet kunnen. Daarnaast nemen wij twee keer per jaar de landelijke genormeerde Citotoetsen af. Dit doen we om de ontwikkeling van de basisvaardigheden van de kinderen goed in beeld te hebben. We vergelijken dit met de resultaten van de gemiddelde Nederlandse leerling in een vergelijkbare groep. De resultaten van de methodetoetsen en de Cito-toetsen worden geanalyseerd door de leerkrachten. Daarna wordt er een groepsplan gemaakt. In het groepsplan staat welke kinderen welke uitleg nodig hebben bij welk vakgebied. De meeste kinderen hebben voldoende aan de ‘gewone’ uitleg. Sommige kinderen hebben weinig uitleg nodig; anderen hebben extra uitleg nodig. Er zijn altijd kinderen die extra zorg nodig hebben omdat hun ontwikkeling niet vlot verloopt of juist zeer snel verloopt. Voor kinderen in groep 3 kinderen hebben we extra ondersteuning gericht op woordenschatontwikkeling. Kinderen kunnen ook individuele zorg krijgen van de eigen leerkracht of van een andere extra leerkracht in de klas. Een ‘remedial teacher’ is een leerkracht die specialistische hulp geeft, meestal buiten de klas. De individuele extra zorg kan eenmalig zijn of een bepaalde tijd aangeboden worden. Als een kind extra zorg krijgt, is dat gebaseerd op een zogenoemd handelingsplan dat de leerkracht samen met de Intern Begeleider heeft gemaakt. Een handelingsplan beschrijft stapsgewijs wanneer en hoe gestelde doelen behaald worden. Dit wordt met de ouders doorgesproken.
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 13
Resultaten van ons onderwijs De onderwijsinspectie vraagt jaarlijks om de toetsgegevens van elke school. Ook bezoekt de inspectie de scholen regelmatig en maakt hiervan verslag. Op 25 september 2012 zal de inspecteur onze school bezoeken. Belangrijk voor de beoordeling van de kwaliteit van een school zijn de resultaten in groep 8. Alle basisscholen in Utrecht doen mee aan de Cito-eindtoets. Het Cito ontwikkelt de (eind)toetsen waarmee de schoolresultaten van de kinderen worden beoordeeld. Hieronder de scores van de afgelopen drie jaar. De gemiddelde eindscores van de CITO toets zijn van belang. Daarnaast wordt gekeken naar de schoolpopulatie. Dat betekent dat ook gekeken wordt naar het opleidingsniveau van de ouders van de kinderen. Daarbij telt het hoogst genoten opleidingsniveau afgesloten met een examen van een van beide ouders. De onderwijsresultaten van school worden omgezet in twee scores: Jaar
Landelijk gemiddelde
2010 2011 2012
535.8 535.2 535.3
Gecorrigeerde schoolscore Villa Nova 540.4 538.4 539.6
De gecorrigeerde score: waar de samenstelling van de schoolpopulatie is meegenomen. De onderwijsinspectie bepaalt met de gecorrigeerde score, of de onderwijsresultaten van de school voldoende zijn. De kinderen van groep 8 doen mee aan de CITO-toets. Deze toets is een verplichting binnen de stad Utrecht. Bij de CITO toets krijgen de kinderen een beoordeling tussen de 500 en de 550. Aan de hand van deze score, aangevuld met het advies van de basisschool, krijgen alle kinderen een plaats op een school voor Voortgezet Onderwijs. In bovenstaand tabel ziet u hoe wij, in vergelijking met het landelijk gemiddelde hebben gescoord in de afgelopen drie schooljaren.
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 14
6.
De zorg voor het kind
6.1
Het zorgteam en de gedragsspecialist
Het zorgteam bestaat op onze school uit de intern begeleider en de remedial teacher. Dit team coördineert de extra zorg voor kinderen. Ook ondersteunen zij de leerkrachten over speciale zorg. Wanneer de leerkracht onvoldoende extra zorg kan bieden, wordt de hulp van de gedragspecialist ingeschakeld. Deze observeert het kind, spreekt met de ouders en de leerkracht en natuurlijk met het kind zelf. Hierna kan de gedragsspecialist de leerkracht en eventueel de ouders begeleiden in de ondersteuning van het kind. Wanneer u vragen of zorgen heeft over de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind, kunt u dit bespreken met de meester of juf. U kunt dan ook vragen om een gesprek met de gedragsspecialist.
6.2
De schoolarts
De schoolarts of schoolverpleegkundige onderzoekt alle kinderen van de groepen 2 en 6. De arts bekijkt of het kind gezond is en goed groeit. Een schoolarts heeft na het onderzoek ook contact met de leerkracht. U kunt zelf ook een afspraak maken met de schoolarts, bijvoorbeeld als het kind nog niet aan de beurt is en het gaat niet zo goed. Wijkgebouw J.P. Coenhof J.P. Coenhof 216 3531 HX Utrecht 8802878 Mevr. L. Merkestein (jeugdarts) Mevr. L. Drukker (jeugdverpleegkundige) Mevr. M. van Maanen (paramedisch assistente)
6.3
Schoolmaatschappelijk werk
Soms lopen kinderen en ouders rond met zorgen of problemen waar ze graag over willen praten of hulp bij willen hebben. Ouders maken zich bijvoorbeeld wel eens zorgen over het gedrag of de ontwikkeling van hun kind of voelen zich onzeker ze het wel goed doen. Alle vragen en problemen die u tegenkomt bij het opvoeden kunt u met Marian Stufkens, schoolmaatschappelijk werkster, bespreken. De schoolmaatschappelijk werkster kan gesprekken voeren met ouders en kinderen, en ze kan doorverwijzen naar andere instanties die misschien een beter antwoord hebben op de vragen. Ouders, kinderen of de groepsleerkracht kunnen contact opnemen met de schoolmaatschappelijk werkster. Ze is te bereiken via 06 - 10 73 03 36 of
[email protected]. Ze werkt bij Portes, J.P. Coenhof 224, 3531 HX Utrecht.
6.4
Kinderoefentherapeut Cesar Op dinsdagen werkt een kinderoefentherapeut op school, Fleur Kuijlaars. Kinderoefentherapie Cesar is erop gericht om kinderen door middel van spel te stimuleren in hun motorische ontwikkeling. De therapie wordt ingezet als een kind zich motorisch afwijkend ontwikkelt. De therapeut kan dat beoordelen, Behandeling gebeurt alleen na overleg en met goedkeuring van de ouders. De therapeut is bereikbaar op 06-55188011. Ook is het mogelijk een consult aan te vragen via www.kindenmotoriek.nl.
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 15
7.
BIJLAGEN
7. 1 Basisprofiel Elke KSU school heeft een schoolspecifiek basisprofiel waarin opgenomen is: - een vertaling van de KSU kernwaarden (plezier, aandacht, verantwoordelijkheid, vernieuwing, eenvoud en ruimte); - een geformuleerde ambitie over de onderwijsopbrengsten. Deze is uitgedrukt in een concrete score op de Cito eindtoets, gebaseerd op de mogelijkheden van de leerling populatie, en is minimaal de inspectieondergrens; - hoe vorm gegeven wordt aan de canon waarin de katholieke identiteit van de KSU tot uitdrukking komt. Kernwaarden op de “Villa Nova” Op onze school hebben wij aandacht voor onze kinderen en ouders. Dat betekent dat wij het onderwijs aanpassen aan de leerbehoeften van kinderen. Met veel plezier kijken wij naar het open podium, waar kinderen laten zien wat zij tijdens de afgelopen periode hebben gedaan. Goede sfeer en vieren van successen horen daarbij. Groeien is veranderen. Wij staan hiervoor open en willen de nodige flexibiliteit voor opbrengen. Veel verandering binnen de school brengen ook vernieuwingen met zich mee. Voortdurend proberen wij ook het onderwijsaanbod op aan te passen. Ruimte voor ontwikkeling van kind en leerkracht wordt op onze school gegeven. Ieder mag zich ontwikkelen in eigen tempo; zo is voor iedereen tijd en ruimte voor de ontwikkeling. Duidelijke keuzes maken in wat je gaat aanpakken is belangrijk. Eenvoud in structuur en organisatie kan ons daarbij helpen. De school maakt deel uit van een stichting: de Katholieke Scholenstichting Utrecht. De KSU is een stichting die onderwijs verzorgt aan scholen die historisch gezien als katholiek te boek staan. Inspiratie (bezieling) voor het pedagogisch-didactisch handelen vinden we traditioneel bij het voorbeeld, Jezus van Nazareth, zoals die in de bijbel beschreven staat. Er is erkenning en respect voor andere inspiratiebronnen omdat het gaat om waarden, die zonder begrenzing van enig kerkelijk instituut als algemeen geldend worden beschouwd. Een katholieke school noemt de bijbel evenwel als meest belangrijke bron met respect voor en verdraagzaamheid naar andere geloofsovertuigingen. Het team van Villa Nova school hecht erg aan het overbrengen van waarden en normen om zo een goed mens tussen mensen te zijn. Het team probeert daar op een eigentijdse wijze gestalte aan te geven. Zij pogen hierbij een brug te slaan tussen de inspiratie vanuit het evangelie en de katholieke traditie enerzijds en dat wat zij - en de kinderen - meemaken in het leven in de huidige maatschappij anderzijds. Als kern hiervan worden de volgende waarden gezien: Dankbaar zijn, blij zijn met je leven en eigenheid; Respect leren hebben voor elk individu, elke naaste, alle schepselen, aandacht hebben voor de ander; je bent deel van het geheel; Veilig zijn en veiligheid bieden aan kinderen en anderen; Vertrouwen leren hebben; Leren reflecteren; fouten durven maken en durven laten maken. Altijd de kans geven opnieuw te beginnen. Op de Villa Nova school wordt systematisch aandacht geschonken aan wereldgodsdiensten en andere levensbeschouwingen; leren de ander te begrijpen. Zo verdiepen kinderen zich in wat andere mensen op de wereld voor achtergrond hebben en leren ze die ander te begrijpen. Er wordt geleerd vanuit de gedachte, dat je niet alleen op de wereld bent. Er is aandacht voor de Derde Wereld en het milieu. Elk schooljaar staat één van zes wereldgodsdiensten centraal. Voor het schooljaar 2012-2013 zal dat het Boeddhisme zijn. Aandacht voor burgerschapsvorming wordt met het oog op problemen in de moderne maatschappij vereist door de overheid. In de genoemde waarden en in het aandacht schenken aan wereldgodsdiensten en andere levensbeschouwingen komt deze burgerschapsvorming in diverse facetten aan de orde. De kinderen leren dat ze deel zijn van een geheel, belangrijk als persoon, maar altijd in samenhang met de ander. Juist door die ander word je meer mens. Bij het vormen van goede burgers willen we ons door deze grondgedachte laten leiden. Als katholieke school menen we hieraan een goede bijdrage te kunnen leveren, juist door onze inspiratie hiertoe vanuit deze achtergrond.
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 16
Aandacht voor diepere betekenis van kerkelijke feesten en systematisch aandacht voor eigen traditie en achtergrond. Op onze school willen we aandacht hebben voor de feesten van het kerkelijk jaar. Naast religieus belang is er ook een cultureel belang. Elke klas bezoekt tijdens de kerstperiode de kerk. Bron: KSU
7.2
Beleid kinderen met een persoonsgebonden budget; PGB (Rugzakje)
NB: In het kader van Passend Onderwijs zal dit beleid op termijn zeker gewijzigd gaan worden. Rugzakleerlingen Sinds 1 augustus 2003 is de leerlinggebonden financiering wettelijk geregeld. Ouders van kinderen met een handicap of stoornis – zogenaamde rugzakleerlingen - hebben vanaf dan meer keuzevrijheid tussen het regulier en speciaal onderwijs. Kiezen zij voor een reguliere school, dan krijgt die school extra middelen om het onderwijs beter op de behoeftes van die leerlingen af te stemmen. De keuzevrijheid van de ouders is overigens niet absoluut. Een reguliere school mag een kind de toelating weigeren, maar alleen als dat buitengewoon zorgvuldig beargumenteerd is. De volgende overwegingen kunnen hierbij een rol spelen: Grondslag van de school Verstoring van rust en veiligheid Verhouding van verzorging/behandeling van onderwijs Verstoring van het leerproces Gebrek aan opnamecapaciteit De school heeft al enkele leerlingen met een leerlinggebonden financiering aangenomen. Met de ouders van deze leerlingen zijn afspraken gemaakt over het onderwijs dat het kind zal krijgen. Deze afspraken zijn vastgelegd in een handelingsplan waarvoor instemming van de ouders is gevraagd. Een ambulante begeleider biedt ondersteuning aan de leerkracht, remedial teacher en ook aan de ouders. Voor het plaatsen van rugzakleerlingen is op school een protocol vastgesteld. Dit protocol is in te zien bij de schoolleiding. Bron: KSU
7.3
Intern contactpersoon
Vanuit het Ministerie van Onderwijs is vastgelegd dat scholen verplicht zijn een reglement en klachtenprocedure rond seksuele intimidatie te hebben. Seksuele intimidatie is seksueel gerichte aandacht, die tot uiting komt in verbaal, fysiek of ander gedrag, dat opzettelijk of onopzettelijk kan zijn. De gedragingen, waarbij sprake is van machtsongelijkheid, vinden plaats binnen of in samenhang met de onderwijssituatie en worden door degene die ze ondergaat als ongewenst ervaren. Klachten binnen de school over seksuele intimidatie kunnen leerlingen, ouders en personeel melden bij de interne contactpersoon. Wij hebben daarvoor Nicole Kerckhoff aangesteld. Het is niet de bedoeling dat de interne contactpersoon een eventuele klacht van leerling, ouder of leerkracht zelf gaat behandelen. De interne contactpersoon zorgt voor de eerste opvang en zal de klager of klaagster begeleiden naar externe instanties, die daarvoor zijn aangewezen. De KSU heeft twee externe vertrouwenspersonen, te weten: De heer K. Sweers en Mevrouw M. Pruis Zij zijn in dienst van Eduniek, Tolakkerweg 153, 3738 LJ Maartensdijk, tel.: 0346-219777. Er is ook een landelijke vertrouwensinspecteur die ouders kunnen benaderen bij ernstige klachten omtrent seksuele intimidatie, discriminatie, radicalisering of ernstig fysiek (dan wel geestelijk) geweld op school. Deze speciale inspecteur is te bereiken op tel: 0900-1113111.
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 17
Meer informatie omtrent klachten kunnen ouders vinden op www.geschillencies-klachtencies.nl of op de website van de KSU onder het kopje “handige informatie”.
7.4
Klachtenregeling
Klachten op school, hoe los je ze op? Soms vinden op school gebeurtenissen plaats waar ouders, leerlingen of personeelsleden problemen mee hebben. Ze zijn dan niet machteloos, ze kunnen een klacht indienen. Een onafhankelijke klachtencommissie doet er dan een uitspraak over. Een klacht indienen kan op elk moment. Wel weegt de klachtencommissie bij haar uitspraak mee of er genoeg moeite is gedaan om het probleem op school op te lossen. Een onafhankelijk oordeel van de klachtencommissie kan voor alle partijen een oplossing betekenen. Maar een procedure bij de klachtencommissie duurt lang en vraagt veel van alle betrokkenen. Vaak zijn de verhoudingen daarna verstoord. In veel gevallen is het beter te proberen het niet zo ver te laten komen. Dat kan door met elkaar in gesprek te gaan en samen naar een oplossing te zoeken. Iedere klacht is immers ook een advies voor de school. Zo n oplossing vinden is niet altijd makkelijk. Het vraagt inspanningen van ouders én van de school, die bereid moet zijn het gesprek aan te gaan. 1. Grijp snel in Hoe sneller u handelt, hoe beter. Daarmee voorkomt u dat de situatie onnodig uit de hand loopt. Bedenk ook dat ouders vaak eerder dan de school in de gaten hebben dat er iets aan de hand is. Leraren hebben veel leerlingen in de klas en kunnen niet altijd alles overzien. 2. Spreek de juiste persoon aan Bespreek uw probleem eerst met de leraar om wie het gaat of met de mentor van uw kind. Als dat niets oplost, kunt u naar de schoolleider stappen en vervolgens naar de clusterdirecteur. 3. Neem de tijd Voer een gesprek over een probleem niet even tussendoor of telefonisch, maar maak een afspraak en zorg dat u voldoende tijd heeft uw standpunt toe te lichten. Realiseert u zich wel dat de leraar ook andere dingen moet doen en dat het gesprek misschien pas over een paar dagen kan plaatsvinden. 4. Wees duidelijk Beperk u tot de belangrijkste punten. Probeer niet te emotioneel te worden maar leg rustig uit wat uw probleem is. Als u dat lastig vindt, kunt u al voor het gesprek uw standpunten op papier zetten. U kunt ook een familielid of vriend meenemen. Meldt dat wel van tevoren. 5. Bedenk een oplossing Het is handig als u al voor het gesprek manieren bedenkt hoe het probleem kan worden opgelost. Dat betekent niet dat u de suggesties van de ander moet afwijzen. U moet een oplossing vinden waar u beiden achterstaat. 6. Leg afspraken vast Als na afloop van het gesprek de gemaakte afspraken worden vastgelegd, kan er geen twijfel over ontstaan. Het ligt voor de hand dat de school dit verslag maakt en dat beide partijen het ondertekenen. U kunt ook voor uzelf van elk gesprek een kort verslag maken. Zo n verslag kan handig zijn als u een klacht bij de klachtencommissie wilt indienen. Ga naar de contact- of vertrouwenspersoon Als u er niet in slaagt het probleem alleen op te lossen, kunt u altijd terecht bij de contactpersoon die iedere school heeft. Hij of zij is verbonden aan school en kan u adviseren met wie u het beste in gesprek kunt gaan. De contactpersoon kan u ook doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon van de school. Bij beiden kunt u vertrouwelijk uw verhaal kwijt. Als u wilt, kan de vertrouwenspersoon ook bemiddelen bij een conflict. Mocht u besluiten een klacht in te dienen bij de klachtencommissie, dan kan de vertrouwenspersoon u daarbij ondersteunen.
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 18
De contactpersonen voor onze school is Nicole Kerckhoff Zij is ook te bereiken via telefoon: 030-293 15 82 (op dinsdag, woensdag en donderdag) De externe vertrouwenspersonen voor onze school zijn : De heer K. Sweers en Mevrouw M. Pruis Zij zijn in dienst van Eduniek, Tolakkerweg 153, 3738 LJ Maartensdijk, tel.: 0346-219777. Er is ook een landelijke vertrouwensinspecteur die ouders kunnen benaderen bij ernstige klachten omtrent seksuele intimidatie, discriminatie, radicalisering of ernstig fysiek (dan wel geestelijk) geweld op school. Deze speciale inspecteur is te bereiken op tel: 0900-1113111. Meer informatie omtrent klachten kunnen ouders vinden op www.geschillencies-klachtencies.nl of op de website van de KSU onder het kopje “handige informatie”. Vertrouwensinspecteur Voor klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, discriminatie, radicalisering, ernstig fysiek geweld of geestelijk geweld (pesten) kunt u ook contact opnemen met een vertrouwensinspecteur van de Inspectie. De vertrouwensinspecteur adviseert en ondersteunt u bij deze klachten. Leerlingen, leraren, ouders en andere betrokkenen kunnen een beroep doen op de vertrouwensinspecteur. Bij een vermoeden van seksueel misbruik is een school wettelijk verplicht contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. De vertrouwensinspecteurs zijn telefonische bereikbaar via telefoon 0900-1113111. De klachtenregeling Elke school moet een klachtenregeling hebben waarin staat hoe de school omgaat met klachten. De school moet u de klachtenregeling ter inzage geven als u daar om vraagt. Deze kunt u als bestand downloaden, onder aan deze pagina. Contact- en vertrouwenspersoon De contactpersoon kan u meer informatie over de klachtenregeling geven. Hij of zij bespreekt de klacht niet inhoudelijk met u. Dat laatste doet de vertrouwenspersoon wel. Hij of zij zal als u dat wilt proberen een probleem eerst binnen de school op te lossen. De vertrouwenspersoon kan u ook ondersteunen bij het indienen van een klacht, bijvoorbeeld bij het schrijven van de klacht of tijdens de zitting. U kunt zich tijdens de zitting laten bijstaan door een familielid of bekende, maar ook door een jurist of een andere deskundige. Klacht opstellen Een klacht moet schriftelijk worden ingediend. Daarbij moet u zo duidelijk mogelijk omschrijven wat uw klacht is en om wie het gaat. Vaak zal het gaan om klachten tegen meerdere personen. Stel dat u met de leraar van uw kind hebt gepraat omdat uw kind wordt gepest terwijl hij niet ingrijpt. U verwijt de docent dan dat hij geen actie wil ondernemen. Daarnaast verwijt u de schoolleiding en het bestuur dat ze onvoldoende aandacht geven aan het tegengaan van pesten. Als het mogelijk is moet u uw klacht onderbouwen met verslagen van gesprekken of getuigenverklaringen. Klachtencommissie Elke school is aangesloten bij een klachtencommissie. De commissie beslist eerst of uw klacht in behandeling wordt genomen. Als u bijvoorbeeld een andere procedure had moeten volgen, gebeurt dat niet. Uitspraak Als de klachtencommissie de klacht in behandeling neemt, zal eerst een schriftelijk antwoord worden gevraagd aan degene over wie de klacht gaat. Dat zogeheten verweer krijgt u als klager ook te lezen. Als de commissie voldoende informatie heeft, volgt een hoorzitting. De klager en de verweerder mogen dan hun verhaal toelichten. Na afloop beslist de commissie of de klacht wel of niet gegrond is. De commissie kan ook een advies geven aan het schoolbestuur, waarin bijvoorbeeld staat welke maatregelen het bestuur kan nemen. Het bestuur mag dat naast zich neerleggen, al gebeurt dat meestal niet. De school moet de MR en de inspectie laten weten wat er met de uitspraak en advies wordt gedaan. De klager krijgt de uitspraak en het advies ook te lezen.
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 19
Een uitspraak van de klachtencommissie is niet bindend. Het is aan te raden met alle betrokkenen nog een afsluitend gesprek op school te voeren nadat de commissie een uitspraak heeft gedaan. Dat maakt het makkelijker om weer samen verder te gaan. U bent het er niet mee eens Er is geen mogelijkheid voor beroep bij de klachtencommissie. U kunt ook geen bezwaar maken tegen de manier waarop het schoolbestuur omgaat met het advies van de commissie. Als u vindt dat de school te weinig doet met de uitspraak en eventuele aanbevelingen, kunt u opnieuw een klacht indienen. Mocht u het niet eens zijn met de uitspraak van de commissie, dan kunt u een rechtszaak beginnen tegen het schoolbestuur. Algemene tips voor ouders Hoe verleidelijk het ook is, betrek andere ouders niet onnodig bij uw probleem. Dat leidt snel tot roddelen. Praat er ook niet over met uw kind erbij. Uw kind mag geen doorgeefluik worden. Praat liever een keer uitgebreid en goed met uw kind dan hem of haar er dagelijks mee lastig te vallen. Als meer ouders dezelfde klacht hebben, kunnen ze gezamenlijk een klacht indienen. Contact leggen met de klachtencommissie kan als volgt: Bureau van de Klachtencommissie Postbus 82324 2508 EH Den Haag Telefoon: 070-3925508 (van 9.00 tot 12.00 uur) Fax: 070-3020836 e-mail:
[email protected] Meer informatie treft u aan op www.geschillencies-klachtencies.nl. De officiële klachtenregeling van de KSU kunt u vinden op www.ksu-utrecht.nl. Bron: KSU
7.5
Medezeggenschapsraad
De MR werkt binnen de schoolorganisatie als een zelfstandig orgaan en heeft vooral de taak de openheid, de openbaarheid en het onderlinge overleg te bevorderen binnen de school. Ook moet zij ageren tegen elke vorm van discriminatie op school. De MR heeft de bevoegdheid alle zaken betreffende het schoolbeleid te bespreken en daarover voorstellen te doen aan het schoolbestuur en de schoolleiding. Sommige voorgenomen besluiten van het schoolbestuur behoeven de instemming van de MR, over andere voorgenomen besluiten wordt zo nodig advies gevraagd of ongevraagd door de raad gegeven. De MR fungeert tevens als overlegplatform tussen leerkrachten en ouders. Waardoor vanuit verschillende posities en belangen meegedacht wordt over belangrijke ontwikkelingen, maatregelen of onderwijskundige vernieuwingen op school. De MR is er ook voor en namens uw kind en uzelf. De leden van de raad horen daarom graag uw mening, uw vragen of opmerkingen. Iedere MR heeft zijn eigen manier van werken en zal elk jaar zijn eigen prioriteiten stellen. Informatie daarover vindt u in de nieuwsbrief, in de notulen en op de website. Daarnaast kunt u uiteraard altijd de leden persoonlijk benaderen. De stichting heeft ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR), bestaande uit afgevaardigden van MRleden van verschillende KSU-basisscholen. Zij stemmen of geven advies over plannen van het bevoegd gezag die stichtingsbreed zijn. Het reglement is te downloaden van onze website www.ksu-villanova.nl Bron: KSU
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 20
7.6
Organogram KSU
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 21
7.7
Passend onderwijs
In het kader van Passend Onderwijs zal de komende jaren een wijziging komen in organisatie en de bekostiging van kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Zo krijgen de scholen de verantwoordelijkheid om voor alle kinderen die worden aangemeld een zo passend mogelijke plek te bieden. Dit kan een plek zijn op de eigen school of een plek op een andere school die het kind beter kan ondersteunen. Ouders worden daarbij nauw betrokken. Om aan alle kinderen daadwerkelijk een goede plek te kunnen bieden, gaan reguliere en speciale scholen regionaal samenwerken. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de ondersteuning aan leerlingen en de bekostiging daarvan. Passend Onderwijs bij de KSU versie 2 13-03-2012 Het onderwijs wordt afgestemd op de onderwijsbehoefte van iedere leerling waardoor alle kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Op alle scholen van de KSU wordt er voor alle leerlingen een passend onderwijsaanbod ontwikkeld op basis van het onderwijsondersteuningsprofiel van de school. Het onderwijs houdt rekening met verschillen tussen leerlingen en het onderwijsaanbod wordt afgestemd op de onderwijsbehoeften van het kind conform de uitgangspunten (visie) van handelingsgericht werken. Dus niet kijken naar de problemen maar naar de mogelijkheden. Het gaat niet om wat een kind niet kan, maar om wat een kind wél kan. Onderwijs en ondersteuning sluiten goed op elkaar aan . Er is sprake van een flexibel onderwijscontinuüm waarbij basisscholen en de speciale school voor basisonderwijs basisondersteuning en - waar nodig – extra (diepte)ondersteuning bieden. Kinderen ontvangen de ondersteuning dan wel (externe) zorg die ze nodig hebben zo snel mogelijk en zo schoolnabij mogelijk om hen te helpen en te stimuleren in hun ontwikkeling en begeleiding. Bron: KSU
7.8
Schorsing en verwijdering van leerlingen
Een leerling kan van school worden verwijderd wegens ernstig wangedrag van de leerling en/of van (één van) de ouders. Bij ernstig wangedrag moet gedacht worden aan het herhaald negeren van een of meerdere schoolregels, diefstal, fysiek geweld e.d. Aan de ouders kan ook de toegang tot de school ontzegd worden. Een kind wordt verwijderd wanneer de schoolleiding concludeert dat door ernstig wangedrag de relatie tussen de school, het kind en de ouders onherstelbaar verstoord is. Een schorsing kan uit één of meerdere dagen bestaan, afhankelijk van de ernst van de situatie en de tijd die nodig is voor het zoeken naar een oplossing. Een beslissing tot schorsing of verwijdering zal met uiterste zorgvuldigheid worden genomen. Ruggespraak met de KSU is een onderdeel van de wettelijk vastgestelde procedure. Het voornemen van verwijdering wordt door de directeur aan het bevoegd gezag voorgelegd. Het bevoegd gezag zal beide partijen horen en een gemotiveerde beslissing nemen. De definitieve verwijdering vindt pas plaats, nadat het bevoegd gezag heeft gezorgd, dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Hier is een maximale termijn aangebonden. Wanneer namelijk aantoonbaar acht weken zonder succes is gezocht naar een andere school of instelling kan ook tot definitieve verwijdering worden overgegaan. De complete procedure is opgenomen in het protocol Voel je veilig. Mochten ouders zich niet kunnen vinden in het besluit van de school, kunnen zij gebruik maken van de klachtenregeling. Bron: KSU
7.9
Toelating en weigering van leerlingen
Artikel 40. Toelating en verwijdering van leerlingen De beslissing over toelating en verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. De toelating tot de school is niet afhankelijk van het houden van rechtmatig verblijf in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000. De toelating mag niet afhankelijk worden gesteld van een geldelijke bijdrage van de ouders. Overeenkomsten waarbij ouders worden verplicht tot het betalen van een geldelijke bijdrage zijn nietig, behoudens voor zover zij na de toelating van de leerling tot de school schriftelijk zijn aangegaan en in het desbetreffende schriftelijke stuk aan de ouders kenbaar is gemaakt dat het een vrijwillige
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 22
bijdrage betreft waarvoor de overeenkomst niet behoeft te worden aangegaan, doch waarvoor geldt dat na de ondertekening wel een verplichting tot betaling van de overeengekomen bijdrage bestaat. Zodanige overeenkomsten zijn evenzeer nietig, indien deze niet hebben voorzien in de vermelding dat de ouders de mogelijkheid hebben er voor te kiezen om de overeenkomst slechts voor bepaalde voorzieningen aan te gaan en ten behoeve daarvan niet een specificatie voor de te onderscheiden voorzieningen in de overeenkomst is opgenomen. Zodanige overeenkomsten zijn voorts nietig indien ten aanzien daarvan geen reductie- en kwijtscheldingsregeling geldt en de inhoud van die regeling niet in de overeenkomst is opgenomen. Een overeenkomst wordt telkens voor de periode van een schooljaar aangegaan. Bron: KSU
7.10 WSNS De school maakt deel uit van het Samenwerkingsverband WSNS (RK/AB). Hieronder valt het Zorgplatform en de Permanente Commissie Leerlingzorg. Het ZPF ondersteunt scholen bij de begeleiding van leerlingen op de basisschool. Als de hulp op groeps- en schoolniveau na interventies door de intern begeleider, de remedial teacher en/of de leerlingbegeleider (Eduniek) niet toereikend is, kan een beroep worden gedaan op het ZPF voor advies en ondersteuning in de vorm van preventieve ambulante begeleiding (PAB). Door het tot stand komen van de gezamenlijke Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) ( sinds augustus 2004) is het voortraject heel belangrijk geworden. Het ZPF verzorgt het toewijzen en coördineren van (bovenschoolse) hulp en richt zich op kwaliteitsverbetering van de basisschool en het beperken van verwijzingen naar de speciale school voor basisonderwijs (SBO). Daarbij zijn de volgende taakvelden te onderscheiden: 8 fungeren als helpdesk voor vragen op het gebied van de leerlingenzorg; 9 toewijzen en coördineren van hulp; 10 adviseren van scholen op het gebied van de leerlingenzorg; 11 adviseren van de PCL bij verzoeken om een SBO-beschikking; 12 betrokken zijn bij de voorbereiding van de plaatsing van leerlingen op de SBO-school na afgifte van de PCLbeschikking en het volgen van leerlingen waarvoor een tijdelijke beschikking is verleend; 13 ambulante begeleiding bij terugplaatsing van leerlingen van SBO naar het 14 regulier basisonderwijs (BaO). Indien plaatsing op de SBO-school de enige oplossing is, wordt een zorgvuldig besluitvormingstraject via de PCL in acht genomen (zie bovenstaand). Wij volgen hierbij de richtlijnen van ons samenwerkingsverband en de wet (artikel 40). Bron: KSU
7.11 Zorgstructuur Onder dit kopje kan ook e.e.a. verteld worden over het ondersteuningsprofiel van de school. De laatste jaren is de ondersteuning op onze school sterk in ontwikkeling. De vragen van leerkrachten, ouders en leerlingen zijn uitgangspunt van de ondersteuning geworden. Het handelingsgericht werken is het kader van waaruit we de ondersteuning gestalte geven. De organisatie en inhoudelijke vormgeving van onze ondersteuningsroute is gericht op alle leerlingen en loopt hand in hand met de kwaliteit van het onderwijs. Onze ondersteuning is dus niet alleen gericht op kinderen met (leer)problemen. Het doel van de route is juist dat wij als team goed onderwijs realiseren dat zoveel mogelijk afgestemd is op de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. Deze manier van werken levert een bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs voor de gewone leerling en tegelijkertijd ook voor die leerlingen die extra begeleiding nodig hebben. Door uit te gaan van onderwijsbehoeften bevorderen we dat iedereen zoveel mogelijk onderwijs op maat krijgt. Hierbij gaan we uit van 7 punten: 8 De onderwijsbehoeften van leerlingen staan centraal We gaan uit van wat de leerling nodig heeft om optimaal te kunnen leren. 9 Het gaat om afstemming en wisselwerking
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 23
10 11 12 13 14
Leerlingen verschillen, maar groepen, leerkrachten, scholen en ouders verschillen ook! De leerkracht doet ertoe Verander je de leerkracht, dan verander je het kind... en omgekeerd. Positieve aspecten zijn van groot belang Aandacht voor positieve aspecten beschermt ons tegen een te negatief beeld van een kind, groep, ouders of van onszelf als leerkracht of team. We werken constructief samen Een van de bepalende kenmerken van effectieve ouderbetrokkenheid blijkt een goede communicatie te zijn. Ons handelen is doelgericht Zonder doelen geen richting, geen effectieve feedback en geen mogelijkheid je werk te evalueren. De werkwijze is systematisch, in stappen en transparant Op school zeggen we wat we doen en we doen wat we zeggen.
Waarnemen: Observatie, toetsing, signalering en registratie Om de onderwijsbehoeften van de leerlingen te kunnen bepalen, maken we o.a. gebruik van (methodeonafhankelijke)toetsresultaten en observaties. De toetsen worden op vaste tijdstippen afgenomen. De uitslagen van deze toetsen, waarbij een vergelijking met een landelijk gemiddelde mogelijk is, geven redelijk objectieve gegevens over de leerprestaties van een kind en het effect van ons onderwijs. De uitslagen worden in het plan van aanpak opgenomen en opgeslagen in ons volgsysteem (Parnassys). We volgen de landelijke normen bij onze score-interpretatie. Bij het bepalen van de onderwijsbehoeften maken we, naast het afnemen van de bovenstaande toetsen, ook gebruik van: vrije observaties sociogram Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid Observaties per ontwikkelingsgebied (KIJK leerlingvolgsysteem en Pravoo voor de sociaal emotionele ontwikkeling) Toetsgegevens uit de methodes (Diagnostische) gesprekken met kinderen en/of ouders Analyseren van het werk van de kinderen Aanvullend onderzoek om kenmerken van dyslexie vast te kunnen stellen Begrijpen: Diagnosticering De leerkracht zal bij een gesignaleerde (groep) leerling(en) in eerste instantie zelf een diagnose vaststellen. De handleidingen van de methoden en toetsen geven verschillende mogelijkheden tot het analyseren van gemaakte fouten en/of vertoond gedrag. Op grond hiervan kan de leerkracht gaan werken aan mogelijke oplossingen. Hebben de leerkrachten meer vragen bij toetsgegevens dan kunnen de intern begeleiders en/of remedial teachers aanvullend onderzoek doen. Leerlingbespreking en Consultatie Als de onderwijsbehoeften niet duidelijk zijn na intern aanvullend onderzoek en/of het analyseren van toetsgegevens, brengt de leerkracht de leerling in bij een leerlingbespreking met collega's en de intern begeleider van de school. Ook kan er gekozen worden voor een consultatie met een leerlingbegeleider van Eduniek. Aan de hand van een hulpvraag worden oplossingen aangedragen die binnen een afgesproken termijn worden uitgeprobeerd. Conclusie uit dit overleg bestaat uit de volgende mogelijkheden: 1. Onderwijsbehoeften zijn duidelijk: a. Handelingsadviezen voor het Plan van Aanpak. b. Individueel handelingsplan uitgevoerd door remedial teacher in samenwerking met de leerkracht. 2. Onderwijsbehoeften zijn niet duidelijk a. Nader onderzoek Bij de voorbereiding van een leerlingbespreking/consultatie worden, indien nodig, de ouders betrokken in het proces. Na afloop evalueert de leerkracht de resultaten met de intern begeleider en/of de RT-er. Doubleren Op school is een protocol doubleren aanwezig. Hierin staan alle afspraken en regels omschreven die voorafgaan aan het advies van de leerkracht om een leerling een jaar te laten doubleren. Het protocol is ter inzage bij de schoolleiding. (zie ook hoofdstuk 5.5) Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 24
Formulier instemming schoolgids
Formulier instemming schoolgids
Adres: Staringstraat 1 Postcode / Plaats: 3532 VM Utrecht Brinnummer: 16UO
Handtekening clusterdirecteur:
De Medezeggenschapsraad van de Villa Nova school verklaart bij deze in te stemmen met de voorliggende schoolgids van de Villa Nova school voor de periode 2012 – 2013. Plaats:
Utrecht, 5 juli 2012
Naam:
Ans de Jong
Functie:
Voorzitter MR
Handtekening:
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 25
Formulier vaststelling schoolgids
Formulier vaststelling schoolgids
Adres: Staringstraat 1 Postcode / Plaats: 3532 VM Utrecht Brinnummer: 16UO
Handtekening clusterdirecteur:
Het bevoegd gezag van de KSU heeft de schoolgids van de Villa Nova school voor de periode 2012 – 2013 vastgesteld. Plaats:
Utrecht, 15 juli 2012
Naam:
J. van der Klis
Functie:
Voorzitter Centrale Directie
Handtekening:
Schoolgids deel B 2012-2013
Pagina 26