Scheepsjournaal Raderboot FREYA
Welkom aan boord!
Scheepsjournaal Raderboot FREYA
Kapitein Gerd Engel & de crew van de Freya
Welkom aan boord!
1
Beste gasten, Beste vrienden van de FREYA!!
Inhoudsopgave
Welkom aan boord
Pagina 4
‘Helse’ redding
Kapitein en auteur Engel
Pagina 6
Een geweer dat niemand wilde Pagina 17
Vier namen – één schip
Pagina 8
Op bezoek in het Witte Huis
Pagina 18
De tewaterlating
Pagina 9
In de orkaan geborgen
Pagina 22
De koningin komt aan boord
Pagina 10
Logboek van de FREYA
Pagina 23
Tweede carrière als ‘De Zwaan’
Pagina 12
Impressum
Pagina 24
Vervolgden aan boord
Pagina 14
2
Pagina 15
M boot.
aak een buitengewone reis mee aan boord van onze historische rader-
Beleef ook culinaire hoogtepunten dankzij ons vijfsterrenbuffet, verzorgd door onze keukencrew. U bent tevens van harte welkom om mij een bezoekje te brengen! U vindt me helemaal bovenaan op de commandobrug, waar u van een uniek panorama over
het vaarwater kunt genieten. Ik wens u veel plezier bij het bladeren doorheen ons nieuwe scheepsjournaal. Een vergeet niet uw scheepsjournaal te laten afstempelen door een lid van de crew – Met die stempel maakt u echt deel uit van de grote FREYA-familie. Ik wens u veel genot en een onvergetelijke cruise met onze raderboot.
Kapitein Gerd Engel 3
Kerstsfeer in de haven van Kiel
„Meevaren met de FREYA is gewoon leuk!“
D
e vriendelijke bemanning en kapitein Gerd Engel heten u van harte welkom aan boord en wensen u een ontspannen reis toe! Geniet van de bijzondere f lair van dit fantastische schip. De FREYA heeft karakter; meevaren met de FREYA is gewoon leuk! Neem gerust een kijkje op ons mooie schip – één van de hoogtepunten van deze reis wacht u op het vooraan gelegen onderdek: daar zal ons beroemde buffet uit de grond rijzen – met de kok in het midden. Talrijke vlijtige handen toveren voor u heerlijke maaltijden op tafel. Alles wordt voor u aan boord bereid. Laat u ook betoveren door de aangename atmosfeer aan boord. Onze vriendelijke crew, die werkelijk niet van hun stuk te brengen is, zal u tot in de puntjes verwennen. Verschillende gasten hebben me al gevraagd of onze rode schoepenwielen wel echt zijn.
Lekkernijen: Aan boord van de FREYA schotelt onze keukencrew u gerechten van topniveau voor.
Hierbij wil ik voor eens en altijd duidelijk stellen dat wij een echte raderboot zijn en onze damp door middel van oliestook opwekken. Om optimaal te kunnen manoeuvreren hebben wij aan de achtersteven ook nog een propeller die door een dieselmachine aangedreven wordt.
4
Politiek aan boord: De voormalige minister-president van Sleeswijk-Holstein Peter Harry Carstensen met reder Sven Paulsen
Hoog bezoek: Ex-bondspresident Horst Köhler en minister-president in ruste Heide Simonis aan boord van de raderboot 5
Loods, zeiler en auteur: Kapitein Engel
G
eerd Engel is kapitein op de grote vaart en werd aan een stuwdam in het middelgebergte Harz geboren. Waarschijnlijk zijn het de talrijke zomers bij de grootvader op het schiereiland Eiderstedt waardoor Engel uiteindelijk voor de koers van het zeemanschap koos. Na 16 jaar zeevaart op alle oceanen trad Engel toe tot het loodsbroederschap van de Elbe. Daarna volgden 30 jaar op de Elbe en uiteindelijk de pensionering in 1997. Sinds 2006 bestuurt Engel de FREYA met plezier op de Kieler Fjord, het Noord-Oostzeekanaal en de Elbe. Met talrijke artikelen in de maritieme vakpers en tot nog toe zeventien boeken is Engel naast zeeman ook een erkend schrijver. Bovendien zeilde Engel solo naar Spitsbergen. Voor alle gelegenheden: Publieke tochten, private of zakelijke bordparties en huwelijken – de crew van de FREYA (onderaan rechts) vervult al uw wensen.
6
7
Vier namen – één schip: De spannende geschiedenis van de raderboot Freya
D
e raderboot werd in 1905 onder de naam ‘Westerschelde’ als Nederlandse veerboot gebouwd. Later voer hij bijna 50 jaar als bevoorradingsschip genaamd ‘De Zwaan’ op de Hollandse kanalen. In 1988 werd hij door Nederlandse scheepfanaten van de scheepssloop gered en als ‘De Nederlander’ in Rotterdam als restaurantschip gebruikt. In zijn vierde carrière is de raderboot vandaag de dag als FREYA een vaste waarde op de rivieren en kanalen in het noorden van Duitsland. Duur besluit Op 12 november 1904 was in een Nederlandse krant het volgende te lezen: Voor de bouw van twee nieuwe raderboten (stoomboten) en een tram tussen Hansweert en het station Vlake in het zuidwesten van Nederland wordt volgens het besluit van de Provinciale Staten van Zeeland een lening van meer dan 245.000 gulden aangegaan. Met dit geld zal ook de raderboot ‘Westerschelde’ gebouwd worden.
8
Het nieuwe schip De opdrachtgevers lieten niets aan het toeval over: heel precies en tot in het kleinste detail formuleerden ze hun ideeën met betrekking tot het uiterlijk van het nieuwe schip en dus ook de vereisten voor de scheepswerf. Ze bepaalden niet alleen de benodigde lengte en breedte, maar ook de dikte van de ijzeren platen voor de vloer en de boordmuren. Daarenboven voegden ze aan de bouwbeschrijving ook een lijst van vier pagina’s toe met een opsomming van de gewenste uitrusting. Zo moesten de twee ankerkettingen (3/4 duim dik) telkens 75 meter lang zijn. Ook een vlaggenmast en twee vlaggentouwen moesten aan boord aanwezig zijn alsook telkens tien kilo zwarte, gele en witte verf. En ook nog twee lange en twee korte penselen. Heel belangrijk: aan de reling, de scheiding tussen het promenadedek van de commandobrug, moest duidelijk leesbaar het bordje ‘verboden toegang’ opgehangen worden. Van begin af aan hechtten de opdrachtgevers veel belang aan een degelijke uitrusting – die ook de verschillende klassen duidelijk maakte. Terwijl het interieur van de eerste klasse bijvoorbeeld in gepolijst teak werd uitgevoerd, moesten de passagiers van het zogenaamde ‘volksdek’ zich met wat schone schijn tevredenstellen: een verflaagje in teakkleur. Spiegelglas aan de muren van de salons van de eerste en tweede klasse, elektrische verlichting in alle kamers, toiletten met waterspoeling – de nieuwe raderboot was niet alleen het symbool van de moderne
Brute pech: Door de dichte mist komt de ‘Westerschelde’ in 1907 plots vast te liggen op een Hollandse zandbank – pas na vier dagen slaagt het schip erin zichzelf te bevrijden. tijd, maar ook het toonbeeld van luxe. Geen wonder dat de ‘Westerschelde’ tijdens het bezoek van Koningin Wilhelmina in 1907 als koninklijk jacht geselecteerd en op het einde van de reis door het koningspaar ook uiterst positief onthaald werd.
De tewaterlating In december 1905 werd de passagiersboot ‘Westerschelde’ met als bouwnummer 514 in Kinderdijk vanuit de scheepswerf J. & K. Smit te water gelaten. Opdrachtgever was de Provinciale Stoomboot Diensten (PSD) van de provincie Zeeland, een publieke veerdienst. Als één van vier boten werd het 51,6 meter lange, het 11,5 meter brede en het 2,3 meter diepgaande schip vooral vanuit Vlissingen op de Westerschelde naar Breskens, Terneuzen, Borssele, Hoedekenskerke en
Hansweert ingezet. Op 12 december 1905 meldde de krant ‘De Zeeuw‘ dat de ‘Westerschelde’ haar proefvaart met succes had afgerond.
Hoog en droog Twee jaar daarna, op 2 maart 1907 in de namiddag om 15.00 uur, loopt het schip met veertien passagiers en vijf paarden aan boord bij dichte nevel vlak voor Ellewoudsdijk aan het olieplatform Mittelplate aan de grond. De krant ‘Zierikzeesche Nieuwsbode’ bericht op 7 maart 1907 dat de ‘Westerschelde’ vastzit op een zandbank. De passagiers worden met een roeiboot aan land gebracht en de sleper ‘Klamper’ snelt ter hulp. Toch bevrijdt het schip zich, na verwoede sleeppogingen, volgens dezelfde krant na vier dagen op eigen houtje. Wanneer de ‘Westerschelde’ eindelijk in de haven van Terneuzen ligt, wordt ze 9
door het vrachtschip ‘Pieter Gerhard’ uit Dordrecht geramd en loopt ze aan de Achtersteven schade op. Toch blijft ze varen.
pers kan het schip echter toch naar de haven gebracht worden en zijn de Belgische passagiers nog net op tijd om hun trein te halen.
Schade aan de distributieriem
De koningin komt aan boord
Een half jaar daarna, op 6 augustus 1907 om precies te zijn, raakt het schip voor de kust van Neuzen beschadigd aan de distributieriem. Dankzij twee sle-
Wanneer de Nederlandse koningin Wilhelmina (1880-1962) en haar gemaal prins Hendrik (18761934) in september van dat jaar een bezoek brengen aan Zeeland, de meest zuidwestelijk gelegen provincie van Nederland, wordt de nagenoeg nieuwe en voor zijn tijd uiterst moderne raderboot gedurende drie dagen getransformeerd in een koninklijk vaartuig. Met een speciale trein komt het koningspaar op donderdag 12 september aan in Middelburg, de traditierijke hoofdstad van Zeeland. Het minutieus uitgewerkte programma voorziet om 12.30 uur een lunch in de residentie van de gouverneur (‘Gouvernementshotel’). Tijdens het middagmaal zingen schoolkinderen verschillende liederen om hun eer te betuigen. Op vrijdagochtend begeven de koningin en de prins-gemaal zich dan aan boord van de ‘Westerschelde’ om via de Oosterschelde van Veere naar Zijpe te varen. Met een speciale tram hobbelt het koninklijke paar met meerdere tussenstops van de haven dwars doorheen het eiland Schouwen-Duiveland richting de stad Zierikzee met zijn 10.000 inwoners.
Schade aan de achtersteven (links): Door een machinestoring tijdens het achteruit varen loopt de ‘Westerschelde’ een ferme bluts op.
Een groot moment (rechts): Koningin Wilhelmina der Nederlanden betreedt in 1907 voor de eerste keer de in die tijd uiterst moderne raderboot 10 10
11
Ook op de derde en laatste dag van de rondreis wordt de ‘Westerschelde’ opnieuw als koninklijk jacht ingezet. ‘8.40 Vertrek per extra-trein naar Vlissingen’ luidt het bezoekersprogramma: Met een speciale trein om 8.40 uur naar Vlissingen en precies om 9.00 uur afvaart van het schip richting Breskens aan de zuidelijk gelegen oever. In de namiddag staat er een bezoek aan een tweede haven op het vasteland gepland: Terneuzen. Om 17.15 uur komt een ongetwijfeld uitgeput vorstenpaar uiteindelijk per schip opnieuw in Vlissingen aan. En om 17.29 uur verlaat de speciale trein de havenstad – einde van het koninklijke bezoek. De bestemming is het omwille van zijn plantsoenen beroemde koninklijk paleis ‘Het Loo’ bij Apeldoorn.
Factuur betaald Twee jaar na de oplevering van de raderboot staat op 19 oktober 1907, na een vergadering van de ‘Provinciale Staten van Zeeland’, in de krant ‘Middelbursche Courant’ te lezen dat er van de lening aangegaan in 1905 al 134.393,93 gulden voor de stoomboot ‘Westerschelde’ betaald werd.
Reddingsschip tussen de fronten In de Eerste Wereldoorlog bracht het schip vluchtelingen uit het door de Duitse troepen bezette België naar veilige oorden in het neutrale Nederland.
Het lukt niet meer In de winter van 1929 moest de veerdienst wegen sterke ijsvorming stopgezet worden, aldus de krant ‘Middel-burgsche Courant’.
De laatste vaart Al op 16 november 1934 maakte de Kamer van Koophandel en Industrie van Zeeland attent op de groei van het autoverkeer. Daarom was de raderboot ‘Westerschelde’ niet langer nodig op zijn vertrouwde rou12
tes. In 1933 werd het schip aan de scheepssloperij F. de Klerk in Terneuzen verkocht. Het leek erop dat het einde voor de 28 jaar oude was aangebroken. Toch werd het twee jaar later opnieuw verkocht.
Nieuwe eigenaars bouwen het schip om De ‘Vlissingse Courant‘ meldde op 30 juli 1935 de verkoop van de ‘Westerschelde’. “Via schipmakelaar P.A. van Bouchaute uit Terneuzen is de raderboot ‘Westerschelde’, die tot nog toe als stoomboot in dienst van de provincie op de Westerschelde voer, verkocht aan de heer P.J. Zwaan, eigenaar van een oliehandel te Oosterhout.” Nadat het schip in Hendrik-Ido-Ambacht van de machine, ketel en raderkasten was ontdaan, werd het door de N.V. Terneuzensche Scheepsbouw Mij omgebouwd tot oliebunkerschip, gestationeerd in de Berghaven van Born aan het nieuwe Julianakanaal.
Tweede carrière onder een nieuwe naam De nieuwe eigenaar, P. J. Zwaans, was op dat moment al actief in de sleepvaart, ook op de Rijn. Hij wilde het schip omdopen tot ‘De Zwaan’ en als eerste bunker- en bevoorradingsschip op het nieuw aangelegde Julianakanaal gebruiken. Zijn zoon, Jan Zwaans, herinnert het zich nog goed: “Als 15-jarige voer ik met mijn vader mee naar de scheepswerf in Hendrik-Ido-Ambacht, bij Rotterdam. Daar werden door middel van lasbranders de machine en de schoepenwielen gedemonteerd om plaats te maken voor enorme tanks van 15.000 liter. ‘De Zwaan’ groeide later uit tot een echt trefpunt voor binnenschippers. Eigenlijk was het de bedoeling nog een tweede boot als drijvende kruidenierswinkel en café in te zetten. Jan Zwaans: “Dat ging echter niet door. We hadden zo al genoeg te doen met onze andere vier sleepboten. De telefoon stond werkelijk geen seconde stil.”
In olie geschilderd: Het schip in 1935 onder de nieuwe naam ‘De Zwaan’ als drijvende ‘supermarkt’
Duitse bezetting van Nederland Op het schip leefden en werkten de zoon van de eigenaar, Kees Zwaans, en zijn oudere zus Cornelia, die hem ondersteunde. Niet veel later huwde hij met de schippersdochter Elisabeth, roepnaam Lieske. De intocht van de Duitse troepen in mei 1940 was voor Nederland ook op economisch vlak erg ingrijpend. Eerst moesten de winkels eraan geloven. Ook de scheepvaart op het Julianakanaal en op de tot dan toe
erg succesvolle bunkerboot ‘De Zwaan’ bleef niet van ellende gespaard. Toen er in mei 1940 in Born niets meer te doen was, werd het bunkerschip terug naar Oosterhout gesleept. Ook omdat het Nederlandse leger alle boten uit het kanaal wilde halen, zodat de Duitsers ze niet zouden kunnen gebruiken als drijvende bruggen. Toen na de bezetting het verkeer op het kanaal op13
nieuw op gang begon te komen, werd ook ‘De Zwaan’ terug naar Born gebracht.
melk en een paar kippen in de slaapruimtes,” vertelt Jan Zwaans.
Geheim toevluchtsoord
Razzia op ‘De Zwaan’
Vanaf 1940 werd ‘De Zwaan‘ een geheim toevluchtsoord voor velen die door de Duitse bezettingstroepen werden vervolgd. “Mijn broer Kees was van begin af aan actief in de verzetsbeweging,” aldus Jan Zwaans. “Hij hielp, samen met zijn vrouw Lieske, vluchtelingen, vervolgden, Joden, neergeschoten Britse piloten of Hollandse jongens die niet voor de Duitsers wilden werken, onder te duiken. Kees was echt zeer moedig.”
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen was de verzetsstrijders de valse identiteit van een zekere ‘Dokter de Jong’ ontgaan. De man slaagde er in de zomer van 1944 in om als zogenaamd vervolgde contact op te nemen met Kees Zwaans, die hem daarna voor twee dagen op het schip toeliet. Zo kwam de ‘dokter’ alle geheimen op en rond het schip te weten. Pas toen hij de boot al weer had verlaten – met een fiets en een horloge als geschenk – ontdekte Kees Zwaans dat hij een door het verzet gezochte verrader was. Na slechts twee dagen vonden er al razzia’s van Duitse troepen aan boord van ‘De Zwaan’ en in het bedrijf van Jan en Almy Zwaans plaats.
Vervolgden aan boord
In de vroege zomer van 1944 liet Kees Zwaans veertien vervolgde Joden op zijn schip onderduiken. Zo onopvallend mogelijk haalde Kees Zwaans hij ze één voor één met zijn sloep ‘Het Zwaantje’ aan boord. Daarvoor had hij dagenlang gewerkt om de koude en donkere Zoektocht naar ‘verboden’ radio’s “Destijds werden we verplicht om onze radio’s af ruimte aan de achtersteven (‘Het Achteronder’) her in te geven. Dus dienden we onze oude toestellen in te richten. Lieske Zwaans was dag en nacht bezig met en hielden we de betere bij ons,” aldus Jan Zwaans. het bereiden van maaltijden voor haar ‘gasten’, brood Tijdens de razzia werd zijn huis doorzocht en zijn te bakken en kleren te wassen. Naast deze nieuwko22-jarige echtgenote en hun acht maanden oude kind mers zaten er namelijk ook nog negen andere in het werden gearresteerd. Zij werden gedurende drie weboegruim (‘Het Vooronder’) verstopt, een ruimte verken in de gevangenis van Maastricht opgesloten. Jan borgen onder een verschuifbare toiletpot. Kees Zwaans Zwaans: “Mijn vader heeft dan beroep gedaan op een slaagde er in de daaropvolgende weken in om voor de goede advocaat om ze opnieuw vrij te krijgen.” 14 mensen schuilplaatsen aan land te vinden. “Nooit doken er meer mensen onder aan boord dan in die tijd. Gemakkelijk was het echter niet. Lieske moest voor alles zorgen. Het enige was ze had waren twee geiten voor 14
‘Helse’ redding Ten tijde van de razzia waren er nog negen mensen aan boord van ‘De Zwaan’ verstopt, onder wie ook de vijf leden van het Joodse gezin Wijnperle uit Amsterdam. Toen Manda Wijnperle en haar zus op een dag thuiskwamen van school, werden ze door een buurvrouw tegengehouden: “Verdwijn in de stad. Op de boot is een razzia bezig!” Manda en haar zus trokken naar Jan en Almy Zwaans, waar op dat moment de tweede razzia aan de gang was en de verboden radio’s al waren ontdekt. Van daar uit stuurde Almy Zwaans de meisjes snel terug naar hun ouders. Die waren doodsbang dat er op het schip iets met de rest van het gezin was gebeurd. Pas enkele dagen daarna hoorden ze van hun vader dat het gezin zich van de Duitsers had gered door kniediep in een met olie gevulde tank in de ondervloer van het schip te springen. In deze koude en benauwde ruimte, die op het schip ook wel de ‘hel’ werd genoemd, moesten ze het een hele dag in het donker uithouden. Ze werden echter niet ontdekt. Er werd wel een bootsman gearresteerd omdat hij geen papieren had. Kees en Lieske Zwaans mochten aan boord blijven. De dag daarop verlieten ze hun schip toch en fietsten ze naar het dertig kilometer verderop gelegen Oosterhout, de geboortestad van Kees. Daar vonden ze tot aan de bevrijding onderdak in een kleine bakkerij. Daarna ging Kees Zwaans voor de Amerikaanse inlichtingendienst werken en hielp hij Joodse kinderen hun ouders terug te vinden.
De bevrijding is in aantocht Toen de geallieerde troepen vanuit het zuiden kwamen oprukken en de Nederlandse grens nabij Breda reeds hadden overschreden, raakten de Duitse troepen in paniek – ze vluchtten richting het noorden met de auto, de fiets of zelfs te voet. Op 5 september 1944
dachten de Nederlanders dat de oorloog al voorbij was. Iedereen begon te dansen in de straten, en ‘Dolle Dinsdag’ was een feit. Maar de Duitse troepen waren nog niet uitgeteld: er vond een tegenaanval plaats en de mensen vluchtten opnieuw in hun huizen. De straten lagen bezaaid met honderden lijken.
‘De Zwaan’ aan de grond Voor hun vertrek brachten de Duitse bezetters vijf schepen in het Julianakanaal tot zinken. Bovendien lieten ze verschillende bruggen en sluizen ontploffen, zodat het water uit het kanaal stroomde. De kleine haven van Born kwam droog te liggen en de ‘De Zwaan’ liep aan de grond. “Na de oorlog was mijn bedrijf volop bezig met noodherstellingen aan deze schepen. Zo konden ze bij het rijzen van het kanaal opnieuw beginnen te drijven. Het toenmalige zeldzame en kostbare staal kregen we van de staat,” vertelt Jan Zwaans.
‘Liefdadigheid’ Na de razzia werd het huis van Jan en Almy Zwaans door Duitse troepen in beslag genomen en verzegeld. De meubelen en de hele inboedel zouden binnen het kader van ‘liefdadigheidsschenkingen’ naar het Duitse Rijk gestuurd worden. Jan Zwaans: “Mijn vrouw stond er tijdens de plundering op dat ze het babybedje lieten staan. Het was dan ook het enige wat we naderhand nog hadden.” Na de oorlog hoorde Jan Zwaans dat er in Aken een depot was van alle gedane ‘schenkingen’. “Ik ben er naartoe geweest en heb effectief bepaalde zaken uit onze woning teruggevonden,” aldus Jan Zwaans.
Een tragisch ongeval Op 13 maart 1945 wou Kees Zwaans met een vriend uit het verzet met zijn motorfiets, die de voorbije maanden onder een baal hooi bij een boer verborgen 15
De zaken gaan verder
‘De Zwaan’ in de jaren ‘50: Nog steeds een populair trefpunt voor schippers en drijvende handelszaken
was geweest, naar een bijeenkomst rijden. Aan een kruispunt werd hijaangereden door een Amerikaans legervoertuig. De passagier was op slag dood en Kees Zwaans liep ernstige hoofdwonden op. Hij werd naar het ziekenhuis overgebracht, maar stierf er de dag 16
erna. Hij werd slechts 33 jaar oud. Kees Zwaans staat vandaag de dag in zijn thuisland bekend als een van de helden van de Tweede Wereldoorlog en wordt in het Israëlische Holocaustmonument Jad Wasjem als een van de ‘Rechtschapene’ geëerd.
Tijdens de meer dan 30 jaar waarin het schip in het bezit van de familie was, waren na elkaar verschillende leden van de clan Zwaans verantwoordelijk voor de gang van zaken op ‘De Zwaan’. Grootvader Petrus Josephus Zwaans gaf elk van zijn tien kinderen specifieke opdrachten binnen het sterk vertakte familiebedrijf. Na het ongeval en de vroege dood van zoon Kees nam eerst zijn vriend en zwager Martin, getrouwd met Cornelia Zwaans, het bedrijf over. Daarna stond de jongste zoon Harry (eigenlijk Hendrikus, geboren in 1924) aan het roer. Harry zat vol van ideeën en was altijd druk bezig, herinnert zoon Paul zich. Toen de olieleverancier Shell voorstelde om de boot naar Zwijndrecht op de Maas te verleggen, kocht Harry het schip over van zijn vader en voerde hij de zaken vanaf dan voor eigen rekening. Het jaar daarop, in 1949, trouwde hij met zijn Antoinette. Paul Zwaans: “Ook Antoinette kwam uit een van de katholieke schippersfamilies die nauw samenhingen en die elkaar al generatielang kenden. Zo hadden de ouders en grootouders van Paul Zwaans met zowel onze als haar kant al lang contact met elkaar. Mijn broer John van het jaar 1953 en ik, van 1955, zijn beide op het schip geboren.”
Verkoop aan de schoonzoon “Mijn vader was een echte oliehandelaar; olie was het allerbelangrijkste voor hem. In 1964 liet hij een
nieuw bunkerschip bouwen, de ‘Nieuwe Zwaan’, vertelt Paul Zwaans. In datzelfde jaar verkocht hij de helft van zijn firma-aandelen aan zijn schoonvader Lambert Schless, die uit een traditierijke Duitse familie van binnenschippers van de Nederrijn bij Emmerich stamde en eigen slepers op de Ruhr in bedrijf had. In 1972 werd Schless dan enige eigenaar van de firma en dus ook reder van ‘De Zwaan’, die hij pas na vele jaren opnieuw naar een scheepswerf liet overhalen en aan een aantrekkelijke plaats in Zaltbommel liet leggen.
Een geweer dat niemand wilde De nieuwe eigenaar wilde het schip renoveren en liet daarom de binnenbekleding verwijderen. Het is tijdens deze werkzaamheden dat er een Amerikaanse karabijn uit de Tweede Wereldoorlog werd gevonden – een overblijfsel uit de tijden van oorlog en verzet, door Kees Zwaans zelf decennia daarvoor achter de wandbekleding van het schip verstopt. Lambert Schless wou zo snel mogelijk af van het geweer en gaf het terug aan Harry. Als brave burger trok hij naar de politie om er het de oude karabijn wapen af te geven. Daar wist men echter ook niet wat ermee aan te vangen: “Neem het ding gewoon weer mee. Wat moeten wij met een geweer doen?” En nu? De munitie en het magazijn waren in de loop van de jaren verloren gegaan, enkel de kakikleurige patroontas hing nog steeds aan de geweerlade vast – en dat is nog steeds het geval. 17
Het geweer bleef in de familie en hangt vandaag de dag aan een muur in het huis van Paul Zwaans als herinnering aan de gevaarlijke periode van oorlog en verzet en tegelijkertijd als onderdeel van de familiegeschiedenis. Harry Zwaans en zijn vrouw trokken in 1977 naar Australië, waar Harry in 1992 ook overleed. De nieuwe eigenaar van ‘De Zwaan’ gebruikte het schip daarna opnieuw als bunkerschip en drijvende handelszaak voor scheepsuitrusting. ‘De Zwaan’ bleef er liggen tot 1985/1986 en werd dan – na meer dan 80 jaren dienst – aan een sloperij in Zuilichem nabij Rotterdam verkocht. Ondertussen was ook de onderneming Zwaans voor de tweede keer verkocht – aan de Nederlandse scheepsfirma Slurink, waarvan de witte zwaan nog steeds in het logo prijkt.
PräsidentenEmpfang im WeiSSen Haus
werf in Zaandam bij Amsterdam uit de scheepsromp opnieuw een fraaie raderboot ontstaan. Hun droom om na al die tijd weer een raderboot doorheen de Nederlandse wateren te laten varen, was werkelijkheid geworden. Geen enkel ander schip had de oorlogsjaren en de naoorlogse periode doorstaan.
In 1988 is het zover: Het schip begint na 83 jaar aan zijn laatste vaart, naar de sloperij.
Carrière als restaurantschip In 1990 werd de raderboot tot ‘De Nederlander’ omgedoopt, een verwijzing naar de eerste Hollandse raderboot uit 1823. Het begon aan zijn volgende carrière, dit keer als restaurantschip met een samengestelde tweecilinderstoommachine met 400 pk uit 1926. Het schip werd tien jaar lang met enorm succes aan de Rotterdamse Maasboulevard als drijvend restaurant of voor chartervaarten in de Rotterdamse haven ingezet.
Op het nippertje gered: Kosten noch moeite worden door de familie Key gespaard om het schip opnieuw tot raderboot om te bouwen.
Naar nieuwe oevers
Lieske Zwaans kreeg in 1981 – Als Freya richting van Manda Wijnperle, een Sylt vrouw die vele jaren geleIn december 1999 kocht reden op het schip was onderder Sven Paulsen (van Adgedoken, een uitnodiging ler Schiffe) de boot. Hij liet naar de Verenigde Staten. hem in maart 2000 naar de Ze mocht op bezoek gaan in Groots moment: Lieske Zwaans wordt ontvangen scheepswerf van Husum het Witte Huis bij President door de Amerikaanse President Ronald Reagan. overbrengen (omwille van Ronald Reagan en werd er het slechte weer had het tijdens een receptie in de bloemetjes gezet. schip drie weken in de haven van Harlingen moeten wachten om door te varen) en restaureerde het vaartuig grondig tot het schip zoals we het vandaag de dag Vor der Verschrottung gerettet kennen. In Husum werd de FREYA ook van binnenWijnand Key en zijn zoon Klemens uit Weesp bij Amschip tot zeeschip getransformeerd. De feestelijke insterdam, die sinds jaren op zoek waren naar een hisgebruikneming, onder de nieuwe naam, vond plaats torische raderboot, hoorden over ‘De Zwaan’ en zijn op 20 april 2000 in de haven van List op het eiland rijke geschiedenis. Ondanks de chaos aan boord door Sylt, van waaruit daarna excursies naar de Noordzee de ouderdom van het schip waren ze meteen enthouwerden aangeboden. (Lees verder op pagina 22) siast – ze kochten het wrak en lieten op een scheeps18
19
De nieuwe familie eigenaars (v.l.n.r.): Reder Sven Paulsen met echtgenote Birge en dochter Svea, alsook vader Kurt Paulsen aan boord van de FREYA bij de ingebruikneming in 2000 op het eiland Sylt Foto onderaan: Na 60 jaar: Bezoek van de voormalige familie eigenaars Jeanne (2de van links) en Monique Zwaans (3de van links) met reder Sven Paulsen (2de van rechts.) in de zomer van 2013 in de haven van Kiel. De trotse witte zwaan (foto boven): Als ‘De Nederlander’ vaart het schip in de haven van Rotterdam. Stoom, stoom en nog eens stoom (foto onder): Een blik in de machineruimte met de historische stoommachine
20
21
Uw persoonlijke FREYA-logboek Naam: Adres: Datum: Van: Tot:
Boordstempel
Opmerkingen: Datum: Averij in de orkaan: De FREYA wordt in 2000 op de pier in de haven van List (Sylt) geduwd.
In de orkaan geborgen
De honderdjarige
Op 30 oktober 2000 scheurde de FREYA zich tijdens een orkaan van haar ligplaats in List los, dreef af en werd op de pier geduwd. Bij een windsterkte van 12 werd het schip door de motorreddingsboot ‘Minden’ vrij gesleept.
De ‘grande dame’ van de vloot van Adler Schiffe vierde op 21 april 2005 haar 100ste verjaardag met een feestelijke vaart op de Kieler Fjord. Aan de Bollhörnkaai vond er een grote receptie plaats met heel wat prominente gasten – onder wie ook de vorige eigenaars Wijnand en Klemens Key en hun echtgenotes. Op die dag werd ook de thuishaven officieel van List in Kiel gewijzigd.
Nieuw vaarwater Sinds 27 november 2000 vaart de FREYA vanuit Kiel af – en maakt vooral tochten op het Noord-Oostzeekanaal en de Elbe. In 2012 alleen al waren er 35.000 mensen aan boord geweest.
Van: Tot:
Boordstempel
Opmerkingen: Datum: Van: Tot:
Boordstempel
Opmerkingen: 22
23
Impressum
Bronnen foto’s
Welkom aan boord! Scheepsjournaal van de raderboot FREYA
titel: Tony Zech dekking pagina 2: Dietmar Westphal dekking pagina 3: archief Adler-Schiffe dekking pagina 4: archief Adler-Schiffe pagina 1: Holger Widera pagina 2: Sebastian Mühlig pagina 3: archief Adler-Schiffe pagina 4: Svenja Luchterhand pagina 5: boven: Sebastian Mühlig onder rechts, links: archief Adler-Schiffe pagina 6 b oven: archief Adler-Schiffe onder rechts: Christina Kloodt onder links: Svenja Luchterhand pagina 7 b oven: Svenja Luchterhand onder rechts: Holger Widera onder links: archief Adler-Schiffe pagina 8: Stefan Lipsky pagina 9: archief Adler-Schiffe pagina 10: archief Adler-Schiffe pagina 11: archief Adler-Schiffe pagina 13: Repro Stefan Lipsky pagina 14: archief Jeanne Zwaans pagina 16: archief Paul Zwaans pagina 17: Stefan Lipsky pagina 18: archief Jeanne Zwaans pagina 19: archief Klemens Key pagina 20 b oven: archief Klemens Key onder rechts, links: archief Adler-Schiffe pagina 21 b oven: archief Adler-Schiffe onder: Stefan Lipsky pagina 22: archief Adler-Schiffe
Uitgever: Sven Paulsen Redactie: Stefan Lipsky, Juliane Peter Uitgeverij: Edition Sven Paulsen Boysenstraße 13, 25980 Westerland www.adler-schiffe.de Layout: Druckhaus Leupelt, Handewitt Druk: Druckerei Nielsen, Flensburg Alle rechten voorbehouden. Nadruk, ook gedeeltelijk, is enkel toegestaan met schriftelijke goedkeuring van de uitgeverij. Alle informatie in dit boek werd zorgvuldig opgezocht, maar wordt zonder garantie vrijgegeven. Eventuele weglatingen of vergissingen geven in geen geval aanleiding tot wettelijke aanspraken.
24
De historische doorsnede van de FREYA, toen nog als ‘De Nederlander’
Met ‘Belle Epoque’ wordt de periode tussen 1880 en de Eerste Wereldoorlog bedoeld. In dit tijdperk stonden niet alleen gecultiveerdheid en verfijning centraal, maar het was ook een tijd van ingrijpende technische veranderingen: de stoommachine en elektriciteit deden hun intrede. Op alle zeeën en rivieren in Europa begonnen hypermoderne raderboten te varen – ook op de ‘Westerschelde’ in Holland in het jaar 1905. Dit schip maakte een bewogen geschiedenis mee: als FREYA staat ze vandaag symbool voor de schoonheid van vervlogen tijden. Vooral aan de kusten van de Noord- en Oostzee kan de raderboot rekenen op een grote schare fans, die de FREYA sinds jaren trouw zijn.