GODS WOORD AAN BOORD PREDIKANTEN EN ZIEKENTROOSTERS AAN BOORD VAN ROTTERDAMSE OOSTINDIËVAARDERS IN DE EERSTE HELFT VAN DE ACHTTIENDE EEUW')
DOOR DRS. P.J. MOREE
De bezoekers van de grote Rembrandttentoonstelling in het Rijksmuseum te Amsterdam in 1991-1992 zullen hebben gezien dat er naast werken van de meester van het licht zelf, diverse schilderijen van zijn leerlingen op de panelen waren geplaatst. Eén van deze leerlingen was Jan Victors, geboren te Amsterdam in 1620. Aanvankelijk had Victors zich een epigoon van Rembrandt getoond, hoewel hij later een eigen stijl ontwikkelde. Deze calvinistische leerling schilderde voornamelijk taferelen uit het Oude Testament, zoals de verdrijving van Hagar en Ismaël, maar ook portretten en straattaferelen. Met hem is iets bijzonders aan de hand. Weliswaar is hij net als Rembrandt in arren moede overleden, echter Victors stierf niet in een atelier met het penseel in de hand, maar in Oost-Indië in ca. 1676 in de functie van ziekentrooster^). Het is deze functie aan boord van Nederlandse Oostindiëvaarders die centraal staat in deze korte studie. In de rijke archieven der Verenigde Oostindische Compagnie (1602-1795) zijn zeer regelmatig vermeldingen van ziekentroosters, predikanten, dominees, krankbezoekers, lezers of hoe deze verbreiders van Gods woord verder ook werden genoemd, te vinden. Feitelijk werden er twee groepen onderscheiden: 1. predikanten, 2. ziekentroosters, ook wel krankbezoekers genoemd. Dit artikel presenteert de eerste resultaten van een onderzoek naar het zeevarend personeel van de VOC-kamer te Rotterdam in de achttiende eeuw. Als case-study voor dit onderzoek is de aandacht eerst gericht op de predikanten en ziekentroosters in de eerste helft van de achttiende eeuw. In eerste instantie heeft uitvoerig onderzoek in het VOC-archief plaatsgevonden om de namen van deze godvruchtige lieden te achterhalen. Een tweede oogmerk was het beantwoorden van vragen als: Waar kwamen deze predikanten en ziekentroosters vandaan? Hoe vaak keerden zij terug aan boord 228
van Rotterdamse Oostindiëvaarders en wie van hen zijn in de Oost overleden? Hoe lang verbleven ze in Azië? Hoe hoog was hun gage? Wellicht wordt hier de indruk gewekt dat er over dit onderwerp nooit eerder iets gepubliceerd is. Het tegendeel is echter waar. Een ieder die zich ooit met de Oostindische kerkgeschiedenis heeft beziggehouden, zal de naam Van Troostenburg de Bruyn kennen. De voormalige Bataviase predikant C.A.L. van Troostenburg de Bruyn heeft in het laatste kwart van de vorige eeuw een drietal belangrijke werken over de koloniale kerkgeschiedenis gepubliceerd. In het jaar 1884 verscheen de overzichtsgeschiedenis De T/ervorra/>? yVecfer/flwcfcc/z OosZ-Zfld/e o^cte/* t/e Oos/-//?tf/sc/ze Coraf/602-/7P5^, een ruim zevenhonderd pagina's tellend werk. Van Troostenburg de Bruyns beroemde 5/ogra/?/z/sc/z Wooröfe/?boe/: vow Oos/-/A?<#sc/ze Praft/rüwtert verscheen negen jaar later. Naast soms uitgebreide biografische schetsen over predikanten bevat dit boek allerlei wetenswaardigheden over 'de proponenten, de hulppredikers, de zending-leeraren die den dienst van predikant hebben waargenomen, ook hen die ten onrechte voor pred. gehouden en het niet geweest zijn, of die niet als zodanig hebben gefungeerd, enz. enz.'^). Tenslotte kwamen in 1902 de ziekentroosters aan bod met de publicatie van het boekje Ara/ï/r&ezoe/rers f/i TVeVan Troostenburg de Bruyn haalde zijn gegevens voornamelijk uit een grote hoeveelheid gedrukte bronnen en secundaire literatuur. C.W.Th, baron Van Boetzelaer van Dubbeldam, in 1906 gepromoveerd op het proefschrift De Gere/ormee/Y/e ATerArert //? Afezerttfmg /« 0os/-/rtG?/é />z cfe üfogert eter Oos/- /«öf/sc/ze /e, uitte enige kritiek op de werkwijze van Van Troostenburg de Bruyn. Hij noemde diens boeken werken 'van belezenheid en navorsching', maar vond dat ze 'in eene schromelijke verwarring eene groote menigte gegevens (bevatten), vooral uit niet officiëele bronnen samengebracht'. Boetzelaer gebruikte echter wel officiële, dat wil zeggen kerkelijke bronnen, zoals het Oud Synodaal Archief, de archieven van de Classis Amsterdam, Middelburg, Delft, enz. Bovendien noemde hij Van Troostenburg de Bruyns werkje over de ziekentroosters zeer onvolledig, iets waar nog op teruggekomen zal worden'*). Alle onderzoeksresultaten in dit artikel zijn afkomstig uit - om Boetzelaers terminologie te hanteren - niet-officiële bronnen. De verkregen gegevens zijn voornamelijk afkomstig uit de personeels229
o o
"S o s:
o
I 3è
^§ 5
O os ,
I
(3
5
3
administratie van de Verenigde Oostindische Compagnie, berustende in het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. Veel primair bronnenmateriaal over de kamer Rotterdam is helaas voorgoed verloren gegaan. Desalniettemin is het mogelijk om bijna het totale personeelsbestand van zeevarenden, van scheepsjongen tot schipper, voor de kamer Rotterdam in de achttiende eeuw te reconstrueren. Het VOC-archief bevat deze vele duizenden namen van bemanningsleden. Allereerst wordt de VOC-kamer Rotterdam in de eerste helft van de achttiende eeuw kort behandeld, waarna de functies en taken van predikanten en ziekentroosters worden beschreven. Aansluitend worden de eerste onderzoeksresultaten gepresenteerd en vergeleken met de in de werken van Van Troostenburg de Bruyn aangetroffen biografische gegevens.
KOC-£tfmer /to/tercfom //i öfe eerste ^e/// va/7 cte eeww De stad Rotterdam bezat in de zeventiende en achttiende eeuw een van de zes kamers van de VOC. De overige kamers waren gevestigd in Amsterdam, Middelburg, Delft, Hoorn en Enkhuizen. Vergeleken met Amsterdam en Middelburg was de kamer Rotterdam klein, maar actief. Officieel nam de kamer van de Maasstad een zestiende deel van de activiteiten van de Compagnie voor zijn rekening, net als Delft, Hoorn en Enkhuizen, maar gedurende de achttiende eeuw werd de kamer Rotterdam binnen de VOC relatief steeds belangrijker. Vele Oostindiëvaarders hebben op de Maas gevaren. De kamer, geleid door zeven bewindhebbers, fungeerde als handelaar in koloniale waren, scheepsbouwer en reder. Dit laatste zegt iets over de invloed van de kamer op de Rotterdamse economie, die enige omvang moet hebben gehad. Immers, vele plaatselijke toeleveringsbedrijven - voor wat betreft zaken als voeding, zeilen en touwwerk - hadden met de Compagnie te maken. Daarnaast bood de VOC aan velen werkgelegenheid. De machtige Oostindiëvaarders moesten niet alleen gebouwd en uitgerust worden, maar ook bemand. Onder de zeevarenden op Rotterdamse VOC-schepen bevonden zich lieden uit allerlei Nederlandse steden, maar ook was een groot aantal uit het buitenland afkomstig. Gedurende de eerste helft van de achttiende eeuw hebben de bewindhebbers van de kamer Rotterdam 112 maal een Oostindië231
vaarder uitgerust. Gemiddeld komt dit neer op 2,2 schepen per jaar^). TABEL 1. Aantal schepen uitgerust door de kamer Rotterdam in 1701-1750 1701-1710 1711-1720 1721-1730 1731-1740 1741-1750 Totaal
18 23 25 23 23 112
Bron: J.R. Bruijn e.a., £>w/c/7-,4s/ff//cs/?//?/?/>7g m //ie 77//? #m/ 7#/7? , Volume II ('s-Gravenhage 1979) 270-532
Dit betekent dat de werf van de Rotterdamse kamer voldoende schepen moest afleveren. Als de bouwcijfers in deze periode bekeken worden, valt op dat er per decennium gemiddeld zeven nieuwe Oostindiëvaarders op de werf bij de Oostzeedijk gebouwd werden. TABEL 2. Aantal schepen gebouwd door de kamer Rotterdam in 1701-1750 1701-1710 1711-1720 1721-1730 1731-1740 1741-1750 Totaal
6 8 7 5 9 35
Bron: J.R. Bruijn e.a., Z)«/c/?-/4s/a//cs/7//?/?//7g /« //ze 77//? , Volume II ('s-Gravenhage 1979) 270-532
Deze schepen hadden vaak bekende namen als 'Charlois', 'Huis ten Donk', 'Blijdorp', 'Krooswijk', 'Feijenoord' en 'Rotterdam'. Een aantal schepen werd al dan niet tijdelijk overgenomen van an232
70. A/ocfe/ va/? die V/T/we/ /ctern/e/re Oos///ï/w
dere kamers, zoals er ook op de Rotterdamse werf gebouwde Oostindiëvaarders voor andere kamers gevaren hebben. In het Oostindisch Huis, dat in deze periode op de Boompjes was gevestigd en dat zo jammerlijk vernietigd werd in de Meidagen van 1940, bevonden zich naast de zeven bewindhebbers (de bestuurders) onder meer de administrateurs van de kamer, oftewel boekhouders en klerken. Zij hielden zorgvuldig de namen van alle werknemers van de kamer bij en registreerden alle mutaties met betrekking tot deze personen. Zo noteerden zij bijvoorbeeld alle namen, geboorteplaatsen en verdere gegevens van de predikanten en ziekentroosters in het hier onderzochte tijdvak.
De in het jaar 1602 opgerichte Verenigde Oostindische Compagnie stuurde gedurende twee eeuwen op haar schepen naar de Oost predikanten en ziekentroosters mee. De predikanten moesten niet alleen voor het Compagniespersoneel ter plekke prediken, maar ook zending bedrijven onder de diverse Aziatische volkeren. De VOC was in de eerste plaats een handelsorganisatie, hetgeen betekende dat de kerk in Azië ondergeschikt was aan de belangen van de kooplieden van de Compagnie. Ondanks dit wilde de VOC jonge lieden wel aanmoedigen om zich aan de Indische kerkdienst te wijden, onder meer door hun studie te subsidiëren^). Volgens de 'Beroepsbrief voor de Predikanten gaende na O. en W. Indien' uit de eerste helft van de zeventiende eeuw was het wenselijk dat op ieder VOC-schip een wettelijk beroepen predikant meegezonden werd, met als voornaamste taak 'omme te water en te lande, onder wegen ende insonderheyt daer ter plaetse gecomen sijnde, Godes heylige Woord, vervat in de Schriften des O(ude) & N(ieuwe) Test(ament) te prediken'^). Volgens Van Troostenburg de Bruyn zijn er in de VOC-periode ongeveer negenhonderd predikanten in Oost-Indië geweest. Sollicitanten, voorzien van getuigschriften, moesten zich melden bij de classis van een der zes steden, waar de VOC een kamer bezat. Na een proefprediking en een examen werd de kandidaat in principe voor een periode van vijf a tien jaar in de Oost benoemd. In de praktijk bleek echter dat predikanten vaak veel langer in Indië doorbrachten, soms wel twintig tot vijftig jaar. Zij werden beroepen naar plaatsen als Batavia, Kaap de Goede Hoop, Colombo, Timor, Malakka, Ambon, enz. Lang niet alle uitgezonden predi234
kanten overleefden de reis naar de Oost. Bovendien was het leven in de overzeese vestigingen van de Compagnie niet altijd even gezond te noemen. Anderen, daarentegen, keerden terug uit Azië en vervolgden hun loopbaan als predikant in een Nederlandse stad®). Ook vele ziekentroosters hebben dienst gedaan in Azië, maar vaker nog keerden zij op korte termijn weer terug op een VOCschip naar het vaderland. Omdat er een voortdurend gebrek was aan predikanten was de behoefte aan deze ziekentroosters erg groot. Zij vormen dan ook het leeuwedeel van de verkondigers van het Evangelie aan boord van de Nederlandse Oostindiëvaarders. Van Troostenburg de Bruyn stelt dat het door hem aangetroffen getal van acht- a negenhonderd ziekentroosters in de totale VOCperiode veel te laag moet zijn. Hij heeft gelijk. De Compagnie heeft immers bijna 4800 maal een schip naar de Oost uitgezonden. Op grond van de cijfers die in dit artikel worden gepresenteerd op 112 schepen zaten 71 verse/?/V/e^cte ziekentroosters - zou het totale aantal van deze lieden rond de drieduizend moeten liggen. Zoals reeds vermeld werd meende Boetzelaer ook al dat Van Troostenburg de Bruyns boekje over de ziekentroosters zeer onvolledig was. Indien iemand in aanmerking wilde komen voor het beroep van ziekentrooster bij de VOC moest hij dit te kennen geven bij de kerkeraad der Hervormde gemeente van een van de plaatsen waar een kamer van de Compagnie was gevestigd. Hierna onderzocht men in sommige gevallen de antecedenten van deze persoon, bijvoorbeeld door navraag bij buren door een ouderling, en werd een examen afgenomen. Dit bestond voornamelijk uit lezen en zingen. Met name aan het vertolken van de psalmen werd grote waarde gehecht. Toch gebeurde het dat - vooral in de zeventiende eeuw - de bewindhebbers zonder enige voorkennis en goedkeuring van de kerkelijke overheid ziekentroosters in dienst n a m e n \ Van Troostenburg de Bruyn noemt als voornaamste motief om jarenlang naar de Oost te gaan de financiële situatie van deze ziekentroosters, hoewel hij daarnaast de lust tot reizen niet wil uitsluiten. Het is in ieder geval een feit dat lieden van zeer verschillende pluimage zich aanboden voor een functie als ziekentrooster: een schilder (zoals eerder vermeld), ex-predikanten, schoolmeesters, schoenmakers, kistenmakers, timmerlieden, loodgieters, allerlei buitenlanders, voormalige rooms-katholieke priesters en zelfs een Joodse rabbijn. Velen onder hen werden zonder pardon afgewezen: alcoholici, halve analfabeten, ketters, bankroutiers, bijna235
stommen, hardhorenden en blinden. Sommigen werden wegens onbekwaamheid door de overheden in Indië op het eerstvertrekkende schip naar Europa gezet"*). Wat was nu precies de taak van deze toch als zeer nuttig beschouwde lieden? Volgens de 'Beroep- ende instructiebrief voor de sieckentroosteren gaende naer O. of W. Indië' had de ziekentrooster vier taken^). In de eerste taak wordt de naam van deze functie verklaard. Men moest 'de siecken ende crancken uyt Godes heylige woord (...) onderwijsen, vermaenen en vertrooste/? (mijn cursivering, PJM), een iegelyck na vereisch ende des selfs gelegentheyt'. Gezien het bij tijden grote aantal zieken op reizen naar en van Batavia was de aanwezigheid van een ziekentrooster - naast die van een tot drie chirurgijns - geen overbodige luxe. Ten tweede moest de ziekentrooster op geregelde tijden en als het weer het toeliet 'beneffens het singen der psalmen, uyt Godes Woord sommige capittelen, of oock eenich goet sermoen uut de Dectfcfes /?w///>!geri, de (...) Cö/ec/j/sraws, of eenich ander boeck, ingestelt van eenich leeraer der ware chr(istelijke) gereformeerde kerken, den volcke stichtelijck voor (...) lesen en het selfde werck daerom met den gebede te beginnen en te eyndigen'. In tegenstelling tot predikanten was het ziekentroosters niet toegestaan zelf preken te schrijven^). Zij mochten slechts gedrukte preken voorlezen. De hier geciteerde boekwerken, te weten Smrcortwrn £teo7van Henricus Bullingerus (beter bekend als het veelgelezen Z?w////?ge/7) en de Ctf/ec/z/smws van Ursinus bevonden zich aan boord van ieder VOC-schip in de z.g. ziekentroosterskist, waarin onder meer ook een bijbel, een psalmboek en enig schrijfgerei bewaard werden^). Als derde taak werd het 's morgens en 's avonds voorgaan in het gebed vermeld en in de vierde plaats noemt de instructiebrief de plicht van de ziekentrooster om onwetenden in het geloof te onderwijzen en vloekende zondaren te vermanen. Ofschoon de instructiebrief dit niet expliciet vermeldt, hadden de ziekentroosters op Oostindiëvaarders de leiding over het godsdienstig gedeelte van de plechtigheid van het overboord zetten van de doden en deden zij het dankgebed na gevaarlijke stormen. In deflrrf/A:e/£r/e/vande VOC, waarin alle aan boord van Compagniesschepen te volgen regels vastgelegd waren, was ook een gedeelte gewijd aan predikanten en ziekentroosters. In de artikelbrief van 1742, herzien in 1747, worden enkele plichten met be236
ARTIKEL-BRIEF VAN
O E
Gcuctroyeerde Nederhndfche
OOST-INDISCHE COMPAGNIE, B Y O F. 1 loog Mogende 11 E E R E N
S T A T l i N DER
G E N E R A A L
VEREENICÜE
NEDERLANDEN,
Den vierden September, 1742. gearrelleert. Met de veranderingen daar in gemaakt by Refolutie den 11 Oclober 1747. *• K
Te A M S T E R D A M , By NICOLA AS B Y L , op den Nicuwcndyk, Drukker van de Ed. Hoeren Bcwindhcbbcrcn van de Oóft-Inditèhc Compngnic. 7/.
va/7
/7 7742,
trekking tot godsdienstuitoefening aan boord opgesomd. Op overtreding van het vloekverbod - aldus artikel XVI - stond een boete van tien stuivers en een 'arbitrale correctie', terwijl het volgende artikel de ongehinderde uitoefening van het ambt van de predikanten en ziekentroosters moest garanderen. Dit was geen overbodige maatregel, als men bedenkt dat er vaak meer dan driehonderd matrozen en soldaten aan boord van VOC-bodems aanwezig waren, onder wie vaak niet de meest vrome lammeren. Sterker nog, Van Troostenburg de Bruyn noemt het voorbeeld van de Rotterdamse ziekentrooster Simon Kool, die tijdens het luiden van de klok voor het gebed met veel oneerbiedigheid en hoongelach bejegend werd. Omdat hij ook al niet kon rekenen op veel steun van de gezagvoerder diende hij na aankomst in Batavia een klacht in wegens mishandeling door bemanningsleden. Ook veel predikanten hadden last van gevloek, getier en gebulder aan boord'*). De artikelen XVIII en XIX betreffen de godsdienstoefening in de ochtend en de avond, bij te wonen door de complete bemanning, onder verantwoordelijkheid van de gezagvoerder, en de straffen op het ontduiken ervan. Indien een bemanningslid ten derde male betrapt werd op dit z.g. 'absenteren' zou hij 'geleerst' of 'gelaarst' worden. Dit was een uiterst onplezierige aangelegenheid, waarbij men vele malen met een dik touw op het ontblote achterwerk geslagen werd. Tot slot blijkt uit artikel XX dat het aanroeren van discussies over religie aan boord niet was toegestaan. Zoals eerder vermeld werd heeft de kamer Rotterdam in de hier onderzochte periode 112 maal een schip voor de Oost uitgerust. Nu zal bekeken worden hoeveel predikanten en ziekentroosters zich aan boord van deze schepen bevonden en wie zij waren. en z/eA:eA7/roos/ers £ƒ/ cfe Ararner /tottm/aw i/i cfe eerste /?e//ï va/? (/e öc/z///eA7öfe eeww Van alle 112 reizen die de Rotterdamse Oostindiëvaarders in de eerste helft van de achttiende eeuw hebben gemaakt zijn de z.g. sc/jeepsso/Gft/'&oe/re/? bewaard gebleven. In zo'n scheepssoldijboek zijn alle voor de salarisadministratie van de Compagnie relevante gegevens over alle zeevarenden op een schip geregistreerd, zoals volledige naam, geboorteplaats, gage, rang, eventueel namen van echtgenote of ouders, datum en schip van terugkeer naar Nederland, data van bevordering(en), sterfdatum e.d. In het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage bevinden zich alle scheepssoldijboe238
ken van de kamer Rotterdam in deze periode. De in de scheepssoldijboeken aangetroffen gegevens zijn hier weergegeven in twee bijlagen, een voor de predikanten en een voor de ziekentroosters. In totaal zijn er in de eerste helft van de achttiende eeuw op Rotterdamse Oostindiëvaarders 12 predikanten en 71 ziekentroosters uitgevaren. Van de 71 ziekentroosters waren er 22 die twee tot vier maal de reis naar Azië aanvaard hebben. Op drie van de onderzochte schepen was geen predikant of ziekentrooster aanwezig. De reden hiervan is mogelijk gelegen in het feit dat deze schepen zo'n kleine bemanning hadden dat de bewindhebbers het meezenden van een zielenherder niet zinvol achtten. De brigantijn 'Fijenoord' had bij uitvaren in december 1724 in totaal slechts dertig bemanningsleden aan boord^). Op zeven van de Rotterdamse schepen in genoemde periode bevond zich naast een predikant tevens een ziekentrooster. Gelet op de geografische herkomst van de predikanten valt op dat er van de twaalf slechts twee uit Rotterdam geboortig waren. De overigen kwamen uit plaatsen als Brielle, Gouda, Harlingen, Utrecht en Amersfoort. Hun maandelijkse gage lag tussen de tachtig en honderd gulden, een bedrag dat hoger was dan dat van de schipper - de hoogste zeevarende rang aan boord - die maximaal tachtig gulden mocht incasseren. De predikanten hadden recht op een aparte hut op het achterschip en genoten met de opperofficieren 'des Compagnie's tafel''^). Van de twaalf predikanten in Rotterdamse dienst keerden er uiteindelijk slechts vier terug naar de Republiek. De anderen zijn reeds op de heenreis aan boord of na een korte of lange periode in Azië overleden. Zo stierf de Rotterdammer Carolus de Rochefort in juni 1721, kort na zijn aankomst te Batavia, terwijl zijn stadgenoot Petrus Lacaze enkele jaren op Ambon preekte, alvorens hij in Banda in februari 1743 'op de visite is overleden'^). Bij het beschouwen van de herkomst van de ziekentroosters is het opvallend dat meer dan de helft Rotterdam als geboortestad opgaf. Van de 71 ziekentroosters waren er 38 uit de Maasstad afkomstig. Tien van de overige ziekentroosters kwamen uit Gouda, terwijl plaatsen als Maassluis, Leiden, 's-Gravenhage en Rhenen elk twee van deze functionarissen voortgebracht hebben. De overgrote meerderheid van de 71 ziekentroosters was geboren in Nederlandse plaatsen. Bij deze ziekentroosters is de hoogte - of liever laagte - van hun maandelijkse gage opvallend. In de periode 1701-1714 verdiende 239
een ziekentrooster dertig gulden per maand en vanaf 1714 nog slechts vierentwintig gulden. Een groter verschil met de predikanten is nauwelijks denkbaar. De geringe verdiensten hadden echter niet tot gevolg dat er geen lieden waren die zich als ziekentrooster bij de kamer Rotterdam aanmeldden. Sterker nog, een aantal van hen monsterde na thuiskomst wederom als ziekentrooster op een Rotterdamse Oostindiëvaarder aan. Veertien van de hier bestudeerde ziekentroosters maakten twee reizen, vijf man drie reizen en drie man zelfs vier reizen. TABEL 3. Overzicht van aantallen ziekentroosters en hun reizen voor de kamer Rotterdam in 1701-1750 niet teruggekeerd aantal aantal naar de Republiek reizen ziekentroosters 30 49 1 7 14 2 4 3 5 4 2 3 71 43 Totaal Bron: bijlage 2
Omdat het in het kader van dit artikel niet mogelijk is om allerlei details over de levens van ziekentroosters te vermelden is het zinvol om er één Rotterdammer, Jacob van der Raft, uit te lichten en hem iets uitgebreider te behandelen. Als Van Troostenburg de Bruyns boekje over krankbezoekers ter hand genomen wordt valt op pagina 63 over Jacob van der Rast (in plaats van Raft) het volgende te lezen: '...kwam in 1731 in Indië met het schip 'ter Horst', varende voor Rotterdam.' De door Van Troostenburg de Bruyn geleverde informatie is in de meeste gevallen nogal summier en niet altijd correct. Een onderzoek in de VOC-archieven levert veel meer op. Hier is onder meer te vinden dat Jacob of Jacobus van der Raft gehuwd was met Ingetje Ravestein en dat hij in de periode 1730-1737 vier maal voor de kamer Rotterdam als ziekentrooster is uitgevaren, tegen de eer240
der genoemde gage van vierentwintig gulden per maand. Van der Raft maakte zijn vier heenreizen op de schepen 'Hofvliet' (dus niet op de door Van Troostenburg de Bruyn genoemde 'Ter Horst') in 1730, 'Haaksburg' in 1732, 'Patmos' in 1735 en 'Rijnhuizen' in 1737, onder de schippers Arij Brouwer, Cornelis Lants, Willem de Wijs en Hendrik van Raa, allen geboortig uit Rotterdam. Van het schip 'Patmos' is bekend dat de scheepsoverheden op de heenreis werden geconfronteerd met een geval van sodomie, met als gevolg dat een der beschuldigde bemanningsleden zelfmoord pleegde - hij sprong over boord - en een ander werd doodgeranseld. Dit soort onverkwikkelijke affaires vormde geen uitzondering op VOC-schepen. Ziekentrooster Van der Raft zal de veroordeelde ongetwijfeld geestelijke bijstand geboden hebben. Tijdens zijn eerste drie reizen als ziekentrooster was Van der Raft twintig tot tweeëntwintig maanden van huis. Zijn vierde reis kreeg een voortijdig einde. De Rotterdammer overleed op 4 november 1737 aan boord van de 'Rijnhuizen', bijna zeven maanden na het uitzeilen en één maand verwijderd van de Bataviase ree. Vier dagen na zijn dood werden zijn nagelaten goederen geïnventariseerd en bij openbare verkoop voor de mast aan de meest biedende van de hand gedaan. De opbrengst, bijna 435 gulden, kwam ten goede van Van der Rafts weduwe. De inventarislijst is bewaard gebleven en geeft inzage in het bezit van een ziekentrooster. Naast een grote hoeveelheid plunje, linnen en katoenen goed (waaronder tien Bengaalse neusdoeken en bijna veertig stroppen en dassen) en enig zilverwerk, zijn er een aantal in het oog springende zaken in de inventaris te vinden. Zo bezat Van der Raft een lessenaar, een schrijflatje, loden en koperen tabaksdozen, een koffieketel, een blik met koffie, een rotting met zilveren knoop en een kleine verzameling boeken. Dit laatste bezit is interessant omdat de voor de uitoefening van het ziekentroostersambt benodigde boeken door de VOC zelf geleverd werden en in de ziekentroosterskist gedeponeerd. Alle boeken in het privébezit van Van der Raft geven dus tot op zekere hoogte zijn persoonlijke voorkeur weer. Immers, boeken maken de man. In totaal worden achttien boektitels zeer rudimentair in de inventarislijst opgesomd, waaronder '2 deelen van hellenbroek'. Hiermee wordt bedoeld het tweedelig werk //e/ //oog/Zet/ vow SÖ/omo ver/:/öör/e/? vergeeste/yA:/, door A. Hellenbroek, waarvan de tweede druk in 1725-1728 te Rotterdam is verschenen. Een andere titel in Van der Rafts collectie is '1 deel van loostein'. Dit is waar241
schijnlijk het boek Ztesc/zowwmge va/7 Z/OAÏ: O/ite aflwcfcrg/e/? e/? 0/7/werArmgert over öfe/? /ege/7woo/Y//ge/7toesta/ZÉ/v#/7 7 Gere/brraeerafe C/z/vs/e/zvo/A: van J. van Lodesteyn. Naast een psalmboek, een Catechismus, £>e /toorasc/ze t/y/e/z-s/?/ege/ van J. Lydius bezat hij ook onder meer het zeventiende-eeuwse Merg i/er G/zocfrg/ze/em///ze/'i/ door W. Amesius. Afgaande op Jacob van der Rafts boekenbezit en zijn regelmatige terugkeer op Rotterdamse Oostindiëvaarders lijkt het erop dat hij behoorde tot de ziekentroosters die 'de vereischte kennis en noodigen ernst (bezaten), om deze betrekking met waardigheid en op een nuttige wijze te vervullen''®). Zoals vermeld werd zijn handbibliotheek per opbod verkocht. Een aantal boeken ging naar stadgenoten van Van der Raft, in rang variërend van bosschieter tot onderstuurman. Een viertal titels, waaronder de werken van Hellenbroek en Amesius, werd gekocht door de op de 'Rijnhuizen' tevens aanwezige predikant Petrus Lacaze, ook een Rotterdammer. Tot zover de persoonlijke geschiedenis van één ziekentrooster. Hoeveel van de in de scheepssoldijboeken aangetroffen namen van predikanten en ziekentroosters worden nu vermeld in de standaardwerken van Van Troostenburg de Bruyn? Van de twaalf predikanten in Rotterdamse dienst vinden we er tien in zijn 5/ograp/j/sc/z Wooröfe/ïöoeA: terug. Van de 71 ziekentroosters worden er in zijn lijst van krankbezoekers slechts 22 genoemd, waarbij de bij de namen geleverde informatie uiterst summier is. Ofschoon het duidelijk is dat Van Troostenburg de Bruyns boeken verre van volledig zijn, kunnen ze bij VOC-onderzoek nog steeds waardevolle aanvullende informatie leveren, mits men ze met de nodige voorzichtigheid hanteert. In de periode 1701-1750 is de kamer Rotterdam er in bijna alle gevallen in geslaagd op haar uitgaande schepen predikanten of ziekentroosters mee te sturen. Sterker nog, een aantal van de teruggekeerde ziekentroosters bleek nogal eens opnieuw op Oostindiëvaarders van de Maasstad aan te monsteren. Dit is een interessant gegeven, denkend 'aan de groote bezwaren, toen aan de reis naar en het verblijf in Indië verbonden, aan de ontzettende toestanden op maatschappelijk en zedelijk gebied, die daar gevonden werden, en bovenal aan alles wat de dienaren des Evangelies aldaar te verduren hadden van de ambtenaren der Compagnie, aan wier willekeur zij geheel overgeleverd waren'^). Ondanks deze bezwaren waren er ziekentroosters en predikanten op zee aanwezig met een troostend gebed voor zieke en stervende bemanningsleden. Het 242
verspreiden van Gods woord aan boord was hun verdienste.
NOTEN 1) Dit artikel is een bewerking van een op 12 september 1992 voor het Historisch Genootschap 'De Maze' te Rotterdam gehouden lezing. De auteur is dank verschuldigd aan de heren ing. P. Liebelt, drs. J.C.A. Schokkenbroek en drs. M.C. de Niet. 2) W. Bernt, 777e /Ve//?e/7tfA7d/s/? Pff/>7te/-s o///ze Seve^/ee^//? volume 3 (New York 1970) 129. 3) C.A.L. van Troostenburg de Bruyn, /?/og/Y7/?/7/5'c7? Oo57-/rtd/sc/7e Pra//A:tf/7/eA7 (Nijmegen 1893) vii 4) C.W.Th. Baron Van Boetzelaer van Dubbeldam, De A>r/:e/7 /'/? Nede/Vo «d eA? de Zertdmg i/i Oos/-/«Gfrè //? de /wdagert der OosY/«d/.sr/je Cow/w/gm'e (Utrecht 1906) 15. 5) De 112 reizen worden alle vermeld in J.R. Bruijn e.a., Dwfc/?-/4.s7a//c S/j/ppmg />7 f/?e /7//? a/7d /#//? Ow/Mr/es, Volume II ('s-Gravenhage 1979) (hierna te noemen: D/4S) 270-532. In dit overzichtswerk hebben alle reizen een apart nummer (het z.g. DAS-nr., bestaande uit vier cijfers) gekregen. In dit artikel wordt echter steeds gerefereerd aan de nummers 1 t/m 112. Om verwarring te voorkomen is de volgende conversietabel samengesteld: nr.
DAS-nr.
nr.
DAS-nr.
nr.
DAS-nr.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
1857 1878 1888 1916 1935 1944 1959 1980 1989 1998 2009 2025 2038 2052 2072 2075 2101 2109
19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
2127 2141 2154 2171 2188 2206 2221 2228 2245 2255 2263 2272 2292 2314 2328 2339 2346 2358
37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54
2378 2379 2399 2400 2422 2452 2454 2473 2493 2503 2515 2537 2563 2578 2601 2605 2617 2641 243
55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73
2657 2666 2687 2695 2905 2716 2732 2749 2766 2781 2799 2812 2834 2835 2859 2876 2891 2914 2928
74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92
2950 2956 2971 2986 3003 3031 3032 3063 3066 3070 3084 3114 3125 3149 3170 3182 3211 3228 3231
93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112
3243 3268 3273 3288 3304 3306 3327 3338 3351 3364 3387 3398 3412 3426 3436 3452 3476 3488 3494 3512
6) Van Troostenburg de Bruyn, De //ervormöfe Ae/7: r/l /7^/è cwcfer cfe Oosf-//?c//sc7je Cowpflgrt/e ^7602-7795> (Arnhem 1884) 264-268. De gages van predikanten en ziekentroosters werden ook door de VOC betaald. 7) Van Boetzelaer, De Gere/o/weerde A'er/ren, 290. 8) Van Troostenburg de Bruyn, De //ervormtfe /Or/:, 216-221, 299. 9) Van Troostenburg de Bruyn, De //ervom?Gfe A'er/:, 337-338. 10) Van Troostenburg de Bruyn, De //ervorw^e /<>/•£, 336-337, 341343, 363-364. 11) Van Boetzelaer, De Gere/orraee/Y/e A>/-A:e/7, 292-293. 12) W. Tyrrell-Glynn, "n Handleiding vir siekentroosters', in: Quarfer/y £w//e/m o///?e Sowf/? 4/Wca/i L/örao' XIX (Cape Town 1964-1965) 50: 'Sieketroosters is egter nie toegelaat om self te preek, te doop of die Nagmaal te bedien nie want dit was die terrein van 'n geordende predikant'. 13) Van Troostenburg de Bruyn, De //ervormcfe Ker/:, 349-351. 14) Van Troostenburg de Bruyn, De //e/ro/Tm/e A'e/-/:, 223, 340. 15) Bruijn, D/4S, Volume II, 382-383 (DAS-nr. 2605); Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage (ARA), VOC-archief, inv.nr. 14153: scheepssoldijboek 'Fijenoord'. De bemanning bestond naast de Rotterdamse gezagvoerder Jan van der Quade uit een stuurman, een onderchirurgijn, een bootsman, een constabel, een bottelier/kuiper, een zeilmaker, een kok, een timmerman, achttien matrozen en drie jongens. De brigantijn bereikte in mei 1725 de Kaap de Goede Hoop en bleef daar nog elf jaar in de vaart. 16) Bruijn, D/IS, Volume I ('s-Gravenhage 1987) 210-211; Van Troostenburg de Bruyn, De //ervo/vrjde A^e/-/:, 221, 224. De maandelijkse gage van een predikant was slechts vergelijkbaar met die van een opper244
koopman, een functionaris die na 1742 niet meer tot de scheepsoverheden behoorde, maar de reis als passagier maakte. 17) ARA, VOC-archief, inv.nrs. 14143 en 14185: scheepssoldijboeken 'Valkenbos' en 'Rijnhuizen'; Van Troostenburg de Bruyn, fi/og/Y7/?/z/sc/i WoorGfe/?£oeA\ 252 en 357: Rochefort is als gevolg van zijn snelle overlijden nooit in bediening geweest en Lacage (= Lacaze) was predikant bij de Maleise gemeente op Ambon. 18) Van Troostenburg de Bruyn, De //ervormcte A^rA:, 363. 19) Van Boetzelaer, De Gere/b/yflemfe A>rA"ert, 107-108.
Toelichting bij bijlage 1 en 2 Beide bijlagen bevatten de in de VOC-bronnen aangetroffen personalia en gegevens over reizen. De gebruikte bronnen zijn afkomstig uit het Algemeen Rijksarchief, VOC-archief, inv.nrs. 14103 t/m 14214: scheepssoldijboeken kamer Rotterdam 1701-1750. Per persoon worden onder elkaar de volgende gegevens vermeld: naam en geboorteplaats (zoals opgegeven door de persoon zelf), eventueel de naam van de echtgenote (werd niet altijd opgegeven) en de gage (in guldens per maand). Op de volgende bladzijden worden horizontaal de volgende reisgegevens vermeld: het reisnummer (variërend van 1 tot 112), de naam van de uitzeilende Oostindiëvaarder ('schip'), de vertrekdatum, de naam van het schip waarop de ziekentrooster of predikant terugkeerde naar de Republiek ('retourschip') en de datum waarop hij zijn gage in ontvangst nam in het Oostindisch Huis ('terug'). Tevens worden eventuele bijzonderheden, zoals datum van overlijden, vermeld.
245
Bijlage 1 Predikanten op Rotterdamse Oostindievaarders 1 701 -1750
ON
1 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
2 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
3 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
4 naam geboren gehuwd met gage
5
GERARDUS CORNELIS BASTIAENSE Gouda
nr 106
schip
vertrek
retourschip
terug
Standvastigheid
10 08 1748
'">'
31 101758
vertrek
retourschip
terug
retourschip
terug
retourschip
terug
90 sterft voor 16 12 1761
LAMBERT VAN DEN BOSCH Heijenoort Helena van Son
nr
schip 20
Grimmestein
20 04 1711
schip
vertrek
Gamron
21 04 1715
schip
vertrek
90
sterft 05 09 1 726 te Batavia
JACOBUS CANTERVISSCHER Harlmgen
nr 27
90
sterft 2 8 1 2 1 735 te Batavia
ANTHONIJ HOIJER Brielle Monica Hendriks Egtels
nr
1
Mijdrecht
13 04 1701
80
bijzonderheden
sterft 20 10 1 706 te Batavia Laat vrouw en kinderen na
naam geboren gehuwd met gage
IJMANT T HOOFT Oosterland
nr 50
90
schip
vertrek
retourschip
terug
Cats
02 05 1724
Westerdijxhoorn
03 11 1729
6 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
7 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
8 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
9 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
10 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
PETRUS LACAZE Rotterdam
nr
777
82
schip
vertrek
'Rijnhuizen
11 04 1 737
schip
vertrek
Valkenbos
25 04 1720
retourschip
terug
retourschip
terug
retourschip
terug
90
sterft 19 02 1743
CAROLUS DE ROCHEFORT Rotterdam
nr 41
90
sterft 09 06 1721 te Batavia
PETRUS VAN DER SPUIJ Kaap de Goede Hoop
nr
schip
vertrek
Dishoek
29 03 1 746
101
90
verbleef in elk geval tot 31 08 1793 aan de Kaap
PAULUS TAETS Amersfoort
nr. 42
schip
vertrek
retourschip
terug
Neptunus
23 02 1721
'Patmos' 1728
31 08 1728
schip
vertrek
retourschip
terug
'Belois
24 04 1703
100 verbleef te Batavia en op Ambon Retour zonder gage
JACOBUS VELTHUIJSEN Utrecht Geertruijd Verheije 80
nr 4
sterft 12 09 1 703 aan boord Vrouw reisde mee op Belois
4 00
1 1 naam geboren gehuwd met gage
12 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
GEORGE HENDERICK WERNDLIJ Lingen
nr
schip
vertrek
retourschip
terug
21 05 1717
Stad Leiden
30 1 I 1730
schip
vertrek
retourschip
terug
Pasgeld
07 01 1749
32
Neptunus
90
JOHANNES WIBRANDI WIGERSMA Johanna van der SIJS 100 sterft 14 08 1 749
nr 107
Laat vrouw en kinderen na
Bijlage 2 Ziekentroosters op Rotterdamse Oostindievaarders 1 701 -1 750
1 naam geboren gehuwd met: gage:
2 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
3 naam geboren: gehuwd met: gage bijzonderheden
4 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
5 naam: geboren gehuwd met: gage:
VO
bijzonderheden
FRANS ALMELO(O) Rotterdam Manja van der Windt
nr
vertrek
retourschip
terug
29121707 18051713
'Eugenius' 'Lokhorst'
16 09 1709 04 09 1715
schip
vertrek
retourschip
terug
Neptunus
21 05 1717
vertrek
retourschip
terug
28 10 1733
'??
schip
vertrek
retourschip
terug
Kiefhoek
15 12 1719
schip
vertrek
retourschip
terug
'Noordwaddmxveen'
04 05 1719
13 'Kromstrijen' 23 'Neptunus'
30
LODEWIJK VAN BAALEN Gorcum Susanna van Baaien
schip
nr 32
24
sterft 02 05 1718 aan boord
JAN DE BEST Brielle Willemma van der Helm 24
nr
schip
73 'Maria Adrians
sterft na 31 05 1 742 op reis naar patna
WILLEM BONCK s Gravenhage Sophia van Hoogenveen
nr 40
24
sterft 24 12 1722 op 'Risdam
GENESIUS VAN DEN BOSCH Rotterdam Petronella van der Aa 24 sterft 0112 1719 aan boord
nr. 38
O
6 naam geboren gehuwd met: gage bijzonderheden
MICHIEL BOTBIJL Lage Zwaluwe Christina T(h)elingh 24
JACOB CORNELISZ BREDA Rotterdam Elsje Tomasz
8 naam geboren gehuwd met gage
DIRK BROUWER Rotterdam Grietje Valkoogh
9 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
10 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden:
59 65
schip
vertrek
retourschip
terug
'Huis ten Donk' Haften'
02 11 1727 07.04.1730
'Haften'
09 08 1729
schip
vertrek
retourschip
terug
'Slot van Capelle
03 05 1718
'Zandenburg
02 09 1720
schip
vertrek
retourschip
terug
14 05 1732 17 10.1737 31 10.1739
Horwegen Hofvlief
04 09 1 736 1 8 08 1 739
sterft 13 12 1 730 aan boord
7 naam geboren gehuwd met gage:
bijzonderheden
nr
nr 35
24
ir
70 'Horwegen' 84 Hofvhet' 88 'Huis te Spijk'
24
sterft 05 07 1 751 te Bengalen Vrouw overlijdt in 1751
WILLEM VAN CALKESTEIJN Rotterdam Manja van (der) Slegt 30
nr 5 12
schip
vertrek
retourschip
terug
Grimmestein Donkervlief
03 01 1704 15 04 1707
'Grimmestein Rotterdam'
13 1 01705 19 08 1719
vertrek
retourschip
terug
28 12 1718
'Noordbeek
1110 1720??
1710-1717 op Onrust
MARINUS CLOET Ophemert Maria Margareta Pauli 24
nr
schip
36 'Luchtenburg'
gage op 11 10 1 720 betaald aan de vrouw !
11 naam geboren gehuwd met gage
JOHANNES CORPET Leiden
12 naam geboren gehuwd met gage
JAN VAN DER CRAB Dordrecht Maria Vingerhoed 30
bijzonderheden
54
vertrek
retourschip
terug
Groenswaart'
18 10 1725
Groenswaart
16 071727
nr
vertrek
retourschip
terug
21 12.1701 24 12 1704
'Liefde'
18 10.1703
schip
vertrek
retourschip
terug
'Noord-Nieuwland
19.11 1750
'Noord-Nieuwland'
18101752
schip
vertrek
retourschip
terug
'Kiefhoek'
21 03 1718
schip
vertrek
retourschip
terug
Nieuwvliet
01011728
Krooswijk'
10111729
schip
vertrek
retourschip
terug
'Jerusalem
25041702
'Schellenberg'
01111707
schip 2 'Kiefhoek' 7 'Monster'
sterft 21 06 1 706 op 'Ter Ham'
PIETER DAMVELD Rotterdam Marijtje Frisser (of: Frissen)
14 naam geboren gehuwd met gage
GEORGE DEMIJS Dordrecht Maria van Convent
nr 112
24
nr 34
24
bijzonderheden
sterft 06.04.1723 op 'Velserhooft'
naam geboren gehuwd met: gage
SIJMON VAN DIEREN Rotterdam
16 naam geboren gehuwd met gage
schip
24
13 naam geboren gehuwd met gage
15
nr
nr 60
24
CORNELIS VAN DIJK Rotterdam Teunigen Thoen 30
nr 3
to
17 naam: geboren gehuwd met gage:
ABRAHAM DOMBURGH Rotterdam Anthonia Praats 24
nr
18 naam geboren gehuwd met: gage
BOUDEWIJN VAN EUCK Dordrecht ??? 30
nr
bijzonderheden
sterft 17.12.1714 te Batavia
72 'Noordwaddinxveen' 79 'Papenburg'
schip 16 'Nederhoven'
vertrek
retourschip
terug
27 04.1733 06 05 1736
'Krooswijk' 'Papenburg'
03.08.1735 20 09.1738
vertrek
retourschip
terug
vertrek
retourschip
terug
30.04.1709
Laat twee kinderen na
19 naam geboren gehuwd met: gage
JACOBUS VAN ENDEN Rotterdam
20 naam geboren gehuwd met: gage
DANIEL VAN FOCKENBERGH Rotterdam 24
21 naam geboren gehuwd met gage
JACOBUS DE FREIJN Delft Anna Beijlaert 24
bijzonderheden
schip
nr
schip
108
Voorzichtigheid
21.04.1749
'Overnes'
24 07 1751
nr
schip
vertrek
retourschip
terug
95 'Ruyven' 102 'Huis ten Donk'
24.06.1743 24.06.1746
'Sijbekarspel' 'Gerechtigheid'
13 09 1745 10.10.1748
nr
schip
vertrek
retourschip
terug
'Knappenhof'
14 12.1741
24
sterft 28.02.1742 aan boord
92
22
23
24
naam
JAN GROENESCHILD
geboren
Rotterdam
vertrek
's Heer Arendskerke
retourschip
terug
Maria Bosson (of Buson)
91
24 10 1741
'Diemermeer'
30 08 1743
gage
24
96
Standvastigheid
27 111743
'Kerkwijk'
18 09 1745
103
Voorzichtigheid'
07 01 1747
schip
vertrek
retourschip
terug
Ketel'
0 1 0 6 1734
Wickenburg
22 01 1737
schip
vertrek
retourschip
terug
24 03 1734
Ketel
21 09 1736
schip
vertrek
retourschip
terug
'Ketel'
31 071744
schip
vertrek
retourschip
terug
bijzonderheden
sterft 06 03 1 747 aan boord
naam
DIRK DE GROOT
geboren
(Den) Bommel
gehuwd met
Margareta van Es
gage
24
naam
PIETER DE GROOT
geboren
Rotterdam
gage
26
schip
gehuwd met
nr 75
nr 74
gehuwd met
25
nr
Boot
24
naam
DANIEL HELMONT
geboren
Gouda
gehuwd met
Anna van Reijssenberg
gage
24
bijzonderheden
sterft 22 09 1 745 te Batavia
naam
MARTINUS VAN HOESEM
geboren
Rotterdam
gehuwd met
Hilletie van Dalen
gage
30
bijzonderheden
sterft 29 09 1 721 te Nagapatnam
nr 97
nr 8
IJsselmonde
Vrouw overlijdt in 1718
20 05 1705
27
-U
28
29
naam geboren gehuwd met gage
JOHANNES HOFHOUT Rotterdam Maertje Zuijderduijn
naam geboren gehuwd met gage
PAULUS JANSZ Bengalen Cathenna Oanen 30 (eerste reis) 24 (tweede reis)
bijzonderheden
1709 1 714 op Banda Vrouw overlijdt 1711 of 1 712 Jansz tot 09 02 1718 op Nieuwburg'
naam geboren gehuwd met gage
SAMUEL DE JONG Rotterdam Sara van Leeuwen 30
bijzonderheden
vrouw overlijdt in 1 711
30 naam geboren gehuwd met gage
31
24
JAN KEIJZER Rotterdam Hendrina Blombergh 24
nr
schip
vertrek
retourschip
terug
93 100
Hofwegen 'Arnestem
10 04 1742 11 11 1745
Hot van Delft Getrouwigheid
23 12 1743 23 12 1747
nr
schip
vertrek
retourschip
terug
20 04 1708 2 5 0 3 1716
'Horstendaal
27 09 1715
14 29
nr 18
nr 94
Gnmmestein TerHortt
schip
vertrek
retourschip
terug
'Schellenberg
23 04 1710
Schellenberg
2 1 0 9 1712
schip
vertrek
retourschip
terug
Hartenlust
29 03 1 743
schip
vertrek
retourschip
terug
02 05 04 04 05.11 11.12
Meijenburg Everswaart 'Loenderveen
08 08 1726 25 08 1729 02 10 1731
bijzonderheden
sterft 07 03 1 745 op Banda
naam geboren gehuwd met gage
HENDRIK LAGERW(E)U Woudenberg
bijzonderheden
sterft voor 14 05 1736 Vrijwillig ontslag in 1 733
24
nr
•>•?•>
50 Cats 58 Ridderkerk' 64 'Ketel 69 Ketel
1724 1727 1729 1731
32
naam geboren gehuwd met gage
HENDRIK VAN DER LINDE Rotterdam Willemijnije Steenevelt 24
bijzonderheden
sterft 22.02.1 725 op 'Adelaar
nr 47
33 naam; geboren gehuwd met gage
JOHANNES VAN DER LINDEN Dordrecht Maijke (of: Maartje) Bos 24
nr
34
naam geboren gehuwd met gage
JOOST LOOIJKES Rotterdam Wilhelmina de Pauw 24
nr
naam geboren: gehuwd met gage
ASWERUS VAN MANEN Rhenen
nr
35
33 63
schip
vertrek
retourschip
terug
'Wassenaar'
07 01 1723
schip
vertrek
retourschip
terug
'Sleewijk' 'Patmos'
02.01 1718 09 04 1729
Sleewijk' Beek vliet
06 09 1721 21 08 1731
schip
vertrek
retourschip
terug
15.12.1719 07.04.1723 1104 1725 30 01 1727
Standvastigheid' 'Patmos Geertruid' Steenhoven'
11 11 1721 27 09 1724 14101726 13 061730
vertrek
retourschip
terug
06 05 1736
'Papenburg'
19 11 1737
schip
vertrek
retourschip
terug
'Zorgwijk'
06 04 1739
Clarabeek'
39 'Groenswaart' 48 'Patmos' 53 Patmos' 57 Krooswijk'
schip
80 'Rodenrijs' 24
bijzonderheden is er relatie met Jan van Manen ?
36
K)
naam geboren gehuwd met gage
JAN VAN MANEN Rhenen
bijzonderheden
vermist 10.11.1 739 op terugreis
nr 87
24
to ON
GERRIT MANHEER Rotterdam
nr.
vertrek
retourschip
terug
24.12.1724 06.11.1726 29.10.1728
'Huis ten Donk' 'Ketel' 'Herstelling'
01.08.1726 06.07.1728 07.12.1730
vertrek
retourschip
terug
109 'Rotterdam'
13.10.1749
'Witsburg'
26.10.1751
nr.
vertrek
retourschip
terug
retourschip
terug
37 naam: geboren: gehuwd met: gage:
24
38 naam: geboren: gehuwd met: gage:
JAN MEEUWEZE Arnhem Elisabeth van der Gaegh 24
nr.
39 naam: geboren: gehuwd met: gage:
JOHANNES MOLENRIJN Rotterdam Maria Oudewater 30
bijzonderheden:
40 naam: geboren: gehuwd met: gage: bijzonderheden:
schip
51 'Huis ten Donk' 56 Bhjdorp 62 'Herstelling'
schip
schip
22 'Huis ten Donk'
10.05.1712
sterft 03.09.1712 aan boord
GODSCHALK NIEUWAERT Leiden
nr. 43
schip
vertrek
'Krooswijk'
06.05.1721
schip
vertrek
retourschip
terug
23.12.1714 29.11.1716
'Linschoten' 'Westerdijkshoorn'
27.10.1716 03.11.1718
vertrek
retourschip
terug
04.11.1738
'Leiduin'
27.07.1740
24 sterft 20.01.1722 aan boord
41 naam: geboren: gehuwd met: gage:
WILLEM NOTEMAN(S) Rotterdam Cornelia Bas(s)tijn 24
nr.
42 naam: geboren: gehuwd met: gage:
ROELAND VAN OORSON Oss
nr.
26 'Engewormer' 31 'Rotterdam'
schip
86 'Rijnhuizen' 24
43 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
44 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
45 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
46 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
K)
47 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
PIETER OOSTZEE De Graaft
nr 98
schip
vertrek
Huis te Persijn
06 11 1744
retourschip
terug
retourschip
terug
retourschip
terug
retourschip
terug
retourschip
terug
24 sterft 12 08 1 745 aan boord
FRANS PAETSE Dordrecht
nr 110
schip Oostkapelle
vertrek 18 04 1750
24 sterft 28 07 1 750 aan boord
PAULUS VAN PETTEN s Gravenhage Manja van der Petten
nr 50
schip
vertrek
Noord waddmxveen
21 04 1726
24
sterft 13 04 1 735 op Ternate
FRANS VAN DER POST Maassluis Marij Krerakt (?) 24
nr
schip
78 'Knappenhof
vertrek 25 101735
sterft 05 12 1 735 aan boord
SIMON QUAKIS Rotterdam
nr 99
24
sterft 27 02 1 746 aan boord
schip Polanen
vertrek 21 04 1745
oo
48 naam geboren gehuwd met: gage:
49
JACOB(US) VAN DER RAFT Rotterdam Ingetje Ravesteijn 24
bijzonderheden
sterft 04 11 1737 aan boord
naam geboren: gehuwd met: gage:
ANDRIES ROS Rotterdam Jacobmina van Zeilen (of: Zelt) 24
bijzonderheden
sterft 21 03 1747 op terugreis
ir
schip
66 'Hofvliet' 71 'Haaksburg' 77 'Patmos' 82 'Rijnhuizen'
vertrek
retourschip
terug
10.10.1730 05.11.1732 28 04 1735 11 04 1737
Haaksburg' 'Hofvliet' Jonge Wilhelm'
29 07 1732 30 08 1734 13 12 1736
nr
schip
vertrek
retourschip
terug
85 89 101
Kasteel van Woerden' 'Hof met altijd winter' Dishoek'
20 04 1738 15.051740 29 03 1746
'Enkhuizen' Heuvel' 'Dishoek'
29 09 1739 12 02 1743
50 naam: geboren: gehuwd met: gage:
ABRAHAM VAN ROSSUM Rotterdam Neeltje Verduijn 24
nr
schip
vertrek
retourschip
terug
106
'Standvastigheid'
10081748
'Standvastigheid'
16041750
51
DOE VOUS SCHIM Maassluis
nr.
schip
vertrek
retourschip
terug
'Maria Adriana'
12 03 1737
vertrek
retourschip
terug
06 05 1741
Vrijheid'
22 08 1743
52
naam geboren gehuwd met gage
24
bijzonderheden:
sterft 11 04 1748 te Batavia, verbleef daar sinds 1738
naam geboren gehuwd met: gage:
JACOBUS SCHIPPERS Rotterdam Clasina Croes 24
81
nr.
schip
90 'Vrijheid'
53
54
55
naam geboren gehuwd met gage
PIETER SCHOT Amsterdam
bijzonderheden
sterft 05 03 1 748 aan boord
naam geboren gehuwd met gage
PETRUS SCHUTS Maastricht Ahda Groen (?) 30
bijzonderheden
sterft 30 11 1 707 op Monster
naam geboren gehuwd met gage
CORNELIS SOETE Dordrecht Johanna Moll 24
bijzonderheden
sterft 13 01 1749 te Batavia
retourschip
terug
retourschip
terug
retourschip
terug
vertrek
retourschip
terug
08 01 1724
'Krooswijk
13 081725
schip
vertrek
retourschip
terug
Groenswaart 'Krooswijk'
15 12 1721 26 04 1731
Westerbeek
14 07 1727
schip
105
Bevalligheid
vertrek 05 01 1748
24
56 naam geboren gehuwd met: gage
GILLIS AERTSE VAN STEENVELD Rotterdam
57 naam geboren gehuwd met gage
BARTHOUT DE STERCKE(N) Dordrecht Heijltje Knegtmans 24
bijzonderheden
nr
nr 10
nr 104
nr 49
schip Kiefhoek'
schip Schakenbos
schip Bhjdorp
vertrek 04 05 1706
vertrek 19 05 1747
24
sterft 15.03.1732 op 'Linschoten
nr 44 68
to ON
O
58 naam geboren gehuwd r gage bijzonderheden
59 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
60 naam geboren gehuwd met gage
61
62
JOHANNES STOMPHUIS Langenberg
nr 37
schip
vertrek
Nederhoven'
04 05 1719
schip
vertrek
'Valkenbos
25 04 1 720
schip
retourschip
terug
retourschip
terug
vertrek
retourschip
terug
22 11 1734 1 0 05 1 737
Rust en Werk'
31 08 1736
vertrek
retourschip
terug
21121706
'Herstelde Leeuw
01111709
schip
vertrek
retourschip
terug
Groenswaart' 'Groenswaart
08 04 1728 08 04 1731
24 sterft 12 09 1719 aan boord
NICOLAAS VAN DER STRAATEN Dordrecht
nr 41
24 sterft 30 12 1 720 aan boord
ABRAHAM SWAANHALS Rotterdam Aaltje Oldenmerks 24
nr 76 83
bijzonderheden
sterft 12 06 1 738 op Timor
naam geboren gehuwd met gage
ABRAHAM TARLING Dordrecht Cornelia Roscam 30
nr
naam geboren gehuwd met gage
HERMANUS VAN THIEL Rotterdam Barbara de Letter 24
nr
bijzonderheden
sterft 3 1 1 0 1 736 te Batavia
11
61 67
Hofvlief Hofwegen
schip Duivenvoorde
Magdalena
22 01 1731
63 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
64 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
65 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
66 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
67 naam geboren gehuwd met gage
PIETER VERDUIJN Rotterdam
nr 15
retourschip
terug
retourschip
terug
retourschip
terug
retourschip
terug
vertrek
retourschip
terug
07 05 1716
'Rijnestein'
14 10 1719
schip
vertrek
ÏJsselmonde'
11 01 1709
schip
vertrek
30
sterft 21 07 1710 e
JAN VERPLOEG Rotterdam Anna Haverkamp
nr
107 'Pasgeld
07 01 1749
24
sterft 27 02 1749 aan boord, liggend te Portsmouth
JOOST VERSCHUER Rotterdam
nr 21
schip
vertrek
'Standvastigheid
10 01 1712
schip
vertrek
30 sterft 26 05 1719 te Samarang
PHILLIJPUS VOOGT Rotterdam
nr
17 'Duivenvoorde'
2001 1710
30 sterft 27 08 1713 te Masulipatnam
ARENT VAN WATERINGEN Rotterdam Cornelia van Wateringen 24
nr
schip
30 'Rijnestein'
ON
68 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
69 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
70 naam geboren gehuwd met gage bijzonderheden
71 naam geboren gehuwd met gage
bijzonderheden
ABRAHAM WEERRAAD Rotterdam Gnetie Jacobi
nr 9
30
24
schip
vertrek
retourschip
terug
Suikermolen' Kiefhoek
04 01 1706 1601 1714
Standvastigheid
12 12 1711
sterft 06 09 1 71 5 aan boord
LAMBERT VAN WESEL Dordrecht
nr 19
schip
vertrek
retourschip
terug
Charlois
08 01 1711
Ellemeet
17.11 1714
30 vaart later uit voor kamer Amsterdam
JOHs VAN WESSUM Rotterdam Manjtie van Wessum 24
nr 45
schip
vertrek
'Noordwaddinxveen
03 03 1 722
schip
retourschip
terug
vertrek
retourschip
terug
09 05 1 704 25 04 1714 07 05 1722
Gnmmestein' Risdam'
14 081710 08 09 1717
sterft 04 10 1 722 aan boord
CORNELIS VAN WINT(ER)RAAT Rotterdam Sara Foreest (of Fosters) 30 (eerste twee reizen) 24 (derde reis) sterft 31 03 1724 op 'Wijnendaal'
ir
6 'Huis Overrijp 25 'Sleewijk' 46 'Ketel