1
Geen dag zonder Gods woord
Studiegids voor junioren voor dagelijkse bijbelstudie en groepsgesprekken
1
1.
Toen zei God ………
HOEVEEL? - Op de vierde dag van de week, zo vertelt het boekje Genesis, maakt God de hemellichamen. Er wordt daar alleen gesproken over de zon, maan en sterren. Over de planeten wordt met geen woord gesproken. - Behalve de aarde zijn er nog 8 planeten, die om de zon draaien: Mercurius, Venus, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus en Pluto. - De aarde heeft 1 maan, maar Jupiter heeft wel 12 manen. - Iemand die op aarde 50 kilogram weegt, is op de maan maar 8 kilogram zwaar. - Binnen in de zon is de temperatuur ongeveer 15 miljoen (15.000.000) graden Celsius. - De afstand van de aarde naar de maan is wel 380.000 kilometer, dat is bijna 10 keer de hele aarde rond. De afstand van de aarde naar de zon is ongeveer 150.000.000 kilometer. - Op Venus is het overdag meer dan 260 graden Celsius, op Pluto vriest het overdag meer dan 200 graden Celsius. - De aarde draait in 365 dagen om de zon, maar Pluto doet daar wel 250 jaar over. - Jupiter is zo groot, dat je de aarde er wel 1300 keer in kunt stoppen.
De maan
Wow 2
De negen planeten staan niet allemaal recht. Zie je de aarde? Die staat een beetje schuin. Wist je dat we daardoor zomer en winter maanden kennen? Als je een reis langs de planeten wil maken kijk dan op http://www.cyberspace.nl/
Scheppingsdag 1 Genesis 1:13. En God zag dat het goed was.
Op de allereerste dag ziet de aarde er maar triest uit. In Genesis 1:2 staat
De aarde was (herbonergmaaz) ................... (netalrev) ................ De aarde was bedekt met een (deolvretaw) .................... en er was een diepe (sinretsiud) ........................ Maar God heeft een plan met de wereld. Hij wil er iets moois van maken. Het moet een plek worden waar je met plezier kan leven. Dan zegt God: "Er moet licht zijn". En er komt licht. Het donker gaat opzij voor het licht. In de Bijbel staat dat zo: God zag hoe mooi het licht was en hij scheidde het licht van het duister.
3
Met de komst van het licht begint ook het onderscheid tussen dag en nacht. Door dat verschil kun je de dagen tellen: ochtend 1, ochtend 2, ochtend 3 enz.
Scheppingsdag 2 Het is maandag, de tweede dag van de week. Het is licht geworden, maar de aarde ziet er nog steeds kaal en woest uit. Daar gaat God nu wat aan doen. In Genesis wordt verteld dat hij besluit om een soort koepel over de aarde te plaatsen. Dat doet hij (nog) niet om een droge aarde te maken, maar om een scheiding aan te brengen tussen regenwater en zeewater. Het regenwater wordt opgeslagen boven de hemelkoepel, het zeewater ligt onder de hemelkoepel.
Later, op de vierde dag zal God de zon en de maan en de sterren in de koepel plaatsen.
Scheppingsdag 3 Toen zei God: ‘Al het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat een deel van de aarde droogvalt.’
4
Waar ligt Nederland?
Wist je dat…. Als al het water in de wereld in een literfles gestopt zou worden, zou al het beschikbare zoete water gelijk staan aan een lepel water Minder dan 1% van de watervoorraad op aarde kan gebruikt worden als drinkwater. Ongeveer 66% van het menselijk lichaam bestaat uit water. Water bevindt zich in al onze organen en wordt door het hele lichaam getransporteerd om allerlei fysische functies te ondersteunen. De totale hoeveelheid water in het lichaam van een volwassen mens is gemiddeld 37 liter. Menselijke hersenen bestaan voor 75% uit water. Menselijke botten bestaan voor 25% uit water. Menselijk bloed bestaat voor 83% uit water. 70% van een olifant is water
God noemt het droge gebied: O wereld O droge O aarde O land land
water
God noemt het samenstromende water: O oceaan O wateren O zee O nat gebied
30%
70%
5
Er is veel meer water dan land op de wereld. Het land is nu wel droog, maar het is nog steeds kaal. God gaat aan het werk! Nou ja, werk? Hij spreekt, en het staat er! Er komt een groene waas over de aarde. In Genesis staat: er kwam veel groen op, allerlei zaadgewassen en vruchtbomen…
Volgens Genesis heeft God er plezier in. Kun jij tellen hoe vaak het woordje mooi voorkomt in het eerste hoofdstuk? Valt je iets op bij de laatste keer? Het woord mooi komt …… keer voor in Genesis 1. De bijbel die jij leest (Groot Nieuws) is natuurlijk een vertaling. Genesis is lang geleden geschreven in het Hebreeuws. Waar jij dus mooi leest, leest een Joodse vriend van je (טובtof). Tof betekent in het Hebreeuws: goed, mooi, heel.
Wist je dat Joodse mensen vaak op dinsdag (de derde dag) trouwen? Dat komt omdat God op die dag niet één, maar twee keer heeft gezegd dat het mooi (tof) was.
Van het Internet geplukt
6
Weet jij antwoord op de vraag van de dichter? In het begin was er niets -- DasH --
Hoe zou het eruit hebben gezien, De leegte voor er iets was? Want er was toch wel iets toen, Want helemaal niets kan toch niet? Voor er iemand begint met scheppen, moet diegene toch ook ergens zijn?
7
2.
Toen zei God ……. Zon, maan en sterren dag Tot nu toe heeft God het: Licht en het duister van elkaar gescheiden Het water onder en boven de aarde van elkaar gescheiden De zee en de aarde van elkaar gescheiden. Aan het einde van de derde dag wordt het plantenleven geschapen. De aarde wordt ‘aangekleed’. Nu op de vierde dag, gaat hij de hemelkoepel ‘bekleden’. De zon en de maan en de sterren worden opgehangen. In Genesis 1:14 kun je lezen hoe mensen lang, lang geleden de zon en de maan gebruikten om de tijd te lezen. Wij maken er nog steeds gebruik van! In precies 1 dag draait de aarde een keer helemaal rond. En in ongeveer 365 dagen draait de aarde om de zon. We hebben dus een heel jaar nodig om ons rondje om de zon te draaien. Wist je dat de planeet Neptunus daar bijna 165 jaar over doet! Dat komt natuurlijk omdat hij veel verder weg staat van de zon dan wij op aarde. Wij zouden 150.000.000 kilometer moeten reizen om bij de zon te komen. Iemand die van Neptunus zou vertrekken moet rekening houden met iets minder dan 4.500.000,000 km! Stel dat hij die afstand zou reizen met de Concorde. Dat vliegtuig kon een snelheid bereiken van ongeveer 2000 km per uur. Hoe lang zou hij er over doen om van Neptunus naar de zon te vliegen? Reken maar uit: In een dag vliegt hij ongeveer 50000 km. 4500000000 delen door 50000 Hoeveel dagen ……………………… Dus hoeveel jaren? …………………
8
Zoek eens in een woordenboek of encyclopedie op wat het verschil is tussen een ster en een planeet. Plaats een S(ter) of een P(laneet) in het juiste vakje:
☼ ☼ ☼ ☼
geeft zelf geen licht geeft wel licht staat op een vaste plaats draait in een baan rond
Volgens Australische onderzoekers zijn er meer dan 70.000.000.000.000.000.000.000 sterren in het heelal. Dat is meer dan alle zandkorrels op alle stranden van de aarde.
Scheppingsdag 5 Het is de vijfde dag. De aarde is groen. Er staan bomen. Overal groeien planten. Soms kun je het geritsel horen van blaadjes in de wind. En aan het strand kun je de branding horen ruisen. Maar verder is het stil .... Waarom? . . . . . . . . . . Dan…. spreekt God een paar woorden en de eerste dieren komen tot leven. De stilte wordt doorbroken. Je hoort het spartelen van vissen, de geluiden van dolfijnen, en vooral het gefluit van allerlei soorten vogels, van groot tot klein.
I Wist je dat er ongeveer 9200 vogelsoorten zijn op aarde?
Stel je eens voor dat je maandag op school zit met je rekenboek voor je neus. En je hoeft alleen maar te zeggen: 'Antwoorden' en je hebt alle antwoorden van die lastige staartdelingen! 9
1 1 In het begin schiep God de hemel en de aarde. 2 De aarde was onherbergzaam en verlaten. Een watervloed bedekte haar en er heerste diepe duisternis. De wind van God joeg over het water. 3 Toen zei God: ‘Er moet licht zijn!’ En er was licht. 4 God zag hoe mooi het licht was en hij scheidde het licht van de duisternis. 5 God noemde het licht dag en de duisternis nacht. Het werd avond en het werd ochtend, één dag was voorbij. 6 Toen zei God: ‘Er moet in het water een koepel zijn die de watermassa’s scheidt.’ 7 Zo gebeurde het ook: God maakte een koepel over de aarde en scheidde zo het water onder de koepel van het water erboven. 8 De koepel noemde God hemel. Het werd avond en het werd ochtend, de tweede dag was voorbij. 9 Toen zei God: ‘Al het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat een deel van de aarde droogvalt.’ En zo gebeurde het. 10 Het drooggevallen gebied noemde God land en het samengestroomde water zee. En God zag hoe mooi het was. 11 ‘Er moet veel groen op het land komen,’ zei hij, ‘planten die zaad vormen en bomen die vruchten dragen.’ En zo gebeurde het. 12 Er kwam veel groen op, allerlei zaadgewassen en vruchtbomen. En God zag hoe mooi het was. 13 Het werd avond en het werd ochtend, de derde dag was voorbij. 14 Toen zei God: ‘Er moeten lichten komen aan de hemelkoepel om de dag van de nacht te scheiden, om de feestdagen aan te geven en het verloop van dagen en jaren. 15 Zij zullen aan de hemelkoepel staan om de aarde licht te geven.’ En zo gebeurde het: 16 God maakte de beide grote lichten, de zon om over de dag te heersen en de maan om over de nacht te heersen; ook maakte hij de sterren. 17 God gaf hun een plaats aan de hemelkoepel om de aarde te verlichten, 18 om dag en nacht te beheersen, het licht van de duisternis te scheiden. En God zag hoe mooi het was. 19 Het werd avond en het werd ochtend, de vierde dag was voorbij. 20 Toen zei God: ‘Het water moet vol leven zijn, laat het krioelen van dieren! En boven de aarde, langs de hemelkoepel, moeten vogels vliegen.’ 21 God schiep de grote zeedieren en alles wat er maar in het water leeft; het krioelde van de dieren. Ook schiep hij de vogels. En God zag hoe mooi het was. 22 God gaf hun zijn zegen en zei: ‘Breng veel jongen voort, laat het water van de zee vol leven zijn en het land vol vogels.’ 23 Het werd avond en het werd ochtend, de vijfde dag was voorbij. 24 Toen zei God: ‘Op het land moet leven ontstaan: tamme en wilde dieren, grote en kleine.’ En zo gebeurde het: 25 God maakte allerlei wilde en tamme dieren, grote en kleine. En God zag hoe mooi het was. 26 Toen zei God: ‘Laten we mensen maken! Mensen die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken. Zij zullen zeggenschap hebben over de vissen in de zee, over de vogels in de lucht, over de dieren op het land, de tamme en de wilde, de grote en de kleine.’ 27 God schiep de mens als het evenbeeld van zichzelf. Hij schiep de mens: man en vrouw. 28 God gaf hun zijn zegen en zei: ‘Breng veel nakomelingen voort om de aarde te bevolken. Jullie moeten de aarde aan je onderwerpen, je krijgt zeggenschap over de vissen in de zee, over de vogels in de lucht, over alle dieren op het land.’ 29 Hij voegde eraan toe: ‘Jullie mogen het zaad van alle planten op de aarde, de vruchten van alle bomen eten. 30 Maar de vogels en de dieren op het land, de grote en de kleine, geef ik gras en bladeren als voedsel.’ En zo gebeurde het. 31 God keek naar alles wat hij gemaakt had, het was erg mooi. Het werd avond en het werd ochtend, de zesde dag was voorbij.
Lees Genesis 1. Hoeveel keer staat er: ‘Toen zei God…’ ? ………………… God spreekt en het is er. Meer hoeft er niet te gebeuren. De schrijver wil ermee zeggen dat alles wat je om je heen ziet (ook jezelf) door God tot stand is gekomen. Natuurlijk ben jij persoonlijk niet door God “gemaakt”. Net zoals alle andere mensen die nu op aarde leven ben je geboren. Toch kan je zeggen dat God er iets mee te maken heeft. Leg uit!! 10
3. HET MOOISTE KOMT NOG WEET JE DAT . . . - er wel 20.000 soorten bijen op de wereld zijn? - een duif meer dan 100 kilometer per uur kan vliegen? - kokosnoten soms duizenden kilometers de oceaan overdrijven, aanspoelen en dan wortelschieten? - een spin wel acht ogen heeft? - een klaverzaadje na 100 jaar nog kan ontkiemen? - een oog van een libel uit wel 30.000 kleine oogjes bestaat? - een kolibrie een tropisch vogeltje is, dat zo klein is als een vlinder? - die kolibrie met zijn snavel nectar uit een orchidee zuigt terwijl hij stil hangt in de lucht als een helikopter? - een pinguïn maar 1 ei per keer legt, en een haring wel 30.000? - er ongeveer 1 miljoen diersoorten bestaan?
In de eerste vijf dagen maakt God de wereld klaar voor de mensen. Laten we nog eens kijken welke volgorde er in Genesis wordt gebruikt. Wat is er geschapen op:
Dag 1
Dag 4
Dag 2
Dag 5
Dag 3
Kun jij zien wat dag 1 en dag 4 met elkaar te maken hebben? En dag 2 en dag 5? Dan zal dag 3 wel met dag 6 te maken hebben. Kun je bedenken wat er op dag zes nog geschapen moet worden? 11
De zesde dag breekt aan. Voor ons is dat de vrijdag. In Genesis staat er: Toen zei God: ‘Op het land moet leven ontstaan: tamme en wilde dieren, grote en kleine.’ En zo gebeurde het: God maakte allerlei wilde en tamme dieren, grote en kleine. En God zag hoe mooi het was.
Heb je een idee waarom God de landdieren pas op de zesde dag schept en niet bijvoorbeeld aan het einde van de tweede dag? Omdat .................................................................................................................
En nu nog mensen…. Pas op het allerlaatst worden er mensen geschapen. Toen zei God: ‘Laten we mensen maken! Mensen die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken. Zij zullen zeggenschap hebben over de vissen in de zee, over de vogels in de lucht, over de dieren op het land, de tamme en de wilde, de grote en de kleine.’ God schiep de mens als het evenbeeld van zichzelf. Hij schiep de mens: man en vrouw.
Er is vast wel eens iemand geweest die tegen je zei: 'Jij lijkt op je vader', of 'Jij bent sprekend je moeder'. Misschien bedoelt hij dan dat je dezelfde neus of mond hebt. Maar hij kan ook bedoelen dat je dezelfde manieren hebt als je vader of moeder. God heeft de mensen zo gemaakt dat ze op hem lijken.
12
Wat is een evenbeeld? Als je er over nadenkt dat de mens (jij dus ook!!) een evenbeeld is van God, kun je in de war raken. Probeer eens samen te bedenken waarin wij mensen, misschien op God lijken. Bedenk ook waarin we duidelijk van God verschillen. We lijken op God …………………….. ……………………. ……………………. …………………….
We verschillen van God …………………………. ………………………… ………………………… …………………………
Als de mens op God lijkt, ziet God er dan ook uit als een mens? Heeft hij handen en voeten? Kijkt hij met dezelfde soort ogen als wij hebben? Ademt hij net als wij? Het zijn vragen die al heel vaak zijn gesteld. Ook door jonge mensen van drieduizend jaar geleden. Het echte antwoord zul je pas weten wanneer je God ooit te zien krijgt. Kunnen we toch een beetje gissen? De meeste mensen die er over hebben nagedacht denken niet dat God er uit ziet als een mens. Ze denken dat het woordje “evenbeeld” betekent dat mensen op dezelfde manier als God kunnen liefhebben. God Er staat in de Bijbel dat God de mensen liefheeft. God is trouw
Jij Jij kunt ook van mensen houden. Jij kunt ook trouw zijn aan je vrienden en vriendinnen Jij kunt medelijden hebben met anderen
God heeft medelijden (hij is barmhartig, staat er dan)
Sla je bijbel nu even open en lees wat er staat in Genesis 1:31. Schrijf dat op in de ruimte die daarvoor onder de foto is gemaakt. Genesis 1:31 ………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………..
13
Toch is de schepping nog niet helemaal af. God ziet dat het erg mooi is, maar hij mist iets. Hij heeft nog iets extra’s in gedachten dat je niet kan zien of aanraken. Hij wil een dag maken waarop je kan genieten van alles wat je om je heen ziet en van alles wat er te beleven valt. Op de zevende dag was God klaar met alles wat hij gemaakt had, op de zevende dag hield hij op met al zijn werk. God gaf de zevende dag zijn zegen en maakte er een bijzondere dag van. Want op die dag, toen hij zijn schepping voltooid had, hield hij op met al zijn werk.
Nu moet je eens opletten. Je gaat Hebreeuws lezen. Het is een soort puzzel. Kijk eens of je kan ontdekken wat God (in het Hebreeuws) deed op de zevende dag. Lees van rechts naar links:
ְמלַאכְּתֹו ֲאשֶׁר ָעשָה; ַוּיִשְב ֹּת בַּיֹום,שבִיעִי ְ ַויְכַל אֱֹלהִים בַּיֹום ַה Als je in de zin hierboven de volgende letters achter elkaar ziet staan heb je het antwoord gevonden:
ך ישבת =שs =בb =תt =ךw = יj of y In sommige vertalingen staat er dat God rustte. In Groot Nieuws staat dat hij ophield met werken. Kijk nog eens naar het hebreeuwse woord: ך ישבתJe weet nu om welke Nederlandse letters het gaat. Kun je drie letters vinden die ook in het woord Sabbat zijn te vinden? De Sabbat is de dag waarop God de schepping van de aarde voltooid heeft. Hij heeft gezien dat het heel goed is! Nu wil hij rusten en er naar kijken. God geeft de zevende dag zijn zegen, staat er. Dat betekent dat hij die dag als een zeer speciale dag ervaart. Die dag moet een soort herdenkingsmonument worden: een monument dat je niet kan zien, maar wel kan meemaken!
14
4. GOD LAAT JE NIET IN DE STEEK In Genesis 3 staat een verdrietig verhaal. De schrijver wil je vertellen waarom de wereld niet meer zo mooi en vredig is. Ooit, in een ver verleden was de aarde tof. Zo noemde God zijn schepping, weet je nog? Als je nu om je heen kijkt is er niet zoveel over van al dat goede. Wat is er toch gebeurd? Je bent natuurlijk niet de eerste die deze vraag stelt. Jongens en meisjes van jouw leeftijd, die drie duizend jaar geleden in Israël woonde, zullen hem ook hebben gesteld. In Genesis hoofdstuk 3 staat het antwoord dat toen aan hun gegeven is. Het verhaal begint al eerder, in hoofdstuk 2. Daar wordt verteld dat God een man schept (Adam) en dat hij voor hem een tuin maakt om in te wonen. De tuin ligt in het oosten, in de streek Eden. Niemand weet waar dat precies is. Misschien moet je er ook helemaal niet naar zoeken. Het is genoeg om te weten dat het er mooi was. Hij liet er allerlei mooie bomen met heerlijke vruchten groeien. In het midden van de tuin stonden twee bomen: de vruchten van de ene boom konden de mens het eeuwige leven geven, die van de andere boom inzicht in goed en kwaad. In Eden lag ook de bron van de rivier die de tuin van water voorzag. Deze rivier splitste zich buiten de tuin in vier armen. Van deze rivieren heet de eerste Pison; deze stroomt om het hele land Chawila heen, het land waar goud gevonden wordt. Zuiver goud vindt men er en ook kostbare hars en onyxstenen. De tweede heet Gichon; deze stroomt om het hele land Nubië heen. De derde, die Tigris heet, stroomt ten oosten van Assur. De vierde ten slotte is de Eufraat.
Schapen bij de rivier de Eufraat
Tigris
15
Bekijk de volgende vragen. In Genesis 2:15-25 kun je de antwoorden vinden
Wat mocht de mens (Adam) doen in de tuin? Welke waarschuwing gaf God? Wat dacht God toen hij Adam alleen in de tuin zag werken? Wat staat er over schaamte in vers 25?
Adam ziet alle dieren in het veld, de vogels in de lucht, de vissen in het water. Voor al deze dieren bedenkt hij een naam. Hij bekijkt ze nauwkeurig. Van ieder diersoort zijn er twee verschillende. Als hij om zich heen kijkt ziet hij niemand die op hem lijkt. Er is niemand die bij hem past. God heeft dat allang gemerkt. Hij zegt: "Het is niet goed, dat Adam alleen is. Ik zal iemand voor hem maken, die bij hem past." Terwijl Adam slaapt, maakt de Here God voor hem een vrouw. God schept de mens (Adam) uit .......................................................(Genesis 2:7) God schiep de vrouw uit ...................................................................(Genesis 2:22) Weet je welke rib God gebruikte? Natuurlijk niet, dat weet niemand. Maar als je van mooie verhalen houdt, weet je het wel. Het moet de rib zijn geweest die het dichtst bij Adams hart heeft gelegen!
De wereld is nieuw. Mens en dier hebben het naar hun zin. God kijkt naar zijn schepping en er staat een brede lach op zijn gezicht. Maar op een dag verdwijnt die lach. Er gaat er iets fout. Op de een of andere manier is de mens niet tevreden met wat er is. Daarom is het verhaal in Genesis 2 nu alleen nog maar een mooi verhaal. Het gaat over een wereld die wij niet meer kennen, maar waarin we heel graag weer zouden leven. Het verhaal in Genesis 3. In het midden van de tuin stonden twee speciale bomen. Eén daarvan was de boom van eeuwig leven de andere was de boom van de kennis van goed en kwaad. Lees nu het begin van hoofdstuk 3 De slang was het slimste dier dat God, de Heer, gemaakt had. Hij zei tegen de vrouw: ‘God heeft zeker gezegd dat jullie van geen enkele boom in de tuin de vruchten mogen eten?’ De vrouw antwoordde: ‘We mogen van alle bomen in de tuin eten, behalve van de boom in het midden van de tuin. God heeft gezegd dat we die boom zelfs niet mogen aanraken, want anders zouden we sterven.’
16
De slang zegt tegen de vrouw: "God heeft zeker gezegd, dat je van geen enkele boom in de tuin mag eten?" Hij doet net of van God niets mag. Maar God zei iets heel anders. Wat ook al weer? Je mag ...................................................................................................................., behalve .................................................................................................................... “Sterven?”, zegt de slang, “sterven? Je zult helemaal niet sterven! Als je van de boom eet zul je gelijk zijn aan God. Dan zul je net als God, van het goede en het kwade weten.” En zo, vertelt het verhaal, kwam het kwade onder de mensen. Voor die tijd was alles tof, goed. Toen de aarde net nieuw was schaamden Adam en Eva zich niet voor elkaar. Ze hadden ook niets voor elkaar te verbergen! Maar toen de mens naar de slang luisterde en van de verkeerde boom at, ging die toffe wereld verloren. Misschien is er wel geen verdrietiger zin in de hele wereld dan die in Genesis 3:7, schrijf die eens over: Toen gingen hun de ogen open………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… Je zou verwachten dat God vreselijk boos is op Adam en Eva, maar niets blijkt minder waar. Het loopt tegen de avond. Een zachte wind steekt op. God loopt door de tuin. Het is verdacht stil. Het lijkt wel alsof er helemaal niets beweegt. Zelfs de vogels houden hun snavel dicht. Om de stilte te doorbreken roept God: “Adam, mens, waar ben je?” Beschaamd komen ze te voorschijn. ‘Waarom hebben jullie van die ene boom gegeten?’, vraagt God. Adam en Eva gedragen zich net als wij: ze geven de schuld aan iemand anders. Dat hoort helemaal bij de veranderde wereld. Schuld, schaamte, de leugen, het is duidelijk dat ze nu niet alleen weten wat het goede is, maar ook weten wat het kwade (slechte) is. De boom heeft zijn werk gedaan. Of was het wel de boom? Wie is er nu eigenlijk schuldig? Eva, omdat ze geluisterd heeft naar de slang en van de boom heeft gegeten? Adam omdat ook hij van de verboden vrucht heeft geproefd? De slang, omdat hij de mens heeft verleid? Ze zijn allemaal schuldig. Ze hebben elkaar iets vreselijks aangedaan. Daarom schamen ze zich. Hoe moet dat ooit nog goed komen? Misschien heeft God het antwoord op die vraag. Weet je wat Gods antwoord is? God, de Heer, maakte kleren van dierenhuiden voor de man en zijn vrouw en deed hun die aan.
Denk er eens over na. Je hebt iets gedaan waar je je voor schaamt. Het wordt ontdekt. Het schaamrood stijgt je naar de kaken. Je wilt het liefst wegkruipen waar niemand je kan zien. Je voelt je naakt en onbeschermd. Ongemerkt is er iemand bij je gekomen. Hij legt een arm om je schouders en zegt: “van je fouten kun je leren, probeer het in de toekomst beter te doen.” Dat is wat God doet met Adam en Eva. Ze schamen zich voor hem, en hij zorgt ervoor dat ze zich niet meer hoeven te schamen. 17
5. TWEE BROERS Weet je het nog? De tuin met de boom van de kennis van goed en kwaad: God die tegen Adam en Eva had gezegd dat ze daarvan niet mochten eten: Eva die dat toch doet omdat de slang zo mooi kon praten: Adam en Eva die elkaar de schuld geven en dat daarna de wereld nooit meer zo tof is geweest? In Genesis 4 gaat het verhaal verder. Het speelt zich nu af in een wereld die haar tofheid is kwijtgeraakt. Het is een verhaal over twee broers, Kaïn en Abel. Het is ook het verhaal over de eerste mens die sterft en het verdrietige is dat hij sterft door de schuld van een ander. Lees maar mee Genesis 4 1 De man (Adam) had gemeenschap met zijn vrouw Eva, zij werd zwanger en kreeg een zoon, Kaïn. ‘Met hulp van de Heer,’ zei ze, ‘heb ik een zoon ter wereld gebracht.’ 2 Daarna kreeg ze nog een zoon, Abel, de broer van Kaïn. Abel werd schaapherder en Kaïn landbouwer. Kaïn betekent smid; Abel betekent ademtocht/adempje
Wie van de twee is Kaïn?
Waarom denk je dat?
Op een dag brengen beide broers een offer aan God. In het verhaal lees je dat God wél aandacht besteedt aan het offer van Abel, maar niet aan dat van Kaïn. Er staat niet bij waarom. Er wordt je ook niet verteld hoe Kaïn dat merkte. In kinderbijbels staan vaak illustraties waarop de rook van het offer van Abel rechtop de hemel in gaat en dat van Kaïn laag bij de grond blijft hangen. Dat staat niet in het verhaal.
Wat staat er in Genesis 4:5? …………………………………………………………………………………..
18
Wanneer God ziet dat Kaïn boos is stelt hij hem twee vragen: ‘Waarom ben je kwaad?’ vroeg de Heer. ‘Waarom is je gezicht vertrokken?’ ‘Als je goed handelt, kun je mij recht in de ogen kijken. Maar als je dat niet doet, ligt de zonde als een roofdier voor de deur. Het kwaad zal je voortdurend bedreigen, maar jij moet het de baas zien te worden.’
Denk nu nog eens terug aan wat de slang tegen Eva zei: God weet dat jullie de ogen open zullen gaan zodra je daarvan eet. Dan zul je aan hem gelijk zijn en inzicht hebben in goed en kwaad. Kaïn heeft nu kennis van goed en kwaad, maar hij kan het niet de baas worden. Het lijkt wel alsof het kwaad hem beheerst in plaats van andersom. Er bestaan allerlei uitdrukkingen in het Nederlands die dat gevoel duidelijk maken.
Hij heeft zichzelf niet meer in de hand Het lijkt wel alsof de duivel in hem is gevaren Hij is buiten zichzelf van woede …………………………………………… Kaïn heeft zichzelf niet meer in de hand. Hij is vreselijk boos op God. Maar waarom is hij boos op Abel? In het verhaal wordt ons dat niet verteld, maar we weten het wel! Dat komt omdat Kaïn iets doet wat jij en ik ook wel eens hebben gedaan. Je bent boos omdat iets niet lukt, of je bent boos op jezelf, of je bent zomaar boos….. wie krijgt het dan te verduren? Meestal iemand in de buurt. Je broer, zus, vriend, moeder of vader. Soms ben je zo kwaad dat je zomaar van je afslaat.
19
Kaïn is boos op God (en misschien wel heel boos op zichzelf) en “daarom” slaat hij Abel. Het is allemaal Abels schuld! En zo wordt de geschiedenis herhaald. Adam gaf Eva de schuld en Eva gaf de slang de schuld, nu geeft Kaïn ….. enz. Het is nooit meer opgehouden. De wereld is niet zo tof meer als in het begin. 8 Kaïn zei tegen zijn broer Abel: ‘Laten we het veld in gaan.’ Toen ze daar waren, viel hij zijn broer aan en sloeg hem dood. 9 Toen vroeg de H E E R : ‘Waar is Abel, je broer?’ ‘Dat weet ik niet,’ antwoordde Kaïn. ‘Moet ik soms waken over mijn broer?’ 10 ‘Wat heb je gedaan?’ zei de H E E R . ‘Hoor toch hoe het bloed van je broer uit de aarde naar mij schreeuwt. 11 Daarom: vervloekt ben jij! Ga weg van deze plek, waar de aarde haar mond heeft opengesperd om het bloed van je broer te ontvangen, het bloed dat jij vergoten hebt. 12 Ook al bewerk je het land, het zal je niets meer opbrengen. Dolend en dwalend zul je over de aarde gaan.’ 13 Kaïn zei tegen de H E E R : ‘Die straf is te zwaar. 14 U verjaagt mij nu van deze plek en ik mag u niet meer onder ogen komen, en als ik dan dolend en dwalend over de aarde moet gaan, kan iedereen die mij tegenkomt mij doden.’ 15 Maar de H E E R beloofde hem: ‘Als iemand jou doodt, zal dat zevenmaal aan hem worden gewroken.’ En hij merkte Kaïn met een teken, opdat niemand die hem tegenkwam hem zou doodslaan. 16 Toen ging Kaïn bij de H E E R vandaan en hij vestigde zich in Nod, een land ten oosten van Eden. (Dit komt uit de Nieuwe Bijbelvertaling)
Adam, waar ben je? Waar is Abel, je broer? Wat heb je gedaan? Soms lijkt het alsof God helemaal niet weet wat er gebeurt. Waarom moet hij vragen stellen? Hij is toch alziend en almachtig en alwetend? Toch zijn die vragen in het verhaal belangrijk. Hoe zou je anders weten dat God zich zorgen maakt om Adam, Abel en Kaïn? God gaat erop af als het verkeerd gaat en hij wil met de mensen spreken. Hij laat Adam niet eenzaam in een hoekje zitten. Hij sluit zijn ogen niet voor de dood van Abel. Hij zoekt Kaïn op om hem te laten zien dat zijn daad verkeerd is.
20
Wist je dat dit verhaal ook iets verteld over de eeuwige strijd tussen boeren en herders? Van Kaïn wordt verteld dat hij landbouwer is. Hij woont op één plek. Hij ploegt en zaait en oogst, jaar in jaar uit. Abel is een herder. Hij trekt rond met zijn kudde. Hij heeft geen vaste woonplaats. Boeren vinden herders vaak lastig. Schapen, geiten, koeien houden geen rekening met akkers. Ze grazen overal en maken het werk van de boeren soms kapot. In heel de wereld en in alle tijden is er strijd geweest tussen boeren en herders. Het verhaal van Kaïn en Abel is een verhaal van alle tijden. Maar…als je het verhaal goed leest, zie je dat de herder en de boer zich moeten gedragen als broers. Ze moeten elkaar niet naar het leven staan. De vraag van Kaïn: moet ik soms waken over mijn broer? wordt in het verhaal heel duidelijk met JA beantwoord.
Als je er goed over nadenkt wordt het verhaal van Kaïn en Abel nog iedere dag opnieuw herhaald.
Stadsmensen en boeren hebben vaak een hekel aan zigeuners. Nederlanders en Antillianen begrijpen elkaar vaak niet Sommige landen in Europa vinden dat Turkije niet bij ons werelddeel hoort. ………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………….
Quiz: Je hebt een slechte toets gemaakt. Je bent daar boos over. Wat doe je? o o o o o o o
Je denkt: volgende keer beter Je denkt: ik kan het niet Je wordt kwaad op de leerkracht en gedraagt je brutaal Je komt kwaad thuis en je luistert naar niemand Je schopt tegen je fiets of maakt iets anders kapot Bij de volgende toets blijf je zogenaamd ziek thuis Bij de volgende toets dwing je je vrienden om je te helpen (spieken)
6. De grote vloed 21
Bijna alle volken op aarde hebben een verhaal over een grote waterramp. Ze vertellen dan van een vloed die alle mensen en dieren op aarde vernietigt.
De moerassen van zuid Irak. In dit gebied moet je het verhaal van Gilgamesj plaatsen.
Het verhaal zoals de oude Babyloniërs het al meer dan 2000 jaar vertelden voor onze jaartelling: Oetnapisjtim die de "vader der mensen werd genoemd", wordt door de god Ea gewaarschuwd voor de komst van een verschrikkelijke vloed. Hij krijgt de opdracht een schip te bouwen: O, gij man van Sjuruppak, bouw een schip, doe afstand van uw rijkdom en red uw leven, want ik zal weldra een grote vloed over de aarde brengen. Breng zaad van al wat leeft naar het schip dat u zult bouwen. Het schip moet bepaalde afmetingen hebben en moet uit zes verdiepingen bestaan. Oetnapisjtim neemt niet alleen zijn gezin mee aan boord, maar ook al zijn bloedverwanten en een aantal ambachtslieden. Het schip wordt net als dat van Noach, waterdicht gemaakt met dikke lagen aardpek. Wanneer de vloed losbarst lees je: De zuidenwind huilde en de wateren bereikten grote hoogten en regen viel onafgebroken in grote stromen uit de hemel op alle volkeren der aarde. En de regen stortte neer gelijk een waterval. De stortregens duren zes dagen. Nadat het water begint te zakken strandt het schip op de berg "Nisir". Oetnapisjtim laat eerst een duif los. Deze komt terug naar het schip. Daarna laat hij een zwaluw los. Ook deze keert terug. Tenslotte stuurt hij een raaf erop uit en die blijft weg.
22
Zoals het werd/wordt verteld in India: In de oude verhalen van India wordt verteld dat Manu, de vader van het menselijk ras, bezoek krijgt van de god Visjnoe. Deze verschijnt in de vorm van een vis en waarschuwt Manu, dat de wereld in zeven dagen tijd overstroomd zal worden om de zonden van het menselijk ras te straffen. Manu krijgt te horen dat hij samen met zeven heilige mannen en hun vrouwen zal worden gered, als ze aan boord gaan van een schip dat ze van te voren hebben bevoorraad met voldoende voedsel. Bovendien moeten ze van iedere diersoort één paar mee aan boord nemen. Zoals verwacht komt de vloed en dobberen Manu en zijn gezelschap enige tijd op het water. Wanneer het water begint te zakken loopt Manu’s schip halverwege een berg in de Himalaya aan de grond.
Jij kent het verhaal van Noach waarschijnlijk al vanaf je jongste jaren. Misschien heb je wel een Ark gebouwd of getekend. Maar heb je het verhaal wel eens helemaal, van de eerste tot de laatste zin, gelezen in de bijbel? Het begint in Genesis 6:9 Dit is de geschiedenis van Noach. Noach stond op vertrouwelijke voet met God. Hij leefde niet als de mensen om hem heen, maar was rechtvaardig en deed volstrekt geen kwaad.
En het verhaal eindigt in Genesis 9:17 ‘Deze boog,’ zei God tegen Noach, ‘is het teken van het verbond dat ik heb gesloten met alles wat op aarde leeft.’
Wanneer je het hele verhaal hebt gelezen weet je het antwoord op de volgende vragen. Vergelijk jouw antwoorden met die van de rest van je groep.
Quiz over het Verhaal van de Vloed. Hoeveel zonen had Noach? ………… Welke houtsoort moest Noach gebruiken voor zijn boot?
23
Hoe lang was de boot? Hoeveel verdiepingen had de boot? Wat is het verschil tussen Genesis 6:19 en 7:2? Hoe oud was Noach toen de vloed kwam? Hoe lang regende het? Hoe hoog stond het water boven de bergtoppen? Hoe lang bleef het water zo hoog staan? Wat had de duif in haar bek toen ze terugkwam?
Gedichtje 'Ze wilden alleen maar meer geld en meer macht, en aan God in de hemel werd niet meer gedacht; ze maakten Zijn prachtige schepping kapot. Zo ging het niet langer en daarom zei God : 'Het slechte op aarde mag nooit overwinnen, ik moet met mijn schepping opnieuw gaan beginnen'. De ark van Noach Busser, Marianne ; Schroder, Ron
BLOK 2 Schrijf Genesis 8:21 op en daarna Genesis 9:15-16 8:21 ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………. 9:15-16 ………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………….
24
Je zou denken dat er een nieuw begin is gemaakt. Je verwacht dat het nu beter gaat. Maar je weet nu ook wat God heeft gezegd in Genesis 8:21 Het gaat om twee dingen. Positief is dat God belooft dat er nooit meer een vloed komt. Minder blij word je van de uitspraak die God ook doet, dat het kwaad de mens in het bloed zit. Het zal dus niet veel beter worden! Dat merk je ook wel als je verhalen uit de bijbel leest. Het blijft moord en doodslag. Je merkt het ook als je naar het nieuws kijkt of je ogen de kost geeft op school en in de buurt. Wat kan God daar dan aan doen? Wat kunnen jij en ik daaraan veranderen? Gods antwoord is dat hij vanaf nu geen kwaad met kwaad zal vergelden. Zoals Jezus het zegt: heb je naaste lief als jezelf. Dat doet God en de regenboog is daarvan het teken. Jouw antwoord kan zijn: ik wil een regenboog mens worden. Als het kwaad op de loer ligt, wil ik mij proberen te beheersen.
Een gebed Vader in de hemel, Er is veel haat op de wereld, Laat mij liefde geven. Er is oorlog en strijd, Laat mij in mijn omgeving vrede brengen Er is veel verdriet, ook bij mijn vrienden en vriendinnen, Geef dat ik ze kan troosten. Er is veel dat mensen pijn doet Geef dat ik zelf geen pijn veroorzaak. En Vader…. Als ik zelf haat voel, Als ik zelf op voet van oorlog leef met anderen, Als ik zelf verdrietig ben, Als ik zelf pijn heb, Zorg dan voor iemand die mij begrijpt en help mij om een regenboogmens te zijn.
25
7. De toren
Overal op aarde zijn er grote steden. Soms wonen er wel meer dan 10 miljoen mensen in zo’n stad. Tussen de besturen van die steden is er een soort wedstrijd ontstaan: ze willen graag dat het hoogste gebouw op aarde in hun stad staat. Op het ogenblik staat het hoogste kantoorgebouw in Taipei, de hoofdstad van Taiwan. Het is een toren van meer dan 508 meter hoogte. Je moet dan wel de mast meetellen!
Tapei 101.
Hoogste gebouwen van de wereld. Er staan ook een aantal radio- en tv masten in de lijst. Ostankino Tower, Moscow Russia (radio/tv)
537 m 1,762 ft
Taipei 101, Taipei Taiwan
508 m 1,670 ft
Oriental Pearl Tower, Shanghai China
468 m 1,535 ft
Petronas Twin Towers, Kuala Lumpur Malaysia
452 m 1,483 ft
Empire State Building, New York USA
443 m 1,453 ft
Sears Tower, Chicago, USA
442 m 1,450 ft
Menara KL, Kuala Lumpur Malaysia
421 m 1,403 ft
Tianjin Tower, Tianjin China
415 m 1,362 ft
Central Radio and TV Tower, Beijing China
405 m 1,329 ft
26
Tashkent Tower, Tashkent, Uzbekistan
375 m 1,230 ft
The Fernsehturm, Berlin Germany
368 m 1,207 ft
The Stratosphere, Las Vegas, USA
350.3 m 1149 ft
John Hancock, Chicago, USA
344 m 1,127 ft
Tokyo Tower, Tokyo Japan
333 m 1,092 ft
Sky Tower, Auckland New Zealand
328 m 1,076 ft
Eiffel Tower, Paris France
320 m 1.049 ft
AMP Tower, Sydney Australia
304 m 1,000 ft
Olympic Tower, Munich
290 m 951 ft
Collserola Tower, Barcelona Spain
288 m 945 ft
Rialto Towers, Melbourne, Australia
253 m 832 ft
The Donauturm, Vienna Austria
252 m 827 ft
Seoul Tower, Seoul South Korea
237 m 777 ft
Tower of the Americas, San Antonio, USA
228.6 m 750 ft
Telstra Tower, Canberra
195 m 640 ft
The Calgary Tower
190.8 m 626 ft
The Euromast, Rotterdam Holland
185 m 607 ft
De grootste steden op aarde in 2004 1.
Shanghai, China
13,278,500
2.
Mumbai (Bombay), India
12,622,500
3.
Buenos Aires, Argentina
11,928,400
4.
Moscow, Russia
11,273,400
5.
Karachi, Pakistan
10,889,100
6.
Delhi, India
10,400,900
7.
Manila, Philippines
10,330,100
8.
São Paulo, Brazil
10,260,100
9.
Seoul, South Korea
10,165,400
10.
Istanbul, Turkey
9,631,700
11.
Jakarta, Indonesia
8,987,800
27
12.
Mexico City, Mexico
8,705,100
13.
Lagos, Nigeria
8,682,200
14.
Lima, Peru
8,380,600
15.
Tokyo, Japan
8,294,200
16.
New York City, U.S.
8,091,700
17.
Cairo, Egypt
7,609,700
18.
London, UK
7,593,300
19.
Teheran, Iran
7,317,200
20.
Beijing, China
7,209,900
Vroeger waren de steden veel kleiner. De meeste mensen woonden toen op het land als boeren en veehouders. In en om de stad woonden de bestuurders, de militairen en de rijken. In de stad vond je ook winkels en de werkplaatsen van de timmerman of smid. Al heel vroeg in de bijbel kom je de naam van een stad tegen. Nadat Kaïn zijn broer Abel heeft vermoord, gaat hij wonen in het land Nod. Daar sticht hij een stad. Hij noemt die stad …………………….. (zie Genesis 4:17). Een aantal bladzijden verder (hoofdstuk 11) lees je een verhaal over een stad in de streek Babylon. Het is een beroemd verhaal. Heel veel schilders hebben hun verbeelding gebruikt om dat verhaal met verf te ‘vertellen’.
Hoe gaat dat verhaal ook alweer? Pak je bijbel en lees het nog een keer in Genesis 11:19. Let op alles wat er staat. Kun je bedenken waarom mensen elkaar dit verhaal vertellen en waarom het in de bijbel voor ons is bewaard? …………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………..
28
Er was ooit een tijd dat Joodse kinderen (ook hun ouders trouwens) moesten grinniken om dit verhaal. Dat was in de tijd dat Babel een grote wereldmacht was. De koning van Babel had heel veel Joden gevangen genomen en naar zijn land gebracht. Hij had de hoofdstad van de Joden, Jeruzalem, helemaal verwoest. In Babel moesten de joodse mensen een nieuw leven opbouwen. Eigenlijk wilden ze daar helemaal niet blijven. Ze konden ook slecht overweg met de Babyloniërs. Natuurlijk was dat zo. Jij zou toch ook een hekel hebben aan de mensen die jouw land hebben kapot gemaakt en je tegen je wil hebben meegenomen! Daarom vonden de joden in Babylon het wel leuk om met de vijand te spotten. Hoe? Door het verhaal uit Genesis 11 aan elkaar te vertellen. Let maar eens op het einde…daar staat “Die stad heet Babel: verwarring, omdat de Heer daar de taal van alle mensen in verwarring bracht en hen vandaar over de hele aarde verspreid heeft.”
In het Hebreeuws lees je dan: daarom noemt men die stad Babel, omdat de Heer daar balal (verward heeft) de taal…. De Babyloniërs dachten dat hun hoofdstad een goddelijke naam had: Bab-ili of Babilani, dat betekent poort van de goden! . De Joden zeiden dat de stad eigenlijk balal (verwarring) heette, een soort stotterwoord! Het is geen grap waar je heel hard om gaat lachen, maar het was wel een manier om de Babyloniërs belachelijk te maken. Weet je wat, weet je wat, Zeiden ze in Babelstad: laten wij een toren maken, om elkaar niet kwijt te raken. Bouwen gaan we, groot en klein, tot we in de wolken zijn. Allemaal, allemaal spraken ze dezelfde taal: laat de wind ons niet verdrijven, laat ons bij de toren blijven. Want dat bundelt onze kracht, torenhoog wordt onze macht. Hoor je dat, hoor je dat, Babel werd een babbelstad. Want de Heer der mensenkind’ren kwam dat stoute plan verhind’ren. Hij verwarde toen hun spraak en de torenbouw liep spaak. Uit: Alles wordt nieuw
Kijk nog eens naar het verhaal. Hoe hoog willen de mensen de toren maken? Waarom wilden ze die toren zo hoog bouwen? Om ………………………………………………………………… Om ………………………………………………………………… Dan komt God naar de aarde. Hij loopt wat rond in de stad en ziet wat de mensen aan het bouwen zijn. Hij denkt bij zichzelf, nog even en ze kunnen alles doen wat ze willen. Dat gaat niet goed!
29
Met die toren willen de mensen de hemel bereiken. Het is alsof ze daar willen wonen. Ze zien zichzelf als een god. Dat is altijd gevaarlijk. Mensen die denken dat ze god zijn, gaan vaak lijken op de duivel! Het eerste wat ze roepen is: ik ben de baas en je doet wat ik je zeg! In Babel zeiden de inwoners, wij wonen in de stad van de goden, Babilani. Wij zijn de poort tot de hemel. Het Joodse volk dat tegen zijn wil in Babel woonde riep: jullie wonen in Balal, verwarring. Jullie zijn geen goden, maar mensen! Je denkt dat je (een) god bent als: Je denkt dat je alles beter weet dan de ander Je denkt dat jij alles moet bepalen Je denkt dat andere mensen minder belangrijk zijn dan jij Je denkt dat iedereen voor je moet buigen. ………………………………………………………… ………………………………………………………… Maar… lijkt die lijst niet meer op een beschrijving van een dictator of de duivel?
Koning Nebukadnessar had een gouden beeld laten maken van bijna dertig meter hoog en drie meter breed. Hij liet het plaatsen in de Duravlakte in de provincie Babel. 2 Daarna ontbood hij alle hooggeplaatste personen die bij het bestuur van de provincies betrokken waren: satrapen, stadhouders, gouverneurs, raadsleden, hoge belastingambtenaren, rechters en magistraten. Zij moesten aanwezig zijn bij de inwijding van het beeld. 3 Toen al die hooggeplaatste personen zich voor het beeld hadden opgesteld, 4 riep een heraut van de koning met luide stem: ‘Mensen, luister naar dit bevel, tot welk volk u ook behoort en welke taal u ook spreekt! 5 Straks hoort u de muziek van hoorn en fluit, citer en luit, harp en doedelzak en van allerlei andere instrumenten. Zodra de muziek inzet, moet u zich in aanbidding neerwerpen voor het beeld dat koning Nebukadnessar heeft opgericht. 6 Wie weigert, wordt ogenblikkelijk in een brandende oven gegooid.’ 7 En dus wierpen zij zich als één man voor het gouden beeld neer zodra zij de muziek hoorden………. …….12 Er zijn echter Judese mannen, majesteit, die uw bevel negeren. Het zijn de mannen aan wie u het bestuur over de provincie Babel hebt opgedragen, Sadrak, Mesak en Abednego. Zij vereren uw goden niet. Zij willen het gouden beeld dat u hebt opgericht niet aanbidden.’
Weer is er iemand die denkt dat hij god is en alle mensen kan laten doen wat hij wil. Tegenover hem staan drie Joodse mannen die zeggen dat ze niet zullen gehoorzamen. “Er is maar één God”, zeggen ze. Ze zeggen het niet hardop, maar ze bedoelen te zeggen, “en dat bent u niet”! In Genesis 11 liep God om de toren heen en dacht, het loopt verkeerd af. De mensen hebben alleen nog maar aandacht voor macht. In Daniël drie staan de drie mannen voor het beeld van Nebukadnessar en denken, het loopt verkeerd af, de koning wil teveel macht. Lees Matteüs 20:24-28 en schrijf op wat er in vers 26 staat. ………………………………………………………………………………………………. 30
8. Abram wordt Abraham
Vierduizend jaar geleden! Dat klinkt verschrikkelijke ver weg in de tijd. Maar soms moet je anders leren tellen om er achter te komen hoe dicht bij het verleden eigenlijk is. Bedenk eens: * Het is nu 2004 * jij bent geboren in 1994 * je moeder is geboren in 1960 * haar moeder is geboren in 1930 * en je moeders grootmoeder in 1890 Hoeveel jaren ben je nu terug in de tijd? ………………… In 4 generaties ga je dus al meer dan 100 jaar terug in de tijd. Reken eens uit hoeveel generaties je nodig hebt om 4000 jaar terug te gaan – terug naar de tijd van Abraham. Je hebt 4 generaties (over-, grootmoeder, moeder, jij) om 100 jaar terug te gaan. Je hebt …… generaties nodig om 1000 jaar terug te gaan. Je hebt …… generaties om 4000 jaar terug te gaan.
Maar stel je nu eens voor dat alle nakomelingen van Abraham 100 jaar oud zouden zijn geworden. Dan is er een keten van 40 mensen(levens) nodig om 4000 jaar te overbruggen. Kun je het nog volgen? A(braham) 100 B 100 C 100 D 100 E 100 F 100 G 100 H 100 I 100 J 100 K 100 L >
Een laatste manier om te zien hoe dichtbij het verleden is. Denk eens aan de verhalen die je worden verteld. Waar komen die vandaan? Hoe oud zijn ze? Bedenk eens: jouw oma vertelt je een verhaal dat ze van haar oma heeft gehoord, die het weer van haar oma heeft gehoord. jij 1994
Jouw oma 1930
Jouw oma’s oma 1875
Jouw oma’s oma’s oma 1834
Je hebt dus kans dat je een verhaal hoort dat al meer dan 150 jaar oud is. Heb je ondertussen in de gaten dat het verleden helemaal niet zo ver weg is?
31
Vierduizend jaar geleden trok een man weg uit de stad Ur. Zijn naam was Terach. Hij ging niet alleen, maar nam zijn hele familie mee. Een van zijn zoons heette Abram. Ze maakten een reis van meer dan duizend kilometer langs de rivier de Eufraat en sloegen uiteindelijk hun tenten op in Haran.
De kaart staat ook op cd. Helder genoeg?
Ur ligt in het zuiden van wat wij nu Irak noemen. We vergeten wel eens dat het verhaal van God en zijn volk Israël daar eigenlijk begint.
Zo ziet de omgeving van Haran er tegenwoordig uit. Het is een grote vruchtbare vlakte. In Abrams tijd was er in ieder geval genoeg ruimte voor zijn kudden!
Na vele jaren sterft Terach in Haran. Abram is nu hoofd van de familie. Op een dag (of was het nacht?) hoort hij een stem die zegt: ‘Verlaat je land, je stam, je familie, ga naar het land dat ik je wijs. 2 Ik maak je stamvader van een groot volk, ik zal je voorspoed geven; met eerbied zullen de mensen over je spreken, bij uitstek gezegend zul je zijn. 3 Wie jou voorspoed wenst, zal ik voorspoed geven, maar wie jou kwaad toewenst, zal ik vervloeken. Alle volken op aarde zullen elkaar toewensen gezegend te zijn als jij.’
Blijkbaar weet Abram precies waar hij naar toe moet. Hij nam al zijn bezittingen en slaven en trok met zijn gezin naar het land ……………………? Je krijgt het antwoord door de puzzel te maken. 32
Abraham, Abraham, verlaat je land, verlaat je stam! Abraham je moet gaan wonen in het land dat Ik zal tonen. Tel de sterren in de nacht, zo groot wordt jouw nageslacht. Abraham, Abraham, verlaat je land, verlaat je stam Ik zal jou mijn zegen geven, je geleiden allerwegen, en de volkeren tezaam vinden zegen in jouw naam. Abraham, Abraham, verlaat zijn land, verlaat zijn stam! Met een woord gaat hij het wagen. Zonder verder iets te vragen staat hij op en gaat op reis, langs de weg die God hem wijst. Uit: alles wordt nieuw
De God die Abram uit Haran wegroept belooft hem dat hij de stamvader van een groot volk zal worden. Is het je opgevallen hoe oud Abram is als hij uit die streek wegtrekt? Kijk eens in Genesis 12:4. Abram is dan …… oud.
Abram komt aan in zijn nieuwe land. Hij zet zijn tenten op in de buurt van het stadje Sichem, onder een grote eik. Daar verschijnt God aan hem. God doet een belofte en zegt: ‘Dit land zal ik aan je nakomelingen geven.’ Maar Abram heeft nog steeds geen kind, geen erfgenaam. Hij zal gedacht hebben: over welke nakomelingen heeft God het dan? Hij is al oud. Zijn vrouw Saraï ook. De kans dat ze nog een zoon zullen krijgen is heel klein geworden. Maar op gezette tijden blijft God de belofte herhalen. In Genesis 15:2-6 lees je: ‘Wees niet bang, Abram, ik zal je beschermen en je rijk belonen.’ 2-3 Abram antwoordde: ‘Heer, mijn God, wat voor zin heeft het mij te belonen? U hebt mij geen kinderen gegeven, ik zal kinderloos sterven en Eliëzer van Damascus, een van mijn knechten, zal mijn erfgenaam zijn.’ 4 Maar de Heer zei tegen hem: ‘Nee, Eliëzer zal je bezit niet erven, maar een zoon die je zelf verwekken zult.’ 5 Toen leidde hij Abram naar buiten en zei: ‘Kijk eens naar de hemel en probeer de sterren te tellen. Zoveel nakomelingen zul je krijgen.’ 6 Abram vertrouwde op de Heer en de Heer zag daarin een bewijs van zijn oprechtheid.
33
De spanning loopt op. Abram is ondertussen negenennegentig jaar oud. Nog steeds hebben hij en Saraï geen eigen zoon. Maar dan gebeurt het. In Genesis 17 lees je dat Abram en Saraï nieuwe namen krijgen en als je weet wat die namen betekenen dan weet je ook dat het nu niet lang meer zal duren. Lees mee: Toen Abram negenennegentig jaar was, verscheen de Heer hem en zei: ‘Ik ben de machtige God. Richt je steeds naar mijn wil en doe geen onrecht. 2 Ik zal met jou een verbond aangaan en je zeer veel nakomelingen geven.’ 3 Abram boog zich diep voorover en God vervolgde: 4 ‘Dit is wat ik voor je zal doen, ik sluit een verbond met je: je zult de stamvader worden van vele volken. 5 Daarom zul je niet langer Abram heten, maar Abraham. 6 Ik zal je zeer veel nakomelingen geven.
Even later staat er in het verhaal 15 Ook zei God tegen Abraham: ‘Noem je vrouw niet langer Sarai, maar Sara. 16 Ik zal haar vruchtbaar maken, ook zij zal je een zoon schenken. Ik zal haar veel nakomelingen geven. Zij zal de moeder van vele volken worden en onder haar nakomelingen zullen koningen zijn.’ 17 Abraham boog zich diep voorover, maar moest toch lachen en dacht bij zichzelf: ‘Hoe kan iemand van honderd jaar nog een kind krijgen? En zou Sara op haar negentigste nog een zoon ter wereld brengen?’ 18 Hij zei tegen God: ‘Laat uw belofte toch voor Ismaël gelden!’ 19 Maar God zei: ‘Nee, je vrouw Sara zal een zoon ter wereld brengen en jij moet hem Isaak: Hij lacht, noemen.
Mooi hé, dat God gevoel voor humor heeft?! Steeds als Abraham Isaak ziet zal hij moeten denken aan het moment waarop hij God min of meer uitlachte, en waarop God hem bijna grinnikend terugpakte door zijn zoon de naam Lachebek te geven.
Abram betekent: vader is verheven (groot, bewonderenswaardig) Abraham betekent volgens Genesis 17: vader van vele volkeren. Sara betekent: vorstin, koningin. Isaak betekent: hij lacht. Abraham is een voorbeeld van geloof en vertrouwen geworden voor Joden, Christenen en Moslims. Ze noemen hem de vader van de gelovigen. De apostel Jakobus had misschien een nog mooiere naam voor hem: Vriend van God (Jakobus 2:23). Abraham moest lang wachten op de vervulling van de belofte die God aan hem gedaan had. Soms had hij het er moeilijk mee. Soms geloofde hij er bijna niet meer in. Toch is hij trouw gebleven aan de God die hem naar het beloofde land had geroepen. Terecht wordt hij vriend van God genoemd. Stel: je neemt je voor om vanaf vandaag als vriend van God door het leven te gaan. Hoe zou je leven er dan uitzien? Wat zou je doen? Wat niet? ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………….
34
Bijlage 1 POLEN – ALBANIË – DENEMARKEN – ZWEDEN – CUBA - BRAZILIË
Abram gaat niet naar Cuba. Maar als je de landen op de juiste plaats zet in de puzzel en de letters in de vetomrande vakjes in de goede volgorde zet, weet je waar hij wél naar toe gaat.
35
9.
Wat kies je?
Test Wat geef je liever weg: € 2 of je lievelings CD? Hieronder staat een lijst van 10 dingen die kunnen gebeuren. Wat zou je het allerergste vinden (cijfer 10). Wat zou je het minst erg vinden (cijfer 1). Wat zou je heel erg vinden (cijfer 9). Wat zou je niet zo erg vinden (cijfer 2). Ga zo door met het geven van cijfers – dus een 10 is het allerergst en een 1 het minst erg.
0 Je gaat met je nieuwe fiets naar school. Daar wordt hij gestolen. 0 Iemand leest je allerdiepste geheimen in je dagboek 0 je raakt een gratis bioscoopkaartje kwijt. 0 Je hebt je lievelings CD uitgeleend aan je beste vriend/vriendin en die is hem kwijtgeraakt 0 Je komt terug van gym en ziet dat er op de plek waar jij je merkschoenen hebt achtergelaten een paar versleten gympies staan 0 Je kunt je bijbel niet meer vinden 0 Je vader knoeit koffie over je wiskundeboek 0 Iemand heeft een foto uit jouw fotoalbum gescheurd 0 Je staat boven op een kerktoren en je beugel valt uit je mond 0 De koptelefoon van je MP3 speler komt tussen de spaken van je fiets.
36
Wat zeggen we over keuzes maken Tussen twee kwaden kiezen. Kiezen of delen. Eieren voor zijn geld kiezen Een harde keuze maken Er valt weinig te kiezen …………………………………. ………………………………….
De mogelijkheden zijn eindeloos je mag zelf kiezen: mobiel bellen bij Orange De keuze van Abrahams neef
Wanneer Abraham en Lot pas zijn aangekomen in Kanaän trekken ze samen door het land. Ze leiden hun kudden van de ene plaats naar de andere. Ze zijn rijk. Er zijn veel dieren en er is dus veel gras nodig om de dieren te voeden. Op sommige plekken is er niet genoeg water. Abraham en Lot merken dat hun herders soms ruzie krijgen onder elkaar over welke kudde het beste land mag begrazen. Je kunt er over lezen in Genesis 13 2 Abram was erg rijk. Hij had een grote veestapel en veel zilver en goud. 3-4 Hij reisde in etappes van de Negeb naar Betel. Op de plek tussen Betel en Ai, waar hij eerder zijn tent had opgeslagen en een altaar had opgericht, vereerde hij de Heer. 5 Ook Lot, die met hem meegegaan was, bezat schapen, geiten en koeien en tenten. 6 Maar omdat er te weinig land was voor zoveel vee, konden zij daar niet allebei blijven wonen. 7 Bovendien woonden toen de Kanaänieten en Perizzieten nog in het land. Tussen de herders van Abram en die van Lot kwam het tot botsingen.
Abraham weet dat er problemen zijn. Hij wil ze oplossen. Er moet geen ruzie komen tussen familieleden. Hij stelt voor dat Lot en hij in verschillende gebieden gaan wonen. Lot krijgt de eerste keus. 8 Toen zei Abram tegen Lot: ‘Wij zijn verwanten van elkaar, wij kunnen toch geen ruzie maken, wij niet en onze herders niet. 9 Laten we uit elkaar gaan. Het hele land staat je ter beschikking, kies maar uit. Als jij naar het noorden wilt gaan, ga ik naar het zuiden, of omgekeerd.’
37
De streek waar Lot naar toe gaat Dode Zee
Midden oosten: Cyprus Israël
Dode Zee
Daar staan ze dan, oom en neef. Met een breed gebaar zegt Abram, “kies jij eerst”. En Lot kiest voor een streek met veel water en veel voedsel voor zijn kudden. Hij moet daarvoor wel het land Kanaän verlaten. Abraham blijft achter in Betel en trekt kort daarna naar het zuiden. Voortaan woont hij In de buurt van Hebron. Het is er veel droger en minder groen dan in het land dichtbij de rivier de Jordaan. Een goede keuze maken Wat op het eerste gezicht een goede keuze lijkt, kan wel eens tegenvallen. Daar hebben we in de Nederlandse taal ook weer allerlei uitdrukkingen voor Niet alles wat blinkt is ook goud Een kat in de zak kopen Goedkoop is duurkoop Eerste indrukken zijn niet altijd de beste …………………………. ………………………….. Lot heeft zijn oog laten vallen op de grazige weiden in de buurt van Sodom. Dat die stad bekend staat als een “poel van verderf” neemt hij voor lief. Het zal niet goed met hem aflopen. Abram blijft in het beloofde land. Het is het land waar God hem naartoe heeft gebracht. Met Abram zal het juist heel goed aflopen. God belooft hem een gouden toekomst.
38
Na het vertrek van Lot zei de Heer tegen Abram: ‘Kijk eens goed om je heen. Kijk naar het noorden en zuiden, het oosten en westen. Het hele gebied dat je vanhieruit zien kunt, zal ik jou en je nakomelingen voor altijd in bezit geven. 16 Je nakomelingen maak ik zo talrijk dat niemand ze tellen kan; zoals niemand de stofdeeltjes van de aarde tellen kan. 17 Trek het hele land door in alle richtingen; aan jou zal ik dit hele gebied geven.’
Kiezen Het verhaal over Abram en Lot wil je helpen om na te denken over de keuzes die je maakt. Waarom kies je voor het één en niet voor het ander? Waarom kies je soms om dingen te doen waarvan je eigenlijk weet dat ze niet verstandig zijn? Waarom wil je soms iets hebben alleen omdat een ander het ook heeft? Waarom ……………….
Wanneer is het makkelijk om te kiezen? Wanneer is het heel erg moeilijk?
Waarom kies je soms het verkeerde? Kies je wel eens voor iets waarvan je weet dat het niet goed voor je is? Denk je eens in dat Lot tegen Abram had gezegd, “nee, oom, maakt u de eerste keuze maar”. Welk deel van het land zou Abraham gekozen hebben? Vertel waarom je dat denkt.
39
10. Lachebek
wordt geboren
Hoeveel mensen wonen er op aarde? Niemand die het precies weet. In sommige landen worden de mensen elke tien jaar geteld. In andere landen bijna nooit. We weten wel dat het er ondertussen heel veel zijn. Dit is wat de experts denken: * In 1804 waren er * In 1927 waren het er * In 2004 staat de teller op ongeveer
1000.000.000 mensen op aarde 2.000.000.000 6.434.311.000
In Nederland In 1700 In 1800 In 1850 In 1900 In 2000
had Nederland 1.794.000 1.982.000 3.084.000 5.104.000 16.000.000
inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners
De bevolking van Nederland groeit met gemiddeld 240 personen per dag. Er worden ongeveer 550 kinderen per dag geboren. Daar staat tegenover dat er elke dag ongeveer 390 mensen overlijden.
Iedere seconde wordt er weer een kind geboren. OP WOENSDAG 10 NOVEMBER 2004 15:40:17 (GMT +01:00) TELT NEDERLAND
16 292 590 INWONERS
40
Een groot volk worden?
Abraham en Sara wachten nog steeds op een zoon. Hoe moet die belofte aan Abraham nu ooit waar worden? Welke belofte? Zoek op in Genesis 15:5 Kijk eens ………………………………………………………………………….
…………………………………………………………………………………….. Kijk eens naar Abraham. Hij staat buiten zijn tent en staart naar de hemel. Hij probeert de sterren te tellen. Na een poos moet hij het opgeven. Zijn nek verkrampt. Zijn ogen doen pijn en om de waarheid te zeggen is hij de tel al een paar keer kwijtgeraakt. Maar de boodschap van God is duidelijk. Abraham moet er maar weer op vertrouwen dat het goed komt. Later Een tijd later. Het is zomer. Midden op de dag is het snikheet. Abraham zit onder de luifel van zijn tent. Daar hoopt hij af en toe wat wind te vangen. Waarschijnlijk zit hij te dommelen, want hij merkt niet dat er drie mannen op zijn tent afkomen. Pas als ze vlakbij zijn, kijkt hij op. Hij haast zich overeind, loopt op de vreemdelingen af en buigt diep. Hij kent zijn manieren. Hij is goed opgevoed.
Haastig liep hij naar hen toe, maakte een diepe buiging 3 en zei tegen een van hen: ‘Mijn heer, wilt u zo vriendelijk zijn om met mij mee te gaan? Ik wil u graag van dienst zijn. 4 Ik zal wat water laten halen. U kunt dan uw voeten wassen en onder deze boom uitrusten. 5 Ik zal intussen een maaltijd voor u klaar laten maken, dan kunt u weer op verhaal komen voor u verder gaat. Want daarvoor bent u toch bij mij, uw dienaar, langsgekomen.’ ‘Graag,’ zeiden ze, ‘ga uw gang.’
Ondanks de hitte is het kampement binnen de kortste keren in rep en roer. De maaltijd die Abraham laat bereiden is nogal uitgebreid zullen we maar zeggen. Waaruit bestond de maaltijd? Lees Genesis 18:6-8 K……… K……… B……… M………
41
Terwijl de gasten eten blijft Abraham bij hen staan. Plotseling vraagt een van de gasten, “waar is uw vrouw, Sara?” Abraham geeft het enig mogelijke antwoord, “mijn vrouw is achter in de tent”. Natuurlijk is zijn vrouw daar. Ze heeft toch goede manieren! Ze is toch goed opgevoed. Een vrouw verschijnt toch niet ongevraagd bij het bezoek! Dan, als een donderslag bij heldere hemel, zegt een van de gasten: volgend jaar kom ik bij u terug; dan zal uw vrouw Sara een zoon hebben. Achter de scheidingswand van tentdoek begint Sara te grinniken. Net als Abraham gelooft ze er niet echt meer in. Ze is te oud. Afgeleefd, is het woord dat ze zelf in de mond neemt. Maar dan wordt pas duidelijk wie er op bezoek is geweest: 13 … de Heer zei tegen Abraham: ‘Waarom lacht Sara? Waarom twijfelt ze eraan of ze op haar oude dag nog een kind kan krijgen? 14 Zou voor mij iets onmogelijk zijn? Volgend jaar, om deze tijd, zal ik bij u terugkomen en dan heeft Sara een zoon.’ 15 Sara was bang en ontkende: ‘Ik heb niet gelachen,’ maar hij zei: ‘Je hebt wel gelachen!’
Het gebeurt heel vaak in bijbelverhalen dat vrouwen die eerst geen kind kunnen krijgen, met de hulp van God toch zwanger worden. Heel bekend zijn Elisabet, Hanna, Maria en Rachel. Welk kind hoort bij welke moeder? Trek een lijn tussen de namen als je het weet Rachel Hanna Maria Elisabet
Jezus Samuël Johannes Jozef
Een groot volk? God heeft Abraham beloofd dat hij de stamvader van een groot volk zal worden. Hoe kan dat als je maar één zoon hebt? Kun jij je voorstellen dat er uit één zoon een heel volk ontstaat? Kijk eens naar het volgende schema (je kunt ook een schaakbord nemen en rijstkorrels gebruiken). Maak met een potlood of pen een stip in vak 1. In vak 2 teken je twee stippen. In vak 3 maak je er 4. In vak 4 maak je er 8. In vak 5 maak je er 16. In vak 6 maak je er 32 ……enz. Dus elke keer met twee vermenigvuldigen. Hoeveel stippen zou je in vak 10 moeten tekenen? Hoeveel in vak 20?
42
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
Volk van de lach Het begint dus met de geboorte van één kind. Vanaf dat moment begint de belofte van God aan Abraham waar te worden. Hij wordt de stamvader van vele nakomelingen. Pak nu je bijbel en zoek op in welk hoofdstuk van Genesis de geboorte van Isaak wordt verteld. Hoe oud was Abraham bij de geboorte van Isaak? ………………………… Was Sara blij? Hoe weet je dat? …………………………………………… Je zou Isaak een Nederlandse naam kunnen geven. Dan moet je denken aan Lachebek, of Lach. In het Engels zou hij Big Smile kunnen heten. In het hebreeuwse verhaal zegt Sara: God maakt mij aan het lachen en iedereen lacht ( yitschak) met mij mee. In het Nederlands hebben we van yitschak, Isaak gemaakt.
43
11. Hoe loopt het af met Lot? Elke dag brengt de rivier de Jordaan miljoenen liters water naar de Dode Zee. Zelfs als je geen zwemdiploma hebt kun je toch in de Dode Zee zwemmen. Je kunt er namelijk niet zinken! Het water van de Dode Zee is zo zout dat je vanzelf blijft drijven. Je kunt er heerlijk op je rug een boekje liggen lezen. Het is een echte ‘dode' zee, want met al dat zout kunnen er geen vissen in leven. Zelfs op het land er omheen groeit bijna niets. De oevers zijn bedekt met zout en asfalt (teer). Er was eens een vorst die een paar mensen wil straffen. ‘Gooi ze in de zee’, beveelt hij zijn soldaten. Die gooien hen in zee. Maar wat gebeurt er? De mannen verdrinken niet. Ze blijven drijven' Ze drijven terug naar de oever. De vorst schrikt er zo van, dat hij ze vrijlaat. Eens lag in het zuiden bij de Dode Zee een grote stad. Die stad heet Sodom. Lot, de neef van Abraham, woont er. God besluit om die stad te verwoesten. Waarom? Het antwoord op deze vragen kun je vinden in deze les. Je zult je nog herinneren dat Abraham en Lot uit elkaar gingen omdat hun herders steeds ruzie hadden over land en water. Lot koos toen om in de omgeving van Sodom te gaan wonen. Er was veel water en het land was vruchtbaar. Dat de stad een slechte naam had, nam hij maar op de koop toe. Sterker nog, hij kocht er een huis. De stad waar Lot woont In het vorige hoofdstuk zijn we eigenlijk te ver gegaan. We hebben een heel verhaal overgeslagen omdat we wilden eindigen met de geboorte van Isaak. Weet je nog dat Abraham de drie mannen uitnodigde om een poosje te rusten? Wat was hun reisdoel die dag? Waar gingen ze naar toe? Abraham komt daar pas achter als ze tegen de avond opstappen en hij een stuk meewandelt. 16 Toen vertrokken de drie mannen naar een plek vanwaar ze Sodom konden zien. Abraham ging zover met hen mee. 17 De Heer dacht: ‘Zal ik voor Abraham geheimhouden wat ik van plan ben? 18 Hij zal immers de stamvader worden van een groot en machtig volk. Alle volken op aarde zullen elkaar toewensen gezegend te zijn als hij. 19 Ik heb hém immers uitgekozen en daarmee al zijn nakomelingen. Hij moet hun leren zich te houden aan mijn richtlijnen: rechtvaardig zijn en opkomen voor het recht. Dan kan ik mijn belofte aan hem nakomen.’
44
Zie je ze staan? Ze kijken uit over het dal en zien Sodom in de verte. Jaren geleden is Lot daar gaan wonen met zijn familie. Abraham is stil. Hij heeft zo zijn gedachten. Ook God zwijgt nog en laat zijn blik over de stad dwalen. Dan kijkt hij opzij en ziet de oude man. Hij weet dat hij zijn plannen niet geheim mag houden voor zijn vriend Abraham.
Toen zei de Heer: ‘Over de inwoners van Sodom en Gomorra dringen ernstige beschuldigingen tot mij door. Zij doen erg veel kwaad. Ik wil erheen gaan om te zien of die beschuldigingen werkelijk waar zijn. Ik wil het weten.
Twee van de drie mannen beginnen al aan de afdaling. God blijft nog even achter. Abraham voelt dat het niet goed gaat aflopen met Sodom en Gomorra. Maar hij kan zich niet indenken dat God zomaar een stad zou verwoesten, zeker niet als daar onschuldige mensen wonen. Dus komt Abraham een stap dichterbij. Hij wil oog in oog met de Heer staan. Hij verwacht dat God rechtvaardig zal zijn. Wat zou hij anders straks tegen zijn zoon Isaak moeten zeggen? Moet hij dan zeggen dat God niet eerlijk is? Moet hij zeggen dat God onschuldige mensen laat sterven? In Genesis 18:23-25 staat: Abraham kwam nog een stap dichterbij en vroeg: ‘Bent u werkelijk van plan de onschuldigen met de schuldigen om te brengen? 24 Als er vijftig onschuldige mensen in de stad zijn, zou u haar dan verwoesten? Zou u om die vijftig de stad niet sparen? 25 U kunt de onschuldige toch niet met de schuldige doden! Dan zou er toch geen verschil meer zijn! Nee, dat kunt u niet doen. U bent de rechter van de hele aarde. Zou u dan onrecht doen?’
Wat is het antwoord van de Heer? ……………………………………………………………………………………………….. Abraham gaat door. En als er nu geen vijftig rechtvaardige mensen in de stad wonen, maar vijf minder? Het antwoord van God is hetzelfde. Dus probeert Abraham het nog maar een keer en nog een keer…totdat hij bij het aantal van tien eindelijk stopt. Het gesprek eindigt met de Heer, ook als er tien onschuldige een laatste antwoord van mensen zijn zal ik de stad niet verwoesten. Het wordt duister in Sodom Genesis 19:1-29 De twee mannen die door de Heer gestuurd waren komen ’s avonds in Sodom aan. Bij de poort komen ze Lot tegen. Hij nodigt ze uit om bij hem te logeren. De nacht is vol gevaren, zegt hij. Eenmaal bij hem thuis vertellen ze hem dat hij met zijn gezin moet vluchten omdat Sodom verwoest zal worden. 45
Toen het licht begon te worden, drongen de mannen opnieuw aan: ‘Ga vlug weg! Neem je vrouw en je beide dochters mee. Anders zul je nog worden gedood, wanneer de inwoners van deze stad worden gestraft voor hun misdaden.’ Toen Lot bleef aarzelen, sleurden de mannen hem mee, samen met zijn vrouw en zijn beide dochters. Ze brachten hen buiten de stad, want de Heer wilde Lot sparen.
Lot wil niet. Hij heeft het naar zijn zin in de stad. Dan staat er in de bijbel dat de twee mannen hem met zich mee sleuren totdat hij en zijn vrouw en zijn dochters veilig buiten de stad zijn. Een van de mannen zegt: ‘Loop, als je leven je lief is! Kijk niet achterom en sta nergens in de vallei stil. Vlucht de bergen in, want anders worden jullie gedood.’ Maar Lot zei: ‘Nee, Heer, dat kunt u toch niet doen!
Vroeg in de ochtend worden Sodom en Gomorra verwoest. Er vallen veel doden. Ook de vrouw van Lot sterft, want, zo staat er, zij keek achterom en veranderde in een zoutpilaar.
Als je nu in de omgeving van de Dode Zee op vakantie gaat zijn er altijd gidsen die de vrouw van Lot kunnen aanwijzen. Het maakt wel uit welke gids je hebt, want ze hebben allemaal een favoriet stuk zoutpilaar. Als je de gidsen moet geloven zou Lot wel twintig verschillende vrouwen hebben gehad!
Het verhaal van Sodom eindigt met de volgende woorden: Abraham ging ’s morgens vroeg naar de plaats, waar hij samen met de Heer gestaan had. Hij keek uit over Sodom en Gomorra, over de hele Jordaanvallei, en zag uit de aarde rookwolken opstijgen als uit een smeltoven. Zo hield God rekening met Abraham: toen hij de steden in de vallei verwoestte waarin Lot gewoond had, liet hij Lot ontkomen aan de ondergang.
Nadenken over het verhaal. De vrouw van Lot keek om. Waarom zou ze dat gedaan hebben? Probeer redenen te bedenken ……………………………………………………… ……………………………………………………… ……………………………………………………… Lot bleef in een stad wonen waar veel mensen slechte dingen deden. Je zou kunnen zeggen dat Sodom een soort maffia stad was. Zou jij daar zijn gebleven? ………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………
46
A. Soms kun je vreselijk boos zijn op jezelf. Je hebt op school iets stoms gedaan of gezegd en je schaamt je ervoor. Je blijft er maar aan terugdenken. B. Soms schrik je zo erg dat je “versteend” bent. Je kunt nauwelijks nog bewegen. Probeer de twee zinnen af te maken. Eén voor A en de ander voor B A. je lijkt de vrouw van Lot wel, ………………………………………………………….. B. je lijkt de vrouw van Lot wel, ………………………………………………………….. Abraham maakte zich grote zorgen over Sodom en de mensen die er woonden. Hij praat erover met God. Soms doen we dat ook in de kerk. Dan wordt er gebeden voor allerlei problemen en vragen we Gods hulp.
Heer, we hopen zo op vrede Geen oorlog meer Geen wapens meer Eindelijk ruimte voor recht Geld om de armoede te bestrijden schulden kwijt te schelden
en
God, wat lijkt dat ver weg Er zijn steeds nieuwe oorlogen mensen kopen en verkopen wapens God van vrede we bidden tot u Om kinderen op de vlucht Om kindsoldaten Om kinderen die geslagen worden Om kinderen die honger hebben Om kinderen die bang zijn voor hun ouders Om kinderen die op straat zwerven Om kinderen die uitgelachen worden
47
12. Een moeilijk verhaal Soms hoor je verhalen waarbij je het liefst je oren dicht zou stoppen. Sommige films zijn zo eng dat je de ogen sluit. Toch is het zo dat enge verhalen en films heel aantrekkelijk zijn. Aan de ene kant vind je ze verschrikkelijk, aan de andere vind je ze vreselijk spannend. Schrijvers en filmmakers weten dat. Daarom zijn er ook zoveel verhalen over oorlogen, spookhuizen, ontvoeringen, ………………. Als een schrijver echt goed kan schrijven, ga je zo in het verhaal op, dat je niets meer van de echte wereld merkt. Je leest, maar eigenlijk leef je in het boek of in de film. Vooral in een film kijk je met de ogen van een ander. In Genesis staat een verhaal waar je bloed van stolt. Probeer het mee te beleven als een film. Kijk en luister goed.
Scène 1 Abraham is vader geworden. Eindelijk heeft hij de zoon waar hij zolang op heeft gewacht. Hij is trots op Isaak. Hij houdt van de jongen. Als hij hem ziet moet hij ondanks zichzelf altijd lachen. Het is nacht. Abraham slaapt, maar schrikt wakker. Hij heeft een stem gehoord die zo iets vreselijks zei, dat het hart hem nog in de keel bonst. Het is dezelfde stem die hem ooit een nieuw land beloofde. Het is de stem die hem vertelde dat hij ooit een zoon zou hebben. Die stem fluistert nu in het diepst van de nacht: ‘Abraham, ….. Ga naar het land Moria om op een berg die ik je zal wijzen je zoon te offeren, je enige zoon, de jongen van wie je zoveel houdt, Isaak!’
Heeft de stem er plezier in? Waarom moet erbij gezegd worden, je enige zoon, van wie je zoveel houdt, Isaak. Het lijkt wel alsof er een mes in zijn hart wordt gezet. En het is niet genoeg hem daar te treffen, er moet ook nog aan het mes gedraaid worden! De camera gaat uit. Het is donker op het scherm.
48
Scène 2 Het is vroeg. Het licht is nog grijs. Abraham hakt hout. Je ziet het kapmes flitsen. Isaak staat erbij en wrijft zijn ogen uit. Twee knechten hebben een ezel gezadeld. Even later zie je de kleine stoet het kamp verlaten. Sara slaapt nog. Scène 3 Drie dagen later. Het oog van de camera zoemt in op de ogen van Abraham. Hij tuurt in de verte. De camera zakt, blijft even hangen bij het mes aan Abrahams riem en zoekt daarna de verre horizon. Daar ligt een berg. Je hoort de stem van Abraham. Hij zegt tegen zijn knechten, ‘blijven jullie maar hier’, ik ga met de jongen naar de berg om daar te bidden. Daarna komen we terug.’ Liegt hij? Het hout wordt van de ezel gehaald en op de rug van Isaak gelegd. Abraham, oud als hij is, draagt alleen de vuurstenen mee en aan zijn riem het mes. We zien ze samen weglopen. De camera blijft even achter. Ze verdwijnen om een bocht in het lange pad. Scène 4 De camera is er weer bij. Je ziet hoe Isaak zich naar zijn vader toedraait. ‘Vader!’ ‘ja, wat is er, mijn zoon?’ ‘we hebben nu wel vuur en hout, maar waar is het lam voor het offer?’ Abraham durft zijn zoon niet aan te kijken. Hij loopt met zijn ogen op de berg gericht. Hij geeft antwoord. ‘God zelf zal zorgen voor een lam, mijn zoon?’ Samen lopen ze verder. De camera zwenkt af en toe van de weg af. Op een nabije helling zien we een kudde geiten. Dan komt de camera weer terug, glijdt langs het mes van Abraham en zoekt het gezicht van Isaak. Hij ademt hard. Zijn nekspieren staan gespannen door het gewicht op zijn rug. Scène 5 Abraham stopt. Ze zijn er. Isaak laat het hout van zijn rug glijden. Abraham loopt wat rond en begint stenen te verzamelen om een altaar te bouwen. Isaak ligt op zijn rug uit te rusten. Hij hoort zijn vader de stenen stapelen. Dan zien we hoe Abraham steeds langzamer de stukken brandhout op het altaar legt. Het is gedaan.
49
De camera laat nu alleen de voeten van Abraham zien en een touw dat hij over de grond meesleept. De lens is heel laag, alsof we door Isaaks ogen kijken. Abraham roept hem. De jongen staat op en loopt naar het altaar. Zijn vader pakt de dunne polsen van zijn zoon, legt het touw er omheen en trekt de knoop aan. Op het filmscherm zie je heel even de kudde geiten. Je hoort het blaten van de jonge bokjes. Plotseling heeft de camera alleen maar oog voor het grote mes dat Abraham tevoorschijn haalt. Isaak kijkt ernaar met grote, angstige ogen. Dan grijpt de vader de haren van zijn zoon en trekt zijn hoofd naar achteren. Isaaks keel ligt open en bloot, klaar voor het mes dat hem zal slachten. “Abraham, Abraham!” De stem komt van ver. “Doe de jongen niets! Scène 6 De camera draait van Abraham weg en zoomt in op een ram die vastzit in de struiken. Hij kijkt Abraham aan met grote, angstige ogen. Maar ditmaal stopt het mes niet. De ram sterft. Isaak leeft. EINDE Hoe eindigt dit verhaal in de bijbel? Abraham noemde die plaats: De Heer zal ervoor zorgen. Tot op vandaag zegt men nog: ‘Op de berg van de Heer kan men zien dat God voor ons zorgt.’ 15 Toen riep de engel van de Heer opnieuw uit de hemel: 16 ‘Abraham, je hebt gedaan wat ik vroeg, je was zelfs bereid mij je enige zoon te offeren. Daarom heb ik, de Heer, bij mijzelf gezworen 17 je grote voorspoed te geven. Ik zal je zoveel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn of zandkorrels op het strand. Zij zullen de steden van hun vijanden in bezit nemen. 18 Omdat je naar mij geluisterd hebt, zullen alle volken van de aarde delen in de voorspoed van je nakomelingen.’
Nadenken over het verhaal. Moria, heet de berg waar Abraham en Isaak naar toe gaan. De naam betekent: de Heer zal voorzien. In 2 Kronieken 3:1 staat dat Salomo, bijna duizend jaar later, op deze berg de tempel bouwt. Tot op vandaag zegt men nog: ‘Op de berg van de Heer kan men zien dat God voor ons zorgt. Deze zin komt hier vandaan. Wanneer is “vandaag”? Is dat voor dat Abraham leefde? Is dat tijdens Abrahams leven? Is dat nadat Abraham leefde? De kans is natuurlijk groot dat het verhaal is opgeschreven lang nadat Abraham was gestorven. Israël wilde dat het verhaal bewaard bleef en werd doorverteld in de bijbel. Waarom eigenlijk? Er zijn minstens twee belangrijke redenen:
50
1. het verhaal vertelt je hoe groot jouw vertrouwen op God mag zijn. Je kunt het in het verhaal zelf lezen: Op de berg van de Heer kan men zien dat God voor ons zorgt. 2. het verhaal wil laten zien dat je nooit mensen mag offeren. Andere volken deden dat soms wel. Daar werd soms de oudste zoon van de koning gedood om de goden gunstig te stemmen. Het verhaal van Isaak en Abraham laat zien dat God geen mensenoffers wil. Probeer te bedenken: Hoe Abraham zich voelt op weg naar de berg Wat Isaak voelt wanneer zijn vader boven hem staat met een mes Vind je het eerlijk van God dat hij Abraham zo op de proef stelt?
Lees Genesis 22:1-19 nog eens door en maak er een mini-stripverhaal van. Als je niet zo goed kunt tekenen, kun je ook in de vakjes opschrijven wat je zou willen laten zien.
51
13. Een terugblik In dit laatste hoofdstuk van het boekje kijk je terug op wat je te weten bent gekomen in de afgelopen 12 weken. Als je sommige dingen niet meer weet of niet meer kunt vinden, ga dan als groep op zoek.
2x3 In Genesis 1 kom je zes dagen tegen waarop God alles schept. Die dagen zijn verdeeld in 2 blokken van drie. Dag 1 en dag 4 hebben met elkaar te maken. Hoe? Kun je ook vertellen waarom dag 2 en 5 en ook dag 3 en 6, met elkaar te maken hebben?
Vraag: Waarom zou je Isaak in het Nederlands Lachebek kunnen noemen? ………………………………………….. Weet je nog hoeveel sterren er ongeveer zijn? Bedenk wel dat niemand het precieze aantal weet.
Zijn er meer sterren dan zandkorrels op alle stranden van de wereld?
52
Kun jij de volgende zin afmaken? De mens is het beeld van God. Dat betekent dat ..……………………………………………………………… ……………………………………………………………….
Spiegelbeeld
Wat betekent het hebreeuwse woord tof?
Waar ligt de Dode Zee?
In Genesis hoofdstuk 3 schamen Adam en Eva zich voor elkaar en zijn ze bang voor God. Wat doet God zodat ze zich niet langer schamen? ……………………………………………………………………. ……………………………………………………………………
53
Wat betekent de naam Kaïn? ……………………………….. Wat betekent de naam Abel? …………………………………..
Weet je het nog? De oude Babyloniërs hadden ook een verhaal over de zondvloed. Ook in dat verhaal moest iemand een boot of ark bouwen. Hoe heette hij?
In welke stad staat deze wolkenkrabber? Weet je nog hoe hoog hij is?
Babel werd een babbelstad, staat er in een liedje. In Genesis 11 staat dat Babel verandert in balal. Wat betekent balal?
babbel balal
Babel-
-
54
In welke stad heeft Abraham niet gewoond? Sichem Hebron Betel Jeruzalem …………………………. Abram wordt A………… Saraï wordt S…………..
Goed of fout? 0 Rachel hoort bij Samuël 0 Hanna hoort bij Jozef 0 Maria hoort bij Jezus 0 Elisabet hoort bij Mozes
De vrouw van Lot kijkt achterom en wordt …………………………….. Nadat hij gewaarschuwd is door de twee mannen, verlaat Lot de stad Sodom meteen. Juist?
Bij welk verhaal in Genesis is deze afbeelding gebruikt? Weet je nog om welke tekst het gaat?
Waarom trouwen Joodse mensen vaak op dinsdag?
55