1
Schaduwen van de Neanderthaler David Hutchens Pegasus, 1999 Waar de grotmannen over hun bestaan spreken Er waren eens vijf grotmannen Ze heetten Unga, Bunga, Oogie, Boogie en Trevor. En ze leefden samen in een grot Eigenlijk verlieten ze de grot nooit Ze bleven daar dag in dag uit, wachtend op dode insecten en droge bladeren die de grot inwaaiden zodat ze wat te eten hadden. De grotmannen waren tevreden met dit geïsoleerde leven, omdat ze geloofde dat de rand van de grot de grens van het universum was. En deze situatie was de oorzaak van enkele interessante existentiële reflecties tussen de grotmannen. “Buiten de grot is er niets. Als je naar buiten gaat 'poof', en Unga is dood” sprak Unga. “Nee, buiten is er een grote draak. Draak eet Bunga helemaal”, zei Bunga “Nee, Nee”, zei Oogie. “Buiten is er een grote gekke God. Grote gekke God slaat Oogie en ´splesh´, grote rotzooi”. Ondanks hun theologische verschillen waren de grotmannen het over een ding eens: je moet nooit de grot verlaten. Nog beter was het om voor alle zekerheid altijd met je gezicht van de opening af te zitten. Zo leefden ze hun hele leven met hun rug naar de opening. Zoals je je kunt voorstellen was het een tamelijk saai leven voor deze groep grotmannen. En hun rug was altijd verbrand door de zon. Soms kwam er een beest voorbij de grot, maar de grotmannen zagen het nooit. In plaats daarvan, omdat ze met hun rug naar de ingang zaten, zagen ze alleen de schaduw geprojecteerd op de muur achter in de grot Als er bijvoorbeeld een hyena voorbij kwam, zochten de grotmannen dekking voor zijn schaduw op de muur Of als er een vlinder voorbijkwam, sprongen ze op en probeerden de kleine schaduw te vangen Op een keer trapte een giraffe een schaap dood vlak voor de grot, maar niemand had ook maar enig idee wat dat was! De grotmannen realiseerden zich nooit hoe beperkt hun begrip van de wereld was. Voor hen was het de waarheid, en ze waren tevreden! Waar Boogie een vraag stelt die iedereen gek maakt Ieder jaar in het voorjaar, keken de grotmannen weer uit naar een lang en productief seizoen in de grot: figuren tekenen op de wand, dode insecten eten, en asbakken maken
2 uit klei. (Ja, asbakken, ze hadden als ras nog niet het pottenbakken geleerd en alles wat ze maakten leek telkens weer op een asbak) Toen op een dag werd Boogie wakker en voelde zich wat rusteloos. “Boogie honger en vervelen” zei hij, kauwend op een droog eikenblad dat de grot was ingewaaid. En terwijl hij rondkeek in de grot mompelde hij “Boogie benieuwd wat buiten is”. De andere staarden hem ongelovig aan. Nog nooit had iemand zoiets gezegd. Boogie probeerde het uit te leggen. “Boogie benieuwd misschien meer eten buiten, of misschien water, of meer ruimte”. “Waar heeft Boogie het over” zei Unga “Genoeg ruimte hier”, sprak Bunga fel “En genoeg eten” voegde Trevor roe, terwijl hij op een stuk steen zoog “Maar we zien alleen wat er binnen de grot is” zei Boogie “Wat als niet zien wat er echt is?” De vraag bracht de anderen in rep en roer. Ze werden boos. “Wat Boogie zegt niet goed” zei Bunga “Boogie narcist en psychotisch” concludeerde Trevor die zijn eigen onzekerheid vaak verborg door anderen met psychotherapeutische algemeenheden om de oren te slaan. “Boogie wil alles vernielen” beschuldigde Oogie. “Dit kan het einde van iedereen betekenen” “Als Boogie nieuwsgierig is” zei Unga fel, “dan moet Boogie maar weg gaan. Ga naar buiten en poof!” “Laat de gekke God je maar vertrappen als een insect” zei Oogie vals “Ga maar naar buiten, en laat de draak maar zijn vuur op je spuwen” schreeuwde Bunga Trevor pakte een asbak, en gooide die naar Boogie. De anderen vielen hem bij en gooiden ook naar de geschokte kleine grotman. “Ja, ga maar” schreeuwden ze in koor. Eruit!” Met zijn hoofd tussen zijn armen en pijn van de plekken waar hij geraakt was door een asbak strompelde Boogie weg, voor het eerst van zijn leven keek hij naar de opening van de grot. En terwijl hij zijn tranen probeerde te bedringen, rende Boogie weg van zijn vrienden, de grot uit, en in het felle licht van de buitenwereld Waar Boogie’s ogen open gaan voor de wereld
3 Nog verdoofd van de aanval van de grotmannen strompelde Boogie naar buiten, totdat hij uitgeput in elkaar zakte. En daar lag hij lang, stil huilend van de schok. Waarom had zijn groep hem zo wreed de rug toegekeerd. Het enige dat hij gedaan had was een vraag stellen, een vraag die hem heel gewoon voorkwam. Uiteindelijk veegde hij zijn tranen weg, en keek omhoog. En zijn mond voel open. De wereld was vele malen groter dan hij ooit had kunnen denken. Hij zag vele beesten, allemaal heel verschillend. Sommige herkende hij vaag van de schaduwen in de grot, maar die schaduwen hadden de echte schoonheid nooit laten zien. En langzaam aan begon Boogie de wereld te verkennen. Boogie had een tijdje gelopen toen hij in de verte een man zag op een heuveltop. “Hallo. Ik ben Boogie” zei Boogie, terwijl hij de man naderde. “Ik ben de Ziener Van De Waarheid En De Vinder Van De Wijsheid Die Op De Rand Van De Heuvel Zit` zei de man, of Mike als je dat liever hebt. Boogie ging naast de man zitten. “Ik zie dat je uit een grot komt” zei Mike. “Welkom in de buitenwereld. Je bent de eerste die naar buiten komt. Heb je ook anderen meegebracht” “Nee, zei Boogie, maar hoe weet je dat Boogie uit grot komt” “Je grammatica is verschrikkelijk” zei Mike, waarom spreken grotmensen toch niet hun taal grammaticaal goed uit. Daar word ik zo gek van!” Boogie bloosde een beetje, maar Mike ging verder. “Ik heb zitten wachten op het moment dat alle grotmannen hun grotten uit zouden komen en het land opnieuw in bezit zouden nemen” Boogie was verbaasd. “Zijn er ook andere grotmannen in grotten" (hij probeerde nu grammaticaal goed te spreken) “Oh ja”, er zijn vele grotclans in het land, maar ze komen nooit naar buiten, ze leren het nooit”. “Waarom leven er zoveel grotmannen in grotten, terwijl de wereld zoveel groter is` vroeg Boogie” Mike ging in zijn spraakhouding zitten en sprak “lang lang geleden………” Waar Mike vertelt over twee stammen “Het gebeurde ongeveer 45 minuten in het Neolithisch tijdperk” zei Mike. “Jouw voorvaderen leefden allemaal samen in een grote stam, hier in de velden. Er kwamen er ieder jaar mee en ze waren gelukkig.”
4 “Maar toe de aantallen groeiden hadden ze niet voldoende voedsel in deze velden. Voedsel werd schaars en de mensen werden hongerig. Ze realiseerden zich dat ze iets moesten gaan bedenken om te overleven. De mensen voelden zich hopeloos worden. Dus kwam ze samen voor een vergadering over de toekomst van de clan. De wijze oudste vertelde hen: ga en bouw smalle torens waardoor je zoveel omringend land kan zien. Als we meer weten van het land om ons heen weten we wat we moeten doen. En dat is wat de mensen deden.” Na vele vele dagen kwamen de mensen terug bij de oudste. “Hebben jullie de torens gebouwd” vroeg de oudste “Ja, dat hebben we gedaan” antwoordde de clanmensen “Hebben jullie het land om ons heen gezien”, vroeg de oudste “Ja, dat hebben we” werd er geantwoord “Wat moeten we doen om te overleven” “We moeten grote manden en opslagruimtes bouwen voorvoedsel en geweefde materialen voor tenten,” sprak een groep. “alleen dan zullen we in staat zijn in de omringende landen te overleven” Maar de andere groep sprak: “nee, we moeten speren en vallen maken voor de jacht. Alleen dan zullen we kunnen overleven in de omringende landen”. De eerste groep reageerde, “we verspillen tijd en energie aan speren en vallen, we zullen zeker doodgaan”. De tweede groep zei, “nee, manden maken en opslagruimtes bouwen zal ons eind betekenen”. De mensen werden kwaad. De eerste groep zei: “beesten doodmaken is barbaars, jullie zijn barbaren!” De tweede groep antwoordde: “manden maken en tenten weven is laf gedrag, jullie zijn lafaards!” (Plaatje) En zo ging het een tijdje heen en weer “Barbaren” “Lafaards” “Barbaren” “Lafaards” “En wat gebeurde er toen”, vroeg Boogie Mike keek even wat droevig voor zich uit, en na een tijdje sprak hij
5
“De groep viel uiteen. De eerste groep ging manden maken, en de tweede groep maakten hun speren. Uiteindelijk dwong de groep met de speren de anderen weg en zij verspreidden zich door het land, En uiteindelijk gingen de mensen met de speren elkaar te lijf, het was vreselijk” “Dus het waren werkelijk barbaren en lafaards” “Nee. Tenminste niet in het begin”, zei Mike. “Maar het wel wat ze zijn geworden. De etiketten die ze elkaar opplakten werden werkelijkheid. Interessant hoe dat gebeurt nietwaar”, zei Mike Het was werkelijk interessant, maar Boogie was niet geheel zeker of hij het begreep. Hij besloot dat hij daar over moest gaan nadenken. “Maar waar is iedereen nu”, vroeg Boogie “In grotten. Iedereen leeft in grotten”, zei Mike rustig. En voor lange tijd zaten ze naast elkaar, zwijgzaam, met hun blik op de horizon. Waar het verhaal van de twee torens verkend wordt en Boogie bijna migraine krijgt Boogie´s hersenen werkten op volle toeren om het verhaal van de twee torens te begrijpen. Hij dacht terug aan zijn eigen ervaringen in de grot, het leek op de een of andere manier vergelijkbaar, maar hij was niet zeker hoe. Tenslotte, na lang denken, vroeg hij “waarom kregen ze ruzie over speren en manden, ik begrijp dat niet” De oude man´s ogen twinkelde. “Ah, een goede vraag Boogie. Laten we maar eens naar het begin terug gaan. Waarom denk je dat ze met elkaar het oneens waren” Boogie dacht even na en zei. “Ik ben niet zeker, maar misschien was het zoals met die schaduwen op de muur” Boogie kon zien dat Mike het niet helemaal begreep. Boogie vervolgde, misschien ziet iedereen de wereld verkeerd, alsof je een schaduw ziet. We zien verkeer en hendelen verkeerd “Heel goed Boogie”, zei Mike. “Maar misschien is het niet verkeerd zien maar incompleet zien. Want dat gebeurde met je voorvaderen, ik zal het je laten zien” Boogie en Mike liepen een tijdje naar het oosten, en daar stond een van de twee torens, een beetje gammel inmiddels. Voorzichtig klom Boogie de trap naar de top, en van daaruit kon hij de oostelijke horizon zien. Het was een land vol met wilde buffels en schapen. Boogie begreep dat je in zo´n land speren en vallen nodig hebt om te overleven Daarna liepen ze samen enkele mijlen naar het westen naar de tweede toren die uitkeek op het westen. Boogie beklom de toren en zag van daaruit de westelijke horizon. Anders dan in het oosten was dit een land vol wijngaarden, korenvelden en katoenstruiken.
6
Boogie begreep dat je om in dat land te overleven manden en opslagruimtes nodig zou hebben. Nu begreep Boogie waarom de twee stammen met elkaar op de vuist gingen. Twee torens, twee verschillende vergezichten. We zien alleen maar een deel……. Fluisterde hij tegen zichzelf. Hij stond daar en dacht een tijdje diep na. Tenslotte keek hij op en leek gefrustreerd. Het lijkt allemaal zo zielig en onnodig,. Zie hij tegen Mike. Waarom vechten over verschillende beelden. Waarom niet op elkaars torens gaan kijken en begrijpen wat de ander ziet. “Het lijkt allemaal vrij simpel niet”, zei Mike. “Maar het werkt zelden zo. Vrijwel altijd verschillen mensen en werken ze elkaar tegen. Waarom denk je dat dat zo is” Boogie was niet zeker. Maar het leek aannemelijk te veronderstellen dat mensen erg opgewonden raken als ze bevraagd worden op hun aannames. Of als iemand suggereert dat er een andere manier van kijken is. Al snel kamen de etiketten: barbaren, lafaards, en daarna kwam het gooien van de asbakken. Boogie besloot dat dit nog een ander belangrijk ding was om over na te denken. Opeens boog Boogie naar Mike “Boogie gaat terug” “Waarheen” zei Mike “Terug naar de grot. Ik moet de anderen vertellen wat ik gezien heb. Geen splitsing meer, niet meer verbergen in de grot, niet meer eten van dode insecten of bladeren.” “Ik moet de anderen de gelegenheid geven de torens te beklimmen. We moeten samenwerken om de waarheid te zien. We kunnen eten, drinken, wijn maken, huizen bouwen en het land ontginnen”. Voorzichtig zei Mike, “Onthoud hoe pijnlijk het was voor een nieuwsgierige grotman als jijzelf om de grot te verlaten. Beeld je eens in hoe moeilijk voor de anderen zou kunnen zijn, die nu nog tevreden zijn in hun grot”. “Anderen zullen ook niet tevreden zij n als ik ze vertel wat een mooie wereld er is en ik ze laat zien hoe die eruit ziet Boogie wacht……” Maar Boogie was al weg Waarom Boogie terug komt in de grot Na een tijdje lopen kwam Boogie aan bij de grot. Van ver in de grot kon Boogie het gemompel horen van Bunga, Unga en Trevor, en herkende hij het bekende geluid van smakken op dode insecten., en plotseling klonk dat heel erg vies.
7
Boogie's hart deed pijn, en hij voelde zich verdrietig. Zouden zijn vrienden weer kwaad en gewelddadig worden. Of zouden ze open staan voor Boogie´s verhalen en bereid zijn met hem te verkennen wat ze gezamenlijk zouden kunnen geloven. Trillend, nam Boogie diep adem Als zij niet willen leren, zoek ik wel anderen die het wel willen. Want er leven nog meer mannen in grotten zei Mike immers. ………..Maar in werkelijkheid waren er wel miljoenen!