__lichamelijke.schade2014.book Page 467 Friday, February 7, 2014 8:34 AM
467
Hoofdstuk 16 • De verschillende schadeposten
van de morele schade, zonder het te beschouwen als een aparte, autonome schadepost op zich. Soms wordt deze schade ook als een soort bijkomende genoegenschade beschouwd.
A FDELING 16. S CHADE
WEGENS EEN GEMISTE KANS
De ‘verlies van een kans’-theorie wordt reeds enige tijd aanvaard in het Belgisch recht1141. In 1984 werd deze schadepost bevestigd door het Hof van Cassatie in het zogenaamde amputatie-arrest1142. Sinds het arrest van het Hof van Cassatie van 5 juni 2008 is er geen twijfel meer dat het verlies van een kans voor vergoeding in aanmerking komt1143. In deze veelbesproken uitspraak stelde het Hof dat het verlies van een reële genezings- of overlevingskans in aanmerking komt voor vergoeding indien tussen de fout en het verlies van deze kans een causaal verband bestaat. Als voorwaarden worden steeds aangehaald dat de kans definitief verloren moet zijn en dat de verloren kans ernstig of reëel moet zijn1144. Het kan dus ook over een geringe kans gaan, maar het bestaan moet worden bewezen.
A FDELING 17. S CHADE § 1.
BIJ OVERLIJDEN
De begrafeniskosten
De begrafeniskosten, die normaal ten laste van de nalatenschap vallen, worden meestal vergoed. Ze worden bewezen op basis van een factuur. De feitenrechter kan echter soeverein vaststellen wie de schade voor de uitvaartkosten effectief geleden heeft. De begrafeniskosten zelf, mits voorlegging van de nodige bewijsstukken, worden aanvaard en hierbij wordt er rekening gehouden met de status van de overledene en diens nabestaanden. Buitensporige uitgaven worden herleid. Bij vergoeding van grafkelders, grafzerken, grafmonumenten en concessies wordt eventueel rekening gehouden met het aantal plaatsen. Meestal worden ook de kosten van de ‘concessie’ en van een graftombe aanvaard, maar de extra kosten van een graftombe voor twee personen wordt meestal afgewezen onder het motto ‘dat er maar één slachtoffer is’.
1141
1142 1143
1144
VANSWEEVELT, De civielrechtelijke aansprakelijkheid van de geneesheer en het ziekenhuis, Antwerpen, Maklu, 1992, 373-374, nrs. 502-503. Cass. 19 januari 1984, Arr.Cass. 1983-84, 585, RGAR 1986, nr. 11.084, noot T. VANSWEEVELT. Cass. 5 juni 2008, RW 2008-09, 795, noot S. LIERMAN, T.Verz. 2008, 418, noot H. BOCKEN, NJW 2009, 31, noot I. BOONE, noot H. BOCKEN. T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 642-643; L. SCHUERMANS, A. VAN OEVELEN, C. PERSYN, P. ERNST en J.-L. SCHUERMANS, “Overzicht van rechtspraak. Onrechtmatige daad en schadeloosstelling (1983-1992)”, TPR 1994, 982; S. LIERMAN, “Verlies van een kans bij medische ongevallen”, NJW 2005, 614-615.
LARCIER
__lichamelijke.schade2014.book Page 468 Friday, February 7, 2014 8:34 AM
468
De evaluatie en de vergoeding van lichamelijke schade
Soms wordt er ook beweerd dat deze uitgaven slechts vervroegde betalingen zijn, voor iets dat er toch zat aan te komen… Deze redenering gaat echter slechts op voor oudere personen en zeker niet voor kinderen.
§ 2.
Schade ex haerede
Dit is een morele en materiële schadevergoeding voor het slachtoffer voor de dagen tussen het ongeval en het overlijden, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen de situatie waarbij het slachtoffer zich bewust of niet bewust is van zijn nakend overlijden. Als het slachtoffer bij bewustzijn was, maar zich geen rekenschap kon geven van het nakend overlijden, wordt zijn morele schade als tijdelijke invaliditeit vergoed. We bespreken deze schade hieronder. Maar als het slachtoffer zich bewust is van zijn nakend overlijden, kan hiervoor een speciale extra vergoeding, ex haerede genoemd, toegekend worden1145. De Indicatieve Tabel voorziet hier 75 EUR per dag indien het slachtoffer zich bewust was van een nakend overlijden. Men moet een onderscheid maken tussen de morele en de materiële schade ondergaan door het slachtoffer zelf, in het kader van de zorgverlening vóór het overlijden, en anderzijds de schade ondergaan door de nabestaanden, en ook hier valt zowel morele als materiële schade te onderscheiden. De schade ondergaan door het slachtoffer zelf komt het slachtoffer ten goede, en na zijn overlijden komen de toegekende bedragen in zijn patrimonium terecht en dat gaat op de erfgenamen over, tenzij het slachtoffer deze vergoeding reeds zelf gekregen had. Het betreft dus een schade die het geheel van de morele en materiële nadelen omvat die het slachtoffer lijdt tussen de datum van het ongeval en deze van zijn overlijden. Deze schade, waarvan de vergoeding een schuldvordering uitmaakt van de nalatenschap, mag niet worden verward met de schade van de naastbestaande. Aangezien het slachtoffer als dusdanig toch niet meer van deze schadepost kan genieten, zijn sommige auteurs1146 en sommige rechters1147 vierkant tegen deze vergoeding. Hoewel de overledene zelf na zijn dood geen schade meer kan lijden, is het overlijden zonder twijfel een gebeurtenis die aan de nabestaanden schade berok-
1145
1146
1147
Pol. Sint-Niklaas 9 juni 2010, 31 EUR per dag in de periode tussen het ongeval en het overlijden, geciteerd in M. SOMMERIJNS, Lichamelijke schade. Repertorium rechtspraak 2007-2010, Larcier. D. SIMOENS, De buitencontractuele aansprakelijkheid in Beginselen van het Belgisch Privaatrecht, 1999, Story, nr. 144. Rb. Brugge 20 januari 2010, geciteerd in M. SOMMERIJNS, Lichamelijke schade. Repertorium rechtspraak 2007-2010, Larcier.
LARCIER
__lichamelijke.schade2014.book Page 469 Friday, February 7, 2014 8:34 AM
469
Hoofdstuk 16 • De verschillende schadeposten
kent. Dit is zeker het geval voor de nabestaanden die patrimoniaal voordeel haalden uit het beroepsinkomen van de overledene.
§ 3.
De morele schade bij overlijden
Sommigen beweren dat er geen vergoedbare tijdelijke invaliditeit te vergoeden valt als het slachtoffer in de periode na het ongeval en vóór het overlijden niet bij bewustzijn was. De morele schade wegens het verliezen van een geliefd wezen komt ten goede aan de nabestaanden, en hiervoor voorziet de Indicatieve Tabel 12.500 EUR voor de partners, 5.000 EUR voor de verloofde, 7.500 EUR voor een inwonende ouder, en 3.750 EUR voor een niet inwonende ouder. Niet alleen familieleden kunnen dat claimen maar iedereen die met de betrokken nauw in contact was en hieronder geleden heeft! Er wordt rekening gehouden met de affectieve band met de overledene en de voorgestelde bedragen worden gemoduleerd rekening houdend met de concrete situatie en eventueel kunnen speciale omstandigheden in overweging genomen worden.
§ 4.
De economische schade na overlijden
Van een gans andere orde is de materiële, de economische schade bij overlijden. Hier kunnen de nabestaanden slechts aanspraak maken op dat deel van het inkomen waaruit ze persoonlijk voordeel genoten. Hierbij kan men ook rekening houden met de uitgaven die het gezin niet meer zal moeten doen voor de kostwinner zelf. Het aandeel van de persoonlijke uitgaven van de kostwinner in het gezinsbudget is niet steeds exact te berekenen, zeker wanneer het slachtoffer met andere gezinsleden samenwoonde. De aftrek voor de eigen onderhoudskosten kan dan ook in een aantal gevallen forfaitair gebeuren bij gebreke van meer precieze gegevens, temeer daar dergelijke discussies na een overlijden als bijzonder onkies en delicaat ervaren worden. Bij de begroting van het aandeel voor het eigen onderhoud moet men onder meer rekening houden met de leeftijd van de echtgeno(o)t(e) en de kinderen, de vaststelling dat het om een eenverdienersgezin dan wel om tweeverdienersgezin gaat, het inkomenspeil, de levensstandaard van het gezin, het beroep van de overledene, de vraag of het echtpaar een gemeenschappelijk vermogen aan het opbouwen was, de hypothecaire lasten…
A FDELING 18. A NDERE
BIJZONDERE MORELE SCHADE
Als buitengewone extrapatrimoniale schadeposten kan men schadeposten aanvoeren waaraan men op het eerste gezicht niet denkt. Het betreft hier atypische schadeposten, maar waarvoor toch een schadevergoeding gewettigd is. Het gaat
LARCIER
__lichamelijke.schade2014.book Page 470 Friday, February 7, 2014 8:34 AM
470
De evaluatie en de vergoeding van lichamelijke schade
dan over bijzondere, ongewone schadeposten die niet noodzakelijk onder de criteria van de andere schadeposten vallen. Uiteraard zijn deze schadeposten vanuit medicolegaal standpunt moeilijk aan te tonen. Zo zou het kunnen zijn dat de omwonenden, na een zware treinbotsing of na een vliegtuigongeval, een permanent gevoel van angst blijven ervaren en het gevoel op elk moment plots te kunnen sterven. In dit geval is deze schade zeer reëel, ofschoon atypisch. De bestaande gewone schadeposten zijn dus niet limitatief en ook niet exclusief. Men moet steeds in concreto nakijken welke de reële schade is die voor vergoeding in aanmerking komt. In deze gevallen is natuurlijk steeds een circonstantiële argumentatie en motivatie vereist. Men kan hier bijvoorbeeld denken aan de slachtoffers van de aanslag op de kerstmarkt eind 2011 in Luik, aan de slachtoffers van zware verkeersongevallen zoals het busongeval van 14 maart 2012 in Zwitserland, waarbij in een klap 22 kinderen om het leven kwamen, aan de schipbreuk van de Herald of Free Enterprise1148, de treinramp in Buizingen1149, enz. Dergelijke collectieve ongevallen met treinen, vliegtuigen, veerboten, aanslagen, technologische of terroristische catastrofes, groepsbesmettingen bij vaccinatiecampagnes, enz. creëren specifieke trauma’s die uitzonderlijk van aard zijn. Deze vergen dan ook een specifieke behandeling wegens hun uitzonderlijke karakter, op voorwaarde dat de uitzonderlijke situatie en de schade bewezen zijn. Zo kende het hof van Parijs op 12 december 2008 100.000 EUR schadevergoeding toe aan het slachtoffer van een bomaanslag in Karachi, zich beroepend op het uitzonderlijke karakter van de schade1150. Als andere buitengewone blijvende schade kunnen we hier ook een atypisch schadegeval vermelden dat in Frankrijk heel wat ophef veroorzaakt heeft. Talrijke kinderen hebben daar, na te zijn behandeld met groeihormonen, de ziekte van Creutzfeldt-Jakob ontwikkeld, waarschijnlijk ten gevolge van een besmetting met het moeilijk te detecteren prion. Reeds honderden personen zijn aan deze ziekte overleden en elk jaar sterven er nu nog een zevental. Alle kinderen die met dit soort groeihormonen behandeld werden, zitten met een permanente angst dat ze ooit deze fatale ziekte zullen ontwikkelen, ofschoon deze pejoratieve evolutie niet volstrekt zeker is… Deze schade die bestaat uit een permanent gevoel van angst, is moeilijk onder een specifieke andere schaderubriek onder te brengen. Dergelijke uitzonderlijke schade zou eventueel ook kunnen worden gevorderd door een vader die zijn zoon vóór zijn ogen heeft zien verongelukken. 1148
1149
1150
De Herald of Free Enterprise was een Brits autoveer dat op 6 maart 1987, vlak na vertrek uit de haven van Zeebrugge naar Dover, kapseisde. De ramp kostte 193 mensen het leven en lag aan de oorsprong van de oprichting van het Federaal Crisiscentrum. Het treinongeval bij Buizingen, waarbij de stoptrein van Leuven naar ‘s-Gravenbrakel de IC-trein van Quiévrain naar Luik in de flank ramde, vond plaats op 15 februari 2010, nabij Buizingen, een deelgemeente van Halle (Vlaams-Brabant). De treinramp behoort tot de dodelijkste uit de geschiedenis van de Belgische spoorwegen, er vielen 18 doden. CA Parijs 12 december 2008, RG nr. 06/13737.
LARCIER
__lichamelijke.schade2014.book Page 471 Friday, February 7, 2014 8:34 AM
471
Hoofdstuk 17 • Enkele speciale topics
HOOFDSTUK 17 Enkele speciale topics A FDELING 1. § 1.
DE
EVALUATIE VAN HET KIND
De fysiologie van de groei
Het kind is een wezen in volle groei. Na de geboorte is er een exponentiële groei, met daarna een plateauvorming. Een complexe hormonale kettingreactie is verantwoordelijk voor een versneld metabolisme en fantastische groei bij het kind. In functie van de leeftijd komen hier tal van hormonen tussen zoals het groeihormoon (GH), dat niet alleen het IGF-I1151 maar ook de schildklier- en de seksuele hormonen stimuleert, waardoor de secreties van GH op hun beurt toenemen, met weerslag op het calciummetabolisme via het parathormoon, calcitonine en vitamine D1152. Het hypothalamisch hormoon GnrH1153 stuurt de productie van de hypofysaire hormonen FSH1154 en LH1155 aan, waardoor het metaphysair kraakbeen zich verder ontwikkelt onder invloed van androgenen en oestrogenen die vanuit de gonaden en de bijnier aangevoerd worden. Deze groei wordt door verschillende factoren beïnvloed, zowel genetische als fysieke, hormonale en socio-familiale omgevingsfactoren. Ook de voeding speelt hierin een belangrijke rol1156. Ook bij het genezingsproces na beenfracturen komen verschillende complexe determinanten tussen.
§ 2.
Het kind als slachtoffer
Indien het kind het slachtoffer wordt van fysiek, psychisch of seksueel geweld, wat vaker voorkomt dan men denkt, zal dit ontegensprekelijk zijn weerslag hebben op de verdere ontwikkeling. Sommige wantoestanden zoals het syndroom van de geschudde baby (shaken baby-syndroom)1157, mishandeling, gebrek aan adequaat voedsel, kunnen mogelijks strafrechtelijke consequenties hebben, en dit kan in het uiterste geval gaan tot vrijwillige doodslag1158. 1151
1152 1153
1154 1155 1156
1157 1158
Groeifactor lijkend op insuline, ook somatomedine genoemd. Deze groeifactor is een polypeptiede die door de lever gesecreteerd wordt. W.F. GANONG, Physiologie médicale, 21e ed., Brussel, De Boeck Université, 2005. Gonadotropin-releasing hormone (GnRH) is een hormoon dat wordt gemaakt in de nucleus praeopticus, een regio in de hypothalamus. Follikel stimulerend hormoon of folliculostimuline. Lutheotroop hormoon. P. LEFÈVRE, J.-P. BEAUTHIER, L. MARTRILLE en E. BACCINO, “Estimation de l’âge chez la personne vivante” in J.-P. BEAUTHIER (ed.), Traité de médecine légale, Brussel, Parijs, De Boeck Université, 2007, 403-422. G. STROOBANDT en J.-P. BEAUTHIER, Les traumatismes crânio-encéphaliques chez l’enfant, ibid., 313-321. G. KALIFA en J.-P. BEAUTHIER, “Maltraitance infantile” in J.-P. BEAUTHIER (ed.), Traité de médecine légale, Brussel, Parijs, De Boeck Université, 2007, 301-312.
LARCIER
__lichamelijke.schade2014.book Page 472 Friday, February 7, 2014 8:34 AM
472
De evaluatie en de vergoeding van lichamelijke schade
Ook het Munchausen-syndroom kan bij kinderen heel wat schade aanrichten. Hierbij simuleert men bepaalde symptomen op een min of meer overtuigende wijze, zodat men de indruk kan krijgen dat het een medische of een heelkundige pathologie betreft. Betrokkene geraakt dan verzeild van het ene hospitaal in het andere en ondergaat hierbij tal van nutteloze of zelfs gevaarlijke technische onderzoeken, maar in feite met als enige bedoeling de aandacht op zich te vestigen. Het Munchausen-syndroom zou op deze wijze verantwoordelijk zijn voor een niet onaanzienlijk aantal plotse overlijdens, en ook sommige onverklaarbare gevallen van wiegendood zouden in deze context thuishoren1159. Deze mistoestanden tarten zodanig ieders verbeelding, dat ze aan de aandacht van de huisarts, de pediater, de urgentiearts of van de omgeving kunnen ontsnappen. Dergelijke problematiek schijnt immers zelfs bij de hogere primaten niet voor te komen. Iedere therapeut zou beducht moeten zijn voor deze diagnostische valkuilen, temeer daar het kind dergelijke wantoestanden bijna nooit spontaan zelf aangeeft, vanwege de schrik zijn ouders te zullen verliezen en daarna geplaatst te worden. Het seksueel geweld kan niet alleen het jonge kind treffen, maar ook elke jeugdige adolescent kan daar potentieel het slachtoffer van zijn1160. Het kind is per definitie kwetsbaar en meestal onvoldoende beschermd. Alleen al wat het verkeer betreft, betalen de kinderen een zeer zware tol als voetganger en als fietser. Regelmatig trekken de media de aandacht hierop door op maandagmorgen het dodental tijdens het weekend te melden. Tabel 1: het aantal jonge dodelijke verkeersslachtoffers1161 in 20111162
Leeftijd
0-4
5-9
10-14
15-19
20-24
Totaal
Auto
6
3
4
35
66
114
Motorfiets
0
0
2
17
23
40
Bromfiets
0
0
0
4
5
9
Fiets
0
3
3
0
0
6
Voetganger
3
5
4
4
6
22
Totaal
9
11
13
60
100
193
Bron: http://bestat.economie.fgov.be/BeStat/BeStatMultidimensionalAnalysis
1159
1160
1161
1162
R. MEADOW, Munchausen syndrome by proxy. The hinterland of child abuse, Lancet, 1977, 2, p. 343-345; R. MEADOW, “Munchausen syndrome by proxy”, Arch Dis Child 1982, 57, p. 92-98; R. MEADOW, “What is, and what is not, ‘Munchausen syndrome by proxy’?”, Arch Dis Child 1995, 72, p. 534-538; R. MEADOW, “Different interpretations of Munchausen Syndrome by Proxy”, Child Abuse Negl 2002, 26, p. 501-508. J. RAVACHE-QUIRINY, F. JACOBS, C. LIESNARD, J. DE MOL en J.-P. BEAUTHIER, Les agressions sexuelles, ibid., 347-374. Worden als dodelijk slachtoffer geteld: al diegenen die op slag dood zijn of die sterven voor hun aankomst in het hospitaal plus al diegenen die binnen de 30 dagen na het ongeval overlijden. Volgens de algemene directie Statistiek en Economische Informatie – statistieken over de verkeersongevallen in België: http://bestat.economie.fgov.be/BeStat/BeStatMultidimensionalAnalysis.
LARCIER