Samenwerkingsverbanden in de Jeugdzorg Een inventarisatie van de samenwerkingsvormen tussen jeugdhulpverlening/jeugdbescherming
en jeugd-ggz/jeugd-lvg. Tussenrapport over de eerste fase van het project
Leonieke Boendermaker Janneke Metselaar Stance Venderbosch
NIZW Jeugd Expertisecentrum Jeugdzorg December 2002
Inhoudsopgave
Inleiding .............................................................................................................................. 3
DEEL 1 Overzicht inventarisatie.................................................................................................... 5
DEEL 2 Kwaliteitscriteria.............................................................................................................. 36 Literatuur.......................................................................................................................... 40 Vragenlijst voorbeeldpraktijken samenwerking.......................................................... 41
INLEIDING Op verzoek van het Platform Zorgaanbieders, ressorterend onder de Maatschappelijke Ondernemersgroep, is het expertisecentrum jeugdzorg in de zomer van 2002 begonnen met een inventarisatie van voorbeeldpraktijken in de samenwerking tussen jeugdhulpverlening en jeugdbescherming aan de ene kant en jeugd-ggz en jeugd-lvg aan de andere kant. Het blijkt in de praktijk van de jeugdzorg erg lastig om samenwerking tussen deze sectoren tot stand te brengen, terwijl samenwerking in het kader van de nieuwe Wet op de Jeugdzorg steeds belangrijker wordt. Het Platform Zorgaanbieders wil de samenwerking tussen de sectoren graag versterken, opdat passende hulp geboden kan worden aan cliënten die hulp uit verschillende sectoren tegelijkertijd nodig hebben. Het inventariseren van de bestaande samenwerkingsvormen en in kaart brengen van enkele voorbeeldpraktijken is hierbij een eerste stap. Het project heeft tot doel: • Een overzicht te bieden van bevorderende en belemmerende factoren in de samenwerking tussen jeugdhulpverlening/jeugdbescherming aan de ene kant en de jeugd-ggz of jeugd-lvg sector aan de andere kant, zowel op inhoudelijk, organisatorisch als financieel terrein. • Na te gaan wat de samenwerking betekent voor de indicatiestelling van Bureau Jeugdzorg • Te beoordelen of bepaalde samenwerkingsvormen overdraagbaar zijn naar andere regio’s • Een richting aan de geven voor de verdere ontwikkeling van de samenwerking tussen jeugdhulpverlening/jeugdbescherming aan de ene kant en de jeugd-ggz of jeugd-lvg sector aan de andere kant. De informatieverzameling in het project is onderverdeeld in vier achtereenvolgende stappen: . 1. Inventarisatie van bestaande samenwerkingsverbanden via bestaande databanken en overzichten van modules en programma’s en het verzamelen van nadere informatie over deze samenwerkingsverbanden in een telefonische interviewronde bij sleutelpersonen binnen de drie sectoren 2. Het opstellen van een notitie met criteria voor het beoordelen van samenwerkingsverbanden, met het oog op de selectie van enkele voorbeeldpraktijken. 3. Het gedetailleerd beschrijven van enkele geselecteerde voorbeeldpraktijken aan de hand van materiaal dat verzameld wordt in interviews met personen die bij de geselecteerde samenwerkingsvorm betrokken zijn 4. Analyse en rapportage van het materiaal, waarin niet alleen een overzicht en beoordeling van de gevonden samenwerkingsverbanden gegeven wordt, maar ook suggesties worden gedaan voor de versterking van de samenwerking tussen de sectoren. In dit tussenrapport wordt verslag gedaan van de eerste twee stappen, waarbij direct opgemerkt moet worden dat deze beide stappen anders zijn verlopen dan van tevoren werd verwacht. De bestaande databanken en overzichten van modules en programma’s, bleken niet goed bruikbaar als uitgangspunt voor de inventarisatie van samenwerkingsverbanden. De informatie in de databanken bleek verouderd en was geen goede basis voor de inventarisatie. Daarop zijn sleutelpersonen benaderd om de inventarisatie compleet te krijgen en dus niet zozeer om inhoudelijk te vertellen waar het in de samenwerkingsvorm precies om gaat. Zo is informatie gevraagd aan vertegenwoordigers van de provinciale steunfuncties en aan de leden van de bestuurscommissie van het Platform Zorgaanbieders. Daarnaast zijn nieuwsbrieven van het Landelijk Platform Jeugdzorg (LPJ), het programma Kwaliteit in de Jeugdzorg en Provinciale informatiebulletin’s systematisch doorgenomen, evenals het dagelijks verschijnende E-zine, waarin een overzicht gegeven wordt van nieuws over en in de jeugdzorg. Ook zijn mededelin-
genrubrieken in tijdschriften en congresaankondigingen bijgehouden. Het bleek al met al erg lastig en erg arbeidsintensief om een volledig en up-to-date overzicht te krijgen van samenwerkingsvormen tussen de verschillende sectoren binnen de jeugdzorg. De inventarisatie maakt wel duidelijk dat er verschillende vormen van samenwerking bestaan. In overleg met het Platform Zorgaanbieders hebben we daarom gezocht naar een werkbare indeling, op basis waarvan de selectie van voorbeeldpraktijken plaats kan vinden. We zijn gekomen tot een indeling in vijf ‘categorieën’, namelijk: zorgprogramma’s, andere samenwerkingsvormen rond doelgroepen (bijvoorbeeld de scenario-teams), structureel casuïstiekoverleg, crisisinterventieteams en samenwerking doordat de sectoren door fusies tot één organisatie zijn gaan behoren. Binnen de ‘categorie’ zorgprogramma’s dient daarbij een onderscheid gemaakt te worden tussen de ‘oude’ veldprojecten van de projectgroep zorgprogrammering en ‘nieuwe’ zorgprogramma’s, zoals Patch in de regio Rivierenland. Binnen elk van deze ‘categorieën’ hebben we vervolgens één (recent) samenwerkingsverband geselecteerd waarover in de inventarisatie veel informatie te vinden was. Het resultaat van de inventarisatie is opgenomen in deel 1 van dit tussenrapport. Op de laatste pagina zijn de geselecteerde samenwerkingsverbanden te vinden. Omdat de inventarisatie anders liep dan van te voren gedacht, is ook de tweede stap in het project gewijzigd. Op basis van de literatuur is wel gezocht naar criteria voor het beoordelen van samenwerkingsverbanden, maar deze zijn niet gebruikt om de voorbeeldpraktijken te selecteren, maar als basis om de vragenlijst te maken waarmee de geselecteerde voorbeeldpraktijken bevraagd zullen worden. Het literatuuroverzicht en de vragenlijst die hieruit voortkomt is opgenomen in deel 2. In het vervolg van het project zullen interviews afgenomen worden aan betrokkenen bij de geselecteerde voorbeeldpraktijken. Ook zal een update gemaakt worden van het verloop van de samenwerking in de voormalige veldprojecten van de commissie Zorgprogrammering.
DEEL 1
Overzicht Inventarisatie voorbeeldpraktijken in de samenwerking tussen jeugdhulpverlening/jeugdbescherming en jeugd-GGZ/jeugd-LVG Provincie Noord Holland............................................................................................................................................ 7 Intersectorale zorgprogramma´s ......................................................................................................................... 7 Agglomeratie Amsterdam ......................................................................................................................................... 8 Intersectorale zorgprogramma´s ......................................................................................................................... 8 Overige intersectorale samenwerkingsverbanden ............................................................................................... 9 Provincie Zuid-Holland......................................................................................................................................... 12 Intersectorale zorgprogramma´s ....................................................................................................................... 12 Provincie Zeeland ................................................................................................................................................ 18 Intersectorale zorgprogramma´s ....................................................................................................................... 18 Overige intersectorale samenwerkingsverbanden ............................................................................................. 18 Provincie Flevoland.................................................................................................................................................. 19 Intersectorale zorgprogramma´s ....................................................................................................................... 19 Provincie Utrecht ................................................................................................................................................. 20 Intersectorale programma´s.............................................................................................................................. 20 Overige samenwerkingsverbanden................................................................................................................... 21 Provincie Noord-Brabant...................................................................................................................................... 22 Intersectorale zorgprogramma´s ....................................................................................................................... 22 Overige samenwerkingsverbanden................................................................................................................... 24 Provincie Limburg................................................................................................................................................ 27 Intersectorale zorgprogramma´s ....................................................................................................................... 27 Provincie Gelderland ............................................................................................................................................... 29 Intersectorale zorgprogramma´s ....................................................................................................................... 29 Overige intersectorale samenwerkingsverbanden ............................................................................................. 30 Provincie Overijssel .............................................................................................................................................. 31 Intersectorale zorgprogramma´s ....................................................................................................................... 31 Provincie Drenthe ................................................................................................................................................ 32 Intersectorale zorgprogramma´s ....................................................................................................................... 32 Provincie Friesland ............................................................................................................................................... 33 Intersectorale zorgprogramma’s....................................................................................................................... 33 Overige intersectorale samenwerkingsverbanden ............................................................................................. 33 Provincie Groningen ............................................................................................................................................ 34 Intersectorale zorgprogramma´s ....................................................................................................................... 34 Overige intersectorale samenwerkingsverbanden ............................................................................................. 34
Provincie Noord Holland Intersectorale zorgprogramma´s 1. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 2. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud Doelstellingen
Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
Zorgprogramma Diagnostiek en Behandeling van kinderen die langdurig traumatische ervaringen hebben ondergaan.
RIAGG Jeugd Noord Holland Zuid Het Spalier, afdeling dagbehandeling Haarlem/Aerdenhout
Francien Lamers-Winkelman: 023-5282085 Projectopzet aanwezig in de databank zorgprogramma´s / modules jeugdzorg, zie ook bijeenkomst zorgprogramma´s kindermishandeling ADHD West Friesland Regio West Friesland Westfries Gasthuis (Hoorn)
RIAGG Triversum Stichting Kardeel RHV de Omring Univé Kinderartsen Psychiaters Kinderpsychologen kinder- jeugdpsychiaters
Doel is het ontwikkelen van een transmuraal diagnostisch traject zodat een correcte diagnose gesteld kan worden in een zo vroeg mogelijk stadium. Het vervolgens instellen van een begeleidings- en behandelingstraject voor kind, ouders en eventueel leerkrachten op school, afhankelijk van de ernst van ADHD en de verdere psychosociale omstandigheden. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de reeds aanwezige instanties. Realisering geschiedt door: definiëring van (gemeenschappelijke) knelpunten; bestudering van ervaring elders; formuleren van werkafspraken; aanbrengen structuur in verwijzing en registratie; definiëren verwachtingen van betrokkenen; informatie regionaal aan indirect betrokkenen. ADHD patiënten in de leeftijd van 4-21 jaar. januari 2001 – januari 2004
RIAGG West Friesland (Hoorn): 0229-258282 Zie ook databank zorgvernieuwing en databank zorgprogramma´s GGZ.
Agglomeratie Amsterdam Intersectorale zorgprogramma´s 3. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 4. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud Doelstellingen
Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
Bestek voor een keten, het onderdeel Zorgprogramma voor dak- en thuisloze jongeren
Amstelstad (JHV) Berthold Brecht Huis HVO Begeleid Wonen RIAGG Stichting Zwerfjongeren Amsterdam (StiZA) Leger des Heils Zorgprogramma voor dak- en thuisloze jongeren Vallen en opstaan jongeren (beschikken over vaardigheden, normen en waarden en grote leerbaarheid); Zorgjongeren (beperkte ontwikkelingsmogelijkheden, meervoudige problematiek)
Zie hangmap: Bestek voor een keten, rapportage werkgroep (2000)
Vincent Fafieanie, 020-5158000
Moeder kind psychiatrie (specialistisch zorgprogramma) (MKPP) In de woon- leefsituatie van het project op de Rijtuigenhof en de Valeriuskliniek, aan weerszijden van het Vondelpark. GGZ –jeugd JHV Voorbeelden van modules waarbij GGz betrokken is: module ´Moeder en kind begeleiding´, module ´Opname en observatie voor gezinnen´ Op gezinsniveau: versterking van de opvoedingsvaardigheden van de ouders; versterking van de verzorging en dagstructuur binnen het gezin, versterking van de communicatie- en overlegstructuur, begeleiding bij herstel/opbouw van de moeder-kind relatie naar zelfstandig functioneren of indien onmogelijk begeleiding naar een andere setting waarbij gezocht wordt naar een optimale contactmogelijkheid. Op individueel niveau van het kind: bescherming in de leefsituatie van het kind, professionele overname van (een deel van de) zorg voor het kind(eren), vergroting van ontwikkelingsmogelijkheden, realisering van deelname aan schoolprogramma of overige voorzieningen, vergroting van lichamelijk welbevinden van het kind. Op individueel niveau van de moeder: stabilisering van het persoonlijk en dagelijks functioneren van de moeder. Op niveau van sociaal netwerk: uitbreiden van activiteiten en contacten t.a.v. familie, school en buurt, afstemming op collega-hulpverleners. Ouders en kind van 0-6 jaar (met broer/zus tot 12 jaar) Start op 1-1-2001 (in 1993 gestart samenwerkingsproject)
Zie hangmap: informatieblad Modulenboek van ROA, aanwezig in de databank zorgprogramma´s en modules
Overige intersectorale samenwerkingsverbanden 5. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
6. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Families First voor LVG-gezinnen
Amstelmonde (onderdeel van Stichting de Opbouw)
Amstelmonde Orthopedagogisch Centrum Middelveld in Amsterdam Jeugdhulpverleningsinstelling Amstelstad OZC in Alkmaar (LVG) Vanuit Pedologisch Instituut Amsterdam een kinder- en jeugdpsychiater voor een aantal uren per week
M. Berger (NIZW) Zie ook ´Hulp aan Huis´ aangezien Families First voor LVG-gezinnen er onderdeel van uit kan maken (bijvoorbeeld in Twente). Brabant OCB, Orthopedagisch Centrum Brabant (bereik: midden en zuidoost Brabant). In Brabant verzorgt De Combinatie het reguliere FF-project
Opmaat
Inhoud Doelstellingen
Bureau jeugdzorg Amsterdam Amsterdamse jeugd GGZ SPD WSS Hulp op Indicatie-instellingen Kinder en jeugdpsychiatrie LCIG Structureel overleg op casuïstiekniveau. Komt op afroep bijeen. Primair doel van dit project is het bieden van adequate hulp aan moeilijk plaatsbare jeugdigen. Afgeleide doelen zijn ten eerste: het ontwikkelen van en samenwerking en overleg structuur , zodat alle zorgaanbieders in de regio Amsterdam hun activiteiten zodanig kunnen afstemmen dat een adequaat aanbod voor moeilijk plaatsbare georganiseerd wordt. Ten tweede het ontwikkelen van hulpverleningsactiviteiten dan wel combinaties van hulpverleningsactiviteiten voor specifieke groepen, die nu nog moeilijk plaatsbaar zijn. Opmaat kan aan iedere programma/iedere casus maximaal f 25.000,uitgeven.
Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
Zie hangmap: nieuwsbrief Opmaat
Opmaat: Baukje Vermeiden
7. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud Doelstellingen
Doelgroep
Expertisegroep jeugdverslaving
Deze expertisegroep is meer een soort schakelgroep, deelnemers: HOI BJA Argonaut Jelinnek OPMAAT jeugdzorg advies Structureel op casuïstiekniveau. Komt eventueel op afroep bijeen. Expertisegroep is opgericht om voor jeugdigen met een gemengde diagnose , die zorg uit de verschillende sectoren nodig hebben, op efficiënte wijze zo snel mogelijk een zorgaanbod te organiseren. Vanuit de verschillende sectoren zijn contactpersonen aangewezen. Een contactpersoon kan met de leden van de expertisegroep in eerste instantie telefonisch een aanbod proberen te organiseren Wanneer dit niet lukt wordt er op de kortst mogelijke termijn een bijeenkomst belegd. Jeugdigen met een gemengde diagnose , die zorg uit de verschillende sectoren nodig hebben.
Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 8. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
Overleg rondom jongeren die een instellingsoverstijgend aanbod behoeven.
Initiatiefnemer: Derde Oever
PI BJZ ABPPI RIAGG
Zoeken naar de best practice en aan te sluiten bij het zorgprogramma voor jeugd met gedragsstoornissen, delinquentie en psychische stoornissen.
9. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud Doelstellingen
Doelgroep
Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
Mobiel Crisis Team Amsterdam (MCT) Amsterdam Amsterdamse Jeugd-GGZ politie huisartsen jeugdhulpverleningsinstellingen crisisdienst Amsterdamse GGZ-instellingen Mentrum, de Meren en Buiten Amstel Het team is 24 uur per dag bereikbaar via de meldkamer van de GG en GD en biedt hulp in acute situaties waarin tijdige hulp verdere escalatie kan voorkomen. Het doel van de crisisinterventie is herstel van het evenwicht: Voorkomen van verdere achteruitgang; Herstel tot het oorspronkelijke niveau met daarbij, indien mogelijk: structurele verbetering in het functioneren van het systeem. MCT is bestemd voor directe hulpverlening aan gezinnen in crisissituaties. Er is een aantal clusters van problemen waar het MCT mee te maken kan krijgen: Problemen rond de opvoeding van de kinderen, verwaarlozing en kindermishandeling; Problemen rond een adolescent; Problemen rond allochtonen; Problemen van de ouders; Problemen bij acute situaties.
Zie hangmap: artikel Het mobiele crisis team in Amsterdam, Ned. Tijdschr. Voor Jeugdzorg, nr.2, 2001). Mentrum Afdeling Jeugd en Jong Volwassenen, Keizersgracht 572, 1017 EM Amsterdam, telefoon: (020) 5218218. Dr. R. Beunderman
Provincie Zuid-Holland Intersectorale zorgprogramma´s 10. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels)
Veldproject zorgprogramma het Spoor
Teylingereind Sassenheim
De Jutter, centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie Den Haag e.o. werk al langer samen met de opvanginrichting Teylingereind in Sassenheim en zal ook contact leggen met andere jji´s. Deze samenwerking is onderwerp van studie. Het Spoor biedt een intersectoraal zorgaanbod (JHV en Jeugdbescherming) gericht op terugkeer in de samenleving.
Bedoeld voor jongens die in het kader van voorlopige hechtenis of jeugddetentie geplaatst zijn in Teijlingereind in Sassenheim, een gesloten justitiële inrichting voor jeugdigen.
Pilotstudie: Samenwerking JJI en kinder- en jeugdpsychiatrie, forensische zorg in ontwikkeling (Boendermaker/Van Yperen). Zie hangmap: Evaluatie van zorgprogramma´s, van Montfoort, 2000: zorgprogramma Het Spoor, p. 19-26.
Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 11. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud
Doelstellingen
Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
Veldproject Zorgprogramma Tussen wal en schip Zuid-Holland Rijnhove Jeugdhulpverlening Jeugdbescherming LVG-sector Te weten: Stichting Cunera, Maassatd, Flexus, Jeugdzorg Rotterdam/Zuid Holland Zuid, Stichting R´go Rotterdam en Rijnhove. Op drie gebieden werd getracht te komen tot het ontwikkelen van verschillende modules, die geïntegreerd aangeboden konden worden. De volgende drie gebieden waren daarbij aan de orde: residentiële hulpverlening ambulante begeleiding praktijkonderwijs Het ontwikkelen van een samenhangend aanbod vanuit de jeugdhulpverlening, het onderwijs, de jeugd-GGZ, de jeugdbescherming en de LVG-sector, waarbij het aanbod nauw aansluit bij zowel de individuele problematiek van de jeugdige als de gezinsproblematiek. Zorgprogramma voor jeugdigen in de leeftijd van 11 – 16 jaar die intellectueel functioneren in het grensgebied tussen zwakbegaafd en hormaal begaafd en die ernstige gedragsproblemen vertonen. Sinds 1997 nadat bleek dat een aanzienlijk deel van de druk op de wachtlijsten werd veroorzaakt door jeugdigen met gedragsproblemen en beperkte verstandelijke vermogens.
Zie hangmap: Evaluatie van zorgprogramma´s, van Montfoort, 2000: zorgprogramma Tussen wal en schip p. 78-86 en p. 102-103. brochure Tussen Wal en Schip
12. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 13. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud
Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie
Documentatie (bronnen, titels)
Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 14. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type)
Veldproject Zorgprogramma Jeugdige delinquenten met Stoornissen (Haaglanden)
Jeugdhulpverlening Justitie Jeugd-GGZ
Eindrapport veldprojecten Eindevaluatierapport van Montfoort Zie hangmap: Jeugdige Delinquenten met Stoornissen. Evaluatie van een zorgprogramma in Haaglanden. Zie databank zorgprogramma´s en modules jeugdzorg
Veldproject Zorgprogramma voor Marokkaanse jeugdigen in het speciaal basisonderwijs in Den haag Parnassia Psycho-medisch centrum Bij de ontwikkeling van het zorgprogramma zijn 12 instellingen als partners betrokken geweest. Het ging daarbij om lokale en regionale jeugdvoorzieningen uit de sectoren preventie, onderwijs, welzijn, gezondheidszorg en jeugdzorg (jeugdhulpverlening, jeugdbescherming, jeugd-ggz en jeugd-lvg. Modules uitgevoerd door Parnassia: Preventieve oudercursus ´Omgaan met pubers en tieners´ Preventieve oudercursus ´Omgaan met drukke kinderen´ Doe praat groep voor kinderen van ouders met psychische problemen Informatie verstrekken, aanpak achterstandsproblematiek. Diverse doelen per module verwoord in de Modulewijzer. Marokkaanse gezinnen. Als Veldproject gestart inmiddels als regulier zorgprogramma aangeboden. Om de effecten en resultaten van het zorgprogramma te inventariseren is een extern onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is door middel van dossieronderzoek en interviews met de betrokken cliëntsystemen en hulpverleners, geanalyseerd wat de opbrengsten zijn van interventies vanuit het zorgprogramma. Zie hangmap: brochure. Eindrapportage Veldproject Zorgprogramma voor Marokkaanse jeugdigen in het speciaal basisonderwijs in Den Haag 1999-2001, S&O stichting voor opvoedingsondersteuning. Stichting De Ark. Modulewijzer. Zorgprogramma voor Marokkaanse jeugdigen in het speciaal basisonderwijs in Den Haag, december 2001. Parnassia: Marije Merkus, Willemien Willems, 070-3084361
Zorgprogramma Risicobaby´s en hun ouders Dordrecht
Overige projectpartners (naam en type) Inhoud
Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.)
MKD GGZ de grote rivieren Ziekenhuis Dit zorgprogramma heeft een aantal jaren heel succesvol gedraaid en draait nog steeds goed. Wat betreft de ouder-kind groep was een afname het aantal aanmeldingen en de soort hulpvraag veranderde. Er was meer vraag naar hulp in de thuissituatie. Men is nu bezig met een heroriëntatie op het project, om te kijken hoe men meer vraaggericht kan werken gezien de nieuwe ontwikkelingen. In het project wordt samengewerkt tussen MKD, GGZ de grote rivieren en het Ziekenhuis. Van oorsprong was de opzet nog breder intersectoraal, maar dit bleek in de praktijk moeilijk te realiseren.
Zie hangmap: Evaluatie van zorgprogramma´s, van Montfoort, 2000: zorgprogramma Risicobaby´s, p. 38-40. MKD Dubbeldam, Tamara Hogestege, 078-6214988 Vanuit de GGZ is er nu iemand voor tien uur gedetacheerd voor dit zorgprogramma, zij richt zich met name op gezin, naam is Christine Rovers (ook bij MKD Dubbeldam, ma, do). Zij kan eventueel benaderd worden met vragen gericht op samenwerking.
Aanvullende informatie 15. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 16. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Zorgprogramma ´Continuiteit in de zorg´
Bergse Bos/Rijnhove MOC Hoogh Voorne Stichting Jeugdzorg/jeugdbescherming Horizon GGZ (RMPI)
Jeugdigen met chronische problematiek, jongeren zonder perspectief, voor een langdurig aanbod. In 1996 opgestart. Zie hangmap: Evaluatie van zorgprogramma´s, van Montfoort, 2000: zorgprogramma Continuïteit in de zorg, p. 58-71 Samenwerkingsovereenkomst Horizon / RMPI Horizon, Hans du Prie (directeur) of Ariane Brouwers
Zorgprogramma voor kinderen en jeugdigen met ADHD in de regio Rijnmond Regio Rijnmond Samenwerkende instellingen. Participerende instellingen (april 2001): Kinderartsen praktijken in de Regio Rijnmond BAVO RNO groep (afdeling kinder- en jeugdpsyichatrie) RIAGG Rijnmond Noord-west en zuid AZR Sophia, afdeling kinder en jeugdpsychiatrie RMPI Psychiatrisch en psychotherapeutisch centrum voor kind, jeugd en gezin Stichting Jeugdzorg ambulante jeugdhulpverlening Rotterdam Boddaertcentra van stichting de Lindenhof Vereniging voor ouders van een ADHD kind Oudervereniging Balans
Inhoud
Doelstellingen
Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 17. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud
Het zorgprogramma is gebaseerd op de hulpvragen en wensen van de ouders (en kinderen) omtrent de zorg bij het vermoeden van ADHD en de professionele kennis en ervaring op dit gebeid. Bovenstaande is gelegd naast het bestaande zorgaanbod. Vervolgens zijn er voorstellen gedaan om de gevonden lacunes aan te vullen. De in het zorgprogramma beschreven zorg moet ertoe leiden dat: De ouders, het kind en de school weten waar het probleemgedrag van eht kind vandaan komt en wat voor hulp zij kunnen verwachten. De ADHD symptomen verminderen: thuis, op school en in de omgang met leeftijdgenoten. De ouders en de school zorgen voor een bij de problematiek passende aanpak van het kind. De draaglast voor de omgeving in verhouding is met de draagklacht. Kinderen en jeugdigen tot 18 jaar waarbij ADHD vermoed wordt of is gediagnosticeerd. De gezinnen en scholen van deze kinderen. Gestart in 2001. Na een jaar wordt het zorgprogramma geëvalueerd. Recente informatie in de databank zorgprogramma´s /modules jeugdzorg. RIAGG Rijnmond Zuid, afdeling jeugd, Pauline Kors, 010-49608640
Zorgprogramma ADHD regio Delft Westland Oostland
GGZ Delfland
Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
Bureau Jeugdzorg DWO GGD-Jeugdgezondheidszorg Onderwijs Advies meerdere instanties waar consult kan worden ingeroepen of onderzoek kan worden aangevraagd (o.a. kinder- jeugdartsen, GZ psychologen etc.) Preventieprogramma´s aangeboden en verzorgd door samenwerkende Preventieafdelingen van GGZ-Delfland Circuit Jeugd, Stichting Maatzorg en de Opvoedbureaus. ADHD Diagnostisch Multidisciplinair Indicatie Team (ADMIT) dat kan indiceren voor behandeling uit het aanbodpakket van het Zorgprogramma ADHD Delft Westland Oostland.
Protocol Zorgprogramma ADHD Delft Westland Oostland en de functie van het ADHD diagnostisch multidisciplinair indicatie team. Mw. L.G. Brandsma, voorzitter ADMIT De opzet van dit zorgprogramma komt uit de databak zorgprogramma´s /modules in de jeugdzorg. Vraag is in hoeverre dit zorgprogramma ook van start is gegaan.
18. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 19. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud
Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 20. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud
CLAS Leiden/Zorgprogramma CLAS Rijnlanden
Stichting Jeugdzorg Den Haag Zuid Holland Noord, afdeling TGV Fiom Jeugd GGZ RIAGG Zuid Holland Noord CLAS staat voor ´contextuele leergroepen voor alle betrokkenen bij seksueel misbruik´
Zie hangmap: Evaluatie van zorgprogramma´s, van Montfoort, 2000: zorgprogramma CLAS Rijnland, p.47-52. CLAS Leiden: Wim van Mulligen, 071-5619159,
[email protected] of Vivi Timmers
CLAS Haaglanden
JHV RIAGG AMW Stand van zaken in juni 2001. In de regio Haaglanden heeft twee jaar een CLAS project gedraaid. Op basis van ervaringen in het project is door NIZW/expertisecentrum Kindermishandeling het rapport ´Verder met CLAS´ uitgebracht en is in Den haag een voorstel voor een intersectoraal zorgprogramma opgesteld en aangeboden aan de wethouder van de betrokken instellingen. Doel is CLAS methodiek implementeren in zorgprogramma.
Rapport Verder met CLAS, NIZW Regionaal steunpunt seksueel geweld, Den haag, Martine van Lier, tel 070-3537214,
[email protected]
Consultatieteam Onderwijs-Jeugdhulpverlening Haaglanden (CT)
Regionale Instelling Jeugdhulpverlening Haaglanden (RIJ) Bureau Jeugdzorg Samenwerkingsverband van het speciaal onderwijs (SWV, Samenwerkingsverband Zuid Holland West) RIAGG Het CT biedt scholen een pakket van diensten aan. Die dienst zijn voor de hulpverleners geordend in: gesprekken met leerlingen: leerlinginterventie; consultatie leerkrachten; zorgoverleg; klasse-observatie;
Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 21. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
deskundigheidsbevordering; hulp bij het ontwikkelen van speciale leerroutes. Het consultatieteam is opgericht om de scholen voor voortgezet onderwijs te helpen in de omgang met zorgleerlingen. In 1993 opgericht Zie hangmap: Louwersheimer, F. (2000) Consultatieteam in Haaglanden. In: Nederlands Tijdschrift voor Jeugdzorg, nr. 6.
KIT: Crisisinterventieteam in Dordrecht Dordrecht Stichting Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg Pleegzorg Raad voor de Kinderbescherming GGZ SPD Kinderartsen Ziekenhuizen Politie Trivium (voor de opname van crisisgevallen waar direct een bed voor gevonden moet worden) Crisishulpverlening. KIT lijkt een soort speciale afdeling van Bureau Jeugdzorg te zijn, gericht op crisishulpverlening. tot rust brengen van een crisis voorkomen van een uithuisplaatsing Gezinnen in crisissituaties. In 1994 gestart.
Boekje ´Crisis als kans´, door Heleen van Deur en Els Mourits
Bureau Jeugdzorg Dordrecht, Els Mourits, 0786-334700
Provincie Zeeland Intersectorale zorgprogramma´s 22. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 23. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.)
Veldproject Zorgprogramma 13 en 14 jarigen op de rails
Jeugdhulpverlening Jeugd-GGZ Jeugdbescherming Speciaal Onderwijs Zorgprogramma voor pubers met een meervoudige complexe problematiek. Intersectoraal zorgprogramma waarin de Jeugdhulpverlening, Jeugd-GGZ, Jeugdbescherming en het speciaal onderwijs modules leveren.
Sinds najaar 1999 operationeel
Stichting AZZ Multifunctionele instelling voor hulpverlening aan jeugdigen en volwassenen Zeeland
Stichting waarbinnen Jeugdhulpverlening en Sector zorgverlening aan jeugdigen met een verstandelijk handicap ondergebracht zijn.
L.. Looymans Jansen, 0118-635510 Dhr. A. van der Wal, 0118-614553
Aanvullende informatie
Overige intersectorale samenwerkingsverbanden Dhr. Holl (lid bestuurscommissie) telefonisch benaderd: In Zeeland was er een samenwerkingsproject tussen GGZ en Jeugdzorg operationeel, echter nu niet meer. Ligt stil. De samenwerking tussen LVG en GGZ is wel operationeel rond bepaalde doelgroepen. Het gaat hier om MFC´s Multi Functionele Centra voor LVG-jongeren die ook psychiatrische verschijnselen tonen. In de eerste plaats ambulante hulp. Eind van dit jaar echter ook een klinische en poliklinische voorziening voor 24 jongeren. Echter dit ligt allemaal buiten Jeugdzorg. Organisaties weten elkaar vanwege de kleinschaligheid (provincie Zeeland) en laagdrempeligheid goed te vinden en sluiten naadloos op elkaar aan. Zodoende tussen Ithaka en AZZ veel samenwerking. Structureel echter niet.
Provincie Flevoland Intersectorale zorgprogramma´s 24. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
Van druk gedrag tot en met ADHD Flevoland Multifunctionele organisatie voor Jeugdzorg Boschhuis Verschillende overige instellingen. Vier zorgprogramma´s zijn samengesteld waarbinnen verschillende instellingen samenwerken. Een geïntegreerde aanpak bewerkstellingen die aansluit op de hulpvragen van de ouders en hun kinderen. (Ouders van) drukke kinderen en van kinderen met ADHD Vanaf begin 2001 is een start gemaakt met de uitvoering van de zorgprogramma´s. Een stuurgroep met vertegenwoordigers uit de betrokken instellingen volgt en evalueert de praktische uitvoerbaarheid van de programma´s. Wanneer deze werkwijze effectief blijkt zullen de zorgprogramma´s structureel worden ingebed. Wordt opgestuurd. Verwacht december ´02.
Provincie Utrecht Intersectorale programma´s 25. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud
Veldproject Zorgprogramma samenhangend hulpaanbod Utrecht UMC RIAGG Pleegzorg Trajectum Utrechtse jeugdhuizen Leger des Heils Centrum voor Jeugdzorg en advies Samenhangend hulpaanbod bij ernstig probleem gedrag van jonge kinderen uit multiproblem gezinnen
Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 26. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud Doelstellingen Doelgroep
Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.)
Zorgprogramma Autisme Spectrumstoornissen
GGZ VGZ Jeugdhulpverlening Onderwijs NVA regio Utrecht Al 10 jaar bestaat SAM : Samenwerkingsverband Autisme Midden Nederland, waarin vertegenwoordigd zijn: GGZ, VGZ, JHV, onderwijs en NVA regio Utrecht. SAM geeft sturing aan het zorgprogramma ASS. Het doel van het zorgprogramma is door middel van het bieden van zorg op maat door professionals met specifieke deskundigheid en ervaring op het gebied van ASS, de kinderen en jeugdigen een zo zelfstandig mogelijk leven te laten leiden. Kinderen en jeugdigen met een autisme spectrumstoornis (ASS) in de leeftijd van 0 –18 jaar. Binnen het zorgprogramma richt men zich op deeldoelgroepen: Kinderen/jeugdigen met ASS met een lichte verstandelijke handicap Kinderen/jeugdigen met ASS zonder verstandelijke handicap die door hun stoornis functioneren op het niveau van een lichte dan wel ernstig verstandelijke gehandicapte Kinderen/jeugdigen met ASS zonder verstandelijke handicap die zich cognitief redelijk tot goed weten te ontwikkelen, maar ernstige sociale problemen hebben.
Uitgebreid rapport ( okt 2001) met de opzet van het zorgprogramma (d.d.op te vragen bij Altrecht GGz (tel 030-2809311), Ad Gelens, directeur divisie jeugd en preventie van Altrecht (030-2809363). In bezit. Zie ook verslag van platform Provinciale steunfuncties Contactpersoon: Marian Wassink
Aanvullende informatie Overige samenwerkingsverbanden Zie hangmap. Zorgprogramma delinquente Jeugdigen in de provincie Utrecht. Eindrapport waarin verslag van de oriëntatiefase en werkplan voor de (deel)programma´s, Van Montfoort, 2000.
Provincie Noord-Brabant Intersectorale zorgprogramma´s 27. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 28. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud Doelstellingen Doelgroep
Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
Zorgprogramma jeugdigen met autisme Noord-Oost-Brabant en Zuidoost Brabant RSJ Noord-Oost-Brabant en Zuidoost-Brabant BSW-Wodag Stichting Oosterpoort Stichting maashorst cliëntenraad GGZE SDP Eindhoven De Boerderij De Widdonck Nederlandse vereniging Autisme GGZE- circuit kinderen en jeugd Stg Jeugdzorg Herlaarhof GGZ Oostbrabant afdeling jeugdzorg Zorgmodules op de terreinen diagnostiek, behandeling, begeleiding, verblijf, informatie, advies en voorlichting. Voor deze doelgroep ontbreekt een zorgaanbod Jeugdigen met autisme en aanverwante stoornissen in de leeftijd van 12 tot 25 jaar.
Informatie uit Eindrapport op weg naar zorgprogramma´s juni 2000
Zorgprogramma jeugdigen met middelenmisbruik of middelenafhankelijkheid Noord Oost Brabant en Zuid Oost Brabant RSJ Noord-Oost-Brabant en Zuidoost-Brabant
Bureau Jeugdzorg Brabant Stichting Oosterpoort GGZE circuit kinderen en jeugd Stichting Jeugdzorg Troje Novadic De Watertoren
Uitval van jongeren uit de hulpverlening tegen te gaan. Jongeren die vanwege verslavingsverschijnselen uit de jeugdzorg vallen dan wel vanwege de contra-indicatie middelenmisbruik, op dit moment geen gebruik kunnen maken van de jeugdzorg. Nadere afbakening van de doelgroep is gestart met de vraag of het gaat om jeugdigen met primaire of secundaire verslavingsproblematiek. Zowel jongeren waarbij sprake is van middelenmisbruik als van middelenafhankelijkheid kunnen aan het zorgprogramma deelnemen. Wat betreft leeftijd is de doelgroep afgebakend tot jongeren van 12 tot 23 jaar. In 2000 gestart
Op weg naar zorgprogramma´s juni 2000
29. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud
Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 30. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud
Doelstellingen
Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
In Samenwerking medisch kleuter dagverblijf – kinderdagcentrum – De Combinatie Meare ´aansluiten op de vraag…start van een nieuwe groep´ Kinderdagcentrum, KDC medisch kleuter dagverblijf GgzE SPD BJZ Instanties voor kinderopvang (speciaal) onderwijs Het gezamenlijk starten van een geïntegreerd behandelaanbod voor de doelgroep kinderen met een algemene ontwikkelingsachterstand. Het behandelaanbod betreft een geïntegreerde behandeling van kind en gezin. De doelstelling is om kinderen middels een geïntegreerd behandelaanbod door te laten stromen naar reguliere dagopvang of (speciaal) onderwijs. Men richt zich op de actuele hulpvraag bij ouders en verzorgers. Kinderen met een algemene ontwikkelingsachterstand in de leeftijd van 0-7 jaar Start medio 2002, projectduur van 2 jaar Zie hangmap: Projectvoorstel In Samenwerking, maart 2002 Via Ben van Bruxvoort (Platform zorgaanbieders) bij Gerda Huibrechts van Tomteboe, 040-2451945, informatie ontvangen.
Families First voor licht verstandelijk gehandicapten (FF-LVG) Midden en Zuidoost Brabant OCB (Orthopedagogisch Centrum Brabant)
Stichting De Combinatie
Wanneer een crisissituatie zich voordoet kan een beroep worden gedaan op de hulpvorm FF-LVG. De hulpvorm FF-LVG kent een maximale doorlooptijd van 4 tot 6 weken en is onderverdeeld in verschillende fases met een logische opbouw. Kenmerkend voor de methodiek zijn enerzijds de doelgerichtheid en de praktische manier van werken en anderzijds het aansluiten bij de eigen mogelijkheden van het cliëntsysteem. Het ontwikkelen van en uitvoering geven aan de hulpvorm Families First voor licht verstandelijk gehandicapten jeugdigen en hun ouders in Midden en Zuidoost Brabant. De inzet van de hulpvorm FF-LVG is er in de crisissituatie op gericht om: De veiligheid van de gezinsleden te waarborgen De crisis te bedwingen; De uithuisplaatsing van de aangemelde jeugdige te voorkomen; De competentie van de gezinsleden te vergroten. Er wordt naar gestreefd om (indien dat nodig of gewenst is) in aansluiting op de periode van crisishulp direct aansluitend vervolghulp te bieden. Gezinnen met één of meerdere jeugdigen (6-21 jaar) met een licht verstandelijke handicap, die in een acute crisissituatie verkeren. Deze crisissituatie is zo ernstig dat de betreffende jeugdige uit huis dreigt te worden geplaatst Start 2002 Zie hangmap: Projectplan Families First voor licht verstandelijk gehandicapten, januari 2002 Via Ben van Bruxvoort (Platform Zorgaanbieders) Gerda Huibrechts van Tomteboe 0402451945
Overige samenwerkingsverbanden 31. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud
Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels)
PALJAS Project Aanpak Lastige Jongeren met AntiSociaal Gedrag Noord-Brabant JJI Den Hey-Acker (JJI te Breda en Vught) Novadic (Instelling voor Verslavingszorg Oost Brabant te St. Oedenrode) SJWB (Stichting Jeugdhulp West-Brabant te Oosterhout) Saltho (Behandelinstituut voor LVG te Oisterwijk en Boxtel) Stichting Jeugdzorg Noord-Brabant BJ Brabant In Noord-Brabant is een groeiend tekort aan bedden voor jongens van twaalf tot achttien jaar met gedragsproblemen. De Stichting Jeugdzorg Noord-Brabant en de Raad voor de Kinderbescherming plaatsen steeds vaker deze jongeren in een crisisvoorziening omdat de problemen uit de hand lopen. Door een capaciteitstekort van vijftig tot honderd plaatsen duurt het plaatsen van de jongeren vaak te lang. Het driejarig project PALJAS (Project Aanpak Lastige Jongeren met AntiSociaal gedrag) is een gezamenlijk initiatief van zes Brabantse instellingen om jongens met gedragsproblematiek een kans te bieden op een succesvolle afronding van een hulpverleningstraject. Het project is een bundeling van de sectoren Justitie, Jeugdhulpverlening, LVG, Onderwijs en Verslavingszorg. Doel van het project is een snellere doorstroming vanuit de Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI) naar de jeugdhulpverlening. Daarnaast wil het project de condities voor deze groep verbeteren binnen de jeugdhulpverlening en Licht Verstandelijk Gehandicapten (LVG). Jongeren met forse gedragsproblematiek in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Start november 2001, looptijd 3 jaar. Zie hangmap: Project aanpak Lastige jongeren met anti sociaal gedrag. Een intersectoraal zorgprogramma voor jongeren met antisociaal gedrag, 2001. Artikel Blijven dromen met PALJAS, Perspectief nr. 3 april 2002.
Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 32. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
Samenwerkingsproject
Psychotherapeutisch centrum de Viersprong in Halsteren Opvanginrichting Den Hey-Acker in Breda. De jeugdafdeling van het psychotherapeutisch centrum de Viersprong in Halsteren, werkt samen met de opvanginrichting Den Hey-Acker in Breda.
Start van het pilotproject 2002 Deze samenwerking is onderwerp in de pilotstudie samenwerking jji en kinder en jeugdpsychiatrie, forensische zorg in ontwikkeling´. (Boendermaker/van Yperen).
33. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud
Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.)
Aanvullende informatie
34. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud Doelstellingen
Scenario en hulpverleningsteams kindermishandeling Brabant Provincie Brabant (ook ingevoerd in Zeeland en Friesland) BVA/AMK Raad voor de kinderbescherming Politie GGZ Bureau Jeugdzorg Algemeen maatschappelijk werk Betreft een niet vrijblijvende intersectorale samenwerking. AMK coördineert de scenarioteams, casemanagers coördineren de uitvoering van de hulpverlening. In Noordbrabant en Zeeland heeft men ervaring opgedaan met scenarioteams: team geformeerd met diverse instellingen, verschillende disciplines en invalshoeken, die een gezamenlijk scenario (analyseren strategie en plan van aanpak) voor alle betrokkenen van kindermishandeling opstellen. Een scenarioteam bestaat uit een vaste groep van deskundigen op het gebied van kindermishandeling , afkomstig van instellingen als BVA/AMK, Raad voor de kinderbescherming politie. GGZ, Bureau jeugdzorg en het algemeen maatschappelijk werk. Andere instellingen kunnen, daar , afhankelijk van de casus bij betrokken worden. Er is een evaluatie uitgevoerd naar de effectiviteit van dit model, en blijkt dat deze werkwijze daadwerkelijk effect heeft. Daarna draagt een scenarioteam de zaak over aan een hulpverleningsteam dat per casus , op maat , wordt samengesteld. De betrokken instellingen hebben zich via convenanten aan deze werkwijze verbonden.
In 1993 ingevoerd in Midden Brabant als pilot. Inmiddels sinds 2000 structureel in heel Brabant. In totaal 9 teams en per Bureau Jeugdzorg (4 in totaal) een coördinator. Artikel Perspectief, no 7 , november 1999 Beschrijving van de werkwijze bij NIZW Kindermishandeling Brabants Ondersteuningsinstituut Zorg Wil Verhoeven Willem II-straat 23 5038 BA Tilburg tel 013- 5352625 fax 013-5353515
[email protected] Bij scenarioteams zijn BJZ en jhv en jeugd-ggz structureel betrokken bij het zorgaanbod. Voor meer informatie of wanneer het als good practice beschreven zal worden, contact opnemen met Wil Verhoeven, zij kan dan de juiste personen met ons in contact brengen. Infant Psychiatrie Noord West Brabant, Bergen op Zoom, Roosendaal MKD de Stegel MARK , afdeling Markkant KJPD RIAGG Noord west Brabant MKD De Stegel (MPI), Roosendaal Betrokken hulpverleners: leden behandelteam MKD/KJPD kinder- en jeugdpsychiaters unitmanagers orthopedagogen Doel is het bieden van integrale zorg binnen het MKD voor kinderen van 0-4 jaar en hun ouders waarbij men zich richt op de interactie van het jonge kind en zijn omgeving. Dit wil men bereiken door middel van samenwerking tussen de dagbehandelingscentra kinder- en jeugdpsychiatrie en MKD.
Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 35. Naam Samenwerkingsverband/Project
Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
Ouders en kinderen. In 2000 in uitvoering. Databank zorgvernieuwing.
Voorbeelden van samenwerking vanuit GGZ Midden-Brabant, circuit jeugd: structureel overleg met Amarant(verstandelijk geh. zorg) door consultatie door GGZ MB, adolescententeam consultatie aan sociale werkvoorziening m.b.t. jongeren zorgteams op scholen Bureau Jeugdzorg door Screeningsoverleg, RITJ Samenwerking met Kompaan(JHV) t.a.v. ambulante gezinsbegeleiding
GGZ Midden-Brabant: Simonne van der Aalst manager circuit jeugd, Fred Jansen, Leo Dunki Jacobs, Ad Metsaars, Niek Veltman Adres:GGZ Midden-Brabant, Postbus 770, 5100 AT Tilburg, tel 013-5808080
Provincie Limburg Intersectorale zorgprogramma´s 36. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud
Doelstellingen
Doelgroep
Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels)
Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 37. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud
Baby´s en peuters en hun ouders met psychosociale en/of psychiatrische problematiek Regio Noord-Limburg (later verbreed naar de regio Midden Limburg) Er zijn drie instellingen/afdelingen behorend tot de Stichting Zorgcircuits als kernpartner berokken bij het zorgprogramma, te weten: • een kinderpsychiatrisch ziekenhuis • een medisch Kleuterdagverblijf (jhv) • een RIAGG Dit zorgprogramma is gericht op complexe problematiek van kinderen jonger dan vier jaar en hun ouders. Het omvat int totaal elf modules. Een onderdeel, gericht op nadere observatie en indicerende diagnostiek van deze jonge kinderen, is recent afgesplitst en wordt als apart zorgprogramma aangeboden. Met dit zorgprogramma wil men een geïntegreerd zorgaanbod voorde doelgroep realiseren waarbij het herstel/ op gang brengen van de ouder-kindrelatie centraal staat. Het zorgprogramma moet voorzien in een (geconstateerde ) groeiende behoefte aan flexibele inzet van hulpverleningsmogelijkheden voorde allerjongste kinderen. Het zorgprogramma is bedoeld voor zeer jonge kinderen (0-4 jaar) en hun ouders die te maken hebben met complexe (psychosociale en /of psychiatrische) problematiek. Er zal altijd sprakew moeten zijn kind problemen, ouder/gezinsproblemen en problemen in de ouder/kind relatie. Start 1999 In kader van de veldprojecten • A. E van Burik/projectgroep Zorgprogrammering; Eindevaluatie veldprojecten zorgprogrammering Jeugdzorg, NIZW 2000 • A. E van Burik, Lea Grubben; Zorgprogrammering in de praktijk; Eindrapportage monitoring veldprojecten jeugdzorg; in opdracht van de projectgroep Zorgprogrammering Van Dijk van Soomeren en partners, Amsterdam sept. 2000 • Rapportage veldproject Venlo(versie 1.0) Stichting Zorgcircuits
CLAS Horn/ Zorgprogramma Hulpvragen gerelateerd aan seksueel misbruik van kinderen en jeugdigen
Ondergebracht bij Bethanie
Rijngeestgroep, sector kinder- en jeugd ggz FIOM Leiden Stichting Zorgcircuits Stand van zaken in juni 2001: Horn is het langstlopende CLAS project met een apart CLAS-team, veel cliënten en meerdere groepen. Op dit moment richt de ontwikkeling van het project zich vooral op het zoeken van aansluiting bij andere zorgcircuits, het uitbouwen van CLAS naar een intersectoraal zorgprogramma (zie opzet zorgprogramma in rapport van Montfoort 1999). Uitgangspunten zijn: intact gezinsverband hulpverlening als één geheel hulp in leergroepen. De hulpverlening bestaat uit drie componenten: diagnostiek, behandeling en leren: Het aanbod bestaat uit: leergroepen individuele hulp systeemhulp m.b.t.het gezin:
Doelstellingen
Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 38. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie
Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
advies, consult of consultatie rond een vermoeden van seksueel misbruik eerste opvang van het gezin in crisis bij onthulling van seksueel misbruik m.b.t. instellingen: overleg en samenwerking met andere hulpverlenende en niet-hulpverlenende instanties preventieve activiteiten zoals voorlichting aan intermediairen. Algemene doelstellingen zijn: Verwerking: het verwerken van de traumatische ervaring en het opheffen of beperken van de psychische problemen die het gevolg van die traumatische ervaring zijn. herstel: het, voorzover mogelijk, herstellen van de communicatie, onderlinge banden en het vertrouwen binnen het – ruim genomen- gezinsverband. preventie: het nemen van verantwoordelijkheid voor het gebeurde door de pleger, mede als waarborg dat deze niet terug zal vallen in het oude destructieve gedrag. Kinderen ouder dan 10 jaar en hun gezinnen. Gezinnen met kinderen jonger dan 10 jaar worden ook in behandeling genomen, maar het jonge kind krijgt dan reguliere behandeling van de Riagg Jeugdzorg. In 1996 werd het projectplan geschreven, in 1997 als proefproject gestart, in 1998 uitgebreid naar zorgprogramma. In 1998 intern geëvalueerd. • •
NIZW: Paul Baete Jeugdorp Bethanie, Els Nieskens, Horn, 0475-582727
http://www.jeugddorp-bethanie.nl/ Project Jonge Zorgmijders (PJZ) Heerlen Een aanpak waarbij hulpverleners een direct en intensief contact met de jongeren opbouwen. Jongeren tussen 12 en 23 jaar met een complexe en ernstige gedragsproblematiek. Voor het project moeten zij voldoen aan tenminste twee van de drie criteria: crimineel gedrag, druggebruik en psychiatrische problemen. Uiteraard moeten zij zorg mijden. In april 2001 van start gegaan. Het Project Jonge Zorgmijders (PJZ) bereikt de beoogde doelgroep. Dit blijkt uit het tussenrapport waarin de resultaten zijn gepresenteerd van de eerste fase naar de effecten van het project. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de casemanagers de jongeren vooral praktische ondersteuning bieden (legale inkomsten, woonruimte en een zinvolle daginvulling). Ook besteden zij veel tijd aan overleg met derden wat komt doordat veel organisaties en instanties betrokken zijn bij een jongere. Het trainen, adviseren en werken aan problemen neemt een relatief minder uitgebreide, maar niet onbelangrijke plaats in. Opvallend is dat relatief weinig tijd besteed wordt aan het opbouwen of versterken van een sociaal steunend netwerk voor jongeren. rapport (in bezit) Stichting Jeugdwelzijnszorg Limburg, 0475 – 35 17 00
Provincie Gelderland Intersectorale zorgprogramma´s 39. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud
Doelstellingen
Doelgroep
Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels)
Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie 40. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud
Zorgprogramma Zorg en onderwijs voor kinderen met PDD-NOS in de leeftijd van 3-12 jaar Gelderland • SAD Nijmegen • SPD De Gelderse Poort • De Waarden (JHV)/PI school • Kinder en jeugdpsychiatrie GGZ Nijmegen In 1999 is gestart met de ontwikkeling van een zorgprogramma gericht op kinderen met PDD-NOS in de leeftijd van 3 tot 12 jaar. Het zorgprogramma is ontwikkeld met een subsidie van de veldprojecten in het kader van zorgprogrammering en is aangevraagd door de werkgroep Gelderse Intersectorale Zorgprogrammering. Met het project wil men de hulp- en onderwijsvormen in modules vastleggen als verantwoording van de huidige werkwijze, daarnaast wil met de onderlinge afstemming van de bestaande hulpvormen verbeteren en formaliseren. Het zorgprogramma bestaat uit 4 deelprogramma’s. Ieder deelprogramma vormt een antwoord op een afzonderlijk type hulpvraag en bestaat uit een aantal basis modules en optionele modules. De deelprogramma´s zijn: preventie, ambulante zorg, speciaal onderwijs en dag- of nacht zorg. Doelen van het zorgprogramma: • Inzicht in de problematiek van de cliënt vergroten • Bewerkstelligen van een optimale ontwikkeling van het kind • Hanteerbaar en maken en verminderen van het probleemgedrag dat bij de stoornis hoort • Elimineren van probleemgedrag dat niet bij de stoornis hoort • Draaglastverlichting van kind, ouders en de school • Optimaliseren van het verder netwerk • Integratie bevorderen tussen de verschillende leefgebieden van de cliënt • Bevorderen van de informatie m.b.t de sociale kaart • Verbeteren van de coördinatie van het hulpverlenings-en onderwijsaanbod Het project richt zich op de probleemgroep van kinderen met PDD-nos in de leeftijd van 3-12 jaar. De doelgroep wordt opgesplitst in een aantal deeldoelgroepen. Deze deeldoelgroepen zijn samengesteld op basis van de ernst van de zorg- en /of onderwijsproblematiek en de verhouding draagkracht/draaglast van de ouders/ (beroeps) opvoeders/leerklachten/het netwerk van het cliëntsysteem. In de periode september 1999 – juli 2000 is men bezig geweest met de ontwikkeling van dit zorgprogramma. Evaluatie in het kader van de veldprojecten. • K. Langemeijer; P van der Doef, Eindrapport Zorgprogramma Zorg en onderwijs voor kinderen met PDD-NOS, DE Waarden, Nijmegen, juli 2000. • A. E van Burik/projectgroep Zorgprogrammering; Eindevaluatie veldprojecten zorgprogrammering Jeugdzorg, NIZW 2000 De Waarden (misschien contactpersoon mevr. K. Langemeijer?)
PATCH Regio Rivierenland Jeugd GGZ-instelling de Gelderse Roos Rivierenland Dagelijkse leiding over het zorgprogramma: Rotonde Bureau Jeugdzorg: JJG (Jeugdbescherming: gezinsvoogdij en Jeugdreclassering) JHV De Waarden JHV Rotonde Verslavingszorg De Grift Nog een aantal instellingen als uitvoerder van modules Er is een projectgroep, een stuurgroep en een convenant opgesteld. Centrale figuur in het traject is de coördinator/casemanager van Rotonde. Dit is een organisatie voor
Doelstellingen Doelgroep
Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
randgroepjongeren in Tiel. Deze heeft voor het project extra uren gekregen voor zijn inzet. Probleem : Rotonde wordt voor 75% door de gemeente Tiel gefinancierd (en 25% vanuit jhv) maar jongeren stromen inmiddels ook in vanuit ander gemeenten, want het is een regionaal project. Om na de stop van de projectsubsidie voortgang te garanderen is het dus nodig dat b.v. ook andere gemeenten meefinancieren. Het zorgprogramma bestaat uit een verzameling modules waaruit een selectie kan worden gemaakt. De modules zijn o.a. consultatie, preventie, behandeling en begeleiding aangeboden door de verschillende deelnemende instellingen. Hulp geven aan jongeren met meervoudige problemen. De hulp dient te leiden tot een verhoging van de kwaliteit van leven van de cliënten. Soms gaat dit gepaard met een afname van problemen, soms alleen met stabilisatie. Jongeren van 15 tot 25 jaar die meervoudige problemen hebben, en hun ouders. De jongeren hebben te kampen met psychische problemen (op zijn minst psychosociaal maar vaak van psychiatrische aard), justitiële problemen (delinquent gedrag), problemen met drugsgebruik (verslaving of riskant gebruik) en/of sociaal-maatschappelijke problemen zoals schulden, geen inkomen en geen huisvesting. Daarnaast zijn er in het gezin tal van problemen 8veel ruzies, relatieproblemen tussen ouders, verstoorde ouder-kind relatie). Sinds enkele maanden operationeel. Zie hangmap: PATCH Intersectoraal zorgprogramma voor jongeren met meervoudige problemen in de regio Rivierenland, Trimbos Instituut, 2001. Coördinator Rotonde : Peter van de Laak (weet vooral vanuit praktijk te vertellen) en voorzitter van de stuurgroep : Han Jansen (GGZ Gelderse Roos tel 0344-656111
Overige intersectorale samenwerkingsverbanden 41. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud
Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
De Springplank
Spatie (GGZ) De Stiching Kinder- en Jeugdspychiatrie Oost-Nederland GSJ Lindehout (jhv) De Ambelt (jhv) De Springplank luidt de naam van de nieuwe voorziening voor kinder- en jeugdpsychiatrie in Apeldoorn. De voorziening gaat bestaan uit een medisch kindertehuis, een dagbehandeling voor jeugdigen tot 18 jaar met ontwikkelingsstoornissen en een school en krijgt 35 tot 40 bedden. Het is een gezamenlijk initiatief van genoemde partners.
Project moet nog starten, want in het bericht in E-zine staat dat in mei de eerste steen is gelegd van de nieuwe voorziening. Informatie uit Ezine, d.d. 27 mei 2002. GSJ Lindehout
Provincie Overijssel Intersectorale zorgprogramma´s 42. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud
Doelstellingen
Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
Hulp aan Huis Twente (landelijk meerdere regio´s actief) Twente: Jarabee Jeugdzorg in Twente Commujon Mediant Adhesie KJPON de Bleskolk AUKJ´t Ruige Veld SPD Twente De Eik RIBW Twente Hulp aan Huis Twente biedt een intersectoraal programma voor intensieve ambulante gezinsbehandeling van gezinnen in crisis, gezinnen met ernstige opvoedingsproblemen en multi-probleem gezinnen woonachtig in Twente. Afhankelijk van de aard en de ernst van de problemen kan binnen het programma gebruik gemaakt worden van tien behandelmodulen. Hulp aan Huis Twente richt zich op de volle breedte van de problematiek. Maar zet daarbij de opvoedingstaak en de ontwikkeling van de kinderen (0-18 jaar) voorop Dat wil zeggen dat er gewerkt wordt aan verbetering op de andere gezinstaken, voorzover dit van belang is voor de opvoedingstaak en de ontwikkeling van de kinderen. Het Hulp aan Huis programma in Twente is ontwikkeld voor gezinnen die: Zelf meervoudige en ernstige problematiek hebben; Hulpverleners veel problemen geven. In 1999 gestart. Jaarverslag 2000 Hulp aan Huis Twente (maart 2001’ (zie hangmap) Zie hangmap: documentatiemap Hulp aan Huis Twente en overige regio´s. Twente: Harm Wijgergangs Andere voorbeelden Hulp aan Huis: Drenthe (Dries Roosma) Groningen (Ger Kerkstra) Haaglanden (Jeanette Fregers) West Overijssel
Provincie Drenthe Intersectorale zorgprogramma´s 43. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud
Doelstellingen
Doelgroep
Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
KOPP Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problematiek, (leeftijd 8-12 jaar) Drenthe WOJD Drenthe GGZ Drenthe volwassenen en jeugd (MFE Emmen) Icare afdeling voorlichting en preventie (thuiszorg) Jeugdzorg Drenthe stafdienst I&K Intersectoraal preventief en curatief zorgprogramma rond kinderen en gezinnen waarvan (één van) de ouders te kampen heeft/hebben met psychiatrische problematiek. De hulp aan KOPP-gezinnen wordt intersectoraal georganiseerd vanuit de GGZ en de Juegdhulpverlening. Doelstellingen van het zorgprogramma zijn: • de problemen bij kinderen zij verminderd en/of opgeheven en zij zijn weer instaat zich te voegen naar hu normale leeftijdsspecifieke ´ontwikkelingstaken´ en gestimuleerd in hun competentie (empowerment) • de kinderen hebben inzicht in en hebben geleerd om te gaan met de psychopathologie van hun ouders; • de opvoedingscompetentie van de ouders is vergroot zodat zij hun ouderrol zo adequaat mogelijk kunne vervullen en zij hebben hun aanwezige protectieve factoren leren benutten waardoor de invloed van de psychopathologische symptomen wordt gecompenseerd De aanvankelijk brede doelgroep van het veldproject is ingeperkt tot een deeldoelgroep: ´kinderen van 8-12 jaar met zichtbare (ernstige) gedrags-,: sociale en emotionele problemen , in de regio Emmen , waarvan (één van) de ouders kampt/kampen met gediagnosticeerd psychiatrische problematiek en die daarvoor in behandeling is/zijn bij GGZ Drenthe. 1. preventieve doelgroep kinderen met (nog) geen zichtbare gedrags-, sociale en emotionele problemen; ouder(s) met gediagnosticeerde psychiatrische problematiek en daarvoor wel/niet in behandeling. 2. curatieve doelgroep kinderen met zichtbare (ernstige) gedrags-, sociale en emotionele problemen; ouder(s) met al dan niet officieel gediagnosticeerde psychiatrische problematiek en daarvoor wel/niet in behandeling. Sinds eind 1998 Evaluatie aan het eind van de periode als veldproject. • Zorgprogramma KOPP gezinnen modulenboek; (versie september 2000) • A. E van Burik/projectgroep Zorgprogrammering; Eindevaluatie veldprojecten zorgprogrammering Jeugdzorg, NIZW 2000 Petra Windmeijer , preventiefunctionaris 0592-334196 Of bij jeugdzorg Drenthe, afdeling stafdienst I &K tel 0592-305825
Provincie Friesland Intersectorale zorgprogramma’s Overige intersectorale samenwerkingsverbanden In Friesland zijn er twee projecten die mogelijk interessant zijn voor de inventarisatie, maar waar tot nu toe geen informatie over is verkregen. De kwaliteitsfunctionaris van jeugdzorg Friesland heeft toegezegd informatie toe te sturen over deze vormen van samenwerking. Het betreft de volgende projecten: 44. Samenwerkingsovereenkomst met AMW Fryslan Profiel (kinderopvang) en GGZ (jeugd) 45. Gestructureerd overleg begeleidingscommissie Kindermishandeling
Provincie Groningen Intersectorale zorgprogramma´s 46. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud Doelstellingen Doelgroep
Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
Specialistisch zorgprogramma voor kinderen met neuro-psychiatrische problematiek Groningen Jeugdzorg Groningen Jeugd-GGZ Zorgprogramma opgebouwd uit modules uit de sector jeugdhulpverlening en de kinder en jeugdpsychiatrie. Het specialistisch zorgprogramma richt zich op kinderen met aandachtstekortstoornissen (ADHD), stoornissen in het autistisch spectrum, (PDD-nos) en ticstoornissen (Gilles de la Tourette) –al dan niet in combinatie met elkaar)- in de leeftijd van 6 tot 12 jaar, met in aanleg een normaal intelligentieniveau. Deze kernproblematiek heeft binnen het gezin geleid tot een problematische opvoedingssituatie, waardoor ouders niet meer in staat zijn hun kind thuis de noodzakelijke opvoeding en verzorging te geven. De verhouding tussen draagkracht en draaglast is ernstig verstoord. Samenwerking loopt al enige tijd. Zie modulenboek van Jeugdzorg Groningen 2002 Jeugdzorg Groningen Hanneke Wijnen/Agnes Wolbert; tel 050-5201961 of
[email protected]
Overige intersectorale samenwerkingsverbanden 47. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type) Overige projectpartners (naam en type) Inhoud Doelstellingen
Doelgroep Looptijd (start – planning) Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
Het Bauhuus De provincies Groningen, Friesland, Drenthe Jeugdzorg Verslavingszorg GGZ Het Bauhuus is een categoraal psychiatrische kliniek gespecialiseerd in verslavingsproblematiek van de Dr Kuno van Dijk Stichting. De plaatsing in het Bauhuus verloopt via het Groninger Toewijzingsorgaan Jeugdzorg (GJTJ). Het doel is jongeren weer te laten functioneren binnen het gezin , in reguliere vormen van pedagogische hulpverlening of begeleiden naar zelfstandig wonen en functioneren: Het accent van de hulpverlening ligt op het afbouwen van verslavingsproblematiek en het versterken van de psychische, emotionele, sociale en maatschappelijke ontwikkeling van de jongere. Jongens en meisjes in de leeftijd van 14 tot en met 18 jaar met problematisch drugs en/of alcoholgebruik en/of gokverslaving.
Modulewijzer Jeugdzorg Groningen 2002 Jeugdzorg Groningen/ Dr. Kuno Van Dijk Stichting. Jeugdzorg Groningen afdeling Bauhuus, tel 050-522299
48. Naam Samenwerkingsverband/Project Locatie/Regio/Bereik Projectleider (naam en type)
Overige projectpartners (naam en type)
Inhoud Doelstellingen Doelgroep Looptijd (start – planning)
Evaluatie Documentatie (bronnen, titels) Contactpersoon (naam, adres, telefoonnr.) Aanvullende informatie
PIOG Project intersectorale opvoedingsondersteuning Groningen Provincie Groningen De organisatie van PIOG bestaat stuurgroep, een expertgroep en een projectleider . De stuurgroep is eindverantwoordelijke voor het project,, zij bewaakt de grote lijnen van het project en het tijdspad. De expertgroep bestaat uit medewerkers die hun organisatie vertegenwoordigen en werkzaam zijn in de uitvoering. De projectleider houdt zich bezig met de afstemming van beleid en inhoud. MJD Algemeen maatschappelijk werk GGD Centrum voor Geestelijke Gezondheidsdienst (CGG) Jeugdzorg Groningen Thuiszorg Groningen Afdelingen Gespecialiseerde Gezinsverzorging Ouder en Kind Zorg Onderwijsbegeleidingsdienst Groningen Toelichting : CGG biedt hulp bij ernstige psychosociale of psychiatrische problemen met (de opvoeding van) kinderen die te maken hebben met ontwikkelingsstoornissen, reacties van kinderen op gedragingen of gebeurtenissen in hun omgeving of op onvoldoende opvoedingsvaardigheden van de ouders. Ook kan men bij het CGG terecht met vragen over diagnostisch onderzoek. PIOG is een samenwerkingsverband tussen instellingen die te maken hebben met jeugd (gezondheids)zorg en jeugdhulpverlening Doelstelling is om via intersectorale samenwerking een samenhangend en geïntegreerd en toegankelijk hulpverleningsaanbod te ontwikkelen gericht op ouders van 0-12 jarigen. Medewerkers van de deelnemende organisaties In het kader van een proefproject (PION-project 1998-2000) zijn in het werkgebied van Noord West Groningen (De Marne, Winsum, Bedem en Ten Boer) een viertal producten ontwikkeld. Deze producten zijn getest en besloten is deze te verspreiden in de rest van de provincie. De producten zullen per regio aangepast worden. Het PIOG-project heeft een looptijd tot april 2003. Van het project PION is er een eindrapportage verschenen, d.d. juli 2000. Op basis daarvan is besloten het project te verbreden naar de gehele provincie Groningen (PIOG) Modulewijzer PION; eindrapportage PION, nieuwsbrief PIOG. Informatie via Projectleider PIOG: dhr Moojen (tel 050-3129595 of op donderdag 0505201919).
[email protected]
Geselecteerde samenwerkingsverbanden: Intersectorale zorgprogramma´s Patch (zie nr. 39), Nijmegen Andere samenwerkingsvormen rond doelgroepen CLAS (zie nr. 36), Horn of Scenario en hulpverleningsteams kindermishandeling Brabant (zie nr. 33), Brabant Structurele casuïstiekoverleggen Opmaat (zie nr. 6), Amsterdam Crisisinterventie KIT (zie nr. 21), Dordrecht Samenwerking tussen de sectoren binnen één organisatie Stichting AZZ Zeeland (zie nr. 23), Zeeland
KWALITEITSCRITERIA VOOR HET BEOORDELEN VAN SAMENWERKINGSVORMEN In dit deel van dit tussenrapport geven we op basis van de literatuur een overzicht van criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van samenwerkingsverbanden. We gebruiken deze informatie voor het bevragen van de samenwerkingsverbanden en bij het beoordelen van de verzamelde informatie over de samenwerkingsvormen. Is er iets bekend over de factoren die een rol spelen bij succesvolle samenwerking? Zijn er criteria te bepalen, die iets zeggen over de kwaliteit van een samenwerkingsverband? Het blijkt niet zo moeilijk om informatie te vinden die over de samenwerking binnen zorgprogramma’s gaat. Over zorgprogramma’s is inmiddels veel gepubliceerd; het is een expliciet gedefinieerde vorm van samenwerking en er zijn al kwaliteitscriteria voor opgesteld. Over andere vormen van samenwerking is veel minder geschreven. We maken daarom hier een onderscheid tussen de informatie over samenwerking binnen zorgprogramma’s en over andere vormen van samenwerking. We zullen de zorgprogramma’s die als voorbeeldpraktijk beschreven worden, daarom ook analyseren aan de hand van de bestaande kwaliteitscriteria. Voor de andere typen van samenwerking gebruiken we de criteria die we uit de literatuur hebben gedestilleerd.
Kwaliteitscriteria voor zorgprogramma´s Een zorgprogramma is een ´aantal gespecificeerde en samenhangende afspraken en coördinerende activiteiten resulterend in een doelgerichte en planmatige inzet van modules ten behoeve van een gespecificeerde doelgroep` (Van Yperen, van Rest & Vermunt , 1999). Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen sectorale zorgprogramma´s en intersectorale zorgprogramma´s. Een sectoraal zorgprogramma bestaat uit modules die uit één sector afkomstig zijn; een intersectoraal zorgprogramma bevat een combinatie van modules uit twee of meer van de deelsectoren van de jeugdzorg (jeugdhulpverlening, jeugdbescherming, jeugd-ggz, jeugd-lvg) of een combinatie van modules uit één of meer deelsectoren in de jeugdzorg met aanbod uit de aanpalende sectoren. Voor ons onderzoek naar voorbeeldpraktijken van samenwerkingsverbanden zijn we dus vooral geïnteresseerd in intersectorale zorgprogramma´s. In de periode 1999/2000 zijn er elf veldprojecten zorgprogrammering beschreven, waarvan het merendeel een intersectorale zorgprogramma is (Van Burik, 2000). Aangezien deze veldprojecten zich destijds nog in een ontwikkelfase bevonden, is het interessant om in het kader van dit onderzoek naar voorbeeldpraktijken nogmaals te kijken hoe het staat met de samenwerking tussen de deelnemers uit de verschillende deelsectoren in het zorgprogramma. Daarnaast zijn er inmiddels ook andere intersectorale zorgprogramma´s ontwikkeld die nog niet beschreven zijn. Zoals hierboven al werd genoemd, is men zowel binnen de jeugdzorg als binnen de jeugd-ggz men bezig geweest met het opstellen van kwaliteitscriteria (De Ruyter, van der Steege & Jagers, 2000; Meeuwissen, 2001). Daarbij wordt er geen onderscheid gemaakt tussen kwaliteitscriteria voor sectorale of intersectorale zorgprogramma´s. Wél worden er enkele criteria genoemd die specifiek betrekking hebben op de samenwerking tussen instellingen. Het zijn vooral deze criteria die van belang zijn voor het bevragen en analyseren van de voorbeeldpraktijken. Daarom lichten we hier alléén die criteria eruit, die gaan over de samenwerking tussen verschillende organisaties binnen één zorgprogramma. Het gaat om acht criteria, die - analoog aan de literatuur – te maken hebben met verschillende fasen van een zorgprogramma: 1) beschrijving en ontwikkeling; 2) uitvoering en 3) organisatie van een zorgprogramma. We sommen de criteria hieronder op.
Beschrijving en ontwikkeling van een zorgprogramma 1. In de beschrijving van een ggz-programma zijn drie zaken van belang als het gaat om de samenwerking met andere instellingen (Meeuwissen, 2001): • Er wordt vermeld of de betrokken samenwerkingspartners intern of interinstitutioneel zijn, sectoraal of intersectoraal. Het stadium van de uitvoering van de samenwerkingsafspraken wordt eveneens vermeld. • De wijze waarop de relatie met de verwijzer (de voordeur) is vormgegeven is een onderdeel van de programma beschrijving. • Activiteiten kunnen breder zijn dan alleen de ggz. In de beschrijving wordt weergegeven wat de bij het zorgprogramma betrokken zorgaanbieders van buiten de ggz belangrijk vinden, als hulpvragers dan wel als samenwerkingspartners. 2. In de ontwikkeling van ggz-programma´s zijn twee criteria die van belang zijn bij samenwerking met andere instellingen (Meeuwissen, 2001): • Op basis van de hulpvraag wordt vastgesteld welke samenwerkingspartners van binnen en buiten de ggz worden betrokken in de ontwikkeling van een programma. • De programmaonderdelen, activiteiten en modules in het programma sluiten goed op elkaar aan. Hiervoor worden samenwerkingsafspraken gemaakt. Dit laatste punt wordt in een notitie van De Ruijter, Van der Steege en Jagers (2000) nader gespecificeerd: • De ontwikkelaars (van een zorgprogramma) maken onderling afspraken over de wijze waarop de modules voor de cliënten op elkaar aansluiten. De afspraken moeten erin resulteren dat de cliënt niet wordt geconfronteerd met een wachttijd of veel wisselingen in hulpverleners, waardoor de continuïteit van het programma in gevaar komt. • Het aanbod in het zorgprogramma bestaat uit meerdere modules, die elk een bijdrage moeten leveren aan het antwoord op de hulpvraag. De ontwikkelaars vullen het zorgprogramma met modules die een voldoende mate van coherentie hebben. Dit wil zeggen dat de doelen van de modules moeten op elkaar aansluiten. Tevens moet de werkwijze in één module niet negatief interveniëren met die van een andere module uit het zorgprogramma. Uitvoering van een zorgprogramma. 3. Een zorgprogramma wordt aangeboden aan een omschreven doelgroep bestaande uit clienten met een soortgelijke hulpvraag. Een zorgprogramma is per definitie vraaggericht. Een samenstelling van modules wordt ingezet om de hulpvraag van deze cliënt te beantwoorden. Voordat de hulp daadwerkelijk van start gaat is er, in samenspraak met de cliënt, een raamhulpverleningsplan met de globale doelen van de hulp geschreven door de casemanager of de hulpverleningscoördinator van de opnemende voorziening (De Ruyter e.a., 2000). 4. Dezelfde auteurs wijzen op het belang van continuïteit en coherentie tussen modules binnen het zorgprogramma. Organisatie van een zorgprogramma 5. Aanvullende gegevens over een cliënt worden opgevraagd en doorgegeven aan derden met medeweten en toestemming van de cliënt. Er zijn procedures beschikbaar zowel voor interne overdracht van informatie over een cliënt als extern naar een andere organisatie. (De Ruyter e.a., 2000) 6. Er zijn taak- en functieomschrijvingen met de daarbij behorende verantwoordelijkheden en beslissingsbevoegdheden (bijv. casemanager, hulpverleningscoördinator, directe/ uitvoerend hulpverlener, zorgprogrammacoördinator) van de verschillende functies binnen de organisatie beschikbaar. Duidelijk is wie verantwoordelijk is voor de uitvoering, voortgang en coördinatie van de hulp. (De Ruyter e.a., 2000). 7. Er zijn procedures met betrekking tot overleg en afspraken rond verantwoordelijkheden bij belangrijke besluiten rondom een cliënt. Daarnaast is het belangrijk om af te spreken wie
8.
welke verantwoordelijkheden draagt en wie waarop aanspreekbaar is, onder andere voor de cliënt. (de Ruyter e.a., 2000). Het is van belang bij de uitvoering van een zorgprogramma dat de hulpverlening binnen de verschillende modules op elkaar aansluiten en op elkaar afgestemd zijn. Hiervoor zijn afspraken gemaakt tussen de verschillende organisaties zowel over de inhoud van de hulp als over allerlei praktische zaken zoals aansluiting tussen de modules en de verdeling van de kosten. (de Ruyter e.a., 2000).
Kwaliteitscriteria voor andere samenwerkingsvormen Voor het formuleren van kwaliteitscriteria voor andere samenwerkingsvormen dan zorgprogramma’s is de literatuur doorzocht naar informatie over succesfactoren in de samenwerking tussen verschillende sectoren of instellingen (op het bredere terrein van het jeugdbeleid). De gevonden succesfactoren vertalen we vervolgens naar kwaliteitscriteria. Eén van de publicaties die aanwijzingen geeft voor mogelijke kwaliteitscriteria voor samenwerking tussen sectoren op het terrein van het jeugdbeleid gaat over de aansluiting tussen de jeugdgezondheidszorg en de jeugdzorg (Instituut Jeugd en Welzijn, 2002). Een wat oudere publicatie waarin informatie te vinden is, is die van Van der Neut en Nijssen (1994). Zij noemen succesfactoren bij netwerkvorming tussen verschillende sectoren die zich bezig houden met jeugd, zoals onderwijs, jeugdhulpverlening, jeugdgezondheidszorg, volkshuisvesting. Hier wordt een inmiddels verouderde situatie geanalyseerd, maar de opbrengsten van de analyse zijn te vertalen naar de huidige situatie van samenwerkingsverbanden tussen de deelsectoren van de jeugdzorg. Een recent rapport over de kwaliteit van de samenwerking tussen Bureau Jeugdzorg en de jeugd-ggz geeft wel succesfactoren voor samenwerking aan, maar deze zijn zo specifiek voor de situatie van Bureau´s Jeugdzorg dat zij moeilijk te vertalen zijn naar samenwerking tussen geïndiceerde zorgaanbieders (Konijn, 2002). Een ander rapport dat over een terrein buiten de jeugdzorg gaat, is het Voorlopig Referentiekader voor Ketenkwaliteit (Van Ooyen, Place, Kok & de Wilde, 2000). Hierin worden kwaliteitscriteria genoemd voor regionale zorgketens in de gezondheidszorg. Belangrijk uitgangspunt in dit rapport is dat de zorg die geleverd wordt in een keten een integraal product is, dat gestuurd wordt door de vraag en de zorgbehoefte van de cliënt. In essentie gaat het bij ketenkwaliteit om de afstemming van de verschillende zorgonderdelen op elkaar. Vanuit dit uitgangspunt zijn enkele van de in dit rapport genoemde criteria te vertalen naar samenwerking binnen deelsectoren van de jeugdzorg. Mogelijke kwaliteitscriteria Op basis van de bovenstaande literatuur is een aantal succesfactoren voor samenwerking vertaald in kwaliteitscriteria. De veertien criteria zijn onderverdeeld in criteria rond: 1) randvoorwaarden, 2) samenhang in de uitvoering, 3) organisatie en 4) evaluatie. Randvoorwaarden • Er is voldoende tijd en geld gereserveerd voor het samenwerkingsverband.(Van der Neut & Nijssen,1994). • Er is in de initiatieffase nagegaan of de samenwerking mogelijk is binnen de bestaande wet en regelgeving (Van der Neut & Nijssen, 1994). • De uitvoerend medewerkers zijn gemotiveerd om samen te werken met andere instelling(en) en willen investeren in het samenwerkingsverband (Instituut Jeugd en Welzijn, 2002; Van der Neut & Nijssen, 1994). • Het samenwerkingsproject wordt op beleidsniveau van alle betrokken voorzieningen en overheden breed gedragen en actief ondersteund (Instituut Jeugd en Welzijn, 2002) • De uitvoerend medewerkers ontvangen deskundigheidsbevordering en training in samenwerking en de vaardigheden die daarbij nodig zijn (Instituut Jeugd en Welzijn, 2002).
Samenhang in de uitvoering • De cliënt heeft een integraal zorgplan, dat wordt opgesteld in overleg en onderhandeling met de cliënt en is afgestemd op de mogelijkheden van de cliënt. De cliënt heeft hierbij keuzemogelijkheden De deel/werkplannen zijn op elkaar afgestemd en hulpverleners hebben regelmatig overleg. Een casemanager coördineert de activiteiten in kader van het zorgplan (Van Ooijen e.a., 2000). • De betrokken hulpverleners maken afspraken over bereikbaarheid (voor elkaar en voor client), over de onderlinge communicatie en overlegmomenten en spreken af wie in welke zorgfase de cliënt informeert, wie welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft, wie eindverantwoordelijk is en hoe de zorg geëvalueerd wordt. Ook maken zij afspraken over de bejegening van de cliënt (ieder op één lijn) (Van Ooijen e.a., 2000; van der Neut & Nijssen, 1994). • Voor schakels tussen de zorgonderdelen hanteren hulpverleners en /of instellingen samenwerkings- en overdrachtsprotocollen waarin staat welke informatie meegaat naar het volgende/parallelle onderdeel; welke informatie uit en naar de verschillende zorgonderdelen moet worden gekoppeld, informatie over eventuele wachttijden aan de cliënt en tussenoplossingen tijdens de wachttijd (van Ooijen, e.a., 2000). Organisatie • Er is een goede inhoudelijke onderbouwing van de samenwerking met reële doelstellingen in de initiatieffase. In de uitvoeringsfase is er een uitgewerkt plan van aanpak (Van der Neut & Nijssen, 1994). • Er is een (liefst onafhankelijke) coördinator of projectleider toegewezen voor de ontwikkeling van het samenwerkingsverband (Van der Neut & Nijssen, 1994). Daarnaast is ook bij interinstitutionele zorgprogramma´s de ervaring dat er een coördinator of projectleider moet zijn die instellingsoverstijgend het zorgprogramma kan ontwikkelen en coördineren (Van Yperen, Carati, Schuppert & Vermunt, 2000). • Er wordt gezorgd voor continuïteit in de voortgang van het samenwerkingsverband (Van der Neut & Nijssen, 1994). • Er zijn afspraken gemaakt over de samenwerking, onder andere: welke zorgaanbieders leveren welke zorgonderdelen; wie doet wat en wanneer, wie is verantwoordelijk voor de aansturing en welke overlegvormen en overlegmomenten zijn er in de samenwerking (Van Ooijen e.a., 2000). • De overdracht van cliëntgegevens is formeel geregeld. Deze regeling voldoet aan de Wet bescherming Persoonsgegevens (Instituut Jeugd & Welzijn, 2002; Van der Neut & Nijssen, 1994). Evaluatie • De samenwerking wordt op een onafhankelijke en onpartijdige wijze geëvalueerd waarbij de voordelen voor de cliënt duidelijk worden (Instituut Jeugd & Welzijn, 2002). In totaal levert de verkenning van de literatuur vijftien criteria op, die gebruikt kunnen worden om de voorbeeldpraktijken te bevragen en de beschikbare informatie te beoordelen.
LITERATUUR Burik, A.E. van. (2000). Evaluatie veldprojecten zorgprogrammering in de jeugdzorg. Den Haag/Utrecht: Projectgroep Zorgprogrammering, Ministerie van VWS/NIZW. Konijn, C. (2002). Bureau Jeugdzorg en de jeugd-ggz, kwaliteit in de samenwerking. Utrecht: NIZW. Instituut Jeugd en Welzijn. (2002). De aansluiting tussen de jeugdgezondheidszorg en de jeugdzorg, eerste inventarisatie en voorbeelden. Amsterdam: VU. Meeuwissen, J. (2001). Kwaliteitscriteria voor GGZ programma’s. Utrecht: GGZ Nederland. Neut, A.C. van der & A.J. Nijssen. (1994). Intersectoraal samenwerken rond jeugd. Inventarisatie en analyse. Leiden: Research voor Beleid BV. Ooyen, M. van, Place, M., Kok, I. & G. de Wilde. (2000). Voorlopig Referentiekader Ketenkwaliteit: kwaliteitscriteria voor regionale zorgketens. Utrecht: Trimbos Instituut. Ruijter, D. de., Steege, M. van der & H. Jagers. (2000). Kwaliteitscriteria modularisering en zorgprogrammering. Aanzet tot een discussie. Utrecht: NIZW. Yperen, T. van., Rest, E. van & C. Vermunt (1999). Definitie van kernbegrippen. Programma’s in de jeugdzorg. Den Haag/Utrecht: Projectgroep Zorgprogrammering, NIZW/VWS. Yperen, T. van., Carati, C., Schuppert, J. & C. Vermunt. (2000). Eindadvies modules en programma´s in de jeugdzorg. Den Haag/Utrecht: Projectgroep Zorgprogrammering, NIZW/VWS.
VRAGENLIJST VOORBEELDPRAKTIJKEN SAMENWERKING Jeugdhulpverlening/jeugdbescherming en jeugd-ggz of jeugd-lvg Deze vragenlijst is bedoeld voor het bevragen van vijf ‘soorten’ voorbeeldpraktijken: een zorgprogramma, een andere samenwerkingsvorm rond een doelgroep, een structureel casuïstiekoverleg, een crisisinterventieteam en een grote instelling waarin men samenwerkt, doordat de verschillende sectoren door fusies tot één organisatie zijn gaan behoren. Naast de interviews met vijf voorbeeldpraktijken wordt de vragenlijst ook gebruikt om een update te maken van de informatie die beschikbaar is over de zorgprogramma’s die al langer bestaan en één van de proefprojecten waren van de Projectgroep Zorgprogrammering. Veel gegevens die in de lijst gevraagd worden zijn dan al bekend, daarom wordt volstaan met het stellen van die vragen waarop informatie ontbreekt. Inhoud en gegevens van het samenwerkingsverband 1. Welke instellingen zijn er bij het samenwerkingsverband betrokken (uit welke sector)? 2. Om welke vorm van samenwerking gaat het (zorgprogramma, crisisinterventie, samenwerking van verschillende deelsectoren binnen één organisatie; structurele casuïstiekoverleggen; samenwerking gericht op een doelgroep anders dan een zorgprogramma) 3. Welke doelstelling streeft het samenwerkingsverband na, wat beoogt men met het samenwerkingsverband te bereiken? 1
4. Is de samenwerking geformaliseerd ? Op welke wijze is dit vastgelegd? 5. Is de samenwerking tijdelijk of structureel? 6. Wie heeft het initiatief genomen tot samenwerking? Heeft het landelijk of provinciaal beleid een rol gespeeld bij dit initiatief? 7. Hebben de instellingen die deelnemen aan het samenwerkingsverband al eerder samengewerkt? Zo ja, op welk gebied? 8. Richt het samenwerkingsverband zich op een bepaalde doelgroep of hulpvraag? Op basis waarvan is er gekozen voor deze doelgroep? Hoe is de instroom van deze doelgroep geregeld? 9. Is er een gemeenschappelijke visie op de (problematiek van de) jeugdige die ten grondslag ligt aan het samenwerkingsverband? Zo ja, hoe is deze visie tot stand gekomen? 10. Welke concrete activiteiten worden er uitgevoerd door de instellingen in het kader van de samenwerking? 11. Is het aanbod van de deelnemende instellingen in het samenwerkingsverband beschreven in de vorm van modules of is dit anderszins vastgelegd?
1
Dat wil zeggen dat de afspraken over de samenwerking zijn vastgelegd in de vorm van een contract ondertekend door het management of het bestuur van de betrokken instanties
Samenhang in het aanbod (voor cliënten) 12. Hoe wordt het behandelplan voor de cliënt opgesteld? Door wie is dit opgesteld en hoe is de cliënt hierbij betrokken? Is het behandelplan instellingsoverstijgend? 13. Hoe zorgt men er voor dat de activiteiten/modules van de verschillende instellingen goed op elkaar aansluiten voor de cliënt? Zowel wat betreft inhoud van de hulp als aansluiting in tijd (wachtlijsten ). 14. Zijn er afspraken rond verantwoordelijkheden bij belangrijke besluiten rondom een cliënt bij de samenwerkende instellingen? Is dit vastgelegd? Hoe wordt voor de cliënt duidelijk wie het aanspreekpunt is? Samenhang op organisatorisch niveau 15. Is er een plan gemaakt voor de opzet en de uitvoering van de samenwerking? Is dit plan vastgelegd? Zijn er hierbij verschillende fases van uitvoering aangewezen? 16. Wat is het huidige stadium van uitvoering van de samenwerkingsafspraken? Zijn er al cliënten ingestroomd in het samenwerkingsverband? Zo ja, kan men aangeven hoeveel cliënten op jaarbasis? 17. Welke niveaus binnen de organisatie zijn betrokken bij de samenwerking (beleid, uitvoering)? 18. Hoe is de coördinatie van het samenwerkingsverband geregeld (coördinatie op instellingsniveau)? 19. Hoe zijn de taken en verantwoordelijkheden in de samenwerking geregeld? Zijn deze vastgelegd? Is het duidelijk voor alle betrokkenen in het samenwerkingsverband wie welke taken en verantwoordelijkheden heeft? 20. Er is sprake van afstemming met Bureau jeugdzorg? Zo ja, waarover zijn er afspraken gemaakt? Is men tevreden over de samenwerking met Bureau Jeugdzorg, of zijn er verbeterpunten aan te wijzen? Wat voor gevolgen heeft de samenwerking voor de indicatiestelling van Bureau Jeugdzorg? 21. Hoe wordt er gezorgd voor de continuïteit van de samenwerking? Wie is hiervoor verantwoordelijk? 22. Zijn er afspraken gemaakt over de uitwisseling van informatie over cliënten (privacy). Welke? Zijn deze afspraken vastgelegd? Is men tevreden over deze regeling of zijn er verbeterpunten? 23. Hoe wordt de hulp binnen het samenwerkingsverband gefinancierd? Zijn er afspraken gemaakt over de verdeling van de financiering (wie betaalt wat)? Bent u tevreden over de wijze van financiering? Is de financiering mogelijk binnen de huidige financieringskaders of zijn er andere oplossingen gezocht? 24. Is er sprake van deskundigheidsbevordering aan medewerkers die deelnemen in het samenwerkingsverband? Zo ja, waar is deze op gericht?
RANDVOORWAARDEN 25. Hoe staat het met de bereidheid van medewerkers om te investeren in het activiteiten voor het samenwerkingsverband? 26. Zijn er extra tijd en middelen gereserveerd voor de uitvoering van de samenwerking? Is er bijv. extra werktijd gereserveerd voor samenwerkingsactiviteiten van medewerkers of gebeurt dit binnen de reguliere werktijd? Evaluatie 27. Is de samenwerking geëvalueerd of heeft men gepland dit te doen? Zo ja, hoe? Wat zijn de uitkomsten van evaluatie? 28. Wat levert de samenwerking op voor de individuele cliënt? Worden er resultaten van de behandeling en/of tevredenheid van de cliënt gemeten? 29. Wat levert de samenwerking op voor de betrokken instellingen? 30. Zijn de betrokken instellingen tevreden over de samenwerking? In hoeverre worden de beoogde doelstellingen van het samenwerkingsverband bereikt? Zijn er nog verbeterpunten te noemen? Bevorderende/belemmerende factoren 31. Zijn er factoren aan te wijzen die bevorderend zijn voor de samenwerking tussen de instellingen? 32. Zijn er factoren aan te wijzen die belemmerend zijn voor de samenwerking tussen de instellingen? 33. Zijn er oplossingen gevonden voor eventuele knelpunten? TIPS 34. Heeft men nog tips voor andere organisaties betreffende de samenwerking tussen jeugdhulpverlening /jeugdbescherming en de jeugd-ggz en/of jeugd-lvg`?