SAMEN IN SAMENHANG Integraal Bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007 – 2011
22 mei 2007
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
Voorwoord Samen in samenhang Bij een voorwoord van een beleidsnota hoort een pakkende titel. Dat had bijvoorbeeld kunnen zijn: ‘De besche idenheid voorbij’. Ik heb namelijk sinds mijn aantreden als lokaal bestuurder, zeker binnen de portefeuille economische zaken, mogen constateren dat Roosendaal heel veel heeft om trots op te zijn. Op diverse gebieden maakt Roosendaal haar regionale positie meer dan waard: -
390 ha bedrijventerreinen, waarvan 150 ha uitgeefbaar op Bedrijventerrein Borchwerf en Majoppeveld; 154.000 m2 winkelv loeroppervlakte; 4.400 bedrijven waar 39.000 mensen werkzaam zijn (dat wil zeggen dat er in de gemeente net zoveel mensen werken als dat er aan beroepsbevolking woont).
Cijfers van importantie maar typisch genoeg gaan ze vaak gepaard met een gevoel van ‘doe maar gewoon’. Dat heeft iets innemend, maar is niet altijd terecht. Naar mijn mening is er plaats voor gepaste trots en is er sprake van kwaliteiten die we mogen uitdragen! De titel had ook kunnen zijn: ‘Geen woorden maar da den’. Ik heb Roosendaal leren kennen als het Rotterdam van West Brabant. Niet kletsen, maar doen. Een goed voorbeeld is de ontwikkeling van Bedrijventerrein Borchwerf. In de tweede helft van de negentiger jaren vormden de plannen rondom Moerdijkse Hoek een regionaal en bovenregionaal voorbeeld voor het bedrijventerrein van de toekomst. Sy mposia werden er aan opgehangen, vakbladen mee gev uld. In diezelfde periode is er door de gemeente Roosendaal in overleg met de direct betrokkenen een start gemaakt met de plannen voor Bedrijventerrein Borchwerf. Aanvankelijk meer achter de schermen. Er lag geen makkelijke opgave: de realisatie van 150 ha bedrijventerrein in het landelijk gebied. Maar met veel doorzettingsvermogen en oog voor de diverse deelbelangen is het gelukt om zo’n 5 jaar na de eerste plannen met de realisatie te starten en zijn er inmiddels de eerste bedrijven gevestigd! Ook parkmanagement is een goed voorbeeld. De afgelopen jaren een hot item in bedrijventerreinenland. Hoe kunnen we gerealiseerde kwaliteit vasthouden en (dus) verval tegenhouden? Over dit onderwerp zijn er studieboeken vol geschreven. Roosendaal heeft het ‘gewoon’ aangepakt. Op de bestaande terreinen in de vorm van pilots. Bedrijventerrein Borchwerf wordt gerealiseerd onder parkmanagement. Bedrijfsleven en overheid nemen samen deel in een opgerichte stichting met als gezamenlijk doel een optimale kwaliteit voor zowel openbaar als privaat domein. Waar we meer en meer van overtuigd raken: de overheid kan het niet alleen, samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven is noodzakelijk. En zeker op het gebied van bedrijventerreinen is de samenhang met andere beleidsvelden uitermate belangrijk. Dus is de titel geworden: ‘Samen in samenhang’. Anders gezegd: interactief en integraal. Ik zou dit willen omschrijven als een eigen (Roosendaalse) en eigentijdse aanpak. Wat bedoel ik daarmee? Op de eerste plaats bottom up en probleemgericht. In de praktijk en in dit geval op de bedrijventerreinen, horen en onderzoeken wat de daadwerkelijke problemen zijn. Vervolgens samen, overheid en bedrijfsleven, coalities smeden om de problemen aan te pakken. En niet alleen samen, maar ook integraal. Economische Zaken kan het zeker niet alleen. Er spelen vele andere punten, bijvoorbeeld op het gebied van ruimtelijk beleid, verkeer en vervoer en milieu.
_______________________________________________________________________________________
1
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
Deze werkw ijze sluit perfect aan bij het collegeprogramma ‘Hart voor Roosendaal en haar toekomst’ . Interactieve beleidsvorming en publiek ondernemerschap staan hoog in het vaandel. Naast de binnenstad is ‘kansen voor iedereen’ het tweede speerpunt in het collegeprogramma. Daartoe willen we extra investeren in de driehoek onderw ijs, economie en werkgelegenheid. Ook hier is samenwerking cruciaal: samen afspraken maken om kansen voor doelgroepen te creëren en om onderwijsvormen af te stemmen op een veranderende economie. De meest effectieve wijze om armoede te bestrijden is ervoor te zorgen dat iedereen werk heeft. En het bevorderen van de werkgelegenheid is en blijft de centrale doelstelling van bedrijventerreinenbeleid. Ik ben er van overtuigd dat we in Roosendaal onze regionale taak en positie op het gebied van bedrijventerreinen voortreffelijk vorm en inhoud geven. Graag wil het gemeentebestuur in samenwerking met het bedrijfsleven er de komende jaren aan werken om deze positie vast te houden en waar nodig te optimaliseren. Wethouder Economische Zaken, dr. Jan Pelle
_______________________________________________________________________________________
2
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
Samenvatting Vanuit de sociaal-economische invalshoek is en blijft het bevorderen van de werkgelegenheid de centrale doelstelling van bedrijventerreinenbeleid. Ook het creëren en handhaven van een goed productiemilieu en ondernemingsklimaat blijft belangrijk. De beleidsdoelstellingen, voor de periode 2007-2011 ten aanzien van de bedrijventerreinen van de gemeente Roosendaal zijn: 1. Het verbeteren, waar nodig, van de inf rastructuur en het ondernemingsklimaat op bedrijventerreinen. 2. Het handhaven van de uitstraling en de voorzieningen behorend bij een modern en duurzaam bedrijventerrein. 3. Het uitbreiden van de werkgelegenheidspotentie van de regio door middel van de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen. Het verbeteren, handhaven en uitbreiden van de bedrijventerreinen van Roosendaal wordt voor deze beleidsperiode grotendeels gerealiseerd door middel van het doorlopen van de zogenaamde Topper-projecten. Dit zijn ontwikkelingsprojecten voor de bedrijventerreinen van Borchwerf I, Borchwerf II en Majoppeveld, die met behulp van rijkssubsidie en een daarbij behorende programmaprotocol uitgerold worden. De richtlijnen en protocollen van de Topper-regelingen bieden een goede procedurele kapstok om de bovenstaande doelstellingen te realiseren, echter inhoudelijke afspraken moeten ook gemaakt worden om inv ulling aan de doelstellingen te kunnen geven. Er is een aantal uitgangspunten en voorwaarden voor integraal bedrijventerreinbeleid binnen de gemeente Roosendaal te benoemen. Zo moet er sprake zijn van publiek ondernemerschap, dat wil zeggen expliciete en structurele aandacht voor een regionale oriëntatie en locale samenwerking. Vervolgens kiest de gemeente Roosendaal voor een gebiedsgerichte en duurzame aanpak voor de ontwikkeling en het beheer van bedrijventerreinen. Tenslotte wordt financieel draagv lak als een voorwaarde gezien voor de ontwikkeling van een bedrijventerreinbeleid. Een integrale aanpak van bedrijventerreinbeleid vraagt om aandacht voor een aantal thema’s die van belang zijn voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen: -
ruimtelijk beleid verkeer en vervoer onderhoud buitenruimte ICT infrastructuur veiligheid milieu regionale samenwerking parkmanagement profilering arbeidsmarkt
Paragraaf 4.10 (tabel 2) geeft een overzicht van deze beleidsthema’s en de manier waarop deze in de gemeentelijke organisatie ingebed zijn of gaan worden. Hoofdstuk 5 bevat de lijnen waarlangs de beleidsvoornemens in de komende jaren gerealiseerd gaan worden. Het zijn de speerpunten die tot actieplannen en activiteiten in de komende jaren moeten leiden. De vijf speerpunten voor beleidsuitvoering voor 20072011, zoals hieronder weergegeven, worden samengevat in tabel 3 (blz. 45): 1. (Her)ontwikkeling bedrijventerreinen 2. Database bedrijventerreinen _______________________________________________________________________________________
3
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
3. Vastgoedmanagement 4. Criminaliteitspreventie 5. Duurzaam Beheer Deze speerpunten en de daarmee samenhangende acties vormen vanaf 2007 de nieuwe basis van het actieoverzicht van het Economisch Actieplan van gemeente Roosendaal.
_______________________________________________________________________________________
4
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
0.
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord
1
Samenvatting
3
0.
5
Inhoudsopgave
1.
Inleiding 1.1. Beleidskaders 1.2. De bedrijventerreinen 1.3. Leeswijzer
7 7 9 10
2.
Doelstellingen bedrijventerreinbeleid 2.1. Centrale doelstelling 2.2. Doelstellingen 2007 – 2011
11 11 11
3.
Uitgangspunten beleid 3.1. Publiek ondernemerschap 3.2. Regionale oriëntatie 3.3. Locale samenwerking 3.4. Gebiedsgerichte aanpak 3.5. Duurzaamheid 3.6. Financieel draagv lak
13 13 13 14 14 15 15
4.
Beleidsthema’s 4.1 Ruimtelijk beleid 4.1.1 Zorgv uldig ruimtegebruik 4.1.2 Zonering 4.1.3 Ruimtelijke kwaliteit 4.1.4 Vraaggestuurde ruimtelijke ordening 4.2 Verkeer en vervoer 4.2.1. Multimodaliteit 4.2.2 Inrichting verkeersnet 4.2.3 Vervoersmanagement 4.2.4 Parkeren 4.3 Onderhoud buitenruimte 4.4 ICT infrastructuur 4.5 Veiligheid 4.6 Milieu 4.7 Regionale samenwerking 4.8 Parkmanagement 4.9 Profilering 4.10 Arbeidsmarkt 4.11 Samenvattend overzicht
17 17 17 20 20 21 22 23 23 24 26 26 27 27 28 29 29 31 32 32
5.
Beleidsspeerpunten 5.1. (Her)ontwikkeling bedrijventerreinen 5.2. Database bedrijventerreinen 5.3. Vastgoedmanagement 5.4. Criminaliteitspreventie 5.5. Duurzaam beheer/parkmanagement
38 38 39 40 42 42
_______________________________________________________________________________________
5
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
5.6. 5.7. 5.8.
Reguliere werkzaamheden Gerelateerde werkzaamheden Samenvattend overzicht
42 43 44
Bijlagen:
45
Bijlage 1: Samenvatting Bedrijventerreinrapportage West-Brabant 2006 Bijlage II: Geraadpleegde literatuur
46 51
_______________________________________________________________________________________
6
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
1. INLEIDING Dit hoofdstuk biedt een basis die behulpzaam is bij het lezen van deze notitie. Ten eerste bestaat dit hoofdstuk uit een korte schets van de beleidskaders voor het bedrijventerreinbeleid van de gemeente Roosendaal. Vervolgens wordt een beschrijv ing van de bedrijventerreinen van Roosendaal gegeven. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een leeswijzer, waarin de opzet van de rest van de notitie beschreven staat.
1.1.
Beleidskaders
De beleidskaders die voor het bedrijventerreinbeleid van de gemeente Roosendaal van belang zijn, zijn de kaders op landelijk, prov inciaal en regionaal niveau. Wat betreft het herontwikkelen van bedrijventerreinen is vooral de vijfde Nota Ruimtelijke Ordening van belang waarin de uitgangspunten en hoofdlijnen van het nationale ruimtelijk beleid zijn weergegeven. Deze zijn verder uitgewerkt in de economische beleidsnotitie ‘Pieken in de Delta’. Op provinciaal niveau is het document ‘Pieken in Zuidwest-Nederland’ opgesteld op basis van het landelijke beleidskader. Op regionaal niveau is dit het uitwerkingsplan ‘Brabantse buitensteden en Woensdrecht’ van belang. Instrumenten die volgens de vijfde Nota Ruimtelijke Ontwikkeling gebruikt kunnen worden om de beperkte ruimte in Nederland zorgv uldig in te vullen, zijn het aangeven van rode contouren waarbinnen de functies wonen en werken verder ontwikkeld worden en het aanwijzen van stedelijke netwerken binnen deze contouren. Binnen de rode contouren geldt een integraal locatiebeleid met als doel bedrijven en voorzieningen zodanig te vestigen dat de vitaliteit van stedelijke netwerken en dorpen versterkt wordt. Deze doelstelling richt zich op de economie, de bereikbaarheid en de kwaliteit van het leef milieu, waarvan het belang per regio verschillend kan zijn, afhankelijk van de ruimtelijke overwegingen. Verder w il het Rijk duurzame bedrijventerreinen en het gebruik van duurzame energie stimuleren waarbij herstructurering van bestaande bedrijventerreinen een hoge prioriteit heeft. Het document ‘Pieken in Zuidwest-Nederland, Prof iteren van de strategische ligging’ is een uitwerking van de Nota ‘Pieken in de Delta’. Het betreft de regio ZuidwestNederland, bestaande uit de provincie Zeeland en de regio West-Brabant. ‘Pieken in Zuidwest-Nederland’ beschrijft een programma dat de komende jaren ruimte biedt aan vernieuwende impulsen voor drie sectoren in de regio: procesindustrie, logistieke dienstverlening en toerisme. Gezamenlijke investeringen in innovatie, kennisoverdracht en ondernemerschap zorgen daarbij voor het behoud en de groei van de werkgelegenheid in de regio. Door gerichte acties wil het programma de sterke concurrentiepositie van de procesindustrie laten doorgroeien naar een internationaal topniveau. De focus is gericht op de verdere ontwikkeling van een internationaal excellerend maintenance-cluster en het oprichten van een industrieel cluster gericht op de productie en toepassing van bio-energiebronnen. Daarnaast moet de regio zich ontwikkelen tot centrum van logistieke dienstverlening. Om internationaal sterk te concurreren is het voor de regio essentieel om voortdurend te blijven investeren in het aantrekken van nieuwe bedrijven door middel van gezamenlijke promotie en acquisitie en het creëren van een gunstig vestigingsklimaat. Hierbij wordt er aan kracht gewonnen wanneer betrokken partijen uit het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden nauw samenwerken. Tenslotte is het realiseren van een trendbreuk binnen de toeristische sector een doelstelling door het aantrekken van nieuwe, kwalitatief hoogwaardige ondernemingen en nieuwe markten. De gemeente Roosendaal geeft met haar bedrijventerreinenbeleid inhoud en uitwerking aan het speerpunt gericht op het versterken van de logistieke waarde van het gebied. _______________________________________________________________________________________
7
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
In het uitwerkingsplan ‘Brabantse Buitensteden en Woensdrecht’ zijn de ruimtelijke ontwikkelingen in de stedelijke regio Bergen op Zoom- Roosendaal en de daarbij behorende landelijke regio (Zuidwest-Brabant) uitgewerkt. Het streekplan heeft zorgvuldiger gebruik van de ruimte als hoofddoel. Beoogd wordt om met het ruimtelijke beleid bij te dragen aan de balans tussen het economische, het ecologische en het sociaal-culturele kapitaal van Brabant. In het plan zijn vijf leidende principes voor het provinciaal ruimtelijk beleid verwoord:
meer aandacht voor de onderste lagen zuinig ruimtegebruik concentratie van verstedelijking zonering van het buitengebied grensoverschrijdend denken en handelen
Voor het opstellen van het inf rastructurele netwerk en het stedelijk landschap van deze regio is een drietal ruimtelijke hoofdprincipes sturend geweest voor de integrale afweging tussen de verschillende waarden en ruimtelijke structuren:
versterken van de stedelijkheid en complementariteit van Bergen op Zoom en Roosendaal optimaliseren van het grondgebruik in het bestaand stedelijk gebied selectief benutten van economisch-infrastructurele potenties
In het Streekplan is de ambitie opgenomen om van de totale ruimtebudget van 7000 ha bruto bedrijventerreinen 5000 ha bruto in de vorm van nieuw stedelijk ruimtebeslag te realiseren. De ruimtebesparing moet enerzijds worden gerealiseerd door nieuwe terreinen intensiever te benutten, anderzijds door bestaande terreinen te herstructureren en door het bestaand stedelijk gebied intensiever te benutten. Het uitwerkingsplan is tot stand gekomen door middel van een redelijk uniek proces van samenwerking en afstemming tussen de betrokken gemeenten, het waterschap en het hoogheemraadschap. Daarin hebben de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal de keuze gemaakt om wonen vooral rond Bergen op Zoom en werken vooral in Roosendaal te concentreren. De bovenregionale werkgelegenheidsfunctie van de gemeente Roosendaal is een sterke impuls voor de ontwikkeling van de bedrijventerreinen van Roosendaal. Op gemeentelijk niveau is het collegeprogramma 2006-2010 ‘Hart voor Roosendaal en haar toekomst’ ontwikkeld. In dit programma zijn innovatie en daadkracht de leidende kernwaarden die bepalend zijn voor de bestuursstijl. Om de consistentie van het beleid van de praktische uitvoering te kunnen waarborgen, wordt interactieve beleidsvorming als een integraal onderdeel van de werkwijze en cultuur gezien. Publiek ondernemerschap staat hoog in het vaandel. Er wordt geparticipeerd in nieuwe vormen van samenwerking en cofinanciering waarbij op zoek wordt gegaan naar navenante financieringsbronnen om het publiek ondernemersschap goed uit de verf te laten komen en te verwezenlijken. De focus van het programma ligt op twee speerpunten. Een duurzame kwaliteitslag voor de binnenstad is één van de speerpunten waarbij schoon, heel en veilig de kernbegrippen zijn. Hierbij heeft het terugdringen van overlast en criminaliteit een hoge prioriteit. Ook heeft het programma speciale aandacht voor de ontwikkeling van de bedrijventerreinen Majoppeveld en Borchwerf. Daarnaast wil men investeren in kansen voor iedereen, waarbij de driehoek onderw ijs, economie en werkgelegenheid van belang is. Één van de doelstellingen van het bedrijventerreinenbeleid is het uitbreiden van de werkgelegenheidspotentie, waarmee mede uitvoering wordt gegeven aan de beleidsvoornemens van het college.
_______________________________________________________________________________________
8
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
1.2.
De bedrijventerreinen
De gemeente Roosendaal bev indt zich in West Brabant tussen de steden Breda, Antwerpen, Bergen op Zoom en Rotterdam. De gemeente Roosendaal bestaat naast het centrum en de buitenwijken uit de dorpen Heerle, Nispen, Wouw, Wouwse Plantage en Moerstraten. In totaal telt de gemeente circa 77500 inwoners (september 2006). In het uitvoeringsplan Brabantse Buitensteden en Woensdrecht is vastgesteld dat Roosendaal een bovenregionale werkgelegenheidsfunctie heeft. Vanwege haar strategische ligging heeft de stad Roosendaal zich ontwikkeld tot een stad waar logistiek en distributie voor een groot deel de bedrijv igheid op de bedrijventerreinen kenmerkt. Roosendaal bev indt zich tussen twee snelwegen, de A58 en de A17, en is hiermee gunstig gesitueerd tussen de wereldhavens Rotterdam en Antwerpen. Het is één van de weinige plaatsen in Nederland die Nederland met België per spoor verbindt. En met de beoogde verplaatsing van het spooremplacement naar het noorden van de stad, krijgt Roosendaal in de toekomst het strategische voordeel dat het één van de weinige openbare laad-los locaties in Zuid Nederland heeft voor goederen van rails naar as. De logistieke bedrijvigheid op de bedrijventerreinen van Roosendaal ligt met deze, gunstige ligging van de stad, in de rede. Bedrijvigheid in andere sectoren complementeert echter de logistieke sector, en biedt tegenkleur, zodat er in het algemeen gesproken kan worden over gemengde, multifunctionele bedrijventerreinen in Roosendaal voor de middelzware industrie. Roosendaal heeft momenteel drie gebieden met een industriële bestemming: Borchwerf, Majoppeveld en Vijf huizenberg (zie figuur 1). Het bedrijventerrein Borchwerf kan in drie segmenten verdeeld worden – Borchwerf I, Borchwerf II (in ontwikkeling) en Borchwerf Zuid (het gedeelte ten zuiden van de Jan Vermeerlaan dat aansluit bij het SpoorHaven gebied). Majoppeveld bestaat uit twee delen – het bestaande bedrijventerrein en het terrein ten oosten daarvan dat momenteel in ontwikkeling is. Bedrijventerrein Vijf hujzenberg is een klein bedrijventerrein ten zuiden van de A58, dat ingeklemd zit tussen woongebieden. Deze notitie geeft de beleidsdoelstellingen en thema’s weer voor de gebieden die nu en in de toekomst voor industrie en bedrijv igheid in Roosendaal bestemd zijn. Dat zijn de gebieden Borchwerf I, Borchwerf II en Majoppeveld. De bedrijventerreinen Vijfhuizenberg en Borchwerf Zuid zijn gebieden die momenteel ‘van kleur aan het verschieten zijn’. Ze hebben momenteel namelijk een industriële bestemming, maar deze bestemming zal mogelijk in de toekomst veranderen. Dit heeft te maken met de ligging van de gebieden tussen woonwijken en de verschuiving daarbinnen van bedrijvigheid naar dienstverlening, kantoren en grootschalige detailhandel. Ook zijn in deze gebieden veel bedrijfswoningen aanwezig. De visie op en de plannen voor Vijfhuizenberg zijn vastgelegd in het nieuwe voorontwerp bestemmingsplan Vijfhuizenberg (december 2006). De verwachting is dat dit bestemmingsplan begin 2007 door de gemeenteraad zal worden vastgesteld. Dit document is leidend voor toekomstige activiteiten en ontwikkelingen in het gebied. Borchwerf Zuid is losgekoppeld van bedrijventerrein Borchwerf. Het gebied wordt meegenomen in de plannen van het SpoorHaven gebied.
_______________________________________________________________________________________
9
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
Figuur 1. De Roosendaalse bedrijventerreinen
1.3. Leeswijzer Deze notitie geeft, zoals gezegd, de beleidsdoelstellingen en thema’s weer voor de gebieden die nu en in de toekomst voor industrie en bedrijvigheid in Roosendaal bestemd zijn. De voorgaande paragraaf heeft kort aangegeven welke terreinen hiermee bedoeld worden. Hoofdstuk 2 van deze notitie geeft de hoofddoelstellingen van het bedrijventerreinbeleid weer en de daaruit afgeleide subdoelstellingen voor de periode 2007-2011. De volgende hoofdstukken bevatten vervolgens de uitgangspunten, thema’s en speerpunten die inhoud en inv ulling aan de beleidsvoornemens geven. Hoofdstuk 3 geeft de uitgangspunten van het huidige bedrijventerreinbeleid weer. Dit zijn gedachten die aan de beleidsthema’s en speerpunten ten grondslag liggen en de basis van het bedrijventerreinbeleid vormen. Hoofdstuk 4 geeft het gemeentelijke beleid weer ten aanzien van verschillende thema’s die met bedrijventerreinen te maken hebben. In het kader van integrale beleidsvorming worden verschillende beleidsaspecten van de gemeente door een ‘bedrijventerrein-bril’ behandeld. Waar nodig worden uitspraken gedaan over de gewenste richting voor de ontwikkeling van zaken. De uitgangspunten van hoofdstuk 3 en de beleidsthema’s van hoofdstuk 4 komen vervolgens samen in hoofdstuk 5 waar beleidsvoornemens in speerpunten vertaald worden. De beleidsspeerpunten zijn de lijnen waarlangs de beleidsrealisatie zich in de komende jaren af zal spelen. Zij zullen als zodanig opgenomen worden in het Economisch Actieplan van de gemeente Roosendaal.
_______________________________________________________________________________________
10
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
2. DOELSTELLINGEN BEDRIJVENTERREINBELEID In het Economisch Profiel van de gemeente Roosendaal (uit 1999) is een centrale doelstelling en zijn een tweetal subdoelstellingen ten aanzien van bedrijventerreinbeleid geformuleerd. De centrale doelstelling blijft staan en is opgenomen in paragraaf 2.1. De subdoelstellingen zijn echter door de tijd ingehaald. Zij worden vervangen door de subdoelstellingen in paragraaf 2.2.
2.1.
Centrale doelstelling
Vanuit de sociaal-economische invalshoek is en blijft het bevorderen van de werkgelegenheid de centrale doelstelling van bedrijventerreinenbeleid. Met het aantrekken en behouden van bedrijven ontstaat immers direct en indirect (nieuwe) werkgelegenheid voor de gemeente. Het creëren en handhaven van een goed productiemilieu en ondernemingsklimaat is hierbij van belang. Deze zaken bevorderen bedrijvigheid en dragen zodanig bij aan de economische groeikansen van de gemeente en de regio.
2.2.
Subdoelstellingen 2007-2011
Met bedrijventerreinen als één van de voornaamste motoren voor werkgelegenheid in de regio kunnen expliciete doelen t.a.v. de bedrijventerreinen van de gemeente Roosendaal gesteld worden. De beleidsdoelstellingen voor de periode 2007 tot 2011 zijn: 1. Het verbete ren, waa r nodig, van de infrastructuur en het ondernemingsklimaat op de bedrijventerreinen De gemeente Roosendaal is in 2001 begonnen om haar bestaande, verouderde, bedrijventerreinen in functie en aanzien te verbeteren. De herstructurering 1 van Borchwerf I en Majoppeveld is de belangrijkste pijler hierin geweest. Beide bedrijventerreinen zijn inmiddels opgenomen in de Topper-regeling 2 van het ministerie voor Economische Zaken. Middels het doorlopen van de in deze regeling opgenomen stappen, moet de herstructurering van Roosendaals belangrijkste bedrijventerreinen per 2015 gerealiseerd zijn. 2. Het ha ndhaven van de uitstra ling e n de voorzie ningen be hore nd bij een modern e n duurzaam bedrijventerrein De herstructureringsprojecten die uit doelstelling 1 voortvloeien, leveren een visie per bedrijventerrein op over de gewenste uitstraling en voorzieningen van de terreinen. Gemeentelijk beleid is erop gericht om de verbeteringen die naar aanleiding van de herstructurering zijn ingevoerd, vast te houden en tenminste te handhaven. Dit moet ertoe leiden dat de Roosendaalse bedrijventerreinen, in de toekomst voortdurend als modern en duurzaam aan te duiden zijn. 1
Herstructurering: alle eenmalige ingrepen op het bedrijventerrein die tot doel hebben veroudering van het terrein als geheel te bestrijden en die niet tot het reguliere onderhoud gerekend worden. De ingrepen kunnen betrekking hebben op elk van de vier aspecten van veroudering: ruimtegebruik, aanzicht, ontsluiting en milieuhygiëne. (Bron: “Veroudering van bedrijventerreinen, een structuur voor herstructurering”, BLM) 2
Het ministerie van Economische Zaken heeft in het kader van haar actieplan bedrijventerreinen een aantal topprojecten benoemd. Dit zijn projecten voor de herstructurering van reeds bestaande (boven)regionale bedrijventerreinen die van nationaal belang zijn. De regeling is op 1 januari 2005 in werking getreden en rechtstreeks bedoeld voor de trekker van het project, veelal een gemeente.
_______________________________________________________________________________________
11
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
3. Het uitbreiden va n de werkgelege nhe idspote ntie van de regio door midde l van de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreingebieden Naast het verbeteren van bestaande bedrijventerreinen is de gemeente Roosendaal haar bedrijventerreinen aanzienlijk aan het uitbreiden. Borchwerf II is als ontwikkelingsproject opgenomen in de Topper-regeling. Daarnaast is het gebied ten oosten van (bestaand) Majoppeveld ook in ontwikkeling. Met deze uitbreidingen heeft de gemeente Roosendaal een belangrijke rol in de bovenregionale samenwerkingsverbanden die momenteel een rol spelen bij de totstandkoming van openbare ruimtelijke plannen. Roosendaal positioneert zich als belangrijke stad in de economische ontwikkeling van prov incie Noord-Brabant en Nederland. Een stad die ruimte creëert voor ondernemerschap. De richtlijnen en protocollen van de Topper-regelingen bieden een uitstekende kapstok om de realisatie van bovenstaande doelstellingen op procesmatige wijze te sturen. Er zijn echter ook inhoudelijke uitspraken nodig om aan bovenstaande doelstellingen de gewenste invulling te geven. Hoofdstukken 3, 4 en 5 van deze notitie geven hier richting aan. Deze notitie kan gezien worden als het sturingsdocument van de gemeente ten aanzien van de inhoud en richting van projecten op het gebied van bedrijventerreinbeleid.
_______________________________________________________________________________________
12
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
3. UITGANGSPUNTEN De uitgangspunten en voorwaarden voor integraal bedrijventerreinbeleid worden in dit hoofdstuk weergegeven. Dit zijn gedachten die aan de beleidsthema’s en speerpunten in verdere hoofdstukken ten grondslag liggen en de absolute basis van het bedrijventerreinbeleid vormt.
3.1.
Publiek ondernemerschap
Publiek ondernemerschap is het leidende principe voor de inv ulling en uitvoering van het bedrijventerreinbeleid voor de komende jaren. Het collegeprogramma van 2007-2011 verwoordt dit als volgt: de complexiteit van ruimtelijke, economische en sociaalmaatschappelijke vraagstukken is toegenomen. Er moet afstand gedaan worden van traditionele denkpatronen en innovatief te werk gegaan worden. De gemeenten staan open voor nieuwe initiatieven van buitenaf en leren van ervaringen van anderen. Er wordt geparticipeerd in nieuwe vormen van samenwerking en cofinanciering. Innovatie en daadkracht zijn leidende kernbegrippen en bepalen de bestuursstijl van de gemeente. Voor de invulling van het bedrijventerreinbeleid betekent dit dat de gemeente zich klantgericht en faciliterend opstelt ten opzichte van de Roosendaalse bedrijven en de bedrijven die zich in de stad willen vestigen. De gemeente Roosendaal zet de deuren open, luistert goed naar haar ondernemers en zet zich, samen met deze ondernemers, in voor het oplossen van problemen. Door het goed onderhouden van contacten en het openstaan voor de wensen en behoeften van ondernemers op de bedrijventerreinen, wordt een positief ondernemingsklimaat gecreëerd. Een klimaat van samenwerking, waar publieke en private doelstellingen elkaar ont moeten en (financierings) plannen gesmeed worden om de plannen te realiseren. Publiek ondernemerschap ten aanzien van bedrijventerreinen leidt tot actie en innovatie, wat de werkgelegenheid en dus de stad ten goede komt.
3.2.
Regionale oriëntatie
De regionale oriëntatie van de gemeente Roosendaal hangt samen met publiek ondernemerschap. De gemeente is in de afgelopen jaren voorstander en soms zelfs initiatiefnemer geweest van de beweging naar regionale afstemming en samenwerking. Voor bedrijventerreinen heeft dit, meer dan voorheen, geleid tot inhoudelijke afstemming met steden en andere instellingen uit de regio. Concrete uitwerkingen van de regionale oriëntatie van de afgelopen jaren zijn de ontwikkeling van Borchwerf II samen met gemeente Halderberge, het document ‘Pieken in Zuid-West Nederland (2005)’, het Uitwerkingsplan voor Brabantse Buitensteden en Woensdrecht (december 2004), het ontwikkelingsprogramma West Brabant en de intergemeentelijke samenwerking in SES-verband. In het Uitwerkingsplan Brabantse Buitensteden zijn onder andere gemaakte afspraken tussen de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal opgenomen ten aanzien van de afstemming van wonen en werken. Het uitvoeringsplan geeft invulling aan de afspraak dat de ontwikkeling van werkfuncties in Roosendaal de nadruk krijgt (bovenregionale opvangtaak). In het ontwikkelingsprogramma West-Brabant werken diverse gemeenten met de prov incie samen met het oog op het verder ontwikkelen en realiseren van projecten van regionaal belang. Het SpoorHaven project van de gemeente Roosendaal is hierin opgenomen. Onderlinge afspraak is dat de betreffende projecten elkaar niet beconcurreren, maar dat er juist gezocht wordt naar samenhang en samenwerking, met als uiteindelijke doel een _______________________________________________________________________________________
13
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
snellere realisatie van projecten. Samenwerking in SES-verband betekent regionale belangenbehartiging bij landelijke instanties (door het profileren van een economisch gebied) en levert vruchtbare informatie op in de vorm van het jaarlijkse SES-rapport met gegevens over de bedrijventerreinen in de regio (bijlage 1 geeft een overzicht van de Roosendaal relevante gegevens uit het rapport van 2006). Tevens zorgt het SES voor informatievoorziening en een verhoogde betrokkenheid van de kleinere gemeenten in de regio (plattelandsgemeenten) ten aanzien van sociaal-economische ontwikkelingen. Regionale samenwerking heeft in de vorige bestuursperiode belangrijke impulsen gekregen die om opvolging v ragen. Het uitgangspunt is derhalve als expliciet beleidsthema in deze notitie opgenomen. Verdere plannen en doelstellingen in het kader van regionale samenwerking worden uitgewerkt in paragraaf 4.7.
3.3.
Locale samenwerking
Locale samenwerking ligt aan de basis van publiek ondernemerschap. In de afgelopen jaren zijn contacten gelegd en relaties opgebouw d met bedrijven en hun vertegenwoordigers. De Ondernemersvereniging Borchwerf (OVB), de Ondernemingsvereniging Majoppeveld (OVM) en de Ondernemingskring Roosendaal (OKR) worden gezien als partners voor de verbetering en verduurzaming van de bedrijventerreinen. Daarnaast lopen er goede contacten, zowel formeel als informeel, tussen het bedrijfsleven, de wethouder voor economische zaken en de accountmanager bedrijven. Op bestuurlijk vlak vindt er vier keer per jaar afstemming en overleg plaats over de duurzame ontwikkelingsprojecten op Majoppeveld en Borchwerf. Dit gebeurt in de stuurgroepen voor duurzaam beheer en ontwikkeling voor Borchwerf (Stuurgroep DROM), voor Majoppeveld (stuurgroep DROB) en in het bestuurlijk overleg met de OKR. Tevens vindt er jaarlijks afstemming op hoofdlijnen plaats met de OVB, OVM en de OKR ten aanzien van het Economisch Actieplan van de gemeente. Het Sociaal Economisch Overleg Roosendaal is hiervoor in het leven geroepen, waaraan zowel werkgevers als werknemers deelnemen. De gemeente ziet samenwerking en het uitbreiden van een samenwerkingsgericht netwerk als belangrijk peiler voor het realiseren van haar bedrijventerreinbeleid. De samenwerking moet gericht zijn op het collectief economisch belang voor zowel bedrijven als gemeente. De gemeente wil de komende jaren verder bouwen aan de basis die locaal is gelegd en ziet uit naar het verder uitbouwen van de participatiegraad, organisatiegraad en professionaliteit van de bedrijfsvertegenwoordiging. Daar waar mogelijk zal zij dit proces faciliteren en ondersteunen.
3.4.
Gebiedsgerichte aanpak
De gemeente Roosendaal gelooft in krachtenbundeling en kiest derhalve voor een gebiedsgerichte ontwikkeling en uitwerking van het bedrijventerreinbeleid. Dat wil zeggen dat de ontwikkeling van de bedrijventerreinen vanuit de verschillende gebieden geïnitieerd en uitgevoerd wordt. Ondernemers worden actief gezocht om een bijdrage te leveren aan de beleidsontwikkeling en -uitvoering op hun bedrijventerrein. Door het instellen van plaatselijke werkgroepen kunnen projectideeën en beleidsvoornemens, in samenspraak met de gemeente, uitgewerkt worden naar de specifieke omstandigheden en eisen van het gebied. Daarmee ontstaan plannen zoveel mogelijk in de praktijk en hebben zij, door de hoge betrokkenheid van ondernemers, ook een verhoogde kans op slagen. Energie en middelen worden daarmee gericht ingezet. De gevolgen van deze ‘bottom-up’ benadering van bedrijventerreinontwikkeling zijn:
_______________________________________________________________________________________
14
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
-
-
-
plannen en ontwikkelingen met betrekking tot de bedrijventerreinen zijn pragmatisch van aard. Innovatie en vernieuw ing ontstaan vanuit deze praktische en pragmatische aard van het ondernemerschap. marktgericht ontwikkelen van bedrijventerreinen, dat wil zeggen dat plannen ontstaan op basis van economische kansen en mogelijkheden die zich in een bepaalde periode voordoen. Dit ligt meer voor de hand dan het ontwikkelen op basis van ruimtelijke ordeningsprincipes (bijv. segmentering, zonering e.d.). gemeentelijke beleidskaders moeten algemeen van aard zijn om ruimte te bieden aan locale inv ulling, maar ook duidelijk genoeg om de algemene ontwikkeling van de drie bedrijventerreinen in de gewenste richting te sturen. de regie vanuit de gemeente moet gericht zijn op het in stand houden van het algemene beleidskader en de communicatie en samenwerking tussen de drie bedrijventerreinen.
De gemeente Roosendaal onderkent deze zaken en accepteert de gevolgen hiervan voor de organisatie en ontwikkeling van haar bedrijventerreinen. Voor de regiefunctie van de gemeente betekent dit dat aangestuurd wordt op drie moderne, duurzame bedrijventerrein die allemaal een gemengde functie hebben. Door middel van een (toekomstig) centraal parkmanagement 3 zal op dezelfde wijze inhoud gegeven kunnen worden aan het beheer en onderhoud van de 3 verschillende terreinen.
3.5.
Duurzaamheid
Duurzaamheid is het streven naar een evenwicht in de relatie tussen economische, ecologische en socio-culturele aspecten wat leidt tot kwaliteitsverbetering nu en in de toekomst. Het is een begrip dat aan de basis ligt van de ontwikkeling van bedrijventerreinen van de gemeente Roosendaal. De ambities van de gemeente hierin zijn verwoord in het Duurzaamheidplan van Bedrijventerrein Borchwerf II (2003) en luiden: Bij de ontwikkeling en herstructurering van bedrijventerreinen wordt ingezet op een duurzaam en kwalitatief hoogwaardig bedrijventerrein dat: landschappelijk zorgvuldig wordt ingepast en rekening houdt met de ruimtelijke kwaliteiten van de plek; het onderliggende watersysteem duurzaam beheert; efficiënt en compact ruimte gebruikt (zorgv uldig ruimtegebruik); multimodale potenties benut; minimale milieubelasting voor de omgev ing oplevert; kwaliteiten voor de toekomst vasthoudt. Deze ambities hebben aan de basis gelegen van een ambitiematrix ten aanzien van duurzaamheid die voor Borchwerf II is uitgewerkt. Het ontwikkelen van een ambitiematrix ten aanzien van duurzaamheid wordt als zinvol beschouwd voor de twee bestaande bedrijventerreinen, met de woorden ‘ambitieus maar realistisch’ als richtlijn.
3.6.
Financieel draagvlak
De haalbaarheid van de beleidsdoelstellingen is, zoals altijd, afhankelijk van de financiële mogelijkheden om plannen uit te voeren. Naast personele capaciteit (voor beleidsontwikkeling, afstemming, overleg, etc.) gaat het om budgetten voor cofinanciering, projectparticipaties, stimulering, enzovoort. De gemeente Roosendaal 3 Parkmanagement is het gezamenlijk beheer van bedrijventerreinen met als doel het verkrijgen en behouden van een hoog kwaliteitsniveau van zowel de openbare ruimte als de private ruimte. (Kring Parkmangement/FMN-leden)
_______________________________________________________________________________________
15
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
heeft voor de komende beleidsperiode € 275.000 gereserveerd in het kader van het bedrijventerreinbeleid. Dit budget is uiteraard niet afdoende om alle plannen te realiseren. Tekorten kunnen op verschillende manieren aangevuld worden. Een deel van de financieringsbehoefte kan gedekt worden door subsidies die op verschillende niveaus (regionaal, landelijk, Europees) beschikbaar worden gesteld. Het resterende deel van de kosten zal door direct betrokkenen en belanghebbenden gedragen moeten worden. Samenwerking biedt op vele terreinen nieuwe perspectieven. Integratie en publiek ondernemerschap zijn uiteindelijk ook gericht op het creëren van (wederzijdse) voordelen in de maatschappij (een beter vestigingsklimaat, minder uitkeringsgerechtigden, enzovoort).
_______________________________________________________________________________________
16
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
4. BELEIDSTHEMA’S Dit hoofdstuk geeft het gemeentelijke beleid weer ten aanzien van thema’s die met bedrijventerreinen te maken hebben. In het kader van de integratie worden verschillende beleidsaspecten van de gemeente naar voren gebracht die voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen van belang zijn. Waar nodig worden uitspraken gedaan over de gewenste richting voor de ontwikkeling van zaken. De volgende thema’s worden achtereenvolgens behandeld: ruimtelijk beleid, verkeer en vervoer, onderhoud buitenruimte, ICT, veiligheid, milieu, regionale samenwerking, parkmanagement, profilering en arbeidsmarkt. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een (samenvattende) tabel. Deze tabel geeft op overzichtelijke wijze weer hoe de verschillende beleidsthema’s in de gemeentelijke organisatie ingebed worden.
4.1.
Ruimtelijk beleid
De gemeente Roosendaal heeft in 1994 de Structuurvisie opgesteld met een uiteenzetting van de ruimtelijke plannen van de gemeente tot aan 2015. De sterk veranderde ruimtelijke-economische beleidskaders maakte het echter noodzakelijk om het een en ander te actualiseren, zodat in december 1998 de ‘Ruimtelijke Ontwikkeling Strategie 2030’ tot stand kwam. Daarin zijn vier scenario’s voor de stad Roosendaal uitgewerkt. Daar is een voorkeursscenario uitgekomen dat ten grondslag ligt aan het huidige ruimtelijk beleid. In dit voorkeursscenario speelt verdichting een belangrijke rol. Het concept van de compacte stad biedt in dit scenario de beste kansen voor efficiënt ruimtegebruik, een stedelijke ontwikkeling met een uitgebreid voorzieningenpakket, herstructurering van de wijken, de kwaliteit en het beheer van het openbare ruimte, het behoud van het identiteit van het landelijk gebied en een relatief beperkte mobiliteit. Dit beleid ligt aan de basis van de ruimtelijke ordeningsprincipes van de bedrijventerreinen van Roosendaal, maar ook van andere beleidsthema’s uit dit hoofdstuk zoals verkeer en vervoer, onderhoud van de buitenruimte en parkmanagement. De voor de bedrijventerreinen van Roosendaal geldende ruimtelijke ordeningsprincipes worden hieronder uitgewerkt onder de koppen zorgvuldig ruimtegebruik, zonering, ruimtelijke kwaliteit en vraaggestuurde ruimtelijke ordening. Zij geven zoveel mogelijk inv ulling aan een gebiedsgerichte aanpak van bedrijventerreinontwikkeling.
4.1.1. Zorgvuldig ruimtegebruik De beleidsbrief ‘Bedrijventerreinen, kantoren, voorzieningen en detailhandel’, door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant vastgesteld op 20 juli 2004, bevat een aantal toetsende en adviserende criteria die de provincie hanteert bij de beoordeling van gemeentelijke ruimtelijke plannen. Voor bedrijventerreinen is het principe van zuinig ruimtegebruik of intensief ruimtegebruik een belangrijk uitgangspunt. Hiervan is sprake als bestaande bedrijventerreinen intensiever worden benut, verouderde bedrijventerreinen worden geherstructureerd en het ruimtegebruik op nieuwe bedrijventerreinen wordt geïntensiveerd. De basisgedachte bij intensief ruimtegebruik is dat het aantal vierkante meters op een bedrijventerrein beter wordt benut zodat het aantal arbeidsplaatsen per vierkante meter stijgt. De gemeente Roosendaal geeft met betrekking tot intensief ruimtegebruik voorkeur aan het begrip zorgvuldig ruimtegebruik. Zij staat volledig achter het belang en de noodzaak van intensief ruimtegebruik, maar bemerkt dat het optimaal benutten van een bepaald aantal vierkante meters op een bedrijventerrein niet altijd en per definitie tot een stijging van het arbeidspotentieel per vierkante meter leidt. Dit is zeker het geval op
_______________________________________________________________________________________
17
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
logistieke bedrijventerreinen zoals in Roosendaal, waar optimale benutting van vierkante meters vaak tot verbeteringen in opslag en transport (ruime draaicirkels voor vrachtwagens) leidt, zonder dat het tot toename van het aantal arbeidsplaatsen leidt. Overigens blijkt uit SES gegevens voor West-Brabant dat de gemeente Roosendaal van de deelnemende gemeenten het meest intensief met de ruimte omgaat (SES rapport 2005). Met bovenstaande nuancering van het begrip zuinig ruimtegebruik zet de gemeente Roosendaal zich voortvarend in voor de optimale benutting van beschikbare ruimte op bestaande en nieuwe bedrijventerreinen. De grootschalige Topper herstructureringsprojecten op Borchwerf I en Majoppeveld geven invulling hieraan. Ook de nieuwe bedrijventerreinen, Borchwerf II en Majoppeveld nieuw, worden volgens deze principes ingericht. Uit oogpunt van zuinig ruimtegebruik dient oneigenlijk gebruik van bedrijventerreinen in de ogen van de provincie te worden vermeden. In concreto moeten bij bedrijventerreinen in een stedelijke regio de volgende zaken geweerd worden: 1. 2. 3. 4.
Bedrijven, behorend tot de milieucategorieën 1 en 2 Bedrijfswoningen Zelfstandige kantooractiviteiten Voorzieningen (incl. detailhandel) die niet gerelateerd zijn aan het bedrijventerrein.
Voor (nieuwe) bedrijventerreinen worden door de provincie diverse uitgangspunten geformuleerd: 5. Het hanteren van een minimale perceelsgrootte van 1000 m² 6. Het hanteren van minimale bouwhoogtes 7. Het hanteren van een minimaal bebouw ingspercentage van 50% per kavel. De gemeente Roosendaal houdt zich in hoofdlijnen aan deze uitgangspunten van de provincie. Een aantal standpunten van de gemeente is echter van belang ter aanvulling of nuancering van de provinciale uitgangspunten. Bedrijfswoningen Op de bestaande oude bedrijventerreinen Majoppeveld en Borchwerf I zijn op een aantal locaties/gebiedsdelen bedrijfswoningen aanwezig. Deze zijn in de loop der jaren opgericht, toen de ruimtelijke ordeningsregels minder stringent waren c.q. de aanwezigheid van bedrijfswoningen nog niet als problematisch werd ervaren. De bestaande bedrijfswoningen op bedrijventerreinen Borchwerf I en Majoppeveld worden door de gemeente gehandhaafd. De bouw van nieuwe (bedrijfs)woningen op welk bedrijventerrein dan ook wordt echter uitgesloten. Overgangszones In de visie van de provincie horen zelfstandige kantoorvestigingen en voorzieningen niet thuis op een bedrijventerrein, maar in stedelijke centra, aan stadsranden en op multimodaal ontsloten knooppunten. Het gaat hier om grootschalige kantoorontwikkelingen en voorzieningen. Kleinschalige kantoorontwikkelingen en voorzieningen dienen in de visie van de prov incie vermengd te worden met andere functies in het bestaand stedelijk gebied. De gemeente is van mening dat deze visie niet genoeg aansluit bij de ontwikkelingen in de maatschappij. De gemeente constateert een groeiende behoefte bij de bevolking aan
_______________________________________________________________________________________
18
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
een nieuwe bestemmingszone in het stedelijke weefsel. Een zone waar de vervagende grenzen tussen wonen en werken, ook in de ruimtelijke inrichting van de stad terug te vinden zijn. Er is een steeds grotere behoefte aan stedelijke functies die niet (meer) in de binnenstad gehuisvest kunnen worden en waar de stadsranden als ‘te ver’ beleefd worden. In de Roosendaalse situatie bieden de bedrijventerreinen zeer geschikte locaties voor deze functies, echter volgens de geldende normen hebben zij geen plaats op bedrijventerreinen. Het betreft niet-bedrijfsfuncties zoals (niet publieksgerichte) kantoren, sportscholen, scholengemeenschappen, grootschalige detailhandel, kunstclusters, woon-werk vestigingen enzovoorts. Een reeks aan belangrijke stedelijke voorzieningen die eigenlijk nergens thuishoren en nu ook vaak ‘illegaal’ op een bedrijventerrein terechtkomen. Er is dus een vraag in de stad naar gebieden met een gemengd karakter; waar de functies van wonen en werken, publiek en privaat, vrije tijd en werktijd door elkaar heen lopen. De gemeente constateert deze behoefte en wil hier een plek voor creëren in de ruimtelijke inrichting. In de ogen van de gemeente is het zinvol om gemengde bestemmingen als deze als overgangzones tussen woonwijken en bedrijventerreinen in plaatsen. Het idee is dat bedrijventerreinen een buitenste schil mogen hebben die als buffer tussen de woonfuncties van de stad en (zware) bedrijvigheid van een bedrijventerrein fungeert. Deze buitenste rand grenst aan woonwijken en laat ruimte voor de genoemde gemengde publieke – private functies (milieucategorie 1 t/m 3). Na deze buitenste schil komt dan het traditionele bedrijventerrein, waar dat ruimte biedt aan middelzware en vervolgens zware bedrijvigheid. Binnen de huidige prov inciale beleidsmatige kaders voor bedrijventerreinen zijn er vooralsnog geen mogelijkheden om invulling te geven aan deze behoefte. De gemeente heeft een oplossing hiervoor gevonden door bepaalde gebieden op bedrijventerreinen, waar dit gemengde karakter al in de loop der jaren is ontstaan, van de bestemming ‘bedrijv igheid’ te ontdoen en om de gebieden een gemengde bestemming te geven. Voorbeelden zijn het gebied De Meeten (voorheen Majoppeveld), het SpoorHaven gebied (voorheen Borchwerf I) en het kleine ‘bedrijventerrein’ Vijfhuizenberg. Dit omzeilt echter het probleem. De gemeente is daarom ook van plan om de discussie over de behoefte aan overgangszones aan te zwengelen, met als doel een oplossing te vinden voor de behoefte aan overgangszones. Daarbij is speciale aandacht nodig voor de groeiende vraag naar kantorenparken op bedrijventerreinen. Er is een steeds verdergaande verschuiv ing in bedrijv igheid in Nederland van industrie en productie naar dienstverlening. Met deze verschuiving ontstaat een steeds grotere behoefte onder ondernemers naar grote, moderne, bereikbare kantoorvestigingen. Sommige bedrijventerreinen bieden hiervoor vaak een goede locatie en hebben een geschikte uitstraling voor kantorenparken. De gemeente ziet het als een gemis dat er geen voorzieningen zijn om kantorenparken op haar bedrijventerreinen te huisvesten. Bouwhoogtes e n bebouwingspe rcentages Volgens de nieuwe uitgangspunten worden hogere bouwhoogtes van bedrijfsgebouwen toegestaan dan voorheen het geval was. De gemeente gaat uit van minimale en maximale bebouw ingspercentages voor de bedrijventerreinen. Uiteindelijk kan dit ertoe leiden, dat bedrijventerreinen intensiever bebouwd worden. Echter in het licht van zorgvuldig ruimtegebruik zal dit, vooral bij bestaande bedrijventerreinen, niet van de één op de andere dag geschieden. Bovenstaande opmerkingen en nuanceringen ten aanzien van de provinciale uitgangspunten daargelaten, de zeven punten genoemd op pagina 18 worden in hoofdlijnen door de gemeente Roosendaal aangehouden. Daar waar uitzonderingen of nuanceringen (juridisch) noodzakelijk zijn, wordt dit op bestemmingsplannen door middel
_______________________________________________________________________________________
19
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
van vrijstellingsbepalingen geregeld dit zal ook plaatsvinden bij planherzieningen voor de gebieden Borchwerf I en Borchwerf II.
4.1.2. Zonering In de beleidsbrief ‘Bedrijventerreinen, kantoren, voorzieningen en detailhandel’ adviseert de provincie milieuzonering toe te passen. De gemeente Roosendaal houdt zich hieraan en onderschrijft de noodzaak en wenselijkheid van zonering. Het bedrijventerrein Majoppeveld is met name bedoeld voor locale en regionale bedrijv igheid. Als gevolg van de nabijheid van woningconcentraties en natuurfuncties dienen zwaardere milieuhinderlijke bedrijven niet op Majoppeveld, maar op Borchwerf geplaatst te worden. Dit betekent concreet dat Borchwerf I en II bedoeld zijn voor (grootschalige) bedrijven in de zwaardere milieucategorieën (categorieën 3 t/m 5) en Majoppeveld voor middelzware bedrijvigheid (categorieën 3 en vooral 4). De gebieden Vijfhuizenberg (ten zuiden van de A 58) en De Meeten (tot voorkort een deel van Majoppeveld) zijn bestemd voor kleinschalige bedrijvigheid (milieucategorie 1 en 2). Deze gebieden worden door de gemeente als terreinen met een gemengde functie gezien en niet (meer) als bedrijventerreinen. Vuifhuizenberg heeft nog wel een bedrijfsbestemming. Verdergaande zonering dan milieuzonering - bijvoorbeeld naar soort bedrijvigheid, thema of typologie (bijvoorbeeld naar locatiekenmerken, aanbod, verschijningsvorm e.d., zie nota Vraaggestuurd bedrijventerreinenbeleid, Senter Novem, december 2005) – wordt niet als zinvol geacht voor de bedrijventerreinen van Roosendaal. De gemeente Roosendaal stelt zich op het standpunt dat de invulling van een bedrijventerrein zich naar de marktwensen moet kunnen vormen. Sterker nog, de gemeente ziet een marktgerichte ruimtelijke invulling van bedrijventerreinen als de stuwende kracht van duurzame, klantgerichte bedrijventerreinen. De gemeente heeft dan ook geen intentie om bepaalde soorten bedrijvigheid aan bepaalde gebieden van de bedrijventerreinen voor te schrijven, anders dan de geldende milieuzonering. Bepaalde gebieden kunnen bij het ontwerpen van een nieuw terrein met een bepaalde soort bedrijvigheid in gedachte zijn ingericht (openbare ruimte, wegen en verkeersroutes), maar de definitieve invulling wordt uiteindelijk door de marktvraag bepaald. Dit marktgerichte standpunt wil niet zeggen dat de gemeente tegen zonering of segmentering is. Uit de praktijk blijkt dat de markgerichte invulling van bedrijventerreinen vaak op een natuurlijke wijze tot zonering leidt. De autoboulevards op Majoppeveld en Borchwef I zijn hier een voorbeeld van, alsook het gebied rondom Oostpoort op Majoppeveld, met als thema meubelen en wooninrichting. Met het (her)vestigen van bedrijven houden ondernemers vaak rekening met de uitstraling en activiteiten van het omliggend gebied, zodat gelijksoortige bedrijven elkaar opzoeken. Een natuurlijke zonering ontstaat. Daar waar dit een meerwaarde voor de al gevestigde ondernemers is, zet de gemeente zich in om een ontstane zonering verder te ondersteunen en te stimuleren.
4.1.3. Ruimtelijke kwaliteit Aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit van bedrijventerreinen is sinds een aantal jaar een belangrijk en vanzelfsprekend punt bij de ontwikkeling van (nieuwe) bedrijventerreinen. Ook bij gemeente Roosendaal is het opstellen van beeldkwaliteitsplannen een gegeven bij (nieuwe) ontwikkelingen. Bepalingen ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit van de bedrijventerreinen berusten op bepalingen uit de welstandsnota van de gemeente Roosendaal. Voor de bedrijventerreinen geldt een regulier welstandsbeleid. De basis welstandskwaliteit moet minimaal gewaarborgd worden. Daarnaast is de representatieve waarde langs de randen en hoofdontsluitingswegen redelijk hoog waardoor hogere kwaliteitseisen gesteld mogen worden. De doorgaande wegen en de knooppunten van de hoofdwegen worden als de ‘etalages’ van de bedrijventerreinen gezien, extra aandacht is
_______________________________________________________________________________________
20
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
dan ook nodig in de vormgeving van deze gebieden. In de overige gebieden is de ruimtelijke kwaliteit ondergeschikt aan de functionaliteit of de gebruikswaarde van de ruimte. Voor bedrijventerreinen waar logistiek en distributie een grote rol spelen, betekent dit dat er weinig architectonische hoogstandjes verwacht hoeven worden. In de laatste jaren heeft de extra aandacht voor ruimtelijke kwaliteit er echter wel toe geleid dat er ook voor deze gebieden meer zorg en aandacht aan ‘de buitenkant’ wordt besteed.
4.1.4. Vraaggestuurde ruimtelijke ordening De Gemeente Roosendaal is gericht op een duurzame en lange termijn relatie met de ondernemers in de stad en regio. De gevestigde Roosendaalse bedrijven, die in belangrijke mate bijdragen aan die economische groei van de stad, zullen derhalve in de gelegenheid gesteld moeten worden om hun bedrijf binnen Roosendaal te verplaatsen wanneer de behoefte daaraan ontstaat. Bijvoorbeeld omdat uitbreiding op de huidige locatie vanwege ruimtegebrek of om milieutechnische redenen niet meer mogelijk is. Daarnaast wil (en moet) Roosendaal bedrijven van buiten de stad een vestigingsplaats bieden. Deze gastvrije houding ten aanzien van (nieuwe) ondernemers in de stad was in de jaren negentig passief aanwezig binnen de gemeentelijke organisatie. Echter het is in de afgelopen jaren zeer expliciet geworden en kan ook gezien worden als speerpunt van het bedrijventerreinbeleid. Dit is voor een groot deel te wijten aan de regionale vraag naar meer arbeidsmarktplaatsen en de rol die gemeente Roosendaal op zich neemt om hier een antwoord op te geven. De gemeente geeft invulling aan de (regionale) taakstelling van meer bedrijvigheid door de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen en het herstructureren van de bestaande bedrijventerreinen. Nieuwe bedrijventerreinen Uit onderzoeken van de prov incie naar de behoefte van bedrijventerreinen eind negentiger jaren kwam naar voren dat uitbreiding van het bedrijventerreinenareaal van de regio wenselijk was. De Moerdijkse Hoek was de enige grootschalige uitbreiding die op korte en middellange termijn gepland stond. En gezien het gekozen bedrijfsprofiel voor Moerdijkse Hoek (zware industrie, milieucategorie 6, en grootschalige logistiek en distributie) was er een sterke behoefte aan bedrijventerreinen in de regio met een diverse samenstelling, die geschikt waren voor bedrijven met enig omgang. Roosendaal bleek onder andere vanwege haar strategische ligging de meest voor de hand liggende stad te zijn om deze functie te huisvesten. Regionale afspraken zijn vastgelegd in het uitwerkingsprogramma Brabantse Buitensteden (2004), waarbij Roosendaal een regionale werkgelegenheidsfunctie toegewezen kreeg. De nieuwe bedrijventerreinen Borchwerf II en Majoppeveld (nieuw) zijn het Roosendaals antwoord op de vraag naar meer en betere vestigingsmogelijkheden voor bedrijven uit de stad, de regio en daarbuiten. Borchwerf II is gericht op (grootschalige) (internationale) bedrijven en biedt vestigingsmogelijkheden voor ondernemingen uit de zwaardere milieucategorieën. Het nieuwe gedeelte van Majoppeveld is gericht op lokale en regionale ondernemers en is kleinschaliger van opzet. Het geeft antwoord op de vraag in de regio naar wat kleinere bedrijfskavels. De ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen wordt projectmatig aangepakt. Deze projecten vormen één van de speerpunten van het bedrijventerreinbeleid van gemeente Roosendaal, zie paragraaf 5.1. Herstructurering bedrijvente rreinen Naast het bouwen van nieuwe bedrijventerreinen, geeft de gemeente Roosendaal een nieuwe impuls aan ondernemers en (nieuwe) werkgelegenheid door te investeren in de herstructurering van haar verouderde, deels verpauperde, bedrijventerreinen Borchwerf I en Majoppeveld. Door middel van herstructurering gericht op duurzaamheid en
_______________________________________________________________________________________
21
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
zorgvuldig ruimtegebruik zal er ook op de bestaande bedrijventerreinen winst te boeken zijn. Op het terrein van extra werkgelegenheid misschien niet direct, maar wel in termen van een positief ondernemersklimaat, wat weer zijn weerslag heeft voor de groei van de Roosendaalse economie en ook leidt tot een positief ondernemersimago voor de stad. Voor wat betreft de ruimtelijke structuur worden op de bestaande bedrijventerreinen geen ingrijpende voorstellen gedaan. De stedenbouw kundige structuur blijft in principe in tact. Voor nieuwbouw of herstructureringswerkzaamheden gelden wel de nieuwe bebouw ingsmogelijkheden conform de beleidsbrief ‘Bedrijventerreinen, kantoren, voorzieningen en detailhandel’, van Provincie Noord-Brabant (2004). Deze zijn besproken in paragraaf 4.1.1. De herstructurering van de bedrijventerreinen verloopt volgens de Topper-projecten. Deze worden als beleidsspeerpunt verder uitgewerkt in hoofdstuk 5. Gesteld kan worden dat de gemeente Roosendaal zich op macro-niveau klantgericht opstelt door de werkgelegenheidsmogelijkheden te bieden waarnaar gev raagd wordt. Dit heeft echter consequenties. Verwacht mag worden dat de gemeente in de komende jaren met een groot aantal aanvragen voor bedrijfshuisvesting te maken zal krijgen en de vraag rijst hoe hier invulling aan te geven. Het antwoord is dat de gemeente op dezelfde klantgerichte manier verder wil. Door middel van klantgericht accountmanagement met ‘het juiste bedrijf op de juiste plaats’ als sturend ruimtelijke principe wil de gemeente nieuwe bedrijven faciliteren om een geschikte vestigingsplaats in de stad te vinden. Dit hangt samen met het voornemen om vastgoedmanagement in te stellen voor de oude of leegstaande kavels en panden op bestaande bedrijventerreinen, het zogenoemde tweede handsmarkt. Met deze twee beleidsspeerpunten zijn wij ervan overtuigd op een klantgerichte wijze invulling te geven aan de ruimtelijke ordening van de bedrijventerreinen en om zodoende een onsamenhangend en ad hoc inrichting van de bedrijventerreinen te voorkomen. De speerpunten accountmanagement, bedrijfshuisvesting en vastgoedmanagement 2e handsmarkt worden verder behandeld in hoofdstuk 5. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het ontwikkelen van een bedrijventerrein database. De gemeente Roosendaal wil in 2007 – 2008 een actuele en toegankelijke database ontwikkelen met kwalitatieve en kwantitatieve gegevens over haar bedrijventerreinen. Deze database wordt als noodzakelijke voorwaarde gezien voor het ontwikkelen van beleid ten aanzien van vastgoedmanagement en het gericht kunnen sturen bij het (her)plaatsen van bedrijven op de bedrijventerreinen.
4.2.
Verkeer en vervoer
De ruimtelijke hoofdstructuur wordt mede bepaald door de verkeersstructuur. Feitelijk gaat het om het afstemmen van functies en verplaatsingsnetwerken. Alles op een bedrijventerrein moet op zijn plaats zijn, niet alleen de gebouwen, maar ook de wegen. Bereikbaarheid en mobiliteit zijn de verkeerskundige peilers ten aanzien van bedrijventerreinenbeleid. Bereikbaarheid (ontsluiting) is een voorwaarde voor het economisch functioneren van een bedrijventerrein. Het gaat om vitaliteit die zich laat vertalen in de juiste vervoersw ijze voor de juiste verplaatsing. Het vormt een essentieel onderdeel van onze economie. Mobiliteit vormt tegelijkertijd een bedreiging voor de kwaliteit van onze leef- en werkomgev ing. Het veroorzaakt hinder, onveiligheid en milieuproblemen. Het wankele evenw icht tussen 'mobiliteit moet en mag' en 'mobiliteit is een bedreiging' vraagt voortdurend onze aandacht, vanaf de ambities en uitgangspunten tot het maken van een ontwerp en beheer. De verkeerskundige peilers van bereikbaarheid en mobiliteit kunnen in verschillende onderwerpen uitgewerkt worden. Bereikbaarbaarheid houdt verband met multimodaliteit en de (her)inrichting van het verkeersnet. Mobiliteit vertaalt zich in vervoersmanagement en parkeren. Deze onderwerpen worden hieronder behandeld.
_______________________________________________________________________________________
22
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
4.2.1. Multimodaliteit De bedrijventerreinen van gemeente Roosendaal bieden veel perspectieven ten aanzien van multimodaal vervoer. Weg, rails en water zijn aanwezig en voor een groot deel al ingericht om duurzaam gebruikt te kunnen worden. Het één en ander komt echter nog niet voldoende van de grond. De positie van het spoorstation in het SpoorHaven-gebied biedt weinig aansluiting (meer) met de bedrijventerreinen, waardoor kansen gemist worden. Er zijn een paar directe aansluitingen van bedrijven op het spoor, die ook gebruikt worden, maar de potentie van het spoor voor de totale bedrijventerrein(en) wordt niet benut. Hetzelfde geldt voor de mogelijkheden van de haven; hoewel (delen van) de haven ingericht zijn om vrachtverkeer via het water mogelijk te maken, wordt er relatief weinig gebruik van gemaakt. De gemeente is er echter van overtuigd dat de combinatie van wegen, water en spoor in de directe nabijheid van de bedrijventerreinen unieke kansen voor de ondernemers van Roosendaal biedt. Het onderzoeken van de mogelijkheden hiervan per bedrijventerrein wordt daarom aangemoedigd door de Topper–projecten. Activiteiten van de gemeente in het kader van multimodale verkeersvormen richten zich nu en voor de komende jaren op het verplaatsen van het stationsemplacement uit het SpoorHaven-gebied naar een gebied dat aansluit bij Borchwerf II. Het beoogde nieuwe stationsemplacement ligt aan een moderne, nog in te richten bedrijventerrein, naast goede nieuwe wegen en vlakbij 2 bedrijventerreinen waarbij er nu al een sterke logistieke sector aanwezig is. Dit met het feit dat de gemeente Breda onlangs heeft besloten haar openbare laad- en losruimte per spoor af te stoten, biedt strategische mogelijkheden voor de gemeente Roosendaal. De gemeente Roosendaal is voornemens de openbare laad- en losfunctie over te nemen en daarmee haar logistieke kracht en karakter een extra impuls te geven. Hoewel de financiering van deze ingrijpende plannen nog niet rond is, is het gemeentelijke beleid gericht op besluitvorming inzake de verplaatsing van het emplacement in de komende beleidsperiode. In dit kader is subsidie onlangs aangevraagd voor een oriënterend onderzoek naar de mogelijkheden van een Multimodaal Transport Centrum Roosendaal (MMTCR). Dit is een plek voor het nieuwe emplacement dat openbare laad en los mogelijkheden voor bedrijven biedt en dus een snelle verbinding van as naar rails en andersom. Er moet onderzocht worden of er een marktvraag bestaat voor een dergelijk centrum. Tevens zal er gekeken worden naar de mogelijkheden voor het uitplaatsen van twee bedrijven die momenteel openbaar van laden en lossen per rail gebruik maken.
4.2.2. Inrichting verkeersnet Steden en bedrijventerreinen zijn voortdurend in ontwikkeling. Dit leidt ertoe dat voorzieningen die in het verleden ingericht zijn niet altijd meer voldoen aan de eisen die een moderne samenlev ing eraan stelt. Voor een groot deel van de wegen in de oude bedrijventerreinen van Roosendaal was of is dit het geval. De herinrichting van wegen is een aspect dat binnen de Topper-projecten van Borchwerf I en Majoppeveld integraal opgepakt wordt en derhalve hier geen verdere uitwijding behoeft. Twee plannen dienen hier wel genoemd te worden: de voorgenomen inrichting van de nieuwe verbindingsweg tussen Borchwerf I, Borchwerf II en Majoppeveld en de realisatie van de Noord-Oost Tangent. Momenteel komt een groot deel van het vracht- en autoverkeer, bestemd voor het bedrijventerrein, over de Gastelseweg. Deze weg loopt door de woonw ijk Kalsdonk en is niet op deze vervoersbewegingen voorzien. Er ontstaat regelmatig congestie op de weg dat de bereikbaarheid van de bedrijventerreinen niet ten goede komt. Bovendien leidt de _______________________________________________________________________________________
23
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
grote verkeersstroom tot een onwenselijke situatie voor de bewoners van de woonw ijk, ten aanzien van veiligheid, geluid- en milieuhinder. De gemeente Roosendaal heeft het voornemen om de bedrijventerreinen te voorzien van een nieuwe verkeersader die de bedrijven op een moderne en veilige manier met elkaar verbindt en tevens de woonwijk Kalsdonk ontlast. Deze nieuwe verkeersader (radiaal) wordt gepland evenw ijdig aan de Meirestraat (zie figuur 2) en moet per 2011 gereed zijn. Dit project wordt momenteel voorbereid door de afdeling Beleid.
Geplande Verkeersader
Figuur 2. De geplande nieuwe verkeersader voor de bedrijventerreinen Borchwerf I, II en Majoppeveld
De gemeente Roosendaal zet zich voor de middellange termijn (2010-2015) in voor de realisatie van de zogenoemde Noord-Oost Tangent. Dit is een geplande snelweg ten noordoosten van Roosendaal die zich met de A58 verbindt, zodat verkeersstromen aan de noordzijde langs Roosendaal (en haar bedrijventerreinen) rijden en niet meer langs de zuidzijde (A58 en A17) door de woongebieden. De gemeente Roosendaal zet zich de komende periode in voor een politieke lobby die hiervoor gevoerd moet worden. Doelstelling is om voor 1 januari 2008 duidelijkheid te hebben over de haalbaarheid van de Noord-Oost Tangent. Aandacht voor cofinanciering en de verdere uitwerking van procedures (opstarten van fondsvorming, opstellen gebiedsv isie) is in deze bestuursperiode ook van belang. Binnen de gemeentelijke organisatie wordt er, daar waar mogelijk, in de inrichting en ontwerp van het vervoersnet van Roosendaal rekening gehouden met de nieuwe mogelijkheden die deze snelweg in de toekomst kan bieden.
4.2.3. Vervoersmanagement Dit aspect kent twee onderdelen, personenvervoer en goederenvervoer. Personenvervoe r Ten aanzien van het vervoer van personen van en naar bedrijventerreinen bieden openbaar vervoer en collectief personenvervoer duurzame alternatieven voor individueel _______________________________________________________________________________________
24
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
personenvervoer per auto. De waarde van deze vervoersvoorzieningen is echter mede afhankelijk van de geograf ische spreiding van werknemers en werktijden, dus zeer gebiedsgebonden. Als deze zaken gunstig uitvallen, bieden beide opties aanzienlijke voordelen voor bedrijven zoals kostenreductie, efficiënt ruimtegebruik en het binden van personeel. De uitgangspunten van de gemeente Roosendaal betreffende personenvervoer voor de komende periode zijn als volgt: Openbaar vervoer en langzaam verkeer Openbaar vervoer en fietspaden op de bedrijventerreinen zijn zaken waarvoor geen extra investeringen voorzien zijn voor de komende jaren. Als deze zaken in het kader van de (her)ontwikkelingsv raagstukken van de verschillende gebieden naar voren komen, zullen zij ook vanuit de daarvoor beschikbare financieringsbronnen gefinancierd moeten worden. De huidige openbare verbindingen op de bedrijventerreinen kunnen als matig tot adequaat bestempeld worden. Met als gevolg dat naar verwachting de meeste werknemers op de bedrijventerreinen zich onveranderd per auto zullen vervoeren. De mogelijkheden ten aanzien van het verbeteren van het fietspadenstructuur zullen in de komende periode onderzocht worden. Collectief personenvervoer De gemeente Roosendaal juicht initiatieven op het vlak van collectief personenvervoer toe, mede met het oog op hierboven beschreven situatie ten aanzien van openbaar vervoer. Initiatieven tot collectief vervoer van medewerkers worden gezien als zaken die vanuit het bedrijfsleven en op basis van daadwerkelijke behoefte moeten ontstaan. Door middel van de Topper-projecten kunnen lokale initiatieven de komende jaren uitgevoerd worden. Goede renvervoer De kansen voor goederenmanagement nemen in de ogen van de gemeente de komende jaren toe. Het volume aan vervoersbewegingen naar de werklocaties neemt toe en de voorspellingen laten zien dat deze trend zich cumulatief doorzet. Congestie, afnemende veiligheid, uitstoot, indirecte economische schade en een rem op investeringen (als gevolg van afnemende bereikbaarheid) zijn mogelijke gevolgen. Het gezamenlijk bundelen van indiv iduele goederenstromen biedt kansen om deze problemen te voorkomen. Te denken valt aan het ontwikkelen van een gezamenlijke containerterminal of het bundelen van ingaande pallet- en uitgaande pakketstromen. Voor bedrijven resulteert goederenmanagement in een (aanzienlijke) kostenreductie, verbeterde dienstverlening en (eventueel) het vergroten van de omzet. Het standpunt van de gemeente Roosendaal ten aanzien van gezamenlijke goederenvervoer is als volgt: Goederen management Zoals eerder benoemt, juicht de gemeente Roosendaal initiatieven op het vlak van gezamenlijk goederenvervoer toe. Deze initiatieven worden gezien als zaken die vanuit het bedrijfsleven en op basis van daadwerkelijke behoefte moeten ontstaan. Via de gebiedsgerichte Topper-projecten kunnen initiatieven lokaal ingevuld en uitgewerkt worden. De afdeling Beleid zal in 2007 een pilot-onderzoek uitvoeren naar de mogelijkheden van gezamenlijke goederendistributie op de bedrijventerreinen. Middels dit onderzoek wil de gemeente ondernemers stimuleren bij het maken van bedrijfsbeslissingen gericht op duurzaamheid en gezamenlijkheid.
_______________________________________________________________________________________
25
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
4.2.4. Parkeren Een groot deel van de bruto kavels op een bedrijventerrein bestaat uit buitenruimte. Vaak is deze ruimte inefficiënt ingericht en beperkt toegankelijk. Bij herstructurering is op dit onderdeel w inst te halen. Er ontstaan kansen voor een goed ingerichte gezamenlijke buitenruimte en het toevoegen van functies. Vanuit een duurzaamheidperspectief betekent dit winst. Het parkeren op bestaande (oudere) bedrijventerreinen is vaak problematisch en verdient in de integrale aanpak zeker aandacht. Het probleem ligt in het feit dat de groei van bedrijven verhoudingsgew ijs veel bruto buitenruimte heeft gekost waardoor het parkeren vaak verplaatst wordt naar het openbare gebied (berm, rijbaan of openbaar groen). Het probleem van parkeren in het openbare gebied, is een aantal jaar geleden gesignaleerd en opgepakt in de herstructureringsplannen van de bedrijventerreinen Borchwerf I en Majoppeveld. Aangenomen mag worden dat het probleem, met het uitrollen van de Topper-projecten, wordt opgelost. Deze inhaalslagen worden kracht bijgezet door de structurele oplossingen die inmiddels in gang zijn gezet. Met ingang van 2007 is in het bestemmingsplan van alle drie de bedrijventerreinen opgenomen dat parkeren op het eigen terrein opgelost dient te worden. Het onderwerp van gezamenlijke parkeermogelijkheden in openbaar gebied dient in de ogen van de gemeente opgepakt te worden in het kader van (toekomstige) parkmanagement. Daarbij moet de marktvraag volgens de gemeente, zoals dat bij de meeste zaken binnen parkmanagement het geval is, leidend zijn.
4.3.
Onderhoud buitenruimte
Om het productieklimaat en de vestigingsvoorwaarden voor ondernemers op peil te houden is het van belang om de bestaande infrastructuur goed te beheren en te onderhouden. Kernbegrippen hierbij zijn schoon, heel en veilig (collegeprogramma 2006 - 2010). Het gaat hierbij om wegen, fietspaden, riolering, water, groen, openbare verlichting, enzovoorts. Deze zaken worden momenteel structureel verzorgt, zowel in planning, planvoorbereiding en -uitvoering, door de afdeling Programmering. Het Gemeentelijk Aannemingsbedrijf verzorgt het kortcyclisch onderhoud, zoals straatvegen, maaien, schoffelen, snoeien en kleinschalige reparaties aan grijs en groen. Het behoort tot de mogelijkheden dat de gemeente Roosendaal het beheer en onderhoud van de openbare, gemeentelijke buitenruimte overhevelt naar een centrale parkmanagement-organisatie. Daarmee wordt het beheer en onderhoud van de buitenruimte op zowel openbare als private gronden door één organisatie uitgevoerd. Er ontstaat dan een domein waar zowel de bedrijven als de gemeente belang en voordeel bij hebben. Paragraaf 4.8 bevat meer informatie over de mogelijkheden van parkmanagement die de gemeente wil bieden. De Ondernemingsvereniging Majoppeveld heeft in 2006 samen met private partijen aan de gemeente voorgesteld om op korte termijn op basis van een zogenaamde Unsolicited Proposal (‘Eigen Initiatief) de openbare ruimte te renoveren in een werkslag van hoogstens twee jaar. Daarmee komt Majoppeveld versneld gereed voor parkmanagement (zie paragraaf 4.8). De gemeente zal dit initiatief zeer serieus afwegen ten opzichte van de alternatieven ‘marginaal onderhoud’ en ‘reconstructie op termijn (na 2016)’. Hierbij wordt met een brede blik een afweging gemaakt (financiële kosten en baten, duurzaamheid, aantrekkelijkheid, toekomstbestendigheid, werkgelegenheid, uitstraling, economische dynamiek, mobiliteit en logistiek, enzovoorts) en wordt de
_______________________________________________________________________________________
26
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
problematiek niet alleen vanuit een technisch-beheersperspectief benaderd.
4.4.
ICT infrastructuur
Hoewel de ICT inf rastructuur feitelijk een onderdeel is van het beleidsthema ‘onderhoud van de buitenruimte’, wordt dit onderwerp, vanwege de expliciete aandacht die bedrijven op de bedrijventerreinen hiervoor hebben, apart uitgelicht. De rol van de overheid in het verzorgen en het in stand houden van een digitale infrastructuur wordt momenteel ter discussie gesteld. Het opzetten en in stand houden van een optimale digitale infrastructuur op bedrijventerreinen, blijkt in de praktijk erg lastig te zijn. Dit heeft ten eerste te maken met de sterk wisselde behoefte van ondernemers ten aanzien hiervan. Ieder bedrijf heeft andere behoeften ten aanzien van informatietechnologie en het is vaak moeilijk om tot een acceptabele algemene deler te komen. Ten tweede maken de snelle technologische ontwikkelingen op dit vlak het moeilijk om een infrastructuur modern te houden. Ten derde blijkt vaak in de praktijk dat bedrijven hierin eigen initiatieven nemen en zelf voor de door hen benodigde infrastructuur zorgen. De gemeente Roosendaal is zich bewust van deze discussie maar kiest ervoor om structurele voorzieningen te treffen voor een hoogwaardige digitale infrastructuur op de bedrijventerreinen. Wij zien dit als een noodzakelijke voorwaarde voor een modern bedrijventerrein. In het kader van de rev italisering 4 van de bestaande bedrijventerreinen is de gemeente derhalve van plan het bestaande ICT -netwerk (buiten de bedrijfsmuren) in samenwerking met bedrijven op hoogwaardig niveau te brengen, zodat ondernemers in Roosendaal in een moderne, goed geoutilleerde digitale omgeving kunnen werken. De mogelijkheden ten aanzien van breedband en glasvezel zijn onderzocht. Op Borchwerf is de aanleg hiervoor gereed, op Majoppeveld worden voorbereidingen hiervoor getroffen.
4.5.
Veiligheid
Veiligheid op bedrijventerreinen betreft het bevorderen van (het gevoel van) sociale veiligheid en het voorkomen van criminaliteit. Sociale veiligheid betreft de mate waarin men zich veilig en op zijn gemak voelt in een openbaar gebied. De objectieve veiligheid van de Roosendaalse bedrijventerreinen is in vergelijking met overige wijken in de gemeente goed te noemen (Veiligheidsmonitor Roosendaal 2005). Criminaliteit en/of onveiligheid op de bedrijventerreinen van Roosendaal betreft voornamelijk incidenten van inbraak, diefstal van of uit auto’s en verkeersongevallen (veiligheidsmonitor Roosendaal 2005). Brandstichting en vernieling zijn echter ook zaken die permanente aandacht vragen. Ten aanzien van de veiligheid op bedrijventerreinen, heeft de gemeente twee doelstellingen: -
een gevoel van veiligheid creëren overdag en in de avond voor alle werknemers, bezoekers en voorbijgangers aan de bedrijventerreinen. continu toezicht houden in het kader van criminaliteitspreventie.
Indiv iduele beveiliging is niet altijd toereikend. Daarom worden steeds vaker de handen ineen geslagen. Criminaliteitspreventie kan het imago van een bedrijventerrein beïnv loeden en bedrijfsschade verminderen. Dit houdt dus ook een verbetering van het veiligheidsgevoel in. Hier zijn zowel de gemeente als het bedrijfsleven bij gebaat. Bij preventiemaatregelen kan gedacht worden aan openbare verlichting, cameratoezicht, surveillance en brandveiligheid. 4
Revitalisering heeft te maken met het ‘opwaarderen’ van voorzieningen op een bedrijventerrein. In verhouding tot herstructurering, is dit minder ingrijpend. Bij herstructurering gaat het namelijk om een andere inrichting van de (openbare) ruimte. Revitalisering wordt meestal als vanzelfsprekend opgepakt in herstructureringsopgave. Zo ook bij gemeente Roosendaal.
_______________________________________________________________________________________
27
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
In Roosendaal is de Stichting Collectieve Beveiliging Bedrijventerreinen Roosendaal actief. Niettemin is het besef groeiende dat de gemeente en het bedrijfsleven nog altijd onvoldoende slagkracht hebben om criminaliteit tegen te gaan. Vandaar dat is besloten tot het opstellen van een integraal criminaliteitspreventieplan om de veiligheid van het bedrijventerrein op verschillende gebieden te verbeteren. Voor het tegengaan van criminaliteit en onveiligheid is samenwerking van bijzonder belang. Samenwerking dient er te zijn tussen diverse partijen, waaronder ondernemers, politie, brandweer, particuliere beveiligingsdiensten en de gemeente. Ieder draagt hierin zijn verantwoordelijkheid. De resultaten die door partijen beoogd worden, zijn: -
behoud en uitbreiding van de collectieve beveiliging aanleg van glasvezel, waaraan ook camerabeveiliging gelinkt wordt; afstemming tussen collectieve beveiliging en politie; terugdringing van het aantal inbraken; terugdringing van overlast als gevolg van vandalisme; verbeteren van de brandveiligheid; terugdringing van de gevoelens van onveiligheid.
Het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) biedt een werkw ijze voor gezamenlijke veiligheidsmaatregelen in de openbare ruimte en is daarom een gewenst instrument voor het creëren van een veilig bedrijventerrein. Dit is een doel dat de gemeente Roosendaal en de ondernemers op Borchwerf erg aanspreekt en waar zij graag aan werken. Het keurmerk wordt toegekend als in het kader van veiligheid op bedrijventerreinen aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: -
structurele samenwerking is georganiseerd tussen ondernemers en lokale overheid (gemeente, politie en brandweer); de veiligheidsproblematiek op het bedrijventerrein is in kaart gebracht en geanalyseerd; een activiteitenplan is opgesteld waarin doelstellingen en acties/maatregeling ter verbetering zijn opgenomen; er wordt periodiek geëvalueerd, waarbij er wordt gekeken of de doelstelling wordt gehaald en of de afspraken over acties en maatregelen worden nagekomen.
Bovengenoemde stappen - het bijeenbrengen van betrokken partijen, het opstellen van een integraal criminaliteitspreventieplan en het mogelijk streven naar het KVO-keurmerk – zijn zaken die in 2007 in gang gezet zullen worden om het veiligheidsgevoel te verhogen en criminaliteitspreventie te verbeteren. Inzet van deze activiteiten is wel dat de thema’s veiligheid en criminaliteitspreventie op termijn onder de parkmanagementorganisatie komen te vallen (zie paragraaf 4.8). Criminaliteitspreventie is één van de speerpunten van het bedrijventerreinbeleid 2007-2011.
4.6.
Milieu
In het kader van de actualisering van het milieubeleid heeft de gemeente het milieubeleidsplan 2004-2008 opgesteld. De focus is hierbij vooral gericht op structurele aandacht voor het milieu in de gemeentelijke afwegingsprocessen en de reeds in gang gezette ontwikkelingen ten aanzien van kwaliteitsverbeteringen en externe integratie verder uit te bouwen. De kerngedachte van het milieubeleid van de gemeente Roosendaal kan omschreven worden als het verbeteren van de leefkwaliteit (duurzaamheid op lange termijn en leefbaarheid op korte termijn) in de kernen en het buitengebied. Dit beleidsplan kan voor bedrijventerreinen in de gemeente als een overzicht van gemeentelijke voornemens worden beschouw d, maar vooral als een oproep
_______________________________________________________________________________________
28
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
of stimulans om de komende jaren mee te werken aan de realisatie van een duurzame en leefbare gemeente. In het milieubeleidsplan heeft de gemeente Roosendaal doelstellingen opgenomen ten aanzien van bedrijventerreinen. Zo is het beter benutten van de ruimte van bestaande bedrijventerreinen één van de doelstellingen. Hierbij is compact bouwen het uitgangspunt. Een andere doelstelling is duurzame ontwikkeling, welke bij het realiseren van nieuwe bedrijventerreinen centraal staat. Een activiteit om deze doelstelling te realiseren is het toepassen van het processchema duurzame ontwikkeling (ontwikkeld door de MOLO-werkgroep waaraan de gemeente Roosendaal deelneemt) bij de revitalisering van bestaande bedrijventerreinen, en bij de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen. Ook het bevorderen en herbestemmen van leegkomende- of staande objecten is een activiteit in het kader van deze doelstelling. Tenslotte verdient het de aanbeveling om verborgen of leegstaande bedrijven op de terreinen te inventariseren. Naast deze doelstellingen worden landelijke en provinciale normen en regelgev ing nageleefd. De Regionale Milieu Dienst adviseert hierbij de gemeente in verband met meldingen en vergunningaanvragen in het kader van de Wet Milieubeheer en ziet, namens de gemeente, toe op naleving hiervan.
4.7.
Regionale samenwerking
Regionale samenwerking is één van de uitgangspunten van het bedrijventerreinbeleid. Uit paragraaf 3.2. blijkt dat een regionale oriëntatie en de daaruit voortvloeiende regionale samenwerking om opvolging vragen. Hoofdlijn is dat contacten en overlegvormen die zijn opgezet, in de periode 2007 – 2011 verder uitgebouwd zullen worden. Samenwerking met regionale gemeenten in SES-verband wordt voortgezet, alsook de activiteiten in het kader van het ontwikkelingsprogramma West-Brabant. Samen met de gemeenten in de regio Breda zal de gemeente Roosendaal investeringen doen om de regio West-Brabant als geheel op de kaart te zetten. Contacten met hogere overheden zullen benut worden om extra middelen voor de regio te genereren. Het college is voornemens voorstellen te doen voor het instellen van een regionaal ontwikkelingsfonds voor West-Brabant. De gemeente Roosendaal heeft in het collegeprogramma van 20062010 zichzelf ten doel gesteld concrete samenwerkingsprojecten op de schaal van WestBrabant in de komende bestuursperiode mede op te zetten en tot uitvoering te brengen. In het kader van de Brabantse Buitensteden zal de gemeente Roosendaal de samenwerking met Bergen op Zoom in de komende bestuursperiode intensiveren. Roosendaalse belangen die in deze beleidsperiode spelen zijn het realiseren van het SpoorHaven gebied en de realisatie van de zogenaamde Noord-Oost Tangent. Het SpoorHaven gebied wordt meegenomen in het ontwikkelingsprogramma West-Brabant. De plannen van het SpoorHaven gebied zijn in regionaal opzicht van belang door de geplande verplaatsing van het spoorwegemplacement naar een gebied dat aansluit bij Borchwerf II. Deze verplaatsing maakt het mogelijk om de openbare laad-en-los functie van de gemeente Breda over te nemen (de gemeente Breda stoot deze taak af) zodat de logistieke functie voor West Brabant behouden blijft. De politieke lobby voor de realisatie van de Noord-Oost Tangent wordt op diverse fronten in de komende bestuursperiode doorgezet. Draagvlak bij buurgemeenten, de Prov incie en het Rijk is nodig. Het betreft een geplande snelweg ten noordoosten van Roosendaal die de A17 met de A58 verbindt, zodat verkeersstromen aan de noordzijde langs Roosendaal (en haar bedrijventerreinen) rijden en niet meer door de stad en de woongebieden.
_______________________________________________________________________________________
29
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
De gemeente zal verder (politieke) steun geven aan de plannen van haar regionale partners. Dit zijn in ieder geval de activiteiten gericht op het ontwikkelen en realiseren van het zeehaventerrein in Moerdijk, Maintenance Valley in Woensdrecht en het Agro Food Center in Dinteloord.
4.8.
Parkmanagement
De gemeente Roosendaal is van mening dat het openbaar gebied van bedrijventerreinen een gedeeld goed is. Een gebied waar zowel particuliere als openbare partijen gebaat zijn bij een voldoende kwaliteit en uitstraling. De voordelen voor overheid en bedrijfsleven van het creëren en behouden van kwaliteit op bedrijventerreinen worden schematisch weergegeven in tabel 1. Tabel 1. Voordelen van het gezamenlijk beheren van het openbaar gebied op bedrijventerreinen Aspect
Overheid
Bedrijven
Economie
Behoud/uitbreiding werkgelegenheid
Efficiënte bedrijfsvoering
Ruimte
Efficiënt ruimtegebruik, uitstraling
Aantrekkelijke vestigingslocatie
Milieu
Duurzaamheid, minder milieuhinder
Vergunningen, duurzaam imago
Verkeer
Beperken mobiliteit
Bereikbaarheid
Financiën
Rendement, OZB-opbrengsten
Behoud waarde onroerend goed
Parkmanagement is het gezamenlijk beheren van bedrijventerreinen met als doe l het verkrijgen en behouden van een reëel kwaliteitsniveau van zowel de openbare als de private ruimte. Het gezamenlijk beheren van de openbare en private ruimte w ijst op een nieuwe rol voor ondernemers. Daar waar het onderhouden van het openbaar gebied voorheen als een taak van de overheid gezien werd, worden de ondernemers gewezen op hun maatschappelijke rol en de daarmee samenhangende verantwoordelijkheden. Het gedachtegoed van publiek ondernemerschap wijst zowel de overheid als het bedrijfsleven op de voordelen van het samenwerken, maar ook op de noodzaak van gedeelde risico’s en verantwoordelijkheid. De gemeente Roosendaal vindt het een reële optie om het beheer van de bedrijventerreinen door één centrale parkmanagement-organisatie uit te laten voeren. Dit is een organisatie waarin zowel de gemeente als bedrijven organisatorisch en financieel vertegenwoordigd zijn, waar de bedrijfsvoering erop gericht is de kwaliteit van de terreinen op langer termijn te waarborgen en te versterken. De parkmanagementorganisatie wordt tevens gezien als een plaats waar gezamenlijke initiatieven tussen ondernemers ondernomen kunnen worden, zodat de collectieve voordelen behaald kunnen worden. Belangrijke basisgedachte hierbij is dat een parkmanagement organisatie het meeste gediend is bij een gebiedsgerichte aanpak. De mogelijke voorzieningen en activiteiten van een parkmanagement-organisatie moeten in de ogen van de gemeente uit twee soorten pakketen bestaan. Een basispakket en een pluspakket. Het basispakket bevat diensten en voorzieningen die als essentieel worden gezien voor het behoud van de gewenste kwaliteit van de locatie en/of vrijwel alleen door collectieve deelname gerealiseerd kunnen worden. Het basis pakket bestaat in de ogen van de gemeente in ieder geval uit:
het gezamenlijke beheer en onderhoud van de zichtbare buitenruimte, teneinde de inpassing in het landschap blijvend te garanderen;
_______________________________________________________________________________________
30
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
het gezamenlijke beheer en onderhoud van het watersysteem (riolering, buffers) teneinde de duurzame kwaliteit van het watersysteem te behouden, zulks in nauw overleg met waterbeheerders; het basaal bewaken van de veiligheid (in de breedste zin des woords) als een maatschappelijke basisvoorwaarde; de ontwikkeling en het gebruik van alternatieve faciliteiten die leiden tot een intensiever ruimtegebruik, multimodaal vervoer en een lagere milieubelasting, zonder dat de bedrijfseconomische overlevingskans van de indiv iduele bedrijven in gevaar wordt gebracht.
Het pluspakket bevat diensten en voorzieningen die niet voor alle bedrijven relevant zijn, maar die als extra service aangeboden kunnen worden. Bedrijven kunnen naar eigen behoefte gebruik maken van deze diensten en voorzieningen. In beginsel wordt daarbij uitgegaan van dienstverlening op commerciële basis. Bovengenoemde v isie op Parkmanagement is in 2004 verwoord in de Startnotitie Parkmanagement die geschreven is in het kader van de ontwikkeling van Borchwerf II. Dit gedachtegoed is voortvarend opgepakt bij de ontwikkeling van het nieuwe bedrijventerrein, door een jaarlijkse financiële bijdrage van ondernemers verplicht te stellen ten gunste van de parkmanagement-organisatie, bij de aankoop van een bedrijfskavel. De parkmanagment-organisatie voor Borchwerf II is in 2006 in grote lijnen opgezet; het bestuur is samengesteld, statuten zijn vastgesteld, werkprotocollen en operationele afspraken met de grondgemeenten Halderberge en Roosendaal zijn gemaakt en er is een parkmanager met een duidelijke opdracht gecontracteerd. De komende jaren staan, met het aantreden van de parkmanager, in het teken van het ontwikkelen en uitzetten van de diensten en voorzieningen die voor het gebied van belang geacht worden. Het tot stand brengen van parkmanagement op de oudere bedrijventerreinen vraagt om een andere aanpak. De bedrijventerreinen Majoppeveld en Borchwerf I bestaan al tientallen jaren en delen ervan hebben tot voor kort, of nog steeds, te maken met achterstallig onderhoud en verpaupering. De inhaalslag ten aanzien van de uitstraling en het onderhoud van de bedrijventerreinen wordt door de ondernemers als een noodzakelijke voorwaarde gezien voordat er over het gezamenlijk opzetten van parkmanagement gesproken kan worden. Middels verschillende subsidieregelingen (TIPP, TOPPER en REAP), aanzienlijke investeringen van het college, de gemeente en innovatieve publieke-private samenwerkingsconstructies (zie paragraaf 4.3.) is de herstructurering van de bedrijventerreinen in volle gang. Binnen de Topper-projecten voor zowel Borchwerf I als Majoppeveld wordt er (verplicht) aandacht besteed aan het opzetten van parkmanagement, zodat de noodzaak voor herstructurering en revitalisering in de toekomst voorkomen wordt. Inzet hierbij is dat de parkmangementorganisaties die opgezet worden (op termijn) bij de parkmanagement-organisatie van Borchwerf II aansluiten om zodoende tot één beheerorganisatie te komen. Voor de directe toekomst betekent dit dat de volgende doelstellingen zijn neergelegd ten aanzien van het ontwikkelen van parkmanagement op Borchwerf I en Majoppeveld: -
verbetering van de organisatiegraad en professionaliteit van de vertegenwoordiging van de bedrijven op de bedrijventerreinen; uitvoering geven aan verschillende acties en werkzaamheden gericht op gezamenlijke kansen en problemen van bedrijven op bedrijventerreinen; om zodoende een voedingsbodem te creëren voor parkmanagement.
_______________________________________________________________________________________
31
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
De gemeente Roosendaal neemt een ondersteunende en stimulerende rol in met betrekking tot gezamenlijke initiatieven en activiteiten en het meedenken over en de vorming van een (overkoepelende) parkmanagement-organisatie.
4.9.
Profilering
Door het prof ileren van de mogelijkheden die de verschillende bedrijventerreinen bieden, wordt er inv ulling gegeven aan een aantal gemeentelijke en regionale afspraken en doelstellingen zoals: -
het speerpunt City Marketing in het Economisch Actieplan; regionale afspraken ten aanzien van het promoten van werkgelegenheid in de regio; uitgifte van grond op Borchwerf II; de ontwikkeling van Majoppeveld onder de aandacht brengen bij investeerders en geïnteresseerde partijen.
Roosendaal zal met gerichte campagnes en communicatie richting het bedrijfsleven geprof ileerd moeten worden als een aantrekkelijke vestigingslocatie voor bedrijven. Bij de acquisitie en uiteindelijke gronduitgifte zal ook nadrukkelijk gekeken moeten worden naar het belang van de bedrijven voor de verschillende doeleinden.
4.10.
Arbeidsmarkt
De gemeente Roosendaal beoogt het behoud en de verdere uitbouw van een gediversif ieerde werkgelegenheidsstructuur. Zij heeft ook een bovenregionale opvangtaak ten aanzie n van de regionale werkgelegenheid (zie paragraaf 3.2). Met het verbeteren en het uitbreiden van de bedrijventerreinen van Roosendaal wordt inherent invulling gegeven aan deze doelstelling. Er wordt ook een bijdrage geleverd aan een aangename werkomgeving voor de bestaande arbeidsmarkt en dus aan het behoud ervan. Tot slot wordt er, door middel van (her)ontwikkeling, mogelijkheden gecreëerd voor de groei van de arbeidsmarkt tot wellicht nieuwe arbeidsmarktterreinen. De nota ‘Arbeidsmarktbeleid van Gemeente Roosendaal’ is momenteel in voorbereiding. In deze nota worden projecten opgezet die gericht zijn op het terugdringen van de werkloosheid en het verbeteren van de arbeidsmarktpositie van inwoners van de gemeente Roosendaal. Het college investeert de komende jaren mede met de arbeidsmarktnota in de driehoek onderw ijs, economie en werkgelegenheid (collegeprogramma 2007-2011). Daarbij worden er samen met de maatschappelijke partners concrete afspraken gemaakt om kansen voor doelgroepen te creëren en om onderw ijsvormen af te stemmen op een veranderende economie. De mogelijkheden die de vele ondernemingen op de bedrijventerreinen van Roosendaal bieden zijn evident. Vooralsnog zijn de projecten ten aanzien van het arbeidsmarktbeleid vooral gericht op de aanbodkant van de arbeidsmarkt. Wanneer projecten op de vraagkant van de arbeidsmarkt gericht worden, is te verwachten dat de potentie die bij de bedrijventerreinen ligt, aangeboord wordt. Het initiatief voor het ontwikkelen en het bevorderen van een dy namische arbeidsmarkt in de regio Roosendaal ligt bij de afdeling Beleid. Initiatieven en projecten die in dit kader worden opgestart, zullen waar mogelijk binnen het bedrijventerreinbeleid opgepakt en ondersteund worden.
_______________________________________________________________________________________
32
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
4.11.
Samenvattend overzicht
De in paragraaf 4.1. t/m 4.10 opgenomen beleidsthema’s zijn samengevat in tabel 2. Naast het bieden van overzicht, is de tabel bedoeld om aan te geven hoe de verschillende beleidthema’s in de gemeentelijke organisatie ingebed zijn of gaan worden. Dit maakt de vertaalslag van beleid naar uitvoering inzichtelijk. Een aantal beleidsthema’s krijgt een plaats in de daarvoor bestemde notities binnen de gemeente, een aantal zaken wordt meegenomen in de dagelijkse werkzaamheden van verschillende afdelingen en een aantal zaken is aangemerkt als speerpunt in het kader van het bedrijventerreinbeleid. De dagelijkse werkzaamheden in het kader van bedrijventerreinbeleid en de v ijf speerpunten voor 2007-2011 worden verder behandeld in hoofdstuk 5.
_______________________________________________________________________________________
33
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007 -2011 ________________________________________________________________________________________________________________________________________
Tabel 2. Overzicht van beleidsthema’s, de activiteiten die hieruit voortvloeien en de inbedding van deze activiteiten binnen de gemeentelijke organisatie
Beleidsthema
Standpunt gemeente
Verdere uitwe rking
Wie
Wanneer
Optimale benutting van beschikbare ruimte op bestaande en nieuwe bedrijventerreinen
actualiseren en verruimen van bestaande planvoorschriften uitgiftebeleid hanteren
afdeling Beleidsrealisatie
doorlopend
afdeling Beleidsrealisatie
doorlopend
1. Ruimtelijk beleid
Zorgvuldig ruimtegebruik
- bedrijfswoningen op Bedrijventerreinen
Bestaande woningen gedogen. Geen nieuwe woningen.
actualiseren van bestemmingsplannen
afdeling Beleidsrealisatie
doorlopend
- overgangszones
Moeten mogelijk zijn op bedrijventerreinen
consistent beleid ontwikkelen
afdeling Beleid, afdeling Beleidsrealisatie
doorlopend
- nieuwe bouwhoogtes + minimale bebouwingspercentages
Toepassen
actualiseren van bestemmingsplannen
afdeling Beleidsrealisatie
doorlopend
Alléén milieuzonering. Verder op basis van marktwerking.
bestemmingsplanbepalingen aanhouden uitgiftebeleid hanteren
afdeling Beleidsrealisatie
doorlopend
afdeling Beleidsrealisatie
doorlopend
Zonering
Ruimtelijke kwaliteit
Vraaggestuurde ruimtelijk ordening
- nieuwe bedrijventerreinen
Aandacht hiervoor van belang
beeldkwaliteitsplannen ontwikkelen en handhaven waar nodig
afdeling Beleidsrealisatie
doorlopend
Borchwerf II ontwikkelen voor regionale en (inter)nationale opvang. Majoppeveld ontwikkelen voor locale opvang.
ontwikkeling uitbreiding Borchwerf II (Topper-project) ontwikkeling Majoppeveld voortgang uitgifte volgen
Borchwerf IICV, marktpartijen gemeente, marktpartijen regionaal afstemmingsoverleg bedrijventerreinen (SES), afdeling Beleid
doorlopend
doorlopend doorlopend
________________________________________________________________________________________________________________34
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 _______________________________________________________________________________________________________________________________________
Beleidsthema
Standpunt gemeente
Verdere uitwe rking
Wie
Wanneer
- herstructurering
Herstructurering Borchwerf I en Majoppeveld noodzakelijk
Topper-projecten herstructurering Borchwerf I en Majoppeveld opzetten en uitvoeren
gemeente, BOM, ondernemers, marktpartijen
2007 – 2011
- accountmanagement
Één-loket-functie met ‘juiste bedrijf op juiste plaats’ als leidend concept
klantgerichte aanpak continueren
gemeente, ondernemers, vastgoedpartijen
doorlopend
Nodig om probleem leegstaande kavels en bedrijfspanden op te lossen
database bedrijventerreinen ontwikkelen een werkbaar scenario ontwikkelen
afdeling Beleid, afdeling beleidsrealiastie gemeente, ondernemers, vastgoedpartijen
2007 - 2008
2008
Kans voor Roosendaal en ondernemers
steun voor lokale initiatieven
doorlopend
onderzoek naar het verplaatsing van het stationsemplacement onderzoek naar MMTCR
via Topper-projecten afdeling Beleidsrealisatie project SpoorHaven, Borchwerf II, afdeling Projecten project SpoorHaven, Borchwerf II, afdeling Projecten
2006 – 2007
2007 / 2008
herstructurering Borchwerf en Majoppeveld onderzoek naar de haalbaarheid van de nieuwe verbindingsweg Borchwerf I, II en Majoppeveld lobby voor Noord-Oost Tangent
via Topper-projecten afdeling beleidsrealisatie afdeling Beleid, afdeling Beleidsrealisatie
2007 - 2011
2007
wethouder Verkeer, afdeling Beleid
doorlopend
optimaal aanbieden
afdeling Projecten
doorlopend
-
vastgoedmanagement 2 e hands markt
2. Verkeer en vervoer
Multimodaliteit
Inrichting verkeersnet
Problemen ontsluitingen congestie aanpakken in het kader van herstructurering en nieuwe projecten
Vervoersmanagement
-
personenvervoer (openbaar vervoer)
Onderhoud, geen extra investeringen
________________________________________________________________________________________________________________________________________
35
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 _______________________________________________________________________________________________________________________________________
Beleidsthema
Standpunt gemeente
Verdere uitwe rking
Wie
Wanneer
-
langzaam verkeer
Fietspadenstructuur verbeteren
steun voor lokale initiatieven
ondernemers, afdeling Beleidsrealisatie
doorlopend
-
collectief personenvervoer
Verantwoordelijkheid ondernemers
steun voor lokale initiatieven
ondernemers, afdeling Beleidsrealisatie
doorlopend
-
goederenvervoer
Verantwoordelijkheid ondernemers. Gemeente stimulerende rol.
pilot-onderzoek naar de mogelijkheden van gezamenlijk goederenvervoer verkennen
ondernemers, afdeling Beleidsrealisatie
2008
Parkeren
Op eigen terrein. Gezamenlijke parkeermogelijkheden via Parkmanagement (marktsturing).
probleemgerichte aanpak bouwbesluit
afdeling Beleidsrealisatie afdeling Publiekszaken
doorlopend doorlopend
3. Onderhoud buitenruimte
Onderhoudsplannen vooralsnog structureel doorvoeren. Aansturen op parkmanagement.
onderhoud (onderzoek naar) publiekeprivate samenwerkingsconstructie t.b.v. rennovatie Majoppeveld
afdeling Projecten afdeling Beleidsrealisatie
doorlopend 2007
4. ICT Infrastructuur
Een hoogwaardige digitale infrastructuur is een noodzakelijke voorwaarde voor een modern bedrijventerrein.
aanleg breedband / glasvezel
afdeling Beleidsrealisatie
2007
5. Veiligheid
Samenwerking is nodig voor een slagvaardige aanpak tegen criminaliteit en onveiligheid.
integraal criminaliteitspreventieplan bedrijventerreinen
gemeente, ondernemers
2007 - 2008
6. Milieu
Overlast voorkomen
duidelijk milieubeleid en handhaving
doorlopend
afdeling Beleidsrealisatie
________________________________________________________________________________________________________________________________________
36
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 _______________________________________________________________________________________________________________________________________
Beleidsthema
Standpunt gemeente
Verdere uitwe rking
Wie
Wanneer
7. Regionale samenwerking
Verder uitbouwen van contacten, overlegvormen en daaruit voortvloeiende activiteiten.
samenwerking in SES verband activiteiten regio-overleg West-Brabant: - lobby voor ontwikkelingsfonds - afstemmening t.a.v. SpoorHaven - (politiek) steunen overige projecten uit de regio samenwerking met gemeente Bergen op Zoom intensiveren
afdeling Beleid afdeling Beleid
doorlopend doorlopend
afdeling Beleid
doorlopend
Beheer van alle bedrijventerreinen op termijn onderbrengen onder 1 parkmanagementorganisatie.
ondersteunen en stimuleren van activiteiten gericht op duurzaam gezamenlijk beheer van bedrijventerreinen Borchwerf I en Majoppeveld
via Topper-projecten afdeling Beleidsrealisatie, ondernemers
doorlopend
9. Profilering
Profilering van de (vestigings)mogelijkheden van de Roosendaalse bedrijventerreinen.
gerichte campagnes en communicatie vanuit regio en Roosendaal richting marktpartijen
afdeling Beleidsrealisatie
doorlopend
10. Arbeidsmarkt
Samenwerking binnen de driehoek onderwijseconomie-werkgelegenheid. Verder vorm en inhoud hieraan geven.
Overleg met en tussen partners
afdeling Beleid
doorlopend
8. Parkmanagement
________________________________________________________________________________________________________________________________________
37
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 _______________________________________________________________________________________
5.
BELEIDSSPEERPUNTEN
Dit hoofdstuk bevat de lijnen waarlangs de beleidsvoornemens uit de vorige hoofdstukken in de komende jaren gerealiseerd gaan worden. Het zijn de speerpunten die tot actieplannen en activiteiten in de komende jaren moeten leiden. De in hoofdstuk 4 aangegeven beleidsthema’s bieden de inhoudelijke basis voor de speerpunten. Per speerpunt wordt aangegeven welke activiteiten uitgezet zijn of dienen te worden om het speerpunt te verwezenlijken en welke zaken in de ogen van de gemeente de aandacht verdienen bij het uitrollen van de activiteiten. De verdere uitwerking van de aangegeven onderwerpen dient in de aangegeven (beleids)stukken, met inachtneming van de beleidsthema’s, plaats te vinden. Aan het eind van dit hoofdstuk wordt een paragraaf besteed aan de reguliere werkzaamheden verbonden aan bedrijventerreinbeleid. Tevens worden activiteiten weergegeven die verband houden met bedrijventerreinbeleid, maar niet direct tot de speerpunten of reguliere werkzaamheden horen. Het zijn activiteiten die onder verantwoordelijkheid van andere afdelingen uitgevoerd worden, maar waar de accountmanager bedrijventerreinen regelmatig bij betrokken wordt, vanuit de integrale werkw ijze. Het hoofdstuk wordt afgesloten met het samenvattend tabel ‘speerpunten bedrijventerreinbeleid 2007-2011’. Dit vormt de nieuwe basis van het actieoverzicht van het Economisch Actieplan van gemeente Roosendaal.
5.1.
(Her)ontwikkeling bedrijventerreinen
Momenteel lopen er drie Topper-projecten binnen de gemeente: 1. De herstructurering van Borchwerf I 2. De herstructurering van Majoppeveld en 3. De ontwikkeling van Borchwerf II Met de Topper-regeling maakt het Rijk een expliciete keuze voor v ijftig projecten in Nederland die kwalitatieve en kwantitatieve knelpunten van bedrijventerreinen aanpakken. Het grootste deel van de beschikbare financiële middelen wordt besteed aan de herstructurering van bestaande bedrijventerreinen, echter de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen van bovenregionaal belang wordt ook gefinancierd. Het etiket ‘topproject’ verandert niets aan de verantwoordelijkheden van gemeenten en prov incies ten aanzien van de (her)ontwikkeling van gebieden, de extra financiering maakt het echter mogelijk om tot een snelle en goede uitvoering van plannen te komen. De eisen en richtlijnen voor deelname aan Topper-projecten zijn dermate compleet en samenhangend dat het doorlopen van de verplichte stappen binnen de programma’s een uitstekende kapstok biedt om algemeen bedrijventerreinbeleid naar de drie belangrijke bedrijventerreinlocaties van Roosendaal te vertalen. Per project dient een masterplan opgesteld te worden. Dit masterplan bevat een visie op het bedrijventerrein over 15 jaar en de plannen om de beoogde visie te realiseren. De plannen worden verder opgepakt en uitgewerkt in projectplannen. Met deze beleidsnotitie wordt een belangrijke basis gelegd voor de masterplannen en de daaruit voortvloeiende projectplannen, omdat een algemene richting ten aanzien van de gewenste ontwikkeling van bedrijventerreinen in Roosendaal wordt aangegeven. De masterplannen dienen hierop voort te bouwen met een gebiedsgerichte invulling aan het algemeen beleid. De gemeente ziet graag dat de volgende zaken, naast de verplichte zaken vanuit de Topper-regeling, in de masterplannen en/of projectplannen aan de orde komen:
_________________________________________________________________________38
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
-
-
het verder doorvoeren en uiteindelijk realiseren van parkmanagement; het verder uitbouwen van de participatiegraad, organisatiegraad en professionalisme van de bedrijfsvertegenwoordiging; aandacht voor duurzaamheid door middel van het opstellen van een ambitiematrix duurzaamheid per gebied, naar het voorbeeld Borchwerf II; aandacht voor de mogelijkheden van multimodaliteit; onderzoek naar de mogelijkheden voor collectief goederenvervoer op de bedrijventerreinen, inclusief een inventarisatie naar het draagvlak ervoor onder ondernemers; het verbeteren van de digitale infrastructuur op de bedrijventerreinen.
De ontwikkeling van Majoppeveld (nieuw) valt niet onder een Topper regeling, maar zal conform de stappen voor de ontwikkeling van Borchwerf II uitgerold worden. De basis hiervoor is voor een groot deel al gelegd in het nieuwe bestemmingsplan voor geheel Majoppeveld (2007).
5.2.
Database bedrijventerreinen
Gemeente Roosendaal is de pioniersfase van bedrijventerreinontwikkeling voorbij. Steeds vaker en op verschillende fronten bestaat de behoefte aan correcte en volledige informatie van en over de bedrijventerreinen. De gemeente Roosendaal wil derhalve vaart zetten achter het opzetten en bijhouden van een database bedrijventerrein. In 2007 zal een beleidsnotitie en plan van aanpak opgesteld worden. Hierbij zal in ieder geval aandacht besteed worden aan: -
gegevensverzameling (welke gegevens, hoe te verkrijgen) bedrijvenenquête (wat vraag je, aan wie, waarom, hoe vaak, hoe ziet dat eruit) onderhoud database (zaken administratief inbedden)
Gegevensverzameling Door correcte en up-to-date informatie over de bedrijventerreinen te verzamelen wil de gemeente de bedrijventerreinen concreet kunnen begrenzen, benoemen en karakteriseren. Tegelijkertijd wordt de nulsituatie ten aanzien van een aantal beleidsthema’s in kaart gebracht. Belangrijke zaken om te administreren zijn onder andere de aard, omvang en bedrijfsgegevens van de aanwezige bedrijven, de hoeveelheid leegstand, de eigendomssituatie en de aanwezige werkgelegenheidspotentie (bijvoorbeeld de herkomst van personeel, hoeveelheid vacatures, uitbreidings-/ saneringsplannen van bedrijven enzovoorts). Verder kan informatie bijgehouden worden over de voortgang van projecten en gestelde doelen ten aanzien van bedrijventerreinbeleid. De werkgelegenheidsenquête van de gemeente Roosendaal is een informatiebron voor een deel van de benodigde informatie. Om een zo actueel mogelijk overzicht van leegstaande panden te krijgen zal onder andere gegevens van makelaars benut worden. Tevens zullen er contactpersonen (ondernemers) in de regio gev raagd worden om relevante informatie aan de gemeente door te spelen. Verdere gegevens zullen op andere manieren verzameld moeten worden. Een deel van de verzamelde gegevens zullen als input dienen voor de economische barometer van de gemeente opgenomen worden. Bedrijvenenquête Daar waar de benodigde harde gegevens het beste rechtsreeks van ondernemers op de bedrijventerreinen verkregen kunnen worden biedt een bedrijvenenquête een uitkomst. De beoogde bedrijvenenquête van de gemeente Roosendaal is er echter in eerste instantie op gericht om indicatoren te krijgen voor de beleving van de bedrijventerrein door betrokkenen. Het gaat hier om zaken als de beleving van de bereikbaarheid, beeldkwaliteit, onderhoud van het buitenruimte enzovoorts.
_____________________________________________________________________________________
39
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
Zonder medewerking van het bedrijfsleven is een objectieve kwalificering en signalering van zaken op de bedrijventerreinen niet mogelijk. De enquête wordt gezien als een middel om deze informatie op structurele wijze boven water te krijgen. Het is dan ook een randvoorwaarde om de database op een goede en hoogwaardige manier, blijvend, te voeden. Ondernemers zullen jaarlijks of twee jaarlijks gev raagd worden naar belev ing van het bedrijventerrein en naar informatie over het bedrijf of bedrijventerrein. De gegevens zullen meegenomen worden in de economische barometer van de gemeente. Onderhoud database De gegevens die verzameld worden zullen structureel bijgehouden moeten worden. Het onderhoud van de database zal administratieve verankerd moeten worden in de gemeentelijke organisatie. Bij de opzet van de beleidsnotitie en dus de voorgestelde inrichting van de database zal rekening gehouden moeten worden met de beperkte mogelijkheden hiervoor binnen de bestaande capaciteit.
5.3.
Vastgoedmanagement
De verschillende projecten ten aanzien van de herstructurering van de bestaande bedrijventerreinen Roosendaal hebben een specifiek probleem naar voren gebracht dat om een structurele oplossing vraagt. Het betreft de invulling van de braakliggende percelen en lege panden op bestaande bedrijventerrein. Braakliggende percelen en leegstaande bedrijfspanden dragen in grote mate bij aan de (ervaring van) verpaupering op een bedrijventerrein. In het kader van de herstructurering is het van belang dat dit probleem opgelost wordt. Er blijken echter een aantal zaken te spelen die een eenvoudige oplossing van het probleem onmogelijk maakt. In de meeste gevallen zijn de betreffende kavels en panden niet meer in handen van de gemeente maar van particuliere bedrijven of ontwikkelaars. Bij particulieren liggen de belangen om de percelen in kwalitatieve zin aan te pakken vaak anders dan de belangen van de gemeente. Dit is zeker het geval bij leegstaande bedrijfspanden. Deze ‘2e hands’ panden zijn vaak niet meer geschikt voor moderne bedrijvigheid of niet geschikt te maken. Sloop en vervolgens nieuwbouw is de enige mogelijkheid om tot revitalisering te komen. Particuliere investeerders hebben hier echter meestal weinig belang bij. De gemeente kan hooguit een bemiddelende rol opnemen bij het zoeken naar oplossingen om de verpaupering van een bedrijventerrein tegen te gaan. De gemeente is van plan om in de komende beleidsperiode de problemen ten aanzien van leegstaande kavels en de 2e hands bedrijvenpanden op structurele wijze aan te pakken. Als eerste stap daartoe zal er een beleidsnotitie en plan van aanpak opgesteld worden met expliciete aandacht voor: -
een feitelijke beschrijving van de problematieken en de gewenste omgang met de 2e hands markt (kansen voor rev italisering); de mogelijkheden voor het instellen van vastgoedmanagement door de gemeente op de 2e handsmarkt, met richtlijnen voor gerichte acquisitie en uitgifte; de wenselijkheid en de mogelijkheid van een-één-loket functie voor bedrijven die zich binnen Roosendaal w illen (her)vestigen.
Beschrijv ing feitelijke situatie Het verkrijgen van meer inzicht in de eigendomsituatie (met name op de bestaande bedrijventerreinen) vormt onderdeel van de inventarisatie genoemd in paragraaf 5.2. Met deze informatie zal een feitelijke basis gelegd worden voor een vastgoedmanagement
_____________________________________________________________________________________
40
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
gericht op activering en betere beheersing van de ‘2e hands’-grondmarkt. Daarmee kan een structureel begin gemaakt worden om de leegstand terug te dringen en daarmee het effectief gebruik van het bedrijventerrein te verbeteren. De gemeente zal hierin contact treden met de belangrijke actoren op de vastgoedsector en waar mogelijk gebruik maken van de expertise van REWIN NV. Vastgoedmanagement Voor bepaalde delen van Majoppeveld is de gemeente Roosendaal samen met de Brabantse Herstructureringsmaatschappij Bedrijventerreinen (BHB) overgegaan tot het aankopen van verpauperde bedrijfsgebouwen. Na aankoop worden deze gesloopt, vindt er – indien nodig - meteen een bodemsanering plaats en vervolgens worden deze terreinen weer als bedrijfsterrein uitgegeven. Deze aanpak is tot nu toe erg succesvol gebleken. Echter herstructurering op deze schaal is in een beperkt tempo mogelijk gezien de grote financiële inspanningen aan gemeentelijke zijde die hiervoor nodig zijn. In het beoogde beleidsstuk zal een werkbaar scenario voor vastgoedmanagement van het tweede hands markt op de bedrijventerreinen van Roosendaal ontwikkeld worden. De verkregen informatie uit de database bedrijventerreinen legt een belangrijk feitelijke fundament hiervoor. Samenwerking met anderen om dit te realiseren en/of uit te voeren ligt in de rede. Een onderdeel van de beleidsnotitie zal in ieder geval moeten bestaan uit richtlijnen voor de acquisitie en uitgifte van grond in het kader van het 2e hands markt. De gemeente streeft ernaar om het juiste bedrijf op juiste plaats te situeren. Het gaat bij de afstemming van vraag en aanbod immers niet alleen om een kwantitatief probleem, maar ook om een veelheid van kwaliteitseisen. Deze eisen komen niet alleen voort uit het ruimtelijke en milieubeleid, maar ook uit de specifieke vestigingscondities van de diverse bedrijfsvormen. De richtlijnen zullen hier rekening mee moeten houden. Daarnaast zal er voor de acquisitie van nieuwe bedrijven en uiteindelijke gronduitgifte nadrukkelijk gekeken moeten worden naar het belang van een bedrijven voor de verschillende doeleinden zoals de mate waarin het bedrijf bij het prof iel van het bedrijventerrein past, het werkgelegenheidsperspectief (ook voor specifieke doelgroepen), de relatie met al aanwezige bedrijven, de inpasbaarheid in omgev ing, enzovoort. Klantgerichte account management bedrijven Gezien de ontwikkelingen van nieuwe bedrijventerreinen en de herstructurering van de oude bedrijventerreinen mag verwacht worden dat de gemeente in de komende jaren met een groot aantal aanvragen voor bedrijfshuisvesting te maken zal krijgen. De gemeente wil op een klantgerichte manier hiermee omgaan en tevens een koppeling maken met het vastgoedmanagement van de 2e hands markt. Dit wil zij doen door middel van klantgericht accountmanagement met ‘het juiste bedrijf op de juiste plaats’ als sturend ruimtelijk principe. Het idee is dat bedrijven die zich in Roosendaal w illen (her)vestigen bij één punt in de gemeentelijke organisatie terechtkomen. Dat is de accountmanager bedrijven die tezamen met de ondernemer op zoek gaat naar de beste locatie voor het bedrijf, zowel op de bestaande delen (mogelijkheden in het kader van 2e hands vastgoedmarkt) als op nieuwe delen van de bedrijventerreinen. Daarmee houdt de accountmanager rekening met de richtlijnen voor de acquisitie en uitgifte van grond die inmiddels zijn geformuleerd. Met deze aanpak krijgt de ondernemer één aanspreekpunt in de gemeentelijke organisatie, die zich samen met de ondernemer inzet voor de realisatie ervan. Tegelijkertijd krijgt de gemeente de gelegenheid om de vestiging van bedrijven op haar bedrijventerreinen zo te sturen dat ‘de juiste bedrijven op de juiste plaats’ gerealiseerd wordt. In genoemd beleidsstuk zal de wenselijkheid en de mogelijkheden van bovengenoemd scenario uitgewerkt dienen te worden.
_____________________________________________________________________________________
41
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
5.4. Criminaliteitspreventie Het bijeenbrengen van betrokken partijen, het opstellen van een integraal criminaliteitspreventieplan en het mogelijk streven naar het KVO-keurmerk – zijn zaken die in 2007 in gang gezet zullen worden om het veiligheidsgevoel te verhogen en criminaliteitspreventie op de bedrijventerreinen te verbeteren. Inzet van deze activiteiten is wel dat de thema’s veiligheid en criminaliteitspreventie op termijn onder de parkmanagementorganisatie komen te vallen. Betrokken partijen voor dit thema zijn in de ogen van de gemeente in ieder geval politie, Stichting Collectieve Bedrijventerreinbeveiliging, betrokken gemeentelijke ambtenaren en ondernemers. Het streven is om partijen per gebied bijeen te brengen in een werkgroep, met de opdracht om een integraal criminaliteitsplan op te stellen. In het criminaliteitspreventieplan moet er in de ogen van de gemeente aandacht besteed worden aan de OBE maatregelen (organisatorisch, bouwkundig, elektronisch) ten aanzien van veiligheid. Camerabeveiliging door middel van een glasvezel netwerk (zie paragraaf 4.4) is één van de (elektronische) mogelijkheden om aan de veiligheid van de bedrijventerrein te werken. De mogelijkheden hiervan zullen in het kader van het plan onderzocht moeten worden. Tenslotte zal de wenselijkheid en haalbaarheid van een KVO keurmerk per bedrijventerrein onderzocht moeten worden. Zie paragraaf 4.5 voor een korte toelichting op het KVO keurmerk.
5.5. Duurzaam beheer (parkmanagement) De gemeente Roosendaal hecht veel waarde aan het realiseren van duurzaam beheer op haar bedrijventerreinen. Het belang hiervan is evident gezien de grote investeringen in de herstructurering en ontwikkelingen van de bedrijventerreinen van de afgelopen en komende jaren. De gemeente wil duurzaam beheer vorm geven door middel van parkmanagement en zal initiatieven gericht op parkmanagement door bedrijven en de bedrijfsvertegenwoordiging op de bedrijventerreinen ook in de komende beleidsperiode stimuleren en ondersteunen. Het komen tot parkmanagement ten behoeve van duurzaam beheer is een verplicht onderdeel van het masterplan van Topper projecten. Gemeente ambtenaren zullen in het kader hiervan deelnemen aan werkgroepen en projectplannen gericht op dit thema.
5.6. Reguliere werkzaamheden Hoofdstuk 5.1. tot en met 5.5. geven de speerpunten van het bedrijventerreinbeleid weer voor 2007 – 2011. Naast deze speerpunten zijn er reguliere werkzaamheden die uitgevoerd worden ten behoeve van het bedrijventerreinbeleid. Deze worden uitgevoerd door de accountmanager bedrijven (1 fte) en een administratief medewerker (0,6 fte).
De dagelijkse werkzaamheden van de accountmanager bedrijven bestaan uit: Het uitgeven van bedrijventerreinen het voeren van diverse vormen van overleg ten behoeve van het uitgeven van bedrijfsterrein het begeleiden van ver(bouw)trajec ten Overleg ten behoeve van de (her)ontwikkeling van de bedrijventerreinen deelname in de projectgroepen recreatiepark de Stok, Majoppeveld en Borchwerf deelname en verslaglegging van de stuurgroepen van Majoppeveld en Borchwerf deelname aan de projectgroep revitalisering Borchwerf West (deelname projectgroep, overleg met individuele ondernemers, overleg met provincie en interne overleg en afstemming)
_____________________________________________________________________________________
42
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
-
deelname aan de werkgroep ten behoeve van de herstructurering van Majoppeveld (deelname werkgroep, overleg met BOM en prov incie, overleg met indiv iduele ondernemers en interne overleg en afstemming)
Onderhouden van het netwerk en contacten deelname in specifieke projectgroepen gesprekken met bedrijven en instellingen in het veld (REWIN, kamer van koophandel, Ondernemingskring Roosendaal) deelname aan diverse vakwerkgroepen en netwerkorganisaties (netwerk accountmanagement (landelijk en regionaal), overleg gemeenten West Brabant) Promotie en acquisitie ten aanzien van bedrijventerreinen promotieactiviteiten: nieuwsbrief, businessmagazine, bedrijfsbezoeken, deelname bedrijven contactdagen Interne afstemming informatieverstrekking ten aanzien van bedrijventerreinen signaleren van zaken die actie behoeven naar aanleiding van diverse gesprekken intern overleg: overleg EZ, wethouder EZ, collega’s SBL en accountmanager binnenstad (uitwisseling en gebiedsafbakening) De administratieve medewerker houdt zich bezig met secretariële en administratieve taken ter ondersteuning van de account manager bedrijven. Daartoe behoort onder andere de administratie ten behoeve van de aquisitiecampagne West-Brabant en de actualisering en uitbreiding van de website.
5.7. Gerelateerde werkzaamheden In deze paragraaf worden activiteiten genoemd die verband houden met bedrijventerreinbeleid, maar niet direct tot de speerpunten en reguliere werkzaamheden van de accountmanager bedrijven behoren. Het zijn activiteiten die onder verantwoordelijkheid van andere afdelingen uitgevoerd worden, echter de accountmanager bedrijven wordt hier regelmatig, vanuit de integrale werkwijze, bij betrokken wordt. De afdeling Projecten is verantwoordelijk voor: de ontwikkelingen van het Spoor-Haven gebied inclusief het verplaatsen van het spoor emplacement en onderzoek naar het MMTCR De afdeling Beleid is verantwoordelijk voor: de totstandkoming van het nieuwe verkeersader Borchwerf-Majoppeveld onderzoek naar de haalbaarheid van goederenvervoer op de bedrijventerreinen De afdeling Beleidsrealisatie is verantwoordelijk voor: de vertaling van gemeentelijk beleid naar de bestemmingsplannen van de bedrijventerreinen De afdeling Programmering is verantwoordelijk voor: Het beheer van de fysieke buitenruimte (o.a. groen en fietspaden) Diverse wegreconstructies op de bedrijventerreinen Afstemming en contacten met de parkmanager van Borchwerf II
_____________________________________________________________________________________
43
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________
5.8. Samenvattend overzicht Deze laatste paragraaf geeft een overzicht van de speerpunten van het bedrijventerreinbeleid van 2007-2011, in tabelvorm. Tabel 3 bevat de vijf speerpunten van het bedrijventerreinbeleid. Per speerpunt wordt aangegeven welke activiteiten uitgezet zijn of dienen te worden om het speerpunt te verwezenlijken, welke zaken in de ogen van de gemeente de aandacht verdienen bij het uitrollen van de activiteiten en welke documenten als sturingsinstrument gebruikt zullen worden.
_____________________________________________________________________________________
44
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 ________________________________________________________________________________________________________________________________________
Tabel 3. Samenvatting speerpunten bedrijventerreinbeleid 2007-2011 Speerpunt
Actie
Actie door
Resultaat Moderne en kwalitatief goede bedrijventerreinen
Topper-project herstructurering Borchwerf I ontwikkelen en uitvoeren
Gemeente, BOM, ondernemers, marktpartijen
Topper-project herstructurering Majoppeveld ontwikkelen en uitvoeren
Gemeente, BOM, ondernemers, marktpartijen
Topper-project ontwikkelen van Borchwerf II
Borchwerf II CV, marktpartijen
Ontwikkelen en realiseren Majoppeveld (nieuw)
Gemeente, marktpartijen
Programma van eisen opstellen
Actueel inzicht in situatie op bedrijventerreinen
Opzetten van database
Gemeente, ondernemers en vastgoedpartijen afdeling Beleidsrealisatie
Programma van eisen opstellen
Uitvoering geven aan ontwikkeld beleid
Gemeente, vastgoedpartijen en ondernemers Gemeente, vastgoedpartijen en ondernemers
Beleidsnotitie en plan van aanpak Actueel inzicht in situatie op bedrijventerreinen en een plan om leegstand tegen te gaan
4. Criminaliteitspreventie
Bijeenbrengen betrokken partijen Integraal criminaliteitspreventieplan ontwikkelen
Gemeente, ondernemers Gemeente, ondernemers
Criminaliteitspreventieplan
5. Duurzaam beheer (parkmanagement)
Realiseren van één parkmanagementorganisatie
Blijvende kwaliteit op bedrijventerreinen
1. (Her)ontwikkeling bedrijventerreinen
2. Database bedrijventerreinen
3. Vastgoedmanagement
Gemeente, ondernemers
________________________________________________________________________________________________________________ 44
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 __________________________________________________________________________________________
Bijlagen
__________________________________________________________________________ 45
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 _________________________________________________________________________________________
Bijlage 1 Samenvatting Bedrijventerreinenrapportage West-Brabant 2006 Bron: Bedrijventerreinrapportage West-Bra bant 2006, SES West Braba nt, oktober 2006 De bedrijventerreinenrapportage West-Brabant 2006 rapporteert naast gegevens over aanbod en uitgifte van nieuwe bedrijventerreinen in de regio ook over de werkgelegenheid op bedrijventerreinen, een aantal kwaliteitsaspecten van bedrijventerreinen en het type terreinen die in West-Brabant beschikbaar zijn.
1. Bedrijventerreinenvoorraad in de regio Omvang bedr ijventerreinenvoorraad Door het nieuwe bedrijventerrein Borchwerf II in de gemeenten Roosendaal en Halderberge is de nettovoorraad van bedrijventerreinen het afgelopen jaar toegenomen. Het overgrote deel van de bedrijventerreinenvoorraad ligt binnen de stedelijke regio, waaronder Roosendaal. De bedrijventerreinen worden zorgvuldiger benut. De omvang van de brutovoorraad nam in 2005 in de SES-regio beduidend meer toe dan in Brabant als geheel: 4,1% t.o.v. 1,6%. Terreinquotiënten Wat betreft de terreinquotiënten in de SES-regio wordt in Roosendaal het minste aantal m2 ‘gebruikt’ per werknemer. Ook werken in Roosendaal het grootste aantal mensen per hectare. Dit kan verklaard worden door de mate van arbeidsintensieve bedrijvigheid die op de verschillende bedrijventerreinen is gevestigd.
2. Vestigingen op bedrijventerreinen Omvang aantal vestigingen Vrijwel alle vestigingen op bedrijventerreinen behoren tot de MKB-sector (tot 100 WP). De grootste vestigingen met meer dan 500 arbeidsplaatsen bevinden zich in Roosendaal (6), Bergen op Zoom (5) en Breda (3). Ontwikkeling aantal vestigingen Duidelijk is dat de verschillen in de groei van het aantal vestingen in de loop van de tijd steeds groter worden.
3. Werkgelegenheid op bedrijventerreinen De productiestructuur op bedrijventerreinen in de regio wordt voor meer dan de helft bepaald door de sectoren ‘industrie’ en ‘handel en reparatie’. Productiestructuur op bedrijventerreinen Ruim een derde deel van de werkgelegenheid op bedrijventerreinen bev indt zich in de industriële sector. Dit is bijna tweemaal zo hoog als het aandeel van de werkgelegenheid in de industriële sector in de totale werkgelegenheid in West-Brabant (18%). Wer kgelegenheid naar grootteklasse 3% van alle vestigingen op bedrijventerreinen behoort tot de categorie grote bedrijven, wat goed is voor bijna de helft van alle werkgelegenheid op bedrijventerreinen. Wer kgelegenheidsontwikkeling In totaal is in 2005 de werkgelegenheid op bedrijventerreinen in de SES-regio met bijna 1400 banen gedaald. Dit is een sterkere daling dan de daling van de totale werkgelegenheid in de regio (van 0,3%). Dit verschil kan worden verklaard door de
_____________________________________________________________________________________
47
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 _________________________________________________________________________________________
sterkere vertegenwoordiging van conjunctuurgevoelige bedrijv igheid op bedrijventerreinen als de industrie.
4. Uitgifte van nieuw bedrijventerrein Omvang van de uitgifte De uitgifte van nieuw bedrijventerrein is in 2005 met ruim 38% toegenomen ten opzichte van de uitgifte van 2004. Er is in West-Brabant een groot verschil tussen de uitgifte op korte termijn en de uitgifte op middellange en langere termijn. De economie trekt aan en door het beschikbaar komen van Borchwerf II is de omvang van terstond uitgeefbaar terrein fors toegenomen. In Roosendaal/Halderberge, Bergen op Zoom en op het bedrijventerrein Moerdijk is de uitgifte van nieuw terrein toegenomen. Uitgifte naar branche Roosendaal heeft in 2005 vooral nieuwe bedrijventerreinen uitgegeven in de branches industrie, zakelijk en overig. Herkomst grondverwervens/uitgifte Wat betreft de herkomst van de bedrijv igheid kan opgemerkt worden dat de afgelopen drie jaar v rijwel alle grond is uitgegeven aan verwervers uit de SES-regio (ruim 87%; waarvan 80% aan verwervers uit de eigen gemeente). Uitgifte naar perceelsgrootte In de regio zijn maar weinig grote kavels direct beschikbaar. Dit heeft gevolgen voor de economische structuur en daarmee voor de regionale werkgelegenheid van West-Brabant. Ook zijn de acquisitiemogelijkheden om op bedrijventerreinen bedrijven van buiten de regio of uit het buitenland aan te trekken, beperkt. Met name Bergen op Zoom (Noordland), Roosendaal (Borchwerf) en Moerdijk (BT Moerdijk) kunnen nog aan deze specifieke vraag voldoen.
5. Huidig aanbod nieuw bedrijventerrein Omvang aanbod nieuw bedr ijventerrein Het afgelopen jaar was er sprake van een behoorlijke toename van het aanbod aan nieuwe bedrijventerreinen. Dit wordt veroorzaakt door het beschikbaar komen van het bedrijventerrein Borchwerf II in Roosendaal. Aanbod naar hindercategorie Wat betreft het aanbod naar hindercategorie heeft Roosendaal vooral terreinen in de categorie middel (de hindercategorieën 3 en 4 volgens de VNG-indeling). Dit aantal is opmerkelijk hoger dan het aantal in deze categorie van de andere SES-regio’s.
6. Indicatieve bedrijventerreinenplanning Zachte plancapaciteit De totale planomvang in de stedelijke regio is fors gedaald van 526 ha in 2004 naar 255 ha in 2005. Deze daling wordt met name veroorzaakt door het gereedkomen van bedrijventerreinen Borchwerf II in de gemeenten Roosendaal/Halderberge. Tijdpad 2006-2020 De uitgifte van nieuw bedrijventerrein kan van jaar tot jaar sterk fluctueren. Een belangrijke reden hiervoor is dat nieuw bedrijventerrein schoksgewijs op de markt komt. Regionale afstemming op dit gebied kan leiden tot een evenwichtiger situatie tussen vraag en aanbod.
_____________________________________________________________________________________
48
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 _________________________________________________________________________________________
7. Trends en ontwikkelingen Om een inschatting te kunnen maken van de toekomstige behoefte aan bedrijventerreinen, is het nodig om oog te hebben voor trends en ontwikkelingen die van inv loed kunnen zijn op de bedrijventerreinenmarkt in de regio. Ten eerste wordt in het kader van de globalisering van de West-Europese economie verwacht dat gaandeweg de productiefactor uit West-Europa grotendeels zal verdwijnen. In eerste instantie zal het de bulkproductie betreffen, maar ook de hightech productie. Waarschijnlijk zal hierbij een uitzondering gelden voor de productie van die goederen die in termen van transporttijd en/of – kosten niet interessant zijn om in andere landen geproduceerd te worden. Ten tweede neemt de omvang van de (beroeps)bevolking de komende jaren nog wel toe, maar in steeds mindere mate. De toename in de West-Brabantse regio blijft duidelijk achter bij de landelijke ontwikkelingen. Ook de vergrijzing neemt in West-Brabant sneller toe. Ten derde hechten investeerders in toenemende mate aan multimodale concepten (naast een goede wegverbinding ook een aansluiting over water en per spoor). Verder lijkt Nederland, wat betreft het opkomen van nieuwe markten, een comparatief voordeel te hebben, omdat het samen met Antwerpen en Hamburg als gateway voor Europa wordt beschouwd. De verwachting is dat de regio’s in de omvang van de grote maingates een sterkere positie hebben voor het accommoderen van distributiecentra, waarin het product een nadere bewerking ondergaat om het naar de verschillende lokale markten te transporteren of te verschepen. De koel- en diepv rieshuizen zullen ook vanuit Azië als nieuwe markten onze richting op komen. Een andere trend is de verdere verdienstelijking van de economie. Momenteel bevindt ruim 70% van alle werkgelegenheid in Nederland zich in de dienstensector. Dit aandeel zal de komende jaren oplopen tot 75% en meer. De dienstverlenende sectoren vinden steeds vaker een plek op een bedrijventerrein. Ook stellen gebruikers steeds hogere eisen aan de kwaliteit van de bedrijfsomgeving en het vastgoed. Momenteel dreigt een overaanbod in de prov incie Brabant aan hoogwaardig bedrijventerrein. In West-Brabant lijkt daarvan nog geen sprake. Tenslotte lijkt Maintenance Valley een kansrijke ontwikkeling te zijn. Door de komst van het onderhoud van alle JSF Strikers in Woensdrecht bestaat de ambitie om Woensdrecht en West-Brabant te ontwikkelen tot hoogwaardig maintenance centre.
8. Toekomstige ruimtebehoefte Er is een analyse gemaakt van de factoren die van belang zijn bij het bepalen van de toekomstige behoefte aan bedrijventerreinen in West-Brabant. Waarom willen we bedrijvigheid op bedr ijventerreinen accommoderen? Het in stand houden en bevorderen van de werkgelegenheid is een antwoord dat vaak op deze vraag gegeven wordt. Bij met name grootschalige activiteiten zullen echter vaak andere argumenten een rol spelen: de ligging van een gebied t.o.v. de afzetmarkten en de aanwezigheid van specifieke locatiefactoren. Bovendien kunnen grootschalige activiteiten wel veel ruimte v ragen, maar weinig arbeidsplaatsen opleveren. Ten slotte kan de toenemende automatisering de behoefte aan meer personeel overbodig maken. Wat willen we accommoderen op bedrijventerreinen? Ten eerste zal een deel van de nieuwe en startende ondernemingen, met name bedrijven uit de eigen gemeente en regio, zich op een bedrijventerrein willen vestigen. Daarnaast zijn er bedrijven die in de toekomst zullen groeien en bedrijven moeten uitbreiden op verplaatsen. Ook zal een deel van de vervangingsvraag op bedrijventerreinen geaccommodeerd moeten worden, zodat onttrekkingen aan de bedrijventerreinenvoorraad voorkomen kunnen worden. Het Project Spoorhaven Roosendaal is een herontwikkelingsproject dat een grote onttrekking aan de voorraad tot gevolg zal hebben.
_____________________________________________________________________________________
49
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 _________________________________________________________________________________________
In het uitwerkingsplan Bergen op Zoom- Roosendaal is dit gecompenseerd door toevoeging van 50 ha bruto aan de planopgave. Verder zouden op bedrijventerreinen meer ingespeeld moeten worden op de kansen die nieuwe,opkomende markten bieden. Tenslotte moeten de beleidsambities van overheden en bedrijfsleven op bedrijventerreinen waargemaakt worden. Deze beleidsambities staan beschreven in de Pieken in de Delta/Nota Ruimte die leidt tot een grotere behoefte aan bedrijventerreinen en in het Streekplan dat als hoofddoel een zorgvuldiger gebruik van de ruimte heeft. Zuinig ruimtegebruik betekent dat economische groei gepaard gaat met een minder dan evenredige groei van het ruimtebeslag. Gemeenten kunnen het instrument ‘bestemmingsplan’ inzetten om een bijdrage te leveren aan de doelstellingen van zuinig ruimtegebruik. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat een ruimtewinst op nieuwe bedrijventerreinen van 10 tot 15% haalbaar is. Het Rijk heeft hierbij het concentratiebeleid als ambitie, ofwel het door ruimtelijke concentratie voorkomen van versnippering als gevolg van het toestaan van bedrijventerreinen in ieder willekeurige woonkern. Waar willen we bedrijventerreinen realiseren? De prov incie streeft ernaar dat in de landelijke regio’s alleen bedrijven worden gevestigd die qua aard, schaal en functie als locaal passend kunnen worden beschouwd. Bestaande bedrijven in de landelijke regio’s die zich zodanig ontwikkelen dat zij vanwege hun aard, schaal en functie niet langer passen in een landelijke regio, dienen verplaatst te worden naar een stedelijke regio of het bovenregionale bedrijventerrein bij Moerdijk.
9. Aanbevelingen In de rapportage worden de volgende aanbevelingen genoemd over de ontwikkeling, de monitoring en de realisering van bedrijventerreinen in West-Brabant: Zorg voor een ijzeren voorraad die erin voorziet dat er altijd aanbod beschikbaar is om een concrete vraag te accommoderen waarbij het gebruikelijk is om uit te gaan van de gemiddelde jaarlijkse uitgifte in de afgelopen jaren. Zorg voor een direct uitgeefbare en vooral flexibele voorraad waarbij de inrichting aangepast kan worden aan de wensen van de klant. Bepaal op regionale schaal wat geaccommodeerd moet worden, waar en waarom zodat de acquisitiemogelijkheden bevorderd worden. Los gezamenlijk de problematiek van de verouderde bedrijventerreinen op, mogelijk door een evaluatie van de herstructurering. De inzet van subsidiemiddelen zoals REAP, TIP en Topper dient hierbij betrokken te worden. Zoek naar creatieve oplossingen om de leegstand op bedrijventerreinen tegen te gaan. Breidt de bedrijventerreinen in landelijk gebied uit, zoals Geertruidenberg en Werkendam. Evalueer en onderzoek de voor- en nadelen en de kansen en bedreigingen die aan PPS-constructies zijn verbonden.
_____________________________________________________________________________________
50
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 _________________________________________________________________________________________
Bijlage 2 Geraadpleegde literatuur 1. Pieken in de Delta, Ministerie van Economische Zaken, juli 2004. 2. Pieken in Zuidwest-Nederland - Profiteren van de strategische ligging, Programmacommissie Zuidwest-Nederland, juni 2006. 3. Uitwerkingsplan Brabantse Buitensteden en Woensdrecht, Provincie Noord-Brabant, december 2004. 4. Handleiding voor ruimtelijke plannen - Bedrijventerreinen, kantoren, voorzieningen en detailhandel, Prov incie Noord- Brabant, juli 2004. 5. Menukaart duurzame bedrijventerreinen, Prov incie Noord-Brabant, oktober 2004. 6. Vraaggestuurd Bedrijventerreinenbeleid - Concrete handvatten voor een succesvol vraaggestuurd bedrijventerreinenbeleid, SenterNovem, december 2005. 7. Samenhangend Bedrijventerreinenbeleid - Voorbeelden van instrumenten om de negatieve effecten van de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen op bestaande bedrijventerreinen te verminderen of te voorkomen, SenterNovem, december 2005. 8. Bedrijventerreinrapportage West-Brabant 2006, SES West Brabant, oktober 2006 9. Collegeprogramma Gemeente Roosendaal 2006-2010 - Hart voor Roosendaal en haar toekomst, gemeente Roosendaal, augustus 2006. 10. Economisch actieplan actualisatie 2005-2009, gemeente Roosendaal, maart 2005. 11. Startnotitie: Op weg naar een integraal bedrijventerreinenbeleid, gemeente Roosendaal, december 2004. 12. Ruimtelijke ontwikkelingsstrategie tot 2030, gemeente Roosendaal, 1998. 13. Masterplan Borchwerf (concept), gemeente Roosendaal en Ondernemersvereniging Borchwerf, oktober 2006. 14. Masterplan Majoppeveld, gemeente Roosendaal en contactgroep Majoppeveld, november 2004. 15. Bestemmingsplan Majoppeveld (concept), gemeente Roosendaal, 2007. 16. Bestemmingsplan Stationswerf, gemeente Roosendaal, juni 1994. 17. Milieubeleidsplan 2004-2008, gemeente Roosendaal, december 2004. 18. Rapport III Duurzaamheidsplan Bedrijventerrein Borchwerf II, BRO, november 2003. 19. Rapport IV Startnotitie parkmanagement Bedrijventerrein Borchwerf II, BRO, november 2003.
_____________________________________________________________________________________
51
Integraal bedrijventerreinbeleid Gemeente Roosendaal 2007-2011 _________________________________________________________________________________________
20. Beleidsnotitie citymarketing (binnenstad) (concept), gemeente Roosendaal, juni 2006. 21. Integraal Arbeidsmarktbeleid Plan van Aanpak 2006 (concept), gemeente Roosendaal, december 2005. 22. Veiligheidsmonitor Roosendaal 2005, gemeente Roosendaal, oktober 2005. 23. Rapport revitalisering Majoppeveld, contactgroep Majoppeveld, juni 2004.
_____________________________________________________________________________________
52