Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van ……… 10 februari 2014 …….……………..………………….……………………….…………………………... ……………………………………………
……………………….…….…………
Guido Vrijens, secretaris
Mark Vos, burgemeester
Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig plan voor openbaar onderzoek werd neergelegd van ……... 10 maart 2014 t.e.m. 9 mei 2014 …..…..… Guido Vrijens, secretaris
Mark Vos, burgemeester
Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van ..… 08 september 2014 ………………………….……………………….……………………………... ……………………………………………
………………….………………….…
Guido Vrijens, secretaris
Mark Vos, burgemeester
De ontwerper : Josiane Merken, ruimtelijk planner ............................................................................................................................................................…………………….
stedenbouwkundige voorschriften RUP ’Sabbestraat‘
stedenbouwkundige voorschriften RUP ’Sabbestraat’
gemeente Riemst
0.
Algemeen.............................................................................................................................................................................................................................................................................................. 2 0.1. Wijze van meten ...................................................................................................................................................................................................................................................................... 2 0.2. Gehanteerde begrippen........................................................................................................................................................................................................................................................... 2 0.3. Overgangsbepalingen ............................................................................................................................................................................................................................................................. 3 0.4. Bepalingen voor het behoud en het voorzien van meidoornhagen ......................................................................................................................................................................................... 3 0.5. Bepalingen aangaande milieu, water, licht, zonnepanelen ..................................................................................................................................................................................................... 3 0.6. Bepalingen aangaande parkeren ............................................................................................................................................................................................................................................ 4 0.7. Werken van algemeen belang ................................................................................................................................................................................................................................................. 4 0.8. Archeologie.............................................................................................................................................................................................................................................................................. 4 0.9. Te hanteren begrippen aangaande sociaal woonaanbod ....................................................................................................................................................................................................... 5 0.10. Algemene bouwvoorschriften voor individueel te bouwen eengezinswoningen ...................................................................................................................................................................... 6
1.
Wonen .................................................................................................................................................................................................................................................................................................. 7 1.1. Wonen: halfopen en open ....................................................................................................................................................................................................................................................... 8 1.2. Wonen ..................................................................................................................................................................................................................................................................................... 9
2.
Openbaar domein ............................................................................................................................................................................................................................................................................... 10
3.
Trage wegen ....................................................................................................................................................................................................................................................................................... 11
4.
Bouwvrij agrarisch gebied ................................................................................................................................................................................................................................................................... 12
5.
Op te heffen stedenbouwkundige voorschriften ................................................................................................................................................................................................................................. 13
stedenbouwkundige, josiane merken
1
stedenbouwkundige voorschriften RUP ’Sabbestraat’
gemeente Riemst
0. Algemeen 0.1. Wijze van meten Bebouwingspercentage: een op het plan of in de voorschriften aangegeven percentage, dat de maximumoppervlakte binnen de zonering aangeeft dat bebouwd mag worden ten aanzien van desbetreffende totale perceelsoppervlakte, verhardingen en infiltratiebekkens worden niet beschouwd als bebouwing. Percentage aan groen: een op het plan of in de voorschriften aangegeven percentage dat de minimale grootte van het onverharde groendeel aangeeft. Goothoogte: de hoogte van het gebouw gemeten vanaf het peil op de rooilijn tot de bovenzijde van de goot of de kroonlijst, de dakhoogte van hellende daken zit hierin niet vervat. Nokhoogte: de hoogte van de bovenste nok (als bovenste verbinding tussen twee dakhellingen) ten opzichte van het peil op de rooilijn, of bij toepassing van platte daken de bovenste kroonlijsthoogte (m.n. de kroonlijst van het hoogste verdiep). BI (bebouwingsindex): is de oppervlakte, zoals aangegeven in de voorschriften of het grafisch plan, van aan de buitenzijde gemeten oppervlakte van het gelijkvloerse niveau van de woning. Vloeroppervlakte: de som van de aan de buitenzijde gemeten vloeroppervlakte van alle vloerniveaus van het gebouw, exclusief terrassen en carports. Diepte van de gebouwen: de diepte van de gebouwen wordt gemeten van de voorste bouwlijn tot de verst verwijderde gevel van het gebouw, afstanden loodrecht op de bouwlijn. Verhardingspercentage: een op plan of in de voorschriften aangegeven percentage, dat de maximale grootte van het deel van een terrein aangeeft dat verhard mag zijn. 0.2. Gehanteerde begrippen Hoofdbestemming: De bestemming duidt de functie aan die door het plan juridisch vastgelegd wordt. De hoofdbestemming moet steeds gerealiseerd worden en dit voor ten minste 70% van de vloeroppervlakte. Nevenbestemmingen: Nevenbestemmingen zijn steeds ondergeschikt aan en verenigbaar met de hoofdbestemming, zo niet kunnen zij niet gerealiseerd worden. Ondergeschikt wil zeggen dat de bestemming de kwaliteit van de hoofdfunctie aanvult of vergroot en dat er duidelijk sprake moet zijn van een waarneembare ondergeschiktheid. Dit betekent dat de hoofdactiviteit voor bezoekers duidelijk waarneembaar moet zijn en er dus geen sprake kan zijn van een volledig ingerichte of zelfstandig uitgevoerde nevenbestemming. Alle toegelaten nevenbestemmingen mogen samen niet meer dan 30% van de totale bestaande vloeroppervlakte innemen (exclusief opslag). Bebouwing open: Ingeplant op minstens 3.00 m van de zijdelingse perceelsgrens, op minstens 10.00 m van de achterste perceelsgrens, de voorgevel langsheen het openbaar domein wordt ingeplant op de bouwlijn zoals aangegeven op het grafisch plan. Bebouwing halfopen: Ingeplant met één zijgevel óp de perceelsgrens (te paard), met één zijgevel op minstens 3.00 m van de zijdelingse perceelsgrens of het belendend openbaar domein, achtergevel op minstens 10.00 m van de achterste perceelsgrens en de voorgevel langsheen het openbaar domein wordt ingeplant op de bouwlijn zoals aangegeven op het grafisch plan. Bebouwing gesloten: Ingeplant met beide zijgevels óp de perceelsgrens (te paard), de achtergevel op minstens 10.00 m van de achterste perceelsgrens en de voorgevel langsheen het openbaar domein wordt ingeplant op de bouwlijn zoals aangegeven op het grafisch plan. Bijgebouw: Bijgebouwen zijn vrijstaande constructies die niet aan het hoofdgebouw gekoppeld zijn, ze zijn maximaal 1 bouwlaag en hebben óf een plat dak, óf een hellend dak van maximaal 45°. Bij-bouw (= aangebouwd): Bij-bouwen zijn aangebouwde constructies die aan het hoofdgebouw gekoppeld zijn. Bouwlaag: Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op een gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd. Bouwlijn: Locatie waar de voorgevel van het hoofdgebouw ingeplant wordt. stedenbouwkundige, josiane merken
2
stedenbouwkundige voorschriften RUP ’Sabbestraat’
Diensten: Onderhoudswerken: Vernieuwbouw: Perceelsgrens: Rooilijn: Verbouwingen: Verharding: Wadi: Zone:
gemeente Riemst
Naar bestemmingen toe worden diensten aangeduid als activiteiten gericht op een lokale dienstverlening (met een onmiddellijke en ter plaatse bediening) naar de bevolking. Het betreft lokale dienstverlening zoals vrije beroepen, kapsalons, e.d. Onderhoud- of instandhoudingwerken zijn werken die het gebruik van het gebouw voor de toekomst ongewijzigd veilig stellen door het bijwerken, herstellen of vervangen van geërodeerde of versleten materialen of onderdelen. Het vervangen (vernieuwen) van een bestaand (vergund of vergund geacht) gebouw of constructie binnen de bestaande volume(s). De grenzen van het (bouw)perceel (perceelsgrenzen kunnen door herverkaveling steeds aangepast worden). De lijn die de grens vormt tussen de openbare weg en de aanpalende eigendommen hetzij overeenkomstig de actuele bezitstoestand, hetzij overeenkomstig hetgeen door de administratieve overheid is voorgeschreven voor de toekomst. Wanneer een bestaande constructie wordt aangepast, uitgebreid of gewijzigd (met uitzondering van onderhoudswerken) met het doel een aangepast, beter of ander functioneel gebruik of zicht te realiseren, valt dit onder de term verbouwingen. Behandelingen waarbij de niet verharde bodem aangepast wordt aan een niet natuurlijk gebruik (weg, pad, terras, parking) door middel van verhardingsmaterialen (bijvoorbeeld betonklinkers, kasseien, beton, steenslag, asfalt en dolomiet). Systeem van open grachten voor de opvang van hemelwater, WADI staat voor waterafvoer door infiltratie. Een op plan aangegeven vlak met eenzelfde bestemming.
0.3. Overgangsbepalingen Wanneer een bestaande bestemming strijdig is met het plan, doch vergund is of kan bewezen worden als vergund geacht, kunnen onderhoud- en instandhoudingwerken (ook met betrekking tot de draagstructuur) en vervangen worden (cf. art.4) binnen het vergund / vergund geacht volume, toegelaten worden. 0.4. Bepalingen voor het behoud en het voorzien van meidoornhagen Kleine landschapselementen, met name de bestaande meidoornhagen als beeldbepalend of structuurondersteunend aangeduid op het plan bestaande toestand én op het grafisch plan genieten een bescherming als waardevol landschapselement. Als doorwerking van de ecologische screening naar het RUP wordt een optimaal behoud nagestreefd van de bestaande hagen. Vergunningplichtige handelingen (omgevingswerken, graafwerken) in de omgeving van deze hagen mogen het verder leven van de hagen niet bedreigen of de aanwezige beeldkwaliteit aantasten. Wanneer één of meerdere hagen, of onderdelen van de hagen, door omstandigheden toch een zodanig beschadiging oplopen dat hun verder leven bedreigd wordt, dan zullen de beschadigde delen vervangen worden door eenzelfde soort (typesoort en grootte). 0.5. Bepalingen aangaande milieu, water, licht, zonnepanelen Water. De van geldende gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (inclusief mogelijke latere wijzigingen) is van toepassing. Bijkomend wordt minstens voldaan aan onderstaande voorwaarden: - Hemelwaterafvoeren moeten steeds worden afgekoppeld van het openbaar rioolstelsel. Enkel afvalwater mag afgevoerd worden naar de riolering. - Elk aansluitpunt is voorzien van een goed bereikbare toezichtspul. stedenbouwkundige, josiane merken
3
stedenbouwkundige voorschriften RUP ’Sabbestraat’
-
gemeente Riemst
Bijkomend verhard oppervlak zal het bergend vermogen niet verkleinen. Er worden bufferzones voorzien, berekend in verhouding tot het bijkomend verharde oppervlak, voor de globale buffering van het hemelwater voor zowel individuele verharding als verharding van het openbaar domein (a rato van minimaal 200 m³/ha verharde opp.). Bij de toepassing van bergingsmaatregelen wordt gekozen voor open structuren zoals grachten of bekkens aan de oppervlakte. OF In de leemstreek kan niet worden gerekend op infiltratie van hemelwater, het uitloopdebiet moet dus worden gerealiseerd door vertraagde afvoer. Er wordt gewerkt met een principe van open grachten of bekkens aan de oppervlakte. Er kan bijvoorbeeld een open gracht langs elke weg voorzien worden voor de afvoer van het hemelwater. Deze ruimte fungeert als compensatie voor de bijkomende verharde oppervlakte van de wegenis en de individuele percelen. Voor de wegenis moet dan de zate verbreed worden zodat een grachtensysteem kan voorzien worden. OF Bij nieuwe grootschalige ontwikkelingen wordt bij de toepassing van bergingsmaatregelen gekozen voor open structuren zoals grachten of bekkens aan de oppervlakte. In de leemstreek kan niet worden gerekend op infiltratie van hemelwater, het uitloopdebiet moet dus worden gerealiseerd door vertraagde afvoer.
Milieu. Lichtarmaturen allerhande hebben enkel hebben een neerwaartse lichtstraling, dit zowel op het openbaar domein als op de privé percelen. Lichtoverlast moet vermeden worden. Bepalingen in verband met zonnepanelen en windmolens. Op platte daken is het verboden zonnepanelen te plaatsen op verhoogde constructies, ze worden bevestigd onmiddellijk op het dakvlak vanaf waar de helling van het zonnepaneel start (dus geen opbouwelementen in functie van het bereiken van een grotere hoogte). Zonnepanelen, windmolens en allerhande mogen niet in de tuinzones geplaatst worden, noch als losse, noch als vaste constructies. 0.6. Bepalingen aangaande parkeren - Per individuele woongelegenheid dient er op privaat domein minimum twee parkeerplaatsen voorzien te worden. Indien de perceelbreedte kleiner is dan 7 meter wordt dit aantal verlaagd tot één parkeerplaats op het privaat perceel. In principe geldt dat voor open en halfopen bebouwing twee parkeerplaatsen voorzien worden op privé perceel en voor gesloten bebouwing één parkeerplaats. - 0,3 pp per wooneenheid in functie van bezoekers, te voorzien op het openbaar domein voor de woonfuncties, te voorzien binnen de perceelsgrenzen voor de sociale huisvesting en andere functies. 0.7. Werken van algemeen belang Werken van algemeen belang zijn altijd en overal toegelaten. 0.8. Archeologie In het kader van de archeologische zorgplicht streeft de gemeente naar een integratie van de archeologische erfgoedzorg in de gemeentelijke ruimtelijke planning. Dit betekent concreet dat elke bodemingreep voorafgegaan dient te worden door minimum een waardestellend archeologisch onderzoek en desgevallend door een definitieve opgraving zodat de archeologische erfgoedwaarden voor vernietiging behoed worden. Het is aan de intergemeentelijke dienst verantwoordelijk voor de archeologische erfgoedzorg in de gemeente om de randvoorwaarden en de modaliteiten van dergelijk onderzoek in overleg met de eigenaar, bouwheer en/of verkavelaar te bepalen. Aan de verantwoordelijke dienst worden de dossiers ter advies voorgelegd. stedenbouwkundige, josiane merken
4
stedenbouwkundige voorschriften RUP ’Sabbestraat’
gemeente Riemst
Het algemeen principe wordt onderschreven om tijdig het noodzakelijk onderzoek te verrichten. Dit zal bij de vergunningaanvraag en de projectrealisatie van de diverse deelaspecten aan bod komen. Bodemverstorende maatregelen in uitvoering van het RUP dienen dan ook in dit kader besproken te worden met de intergemeentelijke archeologische dienst. Na het afleveren van de vergunning voor niveauwijzigingen, afgravingen of het uitgraven van bouwputten, en voor de aanvang van de werken, zal de gemeentelijke dienst op de hoogte gebracht worden, zodat de archeologische dienst maatregelen kan treffen om aanwezig te zijn en instructies te geven tijdens graafwerken. Voor elke vergunningsaanvraag geldt dat: - elke bodemingreep (wegenis,...) voorafgegaan wordt door een waardestellend archeologisch onderzoek en zo nodig door een definitief archeologisch onderzoek; - de intergemeentelijke dienst verantwoordelijk voor de archeologische erfgoedzorg in de gemeente advies gevraagd wordt. Op basis van de verstrekte gegevens worden de bijzondere voorwaarden voor de latere opgravingvergunning opgemaakt, de kosten geraamd,... Beschermd erfgoed. Bij niet beschermd bouwkundig erfgoed (historisch waardevol gebouwen), wordt, indien van toepassing, advies verleend door de intergemeentelijke dienst voor onroerend erfgoed Binnen het plangebied liggen geen beschermde monumenten of dorpsgezichten. 0.9. Te hanteren begrippen aangaande sociaal woonaanbod In dit gebied kan een vergunning pas afgeleverd worden voor: - het verkavelingen van ten minste tien loten bestemd voor woningbouw, of met een grondoppervlakte groter dan een halve hectare, ongeacht het aantal loten; - groepswoningbouwprojecten waarbij ten minste tien woongelegenheden ontwikkeld worden; - verkavelingen en groepswoningbouwprojecten die niet voldoen aan de voorwaarden, vermeld in 1° of 2° en waarvoor een verkavelingvergunning of een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd door een verkavelaar of een bouwheer wiens project aansluit op andere, door dezelfde verkavelaar of bouwheer te ontwikkelen gronden, die samen met de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, een oppervlakte van meer dan een halve hectare beslaan; UITGESLOTEN DEEL indien: 1. binnen het verkaveling- of bouwproject een sociaal woonaanbod verwezenlijkt wordt dat gelijk is aan: - hetzij ten minste veertig en ten hoogste vijftig procent voor gronden die in eigendom zijn van Vlaamse besturen of Vlaamse semipublieke rechtspersonen; - hetzij ten minste twintig en ten hoogste vijfentwintig procent voor gronden die in eigendom zijn van overige natuurlijke of rechtspersonen. én 2. binnen het verkaveling- of bouwproject een bescheiden woonaanbod verwezenlijkt wordt dat gelijk is aan: - hetzij ten minste veertig procent, verminderd met het op grond van het bij of krachtens het gemeentelijk reglement Sociaal Wonen opgelegde percentage inzake de verwezenlijking van een sociaal woonaanbod voor gronden in eigendom van Vlaamse besturen of Vlaamse semipublieke rechtspersonen: - hetzij ten minste twintig procent, verminderd met het op grond van het bij of krachtens het gemeentelijk reglement Sociaal Wonen opgelegde percentage inzake de verwezenlijking van een sociaal woonaanbod voor gronden in eigendom van overige natuurlijke of rechtspersonen. Voor gronden van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en sociale huisvestingsmaatschappijen kan een sociaal woonaanbod tot honderd procent gerealiseerd worden. Definities conform de omschrijving in de Vlaamse Wooncode, meer bepaald onder art. 2§1 22°, 23° en 25°. 22° ” sociale huurwoning: een woning die als hoofd verblijfplaats wordt verhuurd of onderverhuurd door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of een sociale huisvestingsmaatschappij het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, een gemeente, een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of een sociaal verhuurkantoor, voor zover krachtens hoofdstuk II of III van titel IV subsidie wordt verleend met betrekking tot die woning” 23° ”sociale koopwoning: een woning die door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, een sociale huisvestingsmaatschappij of het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen wordt bestemd om verkocht te worden aan woonbehoeftige gezinnen of alleenstaanden” stedenbouwkundige, josiane merken
5
stedenbouwkundige voorschriften RUP ’Sabbestraat’
gemeente Riemst
25°
“sociale verkaveling: het sociaal woonproject of het onderdeel ervan, waarbij percelen, die voorzien zijn van de nodige infrastructuur en nutsvoorzieningen, tegen sociale voorwaarden worden aangeboden aan woonbehoeftige gezinnen of alleenstaanden, die geen eigen woning bezitten en op die percelen zelf een woning zullen bouwen of laten bouwen” UITGESLOTEN DEEL Grond- en pandendecreet Art. 1.2, 16°: ‘ sociaal woonaanbod : het aanbod sociale huurwoningen, sociale koopwoningen en sociale kavels dat voldoet aan beide hiernavolgende voorwaarden : a) zij zijn volledig onderhevig aan de reglementering aangaande het sociale huurstelsel of de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en de sociale huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode; b) zij worden bestemd tot hoofdverblijfplaats, respectievelijk tot oprichting van een woning die tot hoofdverblijfplaats zal worden bestemd. Art.7.2.34 Gebiedsspecifieke bepalingen. ‘Bescheiden woonaanbod: het aanbod aan kavels en woningen, met uitsluiting van het sociaal woonaanbod, dat bestaat uit kavels met een opp. van ten hoogste 500 m², woonhuizen met een bouwvolume van ten hoogste 550 m², woonhuizen met een bouwvolume van ten hoogste 550 m³, respectievelijk overige woongelegenheden met een bouwvolume van ten hoogste 240 m³.
Bij eventuele wijzigingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid zullen deze wijzigingen van toepassing zijn op het plangebied. 0.10. Algemene bouwvoorschriften voor individueel te bouwen eengezinswoningen - Goothoogte: 2 bouwlagen van 5.60 m tot 6.40 m 1 bouwlaag maximaal 3.20 m (wanneer gebouwen mekaar raken op de perceelsgrens hebben deze steeds dezelfde goothoogte). Afwijkingen op de bouwhoogte kunnen worden toegestaan indien een volumestudie, geplaatst t.o.v. de omliggende bebouwing, dit kan motiveren. - Nokhoogte: maximaal de hoogste lijn van het einde van de dakhelling gevormd door het hellend vlak van 45° vertrekkende vanaf de maximaal toegepaste goothoogte en een diepte van maximaal 12.00 m, of bij toepassing van platte daken maximaal de hoogte van de bovenste kroonlijst (m.n. de kroonlijst van het hoogste verdiep). - Maximale bouwdiepte voor het hoofdvolume van eengezinswoningen: ° 17.00 m op het gelijkvloers en 12.00 m op het verdiep bij toepassing van lessenaardaken en bij toepassing van zadeldaken met de nok parallel aan de straat (voorbouwlijn); ° 15.00 m voor beide bouwlagen bij toepassing van platte daken en zadeldaken met de nok loodrecht op de straat (voorbouwlijn).. Voor woningen met platte daken of zadeldaken met de nok loodrecht op de straat (voorbouwlijn) is het volume in de 3° bouwlaag maximaal het volume onder het hellend dak van 45°. Dit volume in de 3° bouwlaag, dat niet beschouwd zal worden als een volwaardige bouwlaag, moet binnen het hellend dakvolume geplaatst worden. - Enkel duurzame materialen voor de gevels: basismateriaal baksteen, natuursteen of andere esthetisch materialen - hellende daken: gebakken pannen / leien. - Eén inrit van maximaal 3.00 m breed per kavel of eengezinswoning. Deze maximale breedte is niet van toepassing voor (sociale) groepswoningbouw. - Perceelsscheidingen tussen de woningen, enkel uitgevoerd in haagbeuk, óf draad met klimop, of, indien projectmatig ontworpen en gebouwd, in baksteen. Eventueel baksteenmuren zijn maximaal 1.60 m hoog en worden opgetrokken in dezelfde baksteen annex kleur als de hoofdvolumes van betreffende bouwblok of woning. - Er worden geen openingen in functie van zichten of lichten toegestaan in de gevels óp de perceelsgrens met privé kavels (woningen / tuinen). In de gevels op de perceelsgrens met het openbaar domein is dit wel mogelijk. - In elke gevelwand, óp de perceelsgrens met het openbaar domein, zal verplicht minstens één raam voorzien worden op het gelijkvloers. - Bestaande vergunde en bewezen vergund geachte constructies, gebouwen en bestemmingen kunnen gehandhaafd blijven, in standgehouden worden of volledig vervangen worden binnen het bestaande volume. Bij eventuele uitbreidingen dient dit te gebeuren conform de voorschriften waaronder ze vallen.
stedenbouwkundige, josiane merken
6
stedenbouwkundige voorschriften RUP ’Sabbestraat’
gemeente Riemst
1. Wonen artikel 1.
toelichting WONEN De woongebieden zijn multifunctionele gebieden waar verweving van functies in principe het uitgangspunt is. Gezien echter de ligging, aansluitend op het waardevolle landschap ten noorden, en gezien de aansluitende woonzone ten zuiden, wordt voor deze locatie enkel wonen (mits beperkte nevenbestemming) beoogd. Het woongebied is naast het wonen en de bijbehorende uitrusting zoals tuinen, tuinhuisjes, garages, . .., ook bestemd voor openbare ruimtes zoals groen en erven. Wonen, openbare groene en verharde ruimten en aan wonen verwante activiteiten zijn evenwaardig of nevengeschikt. Activiteiten in het woongebied moeten beoordeeld worden op hun verenigbaarheid met hun omgeving wat schaal en ruimtelijke impact betreft . De beoordeling van de verenigbaarheid kan in de praktijk sterk verschillen. Gezien het werken met een beperkte ruimtelijke impact en van een beperkte schaal betreft, zal de beoordeling beknopt blijven.
stedenbouwkundig voorschrift categorie : wonen Bestemming Het gebied is bestemd voor wonen en aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen. Onder aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen worden verstaan: tuinen, tuinhuisjes, terrassen, ….. en nevenbestemmingen (zie onder 0.2). Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact betreft verenigbaar zijn met de omgeving. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan: ° de relatie met de in de omgeving aanwezige functies en vastgelegde bestemmingen; ° de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers; ° de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid; ° de bestaande of gewenste woondichtheid; ° de inpassing in de omgeving.
Met inpassing in de omgeving wordt bedoeld de inplanting, het reliëf en de bodemgesteldheid, het bouwvolume en het uiterlijk, …… van het project of gebouw. De beoordeling hiervan gebeurt door de vergunningverlener. Het aanvraagdossier moet dus de nodige elementen bevatten om de beoordeling mogelijk te maken. Er wordt gestreefd naar 15 wooneenheden per ha.
stedenbouwkundige, josiane merken
7
stedenbouwkundige voorschriften RUP ’Sabbestraat’
1.1.
gemeente Riemst
Wonen: halfopen en open
artikel 1. 1.
toelichting halfopen en open Het betreft het laatste perceel op het uiteinde van de Sabbestraat. Dit perceel kan beschouwd worden als onderdeel van de bestaande zone voor halfopen en open bebouwing langs de Sabbestraat, dat kan afgebouwd worden met een open of twee halfopen bebouwingen. De straat wordt gekenmerkt door enerzijds oudere bebouwing met een smalle percelering op de aansluiting met de Grotestraat en anderzijds recentere open bebouwing richting binnengebied. Binnen deze context wordt de bestaande wisselende bouwlijn als een referentielijn beschouwd op basis waarvan nieuwe inplantingen zullen beoordeeld worden.
Voor wat betreft de ruimtelijke aspecten wordt er gestuurd naar een harmonische inpassing op het nog vrije perceel. Het betreft grondgebonden woningen, eventueel uit te breiden als tweegeneratie woning, die beantwoorden aan de hedendaagse eisen en normen van duurzaam en rationeel bouwen.
stedenbouwkundige, josiane merken
stedenbouwkundig voorschrift categorie: wonen Bestemming Grondgebonden wonen / zorgwonen. Niet toegestane bestemmingen Horeca / handel. Nevenbestemmingen Diensten en vrije beroepen: enkel indien onlosmakelijk onderdeel van de woning, zie ook onder 0.2.. De woonfunctie dient functioneel en ruimtelijk te primeren. Inrichting algemeen - Open of halfopen. - Bouwdiepte en bouwhoogte: zie onder art.0.10. - Vrije dakvorm, indien hellend dan harmonische afstemming van de op elkaar aansluitende daken van aanpalende woningen. - Maximaal twee volwaardige bouwlagen. - Vrijstaande zijgevels op minstens 3.00 m van de zijdelingse perceelsgrens. - De inplanting van zowel de voorbouwlijn als het niveau van het gelijkvloers wordt bepaald door het overwegende straatbeeld en de configuratie van het perceel. Dit gebeurt in overleg met de gemeentelijk dienst ruimtelijke ordening. - Vrijstaande bijgebouwen (inclusief garages en carports): ° oppervlakte: maximaal 6% van de oppervlakte van niet bebouwbare zone (perceeloppervlakte min de maximaal bebouwbare oppervlakte hoofdgebouw); ° maximaal één bouwlaag hoog met een vrije dakvorm; ° ingeplant achter de achterbouwlijn en op minstens één meter van de perceelsgrens, mits goedkeuring van de buur op de perceelsgrens. - De niet bebouwbare zone wordt ingericht als (privé)tuin. In de zijtuin zijn enkel open constructies toegestaan. - Enkel duurzame materialen: gevels: basismateriaal baksteen, natuursteen of andere esthetisch materialenhellende daken: gebakken pannen / leien.
8
stedenbouwkundige voorschriften RUP ’Sabbestraat’
1.2.
gemeente Riemst
Wonen
artikel 1. 2.
toelichting Wonen
stedenbouwkundig voorschrift categorie: wonen De zone situeert zich ten zuiden. Het is een vlak terrein reeds ontsloten richting Verbindingsweg.
Richting Sabbestraat kan het bestaande voetpad als volwaardige verbinding voor gemotoriseerd uitgewerkt worden, gecombineerd met een groenstrook begeleidt door een meidoornhaag. De ganse noordelijke zone die eerder bestemd was als zone voor sociale huisvesting, wordt alzo gevrijwaard van bebouwing door het agrarisch gebied bouwvrij te houden, dit met behoud van de weilanden en tal van perceelscheidende meidoornhagen.
Het voorstel van invulling geeft een lusvormige ontsluiting ten zuiden van de insteek met in totaal 18- tot 20-tal grondgebonden woningen geplaatst omheen een centrale openbare groenzone. Vanzelfsprekend kan de invulling, binnen de stedenbouwkundige randvoorwaarden, ook anders gebeuren.
stedenbouwkundige, josiane merken
Bestemming Grondgebonden wonen /zorgwonen. Niet toegestane bestemmingen Horeca / handel. Nevenbestemmingen Diensten en vrije beroepen, enkel indien onlosmakelijk onderdeel van de woning, zie ook onder 0.2. De woonfunctie dient functioneel en ruimtelijk te primeren. Inrichting algemeen - Dichtheid maximaal 15 woningen per hectare. - Bouwdiepte en bouwhoogte: zie onder art.0.10. - Vrije dakvorm, indien hellend dan harmonische afstemming van de op elkaar aansluitende daken van aanpalende woningen. - Maximaal twee volwaardige bouwlagen. - Vrijstaande zijgevels op minstens 3.00 m van de zijdelingse perceelsgrens. - Vrijstaande bijgebouwen (inclusief garages en carports): ° oppervlakte: maximaal 6% van de oppervlakte van niet bebouwbare zone (perceeloppervlakte min de maximaal bebouwbare oppervlakte hoofdgebouw); ° maximaal één bouwlaag hoog met een vrije dakvorm; ° ingeplant achter de achterbouwlijn en op minstens één meter van de perceelsgrens, mits goedkeuring van de buur op de perceelsgrens. - De niet bebouwbare zone wordt ingericht als (privé)tuin. In de zijtuin zijn enkel open constructies toegestaan. - Enkel duurzame materialen: gevels: basismateriaal baksteen, natuursteen of andere esthetisch materialen hellende daken: gebakken pannen / leien. - Binnen de zone zal de nodige waterbuffering voorzien worden conform de voorwaarden onder art.0.5.. Fasering Indien gefaseerd uitgevoerd zal de ganse zone als één totaalgebied ontworpen worden en ontwikkeld worden
9
stedenbouwkundige voorschriften RUP ’Sabbestraat’
gemeente Riemst
2. Openbaar domein artikel 2.
toelichting openbaar domein De straat aangegeven als erf moet visueel en ruimtelijk verbeelden dat het een zone betreft waar de verblijfsfunctie primeert. Het gemotoriseerd verkeer is hier ondergeschikt. De erven geven enkel toegang naar de woningen. De uitvoering en inrichting zal gebeuren op een kleinschalige manier, gericht op het gebruik ervan door de zwakke weggebruiker en de verblijfsfunctie.
stedenbouwkundig voorschrift categorie: wonen Bestemming Erftoegangverlenend. Openbaar domein, bestemd voor de aanleg, het beheer en de exploitatie van verkeers- en vervoersinfrastructuur (gemotoriseerd en niet gemotoriseerd verkeer), wegen, pleinen, parken, speelplekken, al dan niet verharde parkeerplaatsen, …. Alle werken, handelingen en wijzigingen voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van betreffende bestemmingen en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen, recreatienetwerk en paden voor niet -gemotoriseerd verkeer toegelaten. Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden. Inrichting De erftoegangverlenende weg wordt uitgevoerd in kleinschalig en bij voorkeur waterdoorlatend materiaal. Maximaal twee materialen annex kleur voor de ganse erfzone. Fasering Gekoppeld aan de ontwikkeling van de aanliggende woonzone art.1.2..
stedenbouwkundige, josiane merken
10
stedenbouwkundige voorschriften RUP ’Sabbestraat’
gemeente Riemst
3. Trage wegen artikel 3.
toelichting Trage wegen De zachte verbindingen zijn gebaseerd op de bestaande padenstructuur opgenomen in de Atlas der Buurtwegen. De blauwe lijnen zijn nog bestaande, de rode zijn ondertussen verdwenen buurtwegen (Atlas der Buurtwegen). De paden aangegeven op het grafisch plan zijn de nog bestaande en in gebruik zijnde trage wegen. Deze nog aanwezige paden moeten in hun bestaande verschijningsvorm bewaard blijven.
stedenbouwkundig voorschrift categorie: wonen Bestemming Zachte verbinding in functie van niet gemotoriseerd verkeer (voet- en fietspad). Alle werken, handelingen en wijzigingen voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van betreffende bestemming. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, recreatienetwerk en paden voor niet -gemotoriseerd verkeer toegelaten. Inrichting - Volledig onverhard. - Bestaande begeleidende meidoornhagen zoals aangegeven op het grafisch plan moeten worden behouden.
stedenbouwkundige, josiane merken
11
stedenbouwkundige voorschriften RUP ’Sabbestraat’
gemeente Riemst
4. Bouwvrij agrarisch gebied artikel 4.
toelichting Bouwvrij agrarisch gebied Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten m.u.v. landbouwbedrijfsgebouwen.
stedenbouwkundig voorschrift categorie: landbouw Bestemming: bouwvrij agrarisch gebied, natuurbehoud & landschapszorg. Inrichtingsprincipes - Alle handelingen i.f.v. de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden zijn toegestaan. - Bouwvrij agrarisch gebied is een gebied met een belangrijke functie voor de landbouw op zich en moet bijgevolg zoveel mogelijk bouwvrij behouden blijven. - Volgende constructies, geplaatst voor beroepslandbouw, doch niet beschouwd als gebouwen en gelijkaardige constructies, zijn evenwel toegelaten: schuilhokken, constructies voor oogstbescherming en constructies voor kleinschalige energieopwekking die tijdelijk geplaatst worden of gemakkelijk verplaatsbaar zijn (bijvoorbeeld kleinschalige zonnepanelen om bijvoorbeeld een waterpomp te laten werken in een weide of om stroom op te wekken voor schrikdraad)… serres echter behoren tot de niet toegelaten constructies. - Voor dit plangebied wordt bebossing uitgesloten. - Afbakening van zones of percelen zal enkel gebeuren met meidoornhaag. - Geen verharding. - Bestaande vergunde constructies en bestemmingen kunnen gehandhaafd blijven, in stand gehouden worden en vervangen worden binnen de bestaande vergunde of als bewezen vergund geachte volumes. Deze constructies zullen worden uitgevoerd in kwalitatieve en kleinschalige gevel- en dakmaterialen, conform het materiaal gebruikt in de omliggende landelijke woonzone. - De bestemming van de vergund (geachte) gebouwen / constructies zijn steeds gekoppeld aan de voorliggende woonzone, waarvan ze een functioneel onderdeel uitmaken. Indien de functie losgekoppeld wordt van de aangrenzende woonzone, m.a.w. indien de functie gekoppeld wordt aan het aangrenzende bouwvrije agrarisch gebied (art.4.), dan zal ook betreffend perceel als bouwvrij te houden beschouwd worden. Dit moet voorkomen dat bestaande vergund geachte gebouwen vanuit het bouwvrij agrarisch gebied zouden benaderd en gebruikt worden. Fasering Niet van toepassing.
stedenbouwkundige, josiane merken
12
stedenbouwkundige voorschriften RUP ’Sabbestraat’
gemeente Riemst
5. Op te heffen stedenbouwkundige voorschriften
stedenbouwkundig voorschrift
BPA ‘Dorp’ Val-Meer: art.15: sociale woningbouw KB 12/07/1979 (Staatsblad 11.08.1979) op te heffen sociale woningbouw
stedenbouwkundig voorschrift
Gewestplan Sint Truiden / Tongeren KB 05/04/1977 op te heffen woonuitbreidingsgebied
stedenbouwkundige, josiane merken
RUP 'Sabbestraat’ woongebied / agrarisch gebied / bouwvrij agrarisch gebied RUP 'Sabbestraat’ woongebied / agrarisch gebied / bouwvrij agrarisch gebied
13