Ruggespraak
1 12 Wij doen in potatoes, niet in politics 18 Fruit Logistica, een belangrijke beurs voor relatiebeheer 28 The secret of our success
4 Een tipje van de sluier:
Het Nagoya Protocol
Relatiemagazine van HZPC • jaargang 17 • nummer 1 • maart 2015
voorspraak
Prognoseprijs Begin maart hebben we de meeste pootgoedtelers ontmoet tijdens de telersvergaderingen. Veel onderwerpen zijn daar aan de orde gesteld. Eén daarvan is de prognoseprijs voor oogst 2014 voor de HZPC telers in Nederland. Met een gemiddelde van 27,50 euro per 100 kg over de klassen S t/m A, inclusief licentie, is dit de laagste prijs over de afgelopen vijf jaar, maar ze misstaat nog niet als je naar de prijzen van de laatste decennia kijkt. Uiteraard is niet de prijs het belangrijkste, maar wat een teler per ha krijgt inclusief bovenmaten. Oogst 2014 is dan in grote lijnen te vergelijken met oogst 2011 en 2008, maar komt nog duidelijk hoger uit dan oogst 2009. Iedereen volgt wat er op de aardappelmarkt in Europa gebeurt. De consumptietelers en iedereen die denkt vanuit de consumptieaardappelmarkt in Noordwest-Europa zullen deze prognoseprijs niet direct begrijpen. Ik wil wel kort uitleg geven.
• Ruggespraak
De verkopen uit oogst 2014 kennen twee totaal verschillende stromen. Enerzijds de verkopen naar buiten Europa en anderzijds de verkopen in Europa. De consumptieaardappelmarkten in diverse landen buiten Europa zijn bijzonder goed geweest. Deze telers willen graag goed pootgoed kopen voor de nieuwe oogst en deze telers hebben er ook geld voor over. In deze markten zijn grote volumes afgezet tegen hoge prijzen. Anderzijds verlopen de verkopen op de Europese markt moeizaam. Twee redenen zijn daarvoor het belangrijkst. Ten eerste is het aardappelareaal in bepaalde delen van ZuidEuropa drastisch verminderd of zal drastisch verminderen en ten tweede maken veel telers gebruik van Farm Saved Seed. Het is helder dat de verkoopvolumes in Europa beduidend lager zullen zijn dan we de laatste jaren hebben gezien. Hierdoor kan zeker niet al het geproduceerde pootgoed worden afgezet zoals gepland.
2
De Nederlandse pootgoedexporteurs exporteren gezamenlijk 40% van het volume naar buiten Europa. Vorig jaar hebben we een prognoseprijs van 33 euro per 100 kg afgegeven met hoge prijzen voor de bovenmaten. Zet dat naast de prijzen voor oogst 2014 en zie hier de invloed van de matige afzet op de Europese markt. Het scheelt de pootgoedteler zeker 2000 euro per ha. HZPC hanteert een egalisatiesysteem waardoor de pootgoedteler voor de uitbetalingsprijs niet direct afhankelijk is van de markt waarin zijn aardappelen worden verkocht. HZPC mengt de inkomsten van de diverse markten. Als we dat niet zouden doen, dan zouden de verschillen tussen de prognoseprijs voor het ene en het andere ras dit jaar bijzonder groot zijn.
Europese markt Het areaal aardappelen voor 2015 in bepaalde gebieden in Zuid-Europa is sterk gedaald of zal dalen in gebieden waar nog niet is geplant. Denk aan dalingen van 25% of meer. Dat betekent dat er veel minder pootaardappelen naar Zuid-Europa gaan. Telers in Europa maken gebruik van Farm Saved Seed (FSS). Over heel Europa wordt er jaarlijks zeker 40% gepoot uit FSS (in het ene gebied meer dan in het andere). In een jaar met hoge consumptieaardappelprijzen is dat iets minder, dit jaar zal dat veel meer zijn. Onze afzet in Europa schommelt zeker met plus of min 10% als gevolg van het gebruik van FSS. Dit maakt het plannen van de verkopen lastig. HZPC heeft de prijzen van het pootgoed voor Europa over het algemeen wat verlaagd. Maar we gaan deze prijzen niet drastisch verlagen. We gaan deze prijzen ook niet drastisch verhogen in een jaar waarin de consumptieteler een goede prijs heeft verkregen voor zijn vrije aardappelen. De pootaardappelmarkt en de consumptieaardappelmarkt zijn immers twee verschillende markten. Nevenstromen In de vorige Ruggespraak heb ik in de Voorspraak aandacht gevraagd voor het feit dat een teler geen pootaardappelen zelf mag verhandelen als dit HZPC-rassen betreffen of als er een teeltcontract is afgesloten. Dit betreft zowel potermaten als boven- en ondermaten. In een jaar als dit, worden er allerlei creatieve manieren gevonden om toch pootaardappelen te verkrijgen tegen een geringe prijs. Wij vragen telers, die aardappelen als voer moeten afleveren, om extra alert te zijn dat ze ook als voeraardappelen worden afgezet. Raszuiverheid is dan niet van belang en beschadigde aardappelen mogen er ook in zitten. Als een chauffeur daar moeite mee heeft, neem dan contact op met HZPC. Dat is in het belang van de gehele HZPC-pool. Het spijt me dat ik dit moet schrijven, maar de verleiding van menig handelaar om snel geld te maken is in een jaar als dit groot. Lange termijn De vraag die wordt gesteld is wat we op termijn van de aardappelmarkt kunnen verwachten en wat van de pootgoedmarkt in het bijzonder. Ik durf te stellen dat de extreem lage prijzen op de consumptiemarkt van oogst 2014 niet ingegeven zijn door een structurele tendens. Het was een bijzonder incident veroorzaakt door zomer 2014. Zolang de graanprijzen redelijk zijn, en daarmee graan een alternatief is voor de aardappelteler, verwacht ik een snel herstel van het evenwicht op de markt. De pootgoedmarkt groeit een beetje en het areaal pootgoed in Europa neemt ieder jaar iets toe. Dat is het gevolg van de successen van de laatste jaren. Die toename gaat niet heel snel. Niemand kan in een korte tijd een goede pootgoedteler worden. Maar de groei is er en dat kan een overaanbod op de markt gaan betekenen, met iets lagere rendementen tot gevolg. Ik wens een ieder veel succes met de start van oogst 2015. Gerard Backx
In deze Ruggespraak 4
Het Nagoya protocol: een tipje van de sluier
8
Teelt in beeld Gioconda
9
Financieel nieuws
Bericht van de CFO
18 Fruit Logistica 2015 20 Bezoek aan KP Snacks Terugblik
4
10 College van Kwekers College van Telers 7
11 Popsiviroïde (PSTVd) zorgt voor grote opschudding 12 'Wij doen in potatoes, niet in politics' Aardappelhandel in oorlogsgebieden
Power to the pieper
21
NAO aardappelpromotie
De beste luchtcondities in de bewaring bepaal je zelf
18
CSR
24 Een echte aardappel- familie aan het roer HZPC Spanje 26 Uit de markt 13
27 Vergoeding Farm Saved Seed aangepast
15 HZPC: 't Is een bijzonder bedrijf...
21 22
28 Een dag uit het leven van Team HRM
Eigendomsstructuur HZPC
16 AB Texel HZPC & toeleveranciers
25
16
30 Nieuwe medewerkers
28
va n de r ed a ctie
HZPC inspireert... HZPC heeft een internationaal digitaal magazine ontwikkeld: Inzpire! In dit E-magazine wil HZPC inspiratie, innovatie en visie delen met de lezers. Ook nieuwe ontwikkelingen en trends in de aardappelwereld komen ruimschoots aan bod. Inmiddels is het derde magazine uit en onderwerpen hierin zijn onder andere: Breeders Trust, de primeur van Perupas in Nederlandse restaurants, hoe en waarom HZPC jong talent aantrekt en de zoektocht naar verbeterde verpakkingen. Het E-magazine wordt in negen talen aangeboden: Engels, Nederlands, Frans, Spaans, Duits, Italiaans, Portugees, Pools en Fins en kan op zowel een computer, laptop, mobiele telefoon en tablet worden gelezen. Omdat de artikelen gedeeld kunnen worden op Facebook en Twitter is er veel aandacht besteed aan het ontwerp van de smartphone-versie. Nieuwsgierig? Surf dan naar de website van HZPC: www.hzpc.com. U vindt dan direct de verwijzing naar Inzpire!
3
Het Nagoya Protocol: een Voor veredelingsbedrijven is de toegang tot genetische bronnen essentieel, daarom bestaat er flinke onrust sinds de ondertekening van het Nagoya Protocol door de Europese Unie op 12 oktober 2014. Waarom roept dit protocol weerstand op en welk effect heeft de implementatie eigenlijk? De uitkomst is nog niet bepaald, maar gezien het grote belang van rassenveredeling voor de pootgoedsector hebben we R&D-manager Robert Graveland van HZPC alvast gevraagd inzicht te geven in de ontwikkelingen.
• Ruggespraak
Om te beginnen: wat is het Nagoya Protocol? ‘Het is een zogenoemd uitvoeringsprotocol dat is gebaseerd op de Convention on Biological Diversity (CBD), een internationaal verdrag dat al in 1993 is opgesteld. Dit verdrag is gekoppeld aan de nationale soevereiniteit van de landen waar de biologische diversiteit zich van nature heeft ontwikkeld. Het komt er kortweg op neer dat deze landen zich meer dan ooit bewust zijn van hun biodiversiteit en daarom een redelijke vergoeding willen voor toegang tot en gebruik van die genetische bronnen. De uitvoering van de CBD bleek echter zeer complex. Na vele jaren van stilstaan en onderhandelen is pas in 2010 in de Japanse stad Nagoya een uitvoeringsprotocol opgesteld dat richting moet geven aan de regels voor uitwisseling van genetische bronnen. Het gaat daarbij overigens niet alleen om planten, maar ook om andere levensvormen, zoals schimmels en bacteriën.’
4
Was het vóór 1993 gewoon vrijheid blijheid wat betreft genetisch bronmateriaal? ‘Daar komt het wel op neer. Elke ontdekkingsreiziger kon thuiskomen met een schoenendoos vol interessante zaden, knollen, bollen, stekjes en andere genetische bronnen uit welk land dan ook. Hooguit waren er quarantaineprocedures bij de grens. Iedereen die zich bezighield met kweken kon dus vrijelijk collecties aanleggen en gebruiken. Genencentra zoals het CGN in Wageningen beschikken overigens al vanaf het begin over een sluitende administratie, zodat de oorspronkelijke vindplaatsen van zaadmonsters openbaar geregistreerd worden. Op enig moment ontstond bij bedrijven het besef dat genetische bronnen van waarde kunnen zijn, wat tot patentaanvragen leidde. Bovendien wordt al enkele decennia erkend dat de toegang tot genetische bronnen essentieel is voor de voedselzekerheid en dus van waarde is voor de gemeenschap. Wat dat betreft kent het Nagoya Protocol een lange historie, alleen werden er nog geen serieuze consequenties aan verbonden.’
tipje van de sluier Welke principes draagt het Nagoya Protocol uit en welke gevolgen kunnen die hebben? ‘Het gaat om drie zaken: 1) due diligence, wat betekent dat landen toestemming én een overeenkomst voor het gebruik nodig hebben om te kunnen aantonen dat het genetisch bronmateriaal op legale wijze is verkregen, waarbij legaal in dit geval betekent dat er rekening is gehouden met de soevereine rechten van de landen waar het bronmateriaal vandaan komt; 2) collecties registreren volgens opgestelde regels, zodat al het beschikbare genetische materiaal is te achterhalen; 3) best practise op basis van track & tracing en uniforme kwaliteitssystemen. Door de EU-ondertekening in oktober 2014 zijn alle lidstaten verplicht om binnen een jaar – dus voor oktober 2015 – de regelgeving te implementeren waarin de principes van het Nagoya Protocol worden nageleefd. Hoe dat in Nederland precies gaat uitpakken, staat nog niet vast, maar het zal in ieder geval gevolgen hebben voor de administratie en naar verwachting ook voor de toegankelijkheid van genetisch bronmateriaal. En in dat laatste punt zit de grootste angel.’
inte r v iew
Want toegang tot nieuwe genetische bronnen is essentieel voor de verbetering van voedselkwaliteit en opbrengstpotentieel… ‘Inderdaad, rassenveredeling is de bron van vooruitgang in kwaliteit en opbrengst. Bij HZPC beschikken we gelukkig al over een omvangrijke collectie genetisch bronmateriaal – daarom hebben we net als veel andere kweekbedrijven onze volledige database per oktober 2014 vastgelegd bij de notaris – maar op termijn is aanvulling van nieuwe genetische variatie zeker wenselijk. Ook om de teelt verder te verduurzamen. Overigens is het gebruik van commerciële rassen voor kruisingen nu prima geregeld in de UPOV-wetgeving (the International Union for the Protection of New Varieties of Plants, red.). In dit open innovatiesysteem mogen kwekers met alle rassen kruisen die op de markt beschikbaar zijn. De vraag is of dit systeem onder het Nagoya Protocol blijft werken als je niet zeker weet waar een ras vandaan komt. Terwijl de toegang cruciaal is voor onze sector.’
>>
>>
5
>> Zijn jullie bereid daarvoor betalen? ‘We weten bij HZPC natuurlijk dat genetische bronnen waardevol zijn en we snappen ook best dat lokale gemeenschappen die over deze bronnen beschikken het geen prettig idee vinden dat andere landen de genetische variaties uit hun gebieden zomaar gratis kunnen gebruiken en zelfs patenteren. Zeker als bedrijven er na succesvolle veredeling geld mee verdienen. Daarom is er best iets voor te zeggen dat er een prijskaartje aan genetisch bronmateriaal komt te hangen. Het punt is alleen: wie bepaalt die waarde? En waar gaat het geld heen?’ Zijn de financiële gevolgen het grootste struikelblok van het Nagoya Protocol? ‘Het komt erop neer dat er een grote zak geld wordt gezocht voor het in stand houden en in kaart brengen van genetisch bronnenmateriaal en biodiversiteit. Dat kost inderdaad geld, maar de uitvoering is ongelooflijk ingewikkeld. Want wie betaalt wat? De visie op de waarde verschilt enorm en het is bijna niet inzichtelijk te maken wat er met het geld gebeurt. Want wie garandeert dat het geld dat wij gaan afdragen ten goede komt aan de biodiversiteit in de landen waar ons bronnenmateriaal vandaan komt? Een ander punt is dat wij als veredelaars het prijskaartje moeten betalen voor iets waar een hele keten van profiteert. Telers hebben immers profijt van goede rassen, maar ook de aardappelverwerkende industrie tot en met de supermarkten en fastfoodketens. De hele keten maakt dus gebruikt van de biodiversiteit, inclusief de consumenten.’ Is doorberekenen aan de keten een optie? ‘De prijzen van pootgoed zijn relatief gezien al decennialang praktisch hetzelfde, dus extra kosten doorberekenen is een illusie in onze sector. Het zijn dus de kwekers die voor de kosten opdraaien, terwijl de marges al laag zijn, omdat de aardappel als wereldvoedselgewas een bulkproduct is. En het wrange is dat de aardappel wel het gewas met de meeste genetische variaties is, waar we uiteindelijk ook nog maar een fractie van benutten.’
• Ruggespraak
Wie maakt de afspraken met de landen waar het genetische bronmateriaal vandaan komt? ‘Het is een mission impossible om met al die landen afzonderlijk afspraken te maken, daarom zijn wij voorstander van centrale afspraken. Het mooie is dat al in 2001 binnen de Food and Agriculture Organization (FAO) een International Treaty is opgericht, een verdrag waarbinnen genetisch materiaal van 64 voedselgewassen onder een standaardcontract kan worden uitgewisseld. Nog lang niet alle gewassen vallen onder deze regeling, maar het zou slim zijn om gebruik te maken van deze goed werkbare basis om te voorkomen dat we allemaal nieuwe afspraken moeten maken. Je kunt zeggen dat de International Treaty al volgens een soort Nagoya schaduwprotocol werkt. De centrale aanpak spreekt ons absoluut aan, alleen zijn er volop discussies over financiële afdracht.’
6
Het Nagoya Protocol: een tipje van de sluier
Aan welke cijfers moeten we denken? ‘De International Treaty koerst op 1% van de nettoverkoopwaarde. Er zijn gewassen waar dat percentage wellicht haalbaar is, maar voor aardappelveredelaars praat je dan over een bedrag dat gelijk is aan de volledige licentie. Het is onacceptabel dat kweekbedrijven alles wat zij verdienen aan het veredelen moeten inleveren voor de beschikking over genetisch bronmateriaal. Voor ons is dat percentage totaal onevenredig en daarom onbespreekbaar. Er wordt nog volop gediscussieerd over wat haalbaar en redelijk is.’ Wat is volgens de aardappelsector een redelijke vergoeding? ‘In de pootgoedsector schommelen de brutomarges rond de 1015%. Wat ons betreft zou deze marge de basis moeten zijn van een verrekening, in plaats van de omzet. We doen daarom ons best om uit te komen op een percentage of vast bedrag waarbij de investering in genetisch bronmateriaal in verhouding staat tot de opbrengsten na veredeling. Maar het is nu al duidelijk dat het prijskaartje dat wij kunnen opbrengen altijd een teleurstelling zal zijn in het licht van het Nagoya Protocol. Dus willen we wereldwijd een gezonde biodiversiteit, dan zullen simpelweg meer partijen daar financieel aan moeten bijdragen.’ Maar meer nog dan het prijskaartje maken veredelingsbedrijven zich zorgen over de toegang tot genetische bronnen. Welk effect heeft het Nagoya Protocol op het vrije gebruik? ‘Inderdaad bestaat de angst dat er barrières ontstaan in de toegang tot genetische variaties, of dat het systeem zelfs op slot gaat. Dit heeft te maken met regels voor terugwerkende kracht en de verplichting om gegevens eeuwig te bewaren. Bestaande grote genenbanken werken al enkele jaren min of meer Nagoya-proof, in de zin dat zij met standaardformulieren werken waarmee je erkent dat er mogelijk rechten op het gebruikte materiaal rusten en dat daar afspraken over gemaakt zijn. Dit zijn zogenoemde SMTA’s (Standard Material Transfer Agreements, red). Met de internationale UPOV beschikken we bovendien over een prima werkend systeem waarin vrij gebruik van het ras leidend is, terwijl er door de sMTA een erkenning is dat er geldstromen dienen terug te vloeien naar de landen waar de genetische bronnen vandaan komen. Bij UPOV wéét je dat het goed geregeld is als je materiaal gebruikt om te kruisen en dat moeten we bij nieuwe protocollen maar afwachten. Met andere woorden: onder de nieuwe regels hangen ons mogelijk allerlei claims boven het hoofd, zeker wat betreft alle producten die buiten de EU vandaan komen en waarvan de origine onbekend is.’
Kun je een voorbeeld noemen? ‘Stel dat een Nederlandse kweker na de officiële implementatie van het Nagoya Protocol rassen bestelt bij een concurrent in Amerika, een land dat het protocol heel bewust niet heeft ondertekend, omdat dit indruist tegen hun vrije handelsprincipes. De nieuwe administratie vereist straks het bijhouden van een aantal gegevens voor track & tracing, maar die kan de kweker deels niet aanvinken omdat de partij uit Amerika niet meedoet aan dit systeem. De vraag blijft dan of het soevereine recht van het land waar het bronmateriaal vandaan komt is afbetaald of niet. Als dit niet is te achterhalen, loopt de Nederlandse kweker – die binnen het Nagoya Protocol valt – dus het risico om een grote claim aan zijn broek te krijgen. Met andere woorden: een groot deel van de beschikbare genetische bronnen gaat dus op slot als het Nagoya Protocol leidend wordt en dat kan nooit de bedoeling zijn, omdat we juist nieuw genetisch materiaal nodig hebben voor innovatie in de veredeling. Om betere producten te kweken, maar ook om bij te dragen aan voedselzekerheid en duurzame landbouw.’
Kortom, bij de implementatie van het Nagoya Protocol zitten de EU-lidstaten in een spagaat. ‘Dat klopt. We willen graag goed regelen dat landen waar genetische bronnen vandaan komen in verhouding worden beloond voor het beschikbaar stellen van dat materiaal. Maar laten we niet uitpoetsen dat diezelfde biodiversiteit profijt heeft van de innovatieve veredelingsprocessen waar wij tijd, geld en energie in steken. Het is complex om dit goed te regelen, maar juist daarom is het zaak om eenvoudige en vooral werkbare afspraken te maken in plaats van het systeem nog ingewikkelder te maken, ten koste van innovatieve veredeling.’ Wat is nu de stand van zaken? ‘Binnen Plantum is een werkgroep bezig met de implementatie van het Nagoya Protocol, waarbij zowel beleidsmakers als kwekers uit alle sectoren actief worden betrokken. Op 12 oktober dit jaar moet er een uitvoerbare werkwijze voor de kweekbedrijven liggen, want de NVWA – die in Nederland de controle op de naleving van het Nagoya Protocol gaat uitvoeren – kan vanaf dat moment langskomen om de boeken in te kijken. Het onderwerp wordt uiteraard ook volop bediscussieerd binnen de European Seed Association (ESA). De visie van HZPC is dat we de nieuwe regels het beste kunnen optuigen binnen bestaande verbanden, zoals de International Treaty. De uitdaging is om a) tot een redelijke vergoeding te komen voor de soevereine rechten van bronlanden, b) te bepalen hoe dit geld wordt ingezet voor biodiversiteit en c) tot een inzichtelijke en vooral werkbare administratie te komen waarmee Nagoya aantoonbaar wordt nageleefd. Een proces dat stapje voor stapje gaat en waarbij we namens de pootgoedsector heel goed voor ogen houden hoe belangrijk de toegankelijkheid van genetisch bronmateriaal is.’ Amber Boomsma
Kijk voor meer achtergrondinformatie op de website www.wageningenur.nl/absfocalpoint, waarbij ABS staat voor access and benefit sharing. Ook op de website van Plantum is een factsheet te vinden over het Nagoya Protocol. Als de definitieve bepalingen dit najaar helder zijn, komen we hier in Ruggespraak op terug met een artikel over de effecten voor de pootgoedsector.
7
p r o ductie N e d er l an d
Teelt in beeld:
Gioconda Gioconda (Vivaldi x Carrera) is een ras met heldere schil en een goede bewaarbaarheid.
Maatschap Werkman bestaat uit vader, moeder en vier zoons. Zij hebben hun aardappelactiviteiten ondergebracht in een bedrijfsgebouw aan de Molenweg te Eenrum. Behalve het gezin werkt ook een vaste medewerker, Hendrie Vos, in de maatschap. Op hun bedrijf praat ik met Johan en Dick Werkman over de teelt van Gioconda. Gioconda is de Italiaanse aanduiding voor het beroemde schilderij van Leonardo da Vinci: de 'Mona Lisa'. Het rassenpakket bestaat naast Gioconda uit onder andere Spunta, Bartina, Innovator, Challenger, Rodeo, Liseta en Carlita. Maatschap Werkman is een 'gesloten' bedrijf: bijna alle rassen worden geteeld vanuit miniknollen, behalve Spunta. Hiervan worden ook traditionele stammen uitgeplant. De eerstejaars miniknollen worden met een pootlorry geplant en met de hand in kiembakken gerooid. De opbrengst van de oogst wordt niet gesorteerd en het volgende jaar voorgekiemd gepoot. De tweedejaars stammen worden met een kistenrooier gerooid, in de koeling bewaard en vervolgens in het voorjaar gesorteerd met een kleine sorteermachine en in kiembakken gezet. Van oudere generaties wordt het uitgangsmateriaal in kisten bewaard in de mechanische koeling en medio februari gesorteerd. Gioconda wordt ongeveer twee weken voor het poten uit de koeling gehaald.
Bedrijfsgegevens • Mts. Werkman te Mensingeweer • 120 ha pootgoed
• Ruggespraak
• 4 ha Gioconda
8
De afgelopen jaren is Gioconda, gezien zijn droogtegevoeligheid, niet op de zwaarste percelen uitgeplant. Er is een opdrachtige grond is gewenst, met een goede capillaire werking, zoals een spons. Afhankelijk van de zwaarte van de grond wordt geploegd in de herfst of in het voorjaar. In de herfst wordt 40 m3 rundveemest toegepast. De voorvrucht is meestal wintertarwe met een groenbemester. Het pootbed wordt door een frees klaargemaakt en de ruggen worden opgebouwd voordat er gepoot wordt. Er wordt geen knolbehandeling vóór het poten toegepast, maar er wordt veel aandacht geschonken aan een goede behandeling tijdens het poten: 3 liter Amistar in de rij. Ook wordt 20 kg Vydate volvelds toegepast. Er wordt geplant op 16 cm, iets onder het maaiveld, omdat Gioconda hoog in de rug groeit. De bemesting bestaat uit 70 kg N (stikstof) en 55 kg P (fosfaat) in de rij, terwijl na het poten 300 kg Kali 60 wordt gegeven. Door toepassing van bladbemesting tijdens het groeiseizoen komt de totale N-gift uit op 95 kg. Voor Phytophthora-bespuiting wordt gebruik gemaakt van Valbon, Infinito en Ranman, terwijl ook Sumicidin, Teppeki en Calypso wordt gespoten tegen luizen. Er wordt in de beginperiode ook minerale olie toegepast, maar gezien de relatief dunne stengels beperken de heren Werkman dit zo veel mogelijk.
• 12 tot 35% afslibbaar
Afgelopen jaar is loofvernietiging van Gioconda op 30 juli uitgevoerd: klappen en spuiten met 1,5 liter Finale plus 0,2 liter Ranman. Loofvernietiging is relatief eenvoudig en naspuiten is dan ook niet nodig. Moederknollen hoeven geen probleem te zijn, mits met rooien gewacht wordt tot vier weken na het doodmaken. Het rooien vindt plaats in twee fasen, daarna wordt Gioconda in kisten opgeslagen. Behandeling met Diabola vindt niet plaats tijdens het rooien, maar tijdens het sorteren. Het sorteren van Gioconda vindt eind november plaats. De positieve punten van Gioconda zijn, volgens Johan en Dick, een vroeg ras met een mooie schil. Zilverschurft en voldoende diep poten, omdat het ras hoog in de rug groeit, blijven de aandachtspunten. Bennie Huizenga, buitendienstmedewerker
fin a ncieel nieuw s
'Eén kwade dag maakt nog geen winter.' Op 3 maart 2015 zijn de prognoseprijzen voor de oogst van 2014 door HZPC Holland B.V. bekend gemaakt. Een korte samenvatting van het afgelopen seizoen. Vraag Het seizoen 2014/15 is een héél ander seizoen dan het voorgaande verkoopseizoen. Door aanhoudend dalend areaal voor consumptieaardappelen in Europa is de vraag minder dan we in de laatste vijf jaar hebben gezien. In veel delen van Europa zijn meer consumptieaardappelen uitgeplant in plaats van gecertificeerd pootgoed. Hierdoor wordt een lager percentage van alle geproduceerde pootaardappelen als pootgoed verkocht. Ook het verkoopseizoen kwam zeer langzaam op gang. In Noord-Afrika was de vraag naar pootgoed goed en conform verwachting. Ook in het Midden-Oosten, ondanks de nog steeds voortdurende oorlogen aldaar, was de vraag ook goed. De zaken in landen als Rusland en Oekraïne moeten nog worden gedaan. Dit seizoen is daarom totaal niet vergelijkbaar met het zeer goede voorgaande seizoen. Aanbod De pootgoedoogst in Nederland in 2014 werd gekenmerkt door een product met betere interne kwaliteit dan voorgaande jaren. Het percentage declasseringen als gevolg van Erwinia was beduidend lager dan voorgaande jaren. Daarentegen heeft het groeiseizoen geresulteerd in meer schurft, waardoor de uiterlijke kwaliteit gemiddeld genomen minder was. Ook zorgden hoge temperaturen tijdens en na de oogst ervoor dat het product niet snel droog te krijgen was. Als gevolg hiervan werd in veel partijen al vroeg in het exportseizoen zilverschurft geconstateerd. Dit terwijl de eisen van veel landen en klanten ten aanzien van zilverschurft de laatste jaren juist aange-
scherpt zijn. Met een oogst van gemiddeld 40 ton per ha werd in 2014 in Nederland een gemiddelde opbrengst gerealiseerd. Doordat de knolzetting, vooral op de zwaardere gronden, niet optimaal is geweest, was het percentage bovenmaats pootgoed bovengemiddeld. Veel van het bovenmaatse pootgoed is door telers achtergehouden voor eigen uitplant. Hiermee hebben telers ingespeeld op de verwachte lage uitbetalingsprijzen voor de bovenmaat. Prognoseprijs Op 3 maart jongstleden is door HZPC een prognoseprijs van EUR 27,50/100kg bekend gemaakt. Deze prijs staat voor een gemiddelde prijs, over alle rassen in poolverband geteeld, voor de potermaten klasse S tot en met A, vóór afdracht van kwekerslicentie, op basis van herfstlevering en exclusief BTW. Als teler wil je natuurlijk ook weten wat het totaal rendement is per hectare. Dan is het ook belangrijk om de opbrengsten uit de bovenmaten mee te nemen. Gemiddeld betalen we voor de bovenmaten EUR 4,70/100 kg. Dat is een prijs die onder het vijfjaarsgemiddelde ligt. Resultaten HZPC De bovenstaande marktomstandigheden zullen er normaliter dit jaar voor zorgen dat het resultaat meer vergelijkbaar zal zijn met de resultaten gerealiseerd in jaren als 2008/09 en 2011/12 dan met die van het afgelopen boekjaar. Frank van der Werff, manager Productie & Logistiek Herman D. Heijtmeijer, CFO (a.i.)
9
c o llege s
Wat is redelijk?
’ zaailingen. Elk jaar, rond Als kwekers zijn we heel begaan met ‘onze rdelingen in januari, krijgen november en later na de kwaliteitsbeoo ‘onze’ zaailingen: doorgaan we van het kweekbedrijf adviezen over zijn altijd heel trots als onze of, en dat gebeurt vaker, opruimen. We zaailing die al een jaar of zaailingen weer een jaar verder gaan. Een Vanaf dat moment neemt negen meegaat, gaat de introductiefase in. over van het kweekbedrijf. het hoofdkantoor grotendeels de taken hebben op wat er verder Het is jammer dat we daarna minder zicht dan juist spannend wordt. gebeurt met 'onze' zaailingen, terwijl het wat vinden de klanten van Hoeveel areaal gaan we ervan uitzetten, Die informatie kunnen wij deze zaailing? Allerlei vragen zijn er dan. er wel achterhalen, maar in via de computer of onze kweekbegeleid vragen ons daarom in alle de praktijk blijkt dit toch wat lastig. We geïnformeerd worden of redelijkheid wel eens af of we voldoende te groot is? dat onze behoefte aan informatie misschien Aart Doppenberg, voorzitter College van
Kwekers
Zaken vanuit het College van Telers
• Ruggespraak
Traditiegetrouw vonden de afgelopen periode de telersvergaderingen plaats, verdeeld over de diverse pootgoedgebieden. Gelukkig zijn dit altijd goed bezochte bijeenkomsten waar u geïnformeerd wordt over zaken die op dat moment binnen HZPC spelen. Centraal staat natuurlijk het bekendmaken van de prognoseprijzen. Aangezien er begin maart nog een behoorlijk kwantum pootgoed onverkocht is, is het erg lastig om een prognoseprijs af te geven. Veel hangt af van de hoeveelheid die nog als pootgoed verkocht zal worden. De uitbetaling van de bovenmaten, die al wel definitief is vastgesteld door het college, is dit jaar weer opgedeeld in drie groepen, afhankelijk van het afzetgebied en de markt. Dat dit teleurstellende prijzen zijn is een feit, maar volgens afspraak worden hier marktconforme prijzen voor betaald.
10
Eén van de onderwerpen waarbij we met u van gedachten konden wisselen was de aanpassing van het raswaardensysteem. Redenen om het systeem aan te passen zijn de volgende: 1) Bij verbeteringen in de teelt (door bijvoorbeeld de teelt van miniknollen, aankopen van kasstammen of tweejarige stammen) daalt de raswaarde omdat er minder declasseringen/afkeuringen plaatsvinden. De raseigenschappen veranderen echter niet, waardoor er een vertekende raswaarde ontstaat (deze gaat ten onrechte omlaag). Dit doet geen recht aan de uitbetaling van deze rassen. 2) Omdat we de verstrekking van gratis miniknollen op termijn gaan stoppen, willen we de extra kosten van minder veldgeneraties van deze rasssen via de raswaarden gaan verrekenen. 3) Een aantal rassen krijgt door het toepassen van de verschillende berekeningsfactoren een erg lage raswaarde, waardoor deze moeilijk onder te brengen zijn. Ons voorstel is dan ook om de minimum raswaarde op 95 te zetten. Alle factoren die de raswaarde bepalen heeft het college de afgelopen periode nog eens goed tegen het licht gehouden en daar waar mogelijk bijgeschaafd. In de komende periode zullen we uw opmerkingen tijdens de telersvergaderingen meenemen in de definitieve besluitvorming.
Binnen het College van Telers hebben we afscheid genomen van Durk Bierma. Na acht jaar lid te zijn geweest van het college was hij niet herkiesbaar. In de vergadering in St. Annaparochie is hij bedankt voor zijn jarenlange inzet en toewijding waarmee hij het werk binnen het college altijd heeft gedaan. Vervolgens werd Lieuwe Dijkstra uit Anjum benoemd als zijn opvolger. Vanaf deze plaats wensen wij hem veel succes met zijn werkzaamheden voor het College van Telers. Tevens werd in deze vergadering Nanning Giliam en in de vergadering te Emmeloord Emiel Maerman herbenoemd voor nog eens vier jaar. Als college willen wij meer openheid geven over de onderwerpen die binnen het college met HZPC besproken worden. Wij gaan dit doen door u regelmatig via e-mail te informeren over de onderwerpen waarmee wij ons bezighouden en wat de besluitvorming daarin is. Natuurlijk is er ook altijd de gelegenheid om uw mening te geven aan de leden van het college. Het verkoopseizoen is nog niet ten einde, maar de telers richten zich alweer op het nieuwe seizoen. Namens het college wens ik u allen veel succes met de komende voorjaarswerkzaamheden. Nanning Giliam, secretaris College van Telers
Durk Bierma
Lieuwe Dijkstra
R&D
Popsiviroïde PSTVd zorgt voor grote opschudding Het teeltseizoen van 2014 is voor veel aardappelkweekbedrijven een bewogen jaar geweest. Vanwege de vondst van het aardappelspindelknolviroïde (PSTVd) in Nederlands veredelingsmateriaal werden de aardappelkweekbedrijven geconfronteerd met extra werkzaamheden, kosten voor toetsingen en beperkende maatregelen. PSTVd is geen virus zoals de meeste telers en kwekers deze kennen, maar een infectieus deeltje. Het deeltje kan worden overgebracht door stuifmeel, zaden, stekken, plantensap en knollen. Bovendien is het deeltje bijzonder persistent en dus moeilijk te vernietigen. PSTVd staat daarom hoog op de lijst van quarantaine organismen van de EU. De vondst van 2014 is bij een reguliere controle van materiaal dat in vitro gemaakt moest worden aan het licht gekomen en meteen gemeld aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) die namens het ministerie van Economische Zaken als controlerende instantie optreedt. Onderzoek NAK De eerste zorg van de NVWA was om de bron van de besmetting te vinden en de verspreiding van PSTVd binnen de aardappelketen in beeld te brengen. De NVWA heeft in overleg met Plantum een toetsingsprogramma voor de kweekkolom uitgewerkt dat op 23 mei 2014 op een voorlichtingsdag aan alle Nederlandse aardappelkwekers is voorgelegd. Iedere aardappelkweker werd dringend verzocht om een overzicht van al het kweekmateriaal naar de NVWA op te sturen. Aan de hand van deze opgaves werden pluklijsten samengesteld voor de medewerkers van de NAK en NVWA die daarmee het veld en de kassen in konden trekken om monsters te verzamelen. Hiervoor was het noodzakelijk dat de toetscapaciteit bij de NAK flink werd opgeschaald. De NAK heeft uiteindelijk in 2014 op 186 kweekbedrijven ongeveer 2500 monsters onderzocht.
Monsters R&D De praktijk was echter weerbarstiger dan de theorie, want toen medewerkers van HZPC R&D wilden beginnen met bladplukken waren de toezichthouders van de NVWA hier nog niet klaar voor. Uiteindelijk kon het plukken van het blad beginnen onder auspiciën van de NVWA. HZPC heeft in totaal meer dan 500 monsters moeten plukken en die bleken gelukkig allemaal vrij van PSTVd. PSTVd-vondst Uit voorzorg heeft de NVWA ook een survey gedaan op regulier pootgoed in Nederland van diverse rassen en herkomsten. Een besmetting met PSTVd in pootgoed zou de positie van Nederland als pootgoedexporterend land ernstig kunnen schaden. In deze survey op pootgoed is geen besmetting waargenomen. Na deze controles blijkt dat op twee bedrijven een PSTVd-vondst is gedaan. Dit betreft dus de eerste initiële vondst en een nieuwe vondst. Deze bedrijven hebben onderling materiaal uitgewisseld waardoor het zeer waarschijnlijk is dat de bron van de besmetting bij één van deze bedrijven ligt. Overigens zijn de consequenties voor deze bedrijven zeer ingrijpend met grote financiële gevolgen. Het is daarom van belang om op deze zogenaamde Pospiviroïde, waartoe het PSTVd behoort, te blijven toetsen. Jaarlijkse toetsing De NVWA heeft inmiddels in samenspraak met Plantum een 'versterkingsaanpak' gepresenteerd om de risico’s van insleep van Pospiviroïden voldoende te kunnen afdekken. Deze 'versterkingsaanpak' heeft consequenties voor alle kwekers. Zo moeten zij bijvoorbeeld een fysieke scheiding aanbrengen tussen kweekmateriaal en regulier pootgoed. Zelf kruisende kwekers moeten jaarlijks alle planten die ze gebruiken voor kruisingsdoeleinden laten toetsen op PSTVd. Verder moet alle onderlinge uitwisseling van kweekmateriaal vergezeld gaan van een zogenaamd Geel NAK label. Helaas heeft de vondst van het PSTVdviroïde met de daaruit voortvloeiende maatregelen een aantal kwekers doen besluiten om te stoppen met dit mooie en belangrijke werk. Het is voor de gehele aardappelsector van belang dat de aangekondigde additionele maatregelen kunnen zorgen voor een schone teelt. Henk Visser, veredelaar R&D
Potato spindle tuber viroid (aardappelspindelknolviroïde; PSTVd) in aardappelknollen. (copyright: NVWA)
11
Pootgoedhandel in oorlogsgebieden:
‘Wij doen in potatoes, niet in politics’ Aardappelexport, een mijnenveld!
• Ruggespraak
Het pootgoed van HZPC gaat de hele wereld over. De aardappel is een gewild gewas en waar mogelijk willen landen zelf dit effectieve voedingsmiddel verbouwen. Dat geldt ook voor oorlogsgebieden. Het is onzeker en intensief om zaken te doen met landen waar sprake is van strijd, dreiging en onrust, maar ook in deze gebieden gaat het leven door en daar hoort handel in pootgoed bij. Of zoals een HZPCverkoper zegt: ‘Wij doen in potatoes, niet in politics’.
12
Aan zakendoen in oorlogsgebieden is in principe niets geheimzinnigs. Toch voelt de verkoper die we voor Ruggespraak interviewen zich vrijer als we zijn naam niet noemen. ‘Naar buiten toe praat ik sowieso nooit in detail over mijn werk. Dat zou het thuisfront maar ongerust maken. Bovendien kunnen mijn ervaringen onbedoeld worden opgevat als stoere verhalen. Terwijl deze baan eerder kwetsbaar maakt dan stoer, want ik stel me zakelijk op, maar ik zie en hoor dingen die mij als mens soms diep raken. Die emoties laat ik los, anders kan ik mijn werk niet doen, maar ze zijn er wel. Ook wil ik het niet te groot maken, of te veel mijn verhaal, want ik weet dat alle verkopers te maken hebben met eigenaardigheden en uitdagingen die horen bij de landen waarmee ze zaken doen.’
Lezers zijn altijd benieuwd wie er aan het woord is, maar in dit artikel is de inhoud belangrijker dan de naam van de man die ons meer vertelt over pootgoedhandel in oorlogsgebieden. Het staat hem alleen maar te prijzen dat hij zorgvuldig omgaat met informatie en met zichzelf. Opvallend is zijn eerste uitspraak, waarin hij aangeeft dat juist landen waar oorlog heerst hem het minst in gevaar brengen. ‘Dan is het namelijk een heel duidelijk 'no go'. Oorlog betekent onveilig en dan ga ik er dus niet heen. Waar mogelijk spreek ik in een veilig buurland af met de importeurs, distributeurs en agenten. Of we halen ze hierheen, als dat mogelijk is. Ondanks oorlogen gaat de business meestal wel door. Mensen moeten eten. De grootste vraagstukken zijn dan: hoe krijgen we het pootgoed waar het moet zijn, met alle papieren in orde, en hoe krijgen we ons geld?’
Risico’s vermijden
Elkaar de hand schudden
Het meest risicovol zijn de landen waar bij vlagen onrust heerst, dreiging in de lucht hangt of waar zich kapingen, kidnappingen en terroristische aanslagen voordoen. ‘Heel vaak gebeurt er ook niets, daarom zijn dit de lastigste landen om de situatie te beoordelen. Om te bepalen of ik veilig kan reizen, baseer ik me nooit op de berichtgeving in onze media, want dat geeft een zeer vertekend beeld. Het is cruciaal om af te stemmen met de lokale contactpersonen, want zij kunnen de situatie het beste inschatten. Daarnaast laat ik me adviseren door contacten bij ambassades en gebruik ik mijn eigen gezonde verstand. Laat ik vooropstellen dat ik geen held ben. Ik vermijd het liefst alle risico’s, dus ik ga alleen als de situatie in principe veilig is.’
Net zo goed als veiligheid is ook persoonlijk contact met lokale relaties essentieel voor succesvol zakendoen in het buitenland. ‘Als HZPC zijn wij afhankelijk van betrouwbare partners in de landen waarheen wij exporteren. Bellen en skypen is handig hoor, maar duurzame relaties bouw je alleen op door persoonlijk contact. Je moet elkaar de hand schudden en elkaar recht in de ogen kunnen kijken om echt een goed gesprek te voeren. Pas dan voel je of er sprake is van vertrouwen of niet. Daarom is en blijft het reizen zo’n belangrijk onderdeel van dit vak. Als er in bepaalde landen sprake is van oorlog of andere dreigingen, moeten wij dus creatief zijn in het contact, maar ook in alle praktische afspraken rondom de handel. Want niet alleen wij zelf lopen risico, er zijn in roerige situaties ook allerlei onzekerheden rondom de levering, papieren en betaling.’
Hij kiest heel bewust voor de woorden 'in principe', want zekerheid heb je nooit in het leven en al helemaal niet in landen waar het roerig is. ‘Zo kon het dus toch gebeuren dat ik tijdens mijn reizen in gevaarlijke situaties terecht ben gekomen. Een aanslag, het begin van een oorlog, een vliegveld dat opeens gesloten bleek, bommen op de achtergrond, rook in de straat, voor je ogen zien dat iemand wordt neergeschoten, helikopters op het hoteldak. Allemaal ervaringen waarmee ik niet te koop loop, maar die wel impact hebben gehad. Ervaringen die ook onderstrepen hoe belangrijk het is om zorgvuldig te bepalen of een werkbezoek haalbaar is of niet. Want niemand is erbij gebaat als wij het gevaar opzoeken. Het gaat om de handel en dan is veiligheid een voorwaarde.’
‘Onder de landen waarmee ik zaken doe, zitten veel risicovolle gebieden. Meestal zijn dit landen waar ook sprake is van een andere cultuur. Dat is sowieso al anders zakendoen. Wij zijn in Nederland heel strategisch en planmatig bezig, terwijl mijn zakenpartners meer ad hoc business doen. Daardoor verloopt elk seizoen anders en wordt er soms per maand, week of zelfs per dag opeens een andere koers gevaren. Dat vraagt dus een totaal andere benadering, waarbij het onderhandelen echt een spel met eigen regels is. Ervaring en intuïtie zijn daarom belangrijk, maar het draait vooral om het verzamelen van betrouwbare informatie. Daarom zijn die lokale contacten zo cruciaal. Verder is goed luisteren belangrijk. Het gaat erom dat wij de kwaliteit leveren die zij daar willen. Vaak spelen ze op safe in onrustige landen, want importeurs in gevaarlijke gebieden nemen natuurlijk ook enorme financiële risico’s bij het afnemen van pootgoed.’
>>
Persoonlijke bescherming?
13
>>
Presteren onder druk
Nieuwe marktontwikkelingen
Naast cultuurverschillen en veiligheidsrisico’s in onrustige gebieden doet de tijdsdruk er nog een schepje bovenop. ‘Wij willen natuurlijk alles zo goed en zo vroeg mogelijk plannen; van rassen, productie en verkoop tot en met de logistiek en verladingen van partijen. In september starten de eerste onderhandelingen, in oktober beginnen we met de eerste leveringen en eigenlijk wil je in januari klaar zijn, anders ben je te laat. In die paar maanden moet het gebeuren en stoeien we volop met de (on)mogelijkheden. Kijk, vraag is er altijd wel, maar hoe krijg je de partijen waar ze moeten zijn, hoe zorg je dat de papieren op tijd in orde zijn en dat de betaling is geregeld? Het komt voor dat we betalingen uit oorlogslanden krijgen die we niet mogen accepteren omdat het via niet gescreende banken komt, waardoor we onder tijdsdruk weer nieuwe oplossingen moeten bedenken.’
Ondanks de onzekerheid op markten in oorlogsgebieden en onrustige landen, besteedt het verkoopteam veel aandacht aan strategie. ‘We hebben een sterk merk, ook in die landen, maar dat schept natuurlijk verwachtingen. Het is zaak om ons te blijven onderscheiden. Met nieuwe rassen, maar ook door simpelweg de beste te zijn in alles, van kwaliteit en innovatie tot productmanagement en logistiek. Strategiesessies zijn bovendien zinvol om goed te kunnen aanhaken bij actuele ontwikkelingen in roerige gebieden. Vaak gaan verschuivingen heel traag, maar elk land kent voorlopers en het is aan ons om op deze kansen in te spelen. Bijvoorbeeld door partnerships op te bouwen met ambitieuze importeurs die in een traditionele, ongeorganiseerde markt toch heel planmatig en strategisch willen investeren in nieuwe marktontwikkelingen. Dat zijn interessante bewegingen die het werk zo mooi maken.’
‘Door de afwijkende situaties in oorlogsgebieden moeten we vaker ingecalculeerde risico’s nemen. Het komt meestal wel goed, maar soms gaat het mis. In dit vak moet je dus bestand zijn tegen stress en knopen durven doorhakken. Gelukkig is het bij HZPC altijd teamwerk, ook al dragen we elk verantwoordelijkheid voor ‘onze’ landen. Er wordt veel van het verkoopteam gevraagd, maar we worden daarvoor goed gefaciliteerd. Bovendien kunnen we ons ei bij elkaar kwijt en advies vragen. Dat is hard nodig als je zakendoet in oorlogsgebieden en landen met risicovolle omstandigheden. Want soms loopt het heel anders dan gedacht. Ligt een land in puin en denk je: dit seizoen wordt het helemaal niets. En vervolgens blijken het laden, keuren en lossen allemaal prima te verlopen. Zij blij, wij blij. Dat zijn momenten die enorm veel energie geven.’
Last but not least blijkt dat het persoonlijke contact met zakenpartners dit werk de moeite waard maakt, maar tegelijk zo heftig soms. ‘Ik ben vooral gecharmeerd van landen met een warme familiecultuur. Bij HZPC investeren we in duurzame relaties, dat betekent dat je soms heel lang met bepaalde mensen zakendoet, zelfs met meerdere generaties. Dat schept toch een bepaalde band. Daardoor is het werken in oorlogsgebieden zo intensief, want je hoort hartverscheurende verhalen. Het is heel duidelijk: wij doen in potatoes en niet in politics, maar er komen wel persoonlijke gebeurtenissen ter sprake als zakenpartners of hun familie iets overkomt. Dat kan heel aangrijpend zijn. Vaak is het niet te bevatten en eigenlijk wil ik dat ook niet, want dan kan ik mijn werk niet meer doen. Terwijl het juist belangrijk is voor onze zakenpartners om tot goede handel te komen, zodat het leven daar ondanks alles toch weer door kan gaan.’
• Ruggespraak
Amber Boomsma
14
De velddagen gaan gewoon door.
H Z P C or g anisatie
't Is een bijzonder bedrijf, dat is het! Het handelssysteem met twee handelsdagen werkt goed. Op de laatste beurshandelsdag, gehouden in november 2014, is de koers van het certificaat gestegen naar EURO 102,85. Dat betekent een waardegroei met EUR 44,00 vanaf 2010, van een certificaatwaarde van EUR 58,85 in 2010 naar nu EUR 102,85. De prijsvorming wordt bepaald door vraag en aanbod en wordt door een commissie van toezicht, aangesteld door het bestuur, op iedere beursdag gecontroleerd. De prijs van het certificaat mag maximaal met 10% per beurshandelsdag stijgen of dalen. Het bestuur en de directie willen graag stimuleren dat vooral actieve telers en kwekers certificaathouders zijn. Het bestuur ziet er daarom actief toe dat de eisen die zijn vastgelegd in het beursreglement van de vereniging worden nageleefd. Zij die niet meer aan de criteria voldoen, worden gemaand om hun certificaten te koop aan te bieden. Gebeurt dit niet dan worden op de daarop volgende beurshandelsdag de certificaten verplicht verkocht. De vereniging kan een actieve teler ook stimuleren certificaathouder te worden door het verstrekken van een lening voor de aanschaf van de eerste 300 certificaten.
In meer dan één opzicht is HZPC een bijzonder bedrijf. Bijzonder is bijvoorbeeld de eigendomsstructuur. De onderneming is eigendom van een vereniging en deze vereniging bezit alle aandelen. Het bestuur van de vereniging is het hoogste bestuursorgaan van ons bedrijf, zij is de aandeelhouder en benoemt de raad van commissarissen. De raad van commissarissen houdt toezicht op de directie en de directie bestuurt de onderneming. Dit alles is vastgelegd in de statuten van zowel de vereniging als van de onderneming. Als eigenaar ontvangt de vereniging bij een positief resultaat van de onderneming dividend. Als het goed gaat met de onderneming dan is het dividend wat hoger, gaat het wat minder, dan is er wat minder dividend. In de afgelopen jaren heeft de onderneming gestreefd naar een dividenduitkering van twee derde van het nettoresultaat. De vereniging behoudt het jaarlijkse dividend niet zelf. Zij keert dit dividend weer uit aan de certificaathouders. In de afgelopen jaren heeft het certificaat een goed dividend opgeleverd zoals hieronder is te zien.
100
7,5 7,0
90 80
6,0
70 60
4,3
4,0
3,8
50
93,50
40 30
2,4 1,8
77,90
2,4 2,0
2,0
2,0
20 10 0
23,00
27,00
'00/'01
'01/'02
26,00
29,05
'02/'03
'03/'04
102,85
30,00
28,50
2,8 33,50
43,50
41,75
44,00
64,35 53,25
1,0
'04/'05
'05/'06
'06/'07
'07/'08
Voldoen aan eisen De vereniging heeft de certificaten verkocht aan een besloten groep belanghebbenden. Deze belanghebbenden moeten voldoen aan bepaalde eisen, die zijn vastgelegd in de statuten van de vereniging en in het beursreglement. De eisen zijn simpel: eigenaren van certificaten kunnen alleen de huidige en de gepensioneerde telers, kwekers en werknemers van HZPC zijn. Er zijn momenteel 1281 individuele certificaathouders. Elke certificaathouder mag maximaal 1% van de certificaten in bezit hebben. Er zijn vele certificaathouders die slechts enkele certificaten in bezit hebben, maar er zijn 238 certificaathouders die 1000 of meer certificaten bezitten. Zij hebben samen zo’n 62% van alle certificaten in bezit. Wist u overigens dat wij ook certificaathouders hebben in Canada, Duitsland, Finland, Frankrijk, UK en Zweden? Beurshandelsdag Het bestuur van de vereniging organiseert twee keer per jaar een beurshandelsdag. Dit gebeurt in mei en in november. Ook hier zijn regels voor vastgelegd in de statuten en uiteraard in het beursreglement. De maanden mei en november zijn bewust gekozen; het is net na en voor het pootgoedverkoopseizoen in Europa. Een ieder die betrokken is bij het bedrijf beschikt dan over gelijke informatie.
'08/'09
'09/'10
'10/'11
'11/'12
'12/'13
'13/'14
'13/'14-2
7,50 7,00 6,50 6,00 5,50 5,00 4,50 4,00 3,50 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00
Het systeem van de beurshandelsdag is in de eerste jaren van het bestaan van HZPC verzorgd door de Friesland Bank. Met het wegvallen van deze bank moest de vereniging op zoek naar een andere bank. Dat is in mei 2014 de Rabobank geworden. Met een ander IT-platform en andere communicatieprocedures waren er in het begin wat aanloopproblemen. Met name het aanbieden van de koop- of verkooporders van de certificaathouders verliep in eerste instantie, mei 2014, niet naar tevredenheid. Dit punt is besproken met de Rabobank en sterk verbeterd in november 2014. Wellicht kan de beurshandelsdag nog verder worden verbeterd. Ook de wetgeving voor het organiseren van een beurshandelsdag gaat mogelijk veranderen. De directie en het bestuur zijn zich hierover aan het oriënteren en zullen de certificaathouders tijdig op hoogte stellen. Eigenaar zijn van een internationaal bedrijf dat actief is op vier continenten, in 12 landen een vestiging heeft en tegelijkertijd lid zijn van een vereniging en tevens als teler en kweker kwalitatief goed pootgoed telen en kweken voor HZPC... een mooie combinatie, vindt u niet? HZPC: 't Is een bijzonder bedrijf, dat is-het!” Herman D. Heijtmeijer, CFO (a.i.)
15
H Z P C & t o ele v e r a ncie r s
HZPC heeft toeleveranciers op allerlei gebied. Met velen onderhoudt HZPC al een jarenlange relatie. In Ruggespraak gaan we eens nader in op een aantal van deze trouwe toeleveranciers.
AB Texel heeft alles op de rit
• Ruggespraak
Wie over onze Nederlandse wegen rijdt, zal wellicht de blauwwitte en -gele vrachtwagencombinaties met de naam AB Texel bekend voorkomen. Per regio in Nederland is het transport voor de pootgoed poolaardappelen voor HZPC gegund aan in totaal vijf vaste vervoerders. AB Texel is één van die vijf. Tijd voor een nadere kennismaking met AB Texel in Oudeschild. We vragen algemeen directeur Dennis Wetenkamp en planner Henry van Maldegem over het reilen en zeilen van AB Texel, één van de meest toonaangevende vervoerders in ons land voor wat betreft agrarische producten.
16
HZPC’s huisvervoerders
Omvang
Bij HZPC heeft AB Texel geen lange historie, maar rekenen we de door overname verkregen KLMV uit Sint Annaparochie mee, dan is er sprake van een jarenlange relatie. Ongeveer vijf jaar geleden heeft AB Texel al hun activiteiten overgenomen en werd zo huisvervoerder voor de regio Friesland. Ook vertolkt AB Texel een hoofdrol in het transport voor de aanvoer van grondstof naar de meeste fritesfabrieken in Nederland en de levering van pootgoed naar akkerbouwers die op contract voor de fritesaccounts telen. Het aandeel ‘los gestort vervoer’ behelst ongeveer 90 procent van de bedrijfsactiviteiten, terwijl het stukgoed met een aandeel van 10 procent slechts een marginaal onderdeel is voor de in totaal plusminus 500 auto’s en 750 chauffeurs.
AB Texel heeft zich de laatste jaren actief bezig gehouden om vestigingen buiten Nederland op te zetten. Door die vestigingen in Frankrijk, Engeland, Duitsland en Polen heeft AB Texel binnen de EU een prominente positie verworven. Wie denkt dat de vrachtwagencombinaties uitsluitend aardappelen transporteren, vergist zich. Met Bok Transport in Sneek wordt de overslag van veevoer verzorgd voor veehouders. Met Meneba Meel- en Melkvervoer (Rotterdam, Wormerveer en België) is op het gebied van akkerbouw en veeteelt een breed scala aan transportdiensten vertegenwoordigd.
Ook de A-ware Food Group, gespecialiseerd in het rijpen, versnijden, verpakken, opslaan en transporteren van kaas en andere foodproducten, met 14 vestigingen in Nederland, speelt hierin een belangrijke rol. Bij de opmerking van algemeen directeur Wetenkamp dat er bijna geen boerenerf wordt overgeslagen, kunnen we ons nu wel zo ongeveer een voorstelling maken van de omvang van hun activiteiten. Opvallend is het ontbreken van veel telefoongerinkel bij de planners op de afdeling. Het telefoonverkeer heeft plaatsgemaakt voor het gebruik van interne volgsystemen zoals ‘track & trace’ en informatievoorziening via e-mail, app en sms. Mede dankzij die moderne communicatiesystemen kan een flexibele bedrijfsvoering worden gehanteerd. De transport-managementsystemen stellen AB Texel in staat om voor de fritesfabrieken bijvoorbeeld planning, voorraadbeheer en facturering met een paar muisklikken te behartigen. Daarom is het ook moeilijk om vast te stellen wat de ideale schaalgrootte van het bedrijf zou moeten zijn. Ieder werkterrein op het gebied van transport vereist een eigen aanpak en deze aan landbouw gerelateerde dienstverlening van AB Texel laat zich niet makkelijk vergelijken met bijvoorbeeld warehousing voor supermarkten, om maar even een zijstraat te noemen.
gen kilometerbeprijzing kan voeren, wat weer haaks staat op het idee van vrij verkeer van goederen binnen de EU en wat ook conflicteert met het uitgangspunt van ‘gelijke spelregels voor hetzelfde spel’. Daarnaast is de zogenaamde EU-cabotageregeling binnen de transportwereld nog altijd een barrière om zo efficiënt mogelijk transporten te plannen. De cabotageregeling houdt in dat maximaal drie nationale vrachten mogen worden vervoerd in zeven dagen door een vrachtwagen met een buitenlands kenteken. Als voorbeeld: AB Texel rijdt een vracht los gestort naar Midden-Frankrijk, kan dan een paar regionale vrachten vervoeren, maar is wel gehouden aan maximaal drie vrachten in zeven dagen. Deze regeling is een gevolg van de grote verschillen in levensstandaard tussen de Schengenlanden. Het is een maatregel die eigenlijk voortkomt uit de grote verschillen in kostprijs tussen bijvoorbeeld een Bulgaarse chauffeur en een chauffeur uit de Benelux. Enerzijds begrijpelijke maatregelen vanuit een sociaal-maatschappelijk bewustzijn, maar anderzijds is het een indicatie hoe complex het kan zijn om binnen de EU een gemeenschappelijke gemene deler te vinden zonder negatieve neveneffecten voor één of meerdere lidstaten. De regeling staat in feite ook haaks op het duurzaamheidsbeleid wat een deur verder, in Brussel, wordt gepropageerd.”
Voors en tegens
Flexibel
Het Verdrag van Schengen (Luxemburg) regelt het vrije verkeer van personen tussen de 26 deelnemende landen in Europa. Tussen deze landen zijn de controles aan de binnengrenzen verdwenen, waardoor burgers vrij kunnen reizen. Ook vier niet-EUlanden vallen onder de Schengenbepalingen. Dit zijn IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland. Dit Verdrag noodzaakte AB Texel in de jaren ‘90 tot uitbreiding in de aangesloten landen om daar vaste grond onder de voeten te krijgen en verdere expansie gestalte te kunnen geven. Op de vraag of het wegvallen van grenzen een lust of een last is antwoordt Wetenkamp: “Dat is moeilijk te zeggen. Er zijn bewegingen die het ontegenzeggelijk eenvoudiger hebben gemaakt in het internationale transport door het wegvallen van de EUbinnengrenzen, denk daarbij aan de vroegere grensformaliteiten. Anderzijds is het nog steeds mogelijk dat ieder land zijn ei-
Het vervoer van aardappelen vergt dan ook veel improvisatievermogen en een flexibele houding van de planners bij AB Texel. Er doen zich altijd zaken voor die ad-hoc geregeld moeten worden, bijvoorbeeld als een boot een dag eerder of later de haven binnenkomt en geladen moet worden. Dan is het van belang dat de chauffeurs goed bekend zijn met de gang van zaken bij het lossen in de haven om een snel en soepel verlaadschema te kunnen hanteren voor de bootverlading. De onontbeerlijke ’hands on‘ mentaliteit in de aardappellogistiek noodzaakt ook tot een zorgvuldige keuze welke charter eventueel geschikt is om bij te springen op piekmomenten. Onze gesprekspartners zijn er wel van overtuigd dat een goede verstandhouding met telers en partners bij de distributiecentra en in de haven een essentieel element is in de logistiek.
Aspiraties Nieuwe ontwikkelingen in de transportsector in het algemeen en specifiek voor AB Texel zullen zich de komende jaren gaan manifesteren in een beperking van het vervoer over lange trajecten via de weg en een uitbreiding/verbreding van de vervoersactiviteiten in de agrarische sector over kortere afstanden. De (R)ijdende (M)elk (O)ntvangst voor de nieuwe melkfabriek in Heerenveen van A-Ware en de geplande, maar nog niet afgeronde overname van Butter Group, gespecialiseerd in het transport van los gestorte agrarische producten in Europa, zijn indicaties van de aspiraties van AB Texel als transportschakel. Strengere milieunormen noodzaken tot innovaties in de bedrijfsvoering en het investeren in emissiearme vrachtauto’s, die minder schadelijke stoffen in het milieu uitstoten. De voortdurende aanscherping in de Europese Unie van de emissiestandaard, de zogenaamde Euro 5 en Euro 6 normen, betekent dat bij AB Texel een flink deel van het wagenpark aan de strengste eisen moet voldoen. Wederom een signaal dat onze logistieke partner niet afwacht wat op haar afkomt, maar een proactieve houding in de sector aanneemt. Een strategie die zich op termijn vertaalt in een imago waar andere bedrijven in de keten zich graag mee verbinden. Johannes Terpstra, planner export
17
Fruit Logistica, een belangrijke beurs voor relatiebeheer
• Ruggespraak
Op 4, 5 en 6 februari was HZPC weer duidelijk vertegenwoordigd op de Fruit Logistica in Berlijn. De nieuwe marketing communicatie manager Henrike Offeringa deelt haar observaties met ons en interviewde vele teamleden voor haar verslag.
18
Berlijn is jaarlijks heel even het middelpunt van de wereld van aardappelen, groente en fruit. De Fruit Logistica vakbeurs trok dit jaar meer dan 65.000 bezoekers uit 135 landen naar de 2750 exposanten in Berlijn. Voor HZPC is dit een belangrijk evenement om zich bij het relevante publiek te presenteren door groots uit te pakken met onze stand en hier ons bedrijf en onze (nieuwe) rassen en productconcepten onder de aandacht te brengen. Echte handel vindt er niet plaats, maar deze beurs is wel heel belangrijk voor het relatiebeheer met onze internationale contacten. Dit heeft natuurlijk een belangrijke praktische
rg and e de st n a v s ng balan indeli ooie nd de m i v n e k 'I en: e id en r gekoz lijkhe e k chte goed n a jes a oeg t t i z n e e i e gen nd tuss n: een eid va e i h d n e n t e ov n beslo jes e . En b e hap plays h s i c ZPCd s i de tast van H n t a k f a a ie r van jes m kok d manie recht e i e g o o e nm tvrij klein l gas en, ee l e e e p h p n aarda en ee teren n e ten!' s s e a pr je g r a a rn gebaa
reden: iedereen komt naar Berlijn, dus het scheelt een hoop reizen en zo is het efficiënt netwerken. Ook is het prettig contacten eens te spreken zonder een direct zakelijke aanleiding. Naast de beurs zelf worden er verschillende gerelateerde activiteiten georganiseerd, zoals presentaties en de traditionele Duitse Kartoffelabend. De stands zijn gegroepeerd per land of onderwerp in ongeveer 20 verschillende hallen, dus je kunt gericht contacten opzoeken als ze zelf ook een stand hebben. Ook is een wandeling over de beurs zeker de moeite waard om noviteiten te bekijken en inspiratie op te doen.
c o mmunic atie
oice the simplpeotcathoes in fresh
'Your stand has a high stopping power' De HZPC-stand bevindt zich in hal 1.2. Hier exposeren ook een aantal andere (van oorsprong) Nederlandse bedrijven die vooroplopen in de wereld van groente- en aardappelveredeling. Douwe Lodewijk ontving een mooi compliment van een bezoeker wat ons doel van onze stand goed samenvat: 'Your stand has a high stopping power'. Door gebruik te maken van de hoogte van de hal, onze 'koppositie' bij een van de belangrijkste ingangen en het open en laagdrempelige ontwerp van ons ‘HZPC Potato Café’, is het voor voorbijgangers erg moeilijk HZPC te missen! Onze eye catchers op de stand zijn het nieuwe 'Enjoy Life' product concept en onze Perupa’s. Op de linkerachterwand van de stand werd het productconcept 'Enjoy Life' gepresenteerd dat gericht is op de generatie Y. Deze jonge doelgroep is geboren tussen 1980 – 2000 en maakt nu al zo’n 15% uit van de supermarktklanten. Deze generatie Y heeft veel minder binding met aardappelen als belangrijk bestanddeel van maaltijden dan de wat oudere supermarktbezoeker. Het frisse HZPC ‘Enjoy Life’ product concept helpt deze jonge consumenten door het aanbieden van een makkelijke keuze in aardappelen die aansluit bij hun levensstijl. De drie grote foto’s van de drie typen consumenten en de bijbehorende productcategorieën ‘Easy’, ‘Multi’ en ‘Tasty’ van dit concept sprongen enorm in het oog. Ook de out-of-the-box suggesties voor een andere manier van verpakken voor deze doelgroep was
ionale d aan internat 'Ik ben gewen een wel r wow! Dit is beurzen, maa fruiturs. Vooral de heel grote be achtig pr sentaties zijn en groentepre niveau Wat een hoog qua kleuren. esentaties en van productpr heb ik gezien.' standafwerking
C zeer t HZP a d en. k u dr t denk b de in tgerich k r a 'Ik he m n et t o ze is in h ens nie t e k t k actief rmar dt het l supe ijn, bie z Hoewe s r e en afnem gstukk directe de vraa r t, e v o l k ken ze an van on meeden t n a l k il de ?' 'Wat w r komst stevige de toe in n or een e o v nu n e e d he gm t ogelijk nwerkin e m a veel m s en s, pakker rschap en -ver partne n e t n a s.' etailkl tketen onze r ermark p u s e d alsook regelmatig aanleiding tot een gesprek. Op de display presenteerden we staande zakken (nu bijvoorbeeld bekend van Soep In Zak) en kubusvormige draagkartons. Ook de Perupa’s op de hoge wand rechts en de diverse producten op de displays waren vaak reden tot gesprek voor voorbijgangers. Gastvrijheid in internationaal zaken doen De HZPC-stand is opgezet als een informeel grand café met een bar, een open keuken, statafels met barkrukken, gewone tafeltjes met stoelen en half hoge displays voor producten, rassenkaartjes en foldermateriaal. Vooral de eerste twee dagen was het super druk op de stand en waren bijna alle teamleden continu in gesprek met bezoekers. In totaal hebben we zo’n 75 liter koffie geschonken, 4,5 kg bonbons en 250 picolientjes gepresenteerd (daar komen sommige internationale gasten speciaal nog een keer voor naar de stand!) en ongeveer 800 speciale aardappelhapjes geserveerd die vers werden klaargemaakt door onze vaste chef Ingrid van den Arend. De toegankelijkheid en het warme welkom in het HZPC Potato Café werd door bezoekers wederom bijzonder gewaardeerd. Positieve evaluatie Volgens de organisatie groeide het bezoekersaantal met bijna 10% ten opzichte van de vorige editie. Of de aardappelsector ook een aandeel in deze bezoekersgroei had, valt echter te bezien. De meeste leden van het HZPC-team hadden toch de indruk dat de moeilijkere markt het bezoekersaantal juist drukte. Vooral troffen we minder internationale bezoekers uit bijvoorbeeld Rusland en het Midden-Oosten. Desondanks ronden we Fruit Logistica zeker met een positieve evaluatie af, omdat het aanwezige publiek ook dit jaar weer zeer vakspecifiek was en er veel van de voor ons relevante zakelijke contacten waren. Henrike Offeringa, marketing communicatie manager
19
te r ugbli k
Bezoek aan KP Snacks
Richard Baker (links) en Gert Jan Feddes.
• Ruggespraak
KP Snacks in Teesside is de op één na grootste chipsfabrikant in de UK en bekend van merken als McCoy’s, KP, Hula Hoops, Brannigans, Phileas Fogg en Pom-Bear. Sinds 2012 maakt KP Snacks onderdeel uit van de Europese Intersnack groep.
20
Op 4 februari 2015 heeft KP Snacks een speciale dag georganiseerd voor al hun leveranciers van chipsaardappelen. Er waren meer dan 100 telers aanwezig op deze dag die werd gehouden op het prachtige landgoed Wynyard Hall. Doel van de dag was om de relatie tussen KP Snacks en haar leveranciers van chipsaardappelen verder te intensiveren en om gezamenlijk de hele waardeketen verder te verbeteren zodat de beste consumentenbelevenis kan worden gerealiseerd.
Een zeer geslaagde dag! We hebben ons als HZPC uitgebreid kunnen presenteren en profileren en hebben ruim de gelegenheid gehad om uitgebreid te spreken met telers van KP Snacks. Het was waardevol en nuttig om hun feedback te ontvangen en gedurende de gehele dag hebben we een nog beter beeld gekregen van de eisen die de chipsindustrie nu en voor de komende jaren stelt aan nieuwe chipsrassen.
Voor de ochtend was er een rondleiding door de fabriek georganiseerd en voor de middag stonden er meerdere sprekers op het programma met diverse onderwerpen, zoals onder andere rassenontwikkeling, duurzaamheid, CIPC (Chloorprofam IsoPropyl-N-Carbamaat, een spruitonderdrukkend middel. red.) en irrigatie.
Gert Jan Feddes, sector manager Crisps
HZPC UK levert al verscheidene jaren Taurus-pootgoed aan KP Snacks en haar leveranciers en inmiddels heeft het ras een prominente positie ingenomen in het rassenpakket van KP Snacks! Gedurende de gehele dag was er voor HZPC en enkele andere pootgoedbedrijven gelegenheid om zich te presenteren. Richard Baker en Jon Rooke van HZPC UK hebben samen met ondergetekende dan ook dankbaar gebruik gemaakt van deze mogelijkheid.
Wynyard Hall
H Z P C & processin m a r k eting g
NAO aardappelpromotie:
POWER TO THE PIEPER! Heeft u er al iets van gezien? De nieuwe promotiecampagne van de Nederlandse Aardappel Organisatie? Op 9 februari is de campagne ‘Power to the Pieper’ gelanceerd tijdens een evenement met journalisten en food bloggers in Amsterdam. Het grappige filmpje, waarin de aardappel als ‘superFOODzaam’ wordt neergezet, is na deze lancering al ruim 70.000 keer bekeken op internet. Tal van tijdschriften en kranten zoals De Telegraaf, Linda magazine, Foodies, etc. hebben de campagne opgepikt, schreven erover en zetten zo de aardappel in de schijnwerpers. Ook de impact via social media als Twitter en Facebook is groot. Meer dan twee miljoen mensen zijn al bereikt met deze campagne #powertothepieper. De campagne heeft een looptijd van drie jaar en wordt privaat gefinancierd door 29 bedrijven uit de aardappelsector. Naast de jaarlijkse promotiebijdrage, proberen de individuele bedrijven ook zoveel mogelijk bekendheid te geven aan deze campagne. Zo hebben een aantal verpakkers in februari een stickeractie gevoerd, met de Power to the Pieper sticker op de verpakkingen in de winkels. Tekst: Annemarie Blitterswijk
In de komende maanden zullen er nog meer activiteiten plaatsvinden. Zo zullen er in de randstad op circa 450 locaties grote posters te zien zijn en zullen verschillende bedrijven veldborden laten maken die de telers in de percelen kunnen plaatsen. Ook HZPC werkt mee aan deze campagne met veldborden.
Bent u teler en heeft u een mooi perceel aardappelen langs een doorgaande weg? Houd dit dan vast in gedachten! Binnenkort komen we hierop terug bij onze telers. Zo dragen we allemaal een steentje bij aan het promoten van ons mooie product! In de volgende Ruggespraak meer over deze campagne.
Op de website www.aardappels.nl kunt u het promotiefilmpje vinden.
Nominatie voor Perupa Het merk Perupa® van HZPC is door NIMA (Nederlands Instituut voor Marketing) genomineerd voor de Dutch Marketing Awards 2015, in de categorie Marketing Launch. NIMA reikt een award uit aan 'de lancering van het jaar', die inspireert met een onderscheidende introductie in de Nederlandse markt met aantoonbaar goede (begin-) resultaten. De andere genomineerden in deze categorie zijn HelloFresh, Blendle, 3DHubs, Veylinx en Discovered. Een 15-koppige jury bestaande uit Senior Marketing Professionals zal interviews afnemen en vervolgens bepalen wie als finalisten bekend zullen worden gemaakt. Helaas hebben we inmiddels vernomen dat onze Perupas niet tot de laatste drie finalisten behoren, maar desondanks mogen we trots zijn op de nominatie tussen een aantal grote namen. De finalisten in deze categorie zijn HelloFresh (maaltijdboxen aan huis bezorgd), Blendle (krantenartikelen app) en 3DHubs (netwerk van 3-D printers). De uiteindelijke winnaar wordt bekend gemaakt tijdens de officiële uitreiking op 19 maart 2015 te Amsterdam.
21
Jan en Wilco Jansen uit Rutten
‘De beste luchtcondities in de bewaring bepaal je zelf’ HZPC heeft afgelopen jaar haar doelstellingen voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO/CSR) kleurrijk verwoord in het Jaarverslag Duurzaamheid. De dagelijkse boerenpraktijk is echter weerbarstig. Ruggespraak laat telers aan het woord die handelen naar hun gevoel, met eigengereide praktijkoplossingen, zoals Jan (54) en zijn zoon Wilco (30) Jansen uit Rutten.
‘Voor afwijkende praktijk-oplossingen ben je hier aan het goeie adres, ’ lacht Jan Jansen. Qua kosten en qua duurzaamheid is er in de bewaring volgens deze pootgoedteler nog veel te winnen. Zijn aardappelen liggen altijd scherp in de kisten. Alles draait hier om goede timing en de juiste luchtconditie. Een indrukwekkende gele vochtvreter, normaal in gebruik bij stukadoors, speelt een hoofdrol. Vader en zoon Jansen maken technische aanpassingen aan elke machine, waar ze die nodig achten. In de schuur staan meerdere werkbanken, sommigen verrijdbaar. De beide mannen genieten zichtbaar van het verrassend redeneren, buiten gestelde kaders. En met succes! Zij hebben in de schuur geen last van bewaarziektes en hoeven na het inschuren geen chemische behandelingen uit te voeren. ‘Wij behandelen geoogst product niet met chemie, maar met zorg’, zegt Jan Jansen. Hij citeert dan graag Sipko Plat, een oud-buitendienstmedewerker van Hettema: ‘Denk niet dat je klaar bent als het loof er af is. Na het inschuren begint het pas. Maar, als je de condities goed voor elkaar hebt, hoef je niet te behandelen.’
• Ruggespraak
Meebewegen met de natuur
22
Met name de luchtconditie is voor Jansen allesbepalend. Elke liter lucht moet effect hebben en vocht kunnen opnemen. Binnen in de schuur sturen ze de interne luchtstromen met een systeem van verplaatsbare wanden. Buitenlucht met een te hoge luchtvochtigheid wordt nooit binnengelaten.
C SR Hoewel Wilco het inschuren altijd nog een spannende aangelegenheid vindt, is zijn vader daar wat geruster over. ‘Je moet wat meebewegen met de natuur. De vochtvreter kan er in het begin wel 4 liter per uur uithalen. Maar ’s nachts staat-ie uit en zorgen wij voor natuurlijke trek, door de roldeur een beetje omhoog te trekken. Ik ben niet zo bang voor de warmte en voor de kiemrust. September is de meest kritische maand. We hebben ze wel eens op 20 graden gehouden, zonder dat het mis ging. In principe gaan we de eerste maanden niet lager dan 17 graden. Een koude oogst in oktober warmen we zelfs op naar 17 graden. Zit je relatief hoog in het begin maar stabiel zonder schommelingen, dan kun je in november langzaam zakken. Te snel onder de 17 graden geeft condensatie op je product. Dat willen we niet.’ De ventilatoren draaien om het half uur even om de lucht naar alle hoeken te verspreiden, maar nooit langer dan 6 uur per etmaal.
Rekensom De Pootgoedacademie/DLV Flevoland heeft interesse voor het handelen van de familie Jansen en had onlangs een studieavond op het bedrijf. Ze gaan een en ander in het komende seizoen meten, volgen en technisch narekenen. De teler werkt nu zonder computergestuurde klimaatbeheersing en heeft geen kosten van middelen tegen bewaarziektes als fusarium en zilverschurft. ‘Het is bij ons gelukkig niet nodig. Wij willen geen chemie in de schuur op een product dat je binnenhaalt en waar je alle dagen tussendoor loopt. Knolbehandeling van pootgoed is natuurlijk wel even wat anders. Pootgoed gaat juist naar buiten. Dat verdient zich altijd terug, omdat je dan schoon op het land begint.‘
Schoon zwad-rooien De familie Jansen boert sinds 1983 onder de rook van Lemmer op de lichte gronden in de kop van de Noordoostpolder. Van de 27 ha pachtgrond wordt gemiddeld 20 ha pootgoed (onder andere Carrera, Innovator, Fabula, Ivory Russet) geteeld. Voor een optimale vruchtwisseling ruilen ze een deel van de grond met een veehouder, buurman Hakvoort. Daarnaast telen ze vier ha zaai-uien en verhuren ze enkele ha grond aan een bloembollenteler. Het is opdrachtige grond, de aardappelen komen altijd nat en behangen uit de ondergrond, zelfs als het drie weken droog is geweest. Rooien doet Jansen daarom in twee fasen, net als bij de uien, met een zwadrooier. "'s Ochtends lichten we niet meer dan we voor de middag kunnen opladen. Soms zie je de knollen al na een half uur opgrijzen, maar soms duurt het drie of zelfs vier uur. Een schoon product blijft over. Moederknollen blijven behangen met grond en herken je direct. We rooien rechtstreeks in de kisten, want veel rommel zijn we dan al kwijt. En zo doe je zo weinig mogelijk handelingen. Per dagdeel kijk je wat haalbaar is om in te schuren." Het zijn de condities voor specifiek dit bedrijf op deze lichte grond. Rooien in twee fasen is voor de meeste kleigrond niet geschikt. Veel te veel kans op beschadigingen. ‘Voor je het weet krijg je kluiten. Maar voor ons is het ideaal. Het zwadrooien bespaarde ons het eerste jaar direct 2000 euro aan stroomkosten voor het drogen.’ Jacob de Hoop, deeltijdboer en auteur van 'Boeren met Smaak'
Minder beroering in bed Ruggen zul je op het land bij de Jansens niet meer aantreffen. De aardappelplanten staan op brede bedden van 1 meter 50 met een licht spoortje in het midden voor de afwatering. ‘Het bed werkt als een buffer, je hebt meer volume in de grond en de bodemherbiciden werken veel effectiever dan op een hoge zanderige rug, waarvan het oppervlak naar beneden rolt. Bij een proef op 8 ha in 2013 hadden we 10 procent meer knollen. Wij denken dat het ook komt omdat je grond in een bed veel minder beroert dan in een rug.‘ Tussen het gewas rijden deze eigenzinnige polderboeren met een hoge kniktrekker. Die hebben vader en zoon in 14 (lange) dagen zelf gebouwd met een werktuigendrager als basis. ‘We kunnen zo korter draaien en maken minder schade in het gewas omdat we nagenoeg geen spuitsporen maken. En we telen meer planten per ha. Met deze trekker is namelijk minder kop-akker nodig’, verklaart Wilco. ‘De spuitintervallen houden we gelijk. Omdat we haast geen schade maken, kunnen we er altijd wel bij. Bijkomend voordeel is dat je vanuit deze hoge trekker een mooi overzicht hebt op je gewas.’ ‘Wij zijn hier altijd bezig met hoe het beter kan. Dat geldt ook voor onze tweede tak, waarbij we voor bedrijven en projectontwikkelaars boren naar water- en aardwarmtebronnen. Wat we nu technisch uitvoeren, daar hebben we soms al jaren samen over nagedacht. Het steeds samen beredeneren is heel belangrijk. Boer zijn is best een ingewikkeld vak. We zien het aan de bronboringen, de grond is nergens gelijk. Je hebt je als boer maar aan te passen aan de grond. Verwacht niet dat het andersom gebeurt.’
23
Een echte aardappelfamilie aan het roer
• Ruggespraak
José (links) en Rogelio Marti.
24
Als internationaal opererende onderneming heeft HZPC elf buitenlandse deelnemingen binnen en buiten Europa. De vestigingen Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Polen, Finland, Rusland, Canada en Argentinië hebben lokale productie, terwijl de vestigingen in Spanje, Portugal en Italië als verkoopkantoor opereren voor het pootgoed dat in andere landen is geproduceerd. In ‘Ruggespraak’ belichten we telkens één van die vestigingen. Deze keer HZPC Spanje, gevestigd in Torrent, onder de rook van Valencia. Valencia is vandaag de dag de derde economische motor van Spanje, na Madrid en Barcelona.
H Z P C & d ee l nemin g en buiten l an d
‘Sinds begin jaren 70 is HZPC actief in Spanje,’ vertelt Rogelio Marti. ‘Toen zocht het toenmalige De ZPC een verkoopkantoor in Spanje. Mijn vader heeft dat destijds opgezet. Hij was daarvoor klant van 'De ZPC', net als mijn opa dat voor hem was. Nu werken mijn broer José en ik in het bedrijf. Maar onze familie zit al langer in de aardappelen. Wij zijn de vierde generatie; een echte aardappelfamilie’, klinkt het trots.
Voorstellen Rogelio Marti (51) werkt al 25 jaar binnen HZPC Spanje. Zijn broer José Marti (49) bijna even lang: 24 jaar. Sinds hun vader in 2001 gestopt is met werken, hebben zij het bedrijf voortgezet. Rogelio houdt zich vooral bezig met verkoop en logistiek; terwijl José verantwoordelijk is voor de introductie van nieuwe rassen, de technische ondersteuning, maar ook de financiële administratie. Hij wordt daarbij geholpen door Gonzalo González. Met zijn drieën vormen Rogelio, José en Gonzalo HZPC Spanje.
Marktleider blijven ‘De markt in Spanje is erg competitief’, legt Rogelio Marti uit. ‘HZPC heeft een sterke positie met een flink aandeel van het uit Nederland geëxporteerde pootgoed. De markt in Spanje voor pootgoed neemt echter af. Er komt ook steeds meer import uit andere landen. De laatste 10 tot 15 jaar zien we dit toenemen. Ons belangrijkste doel is dan ook om onze positie vast te houden, ondanks dat de markt terugloopt en de concurrentie toeneemt. Wij willen ons mooie marktaandeel natuurlijk behouden!’
Distributie en betere service Dat klinkt als een hele uitdaging. Hoe doen ze dat daar in Spanje? Rogelio Marti vertelt: ‘Vijf jaar geleden hadden we een landelijk distributienetwerk met ongeveer tien klanten. Wij kochten de pootaardappelen uit Nederland in en verkochten die aan andere handelaren, die het op hun beurt weer
doorverkochten. De afgelopen vijf jaar hebben we onze distributie veranderd en zijn we directer gaan leveren. Wij willen aanwezig zijn in de markt, ondersteuning en oplossingen bieden waar gewenst. De distributie is meer lokaal geworden, per gebied. Daardoor verkopen we nu aan meer klanten dan voorheen. Zo krijgen we directer contact met onze klanten en dat maakt ons werk gemakkelijker. We willen een partner zijn voor iedere partner in de keten. Door de distributie aan te passen is het gemakkelijker geworden om de gewenste service te bieden, om nieuwe rassen te introduceren en om problemen op te lossen. Klanten zien ons als een bedrijf dat ze kunnen vertrouwen.’
Fruit Attraction Jaarlijks gaan de gebroeders Marti naar ‘Fruit Attraction’, de grootste vakbeurs in Spanje. ‘Heel belangrijk’, zegt Rogelio Marti beslist. ‘Het is de plek om alle partners te ontmoeten: handelaren, telers, iedereen gaat er heen. Het is een goede gelegenheid om contacten te onderhouden, de marktontwikkelingen te volgen en om zaken te doen. Er worden veel besluiten genomen. De beurs wordt elk jaar groter. Het is een goede beurs voor mediterrane landen, maar ook uit Frankrijk en Duitsland komen er bezoekers.’
Toekomst ‘Kortom,’ vat Rogelio Marti samen, ‘we willen 1. ons marktaandeel behouden, 2. aan meer klanten verkopen en 3. gemakkelijker nieuwe rassen introduceren. Om een nieuw ras te introduceren is het belangrijk om het in de supermarkt te krijgen. ‘Colomba’ is een voorbeeld van een ras dat we voor de supermarkten positioneren. Daar maken we dit jaar flinke stappen mee. Verder werken we met de rassen Lucinda, Memphis en Mozart.’ Naomi de Boer
Gonzalo González.
25
TRADITIONAL RETAIL FRESH FRENCH FRIES TRADITIONAL RETAIL FRESH FRENCH FRIES
CRISPS CRISPS
PEELED PEELED
uit de m a r k t
Traditional 25 februari 2015 Op dit moment is reeds 95% afgeleverd naar de landen die door het traditionele team worden bewerkt. De afzet is volgens plan verlopen, met meer volume naar landen in Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Azië, maar met minder volume naar de traditionele bestemmingen in Europa. Het merendeel is tijdig geleverd, zij het voor de aller vroegste markten met enige moeite. Tijdige levering is één van de kritische succesfactoren. Voor koelcontainertransport hebben we meer gebruik gemaakt van de binnenvaart, wat met name in de noordelijke provincies kosten bespaart, maar vooral ook milieuwinst oplevert. Daarnaast zijn er voor de klanten ook betere aankomstcondities bedongen en daarmee hebben we een betere klantentevredenheid gerealiseerd op dit aspect. Nu resten nog de verkopen en leveringen aan de latere markten. Gezien het sentiment in de huidige markt, naast negatieve macro-economische factoren, zal er naar verwachting in dit late segment minder verkocht worden. Gemeten over het totaal is dit qua volume beperkt. Over het algemeen is het een gemiddeld afzetseizoen als gevolg van onze goede geografische positie in de wereld. Binnenkort worden de vroegste markten weer bezocht, als follow-up van onze sector- en klantenstrategie. Ko Geelhoed - sectormanager Traditional
• Ruggespraak
Retail Fresh
26
2 maart 2015 In de Retail Fresh markt zijn we nu op het omslagpunt waarop de pootaardappelverkoopcampagne zich van de vroege teeltgebieden in het zuiden naar de late teeltgebieden in het noorden heeft verplaatst. Over een paar weken zal eindelijk duidelijk zijn hoe zeer onze Europese aardappelmarkt door de campagne van 2014 is veranderd. Wat het pootaardappellandschap betreft zijn er al een aantal belangrijke trends die wij met u kunnen delen. • Er is een sterke krimp van het aardappelareaal in de zuidelijke regio’s van Spanje en Portugal. Deze areaalvermindering, die tot 40% kan oplopen, wordt veroorzaakt door een overschot aan opgeslagen aardappelen in de West-Europese landen. • Afhankelijk van de regio, gaat in Italië het areaal ook met 5% tot 30% omlaag. • Het is nog te vroeg om te voorspellen hoeveel hectares in Frankrijk, Duitsland, België, Groot-Brittannië en Nederland zullen worden geplant. De verwachting is echter wel dat er min-
der hectares ten opzichte het afgelopen seizoen zullen worden geplant. Maar een reductie van slechts een paar procent vertegenwoordigt al een flink areaal en daarmee ook een flinke vermindering in de vraag naar pootgoed. In deze landen werken de meeste grote verpakkers op basis van contractprijzen, waardoor ze momenteel gedwongen zijn om aardappelen tegen een hogere prijs af te nemen dan waartegen ze kunnen worden verkocht. Vanwege de grote financiële gevolgen van deze situatie aarzelen ze nu om risico te lopen en stellen ze de beslissing voor de aankoop van pootgoed uit. Dit late seizoen en de verhoging van het gebruik van FSS (Farm Saved Seed) maken dat het verkoopseizoen moeilijk te voorspellen valt. In termen van de beurshandel kunnen we seizoen 2015 een correctiejaar noemen. Met al het overschot dat dit met zich meebrengt betekent dit dat correctiejaar 2015 anders zal zijn dan 2014. Maar binnen deze verschillen, en zelfs in deze fluctuerende markt, is de enige zekerheid dat ons uiteindelijke resultaat gebaseerd zal zijn op de prestaties en de verwachte kwaliteit van onze rassen! Twee belangrijke pluspunten voor HZPC die ons tot het laatste moment zullen helpen ons pootgoed in elk land aan de man te brengen. Lilian Escalon - sectormanager Retail Fresh
French Fries, Crisps en Peeled 24 februari 2015 De prijzen voor de fritesaardappelen in Europa zijn de afgelopen periode op een laag niveau gebleven als gevolg van een overaanbod, dat vanaf het begin van de oogst aanwezig was. Op de korte termijn ziet het er ook nog niet naar uit dat de prijzen zullen stijgen en zoals het zich nu laat Traditionele opslag van pootgoed aanzien gaat seizoen 2014 in Europa de boeken in als een zeer matig seizoen ten aanzien van prijsvorming. Gelukkig draait de verwerking op volle capaciteit en kunnen grote hoeveelheden aardappelen verwerkt worden tot frites, die afgezet worden in onder andere Zuid-Amerika, het Midden-Oosten en Azië. De Europese aardappelverwerkende bedrijven kunnen dit seizoen zeer goed concurreren met de collega’s van andere continenten. De nieuwe contracten voor de consumptietelers zijn gepresenteerd en laten, in overeenstemming met de verwachting, een daling zien van de prijzen voor de levering van oogst 2015. De verwachting is dat met name van de vroege rassen minder zal worden geplant. In Noord-Amerika liggen de prijzen het gehele seizoen op een hoger niveau. De export vanuit Noord-Amerika naar Azië wordt bemoeilijkt door langdurige langzaamaan acties in de havens aan de westkust van Noord-Amerika.
Ten aanzien van de grondstof voor de verwerking tot chips is de situatie vergelijkbaar met die van de frites. Aardappelen geproduceerd boven contract brengen een zeer lage prijs op. De verkoop van pootgoed van onze frites-, chips- en peeledrassen is voor een groot deel achter de rug. Het laatste gedeelte verloopt echter traag dit jaar. Een aantal telers besluit zeer laat in het seizoen of ze wel aardappelen zullen gaan telen en moeten hun keuze nog maken. Tevens zal er meer FSS uitgeplant gaan worden. Gezien de uitbreidingsplannen van de
verwerkende industrie in Noordwest-Europa is een areaal gelijk aan vorig jaar noodzakelijk om voldoende grondstof te produceren bij een gemiddelde opbrengst. De maanden maart en april staan in het teken van het uitleveren van de hoeveelheden besteld pootgoed naar onze klanten. Een drukke periode waarin in nauw samenspel tussen telers en logistieke medewerkers de juiste hoeveelheden en kwaliteit geleverd moeten worden. Martin Jansen Klomp - sectormanager Processing
Vergoeding Farm Saved Seed aangepast Een HZPC-pootgoedteler heeft voor een beperkt aantal rassen en binnen bepaalde regels de mogelijkheid om pootgoed achter te houden voor eigen consumptieteelt. Dit gebruik wordt aangeduid als Farm Saved Seed (FSS). Elke teler die hier gebruik van maakt is wettelijk verplicht om het gebruik van eigen pootgoed te melden bij de kwekersrechthouder. Dit is geregeld in de Zaaizaad- en Plantgoedwet. Deze melding kan via de site van Plantum (www.eigenzaaizaad.nl) vanaf 1 april tot 15 mei worden gedaan. De teler die gebruik maakt van FSS is verplicht om een FSS-vergoeding te betalen. In de praktijk vindt de melding door telers niet altijd plaats. Hierdoor moet HZPC zelf achterhalen welke telers pootgoed hebben achtergehouden. Die telers krijgen dan alsnog een factuur voor het gebruik van FSS.
Om te stimuleren dat telers zich wel aan de meldingstermijn houden, heeft HZPC de regels als volgt aangepast: • Indien een teler volgens de wettelijke termijn (vóór 15 mei) bij Plantum aangifte doet van het gebruik van eigen vermeerdering, dan geldt het normale FSS-tarief. Dit is een tarief dat gebaseerd is op 60% van de normale licentievergoeding voor een ras. • Indien een teler verzuimt om vóór de wettelijke termijn aangifte te doen bij Plantum van het gebruik van eigen vermeerdering, dan geldt een tarief van 100% van de normale licentievergoeding. De tarieven voor FSS zijn ras afhankelijk en zijn terug te vinden op www.hzpc.nl.
HZPC Portugal opent nieuw kantoor in Cantanhede Sinds oktober 2014 is HZPC Portugal verhuisd van Aveiro naar een nieuw kantoor in Cantanhede. De nieuwe lokatie is uitgezocht vanwege de goede bereikbaarheid en de centrale ligging voor bezoek van en naar klanten en relaties. Cantanhede is een klein plattelandsdorp, gelegen tuseen Aveiro en Coimbra, telt ca. 36.500 inwoners en staat bekend om de goede wijn.
27
The secret of our success
Van links naar rechts: Jasper Derks, Koenraad Witteveen, Jan Visser
en Adri de Vries.
Eén van de bijna standaard vragen op menig verjaardagsfeestje is wat je werkzaamheden zijn in het dagelijkse leven. Vervolgens vertel je dat je op de afdeling HR werkt, oftewel de afdeling personeelszaken. Het werkgebied Human Resource Management bevat een veel breder scala aan werkzaamheden dan de maandelijkse salarisbetaling en het
• Ruggespraak
aannemen van nieuwe medewerkers.
28
De HR-afdeling van HZPC bestaat uit Adri de Vries, Jan Visser en Koenraad Witteveen. Met zijn drieën vormen zij een team waarbij ieder twee specifieke aandachtsgebieden heeft. Daarnaast heeft Jasper Derks als stagiair van de opleiding HRM aan de Hanzehogeschool Groningen de eer om zich breed te oriënteren op alle zes aandachtsgebieden, met als speerpunt werving en selectie. Jasper is zeker niet de enige stagiair binnen HZPC. Op dit moment zijn er op de verschillende afdelingen negen stagiairs werkzaam. Jan: “We vinden het als bedrijf belangrijk de rol om mensen op te leiden op ons te nemen. Dit doen we onder andere door het aanbieden van stageplaatsen, waarmee we tegelijkertijd ook weer nieuwe ideeën hopen binnen te krijgen."
Tekst: Johannes Terpstra, planner export; foto: Roelof Varkevisser
Mix van nationaliteiten De voornaamste doelstellingen voor HR zijn vooral gericht op continuïteit op de lange termijn en het versnellen van de groeistrategie van HZPC. Dat klinkt nogal abstract en obligaat, maar in feite is dat wel de algemene benadering. Om dit te bewerkstelligen is het van belang om het beste uit de medewerkers/ collega’s te halen. Daarmee komen de aandachtsgebieden voor HR in beeld zoals opleiding, arbeidsvoorwaarden, vitaliteit en informatievoorziening, om zo bij te dragen aan bovengenoemde doelstellingen. Koenraad: “In een organisatie die steeds internationaler wordt en waar grenzen en culturen steeds meer vervagen is het geen eenvoudige taak om die mix van nationaliteiten steeds optimaal te laten functioneren. Het streven is
een d a g uit het le v en va n H R
gericht op een doorstroming van vier procent intern, zodat jaarlijks ca. 12 medewerkers in een andere functie of op een andere afdeling komen te werken. Dat cijfer is hoger dan de jaarlijkse uitstroom, die met circa twee procent vrij gering is. HZPC-ers zijn honkvast. Bij HZPC zijn we daardoor wel in staat onze kennis vast te houden. Tegelijkertijd werkt 40% van de medewerkers korter dan vijf jaar in de huidige functie. Ze zijn of recent intern doorgestroomd of als nieuwe collega binnengekomen. Daarmee hebben we een mooie balans tussen enerzijds het behoud van vakmanschap en anderzijds nog een geweldig groeipotentieel bij onder andere de genoemde 40% van de medewerkers. Deze laatste groep kan immers met het toenemen van hun ervaring in de komende jaren nog meer waarde toevoegen aan HZPC.”
‘The best internal fit’ HZPC wereldwijd heeft in totaal ruim 300 medewerkers en meer dan 100 unieke functies. Dit is wat HZPC voor een belangrijk deel typeert. Het is een bedrijf waar medewerkers met vele verschillende specialisaties samenwerken en niet alleen binnen de bedrijfs- en landgrenzen. Samenwerking is er ook op vele fronten met onze telers, toeleveranciers, klanten etc. Zoveel functies en raakvlakken met onze partners maakt van
Het vormt ook één van de grootste uitdagingen voor HR om het personeelsbeleid binnen de buitenlandse vestigingen te integreren. Een uitdaging voor HR om te zorgen dat een mix van nationaliteiten elkaar gaat versterken in kwalitatieve zin binnen een sterk collectief. Jasper: “Het aannemen van nieuwe collega’s doet de HR-afdeling zoveel mogelijk zelf. Slechts in enkele gevallen wordt een extern bureau ingeschakeld voor het zoeken naar de juiste persoon. Gedurende de afgelopen zes maanden zijn er twaalf sollicitatieprocedures met succes afgerond.” Koenraad: “Werving en selectie doen we zoveel mogelijk zelf. Dat is een bewuste keuze. Wij kennen HZPC beter dan een externe partij waardoor we beter de argumenten aan een kandidaat kunnen geven waarom HZPC een interessante werkgever kan zijn. Niet altijd wordt de voorkeur gegeven aan iemand die op korte termijn het beste aansluit bij de vacature. Het doorstroomprofiel is van belang om op lange termijn van waarde te zijn en te blijven. We kiezen daarom graag voor talent boven ervaring; waarbij talent niet alleen is voorbehouden aan jongeren! Een buitenstaander vindt het mogelijk vreemd dat iemand uit een andere branche bij HZPC adviezen gaat geven
Primair kijken we echter naar wat goed bij HZPC past in plaats van te kopiëren wat andere bedrijven doen. HZPC geen doorsnee productiebedrijf en dat maakt het ook moeilijk om een goed referentiekader met andere bedrijven te maken. Uiteraard is er via informeel contact en via vak-seminars uitwisseling van kennis en informatie, maar het eigen HZPCkompas gericht op de lange termijn is bepalend. Adri: “We oriënteren ons continu op wat er elders gebeurt om up-to-date te blijven en ideeën op te doen. Primair kijken we echter naar wat goed bij HZPC past in plaats van te kopiëren wat andere bedrijven doen. In vakjargon: we kiezen voor ’the best internal fit‘ boven ’the best external practice’." Daarbij moet niet worden vergeten dat nationale, fiscale en sociale wetgeving al voor een groot deel de bewegingsvrijheid bepalen van de afdeling. Jan: “Denk alleen maar aan de jaarlijkse veranderingen bij de jaarwisseling met betrekking tot de loonbetalingen en wat daarmee samenhangt, bijvoorbeeld pensioenen, om even een actueel onderwerp te noemen.” Naast het werk dat voortkomt uit de overheidsmaatregelen bestaat het merendeel van de werkzaamheden uit door HR en management geïnitieerde activiteiten. Adri: “Onze strategie en doelstellingen zijn ambitieus. Ook het komende jaar hebben we daarom diverse plannen die we gaan uitvoeren. Zo vraagt de verhoging van de pensioenleeftijd om HR-visie om ervoor te zorgen dat de medewerkers zo goed mogelijk duurzaam inzetbaar blijven, ’fit for the job‘ vandaag en morgen.”
Integreren in buitenlandse vestigingen Een arbeidsintensief onderdeel op de afdeling vormt het begeleiden van de vijf procent medewerkers die werkzaam zijn in een ander land dan hun afkomst aangeeft. Zaken die ons met de paplepel zijn ingegoten zijn voor collega’s uit een andere cultuur niet vanzelfsprekend.
over bijvoorbeeld aardappelteelt. Deze persoon zal veel moeten leren, maar die leeromgeving kunnen we bieden! We zoeken mensen die ook vanuit andere invalshoeken bijdragen aan onze innovatieve versterking. Om hen te kunnen werven, moeten ze HZPC eerst leren kennen. Veel energie steken we daarom in het uitdragen van ons ‘werkmerk’, bijvoorbeeld door deelname aan carrièredagen, maar ook door slim gebruik van social media.”
Transparantie Tevens komt de rol als vraagbaak nog ter sprake. Op de vraag of de rol van adviseur voor OR en directie niet wringt is een vragende blik in eerste instantie het antwoord. Koenraad: “De Nederlandse medewerkers vallen niet onder een cao, maar zijn werkzaam op basis van een eigen bedrijfsregeling, waarbij de OR de gesprekspartner is voor de collectieve arbeidsvoorwaarden. Zolang op inhoud wordt geoordeeld met een hoge mate van transparantie hoeft dat niet tot conflictsituaties te leiden.”Het ligt voor de hand dat de expertise op dit terrein bij de HR-afdeling ligt en OR en directie vooral baat hebben bij feitenkennis om te gaan onderhandelen vanuit hun eigen rol. Die rol van faciliteren, maar ook sturen, loopt steeds als een rode draad door het hele gesprek en het kwartet geïnterviewde collega’s benadrukt die essentie nogmaals aan het einde van het interview. Ondersteunen waar nodig, loslaten waar wenselijk is en plannen maken daar waar kansen liggen. Dat is de rol die HR wil vervullen, zodat de medewerkers in staat zijn het beste uit zichzelf naar boven te halen. In een notendop de essentie waar het om draait om de hoge ambities van HZPC gestalte te geven. Samen met de telers en kwekers bepalen onze medewerkers The secret of success!"
29
nieuwe medewe r k e r s
• Ruggespraak
Paul Oomen (26) Woont in Marknesse en is opgegroeid op een agrarisch bedrijf. Tijdens zijn studie heeft hij stage gelopen voor HZPC in Noord-Amerika en heeft hier onderzoek gedaan naar de markt voor de verwerkende industrie. Daarnaast heeft hij gedurende zijn afstuderen onderzoek verricht voor Aviko naar opkomende productiegebieden. Wat is je functie en wat houdt het in? Sinds januari ben ik gestart als management trainee en werk ik aan verschillende projecten om alle afdelingen van het bedrijf beter te leren kennen. Ik ben gestart met een project op de productieafdeling onder leiding van Frank van der Werff. Daarnaast ondersteun ik Lilian Escalon en Herman Verveld bij een aantal strategische projecten. Wat heb je hiervoor gedaan? Hiervoor heb ik mijn 'Management Economics and Consumer' studies aan de Wageningen Universiteit afgerond. Waarom HZPC? HZPC is een innovatief bedrijf dat goed aansluit bij mijn interesses in de aardappelsector. Bovendien krijg ik met deze functie de mogelijkheid om ervaringen op te doen en wordt hierbij goed meegedacht richting de toekomst. Wat zijn je ervaringen tot nu toe en wat is je opgevallen? Tijdens mijn stage heb ik goede ervaringen opgedaan met het bedrijf en dat is gedurende de eerste maand nogmaals bevestigd. Er hangt een prettige sfeer en er is een goede samenwerkingscultuur. HZPC is een groeiende onderneming en ik sta versteld van de technologische ontwikkelingen en internationale uitdagingen die zich momenteel voordoen. Wil je nog iets delen met je nieuwe collega’s? De komende tijd staat voor mij vooral in het teken van nieuwe ervaringen. Ik kijk uit naar een prettige samenwerking met mijn collega’s en hoop met een frisse blik bij te dragen aan de groei en continuïteit van de organisatie.
30
Peter Vos (31) Woont samen met Annemiek in Groningen en is vader van Ferre (16 maanden oud). Peter is op 1 januari begonnen als sectorveredelaar Processing. Wat is je functie en wat houdt het in? Ik ben op 1 januari begonnen als sectorveredelaar Processing. Ik ben verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de nieuwe rassen voor de sectoren French Fries, Crisps en Peeled. Wat heb je hiervoor gedaan? Na mijn studie plantenveredeling heb ik een PhD gedaan aan de Universiteit Wageningen. Ik heb mij toen beziggehouden met de ontwikkeling van merkers voor kwaliteitseigenschappen in aardappelen. Waarom HZPC? Als zoon van een pootgoedteler ben ik al sinds mijn jeugd geïnteresseerd in de aardappel en aardappelveredeling. Daarom is deze positie binnen HZPC een droombaan voor mij. Wat zijn je ervaringen tot nu toe en wat is je opgevallen? Erg goed. Er ligt een hele mooie infrastructuur om mooie dingen te kunnen doen in de komende jaren als sectorveredelaar.
Wil je nog iets delen met je nieuwe collega’s? Ik kijk uit naar een fijne samenwerking de komende jaren.
Henrike Offeringa (37) Woont in Meppel met haar man en twee kinderen van zes en vier jaar. Per 1 februari is ze in dienst gekomen als marketing communicatie manager en lid geworden van het MT. Wat is je functie en wat houdt het in? HZPC heeft een wereldwijde focus en ambitieuze doelstellingen in groei, innovatie en ontwikkeling. Als marketing communicatie manager zal ik samen met het team dit internationaal ondersteunen op het gebied van bekendheid, herkenbaarheid en nieuwe productconcepten. Een grote uitdaging voor ons wordt de 'schaalgrootte', het leveren van goede support aan de verschillende sectoren in zoveel verschillende landen. Waarom HZPC? Ik heb tien jaar internationale marketing communicatie ervaring bij commerciële organisaties die elk op hun eigen vlak wereldwijd toonaangevend zijn. De afgelopen vier jaar werkte ik bij Vitters Shipyard, een werf in Zwartsluis die supergrote zeiljachten bouwt (30-85m). Daarvoor heb ik zes jaar bij UTZ CERTIFIED in Amsterdam gewerkt, ’s werelds grootste certificeringsprogramma voor duurzame koffie, thee en cacao. Ik zie al veel parallellen tussen de koffie-waardeketens en die van pootgoed, ook al verschillen het product en de markt natuurlijk aanzienlijk. Ik ben opgegroeid op het platteland op de grens tussen Groningen en Friesland en pootgoed sorteren was mijn allereerste vakantiebaantje. Bovendien ken ik de Food & Agri sector vanwege mijn schoonfamilie. Ik zie HZPC als een vooruitstrevend en innovatief bedrijf en het motiveert me enorm om me in te werken in de specialistische branche van het pootgoed en om in mijn vakgebied een bijdrage te kunnen leveren aan de ambitie en professionaliteit van het sterke merk HZPC. Wil je nog iets delen met je nieuwe collega’s? Mijn eerste werkweek was echt een vliegende start met de Fruit Logistica beurs in Berlijn. De indruk die ik had van HZPC is daar zeker bevestigd. Alle collega’s zijn specialisten in hun vakgebied en hebben veel passie voor ons pootgoed. Het hechte partnerschap met kwekers, telers en de marktpartijen vind ik echt heel bijzonder. Ik voel me heel welkom in het internationale team!
Renzo Veenstra (34) Is geboren in Dronten en opgegroeid met de aardappelhandel. Binnenkort hoopt hij met vrouw en kinderen naar Friesland te verhuizen. Wat is je functie en wat houdt het in? Het is een uitdagende functie in de verkoop van bovenmaats pootgoed en import vanuit Spanje en Portugal en dat bij een bedrijf waar iedereen trots op mag zijn. Wat heb je hiervoor gedaan? Tijdens mijn studie aan het Van Hall Instituut (Agrarische Be-
D i v e r s en drijfskunde) heb ik voor HZPC de aardappelmarkt in Australië in kaart gebracht. Na mijn studie ben ik tien jaar actief geweest in de glastuinbouw, waarbij ik commercieel verantwoordelijk was voor verschillende bedrijven in diverse landen. Waarom HZPC? Ik ben opgegroeid met de aardappelhandel en het is mij altijd blijven fascineren. Toen ik de vacature las vielen alle puzzelstukjes in elkaar. Ik kan nu mijn kennis inzetten om samen met mijn collega’s bij te dragen aan verdere groei. Wil je nog iets delen met je nieuwe collega’s? Enjoy Life! past helemaal bij HZPC en bij mij. Waarom een goede fles wijn bewaren voor een speciale gelegenheid? Te lang bewaren kan betekenen dat deze niet lekker wordt dus geniet wanneer het kan en creëer speciale momenten om te genieten.
Personeel HZPC Holland B.V. In dienst 01-02-2015: Henrike Offeringa-Bolding, manager Marketing & Communicatie 02-03-2015: Rein Spoelhof, buitendienstmedewerker pootgoed 02-03-2015: Ger Aldershof, process manager 01-05-2015: Frank van der Geest, buitendienstmedwerker consumptie Uit dienst 31-12-2014: Sergio Rubio, sales manager consumptie
HZPC Sadokas Finland Uit dienst
Agenda
01-01-2015: Hannele Laine, financieel manager (pensioen)
Telervergaderingen 2015
Jubilea
29 en 30 juni 1 en 2 juli 7 juli 8 juli 9 juli
regio Groningen regio Friesland regio Noord-Holland regio Flevoland regio Zuidwest-Nederland
12,5 jaar in dienst: 01-01-2015: Gert Lassche, assistent filiaalmanager ZOS Emmeloord 25 jaar in dienst: 01-02-2015 Jan Dolfing, buitendienstmedewerker consumptie
COLOFON
Tjisse Hettema winnaar van HZPC-schaaktoernooi 2015 Het 39e HZPC-schaaktoernooi dat zaterdag 31 januari jl. in het hoofdkantoor in Joure is gehouden is gewonnen door Tjisse Hettema uit De Hemrik. Er werd wederom gestreden in twee groepen, te weten een groep clubschakers en een groep huisschakers. De winnaars van deze beide groepen speelden de finale om het algeheel kampioenschap. Dit jaar streden maar liefst 24 deelnemers om de wisselbeker en het was voor Tjisse de vierde keer dat hij deze beker voor een jaar lang in zijn bezit mag houden. Alle deelnemers konden terugzien op een zeer geslaagde dag! Volgend jaar wordt het toernooi dus voor de 40ste keer gehouden en de organisatoren denken al na over een speciale invulling van deze dag.
Hoofdredacteur Jan Hendrik van der Tas Eindredacteur Martin Jansen Klomp Redactieleden Bennie Huizenga, Johannes Terpstra, Henk Visser Redactie Jessica de Bey Redactiesecretariaat Annechien Born-Stok, Janny van der Weide Vormgeving De Bey Communicatie & Vormgeving B.V. Druk Graphic Minds Aan dit nummer werkten mee: Gerard Backx, Annemarie Blitterswijk, Naomi de Boer, Amber Boomsma, Aart Doppenberg, Lilian Escalon, Gert Jan Feddes, Ko Geelhoed, Nanning Giliam, Herman Heijtmeijer, Jacob de Hoop, Henrike Offeringa, Frank van der Werff, e.a. Fotografie Ad van Luyk, Jacob de Hoop, Roelof Varkevisser e.a. Adres Postbus 88, 8500 AB Joure Telefoon 0513 - 489 888 Fax 0513 - 489 800 E-mail
[email protected] Internet www.hzpc.com Ruggespraak is een uitgave van HZPC Holland B.V. Verschijnt vier maal per jaar. Oplage 2.250 ex. Jaargang 16 Copyright © HZPC, Joure. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
31
Aardappelen en voedingsstoffen
Bron BPC
: n e l e p p a Aard d én goed gezon
Vezels
helpen, gecombineerd met water en lichaamsbeweging, constipatie te voorkomen.
Geen cholesterol
! e d r a a e z n o r o vo
Hoeveel calorieën zitten er nu werkelijk in de aardappel? (kcal/100 gram)
Hoeveelheid WATER voor het produceren van 1 kg product
Bron NEVO
Aardappelen
Magnesium, zink en koper
dragen, in combinatie met calcium, bij aan sterke botten en tanden.
Laag vetgehalte en weinig calorieën Rijk aan koolhydraten,
202 liter
78
147 kcal
kcal
Appels
332 liter Rijst
stimuleert de hersenen en wordt opgeslagen voor energie.
noodzakelijk voor een gezonde huid, gezond haar en voor sterke botten, tanden en tandvlees.
Vitamine B1, noodzakelijk om
1.112 liter
240
Vitamine C,
kcal
Tarwe
1.429 liter
94 kcal
30
energie uit koolhydraten vrij te maken.
Rundvlees
16.664 liter
kcal
Vitamine B6, vitale voedingsstof voor een gezond zenuwstelsel.
Bron UNESCO
IJzer, voor gezond bloed.
Meer kalium dan
Bron van kalium, helpt
de bloeddruk op peil te houden.
bananen!
Bron van foliumzuur,
noodzakelijk voor de aanmaak van nieuwe cellen en eiwitten voor gezond bloed.
Rijk aan
anti-oxidanten Uit onderzoek blijkt dat anti-oxidanten bijdragen aan een goede bloedcirculatie, deze gaan hart- en vaatziekten tegen en zijn goed voor uw ogen.
Bron BPC
100 gr.
3 glazen
Milieupiramide
rode wijn, laag
Hoog
snoep–rood vlees
rood vlees
kaas–ei–wit vlees–vis–koekjes
kaas–vis
melk–yoghurt
kip–bloem–zoetigheid
olijfolie
peulvruchten–pasta–olijfolie–melk–ei–rijst
brood–pasta–rijst–aardappel–peulvruchten
groenten–aardappel
fruit–groenten
fruit
Hoog
Voedselpiramide
www.hzpc.com
Laag
Bron Barilla Center for Food & Nutrition
Mili euef fecte n
aardbeien
Voed ings waar de
of 400 gram