Revalideren in het RRR

Revalideren in het RRR

Uw revalidatie U bent opgenomen op de revalidatie-afdeling in het centrum voor Reuma en Revalidatie Rotterdam (RRR). Hieronder kunt u lezen wat u de komende periode kunt verwachten. Wij wensen u een voorspoedige revalidatie.

De dag van de opname  O  pnamegesprek met de verpleegkundige/verzorgende.  Kennismaking en intake door arts. In de eerste week volgt nader lichamelijk onderzoek.  De fysiotherapeut onderzoekt uw mogelijkheden tot bewegen, staan, opstaan en lopen. Hij geeft een zogenaamd ‘transfervoorschrift’ aan het team. Zo weet iedereen of en hoe ze u moeten begeleiden bij het verplaatsen en bijvoorbeeld in of uit bed gaan.  Een gesprek met de ergotherapeut die bepaalt of en welke rolstoel u nodig heeft. Zo nodig komt zij de eerste dag ook een rolstoel brengen.  De logopedist komt bij patiënten met een beroerte langs om te bepalen of er slikproblemen zijn.

De diagnostische fase In de eerste periode van uw verblijf zijn er onderzoeken, testen, gesprekken en behandelingen. Deze diagnosti­ sche fase duurt ongeveer twee weken. Om gericht en goed te kunnen behandelen, moeten we goed weten wat u wilt, kunt en moet kunnen om terug te keren naar huis. Onderzoeken en gesprekken in deze fase zijn een noodzakelijk onderdeel van de revalidatiebehandeling. In het ‘RevalidatieDoelenGesprek’ wordt met u besproken wat voor u belangrijk is en waar u zelf aan wilt werken. Alle bevindingen worden gebruikt om voor u een revalidatieplan op te stellen. Hierin staat waar we samen met u aan willen werken: de doelen, acties, ontslag­ termijn en –bestemming. Dit plan wordt met u (en uw eerste contactpersoon) nabesproken in een revalidatieplan­gesprek. De therapieën starten en u oefent met de verpleging op de afdeling de dagelijkse activiteiten zoals wassen, kleden en eten. Uw hulpvragen zijn hierbij ons vertrek­ punt.

De behandelfase In de behandelfase werkt u met uw therapeuten en de verpleging aan uw doelen. U volgt de therapie aan de hand van een therapieschema. Op dit schema staat vermeld welke therapie u heeft en met wie en waar de therapie is. De voortgang van uw behandeling wordt regelmatig geëvalueerd in het Multi Disciplinair Overleg (MDO). Gemiddeld één keer per maand worden u en uw eerste contactpersoon hierover geïnformeerd in het revalidatieplangesprek. Als u daar aan toe bent, kan het zijn dat u op therapeutisch verlof gaat. Zo bent u zo goed mogelijk voorbereid op uw ontslag.

Ontslagfase Vanaf de start van de revalidatie zijn we gericht op uw ontslag: kunt u terug naar uw eigen woning of moet u verhuizen? Wat is hiervoor nodig en op welke termijn is ontslag haalbaar? Samen met het team bereidt u zich zo voor op het komende ontslag. U kunt verder werken aan uw doelen in onze polikliniek. Wat regelt u voor het ontslag? Vervoer dient u zelf te regelen. Laat het medisch secre­ tariaat weten of dit gelukt is. Wat laat u achter?  U dient uw alarmbel achter te laten in uw nachtkastje op de afdeling.  Het evaluatieformulier wat u van een verpleegkundige/ verzorgende gekregen heeft.  Controleer of alle kasten/ wastafel en prikbord opgeruimd zijn. Wat krijgt u mee?  Recept voor de apotheek.  Uw huidige medicatielijst en uw medicatie.  Overdrachten van verpleging, arts en eventueel van therapeuten.

Algemeen Aanspreekpunt: EVV U krijgt met veel mensen te maken gedurende uw revalidatie. Het is soms moeilijk te weten bij wie u voor welke vraag moet zijn. Daarom werken wij met een vast aanspreekpunt voor elke patiënt: de EVV’er, ofwel de Eerst Verantwoordelijke Verzorgende/verpleegkundige. Hij/zij is uw ‘gids’ gedurende uw revalidatie in het RRR. Voor vragen, opmerkingen of informatie kunt u bij hem of haar terecht. Hij/zij zal u zo nodig doorverwijzen naar de juiste persoon, als hij/zij u zelf niet kan helpen. Binnen twee weken na opname is er een ‘terugkom­ gesprek’ met uw EVV’er. U krijgt informatie, kunt vragen stellen en afspraken maken over uw samenwerking tijdens uw revalidatietraject. TIP: Schrijf vragen/opmer­ kingen over uw revalidatie voor uw EVV op. Gesprekken waarvoor familie uitgenodigd kan worden Tijdens de revalidatie vinden wij het ook belangrijk om de familie of degene die u als eerste contactpersoon heeft opgegeven, te spreken. Zij zijn onmisbaar in uw revalidatietraject en worden voor verschillende gesprek­ ken uitgenodigd. Door de agenda’s van de diverse behandelaren is het helaas niet altijd mogelijk rekening te houden met de agenda van uw naasten.

 R  evalidatieplangesprek Aan dit gesprek nemen, behalve u en uw eerste contactpersoon, vanuit het RRR de maatschappelijk werker, een verpleegkundige en in sommige gevallen de arts deel. Het revalidatieplangesprek vindt ongeveer één keer per maand plaats, na het MDO. In dit gesprek

wordt het revalidatieplan besproken: de doelen, welke ontslagbestemming, het verloop en de resultaten van de revalidatie. Op het wekelijkse therapieschema herkent u dit gesprek aan de afkorting RPMA of RPMW.

 H  eteroanamnese Dit gesprek vindt éénmalig en op indicatie plaats tussen de eerste contactpersoon en de maatschap­ pelijk werker, meestal in de diagnostische fase. In dit gesprek wordt de situatie en het functioneren van voor uw opname besproken. Op het wekelijks therapieschema wordt dit gesprek afgekort als ‘HAN’.  G  esprek met arts Uw familie kan uitgenodigd worden voor een gesprek met de arts. Deze gesprekken betreffen de puur medische zaken. Het revalidatieverloop en het plan komen namelijk in het revalidatieplangesprek aan bod.  B  egeleiding familie door maatschappelijk werk Familie kan behoefte hebben aan begeleiding. In dit gesprek biedt de maatschappelijk werker u begelei­ ding bij de verwerking van hetgeen u (en daarmee ook de familie) is overkomen.  G  esprek met neuropsycholoog Indien de neuropsycholoog bij uw behandeling betrokken is, wordt u zelf en de eerste contactpersoon uitgenodigd voor dit gesprek. De neuropsycholoog licht de resultaten van neuropsychologisch onderzoek toe, geeft adviezen en informatie. In sommige gevallen is bij dit gesprek ook de ergotherapeut aanwezig.

Leerafdeling Op de revalidatie afdeling werken verpleegkundigen en verzorgenden, leerlingen en stagiaires. Soms lijkt het of veel personeel aanwezig is, maar niet iedereen is bevoegd en bekwaam om u te kunnen of te mogen helpen. Leerlingen en stagiaires werken zelfstandig, maar staan te allen tijde onder toezicht van een gediplo­ meerd verzorgende of verpleegkundige. Maaltijdvoorziening Ontbijt: 08:00 tot 10:00 uur broodbuffet/ontbijttraining Middageten: 13:00 tot 13:30 uur warme maaltijd Avondeten: 17:15 tot 18:00 uur broodbuffet/ training We hebben de maaltijden zo georganiseerd dat er hierbij ruime trainings- en oefenmogelijkheden zijn. Eten en drinken is onderdeel van uw revalidatie. Meten is weten Tijdens uw revalidatie maken wij gebruik van verschil­ lende meetinstrumenten en testen. Hiermee brengen we de problemen waaraan u wilt werken en uw niveau van functioneren in kaart. Naar aanleiding van de uitkomsten kunnen wij waar nodig uw behandeling aanpassen. De (geanonimiseerde) uitkomsten worden daarnaast gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Wanneer u niet wilt dat uw gegevens gebruikt worden, kunt u dat melden bij uw behandelend arts. Revaliderend verplegen Revalideren is meer dan trainen bij de therapeuten. Het oefenen op de afdeling van geleerde vaardigheden is erg belangrijk om daadwerkelijk meer zelfredzaam te worden. Revalideren is een intensieve klus: 24 uur per

dag, 7 dagen in de week. De verpleging is opgeleid om u te begeleiden en instructies te geven bij dit oefenen. Wassen, aankleden, toiletgang, communiceren, rolstoel­ rijden, lopen en transfers (bijvoorbeeld in en uit bed gaan) zijn allemaal zaken die u praktisch oefent en toepast op de afdeling. Ook zelf uw medicatie beheren of zelf brood klaarmaken kunnen onderdeel zijn van uw therapie. Welke activiteiten u traint is natuurlijk afhan­ kelijk van uw doelen in het revalidatieplan. Ziekenhuisafspraken  Geef bij uw opname de ziekenhuisafspraken door aan het medisch secretariaat.  N  ieuwe ziekenhuisafspraken? Geef deze dan zo spoedig mogelijk door aan het medisch secretariaat. Zij zorgen dat dit verwerkt wordt in uw therapie­ planning.

De verschillende disciplines van het revalidatieteam Bewegingsagoog De bewegingsagoog draagt bij aan uw herstel door middel van de inzet van sport en spel. Dit kan in indivi­ duele- of groepsbehandeling. Trainen in de fitnesszaal gebeurt onder begeleiding van de bewegingsagoog of fysiotherapeut. Creatief therapeut De creatief therapeut gebruikt creatieve activiteiten als therapiemiddel. Zo kunt u zich op een andere manier uiten of leren omgaan met beperkingen of de verwerking hiervan. Diëtist De diëtist is er om u dieetadvies te geven en kijkt met u samen of er aanpassingen in uw eetpatroon nodig zijn die aansluiten bij uw nieuwe leefstijl of aandoening. Ergotherapeut De ergotherapeut heeft als doel u meer inzicht te geven in uw handelen en u te leren omgaan met even­ tuele beperkingen in dagelijkse activiteiten. De ergo­ therapeut richt zich op lichamelijke problemen, maar ook op cognitieve problemen (problemen in het denk­ proces) als deze aan de orde zijn. Ook kan zij u advise­ ren en begeleiden omtrent hulpmiddelen, aanpassin­ gen en voorzieningen.

Fysiotherapeut De fysiotherapeut oefent met u de vaardigheden op het gebied van bewegen en verplaatsen. Ook traint een fysiotherapeut u spierkracht, conditie, balans en even­tueel het verminderen van uw pijn. De fysiothera­ peut geeft uw advies en bege­leiding bij het aanschaffen van loophulpmiddelen. Humanistisch raadvrouw De humanistisch raadsvrouw kan u ondersteunen en adviseren rondom levensvragen. Zij kan u ook in contact brengen met geestelijk verzorgers van andere religies. Logopedist De logopedist zorgt voor advies en trainingen ten aan­ zien van de mondfuncties, gehoor, stem, taal en spraak. Ook neemt een logopedist sliktesten af en bepaalt wat u wel en niet veilig kan eten en drinken. De logopedist ondersteunt en adviseert u en uw naasten over commu­ nicatie als dat niet meer gaat zoals voorheen. Maatschappelijk werker Maatschappelijk werk behandelt en begeleidt patiënten met psycho­sociale en emotionele problemen die samen­ hangen met uw ziekte, handicap of het revalidatieproces en alle daaruit voortvloeiende veranderingen in uw leven of uw directe relaties. Maatschappelijk werk vormt de brug tussen de instelling en uw dagelijks leven, de schakel met eventuele ver­ volghulpverlening en is de aangewezen discipline die ook de belangen van de familieleden/naasten van u als patiënt behartigt.

Psycholoog De psycholoog onderzoekt wat de gevolgen zijn van bij­ voorbeeld een CVA op het gebied van uw geheugen, aandacht en concentratie. Ook stemming en gedrags­ veranderingen zijn aandachtsgebieden van de psycholoog. De psycholoog ondersteunt, informeert en adviseert u, uw naasten en teamleden. Revalidatiearts (RA) De revalidatiearts is gespecialiseerd in het onderzoeken en behandelen van de beperkingen in het dagelijks leven die als gevolg van uw ziekte(n) kunnen ontstaan. Hij heeft regie over de revalidatiebehandeling. Er zijn specialis­ tische spreekuren van de revalidatiearts, als u een prothese, orthese of aangepast schoeisel nodig heeft.

Specialist ouderengeneeskunde (SOG) De specialist ouderengeneeskunde is gespecialiseerd in het onderzoek en de behandeling van ouderen. Hij heeft specifieke kennis op het gebied van medicatie en uw algehele medische situatie. De SOG voert artsenvisites uit en heeft eigen spreekuren. Therapie assistenten Therapie assistenten trainen met u specifieke activiteiten aan de hand van instructies van uw therapeut. U kunt daarbij denken aan het oefenen met lopen of het helpen bij oefenprogramma’s op de computer. Verpleegkundige/verzorgende De verpleegkundige/verzorgende ondersteunt en traint dagelijkse activiteiten tijdens het zorgproces. De ver­ pleegkundige en verzorgende hebben contact met familie en de patiënt voor advies en informatie. Zij houden uw medische situatie en dagelijks func­tioneren in de gaten en stemmen hierover met de artsen af. Voedingsassistent De voedingsassistent registreert en signaleert de intake van de vocht en voeding per patiënt. Zij verzorgt de koffie/ thee/ limonade en helpt en begeleidt u tijdens de maaltijden. Al de bovengenoemde disciplines werken nauw met elkaar samen en zorgen dat u de zorg en behandeling krijgt die u nodig heeft!

Spreekuren Artsenspreekuur De specialist ouderen geneeskunde heeft op vaste tijden een spreekuur. Dit spreekuur is voor korte contacten met patiënten, maximaal 15 minuten. Patiënten of familie kunnen zich melden bij het medisch secretariaat op de afdeling. De medisch secretaresse plant tijdens het eerstvolgende spreekuur de afspraak in. De arts komt tijdens het spreekuur naar de afdeling en meldt zich bij u. Daarnaast loopt de arts meerdere keren per week visite op de afdeling. Handenspreekuur Het handenspreekuur is een spreekuur waarin de ergotherapeut, fysiotherapeut en eventueel revalidatie­ arts complexe problemen aan de schouder, arm en hand gezamenlijk beoordelen. Zij doen een aantal testen en metingen om te beoordelen welke problemen bij u spelen. Vervolgens geven zij een advies aan het behandelteam welke maatregelen, therapie of hulpmid­ delen kunnen worden ingezet. Zo nodig vindt nog een aantal keer controle plaats in het spreekuur. Schoenenspreekuur In het schoenenspreekuur wordt door de revalidatiearts, fysiotherapeut en orthopedisch schoenmaker beoor­ deeld of u baat heeft bij aangepaste schoenen of aanpassingen aan uw huidige schoen. Tijdens de eerste afspraak wordt bekeken welke oplossingen voor u een verbetering kunnen brengen. Afhankelijk van de oplos­ sing volgen er meer afspraken waarin bijvoorbeeld schoenen gepast en uitgeprobeerd worden. Voor de

aanschaf van aangepaste schoenen geldt een beperkte eigen bijdrage, die los staat van uw eigen risico van uw zorgverzekering. Technisch spreekuur In het technisch spreekuur wordt door de revalidatie­ arts, fysiotherapeut en technisch instrumentmaker beoordeeld of voor de revalidatie en uw functioneren bepaalde technische voorzieningen nodig zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan braces of protheses. Als voor een voorziening gekozen wordt, komt u een aantal keren op het spreekuur om de voorziening of het hulpmiddel te proberen en te evalueren. Spreekuur audicien Eén keer per maand komt een audicien van Auris in het RRR voor een spreekuur. De audicien beoordeelt uw gehoor en kan adviseren over oplossingen. Deelname in het spreekuur is na verwijzing van de arts. U kunt bij uw EVV-er aangeven als u uw gehoor wilt laten onder­ zoeken.

Centrum voor Reuma en Revalidatie Rotterdam van Beethovenlaan 60 3055 JD Rotterdam Algemeen RRR tel: 010 - 278 12 78 E-mail: [email protected] Polikliniek RRR tel: 010 - 278 12 30 E-mail: [email protected]

07/2014

Volg ons via en . Kijk voor de link op onze website www.rrr.nl.